Raadsvoorstel. Gemeenteraad 24 april Kerkdriel, 6 maart Onderwerp Sturing en bekostiging Jeugdzorg en Wmo/AWBZ: lokaal en regionaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Raadsvoorstel. Gemeenteraad 24 april 2014 6. Kerkdriel, 6 maart 2014. Onderwerp Sturing en bekostiging Jeugdzorg en Wmo/AWBZ: lokaal en regionaal"

Transcriptie

1 Raadsvoorstel Gemeenteraad 24 april Kerkdriel, 6 maart 2014 Onderwerp Sturing en bekostiging Jeugdzorg en Wmo/AWBZ: lokaal en regionaal Beslispunten 1. Kennis te nemen van de beschreven lokale ontwikkeling; 2. Voor de investering in de lokale ontwikkeling uit te gaan van 70% van de innovatieruimte binnen de nieuwe jeugdzorgmiddelen en inzet van bestaande budgetten; 3. Voor het regionale beleidskader als volgt te beslissen: a) de jaren 2015 en 2016 uit te gaan van bestaande zorg om continuïteit van zorg te garanderen aan cliënten en aanbieders; b) voor de middellange termijn vanaf 2017 kennis te nemen van de beslispunten en het college opdracht te geven hier binnen de kaders regionaal verder uitvoering aan te geven; c) met ingang van 2015 uit te gaan van regionale solidariteit en hiervoor het college opdracht te geven in de regio afspraken te maken over de voorwaarden waaronder deze solidariteit plaatsvindt; 4. College en portefeuillehouder opdracht te verlenen om ten behoeve van de benoemde producten regionaal en bovenregionaal in te kopen en te contracteren voor het jaar 2015 en 2016; 5. Voor de ontwikkeling op lokaal niveau in 2015 en 2016 subsidierelaties en contracten aan te gaan cq. te bestendigen. Inleiding In de raadsvergadering van 30 januari 2014 is de groeinota jeugdzorg vastgesteld en in de commissie S&F van 25 februari 2014 is een informatiebrief over de Wmo/AWBZ behandeld. Regionaal is nu een vervolgstap gezet door een beleidskader voor de regionale sturing en bekostiging op te leveren. Dit is nodig om vervolgens met de aanbieders de inkoop en de voorwaarden, waaronder deze inkoop plaatsvindt, te gaan regelen. Gelet op de geringe tijd tot 1 januari 2015 zal het inkoopproces vanaf april 2014 gestart moeten worden om dit proces nog op tijd te kunnen afronden. Belangrijkste doelstelling bij de sturing is dat we op termijn de tweedelijnszorg willen verminderen en de 0de en 1ste lijn willen versterken zodat we zoveel mogelijk inwoners kunnen helpen voordat problematiek escaleert of zodat ze zo snel mogelijk in hun eigen omgeving zorg en/of begeleiding kunnen krijgen. De belangrijkste voornemens zijn om op middellange termijn (vanaf 2017) toe te groeien naar: 1) meer zeggenschap van de inwoners en een randvoorwaardelijke rol van de overheid; 2) vermindering van duurdere zorg via vernieuwing en innovatie en investering in de lokale toegang en basisvoorzieningen. LOKALE ONTWIKKELING De versterking van de 0de en de 1ste lijnszorg moet vooral lokaal plaatsvinden. Het college wil hierin sterk investeren de komende jaren door inzet van bestaande budgetten (door het aanbod anders te organiseren) en inzet van innovatiebudget dat beschikbaar komt vanuit het nieuwe jeugdzorg- en Wmo-budget.

2 Doelstellingen Ieder kind groeit gezond en veilig op en krijgt kansen om zich te ontwikkelen tot een waardevol burger, die meedoet in de samenleving en die daaraan een bijdrage levert. Dit betekent inzet op: 1. preventie 2. ontwikkelen van eigen kracht, sociaal netwerk en basisvoorzieningen 3. gebiedsteams om noodzaak van specialistische hulp te voorkomen 4. een goede basis voor specialistische zorg op regionaal niveau. Inwoners krijgen, indien zij dit nodig hebben, een vorm van begeleiding toegewezen die hen in staat stelt: 1. meer regie en eigen verantwoordelijkheid te nemen in de benodigde zorg 2. eerder een beroep te doen op hun eigen netwerk. Voor ondersteuning kunnen inwoners terecht bij het sociale buurtteam en, indien nodig, wordt een indicatie afgegeven voor specialistische zorg. Het regionale beleidskader dat nu voorligt heeft betrekking op een beperkt onderdeel van het nieuwe jeugdstelsel, namelijk het regionale deel. Voor jeugdzorg is dit de regionaal in te kopen specialistische hulp (zie hierboven onder punt 4). Dit is de duurdere zorg die we willen gaan verminderen door te investeren op preventie, ontwikkeling van eigen kracht, sociaal netwerk en de basisvoorzieningen en de gebiedsteams (zie hierboven onder punt 1, 2 en 3). Dit is ook het deel waar de lokale gemeente haar eigen beleid op formuleert en vervolgens sturing aan geeft. Voor de Wmo willen we de begeleiding vooral regionaal inkopen en vervolgens lokaal uitvoering blijven geven aan het eigen gemeentelijk Wmo-beleid. Hieronder geven we aan wat we op korte en middellange termijn lokaal willen bereiken. Korte termijn (2015/2016): Visie en sturing - Doorontwikkeling CJG-team naar gebiedsteams Jeugd en start van sociale buurtteams. De vorming van deze teams wordt in 2014 verder in gang gezet. Op 1 oktober 2013 is een tweejaar durende pilot Buurtzorg Jong gestart in de kern Heerewaarden. - Ontwikkeling van de lokale toegang voor de inwoners via een portaal, bestaande uit gemeentelijk KCC en sectorale teams, zijnde sociale buurtteams en gebiedsteams jeugd. Functies van portaal: informatie en advies, kortdurende ambulante hulpverlening, afhandeling gemeentelijke producten breed, vangnet voor inwoners die niet kunnen terugvallen op hun eigen omgeving, consultatie (sub)regionale expertiseteam, denk aan het SAVE-team van Bureau Jeugdzorg en de Landelijk Werkende Instellingen (LWI's). De bedoeling is dat deze teams in september 2014 operationeel zijn. In de keuzenota jeugd die in juli 2014 ter besluitvorming voorligt, wordt de keuze voor de inrichting van het portaal verder voorgelegd. - De sturing zal op korte termijn bestaan uit opdrachtgeverschap gericht op sturing op hoofdlijnen. De teams zullen moeten werken aan een andere manier van werken en dit vraagt wat van de competenties van de medewerkers. Medewerkers worden geselecteerd op basis van een competentieprofiel en zullen, indien nodig, worden geschoold in de benodigde competenties. Maar de eerste jaren zal er ook intensieve coaching op houding en gedrag binnen het team moeten plaatsvinden. Bekostiging - Investeren en behouden basisvoorzieningen en bestaande subsidierelaties en contractpartners. - De ontwikkeling van buurtteams en gebiedsteams jeugd zal bekostigd worden uit het innovatiebudget in de vorm van projectsubsidies met vooraf omschreven resultaatindicatoren. Het innovatiebudget is daarnaast beschikbaar voor lokale innovatieve projecten. Randvoorwaarden voor deze projecten zijn: samenwerking, versterking 0de- en 1ste lijn, inzet van sociale netwerken. Voor 2014 wordt de start van de sociale buurtteams bekostigd uit het beschikbaar gestelde werkbudget van ,00 en de start van gebiedsteams Jeugd wordt bekostigd uit het bestaande CJG-budget en de pilot Buurtzorg Jong uit het invoeringsbudget Jeugdzorg. Lange termijn (vanaf 2017): - Toewerken naar een integraal wijkteam met eigen budgetverantwoordelijkheid Bekostiging: - Gedacht wordt hierbij deels aan netwerkbekostiging en deels aan wijk- of buurtgerichte bekostiging. Bij netwerkbekostiging ontvangen meerdere instellingen één budget om gezamenlijk de afgesproken opdracht uit te voeren voor een groep inwoners. Bij wijk- of buurtgerichte Pagina 2 van 6

3 bekostiging geeft de gemeente een maatschappelijke opdracht aan diverse aanbieders voor een geografische afgebakende groep inwoners. Innovatiebudget Voor de jeugdzorg en de Wmo wordt rekening gehouden met een innovatiebudget die ingezet wordt om de transformatie bij de burgers, zorgaanbieders en gemeenten te stimuleren. Voor Jeugdzorg is in het Regionaal Transitiearrangement (RTA) rekening gehouden met 14% van het Jeugdzorgbudget voor innovatie. Voor Maasdriel is dit een bedrag van ,00. Insteek is dat 70% ( ,00) van dit budget gebruikt wordt voor lokale initiatieven en 30% ( ,00) wordt ingezet voor innovatieve projecten in de regio. Een voorbeeld hiervan is de SAVE-aanpak die door Bureau Jeugdzorg en de LWI's in 2014 al gestart wordt. Voor de Wmo-middelen wordt momenteel gewerkt aan de budgetverdeling voor Als deze budgetverdeling duidelijk is, wordt ook duidelijk of en hoeveel innovatieruimte er resteert. Zie ook onder kopje financiën. REGIONAAL BELEIDSKADER In de regio is nagedacht over de inzet van verschillende sturingsmodellen, vormen van bekostiging en inkoop. Hiervoor wordt regionaal expertise gezocht en gebruik gemaakt van de ervaring van de huidige financiers (provincie, zorgkantoor en zorgverzekeraars). Gelet op de zorgvormen, het specifieke karakter van de inkoop, de tijdsdruk die er zit op het inkoopproces, wordt dit regionaal in het beleidskader geregeld. In het beleidskader zijn negen beslispunten geformuleerd, die voor een deel op besluitniveau van het college liggen en voor een deel op besluitniveau van de raad. Een overzicht van de beslispunten uit het beleidskader treft u in bijlage 3 aan. Besluitvorming raad (zie beslispunten 1, 3 en 4 van het beleidskader) Uw raad wordt met dit voorstel om een besluit gevraagd om: - voor de korte termijn (2015 én 2016) uit te gaan van bestaande sturing en bekostiging en innovatieve aanpak van zorg en begeleiding (zie beslispunten 1 en 4); - met ingang van 2015 regionale solidariteit uit te spreken voor de inkoop van de producten op regionale en bovenregionale schaal, zoals zijn benoemd in bijlage 2 van het beleidskader. Dit gaat verder dan beslispunt 3) zoals geformuleerd in de nota, aangezien daar (nog) niet gevraagd wordt om regionale solidariteit af te spreken, maar eerst het college de opdracht te geven onderzoek te doen naar een solidariteitsmodel en dit pas in juni 2014 ter besluitvorming aan de raad voor te leggen. Bevoegdheid college (zie beslispunten 2, 5, 6, 7, 8 en 9 van het beleidskader) Het college heeft ingestemd met de beslispunten (te weten 1 en 4) voor zover deze betrekking hebben op de periode 2015/2016 en heeft de kanttekening gemaakt bij de beslispunten (te weten 2, 5, 6 en 9) die betrekking hebben op de middellange termijn vanaf Wij zijn van mening dat met deze beslispunten vooral de gewenste richting aan wordt gegeven, maar dat bij deze beslispunten de kanttekening gemaakt moet worden dat hier rekening moet worden gehouden met de ervaringen die in 2015/2016 nog worden opgedaan. Vanuit de pilots en innovatieve projecten en de andere manier van werken gaan we ontdekken of zelfsturing door de burger op termijn haalbaar is in de mate die nu voorgesteld wordt, namelijk fasegewijs opbouwen tot 80%. De beslispunten met betrekking tot de inkoop (beslispunten 6,7 en 8) worden ter kennisname aan uw raad gebracht. Wel vragen wij u om ons te ondersteunen door uw wensen en bedenkingen kenbaar te maken bij de bespreking van dit voorstel, zodat we deze wensen en bedenkingen kunnen meenemen bij de verdere uitwerking in de regio en de volgende beslisdocumenten, namelijk de keuzenota jeugdzorg en Wmo. Solidariteit op het terrein van jeugdzorg In paragraaf 2.5. van het beleidskader wordt ingegaan op het vraagstuk van regionale solidariteit voor wat betreft de financiële risico's die individuele gemeenten lopen voor de inkoop van duurdere gespecialiseerde (jeugd)zorg en begeleiding. Dit financiële risico kunnen we aanzienlijk verminderen door met ingang van 2015 regionale solidariteit af te spreken met de regiogemeenten en hiervoor wel gezamenlijk afspraken te maken om een prikkel in te bouwen zodat individuele gemeenten investeren in het lokale aanbod en preventie. Als de gemeente niet instemt met deze regionale solidariteit lopen we grote financiële risico's doordat de fluctuaties van duurdere zorg dan lokaal moeten worden opgevangen. Bovendien is er onvoldoende capaciteit en deskundigheid en is het benodigde volume te klein om de inkoop van deze producten als individuele gemeente op te kunnen pakken. Pagina 3 van 6

4 Het college zal met de regiogemeenten de voorwaarden verder uitwerken. Uw raad wordt hierover geïnformeerd. Kernvraag Hoe gaan we gelet op de overheveling van de middelen met ingang van 1 januari 2015 lokaal uitvoering geven op korte en middellange termijn en hoe zorgen we ervoor dat er op een andere manier gewerkt gaat worden aan de versterking van de lokale infrastructuur en vermindering van duurdere gespecialiseerde zorg en begeleiding? Beoogd effect Beleidskader voor sturing, bekostiging en inkoop om hiermee te komen tot vermindering van gespecialiseerde zorg en begeleiding en versterking van lokale infrastructuur met als uiteindelijk doel: inwoners zo snel mogelijk in de (bij voorkeur) eigen leefomgeving acceptabele zorg en begeleiding bieden (= normaliseren). Argumenten 1.1 Lokale investering is nodig om inwoners waar nodig te ondersteunen zodat gespecialiseerde zorg wordt voorkomen of deze zorg zo snel mogelijk kan worden beëindigd en 2016 worden beschouwd als overgangsjaren om zorgcontinuïteit te waarborgen, kennis en expertise te verwerven en ervaring op te doen met een andere manier van werken. De verandering in houding en gedrag voor zowel gemeenten, aanbieders als inwoners (de transformatie) vergt tijd. 2.2 Om duurdere gespecialiseerde zorg te verminderen moet er vanuit de regionale sturing prikkels worden ingebouwd die ervoor zorgen dat tweedelijnszorg niet nodig is of zo snel mogelijk wordt beëindigd. 2.3 Duidelijkheid verschaffen over gewenste regionale solidariteit. Uw raad wordt gevraagd om zich nu al uit te spreken voor regionale solidariteit en aan het college opdracht te geven hierover verdere afspraken te maken. 3.1 Regionaal beleidskader is nodig waarbinnen de (boven)regionale inkoop vorm kan krijgen. Voor de nieuwe taken Jeugdzorg en Wmo/AWBZ is op een aantal afgesproken producten (boven)regionale inkoop en dus een regionaal kader nodig. 4.1/5.1 Tijdsdruk is hoog om contracten begin oktober 2014 te kunnen afsluiten. De grootste zorgaanbieders zijn tot nu toe op hoofdlijnen geïnformeerd over hun budget Voor jeugdzorg in het Regionaal Transitiearrangement Jeugd en voor Wmo in gesprekken met deze aanbieders. Begin oktober 2014 en, waar kan nog eerder, moet contractering voor 2015/2016 rond zijn zodat de aanbieders hun eigen organisatie verder kunnen voorbereiden. Kanttekeningen A. Algemeen Het beleidskader is onder grote tijdsdruk opgeleverd, waardoor de ambtelijke en bestuurlijke voorbereiding ook onder tijdsdruk heeft plaatsgevonden. Gelet op het feit dat we steeds spreken over een groeimodel is ervoor gekozen om bij de beslispunten over de middellange termijn een kanttekening te maken, zodat er op basis van de opgedane ervaring in 2015 en 2016 gekeken kan worden of het gewenste sturingsmodel van 'zelfsturing door de burger" haalbaar is. Dit sturingsmodel vraagt een andere houding van burgers en andere werkwijze van aanbieders én gemeenten en deze verandering (transformatie) vraagt tijd. B. Relatie met Maasdriel Niet van toepassing Pagina 4 van 6

5 Bedrijfsvoering Financieel In overleg met financiën wordt momenteel gewerkt aan een werkbegroting Jeugdzorg en Wmo voor Jeugdzorg Randvoorwaarden: - Nieuwe budget Jeugdzorg/Wmo 2015 is leidend; - Het Rijk heeft een garantie van 95% gegeven voor het Jeugdzorgbudget; - Voor Jeugdzorg gelden de afspraken zoals zijn overeengekomen in het Regionaal Transitiearrangement Jeugd en de bestuurlijke afspraken met Bureau Jeugdzorg en de Landelijke Werkende Instellingen (LWI's); - Daar waar, vooruitlopend op de transitie, financiële afspraken worden gemaakt, gebeurt dit onder voorbehoud van vaststelling van de gemeentebegroting 2015; De afspraken vanuit het Regionaal Transitiearrangement Jeugd voor 2015 geven het volgende beeld op basis van de zorgkosten binnen Maasdriel in Berekening zorgcontinuïteit jeugd op basis van Verdeling in % zorgkosten Zorgkosten voor bezuiniging ,0% Aftrek decentralisatiekorting ,5% Uitvoeringskosten gemeenten ,0% Innovatiebudget ,5% Zorgcontinuïteit bestaande aanbieders ,0% In het raadsvoorstel wordt voorgesteld om 70% van de innovatieruimte (zijnde 70% van ,00= ,00) van de nieuwe jeugdzorgmiddelen lokaal in te gaan zetten. Dit is ambtelijk medegedeeld aan de regiogemeenten. In de groeinota jeugdzorg hebben we in onze lokale paragraaf al wel aangegeven dat we vooral op lokaal niveau gaan investeren. Wmo/AWBZ Voor de Wmo-middelen wordt bij de oplevering van de werkbegroting 2015 duidelijk of en hoeveel innovatieruimte er resteert. Er is nog steeds geen duidelijkheid over de hoogte van het Wmo-budget. Dit komt pas in de meicirculaire Verder is er sprake van 25% korting van het over te hevelen rijksbudget. Personeel en organisatie Niet van toepassing Communicatie Op 6 februari 2014 zijn de regionale zorgaanbieders door de regionale projectleider op hoofdlijnen bijgepraat over de regionale sturing en bekostiging. Op 7 februari 2014 deden we ditzelfde voor een vertegenwoordiging van de lokale Wmo- en participatieraden. Dit raadsvoorstel en het beleidskader zijn op 11 maart 2014 voor reactie voorgelegd aan de participatieraad van de gemeente Maasdriel. Gelet op de tijdsdruk waarbinnen dit voorstel en het beleidskader is opgeleverd, heeft de participatieraad geen reactie kunnen geven aan het college voorafgaand aan de behandeling van dit voorstel in de commissie S&F van 8 april Het beleidskader is op 5 maart in de programmaraad zelfredzaam besproken en toen is afgesproken om dit beleidskader aan de afzonderlijke gemeenteraden ter besluitvorming voor te leggen. Juridische zaken Regionaal is een juridische afvaardiging van de regiogemeenten gevraagd hun advies te geven over de regionale nota. Dit advies wordt betrokken bij de verdere uitvoering van het beleidkader. Pagina 5 van 6

6 Evaluatie Met de behandeling van dit raadsvoorstel en het regionale beleidskader is er een volgende processtap genomen in de voorbereiding op de transities. Het volgende beslisdocument zal de keuzenota Jeugdzorg en Wmo zijn. Voor het overzicht van de beslismomenten tot nu toe en in de nabije toekomst verwijzen wij u naar bijlage 4. Burgemeester en wethouders van Maasdriel, de secretaris, de burgemeester, mr. ing. A.P.J.M. de Jong drs. G.E.W. Prick Bijlage(n) : 1. Raadsbesluit Op website Team Steller Portefeuillehouder 2. Beleidskader Sturing, Bekostiging en Inkoop transities Jeugdzorg en AWBZ/Wmo regio Rivierenland, 3. Overzicht beslispunten beleidskader 4.Tijdsbalk beslismomenten sociaal domein : Samenleving : Gabriëlle van der Zalm : J.J.T.M. Leijdekkers Pagina 6 van 6