VERSLAG ONDERHANDELINGEN 05 FEBRUARI 2014 HOOG OVERLEGCOMITE (HOC 123)

Transcriptie

1 VERSLAG ONDERHANDELINGEN 05 FEBRUARI 2014 HOOG OVERLEGCOMITE (HOC 123) Dagorde: 1. ATO "Ronde van Vlaanderen" 2. ATO "Festivités du 15 août en Outremeuse" 3. Erkenningsdossier - arbeidsongevallen - Deel "Geweld tegen politieambtenaren- Kwalificatie en opvolging" 4. Einde van de functie van preventieadviseur Mijnheer Yannick Troussart 5. Interne richtlijnen DTSC 6. Oproepbaar en terugroepbaar - personeel CIC - Sneeuwplan 7. Brieven dan de Federale Overheidsdienst - Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg 8. Jaarverslag - arbeidsongevallen Schoonmaakpersoneel - Procedure inzake werving, selectie en indienstneming 10. Varia: a) problemen verbonden aan de eerste affectatie van de laatste promotie bij de beëindiging van de politieschool te Luik b) Nieuwe procedure voor de syndicale verloven c) Duitstalige CALog-personeelsleden d) Koninklijk besluit betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken e) Tekort bij de federale politie Voorafgaande opmerkingen De voorzitter brengt zijn wensen met enige vertraging over, want hij had hiertoe de gelegenheid nog niet gehad. HCP Gheysen, verantwoordelijke van het 'change team', komt tijdens het hoog overlegcomité een stand van zaken geven van het 'veranderingstraject bij de federale politie'. De vakorganisaties hebben hun akkoord gegeven om dit punt uiteen te zetten. Dominique Van Ryckeghem geeft dus de PowerPointpresentatie die als bijlage is opgenomen. Het ACV-politie heeft al zaken gehoord van mensen op het terrein, want de personeelsleden maken zich zorgen. De minister van Binnenlandse Zaken heeft immers weinig beslissingen genomen en er is geen enkele communicatie gebeurd. De personeelsleden van de Dirco's vragen zich af wat er met hen zal gebeuren en of ze zullen worden overgeplaatst. Het ACV-politie verduidelijkt dat er financiële gevolgen kunnen zijn en dat het probleem moet worden opgelost. De vakorganisatie zou willen weten wat er zal worden meegedeeld. Indien de vakorganisaties hun opmerkingen naar het 'change team' willen sturen, kunnen zij dat doen via het ladres 'changeteam@poiice.belgium.eu'. Het ACV-politie zou willen weten op welke manier de vakorganisaties bij dit proces zullen worden betrokken. Dominique Van Ryckeghem antwoordt dat iedereen zich kan opgeven voor de werkgroepen, maar het is niet de bedoeling dat deze syndicale fora worden. De besprekingen met de syndicale organisaties zullen afzonderlijk gebeuren. De wens van de CG om een werkgroep samen te stellen met de vakorganisaties zal worden vervuld. Thierry Gillis benadrukt dat deze werkgroepen niet bedoeld zijn om bepaalde punten uit te sluiten die in het onderhandelings- en het hoog overlegcomité moeten behandeld worden. Het ACV-politie verduidelijkt dat er tal van problemen zullen opduiken betreffende de statutaire aspecten. Er was al sprake van een kerntakenanalyse (CALog-taken en operationele taken). Er zal een nieuwe organisatie komen en men zal moeten opletten dat men discriminaties vermijdt.

2 Het ACV-politie verduidelijkt dat het belangrijk is om het vertrekpunt te kennen. Als er in de toekomst wordt beslist dat CALog-personeelsleden bepaalde taken zullen uitvoeren, moet de mogelijkheid van een aangepaste bezoldiging worden onderzocht. De vakorganisatie vindt het een belangrijke hervorming. Dominique Van Ryckeghem verduidelijkt dat als er politieke beslissingen zullen genomen worden, hier natuurlijk rekening zal mee worden gehouden. Behandelde punten 1. ATO Ronde van Vlaanderen De politiezone Vlaamse Ardennen heeft naar de minister van Binnenlandse Zaken een aanvraag voor een afwijking van de arbeidstijd gestuurd naar aanleiding van de 'Ronde van Vlaanderen' die zal plaatsvinden op 5 en 6 april Hierbij zullen zowel personeelsleden van de federale politie (ter versterking), de personeelsleden van de politiezone Vlaamse Ardennen als HyCap-personeel worden ingezet. Het NSPV vraagt zich af waarom de minister van Binnenlandse Zaken in een grotere afwijking voorziet dan de afwijking die de zone ze" vraagt, namelijk een afwijking van maximaal 10 werkuren per 24 uur. Het ACV-politie bedankt de zone voor haar aanwezigheid en sluit zich aan bij het NSPV. De vakorganisatie vindt dat deze aanvraag onnodig is en moet worden ingetrokken. Ze vraagt om deze gebeurtenis toe te voegen aan de lijst met de recurrente gebeurtenissen. De politiezone vraagt enkel een afwijking voor het weekend. Ze heeft geen grotere afwijking nodig en wil profiteren van deze flexibiliteit en van de steun van de zones om deze gebeurtenis tot een goed einde te brengen. Het VSOA heeft in de motivering gelezen dat er veel bezoekers worden verwacht en dat er veel privéinitiatieven zijn. De vakorganisatie vraagt zich af op wat de minister van Binnenlandse Zaken wacht om bepaalde opdrachten te privatiseren. Het zou het ideale moment zijn geweest om privébeveiligingsfirma's in te schakelen of misschien zelfs gemeenschapswachten in te zetten! De voorzitter neemt nota van de opmerkingen en zal ze naar de minister van Binnenlandse Zaken sturen. Hij vraagt om deze gebeurtenis toe te voegen aan de lijst met de recurrente gebeurtenissen. Het VSOA zou willen weten hoe de verloven in deze periode zullen worden geregeld. De politiezone vraagt aan de personeelsleden om geen verlof te nemen en dus van een zekere flexibiliteit te getuigen. Deze dienstorganisatie werd in het BOC voorgelegd, maar er werd geen enkele opmerking geformuleerd. Zowel de leden van de zone als het personeel dat versterking komt bieden, nemen graag aan deze gebeurtenis deel. De politiezone verduidelijkt dat zelfs de leerlingen van de politiescholen graag komen. Het VSOA vraagt de voorzitter ervoor te zorgen dat de leerlingen van de politiescholen hun inconveniënten krijgen, want deze activiteit staat niet in het erkenningsdossier van hun basisopleiding. De DGS zal de overheid hiervan op de hoogte brengen. 2. ATO "Festivités du 15 août en Outremeuse" De politiezone Luik heeft naar de minister van Binnenlandse Zaken een aanvraag voor afwijking van de arbeidstijd gestuurd naar aanleiding van de terugkerende gebeurtenis Festivités du 15 août en Outremeuse die van 13 tot 16 augustus 2014 zal plaatsvinden. Hierbij zullen diensten van de zonen en van de federale politie worden ingezet. De voorzitter beschikt over een mandaat van korpschef Christian Beaupére voor commissaris Stéphane Pelet die de zone vertegenwoordigt.

3 Het VSOA vraagt naar de verlofregeling tijdens deze gebeurtenis. De commissaris van de zone antwoordt dat de verloven op een normale manier zijn geregeld en dat er geen wijziging zal zijn tijdens dit evenement. De vakorganisaties hebben geen opmerkingen. 3. Erkenningsdossier - arbeidsongevallen - Deel "Geweld tegen politieambtenaren- Kwalificatie en opvolging" De voorzitter vraagt of er opmerkingen zijn over het erkenningsdossier. Het ACV - politie wil dat het personeelslid niet zelf om bijstand moet vragen. Deze attitude moet aangeleerd worden door de leidinggevenden, want een goed personeelsbeleid bestaat uit proactieve ondersteuning en opvolging. Het is niet aan de DGS om dossiers uit de provincies te behandelen. Die houding moet vanaf de opleiding bijgebracht worden. Het NSPV heeft geen opmerkingen. Het VSOA sluit zich aan bij het standpunt van het ACV - politie, Bij de HRM-diensten is er te weinig kennis van de directe terugbetaling van medische kosten. Facturen met hoge bedragen moeten prioritair behandeld worden. Deze zaken zijn volgens het VSOA weinig concreet uitgelegd in het dossier. Medex kent een percentage toe maar heeft niks te maken met de terugbetaling van kosten. Voor de opleiding HRM en welzijn op het werk is het terecht dat de verantwoordelijkheid van de risicoanalyse bij de werkgever ligt. Het VSOA heeft reeds in voorgaande onderhandelingen gevraagd om de opleiding te verlengen tot 16 uren. De complexe materie inzake arbeidsongevallen en risicoanalyse kan niet op acht uren behandeld worden. De voorzitter vraagt de projectverantwoordelijken waarom er voor acht uren gekozen is. Cynthia Vermeire stelt de module voor als antwoord op deze vraag. In het begin had men beslist om de opleiding in vier uur te voltooien. Nu is dit opgetrokken naar een hele dag. Cynthia Vermeire vraagt waarom zij nog meer uren nodig zouden hebben. Het VSOA antwoordt dat de kwaliteit van deskundigen zelfs al minimaal is. Cynthia Vermeire licht toe dat de opleiding gericht is tot de personeelsbeheerders. In die optiek heeft zij de medewerkers van DSEO uitgenodigd, aangezien zij een aantal andere voorstellen voor de operationele risicoanalyse graag zouden toelichten. De ACOD vraagt zich af of het mogelijk is om een kwalitatieve opleiding aan te bieden in de voorziene tijdspanne. Het lijkt niet realistisch dat men als leek na acht uren vorming in staat zal zijn om een degelijke risicoanalyse te maken. Ook al zijn de modules inhoudelijk kwaliteitsvol, toch is het twijfelachtig of deze geschikt zijn voor het hele contingent politieambtenaren. Cynthia Vermeire antwoordt dat de risicoanalyse in twee verschillende modules voorzien is: het psychosociaal aspect en welzijn op het werk. Het VSOA antwoordt dat de psychosociale risicoanalyse verschilt van de risicoanalyse met betrekking tot arbeidsongevallen. DSEO verduidelijkt dat het de operationele aspecten van de risicoanalyse betreft. Iedereen beschikt over een instinct dat risico s detecteert, namelijk of men moet vluchten of vechten. Bij de ene persoon is dit allicht beter ontwikkeld dan bij de andere. Een tweede gegeven is dat men doorheen de tijd deze instincten aanscherpt. Door de opvoeding leert men vallen en opstaan. Het spreekt voor zich dat deze aanpak voor de politie niet geschikt is. Deze natuurlijke eigenschappen, de zogenaamde risico-intelligentie kunnen verscherpt worden door te oefenen in praktijksituaties. In die optiek zijn de drie voorgestelde modules gekaderd. DSEO stelt voor om de drie modules afzonderlijk te overlopen en daarna te beslissen welke het meest aangewezen lijkt.

4 Het VSOA vraagt over welk erkenningsdossier men spreekt: HRM en geweld tegen politie, het psychosociaal luik of welzijn bij arbeidsongevallen. Cynthia Vermeire antwoordt dat men op dit moment niet over de erkenningsdossiers spreekt maar over de risicoanalyse. Zij onderstreept het verschil tussen de modules en de operationele risicoanalyse. Het VSOA spreekt niet over operationele risicoanalyse, maar over de drie erkenningsdossiers die men gekregen heeft. Het eerste betreft HRM bij geweld tegen politieambtenaren. Namelijk hoe kan je iemand helpen? Dat behoeft geen risicoanalyse. Het tweede dossier gaat over het psychosociale luik en het derde dossier omvat welzijn bij arbeidsongevallen. Het VSOA vraagt of de operationele risicoanalyse een vierde module betreft. Cynthia Vermeire antwoordt dat men omwille van de acht uren gedacht had aan extra opleiding. Er zijn vier modules uitgewerkt die gericht zijn op het personeelsbeheer. Hiervoor was een samenwerking met de federale politieschool nodig, want een deel van de risicoanalyse is eerder geschikt voor de mandatarissen. De ACOD is verward. Het erkenningsdossier waarover dit agendapunt handelt is "Welzijn en veiligheid op het werk, deel geweld tegen politieambtenaren. Concrete toepassing op de geïntegreerde politie". De doelgroep hier is de geïntegreerde politie, met name alle operationele kaders en elk CALogniveau. Elk personeelslid kan die module volgen, maar nu blijkt het aanbod enkel voor HRM te zijn. Cynthia Vermeire antwoordt dat het uitgangspunt het protocolakkoord van betreft. Toen heeft de minister van Binnenlandse Zaken zich ertoe verbonden om een opleiding voor personeelsbeheerders te creëren. Wanneer de modulen voorgesteld werden zonder erkenningdossiers was iedereen van mening dat een opleiding van vier uur te weinig was en de materie van de risicoanalyse niet uitgebreid genoeg was. Ook moest de opleiding verplicht worden. Het concept is herbekeken in samenwerking met verschillende partners, maar het doelpubliek verschilt naar gelang de vragen van de syndicaten en de minister. De minister van Binnenlandse Zaken heeft duidelijk naar een opleiding voor HRM-beheerders gevraagd. Om aan deze vraag te beantwoorden is een samenwerking met DSEO aangewezen, aangezien ondermeer korpschefs een belangrijke verantwoordelijkheid dragen inzake geweld. Cynthia Vermeire wil graag de opmerkingen van de syndicale partners over dit onderwerp. De modules zijn bedoeld voor HRM-beheerders, omdat ook andere personeelsleden dan de verantwoordelijken dagdagelijks bezig zijn met personeelszaken. In grote zones is het bijvoorbeeld niet altijd de personeelsverantwoordelijke die de documenten invult. Daarom wordt ook de opleidingsmogelijkheid geboden aan diegenen die op een of andere manier werken in het kader van geweld tegen politieambtenaren. De ACOD heeft geen problemen met de stelling die door de minister naar voren gebracht werd, maar vraagt om de doelgroep nauwkeuriger te definiëren. Vier uren voor een opleiding risicoanalyse is te weinig. Daarom moeten er aanpassingen worden aangebracht. De vraag blijft echter of acht uren voldoende zijn tenzij er gebruik wordt gemaakt van een specifieke didactische techniek. Cynthia Vermeiren zal de doelgroep duidelijker omschrijven. De voorzitter vraagt of de vraag van het VSOA beantwoord is. Het VSOA heeft nog geen antwoord gekregen. De dossiers die als documentatie werden doorgegeven maken het voorwerp uit van het derde agendapunt. Het dossier dat nu wordt besproken is bijkomend. Het spreekt voor zich dat verantwoordelijken op het terrein een operationele risicoanalyse dienen te maken, maar dat houdt geen verband met het originele agendapunt betreffende de vorming van HRM-beheerders rond de opvolging van arbeidsongevallen. Er blijkt een verkeerde communicatie te zijn tussen het VSOA en Cynthia Vermeire. Zij verduidelijkt het doel van het voorliggende dossier. Omdat velen oorspronkelijk dachten dat mandatarissen het doelpubliek waren, is er voor deze groep een andere opleiding voorzien. Dit is aan bod gekomen toen de opleiding "Gold Commander" werd besproken.

5 Het VSOA erkent dat dit inderdaad gelinkt is aan de feiten in Meulenberg omdat er toen geen risicoanalyse gemaakt werd. Desalniettemin wil het VSOA graag eerst het oorspronkelijke agendapunt afhandelen alvorens andere zaken te bespreken. De voorzitter vraagt de opmerkingen van het VSOA over het derde agendapunt. Het VSOA heeft drie opmerkingen, zijnde de facturatieproblemen, de terugbetaling van de medische kosten en het gegeven dat acht uren om een risicoanalyse aan te leren onvoldoende is. De voorzitter stelt voor om de acht uren te evalueren. CG/W'B verduidelijkt dat de bedoeling van de opleiding erin bestaat om mensen een aantal tools aan te reiken die als basis dienen voor het maken van een risicoanalyse. Er bestaan nog andere modules die hier los van staan die deze kennis uitbreiden. Daarnaast engageert CG/WB zich ook om de opleiding binnen zes maanden te evalueren en bij te sturen om mogelijke hiaten vroegtijdig te ontdekken en aan te pakken. De opleiding is een dynamisch proces dat start met het aanreiken van basiskennis en gevolgd weidt door een snelle evaluatie zodat men kort op de bal kan spelen. Het VSOA merkt op dat de doelstelling van de opleiding erin bestaat om een risicoanalyse te kunnen opstellen. Men verwacht dan ook dat cursisten na het volgen van de opleiding in staat zijn om een degelijke risicoanalyse op te stellen. Het ACV - politie sluit zich volledig aan bij dit standpunt. Drie dagen is een minimum om een deftige opleiding te geven. Thierry Gillis maakt een synthese van de situatie, opdat er geen producten worden uitgewerkt die geen antwoord bieden op de vraag. Naar aanleiding van de feiten in Meulenberg werd de vraag gesteld naar een opleiding die HRM-beheerders in staat stelt om dossiers correct te beheren. Daarnaast wilde men de opleiding Gold Commander uitbreiden. De vraag was niet hoeveel uren daarvoor nodig zijn maar om een toevoeging te maken zodat men in staat is om een risicoanalyse te maken in het kader van grotere evenementen. In eerste instantie moet men er nu vanuit gaan dat er drie aspecten zijn: opleiding personeelsbeheer, dossiers beheren met gerichte vragen inzake ziekteverzekering en de terugbetaling voor medische kosten en het opvragen van de juiste documenten om een dossier correct te kunnen samenstellen. Thierry Gillis ziet niet in waarom HRMbeheerders een risicoanalyse moet kunnen opstellen aangezien zij eerder een dossier op efficiënte wijze moeten kunnen samenstellen. Los hiervan bestaat de opleiding Gold Commander waarbij mandatarissen aangeleerd worden om een kwaliteitsvolle risicoanalyse op te stellen, Op dit moment is dan ook de vraag of het huidige aanbod waarover men spreekt, in het kader van de risicoanalyse, de operationele lijn in staat stelt een degelijke risicoanalyse te maken. Het VSOA is akkoord met de uitleg van Thierry Gillis, behalve met de stelling dat HRM-beheerders geen risicoanalyse moet kunnen maken. Het kunnen maken van een feitenboomanalyse is aangewezen. Het VSOA stelt voor om de huidige opleidingscapaciteit te behouden: vier verschillende opleidingen waarvan Gold Commander een proactieve benadering inhoudt. Het is wenselijk dat zoveel mogelijk personen deze opleidingen kunnen volgen. Psychosociale aspecten zijn niet onbelangrijk en mogen dus niet vergeten worden. Het VSOA maakt de suggestie om de drie opleidingen te integreren in één cursus van 24 uren. Op deze manier creëert men de mogelijkheid om de risicoanalyse uit te breiden en een ander aspect minder uitgebreid te doceren. Cynthia Vermeire antwoordt dat het eerste voorstel een opleiding betrof die de vier modules over drie dagen verdeelde, waarvan een halve dag voor juridische materie en een halve dag voor welzijn. Dat voorstel werd niet effectief genoeg bevonden en CG/WB heeft voorgesteld om de opleiding te herzien. CG/WB vult aan dat er toen beslist werd om de capaciteit van vier naar acht uren uit te breiden. Cynthia Vermeire verduidelijkt dat enkel het juridische gedeelte een halve dag in beslag neemt. De overige delen zullen opgedeeld worden in een voormiddag theoretische kennis en een praktijkgerichte benadering in de namiddag.

6 Het NSPV sluit zich aan bij de samenvatting van Thierry Gillis. De oorspronkelijke bedoeling was om HRM meer klantgericht te laten functioneren naar slachtoffers van geweld toe en een programma te ontwikkelen dat secundaire victimisering vermijdt. In de huidige voorstellen komen de programma's hier gedeeltelijk aan tegemoet. Des te meer uren men uittrekt voor de opleiding, des te minder kandidaten zullen deelnemen. Wat de feiten in Meulenberg betreft, is er op het kabinet Binnenlandse Zaken inderdaad de suggestie gemaakt om een cursus risicoanalyse met betrekking tot openbare orde te voorzien. Ook voor dit aspect is er een bijsturing in het programma voorzien. Het derde luik, namelijk de volledige psychosociale analyse, is het NSPV echter nog steeds niet duidelijk. De vakorganisatie vraagt zich af waar dit in het debat past. De voorzitter vraagt wanneer de module kan aanvangen. CG/WB antwoordt dat de module arbeidsongevallen rond eind april zal onderwezen worden. Een precieze datum is nog niet gekend. De psychosociale aspecten staan op de agenda voor juni. De voorzitter stelt voor om een evaluatie te plannen na augustus. Indien nodig kan de opleiding dan nog aangepast worden. Cynthia Vermeire vult aan dat de opleidingsdatums gericht zijn naar de vragen van de betrokken partners. Aanvankelijk zou de opleiding enkel in Brussel gedoceerd worden, maar ondertussen is dat uitgebreid naar Luik, Gent, Antwerpen en Jumet. Cynthia Vermeire is akkoord met de voorziene evaluatie. CG/WB verduidelijkt dat de cel voor pedagogische co6rdinatie de toevoegingen doet. De voorzitter vraagt een akkoord voor een evaluatie na de zomervakantie. De vraag over acht uren of zestien uren blijft een ja-neen discussie. Op basis van de evaluatie kunnen bijsturingen gebeuren. Het ACV - politie wil liever niet met een "light-versie" van de opleiding starten. CG/WB antwoordt dat zij de uren gekregen hebben en deze hebben ingevuld met de nodige materie. Zij hebben zelf het urenaantal niet beslist. De ACOD 'vraagt zich af of het niet beter is om eerst de doelstellingen te bepalen en in functie hiervan de nodige tijd te voorzien, in plaats van de opleiding in te vullen naargelang de beschikbare tijd. Eerst moet men overeenkomen wat er concreet onderwezen moet worden. Welzijn is een belangrijk aspect en voorbijgaan aan de historiek van de risicoanalyse lijkt niet wenselijk, gezien de resultaten van de opleiding niveau 3. De ACOD stelt voor om een maximaal aantal personen het niveau 3 welzijn te laten volgen en dat te koppelen aan een risicoanalyse. Op deze manier heeft men een volledig pakket. Dit is de meest vruchtbare benadering om te starten zonder voorkennis. De voorzitter vraagt of het pakket direct kan getest worden. CG/WB verduidelijkt dat het de bedoeling is om basisvaardigheden aan te leren en zowel met kwantificeerbare methodes kennis te maken als met meer participatieve risicoanalyses. Het is de bedoeling om de theorie ter beschikking te stellen zodat de cursisten in de namiddag aan de hand van een reële casus de methode kunnen leren toepassen. Op het einde van de opleiding wordt een degelijke cursus voorzien waarmee het personeelslid in de toekomst aan de slag kan. De voorzitter stelt voor om dit nu te testen. Het ACV - politie vindt het ridicuul om tools aan te reiken en geen situaties. Thierry Gillis vraagt CG/WB of het mogelijk is om de meest courante methode aan te leren, namelijk diegene die op de meeste situaties van toepassing is. Op het einde van de dag kan men samen met een preventieadviseur de zaken evalueren.

7 CG/WB antwoordt dat er geen courante toepassing bestaat die alle situaties vat. Een risicoanalyse is situationeel afhankelijk. Daarenboven stelt CG/WB zich de vraag of er moet gekozen worden voor de meest complete en complexe methode of voor de meest eenvoudige. Thierry Gillis antwoordt dat dit idealiter de methode is die het meest te maken heeft met personeelsbeleid en die geen operationele analyses betreft. CG/WB licht toe dat dit voor HRM-beheerders een reactieve benadering betreft. De analyse gebeurt aan de hand van een feitenboom waarbij men de oorzaken van de feiten identificeert opdat deze zich in de toekomst niet zouden herhalen. Een risicoanalyse daarentegen is proactief. CG/WB had niet begrepen dat zij zich moesten beperken tot 'een feitenboom voor HRM-beheerders. Thierry Gil/is verduidelijkt de initiële vraag meer bepaald naar de manier waarop HRM-beheerders een betere service kunnen leveren in het raam van dossiers betreffende geweld op politieambtenaren. HRbeheerders moeten administratief, technisch en Juridisch worden gevormd, zodanig dat ze vanaf het begin de nodige documenten kunnen opvragen aan de desbetreffende instanties. Op deze manier beschikt HRM al over een vorming die de doelstelling behaalt. Daarnaast kan er voor de operationele lijn worden gekeken naar de methode die voor een risicoanalyse het meest toepasselijk is. Cynthia Vermeire voegt hieraan toe dat er niet enkel een opleiding bestaat in het kader van geweld tegen politieambtenaren, maar eveneens een handboek en een website. De ACOD gaat akkoord met het standpunt van Thierry Gillis. CG/WB heeft net zelf toegegeven dat er een breed gamma risicoanalyses bestaat, waardoor acht uren opleiding onvoldoende zijn. De voorzitter vraagt of alle vakorganisaties zich akkoord verklaren met de benadering van Thierry Gillis, alsook met de evaluatie. Het NSPV heeft geen opmerkingen. Er heeft zich een misverstand voorgedaan over de initiële doelstelling. Die bestond erin om een ruimere steun te verlenen naar slachtoffers van geweld toe. HRM-beheerders moeten wel degelijk gevormd worden om hieraan te beantwoorden, maar het is niet noodzakelijk om een cursus risicoanalyse te voorzien. HRM-beheerders moeten weliswaar de reflex hebben om herhaling van het ongeval te vermijden, maar dit betekent niet dat elke HRM-medewerker een preventieadviseur moet worden. Het NSPV kan zich vinden in het concept en de nieuwe evaluatie. Het ACV - politie heelt gemerkt dat de kennis van personeelsbeheerders rond risicoanalyses nihil is. De vakorganisatie is dan ook blij om te horen dat het aspect risicoanalyse het voorwerp van een opleiding uitmaakt. De risicoanalyse kan gebruikt worden door personeelsbeheerders voor de doelstellingen binnen de job, bijvoorbeeld het opmaken van functieprofielen in het kader van functiebeschrijvingen. De ACOD kan zich vinden in de analyse van Thierry Gillis en de aanvullingen hierop. De documenten die voorgelegd zijn beantwoorden wel niet aan datgene wat overeengekomen is. Deze documenten dienen bijgevolg aangepast te worden maar het is niet de bedoeling om de voorziene opleiding af te remmen. Cynthia Vermeire vraagt of de opleiding kan starten. De ACOD wil zo snel mogelijk de opleiding starten, rekening houdend met datgene wat overlegd is en met een evaluatiemechanisme. Alle vakorganisaties verklaren zich hiermee akkoord. De voorzitter verwacht de werkgroep na de zomervakantie terug met de evaluatie en vraagt of iedereen akkoord is dat DSEO zo dadelijk enige informatie verstrekt in verband met de aanpassingen aan de opleiding Gold Commander. DSEO informeert de vakorganisaties over de opleiding Gold Commander. De minister van Binnenlandse Zaken heeft duidelijk gevraagd om een opleiding voor personeelsbeheerders te

8 voorzien waarbij risico's post factum worden geanalyseerd. Daarnaast dient het operationeel kader ook te beschikken over de vaardigheden om toekomstige risico's in te schatten en hier operationele middelen tegenover te kunnen zetten. In deze optiek is de opleiding Gold Commander ontstaan. De kern van de opleiding beslaat uit het kunnen maken van een risicoanalyse. Er is geopteerd om niet uit te gaan van de mathematische historiek, maar om eerder te werken met partnership. De eerste formule betreft een ruime benadering, namelijk een cursus Gold Commander die alles behandelt. Een degelijke risicoanalyse betekent dat men over informatie moet beschikken, bijvoorbeeld de deelnemers aan een betoging. De eerste optie lijkt eerder aangewezen voor korpschefs en operationele directeurs dan voor CALogpersoneelsleden. De korpschef kan uiteraard steeds advies van HRM vragen bij de risicoanalyse zelf. De cursus zal gespreid worden over 14 dagen gedurende drie maanden, waarbij men verschillende modules inhoudelijk behandeld. Dit laat toe om een antwoord te bieden op een breed gamma van situaties en is gericht op (middel)grote evenementen. De analyse blijft principieel dezelfde voor een klein evenement. Als er een goede risicoanalyse voorafgaat aan het evenement, hebben HRM-beheerders nadien minder werk. Per cyclus kunnen 16 Nederlandstalige en 16 Franstalige personeelsleden deelnemen. Op jaarbasis is het slechts mogelijk om 32 personen op te leiden. Een tweede formule betreft een sensibiliserende versie van de opleiding Gold Commander die niet enkel informatie leert verzamelen, maar ook aandacht heeft voor noodplannificatie. De opleiding Gold Commander zal twee dagen een praktische toepassing zijn van wat er op één dag theoretisch is aangeleerd. Naar aanleiding van evenementen die hebben plaatsgevonden richt de opleiding zich op het ontleden van de positieve en de negatieve aspecten ervan. Het thema is ordehandhaving, maar dit kan evenwel veranderen doorheen de tijd. De derde formule is de minst uitgebreide module. Het betreft een halve dag waarbij de korpschefs en directeurs geïnformeerd worden. In da vier uur durende opleiding zullen de cursisten niet in staat worden gesteld om zelf een risicoanalyse te maken, eerder om zich de belangrijke zaken en mogelijkheden te herinneren. Het VSOA is het meest geïnteresseerd in de tweede mogelijkheid. Zij wil weten welke methode er gedoceerd zal worden. DSEO antwoordt dat er gewerkt wordt met een drietrapsmethode. Eerst dient men de doelstellingen te bepalen. Ten tweede zullen de potentiële risico's, alsook de partners die hierop kunnen inspelen, geïdentificeerd worden. Tot slot zal men kijken hoe de risico's gereduceerd kunnen worden. Het VSOA wil specifiek weten welke methode er exact gebruikt wordt. Spreekt DSEO van standaard methodes of hebben zij zelf een methode gecreëerd? DSEO antwoordt dat zij de meest courante aanpak op alle niveaus gekozen heeft: een lineaire methode die progressief werkt en rekening houdt met de tijd. In deze methode moet het menselijke aspect worden geïntegreerd. Hoe de afstemming van deze twee zaken in de praktijk zal gebeuren, hangt van de behoeften van de syndicaten af. Hef VSOA stelt voor dat CG/WB de lessen doceert en vanuit hun oogpunt een link maakt met het operationele aspect. DSEO antwoordt dat er in de opleiding Gold Commander al een samenwerking met CG/WB bestaat, al is de rol van CGIWB nog niet duidelijk gedefinieerd. 4. Einde van de functie van preventieadviseur voorde Heer Yannick TROUSSART Volgens de Dir CGIWB behoeft dit punt geen uitgebreide uitleg. Ze kan enkel zeggen dat de heer Yannick Troussard mobiliteit heeft gemaakt naar de AlG. Hij was preventieadviseur en er is dus een personeelstekort. De dienst wenst dit tekort tijdelijk aan te vullen met de heer Grégory Goossens die verantwoordelijk is voor de vertrouwenspersonen. Het ACV-politie vraagt of er geen extra aanwerving zal zijn. Het NSPV zou willen weten of de tijdelijke vervanger de opleiding preventieadviseur heeft gevolgd.

9 Het VSOA vraagt hoeveel Nederlandstalige betrekkingen er in de OT zijn opgenomen en of de transversale competenties door Nederlandstaligen zullen worden verzekerd. De vakorganisatie gaat er niet mee akkoord om een persoon aan te stellen die zijn opleiding niet heeft afgemaakt. Ze voegt eraan toe dat er in koninklijke besluiten is vastgelegd dat deze taken aan een externe dienst kunnen worden toevertrouwd. De voorgedragen persoon voldoet niet aan de voorwaarden en ze stelt vast dat de interne dienst niet meer in staat is om zijn opdrachten te vervullen. De Dir CG/WB antwoordt dat hij de opleiding niet heeft afgemaakt, maar hij zal slechts doen wat wettelijk toegelaten is. Hij zal het deel betreffende de vertrouwenspersonen beheren. Twee andere leden van de dienst zullen de andere aspecten beheren. Ze verduidelijkt dat er momenteel geen aan werving is gepland. Ze voegt eraan toe dat twee personen, een tweetalige en een Franstalige, zich zullen bezighouden met de transversale competenties. De ACOD sluit zich aan bij het VSOA en vraagt om vooruitzichten op korte en lange termijn. Ze wenst een constructieve oplossing door middel van een goed beheer, vooral wanneer men weet dat de psychosociale ongevallen toenemen. Het probleem moet worden aangepakt, anders stijgt het risico op conflictsituaties. Ze wenst dat het wettelijke kader wordt nageleefd. Het moet mogelijk zijn om op zijn minst aan de minimumvoorwaarden te voldoen. De sociale partners zullen zich vervolgens kunnen uitspreken. Thierry Gillis merkt op dat de werkgroep op 18 februari 2014 de personeelsbezetting, de middelen en de capaciteit alsook de verschillende lijsten van wettelijke opdrachten zal behandelen. Er werd intern al vergaderd en hij zou de documentatie moeten ontvangen. Hij stelt voor om dit dossier opnieuw aan het hoog overlegcomité voor te leggen na de vergadering van de werkgroep. Het VSOA zou willen weten of er een verkennend onderzoek werd gevoerd bij het openstellen van de betrekking en of de mogelijkheid werd overwogen dat de persoon aanblijft tot de procedure van start kan gaan. De Dir CG/MB antwoordt dat de collega enige tijd is gebleven, maar ze heeft er niet alles aan gedaan om hem koste wat het kost te houden. Ze wil niet dat iemand tegen zijn zin in zijn dienst moet blijven. Iedereen moet zich goed voelen in zijn functie. Het VSOA is er evenmin voorstander van om een persoon te doen blijven. Het welzijn van het personeel staat echter op het spel en er moest een keuze worden gemaakt. De vakorganisatie vraagt dat de OT wordt herzien om het aantal Nederlandstalige en het aantal Franstalige betrekkingen met elkaar in evenwicht te brengen. Ze zou willen weten of er iemand bij CG/WB de vereiste competenties heeft om deze functie te bekleden. Het NSPV denkt dat er een fundamenteel probleem is. Op 18 februari 2014 zal de werkgroep samenkomen om de toekomst van CGW'B te bekijken. Deze problematiek is echter geen thema van een werkgroep, maar valt onder de bevoegdheid van het hoog overlegcomité. Hierbij moet het hoog overlegcomité een akkoord en geen advies geven. Het NSPV verduidelijkt dat een interne dienst alle opdrachten moet kunnen uitvoeren, anders moet de werkgever een beroep doen op een externe dienst. Het gaat om een dringende en wettige behoefte. Thierry Gillis kan zich niet uitspreken over zaken waarvoor hij niet bevoegd is. Als hij een externe persoon aanwerft, moet deze persoon dezelfde opleiding krijgen als de heer Goossens. Hij zou een bijkomend budget nodig hebben van de minister van Binnenlandse Zaken. Het VSOA vindt het tijd dat de minister van Binnenlandse Zaken zich om het welzijn van de personeelsleden van de politie bekommert. Het NSPV zou de werklast van de preventieadviseur en de werkverdeling tussen Nederlandstaligen en Franstaligen willen kennen. De Dir CG/WB verduidelijkt dat er momenteel meer taken zijn en CGIWB is bezig met een raming van de werklast van de preventieadviseur wat de psychosociale aspecten betreft. Ze weet dat CG/WB diverse klachten zal ontvangen. Ze kan de cijfergegevens volgende week geven wanneer ze de nieuwe wetgeving heeft geanalyseerd.

10 De voorzitter meent dat het beter is te wachten op de resultaten van de werkgroep. Als men echter niemand vindt, moet Diana Vertongen deze functie op zich nemen. Hij vraagt of iemand anders in de organisatie deze functie zou kunnen vervullen en hoelang Grégory Goossens de opleiding volgt. De Dir CG/WB antwoordt dat de opleiding een maand geleden begon. Het VSOA is verwonderd dat CG/WB meent dat de vakorganisaties de gekozen persoon zullen aanvaarden. De Dir CG/WB antwoordt dat het logisch is dat deze functie wordt aangeboden aan iemand die al verschillende jaren bij deze dienst werkt. De voorzitter vat samen dat er weinig oplossingen zijn. Voorlopig zullen de personeelsleden van CG/WB die de competenties hebben de opdrachten van deze functie vervullen en hij zal wachten op de resultaten van de werkgroep op 18februari Het NSPV gaat niet akkoord, want er moet absoluut iemand worden gevonden omdat het om gevoelige materies gaat. De Dir CG/WB verduidelijkt dat mevrouw Boa/ Nederlandse is en haar studies in het Frans heeft gevolgd. Het VSOA vraagt waarom de betrekking van Yannick Troussard niet aan haar wordt aangeboden. De Dir CG/WB antwoordt dat het om een Franstalige betrekking gaat. De voorzitter vraagt of ze een Selor-brevet artikel 12 heeft. Thierry Gillis verduidelijkt dat een Selor-brevet artikel 7 vereist is om te solliciteren naar een anderstalige betrekking en men dus van taalprofiel moet veranderen. Artikel 12 wordt enkel gebruikt om dossiers in beide talen te kunnen behandelen. Als mevrouw Bool een anderstalige betrekking wil uitoefenen, heeft ze een artikel 7 nodig. Wil ze dossiers in beide talen behandelen, dan heeft ze een artikel 12nodig. Het VSOA zou willen weten wie de psychosociale opleiding zal geven. De Dir CG/WB antwoordt dat het stressteam zich hiermee bezighoudt. Thierry Gillis verduidelijkt dat het hier gaat om overdracht van bevoegdheden. Om deze cursussen te geven, hoeft men geen deel uit te maken van een preventiedienst. Het is misschien beter, maar hij weet niet of alle docenten tot een groep van preventieadviseurs behoren. De ACOD begrijpt de gang van zaken niet. Om tot de essentie te komen, zou ze de overheid echter willen vragen wat ze van plan is. Ze zou willen dat de bevoegdheden van deze personen worden vastgelegd en voorgesteld tijdens het volgende hoog overlegcomité. De overheid zal één maand tijd hebben om een budget vrij te maken. Bovendien delen de vakorganisaties de overheid mee dat het onwettig is en de overheid oplossingen moet vinden. Als ze deze niet vinden, dan zal de wet haar ertoe dwingen om een externe persoon aan te werven. Het NSPV verduidelijkt dat de arbeidsinspectie de knoop zal doorhakken als er geen akkoord wordt bereikt en vraagt dus dat dit gebeurt. Het ACV-politie voegt eraan toe dat de wet bepaalt dat de vakorganisaties eveneens het ontslag van de heer Troussard moeten aanvaarden of verwerpen. Na een onderbreking van de vergadering deelt de voorzitter mee dat CG/WB al het nodige heeft gedaan om deze functie te verzekeren. Thierry Gillis legt uit dat hij de lijst van de personen die aan de voorwaarden zouden voldoen, heeft bestudeerd. Binnen de dienst voldoen de volgende drie personen aan de voorwaarden:

11 mevrouw Lebrun, mevrouw BooI en mevrouw Vertongen. De dienst kan dus gemakkelijk de wettelijke opdrachten uitvoeren. Er werd eveneens gevraagd aan de heer Darquennes welke wettelijke procedure er bestaat om desnoods een beroep te doen op een externe dienst. Hij zal dus de vereiste analyse uitvoeren om indien nodig snel te kunnen handelen. De ACOD deelt mee dat de adviseur van de CG drie personen voordraagt die de werklast op zich kunnen nemen. Ze zou een taakverdeling per taalstelsel willen. Thierry Gillis zal de gegevens later bezorgen, maar hij denkt niet dat de wetgeving dat vereist. Deze drie personen werden al aanvaard door het comité en ze hebben een mandaat voor deze functie. Hij heeft nooit iets gezien wat wees op een einde van hun mandaat. Het VSOA zou willen weten tot wie een Nederlandstalige die morgen een klacht komt indienen zich moet wenden. Thierry Gillis antwoordt dat hij zich tot mevrouw Vertongen kan wenden Het NSPV verduidelijkt dat het personeel hierover moet worden Ingelicht. De vakorganisaties gaan akkoord met hat voorstel. 5. Interne richtlijnen DTSC DTSC geeft een historiek van de interne richtlijnen. Het doel is de personeelsleden van elk arrondissement de mogelijkheid te geven om bijscholingen over bepaalde richtlijnen te volgen. De richtlijnen werden niet strikt nageleefd met duidelijke misbruiken als gevolg. Deze nota is anderhalf jaar lang op het bureau van het HRM blijven liggen tot er uiteindelijk werd beslist om ze opnieuw te publiceren. DTSC heeft om verschillende redenen contact gehad met het BOC 197 en heeft vernomen dat deze materie in het HOC moest worden behandeld. De dienst is bereid om naar de standpunten van de vakorganisaties te luisteren. Hij heeft al klachten ontvangen van personeelsleden die hem ervan beschuldigen een heksenjacht te organiseren en hen te willen beletten overuren te maken. DTSC wil een volledig correcte nota publiceren. Het ACV-politie begrijpt de nota. De vakorganisatie denkt echter dat als de nota naar de Raad van State zou gaan, men aan DTSC zou zeggen dat hij zijn bevoegdheden te buiten is gegaan door deze richtlijnen op te stellen. Wat de verloven betreft, is het immers onwettig om zover te gaan. DTSC zou de regel in verband met de verloven willen handhaven om de continuïteit te verzekeren. De dienst kent niet alle details van de wet en de DPL heeft deze nota niet nagelezen. Het VSOA herhaalt dat DTSC niet alle wettelijke grondslagen kent en vraagt zich af of DSJ een advies heeft uitgebracht. DTSC antwoordt dat het slechts een herhaling is van wat al van toepassing is binnen de dienst. Het VSOA komt terug op de aanvraag voor het vakantieverlof. Dit wordt al gespecificeerd in een nota van 2007 die bepaalt dat het verlof vier maanden op voorhand moet worden aangevraagd. De wet vermeldt echter niets over rust. Wat de overuren betreft, vraagt de vakorganisatie uitleg bij de laatste paragraaf van punt 4: "In het geval geplande prestaties noodzakelijk zijn en de uren niet kunnen gerecupereerd worden, moet een voorafgaande aanvraag tot inconvenienten gedaan worden.* Ze vraagt of DTSC een nieuw formulier wil opstellen of valsheid in geschrifte wil plegen. DTSC antwoordt dat voor de betaling van overuren vooraf een formulier voor inconveniënten moet worden ingevuld. Er zal geen nieuw formulier worden opgesteld. Het VSOA verduidelijkt dat bepaalde elementen niets met het onderwerp te maken hebben, ook al verduidelijken ze soms de situatie. Als DTSC verder gaat dan wat er in het deel van de Dino staat, blijven de vakorganisaties sceptisch.

12 DTSC was niet van plan om verder te gaan dan de reglementaire teksten. De dienst heeft geprobeerd om zo snel mogelijk een dienstenaanbod voor te stellen en merkt steeds vaker dat de Dirco's steeds meer diensten van 8 tot 18 uur eisen. DTSC probeert aan deze vraag te voldoen en heeft geprobeerd om dat op een eenvormige manier op papier te zetten. De ACOD komt terug op punt 7 waarin staat dat iemand die ziek is op een verlofdag deze verlofdag 'kan' recupereren. Ze verduidelijkt echter dat het geen toelating, maar een verplichting betreft. De voorzitter stelt voor om deze nota voor advies naar DSJ te stellen en ze opnieuw voor te leggen tijdens hef volgende hoog overlegcomité. DTSC voegt eraan toe dat er zich een bijkomend probleem zal voordoen wanneer de personeelsleden van de Dirco's naar de lokale politie zullen gaan. De dienst grijpt de gelegenheid aan om de vakorganisaties te vragen of de organisatie van deze wijzigingen in het HOC moet worden behandeld. Thierry Gillis vraagt aan DTSC om het personeel te zeggen kalm en sereen te blijven. Deze personeelsleden werken binnen een structuur. Zolang deze structuur niet verandert, zullen ze op dezelfde manier voortwerken. DTSC zal de boodschap doorgeven dat de personeelsleden eventuele wijzigingen via de CG zullen vernemen. Hij zal hun zeggen dat de CG hun overheid blijft, de gemoederen proberen te kalmeren en enkel officiële boodschappen doorgeven. Buiten de statutaire aspecten verduidelijkt het VSOA dat punt 7 vermeldt dat bij ongevallen een kopie van het pv moet worden overgemaakt. Deze bepaling is niet erg wettelijk. DTSC denkt dat deze vraag van zijn logistieke verantwoordelijke kwam. Thierry Gillis zegt dat DTSC het proces-verbaal nooit kan ontvangen. Het is belangrijk te weten wie het heeft opgesteld en wie de verzekeraar is. Het VSOA grijpt de gelegenheid aan om te vragen wat er is gebeurd met de 22 miljoen euro van het boetefonds. De vakorganisatie wacht op het antwoord van de CG. Thierry Gillis antwoordt dat het VSOA zich van forum vergist en voegt eraan toe dat de CG binnen de vastgelegde termijn heeft geantwoord. Deze fondsen worden jaarlijks door het Rekenhof afgesloten. Het VSOA verduidelijkt dat het de 22 miljoen betreft waarvan de bestemming onbekend is. Thierry Gil/is antwoordt dat de CG het precieze antwoord heeft gegeven. DSIS zal de nota aan DSJ bezorgen voor analyse. 6. Bereikbaar en terugroepbaar- personeel CIC - Sneeuwplan Dit dossier is ingediend door CGO om te vragen of het mogelijk is een toelage bereikbaar en terugroepbaar te ontvangen voor de sneeuwplannen. CGO zou zich gewoonweg willen richten naar de maatregelen van DAH. Dit jaar werd het principe bereikbaar en terugroepbaar slechts één keer toegepast van 27 tot 29 januari. Dit dossier is tamelijk eenvoudig en het gaat enkel om de Franstalige CIC's en het CIC Brussel-Hoofdstad. Er is een operator nodig per CIC en een officier om alles te coördineren. De procedure voor het sneeuwplan is dat de verkeerscel van het Waalse Gewest het principe van dit plan toepast, terwijl DAH aangeeft tijdens welke periode het plan loopt en de CIC's richten zich naar dezelfde periode. De ACOD vindt het een noodzaak en men kan de personeelsleden niet terugroepen zonder hun de toelage te geven. Ze ziet dus geen graten in deze aanvraag. Het NSPV heeft geen moeite met de opdracht en de voorziene bepalingen, maar bepaalde statutaire teksten die de rechten openen, moeten worden bijgewerkt. De vakorganisatie herinnert de overheid eraan dat het tijd is om ze bij te werken.

13 De voorzitter zal de voorzitter van het onderhandelingscomité hiervan op de hoogte brengen. DSIS zal de aanvraag naar de voorzitter sturen. Het VSOA en het ACV-politie gaan eveneens akkoord met deze aanvraag. 7. Brieven van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Het ACV - politie begrijpt niet waarom dit punt geagendeerd is aangezien de verantwoordelijke hiervoor niet aanwezig is. Zij gebruikt echter wel de gelegenheid om te informeren naar de behandeling van de adviezen van de FOD WASO op de BOC's. Bij elk bezoek van de FOD WASO dan wel van de Arbeidsinspectie wordt er binnen 30 dagen een verslag opgemaakt dat gericht is aan de commissaris-generaal, met het verzoek om een kopie over te maken aan de plaatselijke BOC's. Het ACV - politie stelt vast dat deze adviezen tot op heden nog niet werden overgemaakt aan het BOC. Thierry Gillis verduidelijkt dat er tijdens de overgang van DGS/DSW naar CG/WB is vastgesteld dat er geen brieven naar het BOC noch het HOC verstuurd zijn. In het kader van de technische werkgroep heeft men alle brieven in de RIO van het commissariaat-generaal en de preventiedienst geraadpleegd. Deze documenten zijn reeds overgemaakt aan de syndicale partners. Ondertussen zijn de brieven die nog moeten worden voorgelegd rechtstreeks aan DSI overgemaakt voor verspreiding. De overheid verbindt zich ertoe een overzicht van de brieven over te maken met, waar mogelijk, een stand van zaken. Op deze manier kan het debat officieel geopend worden. Het ACV - politie vraagt of de behandeling van klachten van de betrokken BOC s worden overgemaakt aan de vakorganisaties. Thierry Gil/is bevestigt dit. De voorzitter gaat erven uit dat de vraag bij deze behandeld is. Indien niet moet het onderwerp opnieuw geagendeerd worden. 8. Jaarverslag - arbeidsongevallen Thérèse Warrant van CG/WB komt het jaarverslag - arbeidsongevallen voorstellen. Ze neemt de PowerPointpresentatie door die bij deze notulen is gevoegd. Ze verduidelijkt dat de ongevallen op de plaats van het werk zijn gedaald, terwijl de ongevallen op de weg van en naar het werk zijn gestegen. Er heeft zich evenwel geen enkel cfod6/ijk ongeval voorgedaan. Een typologie van de ongevallen werd opgesteld. In 2012 gebeurde het merendeel (305) van de 1181 ongevallen tijdens sportoefeningen. De veiligheidsindicatoren maken het mogelijk om de situatie in de tijd en met andere ondernemingen te vergelijken. In het verslag worden de ongevallen eveneens verdeeld per DG. Al deze cijfers worden in het jaarverslag gedetailleerd weergegeven. Het ACV-politie dankt mevrouw Warrant voor haar inspanningen en heeft begrepen dat het verslag af was, maar momenteel wordt vertaald. De vakorganisatie raadt haar evenwel aan om de wettelijke termijn na te leven. Het VSOA heeft drie vragen. De vakorganisatie vindt het verslag uitstekend, maar ziet op bladzijde 65 een groot aantal dagen arbeidsongeschiktheid voor de escortes en de overbrengingen van gevangenen en zij vraagt zich af of er geen afzonderlijke risicoanalyse moet gebeuren. Het is de taak van Justitie dus misschien zou zij deze best realiseren. Het zou willen weten welke preventiemaatregelen de overheid zal nemen. Soms denken de scholen dat de preventieadviseur van de gouverneur de rol van bevoegde preventieadviseur van CG/WB kan vervullen. Het is noodzakelijk dat de preventieadviseur zijn werk correct moet kunnen uitvoeren. De arbeidsongevallen moeten door CG/WB worden behandeld en ze stelt vast dat sommige arbeidsongevallen door de provincie warden behandeld.

14 Thierry Gillis verduidelijkt dat er in Brugge een BOC werd georganiseerd, waarna de korpschef het nodige heeft gedaan. Hij zei dat de relaties opnieuw genormaliseerd zijn en dat het gesprek tussen de vertegenwoordiger van het VSOA en een preventieadviseur heeft plaatsgevonden. Het VSOA benadrukt dat de preventieadviseur van de federale politie deze rol moet vervulien. Thierry Gillis herinnert eraan dat de zaken werden rechtgezet in het BOC. Bovendien zal hij nagaan of de preventieadviseur van de federale politie de dossiers van de West- Vlaamse school heeft samengesteld. Het VSOA voegt eraan toe dat, wat het verslag van CG/WB betreft, de oorzaak van de sportongevallen moet worden onderzocht. De vakorganisatie komt terug op het geweld door derden. Ze zou de stand van zaken willen kennen, want deze cijfers over arbeidsongeschiktheid worden enkel op federaal niveau bevestigd. Er was een instrument beloofd en ze vraagt of de vertegenwoordiger van de CG een idee heeft van de termijn. Thierry Gillis verduidelijkt dat hij van Vico Cockx heeft vernomen dat de testfase loopt en er voor 1 april een roll-out met een communicatieplan gepland is. Het is de laatste ontwikkeling die 48 uur geleden werd meegedeeld. De ACOD dankt CG/WB voor de toegestuurde Prev-infofiches, want ze zijn een nuttig informatiemiddel en een uitstekend initiatief. De Dir CG/WB voegt eraan toe dat deze complimenten op papier zullen worden gezet om in het persoonlijke dossier van de leden van de dienst van Thérèse Warrant te worden gevoegd. CG/WB geeft elke vakorganisatie een cd-rom met de Nederlandse en Franse versie van het jaarverslag. 9. Schoonmaakpersoneel - Procedure inzake werving, selectie en indienstneming De nota betreft een vervanging van de eerste versie uit De paragraaf met betrekking tot het onderhoudspersoneel dat is overgegaan van de brigades naar de lokale politie is geschrapt aangezien dit niet meer van toepassing is. De beschikbare plaatsen worden nu nationaal verspreid. Daarnaast zijn de selectiecriteria uitgebreid. Een geschikte kandidaat dient vanaf nu een opleiding bij de VDAB of Forem gevolgd te hebben. Bijlage 4 is enkel bestemd voor externe kandidaten en niet voor interne kandidaten. Dit komt omdat interne kandidaten hoe dan ook geschikt zijn, aangezien zij reeds aangeworven zijn als schoonmaakpersoneel. Het kan evenwel voorkomen dat zij niet geschikt zijn voor interne functies, bijvoorbeeld wanneer er een plaats vacant is voor de vliegende ploeg en de interne kandidaat niet over een rijbewijs beschikt. Het VSOA is blij dat de nota is verschenen. Dit geeft namelijk bepaalde mobiliteitsmogelijkheden voor het schoonmaakpersoneel. De vakorganisatie veronderstelt dat personen die mobiliteit aanvragen naar een andere provincie hiervoor een convenant krijgen aan het arbeidscontract. Wat de ter beschikkingsstelling en publicatie van de teksten betreft, zal dit in deel 2.2 interne rekrutering worden toegevoegd. Na de publicatie krijgen interne personeelsleden 25 dagen de tijd om hun kandidatuur in te dienen. Dit zou via een eenvoudig model moeten kunnen, waarin men duidelijk aangeeft tegen welke datum deze kandidaatstelling moet gebeuren. Zowel het NSPV als de ACOD hebben geen verdere opmerkingen. Het ACV - politie heeft enkele bemerkingen in verband met punt 2.3 van het document. De Franstalige verlating van RVA is «Office National d'emploi», terwijl de Waalse instantie «Forem» heet. DSL heeft zelf nog een aantal kleine fouten gevonden en zal deze verbeteren. Het VSOA merkt op dat de Nederlandstalige en Franstalige versie verschillen in de datum van uitgifte. DSL zal de datum aanpassen. In bijlage 1 wordt ook het woord «contract» vervangen door «vervangingscontract».

15 Het ACV - politie vraagt of de gebouwcoördinator volwaardig zijn rol mag uitoefenen in de selectieprocedure en eventueel zijn veto mag stellen. DSL antwoordt dat de gebouwcoördinator zijn argumenten mag geven op voorwaarde dat deze redelijk zijn. In de mate van het mogelijke zal men rekening houden met de concrete opmerkingen. De verwoording in de nota is van die aard dat er geen verplichte aanwezigheid van de gebouwcoördinator is vereist, omdat sommigen de selectieprocedure niet willen bijzitten. 10. Varia a) problemen verbonden aan de eerste affectatie van de laatste promotie bij de beëindiging van de politieschool te Luik De voorzitter heeft een dossier geërfd van het onderhandelingscomité van vorige week. Dit dossier betreft de problemen verbonden aan de eerste aanwijzing van de laatste promotie van de politieschool van Luik. Hij kreeg de brief van het VSOA en hij komt dus op dit dossier terug in het hoog overlegcomité. De Dir DSP schetst de context: tussen oktober en december hebben 900 aspiranten de school verlaten waarna ze ter beschikking zijn gesteld van de lokale zones. Gelet op het grote aantal schoolverlaters werden 250 aspiranten naar de federale politie gedetacheerd. Op zeer korte termijn moet DSP nagaan waar aspiranten nodig zijn. Wat de politieschool van Luik betreft, kwam de detacheringsaanvraag oorspronkelijk van WPR Luik en DAH heeft snel de overplaatsing naar de verkeerspost van Massul in plaats van naar WPR Luik gevraagd gelet op het personeelstekort in deze post. Vervolgens verzocht het VSOA de Dir DSP om deze aspiranten naar WPR Luik te laten terugkeren. Hij benadrukt dat er echter rekening moet worden gehouden met de tekorten en WPR Luxemburg heeft grote noden op operationeel vlak. De DGA heeft deze concrete situatie begrepen en voorgesteld dat al deze personen naar WPR Luik zouden terugkeren. DAH meldt dat ze een vergadering heeft bijgewoond met alle Nederlandstalige en Franstalige gedetacheerden. Op deze vergadering kregen de Luxemburgse gedetacheerden te horen dat ze naar WPR Luik zouden kunnen terugkeren wanneer DAH over personeelsleden zou beschikken. Gisteren kwamen drie gedetacheerden aan in de verkeerspost van Massul en de drie gedetacheerden kunnen dus naar WPR Luik terugkeren. Met het oog op een gelijke behandeling zal DAH de 5 gedetacheerden echter naar WPR Luik laten terugkeren. Ze benadrukt dat de toestand van WPR Luxemburg is verbeterd, maar nog niet optimaal is om al haar opdrachten te kunnen vervullen. Het NSPV dankt de overheid voor de beslissing en beseft dat WPR Luxemburg met een personeelstekort kampt. Wanneer men aan de gedetacheerden belooft naar een eenheid te mogen gaan, moet men ze echter niet elders detacheren. De vakorganisatie betreurt evenwel dat een dergelijk probleem in het hoog overlegcomité moest worden behandeld. Ze voegt eraan toe dat er een schriftelijk spoor moet bestaan van elk detacheringsvoorstel. De gedetacheerden hadden enkel een evaluatie als schriftelijk spoor. De procedure moet dus op een of andere manier traceerbaar zijn opdat de personeelsleden hun rechten kunnen doen gelden. De Dir DSP antwoordt dat er geen schriftelijke procedure bestaat. Het NSPV benadrukt de noodzaak van een geschreven document want het gaat om een carrièrekeuze voor deze personeelsleden. De vakorganisatie spreekt opnieuw haar dank uit voor de gevonden oplossing en voor de rechtvaardigheid waarvan DAH blijk geeft. De Dir DSP verduidelijkt dat er aankondigingen van detacheringen bestaan, maar er zal een document worden opgesteld. Het ACV-politie zegt als reactie dat, naast de eerste zes, enkele minder batig gerangschikte gedetacheerden van het personeel naar WPR Luxemburg hadden willen gaan.

16 De Dir DSP is verbaasd over deze opmerking. De provincie Luxemburg is immers een gevoelige provincie en alle Luxemburgers kregen te horen dat ze eerst een betrekking in de provincie Luxemburg moesten kiezen. De voorzitter verduidelijkt dat DGS in de toekomst waakzamer zal zijn en DSP zal in een schriftelijk spoor voorzien. b) Nieuwe procedure voor de syndicale verloven DSIS is wettelijk verplicht om voor iedere afgevaardigde van de representatieve vakorganisaties het aantal dagen syndicaal verlof te controleren met een maximum van 60 dagen per jaar. Tot nu toe gebeurde deze controle door het sturen van mails. Dat is echter een omvangrijk werk en er moeten voortdurend herinneringen worden gestuurd om alle cijfers te bekomen. In het kader van een administratieve vereenvoudiging wil DS/S deze gegevens rechtstreeks uit GALoP halen. Om dit werk correct en nauwkeurig te kunnen doen, moesten echter nieuwe activiteiten worden aangemaakt in GALoP. Hoewel GALoP gemakkelijk bruikbaar is voor de federale politie, maken bepaalde lokale politiezones er geen gebruik van. Deze politiezones, weliswaar slechts een tiental, moeten dus nog altijd een mail versturen. DSIS zou dus een werkgroep willen oprichten om de verschillende activiteiten voor te stellen en het standpunt van de vakorganisaties te kennen. De vakorganisaties gaan akkoord met de oprichting van een werkgroep. DSIS zal een uitnodiging sturen naar de voorzitters van de representatieve vakorganisaties. c) Duitstalige CALog-personeelsleden De ACOD komt terug op de Duitstalige CALog-personeelsleden. Deze personen hebben de gecertificeerde opleiding in een andere taal gevolgd. Ze hebben de inspanning geleverd, maar zakten voor hun examens en hebben dus geen recht op de competentieontwikkelingstoelage. Dit is discriminerend, want er zijn drie landstalen. Er moest een oplossing worden gevonden opdat ze hun gecertificeerde opleidingen in het Duits zouden kunnen volgen. Het gaat slechts om enkele personen, maar ze hebben hetzelfde recht. Het. VSOA voegt eraan toe dat hetzelfde probleem zich voordoet bij de examens van sociale promotie. Sommige operationele personeelsleden moesten examens afleggen in het Frans. De vakorganisatie herinnert eraan dat er tijdens de onderhandelingen werd afgesproken om een beroep te doen op externe firma's. De ACOD verduidelijkt dat een korpschef al een schrijven heeft gestuurd naar DSP. De voorzitter zal informeren bij DSR. d) Koninklijk besluit betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken Het VSOA deelt mee dat het koninklijk besluit betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken zal worden gepubliceerd. De vakorganisatie had tijdens de onderhandeling echter aan Carlo Mees gevraagd een uitzondering te maken op de regel opdat de personeelsleden het stelsel zouden kunnen aanvragen zonder drie maanden te moeten wachten. Zijn antwoord was gunstig, men moet proactief zijn en in die uitzondering voorzien. De DGS zal DSJ hiervan op de hoogte brengen. e) Tekort bij de federale politie Het ACV-politie komt terug op het tekort bij de federale politie. Dit tekort wordt steeds groter en de vakorganisatie weet dat de CG haar best doet om de toestand aan de kaak te stellen. De federale politie loopt echt op haar tandvlees. Als de toestand niet verandert moeten er gezamenlijke acties worden ondernomen. Het is onaanvaardbaar dat bepaalde personen niet meer kunnen voortwerken bij gebrek aan middelen. De beleidsmakers moeten hun verantwoordelijkheid nemen om de nodige middelen te geven, want de toestand is onhoudbaar.

17 Het ACV-politie zou willen weten hoe de toekomst eruitziet. Het gaat om alle niveaus, ook het gedeconcentreerde. De OGS probeert de problemen als een goede huisvader aan te pakken. Thierry Gillis voegt eraan toe dat de federale politie nog nooit zo vaak in beroep is gegaan tegen het advies van de inspectie van financiën en hij betreurt dit. Zo zijn er bijvoorbeeld minder geldtransporten omdat er geen middelen meer zijn om de voeltuigen te herstellen. De overheden worden hierover dagelijks ingelicht. Zowel de minister van Binnenlandse Zaken als de eerste minister zijn op de hoogte.