schoolgids schooljaar 2016/ 17

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "schoolgids schooljaar 2016/ 17"

Transcriptie

1 schoolgids schooljaar 2016/ 17

2

3 Basisschool Windekind schooljaar 2016/ 17

4 Samen de handen uit de mouwen om de speeltuin op te ruimen: dit is burgerschap. INNOVO stichting voor katholiek onderwijs bezoekadres Van Weerden Poelmanstraat ES Heerlen T E admin.windekind@innovo.nl I postadres Postbus DC Heerlen bezoekadres Ruys de Beerenbroucklaan 29a 6417 CC Heerlen T F E mail@innovo.nl I pagina 4

5 Inhoud Voorwoord... 8 Stichting INNOVO De school De naam 1.2 Levensbeschouwelijke grondslag 1.3 Huisvesting 1.4 Wervingsgebied 1.5 Schoolgrootte 1.6 Medezeggenschap 1.7 Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad 1.8 Ouderpanel 1.9 Oudervereniging 2 Waar de school voor staat Onze missie 2.2 Onze visie 2. Wat beloven wij onze leerlingen en ouders? 3. Wat is onze (unieke) kracht? 4. Wat zie ik hiervan in school? 5. Wanneer hebben we onze belofte ingelost? 2. 3 Educatief partnerschap 2.4 Communicatie 2.5 Kwaliteitszorg 2.6 Schoolklimaat Regels en afspraken Identiteit 2.7 Schoolplan Schooljaarplan Leerlingenondersteuning Passend primair onderwijs in Zuid Limburg Basisondersteuning Extra ondersteuning Het schoolondersteuningsprofiel Kennismaking en aanmelding 3.3. Schorsing en verwijdering van leerlingen 3.4. Opvang van nieuwe leerlingen 3.5. Het volgen van de ontwikkeling van onze leerlingen Algemeen Leerling- en OnderwijsVolgSysteem (LOVS) Teamoverleg over de vorderingen van de leerlingen Afstemming met de ouders 3.6 Ondersteuning voor kinderen met specifieke behoeften Beschikbare voorzieningen Verlengen, doubleren en versnellen Procedure bij plaatsing of verwijzing Ontwikkelingsperspectief (OPP) Vrijstelling van onderwijsactiviteiten 3.7 Begeleiding van de overgang van kinderen naar voortgezet onderwijs Voorlichting aan ouders bij de schoolkeuze Advies en procedure pagina 5

6 3.8 Veiligheidsplan De organisatie van de veiligheid Het schoolgebouw Sociale veiligheid Cyberpesten Internetprotocol Calamiteitenplan RAK (regionale aanpak kindermishandeling) Verwijsindex Centrum Jeugd en Gezin (CJG) 3.9 Onderzoeken in funderend onderwijs; Kaans 3.10 Activiteiten na schooltijd 3.11 Buitenschoolse activiteiten voor kinderen 4 De organisatie van het Onderwijs Inrichting van de schoolorganisatie Overlegstructuren Groepsgrootte Protocol samenstelling van groepen 4.2. Verzuim en vervanging 4.3 De onderwijsinhoud Het jonge kind Basisvaardigheden Oriëntatie op jezelf en de wereld Computergebruik Kunstzinnige oriëntatie Bewegingsonderwijs Catechese 4.4 Verdeling van de onderwijstijd 5 De ouders Informatievoorziening 5.2 Afstemming tussen school en ouders 5.3 Ondersteuning door ouders 5.4 Informatievoorziening gescheiden ouders Protocol informatieverstrekking gescheiden ouders 5.5. Wet Bescherming Persoonsgegevens 5.6 Klachten 5.7 Klachtenregeling 5.8. Bestrijding verzuim en vroegtijdig schoolverlaten 5.9 Verzekeringen 5.10 Vrijwillige kindbijdrage 5.11 Contributie oudervereniging 5.12 Buitenschoolse en tussenschoolse Opvang 6 De leerkrachten Vervanging 6.2 Stagiaires 7 De ontwikkeling van het onderwijs in de school Activiteiten ter verbetering van het onderwijs 7.2 Scholing van leerkrachten 7.3 Samenwerking pagina 6

7 8 De opbrengsten Cijfers over vorderingen in de basisvaardigheden 8.3. Evaluatie schooljaarplan Periodiek Kwaliteits Onderzoek (2015) 8.5. Tevredenheidsonderzoek Regeling school- en vakantietijden Schooltijden 9.2 Vakanties en vrije dagen 9.3 Verlofregeling voor leerlingen 10 Diversen Sponsoring 10.2 Identiteitsplicht bij schoolreizen naar het buitenland 10.2 Gebruikte afkortingen 11 Hoe werken we samen? Addendum pagina 7

8 Voorwoord Met veel plezier bieden wij u de editie van onze Schoolgids aan. De Schoolgids is bedoeld voor de ouders van onze leerlingen én voor ouders overwegen hun kind(eren) bij ons aan te melden. Gedurende de acht jaren basisonderwijs vertrouwt u uw kind ruim 7600 uren aan ons toe; dat is een belangrijk deel van een kinderleven; een school kies je dan ook met zorg. Hoewel scholen alle inhoudelijk moeten voldoen aan de kerndoelen, zijn er verschillen: in visie, doelstellingen, in pedagogische aanpak, hoe het onderwijs is georganiseerd, de manier van werken, in sfeer en uiteindelijk ook in kwaliteit. In deze Schoolgids beschrijven wij waarvoor wij staan (visie), wat wij nastreven (doelstellingen), hoe wij dat doen (organisatie) en hoe wij proberen onze school te verbeteren (kwaliteit). We leggen daarnaast verantwoording af voor onze manier van werken en voor de resultaten die we met onze leerlingen behalen. Op de laatste pagina s van deze schoolgids beschrijven we wat u van ons kunt en mag verwachten en de verwachtingen die wij van u hebben. We hopen hiermee bij te dragen aan een nog betere samenwerking. De Schoolgids is wettelijk verplicht; de overheid stelt er eisen aan. De afdeling onderwijs en identiteit van ons bestuur biedt ons elk jaar ondersteuning om te voldoen aan de veranderende regelgeving. We zijn er erg blij mee. In deze gids vindt u een grote brok informatie. Vanwege de leesbaarheid is waar mogelijk verwezen naar de website van ons bestuur voor meer gedetailleerde informatie over een bepaald onderwerp; Ga naar en klik op SCHOLEN in de menubalk: Schoolgids. Natuurlijk kunt u alle in de Schoolgids benoemde onderwerpen rechtstreeks met ons bespreken. Aan het begin van het schooljaar ontvangen de ouders c.q. verzorgers een exemplaar van onze schoolkalender. Deze bevat algemene en praktische informatie en per maand een overzicht van de geplande activiteiten. De uitgave van de schoolkalender wordt deels bekostigd door de oudervereniging. De Schoolgids wordt gepubliceerd op onze website. Hier treft u onder documenten ook beleidstukken aan: een samenvatting van schooljaarplan, het jaarverslag, het schoolondersteuningsprofiel en het zorgplan. Een papieren versie van de Schoolgids is op aanvraag beschikbaar. Informatie over dagelijkse gang van zaken verstrekken we u met het digitaal communicatiesysteem Isy. Via een toegekende code melden ouders zich aan en worden vervolgens op de hoogte gehouden door de tweewekelijkse nieuwsbrieven (Wistik), de digitale schoolkalender en informatie door de groepsleerkrachten. Hebt u naar aanleiding van deze Schoolgids vragen, schroomt dan niet contact met ons op te nemen. Ik hoop op een constructieve en prettige samenwerking en wens iedereen een heel fijn schooljaar toe. Namens team Windekind, Jean van den Booren Directeur (tot ) Met ouders kunstwerken maken voor Serious Request pagina 8

9 Stichting INNOVO Onze school valt onder de juridische verantwoordelijkheid van de Stichting INNOVO. INNOVO is de koepelorganisatie van ruim 50 scholen voor primair onderwijs in Zuid- en Midden-Limburg. Bijna leerlingen bezoeken onze scholen. INNOVO heeft 700 leerkrachten in dienst en ruim 200 medewerkers met ondersteunende taken. INNOVO bouwt voort op een onderwijstraditie van 100 jaar goed basisonderwijs in Heerlen en wijde omgeving. Het bevoegd gezag van de stichting wordt gevormd door het College van Bestuur: dhr. Bert Nelissen, voorzitter en mw. Joan van Zomeren, lid. Het College van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht, die een controlerende taak heeft ten aanzien van de vastgestelde doelen. Het College van Bestuur houdt kantoor aan de Ruys de Beerenbroucklaan 29A te Heerlen. Hier is ook het servicebureau gevestigd dat ondersteuning biedt aan de scholen en het college. Op het servicebureau zijn deskundigen werkzaam in de disciplines financiën, huisvesting, ICT, administratie, personele, juridische en onderwijskundige zaken. In het strategisch beleidsplan ( ) wordt de missie als volgt geformuleerd. Onze missie = inspireren om te leren organisatie. Als de collectieve ambitie gekend en gedeeld wordt, komt iedereen beter tot zijn recht en draagt dat bij aan onze opdracht: goed onderwijs voor kinderen, leerkrachten en omgeving. Onze onderwijsvisie goed onderwijs tot de derde betekent goed onderwijs voor leerling, leerkracht en omgeving onderwijs op maat is de opdracht van en voor iedereen de kwaliteit van leerkracht, directie en alle andere medewerkers in school maken het verschil partnerschap met ouders en omgeving is voorwaardelijk INNOVO als organisatie is een lerend netwerk Zij vloeit voort uit onze diepgewortelde overtuiging dat iedereen het liefst zelf aan de slag wil met zijn eigen ontwikkeling. Het gaat dan om van moeten leren naar willen leren, om open te staan voor nieuwe dingen en het koesteren van nieuwsgierigheid, maar ook over steeds zelf blijven nadenken en veel werkplezier. Onderwijs op maat en persoonlijk leren lukken het beste in een omgeving met veel ruimte en daarbij passende controle. Wie het weet, mag het zeggen Onze missie, onderwijsvisie en besturingsfilosofie zijn gebaseerd op vertrouwen, verbinding en vakmanschap. Wij creëren met elkaar een omgeving waarin eigenaarschap wordt gevoeld en zichtbaar is in gedrag. Iedere leerling en iedere medewerker kunnen binnen INNOVO zichzelf zijn en zich verbonden voelen met anderen. Binnen (en ook buiten) helder gestelde kaders is er alle ruimte om eigenaarschap te laten groeien. Wij leren graag samen met en van elkaar. Onderwijs op maat Ieder mens is uniek en heeft recht op zijn eigenheid. Onderwijs op maat richt zich zowel op de hoogvlieger als op de laatbloeier en faciliteert zo de ontwikkeling en groep van elk kind naar eigen vermogen. Professionals zijn in teamverband goed geschoold en weten zich gesteund door de INNOVO Kerstmarkt voor Serious Request pagina 9

10 1 De school 1.1 De naam De naam Windekind is ontleend aan het boek De kleine Johannes van Frederik van Eeden (1887). In dit sprookjesachtige verhaal wordt de ontwikkeling van de kleine Johannes van kleuter tot jong volwassene beschreven. De fee Windekind (allegorie voor de fantasie en de liefde voor de natuur) laat Johannes de gevolgen van menselijk gedrag voor de natuur zien en helpt hem in zijn zoektocht naar de zin van het leven. Langzamerhand ontdekt Johannes dat een sprookjesachtig bestaan niet volstaat. Via kabouter Wistik (de zoekende), Pluizer (de pessimistische realist) en Cijfer (de mathematicus) kiest Johannes uiteindelijk voor de medemens met al zijn beperkingen. 1.2 Levensbeschouwelijke grondslag Windekind is een rooms-katholieke basisschool. De school werkt nauw samen met de geestelijkheid van Parochie Heilige Moeder Anna (Bekkerveld). 1.3 Huisvesting Het schoolgebouw is in februari 1980 in gebruik genomen. Het bestaat uit 12 groepswerkruimten, een speellokaal en diverse ruimten die gemeenschappelijk gebruikt worden. Voor de lessen bewegingsonderwijs voor de groepen 3 t/m 8 maken we gebruik van de Multifunctionele Accommodatie Bekkerveld (A gene Bek) op ca. 700 m van school. (groepen 3 t/m 8). De leerlingen van de groepen 1 en 2 benutten het speellokaal voor de gymlessen. Er is een aparte speelplaats voor de onder- en de bovenbouw. De bovenbouwspeelplaats is openbaar, de speelplaats voor de onderbouw bevindt zich op schoolterrein. In school vindt ook de buitenschoolse opvang (BSO) plaats. Stichting Humanitas heeft hiertoe een lokaal gehuurd en ingericht. In 2013 is het schoolgebouw ingrijpend verbouwd en daarmee aangepast aan hedendaagse en toekomstige onderwijseisen. 1.4 Wervingsgebied De meeste leerlingen wonen in de buurten Douve Weien, Aarveld, Bekkerveld, Erk, Caumerveld, Zandweg, Heezerveld, Heerlerbaan, Molenberg, Benzenrade en Hoogveld. Een klein aantal leerlingen komt uit andere wijken en buurtgemeenten. 1.5 Schoolgrootte De school telt aan het begin van het schooljaar ca. 295 leerlingen. Dit aantal zal in de loop van het schooljaar oplopen tot ca. 330 kinderen. We vormen dit schooljaar 11 groepen. In de tweede helft van het schooljaar wordt een twaalfde groep gevormd ten behoeve van de vierjarigen. We verdelen de leerlingen zoveel mogelijk evenredig; daartoe vormen we diverse combinatiegroepen. 1.6 Medezeggenschap Algemeen: Medezeggenschap in het onderwijs is vastgelegd in de Wet Medezeggenschap op Scholen ( WMS). Deze wet bepaalt, dat alle scholen een medezeggenschapsraad moeten hebben. Ook stelt deze wet, dat besturen met meer dan twee scholen een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad dienen in te richten. Daarnaast benoemt de WMS de rechten van de medezeggenschap, te weten: overlegrecht, informatierecht, instemmings- en adviesrecht. Het instemmingsrecht heeft veelal betrekking op zaken die het personeel betreffen, het adviesrecht gaat meer over zaken die de organisatie aangaan. Ten slotte geeft de WMS handreikingen voor verkiezingen, de werkwijze van de raad, de wijze waarop geschillen aanhangig gemaakt kunnen worden en benoemt de wet de verplichting van de MR om jaarlijks een activiteiten- of jaarplan en een jaarverslag te maken. Voor meer informatie ga naar: scholen / schoolgids. In een MR behoren personeel en ouders in gelijke mate vertegenwoordigd te zijn. Samen kijken zij naar het beleid, dat door de school wordt uitgezet, bespreken dit met het bevoegd gezag (meestal de directeur) en geven gevraagd en/of ongevraagd hun mening hierover. Het bevoegd gezag en de raad stemmen in het medezeggenschapstatuut af hoe binnen de organisatie aan de medezeggenschap vorm gegeven wordt. Haar eigen werkwijze benoemt de MR in haar huishoudelijk reglement. De MR van Windekind bestaat uit vier ouders en vier leerkrachten. De actuele samenstelling vindt u in de kalender die ouders c.q. verzorgers jaarlijks ontvangen. De MR is een belangrijke gesprekspartner voor de directie. Er bestaat een sterke drive samen te werken in een klimaat van openheid en vertrouwen. 1.7 Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Behoren er twee of meer scholen tot een bevoegd gezag, dan zal het voorkomen, dat er besluiten genomen worden die voor al die scholen gelden. Een bestuur dient dan een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad in te richten. INNOVO heeft dus ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). De GMR van INNOVO heeft in totaal 12 zetels, gelijk verdeeld tussen de oudergeleding en de personeelsgeleding. De leden van de GMR worden door de MR en gekozen uit de kandidaten, die zich verkiesbaar stellen. Deze kandidaten kunnen uit het hele personeelsbestand van INNOVO komen. Zij hoeven geen lid te zijn van een MR van een school. De medezeggenschapsraden hebben een onafhankelijke positie in de organisatie. Het bevoegd gezag (voor de MR-en de directeur en pagina 10

11 voor de GMR het CvB) komt op uitnodiging van de raad om de raad te informeren over het te voeren beleid. Besluiten doet de raad zonder bevoegd gezag en zonder dat het bevoegd gezag invloed op het besluit uitoefent! Wil je als medezeggenschap daadwerkelijk nee kunnen zeggen is de relatie tussen bevoegd gezag en medezeggenschap van immens belang. Samen iets bereiken, samen staan voor de organisatie, de mensen die erin werken en de leerlingen, die er leren kan alleen op basis van een goede verhouding met een luisterend, geïnteresseerd, maar kritisch oor voor elkaars opvattingen en uitgangspunten en met respect voor de rol die eenieder in het geheel inneemt. Meer informatie? Uitgebreide GMR-informatie is ook te vinden via: of neem dan contact op met Ton Verhiel, secretariaat. Bezoekadres: Ruys de Beerenbroucklaan 29a, 6417 CC Heerlen Tel Ouderpanel Drie jaar geleden hebben we een ouderpanel in het leven geroepen, dat bestaat uit twee ouders per groep. Deze groep komt ten minste twee keer per jaar samen. Een ouderpanel of klankbordgroep is een relatief laagdrempelige manier om ouders mee te laten denken over het onderwijsprogramma en de gang van zaken op school, om hiaten of verbeterpunten boven water te krijgen of meer draagvlak te krijgen voor veranderingen. Een ouderpanel buigt zich op verzoek van de school over uiteenlopende onderwerpen, van het leefklimaat op school tot de gang van zaken bij de schoolreis, van de organisatie van medezeggenschap tot overblijfvoorzieningen en van huiswerkondersteuning tot absentiebeleid. Een paneldiscussie levert vaak adviezen op waarmee directie of schoolteam direct aan de slag kunnen. Voor ouders heeft deelname aan een ouderpanel het voordeel dat ze zich niet structureel hoeven te binden. Omdat de panels telkens van samenstelling wisselen, kan de schoolleiding via de ouderpanels een grotere groep ouders raadplegen, dan bij een vaste oudervertegenwoordiging het geval is. 1.9 Oudervereniging Wanneer uw kind is ingeschreven op school, bent u automatisch lid van de oudervereniging. De ouderverenging stelt zich tot doel de samenwerking te bevorderen tussen de school en de ouders/ verzorgers. Via het bestuur en de werkgroepen werken we in woord en Daad aan nauwe contacten met ouders, directie en schoolteam Om de samenwerking met de medezeggenschapsraad te Intensiveren, heeft het bestuur van de oudervereniging een vast contactpersoon in de MR. Onderzoekend leren in de praktijk pagina 11

12 2 Waar de school voor staat 2.1 Onze missie We doen wat goed is voor het kind. We bieden onderwijs aan kinderen als voorbereiding op een toekomst die we niet kennen. Maatschappelijke en technische ontwikkelingen voltrekken zich in hoog tempo. De omgeving waarin kinderen opgroeien, blijkt ook steeds minder een constante factor. In een omgeving waarin je je veilig voelt en erkent weet, is ruimte voor ontwikkeling: te ontdekken wat je interesseert, wat je kunt, wat je inspireert, wie je bent... Elk kind kan en wil zich ontwikkelen. Met als uitgangspunt het uniek zijn van elk kind, stimuleren we de groei in competentie - ik kan het - ; autonomie - ik kan het zelf - en relatie ik kan het samen met anderen. Bij groei hoort dat elk kind steeds meer de regie over zijn eigen leren neemt. We doen het niet alleen; we staan voor educatief partnerschap: het samen optrekken als gelijkwaardige partners in de begeleiding van de aan ons toevertrouwde kinderen. Zo kunnen we er samen voor zorgen, dat het kind met plezier naar school komt en kunnen we waarmaken wat we graag willen: 2.2 Onze visie 1. Waar staan we echt voor? 1. We gaan ervan uit dat elk kind op onze school in staat is zich naar zijn mogelijkheden te ontwikkelen. 2. Met als uitgangspunt het uniek zijn van elk kind, stimuleren we de groei in competentie - ik kan het - ; autonomie - ik kan het zelf - en relatie - ik kan het samen met anderen 3. We zorgen ervoor dat elk kind steeds meer de regie over zijn eigen leren neemt 4. We zorgen er samen voor dat uw kind met plezier naar school komt 5. We staan voor educatief partnerschap: het samen optrekken als gelijkwaardige partners in de begeleiding van de aan ons toevertrouwde kinderen 1. Als dit onze visie is, hoe kijken we dan naar leerlingen en ouders? 1. We hebben hart voor elk kind 2. Elk kind heeft het vermogen zich te ontwikkelen 3. We zien elk kind als bijzonder in zijn of haar eigenheid 4. We zien ouders als gelijkwaardige partners die met ons zoekende zijn naar wat het beste is voor hun kind 2. Wat beloven wij onze leerlingen en ouders? 1. Wij doen recht aan het kind 2. Wij bieden een veilige leeromgeving die uitdaagt tot leren 3. Wij bieden structuur 4. Wij leren kinderen samenwerken 5. We bieden kinderen de mogelijkheid hun eigen leren steeds meer te regisseren 6. We zorgen voor een breed onderwijsaanbod 3. Wat is onze (unieke) kracht? 1. We bieden een veilige plek waar kinderen graag zijn 2. We richten de leeromgeving zó in dat kinderen een evenwichtige, harmonische ontwikkeling kunnen doormaken 3. Wij bieden structuur en zorgen voor een doorgaande lijn op pedagogisch en didactisch gebied 4. We richten het leerproces zó in dat kinderen stapsgewijs steeds zelfstandiger functioneren 5. We leren kinderen samenwerken 6. We bieden onze leerlingen een verbreed programma aan met accenten op het vlak van cultuureducatie en techniek & wetenschap 4. Wat zie ik hiervan in school? 1. In school wordt een rijke leeromgeving gecreëerd door een breed aanbod aan materialen en activiteiten 2. Er is een leerlijn zelfstandigheid en autonomie van groep 1 t/m 8 3. Er is een leerlijn structuren van coöperatief leren van groep 1 t/m 8 4. In het lesprogramma is tijd opgenomen om diverse programma s in te zetten om de kinderen te stimuleren in hun persoonlijke en sociale groei 5. We werken met een portfolio om recht te doen aan de ontwikkeling van elk kind 6. Het team bestaat uit professionals die vanuit passie voor hun vak voortdurend werken aan hun vakmanschap 7. We leveren maatwerk binnen de grenzen van onze mogelijkheden 5. Wanneer hebben we onze belofte ingelost? 1. Als de leerlingen aan het einde van de basisschool met veel plezier terugkijken op hun tijd als Windekind 2. Als elk kind gedurende acht jaren gestaag gegroeid is in de ontwikkeling en zich harmonieus ontplooid heeft in overeenstemming met zijn/ haar mogelijkheden 3. Als blijkt dat ten minste 80 % van onze leerlingen conform advies functioneren na drie jaar pagina 12

13 voortgezet onderwijs 4. Als uit onderzoek blijkt dat de ouders, de leerlingen, het bestuur, de inspectie en onze ketenpartners Windekind boven gemiddeld waarderen 2. 3 Educatief partnerschap We zien ouders als gelijkwaardige partners die met ons zoekende zijn naar wat het beste is voor hun kind: educatief partnerschap. We hebben een gemeenschappelijk belang: dat de leerling c.q. het kind zich, gezien zijn mogelijkheden en talenten, optimaal ontwikkelt op school en thuis. Educatief partnerschap vraagt om een wederzijdse betrokkenheid van ouders en school. Bij partnerschap gaat het niet alleen om een beweging van ouders richting hun kind op school en de school als gemeenschap, maar ook om een beweging van de school richting de thuissituatie. Samen denken we na over wat deze leerling, dit kind nodig heeft om met plezier naar school te gaan en er optimaal te kunnen leren. We vinden het belangrijk dat we elkaars verantwoordelijkheid respecteren, want als ouders en school zich op elkaars terrein begeven, kan onduidelijk worden wie waarover beslist. Onderwijs geven is de primaire verantwoordelijkheid van het schoolteam. Leerkrachten maken keuzes wat betreft de methode, instructie, feedback, plaats van de leerling in de groep (naast wie en waar), omgangsregels, overgang van groep 2 naar 3 en dergelijke. Ouders denken mee en verwoorden hun ideeën, maar besluiten nemen doet de leerkracht in casu de school. Opvoeden is de primaire verantwoordelijkheid van ouders. Zij bepalen zaken zoals religie, voeding, kleding, tijdstip van naar bed gaan, vrijetijdsbesteding, hobby s, Tv-kijken en computergebruik. Een aantal van deze zaken hangt samen met schoolsucces, zoals het leren op school thuis ondersteunen, interesse voor schoolwerk tonen en achter de aanpak van de leerkracht staan. Dit is onderwijsondersteunend gedrag. Hoe meer hiervan aanwezig, hoe groter de kans op schoolsucces. Ook hier geldt dat leerkrachten hierover meedenken, maar niet op de stoel van de ouders gaan zitten. Een voorwaarde voor goed educatief partnerschap is onderling vertrouwen tussen ouders en leerkrachten. Dat ontstaat niet vanzelf. Dat vraagt een investering van beide kanten. Partnerschap vraagt dat je elkaar ziet en hoort en op elkaar reageert, elkaar wilt leren kennen en met elkaar wilt samenwerken. En ook dat je elkaar respecteert. En dat je toch toenadering zoekt als je het niet helemaal eens bent met de opvattingen van de ander. Je doet dat allemaal in het belang van het kind en vanuit het besef dat je samen meer kunt dan alleen. Zorgvuldige omgang en de dialoog stimuleren vertrouwen en bouwen aan de relatie. 2.4 Communicatie Educatief partnerschap valt of staat met goede communicatie. Willen we de samenwerking met de ouders goed laten verlopen, dan stelt dat eisen aan onze professionele communicatie. Wat mag u van ons verwachten? Een paar kenmerken: een positieve grondhouding. We zien ouders niet als bedreiging, maar als partners, die een waardevolle bijdrage kunnen leveren we proberen ons te verplaatsen in het standpunt van de ouders we zijn oprecht geïnteresseerd in de ouders we waarderen de inzet van ouders we stellen grenzen, want dat biedt duidelijkheid voor school en de ouders van de leerkracht mag u verwachten dat hij of zij betrouwbaar en transparant is. Dat houdt onder andere in dat hij afspraken nakomt en dat hij het eerlijk toegeeft als er iets misgegaan is. Er is openheid in het team zodat de leerkracht open en eerlijk kan zijn naar de collega s in de dingen die goed en niet goed gaan. Op de laatste pagina s van deze schoolgids hebben we de verwachtingen die u ten aanzien van Windekind mag hebben en wat wij van de ouders verwachten, samengevat. Hierover wisselen we van gedachten tijdens het kennismakingsgesprek aan het begin van het schooljaar. 2.5 Kwaliteitszorg Van Dale: kwaliteit: mate waarin iets goed is; gesteldheid, hoedanigheid, aard. Onderwijskwaliteit heeft verschillende aspecten: de bereikte leerresultaten, de professionaliteit van de leerkrachten en de schoolleiding, de nadruk op normen en waarden, de tevredenheid van betrokkenen, het oordeel van werkveld en samenleving om enkele te noemen. Kwaliteit moet blijken. De overheid stelt daarvoor de wettelijke kaders; de rijksinspectie, het schoolbestuur en de individuele school opereren binnen deze richtlijnen. Op landelijk niveau In 2012 is de Wet op Onderwijs Toezicht (WOT) aangepast. Onderwijsinstellingen en hun besturen worden op hun verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs en voor de naleving van wet- en regelgeving aangesproken. De inspectie belast de scholen niet meer dan voor een goede uitoefening van het toezicht noodzakelijk is. Er vindt daarom ten minste jaarlijks voor alle onderwijsinstellingen een analyse plaats van opbrengsten, jaarstukken en signalen. Op basis van deze analyse wordt een toezichtvorm bepaald. Daarnaast wordt elke school ten minste een keer in de vier jaar pagina 13

14 door de inspectie bezocht. In oktober 2015 heeft de inspectie Windekind bezocht; zie verder paragraaf 8.4. Op bestuursniveau Innovo gebruikt diverse instrumenten om kwaliteit van het onderwijs te bepalen en daarover te rapporteren. INNOVO heeft elf werkprocessen in het onderwijs beschreven. Aan de hand van een kijkwijzer kunnen scholen bepalen hoe het met de kwaliteit gesteld is. Daarnaast vindt tweejaarlijks een interne audit plaats. Dit is een onderzoek dat, met een systematische en gedisciplineerde aanpak, wordt uitgevoerd naar het goed en betrouwbaar functioneren van de interne organisatie door auditors die in dienst zijn van de organisatie. Schooljaar is Windekind weer aan de beurt. Het College van bestuur voert ten minste een keer per jaar met de directie van elke school een monitorgesprek. Aan de orde komen ten minste: actuele zaken, de kwaliteit van het onderwijs, personeelszaken, financiën en beheer aspecten. Elke twee jaar wordt centraal een tevredenheidsonderzoek gehouden. In maart 2016 zijn de ouders, personeelsleden en leerlingen digitaal bevraagd. De resultaten van deze onderzoeken zijn teruggekoppeld naar de scholen en daar met alle geledingen besproken. Ontwikkelpunten worden opgenomen in het schooljaarplan. Zie verder paragraaf 2.8. Op schoolniveau Uitgangspunt voor de inrichting van de kwaliteitszorg is de PDCA-cyclus. Onze plannen worden jaarlijks ten uitvoer gebracht (Do). Aan het eind van een schooljaar worden de geplande ontwikkelingen in het schooljaarplan geëvalueerd, evenals de resultaten van het onderwijs, de werkprocessen en het schoolondersteuningsprofiel (check). In het jaarverslag worden de resultaten van deze check weergegeven. Deze bevindingen vormen de aanleiding het plan bij te stellen (act), waarna we overgaan tot de volgende acties (act). We gebruiken gestandaardiseerde toetsen van het CITO om objectieve gegevens te verkrijgen over de leerresultaten van de leerlingen. CITO-toetsen kennen bijna alle twee afnamemomenten: midden en einde schooljaar. We nemen deze toetsen af vanaf groep één Daarnaast gebruiken we toetsen en proefwerken die horen bij de diverse methodes. De resultaten van alle CITO-toetsen worden door de leerkrachten geanalyseerd en met de intern begeleider besproken. Twee keer per jaar bespreken we de trends op schoolniveau tijdens de schoolconferenties. Op basis van de toetsuitslagen worden per groep afspraken gemaakt: hoe kunnen we het gewenste kwaliteitsniveau handhaven en/ of verbeteren? Deze afspraken worden vastgelegd in het groepsplan. In groep zeven nemen we de entreetoets af; de resultaten geven ons zicht op de te verwachten scores op de eindtoets en maken het ook mogelijk nog leerstof-inhoudelijke accenten te leggen in de periode tot aan de eindtoets in groep acht. De resultaten van de eindtoets geven zicht op de individuele prestaties maar maken ook vergelijking op landelijk, regionaal en op bestuurlijk niveau mogelijk. We vinden de sociaalemotionele ontwikkeling minstens zo belangrijk als onderwijsresultaten. We gebruiken sinds vorig schooljaar het CITO-programma Viseon om zicht te krijgen op het welbevinden van onze leerlingen. Een kwaliteitsaspect vinden we ook de inbreng van de leerlingen. Daartoe bestaat sinds enkele jaren het leerlingenpanel. Leerlingen uit de groepen 6 tot en met 8 vergaderen drie keer per jaar met de directeur over schoolse zaken en doen voorstellen. Op die manier is een aantal praktische zaken verbeterd. De school wenst transparant te zijn. Daartoe wordt jaarlijks een jaarverslag uitgegeven. De resultaten in de breedste zin van het woord worden hierin verantwoord en toegelicht. 2.6 Schoolklimaat In de missie hebben we beschreven dat een sfeer waarin je je veilig en geborgen voelt, voorwaarde is om jezelf te kunnen zijn en je te kunnen ontwikkelen. Jezelf mogen en kunnen zijn begint volgens ons met gezien worden. We streven ernaar snel met elke nieuwe leerling (en dus ook met elke nieuwe ouder) een goed contact op te bouwen. Er is dus veel contact, vooral in informele sfeer. We controleren of deze gewenning goed verloopt, zowel bij het kind als de ouder en stemmen indien nodig de aanpak met elkaar af. Je ervaart het schoolklimaat in de sfeer die heerst. Dat is geen constante; er zijn voortdurend invloepagina 14

15 den die een rol spelen. Sfeer is er niet vanzelf; je kunt die helpen ontstaan en beïnvloeden. We geloven in een positieve aanpak: let vooral op wat goed gaat en bekrachtig dat. Dat is de onderliggende gedachte van schoolwide positive behaviour support (SWPBS), het programma dat we afgelopen schooljaar hebben geïntroduceerd in school. De aanpak van is gebaseerd op met elkaar afgestemde, breed gedragen regels en afspraken die consequent worden nagestreefd en bekrachtigd. In de volgende paragraaf zijn ze uitgewerkt. Het schoolklimaat wordt zeker mede bepaald door de waarden en normen die we belangrijk vinden. In het pedagogisch klimaat dat we nastreven, komen ze mede tot uitdrukking. In de paragraaf identiteit gaan we hierop verder in: zie Hoe we omgaan met emoties speelt zeker een rol in het ontstaan en onderhouden van het groeps- en schoolklimaat. We ondersteunen de kinderen om op verschillende manieren uiting te geven aan hun emoties en daarbij ook de vormen te verwerven ondersteunend zijn in het aangaan en onderhouden van relaties. Het komt onder meer tot uitdrukking bij het vieren van successen met de groep, het team, de hele school. Het jaarlijkse schoolfeest (de verjaardag van de school) is ook zo n element, net als de jaarlijkse schoolreis, het afscheid van groep acht en de traditionele feesten als Sinterklaas, Kerstmis en Pasen Regels en afspraken We formuleren gedragsregels ten aanzien van de volgende gebieden: A. Omgaan met elkaar B. gedrag in school C. gedrag op de speelplaats D. omgaan met materialen (eigen, van medeleerlingen en schooleigendom). In elke groep worden de gedragsregels hoe met elkaar om te gaan jaarlijks aan het begin van het schooljaar samen besproken. Dat geldt ook ten aanzien van de regels hoe we met materialen omgaan. Ze worden genoteerd op de afsprakenslang*. Ze komen in de onderbouw wekelijks beurtelings aan bod (regel van de week). In de bovenbouw is de frequentie lager omdat de leerlingen er inmiddels meer mee bekend zijn. De gedragsregels zijn positief, in de vorm van een gebod geformuleerd. A. Omgaan met elkaar 1. We gaan vriendelijk met elkaar om 2. We accepteren elkaar 3. We luisteren naar elkaar en laten elkaar uitspreken 4. We houden rekening met elkaar 5. We lossen meningsverschillen en ruzies met praten op 6. We werken samen B. Gedrag in school 7. De school is een wandelgebied 8. We zorgen ervoor dat iedereen rustig kan werken 9. We gedragen ons netjes op de toiletten 10. We ruimen onze spullen op en zorgen ervoor dat de school er netjes uitziet C. Gedrag op de speelplaatsen 11. Als je naar school komt, kom je meteen de speelplaats op 12. Parkeer je fiets netjes in een van de fietsenstallingen 13. In de zandbak (onderbouw) wordt alleen gespeeld na toestemming van de leerkracht 14. Vóór school en tijdens de pauze blijf je op de speelplaats 15. Je mag alleen naar binnen met toestemming van de leerkracht 16. Je mag voetballen en basketballen (bovenbouw) aan de hand van het rooster in de daarvoor bestemde vakken. Bal over het hek, vraag de leerkracht. D. Omgaan met materialen 17. We gaan goed om met andermans en onze eigen spullen 18. We gebruiken materialen verstandig: we voorkomen verspilling en gedragen ons milieubewust Identiteit Windekind is een katholieke school. Vertrekpunt voor de katholieke identiteit vormen de christelijke tradities, de katholieke inspiraties en vieringen. Het pedagogisch klimaat wordt gerealiseerd in de dagelijkse omgang. De leerkrachten doen dit aan de hand van hun professionele kennis en vaardigheden en op basis van waarden en normen. Waarden als naastenliefde, weerbaarheid, gemeenschapszin, tolerantie, respect, verwondering, authenticiteit, dankbaarheid en (eigentijdse) spiritualiteit zijn vormgegeven in de christelijke tradities. Als team hebben we ons gebogen over de waarden die we in de onderlinge omgang en dus ook in de omgang met onze partners belangrijk vinden. Openheid, vertrouwen, samenwerken, elkaar aanvullen en ondersteunen zijn breed gedragen uitgangspunten. In ons dagelijks werk ontstaat identiteit in het samenspel van pedagogisch en onderwijskundig handelen. Het gaat bij identiteit niet alleen om de confessionele achtergrond. We hechten belang aan het leggen van verbindingen tussen het veelvoud aan levensbeschouwingen en de verschillende pagina 15

16 persoonlijke wijzen waarop deze levensbeschouwingen gestalte krijgen. We ondersteunen daarbij de kinderen bij het zoeken naar hun persoonlijke identiteit. 2.7 Schoolplan Een planperiode omvat vier schooljaren. Op basis van het strategisch beleidsplan van INNOVO hebben scholen hun plannen voor deze periode uitgewerkt. Het schoolplan dient te voldoen aan een aantal eisen die in de WPO (Wet primair Onderwijs) zijn beschreven. Ons bestuur ziet erop toe dat het schoolplan hieraan voldoet. In de komende periode richten we ons op vijf speerpunten. 1. Personeelsontwikkeling In lijn met het strategisch beleidsplan focussen wij ook komende planperiode op teamleren en teamwerk. In de afgelopen planperiode is ingezet op teamscholing op het vlak van (leren) omgaan met meer- en hoogbegaafde leerlingen, het aanbieden van passende arrangementen voor deze leerlingen en de verdere ontwikkeling van het didactisch handelen aan de hand van het ADI-model. In de komende periode richten we ons op het verder implementeren en borgen van het ADI-model en een actualisatie van het gebruik van structuren van coöperatief leren en opbrengstgericht werken volgens de vier D s (data, duiden, doelen en doen) vergelijkbaar met de pdca-cyclus. Windekind blijft achter wat betreft het aantal personeelsleden met een HBO-plus opleiding. Streven is op zo kort mogelijke termijn collega s te werven die bereid zijn een master te behalen dan wel deze bezitten op het gebied van rekenen en van taal & lezen. 2. Inzet ICT in het onderwijs We sturen op zelfstandigheid en autonomie. De inzet van ICT schept meer mogelijkheden tot gepersonaliseerd leren. Dit vormt dan ook een speerpunt in de komende planperiode. 3.Anders organiseren en groepsdoorbrekend onderwijs We lopen steeds meer aan tegen de grenzen van het leerstofjaarklassensysteem: groepen worden steeds groter, differentiatie binnen de groep vereist ten minste werken met vijf niveaus, ICT opent steeds meer mogelijkheden wat geïndividualiseerd onderwijs betreft. Schooljaar zijn we bescheiden gestart met groepsdoorbrekend werken. Dit wordt in de komende jaren stap voor stap uitgebreid. 4. Passend onderwijs Opbrengstgericht werken streven we o.a. na door het werken met het ADI-model bij de instructie en verwerking. Het concept van continuous improvement van Jay Marino verkennen we als mogelijkheid het leerproces steeds meer terug te geven aan het kind. Tijdens het afgelopen schooljaar bleek er onvoldoende draagvlak dit concept in te voeren. Anders organiseren biedt onzes inziens meer kansen. Onderwijs op maat richt zich niet alleen op de instrumentele vaardigheden; de persoonlijke vorming verdient ten minste evenveel aandacht. We zijn ervan overtuigd dat op het gebied van de ontwikkeling van executieve functies belangrijke winst te behalen is. Afgelopen schooljaar hebben we deelgenomen aan het traject Train your mind van de universiteit van Maastricht. Het vormde voor de leerlingen een leerzame ervaring en heeft voor Windekind geleid tot meer inzicht en het bewustzijn dat het belangrijk is aan deze vaardigheden te werken. Schoolwide Positive Behavior Support (SWPBS) We ervaren niet direct handelingsverlegenheid bij het omgaan met verschillen wat de cognitieve ontwikkeling betreft. Die is er wel bij gedragsproblemen. Van een schoolbrede aanpak was nog niet voldoende sprake. Dit is ongunstig voor leerlingen met (een risico op) gedragsproblemen. Juist deze leerlingen hebben een eenduidige benadering nodig. Een doelmatige, schoolbrede aanpak vermindert de kans op gedragsproblemen en vergroot de professionele schoolcultuur. Afgelopen schooljaar is gestart met SWPBS. Dit is een evidence based systeem dat zorgt voor een geïntegreerde schoolbrede aanpak, gericht op het bevorderen van gewenst gedrag van alle leerlingen binnen de school. Goed gedrag kun je leren! SWPBS richt zich op het versterken van gewenst gedrag en op het voorkomen van probleemgedrag. Het doel is een positieve, sociale omgeving te scheppen die het leren bevordert en gedragsproblemen voorkomt. SWPBS is een kapstok waaraan alle schoolinterventies en methoden die met gedrag te maken hebben in een school opgehangen kunnen worden. Wat al aanwezig is en goed werkt in de school wordt geïntegreerd in SWPBS. Daardoor wordt de werking van deze losse programma s en methodes versterkt. 5. Bedrijfsvoering In Zuid-Limburg daalt het aantal geboorten sinds 2005 gestaag met jaarlijks ca. 3 %. Hoewel het aantal leerlingen bij ons sinds 2007 met 18,6 % is gedaald, is de afgelopen jaren stabilisatie opgetreden en is er het afgelopen jaar zelfs sprake van groei. Omdat financieel zorgvuldig is beheerd, is het mogelijk door inzet van reserves komend jaar een groep meer te vormen. Samenwerking tussen scholen kan leiden tot een pagina 16

17 win-win situatie op meerdere vlakken. De directies van de basisscholen St. Martinus, De Windewijzer en Windekind hebben de intentie uitgesproken de komende jaren diverse vormen van samenwerking te verkennen mét behoud van eigen identiteit en directievoering. Naast enig schaalvoordeel kan dit leiden tot verbetering van het management en leiderschap en tot het vergroten van mogelijkheden tot flexibilisering van inzet van personeel en middelen. De nadere concretisering van het schoolplan vindt jaarlijks plaats in het schooljaarplan Schooljaarplan De schoolontwikkeling richt zich komend schooljaar op de volgende onderwerpen. 1. Borging van het werken met het activerend directe instructiemodel. De leerkracht stemt denkend vanuit doelen de instructie en de verwerkingsopdrachten zodanig af op relevante verschillen tussen leerlingen dat op drie niveaus geleerd en verwerkt wordt (toepassen ADI/model). Dit schooljaar richt zich op het onderhouden van de vaardigheden en borging in de kwaliteitscyclus. 2. Voortzetting implementatie van Rots en Water. 3. Schooljaar heeft het team kennisgemaakt met Rots en Water en zijn vijf collega s geschoold. Afgelopen schooljaar is het programma schoolbreed ingevoerd en dit traject wordt komend schooljaar voortgezet. 4. Verdere invoering en implementatie van de nieuwe rekenmethode Alles telt. We starten dit jaar in groep 6 met deze methode. Waarderen en weergave op het rapport moet worden aangepast. 5. Implementatie van de nieuwe methode voor bewegingsonderwijs. 6. Implementatie van Schoolwide Positive Behaviour Support. Zie voor inhoudelijke beschrijving: Verdere implementatie van Viseon (analyseprogramma m.b.t. het sociaal-emotioneel functioneren van alle leerlingen). 8. Keuze van een nieuwe methode voor het aanvankelijk lezen. 9. Het ontwikkelen en uitvoeren van een beleidsplan inzake ICT; inrichting projectgroep met opdracht te onderzoeken hoe ICT goed kan worden ingezet in het kader van anders organiseren. 10. Anders organiseren: inrichting projectgroep. Hoe kunnen we in de organisatie en het gebruik van media beter aansluiten bij wat de leerlingen Natuurmonumenten: ontdekken en ervaren pagina 17

18 nodig hebben aan instructie, ondersteuning en begeleiding? Hoe maken we de leerling regisseur van zijn eigen leren? 11. Actiepunten uit analyse van de werkprocessen leertijd, planmatig handelen en zelfverantwoordelijk leren zijn aan het eind van dit schooljaar voor 100% in orde. 12. Analyse van de werkprocessen: 4: Differentiatie in instructie en verwerking en 5: Samenwerkend leren. 3 Leerlingenondersteuning 3.1 Passend primair onderwijs in Zuid Limburg Schoolbesturen voor primair onderwijs hebben met ingang van schooljaar de opdracht om voor alle leerlingen passend onderwijs te organiseren. De schoolbesturen werken samen om invulling te geven aan de zorgplicht.elk kind heeft recht op passend onderwijs, ongeacht niveau van leren en ontwikkeling. Schoolbesturen en scholen geven vorm aan passend onderwijs in het ondersteuningscontinuüm: hoogwaardige basisondersteuning en extra ondersteuning. Uitvoering vindt plaats in afstemming met ketenpartners, zoveel mogelijk regulier en thuisnabij in één integraal plan binnen de beschikbare middelen. Hiertoe werken schoolbesturen samen in het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband is faciliterend bij het vormgeven van deze collectieve verantwoordelijkheid. In Zuid Limburg zijn drie samenwerkingsverbanden primair onderwijs: Regio Westelijke Mijnstreek, Regio Maastricht- Heuvelland en Regio Heerlen eo. Hiertoe behoren: Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal. Deze drie samenwerkingsverbanden in Zuid Limburg werken nauw samen op zowel beleidsmatig als uitvoeringsvlak. Informatie over de samenwerkingsverbanden kunt u terugvinden op de website: Dekkend aanbod Het samenwerkingsverband organiseert een dekkend aanbod, waarin alle leerlingen een passende plek vinden. Voor alle leerlingen met een ondersteuningsbehoefte wordt zo passend mogelijk onderwijs gerealiseerd. Daartoe werken de scholen in het samenwerkingsverband samen. Op Zuid Limburgs-niveau ontstaat een ondersteuningscontinuüm van reguliere tot zware ondersteuning binnen de samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Ondersteuningscontinuüm Het ondersteuningscontinuüm bestaat uit 5 niveaus: Ondersteuningsniveau 1: Onderwijs in de groep Ondersteuningsniveau 2: Ondersteuning in de groep Ondersteuningsniveau 3: Ondersteuning op school met interne deskundigen Ondersteuningsniveau 4: Ondersteuning op school met externe specialisten Ondersteuningsniveau 5: Extra ondersteuning speciaal (basis)onderwijs In het samenwerkingsverband wordt een onderscheid gemaakt tussen basisondersteuning en extra ondersteuning. Alle basisscholen bieden de basisondersteuning (ondersteuningsniveau 1 tot en met 4). Dit doen zij autonoom of met behulp van netwerkpartners. Ondersteuningsniveau 5 is extra ondersteuning op het speciaal (basis)onderwijs. Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel: dit is een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die ondersteuning nodig hebben. Het schoolondersteuningsprofiel geeft een beeld van de wijze waarop scholen het ondersteuningscontinuüm vorm geven. Het schoolondersteuningsprofiel kunt u terugvinden op de website van de school. Aanmelding, zorgplicht en toelaatbaarheid tot speciaal (basis) onderwijs Er is een wettelijk onderscheid tussen aanmelding enerzijds en toelating, plaatsing en inschrijving anderzijds. Aanmelding is enkel een verzoek tot toelating en plaatsing. Inschrijving volgt na een positief besluit tot toelating en plaatsing. Ouders melden hun kind schriftelijk, minimaal 10 weken voorafgaand aan de gewenste plaatsing, aan bij de school van voorkeur en geven bij de aanmelding aan bij welke school of scholen eveneens om toelating is verzocht. Aanmelding is mogelijk vanaf de dag waarop het kind de leeftijd van 3 jaar bereikt. De verantwoordelijkheid voor tijdig plaatsen begint dus op het moment dat de leerling schriftelijk wordt aangemeld bij een school in het samenwerkingsverband. Aanmelding betekent dus niet automatisch plaatsen. Ouders stellen de school op de hoogte als zij vermoeden dat hun kind ondersteuning nodig heeft. Bij de eerste aanmelding in het primair onderwijs is die informatie, eventueel aangevuld met informatie van een voorschoolse voorziening, de belangrijkste basis voor de school van voorkeur om vast te stellen wat (welke ondersteuning) het kind nodig heeft. Er is geen sprake van een voorgeschreven of uniform aanmeld- en inschrijfformulier vanuit het samenwerkingsverband. Besturen en scholen hanteren eigen formulieren en deze staan altijd op de website van de school. Scholen verstrekken algemene informatie over de school aan ouders. pagina 18

19 Aan een verzoek tot aanmelding geeft een school gehoor, waarbij de afspraak geldt dat niet mondeling wordt doorverwezen. De school beslist, binnen zes weken na aanmelding, of de leerling kan worden toegelaten. Deze periode kan eenmaal met maximaal vier weken worden verlengd. Als een school de leerling niet kan plaatsen, zoekt de school (of het schoolbestuur) een passende onderwijsplek op een andere school. Dat kan een reguliere school zijn of een school voor speciaal (basis)onderwijs. Belangrijk daarbij is dat een goede balans wordt gevonden tussen de wensen van ouders en de mogelijkheden van scholen. Als extra ondersteuning in het speciaal (basis) onderwijs nodig is, dan wordt een toelaatbaarheidstraject gestart. Het samenwerkingsverband bepaalt of een leerling toelaatbaar is tot het speciaal (basis) onderwijs. Ook stelt het samenwerkingsverband het beleid en de procedure vast met betrekking tot plaatsing van leerlingen voor wie de periode waarop de toelaatbaarheidsverklaring betrekking heeft, is verstreken. Als een leerling wijzigt van school dragen de betrokken scholen, in overleg met de ouders, gezamenlijk zorg voor een goede overgang en een warme overdracht volgens de afspraken binnen het samenwerkingsverband. Meer informatie in het algemeen en over de toelaatbaarheid tot speciaal (basis)onderwijs in het bijzonder, kunt u terug vinden op de website www. passendonderwijszuid.nl Contactinformatie Samenwerkingsverband Heerlen en omstreken Adres: Nieuw Eyckholt 290E, 6419 DJ Heerlen Directeur: Doreen Kersemakers Telefoon: info-po@swvzl.nl Basisondersteuning Alle scholen hebben hun huidige mogelijkheden om leerlingen te begeleiden en ondersteunen beschreven in het schoolondersteuningsprofiel. Het SWV heeft een ambitieus niveau van de basisondersteuning vastgesteld. Dat is het niveau waar alle scholen in de periode tot 2018 naartoe groeien. Hoe ziet de basisondersteuning er bij Windekind uit? Leerlingen die bij het leren extra ondersteuning nodig hebben, krijgen deze in de groep. Zeer beperkt wordt extra begeleiding buiten de groep geboden; dit gebeurt individueel of in kleine groepjes. Wij noemen dit speciale leerhulp. Wij verwijzen hierbij naar de niveaus van zorg van WSNS; zie paragraaf Extra ondersteuning Voor leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften geldt een nieuwe regeling. De leerlinggebonden financiering (rugzak) verdwijnt en de wijze waarop leerlingen worden verwezen en toegelaten tot het speciaal (basis)onderwijs zijn anders geregeld. Indien de ondersteuningsvraag van een leerling de mogelijkheden van de school overstijgt, wordt in overleg ondersteuning toegevoegd of wordt een plaatsing in een andere basisschool of een tijdelijke plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs overwogen. Voor een tijdelijke plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs is een toelaatbaarheidsverklaring noodzakelijk. Per 1 augustus 2014 beslist het samenwerkingsverband door middel van een toelaatbaarheidsverklaring of een leerling toelaatbaar is tot een school voor speciaal basisonderwijs (SBO) of (voortgezet) speciaal onderwijs (V)SO. Tegen deze beslissing over de toelaatbaarheid kan bezwaar worden ingediend bij een (bezwaar)adviescommissie. De directeur geeft, na inwinning van het deskundigenadvies, al dan niet een toelaatbaarheidsverklaring af en vervolgens kan de leerling geplaatst worden in of het SBO of het SO Het schoolondersteuningsprofiel Het schoolondersteuningsprofiel geeft een realistisch beeld van de ondersteuning en begeleiding die de school momenteel in het kader van Passend Onderwijs kan bieden en hoe deze ondersteuning is georganiseerd. Het is de bedoeling dat ondersteuning voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, zonder administratieve rompslomp, op basisscholen toegankelijk moet zijn. Daarom is alle ondersteuning tot aan een verwijzing naar het speciaal (basis) onderwijs te rekenen tot basisondersteuning. De mate waarin de school momenteel die basisondersteuning op eigen kracht of met hulp van externe deskundigen kan bieden, is af te lezen uit het schoolondersteuningsprofiel. Basisondersteuning omvat vier ankerpunten. De school verbindt zijn ontwikkelingslijnen aan de ankerpunten van de basisondersteuning. Niet elke lijn hoeft even strak gespannen te zijn. De trekspanning tussen beiden kan afhankelijk zijn van de windrichting (kenmerken leerlingenpopulatie), de windkracht (pedagogisch en didactisch concept), de stroomsterkte (sociaal-demografische ligging in de wijk of regio) en het getij (krimp of groei). 1. Kwaliteitsstandaard Bij de bepaling van de kwaliteitsstandaard gebruiken we het basisarrangement en de kwalificatie op de ondersteuningsindicatoren van het vigerend toezichtkader van de onderwijsinspectie (2012). 2. Planmatig en handelingsgericht werken In aanvulling op de standaarden uit het vigerend pagina 19

20 toezichtkader zijn er indicatoren voor planmatig en handelingsgericht werken geformuleerd. 3. Specifieke ondersteuning De school heeft een aanbod voor preventieve en licht curatieve basisondersteuning afgestemd op leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 4. Ondersteuningsstructuur; het schoolondersteuningsprofiel (SOP) Aangegeven wordt met welke deskundigheid de school autonoom basisondersteuning kan bieden of basisondersteuning met behulp van netwerkpartners (andere basisscholen of ketenpartners) tijdig, flexibel en adequaat kan ontsluiten. De belangrijkste functie van het schoolondersteuningsprofiel is dat het inzicht verschaft in de kwaliteit van de basisondersteuning van de school op dit moment. Alle ondersteuningsprofielen samen geven het samenwerkingsverband een overzicht van de mate waarin er wordt voorzien in een dekkend aanbod. Het schoolondersteuningsprofiel is integraal onderdeel van het schoolplan; het vormt voor de school de basis voor communicatie met ouders en anderen. Het volledige schoolondersteuningsprofiel vindt u op de website van Windekind; dit is een samenvatting. Het profiel is een groeidocument; jaarlijks wordt het aangepast als daartoe aanleiding bestaat. Windekind wil passend onderwijs bieden aan de leerlingen. We zijn daar echter niet even goed in op alle gebieden. Dat hangt samen met de expertise die in de loop van de tijd is opgebouwd en de gebieden waarop we ons via scholing de afgelopen jaren hebben ontwikkeld. Daarnaast zijn we in eerste instantie vrij kritisch naar ons eigen functioneren: waar we twijfelen over het niveau van kunnen en weten, hebben we aangegeven dat dat nog gebieden zijn waarop we ons verder willen ontwikkelen. Elk jaar maken we een stap(je) voorwaarts. Dat blijkt wel uit het schooljaarplan (zie paragraaf 2.8) Als het gaat om de leerinhouden, het aanbieden en aanleren ervan en de kennis die nodig is om kinderen te ondersteunen die dreigen te stagneren, achten we ons zeer wel in staat kinderen met lees- en taalproblemen te begeleiden. In ons team beschikken we over expertise in de vorm van een leerkracht met een master taal/ lezen.wat betreft rekenen & wiskunde: we hebben geen rekenspecialist in ons midden en dat wordt als een tekort ervaren. Wat de sociaal-emotionele ontwikkeling betreft: we beschikken niet meer over een gedragsspecialist die ondersteuning kan bieden aan de leerkrachten. Verdere verdieping teambreed is nodig en daar werken we aan. Komend schooljaar voeren we de werkwijze van Rots en Water schoolbreed in; daarnaast gaan we verder aan de slag met SWPBS, zoals u in paragraaf kunt lezen. Onze ondersteuningsstructuur is efficiënt ingericht. In een krimpsituatie neemt de druk op het systeem echter toe. Bij het al dan niet plaatsen van leerlingen spelen de volgende overwegingen verder een rol: De grootte van de groep; wanneer een groep meer dan 30 kinderen telt, gaat dit een rol spelen; De ondersteuningsbehoefte van en groep; wanneer een groep meer dan 30 kinderen telt, gaat dit een rol spelen; De ondersteuningsbehoefte van een groep; een concentratie van hulpvragen in een bepaalde groep kan ertoe leiden dat een volgende hulpvraag in deze groep niet adequaat genoeg kan worden beantwoord; Bij aanname van een kind met een of meer ondersteuningsvragen, moet de overtuiging bestaat dat dit kind zijn volledige onderwijscarrière bij Windekind kan voltooien; Aanname van kinderen met een ondersteuningsvraag mag er niet toe leiden dat binnen een groep de tot nu toe geboden hulp onder (zware) druk komt te staan Kennismaking en aanmelding Een ouder bepaalt zelf bij welke school het kind wordt aangemeld. Daarbij kunnen diverse factoren een rol spelen: nabijheid, geloofsovertuiging, het onderwijskundig concept van de school of de mate waarin een school een kind extra ondersteuning kan bieden. In de Wet Passend Onderwijs is een passage opgenomen met betrekking tot aanmelding en toelating De aanmelding van kinderen voor toelating geschiedt schriftelijk en kan worden gedaan vanaf de dag waarop het kind de leeftijd van 3 jaar bereikt. De ouders doen de aanmelding zo mogelijk ten minste 10 weken voor de datum waarop toelating wordt gevraagd en geven bij de aanmelding aan bij welke school of scholen eveneens om toelating is verzocht. Dit betreft de formele kant. Wij stellen het echter op prijs dat voordat een leerling wordt aangemeld, een kennismakingsgesprek plaatsvindt. Tijdens dit gesprek bespreekt de directeur hoe de school het onderwijs georganiseerd heeft, hoe de ondersteuning bij het leren eruit ziet en worden ouders in de gelegenheid gesteld de school "in bedrijf" te zien. Aan het eind van het gesprek ontvangen de ouders de schoolkalender, een aanmeldingsformulier, informatie betreffende leerplicht en de buitenschoolse opvang. Er wordt een termijn afgesproken waarbinnen pagina 20

21 ouders een besluit nemen over aanmelding. Nadat het aanmeldingsformulier is ontvangen, wordt de inschrijving schriftelijk bevestigd. Een maand voordat het kind vier wordt, neemt de school contact op met de ouders en nodigt hun uit voor een kennismaking met de leerkracht(en) van de instroomgroep. Tijdens dit gesprek komen een aantal praktische schoolzaken aan de orde en wordt afgesproken wanneer het kind de vijf dagdelen komt wennen. Met de ouders wordt het formulier Ontwikkelingsformulier 1-2 besproken met het verzoek dit de eerste schooldag ingevuld in te leveren. Binnen een maand na de eerste schooldag van het kind wordt dit formulier samen met de eerste bevindingen van de leerkrachten besproken. Met kinderdagverblijven en peuterzalen is afgesproken dat met instemming van de ouders gegevens met school worden uitgewisseld. Zoals in de eerste zin van deze paragraaf vermeld: aanmelding kan ook zonder kennismaking vooraf. Als school een aanmeldingsformulier heeft ontvangen, gaan we als volgt te werk. 1. Het bevoegd gezag (in casu de directie van de school) beoordeelt of de aanmelding een kind betreft dat extra ondersteuning behoeft. Hiertoe kan het bevoegd gezag de ouders verzoeken gegevens te overleggen betreffende stoornissen of handicaps van het kind of beperkingen in de onderwijsparticipatie. Onder extra ondersteuning wordt niet verstaan hulp ter bevordering van de beheersing van de Nederlandse taal met het oog op het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden. 2. Indien de toelating van een leerling die extra ondersteuning behoeft, wordt geweigerd, vindt de weigering niet plaats dan nadat het bevoegd gezag er, na overleg met de ouders en met inachtneming van de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de schoolondersteuningsprofielen van de betrokken scholen, voor heeft zorggedragen dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. Onder andere school kan ook worden verstaan een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs. 3. Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing: a. indien op de school waar de leerling is aangemeld geen plaatsruimte beschikbaar is, of b. indien het bevoegd gezag de ouders bij de aanmelding verzoekt te verklaren dat zij de grondslag van het onderwijs op de school zullen respecteren dan wel te verklaren dat zij de grondslag van het onderwijs op de school zullen onderschrijven, en de ouders dit weigeren te verklaren. 4. Het bevoegd gezag neemt de beslissing over toelating van een leerling zo spoedig mogelijk doch uiterlijk 6 weken na ontvangst van de aanmelding. Indien de beslissing, bedoeld in de vorige volzin, niet binnen 6 weken kan worden gegeven, deelt het bevoegd gezag dit aan de ouders mede en noemt het daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen de beslissing wel tegemoet kan worden gezien, welke termijn ten hoogste 4 weken bedraagt. 5. Indien de aanmelding een kind betreft dat niet is ingeschreven op een andere school, een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, de aanmelding is gedaan ten minste 10 weken voorafgaand aan de eerste dag van een schooljaar en de beslissing over toelating op de eerste dag van dat schooljaar nog niet is genomen, wordt het kind met ingang van die dag tijdelijk geplaatst op de school en als leerling ingeschreven. Indien de leerling wordt toegelaten, wordt de tijdelijke plaatsing omgezet in een definitieve plaatsing. Indien de toelating van de leerling wordt geweigerd, wordt de tijdelijke plaatsing beëindigd en wordt de leerling uitgeschreven met ingang van de dag die volgt op de dag waarop de toelating wordt geweigerd. 6. Een leerling wordt niet toegelaten tot een speciale school voor basisonderwijs dan nadat het samenwerkingsverband waartoe de speciale school voor basisonderwijs behoort de leerling toelaatbaar heeft verklaard tot het onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband. De beslissing over de toelaatbaarheid is geen besluit als bedoeld in artikel 8:4 onder e van de Algemene wet bestuursrecht. 7. De toelating van een leerling van een basisschool tot een speciale school voor basisonderwijs van het samenwerkingsverband waaraan de basisschool deelneemt wordt niet geweigerd op denominatieve gronden, tenzij de ouders van de leerling weigeren te verklaren dat zij de grondslag van het onderwijs van de school zullen respecteren. 8. Klik op onderstaande links voor meer informatie: www. rijksoverheid.nl/onderwerpen/passend-onderwijs, Schorsing en verwijdering van leerlingen Vanaf 1 augustus 2014 is artikel 40c opgenomen in de WPO. Hierin staat beschreven dat het bevoegd gezag, ten opzichte van het verleden, bevoegd is om een leerling te schorsen. Daarbij zijn scholen verplicht om schorsingen van langer dan een dag pagina 21

22 bij de Inspectie van het Onderwijs te melden. Ook is opgenomen dat leerlingen voor ten hoogste één week geschorst kunnen worden. Schorsing melden via het Internetschooldossier (ISD) Scholen of bevoegde gezagen dienen de schorsing te melden via een formulier dat in het internet schooldossier (ISD) is opgenomen. De inspectie gaat er van uit dat een schorsing zo kort mogelijk duurt en dat scholen zich rekenschap geven van de gevolgen voor het kind. Van scholen mag verwacht worden dat zij in geval van schorsing zorgvuldig te werk gaan en vaste procedures volgen. De rechter toetst zo nodig of deze gevolgd zijn. Hierbij vermelden wij dat een schorsing een ingrijpende maatregel is en alleen in uitzonderlijke gevallen gebruikt zal worden. In artikel 40c van de WPO zijn de volgende punten opgenomen: 1. Het bevoegd gezag kan met opgave van redenen een leerling voor een periode van ten hoogste één week schorsen. 2. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de ouders bekendgemaakt. 3. Het bevoegd gezag stelt de inspectie van een schorsing voor een periode langer dan één dag schriftelijk en met opgave van redenen in kennis. Ouders kunnen bij het schoolbestuur en/of bestuursrechter schriftelijk bezwaar maken tegen de schorsing. Indien het een bijzondere school betreft kunnen de ouders de stap maken naar de civiele rechter. Aan deze regels dienen directeuren zich in dit kader te houden: 1. Schorsing is een ingrijpende maatregel en mag alleen in zeer uitzonderlijke gevallen gebruikt worden. 2. Schorsing vindt pas plaats na overleg met de leerling, de ouders en de groepsleerkracht. 3. De schorsing mag maximaal voor één week worden opgelegd. 4. Indien de schorsing langer dan één dag duurt dienen de inspecteur en de betreffende leerplichtambtenaar geïnformeerd te worden. Dit kan door het toezenden van een afschrift van de brief genoemd in punt De schorsing wordt schriftelijk aan de ouders dan wel, indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, medegedeeld. In dit besluit worden vermeld de reden voor schorsing, de aanvang en tijdsduur en de eventueel andere genomen maatregelen. 6. De school stelt de leerling in staat, bijvoorbeeld door het meegeven van huiswerk, te voorkomen dat de leerling een achterstand oploopt. Er blijft voor de school een onderwijsverplichting bestaan. De Inspecteur wordt op de hoogte gebracht van de wijze waarop de school heeft voldaan aan zijn onderwijsverplichting. 7. De directeur stelt het College van Bestuur op de hoogte van elke schorsing door middel van het toezenden van een afschrift van de brief bedoeld in punt Gedurende een verwijderingssituatie kan een leerling ook de toegang tot de school worden ontzegt. Deze verwijdering is op te vatten als een tijdelijke verwijdering voorafgaande aan een definitieve verwijdering. In dit geval kan de schorsingsperiode dus langer zijn dan één week, gelet op de duur van de verwijderingsprocedure. 9. De juridisch grondslag voor de schorsing van leerlingen van 12 jaar en ouder kan gevonden worden in artikel 11 onder c van de Leerplichtwet Schorsing Het College van Bestuur/schooldirectie kan met opgave van redenen een leerling voor een periode van ten hoogste één week schorsen. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de ouders bekendgemaakt. Het College van Bestuur stelt de inspectie van een schorsing voor een periode langer dan één dag schriftelijk en met opgave van redenen in kennis. 1. Schorsing is een ingrijpende maatregel en mag alleen in zeer uitzonderlijke gevallen gebruikt worden. 2. Schorsing vindt pas plaats na overleg met de leerling, de ouders en de groepsleerkracht. 3. De schorsing mag maximaal voor één week worden opgelegd. 4. Indien de schorsing langer dan één dag duurt dienen de inspecteur en de betreffende leerplichtambtenaar geïnformeerd te worden. Dit kan door het toezenden van een afschrift van de brief genoemd in punt De schorsing wordt schriftelijk aan de ouders dan wel, indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, medegedeeld. In dit besluit worden vermeld de reden voor schorsing, de aanvang en tijdsduur en de eventueel andere genomen maatregelen. 6. De school stelt de leerling in staat, bijvoorbeeld door het meegeven van huiswerk, te voorkomen dat de leerling een achterstand oploopt. Er blijft voor de school een onderwijsverplichting bestaan. De Inspecteur wordt op de hoogte gebracht van de wijze waarop de school heeft voldaan aan zijn onderwijsverplichting. 7. De directeur stelt het College van Bestuur op de hoogte van elke schorsing door middel van het toezenden van een afschrift van de brief pagina 22

23 bedoeld in punt Gedurende een verwijderingssituatie kan een leerling ook de toegang tot de school worden ontzegt. Deze verwijdering is op te vatten als een tijdelijke verwijdering voorafgaande aan een definitieve verwijdering. In dit geval kan de schorsingsperiode dus langer zijn dan één week, gelet op de duur van de verwijderingsprocedure. 9. De juridisch grondslag voor de schorsing van leerlingen van 12 jaar en ouder kan gevonden worden in artikel 11 onder c van de Leerplichtwet Verwijdering Verwijdering van een leerling is een ordemaatregel die slechts in het uiterste geval en dan ook nog uiterst zorgvuldig moet worden genomen. Volgens vaste jurisprudentie kunnen voor verwijdering onder andere de volgende redenen worden aangevoerd: voortdurend, storend, agressief gedrag van de leerling; bedreigend of agressief gedrag van ouders/verzorgers van de leerling. Voor deze beide verwijderingsgronden moet aannemelijk zijn dat herhaling niet is uitgesloten, waardoor gegronde vrees is ontstaan voor de veiligheid van het personeel of de andere leerlingen of voor de ongestoorde voortgang van het onderwijs. De verwijdering van een leerling is in het primair onderwijs geregeld in artikel 40 van de WPO en in het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs in artikel 40 van de WEC. Voor meer informatie ga naar: schorsing-en-verwijdering.html Ga naar onderstaande link voor informatie van de Inspectie van het Onderwijs. Schorsen in aanloop naar verwijdering Een aandachtspunt is de schorsing van een leerling in aanloop naar een verwijdering. Ook wanneer de school het voornemen heeft een leerling te verwijderen, mag de daar eventueel aan voorafgaande schorsing maximaal een week duren. De resterende tijd dient de school de leerling binnen de school onderwijs aan te bieden. Lees meer schorsen in aanloop naar verwijdering': Opvang van nieuwe leerlingen Elk schooljaar worden 35 tot 40 vierjarigen aangemeld; daarbij komen dan nog leerlingen die in hogere groepen worden geplaatst. De opvang van nieuwe leerlingen is er vooral op gericht dat ze zich zo snel mogelijk thuis voelen in de nieuwe omgeving. Voor een vierjarige is de eerste stap in de basisschool een bijzondere belevenis, ondanks het feit dat veel kinderen al een peuterspeelzaal of een kinderdagverblijf hebben bezocht. In nauwe samenspraak met de ouders kunnen individuele afspraken worden gemaakt om deze overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen. We bieden onze toekomstige leerlingen van groep een de mogelijkheid alvast een aantal (halve) dagen te wennen. Deze kennismakingsperiode duurt maximaal 5 dagen. In de twee weken voordat het kind vier wordt, is dit mogelijk. Dit wordt vooraf afgestemd tussen ouders en school. Maar pas vanaf 4 jaar mag het kind elke dag naar school en deelnemen aan het onderwijs; dit mag niet eerder. We gaan ervan uit dat de leerling zindelijk is, wanneer hij of zij de school komt bezoeken. Doen zich op dit vlak problemen voor, dan worden afspraken gemaakt met de ouders c.q. verzorgers. Indien gewenst, kunnen ouders na afspraak met de leerkracht een dagdeel in de groep bijwonen Het volgen van de ontwikkeling van onze leerlingen Hiermee bedoelen wij de wijze waarop het dagelijkse werk van de kinderen wordt bekeken en beoordeeld en de middelen die worden gebruikt om vorderingen van leerlingen te verzamelen Algemeen Voor het volgen van de ontwikkeling van leerlingen maken we onderscheid tussen de leerjaren l en 2 (de kleuterafdeling) en de leerjaren 3 t/m 8. Bij de kleuters houden de leerkrachten door observaties bij hoe de kinderen zich ontwikkelen. Er zijn immers geen proefwerken of iets dergelijks. De observaties worden verricht aan de hand van een observatielijst. Daarnaast worden werkjes van de leerlingen bewaard die illustreren wat ze in een bepaald tijdsbestek geleerd hebben. In de groepen 3 t/m 8 worden schriftelijke opdrachten, proefwerken en toetsen gebruikt. Deze zijn methodegebonden Leerling- en OnderwijsVolgSysteem (LOVS) Naast de al genoemde toetsen gebruiken we het LOVS van het CITO. Het bestaat uit een aantal gestandaardiseerde toetsen. Dit betekent dat de resultaten op landelijk niveau vergelijkbaar zijn. Hiermee worden onderwijsresultaten geobjectiveerd. Op centraal vastgestelde momenten worden de pagina 23

24 leerlingen vanaf getoetst op basisvaardigheden. De uitslagen van deze toetsen worden in kaart gebracht in de schoolloopbaan van de kinderen over langere periodes. Deze toetsen worden in 80 % van de basisscholen afgenomen; ze zijn niet gekoppeld aan methoden en meten daardoor objectief hoe kinderen zich ontwikkelen. De school analyseert twee keer per jaar de gegevens van het LOVS om het onderwijs te evalueren en op basis daarvan indien nodig maatregelen te treffen. Hierbij moet gedacht worden aan aanpassing van de onderwijstijd, de frequentie van de instructie en inoefening van de leerstof en het gebruik van andere methodieken. Mede op basis van deze uitslagen stelt de school vast of er voor leerlingen speciale maatregelen genomen moeten worden; zeer beperkt is extra ondersteuning buiten de groep mogelijk. We gebruiken het programma Viseon* om informatie te verzamelen met betrekking tot de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen. Het programma signaleert op leerling- en groepsniveau welke onderwerpen om extra aandacht vragen Teamoverleg over de vorderingen van de leerlingen De intern begeleider bespreekt tweemaal per jaar halverwege en aan het eind - elke groep met de groepsleerkracht(en) [groepsevaluatie]. Daarnaast vindt aan het begin van het schooljaar de groepsoverdracht plaats; onder leiding van de intern begeleider bespreken de groepsleerkracht(en) van de groep hun leerlingen één voor één aan de hand van het LOVS en de rapporten met de collega s van de volgende groep. Op basis van deze informatie wordt zo spoedig mogelijk het groepsplan opgesteld. Indien ook ondersteuning in zeer uitzonderlijk geval buiten de groep plaatsvindt, bespreken de zorgsleerkracht en de groepsleerkracht regelmatig de voortgang van het leerproces van leerlingen die extra leerhulp krijgen. Voor deze leerlingen is een handelingsplan opgesteld dat periodiek wordt bijgesteld. Tweemaal per jaar worden de toetsresultaten van het LOVS geanalyseerd en binnen het team besproken; afspraken naar aanleiding hiervan worden centraal vastgelegd. Zie verder: Alle toetsresultaten van het LOVS worden op het rapport vermeld Afstemming met de ouders Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de kinderen in de leerjaren l en 2, de leerjaren 3 en 4 en de leerjaren 5 t/m 8. Als rapportage stellen de leerkrachten tweemaal per jaar een observatielijst op over de kinderen van leerjaar l en 2. Over de leerlingen van de leerjaren 3 t/m 7 vullen de leerkrachten tweemaal per jaar een rapport in; voor leerjaar 8 drie keer. De ouders van onze leerlingen worden ten minste driemaal per jaar uitgenodigd voor een gesprek. Zowel de groepsleerkracht(en) als de ouders kunnen frequenter contact noodzakelijk vinden. Hieromtrent worden individuele afspraken gemaakt. 3.6 Ondersteuning voor kinderen met specifieke behoeften We kijken zorgvuldig naar kinderen. Wanneer het gedrag en/of de leerresultaten extra aandacht vragen, hanteren we een aantal procedures. Als de problemen van sociale en/of emotionele aard zijn, maken leerkrachten, de interne begeleider en de directeur tijdens de leerlingbesprekingen afspraken omtrent de aanpak. Geeft onderzoek aanleiding tot verdere stappen, dan wordt altijd eerst met de ouders overlegd. Ouders kunnen pedagogische en/of didactische problemen in consultatiegesprekken bespreken met leerkrachten, intern begeleider en eventueel een externe deskundige. De laatste heeft een adviserende rol. Aan kinderen die vlot door het leerproces heengaan, wordt aparte extra stof aangeboden door de leerkracht. De school beschikt daarvoor over aanvullende materialen. Hoogbegaafde leerlingen kunnen structureel meer en moeilijkere leerstof aan en vragen daarnaast een aparte aanpak. Voor deze leerlingen bestaat de mogelijkheid deel te nemen aan het programma van de plusgroep. Op basis van de criteria zoals omschreven in het beleidsplan hoogbegaafdheid worden leerlingen geselecteerd. Naast extra ondersteuning buiten de groep, werken deze leerlingen ook in de klas met een zogenaamde verrijkingsklapper. De leerkracht bepaalt de inhoud van dit programma in overleg met de specialist hoogbegaafdheid. Met de ouders/verzorgers wordt hierover gesproken. Wanneer een kind door ziekte (langdurig) de school niet kan bezoeken, kan toch het onderwijsproces worden voortgezet. Dat is belangrijk om leerachterstanden zoveel mogelijk te voorkomen en sociale contacten in stand te houden. De school kan hiervoor externe hulp inroepen Beschikbare voorzieningen In de klas zijn mogelijkheden voor extra hulp, bijvoorbeeld in de vorm van een apart programma voor kinderen die meer ondersteuning en/ of oefening nodig hebben. Extra begeleiding buiten de klas is slechts zeer beperkt mogelijk en betreft pagina 24

25 dan een leerling in een deels buitenschools ondersteuningstraject. We proberen hierbij zowel naar de onder- als de bovenkant meer differentiatiemogelijkheden te creëren. Wanneer extra onderzoek nodig is, kan de school een beroep doen op een psycholoog. Deze kan via consultatiegesprekken ook betrokken zijn bij de begeleiding van ouders. Als de school na een zorgvuldig traject onder begeleiding van een deskundige van het samenwerkingsverband geen kans meer ziet te werken aan de oplossing of vermindering van het probleem van een kind, kan besloten worden tot verwijzing naar externe hulpverlening of een basisschool voor speciaal onderwijs. Zie hiervoor paragraaf Verlengen, doubleren en versnellen In principe doorlopen leerlingen de basisschool in 8 leerjaren. Onder bepaalde omstandigheden kan deze periode worden verlengd of verkort. Verlengd kleuteren Als er sprake blijkt te zijn van sterk vertraagde of achterblijvende ontwikkeling kan er besloten worden tot verlenging van de kleuterperiode (groepen l of 2) of het overdoen van een leerjaar. Dit gebeurt bij hoge uitzondering. De volgende criteria worden gehanteerd bij de besluitvorming: de leerling is sociaal-emotioneel nog onvoldoende rijp; de scores van LOVS-toetsen van CITO zijn onvoldoende; zowel de intern begeleider als de groepsleerkracht (en) zijn ervan overtuigd dat verlengd kleuteren de ontwikkeling van het kind stimuleert. We hanteren het protocol verlengd kleuteren bij de besluitvorming hieromtrent. De overgang van groep twee naar groep drie Van oudsher vormt deze overgang een extra punt van aandacht; de werkwijze in de groepen 2 verschilt toch aanmerkelijk van die in groep 3. Bij de besluitvorming met betrekking tot doorstroming naar groep 3 hanteren we het protocol Overgang van groep 2 naar groep 3. Hierin staan de procedure en de gehanteerde criteria beschreven. Doubleren in de groepen vier tot en met acht Doubleren gebeurt bij hoge uitzondering. Uitgangspunt: doubleren moet voor het kind zin hebben. Hierbij gaat het om de volgende aspecten: het kind moet geactiveerd worden door middel van succeservaring(en) het kind moet gemotiveerd blijven het kind moet mentaal groeien het kind moet zich meer competent gaan voelen het kind mag zich niet gaan vervelen Ook wat doubleren betreft hanteren we een leidraad: het protocol Doubleren. Versnellen Soms zijn kinderen op alle gebieden verder dan hun leeftijdsgenoten. Aangepast leerstofaanbod is op een gegeven moment niet meer toereikend om de kinderen te blijven stimuleren in hun ontwikkeling. Wanneer dit zich voordoet, wordt in nauw overleg met de ouders overwogen een groep over te slaan. We hanteren hiertoe het protocol Versnellen. De in deze paragraaf genoemde protocollen zijn opgenomen in het ondersteuningsplan van de school; zie onder documenten Procedure bij plaatsing of verwijzing Beslissingen over plaatsing of verwijzing zijn gebaseerd op overleg tussen leerkrachten, interne begeleider, eventueel externe instanties en de ouders. In paragraaf is omschreven hoe een en ander met ingang van werkt Ontwikkelingsperspectief (OPP) Op 1 augustus 2014 gaat Passend Onderwijs van start. Het OPP wordt geplaatst binnen het kader van Passend Onderwijs, dat erop gericht is om het leerrendement van alle leerlingen zo hoog mogelijk te laten zijn, rekening houdend met de individuele mogelijkheden van ieder kind. In het OPP beschrijft de school de doelen die een leerling kan halen. Het biedt handvaten waarmee de leerkracht het onderwijs kan afstemmen op de onderwijsbehoeften van de leerling. En het laat zien naar welke vervolgonderwijs de school, samen met de leerling en ouders, toewerkt. Wet- en regelgeving In het kader van passend onderwijs is een aantal wijzigingen in de Wet op het primair onderwijs opgenomen die betrekking hebben op het werken met een OPP. Op basis daarvan is het opstellen van OPP verplicht voor alle leerlingen die extra ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband krijgen. Voor ondersteuning die binnen de basiszorg van de school valt, is het opstellen van een OPP niet verplicht Vrijstelling van onderwijsactiviteiten De leerlingen van onze school nemen in principe deel aan alle voor hen bestemde onderwijsactiviteiten. Op verzoek van de ouders kan een leerling worden vrijgesteld van de volgende onderwijsactiviteiten: deelname aan godsdienstlessen. Voor leerlingen die niet gelovig zijn of waarvan bij de aanmelding blijkt dat zij tot een andere geloofsrichting behoren dan de R.K. én waarvan de ouders pagina 25

26 aangeven dat zij er moeite mee hebben dat hun kind de godsdienstlessen volgt, wordt tijdens de godsdienstlessen alternatieve lesstof aangeboden. Bij vieringen in de kerk wordt voor deze groep kinderen opvang in een andere groep geregeld; deelname aan gymnastieklessen op basis van medische indicatie. In een dergelijk geval geldt eveneens dat de school in plaats van de gymnastiekles een alternatief lesprogramma aanbiedt. Zie ook: Begeleiding van de overgang van kinderen naar voortgezet onderwijs Voorlichting aan ouders bij de schoolkeuze De school stelt informatiemateriaal van het ministerie van OC & W én de door de scholen in de regio aangereikte brochures beschikbaar aan de ouders. De groepsleerkrachten bespreken het schooladvies met de ouders en de individuele leerling Advies en procedure In leerjaar 8 geeft de basisschool advies over het soort middelbare school dat past bij uw kind. De school kijkt daarvoor onder andere naar leerprestaties en aanleg en ontwikkeling gedurende de gehele basisschoolperiode. Sinds 2015 is het schooladvies leidend bij de plaatsing van leerlingen in het voortgezet onderwijs. Dit betekent dat de school voor voortgezet onderwijs uw kind toelaat op basis van het schooladvies. Tijdpad We geven aan het eind van groep 7 een voorlopig schooladvies af op basis van de behaalde scores bij de entreetoets en de gegevens uit het leerlingvolgsysteem. Eind november ontvangen de leerlingen van leerjaar 8 het eerste rapport; met ouders en leerling wordt dit besproken en wordt vooruitgekeken op het niveau van plaatsing in het voortgezet onderwijs. Half februari vindt een volgend gesprek plaats; nu wordt het schooladvies opgesteld door de leerkracht van groep 8 en de intern begeleiderbesproken en vastgesteld. Dit advies moet vóór 1 maart gegeven en besproken te zijn. De eindtoets basisonderwijs wordt in april afgenomen. Aanmelding voor een school van voortgezet onderwijs) dient voor 1 april plaats te vinden. De resultaten van de eindtoets zijn begin mei bekend. De school verstrekt deze aan de ouders als CITO de noodzakelijke informatie op papier heeft aangeleverd. Afwijken van het schooladvies Ouders hoeven het schooladvies niet op te volgen. Het kind kan aangemeld worden bij een ander schooltype dan in het advies staat. Een middelbare school kan uw kind tot een hoger schooltype toelaten; het schooladvies leidend bij de beslissing over toelating. Op uw verzoek kan de school uw kind ook toelaten tot een lager schooltype. Als u uw kind aanmeldt voor een middelbare school, moet u het schooladvies meesturen. De school kan nadat de resultaten van de eindtoets bekend zijn, alsnog besluiten het schooladvies aan te passen. 3.8 Veiligheidsplan Voor het basisonderwijs, en speciaal (voortgezet) onderwijs geldt dat de school een veiligheidsplan moet hebben. In dit plan staat wat de school doet aan fysieke veiligheid (inrichting van het schoolgebouw) en sociale veiligheid (omgaan met bijvoorbeeld agressie en geweld). Hieronder kan ook een pestprotocol vallen. In een veiligheidsplan staat beschreven wat een school onderneemt om o.a. pesten en andere ongewenste incidenten te voorkomen. Ook staat erin hoe scholen dit controleren. In een pestprotocol staat wat de school onder pesten verstaat, hoe zij pesten probeert te voorkomen en hiertegen optreedt. De programma s Rots & Water en Schoolwide Positive Behaviour Support hebben tot doel kinderen te leren goed met elkaar om te gaan. Alle scholieren hebben recht op een onbezorgde schooltijd. Deze tijd staat in het teken van ontwikkelen, ontdekken en leren. Leerlingen moeten veilig zijn, zodat ze in staat zijn om te leren en zich te ontwikkelen. Een veilige omgeving voor scholieren en onderwijspersoneel houdt in dat er een prettige sfeer op school is. En het voorkomen van incidenten zoals ongepast gedrag, intimidatie, diefstal, agressie en geweld. Dat kan door op tijd te signaleren en hier gericht tegen op te treden. Dit geldt ook voor het bestrijden van pestgedrag. Wij willen een sociaal veilige school zijn, waar leerlingen, personeel en ouders zich thuis voelen. Daarom willen wij geen pestgedrag, agressie, geweld, discriminatie of seksuele intimidatie op onze school. Om een veilig klimaat te waarborgen hebben we twee contactpersonen en is er een klachtenregeling; zie paragraaf 6.8 Acties op school die bijdragen aan het verhogen van de sociale veiligheid kunnen zijn: leerlingen actief betrekken bij het maken van school- en gedragsregels; projecten sociale competenties voor leerlingen; pagina 26

27 training Omgaan met agressief gedrag voor personeel; vertrouwensleerlingen aanstellen voor het oplossen van pesten en roddelen; weerbaarheidstrainingen; goede contacten van de kinderen, het personeel en de ouders met de wijkagent; lesmateriaal voor sociaal-emotionele vaardigheden; het volgen van de ontwikkeling die onder andere het Ministerie van Economische Zaken en de Stichting Kennisnet nemen op het gebied van veilig internet en minderjarigen. lik-op-stuk beleid voeren: aangifte doen van mishandeling/bedreiging/vernieling; bij geweld en agressief gedrag de ouders informeren over het gedrag van hun kind en betrekken bij te treffen sanctiemaatregelen; begeleiding organiseren via bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg, schoolmaatschappelijk werk, en Bureau Halt. Wij volgen de ontwikkelingen vanuit de overheid, o.a. het plan van aanpak tegen pesten. Link Rijksoverheid veiligheid-op-school De organisatie van de veiligheid Officieel begint de verantwoordelijkheid van de school voor het kind vanaf het moment dat de leerlingen zich rechtmatig op schoolterrein bevinden; dit is vanaf 8.30 uur; dan wordt gesurveilleerd op de speelplaatsen. Na afloop van de lessen (zie lestijden) is de onderbouwspeelplaats enkel beschikbaar voor de kinderen die gebruik maken van de BSO. De bovenbouwspeelplaats is openbaar terrein en is dus vrij toegankelijk tot zonsondergang; de school is dan echter niet verantwoordelijk voor het wel en wee van de leerlingen of anderen. Als de school activiteiten organiseert die behoren bij het schoolplan, zoals voetballen, zwemmen en excursies, is de school verantwoordelijk voor het kind. Veiligheid vormt dan ook een voortdurend aandachtspunt in school Het schoolgebouw Het schoolgebouw voldoet aan de huisvestingseisen volgens de Arbowet en het landelijk bouwbesluit van het Ministerie van VROM. In de Arbowet zijn onder andere eisen gericht op een verantwoorde inrichting van het gebouw, omgang met gevaarlijke stoffen, brandveiligheid en algemene veiligheid. Om de 4 jaar wordt een periodieke veiligheidsinventarisatie gedaan en op basis daarvan een plan van aanpak opgesteld dat besproken dient te worden met de medezeggenschapsraad. De meest recente vond plaats in Aan de hand ervan wordt een plan van aanpak opgesteld dat jaarlijks met de MR wordt besproken. Op onze school heeft de directeur de rol van veiligheidscoördinator. Hij/zij wordt daarin ondersteund door de interne hoofdbedrijfshulpverlener en een preventiemedewerker op bovenschools niveau. Tot de taken van de veiligheidscoördinator behoren onder andere: introductie van huisregels, zodat kinderen, personeel, ouders en bezoekers zich veilig gedragen registratie van ongevallen en risico s, zodat er inzicht is waar en hoe ongelukken (kunnen) gebeuren en er gericht maatregelen worden genomen ter voorkoming organisatie van minimaal een maal per jaar een ontruimingsoefening. Een goed ontruimingsplan is noodzakelijk voor als er toch iets misgaat. Alle aanwezigen op school moeten weten hoe ze moeten handelen bij brand of een andere calamiteit. Onze speeltoestellen voldoen aan de wettelijke regeling Besluit veiligheid van attractie- en speeltoestellen. Dat besluit stelt onder andere eisen aan het ontwerp, het fabricageproces en onderhoud. Ze worden jaarlijks door een gecertificeerd instituut gecontroleerd. Op grond van de Arbowet voeren wij verzuimbeleid, inclusief verzuimbegeleiding bieden we werknemers een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek aan stellen we voldoende bedrijfshulpverleners aan zijn we in het bezit van een goedgekeurde risico-inventarisatie en evaluatie leven we de brandveiligheidsvoorschriften na melden we ongevallen met ernstig letsel direct aan de arbeidsinspectie Sociale veiligheid Wij willen een sociaal veilige school zijn, waar leerlingen, personeel en ouders zich thuis voelen. Daarom willen wij geen pestgedrag, agressie, geweld, discriminatie of seksuele intimidatie op onze school. Om een veilig klimaat te waarborgen hebben we twee contactpersonen en is er een klachtenregeling; zie paragraaf 6.8. We ondernemen diverse acties om de sociale veiligheid te verhogen: We betrekken leerlingen actief bij het maken van school- en gedragsregels We gebruiken de programma s Rots en Water en SWPBS om de sociale competenties van leerlingen te vergroten We onderhouden goede contacten met de wijkpagina 27

28 agent We gebruiken een leerlingvolgsysteem wat de sociaal-emotionele ontwikkeling betreft en verbinden conclusies aan de gegevens hieruit We hanteren het pestprotocol in de omgang met pestgedrag; bij pesten is er altijd vanuit school contact met de ouders van de pesters en de gepesten We hanteren een internetprotocol We voeren lik-op-stuk beleid: we doen aangifte van mishandeling/ bedreiging/ vernieling Bij geweld en agressief gedrag van leerlingen informeren we de ouders over het gedrag van hun kind en we betrekken hun bij te treffen sanctiemaatregelen We organiseren begeleiding via bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg, schoolmaatschappelijk werk, Bureau Halt indien we dat noodzakelijk achten. Scholen in het basisonderwijs en speciaal onderwijs zijn verplicht (gewelds) incidenten te registreren volgens eenduidige landelijke definities. Incidentenregistratie moet onderdeel zijn van een breder veiligheidsbeleid van scholen en een instrument zijn om het veiligheidsgevoel te ondersteunen en te evalueren. Op 26 maart 2015 heeft de Tweede Kamer de Wet sociale veiligheid op school aangenomen. Scholen zijn nu verplicht om pesten nog beter aan te pakken. De wet heeft een belangrijke functie, omdat scholen nu verplicht worden om zich in te zetten om pesten te voorkomen en aan te pakken. Natuurlijk is het aannemen van een wet niet zaligmakend: het wordt niet direct veiliger op school of het pesten zal niet direct overal voorkomen worden. Er worden nog te veel leerlingen gepest; er zijn nog te veel leerlingen die bang zijn om het volgende slachtoffer te worden. De wet regelt drie belangrijke zaken. Ten eerste dient een school beleid te ontwikkelen. Ten tweede moeten scholen een coördinator aanstellen. Ten derde worden scholen verplicht om te monitoren of hun beleid werkt. Tot slot gaat de inspectie op dit alles toezien. De staatssecretaris heeft uitdrukkelijk gezegd dat scholen zelf mogen weten hoe zij hun beleid vorm geven. Het is ook aan hen of zij een anti-pestprogramma gebruiken en zo ja, welk. Hierbij krijgt de medezeggenschapsraad instemming bij de keuze voor het instrument waarmee de sociale veiligheid wordt gemonitord. Scholen blijven zelf aan zet. Zie verder: Cyberpesten Cyberpesten is een onderdeel van traditioneel pesten. Elke school hanteert een pestprotocol. Hierin worden elementen van cyberpesten opgenomen. Vormen van cyberpesten Er zijn vele vormen van cyberpesten: anonieme berichten versturen via MSN en SMS, schelden, roddelen, bedreigen, foto s van mobieltjes en webcam op internet plaatsen, privégegevens op een site plaatsen, wachtwoorden en credits stelen en misbruiken, haatprofielen aanmaken, virussen sturen, happy slapping en het versturen van een bom. Twintig procent van de leerlingen heeft te maken met cyberpesten. Effecten De effecten van cyberpesten kunnen erger zijn dan bij traditioneel pesten. Opnames die via de webcam worden gemaakt, worden vastgelegd door een ander. Deze opnames verdwijnen nooit meer. Over de hele wereld kan een foto op een site staan. Foto s die eenmaal op internet staan, zijn soms niet meer te verwijderen. Verantwoordelijkheid van de school Soms gebeurt pesten buiten de school. Toch heeft de school er veel last van. Het ruziën en pesten gaat op school door. Schoolresultaten lijden eronder. Er ontstaat een onveilig klimaat. Kinderen kunnen minder goed leren. Pesten heeft effect op het schoolklimaat. Cyberpesten is strafbaar. Leerlingen realiseren zich dat vaak niet. Evenals wanneer het slachtoffer lichamelijk letsel of materiële schade is toegebracht, kan de politie worden ingeschakeld Internetprotocol Internet op school De kinderen van onze school kunnen gebruik maken van internet. Wij hebben ervoor gekozen de kinderen vanaf groep 5 die mogelijkheid te bieden. Wij maken hiervoor gebruik van Kennisnet. Kennisnet heeft een eigen Nederlandstalige zoekmachine die kinderen in principe leidt naar Nederlandstalige sites die geselecteerd zijn, waardoor zaken als racistische uitingen en pornografie niet zomaar benaderd kunnen worden. Kinderen kunnen echter ook andere zoekmachines gebruiken. Elk kind vanaf groep 5 krijgt een eigen adres, waarmee met andere kinderen gecommuniceerd kan worden. Waarom internet? Kinderen maken gebruik van internet ter verrijking van het onderwijs: om informatie te zoeken, contacten te leggen met leerlingen van andere scholen en deskundigen te kunnen raadplegen. De software pagina 28

29 die in ontwikkeling is, verwijst meer en meer naar internetsites voor aanvullend, actueel of alternatief materiaal. Internetactiviteiten worden hiermee steeds meer onderdeel van methodes en leergangen. De software bij methodes kan in de toekomst door kinderen ook via Internet benaderd worden. Afspraken Samen met de kinderen en de leerkrachten hebben wij een aantal afspraken gemaakt. Gedragsafspraken met de kinderen Geef nooit persoonlijke informatie door op Internet, zoals namen, adressen en telefoonnummers, zonder toestemming van de leerkracht. Vertel het je leraar meteen als je informatie tegenkomt waardoor je je niet prettig voelt of waarvan je weet dat dat niet hoort. Houd je je aan de afspraken, dan is het niet jouw schuld dat je zulke informatie tegenkomt. Leg nooit verdere contacten met iemand zonder toestemming van je leerkracht. Verstuur bij berichten nooit foto s van jezelf of van anderen zonder toestemming van je leerkracht. Beantwoord nooit waarbij je je niet prettig voelt of waar dingen in staan waarvan je weet dat dat niet hoort. Het is niet jouw schuld dat je zulke berichten krijgt. Verstuur ook zelf dergelijke mailtjes niet. Spreek van tevoren met je leerkracht af wat je op internet wilt gaan doen. Afspraken met de leerkrachten Internet wordt gebruikt voor opbouwende educatieve doeleinden. Sites die wij kinderen willen laten gebruiken worden eerst door de leerkracht bekeken. Er worden geen sites bekeken die niet aan onze fatsoensnormen voldoen. Er wordt aan de kinderen uitgelegd waarom zij bepaalde sites wel of niet mogen bekijken. De leerkracht zorgt voor een omgeving waarin kinderen open kunnen vertellen wanneer zij op een ongewenste, onbedoelde site komen. Het is meestal immers niet hun schuld. Regels en wetten met betrekking tot copyright worden in acht genomen. Informatie die terug te voeren is op leerlingen mag niet op het openbare deel van het net terechtkomen. Namen in combinatie met foto s van kinderen worden niet op het net gepubliceerd. In voorkomende gevallen alleen met toestemming van de ouders. Ook voor het publiceren van individuele foto s wordt eerst toestemming gevraagd. Voor geldt ook het briefgeheim, maar op grond van hun pedagogische verantwoordelijkheid mogen de leerkrachten van leerlingen bekijken Calamiteitenplan Op verzoek van het College van Bestuur is een INNOVO-calamiteitenplan opgesteld (definitieve versie mei 2011). Directeuren zorgen voor de schoolspecifieke invulling, vermelden het calamiteitenplan in het school(jaar) plan, communiceren hierover naar ouders o.a. door vermelding in de schoolgids en nemen het calamiteitenplan op in het schoolvademecum. Het vernieuwde calamiteitenplan (aangepast aan de nieuwe situatie na de verbouwing) is in maart 2014 met de MR besproken en vastgesteld RAK (regionale aanpak kindermishandeling) Volgend uit de Wet Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Als wij op school een vermoeden hebben dat een leerling mogelijk slachtoffer is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, dan zijn wij wettelijk verplicht om te handelen conform de vastgelegde Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Per 1 januari 2015 is de naamgeving van de huidige AMHKs (Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling) veranderd. De nieuwe naam is Veilig Thuis met als ondertitel advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Gemeenten zijn niet verplicht om hun AMHK VeiligThuis te noemen het is een aanbeveling van VNG *( Vereniging Nederlandse gemeenten) en de staatssecretaris voor een optimale herkenbaarheid van het AMHK. Voor meer informatie verwijzen wij u naar: de website van het schoolbestuur: nl/verwijsindex-regionale-aanpak-kindermishandeling-rak.html Verwijsindex De Verwijsindex valt binnen de wet op de Jeugdzorg en is daarom wettelijk bepaald door de overheid. De overheid heeft deze bepaling ingesteld naar aanleiding van voorvallen met kinderen en jongeren waarbij professionals van verschillende organisaties niet van elkaar wisten dat ze in hetzelfde gezin werkzaam waren. De Verwijsindex is onderdeel van het gemeentelijk jeugdbeleid. Uw kind in de Verwijsindex? De Verwijsindex is een systeem waarin leerkrachten, hulpverleners en begeleiders die met kinderen en jongeren werken, registreren wanneer zij zich zorgen maken over een kind of jongere. Hiervoor kunnen verschillende redenen zijn, er kunnen bijvoorbeeld problemen op school zijn of zorgen over de gezondheid of persoonlijke ontwikkeling van pagina 29

30 het kind. Het kan zijn dat meerdere organisaties tegelijkertijd hun hulp aanbieden. Het is belangrijk dat deze organisaties dit van elkaar weten, want dan kan de geboden hulp op elkaar afgestemd worden. Als er twee of meer registraties door verschillende organisaties zijn gemaakt over uw kind, ontstaat er een zogenaamde match. Alleen algemene gegevens, zoals het Burgerservicenummer, naam, adres en geboortedatum worden in de Verwijsindex opgenomen. De reden van registratie wordt niet vermeld. Als de school uw kind wil registreren in de Verwijsindex wordt u vooraf geïnformeerd. Samen met u en uw kind wordt dan bekeken welke ondersteuning voor uw kind het beste is. Wat zijn uw rechten? Over de registratie in de Verwijsindex wordt u vooraf geïnformeerd. De persoonsgegevens kunnen alleen ingezien worden door de school en de betrokken hulpverleners. U kunt vragen welke persoonsgegevens zijn opgenomen en vragen om correctie van de persoonsgegevens. U kunt bezwaar aantekenen tegen opname van de persoonsgegevens van uw kind. Meer informatie? Voor de regio Parkstad-Heerlen verwijzen we naar de website: Voor de overige regio s verwijzen wij voor verdere informatie naar de betreffende gemeente of de landelijke site: Bijbehorende documenten voor het team van de school zijn: Gebruikersmap Verwijsindex Parkstad. Registratiecriteria Verwijsindex Centrum Jeugd en Gezin (CJG) Opvoeden en opgroeien is niet altijd even gemakkelijk. Soms is informatie of ondersteuning welkom of nodig. Het vinden van die informatie of hulp is soms moeilijk. Er zijn veel organisaties voor jeugden gezondheidsondersteuning. Om u te helpen bij het vinden van de juiste informatie of ondersteuning is er in iedere gemeente één centraal punt voor alle vragen rondom opvoeden en opgroeien opgericht: het Centrum Jeugd en Gezin. Wie kan bij ons terecht? Het Centrum Jeugd en Gezin is er voor: (aanstaande) ouders en verzorgers van kinderen, jeugd en jongeren in de leeftijd van 0 tot 23 jaar, professionals die met kinderen, jeugdigen en hun ouders werken en vrijwilligers die met kinderen/ jeugdigen werken (sport en vrije tijd). Onze partners? Onder de paraplu van het Centrum Jeugd en Gezin vallen verschillende organisaties, zogenaamde ketenpartners. Samen met deze partners zorgt het Centrum Jeugd en Gezin voor de juiste informatie of hulp. Ook worden er activiteiten en cursussen georganiseerd. De partners van het Centrum Jeugd en Gezin zijn onder andere alle onderwijsstichtingen, organisaties in de jeugdgezondheidszorg, alle welzijnsorganisaties, peuterspeelzalen en kinderopvang. Meer informatie? Voor de regio Parkstad Limburg verwijzen we naar de website: Voor de overige regio s verwijzen wij voor verdere informatie naar de betreffende gemeente. 3.9 Onderzoeken in funderend onderwijs; Kaans Sinds enkele jaren voert de Universiteit Maastricht (i.c. de onderzoeksgroep KAANS) regionale onderzoeken uit in peuterspeelzalen, bij kinderdagverblijven, basisscholen en in het voortgezet onderwijs. Ook onze school werkt mee aan deze onderzoeken Activiteiten na schooltijd We verlenen medewerking aan activiteiten die we een intrinsieke meerwaarde toekennen. Het schoolgebouw wordt door diverse instanties en verenigingen buiten de schooluren gebruikt. Stichting Humanitas huurt één lokaal voor de buitenschoolse opvang. Buiten de schooluren worden door diverse aanbieders (o.a. Typeopleiding Succes, Mad Science) cursussen aangeboden. In de avonduren wordt het speellokaal onder meer gebruikt voor dansles, zwangerschapsyoga en gymnastiek voor volwassenen Buitenschoolse activiteiten voor kinderen De school organiseert gespreid over het schooljaar diverse buitenschoolse activiteiten. Die hangen samen met kerkelijke feesten, of hebben een ander karakter zoals deelname aan sport- en culturele activiteiten die door organisaties worden aangeboden. De oudervereniging organiseert jaarlijks ten minste één activiteit voor de gezinnen. pagina 30

31 4 De organisatie van het Onderwijs 4.1. Inrichting van de schoolorganisatie De leiding van de school berust bij de directeur; hij is volledig vrijgesteld van lesgevende taken; de intern begeleider is verantwoordelijk voor de leerlingenzorg; hij is vrijgesteld van lesgevende taken en fungeert als aanspreekpunt bij afwezigheid van de directeur; (een gedeelte van) de administratieve werkzaamheden wordt gedurende 6 uren per week verricht door mevrouw Els Witsiers; mevrouw Azmina Virani biedt drie ochtenden in de week als vrijwilligster onderwijsondersteuning; de groepsleerkrachten zijn belast met het geven van onderwijs aan een of twee groepen en alle afgeleide werkzaamheden: planning leerstof, correctie en beoordeling, het opstellen en uitvoeren van groeps- en/ of handelingsplannen, het voeren van de groepsadministratie, de onderlinge afstemming en de contacten met ouders c.q. verzorgers. Omdat 90 % van de leerkrachten parttime werkt, is onderlinge afstemming erg belangrijk. We hanteren daartoe het protocol samenwerkende leerkrachten. de vakleerkracht muziek geeft wekelijks een muziekles in alle groepen vanaf groep 3 en wisselend in de laagste groepen; op donderdag is de LB-specialist hoogbegaafdheid belast met het bieden van onderwijs aan de plusgroepen Overlegstructuren De verantwoordelijkheid ligt zo laag mogelijk in de organisatie; er is een beleidsgroep ingesteld; daarnaast wordt gewerkt met projectgroepen; de beleidsgroep ontwikkelt beleid en bewaakt de voortgang van de processen die daaruit voortvloeien; een projectgroep zorgt voor de borging van vastgesteld beleid in activiteiten; werkgroepen regelen/ organiseren evenementen; onder- en bovenbouwoverleg zijn gericht op afstemming van organisatie en regelactiviteiten; tijdens de plenaire teamvergaderingen komen de onderwerpen van het schooljaarplan aan de orde; de helft van de vergaderingen heeft één thema tot onderwerp; per jaar zijn er twee schoolconferenties; dit zijn plenaire vergaderingen waarbij de aanwezigheid van ieder teamlid vereist is. Frequentie overlegvormen Directeur- intern begeleider: ten minste maandelijks Beleidsgroep: 6 maal per jaar Teamvergadering: 10 maal per jaar Themabijeenkomst: 4 maal per jaar Bouwoverleg: 6 maal per jaar Projectgroep: ten minste 1 maal per kwartaal Werkgroepen: naar noodzaak Schoolconferentie: 2 maal per jaar Studiedagen/ dagdelen 3 dagen Studiedagen onderbouw Studiemorgen onderbouw Studieochtenden bovenbouw duur wie verantwoordelijk 1 uur directeur en ib-er beiden 2 uur leden beleidsgroep directie 2 uur ten minste per groep één leerkracht directeur 2 uur Alle leerkrachten Directie en IB 1½ uur ten minste per groep een leerkracht bouwcoördinator 2 uur leden projectgroep projectleider 2 uur leden werkgroep werkgroepleider 3 uur alle teamleden directeur 2 dagen alle teamleden Teamleden onderbouw directeur; alle teamleden directeur/ bouwcoördinator 2 Teamleden bouw directeur/ bouwcoördinator 2 Teamleden bouw directeur/ bouwcoördinator Groepsgrootte In principe verdelen we de leerlingen over de groepen op basis van leeftijd en de mate waarin ze de leerstof van het leerjaar beheersen (het zogenaamd leerstofjaarklassensysteem). Het leerlingenaantal per jaargroep fluctueert; dit kan tot gevolg hebben dat behalve enkelvoudige groepen ook combinatiegroepen worden gevormd. Dan zitten leerlingen van twee leerjaren in één groep. We streven ernaar de groepen zo in te richten dat het aantal leerlingen in één groep niet meer dan 32 bedraagt. We hanteren een leerlingenstop wanneer een groep groter wordt dan 35 leerlingen Protocol samenstelling van groepen Dit protocol beschrijft de procedure die we hanteren bij het samenstellen van groepen. Inleiding De overheid financiert het onderwijs via een bepaald bedrag per leerling. Dit stelt een school in staat groepen te vormen met gemiddeld 26 tot 30 pagina 31

32 leerlingen. Jaarlijks wordt de samenstelling van de groepen tijdens de groepsbespreking geëvalueerd. Dit kan ertoe leiden dat na een gesprek met de ouders besloten wordt een of meerdere kinderen te laten wisselen van groep. Daarnaast vormen we combinatiegroepen. De redenen daartoe kunnen van organisatorische aard zijn (er kunnen geen parallelgroepen worden gevormd omdat daartoe de formatie ontbreekt) of onderwijskundig (op deze wijze kunnen we beter tegemoet komen aan passend onderwijs). In principe worden bij de vorming van combinatiegroepen klassen van aansluitende leerjaren samengevoegd. Daarbij zijn combinaties van twee achtereenvolgende leerjaren mogelijk. Indien niet anders mogelijk, kan ook worden besloten een combinatie van bv. 6 en 8 te vormen. Soms redden we het niet door groepen te combineren, maar moeten we ook groepen splitsen. Zo kunnen bijvoorbeeld leerlingen van groep 5 opgesplitst zijn en verdeeld over de combinatiegroepen 4/5 en 5/6. De verantwoordelijkheid voor en de beslissing over de groepsindeling ligt bij het team i.c. de directie van de school. Overwegingen In principe kan elke leerling in een combinatiegroep geplaatst worden. Op basis van het cognitief functioneren en/ of gedragskenmerken van een leerling, kan de school besluiten een uitzondering te maken op deze regel; de argumentatie daartoe is aan de school. De volgende overwegingen spelen verder een rol bij de vorming van (combinatie)groepen: 1. het aantal kinderen in een groep dat extra ondersteuning nodig heeft op het gebied van leren en/of gedrag; 2. sociale aspecten van de groep en de individuele leerlingen waarbij we ook rekening houden met vriendjes en vriendinnetjes; 3. het aantal jongens en meisjes in een groep; we streven naar een evenredige verdeling van het aantal jongens en meisjes. Procedure en tijdpad 1. Nadat de begroting is vastgesteld, stelt de directie het concept schoolorganisatie vast. Hierin is opgenomen: het aantal formatief te vormen groepen, de inzet van de intern begeleider en het aantal uren dat beschikbaar is voor extra begeleiding. Dit gebeurt vóór 15 april. 2. In de periode mei/ begin juni worden de ouders van de leerlingen van de groepen die van samenstelling gaan veranderen, hieromtrent geïnformeerd, bij voorkeur tijdens de reguliere oudergesprekken. Betreffende ouders wordt expliciet gevraagd of er zaken zijn die ze in dit verband van belang vinden. 3. De leerkrachten doen op zijn laatst 4 weken voor het eind van het schooljaar, rekening houdend met bovenstaande overwegingen en de informatie die ze via de ouders hebben ontvangen een na of in overleg met de interne begeleider beargumenteerd voorstel rondom de indeling aan de directie. Indien de leerkracht dat nodig acht, wordt er tussentijds nog met de ouders contact opgenomen. 4. Na eventueel intern overleg wordt de indeling vastgesteld. 5. De samenstelling van de van de groepen wordt schriftelijk c.q. via Isy aan de ouders meegedeeld op zijn laatst 2 weken voor het eind van het schooljaar. 6. De ouders kunnen bij de groepsleerkracht (en) informeren naar de argumenten hun kind in te delen in een bepaalde groep. Hierbij wordt ook gemotiveerd in welke mate de inbreng van de ouders hierbij een rol heeft gespeeld Verzuim en vervanging Vervanging van afwezige personeelsleden is bovenbestuurlijk georganiseerd. Bij langere afwezigheid vormt de continuïteit een punt van zorg. 4.3 De onderwijsinhoud Onderwijs is voortdurend in ontwikkeling. In de WPO zijn de doelstellingen vastgelegd in de zogenaamde kerndoelen; de meest recente wijziging vond plaats in Scholen krijgen nu meer ruimte bij het eigentijds vormgeven van onderwijs. Daarom zijn de kerndoelen teruggebracht naar 58 doelen voor Nederlands, Engels, Rekenen/Wiskunde, Oriëntatie op jezelf en de wereld, Kunstzinnige oriëntatie en Bewegingsonderwijs. Bovendien zijn ze precies waar nodig en ruim waar mogelijk. De school dient een beroep te doen op de natuurlijke nieuwsgierigheid aan de behoefte aan ontwikkeling en communicatie van kinderen en deze te stimuleren. Door een gestructureerd en interactief onderwijsaanbod, vormen van ontdekkend leren, interessante thema s en activiteiten, worden kinderen uitgedaagd in hun ontwikkeling. In de tweede plaats dienen inhouden en doelen zo veel mogelijk op elkaar te worden afgestemd, verbinding te hebben met het dagelijkse leven en in samenhang te worden aangeboden. In de derde plaats dient er aandacht te worden besteed aan doelen die voor alle leergebieden van belang zijn: goede werkhouding, gebruik van leerstrategieën, reflectie op eigen handelen en leren, uitdrukken van eigen gedachten en gevoelens, respectvol luisteren en kritiseren van anderen, verwerven en verwerken van informatie, ontwikkelen van zelfvertrouwen, respectvol en verantwoordelijk omgaan elkaar en zorg voor en waardering van de pagina 32

33 leefomgeving. Op vindt u meer informatie over de kerndoelen Het jonge kind Basisscholen werken steeds meer samen met voorschoolse instellingen zoals peuterspeelzalen en kinderopvang. Er wordt met een programma voor voor- en vroegschoolse educatie gewerkt en er is structureel contact tussen de instellingen. Basisscholen werken vanuit verschillende visies op de ontwikkeling van kinderen. Aan de ene kant vinden we ervaringsgericht onderwijs, waarbij veel wordt overgelaten aan de inbreng van het kind. De leerkracht stelt zich in feite leerlingvolgend op. Aan de andere kant vinden we de programmagestuurde benadering waar de leerkracht het programma, de inhoud en de dagindeling bepaalt, dus onderwijs dat in hoge mate leerkrachtgestuurd is. Wij werken bij voorkeur ontwikkelingsgericht waar het kan en programmagericht waar we dat nodig vinden. Het programma Schatkist vormt de basis voor het aanbod. We werken met thema s. Uitgaande van de natuurlijke beleving en de ervaringen van het kind worden betekenisvolle activiteiten ontplooid, waarin kinderen inbreng kunnen hebben in keuze en planning. Het onderwijs is gericht op een brede persoonsontwikkeling (zoals samenwerken, communiceren, initiatieven nemen, plannen maken) die altijd verbonden wordt aan kennis en vaardigheden (schrijven, lezen, woordenschat enz.). We zien het kind als iemand die op actieve manier het eigen leren vormgeeft in interactie met anderen, met leeftijdgenoten en volwassenen. We sluiten aan op de zone van naaste ontwikkeling: het verschil tussen wat het kind zonder hulp kan en wat mét hulp. In de praktijk zal het gaan om het samen uitvoeren van een activiteit (met een volwassene of met medeleerlingen). Vooral kleine groepsactiviteiten maken het mogelijk om samen te spelen, te praten, te denken en te werken. Voor het jonge kind is spel de meest belangrijke bron van ontwikkeling. Dat betekent voor onderwijs dat het creëren van spelsituaties van groot belang is, want spelen is leren. Omdat de leerkrachten bemiddelen tussen de motieven, betekenissen en mogelijkheden van leerlingen enerzijds en de doelen die zij belangrijk vinden anderzijds, moeten ze zelf een breed activiteitenaanbod ontwerpen. Kringgesprekken, werken met ontwikkelings- en expressiematerialen, zingen en muziek maken, rollenspelen en (veel) bewegen vormen dan ook standaard activiteiten. Om zicht te hebben en te houden op de ontwikkeling van de kinderen voeren de leerkrachten structureel observaties uit; reflectie is onlosmakelijk verbonden aan het handelen van de leerkrachten Basisvaardigheden We hebben in hoog tempo het leerstofaanbod vernieuwd. Naast de methode Estafette (2011; voor voortgezet technisch lezen), Taal Actief 4 (2012; taalonderwijs), De blauwe planeet (2012; aardrijkskunde), Natuniek (2013; natuur- en techniekonderwijs) en "Speurtocht (2014; geschiedenis voor de groepen 5 t/m 8), is in 2015 Alles telt voor rekenen en wiskunde in de groepen 3 t/m 5 ingevoerd. De groepen 6 t/m 8 volgen de komende jaren. We starten dit schooljaar met de methode Let s go voor het verkeersonderwijs; het is een complete digibordmethode. Kenmerkend voor alle nieuwe methodes is de multimediale opzet, de aandacht voor verschillen in instructie en verwerking (differentiatie) en de beschikbaarheid van aanvullend oefen- en toetsmateriaal. Opbrengstgericht werken focust op doelmatige instructie en verwerking en het behalen van goede resultaten. Deze methodes passen bij deze uitgangspunten. [Sociaal-emotionele ontwikkeling] In elke groep staat ten minste een half uur sociaalemotionele ontwikkeling op het programma. We gebruiken daarvoor ten dele voor alle groepen de methode "Goed gedaan!". Met deze methode kunnen we kinderen leren respectvol met elkaar om te gaan. De methode geeft op een eigentijdse en positieve manier uitleg over gevoelens en gedrag. Goed gedaan! gebruikt preventieve methodes uit de professionele hulpverlening. Ingewikkelde inzichten zijn vertaald naar eenvoudige begrippen en concreet gedrag. De methodieken Over Rots & Water en Schoolwide Positive Behaviour Support worden schoolbreed ingezet om de sociaal- emotionele ontwikkeling te bevorderen. Het Rots & Water programma kan worden beschouwd als een weerbaarheidsprogramma en uiterst effectief anti-pest-programma, maar dan één dat zich onderscheidt van andere programma s door zijn meervoudige doelstelling en het bredere pedagogische perspectief waarbinnen de training van weerbaarheid samen gaat met de ontwikkeling van positieve sociale vaardigheden. Weerbaarheid en solidariteit, rots en water, worden in balans gepresenteerd en getraind. In het verlengde van Rots & Water ligt Schoolwide Positive Behavior Support (SWPBS). Het is een evidence based systeem dat zorgt voor een geïntegreerde schoolbrede aanpak, gericht op het bevorderen van gewenst gedrag van alle leerlingen binnen de school. Goed gedrag kun je leren! pagina 33

34 Het programma richt zich op het versterken van gewenst gedrag en op het voorkomen van probleemgedrag. Het doel is een positieve, sociale omgeving te scheppen die het leren bevordert en gedragsproblemen voorkomt. PBS is een kapstok waaraan alle schoolinterventies en methoden die met gedrag te maken hebben in een school opgehangen kunnen worden. Wat al aanwezig is en goed werkt in de school wordt geïntegreerd in PBS. Daardoor wordt de werking van deze losse programma s en methodes versterkt. [ Lezen ] Leren lezen is erg belangrijk. Veel activiteiten in het leerproces hebben met lezen te maken. Na voorbereidend leesonderwijs in leerjaar l en 2 start in leerjaar 3 het aanvankelijke leesonderwijs. Vanaf het begin wordt rekening gehouden met de verschillen in vaardigheid: vluggere leerlingen werken meer zelfstandig, anderen krijgen meer instructie. Deze verschillen blijven steeds een rol spelen. Door te zorgen voor diversiteit in leesactiviteiten bereiken we dat de kinderen uiteindelijk zelfstandig begrijpend en studerend kunnen lezen. [ Technisch schrijven ] Leren schrijven gaat min of meer gelijk op met het leren lezen. Ook met het methodisch schrijven starten we in leerjaar 3. We willen op die manier bereiken dat de leerlingen een duidelijk en persoonlijk handschrift ontwikkelen. De leerkrachten van de onderbouw hebben zich in het bijzonder toegelegd op het schrijfonderwijs. Door aanpassingen in het programma kunnen ze de schrijfmotoriek ondersteunen en verbeteren. De leerlingen gebruiken vanaf leerjaar 3 een door school verstrekte schoolvulpen. [ Taal ] Vroeger werd haast uitsluitend aandacht besteed aan het foutloos schrijven. Nu is er veel meer aandacht voor alle mogelijke taalactiviteiten die samenhangen met het communicatieve aspect van de taal. We gebruiken de methode Taal Actief 4, een taalmethode voor groep 4 tot en met 8 van het basisonderwijs. De methode bestaat uit drie geïntegreerde leerlijnen voor taal, spelling en woordenschat extra. Taal actief Taal biedt leerstof voor de domeinen spreken en luisteren, schrijven, taal verkennen en woordenschat. Taal actief Spelling besteedt aandacht aan de spelling van de onveranderlijke woorden en aan de werkwoordspelling. Startpunt van elk thema is een ankerverhaal, geschreven door een bekende kinderboekenauteur. Er zijn acht jaarlijks terugkerende thema's van vier weken. Ieder thema kent een vaste opbouw van lessen. Na twee thema's volgt een parkeerweek, die kan worden benut voor uitloop op het programma, het afnemen van niet-methodegebonden toetsen of extra oefenen. [ Rekenen en Wiskunde ] Vanaf het midden van de jaren 90 is het realistisch rekenen geïntroduceerd; er ligt een sterke nadruk op contextrijk rekenen. Inhoudelijk gaat het om de onderdelen getallen en getalsrelaties, schattend rekenen en rekenen met betekenisvolle procenten. Er blijft aandacht nodig voor het uitvoeren van de bewerkingen. De methode Alles telt - in ingevoerd in de groepen 3 t/m 5 - is hierop gebaseerd. De komende jaren groeit de methode met de leerlingen mee omdat de overgang van de oude naar deze methode te ingrijpend is. Het basismateriaal bestaat voor de leerling uit een leerlingenboek, werkschrift, een leerlinglicentie voor oefen- en toetssoftware en een antwoordenboek. Met het antwoordenboek kunnen leerlingen zelf hun werk nakijken. Voor de docent is het basismateriaal een handleiding en een compacte licentie voor de methodestartpagina, de online lesomgeving. Deze bevat onder meer de digitale groepsmap met het leerstofoverzicht, leerlijnen, kopieerbladen, de toetsen en de registratieformulieren. Met Alles telt kan ook volledig digitaal worden gewerkt, met laptop, pc of tablet. De complete leerkrachtlicentie bevat naast de inhoud van de compacte licentie ook digibordsoftware. Hierin zijn onder meer alle pagina's van het leerlingenboek en het werkschrift opgenomen, aangevuld met allerlei rekentools, zoals rekenrekjes, klokken en uitleganimaties. In Alles telt wordt op verschillende manieren gedifferentieerd. Na een gezamenlijke groepsinstructie op streefniveau verwerkt elke leerling de lesstof zelfstandig op eigen niveau. Het basismateriaal bevat drie leerroutes: minimum, regulier en plus. De moeilijkheid per opgave is systematisch opgebouwd en herkenbaar aangeduid. Voor de zeer goede rekenaars is er een plusschrift naast het werkschrift, voor zwakkere rekenaars een maatschrift die het werkschrift vervangt. Er kan in tempo gedifferentieerd worden met behulp van de 'even snel', 'verder' en 'plus' pagina's. De toets- en oefensoftware biedt opgaven op maat voor iedere leerling. Op basis van de oefen- en toetsresultaten worden automatisch groepsplannen en handelingsplannen op maat gemaakt. pagina 34

35 4.3.3 Oriëntatie op jezelf en de wereld [ Wereldverkenning ] Met deze term bedoelen we de grotere vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs en de kleinere vakken geestelijke stromingen, maatschappelijke verhoudingen en bevordering van gezond gedrag. In de onderbouw worden deze vakken in samenhang gegeven. Vanaf leerjaar 5 staan de grotere vakken gesplitst op het lesrooster en zijn de kleinere opgenomen in de grote. We werken met modules. Dat betekent dat de leerlingen bv. een blok aardrijkskunde krijgen, vervolgens een blok geschiedenis enzovoort. Deze werkwijze intensiveert de aandacht en betrokkenheid. Zodra ze een bepaalde basiskennis hebben, willen we de kinderen meer inzicht geven in de wereld om hen heen. Daarom activeren we een vragende en onderzoekende houding en stimuleren we zelfstandige verkenning van de wereld. In het verlengde daarvan ligt ook het ontwikkelen van respect voor anderen, van verdraagzaamheid, van bereidheid tot luisteren, enzovoorts. Natuurlijk moet gekozen worden uit de grote hoeveelheid basisleerstof die aangeboden kan worden. Daarnaast komen vaardigheid met kaarten en regionale geschiedenis en koppelingen tussen aardrijkskunde, geschiedenis en biologie aan de orde. Het informatiecentrum en de ICT-mogelijkheden waarbij via active boards of touchscreens gebruik kan worden gemaakt van een groot aanbod aan visueel materiaal, spelen een belangrijke ondersteunende rol. [Natuur en techniek] In de kerndoelen 40 tot en met 46 (2009) is het domein natuur & techniek uitgewerkt. De kernactiviteiten van de leerlingen zijn gericht op leren kennen/ ontdekken, leren onderzoeken, leren ontwerpen & toepassen en beschrijven. Deze vaardigheden vragen om en andere didactiek. De methode Natuniek komt tegemoet aan deze uitgangspunten Leerlingen gaan zelf actief op onderzoek uit. Van de 8 lessen gaan leerlingen 5 lessen echt zelf aan de slag. Ze kijken, doen, voelen... en staan stil bij al die dingen die soms zo vanzelfsprekend lijken. De methode daagt de leerlingen uit om op onderzoek te gaan in hun eigen, directe omgeving. Ze ervaren eerst hoe iets werkt en leren daarna de theorie. Hoewel de methode ook thema s aanbiedt, besteden we schoolbreed twee weken per schooljaar aan een centraal thema rondom techniek & science (zie schoolkalender). De projectgroep onder leiding van de coördinator stuurt de ontwikkeling op schoolniveau aan. De activiteiten die dan ontplooid worden, dagen leerlingen uit tot ontdekkend en onderzoekend leren. Onderzoeken en ontwerpen zijn geen doel op zich, maar een manier van werken die vanuit de nieuwsgierigheid en verwondering leerlingen (samen) laat waarnemen, nadenken, handelen en reflecteren. De leden ven de projectgroep ondersteunen het team bij de voorbereiding van de uitvoering van activiteiten. Vanaf schooljaar neemt Windekind gedurende vier jaren deel aan het wetenschap- en techniekprogramma Stem II. STEM II staat voor Science, Technology, Engineering en Mathematics. Het programma dat in samenwerking met externe instanties wordt uitgewerkt, heeft tot doel wetenschap en techniek te integreren in het reguliere lesprogramma en zo jonge kinderen spelenderwijs te laten kennismaken met wetenschap & techniek. [ Persoonlijk leren ] Hieronder vallen activiteiten voor kinderen vanaf leerjaar 5, gericht op het zélf zoeken en verwerken van informatie van thema s uit wereldverkenning. Enerzijds werken de kinderen aan onderwerpen die vanuit de informatie in de methodische vakken aardrijkskunde, geschiedenis etc. in de groep aan de orde zijn geweest; anderzijds zijn er ook periodes waarin kinderen naar eigen interesse onderwerpen kiezen en uitwerken. Het gebruik van de computer en materialen uit het infocentrum spelen hier een centrale rol. De ouders in de infogroep assisteren de leerkrachten bij het vooraf selecteren van materialen en webpagina s. Bij persoonlijk leren wordt ouderhulp niet alleen ingezet vooraf maar ook bij het begeleiden van de kinderen bij het daadwerkelijk uitvoeren van het werk en het maken van de werkstukken als resultaat. [ Gedrag in het verkeer ] Vanaf dit schooljaar maken we schoolbreed gebruik van de methode Let s go. Met heel veel aantrekkelijke beelden, oefeningen en digibordsimulaties haalt de methode de verkeerspraktijk van buiten naar binnen. De methode is volledig digitaal; ze biedt herkenbare verkeerssituaties en de mogelijkheid in te spelen op lokale omstandigheden rond school. Met de Situatiebouwer kan de leerkracht verkeerssituaties nabouwen situaties uit de buurt direct laten zien in Google Streetview op het digibord. De methode biedt veel interactieve werkvormen. Met het digibord als informatie- en interactiebron denken de kinderen samen na over het verkeer. Wat is veilig, wat zijn de regels en hoe ga je ermee om? pagina 35

36 [ Bevordering van gezond gedrag ] We moeten proberen de kinderen zo ver te krijgen dat ze zich houden aan bepaalde gezonde leefregels. Maar dan moeten we hun wel de achtergronden van die leefregels uitleggen. We moeten ook duidelijk maken dat deze leefregels niet alleen goed zijn voor de eigen maar ook voor andermans gezondheid, welzijn en veiligheid. [ Burgerschap ] Wat is actief burgerschap en sociale integratie? Het Ministerie OCW formuleert actief burgerschap als: de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. In de toelichting op de WPO over de verplichting voor scholen om bij te dragen aan de integratie van leerlingen in de Nederlandse samenleving, wordt onder sociale integratie verstaan: een deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving, in de vorm van sociale participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur. Waarom vinden we actief burgerschap en sociale integratie belangrijk? Alleen al door onze leerlingen staat de school midden in de samenleving. Deze is steeds meer gericht op individualisering. Daarmee neemt de sociale binding (ook sociale cohesie genoemd) af. Plichten en rechten die horen bij burgerschap zijn hierdoor op de achtergrond geraakt. Ook zijn veel ouders en kinderen door een allochtone herkomst niet gewend aan de burgerschapstradities en gebruiken van onze samenleving. Wij hebben de overtuiging dat meer menselijke solidariteit, goede manieren, sociale controle, kortom burgerschapsgedrag, bijdraagt aan de sociale cohesie. Op school verkeren alle kinderen in grote groepen leeftijdgenoten, die allemaal van elkaar verschillen. De kinderen leren met de verschillen om te gaan en leren tevens met anderen op basis van gelijkwaardigheid samen te werken. Op deze wijze worden ze voorbereid om in de maatschappij goed te kunnen functioneren. Leerlingen nemen zelf ook deel aan het maatschappelijk leven in uiteenlopende situaties: op straat, bij sport, in clubjes, bij familie, onder vrienden. Wij benutten die ervaringen en stimuleren kinderen in hun maatschappelijke participatie. Elk schooljaar wordt het raamplan burgerschap bijgesteld door de projectgroep. Wat beogen we met actief burgerschap en sociale integratie? (doelen/resultaten) In de kerndoelen voor het basisonderwijs is met betrekking tot burgerschap aangegeven: De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger. De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen. De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en van anderen. De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht als verkeersdeelnemer. De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. Actief burgerschap is een deel van de pedagogische opdracht van de school. Dit betekent dat wij niet volstaan met het aanbieden van traditionele kennis uit de schoolvakken, maar ook door het burgerschap actief te integreren en op deze manier de leerlingen zelf te laten ervaren wat dit begrip werkelijk betekent. Wij stimuleren de leerlingen om zelf taken aan te pakken waarmee zij bijdragen aan gemeenschapsbelangen op buitenschools terrein en betrekken daar buitenschoolse connecties bij. Wij zoeken mogelijkheden voor leerlingen om een actievere rol te spelen in de schoolgemeenschap met meer verantwoordelijkheden voor besluitvorming en uitvoering. Wat doen we aan actief burgerschap en sociale integratie? In de methodes van wereldoriëntatie zijn deze elementen verweven in het leerstofpakket. Daarnaast nemen we deel aan diverse maatschappelijke festiviteiten als NL. doet, Houdt Heerlen schoon, organiseren we jaarlijks ten minste een actie ten behoeve van de Derde Wereld (schaatsen voor water; een sponsorloop voor El Manguaré; zie: elmanguare.nl ). SLO ontwikkelt in opdracht van OCW kernleerplannen burgerschapsvorming. Voor good practices en lesmaterialen met betrekking tot burgerschap en sociale integratie zie ook de website nl. Hoe en waarmee beoordelen we? Voor het beoordelen van actief burgerschap en sociale integratie geven we antwoord op drie vragen, die ook de Inspectie van het Onderwijs hanteert: 1. Zeggen we wat we doen? (Is er een afdoende pagina 36

37 verantwoording van onze invulling aan de wettelijke opdracht en voldoen we met die invulling aan de opdracht en de daaraan gerelateerde kerndoelen?) 2. Doen we wat we zeggen? (Is in de praktijk te zien dat wat we zeggen ook doen?) 3. Hoe is de kwaliteit van ons onderwijs? (Is het onderwijs van voldoende kwaliteit, gegeven onze invulling van de opdracht tot bevordering van integratie en burgerschap én gegeven de sociale context waarin wij ons onderwijs geven?) Kijk op onderstaande link voor informatie van de Inspectie van het Onderwijs. assets/publicaties/2006/actief+burgerschap+en+so ciale+integratie.pdf Computergebruik Computergebruik is geïntegreerd in ons onderwijs. Vooral bij het uitdiepen van de eigen kennis door de kinderen is de computer een wezenlijk hulpmiddel. De oudere leerlingen kunnen zelfs met behulp van de computer een presentatie geven van hun zgn. interessewerk voor hun klasgenoten. Het werken met de computer wordt deels begeleid door een ouderhulpgroep. Deze ouders houden toezicht, helpen de kinderen, observeren de activiteiten en informeren de leerkracht. Vanaf leerjaar l werken de leerlingen met de computer; op het leerplein kunnen de jongste kinderen onder begeleiding van een ouder met diverse programma's werken. Vooral de oudere leerlingen zien al vlug kans veel zelfstandig te doen. De computer wordt ook ingezet voor de t.b.v. gepersonaliseerd leren, oefenen op je eigen niveau. De lesmethodes verwijzen steeds vaker naar internetsites voor aanvullend of actueel materiaal. Alle groepen beschikken over een digitaal schoolbord. De recent aangeschafte methodes beschikken alle over digitaal materiaal voor instructie en verwerking; de teamleden verdiepen zich via scholing in de gebruiksmogelijkheden. We hebben een protocol opgesteld voor computergebruik in school ( zie internetprotocol onder 3.8.5). Uitgangspunt vormt dat de computer gebruikt wordt conform de uitgangspunten en de werkwijze van de school. De school zal overtredingen zonder uitzondering serieus nemen. Herhaald of ernstig misbruik leidt tot tijdelijke ontzegging van de toegang tot het netwerk Kunstzinnige oriëntatie Onder deze term bundelen wij de vakken tekenen, handvaardigheid, muzikale vorming, dramatische vorming, dansante vorming en spel. In onze school is vorming van kinderen via deze vakken een onderdeel van de totale persoonlijkheidsontwikkeling. De ontwikkeling van de zintuigen krijgt daarbij veel aandacht. De keuze uit de diverse materialen en technieken laten we afhangen van de vaardigheid van de kinderen en van het curriculum dat we als leidraad hanteren. Cultuureducatie vormt één van de inhoudelijke Samenwerken: samen gaat het beter pagina 37

38 speerpunten van school waarin extra wordt geïnvesteerd. Een projectgroep stelt elk jaar een programma vast dat breed van aanbod is en dat deels gefinancierd wordt uit de vrijwillige kindbijdrage Bewegingsonderwijs Door de kinderen lichamelijk stelselmatig en op uiteenlopende manieren aan te spreken werken we via lichamelijke opvoeding gericht aan hun bewegingsontwikkeling. Naast motorische, sociale en cognitieve vaardigheden wil de school bij kinderen een positieve houding ten opzichte van verschillende spel- en bewegingsvormen ontwikkelen. Sinds schooljaar werken we in de groepen 1 en 2 met het project Gymkids. Gymkids is een methode voor de bewegingslessen in de groepen 1 en 2, ontwikkeld door Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU). Met dit werkboek draagt de KNGU bij om de actuele thema s van bewegingsarmoede en de toename van overgewicht onder kinderen een halt toe te roepen. Afgelopen jaar is deze methode geïmplementeerd. Door de beschikbaarheid van het nieuwe sportcomplex A gene Bek kan wekelijks tweemaal een gymles van 45 minuten gegeven worden aan de leerlingen van de groepen 3 t/m 8. We zijn erg blij met deze ontwikkeling. Het maakt ook mogelijk dat we nu op basis van de methode Bewegingslessen Alles in beweging kunnen gaan verzorgen Catechese De bedoeling van de schoolcatechese is kinderen de kans te geven mensen te worden die leven vanuit het perspectief van het christendom. In de godsdienstlessen praten en werken we met de kinderen rond herkenbare thema s. We gebruiken hierbij de methode Hemel en aarde. We leren kinderen op hun eigen manier en op hun eigen niveau om te gaan met levensvragen. Daarom is de schoolcatechese gebaseerd op de belevings- en ervaringswereld van de kinderen zoals ze nu zijn. In het godsdienstonderwijs komen ook andere godsdiensten en levensbeschouwingen aan bod, uiteraard op een manier die zij aankunnen. Zo kunnen zij respect krijgen voor andere opvattingen en belevingen. We beginnen het schooljaar met een viering. De kerkelijke feesten Kerstmis en Pasen vieren we in de groep. Bij de voorbereiding voor de communie en het vormsel werken we nauw samen met de parochie. 4.4 Verdeling van de onderwijstijd De leerlingen van de onderbouw krijgen wekelijks 23 uren, de bovenbouw 26 uren les; inclusief 1 1/4 uur pauze. In de verdeling van de onderwijstijd over de diverse leerstofdomeinen komt tot uitdrukking, dat gestreefd wordt naar een evenredige verdeling. Daarnaast zijn accentverschuivingen zichtbaar naarmate kinderen ouder worden. Groep Taal ¾ 4¾ Lezen 3½ 3 2¾ 2¾ 2¼ 2 Rekenen 1¼ 1¼ ¼ Technisch schrijven ½ ½ W.O. 1½ 2¼ 4½ 4½ 5½ 5½ Kunstzinnige 3 3 2¾ 2½ 3 3 2½ 2½ vorming SEO* ½ ½ ½ ½ ½ ½ ½ ½ Catechese ½ ½ ½ ½ ½ ½ ½ ½ Bewegingsonderwijs 3½ 3½ 1¾ 1½ 1¾ 1¾ 1¾ 1¾ Engels ½ ½ Computer ½ ½ ¾ 1 1¼ 1¼ 1½ 1½ Ontwikkelings 5 5 materialen pauzes 1¼ 1¼ 1¼ 1¼ 1¼ 1¼ 1¼ 1¼ 23½ 23½ 23½ 23½ W.O*.: wereldoriëntatie; betreft de vakgebieden onder Koningsfeest: sport en plezier pagina 38

39 5 De ouders 5.1 Informatievoorziening Het spreekt vanzelf dat we de ouders goed willen informeren over het onderwijs in het algemeen en over zaken die hun eigen kind betreffen in het bijzonder. Informatie over algemene zaken treft u aan in de schoolkalender en de tweewekelijkse nieuwsbrief Wistik. De school heeft een eigen website én een facebookpagina met algemene en actuele informatie. Aan het begin van het schooljaar organiseren we een oudervertelgesprek voor de ouders van de leerlingen van de groepen 3 tot en met 7. We hebben afgelopen jaar ervaren dat er ook behoefte bestaat aan meer specifieke informatie in bepaalde groepen. Daarom houden we voor de ouders van de leerlingen in de groepen 1, 2 en 8 een algemene ouderinformatieavond. Om het contact met de leerkracht te intensiveren, kunnen ouders van de leerlingen in de groepen 1 t/m 3 op maandagmorgen en vrijdagmiddag het lokaal van hun kind bezoeken. Tweemaal per jaar (in november en eind april) zijn er inloopmomenten voor de ouders van de leerlingen in de groepen 4 t/m 8. Ze kunnen dan het werk van de kinderen inzien en met de leerkracht bespreken. We sluiten de twee techniekweken af met een tentoonstelling voor alle ouders. Tweemaal per schooljaar organiseren we ook een nieuwkomersavond voor de ouders die voor het eerst kinderen op onze school hebben. Ouders maken deze avond kennis met de geledingen ; daarnaast evalueren we de gang van zaken tot nu toe. Het is ook een geschikt moment voor de nieuwe ouders kennis met elkaar te maken. 5.2 Afstemming tussen school en ouders Om met elkaar van gedachten te wisselen over de ontwikkeling van de leerlingen nodigt de school de ouders ten minste tweemaal per schooljaar uit voor een oudergesprek. Wanneer er bij een leerling van extra ondersteuning sprake is, zullen de contacten tussen ouders en school frequenter zijn. Wanneer de samenwerking tussen thuis en school goed is, zal een probleem efficiënt aangepakt kunnen worden. Ouders denken en praten mee over de aanpak van het probleem, maken afspraken met de school en nemen met de school de nodige beslissingen. 5.3 Ondersteuning door ouders Actief meedoen bij schoolse activiteiten is een goede manier om de ouderbetrokkenheid te bevorderen. Het mes snijdt aan twee kanten; ouders leren de school beter kennen en school profiteert van de hulp die ouders bieden. Ouders zijn in onze school op vele manieren actief, soms direct betrokken in het onderwijs, soms als begeleider bij activiteiten, soms als oudervertegenwoordiger in Oudervereniging en werkgroepen of de Medezeggenschapsraad. Directe ouderhulp treffen we aan in de leerjaren 3 t/m 6 bij lezen in groepen, bij het werken met de computer in de leerjaren 1 t/m 8, bij handenarbeidlessen van de kleuters, bij bijzondere gelegenheden zoals Sinterklaas, Kerst of Pasen. Verder ook bij excursies en bij sport- en spelevenementen in het kader van de sportdag, het schoolfeest of de schoolreis. Ook bij diverse andere activiteiten wordt dankbaar gebruik gemaakt van extra hulp van ouders. De ondersteuning door ouders bij lesactiviteiten vindt plaats onder supervisie van de leerkracht. Vooraf vindt een goede afstemming plaats wat betreft de inhoud van de ondersteuning en de wijze waarop ouders een helpende hand bieden. Ook wordt stilgestaan bij hoe om te gaan met privacygevoelige informatie. Binnen de Oudervereniging en de werkgroepen zijn veel ouders actief. Meer informatie hierover vindt u in de schoolkalender. 5.4 Informatievoorziening gescheiden ouders Indien de ouders van een leerling gescheiden zijn, is het belangrijk dat er duidelijkheid is over de manier waarop de communicatie en consultatie over de vorderingen van de leerling verloopt. De school volgt hierin de wettelijke regels met betrekking tot de informatieplicht jegens gescheiden ouders. De school onthoudt zich van betrokkenheid bij conflicten tussen de ex-partners en doet geen uitspraken. Zij richt zich primair op haar pedagogisch-didactische verantwoordelijkheid jegens de leerling. Voor meer informatie ga naar: nl/informatievoorzieningen-gescheiden-ouders. html Protocol informatieverstrekking gescheiden ouders 1. Bij inschrijving van de leerling wordt melding gedaan van de gezinsrelatie waarin deze opgroeit, alsook van de gezagsrelatie met betrekking tot de (afzonderlijke) ouders. Indien van toepassing zijn de adressen van beide ouders bij de school bekend en van de relevante passages uit het ouderschapsplan (informatierecht) en de beschikking van de (kinder)rechter. Bij wijzigingen dienen de ouders de school direct in kennis te stellen onder overlegging van de passages uit de gerechtelijke stukken. Wanneer beide ouders gezamenlijk het ouderlijk gezag hebben (of na echtscheiding hebben behouden), dan blijven zij in gelijke mate recht op informatie en consultatie door de school houden. Ook in dit geval zijn beide adresgegevens bij de school bekend. pagina 39

40 2. In geval van echtscheiding of verbreking van de relatie tussen ouders, neemt de school jegens hen beiden een neutrale positie in. De school onthoudt zich dus van betrokkenheid bij conflicten tussen de ex-partners en doet geen uitspraken. Zij richt zich primair op haar pedagogischdidactische verantwoordelijkheid jegens de leerling. 3. Er is een verplichting van ouder tot ouder om informatie te verstrekken. Op grond van artikel 1:377b BW is de ouder die belast is met het gezag gehouden om de andere ouder die niet met het gezag belast is op de hoogte te stellen van gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon van het kind en deze te raadplegen over daaromtrent te nemen beslissingen. 4. Alle ouders met gezag hebben het hetzelfde recht op informatie en consultatie door de school. De wet maakt geen onderscheid tussen verzorgers en niet-verzorgers. 5. Welke informatie de school op verzoek van de ouder, bij wie de leerling niet woont, aan hem/ haar verstrekt, is afhankelijk van de wettelijke positie ten opzichte van de leerling: A. In geval van (mede) gezag omvat de informatieverstrekking ten minste: het verstrekken van de schoolgids, de periodebrieven, de rapporten/ toetsresultaten van de leerling in kwestie, overige relevante informatie over de leerling; uitnodiging voor ouderavond en op ouders gerichte schoolactiviteiten, dan wel activiteiten waar bij ouderparticipatie vanuit de school gewenst is; verzoeken om toestemming voor begeleiding en onderzoek van de leerling in het kader van diens schoolloopbaan; inzage in de door de school vastgelegde persoonsgegevens, waaronder het leerlingendossier wanneer de leerling jonger is dan zestien jaar. Uitgangspunt hierbij blijft dat beide ouders op gelijke wijze geïnformeerd en geconsulteerd worden. Met andere woorden er is geen sprake van onderscheid tussen verzorger en nietverzorger. Dit nog los van het feit dat in geval van co-ouderschap dit onderscheid niet te maken is. B. De niet met het gezag belaste ouder ontvangt op zijn/haar verzoek informatie over belangrijke feiten en omstandigheden. Op basis van jurisprudentie: rapporten, informatie rond schoolkeuze, informatie met betrekking tot de schoolloopbaan, specifieke problemen tenzij a. de informatie ook niet aan de met het gezag of verzorging belaste ouder zou worden verstrekt ( zie artikel 377c BW) of b. het belang van de leerling zich daartegen verzet. Indien de school een verzoek om informatie afwijst, zal zij dit met redenen omkleed kenbaar maken aan verzoeker/ verzoekster. 6. De uitnodiging voor een ouderavond betreft een gezamenlijk gesprek voor beide ouders. In bijzondere situaties kan van de gezamenlijkheid worden afgeweken. Er moet dan binnen een week na de uitnodiging voor de ouderavond een verzoek worden ingediend bij de school voor een afzonderlijk gesprek op de ouderavond (zodat dit ook tijdig georganiseerd kan worden). Partners van ex-echtgenoten worden alleen uitgenodigd indien de andere ouder hiertoe schriftelijke toestemming heeft gegeven. 7. In situaties waarin de school ten aanzien van de informatieverstrekking vermoedt dat informatieverstrekking niet in het belang van de leerling is, dan zal zij de kwestie voorleggen aan een onafhankelijke deskundige zoals de huisarts, psycholoog. Met het oog op artikel 377c* en het risico dat naar de rechter gegaan wordt, is een onafhankelijk advies een vereiste. *Artikel 377c 1. Onverminderd het bepaalde in artikel van artikel 377b dit boek wordt de niet met het gezag belaste ouder desgevraagd door derden die beroepshalve beschikken over informatie inzake belangrijke feiten en omstandigheden die de persoon van het kind of diens verzorging en opvoeding betreffen, daarvan op de hoogte gesteld, tenzij die derde de informatie niet op gelijke wijze zou verschaffen aan degene die met het gezag over het kind is belast dan wel bij wie het kind zijn gewone verblijfplaats heeft, of het belang van het kind zich tegen het verschaffen van informatie verzet. 2. Indien de informatie is geweigerd, kan de rechter op verzoek van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde ouder bepalen dat de informatie op de door hem aan te geven wijze moet worden verstrekt. De rechter wijst het verzoek in ieder geval af, indien het belang van het kind zich tegen het verschaffen van de informatie verzet. Welke ouder heeft recht op welke informatie Hieronder vindt u een schema waarin de soorten verbintenissen tussen ouders zijn omschreven. U kunt zo gemakkelijk zien welke ouder recht heeft op welke informatie. pagina 40

41 Voor wie Alle informatie A Ouders zijn met elkaar getrouwd; voor vader en X moeder geldt: B Ouders zijn gescheiden; voor vader en moeder X geldt: C Ouders die hun partnerschap hebben laten registreren X D Ouders zijn niet met elkaar getrouwd, maar via goedkeuring van X de rechtbank oefenen ze het gezamenlijk gezag uit E Ouder die niet met het gezag is belast F In geval van samenwonen, vader heeft kind erkend, niet ingeschreven in gezagsregister; voor vader geldt: G In geval van samenwonen, vader heeft kind erkend en ingeschreven X in gezagsregister; voor vader en moeder geldt: H Stel heeft samengewoond, nu uit elkaar, kind is erkend, ingeschreven X in gezagsre- gister; voor vader en moeder geldt: I Stel heeft samengewoond, nu uit elkaar, kind is erkend, maar niet ingeschreven in het gezagsregister; J Ouders beide uit de ouderlijke macht gezet, kind is onder voogdij geplaatst; voor vader en moeder geldt: K Voogd X L* Biologische vader, die zijn kind niet heeft erkend Beperkte informatie X artikel 1:377c BW X artikel 1:377c BW X artikel 1:377c BW X artikel 1:377c BW *L: Voor de biologische vader, die zijn kind niet heeft erkend, geldt dus: helemaal geen informatie Wet Bescherming Persoonsgegevens In de Wet Bescherming Persoonsgegevens(WPB) staat wat er allemaal wel en niet mag met uw persoonsgegevens en wat uw rechten zijn als uw gegevens gebruikt worden. Als school moeten we voldoen aan de eisen die de Wet Bescherming Persoonsgegevens stelt. Alle persoonsgegevens worden op school geregistreerd in het leerlingdossier. Hierin wordt de informatie bewaard voor de onderwijskundige en algemene begeleiding van de leerling. De gegevens van leerlingen worden voor derden ontoegankelijk bewaard. Wij voldoen ook aan de bepalingen van de WBT inzake het communiceren van gegevens naar vervolgonderwijs bij de overgang van leerlingen (school, zorgteam en privacy). Bij de overgang naar het VO wordt het overdrachtsformulier met de ouders besproken. Zij ondertekenen het formulier en ontvangen hiervan een exemplaar. In het kader van passend onderwijs hebben scholen zorgplicht: de plicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Dit heeft ook consequenties voor het verstrekken van persoonsgegevens van leerlingen. Als school gaan wij hier zorgvuldig mee om. Voor meer informatie ga naar: nl/wet-bescherming-persoonsgegevens.html Het leerlingdossier bestaat uit twee componenten, de leerlingadministratie en het leerlingdossier. Leerlingadministratie Met de leerlingadministratie wordt voldaan aan de verplichtingen van artikel 6, lid 1 van het bekostigingsbesluit Wpo (Wet op het primair onderwijs) tot het voeren van een overzichtelijke administratie van de inschrijving, de uitschrijving en het verzuim van de leerling. De administratie bevat persoonsgegevens, die vallen onder de Wbp en onder het Besluit gevoelige gegevens. Dit besluit geeft een aantal regels voor het opnemen van informatie over iemands geloof of levensovertuiging, ras en politieke gezindheid. In de leerlingadministratie komen een aantal van deze gegevens voor. Deze gegevens worden slechts met toestemming van de ouder(s) verstrekt aan derden. De bewaartermijn van deze gegevens is vastgelegd in het bekostigingsbesluit Wpo en is vastgesteld op vijf jaar. Na deze termijn worden de gegevens vernietigd. Leerlingdossier Het leerlingdossier bevat rapporten, uitslagen van toetsresultaten, gegevens uit het leerlingvolgsysteem, verslagen van gesprekken met ouders en pagina 41

42 afspraken die er over de leerling zijn gemaakt. De verwerking dient alleen voor de organisatie of het geven van onderwijs en de begeleiding van de leerling. Het onderwijs valt onder het Vrijstellingsbesluit, dat onderdeel uitmaakt van de Wet Bescherming Persoonsregistratie. Hiermee is geregeld dat er meer gegevens dan enkel de persoonsgegevens mogen worden bewaard. Deze gegevens worden op een deugdelijke wijze bewaard. Ook gegevens uit deze administratie worden slechts na toestemming van de ouders aan derden verstrekt. Inhoud van het leerlingdossier Volgens de Autoriteit Persoonsgegevens mag het leerlingdossier de volgende gegevens bevatten: gegevens over in- en uitschrijving gegevens over afwezigheid adresgegevens gegevens die nodig zijn om te berekenen hoeveel geld de school krijgt het onderwijskundig rapport gegevens over de gezondheid die nodig zijn voor speciale begeleiding of voorzieningen gegevens over de vorderingen en de resultaten van de leerling verslagen van gesprekken met de ouders de resultaten van eventueel psychologisch onderzoek Welke wettelijke bepalingen zijn van toepassing? De onderwijswetgeving bevat geen directe bepalingen over het leerlingdossier. Op het leerlingdossier zijn wel de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en artikel 19 van het Vrijstellingsbesluit Wbp van toepassing. De school mag de meeste gegevens nog 2 jaar bewaren nadat het kind van school is gegaan. De basisschool moet langer bewaren (conform de bepaling Wpo): gegevens over verzuim en in- en uitschrijving (5 jaar nadat de school uw kind heeft uitgeschreven); gegevens over een leerling die naar een school voor speciaal onderwijs is doorverwezen (3 jaar na vertrek van de leerling). Adresgegevens van (oud-)leerlingen mag de school bewaren voor het organiseren van reünies. Ouders hebben recht tot inzage in al deze gegevens. Er wordt binnen de termijn van vier weken voldaan aan dit verzoek. Ook bestaat er kopierecht, dat wil zeggen dat ten behoeve van de ouders kopieën van de gegevens gemaakt mogen worden. De school mag hier een vergoeding voor vragen. Er bestaat daarnaast nog het recht tot corrigeren van de gegevens en verwijdering van de gegevens. Dit houdt in dat ouders het recht hebben op verbeteren, aanvullen, verwijderen, afschermen of op een andere manier ervoor te zorgen dat onjuiste gegevens niet langer gebruikt worden. Er is alleen een verplichting om dit ook daadwerkelijk te doen als er sprake is van feitelijk onjuiste, onvolledig of niet ter zake doende gegevens of gegevens die in strijd zijn met een voorschrift van de Wet bescherming persoonsgegevens. Ouders mogen het leerlingdossier niet meenemen buiten de school. Ten aanzien van collega-scholen worden dezelfde richtlijnen gehanteerd. Zonder toestemming van ouder(s) mag het dossier niet worden ingezien en verstrekt. School, zorgteam en privacy De school respecteert de privacy van leerling en ouders en zorgt ervoor dat persoonlijke gegevens strikt vertrouwelijk blijven, conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Indien leerlingen extra ondersteuning nodig hebben, mogen regionaal samenwerkende partijen volgens genoemde wet informatie uitwisselen over een leerling, mits er sprake is van een zorgvuldige aanpak door de school en de andere partij. Belanghebbenden worden geïnformeerd over het gebruik van leerling-gegevens met betrekking tot extra ondersteuning en begeleiding en kunnen hier eventueel bezwaar tegen maken. Indien de school voor een leerling externe hulp moet inschakelen, mag zij ervan uit gaan dat ouders het leerrecht (leerplicht) van hun kind respecteren en hierbij binnen de grenzen van de redelijkheid en billijkheid ondersteuning en begeleiding bieden. Autoriteit Persoonsgegevens Met ingang van 1 januari 2016 heeft het College Bescherming Persoonsgegevens een nieuwe naam: Autoriteit Persoonsgegevens (AP). De AP houdt toezicht op gebruik van persoonsgegevens door organisaties. In de onderwijssector neemt de informatisering en het verzamelen en gebruiken van leerlinggegevens toe. Er worden veel persoonsgegevens over heel veel personen uitgewisseld. Tussen scholen onderling en tussen scholen en de lokale en centrale overheid. Al dan niet wettelijke voorschriften en algemene en individuele invulling van de onderwijstaak bepalen welke soorten en aantallen persoonsgegevens worden uitgewisseld. In de loop der tijd is de taak van scholen ruimer geworden. Deze beperkt zich niet meer tot kennisoverdracht. Scholen spelen een grote rol in het jeugdbeleid. Andere organisaties willen graag met scholen samenwerken. Bijvoorbeeld gemeenten in het kader van achterstandsbeleid en jeugdbeleid Op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) zijn onderwijsinstellingen verplicht pagina 42

43 ouders te informeren en uit te leggen welke gegevens van de leerling gebruikt worden en aan wie de onderwijsinstelling wanneer welke gegevens wil verstrekken en met welk doel. Contactgegevens Internet: Autoriteit Persoonsgegevens Bezoekadres: Prins Clauslaan 60, 2595 AJ Den Haag Postadres: Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Telefonisch spreekuur voor privacyvragen Telefoon: ( 0,05/minuut, plus de kosten voor het gebruik van uw mobiele of vaste telefoon) Openingstijden: maandag tot en met vrijdag van tot uur. Het telefonisch spreekuur is alleen voor algemene informatie over de normen en regels voor de bescherming van persoonsgegevens. Zo nodig verwijst de Autoriteit Persoonsgegevens u door naar de juiste organisatie voor meer informatie. Convenant Privacy: veilig omgaan met leerlinggegevens Op 7 juli 2015 is het Convenant Privacy, waarin PO-Raad, VO-Raad en aanbieders van digitale leermiddelen hebben afgesproken hoe zij veilig met leerlinggegevens zullen omgaan, aangeboden aan de Tweede Kamer. In het Convenant is de Wet bescherming persoonsgegevens vertaald naar de onderwijspraktijk. Met de bijbehorende Modelbewerkersovereenkomst kunnen scholen en de PO-Raad en VO-Raad goede afspraken maken met uitgevers als ze bijvoorbeeld nieuw digitaal leermateriaal van een uitgever willen kopen. Het model is opgesteld met hulp van in privacy gespecialiseerde juristen. Zowel het model als het Convenant zijn gesloten binnen het Doorbraakproject Onderwijs en ITC waarin de PO-Raad is vertegenwoordig met diverse andere partijen. Verantwoordelijkheden: Bij de afspraken in het Convenant staat voorop dat de school de regie heeft. De school is verantwoordelijk voor de zorgvuldige omgang met de persoonsgegevens van de leerlingen en de communicatie naar ouders. Hierbij hoort ook het maken van goede afspraken met leveranciers. De partijen in het convenant hebben een gemeenschappelijke en gedeelde zorg om de school in staat te stellen deze verantwoordelijkheid waar te maken. De partijen werken daarnaast aan het pseudonimiseren van de leerlinggegevens. Leerlingen krijgen dan een versleuteld nummer dat voor ieder gebruik in de digitale leermiddelenketen hetzelfde is. Toezicht: Om het toezicht op leerlinggegevens te verbeteren, overleggen het College Bescherming Persoonsgegevens en de Inspectie van het Onderwijs over het afstemmen van hun toezichtactiviteiten. Klik op de link voor het Convenant Digitale Onderwijsmiddelen en Privacy - Leermiddelen en Toetsen en bijbehorende informatie: Onderwijskundig rapport Het onderwijskundig rapport wordt door een basisschool opgesteld voor de nieuwe school wanneer een leerling naar een andere school gaat. Op deze wijze dragen de scholen er zorg voor dat elk kind in een cruciale fase van zijn ontwikkeling het onderwijs en de begeleiding ontvangt die het nodig heeft en uiteindelijk in de passende leerweg binnen het voortgezet onderwijs terecht komt. Hier prevaleert dus het wettelijk vastgestelde onderwijskundig belang van de leerling boven het toestemmingsrecht van de ouders. Ouders moeten door de school worden geïnformeerd over de inhoud van het onderwijskundig rapport; zij hebben recht op correctie van onjuiste informatie en kunnen hun visie aan het rapport laten toevoegen als zij het niet eens zijn met het professionele oordeel van de school. 5.6 Klachten Ouders die klachten of opmerkingen hebben over zaken die met het onderwijs te maken hebben of die een conflict hebben met een persoon, zullen in eerste instantie moeten proberen de kwestie met de direct betrokkene(n) op te lossen. Blijkt het niet mogelijk een oplossing te vinden, dan kunnen ouders contact opnemen met de directie. Na beide partijen gehoord te hebben neemt de directie een besluit. Vindt men alsnog geen gehoor, dan volgt de weg naar bestuur van de Oudervereniging, Schoolbestuur of Medezeggenschapsraad, al naar gelang de aard en ernst van de problemen. Voor klachten van ernstiger aard geldt de hierna beschreven klachtenregeling. 5.7 Klachtenregeling De contactpersoon De contactpersoon is de wegwijzer binnen school bij een klacht. Waarom een klachtregeling? De onderwijswetgeving is met ingang van 1 augustus 1998 gewijzigd in verband met de invoering van hel schoolplan, de schoolgids en het klachtrecht, ook wel de Kwaliteitswet genoemd. Het klachtrecht heeft een belangrijke signaalfunctie met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. pagina 43

44 Door de klachtenregeling ontvangen het bestuur en de school op eenvoudige wijze signalen die hen kunnen ondersteunen bij het verbeteren van het onderwijs en de goede gang van zaken op school. Met de regeling wordt beoogd een zorgvuldige behandeling van klachten, waarmee het belang van de betrokkenen wordt gediend, maar ook het belang van de school (een veilig schoolklimaat). Het klachtmeldingsformulier,de volledige tekst van de klachtenregeling en een notitie met veel gestelde vragen en antwoorden over de klachtenregeling is te vinden op de website van INNOVO: scholen regelingen. De contactpersoon De contactpersoon is zoals al eerder aangeduid, de wegwijzer binnen school bij een klacht. De contactpersoon zal samen met u beoordelen om al dan niet de vertrouwenspersoon in te schakelen. Op elke school binnen onze stichting zijn twee contactpersonen aangesteld, een ouder en een leerkracht, bij voorkeur een man en een vrouw. Dit betekent niet dat indien de klager een ouder is naar de oudercontactpersoon moet en de leerkracht naar de leerkrachtcontactpersoon. De klager is hier vrij in. De leerkrachtcontactpersoon voor onze school is: Paul Coenen: paul.coenen@innovo.nl. De oudercontactpersoon voor onze school is: Mevrouw Annemiek Kuijer: a-kuijer@home.nl De vertrouwenspersoon Aan INNOVO zijn twee onafhankelijke vertrouwenspersonen verbonden. De vertrouwenspersoon gaat eerst na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Mocht de vertrouwenspersoon tot de conclusie komen dat dit niet wenselijk is, dan gaat deze na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht bij de klachtencommissie. Verder begeleidt de vertrouwenspersoon de klager. De klager zelf bepaalt uiteindelijk of deze een klacht al dan niet indient bij de klachtencommissie. De vertrouwenspersoon verwijst de klager, indien en voor zover noodzakelijk of wenselijk, naar andere instanties gespecialiseerd in opvang en nazorg. De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding. De vertrouwenspersonen, zijn niet verbonden aan één van onze scholen. Naam en adresgegevens: Drs. Paul Nijpels Telefoon: / paul.nijpels@home.nl Bert van Oosterbosch Telefoon: / bert@bct-bv.nl De vertrouwensinspecteur Bij de Inspectie van het Onderwijs werkt een klein team van vertrouwensinspecteurs. Ouders, leerlingen, leerkrachten, directies en besturen kunnen de vertrouwensinspecteur benaderen wanneer zich in en rond de school problemen voor doen op het gebied van: seksuele intimidatie en seksueel misbruik lichamelijk geweld grove pesterijen extremisme en radicalisering Ernstige klachten die vallen binnen deze categorieën kunnen voorgelegd worden aan de vertrouwensinspecteur. Deze zal adviseren en informeren. Zo nodig kan de vertrouwensinspecteur ook begeleiden in het traject naar het indienen van een formele klacht of het doen van aangifte. De vertrouwensinspecteur is tijdens kantooruren bereikbaar op (lokaal tarief). Vanuit het buitenland kunt u bellen naar +31(0) Overige informatie over de klachtenregeling vindt u via en klik op SCHOLEN of OU- DERS in de menubalk. Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC) Gebouw "Woudstede" Zwarte Woud 2, 3524 SJ Utrecht Postbus 85191, 3508 AD Utrecht Telefoon: (030) Fax: (030) info@onderwijsgeschillen.nl Internet: Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs (GCBO) Postbus 82324, 2508 EH Den Haag Telefoon: Fax: info@gcbo.nl Internet: In de Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs (GCBO) werken 4 klachtencommissies voor het bijzonder onderwijs samen (één loket). Het gaat om de volgende klachtencommissies: de klachtencommissie voor het katholiek onderwijs; de klachtencommissie voor het protestantschristelijk onderwijs; de klachtencommissie voor het algemeen bijzonder onderwijs; de klachtencommissie voor het gereformeerd onderwijs. pagina 44

45 Landelijke klachtencommissie Katholiek onderwijs Postbus 82324, 2508 EH Den Haag Telefoon: (070) Fax: (070) Openingstijden: maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot uur Internet: Voor meer informatie en nuttige links: zie ook de website van Stichting Onderwijsklachten: php?pagina=adressenlinks 5.8. Bestrijding verzuim en vroegtijdig schoolverlaten Per 1 januari 2012 is een wijziging van onder meer de Leerplichtwet 1969 (LPW) in werking getreden. Doel van de wetswijziging is de verbetering van het bestrijden van verzuim en voortijdig schoolverlaten. Er komt een knip in het toezicht. Het toezicht op naleving van de Leerplichtwet door scholen een goede administratie van het verzuim wordt belegd bij de Inspectie van het Onderwijs. Informatie over handhaving door de Inspectie van het Onderwijs bij verzuim De school controleert of leerlingen naar school komen. De school heeft een verzuimbeleid en administreert het verzuim van leerlingen. Bij ongeoorloofd verzuim onderneemt de school actie naar leerlingen en ouders. Ongeoorloofd verzuim van zestien uur binnen vijf werkdagen wordt door de school aan de leerplichtambtenaar gemeld. De gemeente is met de scholen verantwoordelijk voor de aanpak van verzuim en voortijdig schoolverlaten. De gemeente stelt leerplichtambtenaren aan en maakt een keuze om wel of niet een samenwerkingsovereenkomst met de inspectie af te sluiten. De leerplichtambtenaar houdt toezicht op de leerlingen, de ouders en de school. Hij spreekt leerlingen en ouders aan op verzuim en kan ouders of leerlingen een boete opleggen. De leerplichtambtenaar spreekt de school aan op verzuimbeleid en administratie. Als de school verzuim niet of onvoldoende meldt aan de leerplichtambtenaar, dan informeert de leerplichtambtenaar de Inspectie hierover. Tijdens regulier onderzoek kan de Inspectie van het Onderwijs steekproefsgewijs de verzuimadministratie van scholen controleren. Bij signalen kan de inspectie de verzuimadministratie op scholen inspecteren. De Inspectie handhaaft de naleving van de leerplichtwet bij scholen en kan de directeur van de school een boete opleggen bij niet naleving. Uitgebreide informatie hierover, vindt u via www. innovo.nl. Ga naar: nl/bestrijden-verzuim-en-vroegtijdig-schoolverlaten-buitengewoon-schoolverlof.html 5.9 Verzekeringen INNOVO heeft voor alle scholen en de daaraan verbonden leerkrachten, vrijwilligers en leerlingen de volgende collectieve verzekeringen afgesloten: bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering ongevallenverzekering reisverzekering werkgeversaansprakelijkheid motorvoertuigen De bovenstaande verzekeringen zijn afgesloten via onze tussenpersoon, Meeùs Assurantiën te Heerlen. Deze polissen worden hieronder nader beschreven. Naast deze verzekeringen zijn er nog overige verzekeringen van toepassing niet collectief geregeld waarvoor niet het schoolbestuur, maar de gemeente verantwoordelijk is. Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering (doorgaans genoemd de WA-verzekering) Deze verzekering heeft tot doel toegebrachte schade (personen- en zaakschade, en de hiermee gepaard gaande gevolgschade) te vergoeden, voor zover die het gevolg is van handelen of nalatigheid van verzekerden, die daarvoor aangesproken dienen te worden. De dekking is van kracht voor bestuur, leerkrachten, overig personeel, ouders, leerlingen en vrijwilligers, voor zover zij optreden in onderwijs- respectievelijk schoolverband, zowel in de school als daarbuiten. Ongevallenverzekering Deze verzekering heeft tot doel een uitkering te verstrekken in geval van overlijden of blijvende invaliditeit van personen, die deelnemen aan of betrokken zijn bij het onderwijs of daarmee samenhangende activiteiten. De verzekering gaat dus over dezelfde personen als de WA-verzekering. Deze is van kracht op school, een uur voor en na schooltijd en ook tijdens alle door de school georganiseerde activiteiten. Reisverzekering Deze verzekering geeft dekking tegen verlies en diefstal van bepaalde eigendommen (bagage) bij schoolreizen/uitstapjes/schoolverlaterkamp, e.d.. Ook worden de kosten gedekt van bepaalde buitengewone omstandigheden die zich kunnen voordoen. Ook deze verzekering gaat over dezelfde personen als de vorige twee en is van kracht bij door de school georganiseerde reizen. De verzekering heeft het karakter van een doorlopende reisverzekering en geldt voor alle scholen, voor alle groepen. De vergoedingen zijn beperkt tot een maximumbedrag. De verzekerde bagage omvat foto-, film-, video- en communicatieapparatuur, bril en contactlenzen, kunstmatig(e) gebit(elementen) en reisdocumenten. De verzekerde kosten betrefpagina 45

46 fen kosten van hulpverlening, telecommunicatie, geneeskundige en tandheelkundige kosten. Werkgeversaansprakelijkheid Motorvoertuigen (WEGAM) Deze verzekering is van toepassing bij het inzetten van privévoertuigen in het kader van dienstreizen. Naast dienstreizen geldt deze verzekering ook tijdens schoolreisjes/excursies. Binnen deze verzekering bestaat naast werknemers ook dekking voor vrijwilligers die voor vervoer zorgen bij schoolreisjes. Overige verzekeringen Opstal en Inventaris Schade aan inventaris, gebouw en terrein van schoolgebouwen veroorzaakt door inbraak, diefstal, vandalisme of als gevolg van weersomstandigheden worden niet door het schoolbestuur verzekerd. Voor deze onderdelen is de economische eigenaar van de schoolgebouwen verantwoordelijk. Dit betreft in vrijwel alle gevallen de gemeente. Evenementen Voor schoolevenementen waarbij van derden materialen / middelen worden gehuurd (bijv. huren feesttent, audio/licht, stellages, etc.), is een aanvullende evenementenverzekering aan te bevelen. Deze dient de school zelf af te sluiten via Meeùs Assurantiën. Let wel, de gebruikelijke aansprakelijkheid - en ongevallenverzekering is wel gewoon van toepassing op deze schoolgerelateerde evenementen Vrijwillige kindbijdrage Iedere school mag aan ouders c.q. ver verzorgers een bijdrage vragen voor extra activiteiten en andere, niet tot het onderwijs behorende zaken. We noemen dit om verwarring te voorkomen met de contributie van de oudervereniging: de vrijwillige kindbijdrage. Het ouderdeel van de medezeggenschapsraad heeft op 6 juni 2012 ingestemd met het voorstel van de directie dit bedrag met ingang van schooljaar te stellen op 55,00 per kind per jaar. De vrijwillige kindbijdrage: waar wordt dit geld aan besteed? Naast de kosten met betrekking tot het busvervoer naar theatervoorstellingen ( 5,00), de schoolreis ( 20,00 per kind per jaar; betreft leerlingen van de groepen 1 t/m 7), gaat het ook om 30,00 ten behoeve van additionele middelen en activiteiten. Dit bedrag komt als volgt tot stand: Boek1Boek: 5,00 techniek en wetenschap: 6,00 excursies 5,00 culturele activiteiten 6,00 evenementen 6,00 additionele materialen 2,00 totaal: 30,00 Voor leerlingen die in de loop van het schooljaar de school voor het eerst bezoeken, geldt de volgende regeling: tot 1 februari bedraagt de bijdrage 55,00; in de periode februari t/m mei halveren we de bijdrage voor additionele middelen en wordt de bijdrage dus 40,00; na 31 mei wordt enkel de bijdrage in het vervoer naar theatervoorstellingen (indien van toepassing) en de schoolreis totaal ad 25,00 in rekening gebracht. De kindbijdrage is vrijwillig; er is geen wettelijke verplichting tot betaling. Omdat het extra voorzieningen betreft die hieruit worden bekostigd, betekent het wel dat bij uitblijven van betaling uw kind/kinderen niet kan/ kunnen deelnemen aan activiteiten of gebruik kan/kunnen maken van voorzieningen die uit de vrijwillige kindbijdragen worden betaald. Aanvullend: Met ingang van 1 juli 2012 is de verplichting vervallen om met de ouders een overeenkomst over de kindbijdrage te sluiten en een model van zo n overeenkomst in de schoolgids te zetten. De kosten van het jaarlijks schoolkamp worden separaat in rekening gebracht; daar de leerlingen van groep 8 niet op schoolreis gaan, bedraagt de vrijwillige kindbijdrage voor deze leerlingen 35,00. Betaling kan in twee termijnen geschieden: vóór 1 november en vóór 1 april. Voor nadere informatie over de betaling verwijzen we naar de schoolkalender. Jaarlijks verantwoordt de directeur de besteding van de middelen aan de MR Contributie oudervereniging Tijdens de algemene ledenvergadering van 6 juli 2004 is besloten dat de ouder(s) c.q. de ver verzorger (s) bij inschrijving van hun kind automatisch lid worden van de oudervereniging. Dit betekent dat de ouder(s) c.q. verzorger(s) verplicht zijn om de bij dit lidmaatschap behorende contributie te betalen. Indien men dit niet wenst, moet dit uiterlijk binnen één maand na de aanmelding schriftelijk kenbaar worden gemaakt aan de penningmeester van de oudervereniging. Verdere informatie hierover staat in het huishoudelijk reglement en de statuten van de oudervereniging. Deze kunt u inzien op www. bswindekind.nl. pagina 46

47 5.12 Buitenschoolse en tussenschoolse Opvang Wat is BSO (buitenschoolse opvang)? Buitenschoolse opvang bestaat uit voorschoolse opvang, naschoolse opvang, opvang op vrije school(mid)dagen, dan wel opvang tijdens schoolvakanties of een combinatie hiervan. Najaar 2006 is de Wet Primair Onderwijs aangepast in die zin dat alle basisscholen mogelijkheden tot buitenschoolse opvang moeten bieden, waardoor kinderen van half 8 s ochtends tot half 7 s avonds een zinvolle en plezierige dagbesteding hebben. Het voorzien in BSO sluit nauw aan bij de door INNOVO ingezette koers van educatief partnerschap. BS Windekind heeft een overeenkomst afgesloten met Stichting Kinderopvang Humanitas. Er is één schoollokaal structureel in gebruik om de opvang in school mogelijk te maken. Regelmatig vindt er overleg plaats teneinde de onderlinge afstemming te garanderen. Meer informatie kunt u krijgen bij de directie van de school of bij: Kinderopvang Humanitas Meezenbroekerweg 3, 6412 VK Heerlen Tel.: Website: Of bij de BSO-coördinator van Windekind Tussenschoolse opvang; overblijf regeling (TSO) Met ingang van schooljaar is de middagpauze ingekort en een continurooster ingevoerd. Alle leerlingen maken gebruik van de tussenschoolse opvang (overblijven). De leerlingen eten samen met de groepsleerkracht in de klas. Daarna worden de leerlingen toevertrouwd aan medewerkers/ medewerksters van Humanitas en opgeleide vrijwilligers die erop toezien dat de leerlingen de resterende tijd op een prettige en veilige manier doorbrengen. De tussenschoolse opvang is gratis. Voor meer informatie verwijzen we u naar de schoolkalender en de website van school Rookverbod Op school geldt een algemeen rookverbod, dat betekent: dat er nergens in het schoolgebouw gerookt mag worden; dat roken op het schoolplein, tijdens de lesuren en in het zicht van de kinderen, ook niet toegestaan is. Dit geldt dus ook voor ouders die op school helpen Abonnementen en deelname aan aanvullende activiteiten Na schooltijd vinden regelmatig additionele activiteiten plaats: typelessen, lessen door Mad Science, sportactiviteiten etc. Ouders c.q. ver verzorgers bepalen zelf in welke mate hun kinderen hieraan deelnemen; hetzelfde geldt ten aanzien van abonnementen op jeugdtijdschriften, het kopen van schoolfoto s enzovoort. We ondersteunen verenigingen in de wijk wat promotie betreft van door hen georganiseerde activiteiten ten behoeve van de kinderen. Expressie: materialen verkennen en uitproberen pagina 47

48 6 De leerkrachten 6.1 Vervanging We starten het schooljaar met 11 groepen; in de tweede helft van het schooljaar wordt een twaalfde groep gevormd voor de instromende vierjarigen. Het team bestaat uit 19 leerkrachten; vrijwel iedereen werkt parttime. Bij afwezigheid van leerkrachten wordt vervanging op bestuurlijk niveau geregeld. De wet Werk en Zekerheid heeft consequenties op bestuursniveau. Er is een flexforce benoemd van bekwame collega s die ingezet worden in vervangingen. Er wordt gestreefd naar continuïteit maar dat is niet altijd realiseerbaar. Afwezigheid van een enkele dag wordt vaak intern opgelost. 6.2 Stagiaires We zijn opleidingsschool voor studenten van de pedagogische academie basisonderwijs (pabo) de Nieuwste Pabo; 40 % van de opleiding bestaat uit werkplekleren. Jaarlijks begeleiden we 4 tot 8 studenten bij de uitvoering van opdrachten die merendeels bestaan uit het verzorgen van (delen) van lessen. Leerkrachten worden door de opleiding geschoold en ondersteund bij het uitvoeren van de coaching en begeleiding. Tot ons schoolteam behoren ook een of meerdere leraren in opleiding (LIO; vierdejaars pabostudent). Hij of zij verzorgt vijf maanden onderwijs aan een groep leerlingen onder begeleiding van een interne coach die één dag in de week ook onderwijs verzorgt aan betreffende groep. Elke student functioneert onder verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht(en). Sinds enkele jaren laten we ook studenten van andere opleidingen toe, o.a. van het Arcuscollege (opleiding onderwijsassistent). Uitgangspunt hierbij is, dat sprake is van een win- winsituatie. Speelplaats: stukje bij beetje renoveren 7 De ontwikkeling van het onderwijs in de school 7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs De kwaliteit van het onderwijs is voor onze school een kwestie van voortdurende zorg. Er zijn altijd actuele ontwikkelingen in de samenleving maar ook veranderende onderwijsinhoudelijke inzichten die aanleiding geven ons onderwijs aan te passen; maar er zijn ook door de overheid opgezette projecten waaraan de school moet meewerken. De inspectie van het onderwijs toetst de kwaliteit van het onderwijs jaarlijks, Eenmaal per vier jaar vindt een uitgebreid onderzoek plaats. De resultaten hiervan worden gepubliceerd op internet. De aanbevelingen die uit die inspecties voortvloeien zijn voor het team aanleiding om afspraken te maken voor de verdere ontwikkeling van het onderwijs. In deze nieuwe schoolplanperiode analyseren we de primaire werkprocessen in ons onderwijs aan de hand van de centraal door INNOVO ontwikkelde analyse-instrumenten. We evalueren tijdens de zogenaamde schoolconferenties (tweemaal per jaar) de resultaten van ons onderwijs. In het jaarverslag wordt hieromtrent uitvoerig gerapporteerd. We vervangen methodes elk decennium en dragen zorg voor een goed implementatietraject, vaak in samenwerking met andere INNOVO-scholen. 7.2 Scholing van leerkrachten In de Wet op de Beroepen in het onderwijs (BIO) is vastgelegd aan welke bekwaamheidseisen Het onderwijzend personeel moete voldoen. In de cao is vastgelegd welke verplichtingen personeelsleden hebben wat professionalisering betreft en op welke voorzieningen aanspraak gemaakt kunnen worden.. Het gaat om bekwaam zijn én bekwaam blijven. Het bestuur in casu de directie is verplicht een bekwaamheidsdossier van elke werknemer bij te houden. Vanaf dienen leerkrachten zich in te schrijven in het lerarenregister. Leraren zijn zelf verantwoordelijk voor hun professionele ontwikkeling; in het register leggen ze hun scholingsgegevens vast. In het schoolplan is beschreven op welke gebieden Windekind zich wil ontwikkelen; zie paragraaf 2.7. Alle besturen worden geacht in de periode ca 50 % van de leerkrachten in een LB-functie te benoemen. Leerkrachten die hiervoor in aanmerking willen komen, dienen een masteropleiding te volgen en zich te specialiseren op het vlak van het jonge kind, taal, rekenen of gedrag, coaching en begeleiding of hoogbegaafdheid. pagina 48

49 Er zijn twee leerkrachten benoemd in een LBfunctie (specialisaties lezen/ taal en hoogbegaafdheid). Voor meer informatie verwijzen we u naar 2.8 (schooljaarplan ). Tijdens het jaarlijks functioneringsgesprek met de directie vormt deskundigheidsbevordering onderwerp van gesprek. 7.3 Samenwerking De school is geen eiland. Een basisschool participeert in een netwerk van organisaties die het belang van de leerlingen, het personeel, de ouders en ons bestuur dienen. Daarnaast vinden we het belangrijk een verbindende rol te spelen in de wijk en op gemeentelijk niveau. Uitgangspunt: we verkennen actief de mogelijkheden tot samenwerking streven ernaar er mede vorm aan te geven. Tijdens het vorig schooljaar is besloten dat de directeuren van de basisscholen St. Martinus (Welten), de Windwijzer (Heerlerbaan) en Windekind de samenwerking tussen deze scholen gaan vormgeven. Uitgangspunt is: profiteren van elkaars kennis en kunde op zowel directie-, leerkracht- als schoolniveau. De directeur participeert in het platform van Innovo-directeuren in Heerlen; in dit overleg vindt afstemming plaats ten aanzien van gemeentelijke en bestuurszaken. We werken nauw samen met gemeentelijke instellingen als Schunck*, opleidingen voor studenten die direct of indirect een opleiding volgen die onderwijsgerelateerd is en de Universtiteit van Maastricht in het kader van kennisdeling en opleiding. Daarnaast ondersteunen we actief het verenigingsleven in de omgeving. Als katholieke school onderhouden we goede contacten met de geestelijkheid van de H. Moeder Annaparochie. 8 De opbrengsten We geven in dit hoofdstuk de opbrengsten in meer brede zin weer, dus niet enkel de leerresultaten van de leerlingen. De school geeft jaarlijks een jaarverslag uit, waarin gedetailleerd wordt ingegaan op de resultaten van onze inspanningen. We beperken ons daarom tot de hoofdzaken. 8.1 Cijfers over vorderingen in de basisvaardigheden Ieder jaar maken de leerlingen van groep 8 de bekende CITO-eindtoets. Deze meet de kennis op de belangrijkste leergebieden: taal, rekenen, informatievoorziening en wereldverkenning. De resultaten van deze uitgebreide test worden weergegeven in een getal tussen 500 en 550. Het landelijk gemiddelde ligt meestal rond de 535. Sinds 2012 worden onze resultaten vergeleken met de scholengroep waartoe Windekind behoort. CITO heeft de scholen ingedeeld in zeven groepen, afhankelijk van de populatie van de school. Windekind is ingedeeld bij de hoogste groep: 0. Vergelijking wordt op deze manier eerlijker. Cijfers zeggen uiteraard niet alles! We mogen er echter van uitgaan, dat de kwaliteit van ons onderwijs goed is als we elk jaar hoger scoren dan het gemiddelde van de scholengroep waarmee we worden vergeleken.. In bijgaande tabel hebben we de prestaties van onze school afgezet tegen de landelijke gemiddeldes. Vrij spel: fantasie en werkelijkheid In 2016 hebben we geen rapportage ontvangen van de scholengroep. Kijkend naar de resultaten van deze eindtoets, constateren we dat score het laagst is van de afgelopen zes jaren, maar toch aanzienlijk boven het landelijk gemiddelde. Ook vergeleken met de gemiddelden van de scholengroep over de afgelopen jaren, is de score (iets) hoger. Wat zeggen deze cijfers, kijkend naar de samenstelling van de groep en de verwachtingen op basis van de entreetoets? Deze jaargroep had een wat lager potentieel dan die van de afgelopen twee jaren. In groep zeven is pagina 49

50 de entreetoets afgenomen. De score op de eindtoets komt iets lager uit dan we op basis van de entreetoets verwachtten. Ook zien we dat enkele leerlingen beduidend lager hebben gescoord dan op basis van hun resultaten in het verleden, verwacht mocht worden; stress maar ook houding spelen wellicht een rol. De beoogde kwaliteit realiseren, vormt elk jaar een uitdaging Schoolverlaters Aantal leerlingen Vmbo t/h h/a g/l vso % 24 % 15 % 55 % 0 % % 14 % 30 % 48 % 0 % % 18 % 25 % 48 % 0 % % 10% 38 % 36 % 0 % % 12 % 9 % 67 % 0 % % 10% 35 % 35% 0 % Vmbo: voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs t/h: brugklas theoretische leerweg VMBO/ havo h/a: brugklas havo/atheneum g/l: brugklas gymnasium/lyceum Vso: voortgezet speciaal onderwijs 8.3. Evaluatie schooljaarplan Tegen het eind van het schooljaar gaan we na wat we van onze ambities hebben gerealiseerd. De schoolontwikkeling richtte zich op de volgende onderwerpen. Onderwerp 1. Het werken met het activerend directe instructiemodel. 2. Implementatie van Rots en Water schoolbreed (projectgroep) 3 Implementatie van de nieuwe rekenmethode. 4 Implementatie van de nieuwe methode voor bewegingsonderwijs (team). 5 Implementatie van Schoolwide Positive Behaviour Support (projectgroep). 6 Verbreding en verdieping aanbod leerlingen groepen 1 en 2 (projectgroep). 7 Het werken aan executieve functies: Train your mind in de groepen 6 en 7. Conclusie Borgen Implementatie voortzetten; na dit jaar borgen Voortzetten Voortzetten Driejarig traject; voortzetten Afgerond; borgen Afgerond; in andere vorm op teamniveau oppakken 8 Implementatie van Viseon (IB) Voortzetten 9 Keuze van een nieuwe methode Afgerond voor verkeersonderwijs (projectgroep) 10 Aanbod Cultuureducatie: pilot Abel en programma Sien (projectgroep) Sien afgerond; Abel voortzetten 11 Het ontwikkelen van een portfolio groepen 1 t/m 8; projectgroep 12 Verkennen van Opbrengstgericht werken/ leerling verantwoordelijk maken voor leerproces (Jay Moreno); 13 Ouderbetrokkenheid: betrokkenheid bevorderen, o.a. invoeren kennismakingsgesprek/ afstemming ontwikkelgesprekken 14 Analyse werkprocessen leertijd, planmatig handelen en zelfverantwoordelijk leren Meerjarig traject; voortzetten; koppelen aan anders organiseren Vervangen door: anders organiseren 3-jarig traject; voortzetten en afronden Per proces drie verbeterpunten formuleren en aanpakken komend schooljaar Opmerkingen: 1. Komend schooljaar brengt veel verandering door nieuwe directie en collega s; het is zaak een pas op de plaats te maken 2. Anders organiseren wordt een belangrijk thema; koppelen waar dit kan aan andere projecten 3. ICT vormt tweede, belangrijk thema: hardware is aan vervanging toe. Projectgroep kan aan de hand van Vier in balans Kennisnet beleid ontwikkelen. De i-coach kan hierin goede ondersteuning bieden; koppelen aan anders organiseren pagina 50

51 4. Ontwikkelen portfolio is volgens projectgroep onlosmakelijk verbonden met sturen op zelfstandigheid en anders organiseren 5. Een aantal thema s loopt door: Rots en Water, SWPBS en Stem II, implementatie rekenmethode, gekoppeld aan waarderen en rapportage. Dit dient direct aan begin schooljaar opgepakt te worden. 6. Vorming projectgroepen anders organiseren en Inzet ICT in toekomst is noodzakelijk. 8.4 Periodiek Kwaliteits Onderzoek (2015) Op 12 en 13 oktober 2015 heeft de Rijksinspectie Windekind bezocht. Het inspectiekader verandert,analoog aan het onderwijs. Er is meer nadruk op de centrale positie van de leraar en de professionalisering. De onderwijsresultaten zijn verbreed met sociale leerresultaten en vervolgsucces (afgemeten aan de eigen doelen van de school). Passend onderwijs, dat wil zeggen de aansluiting van aanbod/programma en didactisch handelen bij de behoeften en mogelijkheden van elke leerling, is prominent opgenomen. Ook in het primair onderwijs is er aandacht voor de zorgvuldigheid van toetsing. Meer aandacht heeft het schoolklimaat en de veiligheid gekregen, als belangrijke voorwaarden om optimaal te kunnen leren. Verder is de traditionele kwaliteitszorgcyclus aangevuld met de kwaliteitscultuur en de dialoog met de omgeving. De resultaten: Standaarden Eigen Inspectieoordeel oordeel Kwaliteitsgebied 1 Onderwijsresultaten 1.1 Cognitieve eindresultaten Goed Goed Kwaliteitsgebied 2 Onderwijsproces 2.1 Aanbod Goed Goed 2.2 Zicht op ontwikkeling Voldoende Voldoende 2.3 Didactisch handelen Voldoende Voldoende 2.4 Ondersteuning Voldoende Goed Kwaliteitsgebied 3 Schoolklimaat en veiligheid 3.1 Schoolklimaat Goed Goed 3.2 Veiligheid Goed Goed Kwaliteitsgebied 4 Kwaliteitszorg en ambitie 4.1 Evaluatie en verbetering Goed Voldoende 4.2 Kwaliteitscultuur Voldoende Goed 4.3 Verantwoording en dialoog Goed Goed Het moge duidelijk zijn dat we trots zijn op het resultaat. Wedstrijdje pagina 51

52 8.5. Tevredenheidsonderzoek 2016 In maart 2016 heeft Innovo het tweejaarlijks tevredenheidsonderzoek laten uitvoeren onder leerlingen, ouders en personeel. Op hoofdlijnen levert dit het volgende plaatje op. De enquête is gebaseerd op een vierpuntsschaal; de score loopt van 1 (slecht) naar 4 (goed). ouders leerlingen Respons 47% 45% 86% 97% Gemiddelde itemscore 3,2 3,1 3,4 3,2 Schoolklimaat (omgang, sfeer en 3,3 3,1 3,2 3,0 veiligheid) Sociale veiligheid 2,9 2,6 3,2 3,0 Onderwijsleerproces 3,3 3,1 3,½ 3,4 Informatie en communicatie 3,1 2,9 Algemeen 3,2 3,1 Rapportcijfer (10-puntssschaal) 7,7 7,6 8,1 7,7 Algemene conclusies: 1. Het totale onderzoek laat een stijgende lijn zien, zowel bij ouders als bij leerlingen. 2. De spreiding van de scores is beperkt; negatieve uitschieter vormt de mening over de speelplaats (2,5). Daar zijn we op dit moment druk doende mee. Met het ouderpanel en de medezeggenschapsraad is uitvoeriger stilgestaan bij de resultaten. Windekind is ook te vinden op de website scholen op de kaart. Na interne analyse zijn de resultaten ge-upload naar deze site. 9 Regeling school- en vakantietijden 9.1 Schooltijden Windekind heeft een zogenaamd continurooster. De middagpauze duurt 45 minuten. De schooltijden zijn als volgt: Dag Onderbouw Bovenbouw Maandag Dinsdag Woensdag vrij vrij Donderdag Vrijdag vrij Vakanties en vrije dagen De school volgt de adviezen van de regionale overlegcommissie voor de schoolvakanties. Daardoor lopen onze vakantietijden zoveel mogelijk parallel met de vakanties van andere basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs. In de onderbouw moet minimaal 880 en in de bovenbouw 1000 uren onderwijs worden gegeven. We zitten daar na invulling van de vakanties en vrije dagen elk jaar boven; reserve-uren worden ingezet om vóór elke vakantie de bovenbouw s middags vrij te geven. Daarnaast gebruiken we de uren ten behoeve van studiedagen voor het team. Het actuele vakantierooster en het overzicht van de studiedagen staan in onze schoolkalender en op de website van onze school; zie: In het schooljaar bedraagt het aantal lesuren in de onderbouw 891,5 en in de bovenbouw Het schooltotaal komt op 7542 uren; wettelijke ondergrens is Verlofregeling voor leerlingen Wanneer naar school? Als uw kind vier jaar is, mag het naar de basisschool. Op vijfjarige leeftijd is uw kind leerplichtig. De leerplicht gaat in op de eerste schooldag die volgt op de maand waarin het kind vijl jaar is geworden. Uw kind dient dan dagelijks de school te bezoeken. Kinderen die 4 jaar zijn en instromen in groep een hebben soms moeite om hele dagen op school door te brengen. U kunt dit afstemmen met de leerkracht. We adviseren dan om uw kind tijdelijk alleen in de morgenuren de school te laten bezoeken. De Leerplichtwet kent geen snipperdagen (bijvoorbeeld om een dag eerder met wintersport te gaan pagina 52

53 om de files voor te zijn), maar in bepaalde bijzondere omstandigheden kan wel extra verlof aangevraagd worden. Schoolverzuim Mocht uw zoon/dochter door ziekte niet naar school kunnen komen, laat dit dan voor schooltijd even weten. We controleren of leerlingen tijdig zijn afgemeld. Is dit niet gebeurd, dan neemt de school contact op met de ouders. Als uw kind drie achtereenvolgende dagen niet naar school komt zonder goede reden, is de directeur verplicht dit te melden aan de leerplichtambtenaar. Deze neemt dan contact met u op en wijst u erop dat u verantwoordelijk bent voor het regelmatig schoolbezoek van uw kind. Als er geen oplossing komt, kan als uiterste middel een proces verbaal opgemaakt worden. Schoolverzuim in verband met tussentijdse vakanties moet aangevraagd worden. U kunt hiertoe bij de directeur een aanvraagformulier aanvragen. Uitgebreide informatie hierover treft u aan op de website van INNOVO. Hier vindt u tevens informatie omtrent de richtlijnen rondom buitengewoon school verlof, de brochures Luxe Verzuim (voor scholen en ouders) van Bureau Voortijdig Schoolverlaten Parkstad Limburg. Ga naar: Buitengewoon verlof 1. Vakantieverlof Vakantieverlof op grond van de Leerplichtwet moet u minimaal 8 weken van tevoren aanvragen bij de directeur. U kunt hierbij gebruik maken van formulieren die op school verkrijgbaar zijn. Vakantieverlof kan worden verleend onder de volgende voorwaarden: wegens specifieke aard van het beroep van één der ouders is verlof niet mogelijk binnen de officiële schoolvakanties tijdens het schooljaar (werkgeversverklaring verplicht, formulier opvragen bij de school); dit verlof mag maximaal éénmaal per schooljaar worden aangevraagd het verlof bedraagt niet meer dan tien schooldagen het betreft niet de eerste twee lesweken van het schooljaar toestemming wordt door de directie enkel verleend na ruggenspraak met de leerplichtambtenaar. 2. Verlof vanwege gewichtige omstandigheden Extra verlof in geval van andere gewichtige omstandigheden moet u bij de directeur aanvragen. Dit moet uiterlijk binnen twee dagen na het ontstaan van de verhindering. Ook hierbij kunt u gebruik maken van een op school te verkrijgen formulier. Redenen kunnen zijn: voor het bijwonen van het huwelijk van bloedof aanverwanten bij het 12½-, 25-, 40-, 50-, en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten Leerplein: de computer als venster van de wereld pagina 53

54 bij overlijden van bloed- of aanverwanten verhuizing van het gezin het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten lesuren kan gebeuren sommige religieuze feesten De volgende situaties zijn nooit gewichtige omstandigheden: familiebezoek in het buitenland vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale vakantieperiode op vakantie te gaan eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers-) drukte verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn. 3. Gewichtige omstandigheden meer dan tien dagen per schooljaar Een verzoek om verlof van meer dan tien schooldagen per jaar zal via de directeur aan de leerplichtambtenaar worden voorgelegd. Dit moet zo snel mogelijk worden aangevraagd. Luxeverzuim ontstaat wanneer ouders hun kinderen laten spijbelen om eerder met vakantie te kunnen gaan of om ze bijvoorbeeld mee te nemen op familiebezoek. Het doet dan niet ter zake of op de bewuste dag gewone lessen zijn, een excursie plaatsvindt of bijvoorbeeld een sportdag is. De school is verplicht om melding te maken van lesverzuim, ook van afwezigheid waarbij een vermoeden bestaat dat het luxeverzuim is. De leerplichtambtenaren zullen tegen luxeverzuim in actie komen. Bezwaar en beroep Tegen een afgewezen verzoek om extra verlof kan de indiener schriftelijk bezwaar maken. Dit bezwaar kan ingediend worden bij het bestuur. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en tenminste de volgende gegevens bevatten: naam en adres van belanghebbende; de dagtekening (datum); een omschrijving van het besluit dat is genomen; argumenten die duidelijk maken waarom indiener niet akkoord gaat met het besluit als het bezwaar niet door de indiener maar namens deze wordt, dient er een ondertekende volmacht bij het bezwaarschrift te worden gevoegd. 10 Diversen 10.1 Sponsoring Sponsoring is in het maatschappelijk verkeer een bekend verschijnsel. Ook op onze school komt sponsoring voor. Er is uitsluitend sprake van sponsoring als de sponsor een tegenprestatie verlangt van de school, het personeel of de leerlingen waarmee de leerlingen in schoolverband worden geconfronteerd of als het bestuur, het personeel of leerlingen uit eigen beweging overgaan tot het leveren van een tegenprestatie. Schenkingen, ouderbijdragen en gelden van het ministerie en de gemeente vallen niet onder het begrip sponsoring. Onze school en haar bestuur zijn van mening dat sponsoring onder voorwaarden binnen de school is toegestaan. Als een mogelijke sponsor zich bij de school aanmeldt, toetst de directeur of dit verzoek voldoet aan de voorwaarden. Vervolgens wordt er een sponsorovereenkomst opgesteld. Deze sponsorovereenkomst dient door de directeur ter instemming te worden voorgelegd aan de MR. Met sponsoring gemoeide zaken die in hun geldwaarde een bedrag van 500 te boven gaan, zal de directeur dit voorleggen aan het schoolbestuur. Windekind wordt gesponsord (zie schoolkalender). De tegenprestatie bestaat uit het vermelden van de naam van het bedrijf in de kalender. De aldus verkregen inkomsten worden o.a. besteed aan de inrichting van de speelplaatsen. Voor meer informatie incl. een link naar het convenant scholen voor po en vo en sponsoring ga naar Identiteitsplicht bij schoolreizen naar het buitenland Kinderen kunnen niet meer bijgeschreven worden in het paspoort van hun ouder(s); zij moeten over een eigen reisdocument moeten beschikken. Een en ander is het gevolg van een wijziging van de Europese verordening die voorschrijft waaraan reisdocumenten moeten voldoen; uitgangspunt vormt het beginsel van één persoon per paspoort (Ip-lp). Schoolreizen naar buitenland INNOVO zal schoolreizen naar het buitenland niet verbieden. Dit betekent wel dat scholen die een schoolreis naar het buitenland plannen, ouders ruimschoots op tijd moeten informeren over de nieuwe regels en ouders moeten verzoeken om tijdig een identiteitsbewijs aan te vragen. Uiterste consequentie in het geval de leerling geen geldig identiteitsbewijs heeft op de dag van de schoolreis, is dat deze leerling dan niet mee kan gaan. Voor meer informatie kunt u terecht op www. innovo.nl en klik op scholen of ouders in de menubalk. pagina 54

55 10.2 Gebruikte afkortingen In deze schoolgids worden afkortingen gebruikt. Arbo arbeidsomstandigheden BSO buitenschoolse opvang CITO centraal instituut voor toetsontwikkeling LIO leraar-in-opleiding LOVS leerling- en onderwijsvolgsysteem MKD medisch kleuterdagverblijf Pabo pedagogische academie voor leraren basisonderwijs PCL permanente commissie leerlingenzorg REC regionaal expertise centrum Sbo speciale school voor basisonderwijs TSO tussenschoolse opvang VBKO vereniging van besturenorganisaties katholiek onderwijs Vmbo voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Vo voortgezet onderwijs Vso voortgezet speciaal onderwijs WEC wet op expertisecentra WBT Wet bescherming persoonsgegevens WOT Wet op OnderwijsToezicht WPO Wet Primair Onderwijs WSNS weer samen naar school 11 Hoe werken we samen? School en ouders zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de (school)ontwikkeling van de kinderen. Die gedeelde verantwoordelijkheid leidt tot samenwerking en wederzijdse betrokkenheid. De Schoolgids biedt heel veel informatie onzerzijds. Het leek ons handig de wederzijdse verwachtingen samen te vatten in een intentieverklaring en deze op te nemen in de Schoolgids. Bij de inschrijving van uw kind, bespreken we dit stuk met u. pagina 55

Passend Onderwijs en Toelating, schorsing, verwijdering van leerlingen

Passend Onderwijs en Toelating, schorsing, verwijdering van leerlingen Passend Onderwijs en Toelating, schorsing, verwijdering van leerlingen Voor de volledige procedure verwijzen wij u naar de website van Onderwijsstichting MOVARE: www.movare.nl (de procedure Toelating,

Nadere informatie

Directeur (m/v) voor basisschool Windekind in Heerlen (wtf 1,000)

Directeur (m/v) voor basisschool Windekind in Heerlen (wtf 1,000) Het College van Bestuur van INNOVO, zoekt op korte termijn een daadkrachtige Directeur (m/v) voor basisschool Windekind in Heerlen (wtf 1,000) Werkomgeving en organisatie INNOVO is de koepelorganisatie

Nadere informatie

Basisschool Windekind

Basisschool Windekind Basisschool Windekind 1 Basisschool Windekind Bezoekadres Van Weerden Poelmanstraat 192 6417 ES Heerlen T 045 541 97 61 E info.windekind@innovo.nl I www.bswindekind.nl INNOVO, Stichting voor katholiek

Nadere informatie

Informatieboekje

Informatieboekje Informatieboekje 2016-2017 Basisschool Windekind Van Weerden Poelmanstraat 192 6417 ES HEERLEN E: info.windekind@innovo.nl T: 045-5419761 W; www.bswindekind.nl Beste ouders/verzorgers, In dit boekje informeren

Nadere informatie

Basisschool Windekind

Basisschool Windekind 1 Basisschool Windekind Basisschool Windekind Bezoekadres Van Weerden Poelmanstraat 192 6417 ES Heerlen T 045 541 97 61 E info.windekind@innovo.nl I www.bswindekind.nl INNOVO, Stichting voor katholiek

Nadere informatie

schoolgids schooljaar 2015/ 16

schoolgids schooljaar 2015/ 16 schoolgids schooljaar 2015/ 16 Basisschool Windekind Windekind helpt je groeien! schooljaar 2015/ 16 Ook zorg voor de (school)omgeving heeft een plaats in ons onderwijs INNOVO stichting voor katholiek

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS 0 6 UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS Krijgt het kind wat het nodig heeft? leerkracht Koester de nieuwsgierigheid van het kind, geef het kind regie en plan samen de leerdoelen. Koers Best Onderwijs 2016-2020

Nadere informatie

JAARPLAN Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat AH Hengevelde

JAARPLAN Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat AH Hengevelde JAARPLAN 2018-2019 Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat 49 7496 AH Hengevelde 0547-333420 www.petrushv.nl 1 Voorwoord Het onderwijs op de Petrusschool is continu in ontwikkeling. Wij streven naar

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Wat is het schoolondersteuningsprofiel en waar dient het voor? Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft welke ondersteuning

Nadere informatie

Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland

Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland Inleiding Binnen het samenwerkingsverband Stromenland is met diverse gremia gezamenlijk gekomen tot deze notitie basisondersteuning. De procesgang is

Nadere informatie

Verbeterplan OBS De Winde

Verbeterplan OBS De Winde Verbeterplan OBS De Winde 2018-2019 Ouderversie 1.Inleiding Voor u ligt de ouderversie van het verbeterplan 2018-2019 van openbare basisschool De Winde te Nootdorp. Het verbeterplan 2018-2019 is met inbreng

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN

RAPPORT VAN BEVINDINGEN RAPPORT VAN BEVINDINGEN School: c.b.s. Op de Zandtange Plaats: Mussel BRIN-nummer: 08BS Datum uitvoering onderzoek: 4 maart 2008 Datum vaststelling rapport: 29 mei 2008 Onderzoeksnummer: 118432 1 ONDERZOEK

Nadere informatie

Ouders, schoolondersteuningsprofiel en medezeggenschap

Ouders, schoolondersteuningsprofiel en medezeggenschap Ouders, schoolondersteuningsprofiel en medezeggenschap Floor Kaspers December 2013 (gevalideerd 1-10-2017) Handreiking Inhoud Inleiding 2 1. Wat is het schoolondersteuningsprofiel? 3 Wat staat er in ieder

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG St. Gregorius College HAVO

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG St. Gregorius College HAVO KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2016 St. Gregorius College HAVO Plaats : Utrecht BRIN nummer : 01KF C1 BRIN nummer : 01KF 00 HAVO Onderzoeksnummer : 289444 Datum onderzoek : 17

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle Schoolondersteuningsprofiel 23 Dr. Theun De Vriesskoalle Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE...5 1 Typering van de school... 5 2 Basisondersteuning... 6 3 Deskundigheid voor ondersteuning...8

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 26 Ibs 'T Pompebled

Schoolondersteuningsprofiel. 26 Ibs 'T Pompebled Schoolondersteuningsprofiel 26 Ibs 'T Pompebled Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 5 1 Typering van de school... 5 2 Basisondersteuning... 6 3 Deskundigheid voor ondersteuning... 8

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG BASISSCHOOL DE BONGERD

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG BASISSCHOOL DE BONGERD RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2008-2009 BASISSCHOOL DE BONGERD School : Basisschool De Bongerd Plaats : Leusden BRIN-nummer : 11HD Onderzoeksnummer : 110164 Datum uitvoering onderzoek

Nadere informatie

De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met

De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met Doelgericht werken De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met elkaar. Wat zien en horen we als onze

Nadere informatie

de Samenwerkingsschool "Balans"

de Samenwerkingsschool Balans RAPPORT VAN BEVINDINGEN Kwaliteitsonderzoek bij de Samenwerkingsschool "Balans" Plaats : 's-gravenhage BRIN-nummer : 26PT Onderzoeksnummer : 122926 Datum schoolbezoek : 19 mei 2011 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. R.K. basisschool De Talenten

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. R.K. basisschool De Talenten RAPPORT VAN BEVINDINGEN Kwaliteitsonderzoek bij R.K. basisschool De Talenten Plaats : Haarlem BRIN-nummer : 16LQ Onderzoeksnummer : 120887 Datum schoolbezoek : 29 november 2010 Rapport vastgesteld te Zoetermeer

Nadere informatie

STRATEGISCH BELEIDSPLAN

STRATEGISCH BELEIDSPLAN STRATEGISCH BELEIDSPLAN 2016 2020 Strategisch beleidsplan PCO Gelderse Vallei Inleiding Voor u ligt het strategische beleidsplan (SBP) 2016 tot en met 2020. Bij het tot stand komen van dit SBP is als eerste

Nadere informatie

Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel. Naam School

Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel. Naam School 1 LOGO SCHOOL Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel Naam School Algemene gegevens School Zalmplaatschool BRIN 10QX 00 Directeur Nico Bakker Adres Aalreep 8-10 Telefoon 010-4167408 E-mail directie@ Bestuur

Nadere informatie

Ouderbeleidsplan. Sbo de Bonte Vlinder. September 2014

Ouderbeleidsplan. Sbo de Bonte Vlinder. September 2014 Ouderbeleidsplan Sbo de Bonte Vlinder September 2014 1 Inleiding De meerwaarde van een ouderbeleidsplan Een ouderbeleidsplan vormt de grondslag voor de activiteiten die een school met en voor ouders ontplooit.

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE DIJSSELBLOEM

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE DIJSSELBLOEM RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE DIJSSELBLOEM Plaats : Voorburg BRIN-nummer : 07SP Arrangementsnummer : 86296 Onderzoek uitgevoerd op : 9 september 2010 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

Samen leren jezelf te zijn, kansrijk en uniek Wij maken werk van talent!

Samen leren jezelf te zijn, kansrijk en uniek Wij maken werk van talent! De missie van onze school: Samen leren jezelf te zijn, kansrijk en uniek Wij maken werk van talent! De visie van onze school: A: Goed onderwijs, opbrengstgericht Door middel van een gevarieerd lesaanbod

Nadere informatie

2. Waar staat de school voor?

2. Waar staat de school voor? 2. Waar staat de school voor? Missie en Visie Het Rondeel gaat uit van de Wet op het Basisonderwijs. Het onderwijs omvat de kerndoelen en vakgebieden die daarin zijn voorgeschreven. Daarnaast zijn ook

Nadere informatie

JAARPLAN Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat AH Hengevelde

JAARPLAN Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat AH Hengevelde JAARPLAN 2017-2018 Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat 49 7496 AH Hengevelde 0547-333420 www.petrushv.nl 1 Voorwoord Het onderwijs op de Petrusschool is continu in ontwikkeling. Wij streven naar

Nadere informatie

Notitie Schoolondersteuningsprofiel 2016 en verder

Notitie Schoolondersteuningsprofiel 2016 en verder Notitie Schoolondersteuningsprofiel 2016 en verder Inleiding en relevantie van deze notitie De Amsterdamse scholen hebben in de aanloop naar passend onderwijs in de periode voor 1 augustus 2014 hun eerste

Nadere informatie

INDICATOREN BASISONDERSTEUNING

INDICATOREN BASISONDERSTEUNING INDICATOREN BASISONDERSTEUNING (ofwel de kwaliteit van de basisondersteuning binnen het schoolondersteuningsprofiel van de basisscholen in het samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven) Een werkgroep

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 BASISSCHOOL DE HORST

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 BASISSCHOOL DE HORST RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 BASISSCHOOL DE HORST School: De Horst Plaats: Apeldoorn BRIN-nummer: 17UB Onderzoeksnummer: 103558 Datum uitvoering onderzoek:

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle Schoolondersteuningsprofiel 23 Dr. Theun De Vriesskoalle Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 5 1 Typering van de school... 5 2 Basisondersteuning... 6 3 Deskundigheid voor ondersteuning...

Nadere informatie

BASISSCHOOL DE BRON SPIESHEEM NJ VEENENDAAL TEL

BASISSCHOOL DE BRON SPIESHEEM NJ VEENENDAAL TEL SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL BASISSCHOOL DE BRON SPIESHEEM 54 3907 NJ VEENENDAAL TEL. 0318-508510 E-MAIL: DEBRON@GAVESCHOLEN.NL PASSEND ONDERWIJS - ELKE SCHOOL ZORGPLICHT?! Met het ingaan van de Wet passend

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL SEGHWAERT LOCATIE DE SPRINGPLANK

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL SEGHWAERT LOCATIE DE SPRINGPLANK RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL SEGHWAERT LOCATIE DE SPRINGPLANK Plaats : Zoetermeer BRIN-nummer : 16KB Onderzoeksnummer : 119149 Datum schoolbezoek : 27 april

Nadere informatie

Concept projectplan Steunpunt Hoogbegaafdheid

Concept projectplan Steunpunt Hoogbegaafdheid Concept projectplan Steunpunt Hoogbegaafdheid Procesbeschrijving Bij het vormgeven aan het project Hoogbegaafdheid hebben verschillende gesprekken plaatsgevonden, waaronder met andere samenwerkingsverbanden.

Nadere informatie

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP DE DOM HELDER CAMARA

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP DE DOM HELDER CAMARA DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP DE DOM HELDER CAMARA Plaats : Groningen BRIN-nummer : 18QF Onderzoeksnummer : 117802 Datum schoolbezoek : 1 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

Visie op ouderbetrokkenheid

Visie op ouderbetrokkenheid Visie op ouderbetrokkenheid Basisschool Lambertus Meestersweg 5 6071 BN Swalmen tel 0475-508144 e-mail: info@lambertusswalmen.nl website: www.lambertusswalmen.nl 1 Maart 2016 Inleiding: Een beleidsnotitie

Nadere informatie

Samenvatting. Totalen

Samenvatting. Totalen MONITOR BASISONDERSTEUNING ANNE FRANKSCHOOL ARNHEM Ingevuld door: Julia van Broeckhuijsen J. Burema Samenvatting Totalen Leerlingen ontwikkelen zich in een veilige omgeving.. De school heeft inzicht in

Nadere informatie

Obs de Bouwsteen. Notitie actief burgerschap en sociale integratie OBS DE BOUWSTEEN. actief burgerschap en sociale integratie

Obs de Bouwsteen. Notitie actief burgerschap en sociale integratie OBS DE BOUWSTEEN. actief burgerschap en sociale integratie Obs de Bouwsteen Notitie actief burgerschap en sociale integratie OBS DE BOUWSTEEN 1. Wat is actief burgerschap? Actief burgerschap is: de bereidheid en het vermogen om deel uit te kunnen maken van een

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE BOOGURT

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE BOOGURT RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE BOOGURT Plaats : Budel BRIN-nummer : 18HK Onderzoeksnummer : 118778 Datum schoolbezoek : Rapport vastgesteld te Eindhoven op

Nadere informatie

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL JOHANNES PAULUS

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL JOHANNES PAULUS RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL JOHANNES PAULUS Plaats : Heusden Gem Heusden BRIN-nummer : 09PB Onderzoeksnummer : 118176 Datum schoolbezoek : 2 februari 2010

Nadere informatie

Uitkomsten kwaliteitsonderzoek pilot toezicht 2020

Uitkomsten kwaliteitsonderzoek pilot toezicht 2020 Uitkomsten kwaliteitsonderzoek pilot toezicht 2020 De Egelantier Soest 31 mei & 1 juni 2016 Feedbackgesprek De inspectie voert aan het eind van het bezoek graag een gesprek over de kwaliteit van de school

Nadere informatie

Schoolplan Stichting Katholiek Onderwijs Volendam

Schoolplan Stichting Katholiek Onderwijs Volendam Schoolplan Stichting Katholiek Onderwijs Volendam Primair onderwijs Strategie en beleid 2015-2019 SKOV Schoolplan PO 2015-2019 Pagina 1 Schoolplan Stichting Katholiek Onderwijs Volendam Strategie en beleid

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Montessori Nijmegen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Montessori Nijmegen RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Montessori Nijmegen Plaats : Nijmegen BRIN nummer : 12ZD C1 Onderzoeksnummer : 291967 Datum onderzoek : 7 februari 2017 Datum vaststelling : 2 mei 2017 Pagina

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. : Kallenkote

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. : Kallenkote RAPPORT VAN BEVINDINGEN Kwaliteitsonderzoek bij obs Kallenkote Plaats : Kallenkote BRIN-nummer : 13ZM Onderzoeksnummer : 122102 Datum schoolbezoek : 6 januari 2011 vastgesteld te Zwolle op : 14 februari

Nadere informatie

Samen werken, samen ontwikkelen

Samen werken, samen ontwikkelen Samen werken, samen ontwikkelen Strategisch beleid ROOBOL 2015-2019 Willem Wouda/ Reiny Kas Siderius SAMENVATTING Het strategisch beleidsplan 2015-2019 bevat de missie en visie van Stichting ROOBOL. De

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD School : basisschool Pater van der Geld Plaats : Waalwijk BRIN-nummer : 13NB Onderzoeksnummer : 111245 Datum

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. obs De Zeester

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. obs De Zeester RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK obs De Zeester Plaats : Beverwijk BRIN nummer : 27ML C1 Onderzoeksnummer : 287224 Datum onderzoek : 16 februari 2016 Datum vaststelling : 6 april 2016 Pagina

Nadere informatie

Ondersteuningsplan

Ondersteuningsplan Ondersteuningsplan 2018-2022 Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Friesland Publieksversie Alle leerlingen gaan succesvol naar school dat is onze opdracht en daar werken alle scholen voor primair onderwijs

Nadere informatie

JAARPLAN ROTTERDAMCOLLEGE ALEYDA VAN RAEPHORSTLAAN CR ROTTERDAM

JAARPLAN ROTTERDAMCOLLEGE ALEYDA VAN RAEPHORSTLAAN CR ROTTERDAM JAARPLAN 2018-2019 ROTTERDAMCOLLEGE ALEYDA VAN RAEPHORSTLAAN 243 3054 CR ROTTERDAM 010-4223517 DIRECTIE@ROTTERDAMCOLLEGE.NL INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 3 2. Schoolplan en jaarplan... 4 3. Planning...

Nadere informatie

Externe benchmark Aantal scholen: 692 Benchmark cijfer scholen Hoogste cijfer scholen Laagste cijfer scholen Cijfers Ouders Mariaschool 2016

Externe benchmark Aantal scholen: 692 Benchmark cijfer scholen Hoogste cijfer scholen Laagste cijfer scholen Cijfers Ouders Mariaschool 2016 Externe benchmark Aantal scholen: 692 Benchmark cijfer scholen Hoogste cijfer scholen Laagste cijfer scholen Cijfers Ouders Mariaschool 2016 Verschil met benchmark cijfer scholen Vensters PO Schoolklimaat

Nadere informatie

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL TWICKELO

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL TWICKELO DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL TWICKELO Plaats : Delden BRIN-nummer : 06MZ Onderzoeksnummer : 120340 Datum schoolbezoek : 18 Rapport vastgesteld te

Nadere informatie

Onderwijskundig jaarplan GBS Het Talent 1

Onderwijskundig jaarplan GBS Het Talent 1 Onderwijskundig jaarplan Jaar: 2017-2018 School: Gbs Het Talent Schoolleider: W.Bos Datum: juni 2017 Laatst geactualiseerd: 8 juni 2017 Inleiding In ons jaarplan 2017-2018 geven we per onderdeel aan welke

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG FINLANDIA

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG FINLANDIA RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2008- FINLANDIA School : Finlandia Plaats : Rotterdam BRIN-nummer : 14EJ Onderzoeksnummer : 110855 Datum uitvoering onderzoek : 24-3- Datum vaststelling

Nadere informatie

Binnen. creëren wij kansen

Binnen. creëren wij kansen Binnen creëren wij kansen Het Meerrijk O.B.S. De Schakel O.J.S. Het Scala Dirk van Dijkschool (Hfd) O.D.S. Engelenberg Dirk van Dijkschool (dep) Stichting openbaar onderwijs Kampen wil haar nieuwe status

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Basisschool t Kwekkeveld

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Basisschool t Kwekkeveld RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ Basisschool t Kwekkeveld School/instelling: Basisschool t Kwekkeveld Plaats: Schijndel BRIN-nummer: 13CK Postregistratienummer: 08.H2727425 Onderzoek uitgevoerd op:

Nadere informatie

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS MOLENBEEK

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS MOLENBEEK DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS MOLENBEEK Plaats : Enschede BRIN-nummer : 16NC Onderzoeksnummer : 120274 Datum schoolbezoek : 13 Rapport vastgesteld te Zwolle

Nadere informatie

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK RKBS 'VAN DOORN'

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK RKBS 'VAN DOORN' RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK RKBS 'VAN DOORN' School : rkbs 'Van Doorn' Plaats : Kockengen BRIN-nummer : 06PB Onderzoeksnummer : 61072 Datum schoolbezoek : 17 februari 2005 Datum vaststelling

Nadere informatie

JAARPLAN MEDEZEGGENSCHAPSRAAD OBS DE VIJVERSTEE. De Fledders GA Vries

JAARPLAN MEDEZEGGENSCHAPSRAAD OBS DE VIJVERSTEE. De Fledders GA Vries JAARPLAN 2017-2018 MEDEZEGGENSCHAPSRAAD OBS DE VIJVERSTEE De Fledders 14 9481 GA Vries 1 1. Inhoud 1. Inhoud 2 2. Algemeen 3 3. Visie, uitgangspunten en werkwijze 4 4. Bezetting en verkiesbaarheid MR-leden

Nadere informatie

Samenvatting schoolondersteuningsprofiel Jenaplanschool Hanevoet

Samenvatting schoolondersteuningsprofiel Jenaplanschool Hanevoet Oldengaarde 1B 5655 CP Eindhoven (040)2518972 info@bs-hanevoet.nl www.bs-hanevoet.nl Samenvatting schoolondersteuningsprofiel Jenaplanschool Hanevoet 1 Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. obs De Meridiaan

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. obs De Meridiaan RAPPORT VAN BEVINDINGEN Kwaliteitsonderzoek bij obs De Meridiaan Plaats : Medemblik BRIN-nummer : 06AP Onderzoeksnummer : 122792 Datum schoolbezoek : 11 juli 2011 Rapport vastgesteld te Leeuwarden op 10

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 DE HOLTHUIZEN School: De Holthuizen Plaats: Haaksbergen BRIN-nummer: 12YQ Onderzoeksnummer: 103463 Datum uitvoering onderzoek:

Nadere informatie

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE PIONIER

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE PIONIER DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE PIONIER Plaats : Amstelveen BRIN-nummer : 15EX Onderzoeksnummer : 118995 Datum schoolbezoek : 15 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

Het Baken: Een school van de Vereniging voor Christelijk Primair Onderwijs.

Het Baken: Een school van de Vereniging voor Christelijk Primair Onderwijs. Het Baken: Een school van de Vereniging voor Christelijk Primair Onderwijs. De Vereniging voor Christelijk Primair Onderwijs in Spijkenisse bestaat ruim 100 jaar. Gedurende die honderd jaar hebben wij

Nadere informatie

Toezicht op scholen en voorzieningen voor nieuwkomers

Toezicht op scholen en voorzieningen voor nieuwkomers Toezicht op scholen en voorzieningen voor nieuwkomers Studiedag LOWAN 16 november 2011 Thea Manders Miriam Baltussen Inhoud 1. Terug- en vooruitblik 2. Het toezichtkader 3. Het kwaliteitsonderzoek 4. Vragen

Nadere informatie

BASISONDERWIJS. School: Brinnr.: Bestuur: Datum:

BASISONDERWIJS. School: Brinnr.: Bestuur: Datum: BASISONDERWIJS School: Brinnr.: Bestuur: Datum: 1. Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel geeft een realistisch beeld van de ondersteuning en begeleiding die de school momenteel in het kader van Passend

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG MONTESSORISCHOOL WAALSDORP

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG MONTESSORISCHOOL WAALSDORP RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2008-2009 MONTESSORISCHOOL WAALSDORP School : Montessorischool Waalsdorp Plaats : 's-gravenhage BRIN-nummer : 05VY Onderzoeksnummer : 113525 Datum

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ BASISSCHOOL MISTE CORLE Plaats : Winterswijk BRIN-nummer : 18ZG Onderzoek uitgevoerd op : 3 november 2009 Rapport vastgesteld te Zwolle op 30 maart 2010 HB 2811938/9

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE DE CHRISTELIJKE BASISSCHOOL DE ONTMOETING

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE DE CHRISTELIJKE BASISSCHOOL DE ONTMOETING RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE DE CHRISTELIJKE BASISSCHOOL DE ONTMOETING School : de Christelijke basisschool De Ontmoeting Plaats : 's-gravenhage BRIN-nummer : 17YO Onderzoeksnummer : 94844 Datum

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 BASISSCHOOL BERG EN BEEK

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 BASISSCHOOL BERG EN BEEK RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 BASISSCHOOL BERG EN BEEK School/vestiging: Plaats: Sint Anthonis BRIN-nummer: 14ZG Onderzoeksnummer: 103635 Datum uitvoering

Nadere informatie

Jaarplan 2014-2015 Medezeggenschapsraad R.K. Basisschool Gerardus Majella

Jaarplan 2014-2015 Medezeggenschapsraad R.K. Basisschool Gerardus Majella Jaarplan 2014-2015 Medezeggenschapsraad R.K. Basisschool Gerardus Majella 1/8 Inhoudsopgave Algemeen 3 1 Visie, uitgangspunten en werkwijze 4 2 Regelingen en beleidsplannen 4 3 Bezetting en verkiesbaarheid

Nadere informatie

Vrijeschool RotterdamWest

Vrijeschool RotterdamWest Vrijeschool RotterdamWest Herstelonderzoek Datum vaststelling: 15 mei 2019 Samenvatting De kwaliteit van het onderwijs hebben wij in oktober 2017 als zeer zwak beoordeeld, omdat de kernstandaarden Zicht

Nadere informatie

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK SAMSAM

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK SAMSAM RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK SAMSAM School : Samsam Plaats : Rotterdam BRIN-nummer : 18ZH Onderzoeksnummer : 89409 Datum schoolbezoek : 27 november 2006 Datum vaststelling : 26 maart 2007. INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL ROALD DAHL

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL ROALD DAHL RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL ROALD DAHL Plaats : Sint-Michielsgestel BRIN-nummer : 04TH Onderzoeksnummer : 119077 Datum schoolbezoek : 9 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD'

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD' RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD' School : basisschool 'Pater van der Geld' Plaats : Waalwijk BRIN-nummer : 13NB Onderzoeksnummer : 94513 Datum schoolbezoek : 12 juni

Nadere informatie

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP O.B.S. DE BONGERD

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP O.B.S. DE BONGERD DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP O.B.S. DE BONGERD Plaats : Hijken BRIN-nummer : 18TJ Onderzoeksnummer : 118979 Conceptrapport verzonden op : 26 april Datum schoolbezoek

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar. Deel B Doelstellingen en jaarplan. Inleiding. School. 1.

Inhoudsopgave. Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar. Deel B Doelstellingen en jaarplan. Inleiding. School. 1. Inhoudsopgave Inleiding School Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar 1. Leerlinggegevens 1.1 Algemene gegevens 1.2 Gegevens m.b.t. passend onderwijs 2. Toezicht Onderwijsinspectie

Nadere informatie

en de sfeer ervaren. Daarnaast nemen ze ook na 30 weken school de veiligheidsmonitor af bij die leerlingen die dat kunnen invullen.

en de sfeer ervaren. Daarnaast nemen ze ook na 30 weken school de veiligheidsmonitor af bij die leerlingen die dat kunnen invullen. en de sfeer ervaren. Daarnaast nemen ze ook na 30 weken school de veiligheidsmonitor af bij die leerlingen die dat kunnen invullen. Team werkt gezamenlijk aan de vormgeving van het onderwijs We beoordelen

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. Basisschool De Wadden, locatie Molenwijk

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. Basisschool De Wadden, locatie Molenwijk RAPPORT VAN BEVINDINGEN Kwaliteitsonderzoek bij Basisschool De Wadden, locatie Molenwijk Plaats : Haarlem BRIN-nummer : 12BV Onderzoeksnummer : 122154 Datum schoolbezoek : 29 november 2010 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE OPENBARE BASISSCHOOL NOORDHOVE

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE OPENBARE BASISSCHOOL NOORDHOVE RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE OPENBARE BASISSCHOOL NOORDHOVE School : Openbare basisschool Noordhove Plaats : Zoetermeer BRIN-nummer : 16ND Onderzoeksnummer : 94861 Datum schoolbezoek : 5 en 7 juni

Nadere informatie

Odaschool. Kwaliteitsonderzoek. Inspectie van het onderwijs

Odaschool. Kwaliteitsonderzoek. Inspectie van het onderwijs Odaschool Kwaliteitsonderzoek Inspectie van het onderwijs Datum vaststelling: 30 januari 2019 Samenvatting Volgens het bestuur van stichting MeerderWeert is de Odaschool een goede school. De school heeft

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 OBS REMBRANDT School: openbare basisschool Rembrandt Plaats: Akersloot BRIN-nummer: 04GB Onderzoeksnummer: 103497 Datum uitvoering

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. basisschool De Fontein

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. basisschool De Fontein RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK basisschool De Fontein Plaats : Breda BRIN nummer : 12WE C1 Onderzoeksnummer : 273589 Datum onderzoek : 1 april 2014 Datum vaststelling : 22 mei 2014 Pagina

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL ALBERT SCHWEITZER

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL ALBERT SCHWEITZER RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL ALBERT SCHWEITZER School : basisschool Albert Schweitzer Plaats : Emmeloord BRIN-nummer : 08JS Onderzoeksnummer : 94651 Datum schoolbezoek : 4 juni 2007 Datum

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP RKBS ANNE FRANK

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP RKBS ANNE FRANK RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP RKBS ANNE FRANK School : rkbs Anne Frank Plaats : Heemskerk BRIN-nummer : 11EI Onderzoeksnummer : 112977 Datum schoolbezoek : 11 juni 2009

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool Antonius

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool Antonius RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool Antonius Plaats : Kudelstaart BRIN-nummer : 06GP Onderzoeksnummer : 125658 Datum schoolbezoek : 26 maart 2012 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 09AY00 Rooms Katholieke Basisschool De Brembocht

Schoolondersteuningsprofiel. 09AY00 Rooms Katholieke Basisschool De Brembocht Schoolondersteuningsprofiel 09AY00 Rooms Katholieke Basisschool De Brembocht Inhoudsopgave Toelichting 3 DEEL I INVENTARISATIE 6 1 Typering van de school.7 2 Kwaliteit basisondersteuning 7 3 Basisondersteuning

Nadere informatie

Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij. Christelijke Speciale basisschool De Branding

Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij. Christelijke Speciale basisschool De Branding RAPPORT VAN BEVINDINGEN Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij Christelijke Speciale basisschool De Branding Plaats : Spijkenisse BRIN-nummer : 23XL Onderzoeksnummer : 123530 Datum schoolbezoek :

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Wat is het schoolondersteuningsprofiel en waar dient het voor? Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft welke ondersteuning

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij basisschool Op De Hoeksteen

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij basisschool Op De Hoeksteen RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij basisschool Op De Hoeksteen Plaats : Hasselt BRIN-nummer : 03RD Onderzoeksnummer : 124138 Datum schoolbezoek : 31 oktober 2011 Datum vaststelling

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. De Aquarel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. De Aquarel RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK De Aquarel Plaats : Zwolle BRIN nummer : 13YV C1 Onderzoeksnummer : 291638 Datum onderzoek : 6 februari 2017 Datum vaststelling : 17 mei 2017 Pagina 2 van 10

Nadere informatie

schooljaar 2014/ 15 schoolgids

schooljaar 2014/ 15 schoolgids schooljaar 2014/ 15 schoolgids Basisschool Windekind schooljaar 2014/ 15 S choolg i ds 2014-2015 Bas i ss ch o o l W i n dek i n d Goed onderwijs, natuurlijk! Ook zorg voor de (school)omgeving heeft een

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Schoolondersteuningsprofiel samenwerkingsverband primair onderwijs Inhoudsopgave Inleiding 3 1. 4 2. Missie en Visie 4 3. ondersteuning 5 4. Wat kan de 6 4.1 Regionale afspraken minimaal te bieden ondersteuning

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. obs KlimOp

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. obs KlimOp RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK obs KlimOp Plaats : Zwaag BRIN nummer : 16WW C1 Onderzoeksnummer : 195419 Datum onderzoek : 21 mei 2013 Datum vaststelling : 2 juli 2013 Pagina 2 van 13 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij. Basisschool De Achtbaan

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij. Basisschool De Achtbaan RAPPORT VAN BEVINDINGEN Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij Basisschool De Achtbaan Plaats : Zwanenburg BRIN-nummer : 16LV Onderzoeksnummer : 123085 Datum schoolbezoek : 23 juni 2011 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

7.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school

7.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school 7. DE OUDERS 7.1 Het belang van betrokkenheid van ouders Zoals al eerder beschreven vinden wij de betrokkenheid van ouders bij onze school van groot belang. Met name naar de pedagogische kant (sociaal-emotioneel,

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij basisschool De Kreeke

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij basisschool De Kreeke RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij basisschool De Kreeke Plaats : Westdorpe BRIN-nummer : 06ZF Onderzoeksnummer : 123619 Datum schoolbezoek : 4 Rapport vastgesteld te Tilburg

Nadere informatie

Jaarplan Basisschool St. Catharina Haastrecht

Jaarplan Basisschool St. Catharina Haastrecht Jaarplan 2016 - Basisschool St. Catharina Haastrecht Voorwoord In dit Jaarplan wordt een concrete uitwerking van beleidsvoornemens beschreven. De beleidsvoornemens hebben veelal een directe link met de

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Schoolondersteuningsprofiel Basisschool De Bron Spiesheem 54 3907 NJ Veenendaal tel. 0318-508510 e-mail. De bron@shsveenendaal.nl PASSEND ONDERWIJS - Elke school zorgplicht?! Met het ingaan van de Wet

Nadere informatie