Inhoudsopgave. Luisterteksten en instructies bij de oefen-cd 201. Grammaticaoverzicht 233. Correctiesymbolen schrijfvaardigheid 269.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhoudsopgave. Luisterteksten en instructies bij de oefen-cd 201. Grammaticaoverzicht 233. Correctiesymbolen schrijfvaardigheid 269."

Transcriptie

1 Inhoudsopgave Thema 1 Wie is dat? 7 Thema 2 Hoe spel je dat? 33 Thema 3 Hoeveel? 47 Thema 4 Hoe laat is het? 55 Thema 5 Wanneer ben jij jarig? 67 Thema 6 Wanneer zijn de winkels open? 75 Thema 7 Kun je dit formulier invullen? 87 Thema 8 Wat doe jij op een dag? 103 Thema 9 Ga je mee? 117 Thema 10 Wat is je telefoonnummer? 135 Thema 11 Wat is er aan de hand? 143 Thema 12 Eet jij gezond? 163 Thema 13 Wat eten we vandaag? 177 Thema 14 Waar is? 191 Luisterteksten en instructies bij de oefen-cd 201 Grammaticaoverzicht 233 Correctiesymbolen schrijfvaardigheid 269 De klinkers 270 De medeklinkers 271 Inhoud 5

2 Goedemorgen! Goedemiddag! Goedenavond! Hallo Naima, hoe gaat het? Ook goed! Goed, en met jou? Hoe gaat het (ermee)? Goed! Hoe is het (ermee)? Hoe gaat het met jou / je? Hoe is het met jou / je? Het gaat wel! Niet zo goed! Slecht! Dag Lina! Tot vrijdag! Ja, dag Naima! Tot vrijdag! Dag! Doei! Tot dag! Tot ziens! 6

3 Thema 1 Wie is dat? Ik weet het niet! 1 Hoe heet jij? Hoe heet jij? Ik heet Vartan. Vartan! Dag meneer. Dag mevrouw. Hallo! Ik heet Lina. En jij? Hoi, ik heet Vartan. Monserrat, dit is Vartan. Aangenaam! Prettig kennis met je te maken. Ben jij Naima? Ben jij Vartan? Nee, ik ben Dorjee. Dit is Vartan. Pardon? Wat zeg je? 7

4 2 Uit welk land kom jij? Ik kom uit Tibet. Uit welk land kom jij, Monserrat? Uit Syrië. Ik kom uit de Filipijnen. En jij Lina? Waar kom jij vandaan? Ik kom uit Syrië. Uit Syrië. En jij? Uit welk land kom jij? Ik kom uit Syrië. Uit Syrië. En jij? Uit welk land komen ze? Zet een X in de juiste kolom. Dialoog 1 Syrië de Filipijnen Marokko Armenië Tibet 1 Vartan Lina Dialoog 2 3 Monserrat Dorjee Dialoog 3 5 Naima

5 3 Welke taal spreek jij? Welke taal spreek jij? Ik spreek Filipijns, Engels en een beetje Nederlands. Engels Welke taal spreek jij? Welke talen spreek jij? Ik spreek Engels. Engels. En jij? Ik spreek Engels en Nederlands. Engels en Nederlands. En jij? 3.1 Welke taal spreken ze? Onderstreep de talen die je hoort. VOORBEELD: Engels Frans Nederlands 1 Nederlands 2 Chinees 3 Bulgaars Pools Russisch Zweeds Portugees Frans Duits Engels Engels Italiaans Turks Arabisch Spaans 3.2 Welke taal spreken de cursisten van Karin? Zet een X in de juiste kolom. Arabisch Tibetaans Turks Armeens Filipijns Dialoog 1 1 Naima Vartan Dialoog 2 3 Dorjee Monserrat Lina

6 4 Waar woon jij? Waar woon jij? Ik woon in Amsterdam. In Amsterdam. En jij? 5 Hoe ga jij naar de les? Hoe ga jij (je)* naar de les? Met de trein. Lopend. Met de bus. Met de metro. Met de tram. Op de fiets. Met de auto. * Jij is de beklemtoonde vorm en je is de onbeklemtoonde vorm. Zie ook p

7 5.1 Wie is dat? Een vrouw en een man gaan naar Nederlandse les. Ze zitten allebei in de klas van Karin. Omcirkel ( ) de letter van het juiste antwoord. Eerste luisterronde: Wat weet je over de vrouw? 1 Ze heet a Naima. b Lina. c Monserrat. 2 Ze komt uit a Marokko. b de Filipijnen. c Spanje. 3 Ze spreekt a Arabisch. b Arabisch en Engels. c Arabisch, Engels en Nederlands. Tweede luisterronde: Wat weet je over de man? 4 Hij heet a Vartan. b Abdel. c Dorjee. 5 Hij komt uit a Armenië. b Tibet. c Marokko. 6 Hij spreekt a Tibetaans. b Armeens. c Tibetaans en Nederlands. Derde luisterronde: Hoe gaan de man en de vrouw naar de les? 7 Zij gaat naar de les. a b c 8 Hij gaat naar de les. a b c 11

8 5.2 Interview Interview vier cursisten uit de klas. Schrijf een kort antwoord op. Vartan Tibetaans naam land taal woonplaats vervoermiddel Vartan Armenië Armeens Diemen bus Is de informatie juist of niet juist? VOORBEELD: Vartan spreekt Armeens. Dat klopt! Vartan komt uit China. Dat klopt niet! Ik kom uit Armenië Dat klopt! Dat klopt niet! Klopt de informatie over Vartan? Kijk naar de informatie in oefening Vartan komt uit Syrië. 2 Vartan spreekt Turks. 3 Vartan woont in Diemen. 4 Vartan gaat lopend naar de les. De informatie is juist. De informatie is niet juist. Dat klopt! Dat klopt niet! 12

9 5.3.2 Schrijf vier zinnen op over een cursist uit de klas! 1... komt spreekt woont gaat... naar de les Hij en zij Wie is dat? Uit welk land komt hij? Welke taal spreekt hij? Waar woont hij? Hoe gaat hij naar de les? Dat is Vartan. Hij komt uit Armenië. Hij spreekt Armeens. Hij woont in Diemen. Hij gaat met de bus naar de les. de man Hoe heet zij? Uit welk land komt ze*? Welke talen spreekt ze? Waar woont ze? Hoe gaat ze naar de les? Zij heet Monserrat. Ze komt uit de Filipijnen. Ze spreekt Filipijns en Engels. Ze woont in Badhoevedorp. Ze gaat met de tram naar de les. de vrouw * Zij is de beklemtoonde vorm en ze is de onbeklemtoonde vorm. Zie ook p A/B-oefening Voor deze oefening wordt gebruikgemaakt van materiaal uit de handleiding. 13

10 6 Ben jij getrouwd? Heb jij kinderen? Ben jij getrouwd? Ja, ik ben getrouwd. Nee, ik ben niet getrouwd. Nee, ik ben gescheiden. Nee, ik woon samen met mijn vriend / vriendin. de jongen het meisje Heb jij kinderen? Hoeveel kinderen heb je? Ja, ik heb kinderen. Nee, ik heb geen kinderen. Ik heb één (1) kind, een zoon / een jongen. Ik heb één (1) kind, een dochter / een meisje. Ik heb vier (4) kinderen, twee (2) zoons / jongens en twee (2) dochters / meisjes. de zoon de dochter 6.1 Luisteroefening Eerste luisterronde: Zijn ze getrouwd, zijn ze gescheiden of wonen ze samen? Luister naar de dialogen. Zet een X in de juiste kolom. 14

11 Tweede luisterronde: Hebben ze kinderen? Zijn het zoons of dochters? Luister nog een keer. Schrijf 1, 2, 3 in de juiste kolom. is getrouwd is gescheiden woont samen heeft kinderen zoon(s) dochter(s) Dialoog 1 Lina Dialoog 2 Vartan Naima Dialoog 3 Monserrat Dorjee Interview Interview vier cursisten uit de klas. naam getrouwd? kinderen? zoon(s)? dochter(s)? Vartan ja ja Hij en zij Is Monserrat getrouwd? Met wie? Ja, zij is getrouwd. Met Paul. Heeft Monserrat kinderen? Hoeveel? Ja, zij heeft kinderen. Twee. Heeft Naima kinderen? Ja, zij heeft één kind, een dochter. Is Dorjee getrouwd? Nee, hij is gescheiden. 15

12 7 Hoe lang woon jij (al) in Nederland? Hoe lang woon jij (al) in Nederland? Ik woon één (1) jaar in Nederland. Één (1) jaar. Ik woon al vijf (5) jaar in Nederland. Al vijf (5) jaar. Ik woon nog maar twee (2) weken in Nederland. Nog maar twee (2) weken. En jij? 1 dag 7 dagen = 1 week 4 weken = 1 maand 12 maanden = 1 jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar 5 jaar R = al vijf jaar (lange periode) O 2 weken = nog maar twee weken (korte periode) 16

13 8 Wie ben jij? 8.1 Persoonlijke gegevens Vul je persoonlijke gegevens in. IN BLOKLETTERS Naam en voornaam Land Getrouwd alleenstaand gescheiden samenwonend weduwe / weduwnaar (Omcirkel ( ) wat van toepassing is.) Kinderen: ja nee (Omcirkel ( ) wat van toepassing is.) zoon(s) dochter(s) Talen: Periode in Nederland: 8.2 Wie is dat? Bekijk de persoonlijke gegevens van een medecursist. Stel hem aan een andere cursist voor. VOORBEELD: Dit is Hij / zij 17

14 8.3 Post! Situatie Gisteren kreeg je deze brief. Hallo, Ik heet Lawrence Ona en ik woon in Leeuwarden in een klein appartement. Ik kom uit Sierra Leone. Dat ligt in Afrika. Ik heb in Moskou scheikunde gestudeerd en ik heb daar tien jaar gewoond. Mijn vrouw Svetlana komt uit Moskou. Wij hebben twee zoons. Ik wilde terug naar Sierra Leone maar daar was het oorlog. Dus ben ik naar Nederland gekomen. Ik woon hier nu vier jaar en ik werk in een zuivelfabriek. Ik spreek Engels, Russisch en nu ook Nederlands. Mijn vrouw komt volgende maand naar Nederland met de kinderen. Dan zijn we opnieuw samen. Schrijf me alsjeblieft terug en vertel iets over jezelf. Hartelijke groeten, Lawrence Wie heeft deze brief geschreven?. 18

15 8.3.2 Lees de brief en zoek enkele details. Omcirkel ( ) de letter van het juiste antwoord. 1 Lawrence komt a uit Nederland. b uit Sierra Leone. c uit Rusland. 2 Lawrence woont a in Leeuwarden. b in Afrika. c in Moskou. 3 Lawrence is a niet getrouwd. b getrouwd. c gescheiden. 4 Hoe heet de vrouw van Lawrence?... 5 Lawrence heeft a geen kinderen. b een kind. c twee kinderen. 6 Lawrence woont a tien jaar in Nederland. b vier jaar in Nederland. 7 De vrouw van Lawrence woont a in Leeuwarden. b in Afrika. c in Moskou. 8.4 Een brief schrijven Schrijf een brief aan Lawrence. Schrijf naast elke foto jouw persoonlijke informatie. Schrijf je naam onder de brief. Ik woon samen met mijn vriend. Let op! Begin elke zin met een hoofdletter. Ik woon samen met mijn vriend. Begin elke zin met Ik + een werkwoord. Ik woon samen met mijn vriend. Eindig elke zin met een punt. Ik woon samen met mijn vriend. 19

16 Beste Lawrence, Bedankt voor je brief. Vartan Tibetaans Schrijf me alsjeblieft terug. Dan kan ik mijn Nederlands een beetje oefenen. Hartelijke groeten,... 20

17 Op stap in Nederland Emma en Daan populairste voornamen Meest gekozen meisjesnamen in Nederland Emma Julia Sophie Lotte Lisa Meest gekozen jongensnamen in Nederland Daan Sem Milan Luuk Lucas Sara en Mohamed aan de top in Amsterdam Sara en Mohamed zijn al jaren de meest populaire voornamen in de hoofdstad. Bekende Nederlanders met deze namen zijn de cabaretière Sara Kroos en de acteur Mohamed Chaara. Bronnen: en 21

18 Wat kan ik? 1 Welke vragen stelt een journalist van een krant aan één van de cursisten van Karin? Journalist Vartan Journalist Vartan Journalist Vartan Journalist Vartan Journalist Vartan Journalist Vartan Journalist Vartan Journalist... jij Vartan? Ja. Uit jij, Vartan? Uit Armenië.... je getrouwd? Ja, ik ben getrouwd.... je kinderen? Ja, vier.... woon jij? In Amsterdam.... cursisten zitten er in de klas? Negen.... talen... jij? Armeens, Arabisch en een beetje Nederlands. Je spreekt al goed Nederlands. Bedankt voor het interview en nog veel succes met de cursus Nederlands. Tot ziens! 22

19 2 Hoe reageren zij? Dag Karin, met Dorjee. Hoe gaat het?...!...? uur Goede...! Dit is Dorjee!...!... Lina!... morgen! uur Goede...! uur Goede...! Vartan! 23

20 3 Onder de pijl vind je een zin (Let op! ij = 1 letter) U Vartan..... in Diemen. 2 Monserrat..... twee kinderen. 3 Naima heeft één...., een dochter. 4 Ik... één kind. 5 Lina Arabisch. 6 Nederland is een woon jij? 8 Nee, ik heb.... kinderen. 9 Heb jij ? Ja, twee zoons Monserrat getrouwd? Ja, met een Nederlander. 11 Nee, ik ben.... getrouwd. 12 Hoe gaat het met jou? Dorjee is niet meer getrouwd. Hij is Hoe.... jij? Lina. 15 Naima is een vrouw. Vartan is een Wat zeg je? = ? dagen = twee Uit.... land komt hij? 19 Naima heeft één kind: het is geen jongen maar een Hoe.... woont Monserrat in Nederland? Acht jaar. 21 Hoe ga.. naar de les? Met de bus. 22 Waar woon jij?.. woon in Maastricht. 24

21 Woordenschat de vrouw de vrouwen de vriend de vrienden de maand de maanden de fiets de fietsen de trein de treinen de brief de brieven de man de mannen de vriendin de vriendinnen de bus de bussen de les de lessen de klas de klassen de naam de namen de taal de talen de week de weken de vraag de vragen de jongen de jongens de tram de trams de dochter de dochters Let op: de zoon de zoons / de zonen de auto de auto s Zelfstandig naamwoord het land de landen het antwoord de antwoorden het jaar de jaren Let op: Ik woon al twee (2) jaar in Nederland. het meisje de meisjes het kind de kinderen heten wonen komen spreken schrijven luisteren (naar) lezen zijn hebben gaan Werkwoord 25

22 Uitspraak en spelling de a van bal en de aa van maan de o van zon en de oo van boom Grammatica ik heet woon kom spreek hij, zij (ze)* heet woont komt spreekt schrijf luister (naar) lees schrijft luistert (naar) leest ik ben hij, zij (ze)* is heb heeft * Zij is de beklemtoonde vorm en ze is de onbeklemtoonde vorm. Zie ook p Hoe Hoe Hoe Hoe Hoeveel Hoeveel Hoeveel Waar Waar Hoe lang Hoe lang Uit welk land Uit welk land Welke taal / talen Welke taal / talen Vraag met vraagwoord heet jij? heet je zoon? ga jij naar de les? gaat Naima naar de les? talen spreek jij? talen spreekt Naima? kinderen heeft Naima? woon jij? woont Naima? woon jij (al) in Nederland? woont Dorjee (al) in Nederland? kom jij? komt Naima? spreek jij? spreekt Naima? Lina. Omar. Met de bus. Lopend. Vijf. Drie. Één. Antwoord In Utrecht. In Amsterdam. Al tien jaar. Nog maar vijf maanden. Uit Frankrijk. Uit Marokko. Frans en Nederlands. Arabisch, Engels en Frans. 26

23 zondervoorkennisvanhetnederlands. EuropeesReferentiekadervandeRaadvanEuropa. STAP 2NIEUWleidtnaarniveauA2. nodigzijnvoordecommunicatieinalledaagsesituaties. voorevaluatie. STAP 2NIEUWbestaatuit: tekst-enwerkboekinclusiefaudio-cd grammatica&oefeningen ISBN NIEUW GRAMMATICA & OEFENINGEN Ben jij getrouwd? Is Vartan getrouwd? Is hij gescheiden? Heb jij kinderen? Heeft Monserrat kinderen? Heeft zij een auto? Ja / nee-vraag Woon jij in Den Haag? Woont Dorjee in Amsterdam? Woont hij al lang in Nederland? Spreek jij Nederlands? Spreekt Naima Nederlands? Spreekt zij Chinees? Ja. / Nee. Antwoord Grammaticaoverzicht p. 248 en p Stap 2 NIEUW iseeneentalige,communicatieveleergangnederlandsvooranderstaligen bestaatuitdriedelendieleidennaarhetbeginvanniveaub1vanhet isbedoeldvoorgebruikinklassikaalverband. traintdecursisteninhetontwikkelenvanpraktischevaardighedendie maaktveelgebruikvanauthentiekmateriaal. heefteenthematischeopbouw. biedtmogelijkhedenvoorhetverdiepenenherhalenvandeleerstofen Stap 2 Nederlands voor anderstaligen Stap 1 2 Nederlands voor anderstaligen NIEUW Meer oefeningen staan in het boek Stap 1/2 Grammatica & Oefeningen op p A2 Training uitspraak en spelling De a van bal en de aa van maan Oefening 1 Zijn de woorden die je hoort gelijk of verschillend? Oefening 2 Hoor je a of aa? a aa a aa één letter een korte klank klinkt als een hond: waf, waf, waf twee letters een lange klank klinkt als bij de dokter: zeg eens aaaaa 27

24 Oefening 3 Welk woord hoor je? Zet een X bij het woord dat je hoort. a aa 1 de mand de maand 2 de rat de raat 3 de mat de maat 4 de zak de zaak 5 de hak de haak 6 de ram het raam 7 Bart de baard 8 de bal de baal 9 de man de maan 10 de lat laat 28

25 Oefening 4 Zoek woorden met a en aa in je tekst-/werkboek. a aa één letter twee letters de dag de man een korte klank de maand de naam een lange klank Oefening 5 Lees- en schrijfoefening Voor deze oefening wordt gebruikgemaakt van materiaal uit de handleiding. De o van zon en de oo van boom Oefening 1 Zijn de woorden die je hoort gelijk of verschillend? Oefening 2 Hoor je o of oo? o oo o oo één letter een korte klank klinkt als een trommel: bom, bom, bom twee letters een lange klank klinkt als: ooo, wat een mooie ring 29

26 Oefening 3 Welk woord hoor je? Zet een X bij het woord dat je hoort. o oo 1 de rok de rook 2 de zon de zoon 3 kort de koord 4 de bom de boom 5 het schot de schoot 6 het bos boos 7 de kop koop 8 het bot de boot 9 de pot de poot 10 de ton de toon 30

27 Oefening 4 Zoek woorden met o en oo in je tekst-/werkboek. o oo één letter twee letters een korte klank een lange klank kom tot de zoon de school Oefening 5 Lees- en schrijfoefening Voor deze oefening wordt gebruikgemaakt van materiaal uit de handleiding. Dit kan ik! Zet een X in het vakje als je het kunt! 1 Ik kan vragen hoe het met iemand gaat. Hoe is / gaat het met jou? Hoe is / gaat het (ermee)? 2 Ik kan zeggen hoe het met me gaat. Goed. Het gaat wel. Niet zo goed. Slecht. 3 Ik kan een man begroeten. Dag meneer! Dag meneer! Goedemorgen / goedemiddag / goedenavond! 4 Ik kan een vrouw begroeten. Dag mevrouw! Dag mevrouw! Goedemorgen / goedemiddag / goedenavond! 5 Ik kan een bekende begroeten. Hallo, dag, hoi! 31

28 6 Ik kan afscheid nemen. Dag!, Tot!, Doei! 7 Ik kan om herhaling vragen. Pardon? Wat zeg je? 8 Ik kan mezelf voorstellen. Ik heet Ik ben Ik kom uit Ik spreek Ik woon in Ik woon al / nog maar in Nederland. Ik ben (niet) getrouwd. Ik heb (geen) kinderen. 9 Ik kan iemand voorstellen. Dit / Dat is 10 Ik kan reageren als iemand een persoon aan mij voorstelt. Prettig kennis met je te maken. Aangenaam. 11 Ik kan vragen stellen aan iemand (persoonlijke gegevens). Hoe heet jij? Uit welk land kom jij? Waar kom jij vandaan? Welke taal (talen) spreek jij? Waar woon jij? Hoe lang woon jij (al) in Nederland? Hoe ga jij naar de les? Ben jij getrouwd? Heb jij kinderen? 12 Ik kan informatie vragen over een man of een vrouw (persoonlijke gegevens). Wie is dat? Hoe heet hij / zij? Welke taal (talen) spreekt hij / zij? Uit welk land komt hij / zij? Waar woont hij / zij? Hoe lang woont hij / zij (al) in Nederland? Hoe gaat hij / zij naar de les? Is hij / zij getrouwd? Heeft hij / zij kinderen? 13 Ik kan informatie op zijn juistheid beoordelen. Dat klopt (niet)! 14 Ik kan zeggen dat ik iets niet weet. Ik weet het niet! Op de oefen-cd kun je dialogen oefenen (tracks 2 14). De luisterteksten en instructies bij de oefen-cd staan op p

Wie is dat? thema. Hoe heet jij? Ik weet het niet! Beatriz. Marco. Hallo, ik heet Jürgen. Dag mevrouw. Dag meneer. Hoi! Ik heet Bushra. En jij?

Wie is dat? thema. Hoe heet jij? Ik weet het niet! Beatriz. Marco. Hallo, ik heet Jürgen. Dag mevrouw. Dag meneer. Hoi! Ik heet Bushra. En jij? thema 1 Ik weet het niet! 1 Hoe heet jij? Beatriz Hoe heet jij? Ik heet Jürgen. Dag meneer. Dag mevrouw. Hallo, ik heet Jürgen. Hoi! Ik heet Bushra. En jij? Jürgen, dit is Lei San. Leuk met je kennis te

Nadere informatie

6 Ben jij getrouwd? 6 Ben jij getrouwd? 6.1 luisteroefening (cd) 6.2 spreekoefening a zichzelf voorstellen

6 Ben jij getrouwd? 6 Ben jij getrouwd? 6.1 luisteroefening (cd) 6.2 spreekoefening a zichzelf voorstellen thema 1 Spreekvaardigheid - informatie geven en vragen over persoonlijke gegevens Schrijfvaardigheid - persoonlijke gegevens invullen - een kort briefje schrijven Leesvaardigheid - persoonlijke gegevens

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

Wie ben jij? HOOFDSTUK 1 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik... Paula. a heet b naam. 2... kom je vandaan? a Hoe b Waar

Wie ben jij? HOOFDSTUK 1 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik... Paula. a heet b naam. 2... kom je vandaan? a Hoe b Waar 5 5 HOOFDSTUK 1 Wie ben jij? WOORDEN 1 1 Ik... Paula. a heet b naam 2... kom je vandaan? a Hoe b Waar 3 Ik ga... mijn vriend naar het restaurant. a uit b met 2 1 Mijn... is Derek. a huisnummer b naam 2

Nadere informatie

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Leraar: Dag Jef. Jef: Dag mevrouw. Hoe gaat het met u? Leraar: Goed, dank je. En met jou? Jef: Ook goed. ----------- Mark: Hallo

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

Anna en Noah starten met een opleiding in een avondschool. Ze doen een graduaat marketing. Tijdens de eerste pauze praten ze met elkaar.

Anna en Noah starten met een opleiding in een avondschool. Ze doen een graduaat marketing. Tijdens de eerste pauze praten ze met elkaar. JEZELF VOORSTELLEN Anna en Noah starten met een opleiding in een avondschool. Ze doen een graduaat marketing. Tijdens de eerste pauze praten ze met elkaar. Wat moet je doen? 1. Lees de dialoog op blad

Nadere informatie

Wie is dat? Je leert jezelf voorstellen. Je leert iemand begroeten en van iemand afscheid nemen. Je leert vragen en zeggen hoe het gaat.

Wie is dat? Je leert jezelf voorstellen. Je leert iemand begroeten en van iemand afscheid nemen. Je leert vragen en zeggen hoe het gaat. thema 1 Wie is dat? Je leert iemand begroeten en van iemand afscheid nemen. Je leert vragen en zeggen hoe het gaat. Je leert jezelf voorstellen. Je leert iemand voorstellen. Je leert een eenvoudig formulier

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

Dag! kennismaken. Ik ben Eric.

Dag! kennismaken. Ik ben Eric. Vocabulaire Oefening 1 Woordweb Dag! Waar kom je vandaan? groeten Goedemorgen! de ontmoeting Hoe heet je? kennismaken Hoi! mensen Hallo! Ik ben Eric. nieuw Ik kom uit Engeland. Hallo, ik ben Mila. Ik ben

Nadere informatie

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken www.edusom.nl Opstartlessen Les 1. Kennismaken Wat leert u in deze les? Uzelf voorstellen Kennismaken Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam HET GESPREK

Nadere informatie

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om

Nadere informatie

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Inleiding heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het eerste deel van het

Nadere informatie

Les 1. A Het alfabet. Rose Omar. Welkom! Welcome! Bienvenue! እንቛዕ ብደሓን መጻእኩም! Hallo, wat is jouw naam? Mijn naam is Rose. = ik mijn.

Les 1. A Het alfabet. Rose Omar. Welkom! Welcome! Bienvenue! እንቛዕ ብደሓን መጻእኩም! Hallo, wat is jouw naam? Mijn naam is Rose. = ik mijn. Les A Het alfabet Wat zeg je in jouw taal? Schrijf. Welkom! Welcome! Bienvenue! أهلا وسهلا! እንቛዕ ብደሓን መጻእኩም! خوش آمدید Schrijf je voornaam op een papiertje. Rose Omar Bekijk de foto en luister. Hallo,

Nadere informatie

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL 7.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 2 3 Badria vindt Nederlands moeilijk. De juf komt op huisbezoek.

Nadere informatie

1.1 De vorm van het personaal pronomen: subject, object en na prepositie. 1 ik me mij. 2 je jij je jou. 3 hij hem ( m) hem.

1.1 De vorm van het personaal pronomen: subject, object en na prepositie. 1 ik me mij. 2 je jij je jou. 3 hij hem ( m) hem. Hoe gaat het? Uitleg 1 Het personaal pronomen In tekst 1 en 2 is het personaal pronomen vetgedrukt. Tekst 1 (het personaal pronomen is subject van de zin) Mira en Bert wonen in Utrecht. Ze kennen elkaar

Nadere informatie

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,

Nadere informatie

Spreken. Les 5: Wat zeg je? Gezondheid OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl

Spreken. Les 5: Wat zeg je? Gezondheid OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen www.edusom.nl Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen Het is belangrijk om veel woorden te leren. In deze extra les vindt u extra woorden bij de Opstartlessen 1 t/m 5. Kijk ook eens naar

Nadere informatie

Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl

Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij? Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij? Wat een mooie luchtballonnen! Geel, oranje, groen en blauw. Kies maar uit Daan,

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Thema Gezondheid Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes! 1 HET GESPREK

Nadere informatie

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. UW MENING GEVEN spreken inleiding en doel Een mening is wat iemand denkt of vindt. U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. U leert ook uw mening geven. Uw mening geven

Nadere informatie

werkbladen thema 1 naar een nieuwe school

werkbladen thema 1 naar een nieuwe school werkbladen thema 1 naar een nieuwe school 1.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 Tarik en Zoera gaan naar de inburgeringscursus. waar / niet

Nadere informatie

Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs

Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs Lesmateriaal hoofdstuk 4 Spreken Oefeningen uit Voorbereiding op Werk De volgende tien oefeningen zijn afkomstig van de website behorende bij: Verboog, M. & Adèr,

Nadere informatie

Schrijven: formulieren 2

Schrijven: formulieren 2 OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

IK ZOEK EEN STUDENTENJOB

IK ZOEK EEN STUDENTENJOB Je bent student. Je zoekt een studentenjob. Je gaat naar een interimkantoor. Daar moet je je eerst inschrijven en dan kan je een job krijgen. Wat moet je doen? 1. Vul het inschrijvingsformulier in op blad

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek ntwoord geven op vragen Inleiding Maria heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het

Nadere informatie

Thema 4 Communicatie. Taalhulp Telefoneren. Informele situaties - opbellen en opnemen. Hoi, Diana. Hallo, Diana van Someren. Hi, met. Hé, met John.

Thema 4 Communicatie. Taalhulp Telefoneren. Informele situaties - opbellen en opnemen. Hoi, Diana. Hallo, Diana van Someren. Hi, met. Hé, met John. Thema 4 Communicatie Taalhulp Telefoneren Informele situaties - opbellen en opnemen Hoi, Diana. Hallo, Diana van Someren. Hi, met. Hé, met John. Met Diana. Met Diana van Someren. Is John ook? Is Diana

Nadere informatie

TAKENBOEK DEEL 1 0-A1

TAKENBOEK DEEL 1 0-A1 TAKENBOEK DEEL 1 0-A1 Basisleergang Nederlands voor anderstaligen Universiteit van Amsterdam, Instituut voor Nederlands Taalonderwijs en Taaladvies (INTT) Nicky Heijne Marten Hidma Karolien Kamma Vrije

Nadere informatie

Thema In en om het huis.

Thema In en om het huis. http://www.edusom.nl Thema In en om het huis. Les 22. Een huis zoeken Wat leert u in deze les? Praten over uw huis Informatie over het vinden van een nieuwe woning Praten over wat afgelopen is Veel succes!

Nadere informatie

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

2c nr. 1 zinnen met want en omdat OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Meneer Bashir gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen. Ze praten.

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen

Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen Opdracht 1 bij 8.2 Lees de vragen. Geef antwoord. 1. Kun je bij jou in de buurt cursussen volgen? Waar dan? 2. Volg jij een cursus of heb je een cursus gevolgd? Welke

Nadere informatie

Het thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel.

Het thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel. Tekst Audio Les 7 /m 11 Radio Amsterdam Les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel. Track 1 Jingle Track 2 Het thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel.

Nadere informatie

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden. 1 Werkwoord (wonen, werken, lopen,...) wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden. 8 Grammatica is niet moeilijk 1.1 woon, woont, wonen Ik woon nu in Nederland. Jij woont nu in Nederland. U woont nu

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven

Nadere informatie

Actielessen. Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl

Actielessen. Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl http://www.edusom.nl Actielessen Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Nieuwe woorden Grammatica: werkwoorden in de verleden tijd Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente

Nadere informatie

Nederlands voor zelfstudie

Nederlands voor zelfstudie Nederlands voor zelfstudie Prisma Taaltraining Nederlands voor zelfstudie Willy Hemelrijk Uitgeverij Unieboek Het Spectrum bv, Houten-Antwerpen Auteur: Willy Hemelrijk, met adviezen van Afdeling Nederlands

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Een man, meneer Wong, gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen.

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 7. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag vrij.

Nadere informatie

Basisexamen inburgering in het buitenland. Auteurs: Karine Bloks-Jekel, Willemijn de Graaf, Marieta Plattèl, Rian Senden, Rosanne Vermaat

Basisexamen inburgering in het buitenland. Auteurs: Karine Bloks-Jekel, Willemijn de Graaf, Marieta Plattèl, Rian Senden, Rosanne Vermaat TAALCOMPLEET Basisexamen inburgering in het buitenland Inburgeringsexamen buitenland 1e druk 2014 ISBN Inburgeringsexamen buitenland: 978-94-90807-21-4 Copyright: KleurRijker B.V., info@kleurrijker.nl

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken. U praat met de assistente.

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Lesbrief 14. Naar personeelszaken. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.

Nadere informatie

EEN BRIEF NAAR DE DOCENT

EEN BRIEF NAAR DE DOCENT EEN BRIEF NAAR DE DOCENT Je hebt een vraag en je schrijft een brief naar je docent. Wat moet je doen? 1. Lees de e-mail op blad 2. Beantwoord de vragen. 2. Lees de e-mail op blad 3. Beantwoord de vragen.

Nadere informatie

Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1

Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1 15/10/14 1 Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1 1. (komen) Waar.... jij vandaan? 2. Uit welk land.... u? 3. Brenda.... vandaag uit Engeland. 4. Wij.... uit België. 5. Wanneer.... zij thee drinken?

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw, Maria, gaat weer naar de winkel om over werk te

Nadere informatie

Grammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7.

Grammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7. Grammatica Inhoud 1. De en het 2. Meervoud 3. Werkwoord 4. Vraagwoorden 5. Zinnen maken 1 6. Zinnen maken 2 7. Zinnen maken 3 8. Zinnen maken 4 9. Niet en geen 10. Lange woorden 11. Het verkleinwoord 12.

Nadere informatie

Spreken. Les 2: Wat zeg je? Bus, tram en trein. SPREKEN NIVEAU A1

Spreken. Les 2: Wat zeg je? Bus, tram en trein. SPREKEN NIVEAU A1 SPREKEN NIVEAU A1 www.nt2taalmenu.nl Wat leer je? Spreken Les 2: Wat zeg je? Bus, tram en trein In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen, bijvoorbeeld in

Nadere informatie

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst. Interview op zaterdag 16 mei, om 12.00 uur. Betreft een alleenstaande mevrouw met vier kinderen. Een zoontje van 5 jaar, een dochter van 7 jaar, een dochter van 9 jaar en een dochter van 12 jaar. Allen

Nadere informatie

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt

Nadere informatie

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd 6.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken Badria wordt vandaag 5 jaar. Jan koopt een boek voor Badria.

Nadere informatie

Het taalconflict in België Vlamingen gedropt in Wallonië

Het taalconflict in België Vlamingen gedropt in Wallonië Het taalconflict in België Vlamingen gedropt in Wallonië België is officieel tweetalig, maar de Vlamingen en Walen gaan niet altijd goed samen. Je kunt spreken van een taalconflict. Hoe kijken Vlaamse

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. De man (meneer Onuso / Bashir) komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Wong komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen goed zijn. Wat leert

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Antwoorden Thema 5 woonomgeving. Oefening 3. 1. mag 2. moest 3. Mag 4. moeten 5. Mag 6. moeten 7. moet 8. mogen 9. mocht 10.

Antwoorden Thema 5 woonomgeving. Oefening 3. 1. mag 2. moest 3. Mag 4. moeten 5. Mag 6. moeten 7. moet 8. mogen 9. mocht 10. Antwoorden Thema 5 woonomgeving Oefening 3 A 1. mag 2. moest 3. Mag 4. moeten 5. Mag 6. moeten 7. moet 8. mogen 9. mocht 10. moesten B 1. Kon 2. Willen 3. Kan 4. kunnen 5. mocht 6. Kan - kan 7. wilde 8.

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Opbellen naar een bedrijf. Wat leert u in deze les? Een telefoongesprek naar een bedrijf begrijpen. Een gesprek over een advertentie begrijpen.

Nadere informatie

Actielessen. Lesbrief 4. Samen op pad. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl

Actielessen. Lesbrief 4. Samen op pad. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl http://www.edusom.nl Actielessen Lesbrief 4. Samen op pad Wat leert u in deze les? Hoe je kunt leren op het internet Grammatica: werkwoorden met zich Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van:

Nadere informatie

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2 BIJLAGEN LESPAKKET 1.2 BIJLAGE 1 A4 BLADEN THEMA S BIJLAGE 2 DOMINO EMOTIES BIJLAGE 3 MATCHING OEFENING GEVOELENS BIJLAGE 4 VRAGENLIJST FILM BIJLAGE 5 VRAGENSTROOKJES HOEKENWERK BIJLAGE 6 ANTWOORDENBLAD

Nadere informatie

Bijlage interview meisje

Bijlage interview meisje Bijlage interview meisje Wat moet er aan de leerlingen gezegd worden voor het interview begint: Ik ben een student van de Universiteit van Gent. Ik wil met jou praten over schrijven en taken waarbij je

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken. U praat met de assistente.

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De huisarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De huisarts Thema Gezondheid Lesbrief 2. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Kaya, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat leert u in deze les?

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek. Wat leert u in deze les? Een sollicitatiegesprek voeren. De voltooide tijd gebruiken. Vragen naar interesse stellen en

Nadere informatie

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave Thema 3 Vervoer Inhoudsopgave 3.1 Met de taxi 155 3.2 Regels in het verkeer 156 3.3 De tijd 157 3.4 Reizen met de trein 160 3.5 Wie, wat, waar? 161 3.6 Komen en gaan 163 3.7 Reizen met de auto 165 3.8

Nadere informatie

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.

Nadere informatie

WEEK MAANDAG WOENSDAG DINSDAG DONDERDAG VRIJDAG ZONDAG ZATERDAG. Vul het juiste voorzetsel in. Nico fietst elke dag (aan, naar, op) de cursus.

WEEK MAANDAG WOENSDAG DINSDAG DONDERDAG VRIJDAG ZONDAG ZATERDAG. Vul het juiste voorzetsel in. Nico fietst elke dag (aan, naar, op) de cursus. Vul het juiste voorzetsel in. Nico fietst elke dag (aan, naar, op) de cursus. 1 Voeg een woord aan de zin toe zodat hij correct wordt. Micky werkt graag in tuin. Verbeter de fout in de zin. Floortje leeft

Nadere informatie

Stufe 1. Kreuzen Sie die richtige(n) Lösung(en) an. 1. Waar kom je a) van. b) vandaan. c) vandaag. 2. u Duitse? a) Bent b) Ben c) Zijn

Stufe 1. Kreuzen Sie die richtige(n) Lösung(en) an. 1. Waar kom je a) van. b) vandaan. c) vandaag. 2. u Duitse? a) Bent b) Ben c) Zijn Stufe 1 i1 Kreuzen Sie die richtige(n) Lösung(en) an. 1. Waar kom je a) van. b) vandaan. c) vandaag. 2. u Duitse? a) Bent b) Ben c) Zijn 3. heet jij? a) Wie b) Wat c) Hoe 4. Hoe gaat het met? a) jou b)

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau A, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

Kijk op: nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs.

Kijk op:  nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. Spreken niveau A1 www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema Dit is een herhalingsles. U heeft vier gesprekken van Kofi gelezen. In deze gesprekken was Kofi op zijn werk. U heeft in les 12, 13, 14 en 15 veel

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau B, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

Kies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat. 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag.

Kies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat. 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag. 21 21 HOOFDSTUK 2 Te laat! WOORDEN 1 Kies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 2 Ron,! De bus komt bijna! 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag. 4 We komen

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Dan laat Soumiya aan Taban en Ama

Nadere informatie

Kijk op: www.nt2taalmenu.nl. nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. Brieven schrijven

Kijk op: www.nt2taalmenu.nl. nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. Brieven schrijven OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

H E T V E R L O R E N G E L D

H E T V E R L O R E N G E L D H E T V E R L O R E N G E L D Personen Evangelieschrijver Vrouw (ze heet Marie) Haar buurvrouwen en vriendinnen; o Willemien o Janny o Sjaan o Sophie (Als het stuk begint, zit de evangelieschrijver op

Nadere informatie

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Lesbrief 35. AOW aanvragen.

Lesbrief 35. AOW aanvragen. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 35. AOW aanvragen. Wat leert u in deze les? Informatie over AOW begrijpen. Uitleg vragen. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den

Nadere informatie

Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt. SPREKEN NIVEAU A1

Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt. SPREKEN NIVEAU A1 SPREKEN NIVEAU A1 www.nt2taalmenu.nl Wat leer je? Spreken Les 3: Wat zeg je? De supermarkt In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen in de supermarkt. De audio-fragmenten

Nadere informatie

dat ouders vaak afspraken maken om hun kinderen bij elkaar thuis te laten spelen.

dat ouders vaak afspraken maken om hun kinderen bij elkaar thuis te laten spelen. CP7 Vrije tijd In Nederland zijn veel kinderen lid van een sportclub of een andere club zoals bijvoorbeeld een knutselclu Maar het is ook heel gewoon dat kinderen na schooltijd bij elkaar thuis spelen.

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Bashir komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen

Nadere informatie

Nederlands leren... hoe ver sta je? Naam:

Nederlands leren... hoe ver sta je? Naam: Nederlands leren... hoe ver sta je? Naam: Je leert elke dag Nederlands bij. Wat kan je al? Hieronder maak je een stand van zaken, met je docent. Deze taak is een speciale taak. Ze is niet in één-twee-drie

Nadere informatie

Actielessen. Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl

Actielessen. Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl http://www.edusom.nl Actielessen Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek Wat leert u in deze les? Hoe je kunt leren in de bibliotheek en op het internet Grammatica: voltooide tijd Veel succes! Deze les is

Nadere informatie

Ga een boodschap doen in een Nederlandse winkel. Je moet wachten tot je aan de beurt bent. Als je wacht, luister je goed als andere mensen praten.

Ga een boodschap doen in een Nederlandse winkel. Je moet wachten tot je aan de beurt bent. Als je wacht, luister je goed als andere mensen praten. Bij hoofdstuk 16 - vragen. : Ga een boodschap doen in een Nederlandse winkel. Je moet wachten tot je aan de beurt bent. Als je wacht, luister je goed als andere mensen praten. Hoor je mensen vragen stellen?

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon. SPREKEN NIVEAU A1

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon. SPREKEN NIVEAU A1 SPREKEN NIVEAU A1 www.nt2taalmenu.nl Wat leer je? Spreken Les 6: Wat zeg je? Telefoon In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen aan de telefoon. De audio-fragmenten

Nadere informatie

Spreekoefeningen. Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen. (voor het inburgeringsexamen - spreken)

Spreekoefeningen. Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen. (voor het inburgeringsexamen - spreken) Spreekoefeningen (voor het inburgeringsexamen - spreken) Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen Eet u vaak brood? Wat voor groente eet u vaak? Wat vindt

Nadere informatie