Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Particuliere Beveiliging

Transcriptie

1 Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Particuliere Beveiliging Verslag over het achttiende verslagjaar eindigend op 31 december 2011

2 Inhoud Verslag van het bestuur Kerngegevens Inleiding Feiten en ontwikkelingen Bestuursvergaderingen Beleggingen Begroting Uittredingsregeling Samenstelling van het bestuur op 31 december 2011 Bestuurswisselingen Bestuursondersteuning Slotwoord Jaarrekening 2011 Balans per 31 december 2011 Staat van baten en lasten over 2011 Toelichting behorende bij de jaarrekening 2011 Grondslagen voor balanswaardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans per 31 december 2011 Niet in de balans opgenomen activa en passiva Toelichting op de staat van baten en lasten 2011 Kasstroomoverzicht over 2011 Overige gegevens Resultaatbestemming Gebeurtenissen na balansdatum Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

3 VERSLAG VAN HET BESTUUR KERNGEGEVENS '' Werkgevers Aantal premiebetalende ondernemingen Bijdrageheffing Totale loonsom voor de bijdrageheffing (x 1 miljoen) Bijdrageperoentage 0,84* 0,68 0,68 Uittredingsregeling Aantal uitkeringen ultimo jaar Minimum uittredingsleeftijd ** 62** 62** 62** Uitkeringen Totaal aanta! betaalde maanduitkeringen Gemiddelde uitkeringslast per maand (in )^ Totale uitkeringslast incl. sociale lasten {x 1.000) * Gemiddeld percentage, premiepercentage van 0,94% algemeen verbindend verklaard (hierna AVV) vanaf 21 mei Vanaf 1 januari 2011 tot en met 20 mei 2011 was het premiepercentage van 0,68% AVV. **Vanaf 1 januari 2008 geldt de volgende staffel: Werknemers geboren vóór 1 januari jaar vóór 1 januari jaar en 3 maanden vóór 1 januari jaar en 6 maanden vóór 1 januari jaar en 9 maanden vóór 1 januari jaar vóór 1 januari jaar en 3 maanden vóór 1 januari jaar en 6 maanden vóór 1 januari jaar en 9 maanden vóór 1 januari jaar vóór 1 januari jaar en 3 maanden vóór 1 januari jaar en 6 maanden vóór 1 januari jaar en 9 maanden Geen premie-inning in 201O. Uitkeringsgrondslag Is het laatstgenoten brutoloon, vermeerderd met de onregelmatigheidstoeslagen en de valtantietoeslag tot een maximum gelijk aan het premiedagloon voor de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering, herleid tot een jaarbedrag ten tijde van ingangsdatum uitkering. 3

4 INLEIDING Dit is het achttiende jaarverslag van de Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Particuliere Beveiliging (SUPB). De Stichting werd opgericht op 6 augustus 1993 door CAO-partijen in de particuliere beveiliging. Het doel van de Stichting is om aan werknemers, die gebruik maken van de mogelijkheid om vervroegd uit het arbeidsproces te treden, de daarvoor bij het reglement vastgestelde uitkeringen te doen. De uittredingsregeling berust op een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) voor vervroegd uittreden uit de particuliere beveiligingsorganisaties. Deze CAO heeft een looptijd tot en met 31 december 2012 en is AVV tot dezelfde datum.

5 FEITEN EN ONTWIKKELINGEN Liquiditeit en reserve De nakomende verplichtingen van de Stichting zijn gedaald van , - in 2010 naar , - per einde van het verslagjaar. De algemene reserve die de Stichting heeft opgebouwd daalde van , -aan het einde van het vorige verslagjaar naar , - per einde Aantal uittreders Ultimo 2011 ontvingen 199 uittreders een uitkering van de Stichting. In 2011 werden 81 aanvragen voor een uitkering toegekend. Er werden 86 uitkeringen wegens pensionering beëindigd. Het aantal uitkeringen dat wegens andere oorzaken werd beëindigd bedroeg 2. Ontwikkeling uitkeringslast De belangrijkste uitgaven van de Stichting zijn de uitgaven aan VÜT-uitkeringen. De totale bruto uitkeringslasten (exclusief sociale lasten) stegen van , - in 2010 naar ,-in 2011; een stijging van 7%. Het totaal aantal maanduitkeringen steeg met 223 uitkeringen van uitkeringen in 2010 naar uitkeringen in Een stijging van 9% ten opzichte van Ten opzichte van 2010 is de gemiddelde maanduitkering gedaald, in 2010 bedroeg de maanduitkering nog 2.357, -. In 2011 is deze gedaald naar 2.326, - per maand.

6 BESTUURSVERGADERINGEN Vergaderingen in het verslagjaar vonden vijf vergaderingen van het bestuur van de Stichting plaats. Premie-inning Het bijdragepercentage voor 2011 is vastgesteld op 0,94%. Voor dit hogere bijdrageperoentage is begin 2011 een verzoek tot algemeen verbind verklaren ingediend bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het premiepercentage van 0,94% is AVV vanaf 21 mei Vanaf 1 januari 2011 tot en met 20 mei 2011 was het premiepercentage van 0,68% AVV. Het gemiddelde premiepercentage voor 2011 komt hiermee op 0,84%. Geen verhoging VUT uitkeringen Omdat de lonen in de bedrijfstak per 1 januari 2011 niet zijn gestegen zijn ook de VUT uitkeringen gelijk gebleven. Eindheffing VUT Het bestuur heeft besloten te onderzoeken of centrale afdracht van de loonbelasting var) 26% mogelijk is. Deze extra heffing van 26% is het gevolg van het feit dat de VUT-regeling doorioopt vopr deelnemers geboren na De extra heffing is opgenomen in de premieberekening. Op basis van de Wet op de loonbelasting 1964 is de werkgever de partij die deze heffing betaalt aan de Belastingdienst, dit omdat de werkgever de feitelijke VUT aanspraak verstrekt. Aangezien de Stichting de heffing heeft meegenomen in de premieberekening is het praktischer als de Stichting de vutheffing centraal afdraagt. Over de periode vanaf 1 maart 2007 (per die datum is de premieheffing hervat) tot en met 31 december 2010 is de heffing 26%. Vanaf 1 januari 2011 is de heffing verhoogd naar 52%. In december 2008 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen een vertegenwoordiging van het bestuur en de Belastingdienst. In het jaar 2010 zijn de voorbereidingen gestart voor de centrale afdracht van de loonbelasting. Op 31 januari 2011 is een bedrag van , - naar de Belastingdienst overgeboekt. Deze betaling betrof de eindheffing over de jaren 2007 tot en met De Belastingdienst heeft op 17 augustus 2011 schriftelijk bevestigd akkoord te zijn met de centrale afdracht. Individuele verzoeken om versoepeling van uittredingsvoorwaarden Het bestuur heeft in het verslagjaar zeven verzoeken om versoepeling van de uittredingsvoorwaarden behandeld. Incasso In 2011 heeft het bestuur in de vergaderingen aandacht besteed aan het gevoerde beleid inzake incasso, teneinde wanbetalers en doorstarters in de sector adequaat te kunnen volgen. Het bestuur hanteert een strikt incassobeleid en wenst de incassotermijnen zo kort mogelijk te houden. Het bestuur behandelde in de vergaderingen de stand van de premieheffing en incasso. Financiële positie De actuaris van de Stichting (Towers Watson) heeft een nieuwe berekening gemaakt voor de premie in het jaar Deze berekening kwam uit op een premiepercentage van 0,94%. Elk jaar wordt opnieuw bekeken welke premie het eerstvolgende premiejaar benodigd is. Jaarverslag In de vergadering van 6 juni 2011 heeft het bestuur het jaarverslag 2010 goedgekeurd en vastgesteld. Risicoparagraaf Vanuit de maatschappelijke ontwikkeling is het van steeds groter belang om het risico die het fonds loopt te managen. Het belangrijkste risico dat het bestuur onderkent is het concentratierisico. Concentraties kunnen ertoe leiden dat het fonds bij grote veranderingen in bijvoorbeeld de waardering(marktrisico) of de financiële positie van een tegenpartij (kredietrisico) grote (veelal financiële) gevolgen hiervan ondervindt.

7 De belangrijkste vorm van concentratierisico in de bezittingen van het fonds is de concentratie van de liquide middelen bij één bank. Gezien de kredietstatus van de bank acht het bestuur de kans dat het ' concentratierisico manifesteert zeer klein. BELEGGINGEN Het jaar 2011.werd gekenmerkt door onrust op de financiële markten..in het begin van het jaar zorgde de oplopende grondstoffenprijzen en de Japanse zeebeving voor veel schommelingen op de financiële markten. Vanaf de tweede helft van het jaar verergerde de euroschulden problematiek; In eerste instantie was er veel aandacht voor de landen Portugal en Griekenland, echter gedurende de tweede helft van 2011 sloegen de zorgen over de kredietwaardigheid over op de overige Europese landen zoals Italië, leriand, en Spanje. Hierdoor liepen de rentes op deze staatsleningen sterk op. In oktober verdiepte de crisis zich verder doordat de Europese politieke leiders niet in staat bleken overeenstemming te kunnen bereiken over de rol van de Europese centrale bank en de kwijtschelding van Griekse schulden. De blijvende onrust over.de Europese staatsleningencrisis en de onzekerheid over het al dan niet doorzetten van het economisch herstel heeft tot forse rentebewegingen geleid. Was er tot en met april 2011 sprake van een sterk stijgende rente, daarna zette in lijn met de dalende groeiverwachtingen, de toenemende angst voor een tweede recessie (double dip) en door een vlucht naar kwaliteit, een daling van de rente in die zich tot in de zomer doorzette. Daarbij liepen uiteindelijk ook de aandelenmarkten fors terug. Gedurende het verslagjaar werd het risico in de.portefeuille nog verder afgebouwd, dit gezien de beperkte looptijd van de VUT-regeling. Aandelen werden omlaag gebracht, waarbij in het eerste kwartaal alle Japanse aandelen werden verkocht. Converteerbare obligaties en High Yield bedrijfsobligaties werden eveneens, in het eerste kwartaal volledig.verkocht. Deze bewegingen kwamen ten gunste van met name Euro obligaties en kort vastrentende'obligaties. ^.., Het rendement op de totale portefeuille bedroeg in ,65%: BEGROTING Ingevolge Richtlijn 640, lid'204, inzake-de verslaglegging van organisaties zonder winststreven, dient het fonds de begrotingcijfersin de staat van baten en lasten op te nemen; Van deze verplichting wordt eên fonds ontslagen indien debegrotirig slecht in'beperkte:mateals sturingsmiddel wordt gehanteerd.'dit laatste is voor dit fonds het geval.

8 UITTREDINGSREGELING Doel De collectieve arbeidsovereenkomst voor vervroegd uittreden uit de particuliere beveiligingsorganisaties biedt de werknemers in die bedrijfstak de mogelijkheid om voor hun 65ste verjaardag hun arbeidzaam leven te beëindigen. Voor de uitvoering van deze regeling is een aparte stichting in het leven geroepen, de Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Particuliere Beveiliging (SUPB). De Stichting heeft totdoel om aan de werknemers die vervroegd uit het arbeidsproces treden, een uitkering te verstrekken. Werkingssfeer De uittredingsregeling is van toepassing op ondernemingen en werknemers in de particuliere beveiliging. - Een onderneming in de particuliere beveiliging is volgens de definitie van de VUT-CAO de organisatie als bedoeld in artikel 6, tweede lid, sub a. (particuliere beveiligingsbedrijven), sub b. (particuliere alarmcentrales) en sub c. (particuliere geld- en waardetransportbedrijven) van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureau's (Stb. 1997, 500), waaraan een vergunning als bedoeld in artikel 2, jo. artikel 4 van genoemde wet is verleend. Werknemer in de zin van de VUT-CAO is de werknemer in de zin van de sociale werknemersverzekeringen, die een arbeidsovereenkomst met een werkgever heeft, met uitzondering van degene, die krachtens een afroepcontract kan worden opgeroepen voor het verrichten van losse, ongeregelde diensten. - Financiering De uittredingsregeling wordt gefinancierd via de heffing van een VUT-bijdrage. De heffingsgrondslag is,'met^ ' ingang van 1996, de premieloonsom ingevolge de Werkloosheidswet voor aftrek van de WW-franchise.-De bijdrage komt geheel voor rekening van de werkgever. Vanaf 1 januari 2006 tot 1 maart 2007 werd er geen bijdrage geheven^variaf 1 maali 2007-g^^^^ ^:";" '; bijdragepercentage van 0,68%. ^ ^ '. '.' '..' :"- r,'^ :.--.." ''V-.;^/..'''"TV^ " 'ïi Ten behoeve van de lastenverlichting voor werkgevers zijn sociale partners overeerigèkpmentdè^vüt-prer^^^ in 2010 op 0% te zetten. ' -.f ^"^' }'^''y]'^-:: :.^fr^'^;x''^lm-\'''^.a Het bijdragepercentage voor 2011 is in de loop van 2010 vastgesteld op Ó;94%;'Het'p/emi,ep^ 0,94% is AVV verklaard vanaf 21 mei Vanaf 1 jariuari 2011 toten rtiëti2ö^^i201jy^ premiepercentage van 0,68% AVV. Het gemiddelde premiepercentage voor.2öj;1;komthièrj^^ -':'! vl Voorwaarden "' v"",.-'v-:. --,,^ ^^.C^ ^Wuc, -'"::>>' --^ ^^;-v S Een werknemer in de particuliere beveiliging kan van de VUT-regeling gebruik^maften.'^wa^^^ minimum uittredingsleeftijd bereikt heeft. Deze minimum uittredingsleeftijdjs 62 jaarvbèfa^ voor vervroegd uittreden is verder dat het dienstverband moet zijn beëindigd. ' '^35'^: >ï:^ ''.'.--^iï v,,;'.s''% Tot slot moet de werknemer de laatste 10 jaar direct voorafgaand aan het beoogde moment van deelneming zonder onderbreking in dienst zijn geweest bij een werkgever in de particuliere beveiliging. Onderbrekingen wegens arbeidsongeschiktheid worden door de SUPB gepardonneerd. Andere korte onderbrekingen buiten de schuld van de werknemer beoordeelt het bestuur van de SUPB.: Vanaf 2008 wordt een gestaffelde, overgangsregeling ingevoerd. Hierdoor wordt de uittredingsleeftijd geleidelijk opgetrokken naar 65 jaar en daarmee afgeschaft. Werknemers geboren op of na 1 januari 1959 kunnen niet meer vervroegd uittreden. Hoogte van de VUT-ultkering De bruto uitkering bedraagt 80% van de uitkeringsgrondslag. - i De uitkeringsgrondslag is het laatstgenoten brutoloon, vermeerderd met de onregelmatigheidstoeslagen en de vakantietoeslag. De uitkeringsgrondslag is gemaximeerd op het maximum premiedagloon voor de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Dit maximum premiedagloon wordt herieid tot een jaarbedrag.,

9 ORGANEN VAN DE STICHTING EN VERTEGENWOORDIGING Samenstelling van het bestuur per31 december 2011 leden werkgevers: T. Uittenbogaard (voorzitter) T. Kraaier (plv. secretaris) R.J.B.M. Follon A.F.A. Bakker leden werknemers:' J.C. Dwarswaard (plv. voorzitter) A. Kasper (secretaris) H.C.P.J. van Herpen T. Neijenhuijs Vertegenwoordiger namens: 1) Vereniging van Parliculiere Beveiligingsorganisaties 2) De Unie, Vakbond voor Industrie en Diensiverlening 3) CNV Dienstenbond 4) FNV Bondgenoten plaatsvervangende leden werkgevers: vacature vacature N. J. Bezemer vacature plaatsvervangende lédeh werknemers: M.J.A. Jacobs M.HJ. Limmen 1. Slikkerveer mw. Y. Reus 1) 1) 1) 1) 2) 3) 2) 4) Bestuurswisselingen ln het verslagjaar hebben er geen bestuurswisselingen plaatsgevonden. Adviseurs Administrateur Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. Rijnzathe 10, 3454 PV De Meern Accountaot KPMG Accountants N.V. Rijnzathe 14, 3454 PV De Meern Actuaris Towers Watson Netherlands B.V. Prof. E.M, Meijerslaan AV Amstelveen Vermogensbeheerder F&C Netheriands B.V. Jachthavenweg 109 k 1081 KM Amsterdam

10 SLOTWOORD Het bestuur dankt allen die zich - in welke hoedanigheid ook - gedurende het achttiende verslagjaar voor de Stichting hebben ingespannen. DeMeern, 14 juni 2012 STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR DE PARTICULIERE BEVEILIGING Namens het bestuur: T. Uittenbogaard, voorzitter A. Kasper, secretaris 10

11 JAARREKENING 11

12 BALANS PER 31 DECEMBER 2011 NA BESTEMMIHO VAN HET SALDO VAN BATEN EN LASTEN (in eenheden van duizend aura) ACTIVA 31 december december 2010 Beleggingen Aandelen Obligaties Panicipaties in hypotheken Liquiditeiten (1) , B ,373 7B8 14,160 Kortlopende vorderingen Te vorderen bijdragen Overige vorderingen f2) 1, Overige activa Liquide middelen (3) PASSIVA 31 december december 2010 Beschikbaar vermogen Algemene reserve Be leg gingsreserve (4) Voorzieningen Voorziening voor nakomende verplichtingen (5) ,352 Overlopende passiva en overige schulden Overige schulden (6)

13 STAATVAN BATEN EN LASTEN OVER2011 (in eenheden van duizend eura) BATEN e Bijdragen (7) (147) Directe beleggingsopbrengsten (8) Indirecte bel egging sopt>rengst en (9) (44) Vermindering voorziening nakomende verplichtingen (10) S LASTEN Uitkeringen en sociale lasten (11) 5.B91 5,443 Kasten (12) Overige lasten (13) Saldo van baten en lasten [2.522] (2.522] (4.527) Bestemming van het saldo van baten en tasten Algemene resen/e 1.428} (4.698) Beleggingsreserve [ ) (4,527)

14 TOELICHTING BEHORENDE TOT DE JAARREKENING 2011 rnleiding Het doel van de Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Particuliere Beveiliging, statutair gevestigd te Amsterdam, is om werknemers, die gebruik maken van de in de collectieve arbeidsovereenkomst voor Ven/roegd Uittreden uit de Particuliere Beveiligingsorganisaties geboden mogelijkheid om vervroegd uit het arbeidsproces tè treden, de daan/oor bij uitvoeringsreglement vast te stellen uitkeringen te doen. Algemeen Overeenstemmihgvefklaring De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggèviiig 640 voor organisaties zonder winststreven {RJ 640). Ingevolge Richtlijri 640, lid 204, djent het fonds de begrotingcijfers in de staat van baten en lasten op te nervieri. Van deze verpjichting wordt hét fonds ontslagen indien de begroting slechts in beperkte mate als sturingsmiddel wordt gehanteerd. Dit laatste is voor het foncis het geval. Continufteit De jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Presentatie Alle bedragen zijn vermeld in euro's x Grondsjagen Vpor balanswaardering en resultaatbepaling Schattingen en yerondersteilingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming rnet RJ 640 vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijri op dè toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden yeronderstellingeri zijn gebaseerd,op ervaringen uit het,verleden en verschillende andere factoren die.gegeven de omstandigheden als redelijk.worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderiiggende.veropderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieriingen yan schattingen worden ppgehomeh in de periode waarin^de schatting wordt herzien indien de herziening alleenvoor die periode gevolgen heeft, óf in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden. Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het fonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang.van hel bedrag daarvan betrouwbaar kan worden' - vastgesteld. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch, potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden venwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vennindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordeten en alle of. nagenoeg alle risico's met betrekking tpt een actief.of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in dè balans opgenomen. Verder worden.act(va en verplichtingen niet meer in de.balaris opgenomen vanaf hetjtijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de yoorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden venwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum.

15 Grondslagen voor balanswaardering Algemeen De activa en passiva zijn, voor zover niet anders vermeld, gewaardeerd legen nominale waarde. 1. Beleggingen Algemeen Beleggingen worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Overiopende activa en passiva alsmede liquiditeiten vermogensbeheer worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Overiopende activa en passiva inzake beleggingen worden onder de kortlopende vorderingen of kortlopende schulden gepresenteerd. Participaties in beleggingsfondsen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens dè grohdslageri voor dat soort beleggingen. Bij gemengde'beleggingsfondsen wordt aangesloten bij de hoofdcategorie, bepaald op basis van marktwaarde. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen en obligaties, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname venaferkt tegen reële waarde. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-veriiesrekenirig, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uil van de eerste waardering. Aandelen Aandelen, waaronder tevens converteerbare bbligalies zijn begrepen, worden gewaardeerd tegen marktvyaarde. Voor niet ter beurze genoteerde participaties in aandelenfondsen is dit de bevekeride intrinsieke'waarde, die de actuele waarde van de onderiiggende beleggingeri representeert. Obligaties Obligaties worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor niet ter beurze genoteerde participaties ih vastrentende waardenfondsen is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert. Participaties in hypotheken Hypothecaire leningen worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor participaties in hypothekenfondseh is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert. Liquiditeiten Liquiditeiten worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Participaties In geldmarktfondsen worden gewaardeerd tegen de intrinsieke waarde van de fondsen die de actuele waarde van de onderiiggende beleggingen representeert Kortlopende vorderingen Deze posten beslaan uit handels- ën overige vorderingen en worden bij de eerste opname ven/verkt tegen reële waarde. Indien deze posten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-veriiesrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden deze posten gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, verminderd met bijzondere waardeverminderingsveriiezen. Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. Voor zover noodzakelijk is een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht. 3. Overige activa Liquide middelen Onder de liquide middelen worden opgenomen die kasmiddelen en tegoeden op bankrekeningen die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn. De liquide middelen staan ter vrije beschikking van hét fonds. De liquide middelen worden bij eerste opname verwerkt tegen reële waarde, vervolgens vindt waardering plaats tegen geamortiseerde kostprijs. ' '

16 4. Beschikbaar vermogen Algemene reserve Deze resen/e is een saldopost en dient ter opvang van tegenvallers anders dan waarvoor een specifieke reserve respectievelijk voorziening is getroffen. Beleggingsreseive De bel eg gings reserve is het verschil tussen de marktwaarde van de beleggingen enerzijds en de aankoopwaarde anderzijds. Negatieve ongerealiseerde verschillen worden aan de beleggingsreserve onttrokken voor zover deze toereikend is. 5. Voorzieningen Voorziening voor nakomende verplichtingen De nakomende verplichtingen zijn per balansdatum berekend op het bedrag van de reeds ingegane nog verschuldigde uitkeringen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd van de betrokkenen onder aftrek van pensioenuitkeringen en andere uitkeringen. 6. Overlopende passiva en overige schulden Deze posten bestaan uit handelsschulden en overige te betalen posten en worden bij de eerste opname venwerkt tegen reële waarde. Indien deze posten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-veri les reken ing, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden deze posten gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. Grondslag kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. Grondslagen voor resultaatbepaling Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. 7. Bijdragen Hieronder zijn opgenomen de over het boekjaar in rekening gebrachte en te brengen premies en koopsommen. 8. Directe beleggingsopbrengsten De directe beleggingsopbrengsten hebben betrekking op opbrengsten uil beleggingsfondsen, intrest en dividenden onder aftrek van de aan de beleggingen toe te rekenen kosten. 9. Indirecte beleggingsopbrengsten De indirecte beleggingsopbrengsten hebben betrekking op gerealiseerde en ongerealiseerde waardestijgingen of waardedalingen. 10. Vermindering voorziening nakomende verplichtingen Deze zijn berekend op basis van de voor de balansposten gehanteerde grondslagen. 11. Uitkeringen en sociale lasten Hieronder zijn opgenomen de door het fonds in het boekjaar verstrekte uitkeringen. 12. Kosten Kosten worden in de staat van balen en lasten opgenomen in de periode waarop zij betrekking hebben. 13. Overige lasten De overige lasten worden in de staat van baten en lasten opgenomen in de periode waarop zij betrekking hebben.

17 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2011 (in eenheden van duizend euro) ACTIVA 1. BELEGGINGEN Verloopstaal 2011 Participaties in Aandelen Obligaties Hy pol heken Liqjldileiten Totaal Stand per 1 januan Aankopen / verstrekkingen Verkopen / aflossingen Koersresullaal Totaal beleggingen (3.454) J230j_ (1.556) [440) 3 (5.450) (44] Verlopps laat 2010 Participaties in Aandelen Obligaties Hypotheken Liquiditeiten Totaal Stand per 1 januan Aankopen / verstrekkingen Verkopen I ahossingen KoersresL Itaat Totaal beleggingen (3.754) (3.649) (222) (7.B25) D ,373 7B Aandelen Inöirecle beleggingen Participaties aandelenforujsen Naam Hedge Pool Europa Hedge Pool Amerika Hedge Pool Japan Hedge Global Convertible Fund Hedge Poo' Emerging Markets Totaal e e ,068 Aantal Aantal B _ 216 1, Obligaties Indkecie beleggingen Participaties in obligatiefondsen Naam Obligatie Pool Euns Obiigalie Poot Kort Vastrentend Pod Global Credits ST FSC Global High Yield PVF Hedge FiC Global Emerging Markels Fixed Income Fund Totaal Aantal it 435 2, Aantal , Particpaties in hypotheken Indirecte beleggingen Participaties in hypothieekforidsen Naam Slichting PVF Zakelijke Hypo the kenfonds Slichting PVF Particuliere Hypottiekenfonds Totaal Aantal ,020 1,443 Aantal 751 1, Liquiditeiten Uquiditeiten vermogensbeheer Geldmarkifondsen Totaal Naam F&C GeldmaiKtfonds Aantal Aantal 342 Het gemiddeld rendement van de beleggingen t)edraagl: -0,65% 6,76%

18 2. KORTLOPENDE VORDERINGEN Te vorderen bijdragen Vastgestelde nog te vorderen bijdragen Voorzieningen legen verlies op premievorderingen (18) (63) In voigend boekjaar is nader vastgesteld over lopend boekjaar 1,8Q Overige vorderingen Hieronder zijn opgenomen inzake: Hypotheken Pooiresultaat 23 Overige vordering&n overige 2 Tolaal van de overige vorderingen 25 ^ ^ ^ «^ ^ ^ ^ 3. OVERIGE ACTIVA Liquide middelen RekeningCourantStaalhankiers Spaarr^wning ABN AtVIRO - 500_ Totaal liquide middelen

19 4. BESCHIKBAAR VERIMOGEN Algemene reserve Stand per 1 januari Bestemming van het saldo van baten en lasten Stand per3l december Beleggingsres erve Stand per 1 januari Beslemming van hel saldo van baten en lasten Stand per 31 december 2011 e (1.428) (1.094) ,026 (4.898) 2, S. VOORZIENINGEN Voorziening voor nakomende verplichtingen Stand per 1 januari MulaÜE voorziening Stand per31 december (1.2^ m7) 7,352 Er is een lange termijn prognose opgesteld voor het fonds, waarbij eveneens rekening is gehouden met in de toekomst te ontvangen premies. Op basis van üeze prognose ia gebleken dat er bij de liquidatie van de stichting jltimo 2023 naar alle waarschijnlijkheid een positief saldo resteert. De strafheffing (per is dat 52%) is niet in de voorziening nagekomen verplichtingen opgenomen. 6. OVERLOPENDE PASSEVA EN OVERIGE SCHULDEN Overige scli uiden Rekening-courant gelieerd BPF-fonös Te verrekenen bijdragen In volgend boekjaar is nader vastgesteld over lopend boekjaar Uitkeringen en sociale lasten Uilkeringen Belastingen Sociale lasten Pensioenpremie Kosten Advies- en controlekosten Beleggingskosten Administraliekoslen Overig Crediteuren Crediteuren Overige schulden Belastingdienst insake eindheffing VUT 3,619 LasI inzake Hscale eindhefüng VUT-uHkeiingen In de wel VPL (VUT, Prepensioen en Levensloop) zijn voorwaarden opgenomen, waaraan een Vul-regeling moei vokloen om zonder fiscale consequenties te kunnen worden voortgezet De Vut-regelir^ van de Stichting voldoet niet aan de eisen. Oe Stichting heeft hiensver overteg gevoerd mei de Belastingdienst en is onderstaande in 2011 overeengekomen: 26% loonheffing over de p re mie tiij dragen 2007 lot en met % bonheffing over de pre mie bijdragen vanaf % Ioonheffir>g over de uitkeringen /- premiebijdragen (mits positief saldo) vanaf 2011 De schuld ulümo boekjaar beslaat uit vooriopige eindheffing 2011 ad EUR 3,063 en naheffing 2007 tol en met 2010 ad EUR 458. Totaat van de overige schulden 3.834

20 Niet in de balans opgenomen verplichtingen Verplichting inzake niet ingegane uitkeringen Het foncis kent een voorwaardelijke verplichting met betrekking tot uitkeringen die in de komende jaren zullen ingaan. Aan deze uitkering zijn diverse voorwaarden verbonden, die worden getoetst voordat de uitkering zal worden toegekend. Op hel moment van vaststelling van de jaarrekening kon het bedrag inzake de verplichting met betrekking tot potentieel verschuldigde maar nog niet ingegane uitkeringen niet voldoende betrouwbaar worden vastgesteld. Derhalve is deze post niet als voorziening opgenomen in de jaarrekening. Last inzake fiscale eindheffing VUT-uitkeringen In de wet VPL (VUT, Prepensioen en Levensloop) zijn voorwaarden opgenomen, waaraan een Vutregeling moet voldoen om zonder fiscale consequenties te kunnen worden voortgezet. De Vutregeling van de Stichting voldoet niet aan de eisen. De Stichting heeft hierover overleg gevoerd met de Belastingdienst en is onderstaande In 2011 overeengekomen: - 52% loonheffing over de premiebijdragen vanaf % loonheffing over de uitkeringen -/- premiebijdragen (mits positief saldo) vanaf 2011 Op het moment van vaststelling van de jaarrekening kon het bedrag inzake de (mogelijke) verplichting met betrekking tot af te dragen loonheffing over het saldo van de uitkeringen vanaf /- premiebijdragen vanaf 2012 niet voldoende betrouwbaar worden vastgesteld. Derhalve is deze post niet als voorziening opgenomen in de jaarrekening.

21 TOELICHTING OP DE STAATVAN BATEN EN LASTEN OVER HET BOEKJAAR 2011 (in eenheden van duizend euro) BATEN T. BIJDRAGEN Vastgestelde en nog vast le stellen bijdragen Nadere vaststelling over voorgaande jaren 8 (137) fjiutaöes inzake vocrziening premievcrderingen 17 (IQj 8. DIRECTE BELEGGINGSOPBRENGSTEN 5.433_ (147) Opbrengst participaties in hypotheken 4B 57 Opbrengst liquide middelen AF: kosten toegerekend aan beleggingen (17) (19) a. INDIRECTE BELEGGINGSOPBRENGSTEN Koers res uitaten aandelen (230) 598 Koersresuitaten obligaties Koers res uitaten participaties in hypotheken Koersresultaten liquiditeiten 3_ 119 iul 1, VERMINDERING VOORZIENING NAKOMENDE VERPUCHTINGEN Voorziening voorna\<ornenó^ verpitchürigen LASTEN 11, UITKERINGEN EN SOCIALE LASTEN Bnjto uitkeringen Pensioenpremies Sociale lasten 2a6_ )2. KOSTEN Aandeel administratiekosten Syntrus Achmea Pensioenbeheer Boekjaar Vorig boekjaar [15}_ 39_ Andere kasten: Advieskosten 1 Kosten controle van de jaarrel^ening Bel eggings kosten Beslu urskosten 11 9 Overige knsten 3_ 1_ Af: kosten toegerekend aan beleggingen (17) <19) Beloning bestuurders De beloning aan bestuurders bedraagt: 10 9 Personeel Het fonds heeft geen personeel in dienst. De beheersactiviteiten worden op basis van een uitvoeringsovereenkomst verricht dcor personeel in dienst van Syntrus Achmea Pensioenbeheer dan wel vermogensbeheerder. 13. OVERIGE LASTEN Last inzake fiscale eindheffing VUT uitkeringen _23a_

22 KASSTROOMOVERZICHT (in eenheden van duizend euro) Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de Indirecte methode Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo van baten en lasten (2.522) (4.527) Aanpassingen voor: Henvaardering beleggingen 44 (1.061) Mutatie voorzieningen (1.209) (432) Mutatie te vorderen bijdragen (1.829) Mutatie overige vorderingen 5 66 Mutatie overige schulden Kasstroom uit operationele activiteiten (5.406) (4.656) Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Aankoop beleggingen Verkoop tieleggingen (54) (2.309) Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Mutatie geldmiddelen (10) 660 Samenstelling geldmiddelen Liquide middelen per 1 januari Mutatie liquide middelen boekjaar Liquide middelen per 31 december (10)

23 OVERIGE GEGEVENS Resultaatbestemming (in eenheden van duizend euro) Ten aanzien van de bestemming van het saldo van baten en lasten is geen bepaling opgenomen in de statuten van het fonds. Het resultaat ad negatief is op de volgende wijze bestemd: Onttrokken aan de algemene reserve Onttrokken aan de beleggingsreserve Totaal Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die nadere informatie geven op de feitelijke situatie per balansdatum. 13