Uitwerking regionaal beleidskader jeugdhulp

Transcriptie

1 Uitwerking regionaal beleidskader jeugdhulp Hart van Brabant Inleiding De voorbereidingen op de transitie jeugdzorg per 1 januari 2015 zijn lokaal en regionaal in volle gang. De gemeenten in de regio Hart van Brabant werken daarbij al vanaf 2011 intensief met elkaar samen, verdelen taken, leren van elkaar en behalen langs die weg schaalvoordeel. De samenwerking heeft geresulteerd in een aantal gezamenlijk opgestelde en door alle gemeenten in Midden-Brabant vastgestelde richtinggevende documenten: Het Regionaal transitieplan jeugd Midden-Brabant, deel 1: De gemeentelijke uitgangspunten (collegebesluit, september 2011) (raadsbesluit, december 2011) 1 ; De Richtingwijzer transitie jeugdzorg, Hart van Brabant (vastgesteld tijdens Hart van Brabantdag, december 2012) 1 ; Het Functioneel ontwerp jeugdstelsel, Hart van Brabant (collegebesluit, april 2013); Het Regionaal transitie-arrangement (RTA) (oktober 2013); en Het Regionaal beleidskader jeugdhulp, Hart van Brabant, (collegebesluit oktober 2013) (raadsbesluit maart 2014). Deze documenten bouwen op elkaar voort en zijn een toenemende concretisering van de gemeentelijke opvattingen over transitie en transformatie en de daarmee verbonden verwachtingen van jeugdhulpaanbieders, professionals en burgers. Dit document is een verdere uitwerking van het Regionaal beleidskader jeugdhulp Hart van Brabant, , ontwikkeld in 2013 en door de regiogemeenten in het eerste kwartaal van 2014 vastgesteld. Op een aantal onderdelen die in 2014 verdere uitwerking behoefden, zijn nu concrete voorstellen ontwikkeld en beslispunten geformuleerd. Met dit document zetten de gemeenten opnieuw een belangrijke stap in de voorbereiding van de transitie en in het scheppen van de randvoorwaarden om een transformatie van het jeugdstelsel mogelijk te maken. 1 De gemeente Heusden is pas in 2013 actief gaan samenwerken in Hart van Brabant, deze regionale stukken zijn zodoende destijds niet vastgesteld door ons college en onze raad.

2 2 De beslispunten 1. De regiogemeenten Hart van Brabant besluiten tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant zoals opgenomen in bijlage A; 2. De regiogemeenten Hart van Brabant stemmen in met het budgettair kader voor jeugdhulp (deelbegroting 2015 Jeugdhulp Hart van Brabant) zoals opgenomen in bijlage B waarbij a) Kennis wordt genomen van het budgettair kader voor jeugdhulp zoals opgenomen in bijlage B van de deelbegroting; b) ingestemd wordt met een bijdrage ter hoogte van ,00 uit de middelen van de integratie-uitkering ten behoeve van de regionale deelbegroting 2015 Jeugdhulp Hart van Brabant; c) Ingestemd wordt met de beschikbaarstelling van de (verplichte) ouderbijdrage bij residentiële jeugdhulp ten behoeve van de regionale deelbegroting; d) Ingestemd wordt met de uitgangspunten voor de begrotingsopbouw, zoals verwoord in paragraaf 4 van de deelbegroting; e) Ingestemd wordt met het toewijzen van 50% van het innovatiebudget 2015 naar rato aan de deelnemende gemeenten ten behoeve van de doorontwikkeling en innovatie van de frontlijn en het lokale jeugdveld en bij het regionale uitvoeringsplan 2015 nadere spelregels vast te stellen voor de overige 50%; 3. De regiogemeenten Hart van Brabant stellen aanvullend op de reeds vastgestelde beleidsdoelen van het Regionaal beleidskader jeugdhulp Hart van Brabant de volgende beleidsdoelen vast, om de effecten van de lokale inzet op veerkracht en zelfredzaamheid van gezinnen en jeugdigen te kunnen monitoren: a. Meer jeugdigen groeien veilig en gezond op en nemen actief deel aan het sociale, economische en culturele leven; b. De gezinnen zijn meer zelfredzaam en maken gebruik van het sociale netwerk bij het oplossen van opgroei- en opvoedproblemen; c. Gezinnen weten waar ze terecht kunnen voor informatie, advies en ondersteuning; d. Door actieve sociale participatie leveren burgers een bijdrage aan een positief opgroei- en opvoedklimaat; e. Semiprofessionals in de alledaagse leefomgeving van jeugdigen weten waar ze terecht kunnen met zorgen, signalen en meldingen.

3 3 1. Governance BESLISPUNT 1 De regiogemeenten Hart van Brabant besluiten tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant zoals opgenomen in bijlage A. 1.1 Samenwerking regelen De wijziging van de gemeenschappelijke regeling is een uitwerking van het Regionaal beleidskader jeugdhulp, Hart van Brabant, : De gemeenten organiseren hun bestuurlijke samenwerking op basis van de bestaande gemeenschappelijke regeling in het verband van Hart van Brabant. 2 De beleids- en besluitvorming en de verantwoording over de regionale inzet gebeurt conform deze regeling. De gemeenten zorgen voor een aanpassing van de regeling ten behoeve van de nieuwe taken in het jeugdhulpdomein. Deze aanpassing van de regeling gaat vergezeld met de opstelling van een deelovereenkomst, waarin ook bepalingen worden opgenomen over de evaluatie van de bestuurlijke samenwerking op het jeugdhulpdomein en de mogelijkheid tot uittreden. De aanpassing van de regeling en de deelovereenkomst worden in 2014 aan de raden ter vaststelling voorgelegd. In de gewijzigde gemeenschappelijke regeling is opgenomen dat Tilburg als gastheergemeente zorgdraagt voor onder andere de contractering van de regionale jeugdhulp. Deze wijziging is in lijn met het Regionaal beleidskader jeugdhulp, Hart van Brabant, : De gezamenlijke beleidsvoorbereiding en de inkoop van jeugdhulp brengen de gemeenten onder bij gastheergemeente Tilburg, met een waarborg voor de (continuering van) ambtelijke inbreng en betrokkenheid vanuit alle gemeenten in de regio. De gastheergemeente voorziet in de uitvoering van de volgende taken: inkopen van het benodigde aanbod, monitoren van resultaten en effecten, verantwoording, kennisontwikkeling, beleids- en inkoopvoorbereiding en beheer van contracten en de budgetten voor risico s en innovatie. 1.2 Toelichting bij de aangepaste regeling Na een verkennende ronde met de bestuurlijk en ambtelijk vertegenwoordigers van de regiogemeenten Hart van Brabant in februari en maart 2014, is gewerkt aan het opstellen van de wijzigingen van de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant. Dit met het doel om de nieuwe bovenlokale taken in het jeugdhulpdomein uit te kunnen voeren. Bij de uitwerking zijn de volgende activiteiten uitgevoerd: 2 De gemeenteraad van Gilze en Rijen heeft bij de behandeling van het beleidskader op 17 maart 2014 niet ingestemd met het beslispunt dat bij de regeling van de bestuurlijke gemeentelijke samenwerking aansluiting wordt gezocht bij de gemeenschappelijke regeling Hart van Brabant.

4 4 - De raden zijn in het najaar van 2013 geïnformeerd via raadsinformatiebijeenkomsten per gemeente. Bijna alle negen gemeenten hebben daarvan gebruikt gemaakt. Vervolgens heeft er in februari en maart van dit jaar een verkennende ronde per gemeente plaatsgevonden. Op 14 mei jongstleden is een regionale themabijeenkomst georganiseerd over de wijziging van de gemeenschappelijke regeling. - Expertmatige uitwerking van de wijzigingen op de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant. Hierbij is rekening gehouden met de bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) (bijvoorbeeld over bestuurscommissies) en de bestaande gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant; - Bestudering van andere regelingen van Hart van Brabant (Regiotaxi, Leerlingenvervoer, Sociale Recherche, WSW) en benutting van bruikbare elementen en formuleringen; en - Bestudering van regelingen voor de jeugdhulptaken in andere regio s (regio Midden Holland, regio Rijnmond, regio Nijmegen, regio West-Brabant) en benutting van bruikbare elementen en formuleringen; - Verwerking van opmerkingen van diverse experts (onder andere met juridische en financiële expertise) uit de deelnemende gemeenten en van een extern fiscaal expert. Bij de uitwerking en bespreking is geconcludeerd dat er geen technische belemmeringen zijn om de regionale jeugdhulptaken onder te brengen in een aanvulling of wijziging van de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant. Zie bijlage A voor de voorgestelde aanpassingen van de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant. 1.3 Kernpunten van de wijziging Het toevoegen van de jeugdhulptaken In de wijzigingen op de bestaande regeling is de regionale uitvoering van de jeugdhulptaken toegevoegd. Er is gekozen voor een korte en duidelijke formulering, die ook te vinden is in soortgelijke formuleringen van regelingen van andere regio s Het instellen van een bestuurscommissie Jeugd De belangrijkste wijziging is het instellen van een bestuurscommissie Jeugd. De Wgr biedt deze mogelijkheid. Het instellen van een bestuurscommissie Jeugd zorgt ervoor dat de portefeuillehouders Jeugd de (van het Algemeen Bestuur gedelegeerde) verantwoordelijkheid krijgen voor de bestuurlijke aansturing van de uitvoering van de bovenlokale jeugdhulptaken. De meest uitgebreide wijziging in de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant gaat over de omschrijving van de werkwijze en taken van de bestuurscommissie Jeugd. Voorstel is te werken met de volgende stemverhouding. Er wordt uitgegaan van één stem per gemeente en besluitvorming bij meerderheid van stemmen. Ten aanzien van de deelbegroting Jeugd wijzigingen van de deelbegroting en jaarrekening Jeugd wordt een gewogen stemrecht voorgesteld gebaseerd op het aantal inwoners. Hierbij geldt één stem per inwoners of een gedeelte daarvan van de gemeente die door het lid wordt vertegenwoordigd, met dien verstande dat in ieder geval de gastheergemeente en drie andere gemeenten vóór het doen van het voorstel aan het algemeen bestuur moeten hebben gestemd.

5 5 1.4 Het vervolgproces Als gevolg van de wijzigingen in de gemeenschappelijke regeling Hart van Brabant wordt er in de komende periode een uitvoeringsplan voor de regionale jeugdhulp uitgewerkt. De voorbereidingen voor dit eerste uitvoeringsplan zijn gestart en de planning is om dit einde van het jaar te bespreken in de bestuurscommissie. Het uitvoeringsplan biedt de bestuurscommissie de gelegenheid om jaarlijks nadere afspraken te maken over de activiteiten die in een specifiek kalenderjaar worden uitgevoerd rondom jeugdhulp. 2. Budgettair kader BESLISPUNT 2 De regiogemeenten Hart van Brabant nemen kennis van het budgettair kader voor jeugdhulp zoals opgenomen in bijlage B 2.1 Toelichting afspraken inzake het cijfermatig overzicht begroting 2015 A. Uitgangspunt bij het opstellen van de begroting is dat we eerst de lokale taken (komen op 0 uit) dekken vanuit de integratie-uitkering onderdeel jeugd; B. Het restant van de integratie-uitkering Jeugd wordt als voorschot gestort als bijdrage in de regionale begroting; C. Na afloop wordt in principe op basis van werkelijk gebruik afgerekend over 3 jaar, echter met de volgende afspraken: - We hanteren onze principes van verzekeren/verrekenen, conform het vastgestelde beleidskader; Combinatiemodel verzekering / verrekening Dit model is een combinatie van verzekering en verrekening, van solidariteit en profijt. Gemeenten dragen bij op basis van het gemiddeld verwachte zorggebruik; op basis van het gemiddeld historisch gebruik. De verrekening van de werkelijke kosten vindt plaats over een aantal jaren, bijvoorbeeld de contractperiode van vier jaar. Met de schaalgrootte van onze regio en de spreiding van de verrekening over een aantal jaren, vangen we schommelingen voor individuele gemeenten op. Bij minder gebruik daalt de bijdrage van de gemeente. Dit model is alleen mogelijk met een meerjarige contractperiode. Met dit systeem creëren de gemeenten tijd om bij te sturen op hun financiën en om maatregelen te treffen om kosten te beheersen. Dit model geeft individuele gemeenten bovendien een prikkel om met preventie te sturen op een lagere bijdrage aan de (dure) regionale voorzieningen. Voorwaarde voor dit systeem is dat er een duidelijk beeld is van het historische, huidig en toekomstig zorggebruik in combinatie met de risicofactoren per gemeente. Dit wordt als volgt geconcretiseerd: voor het verzekeren van risico's storten alle gemeenten 2% in een risicoreserve. Per jaar wordt het werkelijk zorgverbruik in beeld gebracht per gemeente en afgezet tegen de integratie-uitkering. De tekorten per gemeente worden afgedekt vanuit de collectieve risicoreserve totdat deze de ondergrens van nihil heeft bereikt. Na verrekening risicoreserve vindt de afrekening op basis van werkelijk verbruik plaats. Deze systematiek wordt gedurende een periode van 3 jaar gehanteerd, gerelateerd aan de duur van de integratie-uitkering. - We reserveren 2% voor risico, conform het vastgestelde beleidskader;

6 6 - Gemeenten die een nadeel op de bovenlokale zorgkosten (tekort) hebben kunnen hiervoor de risicoreserve aanspreken; Er is voor hen geen sprake van een verrekening achteraf over dit gedeelte; - Na 3 jaar wordt afgerekend naar werkelijk verbruik conform het beleidskader; - Aanvullend op het beleidskader wordt voor 2015 de systematiek "afrekenen op basis van werkelijk verbruik, na verrekening reserve" ook gehanteerd op de lokale zorgkosten; - Lokaal wordt voor het bepalen van een tekort/overschot alleen gekeken naar de lokale Zorg In Natura (ZIN)- en PGB-kosten; - Regionaal wordt voor het bepalen van een tekort/overschot gekeken naar de totale regionale baten en zorglasten per gemeente; - De regionale en lokale uitvoeringskosten zijn taakstellend voor de bedragen zoals ze nu in de regionale begroting per gemeente staan opgenomen; D. Mochten de ontwikkelingen in de zorguitgaven daartoe aanleiding geven dan kan de risicoreserve van 2% tussentijds worden verhoogd, zodat deze dekkend is voor de tekorten op de zorgkosten bij de diverse gemeenten. Er is hierover het volgende afgesproken: - Voor 2015 ligt de prioriteit op het monitoren; - Er wordt tussentijds gemonitord om te kijken hoe de kosten zich per gemeente ontwikkelen; - Iedere bestuurscommissievergadering wordt de bestuurscommissie geïnformeerd over de monitorresultaten en kunnen zij een voorstel tot verhogen van de risicoreserve voorbereiden en voorleggen aan de desbetreffende raden van de deelnemende gemeenten ter besluitvorming. - Om te bepalen of de risicoreserve wordt verhoogd wordt gekeken naar niet alleen de som van de verwachte tekorten van de diverse gemeenten, maar zeker ook naar de oorzaken; - Voor het jaar 2015 wordt de risicoreserve, middels een voorstel aan de raden zo nodig verhoogd tot een dekkend percentage, zodat deze hoog genoeg is zodat alle gemeenten er uit kunnen trekken wat nodig is om de werkelijke tekorten te kunnen afdekken, waarbij de toekomstige ontwikkeling van het zorgbudget (integratie-uitkering) en de zorguitgaven worden meegenomen. Uitgangspunt is dat de verhoging van de reservering voor risico's past binnen de beschikbare financiële kaders / bandbreedte van de begroting; E. Aan de hand van monitoring moet beeld ontstaan in het financieel perspectief dat ons voorligt. Mocht daaruit blijken dat een onvoorzien scenario hieruit ontstaat dan wordt dit gedeeld met de bestuurscommissie om vervolgens hierop te sturen en wellicht nadere afspraken te maken, aanvullende op het beleidskader. 2.2 Risicoreservering in de aangepaste regeling In de gewijzigde GR is ook een passage opgenomen gericht op de risicoreservering. Hieronder de betreffende passages en een korte toelichting. Lid 8, art 25 Voor het verzekeren van risico's storten alle gemeenten, aan de voorkant op begrotingsbasis, middelen in een risicoreserve tot een in de begroting vastgelegd niveau (begroting 2015 = beleidskader =2% van de integratie-uitkering). Hiermee is direct het plafond van de risicoreserve bereikt. Jaarlijks wordt het saldo van de risicoreserve aangevuld

7 7 tot dit weer vastgestelde bij betreffende begroting vastgestelde maximum. Afgerekend wordt op basis van werkelijk verbruik per gemeente; een eventueel batig saldo (op begroting / rekening) komt aan de gemeente toe waar dat batig saldo is ontstaan en een eventueel nadelig saldo komt, na verrekening van een bijdrage uit de risicoreserve, ten laste van de desbetreffende gemeente. Toelichting: Een batig saldo voor bovenlokale jeugdhulptaken wordt toegevoegd aan de regionale bestemmingsreserve jeugdhulp, met als maximum het percentage dat de deelnemende gemeenten bij begroting toekennen aan de regio voor het opvangen van risico s. Het meerdere wordt uitgekeerd aan de deelnemende gemeenten, naar rato van de werkelijke kosten per gemeente. Lid 9, art 25 Voor het verzekeren van risico's storten alle gemeenten middelen in een risicoreserve (zie boven). De tekorten per gemeente worden afgedekt vanuit de collectieve risicoreserve tot dat deze de ondergrens van nihil heeft bereikt. Na verrekening risicoreserve vindt de afrekening op basis van werkelijk verbruik plaats. Deze systematiek wordt gedurende een periode van 3 jaar gehanteerd, gerelateerd aan de duur van de integratie-uitkering en het Regionale Beleidskader Jeugdhulp Toelichting: Een nadelig saldo voor bovenlokale jeugdhulptaken kan ten laste worden gebracht van de regionale bestemmingsreserve jeugdhulp. Indien deze reserve ontoereikend is, wordt verrekend met de deelnemende gemeenten op basis van werkelijke kosten per individuele gemeente. 2.3 Afspraken voor 2016 en We volgen de uitgangspunten vanuit het beleidskader - Voor 2016 en 2017 hanteren we de systematiek van A+B bij het opstellen van de begroting: - Voor 2016 en 2017 is er in principe alleen de risicoreserve van 2%. Deze is bedoeld om de tekorten van gemeenten op de regionale taken incidenteel af te dekken. - Er wordt afgerekend naar werkelijk verbruik, na verrekening reserve; - Conform het beleidskader wordt 2% gereserveerd voor risico, Iedere bestuurscommissievergadering wordt de bestuurscommissie geïnformeerd over de monitorresultaten en kunnen zij een voorstel tot verhogen van de risicoreserve voorbereiden en voorleggen aan de desbetreffende raden van de deelnemende gemeenten ter besluitvorming 2.4 Tot slot Gemeenten binnen het Hart van Brabant dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor het aankaarten van knelpunten bij het rijk daar waar het gaat om een onevenwichtige verdeling van de rijksmiddelen naar de individuele gemeente in relatie tot de zorguitgaven jeugd. Dit met de intentie dat wordt aangestuurd op een toereikend macrobudget en een evenwichtige verdeling naar gemeenten toe. 3. Beleidsinformatie BESLISPUNT 3 De regiogemeenten Hart van Brabant stellen aanvullend op de reeds vastgestelde beleidsdoelen van het Regionaal beleidskader jeugdhulp Hart van Brabant de

8 8 volgende beleidsdoelen vast, om de effecten van de lokale inzet op veerkracht en zelfredzaamheid van gezinnen en jeugdigen te kunnen monitoren: a. Meer jeugdigen groeien veilig en gezond op en nemen actief deel aan het sociale, economische en culturele leven; b. De gezinnen zijn meer zelfredzaam en maken gebruik van het sociale netwerk bij het oplossen van opgroei- en opvoedproblemen; c. Gezinnen weten waar ze terecht kunnen voor informatie, advies en ondersteuning; d. Door actieve sociale participatie leveren burgers een bijdrage aan een positief opgroeien opvoedklimaat; e. Semiprofessionals in de alledaagse leefomgeving van jeugdigen weten waar ze terecht kunnen met zorgen, signalen en meldingen. 3.1 Kwaliteit lokale basisstructuur en toegang De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de lokale basisstructuur gericht op het vergroten van het zelfoplossend vermogen van de eigen burgers: de (pedagogische) civil society. Ook zijn zij verantwoordelijk voor de inrichting van de lokale frontlijn en toegang binnen de regionaal overeengekomen kaders. De beleidsdoelstellingen zoals geformuleerd in beslispunt 5 zijn aanvullend op de beleidsdoelstellingen zoals geformuleerd in beslispunt 1 van het Regionaal beleidskader jeugdhulp Hart van Brabant, : 1. Gebruikers van het jeugdhulpaanbod zijn tevreden over bejegening en ondersteuning; 2. De aangeboden ondersteuning is passend en effectief (naar professionele maatstaven); 3. Het gebruik van specialistische hulp (behandeling, verblijf) gaat omlaag, ten gunste van lichte vormen van hulp (ambulant, tijdig, effectief); 4. De frontlijn schakelt met inzet van ketenregie aantoonbaar sneller op en af, resulterend in kortere doorlooptijden van het specialistisch aanbod; 5. Minder jeugdigen krijgen een maatregel op last van de kinderrechter, ten gunste van het aantal jeugdigen en gezinnen dat hulp op vrijwillige basis ontvangt; en 6. Professionals in en om het jeugdveld handelen aantoonbaar volgens de Meldcode Kindermishandeling. 3.2 Toelichting lokale beleidsdoelen Omdat er naar verwachting een verband is tussen de kwaliteit van de lokale samenleving en het beroep op jeugdhulp, hebben de regiogemeenten Hart van Brabant afgesproken de lokale prestatie op een vergelijkbare manier in beeld te brengen. Om die reden zijn in de eerste helft van 2014 resultaten en de daarbij passende indicatoren geformuleerd. Ook is de manier bepaald waarop die indicatoren gemeten kunnen worden. De meting van deze doelen levert belangrijke informatie voor de gemeenteraden om sturing aan het nieuwe jeugdbeleid te geven. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een aantal aanvullende beleidsdoelen (zie beslispunt 5), die betrekking hebben op de lokale basisinfrastructuur. De doelen gaan over de veerkracht en zelfredzaamheid van gezinnen en jeugdigen.

9 9 4. Inhoudelijke uitwerking 4.1 Monitoring De monitoring is verder uitgewerkt. In bijlage C zijn de vastgestelde beleidsdoelen (inclusief de aanvullende doelen) verbonden met een set van bijpassende indicatoren. De komende periode zullen deze indicatoren verder worden uitgewerkt in bruikbaar meetinstrumentarium. Dit met het doel om een leercyclus op gang te brengen en het lokale en regionale jeugdstelsel te kunnen monitoren. Binnenkort worden ook een landelijke basisset van gegevens en outcome-criteria vastgesteld. Deze worden meegenomen in de regionale aanpak. Na een eerste 0-meting in het najaar van 2014 worden per indicator prestatieafspraken en richtlijnen bepaald. In het Regionaal beleidskader jeugdhulp Hart van Brabant, is voorgesteld om de GGD Hart van Brabant bij te laten dragen in de voorziening van beleidsinformatie. Dit in afstemming met de uitvoeringsorganisatie die is ondergebracht bij de gastheergemeente. 4.2 Regionale inkoop Er is een tijdelijke volmacht verleend aan de gastheergemeente voor het aangaan van (inkoop)verplichtingen ten behoeve van jeugdhulp binnen de regionaal overeengekomen inhoudelijke en budgettaire kaders. Hierdoor kon er al in augustus gestart worden met het regionale inkoopproces. Na wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling vervalt deze tijdelijke volmacht, en verstrekt het Dagelijks Bestuur Hart van Brabant een volmacht aan de gastheergemeente. 4.3 Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Op 1 januari 2015 moeten gemeenten een Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) ingericht hebben. Dit is het gevolg van de nieuwe Jeugdwet en Wmo die vanaf die datum gelden. Het AMHK is wettelijk verankerd in de Wmo, zodat één wettelijk kader voor alle meldingen van huiselijk geweld en kindermishandeling van toepassing is. Het huidige Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (onderdeel van Bureau Jeugdzorg) en het advies- en steunpunt Huiselijk Geweld (onderdeel van Kompaan De Bocht) zijn nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van de visie op het AMHK. Ook de gemeente in Hart van Brabant zijn hierover geconsulteerd. Deze visie is vertaald in een programma van eisen voor het AMHK. Er is door alle colleges ingestemd met het programma van eisen voor het Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling.

10 10 Bijlage A. GR Regeling Hart van Brabant Zie afzonderlijke bijlagen: A1. Wijzigingsvoorstel Gemeentelijke Regeling Hart van Brabant A2. Concept besluit AB tot instelling bestuurscommissie Jeugd Bijlage B. Budgettair kader Zie afzonderlijke bijlage Hart van Brabant Begroting 2015: Deelbegroting Jeugdhulp

11 Bijlage C. Voorstel monitoring

12