Weet je welke woorden het-woorden zijn? (Zeer veel gebruikte woorden 1)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Weet je welke woorden het-woorden zijn? (Zeer veel gebruikte woorden 1)"

Transcriptie

1 Weet je welke woorden het-woorden zijn? (Zeer veel gebruikte woorden 1) een naam een adres een les een cursus een familie een formulier een plaats een dochter een geslacht een huisarts een nummer een huis een kind een krant een meneer een nationaliteit een restaurant een straat een student een flat een boek een vriendin een winkel een zoon een telefoonboek een afspraak een avond een centrum een datum een feest een douche een keer een kwart een meisje een jongen een kwartier een land een dorp een stad een maand een minuut een uur een ochtend een programma een station een tijd een jaar een vakantie een vriend een week een ziekenhuis een aardappel een appel een avondeten bier een boodschap een brood een boterham dorst eten fris fruit gehakt een glas een gram een groente een kip een koekje

2 Welke woorden zijn het-woorden (Zeer veel gebruikte woorden 2) een kop een markt een lunch een ons een ontbijt een pinda een prijs een pond een school een slager een soort een boon spinazie een tomaat vlees wijn melk zout een bad een badkamer een appartement een flat een aantal een balkon een bank een bed een beetje een bel een brief een potlood een hal een gezin geld een huurhuis een idee huur een kast een keuken een kleur een leeftijd een meter een meubel een meubelzaal een moment muziek een naambordje een raam een stoel een tafel een toilet een tuin een verdieping een wasmachine een woning een zolder een advies een auto een automaat een plattegrond een plein een reis een retour een scherm een spoor een tram een trein

3 Welke woorden zijn het-woorden (Zeer veel gebruikte woorden 3) een trap een treinkaartje een boek een brug een einde een enkeltje een fiets een fout informatie een kaart een klas een lift natuur een ouder een pad een vertraging een volwassene een voordeel een weekend een zebrapad een baas een applaus een bloes een bril een broek een dame een figuur een gat een jas een jurk een jongen een knoop een compliment een model een maat een modeshow een hemd een pak een pet een overhemd een paar een rits een rok een schoen een probleem een stropdas een trui een T-shirt een zon een uniform een voorjaar een zomer een uiterlijk een biefstuk een bloem een bioscoop een boot een bruiloft een citroen een dessert een dier een diploma een film een fles een garnaal een hapje

4 Welke woorden zijn het-woorden (Zeer veel gebruikte woorden 4) honger een gerecht een kaart een lied een maaltijd een ober een park een periode een plan een saus sla slagroom spinazie een sprookje suiker een taart een toegang voetbal (sport) een vraag een voorgerecht een wedstrijd een voorstel een advertentie een aanbieding een apparaat een bak een beeld een beker een bon een broodje een college een deel een examen een garantie een geluid een merk een kiosk kleingeld een koelkast een krat een koopje een instrument een merk een noot een olijf een pas een procent sap spul een stuk een televisie een prijs een zak een afdeling afval een ambtenaar een balie een rekening een bedrag een bewijs een bewoner een bezoek een boom een brievenbus een functie geduld

5 Welke woorden zijn het-woorden (Zeer veel gebruikte woorden 5) een gebeurtenis een geboorte een gang een gemeente een gewicht een hotel een kopie een bewijs een huwelijk een lid een manier een milieu een foto een ogenblik een pakket een papier een pen een postzegel een paspoort een kantoor een rekening een rijbewijs een saldo een tarief een verschil een visum een vuilnisbak adem een apotheek een assistente een been een borst boter voeding een buik een dokter een dosering een contact een drankje een druppel een geneesmiddel een gevoel een gevaar gezelligheid een hart een helft friet een hoofdpijn een hulp een toilet een keel een klacht een knie een koffer koorts een kuur een medicijn een automaat een plattegrond een neus olie een pijnstiller een praktijk een recept een spreekuur een spoedgeval

6 Welke woorden zijn het-woorden (Zeer veel gebruikte woorden 6) een tablet een pil een strand een temperatuur een voet een zalf belangstelling een familielid een kleur humor een ideaal een ideaalbeeld een interesse een kant een karakter een kennis een kleinkind liefde een neef een nicht een omgeving een plek een punt een relatie een resultaat een rij een ruzie een verdriet een vrijgezel een zwager een architect een baan een beroep biologie een ervaring een gesprek gymnastiek een havo hbo een hogeschool een huiswerk een jongere een kantine een kok mbo een aankomst een meester een mening een motivatie een niveau onderwijs een opleiding een onvoldoende een prestatie een rapport een schouder een spier een stap een taal een tempo een theorie een toekomst een vak een verleden een voldoende vwo

7 Welke woorden zijn het-woorden (Zeer veel gebruikte woorden 7) een activiteit een begin een concert een dak een discipline een eeuw een festival een folder een gebouw een gracht een gedicht een hobby een keuze een kroket een kunst een kunstenaar een licht een lijn een museum een ontwikkeling een orkest een persoon een schilderij een tekst een theater een toren een vorm een wandeling een administratie een bedrijf een bestelling een blad een bureau een buurt een contract een cv een eis een fooi een gast een huishouden een kantoor een nachtdienst een onderzoek een ontwerp een overzicht een receptioniste een vergadering een seizoen een sfeer een slag thuiszorg een tip een uitzendbureau een verpakking een verzekering een vliegtuig een wekker een arbeidsmarkt een bericht een brand een bui een drama een effect een file een gebied een geval

8 Welke woorden zijn het-woorden (Zeer veel gebruikte woorden 8) een gevolg een graad een dief een hartslag een hoofdzaak ijs een kans een kleuter een knooppunt een lengte lucht een maan een mededeling een metro neerslag een ongeluk een onweer een oorzaak een opklaring een waarschuwing een weersverwachting een wereld een wiel een wind een wolk een wolkenveld een oplossing een opvang een overstroming een paraplu een parcours een perron politiek een proef een regering een ruimte schade een slachtoffer verkeer

Dat is een koopje! HOOFDSTUK 8 WOORDEN. Kies het goede woord. Ik ga even naar de... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager

Dat is een koopje! HOOFDSTUK 8 WOORDEN. Kies het goede woord. Ik ga even naar de... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager 119 119 HOOFDSTUK 8 Dat is een koopje! WOORDEN 1 2 3 1 Ik ga even naar de.... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager 2 Wil je wat drinken? Ja graag, een... koffie alsjeblieft. a fles b beker

Nadere informatie

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 103 103 HOOFDSTUK 7 Wat gaan we doen? WOORDEN 1 Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 2 Op 22 november zijn we 25 jaar

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

Lees eerst de bijsluiter

Lees eerst de bijsluiter 157 157 HOOFDSTUK 10 Lees eerst de bijsluiter WOORDEN 1 1 Ik voel.... Het gaat regenen. a temperatuur b druppels 2 Dit medicijn... de rijvaardigheid. Met dit geneesmiddel kun je minder goed autorijden.

Nadere informatie

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel Veertien leesteksten Leesvaardigheid A1 Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout 2011-2016 Verkoopprijs: 1,95 Ad Appel Te bestellen via www.adappelshop.nl

Nadere informatie

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement 51 51 HOOFDSTUK 4 Te huur WOORDEN 1 1 Ik woon in een flat op de vierde.... a verdieping b appartement 2 Het is een rijtjeshuis met een grote woonkamer en drie.... a tuinen b slaapkamers 3 Mijn woonkamer

Nadere informatie

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 61 61 REGELS 1 Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 1 Ik woon met mijn gezin in een rijtjeshuis met vier slaapkamers. 2 De vijf appartementen in deze flat zijn heel klein. 3 Hij heeft een groot huis

Nadere informatie

HOOFDSTUK 15. Het laatste nieuws. Kies uit: zich inspannen verveel me gewond geraakt vriezen erger me. 1 Ik aan mensen die veel roken.

HOOFDSTUK 15. Het laatste nieuws. Kies uit: zich inspannen verveel me gewond geraakt vriezen erger me. 1 Ik aan mensen die veel roken. 247 247 HOOFDSTUK 15 Het laatste nieuws WOORDEN 1 Kies uit: zich inspannen verveel me gewond geraakt vriezen erger me 1 Ik aan mensen die veel roken. 2 Erik is gisteren. Hij reed met zijn auto tegen een

Nadere informatie

3 Jij gaat toch volgende week verhuizen? Je mag het... van mijn vriendin wel gebruiken! a bus b busje

3 Jij gaat toch volgende week verhuizen? Je mag het... van mijn vriendin wel gebruiken! a bus b busje 131 131 REGELS 1 Wat hoort bij elkaar? 1 de wijn a het kamertje 2 de winkel b het boodschapje 3 de zus c het winkeltje 4 de boodschap d het wijntje 5 de kamer e het zusje 2 Onderstreep de diminutief in

Nadere informatie

HOOFDSTUK 14. En wat doe jij? Lees de woorden. Hoort het bij een baan of bij werk zoeken?

HOOFDSTUK 14. En wat doe jij? Lees de woorden. Hoort het bij een baan of bij werk zoeken? 229 229 HOOFDSTUK 14 En wat doe jij? WOORDEN 1 Lees de woorden. Hoort het bij een baan of bij werk zoeken? baan werk zoeken 1 sollicitant 2 contract 3 uitzendbureau 4 vergadering 5 cv 2 Wat hoort bij elkaar?

Nadere informatie

REGELS. Kies het goede woord. 1 Ik vind de fiets niet mooi. Ik koop... niet. a het b hem

REGELS. Kies het goede woord. 1 Ik vind de fiets niet mooi. Ik koop... niet. a het b hem 114 114 REGELS 1 1 Ik vind de fiets niet mooi. Ik koop... niet. a het b hem 2 Deze film is pas nieuw. Bijna niemand heeft... gezien. 3 Deze slagroom moet je niet meer eten.... is te oud. a Het b Hij 2

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 1 bij 4.1 ** Uitleg voor de docent: Op de volgende pagina vind je een blad met plaatjes. Knip de plaatjes uit en doe ze in een envelop. Geef elk tweetal een envelop.

Nadere informatie

Wat zie je er leuk uit!

Wat zie je er leuk uit! 89 89 HOOFDSTUK 6 Wat zie je er leuk uit! WOORDEN 1 Kies uit: kort paars steil krullen kapper 1 Het haar van de vrouw is niet zwart. Het is! 2 Gisteren ben ik bij de geweest. 3 Mijn zoon heeft in zijn

Nadere informatie

Een retour Rotterdam

Een retour Rotterdam 71 71 HOOFDSTUK 5 Een retour Rotterdam WOORDEN 1 Wat hoort bij elkaar? 1 zebrapad a pinnen 2 auto b binnengaan 3 automaat c oversteken 4 ingang d parkeren 2 Kies uit: tram vertraging door de week strippenkaart

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Boven: Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 2 bij 4.1 * slaapkamer 2 trap Beneden: tuin garage TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 4-1 Opdracht 3 bij 4.1 ** Vertel. Wat voor huis heb jij? - Woon je in

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Wat kan ik voor u doen?

Wat kan ik voor u doen? 139 139 HOOFDSTUK 9 Wat kan ik voor u doen? WOORDEN 1 1 Peter is op vakantie. Hij stuurde mij een... uit Parijs. a brievenbus b kaart 2 Ik heb die kaart gisteren.... a ontvangen b herhaald 3 Bij welke...

Nadere informatie

de andijvie A is een soort groente met grote groene bladeren.

de andijvie A is een soort groente met grote groene bladeren. Woordenlijst bij hoofdstuk 6 de aardappel Wat eten we vanavond, rijst of a? alcoholvrij zonder alcohol Graag een a bier. Ik moet nog auto rijden. de andijvie A is een soort groente met grote groene bladeren.

Nadere informatie

Herhalingsoefeningen. Thema 7 Wonen. 1 Woorden. 2 Woorden. Zet de objecten in de juiste kolom:

Herhalingsoefeningen. Thema 7 Wonen. 1 Woorden. 2 Woorden. Zet de objecten in de juiste kolom: Herhalingsoefeningen Thema 7 Wonen 1 Woorden Zet de objecten in de juiste kolom:. het aanrecht de bank het bed het fornuis de gootsteen de houthaard de kledingkast de koelkast de kraan het nachtkastje

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Goedendag! Ik, ik ben. Ben jij? En jij? Jij bent! nee. één. twee. drie. vier. vijf. zes. zeven. acht. negen. tien. Gaat het? Het gaat goed.

Goedendag! Ik, ik ben. Ben jij? En jij? Jij bent! nee. één. twee. drie. vier. vijf. zes. zeven. acht. negen. tien. Gaat het? Het gaat goed. Vocabulaire En Action 5 : Nederlans naar Frans Unité 1 Goedendag! Ik ben Ik, ik ben ja Ben jij? En jij? Jij bent! nee één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien Unité 2 Gaat het? Het gaat goed.

Nadere informatie

= een rij struiken of planten die dichtbij elkaar staan. = een hoge lamp die langs de weg staat.

= een rij struiken of planten die dichtbij elkaar staan. = een hoge lamp die langs de weg staat. Woordenschat blok 1 gr4 Les 1 De heg De lantaarn De plant Het tuinhek Het terras De garage Het dorp De stad De zwerver De stoep De woonwijk = een rij struiken of planten die dichtbij elkaar staan. = een

Nadere informatie

1. De verjaardag OPDRACHT 1. OPDRACHT 2 1. b) niet waar 2. a) waar 3. b) niet waar 4. a) waar 5. b) niet waar

1. De verjaardag OPDRACHT 1. OPDRACHT 2 1. b) niet waar 2. a) waar 3. b) niet waar 4. a) waar 5. b) niet waar 1. De verjaardag OPDRACHT 1 OPDRACHT 2 1. b) niet waar 2. a) waar 3. b) niet waar 4. a) waar 5. b) niet waar OPDRACHT 3 1. a) Wij praten over de kinderen met de buurman. 2. b) Zal ik me even voorstellen?

Nadere informatie

Wat eten we vanavond?

Wat eten we vanavond? 35 35 HOOFDSTUK 3 Wat eten we vanavond? WOORDEN 1 Kies uit: jam school slager boodschappen vegetariër 1 Dorien eet geen vlees. Ze is. 2 Moniek houdt van zoet. Ze eet graag op brood. 3 Johan, ik ga naar

Nadere informatie

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN Opdracht 1 de groente pinnen de suiker de supermarkt Opdracht 7 Hoi Ramon! Ik eet graag rijst met kip. En ik drink altijd water bij het eten. Maar ik vind

Nadere informatie

1c nr. 1: zinnen maken

1c nr. 1: zinnen maken OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Hoe gaat het met je studie?

Hoe gaat het met je studie? 195 195 HOOFDSTUK 12 Hoe gaat het met je studie? WOORDEN 1 Kies uit: onvoldoende controleren gymnastiek mening huiswerk 1 Heb je je al gemaakt? 2 Ik was op school niet zo goed in. Ik vond sport niet leuk.

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Zorgen: Laatste mode en trends, ouders, vriend/in, vrienden/vriendinnen, huiswerk, school, etc.

Zorgen: Laatste mode en trends, ouders, vriend/in, vrienden/vriendinnen, huiswerk, school, etc. HAVO / VWO Vanaf 14 t/m 18 Bus, tram, metro, fiets, trein Uitgaan, werken, internetten, huiswerk maken, MSN, Diploma halen Laatste mode en trends, ouders, vriend/in, vrienden/vriendinnen, huiswerk, school,

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

- je kan me wat - module 3. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 3. tekeningen -

- je kan me wat - module 3. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 3. tekeningen - - je kan me wat - module 3 docere delectare movere tekeningen - 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat ROCvA nt2taalmenu.nl - educatie - ROCvA module 3 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5

Nadere informatie

ISK Leerlijn. Alfabetisering. Bijlage: Startwoordenschat alfabetisering NT2 ISK woorden

ISK Leerlijn. Alfabetisering. Bijlage: Startwoordenschat alfabetisering NT2 ISK woorden Bijlage: Startwoordenschat alfabetisering NT2 ISK - 100 woorden 1. Ik ga naar school begrijp (ik begrijp het niet) boek computer dit docent doe ga kom laptop naar open pak papier pen potlood tablet wat

Nadere informatie

ISK Leerlijn. Alfabetisering. zitten. een twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien

ISK Leerlijn. Alfabetisering. zitten. een twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien 1. Ik ga naar school agenda begrijpen (ik begrijp het niet) boek bord computer dicht (doe dicht) dit docent doe (doen) duidelijk en even fout ga (gaan) geven goed (dat is goed) groep gum klaar klas kom

Nadere informatie

Extra spreekopdrachten

Extra spreekopdrachten Extra spreekopdrachten 1** VERTEL. 1. Je loopt in het park. Er loopt een man voor je. Je ziet dat zijn sleutels uit zijn tas vallen. Wat zeg je tegen hem? 2. De studieadviseur van je opleiding vraagt wat

Nadere informatie

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere - je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3

Nadere informatie

OEFENSCHRIFT DEEL 2 A1-A2

OEFENSCHRIFT DEEL 2 A1-A2 OEFENSCHRIFT DEEL 2 A1-A2 Basisleergang Nederlands voor anderstaligen Universiteit van Amsterdam, Instituut voor Nederlands Taalonderwijs en Taaladvies (INTT) Nicky Heijne Marten Hidma Karolien Kamma Vrije

Nadere informatie

Leesboekje eten en drinken

Leesboekje eten en drinken Leesboekje eten en drinken Leesboekje Eten en Drinken Pagina 1 Dit is de groente Dit is het fruit. Dit is de sinaasappel. Dit is de banaan. Dit is de tomaat. Dit is de appel. Dit zijn de druiven. Dit is

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere - je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken

Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken Opdracht 1 bij 6.1 * Beantwoord de vragen. 1. Waar zoek je vacatures? In de krant, op internet of ergens anders? 2. Ga je naar het UWV WERKbedrijf? 3. Ga je naar een

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 7 Werken

Spreekopdrachten thema 7 Werken Spreekopdrachten thema 7 Werken Opdracht 2 bij 7.2 ** Knip de volgende pagina door. Je bent leidinggevende in een restaurant. Vandaag is de eerste werkdag van een nieuwe werknemer. Leg uit wat hij moet

Nadere informatie

Wil je zwanger worden? In deze folder vind je tips en adviezen.

Wil je zwanger worden? In deze folder vind je tips en adviezen. Wil je zwanger worden? In deze folder vind je tips en adviezen. Dit zijn Kelly en Karim. Zij willen graag een kind. Kelly en Karim willen over een half jaar zwanger zijn. 1. Kelly en Karim willen over

Nadere informatie

Gemiddelde score ecologische voetafdruk Toermalijn

Gemiddelde score ecologische voetafdruk Toermalijn Gemiddelde score ecologische voetafdruk Ruimte! Je woont in. een appartement of een klein huis met 1 à 2 slaapkamers? 2 punten 34 punten een groot appartement of een huis met 3 à 4 slaapkamers? 3 punten

Nadere informatie

REGELS. Lees de zinnen. Staat er een relatieve bijzin in de zin?

REGELS. Lees de zinnen. Staat er een relatieve bijzin in de zin? 241 241 REGELS 1 Lees de zinnen. Staat er een relatieve bijzin in de zin? ja nee 1 Die jongen is mijn broer. 2 De jongen die daar loopt, is mijn broer. 3 Dat bedrijf is groot. 4 Het bedrijf dat daar staat,

Nadere informatie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

MAATWERKHOEKEN LESACTIVITEIT ROLLEN KIEZEN Luisterteksten

MAATWERKHOEKEN LESACTIVITEIT ROLLEN KIEZEN Luisterteksten MAATWERKHOEKEN LESACTIVITEIT ROLLEN KIEZEN Luisterteksten ELIANE Ik wil vooral Nederlands leren voor de kinderen. Ik heb drie kinderen. Ik ben veel thuis met de kinderen. Ik zorg voor de kinderen. Ik wil

Nadere informatie

Leesboekje het huis. Leesboekje Het Huis Pagina 1

Leesboekje het huis. Leesboekje Het Huis Pagina 1 Leesboekje het huis Leesboekje Het Huis Pagina 1 Dit is het huis. Dit is de tuin. Dit is de woonkamer. Dit is de keuken. Dit is de slaapkamer. Dit is de zolder. Dit is het dak. Dit is de trap. Dit is de

Nadere informatie

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.

Nadere informatie

Draaiboek Beweeg en voedingsmarkt

Draaiboek Beweeg en voedingsmarkt Draaiboek Beweeg en voedingsmarkt Inhoudsopgave Inleiding 3 Pagina Groep 1/2 4-5 Groep 3 6-7 Groep 4 8 Groep 5 9 Groep 6 10 Groep 7 11 Groep 8 12 Bijlage 1; scorekaart kennisspel 13 Bijlage 2; scorekaart

Nadere informatie

Invulschema aanpassen activiteit

Invulschema aanpassen activiteit Invulschema aanpassen activiteit Een goede voorbereiding voorkomt teleurstellingen. Als je een prettige bezigheid hebt uitgekozen, bedenk dan van te voren hoe u deze het beste kan uitvoeren. Het onderstaande

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Opdracht 1 bij 2.1 ** Cursist A: vertel wat je eet of drinkt. Vraag wat cursist B eet of drinkt. Cursist B: geef antwoord. Voorbeeld Cursist A: Ik eet een tomaat.

Nadere informatie

Oefeningen met de belangrijke woorden

Oefeningen met de belangrijke woorden Oefeningen met de belangrijke woorden 2 Gezondheid Bekijk op de website de woordenlijst bij hoofdstuk 2. Deze woorden moet je onthouden. Samengestelde woorden Sommige woorden zijn van twee of meer andere

Nadere informatie

inhoud blz. 1. Eten 3 2. De maaltijd 4 3. Het bestek 5 4. Planten en dieren 6 5. Uit eten 8 6. Eten in andere landen Dat lust ik niet

inhoud blz. 1. Eten 3 2. De maaltijd 4 3. Het bestek 5 4. Planten en dieren 6 5. Uit eten 8 6. Eten in andere landen Dat lust ik niet Eten inhoud blz.. Eten 3 2. De maaltijd 4 3. Het bestek 5 4. Planten en dieren 6 5. Uit eten 8 6. Eten in andere landen 0 7. Dat lust ik niet. 8. Hap, slik, boem! 2 9. Filmpjes 4 Pluskaarten 5 Bronnen

Nadere informatie

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.

Nadere informatie

BEGINNERSCURSUS DAG 8

BEGINNERSCURSUS DAG 8 1 BEGINNERSCURSUS DAG 8 A. FORCING Tekst: Bij de dokter B. GRAMMATICA Gebruik van de infinitief: dubbele inf. om + te + inf. aan het + inf. te + inf. De stamtijden (Dag 6 pagina s 8-11) C. CONVERSATIE

Nadere informatie

Dit zijn Kelly en Karim. Ze willen graag een kind.

Dit zijn Kelly en Karim. Ze willen graag een kind. Dit zijn Kelly en Karim. Ze willen graag een kind. 1. Kelly en Karim willen over een half jaar zwanger zijn. Kelly en Karim willen zwanger worden. Ze willen graag dat hun kindje straks gezond is. Het is

Nadere informatie

MIJN BEZOEK AAN HET MUSEUM VOOR NATUURWETENSCHAPPEN

MIJN BEZOEK AAN HET MUSEUM VOOR NATUURWETENSCHAPPEN MIJN BEZOEK AAN HET MUSEUM VOOR NATUURWETENSCHAPPEN WAT GA IK DOEN EN WANNEER? Binnenkort ga ik naar het Museum voor Natuurwetenschappen. Dit is een museum in Brussel waar ik veel te weten zal komen over

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.

Nadere informatie

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 5 Eten

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 5 Eten Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 5 Eten 1 Woorden 1 het bord 2 het brood 3 het glas 4 de koffie 5 de lepel 6 het mes 7 de patat 8 de rijst 9 de suiker 1 10 de taart 11 de thee 12 de vis 13 het vlees

Nadere informatie

Antwoorden Thema 3 Boodschappen doen en winkelen

Antwoorden Thema 3 Boodschappen doen en winkelen Antwoorden Thema 3 Boodschappen doen en winkelen Luisteren Oefening 2 1 b Een half lichtbruin, zes broodjes en zes krentenbollen. 2 4,20 3 c Een half pond gehakt, twee hamburgers, ham en salami. 4 a 7,20

Nadere informatie

Vragenkaartjes voor onderweg!

Vragenkaartjes voor onderweg! Vragenkaartjes voor onderweg! 1 Print de kaartjes uit 2 Knip de kaartjes uit langs het kniprandje 3 Bind een elastieke om het pakketje kaartjes 4 Klaar om op vakantie te gaan met leuke vragenkaartjes!

Nadere informatie

Adviezen voor thuis na uw aortadissectie type B

Adviezen voor thuis na uw aortadissectie type B CARDIOLOGIE/HART-LONG CHIRURGIE Adviezen voor thuis na uw aortadissectie type B ADVIES Adviezen voor thuis na uw aortadissectie type B Onlangs hebt u een aortadissectie type B doorgemaakt. Uw verblijf

Nadere informatie

VOORZETSEL. A) Vul in met een voorzetsel aan in met naast onder op uit. B) De klas : vul het juiste voorzetsel in. 1. Het boek ligt de tafel.

VOORZETSEL. A) Vul in met een voorzetsel aan in met naast onder op uit. B) De klas : vul het juiste voorzetsel in. 1. Het boek ligt de tafel. A) Vul in met een voorzetsel aan in met naast onder op uit 1. Het boek ligt de tafel. 2. Het kopje staat de kast. 3. Ik neem mijn schrift mijn boekentas. 4. De studenten hangen hun jas de kapstok. 5. Mijn

Nadere informatie

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 1 Les 1

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 1 Les 1 Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 1 Les 1 een hark Een lange steel met een soort kam van ijzer eraan. de fontein Een bak waaruit water spuit. Het is voor de sier. Een wasbak in de badkamer wordt ook

Nadere informatie

TOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG...

TOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG... TOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG... Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en een

Nadere informatie

Geregeld spreken. Ditte Oost & Monique Schoorl ANTWOORDEN

Geregeld spreken. Ditte Oost & Monique Schoorl ANTWOORDEN Geregeld spreken Ditte Oost & Monique Schoorl LES 1 11 Maak de zinnen af 1 Het meisje is blij. 2 De dokter is in het ziekenhuis. 3 De kinderen zijn op school. 4 De man is bij de gemeente. 5 De docent is

Nadere informatie

Reizen Uit Eten. Uit Eten - Bij de ingang. Uit Eten - Eten bestellen

Reizen Uit Eten. Uit Eten - Bij de ingang. Uit Eten - Eten bestellen - Bij de ingang Ik wil graag een tafel reserveren voor _[aantal mensen]_ om _[tijdstip]_. Een reservering doen Een tafel voor _[number of people]_ graag. Om een tafel vragen Neemt u creditcards aan? Vragen

Nadere informatie

Vooraf. In dit boekje vind je allerlei tips die je helpen gezond te blijven en je prettig te voelen. Tips voor iedereen en voor elk moment van de dag.

Vooraf. In dit boekje vind je allerlei tips die je helpen gezond te blijven en je prettig te voelen. Tips voor iedereen en voor elk moment van de dag. Zo blijf je fit! Vooraf Gezond blijven. Je prettig voelen. Je leven lang. Wie wil dat niet? Maar gezond blijven gaat niet vanzelf. Daar moet je wel wat voor doen. Door aandacht te hebben voor je gezondheid.

Nadere informatie

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen?

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dagboek Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dat het klimaat verandert is een feit. Je hoort het overal om je

Nadere informatie

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2 BIJLAGEN LESPAKKET 1.2 BIJLAGE 1 A4 BLADEN THEMA S BIJLAGE 2 DOMINO EMOTIES BIJLAGE 3 MATCHING OEFENING GEVOELENS BIJLAGE 4 VRAGENLIJST FILM BIJLAGE 5 VRAGENSTROOKJES HOEKENWERK BIJLAGE 6 ANTWOORDENBLAD

Nadere informatie

www.wijzeroverdebasisschool.nl Breuken Maak de sommen 3 6 van 210 =. 1 4 van 284 =. 5 7 van 280 =. 1 3 van 264 =. 2 6 van 282 =. 2 5 van 375 =. 2 3 van 420 =. 3 4 van 320 =. 2 5 van 450 =. 1 4 van 268

Nadere informatie

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD Opdracht 1: de pinpas de geldautomaten het geld het bedrag Opdracht 8 1. Hij betaalt in Nederland met de euro. 2. Wij wisselen geld. 3. Je hebt briefjes en munten.

Nadere informatie

De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 1 verhaal 1 groep 3. Thema 1 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek

De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 1 verhaal 1 groep 3. Thema 1 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 1 verhaal 1 groep 3 Thema 1 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek Waar is Rik? 1 Met wie gaat Rik op de foto? a Met groep 3 b Met Leen c Met groep

Nadere informatie

HOOFDSTUK 13. Naar het museum. Kies uit: saai knappe felle grappig bekendste. 1 De Nachtwacht is het schilderij van Rembrandt.

HOOFDSTUK 13. Naar het museum. Kies uit: saai knappe felle grappig bekendste. 1 De Nachtwacht is het schilderij van Rembrandt. 215 215 HOOFDSTUK 13 Naar het museum WOORDEN 1 Kies uit: saai knappe felle grappig bekendste 1 De Nachtwacht is het schilderij van Rembrandt. 2 De Nederlandse schilder Van Gogh schilderde vaak met kleuren.

Nadere informatie

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 7 Les 1

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 7 Les 1 Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 7 Les 1 de maaltijd Het is eten. Het kan warm of koud zijn. de vis Het is een dier dat zwemt in het water. Er zijn veel soorten vissen. sommige soorten kun je eten.

Nadere informatie

REGELS. Wat hoort bij elkaar?

REGELS. Wat hoort bij elkaar? 171 171 REGELS 1 1 Ik ga iets eten want a ze geven een feestje. 2 Ik ga iets eten omdat b ik heb honger. 3 Vanavond gaan we naar de buren want c ze een feestje geven. 4 Vanavond gaan we naar de buren omdat

Nadere informatie

Antwoorden Thema 5 Vrije tijd

Antwoorden Thema 5 Vrije tijd Antwoorden Thema 5 Vrije tijd Luisteren Oefening 2 hobby Willem Linda hockeyen squashen tennissen voetballen bioscoop theater ballet kroegbezoek concertbezoek popmuziek jazz klassieke muziek Spreken Oefening

Nadere informatie

Voedingsdagboek. Neem mee naar de 1e afspraak: Volgcode: Naam: Geb. datum: Afspraak: Datum: Locatie: Adres: Plaats:

Voedingsdagboek. Neem mee naar de 1e afspraak: Volgcode: Naam: Geb. datum: Afspraak: Datum: Locatie: Adres: Plaats: Voedingsdagboek Volgcode: Naam: Geb. datum: Afspraak: Datum: Locatie: Adres: Plaats: Neem mee naar de 1e afspraak: ingevuld voedingsdagboek verzekeringspasje verwijzing van de huisarts legitimatiebewijs

Nadere informatie

Eetgewoonten van schoolkinderen Vragenlijst voor kinderen

Eetgewoonten van schoolkinderen Vragenlijst voor kinderen september 2003 Eetgewoonten van schoolkinderen Vragenlijst voor kinderen 630101 Hoe vul je de vragenlijst in? Beste leerling, Deze vragenlijst gaat over voeding. We willen graag weten hoe je daarover denkt.

Nadere informatie

Spreekoefeningen. Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen. (voor het inburgeringsexamen - spreken)

Spreekoefeningen. Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen. (voor het inburgeringsexamen - spreken) Spreekoefeningen (voor het inburgeringsexamen - spreken) Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen Eet u vaak brood? Wat voor groente eet u vaak? Wat vindt

Nadere informatie

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN STER IN LEZEN ALFA A LES 1: NAAR SCHOOL 1 Ziek 1 b 2 3 b 4 a a B maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag C Dit is een vraag Hoe gaat het? Het gaat wel. En met jou? Waarom kom je niet?

Nadere informatie

Van in de wei tot op je bord

Van in de wei tot op je bord Vlees Van in de wei tot op je bord Hallo daar! Ik ben Maud Kippenbout. Welk vlees eet jij graag tussen je boterham? 1 e graad Welk vlees lust jij het liefst bij de warme maaltijd? lager onderwijs DD6493/304111

Nadere informatie

de appel het fruit de peer de sinaasappel de banaan

de appel het fruit de peer de sinaasappel de banaan Werkbladen bij thema eten en drinken: dag 1 Naam:................. 1. Lezen en overschrijven: de appel het fruit de peer de sinaasappel. de banaan LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 4 Pagina 1 2.

Nadere informatie

Wie betaalt wat? Lunet zorg, februari 2016

Wie betaalt wat? Lunet zorg, februari 2016 Wie betaalt wat? Lunet zorg, februari 2016 Uitleg folder Als je bij Lunet zorg woont heb je recht op bepaalde zaken. Sommige zaken worden betaald door Lunet zorg. Lunet zorg krijgt daarvoor geld vanuit

Nadere informatie

Les 4. Naar de apotheek.

Les 4. Naar de apotheek. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 4. Naar de apotheek. Wat leert u in deze les? Waarschuwen. Een bijsluiter lezen. Informatie vragen en om hulp vragen. Wat u kunt zeggen als u iets niet weet of

Nadere informatie

OP ZOEK NAAR EEN STUDENTENKAMER

OP ZOEK NAAR EEN STUDENTENKAMER Je gaat studeren en je gaat op zoek naar een goede studentenwoning. Je wil graag een kamer huren samen met een collega-student. Wat moet je doen? 1. Maak de oefeningen op blad 2 en blad 3. 2. Controleer

Nadere informatie

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen www.edusom.nl Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen Het is belangrijk om veel woorden te leren. In deze extra les vindt u extra woorden bij de Opstartlessen 1 t/m 5. Kijk ook eens naar

Nadere informatie

1. Je woont in... persoonlijke voetafdruk. Ruimte. een appartement of een klein huis met 1 à 2 slaapkamers? (+/- 80m²) 2

1. Je woont in... persoonlijke voetafdruk. Ruimte. een appartement of een klein huis met 1 à 2 slaapkamers? (+/- 80m²) 2 1. Je woont in... een appartement of een klein huis met 1 à 2 slaapkamers? (+/- 80m²) 2 een groot appartement of een huis met 3 à 4 slaapkamers? (+/- 120m²) 3 een groot huis met meer dan 4 slaapkamers?

Nadere informatie

Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen

Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen www.edusom.nl Opstartlessen Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u iets lekker vindt of ergens van houdt. Praten over eten en drinken. Praten over boodschappen

Nadere informatie

Alleen is maar alleen

Alleen is maar alleen 177 177 HOOFDSTUK 11 Alleen is maar alleen WOORDEN 1 1 Heb jij het ook zo...? a los b druk 2 Aan welke... van de stad woon jij? a kant b plek 3 O, daar? Daar woont ook een... van me! a omgeving b kennis

Nadere informatie

Schrijfoefeningen Onderweg

Schrijfoefeningen Onderweg Schrijfoefeningen Onderweg 2015, Boom, Schrijfoefeningen Onderweg 1 Schrijfoefeningen Onderweg Opdracht 1 Maria gaat verhuizen van Amsterdam naar Tilburg. Zij stuurt aan haar familie en vrienden een adreswijziging.

Nadere informatie

10 tips om je partner zo goed mogelijk te ondersteunen.

10 tips om je partner zo goed mogelijk te ondersteunen. 10 tips om je partner zo goed mogelijk te ondersteunen. Omdat het automatische gedrag is uitgeschakeld kosten onderstaande handelingen je partner al veel energie (hier denk je zo snel niet aan, omdat het

Nadere informatie

Voedingsdagboek. Volgcode: Naam: Geb. datum: Afspraak: Datum: Locatie: Adres: Plaats: Neem mee naar de eerste afspraak:

Voedingsdagboek. Volgcode: Naam: Geb. datum: Afspraak: Datum: Locatie: Adres: Plaats: Neem mee naar de eerste afspraak: Voedingsdagboek Volgcode: Naam: Geb. datum: Afspraak: Datum: Locatie: Adres: Plaats: Neem mee naar de eerste afspraak: Ingevuld dagboek Verzekeringspasje Verwijzing van de huisarts Legitimatie (rijbewijs,

Nadere informatie

Een goede conditie helpt vallen voorkomen. Praktische tips om gezond en fit te blijven

Een goede conditie helpt vallen voorkomen. Praktische tips om gezond en fit te blijven Een goede conditie helpt vallen voorkomen Praktische tips om gezond en fit te blijven Met een goede conditie voelt u zich zowel lichamelijk als geestelijk fit. Dat is een voorwaarde om lekker te doen en

Nadere informatie

Nederlands. Contenido del curso Contenu du cours Kursinhalt Contenuto del corso. Holandés. Course Content. Level 1 VERSION 3

Nederlands. Contenido del curso Contenu du cours Kursinhalt Contenuto del corso. Holandés. Course Content. Level 1 VERSION 3 Nederlands Level 1 Dutch Holandés Néerlandais Niederländisch Olandese Course Content Contenido del curso Contenu du cours Kursinhalt Contenuto del corso VERSION 3 Nederlands Level 1 Dutch Holandés Néerlandais

Nadere informatie