6 Ben jij getrouwd? 6 Ben jij getrouwd? 6.1 luisteroefening (cd) 6.2 spreekoefening a zichzelf voorstellen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "6 Ben jij getrouwd? 6 Ben jij getrouwd? 6.1 luisteroefening (cd) 6.2 spreekoefening a zichzelf voorstellen"

Transcriptie

1 thema 1 Spreekvaardigheid - informatie geven en vragen over persoonlijke gegevens Schrijfvaardigheid - persoonlijke gegevens invullen - een kort briefje schrijven Leesvaardigheid - persoonlijke gegevens halen uit een brief Luistervaardigheid - het globaal bepalen van het onderwerp van een gesprek onderwerp docent 1 Hoe heet jij? 1 Hoe heet jij? a namenketting b dubbelgangersspel c kennismaking 2 Uit welk land kom jij? 2 luisteroefening (cd) 3 Welke taal spreek jij? 3 luisteroefening (cd) 4 Waar woon jij? 4 spreekoefening: memory luisteroefening (cd) 5.2 a zichzelf voorstellen b elkaar interviewen c introductie hij / zij 5.3 a zinnen schrijven b vragen oefenen c A/B-oefening 6 Ben jij getrouwd? 6 Ben jij getrouwd? 6.1 luisteroefening (cd) 6.2 spreekoefening a zichzelf voorstellen b elkaar interviewen c introductie hij / zij 7 Hoe lang woon jij (al) in 7 spreekoefening Nederland? 8 Wie ben jij? 8 Wie ben jij? 8.3 leesoefening 8.4 schrijfoefening Doel en werkwijze zelfevaluatie Tekeningen 19

2 1 1 Hoe heet jij? a Introduceer de leerstof op p. 7 van het tekst- en werkboek aan de hand van de volgende oefeningen. Namenketting Werkwijze Een cursist begint met het zeggen van zijn of haar naam: ik heet Roberto. De cursist ernaast herhaalt deze naam en noemt daarna zijn of haar eigen naam: Dit is Roberto, ik heet Fatima. En zo verder, steeds eerst de namen herhalen en de eigen naam toevoegen: Dit is Roberto, dat is Fatima, dat is Beatriz, dat is Michel, ik heet Sandra. De docent doet ook mee. Als variant kan het geboorteland of de geboorteplaats erbij worden genoemd: Dit is Roberto, Roberto komt uit Colombia, ik ben Fatima, ik kom uit Marokko. b Dubbelgangersspel Materiaal naamkaartjes (p. 21) Werkwijze Geef elke cursist een naamkaartje. Zeg dat er in de klas nog iemand met dezelfde naam is. Het doel is om de persoon te vinden met dezelfde naam. Alle cursisten gaan staan en stellen zich aan elkaar voor tot ze de persoon met dezelfde naam hebben gevonden. Dan mogen ze gaan zitten. Dialoog A: Hallo, ik heet... Hoe heet jij? B: Ik heet... / Ik heet ook... Nieuw: Hoe heten jullie? Wij heten... In het boek wordt de jij-vorm als aanspreekvorm gebruikt. De cursisten onderling en de docent tutoyeren elkaar en ook in de instructies wordt de cursist met jij aangesproken. Geef bij deze oefening aandacht aan het verschil in gebruik tussen jij en u in de Nederlandse samenleving. Klassikale voorbereiding de docent deelt naamkaartjes uit en geeft aan een cursist hetzelfde naamkaartje de docent stelt zichzelf aan twee of drie cursisten voor en vraagt hun naam de docent reageert teleurgesteld, schudt nee, vindt dan de juiste persoon en is blij (introductie van het woord: ook) nieuw: Hoe heten jullie? Wij heten 20

3 PETER PETER CARLA CARLA LISETTE LISETTE DEBBY DEBBY NIELS NIELS ANNE ANNE JOS JOS JULIA JULIA CINDY CINDY MARTIJN MARTIJN LINDA LINDA WIM WIM SANDRA SANDRA JEROEN JEROEN THOMAS THOMAS RICK RICK JAN JAN ELLEN ELLEN BART BART EVA EVA SOPHIE SOPHIE 21

4 1 c Kennismaking Materiaal een zachte tennisbal of een propje papier. Werkwijze de docent zegt zijn eigen naam en gooit de bal naar een cursist. Die cursist zegt ook zijn eigen naam en gooit de bal op zijn beurt naar een andere cursist, etc. de docent heeft de bal en stelt een vraag, bijvoorbeeld Hoe heet jij? en gooit daarna de bal naar een cursist. De docent geeft een seintje aan de cursist met de bal dat hij de vraag moet beantwoorden. Vervolgens stelt de cursist dezelfde vraag en gooit de bal naar een andere cursist die op zijn beurt de vraag moet beantwoorden, etc. Zodra de cursisten het spelletje begrijpen, kan het stellen van de vragen en het gooien van de bal met enig tempo uitgevoerd worden. de docent introduceert, wanneer hij aan de beurt is, een nieuwe vraag. Wanneer een aantal vragen en antwoorden voldoende duidelijk zijn geworden, kunnen ze door elkaar gesteld worden, met andere woorden bij iedere beurt wordt een andere vraag gesteld. Dit spelletje kan bij ieder thema gebruikt worden voor het laten onthouden van uitdrukkingen en als herhaling. Deze werkvorm kan worden uitgebreid: woonplaats, taal, etc. 2 Uit welk land kom jij? Opdracht: na het beluisteren van de oefening zoeken de cursisten de landen op de wereldkaart of in een atlas op. Luisteroefening: Tekst - track 1 Hallo, ik ben Zahra. Hoe heet jij? Ik heet Jürgen. Uit welk land kom jij, Jürgen? Ik kom uit Duitsland en jij? Ik kom uit Somalië. Pardon? Ik kom uit Somalië. 22

5 track 2 Hallo, ik ben Bushra. Abdel. Prettig met je kennis te maken! Ik kom uit Irak.Uit welk land kom jij? Uit Marokko. track 3 Emine,dit is Beatriz. Prettig met je kennis te maken! Uit welk land kom jij, Beatriz? Ik kom uit Spanje en jij? Ik kom uit Turkije. 3 Welke taal spreek jij? Introduceer de leerstof op p. 8 van het tekst- en werkboek en laat dan de volgende luisteroefeningen horen. Tekst luisteroefening 3.1. track 4 Hallo, ik heet Karin. Hoe heet jij? Ik heet Niels. Kom jij ook Nederlands leren Niels? Nee,ik spreek al Nederlands.Ik kom uit Nederland. Dit is mijn vriendin Li. Zij wil Nederlands leren, ze spreekt alleen Chinees en een beetje Engels. track 5 Dag mevrouw, spreekt u Engels? Nee, ik spreek alleen Frans en een beetje Nederlands. Dat is jammer, ik spreek alleen Arabisch en een beetje Engels. track 6 Dag meneer. Kom binnen. Ga zitten. Pardon mevrouw, spreekt u Spaans? Ja, een beetje, spreekt u geen Frans? Jawel, een beetje. Dit is mijn vriend Jürgen. Hij spreekt alleen Duits. Ik spreek Frans en Spaans, maar geen Duits. Tekst luisteroefening 3.2. track 7 Ben jij Beatriz? Ja, en jij bent Jürgen,hè? Ja, dat klopt. Spreek jij Engels? Nee, ik spreek Spaans. Jij spreekt zeker Duits? Ja, en ook een beetje Nederlands. track 8 Dag.Kom eens hier. Mijn vriend kent nog niet veel Nederlands. Hij spreekt alleen Italiaans en jij ook. Hoi Lei San. Spreek jij geen Italiaans? Nee, ik spreek Chinees en Abdel spreekt ook geen Italiaans, hij spreekt alleen Arabisch. 23

6 1 4 Waar woon jij? Introduceer de leerstof op p. 9 van het tekst- en werkboek aan de hand van de volgende opdracht. Opdracht: Waar wonen de meeste cursisten uit de klas? In Amsterdam, in Amstelveen,...? In welke straat wonen de meeste cursisten? In de Kerkstraat, aan de Zeeweg...? Werkvorm: vragen stellen. Werkwijze: De cursisten lopen rond en vragen aan iedere cursist: Waar woon jij? Zo moeten ze achterhalen waar de meeste cursisten wonen Luisteroefening Tekst track 9 Hallo, ik ben Beatriz. Hoe heet jij? Ik heet Jürgen. Waar kom jij vandaan? Ik kom uit Duitsland. En jij? Uit Spanje.Welke talen spreek je? Ik spreek Duits en een beetje Nederlands. En jij? Ik spreek Spaans, Engels en een beetje Nederlands. Waar woon je? In Amsterdam. En jij? Ik ook. Hoe ga je naar de les? Op de fiets. Jij ook? Nee,ik ga lopend. Verloop van de oefening De docent geeft eerst een uitleg van de situatie. De luisteroefening moet meerdere keren beluisterd worden. Elke keer krijgen de cursisten een specifieke luisteropdracht. De eerste keer krijgen de cursisten de opdracht de informatie over de vrouw te onderstrepen. De tweede keer verwerken ze de informatie over de man. De derde keer moeten ze het antwoord geven op de vraag: Hoe gaan Beatriz en Jürgen naar de les? Na de correctie vraagt de docent aan alle cursisten: Hoe ga jij naar de les? Werkwijze De docent leest steeds de vra(a)g(en) samen met de bijhorende keuzemogelijkheden hardop voor. Zo zijn de cursisten al vooraf vertrouwd met de opdracht en weten ze precies waarop ze hun aandacht moeten richten. 24

7 5.2 Spreekoefening: Beatriz? Beatriz Nederlands Amsterdam Den Haag Nederlands Spaans Rotterdam Utrecht a b c de cursisten stellen zichzelf voor met behulp van de vijf tekeningen. Ik heet / ben... Ik kom uit... Ik spreek... Ik woon in... Ik ga... naar de les. nadat de vragen over de persoonsgegevens voldoende zijn geoefend, krijgen de cursisten de opdracht vier medecursisten te interviewen en de informatie in het schema in te vullen. De vragen worden gesteld met behulp van de tekeningen. nadat ze het schema hebben ingevuld, worden hij en zij geïntroduceerd. Werkwijze de docent vraagt informatie over verschillende cursisten. De vragen worden tot de hele klas gericht (iedereen heeft wel informatie over iemand). De docent vraagt bijvoorbeeld: Waar woont...? Uit welk land komt...? De docent benadrukt de -t en/of toont ook een grote (rode) T (p. 45). Er is veel kans dat een aantal cursisten in hun antwoorden automatisch de vorm met -t zullen gebruiken. Als dat niet gebeurt, toont de docent nogmaals de (rode) T en zegt op vragende toon: Kom? Aansluitend bij deze oefening schrijft de docent een vijftal zinnen op het bord met betrekking tot verschillende mensen in de klas. Sommige zinnen kloppen, andere zinnen niet. Zo leren de cursisten te reageren met: Dat klopt (niet)!. 5.3 a De cursisten schrijven nu zelf vijf zinnen (de werkwoorden staan al in het boek) op basis van hun schema (oef. 5.2). Ze liegen of ze spreken de waarheid. De cursisten lezen hun zinnen in tweetallen aan elkaar voor en reageren met Dat klopt (niet)!. b Klassikaal oefenen: het stellen van vragen over een persoon. Werkwijze De docent neemt foto s mee van mannen en vrouwen (vader, moeder, zus, vriend(in)...). De cursisten moeten informatie vragen over deze personen. 25

8 1 Indien nodig kunnen de cursisten de vragen eerst oefenen om zo de intonatie en het ritme van de zin goed onder de knie krijgen. Werkwijze 1 naspreken van de tekst de docent schrijft de kennismakingsvragen op het bord en leest ze expressief voor de hele klas herhaalt de vraag in koor dan alleen de mannen, alleen de vrouwen, etc naspreken van de tekst de docent wist in elke vraag een of meerdere woorden (totdat er alleen een vraagteken overblijft) en leest de tekst expressief voor de hele klas of een groepje herhaalt de vraag c Oefening in tweetallen met een A/B-oefening (p ) waarin ze door het stellen van vragen persoonsgegevens moeten achterhalen. Opmerking: deze oefening kan ook na thema 2 gebruikt worden als herhaling. Wat is een A/B-oefening? Een A/B-oefening is gebaseerd op het principe van een informatiekloof: zowel cursist A als B beschikt slechts over beperkte informatie en door het stellen van gerichte vragen kan eenieder de ontbrekende informatie vinden. Werkwijze Eerste stap: de klas wordt verdeeld in tweetallen (tips p. 27). Om te vermijden dat de informatie klakkeloos wordt overgeschreven is het wenselijk dat de tweetallen tegenover elkaar zitten. Tweede stap: de opgave wordt uitgelegd. Aangezien de cursisten voor de eerste keer kennismaken met een A/B-oefening moet deze werkvorm expliciet uitgelegd worden. Hiervoor kunnen de demonstratiebladen van p. 28 en 29 worden gebruikt. Laat twee cursisten voor het bord komen, A en B. Weet B uit welk land Karin komt? Nee. Weet A uit welk land Karin komt? Ja. Wat moet B doen? Laat B de vraag stellen en laat zien waar hij het antwoord moet opschrijven. Weet A uit welk land komt? Nee. Weet B uit welk land komt? Ja. Wat moet A doen? Laat A de vraag stellen en laat zien waar hij het antwoord moet opschrijven. Derde stap: de opgave wordt uitgedeeld. Om een goed overzicht in de klas te hebben is het handig om de opgave in twee kleuren te kopiëren, bijvoorbeeld wit voor A en groen voor B. 26

9 Tips om tweetallen te vormen 1 Op basis van praktische redenen Je kunt bijvoorbeeld de cursisten van de eerste en de tweede rij laten samenwerken: die van de eerste rij draaien hun stoel om en zitten zo tegenover die van de tweede rij. Hetzelfde geldt voor rij drie en vier etc. 2 Op basis van het toeval Stel: u hebt 30 cursisten in de klas. Maak tweemaal een reeks kaartjes van 1 tot 15, zodat u 30 kaartjes hebt (2 x nr 1, 2 x nr 2 etc.). Steek ze in volgorde: Verdeel de kaartjes onder de cursisten. Laat ze tweetallen vormen aan de hand van hun cijfer: de nummers 1 samen, de nummers 2 samen etc. In geval van een oneven aantal cursisten geeft u een bepaalde cursist (een zwakke of net een sterke, afhankelijk van de oefening) mondeling een nummer, zodat er een drietal ontstaat. Deze manier van werken kan toegepast worden vanaf de eerste les en bevordert het groepsgevoel: iedereen kent iedereen. 3 Op basis van het niveau van de taalvaardigheid Afhankelijk van de moeilijkheidsgraad en het doel van een opdracht kunt u twee cursisten laten samenwerken met een gelijkwaardig of juist een sterk verschillend taalvaardigheidsniveau. Dit leidt bijvoorbeeld tot de volgende combinaties: een sterkere cursist met een zwakkere twee sterkere cursisten die een moeilijkere opdracht of meerdere opdrachten krijgen twee zwakkere cursisten die u extra ondersteunt 27

10 1 A Naam:... NAAM LAND KARIN NEDERLAND MARCO 28

11 B Naam:... NAAM LAND KARIN MARCO ITALIË 29

12 1 CURSIST A naam land taal woonplaats vervoer- Beatriz Nederlands Spaans middel Abdel Arabisch met de tram Emine Turkije Duivendrecht. Jürgen Duitsland Amsterdam. Lei San Chinees lopend CURSIST A naam land taal woonplaats vervoer- Beatriz Nederlands middel Spaans Abdel Arabisch met de tram Emine Turkije Duivendrecht. Jürgen Duitsland Amsterdam. Lei San Chinees lopend 30 Kopieerblad Stap Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden.

13 CURSIST B naam land taal woonplaats vervoer- Beatriz Nederlands middel Spaans Abdel Marokko Diemen. Emine Irakees op de fiets Jürgen Duits lopend Lei San China Amsterdam. CURSIST B naam land taal woonplaats vervoer- Beatriz Nederlands middel Spaans Abdel Marokko Diemen Emine Irakees op de fiets Jürgen Duits lopend Lei san China Amsterdam Kopieerblad Stap Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. 31

14 1 6 Ben jij getrouwd? Introduceer de leerstof op p. 13 van het tekst- en werkboek aan de hand van de volgende luisteroefeningen. 6.1 Luisteroefening Situatie: de cursisten van Karin zitten in de klas. Werkwijze: de cursisten luisteren twee keer naar elke dialoog. (Wie? Getrouwd? Kinderen?) Tekst track 10 Hallo, ik heet Abdel. Hoe heet jij? Ik heet Emine. Ik kom uit Marokko en jij? Ik kom uit Turkije. Ik ben getrouwd.ben jij getrouwd, Emine? Nee, ik ben niet getrouwd.ik woon samen met mijn vriend. Ik heb geen kinderen.heb jij kinderen? Ja. Hoeveel? Ik heb twee zoons en mijn vrouw is nu zwanger. Tekst track 11 Hallo, mijn naam is Beatriz. Hallo Beatriz, ik heet Raquel. Kom je ook uit Spanje? Nee,ik kom uit Colombia. Ben je getrouwd? Ja, ik ben getrouwd en jij? Ik ben ook getrouwd en ik heb twee kinderen, twee zoons. Heb jij kinderen? Ja. Hoeveel kinderen heb je? Ik heb ook drie kinderen, twee zoons en een dochter. Tekst track 12 Hallo, ik heet en jij? Mijn naam is Bushra.Ik kom uit Irak en jij? Ik kom uit Italië. Ben jij getrouwd? Ja, ik ben getrouwd en jij? Nee, ik ben gescheiden en ik heb een kind, een zoon. Heb jij kinderen? Ja,ik heb een jongen en een meisje. Oplossing getrouwd gescheiden samenwonend kinderen zoon(s) dochter(s) Abdel X 2 Emine X Beatriz X 2 Raquel X 2 1 X 1 Bushra X

15 6.2 Spreekoefening a de cursisten stellen zichzelf voor met behulp van de twee tekeningen. Ik ben (niet) getrouwd. Ik ben gescheiden. Ik woon samen met... Ik heb (geen) kinderen. Ik heb... kinderen /... zoon(s)... dochter(s) b de cursisten krijgen de opdracht vier medecursisten te interviewen en de informatie in het schema in te vullen. Ze stellen de vragen met behulp van de tekeningen. c nadat de cursisten het schema hebben ingevuld, worden hij en zij geïntroduceerd. Werkwijze de docent vraagt om persoonsgegevens van verschillende cursisten. De vragen worden tot de klas gericht (iedereen weet wel iets over een ander). Bijvoorbeeld: Is... getrouwd? Heeft... kinderen? De docent benadrukt de vormen is en heeft. 33

16 1 7 Hoe lang woon je (al) in Nederland? Introduceer de leerstof op p. 15 van het tekst- en werkboek aan de hand van de volgende spreekoefening. Spreekoefening In groepjes van vier: De cursisten vragen aan elkaar hoe lang ze (al) in Nederland wonen en gaan dan in de juiste volgorde staan: van een korte naar een lange periode. Vervolg: de groepjes worden samengevoegd tot de hele klas in de goede volgorde staat. Deze oefening kan ook worden gebruikt bij: hoe oud ben jij? (van jong naar oud) alfabetische ordening van de voornamen wanneer ben jij jarig? (van januari naar december) herhalen van vragen aan de hand van de plaatjes onderaan p Wie ben jij? 8.3 Leesoefening Doel Deze eerste leesoefening bestaat uit een authentieke brief en is bedoeld als voorbereiding op de schrijfoefening (8.4). De cursisten moeten ondervinden dat het niet nodig is alle woorden te kennen om een tekst globaal te kunnen begrijpen. Ze moeten dus leren alleen hun aandacht te richten op de details die ze nodig hebben om de vragen te beantwoorden en over irrelevante gegevens heen te lezen. 8.4 Schrijfoefening Bij de correctie van deze eerste brief is het belangrijkste criterium: is de tekst communicatief gezien in orde, met andere woorden komt de boodschap over? Fouten in de spelling en de grammatica mogen eventueel voorkomen. 34

17 Wat kan ik? (tekst- en werkboek p. 19) De cursisten kunnen de test op p van het tekst- en werkboek zelfstandig maken, thuis of in de les. De sleutel staat in de handleiding op p zelfevaluatie (tekst- en werkboek p. 25)Wat kan ik? (tekst- en werkboek p. 19) De zelfevaluatie (tekst- en werkboek p. 25) Doel De zelfevaluatie geeft een overzicht van wat men in een thema geleerd heeft en is bedoeld om de cursist te laten reflecteren over zijn eigen leerproces. De formulering die erin wordt gebruikt zal vooral in het begin een struikelblok vormen. Maak de cursisten duidelijk dat de zelfevaluatie een hulpmiddel is en geen doel op zich. Werkwijze De docent kan aan de hand van korte spreek-, schrijf- en leesoefeningen testen of de cursisten alles kunnen. De cursisten zetten na de oefening een x in het betreffende vakje. Vooral bij de eerste thema's is het interessant om de cursisten telkens de items te laten uitvoeren en daarna pas naar de formulering in de zelfevaluatie te verwijzen. Voorbeeld: Ik kan een bekende begroeten. De docent begroet een cursist en laat deze een andere cursist begroeten. Vervolgens begroeten alle cursisten elkaar. Dan verwijst de docent naar de zelfevaluatie: "Jullie kunnen allemaal een bekende begroeten! Zet maar een kruisje!" Voorbeeld: Ik kan een formulier invullen. De docent brengt authentieke formulieren mee en laat ze door de cursisten invullen. Nadat de docent de formulieren heeft gecontroleerd kan hij de cursisten vertellen dat ze een formulier kunnen invullen en mogen zij een kruisje zetten. Voorbeeld: Ik kan de openingsdagen en uren van een winkel interpreteren. De docent brengt advertenties mee en laat de cursisten informatie opzoeken over de openingsuren, enz. Naarmate de lessen vorderen, volstaat het de verschillende items van de zelfevaluatie met de cursisten langs te lopen. 35

18 1 Ik weet het niet 36

19 Beatriz 37

20 1 38

21 Frans Pools Russisch Engels Arabisch 39

22 1 Den Haag Amsterdam Nijmegen 40

23 41

24 1 42

25 43

26 1 Nederland 44

27 45

28 1 Sleutel Wat kan ik? A Interview tekst- en werkboek p. 19 Journalist Journalist Journalist Journalist Journalist Journalist Journalist Journalist Journalist Journalist Journalist Journalist Journalist Journalist Ben jij? Ja. Uit welk land kom jij,? Uit Italië. Is Karin een goede docente? Ja. Is Nederlands moeilijk? Ja. Ben je getrouwd? Nee, ik ben gescheiden. Heb je kinderen? Ja, één zoon. Heb je een foto van je zoon? Ja,kijk, dit is mijn zoon. Hoe heet hij? Giovanni. Woont hij ook in Nederland? Nee, in Italië, bij zijn moeder. Waar woon jij? In Amsterdam. Hoeveel cursisten zitten er in de klas? Tien. Spreekt Karin Nederlands in de klas? Ja,altijd. Welke talen spreek jij? Italiaans en een beetje Nederlands. Karin is een goede docente. Je spreekt al goed Nederlands. Bedankt voor het interview en nog veel succes met de cursus Nederlands. Tot ziens! 46 Kopieerblad Stap Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden.

29 B Reacties p. 20 Goed! En met jou? Goedemorgen! Prettig met je kennis te maken! Dag...! Tot morgen! Goedemiddag! Goedenavond! Dit is! C Kruiswoordraadsel p x W O O N T 2 H E E F T K I N D 4 H E B 5 S P R E E K T 6 L A N D 7 W A A R G E E N K I N D E R E N 10 I S 11 N I E T 12 S L E C H T 13 G E S C H E I D E N 14 H E E T 15 M A N W G E A K A E T N 18 W E L K 19 B E N 20 L A N G J I IJ K Kopieerblad Stap Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. 47

Wie is dat? thema. Hoe heet jij? Ik weet het niet! Beatriz. Marco. Hallo, ik heet Jürgen. Dag mevrouw. Dag meneer. Hoi! Ik heet Bushra. En jij?

Wie is dat? thema. Hoe heet jij? Ik weet het niet! Beatriz. Marco. Hallo, ik heet Jürgen. Dag mevrouw. Dag meneer. Hoi! Ik heet Bushra. En jij? thema 1 Ik weet het niet! 1 Hoe heet jij? Beatriz Hoe heet jij? Ik heet Jürgen. Dag meneer. Dag mevrouw. Hallo, ik heet Jürgen. Hoi! Ik heet Bushra. En jij? Jürgen, dit is Lei San. Leuk met je kennis te

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Luisterteksten en instructies bij de oefen-cd 201. Grammaticaoverzicht 233. Correctiesymbolen schrijfvaardigheid 269.

Inhoudsopgave. Luisterteksten en instructies bij de oefen-cd 201. Grammaticaoverzicht 233. Correctiesymbolen schrijfvaardigheid 269. Inhoudsopgave Thema 1 Wie is dat? 7 Thema 2 Hoe spel je dat? 33 Thema 3 Hoeveel? 47 Thema 4 Hoe laat is het? 55 Thema 5 Wanneer ben jij jarig? 67 Thema 6 Wanneer zijn de winkels open? 75 Thema 7 Kun je

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Anna en Noah starten met een opleiding in een avondschool. Ze doen een graduaat marketing. Tijdens de eerste pauze praten ze met elkaar.

Anna en Noah starten met een opleiding in een avondschool. Ze doen een graduaat marketing. Tijdens de eerste pauze praten ze met elkaar. JEZELF VOORSTELLEN Anna en Noah starten met een opleiding in een avondschool. Ze doen een graduaat marketing. Tijdens de eerste pauze praten ze met elkaar. Wat moet je doen? 1. Lees de dialoog op blad

Nadere informatie

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken www.edusom.nl Opstartlessen Les 1. Kennismaken Wat leert u in deze les? Uzelf voorstellen Kennismaken Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam HET GESPREK

Nadere informatie

Wie ben jij? HOOFDSTUK 1 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik... Paula. a heet b naam. 2... kom je vandaan? a Hoe b Waar

Wie ben jij? HOOFDSTUK 1 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik... Paula. a heet b naam. 2... kom je vandaan? a Hoe b Waar 5 5 HOOFDSTUK 1 Wie ben jij? WOORDEN 1 1 Ik... Paula. a heet b naam 2... kom je vandaan? a Hoe b Waar 3 Ik ga... mijn vriend naar het restaurant. a uit b met 2 1 Mijn... is Derek. a huisnummer b naam 2

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,

Nadere informatie

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben.

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben. INHOUD Inleiding 8 DEEL 1 13 Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben. Les 2 - Wie is het? 19 A1 - Ik kan de persoonsnamen gebruiken.

Nadere informatie

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Inleiding De checklist Gesprek voeren 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een gesprek moeten kunnen voeren op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht hoe de

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Thema Gezondheid Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes! 1 HET GESPREK

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Wong komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen goed zijn. Wat leert

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL 7.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 2 3 Badria vindt Nederlands moeilijk. De juf komt op huisbezoek.

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. De man (meneer Onuso / Bashir) komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen

Nadere informatie

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Lesbrief 14. Naar personeelszaken. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.

Nadere informatie

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase

Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de afgelopen weken hebben we veel teksten gelezen. Deze teksten hebben we samengevat, we hebben vragen erbij gesteld, gekeken

Nadere informatie

Handleiding bij begeleiding van studenten die beginnen met het leren van Nederlands (A1). (ontworpen voor het basisexamen inburgering A1)

Handleiding bij begeleiding van studenten die beginnen met het leren van Nederlands (A1). (ontworpen voor het basisexamen inburgering A1) Handleiding bij begeleiding van studenten die beginnen met het leren van Nederlands (A1). (ontworpen voor het basisexamen inburgering A1) Instructieboek voor begeleiders en docenten. Ad Appel Uitgave:

Nadere informatie

Dag! kennismaken. Ik ben Eric.

Dag! kennismaken. Ik ben Eric. Vocabulaire Oefening 1 Woordweb Dag! Waar kom je vandaan? groeten Goedemorgen! de ontmoeting Hoe heet je? kennismaken Hoi! mensen Hallo! Ik ben Eric. nieuw Ik kom uit Engeland. Hallo, ik ben Mila. Ik ben

Nadere informatie

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig. Les 1: Een Wikitekst schrijven Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken Bekijk met de klas het Jeugdjournaalfilmpje over koningin Beatrix op www.nieuwsbegrip.nl 1. Schrijf tijdens het

Nadere informatie

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen www.edusom.nl Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen Het is belangrijk om veel woorden te leren. In deze extra les vindt u extra woorden bij de Opstartlessen 1 t/m 5. Kijk ook eens naar

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt

Nadere informatie

Taalklas.nl Plus Cursistenmateriaal

Taalklas.nl Plus Cursistenmateriaal Opdracht 1 Nieuwe woorden Lees het woord Bedek het woord Schrijf het woord in de zin Klopt het? de computer Bart speelt vaak spelletjes op de In de leer ik hoe internet en e-mail werken de computerles

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

TELEFONEREN NAAR DE BIBLIOTHEEK

TELEFONEREN NAAR DE BIBLIOTHEEK Patrick studeert aan de universiteit. Hij zoekt een rustige plaats om te studeren. Hij wil in de bibliotheek gaan studeren. In de bibliotheek kan je ook de computers. Hij weet niet wanneer de bibliotheek

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Inleiding heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het eerste deel van het

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Een man, meneer Wong, gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen.

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs

Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs Lesmateriaal hoofdstuk 4 Spreken Oefeningen uit Voorbereiding op Werk De volgende tien oefeningen zijn afkomstig van de website behorende bij: Verboog, M. & Adèr,

Nadere informatie

Handleiding Vervolgmodule OGO- Extra materiaal na Taalsituaties 3-6-9

Handleiding Vervolgmodule OGO- Extra materiaal na Taalsituaties 3-6-9 Handleiding Vervolgmodule OGO- Extra materiaal na Taalsituaties 3-6-9 Extra materiaal na de Taalsituaties, Vervolgmodule OGO Algemeen In Extra materiaal na de Taalsituaties wordt de leerstof uit drie voorgaande

Nadere informatie

Een overtuigende tekst schrijven

Een overtuigende tekst schrijven Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen

Nadere informatie

WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA

WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA Verhalen van de Hodja: Hassan en de tijgers Introductie van het verhaal - DILIT-luisteren: o De cursisten gaan per 2 zitten (bij voorkeur 2 cursisten met dezelfde moedertaal

Nadere informatie

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Inleiding De checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die moeten leren schrijven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om

Nadere informatie

Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl

Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven

Nadere informatie

Praten over jezelf. Voor beginnende sprekers van

Praten over jezelf. Voor beginnende sprekers van Praten over jezelf Voor beginnende sprekers van het Nederlands (NIVEAU 0-A1+) bekijk foto / plaatje / ding / mens Module 1: deze module is onderdeel van een vijftiendelige serie praat samen wijs aan Praten

Nadere informatie

Hotel Hallo - Thema 1 Hallo

Hotel Hallo - Thema 1 Hallo Hotel Hallo - Thema 1 Hallo opdrachten VISITE 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en leg

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Bashir komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen

Nadere informatie

Lesbrief 35. AOW aanvragen.

Lesbrief 35. AOW aanvragen. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 35. AOW aanvragen. Wat leert u in deze les? Informatie over AOW begrijpen. Uitleg vragen. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den

Nadere informatie

Les 35. Een nieuw paspoort

Les 35. Een nieuw paspoort http://www.edusom.nl Thema Het stadhuis Les 35. Een nieuw paspoort Wat leert u in deze les? Informatie over het aanvragen en verlengen van uw paspoort of identiteitskaart. Vragen stellen bij het loket.

Nadere informatie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Opbellen naar een bedrijf. Wat leert u in deze les? Een telefoongesprek naar een bedrijf begrijpen. Een gesprek over een advertentie begrijpen.

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.

Nadere informatie

Hoe leer ik uit... Naam: Klas:

Hoe leer ik uit... Naam: Klas: Hoe leer ik uit... Naam: Klas: 1 Inhoud Woorden... 3 Flashcards... 3 Opschrijven... 3 WRTS... 3 Tekenen... 4 Stones... 5 Flashcards Opschrijven - WRTS... 5 Het thema van de Stone... 5 Stukjes combineren...

Nadere informatie

HALLO! HOE GAAT HET MET JOU?

HALLO! HOE GAAT HET MET JOU? HALLO! HOE GAAT HET MET JOU? Het is pauze. Studenten en en praten met elkaar. Wat moet je doen? 1. Lees de dialogen op blad 2 en blad 3. Vul de ontbrekende woorden in. 2. Controleer je antwoorden. Neem

Nadere informatie

3.3 Schrijfdoel en publiek bepalen In deze paragraaf oefen je met de schrijfstrategieën schrijfdoel en publiek bepalen.

3.3 Schrijfdoel en publiek bepalen In deze paragraaf oefen je met de schrijfstrategieën schrijfdoel en publiek bepalen. EN_interventie_werkboek_niv4_201 27-6-201 15:01 Pagina 125 Fase. Schrijfdoel en publiek bepalen In deze paragraaf oefen je met de schrijfstrategieën schrijfdoel en publiek bepalen. Taalgebruik Als je een

Nadere informatie

INSTRUCTIES BEGRIJPEN

INSTRUCTIES BEGRIJPEN INSTRUCTIES BEGRIJPEN Je volgt een cursus. De docent geeft je mondeling instructies. Kan jij ze begrijpen? Wat moet je doen? 1. Luister naar het geluidsfragment. Neem blad 2 en volg de instructies. Je

Nadere informatie

Lesideeën beroepenkaarten WERKEND NEDERLANDS

Lesideeën beroepenkaarten WERKEND NEDERLANDS Lesideeën beroepenkaarten WERKEND NEDERLANDS Lesidee: Wat is weg? Speel dit spel met een klein groepje. Leg steeds vijf tot acht kaarten open op tafel. Geef de cursisten even de tijd om alle foto s in

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Meneer Bashir gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen. Ze praten.

Nadere informatie

Bijlage interview meisje

Bijlage interview meisje Bijlage interview meisje Wat moet er aan de leerlingen gezegd worden voor het interview begint: Ik ben een student van de Universiteit van Gent. Ik wil met jou praten over schrijven en taken waarbij je

Nadere informatie

TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT

TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.

Nadere informatie

Het verhaal van mijn leven. Biografische cursus waarin buurtgenoten zich verbinden

Het verhaal van mijn leven. Biografische cursus waarin buurtgenoten zich verbinden Het verhaal van mijn leven Biografische cursus waarin buurtgenoten zich verbinden Cursus voor Fact-cliënten en andere buurtbewoners door Ria Velema, Ann Evers-Schillhorn van Veen, casemanagers Fact Lentis

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 2 bij 1.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Cursist A Cursist

Nadere informatie

Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont.

Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont. www.edusom.nl Opstartlessen Les 2. Wonen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam

Nadere informatie

werkbladen thema 1 naar een nieuwe school

werkbladen thema 1 naar een nieuwe school werkbladen thema 1 naar een nieuwe school 1.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 Tarik en Zoera gaan naar de inburgeringscursus. waar / niet

Nadere informatie

Begeleide interne stage

Begeleide interne stage Ik, leren en werken Begeleide interne stage Deel 2 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Marian van der Meijs Inhoudelijke redactie: Titel: Ik, leren

Nadere informatie

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Groep 8 Les 1. Boeven in beeld Les 1. Boeven in beeld Nationaal Gevangenismuseum Groep 8 120 minuten Samenvatting van de les De les begint met een klassikaal

Nadere informatie

EEN AFSPRAAK MAKEN VOOR EEN INTAKEGESPREK

EEN AFSPRAAK MAKEN VOOR EEN INTAKEGESPREK Maya wil een cursus Nederlands volgen. Ze moet een afspraak maken voor een intakegesprek met het Huis van het Nederlands. Wat moet je doen? 1. Luister twee keer naar het fragment. Beantwoord de vragen

Nadere informatie

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.

Nadere informatie

SPOT EEN JOB! Op bezoek bij een interimkantoor. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

SPOT EEN JOB! Op bezoek bij een interimkantoor. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS SPOT EEN JOB! Wie zoekt die vindt! Er zijn veel manieren om vacatures te vinden. In dit lespakket worden de jongeren aan het werk gezet om via verschillende kanalen vacatures te vinden: kranten, internet,

Nadere informatie

dat ik aan mijn baas en collega s moet doorgeven welke werkzaamheden ik heb gedaan en wat nog gedaan moet worden.

dat ik aan mijn baas en collega s moet doorgeven welke werkzaamheden ik heb gedaan en wat nog gedaan moet worden. CP26 rapporteren Als u in Nederland in de Handel & Dienstverlening werkt, bijvoorbeeld in een winkel of op een kantoor, moet u doorgeven aan uw baas en/of uw collega wat u gedaan heeft en wat er nog moet

Nadere informatie

EEN BRIEF NAAR DE DOCENT

EEN BRIEF NAAR DE DOCENT EEN BRIEF NAAR DE DOCENT Je hebt een vraag en je schrijft een brief naar je docent. Wat moet je doen? 1. Lees de e-mail op blad 2. Beantwoord de vragen. 2. Lees de e-mail op blad 3. Beantwoord de vragen.

Nadere informatie

Handleiding Vingerspelling en Letterherkenning.

Handleiding Vingerspelling en Letterherkenning. Handleiding Vingerspelling en Letterherkenning. Inleiding. De module Vingerspelling en Letterherkenning is onderdeel van de methode AAD. Het is de eerste module, speciaal voor degenen die het Nederlands

Nadere informatie

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: > Categorieën De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: 1 > Poten, vleugels, vinnen 2 > Leren en werken 3 > Aarde, water,

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet. Het voordoen (modelen) van het schrijven van

Nadere informatie

Werkvormen: Basis 6.1 Kwaliteiten van een vriend Reflectie Subgroepen 30 min 6.2 Hyves-profiel Reflectie Subgroepen (digi) 20 min.

Werkvormen: Basis 6.1 Kwaliteiten van een vriend Reflectie Subgroepen 30 min 6.2 Hyves-profiel Reflectie Subgroepen (digi) 20 min. Les 6: Gezocht: een vriend Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen weten wat ze belangrijk vinden in een vriendschap; Kinderen kunnen een aantal kenmerken en voorwaarden benoemen waar een vriendschap aan moet

Nadere informatie

Schrijven. U leert een kaartje te schrijven OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl

Schrijven. U leert een kaartje te schrijven OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst. Interview op zaterdag 16 mei, om 12.00 uur. Betreft een alleenstaande mevrouw met vier kinderen. Een zoontje van 5 jaar, een dochter van 7 jaar, een dochter van 9 jaar en een dochter van 12 jaar. Allen

Nadere informatie

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding Checklist Presentatie geven 2F - handleiding Inleiding De checklist Presentatie geven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een presentatie moeten kunnen geven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht

Nadere informatie

Themaboek IBL1 - Internationaal marktanalist

Themaboek IBL1 - Internationaal marktanalist Duits IBL1 Vakcode 56008 Verantwoordelijke e-mail mevr. K. Voogd k.m.voogd@saxion.nl ECTS 4 Kwartiel 1.1 en 1.2 Competenties IBL1 Prestatie-indicatoren 1.3 Zie bijlage 1 voor een overzicht van de competenties

Nadere informatie

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd 6.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken Badria wordt vandaag 5 jaar. Jan koopt een boek voor Badria.

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 7. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken. U praat met de assistente.

Nadere informatie

TOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT

TOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT TOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan het globale onderwerp bepalen in een klacht. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten

Nadere informatie

WERK ZE! Lesmateriaal voor reïntegratie

WERK ZE! Lesmateriaal voor reïntegratie ld be e or Vo WERK ZE! Lesmateriaal voor reïntegratie Stichting Lezen & Schrijven t 070 302 26 60 www.lezenenschrijven.nl Auteur Elma Draaisma Vormgeving 7Causes Eindeloos Medeauteurs en klankbordgroep

Nadere informatie

Schrijven: formulieren 2

Schrijven: formulieren 2 OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding (Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding Aan de slag met lezen in beroepsgerichte vakken Voor de verbetering van leesvaardigheid is het belangrijk dat leerlingen regelmatig en veel lezen. Hoe krijg

Nadere informatie

CURRICULUM VITAE. Ken jezelf! Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

CURRICULUM VITAE. Ken jezelf! Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS CURRICULUM VITAE In dit lespakket maken jongeren hun cv. Vermits sommige jongeren al van bij het begin van het schooljaar op zoek gaan naar een job of stageplaats, maken ze zeer snel een eerste exemplaar

Nadere informatie

Ga een boodschap doen in een Nederlandse winkel. Je moet wachten tot je aan de beurt bent. Als je wacht, luister je goed als andere mensen praten.

Ga een boodschap doen in een Nederlandse winkel. Je moet wachten tot je aan de beurt bent. Als je wacht, luister je goed als andere mensen praten. Bij hoofdstuk 16 - vragen. : Ga een boodschap doen in een Nederlandse winkel. Je moet wachten tot je aan de beurt bent. Als je wacht, luister je goed als andere mensen praten. Hoor je mensen vragen stellen?

Nadere informatie

september 2013 Huygens College Kernuur Leesles Muziek Engels Dans PROJECT TITEL Werkboek First ID

september 2013 Huygens College Kernuur Leesles Muziek Engels Dans PROJECT TITEL Werkboek First ID september 2013 Huygens College Kernuur NAAM JAAR KLAS VAK PROJECT TITEL Leesles Muziek Engels Dans Werkboek First ID Inhoud Werkboek First ID 4 Het gebruik van de Powerpoint 7 Instructie voor het gebruik

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Dan laat Soumiya aan Taban en Ama

Nadere informatie

Les 3 Samenvatten Leestekst: Verhuizen. 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen welke vraag we onszelf moesten stellen om te kunnen samenvatten?

Les 3 Samenvatten Leestekst: Verhuizen. 2. Vraag: Kan iemand mij vertellen welke vraag we onszelf moesten stellen om te kunnen samenvatten? Les 3 Samenvatten Leestekst: Verhuizen "Welkom:..." Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we weer samenvatten." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen welke vraag we onszelf moesten stellen om te kunnen samenvatten?"

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

In de klas aan verstaanbaarheid werken

In de klas aan verstaanbaarheid werken In de klas aan verstaanbaarheid werken Spreek Beter I. Hoe kunnen we in de klas effectief aan de verstaanbaarheid werken? Vraag u als docent eens af hoe het eigenlijk gesteld is met de verstaanbaarheid

Nadere informatie

Je bent ziek. Je kan niet naar de les gaan. Je kan een mail sturen naar een collega of naar je docent. Je kan ook naar het secretariaat bellen.

Je bent ziek. Je kan niet naar de les gaan. Je kan een mail sturen naar een collega of naar je docent. Je kan ook naar het secretariaat bellen. IK BEN ZIEK Je bent ziek. Je kan niet naar de les gaan. Je kan een mail sturen naar een collega of naar je docent. Je kan ook naar het secretariaat bellen. Wat moet je doen? 1. Lees de briefjes op blad

Nadere informatie

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Leraar: Dag Jef. Jef: Dag mevrouw. Hoe gaat het met u? Leraar: Goed, dank je. En met jou? Jef: Ook goed. ----------- Mark: Hallo

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Docentenhandleiding. CP15 het functioneringsgesprek. dh15-v2.0. daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved

Docentenhandleiding. CP15 het functioneringsgesprek. dh15-v2.0. daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved Docentenhandleiding CP15 het functioneringsgesprek dh15-v2.0 INBURGEREN daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved Het functioneringsgesprek CP15 Waar gaat het over?

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid Opdracht 1 bij 4.1 * Doe de opdracht in groepjes. Uitleg voor de docent: Verdeel de klas in groepjes van vier à vijf cursisten. Op deze pagina staan kaartjes met lichaamsdelen

Nadere informatie

LEERKRACHTGEDEELTE: LETTERS MET JE LIJF

LEERKRACHTGEDEELTE: LETTERS MET JE LIJF LEERKRACHTGEDEELTE: LETTERS MET JE LIJF Omschrijving van de activiteit De leerlingen geven elkaar mondelinge instructies om met hun lichaam letters en korte woordjes te vormen; andere leerlingen moeten

Nadere informatie

werkbladen, telefoons en opnametoestel

werkbladen, telefoons en opnametoestel DE BAAN OP! De jongeren organiseren zelf één of meerdere bedrijfsbezoeken. Ze verzamelen informatie over verschillende bedrijven en op basis hiervan kiezen ze met de hele klas het meest interessante bedrijf

Nadere informatie

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam. Formeel en informeel Tijdens je stage praat je veel met mensen. Soms is het een officieel gesprek, soms een gezellig praatje met een collega. Dit noem je formele en informele gesprekken. Formeel betekent

Nadere informatie