Wie is dat? thema. Hoe heet jij? Ik weet het niet! Beatriz. Marco. Hallo, ik heet Jürgen. Dag mevrouw. Dag meneer. Hoi! Ik heet Bushra. En jij?
|
|
- Emma Mertens
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 thema 1 Ik weet het niet! 1 Hoe heet jij? Beatriz Hoe heet jij? Ik heet Jürgen. Dag meneer. Dag mevrouw. Hallo, ik heet Jürgen. Hoi! Ik heet Bushra. En jij? Jürgen, dit is Lei San. Leuk met je kennis te maken. Ben jij? Pardon? Wat zeg je? Ben jij? Nee, ik ben Jürgen. Dit is. zeven 7
2 1 2 Uit welk land kom jij? Ik kom uit China. En jij? Ik kom uit Italië. Uit welk land kom jij Bushra? Uit Irak. Waar kom jij vandaan? Ik kom uit Irak. Uit Irak. of: En jij? Uit welk land kom jij? Ik kom uit Irak. Uit Irak. En jij? 3 Welke taal spreek jij? Welke taal spreek jij? Ik spreek Chinees, Engels en een beetje Nederlands. Engels Spaans Welke taal spreek jij? Ik spreek Frans. Frans. En jij? Chinees Welke talen spreek jij? Ik spreek Arabisch en Frans. Arabisch en Frans. En jij? 8 acht
3 3.1 Onderstreep de talen die je hoort. voorbeeld: Engels Frans Nederlands 1 Nederlands 2 Chinees 3 Turks Albanees Russisch Frans Portugees Frans Duits Engels Engels Irakees Chinees Arabisch Spaans 3.2 Trek een lijn tussen de naam van de cursist en de taal die hij / zij spreekt. voorbeeld: Lei San Engels a Jürgen b c Lei San d Beatriz e Abdel 1 Arabisch 2 Chinees 3 Italiaans 4 Duits 5 Spaans 4 Waar woon jij? Den Haag Rotterdam Waar woon jij? Ik woon in Amsterdam. In Amsterdam. En jij? In welke straat woon jij? Ik woon in de Kerkstraat. Ik woon aan de Zeeweg. Amsterdam Utrecht En jij? negen 9
4 Situatie Een vrouw en een man gaan naar de Nederlandse les. Ze zitten allebei in de klas van Karin. Opdracht Omcirkel ( ) het juiste antwoord. AWat zegt de vrouw? 1 Ik heet a Lei San b Beatriz c Bushra 2 Ik kom uit a Hongarije b Italië c Spanje 3 Ik spreek a Nederlands b Spaans en Engels c Spaans, Engels en Nederlands BWat zegt de man? 4 Ik heet a Youri b Jürgen c Jeroen 5 Ik kom uit a Rusland b Nederland c Duitsland 6 Ik spreek a Duits b Nederlands c Duits en Nederlands C Hoe gaan de man en de vrouw naar de les? 7 Ik ga a op de fiets naar de les. b lopend c met de bus 8 Ik ga a op de fiets naar de les. b lopend c met de bus 10 tien
5 5.2 Interview vier cursisten uit de klas. Schrijf een kort antwoord op. Beatriz Nederlands Amsterdam Den Haag Spaans Rotterdam Utrecht naam land taal woonplaats vervoermiddel Italië Italiaans Amsterdam lopend Maak vijf zinnen. Maak hierbij gebruik van het schema uit 5.2. voorbeeld: spreekt Italiaans. Dat klopt! komt uit China. Dat klopt niet! Ik kom uit Italië heet komt spreekt woont gaat... naar de les. De informatie is juist. Dat klopt! De informatie is niet juist / onjuist. Dat klopt niet! elf 11
6 1 Hoe ga jij (je)* naar de les? Met de trein. Lopend. Met de bus. Met de tram. Op de fiets. Met de auto. Dat is. Uit welk land komt hij? Hij komt uit Italië. Welke taal spreekt hij? Hij spreekt Italiaans. Waar woont hij? Hij woont in Amsterdam. de man Hoe gaat hij naar de les? Hij gaat lopend naar de les. Hoe heet zij**? Zij heet Lei San. Uit welk land komt ze**? Ze komt uit China. Welke talen spreekt ze? Ze spreekt Chinees en Engels. Waar woont ze? Ze woont in Amsterdam. de vrouw Hoe gaat ze naar de les? Ze gaat met de bus naar de les. * Jij is de beklemtoonde vorm en je is de onbeklemtoonde vorm. ** Zij is de beklemtoonde vorm en ze is de onbeklemtoonde vorm. 12 twaalf
7 6 Ben jij getrouwd? Ben jij getrouwd? Ja, ik ben getrouwd. Nee, ik ben niet getrouwd. Nee, ik ben gescheiden. Nee, ik woon samen met mijn vriend / vriendin. de jongen Heb jij kinderen? Ja, ik heb kinderen. Nee, ik heb geen kinderen. de zoon het meisje Hoeveel kinderen heb je? Ik heb een (1) kind, een zoon / een jongen een dochter / een meisje. de dochter Ik heb vier (4) kinderen, twee (2) zoons / jongens en twee (2) dochters / meisjes. 6.1 Zijn ze getrouwd? Luister naar de cd en zet een x in de juiste kolom. Hebben ze kinderen? Luister nog een keer naar de cd en zet het getal 1, 2, 3 in de juiste kolom. Abdel Emine Beatriz Raquel Bushra getrouwd gescheiden samenwonend kinderen zoon(s) dochter(s) dertien 13
8 1 6.2 Spreekoefening. AStel jezelf voor. B Interview vier cursisten uit de klas. naam getrouwd? kinderen? zoon(s)? dochter(s)? Jürgen ja ja Is Lei San getrouwd? Met wie? Ja, zij is getrouwd. Met Jos. Is getrouwd? Nee, hij is gescheiden. Heeft Lei San kinderen? Hoeveel? Ja, zij heeft kinderen. Twee. Heeft kinderen? Ja, hij heeft een kind, een zoon. 14 veertien
9 7 Hoe lang woon jij (al) in Nederland? 1 dag 7 dagen = 1 week weken = ongeveer 1 maand maanden = 1 jaar jaar 2 jaar 3 jaar Hoe lang woon jij (al) in Nederland? Ik woon drie (3) maanden in Nederland. Ik woon al twee (2) jaar in Nederland. Nog maar zes (6) weken. En jij? 2 jaar k = al twee jaar v 2 weken = nog maar twee weken Ken je alle vragen nog? Beatriz Nederlands Spaans Utrecht Rotterdam Nederland Amsterdam Den Haag een (1) jaar zes (6) weken vijftien 15
10 1 8 Wie ben jij? 8.1 Vul je persoonlijke gegevens in. IN BLOKLETTERS A.U.B. Naam en voornaam:... Land:... Getrouwd alleenstaand gescheiden samenwonend weduwe / weduwnaar (*) Kinderen: ja nee (*)... zoon(s)... dochter(s) Talen:... Periode in Nederland:... (*) Omcirkel wat van toepassing is. 8.2 Bekijk de persoonlijke gegevens van een medecursist en stel hem / haar aan een andere cursist voor. voorbeeld: Dit / dat is Hij / zij 16 zestien
11 8.3 Leesoefening. A Gisteren kreeg je dit in je brievenbus. Wie heeft deze brief geschreven?... Hallo, Ik heet Lawrence Ona en ik woon in Leeuwarden in een klein appartement. Ik kom uit Sierra Leone. Dat ligt in Afrika. Ik heb in Moskou scheikunde gestudeerd en ik heb daar tien jaar gewoond. Mijn vrouw Svetlana komt uit Moskou. Wij hebben twee zoons. Ik wilde terug naar Sierra Leone maar daar was het oorlog. Dus ben ik naar Nederland gekomen. Ik woon hier nu twee jaar en ik werk in een zuivelfabriek. Ik spreek Engels, Russisch en nu ook Nederlands. Mijn vrouw komt volgende maand naar Nederland met de kinderen. Dan zijn we opnieuw samen. Schrijf me alsjeblieft terug en vertel iets over jezelf. Groetjes, Lawrence B Lees de brief opnieuw en omcirkel het juiste antwoord. 1 Lawrence komt a uit Nederland buit Sierra Leone c uit Rusland 2 Lawrence woont a in Leeuwarden b in Afrika c in Moskou 3 Lawrence is a niet getrouwd b getrouwd c gescheiden 4 Hoe heet de vrouw van Lawrence?... 5 Lawrence heeft a geen kinderen b een kind c twee kinderen zeventien 17
12 1 6 Lawrence woont a tien jaar in Nederland btwee jaar in Nederland 7 De vrouw van Lawrence woont a in Leeuwarden b in Moskou 8.4 Schrijf een brief aan Lawrence en stel jezelf voor. Gebruik je persoonlijke gegevens uit oefening 8.1 (p. 16). Beste Lawrence, Bedankt voor je brief. Ik... Groetjes, achttien
13 Wat kan ik? A Welke vragen stelt een journalist van een krant aan een van de cursisten van Karin?... jij? Ja. Uit jij,? Uit Italië.... Karin een goede docente? Ja.... Nederlands moeilijk? Ja.... je getrouwd? Nee, ik ben gescheiden.... je kinderen? Ja, een zoon.... je een foto van je zoon? Ja, kijk, dit is mijn zoon hij? Giovanni.... hij ook in Nederland? Nee, in Italië, bij zijn moeder jij? In Amsterdam.... cursisten zitten er in de klas? Negen.... Karin Nederlands in de klas? Ja, altijd.... talen... jij? Italiaans en een beetje Nederlands. Karin... een goede docente. Je... al goed Nederlands. Bedankt voor het interview en nog veel succes met de cursus Nederlands. Tot ziens! negentien 19
14 1 B Hoe reageren zij? Dag Karin, met Nick. Hoe gaat het?...!...? 9.00 uur Goede...! Dit is Lei San!...!... Beatriz!... morgen! uur Goede...! uur Goede...!......! 20 twintig
15 C Onder de pijl staat een zin (Let op! ij = 1 letter) x in Amsterdam. 2 Lei San...twee kinderen. 3 heeft een...., een zoon. 4 Ik...een kind. 5 Beatriz...Spaans. 6 Nederland is een woon jij? In Nijmegen. 8 Nee,ik heb...kinderen. 9 Heb jij...? Ja,twee zoons Beatriz getrouwd? Ja, met Elfer. 11 Nee, ik ben... getrouwd. 12 Hoe gaat het?...! 13 is niet meer getrouwd. Hij is Hoe...jij? Lei San. 15 Beatriz is een vrouw. is een Hoe...het? Uitstekend dagen = twee Uit...land komt hij? 19...je getrouwd? Nee,ik woon samen. 20 Hoe... woont Jürgen in Nederland? Drie maanden. 21 Hoe ga.. naar de les? Met de bus. 22 Waar woon jij?.. woon in Maastricht. eenentwintig 21
16 1 Woordenschat de vrouw de vrouwen de maand de maanden de fiets de fietsen de trein de treinen de brief de brieven de man de mannen de bus de bussen de cursus de cursussen de naam de namen de taal de talen de school de scholen de week de weken de vraag de vragen de straat de straten de dochter de dochters Let op: de zoon de zoons / dezonen de jongen de jongens de tram de trams de auto de auto s het land de landen het antwoord de antwoorden het meisje de meisjes het kind de kinderen het jaar de jaren Let op: Ik woon al twee (2) jaar in Nederland. 22 tweeëntwintig
17 Grammatica ik heet jij (je)* heet hij, zij (ze)** heet woon woont woont kom komt komt spreek spreekt spreekt schrijf schrijft schrijft luister naar luistert naar luistert naar lees leest leest ik ben jij (je)* bent hij, zij (ze)** is heb hebt heeft ga gaat gaat * Jij is de beklemtoonde vorm van het persoonlijk voornaamwoord en je is de onbeklemtoonde vorm. Als het persoonlijk voornaamwoord achter het werkwoord staat, vervalt de uitgang -t: woon jij? (zie grammatica-overzicht p. 199). ** Zij is de beklemtoonde vorm van het persoonlijk voornaamwoord en ze is de onbeklemtoonde vorm. Woordenboek heten wonen komen spreken schrijven luisteren (naar) lezen zijn hebben gaan drieëntwintig 23
18 1 Grammatica Vraagwoorden Antwoord Hoe heet jij? Christina. Hoe heet je zoon? Matthijs. Hoe ga je naar de les? Met de auto. Hoe gaat naar de les? Lopend. Hoeveel talen spreek jij? Vijf. Hoeveel talen spreekt Lawrence? Drie. Hoeveel kinderen heeft? Eén. Waar woon jij? In Amersfoort. Waar komt hij vandaan? Uit Spanje. Hoe lang woon je in Nederland? Al tien jaar. Hoe lang woont Brad in Nederland? Nog maar vijf maanden. Uit welk land kom je? Uit Frankrijk. Uit welk land komt Raquel? Uit Colombia. Welke taal / talen spreek jij (je)? Frans en Nederlands. Welke taal / talen spreekt Lei San? Engels en Frans. Ja / nee-vragen Antwoord Ben je getrouwd? Is getrouwd? Is hij gescheiden? Ja. Nee. Heb je kinderen? Heeft Lei San kinderen? Heeft zij (ze) een auto? Woon je in Amsterdam? Woont Jürgen in Amsterdam? Woont hij al lang in Nederland? Spreek jij Nederlands? Spreekt Beatriz Nederlands? Spreekt zij (ze) Chinees? 24 vierentwintig
19 ZELFEVALUATIE Dit kan ik! Zet een X in het vakje ( ) als je het kunt. 1 ik kan vragen hoe het met iemand gaat Hoe gaat het ermee? Hoe is het met jou? 2 ik kan zeggen hoe het met me gaat Goed. Het gaat wel. Niet zo goed. Slecht. 3 ik kan een man begroeten Dag meneer! Dag meneer! Goedemorgen / goedemiddag / goedenavond! 4 ik kan een vrouw begroeten Dag mevrouw! Dag mevrouw! Goedemorgen / goedemiddag / goedenavond! 5 ik kan een bekende begroeten Hallo, dag, hoi! Hallo, dag! Goedemorgen / goedemiddag / goedenavond! 6 ik kan afscheid nemen Dag! Tot! 7 ik kan vragen om iets te herhalen Pardon? Wat zeg je? 8 ik kan mezelf voorstellen Ik heet Ik ben Ik kom uit Ik spreek Ik woon in Ik woon al / nog maar in Nederland. Ik ben (niet) getrouwd. Ik heb (geen) kinderen. 9 ik kan iemand voorstellen Dit is Dat is vijfentwintig 25
20 1 10 ik kan reageren als iemand een persoon voorstelt Prettig met je kennis te maken! 11 ik kan vragen stellen aan iemand (persoonlijke gegevens) Hoe heet jij (je)? Uit welk land kom jij (je)? Welke taal (talen) spreek jij (je)? Waar woon jij (je)? Hoe lang woon je (al) in Nederland? Hoe ga je naar de les? Ben je getrouwd? Heb je kinderen? 12 ik kan informatie vragen over een man of een vrouw (persoonlijke gegevens) Hoe heet hij / zij (ze)? Welke taal (talen) spreekt hij / zij (ze)? Uit welk land komt hij / zij (ze)? Waar woont hij / zij (ze)? Hoe lang woont hij / zij (ze) (al) in Nederland? Hoe gaat hij / zij (ze) naar de les? Is hij / zij (ze) getrouwd? Heeft hij / zij (ze) kinderen? 13 ik kan informatie op zijn juistheid beoordelen Dat klopt! Dat klopt niet! 14 ik kan zeggen dat ik iets niet weet Ik weet het niet! 26 zesentwintig
Inhoudsopgave. Luisterteksten en instructies bij de oefen-cd 201. Grammaticaoverzicht 233. Correctiesymbolen schrijfvaardigheid 269.
Inhoudsopgave Thema 1 Wie is dat? 7 Thema 2 Hoe spel je dat? 33 Thema 3 Hoeveel? 47 Thema 4 Hoe laat is het? 55 Thema 5 Wanneer ben jij jarig? 67 Thema 6 Wanneer zijn de winkels open? 75 Thema 7 Kun je
Nadere informatie6 Ben jij getrouwd? 6 Ben jij getrouwd? 6.1 luisteroefening (cd) 6.2 spreekoefening a zichzelf voorstellen
thema 1 Spreekvaardigheid - informatie geven en vragen over persoonlijke gegevens Schrijfvaardigheid - persoonlijke gegevens invullen - een kort briefje schrijven Leesvaardigheid - persoonlijke gegevens
Nadere informatieDag! kennismaken. Ik ben Eric.
Vocabulaire Oefening 1 Woordweb Dag! Waar kom je vandaan? groeten Goedemorgen! de ontmoeting Hoe heet je? kennismaken Hoi! mensen Hallo! Ik ben Eric. nieuw Ik kom uit Engeland. Hallo, ik ben Mila. Ik ben
Nadere informatieLes 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas
Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Leraar: Dag Jef. Jef: Dag mevrouw. Hoe gaat het met u? Leraar: Goed, dank je. En met jou? Jef: Ook goed. ----------- Mark: Hallo
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje
Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager
Nadere informatieLes 3. Familie, vrienden en buurtgenoten
www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les
Nadere informatie1.1 De vorm van het personaal pronomen: subject, object en na prepositie. 1 ik me mij. 2 je jij je jou. 3 hij hem ( m) hem.
Hoe gaat het? Uitleg 1 Het personaal pronomen In tekst 1 en 2 is het personaal pronomen vetgedrukt. Tekst 1 (het personaal pronomen is subject van de zin) Mira en Bert wonen in Utrecht. Ze kennen elkaar
Nadere informatieAnna en Noah starten met een opleiding in een avondschool. Ze doen een graduaat marketing. Tijdens de eerste pauze praten ze met elkaar.
JEZELF VOORSTELLEN Anna en Noah starten met een opleiding in een avondschool. Ze doen een graduaat marketing. Tijdens de eerste pauze praten ze met elkaar. Wat moet je doen? 1. Lees de dialoog op blad
Nadere informatieSpreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieWie ben jij? HOOFDSTUK 1 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik... Paula. a heet b naam. 2... kom je vandaan? a Hoe b Waar
5 5 HOOFDSTUK 1 Wie ben jij? WOORDEN 1 1 Ik... Paula. a heet b naam 2... kom je vandaan? a Hoe b Waar 3 Ik ga... mijn vriend naar het restaurant. a uit b met 2 1 Mijn... is Derek. a huisnummer b naam 2
Nadere informatieVoorwoord 6. Woordenlijst 283
Inhoud Voorwoord 6 Thema s 1 Kennis maken en afspreken 10 2 Feesten 30 3 Boodschappen doen en winkelen 52 4 Vervoer 74 5 Vrije tijd 94 6 Wonen 116 7 Gezondheid 138 8 Uiterlijk en karakter 162 9 Opleiding
Nadere informatieAlles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.
Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.
Nadere informatieOpstartlessen. Les 1. Kennismaken
www.edusom.nl Opstartlessen Les 1. Kennismaken Wat leert u in deze les? Uzelf voorstellen Kennismaken Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam HET GESPREK
Nadere informatieAuteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design
Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door
Nadere informatieLES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1
12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.
Nadere informatieU leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.
TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een
Nadere informatiewerkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL
werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL 7.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 2 3 Badria vindt Nederlands moeilijk. De juf komt op huisbezoek.
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken
Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken. U praat met de assistente.
Nadere informatieSpreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieLes 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30
Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken
Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken. U praat met de assistente.
Nadere informatieSpreken. Les 5: Wat zeg je? Gezondheid OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om
Nadere informatiewerkbladen thema 1 naar een nieuwe school
werkbladen thema 1 naar een nieuwe school 1.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 Tarik en Zoera gaan naar de inburgeringscursus. waar / niet
Nadere informatieSpreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatiewerkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd
werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd 6.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken Badria wordt vandaag 5 jaar. Jan koopt een boek voor Badria.
Nadere informatieSchrijven: formulieren 2
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieIK ZOEK EEN STUDENTENJOB
Je bent student. Je zoekt een studentenjob. Je gaat naar een interimkantoor. Daar moet je je eerst inschrijven en dan kan je een job krijgen. Wat moet je doen? 1. Vul het inschrijvingsformulier in op blad
Nadere informatieLes 1. A Het alfabet. Rose Omar. Welkom! Welcome! Bienvenue! እንቛዕ ብደሓን መጻእኩም! Hallo, wat is jouw naam? Mijn naam is Rose. = ik mijn.
Les A Het alfabet Wat zeg je in jouw taal? Schrijf. Welkom! Welcome! Bienvenue! أهلا وسهلا! እንቛዕ ብደሓን መጻእኩም! خوش آمدید Schrijf je voornaam op een papiertje. Rose Omar Bekijk de foto en luister. Hallo,
Nadere informatieNederlands voor zelfstudie
Nederlands voor zelfstudie Prisma Taaltraining Nederlands voor zelfstudie Willy Hemelrijk Uitgeverij Unieboek Het Spectrum bv, Houten-Antwerpen Auteur: Willy Hemelrijk, met adviezen van Afdeling Nederlands
Nadere informatieThema 3 Vervoer. Inhoudsopgave
Thema 3 Vervoer Inhoudsopgave 3.1 Met de taxi 155 3.2 Regels in het verkeer 156 3.3 De tijd 157 3.4 Reizen met de trein 160 3.5 Wie, wat, waar? 161 3.6 Komen en gaan 163 3.7 Reizen met de auto 165 3.8
Nadere informatieKijk op: nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs.
Spreken niveau A1 www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel
Nadere informatieSpreken. Les 2: Wat zeg je? Bus, tram en trein. SPREKEN NIVEAU A1
SPREKEN NIVEAU A1 www.nt2taalmenu.nl Wat leer je? Spreken Les 2: Wat zeg je? Bus, tram en trein In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen, bijvoorbeeld in
Nadere informatie1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.
1 Werkwoord (wonen, werken, lopen,...) wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden. 8 Grammatica is niet moeilijk 1.1 woon, woont, wonen Ik woon nu in Nederland. Jij woont nu in Nederland. U woont nu
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 8 Opleidingen
Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen Opdracht 1 bij 8.2 Lees de vragen. Geef antwoord. 1. Kun je bij jou in de buurt cursussen volgen? Waar dan? 2. Volg jij een cursus of heb je een cursus gevolgd? Welke
Nadere informatieRIJSCHOOL. Wat moet je doen?
RIJSCHOOL Christina, Alfonso, Tai en Linda willen leren autorijden. Ze hebben het theoretische examen al afgelegd. Nu willen ze oefenen voor het praktijkexamen. Ze zoeken een rijschool. Jij helpt hen.
Nadere informatieLesbrief. De familieblues Yvonne Kroonenberg
Lesbrief De familieblues Yvonne Kroonenberg Doe meer met Leeslicht! Bij een aantal boeken in de serie Leeslicht kunt u een gratis lesbrief downloaden van www.eenvoudigcommuniceren.nl. In deze lesbrief
Nadere informatieGoedendag! Ik, ik ben. Ben jij? En jij? Jij bent! nee. één. twee. drie. vier. vijf. zes. zeven. acht. negen. tien. Gaat het? Het gaat goed.
Vocabulaire En Action 5 : Nederlans naar Frans Unité 1 Goedendag! Ik ben Ik, ik ben ja Ben jij? En jij? Jij bent! nee één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien Unité 2 Gaat het? Het gaat goed.
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw, Maria, gaat weer naar de winkel om over werk te
Nadere informatieOpstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen
www.edusom.nl Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen Het is belangrijk om veel woorden te leren. In deze extra les vindt u extra woorden bij de Opstartlessen 1 t/m 5. Kijk ook eens naar
Nadere informatieThema 4 Communicatie. Taalhulp Telefoneren. Informele situaties - opbellen en opnemen. Hoi, Diana. Hallo, Diana van Someren. Hi, met. Hé, met John.
Thema 4 Communicatie Taalhulp Telefoneren Informele situaties - opbellen en opnemen Hoi, Diana. Hallo, Diana van Someren. Hi, met. Hé, met John. Met Diana. Met Diana van Someren. Is John ook? Is Diana
Nadere informatieU leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.
UW MENING GEVEN spreken inleiding en doel Een mening is wat iemand denkt of vindt. U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. U leert ook uw mening geven. Uw mening geven
Nadere informatieEEN BRIEF NAAR DE DOCENT
EEN BRIEF NAAR DE DOCENT Je hebt een vraag en je schrijft een brief naar je docent. Wat moet je doen? 1. Lees de e-mail op blad 2. Beantwoord de vragen. 2. Lees de e-mail op blad 3. Beantwoord de vragen.
Nadere informatieTAAL WERKT BETER. Werkboek Nederlands voor arbeidsmigranten. Lieske Adèr & Margreet Verboog
Taal werkt beter TAAL WERKT BETER Werkboek Nederlands voor arbeidsmigranten Lieske Adèr & Margreet Verboog 2013 Uitgeverij Boom, Amsterdam Vormgeving en opmaak: JACKY-O, Rotterdam Fotografie: p. 8: Yobro10
Nadere informatieOpstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont.
www.edusom.nl Opstartlessen Les 2. Wonen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam
Nadere informatieLuisteren: muziek (B1 nr. 1)
OPDRACHTEN LUISTEREN: MUZIEK www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U
Nadere informatieLes 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30
Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden
Nadere informatieLes 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1
15/10/14 1 Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1 1. (komen) Waar.... jij vandaan? 2. Uit welk land.... u? 3. Brenda.... vandaag uit Engeland. 4. Wij.... uit België. 5. Wanneer.... zij thee drinken?
Nadere informatieLesbrief 14. Naar personeelszaken.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.
Nadere informatieHerhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie
Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,
Nadere informatieSpreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon. SPREKEN NIVEAU A1
SPREKEN NIVEAU A1 www.nt2taalmenu.nl Wat leer je? Spreken Les 6: Wat zeg je? Telefoon In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen aan de telefoon. De audio-fragmenten
Nadere informatieActielessen. Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl
http://www.edusom.nl Actielessen Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Nieuwe woorden Grammatica: werkwoorden in de verleden tijd Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente
Nadere informatie- je kan me wat - module 1. docere delectare movere. tekeningen -
- je kan me wat - module 1 docere delectare movere je O kan ROC p e me n van S wat Amsterdam c h o o l l - A nt2taalmenu.nl educatie m s t e r - d ROC a m van module Z Amsterdam u i i d - O 1 o s t tekeningen
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Inleiding heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het eerste deel van het
Nadere informatieThema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek
Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Dan laat Soumiya aan Taban en Ama
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts
Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. De man (meneer Onuso / Bashir) komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen
Nadere informatieL E S B R I E F Onderweg, reisverhalen van Tommy Wieringa
L E S B R I E F Onderweg, reisverhalen van Tommy Wieringa Over het boek Bekijk en lees de voorkant, de achterkant en de inhoud.. Hoe heet het boek?................................................... Hoeveel
Nadere informatieThema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang
Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven
Nadere informatieThema In en om het huis.
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis. Les 22. Een huis zoeken Wat leert u in deze les? Praten over uw huis Informatie over het vinden van een nieuwe woning Praten over wat afgelopen is Veel succes!
Nadere informatieCP17. het werkoverleg
CP7 het werkoverleg Als u in Nederland aan het werk bent, overlegt u ook vaak met collega s over het werk. Soms overlegt u tijdens het werk met een colleg Soms doet u ook mee aan een speciaal werkoverleg
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 1 Voorstellen
Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 2 bij 1.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Cursist A Cursist
Nadere informatieActielessen. Lesbrief 4. Samen op pad. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl
http://www.edusom.nl Actielessen Lesbrief 4. Samen op pad Wat leert u in deze les? Hoe je kunt leren op het internet Grammatica: werkwoorden met zich Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van:
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Vervoer
Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.
Nadere informatieKies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat. 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag.
21 21 HOOFDSTUK 2 Te laat! WOORDEN 1 Kies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 2 Ron,! De bus komt bijna! 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag. 4 We komen
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen
Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag vrij.
Nadere informatieSpreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt. SPREKEN NIVEAU A1
SPREKEN NIVEAU A1 www.nt2taalmenu.nl Wat leer je? Spreken Les 3: Wat zeg je? De supermarkt In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen in de supermarkt. De audio-fragmenten
Nadere informatieKijk op: www.nt2taalmenu.nl. nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. Brieven schrijven
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieLes 35. Een nieuw paspoort
http://www.edusom.nl Thema Het stadhuis Les 35. Een nieuw paspoort Wat leert u in deze les? Informatie over het aanvragen en verlengen van uw paspoort of identiteitskaart. Vragen stellen bij het loket.
Nadere informatieDPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling
Werkstuk schrijven DPS Communicatie Werkblad: werkwoordspelling On line, korte, doelgerichte cursussen. Aan de slag wanneer het u uitkomt. Via Skype contact met een ervaren docent. Makkelijker was het
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts
Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Wong komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen goed zijn. Wat leert
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Vervoer
Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.
Nadere informatieMelkweg. Lijn 5. Lezen Alfa A. Reizen
Melkweg Lezen Alfa A Lijn 5 Reizen Colofon Melkweg Lezen Alfa A, Lijn 5, 05 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave van Stichting Melkweg +. Stichting Melkweg
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Meneer Bashir gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen. Ze praten.
Nadere informatieWie is dat? Je leert jezelf voorstellen. Je leert iemand begroeten en van iemand afscheid nemen. Je leert vragen en zeggen hoe het gaat.
thema 1 Wie is dat? Je leert iemand begroeten en van iemand afscheid nemen. Je leert vragen en zeggen hoe het gaat. Je leert jezelf voorstellen. Je leert iemand voorstellen. Je leert een eenvoudig formulier
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Een man, meneer Wong, gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen.
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.
Thema Gezondheid Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes! 1 HET GESPREK
Nadere informatieLesbrief. Haar naam was Sarah Tatiana de Rosnay
Lesbrief Haar naam was Sarah Tatiana de Rosnay Doe meer met Leeslicht! Bij een aantal boeken in de serie Leeslicht kunt u een gratis lesbrief downloaden van www.eenvoudigcommuniceren.nl. In deze lesbrief
Nadere informatieHandboek NT2 in het volwassenenonderwijs
Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs Lesmateriaal hoofdstuk 4 Spreken Oefeningen uit Voorbereiding op Werk De volgende tien oefeningen zijn afkomstig van de website behorende bij: Verboog, M. & Adèr,
Nadere informatieTAKENBOEK DEEL 1 0-A1
TAKENBOEK DEEL 1 0-A1 Basisleergang Nederlands voor anderstaligen Universiteit van Amsterdam, Instituut voor Nederlands Taalonderwijs en Taaladvies (INTT) Nicky Heijne Marten Hidma Karolien Kamma Vrije
Nadere informatieAntwoorden Thema 5 woonomgeving. Oefening 3. 1. mag 2. moest 3. Mag 4. moeten 5. Mag 6. moeten 7. moet 8. mogen 9. mocht 10.
Antwoorden Thema 5 woonomgeving Oefening 3 A 1. mag 2. moest 3. Mag 4. moeten 5. Mag 6. moeten 7. moet 8. mogen 9. mocht 10. moesten B 1. Kon 2. Willen 3. Kan 4. kunnen 5. mocht 6. Kan - kan 7. wilde 8.
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten
Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes
Nadere informatieSpreken. Les 2: Wat zeg je? Bus, tram en trein OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieDutch survival kit. Vragen hoe het gaat en reactie Asking how it s going and reaction. Met elkaar kennismaken Getting to know each other
Dutch survival kit This Dutch survival kit contains phrases that can be helpful when living and working in the Netherlands. There is an overview of useful sentences and phrases in Dutch with an English
Nadere informatie3 Is dit een jongen of een meisje? 7 Is dit een vork of een mes?
A1 Woordenlijst boek jongen mes stoel glas kind pen tafel hand kopje plant telefoon hoed lamp potlood theepot hoofd land ring vinger huis man sigaar vork jas meisje sigaret vrouw OEFENING 1 Is dit een
Nadere informatieHet taalconflict in België Vlamingen gedropt in Wallonië
Het taalconflict in België Vlamingen gedropt in Wallonië België is officieel tweetalig, maar de Vlamingen en Walen gaan niet altijd goed samen. Je kunt spreken van een taalconflict. Hoe kijken Vlaamse
Nadere informatieWEEK MAANDAG WOENSDAG DINSDAG DONDERDAG VRIJDAG ZONDAG ZATERDAG. Vul het juiste voorzetsel in. Nico fietst elke dag (aan, naar, op) de cursus.
Vul het juiste voorzetsel in. Nico fietst elke dag (aan, naar, op) de cursus. 1 Voeg een woord aan de zin toe zodat hij correct wordt. Micky werkt graag in tuin. Verbeter de fout in de zin. Floortje leeft
Nadere informatieWat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.
Interview op zaterdag 16 mei, om 12.00 uur. Betreft een alleenstaande mevrouw met vier kinderen. Een zoontje van 5 jaar, een dochter van 7 jaar, een dochter van 9 jaar en een dochter van 12 jaar. Allen
Nadere informatie2c nr. 1 zinnen met want en omdat
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieEen meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?
Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij? Wat een mooie luchtballonnen! Geel, oranje, groen en blauw. Kies maar uit Daan,
Nadere informatieHet thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel.
Tekst Audio Les 7 /m 11 Radio Amsterdam Les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel. Track 1 Jingle Track 2 Het thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel.
Nadere informatieLuisteren: muziek (A2 nr. 3)
OPDRACHTEN LUISTEREN: MUZIEK www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U
Nadere informatieAANWIJZEND VOORNAAMWOORD. A) Welk woord past in de zin? Kies uit die of dat. 1. Heb je het huiswerk gemaakt? 7. Ga je naar één van onze feestjes?
A) Welk woord past in de zin? Kies uit die of dat. 1. Heb je het huiswerk gemaakt? Ja, heb ik gedaan. 2. Komt Willem dit weekend? Nee, moet helaas werken. 3. Ga je met het vliegtuig naar Hamburg? Nee,
Nadere informatiede aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.
Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.
Nadere informatieWaarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen
week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau B, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de
Nadere informatieHoofdstuk 1- oefening 21 Extra schrijfoefeningen. Temposchrijven - 5 schrijfopdrachten in 11 minuten. Opdracht 1:
Hoofdstuk 1- oefening 21 Extra schrijfoefeningen Opdracht 1: Temposchrijven - 5 schrijfopdrachten in 11 minuten Bij het staatsexamen is het belangrijk dat u de tijd goed verdeelt over de opdrachten. Met
Nadere informatieActielessen. Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl
http://www.edusom.nl Actielessen Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek Wat leert u in deze les? Hoe je kunt leren in de bibliotheek en op het internet Grammatica: voltooide tijd Veel succes! Deze les is
Nadere informatieThema Gezondheid. Les 5. De tandarts
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Bashir komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen
Nadere informatie