2 9 JUNI Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven.

Transcriptie

1 Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven jaarverslag over het negenentwintigste boekjaar l januari 2009 tot en met 31 december 2009 Paraaf voor identificatiedoeleinde KPMG Accountants N.V.

2 Inhoudsopgave Colleges en vertegenwoordigingen - Bestuurssamenstelling per 31 december Wisselingen in het bestuur - Secretaris - Vertegenwoordiging in overlegorganen van Syntrus Achmea - Accountant - Administrateur Inleiding Algemeen - Aantal uittreders - Aantal aangesloten ondernemingen Uittredingsregeling - VUT-CAO Bestuursbesluiten Kerngegevens Jaarrekening - Balans - Rekening van baten en lasten - Waarderingsgrondslagen en resultaatbepaling - Toelichting op de balans - Kasstroomoverzicht - Toelichting op de rekening van baten en lasten Accountantsverklaring Slotwoord lfl Paraaf voor identificatiedoeleindep KPMG Accountants N.V. A,

3 Colleges en vertegenwoordigingen Bestuurssamenstelling per 31 december 2009 Leden werkgevers: H. van Dijk (vice-voorzitter) P.N.M. Wennekes 1. Kamphuis M. Hetem (1) (2) (1) (2) Plaat vervan g en de leden werkgevers: G. Dijkstra (l) Vacature Vacature (2) Leden werknemers: T. Katerberg T. Neijenhuijs (voorzitter) Respectievelijk aangewezen door de: (1) Federatie Textielbeheer Nederland (FTN) (2) Nederlandse Vereniging van Textielreinigers (NETF.X) (3) CNV BedrijvenBond (4) FNV Bondgenoten Plaatsvervangende leden werknemers: (3) W. Kruithof (3) (4) Vacature Wisselingen in het bestuur Gedurende het jaar hebben zich de volgende wisselingen in de samenstelling van het bestuur voorgedaan. De heer Van Hetem wordt welkom geheten als nieuw bestuurslid namens Netex. De heer R. Verkroost is afgetreden en zijn opvolger is de heer L. Kamphuis. Secretaris De heer S. Sonke, Wissenraet Van Spaendonck Tilburg B.V., Reitseplein l, 5037 AA Tilburg. Per l juni 2010 heeft de heer G. Schikhof de functie van de heer S. Sonke overgenomen. Vertegenwoordiging in overlegorganen van Syntrus Achmea In de Raad van Afgevaardigden van Syntrus Achmea werd de Stichting vertegenwoordigd door de heer T. Neijenhuijs. Daarnaast is er een vacature van werkgeverszijde. Accountant KPMG Accountants N.V., Rijnzathe PV De Meern Administrateur Syntrus Achmea Bezoekadres: Molenwerf 2-8,1014 AG Amsterdam Postadres: Postbus 9251,1006 AG Amsterdam Paraaf voor identificatiedoeleinde KPMG Accountants N.V.

4 Inleiding De Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven is in 1979 opgericht met als doel de werknemers de gelegenheid te bieden vrijwillig vervroegd uit het arbeidsproces te treden. De VUT-regeling is vastgelegd in een eigen CAO die telkens voor een bepaalde periode geldt. Het bestuur van de Stichting is statutair verplicht na afloop van ieder boekjaar door middel van het jaarverslag verantwoording af te leggen betreffende het bestuur en beheer van de Stichting. Het voorliggende verslag heeft betrekking op het negenentwintigste boekjaar van de Stichting. Het afgelopen boekjaar laat evenals voorgaande jaren een negatief resultaat zien. Dit negatieve resultaat van 2,4 miljoen euro is deels veroorzaakt door de aanvankelijke verlaging van het bijdragepercentage met ingang van 2002 van 7,07% naar 3,75% en met name de verdere verlaging naar 2,4% met ingang van het jaar Het negatief saldo is grotendeels onttrokken aan de post beschikbaar voor nakomende verplichtingen van het fonds. Het totaal aan nakomende verplichtingen is ten opzichte van het jaar 2008 gedaald van bijna 11,7 miljoen euro naar 9,5 miljoen euro. Het percentage van de nakomende verplichtingen dat reeds is afgefinancierd is nochtans aanzienlijk gedaald. Per ultimo boekjaar bedraagt het percentage waarmee de lopende verplichtingen zijn afgefinancierd 4%. Vorig boekjaar bedroeg dit percentage 24%. Een uitgebreid overzicht van onder andere de hierboven vermelde cijfers, treft u bij de kerngegevens aan. HL Document waarop ons rapport d,d. Paraaf voor identificatiedöeleind KPMG Accountants N.V.

5 Algemeen Aantal uittreders Aantal lopende uitkeringen per 31 december Aantal toegekende uitkeringen 89 Overige mutaties O Aantal beëindigde uitkeringen 125 l) Aantal lopende uitkeringen 233 per 31 december 2009 Het aantal uitkeringen is ten opzichte van vorig jaar met ca. 14% afgenomen. l) alle beëindigde uitkeringen zijn beëindigd ivm pensioenering Aantal aangesloten ondernemingen Ultimo 2009 waren 465 premieplichtige ondernemingen bij de Stichting aangesloten. 2 9 JUNI 20fö Paraaf voor ident/ficatredoeteindi KPMG Accountants N. V,

6 Uittredingsregeling VUT-CAO De lopende uittredingsregeling van de Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven is neergelegd in een aparte VUT-CAO. Deze CAO is algemeen verbindend verklaard door de Minister van SZW t/m 30 juni Overgangsregeling en VUT-regeling Met ingang van l januari 2002 is in de Textielverzorgingsbranche een prepensioenregeling ingevoerd. De nieuwe prepensioenregeling wordt uitgevoerd door de Stichting Bedrijfspensioenfonds Textielreiniging. Dientengevolge is een overgangsregeling in het leven geroepen die samen met de gewijzigde VUT-regeling met ingang van l januari 2002 van kracht is en is ondergebracht bij de VUT- Stichting. Uitloop VUT-regeling Voor werknemers die geboren zijn vóór l januari 1948 en voldoen aan de overige voorwaarden van de VUT-regeling bestaat de mogelijkheid om nog van de "oude" VUT-regeling gebruik te maken. De VUTuittredingsleeftijd is met de invoering van de prepensioenregeling stapsgewijs verhoogd van 59 jaar naar 62 jaar. De uittredingsleeftijd is afhankelijk van het geboortejaar van de werknemer en het kalenderjaar waarin men wil uittreden volgens het schema Geboortedatum uittredingsleeftijd jaar van uittreden Van t/m , of 2004 Van t/m Van t/m , of 2006 Van t/m ' Van t/m , of 2008 Van t/m Van t/m De mogelijkheid om in deeltijd van de uittredingsregeling gebruik te maken start twee jaar vóór de voor de betrokkene geldende voltijd uittredingsleeftijd. Omzetting naar voltijduittreding is dan mogelijk net zoveel later dan de voltijd uittredingsleeftijd dan de oorspronkelijke deeltijd uittreding eerder ervan plaatsvond. De hoogte van de netto-uitkering ligt op ongeveer 85% van het nettoloon dat een jaar voorafgaande aan de uittreding werd ontvangen. De maximum uitkeringsgrondslag bedraagt voor de oude vutregeling ,-. Voor hen die pas op of na het bereiken van de 62 jarige leeftijd van de regeling gebruikmaken ligt dit maximum op het geldende premiedagloon voor de WW van dat moment. Overga ngs regeling Voor werknemers die op l januari 2002 ouder zijn dan 25 jaar, en gezien hun leeftijd geen gebruik meer kunnen maken van de reguliere VUT-regeling is een overgangsregeling in het leven geroepen. Dit omdat deze groep werknemers geen mogelijkheid heeft een volledig prepensioen op te bouwen. De overgangsregeling is een tijdelijke regeling welke voor de duur van 5 jaar is vastgelegd. CAO-partijen hadden het stellige voornemen uitgesproken de regeling iedere 5 jaar te verlengen. Deze uitgangspunten zijn in 2005 evenwel fors doorkruist door de invoering van de Wet VPL. De VUT- en overgangsregeling mochten, om aan de gewijzigde wetgeving tegemoet te kunnen komen, uitsluitend nog maar gebruikt worden door deelnemers die op l januari 2005 de leeftijd van 55 jaar al bereikt hadden, dus geboren waren vóór De regeling werd daarmee een zgn. 55+ regeling. Dit heeft tot consequentie gehad dat de overgangsregeling slechts van toepassing is voor de mensen met geboortejaar 1948 en De uittredingsleeftijd voor de overgangsregeling is vastmo 5 jaar. Gebruikmaking van de deeltijdregeling is nog slechts eenmalig mogelijk en wermfh*rbetcikebim&*i de&ks-jarige leeftijd. Omzetting naar een voltijduitkering vindt dan plaats bij het bereiken^ij^, //

7 Voor het vaststellen van de hoogte van de overgangsuitkering wordt gebruik gemaakt van de formule A-B x 2,2%, waarbij A de leeftijd in maanden is op l januari 2002 en B staat voor 300 maanden. 12 De maximum uitkeringsgrondslag wordt jaarlijks door partijen vastgesteld en lag in 2009 op ,-(in 2008: ,-). Bijdragepercentage In samenhang met het premiebeleid voor het bedrijfstakpensioenfonds en indachtig de consequenties van de VPL-wetgeving voor de verschillende regelingen, is door CAO-partijen het bijdragepercentage vanaf 2006 vastgesteld op 2,4%. Dit percentage is inclusief de bijdrage voor de overgangsregeling. Van dit percentage was een werkgever verplicht 0,8% in te houden op het loon van de werknemer. Paraaf voor identificatiedoeleindtf KPMG Accountants N.V.,

8 Bestuursbesluiten Het bestuur van de Stichting kwam in het verslagjaar vier maal in vergadering bijeen. In de bestuursvergaderingen en bij de tussentijdse schriftelijke voorleggingen aan het bestuur zijn, naast de doorgevoerde wijzigingen in de regeling, onder meer de volgende onderwerpen behandeld: 1) Financiële positie fonds Het bestuur behandelde de financiële rapportages zoals deze na afloop van ieder kwartaal worden opgesteld. Ultimo 2009 bedroeg het percentage waarmee de nakomende verplichtingen zijn afgefinancierd 4% (vorig boekjaar 24%). Uit een in juni 2009 door de actuaris opgestelde prognose bleek dat een premiepercentage van 2,4% voldoende zou moeten zijn om aan de toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen. Deze prognose is gebaseerd op de loonsom 2008 waarbij de inschatting van de toekomstige lasten op een aantal grove uitgangspunten is gebaseerd. Toekomstige wijzigingen in deze totale loonsom of tegenvallende beleggingsresultaten kunnen zorgen voor afwijkingen. Daarom hecht het bestuur bijzonder veel waarde aan het per kwartaal monitoren van de financiële positie van het fonds. Het bestuur heeft de actuaris opdracht gegeven tot een meer verfijndere prognose waarbij nadere onderbouwing van een aantal uitgangspunten plaats vindt. Deze prognose zal in de eerste helft van 2010 gegeven worden. Gezien de kritische financiële positie zal het noodzakelijk zijn om op korte termijn aanvullende maatregelen te nemen om de financiële positie van het fonds te verbeteren. Het bestuur onderkent de huidige financiële positie en zal dit meenemen in toekomstige CAO-onderhandelingen. Na verslagjaar is aan het licht gekomen dat de liquiditeit op de zeer korte termijn een probleem vormde. Er bleek onvoldoende saldo aanwezig om in het jaar 2010 aan alle verplichtingen te voldoen. Het bestuur heeft de zorgelijke liquiditeitspositie onderkend en heeft daarom in juni 2010 een lening bij de Raltex afgesloten van 2 miljoen. Omdat deze oplossing slechts afdoende is voor de korte termijn, naar verwachting een periode van 12 maanden, zal het bestuur vanaf heden onderzoeken hoe zij de verder de liquiditeitspositie van het fonds na medio 2011 tot het einde van de regeling in 2014 kan waarborgen. Om een beter beeld te krijgen van alle toekomstige verplichtingen van het fonds zal het bestuur een continuïteitsprognose laten uitvoeren ( ). In deze prognose zullen alle inkomsten en de uitgaven goed in beeld gebracht moeten worden. Als onderdeel van deze prognose zal een uitvraag gedaan worden bij alle werkgevers om een zo accuraat mogelijk beeld te krijgen welke werknemers nog gebruik zullen gaan maken van de VUT-regeling. Als onderdeel om zoveel mogelijk zekerheid te verkrijgen over de financiële situatie, zal in de tweede helft van 2010 de aanvraag om verlenging van de AVV worden ingediend. De huidige AVV loopt tot eind Door de verlenging wordt premie-betaling vanaf 2013 tot het einde van de regeling gewaarborgd. 2) Overgangsregeling Het bestuur heeft in de vergadering van februari 2009 met betrekking tot de overgangsregeling besloten dat, als kan worden vastgesteld dat de bedrijven over de gehele periode zijn aangesloten bij de VUT-stichting en premie is afgedragen, en dat als de werknemers aan ook aan de overige uittredingsvoorwaarden voldoen (waaronder de 10-jareneis), de betreffende werknemers een beroep kunnen doen op de overgangs-regeling. De overgangsregeling betreft de groep werknemers geboren na l januari 1948 maar vóór l januari die vanaf 31 december 2001 tot en met 31 december 2005 onafgebroken deelnemer zijn geweest in de (pre-)pensioenregeling en die tevens op l januari 2006 deelnemer zijn in de nieuwe pensioenregeling. Het bestuur besluit dat vanuit de VUT-stichting een aanvulling komt aan de uitkering vanuit het Bpf tot 80% van de gemiddelde lonen over )Spaarvut De spaarvut geldt -ingevolge het reglement- alleen voor wei kn mjf rs Itoeftoren in de jaren 1948 en Aangezien de financiële consequenties voor het fonds$$fs ^ l puworden overzien, stelt het bestuur een besluit hierover uit, totdat er een onderbouwing is van het rii(f?m6d!tei(d1tgelijke) kosteneffecten voor het fonds. 4) Wijzigingen VUT-reglement n n n mi «r» Het bestuur is akkoord gegaan met de voorgestelde wijzigingen van het VB rregiernêrrren de tabel / met spaarvutf actoren. / //f Paraaf voor identificaiiedoeleinderw^ KPMG Accountants N.V. /(

9 5) Bijdrage De bijdrage voor 2009 is vastgesteld op 2,4%, gelijk aan het bijdragepercentage in het jaar ) Indexatie Vanwege de slechte financiële positie van het fonds en de lage inflatie heeft het bestuur besloten de VUT-uitkeringen niet te indexeren. 7) Jaarverslag 2008 Het bestuur heeft op 25 juni 2009 het jaarverslag 2008 vastgesteld. 8) Beleggingen Het jaar 2009 stond net als 2008 in het teken van de kredietcrisis. De economische groei bereikte dieptepunten die alleen hun evenknie vonden in de depressiejaren van de dertigerjaren. Vooral de instortende export raakte de groei heel hard. Consumptie van duurzame consumptiegoederen ging eveneens fors onderuit. Het beleggingsrendement was in 2009 positief. Bemoedigende detailhandelsverkopen, het aantrekkende consumentenvertrouwen en een onverwachte daling van de werkloosheid in de VS waren tekenen dat de economie zich stabiliseerde. De verlaging van de kredietbeoordelingen van enkele Eurolanden zorgden voor enige beroering. Bedrijfsobligaties deden het uitstekend door te profiteren van de aantrekkende markt. Gegeven de omvang van het fonds, het eindigende karakter van het fonds, de behoefte aan liquiditeit en de afbouw van het Celdmarktfonds heeft het bestuur besloten om niet meer te verschuiven in de portefeuille. Uitkeringen uit het geldmarktfonds worden liquide aangehouden binnen de categorie liquide middelen. CATEGORIE Converteerbare Obligaties Obligaties - Euro Geldmarkt Kort Vastrentend Liquide middelen Weging 31/12/2009 0,0% 22,0% 100,0% 64,3% 11,6% 2,1% Het bestuur is akkoord gegaan met het door F&C voorgestelde beleggingsplan Paraaf voor identificatiedoeleii J<PMG Accountants NV

10 Kerngegevens Aantal aangesloten ondernemingen Totale loonsom voor de bijdrageheffing (t/m 2001 brutoloon SV) (x l miljoen) 177,4 172,3 166,7 164,8 164,5 Bijdragepercentage 2,4 2,4 2,4 2,4 3,75 Minimum uittredingsleeftijd 61.5/ ,5/61,5 59,5/61,5 61/59 60,5/58,5 Aantal lopende uitkeringen ultimo verslagjaar Aantal toegekende uitkeringen Aantal beëindigde uitkeringen Totaal aantal betaalde maanduitkeringen Totale uitkeringslast, incl. sociale lasten (x 1.000,-) Gemiddelde uitkeringslast (in euro's per maand) Document waarop ons rapport d.d, //> Paraaf voor identm'catiedoeleindaï: KPMG Accountants N.V.// 1 werknemers geboren in 1946 konden met 6l,5 jaar van de voltijd vutregeling gebruik maken en werknemers geboren in 1947 met 62 jaar; vanaf 59 jaar kon van de deeltijd vutregeling gebruik gemaakt worden.

11 BALANS PER 31 DECEMBER 2009 (NA RESULTAAT VERDELING) (in eenheden van duizend euro) 31 december december 2008 ACTIVA Beleggingen Aandelen Obligaties Liquiditeiten (1) VLOTTENDE ACTIVA Kortlopende vorderingen (2) Te vorderen bijdragen. Overige vorderingen Liquide middelen (3) 159 6, PASSIVA Beschikbaar vermogen (4) Beschikbaar voor nakomende verplichtingen Kortlopende schulden (5) Overige schulden l 9 JUNI 2010 / // Paraaf voor identificatiedoeleind^m:

12 REKENING VAN BATEN EN LASTEN OVER 2009; (in eenheden van duizend euro) BATEN Bijdragen (6) Directe beleggingsopbrengsten (7) Indirecte beleggingsopbrengsten (8) : (439) LASTEN Uitkeringen en sociale lasten (9) Kosten (10) Overige lasten (11) Saldo boekjaar (2.206) (3.348) Verdeling saldo boekjaar Beleggingsreserve Beschikbaar voor nakomende verplichtingen (2.206) (2.206) (86) (3.262) (3.348) Document waarop ons rapport d,d. Paraaf voor identificatiedoeleinde KPMG Accountants N. V. '

13 TOELICHTING BEHORENDE TOT DE JAARREKENING 2009 Inleiding Het doel van De Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven (hierna 'het fonds'), statutair gevestigd te Tilburg, is in 1979 opgericht met als doel de werknemers de gelegenheid te bieden vrijwillig vervroegd uit het arbeidsproces te treden. De VUT-regeling is vastgelegd in een eigen CAO die telkens voor een bepaalde periode geldt. Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 voor organisaties zonder winststreven (RJ 640). Aangezien de begroting niet als stuurmstrument wordt gebruikt is deze niet opgenomen in de jaarrekening. Alle bedragen zijn vermeld in euro's x Grondslagen voor balanswaardering en resultaatbepaling Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met RJ 640 vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden. Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het fonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Omdat het fonds in principe haar verplichtingen op omslagbasis financiert wordt geen voorziening voor nakomende verplichtingen gevormd. De nominale waarde van de op balansdatum lopende verplichtingen wordt in de toelichting vermeld. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico's met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdattura^a mslkfp afwikkelingsdatum. Document waarop ons rapport d,d. 29 JUNI 2010 Paraaf voor identificatiedoelein KPMG Accountants N.V.,

14 Grondslagen voor balanswaardering Algemeen De activa en passiva zijn, voor zover niet anders vermeld, gewaardeerd tegen nominale waarde. 1. Beleggingen Algemeen Beleggingen worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Overlopende activa en passiva alsmede liquiditeiten vermogensbeheer worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Het verschil tussen marktwaarde en nominale waarde is bij deze activa en passiva in het algemeen gering. Overlopende activa en passiva inzake beleggingen worden onder de kortlopende vorderingen of kortlopende schulden gepresenteerd. Participaties in beleggingsfondsen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor dat soort beleggingen. Bij gemengde beleggingsfondsen wordt aangesloten bij de hoofdcategorie, bepaald op basis van marktwaarde. Vastrentende waarden (Indien van toepassing, vaak is alleen obligaties van toepassing) Obligaties Obligaties worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor niet ter beurze genoteerde participaties in vastrentende waardenfondsen is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert. Liquiditeiten Liquiditeiten worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor liquiditeiten is het verschil tussen marktwaarde en nominale waarde in het algemeen gering. 2. Kortlopende vorderingen Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. Voor zover noodzakelijk is een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht. 3. Liquide middelen Onder de liquide middelen worden opgenomen die kasmiddelen en tegoeden op bankrekeningen die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn. De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het fonds. Reserves Beschikbaar voor nakomende verplichtingen De nakomende verplichtingen zijn per balansdatum berekend op het bedrag van de reeds ingegane nog verschuldigde uitkeringen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd van de betrokkenen onder aftrek van pensioenuitkeringen en andere uitkeringen. Als beschikbaar is opgenomen hetgeen reeds uit de bijdragen is gefinancierd. In de huidige regeling is een Spaarvut bepaling opgenomen. Hierbij spaart een werknemer bij uitstel van uittredingsdatum het deel van de uitkering vanaf het moment dat de werknemer uit mag treden. Bij ingang van de uitkering verkrijgt de werknemer (uitkeringsgerechtigde) een hogere uikering. In de voorziening voor nakomende verplichtingen zijn alleen de ingegane verplichtingen opgenomen. Als gevolg hiervan kunnen de vutuitkeringen hoger worden dan fisc^^lj^tfsnwf Het fiscaal niet toelaatbare gedeelte wordt als koopsom bij het pensioenfonds gestort, waardoo]p =)^$y ^gpanspraak in het pensioenfonds wordt verkregen. Prognoses geven aan dat de nakomende verplichtingen volledig kunnen worden geffiiroiwfèfiitd^jbd^jtöws'tapport d.d. eventuele tijdelijke liquiditeitstekorten een leningsovereenkomst met de Stichting Raad voor Arbeidsverhoudingen Linnenverhuur en Wasserijbedrijven en Textielreinigingsbedrüven RAL,TE,Xlis.aangegaan. Paraaf voor id

15 5. Kortlopende schulden Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. De post "overkook" heeft betrekking op de.toepassing van de zogenoemde spaarvutbepaiing. Als een vutgerechtigde zijn of haar vut-uitkering later laat ingaan dan op eerst mogelijke datum dan worden de niet genoten uitkeringen vanaf die eerst mogelijke ingangsdatum uitgesmeerd over en toegevoegd aan de vutuitkeringen. Als gevolg hiervan kunnen de vutuitkeringen hoger worden dan fiscaal is toegestaan. Het fiscaal niet toelaatbare gedeelte wordt als koopsom bij het pensioenfonds gestort, waardoor een hogere aanspraak in het pensioenfonds wordt verkregen. De opgenomen schuld van ,- is als volgt verdeeld: Overkook ,- Overkook ,- Overkook ,- Grondslag kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. Grondslagen voor resultaatbepaling Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. 6. Bijdragen Hieronder zijn opgenomen de over het boekjaar in rekening gebrachte en te brengen premies en koopsommen. De bijdragen voor 2009 zijn ten dele nog op een raming gebaseerd, omdat ten tijde van het samenstellen van het jaarverslag van een deel van de aangesloten werkgevers de loonopgave niet was ontvangen. Bij de raming van dit nog niet vastgestelde deel van de bijdragen wordt de loonontwikkeling in aanmerking genomen, zoals deze zich bij de overige aangesloten werkgevers heeft voorgedaan. Het verschil tussen deze raming en de werkelijke bijdragen wordt in de rekening van baten en lasten van het volgend jaar als nader vastgestelde bijdragen over voorgaande jaren opgenomen. Beleggingsresultaten 7. Directe beleggingsopbrengsten De directe beleggingsopbrengsten hebben betrekking op opbrengsten uit beleggingsfondsen, intrest en dividenden onder aftrek van de aan de beleggingen toe te rekenen kosten. 8. Indirecte beleggingsopbrengsten De indirecte beleggingsopbrengsten hebben betrekking op gerealiseerde en ongerealiseerde waardestijgingen of waardedalingen. 9. Uitkeringen en sociale lasten Hieronder zijn opgenomen de door het fonds in het boekjaar verstrekte uitkeringen. 11. Overige lasten De overige lasten zijn opgenomen voor de aan het boekjaar toe te rekenen bedragen. Paraaf voor identificatiedoeleind KPMG Accountants N.VJ

16 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2009 (in eenheden van duizend euro) ACTIVA 1. BELEGGINGEN Aandelen Obligaties Liquiditeiten Totaal Stand per 1 januari 233 Vermeerderingen door: Aankopen en verstrekkingen 50 Verkoopresultaat 28 Waardemutatie Verminderingen door: Verkopen (333) Stand per 31 december (126) (57) (2.497) (1.332) (4.162) Aandelen Indirecte beleggingen Participaties in aandelenfondsen 233 Naam Stichting Global Convertible Fund Aantal Aantal Obligaties Indirecte beleggingen Participaties in obligatiefondsen Naam Stichting Vastrentende Waardenfonds Euro 24 Stichting F&C Kort Vastrentende Waardenfonds 12 Stichting Global Credits Obligaties global high yield Totaal Liquiditeiten Liquiditeiten vermogensbeheer Geldmarktfondsen Naam Aantal f II, l) O Aantal Stichting F&C Geldmarktfonds 99 fffjpf, Id^jLl Het gemiddeld rendement van de beleggingen bedraagt: 9,98% (vorig boekjaar: -9,35%). / Paraaf voor identificatiedoeleinda^/ 7 KPMG Accountants W v T"

17 2. KORTLOPENDE VORDERINGEN Te vorderen bijdragen Vastgestelde nog te vorderen bijdragen Voorziening tegen verlies op premievordéringen 370 (211) 238 (206) Overige vorderingen Hieronder zijn opgenomen inzake: Uitkeringen en sociale lasten Uitkeringen Pensioenpremie Totaal van de overige vorderingen 3. LIQUIDE MIDDELEN Rekening courant Staalbankiers Paraaf voor identificatiedoeleind KPMG Accountants N.V./

18 PASSIVA 4. BESCHIKBAAR VERMOGEN Beleggingsreserve Stand per 1 januari Mutatie: deel van het saldo boekjaar Stand per 31 december 86 (86) Beschikbaar voor nakomende verplichtingen Stand per 1 januari Mutatie: deel van het saldo boekjaar Stand per 31 december (2.206) (3.262) De nakomende verplichtingen ultimo boekjaar bedragen (vorig jaar ) In procenten is de verhouding tussen het beschikbare deel en de verplichting 4% (vorig jaar 24%) In de verplichting is rekening gehouden met de eventuele toekomstige omzetting van deeltijdvut naar voltijdvut. Prognoses geven aan dat de nakomende verplichtingen volledig kunnen worden gefinancierd en dat voor eventuele tijdelijke liquiditeitstekorten een leningsovereenkomst met de Stichting Raad voor Arbeidsverhoudingen Linnenverhuur en Wasserijbedrijven en Textielreinigingsbedrijven (RALTEX) is aangegaan. 5. KORTLOPENDE SCHULDEN Overige schulden Hieronder zijn opgenomen inzake: Rekening-courant derden Rekening courant gelieerd Sociaalfonds 29 Te verrekenen bijdragen Te verrekenen bijdragen - vastgestelde nog te verrekenen bijdragen In volgend boekjaar is nader vastgesteld over: - lopend boekjaar - voorgaande boekjaren Uitkeringen en sociale lasten Uitkeringen Belastingen Sociale lasten Pensioenpremie Kosten Advies- en controlekosten Beleggingskosten Overige Overige schulden Overkook Totaal van de overige schulden l 9 JUNI ' 810 / Paraaf voor identificatiedoeleinden/^ KPMG Accountants N. V. Jn

19 TOELICHTING OP DE REKENING VAN BATEN EN LASTEN OVER HET BOEKJAAR 2009 (in eenheden van duizend euro) BATEN Bijdragen Vastgestelde en nog vast te stellen bijdragen Nadere vaststelling over voorgaande jaren (72) (32) Directe beleggingsopbrengsten Opbrengst aandelen Opbrengst liquide middelen Intrest wegens te late betaling Kosten toegerekend aan beleggingen 7 J5) (7) Indirecte beleggingsopbrengsten Koersresultaat aandelen Koersresultaat obligaties Koersresultaat liquiditeiten (15) 154 (145) (69) (225) (439) Paraaf voor identificatiedoeleindef! KPMG Accountants N.V.

20 LASTEN Uitkeringen en sociale lasten Bruto uitkeringen Pensioenpremies Sociale lasten Kosten Aandeel administratiekosten Syntrus Achmea Pensioenbeheer Boekjaar Vorig boekjaar 177 (18) Andere kosten: controle kosten beleggingskosten secretariaatskosten Kosten toegerekend aan beleggingen (5) (7) Overige lasten Resultaat voorziening tegen verlies op premievorderingen Overkook De beloning aan de bestuurders bedraagt nihil. Document waarop ons rapport d,d. Paraaf voor identificatiedoeleindepjr KPMG Accountants N.V. M L

21 KASSTROOMOVERZICHT 2009 (in eenheden van duizend euro) Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo boekjaar Aanpassingen voor: Mutatie te vorderen bijdragen Mutatie overige vorderingen Mutatie overige schulden Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Aankoop beleggingen Verkoop beleggingen Herwaardering beleggingen Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Mutatie geldmiddelen (2.391) (140) (2) 188 (1.476) (154) (3.348) 9 (50) 258 (2.345) (3.131) (140) Samenstelling geldmiddelen Liquide middelen per 1 januari Mutatie liquide middelen boekjaar Liquide middelen per 31 december Paraaf voor identificatiedoeleind KPMG Accountants N.W

22 Slotwoord Het bestuur brengt dank uit aan allen die, in welke functie dan ook, in het verslagjaar voor de stichting werkzaam zijn geweest. Ophemert, 17 juni 2010 Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven Het bestuur: T. Neijenhuijs, voorzitter H. van Dijk, vice-voorzitter Paraaf voor identificatiedoelei KPMG Accountants N.