Q & A s statuten en reglementen NIRV/SWBO

Transcriptie

1 Koopvaardijweg CV Oosterhout Telefoon: secretariaat@nirv.nl Website: Q & A s statuten en reglementen NIRV/SWBO De opzet en de belangrijkste veranderingen in de statuten en reglementen hebben we in dit document verder voor u uitgewerkt. Op basis van een aantal Q en A s kunt u de informatie op een aantrekkelijke manier tot u nemen. Met bestuur wordt iedere keer bedoeld het totaal van alle huidige NIRV en SWBO bestuursleden. Na de fusie vormen zij gezamenlijk het eerste overgangsbestuur. 1. Wordt het SWBO examen vervangen door een assessment door de vereniging? Van opleidingstitel naar een beroepsorganisatie In de blauwdruk die vorig jaar in de ALV met grote meerderheid is aangenomen, is besloten dat we van opleidingstitel naar beroepstitel willen gaan. Dit houdt in dat iemand om lid te kunnen worden, naast een met goed gevolg afgeronde geaccrediteerde opleiding, ook echt als waarderingsdeskundige in de praktijk werkzaam moet zijn. De huidige RV s behouden de titel zolang ze lid blijven. Nieuwe leden kunnen daarentegen alleen lid worden van de vereniging en de titel voeren, als ze bij aanmelding ook tenminste 350 uur per jaar actief zijn in het vak. Als iemand (tijdelijk) niet meer actief is, moet het lid dit ook op het openbare profiel aangeven. Het SWBO examen wordt vervangen door een assessment Het tweede examen van de SWBO in huidige vorm heeft volgens het bestuur veelal dezelfde strekking als het examen van de opleidingen. Het bestuur kiest er daarom voor om aspirant leden daarvoor in de plaats een assessment gesprek te laten voeren. In dat gesprek zal met name worden getoetst of iemand, naast de inhoudelijke kennis, ook daadwerkelijk het beroep professioneel kan uitoefenen. Tijdens het assessment wordt onder andere ingegaan op de gedrags- en beroepsregels. Het assessment kost 1.000,- en neemt maximaal 1,5 uur in beslag. Recent rapport uit eigen waarderingspraktijk Bij het afronden van een geaccrediteerde opleiding wordt ervan uitgegaan dat het aspirant lid over voldoende inhoudelijke kennis beschikt. Voordat iemand op het assessment mag komen, dient het aspirant lid een recent rapport uit zijn eigen waarderingspraktijk in te leveren. Het betreft hier geen gebruikelijk SWBO rapport met theoretische achtergronden en uitleg, maar een rapport uit de praktijk, zoals gerapporteerd aan een klant. Onder andere aan de hand van de opdracht-omschrijving, de disclaimer, en de onderbouwing van de gekozen uitgangspunten en methodieken, wordt de professionaliteit van het aspirant lid getoetst.

2 Openbaar profiel verplicht Iedere RV is verplicht een openbaar profiel bij te houden. De volgende punten moeten daarin worden aangegeven: contactgegevens, werkervaring (hoe lang is RV een hoofdactiviteit?), percentage van de tijd die aan waarderen wordt besteed, hoeveel waarderingsdeskundigen actief zijn in het bedrijf, actief of niet actief als business valuator, en beschikbaarheid voor benoeming als waarderingsdeskundige in geval van gerechtelijke procedures. Het bestuur is van mening dat de vereniging alleen toegankelijk is voor personen die met goed gevolg een geaccrediteerde opleiding hebben afgerond en bovendien op professionele wijze actief zijn in het vak. Uiteindelijk willen we voor iedereen die actief is met het waarderen van bedrijfsbelangen de beroepsorganisatie zijn. 2. Hoe borgen we de kwaliteit van onze RV s? Belang van hoge kwaliteit delen we met elkaar Reputatie komt te voet en gaat te paard. Hier zijn de besturen zich zeer van bewust. De afgelopen decennia is er tijdens bestuursvergaderingen vaak gesproken over het nog beter kunnen borgen van de kwaliteit. Het verkrijgen van een objectieve en praktisch haalbare beoordeling van de kwaliteit is in dit geval een grote uitdaging! Kwaliteit moeilijk meetbaar Er is (nog) geen duidelijk normenkader voor de RV. De huidige GBR zijn erg breed. Enerzijds zijn er geen regels voor het meten van de kwaliteit, zoals die er bijvoorbeeld wel voor accountants zijn, en anderzijds zijn de waarderingsopdrachten ook zeer divers. Het bestuur neemt geen standpunt in op basis van bijvoorbeeld CAPM, WACC, DCF, verbeterde rentabiliteitswaarde methode of multiples. Wij vertrouwen er namelijk op dat een RV de voors en tegens van alle methodes kent en bovendien kan beargumenteren waarom voor een bepaalde methode of standpunt is gekozen. RV s zijn werkzaam in verschillende disciplines De context waarin RV s werkzaam zijn is ook zeer verschillend. Een deel is alleen actief met waarderen in het kader van transacties en een ander deel is alleen actief met waarderen in het kader van juridische geschillen. Om de kwaliteit zo goed mogelijk te borgen, zijn of worden de volgende zaken uitgewerkt: Openbaar profiel: In de toekomst zal door een ieder getoetst moeten kunnen worden of, hoe lang, en hoe intensief iemand actief is als beroepsbeoefenaar. Daarom is het openbaar profiel belangrijk. Iedereen die het register raadpleegt, kan zien wat die persoon doet. Als mensen niet meer werkzaam zijn in het beroep, is dat via het profiel duidelijk voor de buitenwereld. Het is vervolgens aan de markt voor wie gekozen wordt: een ervaren persoon, iemand die

3 voornamelijk transacties begeleidt, iemand die alleen voor rechtbanken optreedt, een zelfstandig opererende RV, of een RV die actief is in een grotere organisatie. De verantwoordelijkheid ligt bij de RV en bij de klant. Internationale standaarden: Het bestuur heeft de wens aan te sluiten bij internationaal geaccepteerde standaarden, zoals bijvoorbeeld opgesteld door de International Valuation Standards Council. Geaccrediteerde opleidingen: Er komt een commissie Opleidingen en Toelating. Deze gaat nauwer samenwerken met de opleidingen om te kijken of het curriculum voldoende aansluit bij het gewenste kennisniveau. Assessment bij toelating: Alle nieuwe leden voeren eerst een toelatingsgesprek, waarin de praktische toepassing van de kennis wordt getoetst. Bij het uitoefenen van het beroep van RV gaat het uiteindelijk om de doorvertaling van de theorie naar de praktijk. die noodzakelijk is om het beroep te kunnen uitoefenen. Tuchtrecht: Alle leden blijven vallen onder het tuchtrecht zoals dat nu ook bestaat. PE regeling: De PE-regeling is in samenwerking met de commissie vaktechniek verder uitgewerkt. Het NIRV zal in toenemende mate monitoren of aan de PE verplichting wordt voldaan. Daarnaast zal er gewerkt worden aan makkelijkere registratie van PE punten. Doorlopende toetsing: De commissie vaktechniek gaat werken aan een systeem van doorlopende toetsing. Dit systeem zal actief moeten bijdragen aan de kwaliteitsborging en bovenal praktisch uitvoerbaar zijn. Het is nog niet duidelijk hoe dit eruit gaat zien. Het plan is om een tijdelijke commissie van leden op te richten, die meewerkt aan de totstandkoming van de doorlopende toetsing. Het bestuur is van mening dat kwaliteit voor alles gaat. De objectieve beoordeling van kwaliteit is echter moeilijk. Als kwaliteit de optelsom is van opleiding en ervaring geeft het openbaar profiel met de PE-verplichting derden een indicatie van het te verwachten kwaliteitsniveau. In de toekomst blijft dit een belangrijk punt van aandacht.

4 3. Hoe zijn de statuten en reglementen tot stand gekomen? De statuten en reglementen zijn gebaseerd op de blauwdruk voor de fusie. Deze is in grote meerderheid aangenomen in de laatste ALV. De statuten borduren voort op de reeds bestaande statuten en zijn onder advies van notaris Jan Schurings van Van Benthem & Keulen N.V. tot stand gekomen. De concepten zijn tevens besproken met de commissies PR en Vaktechniek, prominenten uit het vakgebied en vertegenwoordigers van de opleidingen. De feedback die hieruit is voortgekomen, is divers en zo goed mogelijk verwerkt door het bestuur. Het bestuur is van mening dat de ALV haar mandaat heeft gegeven om de fusie en de daarbij behorende statuten en reglementen verder uit te werken. Er is breed geconsulteerd en de opinies lopen sterk uiteen. Uiteindelijk heeft het bestuur haar verantwoording genomen en knopen doorgehakt. De eerste prioriteit is dat de fusie doorgaat. Het is nu aan de ALV om wel of niet akkoord te gaan met het fusievoorstel, zoals dat daar nu ligt. Omdat wij een dynamische beroepsgroep zijn, zal er na de fusie continu worden gewerkt aan het verder optimaliseren en uitwerken van de reglementen. 4. Waarom wordt het tuchtrecht binnen de vereniging gehaald? Op dit moment wordt het tuchtrecht uitgevoerd door de stichting GBR. Op zich werkt dit prima, maar er zijn enkele kanttekeningen. De vraag is of een individuele RV wel echt aan dit regime gehouden is, omdat hem/haar nooit individueel gevraagd is of hij/zij onder dit regime wenst te vallen. Daarnaast is gebleken dat de kosten van een tuchtzaak erg hoog zijn. Deze mogelijke kosten vormen een te groot risico voor de continuïteit van de vereniging. Zeker gezien het feit dat ons toetsingskader op basis van de huidige GBR vrij summier is. Het bestuur is van mening dat tuchtrecht benodigd is om de beroepsgroep een professionele uitstraling te geven en stelt daarom voor om de GBR en het tuchtrecht te handhaven. De uitvoering ervan willen we binnen de vereniging halen. Vanuit praktische en bovenal kostenoverwegingen zal daar een aparte commissie voor in het leven worden geroepen. Die commissie komt onder leiding van een onafhankelijke jurist met veel juridische expertise op dit gebied. Er zal tevens worden gewerkt aan een aanpassing van de GBR, zodanig dat we aansluiting kunnen vinden bij internationaal geaccepteerde standaarden. Daarnaast vinden wij dat in het tuchtrecht niet uitsluitend procedureel, maar ook inhoudelijk moet kunnen worden getoetst. Vanwege de eerder genoemde verschillen van opvatting over de technische beroepsuitoefening zou dit tot de ongewenste situatie kunnen leiden dat een scholenstrijd via het tuchtrecht wordt uitgevochten. Omdat een dergelijke situatie onwenselijk is, zullen in het nieuwe tuchtrecht waarborgen worden ingebouwd ter bescherming van de individuele RV.

5 5. Zijn eenpitters nog steeds welkom binnen de vereniging? Het bestuur treedt op namens alle leden. Een aanzienlijk deel hiervan is actief als onafhankelijk specialist binnen een organisatie, terwijl een ander deel werkt als zelfstandig RV. Beiden zijn RV en daarom even belangrijk. In het kader van aansluiting bij internationale standaarden en continue kwaliteitsborging zouden zaken als peer review in de toekomst kunnen gaan spelen. Dat zou met name gevolgen kunnen hebben voor RV's die niet werkzaam zijn in een organisatie met meerdere RV s. Vanuit deze optiek zal in het openbare profiel van elke RV moeten worden aangegeven hoeveel waarderingsdeskundigen er werkzaam zijn binnen de organisatie. Overigens kan in de toekomst ook een éénpitter, door met een aantal collega s een peer reviewgroep te vormen, voldoen aan de eisen van een peer review systeem. Het bestuur is van mening dat alle RV s op persoonlijke titel volwaardig lid van de toekomstige vereniging zijn, ongeacht het verband waarbinnen ze werkzaam zijn. 6. Met welke partijen bouwt het bestuur de beroepsorganisatie verder uit? Het machtigste orgaan binnen de vereniging is en blijft de ALV. Dat is een grote verandering ten opzichte van de huidige structuur met de stichting SWBO. Het bestuur zal met benoemingsperiodes van 3 jaren gaan werken. Oftewel elke drie jaar zal de leden gevraagd worden of ze nog tevreden zijn met de wijze waarop het desbetreffende bestuurslid zijn of haar belangen behartigt. Tevens kan elk lid zich dan kandidaat stellen. Het bestuur stelt tevens voor dat alle huidige bestuursleden bij de volgende ALV in 2016 hun positie beschikbaar stellen. Naast de huidige stemming over de statuten en reglementen, kunnen alle leden zich volgend jaar ook uitspreken over welke mensen het moeten gaan uitvoeren. Binnen deze democratie is het wel wenselijk dat het bestuur een mandaat krijgt om de vereniging slagvaardig te kunnen vertegenwoordigen. Bestuursleden zijn overigens alleen gezamenlijk bevoegd. Daarnaast is in de statuten de mogelijkheid opgenomen om een raad van advies in te stellen. Het bestuur is van mening dat er door de fusie veel meer inspraak bij alle RV s komt te liggen. Er zijn op dit moment nog twee vacatures voor het bestuur, graag vernemen wij of u zich kandidaat wenst te stellen. Conclusie De besturen van het NIRV en de SWBO zijn van mening dat we na vele jaren van status quo op het punt staan om echt de volgende fase van onze beroepsvereniging in te gaan. Door de huidige besturen, de voorgaande besturen, prominenten uit ons vak, en de commissies is lang en grondig overleg geweest over de blauwdruk, het proces en de conceptstukken. De communicatie over het fusieproces is niet altijd tijdig en volledig geweest. Wij vertrouwen erop dat we met dit document een basis hebben gelegd voor een betere en meer transparante manier van communiceren in de toekomst. Wij verwelkomen u allen graag bij de ALV!