Onderwijsraad. Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB.
|
|
- Melissa van den Brink
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad Aan de minister van onderwijs en wetenschappen, dr. ir. J.M.M. Ritzen, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Nassaulaan JS 's-gravenhage Telefoon Telefax Ons kenmerk Uw kenmerk OR/ /S WJZ / december 1993 HLP/CR Onderwerp 's-gravenhage, 24 februari 1994 Ontwerp-Besluit houdende vaststelling van het Besluit vormingswerk voor jeugdigen (1994). Bij bovenvermelde brief verzoekt u de Onderwijsraad advies over het ontwerp-besluit houdende vaststelling van het Besluit vormingswerk voor jeugdigen (1994) uit te brengen. De Raad heeft kennis genomen van de commentaren van een aantal artikel 3-organisaties. Na behandeling in de Afdelingen secundair onderwijs (algemeen voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs) en kwartair onderwijs bericht hij u het volgende. Algemeen. Het ontwerp-besluit dat is gebaseerd op de artikelen 61, 62 en 63 van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en in de plaats komt van het Besluit vormingswerk voor jeugdigen (Stb. 1970, 357) beoogt uitwerking te geven aan de beleidsvoornemens ter zake van de herpositionering van het vormingswerk verwoord in de Uitwerkingsnotitie Vormingswerk (TK 1991/92, 22300, VIII, nr. 51) mede in relatie tot de Beleidsnotitie "Een goed voorbereide start" (TK II 1992/93, ). Alvorens in te gaan op het ontwerp-besluit als zodanig stelt de Raad het positief te achten dat ernaar gestreefd wordt het vormingswerk een perspectief te geven op een duidelijke positionering en een krachtige verankering binnen het stelsel van onderwijsvoorzieningen. De nieuwe hoofdfunctie van het vormingswerk wordt het verrichten van de educatieve en randvoorwaardelijke activiteiten die nodig zijn om zwakke en risicogroepen met een problematische schoolloopbaan in het opleidingstraject te krijgen of te houden en met succes te laten doorlopen. Centraal staat daarbij volgens de nota van toelichting Vermeld bij beantwoording van een brief kenmerk en datum
2 (biz. 2) het uitzicht op "de startkwalificatie voor allen". Prioritair als doelgroep zijn volgens de nota jongeren die zonder afgeronde doorstroomkwalificatie de eerste fase van het voortgezet onderwijs verlaten. Dat een ieder in de gelegenheid gesteld moet worden een primaire startkwalificatie te verwerven heeft de Raad in eerder uitgebrachte adviezen reeds onderschreven. De Raad is er voorstander van het vormingswerk conform het ontwerp-besluit te laten samenwerken met secundair beroepsonderwijs en met voorbereidend beroepsonderwijs (v.b.o.) en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (m.a.v.o.), maar ook contacten te laten onderhouden met de scholen voor v.w.o. en h.a.v.o. waaruit eveneens jongeren (dreigen) uit(te)vallen. Daardoor wordt zijns inziens de kans vergroot dat jongeren de startkwalificatie kunnen behalen met meer mogelijkheden om zich voldoende evenwichtig te ontplooien zodat zij ook later in hun leven de veranderingen in de arbeidswereld en de rest van de maatschappij goed kunnen beoordelen. Zodoende wordt ook het verwerven van een maatschappelijke positie en economische zelfstandigheid dichterbij gebracht. De in het ontwerp-besluit opgenomen functies die daarbij aan het vormingswerk worden toegedacht ondersteunt de Raad. Hij acht het wel van belang dat tijdens het onderwijstraject dat leidt tot een startkwalificatie, jongeren de samenhang tussen de (toekomstige) beroepswereld en hun eigen ontplooiing leren zien. Het vormingswerk kan in dit traject een belangrijke rol vervullen. De Raad wijst erop dat de nota van toelichting bij het ontwerp-besluit echter te absoluut stelt dat het vormingswerk er zonder meer voor kan zorgen dat alle deelnemers in de prioritaire doelgroep zo worden toegerust dat ze "zo snel mogelijk kunnen doorstromen naar het beroepskwalificerend onderdeel van het traject" (blz. 2). Feit is - onder meer tot uitdrukking gebracht in de Kabinetsnotitie "Een goed voorbereide start" - dat er altijd jongeren blijven die om wat voor reden dan ook niet in staat zijn een primaire startkwalificatie te verwerven. Maatregelen als de invoering van de assistentopleiding in het secundair beroepsonderwijs, de aanvullende programma's (zie de ontwerp-wet educatie en beroepsonderwijs) en de "beperkt kwalificerende trajecten op aangepast niveau" (blz. 4 nota van toelichting) komen aan deze problematiek slechts voor een deel tegemoet. Verder is er een groep die ook deze opleidingen niet tot een goed einde wil brengen. Zij bestaat uit jongeren die alleen aanspreekbaar zijn buiten schoolverband. De Raad meent dat deze kwetsbare jongeren ook recht hebben op aandacht en begeleiding, waarbij het sociale aspect voorop staat, opdat zij hun draai in de samenleving leren vinden. Ook maatschappelijk is het van groot belang dat deze jongeren niet buiten de boot vallen. Daarbij staat niet zonder meer de terugkeer van deze jongeren naar de school centraal, want dan staan zij voor dezelfde dilemma's die er de oorzaak van waren dat zij het reguliere onderwijs verlieten. Deze
3 jongeren hebben vaak een sterk wantrouwen in de school en alles wat daarmee samenhangt. Het vormingswerk kan hun het houvast bieden dat zij in het onderwijs missen. De Raad zou hen willen rekenen tot de "vormingswerk-specifieke" doelgroep, waarvoor zijns inziens vooral het vormingswerkzoveel mogelijk in samenwerking met andere institutieszich dient in te zetten. De nota van toelichting ontkent het bestaan hiervan. De Raad meent dat het uitvaardigen van het ontwerp-besluit niet voorkomt dat scholen leerlingen afstoten c.q. dat leerlingen tussentijds scholen de rug toekeren zonder startkwalificatie. Voor deze jongeren dient een aangepaste vorm van "eindonderwijs" in stand te blijven. De Raad meent dat in artikel 4 van het besluit hiertoe een derde soort activiteit dient te worden opgenomen, gericht op de harde kern voortijdige schoolverlaters, waarvoor activiteiten genoemd onder de punten a. en b. niet toereikend zijn. Planning en spreiding Op basis van een door u nog vast te stellen herschikkingsplan ex artikel 68 wordt een "gefixeerd instellingenbestand" (blz. 13 nota van toelichting) bereikt. De artikelen 22 juncto 76 voeren het RBA-gebied op als vestigingsplaats van een vormingsinstituut en daarmee ook als criterium voor de spreiding van het vormingswerk. Dit criterium is voor zover de Raad bekend niet eerder in overleg aan de orde gekomen. Dit oogt merkwaardig vanuit het gegeven dat het vormingswerk nieuwe stijl (al dan niet in zelfstandige instellingen) moet functioneren als voorziening complementair aan het beroepsonderwijs. Als het beroepsonderwijs niet is gespreid volgens het RBA-criterium, waarom het vormingswerk dan wel? Een andere kanttekening van de Raad hierbij is dat het hanteren van dit criterium in denominatieve zin problemen zal oproepen. Dit klemt te meer, aangezien het nieuwe vormingswerk zich gezien de taken binnen het m.a.v.o. en v.b.o. in sterkere mate dan voorheen richt op leerplichtigen. Als u het RBA-criterium wilt handhaven, dan pleit de Raad voor "poreuze" grenzen van elk RBA-gebied, zodat regionaal beter kan worden samengewerkt. Voor de kleinere richtingen zal volledige vrijheid moeten gelden. De overgangsbepaling van artikel 76 is wat dit aangaat volstrekt ontoereikend. Naar aanleiding van dit artikel wijst de Raad de daaruit voortvloeiende ongelijke behandeling van zelfstandige vormingsinstituten ten opzichte van een instituut deel uitmakend van een scholengemeenschap m.b.o./ b.b.o. van de hand. De vormingsinstellingen kunnen ervoor kiezen om deel uit te maken van een instelling voor beroepsonderwijs dan wel om zelfstandig te blijven, al dan niet na fusie. In de laatste situatie zal een samenwerkingsverband moeten worden aangegaan met een instelling voor beroepsonderwijs. Slechts ongeveer tien instellingen lijken geheel zelfstandig te kunnen voortbestaan.
4 Geredeneerd vanuit de beschreven problematieken van het beroepsonderwijs en de in de Uitwerkingsnotitie en het Ontwerp-besluit geformuleerde doelstellingen zou naar het oordeel van de Raad iedere instelling voor secundair beroepsonderwijs moeten kunnen beschikken over de expertise van het vormingswerk. Kan er per instelling voor beroepsonderwijs echter inderdaad gezorgd worden voor de aanwezigheid van vormingswerk? Bij de realisering van de plannen voor de eerste fase zijn zeker duizend scholen voor voortgezet onderwijs betrokken op straks hooguit een tiental zelfstandige en een vijftig in fusieverband opgegane vormingswerkinstellingen. Zij krijgen daarmee een wel zeer omvangrijke taak en zullen veel leerlingen moeten bedienen. Uit artikel 28, eerste lid, volgt dat aanspraak op bekostiging van nieuwe instituten alleen mogelijk is door wijziging van het (nieuwe) besluit. De Raad is van oordeel dat deze regeling een wel zeer zware procedure vormt. In feite betekent het dat er in de toekomst geen nieuwe vormingswerkvoorzieningen bovenop het voornoemde "gefixeerde instellingenbestand" zullen komen. Het staat te bezien welke gevolgen dit heeft voor het beleid gericht op het terugdringen van voortijdig schoolverlaten. Intensivering van de aanpak van het voortijdig schoolverlaten en verschuiving naar de meer preventieve taakstelling in de eerste fase, met een groot aantal instellingen, leiden volgens de Raad tot een groter beroep op het vormingswerk waaraan niet altijd kan worden voldaan. Hij vraagt zich bovendien af wie de kosten draagt voor het reizen van en naar de vormingsinstituten bij verdergaande schaalvergroting waarbij hij tevens vreest voor het ontbreken van de motivatie van bepaalde groepen daartoe. De Raad is vervolgens van mening dat in de nota van toelichting nader dient te worden ingegaan op de achtergronden van het criterium "dat niet langer behoefte bestaat aan een instituut" dat wordt gehanteerd in het kader van de voorgenomen beëindiging van de bekostiging van een instituut (art. 29). Het is de Raad overigens opgevallen dat hem wel advies wordt gevraagd in verband met deze (voorgenomen) beëindiging van de bekostiging (art. 29), maar niet bij de aanvang daarvan (art. 28) en evenmin over het ontwerp-herschikkingsplan (art. 68). Nu deze herschikking blijkens de nota van toelichting (blz. 7) analoog aan eerdere operaties plaats heeft (zie de verwijzing naar SVM-wet, WCBO en VAVO-wet), waarbij advisering door de Raad in de regelgeving verankerd is, verwacht hij dat in dit geval, zeker gezien de aspecten van vrijheid van richting die hierbij een rol zullen spelen, zijn advies wordt ingewonnen. Bekostiging Op het macrobudget zal tot 1996 een stapsgewijze korting worden toegepast (nota van toelichting bij artikel 71). Daar komt bij de fixatie van het budget van het vormingswerk op
5 het niveau zoals vermeld in de meerjarenraming bij de Onderwijsbegroting Het verruimen van de taken en werkgebieden van het vormingswerk brengt volgens de Raad bij het op hetzelfde niveau houden en zelfs verminderen van de (autonome) bekostiging grote financiële risico's voor de instellingen met zich mee. Voor de onderwijsinstellingen betekent een en ander dat zij behalve de huidige werkzaamheden de samenwerking, de verandering en de uitbreiding van taken dienen te financieren uit een budget dat jaarlijks een neerwaartse lijn zal vertonen. De doelgroep van het vormingswerk nieuwe stijl is divers, haar omvang is onbekend en de toekomstige inzet van het extra hulpaanbod op macroniveau niet geheel te overzien. De Raad wijst in dit verband erop dat het in artikel 7, eerste lid sub a, genoemde criterium "jeugdigen... ten aanzien van wie gegronde vrees bestaat..." zeer moeilijk c.q. in feite niet is te operationaliseren. Verder mag verwacht worden dat de deelnemersgroep bij de voorgestelde verschuiving van de curatieve naar de meer preventieve benadering - mede gelet op de in de Uitwerkingsnotitie geschetste vergroting van het bereik als opdracht aan het beroepsonderwijs - zal toenemen. Daarnaast wijst de Raad erop dat pas indien het voorkomen van voortijdig schoolverlaten een eis van deugdelijkheid/kwaliteit van het onderwijs is die in de wet is vastgelegd, bekostigen van het onderwijs afhankelijk kan worden gesteld van gedetailleerde voorschriften ter zake. Zolang dat niet het geval is kan een school voor wat betreft het voorkomen van voortijdig schoolverlaten niet worden afgerekend op rendement. Wat de in artikel 37 beschreven budgetfactor als bekostigingsgrondslag betreft zullen bij ministeriële regeling ingevolge artikel 42 nadere regels worden gesteld. Indien deze nadere regels opgesteld worden overeenkomstig bij voorbeeld het Formatiebesluit dagscholen m.b.o. dan zal de budgetfactor -in tegenstelling tot het op het volume van 1992/93 voortaan gefixeerde bekostigingsbedrag- weer wel afhankelijk zijn van geraamde èn werkelijke deelnemersaantallen. Het begrip "werkelijke deelnemer" in artikel 40 moet overigens nader worden gedefinieerd. Personeel Artikel 13 bepaalt dat de leden van de directie te rekenen zijn tot het ondersteunend en beheerspersoneel. In voorkomende gevallen (nota van toelichting: "in beginsel niet") kunnen alle leden van de centrale directie (behalve de voorzitter) worden belast met leraarstaken. Hier lopen door elkaar formationele, rechtspositionele, benoembaar- en bekwaamheidsvereisten voor leraren en voor ondersteunend en beheerspersoneel. Er zal naar het oordeel van de Raad een keuze moeten worden gemaakt tussen volledige vrijstelling van de onderwijsgevende taak hetgeen benoeming als lid van de centrale directie in de zin van het nieuwe artikel 13,
6 eerste lid onder b, mogelijk maakt, dan wel benoeming overeenkomstig het vigerende artikel 17 waarbij het bevoegd gezag een leraar kan benoemen tot lid van de centrale directie. In dat geval dient het derde lid van artikel 13 te worden aangepast. Betekent het niet-overnemen van het tweede lid van artikel 22a van het vigerende Besluit vormingswerk in artikel 20 dat het bevoegd gezag niet meer kan besluiten dat ten laste van de inkomsten die zijn verworven in het kader van contractactiviteiten, in verband met die activiteiten aan het vormingsinstituut meer personeel wordt verbonden dan door het Rijk wordt vergoed? Dit zou volgens de Raad de autonomie van de instellingen niet ten goede komen. Landelijke organisaties vormingswerk Reeds de Uitwerkingsnotitie maakte duidelijk dat een deel van de taken van de landelijke organisaties zou worden overgenomen door de Procescoördinatie BVE. Uit de nota van toelichting bij het ontwerp-besluit (p. 7) blijkt dat de landelijke organisaties in samenwerking met deze procescoördinatie jaarlijks een ontwikkelingsplan opstellen. Onder verantwoordelijkheid van de procescoördinatie dienen zij tevens een bijdrage aan de landelijke voortgangsrapportage vormingswerk te leveren. Verder moeten de beide landelijke organisaties een plan van inzet opstellen (blz. 8 nota van toelichting). De Raad wijst erop dat de taken van de landelijke organen structureel van karakter zijn, terwijl de procescoördinatie een per definitie tijdelijke rol is toebedeeld. Hij meent dat dit in de regelgeving tot uitdrukking moet komen. Vervolgens acht hij fundering van deze taken van de landelijke organisaties in het besluit zelf noodzakelijk. De vraag rijst bovendien waarom het opstellen van een jaarverslag wel en dat van een ontwikkelingsplan niet in het besluit wordt voorgeschreven. Ten slotte De Raad schaart zich achter het voorstel van de gezamenlijke besturenorganisaties om in (de nota van toelichting op) het nieuwe besluit aan te geven dat de bepalingen van het besluit zullen worden opgenomen in het nieuwe wettelijke kader voor het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. In een bijlage bij dit advies geeft de Raad nog enig redactioneel commentaar. Namens de Onderwijsraad, (prof. drs-'j.m.g. Leune, voorzitter), (mr. drs. H.J.M. Hoefnagel, algemeen secretaris).
7 BIJLAGE Redactionele opmerkingen. Artikel 1 Onder k. j 1. is "beroepsonderwijs" omschreven als opleidingen cursorisch beroepsonderwijs en m.b.o. Mede gelet op artikel 101 van de Aanwijzingen voor de regelgeving lijkt het gebruik van "of" hier meer op zijn plaats. Artikel 3, derde lid Uit dit lid wordt niet duidelijk welk belang niet mag worden geschaad: de activiteiten bedoeld in het eerste en het tweede lid of het belang van het instituut zelf. Indien analoog aan artikel 54, tweede lid, de woorden "aan het instituut" worden weggelaten wordt aangegeven dat het gaat om de activiteiten bedoeld in het eerste en het tweede lid. (Zie ook de redactie van artikel 2a in het vigerend Besluit vormingswerk). Artikel 10 De aanduiding "binnen zes weken" kan, afhankelijk van de de vraag op welke dag een week begint of eindigt, anders worden uitgelegd dan het begrip "binnen tweeënveertig dagen". Verder is het begrip "belanghebbende" ruimer dan de gelimiteerde opsomming in het eerste lid van dit artikel. De oorspronkelijke tekst laat weinig ruimte voor interpretatieverschillen. Deze heeft dan ook de voorkeur van de Raad. Artikel 13, vierde lid Bij het vierde lid van dit artikel vraagt de Raad zich af of de verwijzing naar artikel 37a, vijfde lid, WVO niet moet worden gewijzigd in artikel 37a, zesde lid, WVO. Artikel 15 derde lid Wat betreft sub b kan interpretatieverschil ontstaan bij het hanteren van de aanduiding "binnen die periode". Heeft dit betrekking op "een periode, langer dan twee jaar" of op de in sub a bedoelde periode van "ten hoogste twee jaar" door het gebruik van het voegwoord "en"? Het voegwoord "en" tussen sub a en b kan of worden weggelaten of worden vervangen door "of", afhankelijk van de intentie. Artikel 18 De verwijzing naar artikel 39b WVO moet volgens de Raad gewijzigd worden in artikel 39c. Ook de nota van toelichting bij de artikelen 18 en 19 behoeft wat dit betreft bijstelling. Artikelen 38 i 41 Artikel 38 zou kunnen vervallen indien in artikel 41 mede wordt verwezen naar het eerste lid van het daar al aangehaalde artikel 76a WVO.
8 Artikel 72 Het gegeven hebben van onderwijs "aan een vormingsinstituut" (onderdeel a) is beperkter dan onderwijs hebben gegeven "in het vormingswerk voor jeugdigen" (onderdeel b.). De Raad vraagt zich af, of voor onderdeel b bewust een ruimere formulering is gekozen en waarom niet voor onderdeel a een vergelijkbare formulering wordt gebruikt. Als de formulering in b ruimer is bedoeld dan spreekt het voor zich dat deze niet ook in onderdeel a wordt gebruikt. Artikel 73 De Raad vermoedt dat in dit artikel niet moet worden verwezen naar artikel 39, eerste lid, maar naar artikel 45, tweede lid en dat de verwijzing naar artikel 94 WVO moet worden gewijzigd in artikel 96o.
Advies niet-ambtelijke adviescommissie
Advies niet-ambtelijke adviescommissie Onderwijsraad Nassaulaan 6 Aan de minister van onderwijs en 2514JS 's-gravenhage wetenschappen, Telefoon 070-3637955 dr. ir. J.M.M. Ritzen, Telefax070-3561474 Postbus
Nadere informatieEXAMENBESLUIT HAVO/VWO
EXAMENBESLUIT HAVO/VWO De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad). De Raad adviseert, gevraagd en ongevraagd, over hoofdlijnen van
Nadere informatieOnderwijsraad. Aan de minister van onderwijs. 2700 LZ Zoetermeer. Tel. 070-6379 55. vy/eb d.d. 2k november 1988
Onderwijsraad Aan de minister van onderwijs en vetenschappen, Nassaulaanß Postbus 25000, 2514 JS 's-gravenhage 2700 LZ Zoetermeer. Tel. 070-6379 55 Ons kenmerk Uw kenmerk, _ 's-gravenhage,2 H JAN, laöa
Nadere informatieOnderwijsraad. Advies niet-ambtelijke adviescommissie
Advies niet-ambtelijke adviescommissie Onderwijsraad De Minister van Onderwijs en Wetenschappen, dr. ir. J.M.M. Ritzen, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage Telefoon 070-3637955
Nadere informatiede staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen, drs. G. van Leijenhorst, Postbus 25OOO, 27OO LZ Zoetermeer. Formatiebesluit IS0VS0
Akmeniiiiicni AP\ Advies niet-ambteiijke adviescomnissi«onderwijsraad W0B, S. GRAVENHAGE, -6 FEB.if985 Nassaulaan ó O.R. UI/99897 LO 2514 JS 's-gravonhage L L.. Tel. 070-63 79 55 Bericht op het schrijven
Nadere informatieONDERWIJSRAAD. - 6 FEB. i985 AAN WOB. Advies niet-arr.bteiijke adviescommissie
ONDERWIJSRAAD O* UI/100189 LO Bericht op het schrijven van 26 oktober 1984, WJZ.5738/227 1 B; ingekomen 1 november 1984. Betreffende: Ontwerp-Onderwijskundig besluit ISOVSO. Advies niet-arr.bteiijke adviescommissie
Nadere informatieUw kenmerk VO/A d.d. 27 augustus 1996
Advies niet-arnbïelijke adviescommissie WOB. Aan de staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, mevrouw T. Netelenbos, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Onderwijsraad Nassaulaan 6 2514 JS
Nadere informatieNota Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs
Nota Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen Zoetermeer, 1991 Samenvatting. In de hier gepresenteerde nota over de tweede fase v.o. worden de hoofdlijnen
Nadere informatieRMC EN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN
RMC EN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN Iedere jongere tussen de 12 en 23 jaar die het onderwijs verlaat zonder een startkwalificatie wordt aangemerkt als een Voortijdige Schoolverlater.
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 29438 16 oktober 2014 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 10 oktober 2014, nr. MBO/673823,
Nadere informatieUw kenmerk. BVE/B , d.d. 21 maart 1997
WOB. Onderwijst Nassaulaan 6 de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen dr ir J.M.M. Ritzen Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer 2514 JS Den Haag Telefoon (070) 363 79 55 Fax (070) 356 14 74 E-mail
Nadere informatieONTWERP-UITVOERINGSBESLUIT INTERIMWET ZIJ-INSTROOM LERAREN PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
ONTWERP-UITVOERINGSBESLUIT INTERIMWET ZIJ-INSTROOM LERAREN PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad).
Nadere informatieAdvies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad
ÜT? R>2 3 Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad Aan de minister van onderwijs en wetenschappen, de heer drs. W.J. Deetman, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage
Nadere informatieRegeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000
OCenW-Regelingen Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen Bestemd voor: landelijke organen en de Vereniging Colo Algemeen verbindend voorschrift Datum: 14 augustus Kenmerk: BVE/B/-29879
Nadere informatieUw kenmerk BVE/BI d.d. 8 januari 1992
Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Aan de minister van onderwijs en wetenschappen, de heer dr. ir. J.M.M. Ritzen, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Onderwijsraad Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 347 Besluit van 16 juni 1995 tot wijziging van het Bekostigingsbesluit WBO/OWBO, het Bekostigingsbesluit ISOVSO/OISOVSO, het Bekostigingsbesluit
Nadere informatieAdvies fiicl-ömbtelijke adviescommissi WOB. Uw kenmerk WJZ 93093646/3665 d.d. 6 december 1993
Advies fiicl-ömbtelijke adviescommissi WOB. Aan de Minister van Onderwijs en Wetenschappen, dr. ir. J.M.M. Ritzen, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer Onderwijsraad Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage Telefoon
Nadere informatieAdvies nîet-ambtelijke adviescommissie WOB.
Advies nîet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad N
Nadere informatievolwassenen onderwij s
gemeente Eindhoven Dienst Maatsthappelijte en Culturele Zaten Raadsbij lage nummer t 22 inboeknummer 98VOO3094 Beslisdatum BLW s3 juni t 998 Dossiernummer Ss6.mor Raadsbijlage Voorstel inzake Tij delij
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 032 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs ter vereenvoudiging van de wettelijke regels over de sectorvakken bij het onderwijs in
Nadere informatieAdvies niet-ambtelijke adviescommissie. Uw kenmerk VO/VH/PV d.d. 15 december 1989
Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad Aan de staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen, drs. J. Wallage, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage
Nadere informatieAdvies niet-ambtelijke adviescommissie ONDERWIJSRAAD WOB.,. eravenhage, t 2 Sfp. 19fl6
Advies niet-ambtelijke adviescommissie ONDERWIJSRAAD WOB.,. eravenhage, t 2 Sfp. 19fl6 Nassaulaan 6 2514 JS 0 -R */877 S-II ' S - Gravenha 9e, L.. Tel. 070-63 79 55 Bericht op het schrijven van 7 juli
Nadere informatieWETSVOORSTEL OVERGANGS- REGELING KOSTEN A.B.B. BIJ VERZELFSTANDIGING OPENBAAR ONDERWIJS
WETSVOORSTEL OVERGANGS- REGELING KOSTEN A.B.B. BIJ VERZELFSTANDIGING OPENBAAR ONDERWIJS De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad).
Nadere informatieCONVENANT VSV 2012-2015 (naam regio)
CONVENANT VSV 2012-2015 (naam regio) Convenant tussen de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de RMCcontactgemeente van de RMC-regio ( ) en onderstaande onderwijsinstellingen inzake het terugdringen
Nadere informatieDe minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen dr. ir. J.M.M. Ritzen Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer. 21 januari 1998.
Nassaulaan 6 2514 JS Den Haag Telefoon (070) 363 79 55 De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen dr. ir. J.M.M. Ritzen Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Fax (070) 356 14 74 E-mail secretariaat@onderwijsraad.nl
Nadere informatieOnderwijsraad. i.a.a. de minister van landbouw, natuurbeheer en visserij.
Onderwijsraad Advies niei-ambteiiike adviescommissie WOB. Aan de minister van onderwijs Nassaulaan 6 2514JS 's-gravenhage en wetenschappen, Telefoon 070-3637955 dr. ir. J.M.M. Ritzen, Telefax070-3561474
Nadere informatieRegeling tegemoetkoming invoeringskosten gratis lesmateriaal
Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Regeling tegemoetkoming invoeringskosten gratis lesmateriaal Bestemd voor scholen voor
Nadere informatieAdvies niet-ambtelijke adviescommii-,.. WOB.
Advies niet-ambtelijke adviescommii-,.. WOB. Onderwijsraad Aan de staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen, mevrouw drs. N.J. Ginjaar-Maas, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Nassaulaan 6 2514JS
Nadere informatieVerordening overleg Lokaal Educatief Beleid voor 0-27 jarigen
CVDR Officiële uitgave van Heerlen. Nr. CVDR6434_1 12 juli 2016 Verordening overleg Lokaal Educatief Beleid voor 0-27 jarigen HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN ARTIKEL 1 Begripsbepalingen In deze verordening
Nadere informatieMINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2005/30013 (3764) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet
Nadere informatieBesluit van tot wijziging van het Besluit experimenten flexibel hoger onderwijs houdende de verlenging van het experiment educatieve module
Besluit van tot wijziging van het Besluit experimenten flexibel hoger onderwijs houdende de verlenging van het experiment educatieve module Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en
Nadere informatieONDERWIJSRAAD WC*,. GRAVE NHAGE. 26 SEP. 1986
AcJvles niet-ambtelijke adviescommissie ONDERWIJSRAAD WC*,. GRAVE NHAGE. 26 SEP. 1986 Nasiaulaan 6 O-R-/793 S-15 C-ï) 2514 JS 't-gravenhage Bericht op het schrijven van 23 juni 1986, VO/AL/BE- 615.502:
Nadere informatieOp de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van xxx, nr. WJZ/ xxx, directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Besluit van houdende deskundigheideisen aan gastouders in de kinderopvang (Besluit deskundigheidseisen gastouders kinderopvang) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Nadere informatieONDERWIJSRAAD WOB. VGRAVENHA G E, 23 APR. 1987
Advies niet-ambtelijke adviescommissie ONDERWIJSRAAD WOB. VGRAVENHA G E, 23 APR. 1987 O.R. 4/152 K Natsaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage Tel. 070-63 79 55 Bericht op het schrijven van 26 januari 1987, WJZ
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 506 Besluit van 5 oktober 2012 tot wijziging van het Formatiebesluit W.V.O. in verband met het budgetteren van de bekostiging van leerwegondersteunend
Nadere informatieBeleidsregel scholen voor voortgezet onderwijs met een licentie van de Stichting Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport
Beleidsregel Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Beleidsregel scholen voor voortgezet onderwijs met een licentie van de Stichting Landelijk Overleg Onderwijs
Nadere informatie- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
- 1 - Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 augustus 2012, nr. JOZ/378065, houdende regels voor het verstrekken van aanvullende bekostiging ten behoeve van het stimuleren
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2003 Nr. 127 BRIEF
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20418 Wijziging van de Wet op het hoger beroepsonderwijs (Stb. 1986, 289) betreffende een aantal bepalingen ten aanzien van nascholing Nr. 3 MEMORIE
Nadere informatieRaad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,
Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Middelbaar beroepsonderwijs
Nadere informatieProvinciale Staten van Noord-Holland
Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 37 Haarlem, 15 mei 2001 Onderwerp: Advies Plan van scholen voort gezet onderwijs 2002-2004 Bijlagen: 2 Inleiding De laatste jaren adviseren de provincies
Nadere informatieBesluit van tot wijziging van onder meer het Besluit samenwerking VO-BVE inzake verruiming van uitbestedingsmogelijkheden naar het vavo
Besluit van tot wijziging van onder meer het Besluit samenwerking VO-BVE inzake verruiming van uitbestedingsmogelijkheden naar het vavo Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 892 Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met samenwerking tussen onbekostigd
Nadere informatieVerordening overleg lokaal onderwijsbeleid Zaltbommel 2012. Algemene informatie. Gegevens van de regeling. Overige informatie
Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid Zaltbommel 2012 Algemene informatie Gegevens van de regeling Bestuursorgaan dat regeling vaststelde Gemeenteraad van Zaltbommel d.d. 13 september 2012 Officiële
Nadere informatiehet project "Informatie- en communicatietechnologie (ICT) in het onderwijs" in 2002
Accountantsdienst OCenW Servicegroep Cultuur en Apparaatskosten Bredewater 8 Postadres Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079) 323 31 55 Telefax (079) 323 39 20 Rapport over het project "Informatie-
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 67074 29 november 2018 Beleidsregel van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 21 november 2018,
Nadere informatieAdvies niet-ambtelijke adviescommissie* WOB. Nassaulaan 6 De minister van landbouw, 2514 JS 's-gravenhage natuurbeheer en visserij, ? e 0 n?n «f?j?
Advies niet-ambtelijke adviescommissie* WOB. Onderwijsraad Nassaulaan 6 De minister van landbouw, 2514 JS 's-gravenhage natuurbeheer en visserij,? e 0 n?n «f?j?f ir. G.J.M. Braks, Telefax070-3561474 Postbus
Nadere informatieBESLUITNOTA. Sluitende aanpak jongeren naar startkwalificatie en werk. Regio Hoogezand-Sappemeer, Haren en Slochteren
BESLUITNOTA Sluitende aanpak jongeren naar startkwalificatie en werk Regio Hoogezand-Sappemeer, Haren en Slochteren Aan : Bestuurlijk overleg: gemeenten Hoogezand-Sappemeer, Haren en Slochteren provincie
Nadere informatieRegeling modellen diploma s v.w.o.-h.a.v.o.-v.m.b.o.
Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Regeling modellen diploma s v.w.o.- h.a.v.o.-v.m.b.o. Bestemd voor scholen voor voortgezet
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1987-1988 19790 Sectorvorming en vernieuwing in het middelbare beroepsonderwijs Nr. 24 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN Aan de
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 060 Wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het herstel van enkele wetstechnische gebreken (Reparatiewet OCW 2015) Nr. 3 MEMORIE
Nadere informatieniet-ambtelijke adviescommissie 's-gravenhage, Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage Tel. 070-63 79 55
ONDERWIJSRAAD J' O.R. /634 Alg Bericht op het schrijven van mei 1987; DGVO/VB-14.425. Betreffende: Concept-plan van scholen 1988-1990..Vves Z ^ t c* /
Nadere informatieARTIKEL I WIJZIGING VAN DE WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS
Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met het vervangen van de verplichte maatschappelijke stage door een facultatief programmaonderdeel VOORSTEL VAN WET Allen, die deze zullen zien
Nadere informatieEERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17
EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering
Nadere informatieDit is een initiatief tot het doen van een wetsvoorstel ter toevoeging van de volgende wetsregels:
Initiatief Wetsvoorstel inzake examinering in groepsverband Dit is een initiatief tot het doen van een wetsvoorstel ter toevoeging van de volgende wetsregels: Wet tot regeling van het voortgezet onderwijs:
Nadere informatieEINDEXAMENBESLUIT MAVO/VBO
EINDEXAMENBESLUIT MAVO/VBO De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad). De Raad adviseert, gevraagd en ongevraagd, over hoofdlijnen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 Rijksbegroting voor het jaar 1989 20 800 Hoofdstuk VIII Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen Nr. 77 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS EN
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1
RMC-wet 2001 636 Wet van 6 december 2001 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering van de verplichting
Nadere informatieBijlage I bij notulen Afd. 2B. Advies niet-ambteiijke adviescommissie. Nassaulaan JS 's-gravenhage Tel
ONDERWIJSRAAD OR - 2B/1006 S Bericht op het schrijven van Bijlage I bij notulen 1987-5 Afd. 2B Advies niet-ambteiijke adviescommissie WOB. ongedateerd, VO/BO/MBO 2-732674; ingekomen 10 februari 1987. model-examenregeling
Nadere informatie3. Voor de relevante bepalingen wordt verwezen naar bijlage 1.
Besluit Kenmerk: 614897/631256 Betreft: Toestemming voor de publiek-private samenwerking tussen stichting TV-Meierij en Mooi Rooi B.V. en in dat kader uitwisselen van informatie en content A. Verloop van
Nadere informatieAdvies n.et-ambt<#* adviestotumiss» WOB. 's-gravenhage, Nassaulaan JS 's-gravenhage Tel
ONDERWIJSRAAD O.R. /978 S Bericht op het schrijven van 3 januari 1987, WJZ 8363/3174 + letreffeinde: Voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op het leerlingwezen
Nadere informatieOnderwijsraad. Regeling lump sum en decentralisatie rechtspositieregeling v.w.o.-a.v.o.- v.b.o. Advies r.iet-ambtelijke adviescommissie WOB.
Advies r.iet-ambtelijke adviescommissie WOB. De Minister van Onderwijs en Wetenschappen, dr. ir. J.M.M. Ritzen, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Onderwijsraad Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage Telefoon
Nadere informatieOplegvel Collegebesluit
Oplegvel Collegebesluit Onderwerp Beleid Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) 2013 en 2014 Portefeuille J. Nieuwenburg Auteur Mevr. J. van der Meer Telefoon 5115091 E-mail: jmeer@haarlem.nl SZ/JOS Reg.nr.2012/486546
Nadere informatieMinisterie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Mw. M. Bussemaker Dhr. S. Dekker Postbus BJ 'S-GRAVENHAGE (070) BAOZW/U
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Mw. M. Bussemaker Dhr. S. Dekker Postbus 16375 2500 BJ 'S-GRAVENHAGE doorkiesnummer (070) 373 83 93 betreft Beleid jongeren zonder startkwalificatie uw kenmerk
Nadere informatieVerordening overleg lokaal onderwijsbeleid
De raad van de gemeente Waalwijk; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 oktober 1999; gelet op de bepalingen over het op overeenstemming gericht overleg in de Wet op het primair onderwijs,
Nadere informatieBeantwoording vragen Tweede Kamer bij rapport Financiering onderwijs vernieuwingen voortgezet onderwijs 1990-2007 (30 november 2007)
Algemene Rekenkamer Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070-3424344 BEZORGEN F 070-3424130 De Voorzitter van de Tweede Kamer E voorljchting@rekenkamer.ni der Staten-Generaal w www.rekenkamer.ni
Nadere informatieAdvies niet-ambtelijke adviesçomm^iç WOB.
Advies niet-ambtelijke adviesçomm^iç oz.b*> WOB. Onderwijsraad Aan de staatssecretaris van onderwijs Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage en wetenschappen, Tel. 070-63 79 55 mevrouw drs. N.J. Ginjaar-Maas,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 206 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15445 6 oktober 2010 Beleidsregel van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 september 2010,
Nadere informatieAdvies niet-ambtelijke adviescommissie WOB.
Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Aan de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen dr. ir. J.M.M. Ritzen Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Onderwijsraad Nassaulaan 6 2514 JS Den Haag Telefoon
Nadere informatieOntwerp-Experimentenwet onderwijs. Zijne Excellentie de staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen, Nieuwe Uitleg 1, 's-gravenhage.
ONDE RWIJS RAAD SECRETARIAAT: BEZUIDENHOUTSEWEG 125 S-GRAVENHAGE TEL. 070-83 61 94 f* jo^s/u^-*,. O^f 4 oktober 1968 Bericht op schrijven dd. 3 juli 1968, D.G.O. 940. Betreft: D/AB Ontwerp-Experimentenwet
Nadere informatieTOETSINGSKADER INNOVATIEPLANNEN LERARENOPLEIDINGEN HB0 1999-2004
TOETSINGSKADER INNOVATIEPLANNEN LERARENOPLEIDINGEN HB0 1999-2004 De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad). De Raad adviseert,
Nadere informatieAanpassing regels over toezicht ter bestrijding van illegaal verblijf na grensoverschrijding
Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. F. Teeven Postbus 20301 3500 EH Den Haag Mr. D.J. de Jong 06 4684 0910 15 mei 2014 ACVZ/ADV/2014/009 Aanpassing regels over toezicht ter bestrijding
Nadere informatieAlgemeen verbindend voorschrift
OCenW-Regelingen Aanpassing landelijk gemiddelde personeelslastbedragen van de opslagpercentages Bestemd voor: c scholen voor vwo, havo, mavo en vbo (inclusief afdelingen leerwegondersteunend onderwijs
Nadere informatieTijdelijke regeling aanvullende bekostiging in verband met arbeidsmarktknelpunten voortgezet onderwijs 2006
Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Tijdelijke regeling aanvullende bekostiging in verband met arbeidsmarktknelpunten voortgezet
Nadere informatieDe Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Besluit:
Regeling van de Minister van Sociale Zaken van 14 juli 2009,, tot wijziging van het Ontslagbesluit betreffende verruiming van de mogelijkheid tot afwijking van het afspiegelingsbeginsel De Minister van
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 31 977 Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het opnemen van een gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de jeugdketen Nr. 9 DERDE
Nadere informatieNo.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011
... No.W06.11.0108/III 's-gravenhage, 21 april 2011 Bij Kabinetsmissive van 8 april 2011, no.11.000859, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering van
Nadere informatieDatum 7 oktober 2014 Beantwoording vragen lid Van Dijk over mbo-leerlingen die geweigerd worden op ROC's (2014Z16664)
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag.. Middelbaar Beroeps Onderwijs IPC 2150 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375
Nadere informatieVreemdelingenzaken. Adviescommissie voor. Postbus EH DEN HAAG. 24 november 2014 ACVZ/ADV/20 14/017
Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG aan Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heet mr. F. Teeven contactpersoon doorkiesnummer datum ons kenmerk uw kenmerk bijlage(n) onderwerp Postadres Postbus 20301
Nadere informatieKenmerk: / Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008
Besluit Kenmerk: 664766/664970 Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008 Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende het verzoek door Sapphire
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 460 Besluit van 6 november 2013, houdende intrekking van diverse besluiten in verband met volledige decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden
Nadere informatieOverdracht bekostiging ontoereikend budget sbo- en so scholen en grensverkeer
Overdracht bekostiging ontoereikend budget sbo- en so scholen en grensverkeer Resume In de wet op Passend Onderwijs is opgenomen dat de samenwerkingsverbanden verantwoordelijk zijn voor de overdracht van
Nadere informatieINTENTIEVERKLARING. De Vereniging voor Christelijk Onderwijs Groningen. De Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs Hoogkerk,
INTENTIEVERKLARING De Vereniging voor Christelijk Onderwijs Groningen en De Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs Hoogkerk, verder te noemen: de besturen, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd, overwegende
Nadere informatieR e c t i f i c a t i e Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs
voor visueel gehandicapte OCenW-Regelingen Bestemd voor: scholen voor vwo, havo, mavo, vbo en praktijkonderwijs; agrarisch opleidingencentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs
Nadere informatieNo.W /1 's-gravenhage, 29 september 2016
Raad vanstate AFSCHRIFT No.W05.16.01 65/1 's-gravenhage, 29 september 2016 Bij Kabinetsmissive van 30 juni 2016, no.201 6001160, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 022 Wijziging van diverse wetten op het terrein van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in verband met het aanbrengen van enkele
Nadere informatieDe Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van (datum), nr. WJZ/2005/5406 (3802), tot vaststelling van de Regeling onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging VO De
Nadere informatieINRICHTINGSBESLUIT MAVO/VBO
INRICHTINGSBESLUIT MAVO/VBO De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad). De Raad adviseert, gevraagd en ongevraagd, over hoofdlijnen
Nadere informatieArtikel I Artikel 15 van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:
Besluit van... houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000, het Besluit studiefinanciering 2000 en het Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in verband met
Nadere informatieGEMEENTEBLAD. Vastgestelde beleidsregels Scholingsverplichting jongeren tot 27 jaar in relatie tot de WWB 2013
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zoeterwoude Publicatiedatum: 10-02-2014 Nummer gemeenteblad: 0026 Vastgestelde beleidsregels Scholingsverplichting jongeren tot 27 jaar in relatie tot de
Nadere informatieARTIKEL XII ADVIESCOMMISSIE TOELATING EN BEGELEIDING
ARTIKEL XII ADVIESCOMMISSIE TOELATING EN BEGELEIDING 1. Ten behoeve van een goede invoering van leerlinggebonden financiering stelt Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voor de periode
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 555 Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs met het oog op afschaffing van de einddatum voor indiening van aanvragen tot
Nadere informatieen leerlingenvervoer
Wat willen we bereiken? Omschrijving/Definitie: Hier wordt onder verstaan: 1. zorgdragen voor vervoer van leerlingen met een beperking; 2. bevorderen onderwijs voor leerlingen met beperkingen; 3. bevorderen
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 260 Besluit van 4 juni 1997, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet in verband met invoering kwalificatiestructuur
Nadere informatieLO/9112925/HB/PA 10 januari 1992 d.d. 28 november 1991
Advies niet-arnbteiijke adviescommissie WOB. Aan de minister van landbouw, natuurbeheer en visserij, Postbus 204 01, 2500 EK 's-gravenhage Onderwijsraad Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage Telefoon 070-3637955
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35803 20 december 2013 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 december 2013, nr. FEZ/579396
Nadere informatieONDERWIJSRAAD <,. G RAVENHAGE, 2 2 OKT. 1986
A3vks niet-ambtelijke adviescommissie ONDERWIJSRAAD
Nadere informatieWat is een plusvoorziening? Wat is de plusvoorziening in RMC-regio 36b?
Wat is een plusvoorziening? Een plusvoorziening is een combinatieprogramma van zorg en hulpverlening, onderwijs en (indien nodig) arbeidstoeleiding, waarbij een duidelijke structuur voor en verbondenheid
Nadere informatieDit advies, gedateerd 29 september 2016, No.W /I, bied ik U hierbij aan.
Nr. WJZ/1079461(6593) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet inzake wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet
Nadere informatie