Noot bij HR 31 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:563 (Vossenberg/Curatoren Aldel)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Noot bij HR 31 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:563 (Vossenberg/Curatoren Aldel)"

Transcriptie

1 Mr. dr. drs. B.T.M. van der Wiel en mr. drs. A. Stortelder 1 Noot bij HR 31 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:563 (Vossenberg/Curatoren Aldel) Afl. 2januari/februari Inleiding In het arrest Koot Beheer/Tideman q.q. 2 heeft de Hoge Raad het fel bekritiseerde toedoencriterium 3 verlaten. Er is al veel geschreven over Koot Beheer/Tideman q.q. en de daarin door de Hoge Raad gegeven (limitatieve) categorisering van boedelschulden en ongetwijfeld zullen nog veelvuldig vragen over de nadere uitwerking hiervan aan de Hoge Raad worden voorgelegd. Het arrest Vossenberg/Curatoren Aldel betreft zo n uitwerkingsvraag. Het oordeel van de Hoge Raad in dit arrest komt erop neer dat de curator in zijn hoedanigheid gehouden is tot de boedel behorende zaken die zich op andermans terrein bevinden op vordering van een exclusief gebruiksgerechtigde van dat terrein te verwijderen, tenzij de curator stelt en bij tegenspraak bewijst dat de exclusief gebruiksgerechtigde daarop uit hoofde van haar verhouding met de eigenaar van het terrein geen aanspraak kan maken. 2. Feiten en procedure in feitelijke instanties Vossenberg Kranenpool B.V. ( Vossenberg ) exploiteert een opslaglocatie voor afvalstoffen. Het betreffende terrein is eigendom van de provincie Limburg. Vossenberg is contractueel bevoegd tot gebruik van dit terrein, om niet. Op het terrein lagen onder meer reststoffen opgeslagen afkomstig van Aluminium Delfzijl B.V. ( Aldel ). Voor de opslag van deze reststoffen is Aldel op 12 mei 2011 met (voor zover hier van belang) Vossenberg een overeenkomst aangegaan. Op 30 december 2013 is Aldel failliet verklaard. Curatoren hebben Vossenberg kenbaar gemaakt dat zij de overeenkomst niet gestand doen. Vossenberg heeft de overeenkomst hierop gedeeltelijk ontbonden en curatoren gesommeerd om de reststoffen, die een negatieve waarde vertegenwoordigen, van het terrein te verwijderen. Curatoren hebben hieraan geen gehoor gegeven. Vossenberg vordert in kort geding curatoren te veroordelen de reststoffen van het terrein te verwijderen, op straffe van een dwangsom. Zij legt aan haar vordering ten grondslag dat curatoren inbreuk maken op het eigendomsrecht van Vossenberg op het terrein en dat curatoren in hun hoedanigheid onrechtmatig handelen door de reststoffen niet van het terrein te verwijderen. Curatoren verweren zich met name door zich op het standpunt te stellen dat sprake is van een (concurrente) faillissementsvordering die ter 1 Gelieve dit artikel aan te halen als Noot bij HR 31 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:563 (Vossenberg/Curatoren Aldel),. B.T.M. van der Wiel en A. Stordelder zijn advocaat bij Houthoff Buruma. 2 HR 19 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY6108, NJ 2013/291, m.nt. F.M.J. Verstijlen (Koot Beheer/Tideman q.q.). 3 Zie over het toedoen-criterium en een overzicht van de kritiek daarop de conclusie van A-G Wissink voorafgaand aan Koot Beheer/Tideman q.q. verificatie kan worden ingediend. De voorzieningenrechter heeft de vordering van Vossenberg toegewezen. De voorzieningenrechter ging uit van de onjuiste veronderstelling dat Vossenberg eigenaar was van het terrein en overwoog, zeer verkort weergegeven, dat door de aanwezigheid van de reststoffen op het terrein, onrechtmatig inbreuk wordt gemaakt op het eigendomsrecht van Vossenberg. Curatoren zijn in hoger beroep gegaan. Het hof heeft het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd en de vordering van Vossenberg alsnog afgewezen. Het hof heeft, opnieuw verkort weergegeven, overwogen dat tussen partijen niet in geschil was dat Vossenberg geen eigenaar was van het terrein. Vossenberg heeft volgens het hof slechts een concurrente vordering wegens het tekortschieten in de nakoming van de overeenkomst door curatoren en eventuele schade die ontstaat als gevolg van dit tekortschieten. De vordering tot verwijdering althans betaling van de daaraan verbonden kosten kan als concurrente vordering in het faillissement van Aldel worden ingediend. Dat daarnaast sprake is van onrechtmatig handelen door curatoren, indien deze rechtmatig gebruikmaken van de mogelijkheid op grond van art. 37 Fw om een wederkerige overeenkomst niet gestand te doen, maar de gevolgen daarvan niet ongedaan maken, met een boedelschuld als gevolg, ziet het hof niet in. De positie van Vossenberg kan volgens het hof niet gelijk worden gesteld met die van verhuurder, pachter of bruikleengever, omdat het nimmer de bedoeling van de partijen bij de overeenkomst is geweest dat de reststoffen door Aldel bij het einde van de overeengekomen opslag zouden worden teruggenomen, en Vossenberg bovendien geen eigenaar is. 3. De procedure in cassatie en het oordeel van de Hoge Raad In cassatie klaagt Vossenberg in de kern dat op curatoren in hun hoedanigheid wel degelijk de verplichting rustte de reststoffen van het terrein van Vossenberg te verwijderen. Het hof heeft volgens Vossenberg dan ook ten onrechte overwogen dat (slechts) sprake is van een concurrente vordering die in het faillissement van Aldel kan worden ingediend. De Hoge Raad stelt bij de beoordeling van de klachten het in Koot Beheer/Tideman q.q. uiteengezette kader voorop. In Koot Beheer/Tideman q.q. is de Hoge Raad expliciet teruggekomen van het toedoencriterium. Uit de faillissementswet volgt volgens de Hoge Raad dat boedelschulden vorderingen zijn die een onmiddellijke aanspraak geven jegens de faillissementsboedel (i) ingevolge de wet; (ii) omdat zij door de curator in zijn hoedanigheid zijn aangegaan; of (iii) omdat zij een gevolg zijn van een handelen van de curator in strijd met een op hem in zijn hoedanigheid na te leven verbintenis of verplichting. Vorderingen die een boedelschuld opleveren moeten worden onderscheiden van vorderingen 86 Afl. 2 - januari/februari 2018

2 op de schuldenaar, met het oog op de voldoening waarvan de vereffening van de boedel plaatsvindt (oftewel faillissementsvorderingen). Vorderingen die voortvloeien uit een reeds ten tijde van de faillietverklaring bestaande rechtsverhouding met de schuldenaar en die geen boedelschuld opleveren op een van de drie door de Hoge Raad vermelde gronden, behoren tot de faillissementsvorderingen, ook als ze pas tijdens het faillissement ontstaan. Dit blijkt uit art. 37 en 37a Fw en de op art. 37 Fw gegeven toelichting (Van der Feltz I, p. 409). De Hoge Raad werkt de categorie iii-boedelschuld in Koot Beheer/Tideman q.q. nog nader uit door te overwegen dat het verlaten van het onder meer in Van Galen q.q./circle Plastics 4 gehanteerde toedoencriterium niet meebrengt dat de ontruimingsverplichting na beëindiging van de huur geen boedelschuld kan zijn. Onder verwijzing naar Smit/ Van Hees q.q. 5 overwoog de Hoge Raad dat de verhuurder uit hoofde van zijn recht op het gehuurde kan verlangen dat de curator de tot de boedel behorende zaken uit het gehuurde verwijdert. Deze verplichting rust op de curator in zijn hoedanigheid en is derhalve een boedelschuld, aldus de Hoge Raad in Koot Beheer/Tideman q.q. 6 Door een weglating in de herhaling van deze overwegingen in het hier geannoteerde arrest valt op dat de Hoge Raad zichzelf lijkt te corrigeren. Zoals hiervoor aan de orde kwam, overwoog de Hoge Raad destijds dat de verplichting om tot de boedel behorende zaken uit het gehuurde te verwijderen rust op de curator in zijn hoedanigheid en derhalve een boedelschuld is. Dit laatste blijft in de weergave van Koot Beheer/Tideman q.q. in Vossenberg/Curatoren Aldel achterwege. Juist is dat de verwijderingsverplichting rust op de curator in zijn hoedanigheid. Daarmee is die verplichting echter nog geen boedelschuld. Een boedelschuld ontstaat pas op het moment dat de curator in strijd handelt met deze verplichting. 7 Iets eerder in de betreffende overweging herhaalt de Hoge Raad overigens (niet heel consequent) wel de overweging uit Koot Beheer/Tide man q.q. dat het verlaten van het toedoencriterium niet meebrengt dat de ontruimingsverplichting na beëindiging van de huur geen boedelschuld kan zijn. In 5 gaan wij op dit onderscheid tussen de boedelverplichting en de boedelschuld nog uitvoeriger in. De Hoge Raad vervolgt: te verlangen. Een exclusief gebruiksrecht omvat immers doorgaans mede de bevoegdheid zich te verzetten tegen een storing in het genot van de zaak waarop het gebruiksrecht betrekking heeft (zie Parl. Gesch. Boek 5, p. 65; vgl. HR 24 januari 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0480, NJ 1992/280). De curator is dan ook gehouden de desbetreffende zaken te verwijderen, tenzij hij stelt en bij tegenspraak bewijst dat de wederpartij daarop uit hoofde van haar rechtsverhouding met de eigenaar van het gebouw of terrein geen aanspraak kan maken. De hierop gerichte klachten treffen doel. Er kan dus volgens de Hoge Raad wel degelijk sprake zijn van een op de curator in zijn hoedanigheid rustende verplichting jegens de exclusief gebruiksgerechtigde om de op het terrein opgeslagen reststoffen te verwijderen. 4. Inbreuk op het recht van de exclusief gebruiksgerechtigde Het oordeel van de Hoge Raad impliceert dat met de aanwezigheid zonder recht of titel van een zaak op een terrein waarop een ander een exclusief gebruiksrecht heeft, sprake is van een onrechtmatige daad jegens de gebruiksgerechtigde. Dit strookt met de opvatting van de onrechtmatigheidscategorie inbreuk op een recht die de Hoge Raad heeft aanvaard in het arrest XS4All/Ab.Fab: 8 Indien iemand zonder daartoe gerechtigd te zijn gebruik maakt van een goed waarop een ander een exclusief recht heeft, en hij daardoor zoals in de regel het geval zal zijn inbreuk maakt op dat exclusieve recht, handelt hij onrechtmatig tegenover die rechthebbende, behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond. Dat aldus niet alleen jegens de eigenaar onrechtmatig kan worden gehandeld, 9 maar tevens jegens de exclusief gebruiksgerechtigde, strookt eveneens met de door de Hoge Raad aangehaalde burenrechtelijke jurisprudentie. 10 Beslissend is dat de inbreukmaker iets doet dat alleen de eigenaar of de persoonlijk gerechtigde mag. Indien de wederpartij van de failliet, zoals in het onderhavige geval, geen eigenaar is van het gebouw waarin of van het terrein waarop zich na ontbinding van de overeenkomst nog tot de boedel behorende zaken bevinden, maar zij daarvan wel een exclusief gebruiksrecht heeft, ontleent zij aan dat gebruiksrecht in beginsel evenzeer het recht om van de curator verwijdering van die zaken 4 HR 18 juni 2004, ECLI:NL:HR:2004:AN8170, NJ 2004/617, m.nt. P. van Schilfgaarde. 5 HR 9 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU9234, NJ 2007/21 m.nt. P. van Schilfgaarde. 6 Dit laatste lijkt ons niet juist, waarover ook hierna. 7 Zie ook A-G Rank-Berenschot in haar conclusie voorafgaand aan het arrest, nr en de noten onder het arrest van A.A.J. Smelt in Ondernemingsrecht 2017/131 en A.J. Tekstra in JOR 2017/ De door de curator in zijn hoedanigheid na te leven verbintenis of verplichting De Hoge Raad overweegt in het hier geannoteerde arrest niet expliciet dat de verplichting de afvalstoffen van het ter- 8 HR 12 maart 2004, ECLI:NL:HR:2004:AN8483, NJ 2009/549, m.nt. P.B. Hugenholtz, r.o Vgl. HR 7 mei 1982, NJ 1983/478, m.nt. C.J.H. Brunner (Trechsel/Lameris) en HR 4 november 1988, NJ 1989/854, m.nt. C.J.H. Brunner (Scholz-Pelzers/ Heijnen). 10 In het burenrecht werd reeds aanvaard dat ook de gebruiker/niet-eigenaar hieraan bescherming kan ontlenen, waarbij overigens wel moet blijken dat de eigenaar tegen het instellen van de betreffende actie door zijn huurder geen bezwaar heeft, vgl. HR 24 januari 1992, NJ 1992/280 (Van Aken/ Heideman). Afl. 2 - januari/februari

3 rein te verwijderen rust op de curator in zijn hoedanigheid. Dit kan echter worden afgeleid uit het daaraan voorafgaan van de overwegingen uit Koot Beheer/Tideman q.q., waaronder met name de bespreking van de categorie iii-boedelschuld, onder verwijzing naar Van Galen q.q./circle Plastics en Smit/Van Hees q.q. Nu de verplichting rust op de curator in zijn hoedanigheid betreft de schadevergoedingsvordering die ontstaat wegens het niet nakomen van deze verplichting een boedelschuld. Interessant is te bezien waarom deze verplichting rust op de curator in zijn hoedanigheid. Zo kan immers worden beredeneerd wanneer een handelen of nalaten van de curator een boedelschuld in categorie iii op kan leveren. De Hoge Raad beantwoordt deze vraag niet. Ook de Faillissementswet geeft het antwoord niet, maar geeft wel aanknopingspunten. Door de faillietverklaring verliest de schuldenaar op grond van art. 23 Fw van rechtswege de beschikking en het beheer over zijn tot het faillissement behorend vermogen. De curator is op grond van art. 68 lid 1 Fw belast met het beheer en de vereffening van de failliete boedel. Art. 25 Fw bepaalt dat rechtsvorderingen, welke rechten en verplichtingen tot de failliete boedel behorende ten onderwerp hebben, zowel tegen als door de curator worden ingesteld. In de memorie van toelichting bij art. 25 Fw wordt opgemerkt: 11 Alles wat een derde teegenover den schuldenaar kan doen gelden, kan hij bij faillissement ook den realiseerenden schuldeischers tegenwerpen. Elk vermogen bestaat uit een samenstel van rechten en verplichtingen. Als vereffenaars van het vermogen huns schuldenaars treden de schuldeischers dus zowel in de daartoe behoorende rechten als in de daaraan verbonden verplichtingen. Hiermede is tevens de verhouding tusschen den schuldenaar, de schuldeischers en den curator aangewezen. ten na te leven. 12 Ook indien de onderneming niet wordt voortgezet, kunnen op de curator dergelijke verplichtingen rusten. 13 Denkbaar is ook dat de curator bij het voortzetten van de onderneming zorgvuldigheidsnormen overtreedt en aldus onrechtmatig handelt jegens derden. De kosten en schulden die met het voortzetten van de onderneming gepaard gaan betreffen overigens eveneens boedelschulden, namelijk categorie ii-boedelschulden, evenals de omzetbelasting die daarmee verschuldigd wordt. 14 Omvat de failliete boedel gebrekkige zaken of gevaarlijke stoffen, dan kan de curator aansprakelijk zijn jegens derden die als gevolg daarvan schade lijden. Rusten op tot de boedel behorende zaken pand- of hypotheekrechten, dan is de curator gehouden deze zekerheidsrechten te respecteren, 15 maar tevens de belangen te behartigen van bevoorrechte schuldeisers die in rang boven pand- en hypotheekhouders en andere beperkt gerechtigden gaan. 16 Kortom, verplichtingen die de curator in zijn hoedanigheid dient na te leven, kunnen voortvloeien uit rechten van anderen, de wet en uit hetgeen naar ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer jegens anderen betaamt, maar hangen alle samen met het beheren en vereffenen van vermogensbestanddelen die deel uitmaken van de failliete boedel. De afvalstoffen van Aldel maken deel uit van de failliete boedel. Dat zij een negatieve waarde hebben doet daaraan niet af. De verplichting de afvalstoffen van het terrein te verwijderen rust daarmee op de curator in zijn hoedanigheid. Schakelt de curator derden in om de afvalstoffen te verwijderen, dan leveren de kosten daarvan een categorie ii-boedelschuld op. De curator kan tot naleving van de verplichtingen die hij in zijn hoedanigheid dient na te leven worden bevolen op de voet van art. (25 of 28 Fw jo.) 3:296 lid 1 BW. Deze verplichtingen bestaan niet slechts voor zover de boedel daartoe toereikende middelen verschaft en zullen door de curator dus ook niet, zoals boedelschulden in geval van een boedeltekort, naar evenredigheid kunnen worden nagekomen. Het gaat er dus niet alleen om vast te stellen welke vermogensbestanddelen deel uit maken van de failliete boedel, maar ook welke verplichtingen daaraan verbonden zijn. Gelet op art. 20 Fw omvat het faillissement het gehele vermogen van de schuldenaar ten tijde van de faillietverklaring, alsmede hetgeen hij gedurende het faillissement verwerft. De curator dient zich er bij het beheren en vereffenen van dit vermogen voor in te spannen dat de daaraan verbonden verplichtingen na faillietverklaring (in beginsel) onverkort worden nagekomen. Omvat de failliete boedel een onderneming, dan gaat het (tijdelijk) voortzetten door de curator van die onderneming gepaard met dezelfde (wettelijke) verplichtingen die voorheen (tot aan zijn faillietverklaring) op de failliet rustten. Voorbeelden zijn de verplichting om over de benodigde vergunning te beschikken en (bijbehorende) milieu-voorschrif- 11 Van der Feltz I, p Vgl. ABRvS 23 juli 2014, ECLI:NL:RVS:2014:2728, JOR 2015/19, m.nt. A.J. Tekstra (Bavin B.V./Waterschap Hunze en Aa s); ABRvS 13 februari 2013, ECLI:NL:RVS:2013:BZ1261, JOR 2013/157, m.nt. J.J. van Hees (Dutch Infra Tech); ABRvS 9 mei 2007, ECLI:NL:RVS:2007:BA4703, AB 2008/132, m.nt. O.J.D.M.L. Jansen en ABRvS 11 juli 1997, ECLI:NL:RVS:1997:ZF2839, JOR 1997/105, m.nt. S.C.J.J. Kortmann (Alvat/Dordrecht). 13 ABRvS 11 juli 1997, ECLI:NL:RVS:1997:ZF2839, JOR 1997/105, m.nt. S.C.J.J. Kortmann (Alvat/Dordrecht); gelet op ABRvS 23 juli 2014, ECLI:NL:RVS:2014:2728, M en R 2014/156, m.nt. E.H.P. Brans & J.H. van der Weide geldt dit niet alleen voor voorwaarden verbonden aan een zaaks- of inrichtingsverbonden vergunning, maar ook voor een persoonsgebonden vergunning van de failliet. 14 Zo oordeelde de Hoge Raad zeer recent naar aanleiding van prejudiciële vragen in HR 15 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3149, r.o ; daarmee tegemoetkomend aan kritiek in de literatuur dat de fiscale schulden ten onrechte niet in één van de drie categorieën leken te passen, zie o.m. Toni van Hees, Omzwervingen van de Hoge Raad omtrent boedelvorderingen, TvI 2014/28 en A.J. Tekstra, Drie soorten boedelschulden in faillissement, FIP 2013/4. 15 Art. 57 lid 1 Fw; zie ook HR 5 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:199, NJ 2016/187, m.nt. F.M.J. Verstijlen (Rabobank/Verdonk q.q.); HR 30 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ0861, NJ 2010/96, m.nt. F.M.J. Verstijlen (Hamm q.q./abn Amro) waarin de Hoge Raad oordeelde dat de pandhouder na onrechtmatige inning van verpande vorderingen door de curator een boedelvordering verkrijgt met de aan zijn pandrecht verbonden voorrang en een concurrente boedelvordering voor zover hij bovendien als gevolg van het onrechtmatig handelen van de curator schade heeft geleden. 16 Art. 57 lid 3 Fw. 88 Afl. 2 - januari/februari 2018

4 Wel kan een curator in het kader van zijn verweer aanvoeren dat de boedel onvoldoende middelen bevat om aan een verplichting te voldoen. 17 De vorderingen die ontstaan wegens handelen van de curator in strijd met deze verplichtingen, zoals een schadevergoedingsvordering maar (waarschijnlijk) ook bijvoorbeeld een verbeurde dwangsom of een boete, betreffen boedelschulden, welke in geval van een boedeltekort wel slechts naar evenredigheid hoeven te worden nagekomen. Daarin is het onderscheid tussen de boedelverplichting en de boedelschuld gelegen. Dikwijls betreffen categorie iii-boedelschulden curatorenaansprakelijkheid. Het Hof Den Haag oordeelde in een arrest van 23 december 2014 dat het bij aansprakelijkheid van de curator in zijn hoedanigheid erom gaat of de curator bij de uitoefening van zijn taak (lees: bij het beheren en vereffenen van de failliete boedel) wettelijke normen heeft overtreden, waaronder de zorgvuldigheidsnorm van art. 6:162 BW. Onder verwijzing naar Koot Beheer/Tideman q.q. werd geoordeeld dat de boedel in dat geval gehouden is de daardoor veroorzaakte schade te vergoeden en dat deze aansprakelijkheid een boedelschuld betreft. Tegen dit oordeel gerichte cassatieklachten werden door de Hoge Raad onder verwijzing naar art. 81 RO verworpen. 18 Categorie iii-boedelschulden betreffen tevens vorderingen die een onmiddellijke aanspraak geven op de faillissementsboedel omdat zij het gevolg zijn van een handelen van de curator in strijd met een op hem in zijn hoedanigheid na te leven verbintenis. Deze sub-categorie roept misschien nog wel de meeste vragen op. De Hoge Raad noemt in Koot Beheer/Tideman q.q. als voorbeeld het door de curator onbevoegd opzeggen van een overeenkomst. De verplichting tot vergoeding van de daaruit voortvloeiende schade betreft een boedelschuld, omdat de curator in dat geval in strijd handelt met een door hem na te leven verbintenis, aldus de Hoge Raad. 19 Het uitgangspunt dat het faillissement geen invloed heeft op wederkerige overeenkomsten, brengt inderdaad mee dat de curator deze niet kan opzeggen indien hij daartoe niet op grond van de wet of de overeenkomst bevoegd is. Dat op de curator in zijn hoedanigheid een verbintenis zou rusten een overeenkomst niet op te zeggen, zien wij echter niet in. Wordt een overeenkomst opgezegd, zonder dat daartoe de bevoegdheid bestond, dan heeft die opzegging geen rechtsgevolg en blijft de overeenkomst (dus) in stand. Ontstaat er dan niet hooguit een schadevergoedingsvordering wegens tekortkoming in de nakoming door de curator, die in het faillissement ter verificatie kan worden ingediend (vgl. art. 37a Fw)? In ieder geval mag worden verwacht dat de curator de boedel niet onnodig met boedelschulden opzadelt door de overeenkomst onbevoegd op te zeggen, waar hij ook gewoon kan besluiten de overeenkomst niet na te komen, hetgeen hooguit faillissementsvorderingen oplevert. Dat hier sprake is van een door de curator in zijn 17 Conclusie van A-G Rank-Berenschot voorafgaand aan het arrest, nr en vgl. ook HR 31 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:3080, NJ 2014/484 (CZ Zorgkantoor/Scholtes q.q.). 18 HR 18 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2629, RvdW 2016/ HR 19 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY6108, NJ 2013/291, m.nt. F.M.J. Verstijlen (Koot Beheer/Tideman q.q.), r.o hoedanigheid na te leven verbintenis, anders dan misschien de uit de overeenkomst voortvloeiende verbintenissen zelf, zien wij niet in. Evenmin zien wij een rechtvaardiging voor een onderscheid tussen de uit wanprestatie of onbevoegde opzegging voortvloeiende schadevergoedingsvorderingen. Voor het overige zal de categorie van door de curator in zijn hoedanigheid na te leven verbintenissen nog nader vorm moeten krijgen Een gerechtvaardigd onderscheid? Meer in het algemeen kan de vraag worden gesteld of de door de Hoge Raad in Koot Beheer/Tideman q.q. gegeven categorisering voor boedelschulden een gerechtvaardigd onderscheid oplevert met de faillissementsvorderingen en de niet-verifieerbare vorderingen. Wat betreft de in het hier geannoteerde arrest aan de orde zijnde verplichting om bij beëindiging van de overeenkomst voor verwijdering van de afvalstoffen (of vergoeding daarvan) zorg te dragen, geldt dat deze ook deel uit had kunnen maken (en misschien op grond van de aanvullende werking van redelijkheid en billijkheid ook wel daadwerkelijk maakt) van de overeenkomst zelf. Voor de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichting zou de wederpartij echter als concurrent schuldeiser in het faillissement hebben op te komen op de voet van art. 37a Fw, terwijl dezelfde vordering wegens inbreuk op een recht een boedelschuld oplevert. Dat lijkt een moeilijk te rechtvaardigen onderscheid: waarom zou een contractuele verwijderingsplicht de gerechtigde een slechtere positie (leidend tot een concurrente vordering) moeten opleveren dan een wettelijke verwijderingsplicht (leidend tot een boedelvordering)? 7. Onderscheid met aansprakelijkheid pro se Onrechtmatig handelen door de curator in zijn hoedanigheid moet worden onderscheiden van onrechtmatig handelen van de curator pro se. Het eerste levert, zoals hiervoor al meermaals aan de orde kwam, aansprakelijkheid van de boedel op. Het tweede leidt tot aansprakelijkheid van de curator in persoon. Voor persoonlijke aansprakelijkheid van de curator geldt een afzonderlijke, verzwaarde norm. Van persoonlijke aansprakelijkheid is slechts sprake indien de curator niet heeft gehandeld zoals in redelijkheid mag worden verlangd van een over voldoende inzicht en ervaring beschikkende curator die zijn taak met nauwgezetheid en inzet verricht. Dit betreft een op de curator in persoon rustende zorgvuldigheidsnorm, die ook wel de Maclou-norm wordt genoemd. 21 Hoewel sprake is van een verzwaarde norm, komt persoonlijke aansprakelijkheid van de curator in beeld wanneer de curator in strijd handelt met in zijn hoedanigheid na te leven specifieke en concrete normen, die hem geen vrijheid 20 In deze zin ook F.M.J. Verstijlen in zijn noot onder Koot Beheer/Tideman q.q., NJ 2013/291, met name nr. 13 en HR 19 april 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2047, NJ 1996/727, m.nt. W.M. Kleijn (Maclou). Afl. 2 - januari/februari

5 laten. 22 Dat de door de curator in zijn hoedanigheid na te leven verplichting geen vrijheid laat, zal niet zelden het geval zijn. Het niet naleven van deze verplichting zal dan, behoudens voor zover daarvoor een rechtvaardiging bestaat, niet alleen aansprakelijkheid van de boedel, maar ook aansprakelijkheid pro se kunnen opleveren. De gecompliceerde verhouding tussen beide figuren gaat het bestek van deze noot te buiten. 22 HR 5 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:199, NJ 2016/187, m.nt. F.M.J. Verstijlen (Rabobank/Verdonk q.q.); HR 16 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BU4204, NJ 2012/515, m.nt. F.M.J. Verstijlen (Prakke/Gips). Zie over persoonlijke aansprakelijkheid van de curator ook recent E.A.L. van Emden, Persoonlijke aansprakelijkheid van de curator in verband met verpande vorderingen, MvV 2017, p Afl. 2 - januari/februari 2018

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1196, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2015:5290, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1196, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2015:5290, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen ECLI:NL:HR:2017:563 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 31-03-2017 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer 15/04247 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1196,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:BY6108

ECLI:NL:HR:2013:BY6108 ECLI:NL:HR:2013:BY6108 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 19-04-2013 Datum publicatie 19-04-2013 Zaaknummer 12/00081 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2012:BY6108,

Nadere informatie

HUURDER FAILLIET; VOOR WIE ZIJN DE KOSTEN?

HUURDER FAILLIET; VOOR WIE ZIJN DE KOSTEN? HUURDER FAILLIET; VOOR WIE ZIJN DE KOSTEN? HOGE RAAD 19 APRIL 2013 LJN: BY6108 PROGRAMMA: Verplichtingen van de huurder (artikel 7:218 en 7:224 BW) Faillissement en beëindiging van de huurovereenkomst

Nadere informatie

Wederkerige overeenkomsten in faillissement: over insolventieclausules

Wederkerige overeenkomsten in faillissement: over insolventieclausules Wederkerige overeenkomsten in faillissement: over insolventieclausules en boedelschulden Mr. M.P. van EEdEn-van HarskaMP de Hoge raad heeft op 12 en 19 april 2013 twee belangrijke arresten gewezen op het

Nadere informatie

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten Onder Professoren Aansprakelijkheid van bestuurders 14 april 2015 VAAN Utrecht prof. mr. Claartje Bulten Aansprakelijkheid van bestuurders Onderwerpen Interne aansprakelijkheid Externe aansprakelijkheid

Nadere informatie

HR 19 april 2013, Koot/Tideman q.q., nr 12/81, ECLI:NL:HR:2013:BY6108

HR 19 april 2013, Koot/Tideman q.q., nr 12/81, ECLI:NL:HR:2013:BY6108 HR 19 april 2013, Koot/Tideman q.q., nr 12/81, ECLI:NL:HR:2013:BY6108 In dit arrest verlaat de Hoge Raad het toedoen-criterium voor het ontstaan van boedelschulden in faillissement. 1. Feiten Koot Beheer

Nadere informatie

Huurrecht en faillissement

Huurrecht en faillissement Presentatie Vogon 1 april 2015 Jurjan Adriaansens Advocaat vastgoed sinds 2002-2007 303-taxateur + bedrijfsjurist bij DTZ 2007-2008 Sinds 2008 terug als vastgoedadvocaat Oprichter/partner M2 Advocaten

Nadere informatie

ONTBINDINGSCLAUSULE HUUROVEREENKOMST GELDIG IN SURSÉANCE EN FAILLISSEMENT HR 13 mei 2005, RvdW 2005/72 (Curatoren BabyXL/Amstel Lease)

ONTBINDINGSCLAUSULE HUUROVEREENKOMST GELDIG IN SURSÉANCE EN FAILLISSEMENT HR 13 mei 2005, RvdW 2005/72 (Curatoren BabyXL/Amstel Lease) ONTBINDINGSCLAUSULE HUUROVEREENKOMST GELDIG IN SURSÉANCE EN FAILLISSEMENT HR 13 mei 2005, RvdW 2005/72 (Curatoren BabyXL/Amstel Lease) Inleiding In het hierna te bespreken arrest heeft de Hoge Raad beslist

Nadere informatie

Mr. W.J. Bosma en mr. J.L. Snijders Overheid en Aansprakelijkheid 2016/77 7 december 2016 Bestuursrechtelijke handhaving en faillissement

Mr. W.J. Bosma en mr. J.L. Snijders Overheid en Aansprakelijkheid 2016/77 7 december 2016 Bestuursrechtelijke handhaving en faillissement Auteur: Verschenen in: Datum: Titel: Mr. W.J. Bosma en mr. J.L. Snijders Overheid en Aansprakelijkheid 2016/77 7 december 2016 Bestuursrechtelijke handhaving en faillissement 1. Inleiding In faillissementsboedels

Nadere informatie

http://legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=8305225& sr...

http://legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=8305225& sr... pagina 1 van 5 JOR 2013/87 Gerechtshof Arnhem, 18-12-2012, 200.099.939, LJN BY7149 Processuele gevolgen faillietverklaring voor aanhangige rechtsvorderingen, Schorsing van geding in conventie ex art. 29

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Huurvorderingen in faillissement anno 2013

Huurvorderingen in faillissement anno 2013 Huurvorderingen in faillissement anno 2013 mr. D.M. van Geel en mw. mr. J.M. de Bruin * 1. Inleiding Bij het faillissement van de huurder van een bedrijfsruimte ziet de verhuurder zijn rechtspositie ten

Nadere informatie

Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie

Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie pagina 1 van 12 WPNR 2014(7004) Het toedoen ten onder (I) Publicatie Aflevering 145 afl. 7004 Paginanummers 106-115 Publicatiedatum 01 februari 2014 Auteurs Het toedoen ten onder (I) Weekblad voor Privaatrecht,

Nadere informatie

Ondernemingsrecht. Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en de curatoren.

Ondernemingsrecht. Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en de curatoren. Jurisprudentie in Nederland juni 2017, afl. 5 «JIN» Ondernemingsrecht 96 Ondernemingsrecht 96 Hoge Raad 31 maart 2017, nr. 15/04247 ECLI:NL:HR:2017:563 ECLI:NL:PHR:2016:1196 (mr. Bakels, mr. Heisterkamp,

Nadere informatie

Bestuursrechtelijke handhaving in faillissement

Bestuursrechtelijke handhaving in faillissement Bestuursrechtelijke handhaving in faillissement M r. d r s. M. M o e l i k e r * 1 Inleiding Bij handhaving door een bestuursorgaan ten opzichte van een curator van een failliete onderneming vloeien het

Nadere informatie

Faillissement en milieu. Waartoe is de curator gehouden na faillissement van de onderneming?

Faillissement en milieu. Waartoe is de curator gehouden na faillissement van de onderneming? Mr. E.H.P. Brans en mr. J.H. van der Weide 1 Faillissement en milieu. Waartoe is de curator gehouden na faillissement van de onderneming? 1. Inleiding Het komt bij milieu-incidenten van enige omvang regelmatig

Nadere informatie

Bedrijfsjuridische berichten, Oplevering van het gehuurde na faillissement van de

Bedrijfsjuridische berichten, Oplevering van het gehuurde na faillissement van de Bedrijfsjuridische berichten, Oplevering van het gehuurde na faillissement van de huurder Bb 2004, 46. Bijgewerkt tot 2004-08-19. Auteur: Mr. J.K. Six-Hummel 1 Jurisprudentieingang: HR 18 juni 2004, RvdW

Nadere informatie

De verificatie van na faillissement ontstane vorderingen

De verificatie van na faillissement ontstane vorderingen De verificatie van na faillissement ontstane vorderingen Een aanbeveling aan het adres van de Hoge Raad tot inperking van het na Koot Beheer/Tideman q.q. herziene faillissementsschuldcriterium Masterscriptie

Nadere informatie

Turbo-liquidatie en de bestuurder

Turbo-liquidatie en de bestuurder Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

Boedelschulden, bij de curator in te dienen vorderingen en nietverifieerbare

Boedelschulden, bij de curator in te dienen vorderingen en nietverifieerbare 720 Ars Aequi september 2018 annotatie Annotatie arsaequi.nl/maandblad AA20180720 Boedelschulden, bij de curator in te dienen vorderingen en nietverifieerbare vorderingen Prof.mr. R.M. Wibier HR 23 maart

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok

Nadere informatie

Tijdschrift voor Insolventierecht, Bankgaranties voor leegstandschade: bankier Iet op uw zaak!

Tijdschrift voor Insolventierecht, Bankgaranties voor leegstandschade: bankier Iet op uw zaak! Page 1 of 5 Tijdschrift voor Insolventierecht, Bankgaranties voor leegstandschade: bankier Iet op uw zaak! Vindplaats: Tvl 2014/17 Bijgewerkt tot: 08-05-2014 Auteur: Remco Rosbeeku Bankgaranties voor leegstandschade:

Nadere informatie

JOR 2017/245, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, , , (annotatie)

JOR 2017/245, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, , , (annotatie) JOR 2017/245, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-03-2017, 200.166.772, (annotatie) Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zp Arnhem Datum uitspraak 14-03-2017 JOR 2017/245 (Sdu Jurisprudentie Onderneming

Nadere informatie

Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie. Mw. mr. M.E.C. Lok, Advocaat te Amsterdam. (www.bakermckenzie.com/marjonlok)

Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie. Mw. mr. M.E.C. Lok, Advocaat te Amsterdam. (www.bakermckenzie.com/marjonlok) pagina 1 van 14 WPNR 2014(7005) Het toedoen ten onder (II, slot) Publicatie Aflevering 145 afl. 7005 Paginanummers 133-143 Publicatiedatum 08 februari 2014 Auteurs Het toedoen ten onder (II, slot) Weekblad

Nadere informatie

Inleiding. 2 Zie Curatoren Imtech N.V. 18 augustus Curatoren Imtech N.V. 21 augustus 2015.

Inleiding. 2 Zie Curatoren Imtech N.V. 18 augustus Curatoren Imtech N.V. 21 augustus 2015. Inleiding De afgelopen tijd zijn in Nederland veel faillissementen uitgesproken waarbij de nodige werknemers waren betrokken. Een voorbeeld hiervan is het moederbedrijf Royal Imtech N.V. dat op 13 augustus

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 12-06-2009 Zaaknummer 156351 - KG ZA 09-197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel

Nadere informatie

HR 15 november 2013, Nieuwburen/Romania, nr 12/1669, ECLI:NL:HR:2013:1244

HR 15 november 2013, Nieuwburen/Romania, nr 12/1669, ECLI:NL:HR:2013:1244 HR 15 november 2013, Nieuwburen/Romania, nr 12/1669, ECLI:NL:HR:2013:1244 De curator beëindigt de huurovereenkomst op grond van art. 39 Fw. De huurovereenkomst houdt in dat de huurder bij beëindiging van

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen Artikel 24 Lid 1 Lid 2 Pandrecht Pandrecht Verkoop van verpande goederen Artikel 24 lid 1 Pandrecht Algemeen Het verschil tussen pand en retentie Het pandrecht in de AVC 2002 is nieuw ten opzichte van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:3915

ECLI:NL:RBDHA:2017:3915 ECLI:NL:RBDHA:2017:3915 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 01-02-2017 Datum publicatie 08-05-2017 Zaaknummer 5339395 CV EXPL 16-4891 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

De reikwijdte van art. 39 Fw

De reikwijdte van art. 39 Fw De reikwijdte van art. 39 Fw Een analyse van HR 9 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:42, NJ 2015/43 (Doka/Kalmijn q.q.) M r. H. V. S c h u l t e e n m r. D. J. M. K u l k * 1 Inleiding De curator van een gefailleerde

Nadere informatie

Bodem(voor)recht fiscus. De inhoud van artikel 22bis IW 1990

Bodem(voor)recht fiscus. De inhoud van artikel 22bis IW 1990 Bodem(voor)recht fiscus De inhoud van artikel 22bis IW 1990 Bodemvoorrecht art. 21 lid 1 IW 1990: s Rijks schatkist heeft een voorrecht op alle goederen van de belastingschuldige art. 3:279 BW: pand en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:8199

ECLI:NL:RBLIM:2017:8199 ECLI:NL:RBLIM:2017:8199 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 16082017 Datum publicatie 23082017 Zaaknummer C/03/239274 / KG ZA 17423 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

Medewerking aan mededeling van stille verpanding: eindelijk duidelijkheid?

Medewerking aan mededeling van stille verpanding: eindelijk duidelijkheid? Medewerking aan mededeling van stille verpanding: eindelijk duidelijkheid? M r. H. C. P i e t * Inleiding Op 30 oktober 2009 heeft de Hoge Raad een arrest 1 gewezen waarin interessante vragen aan de orde

Nadere informatie

DE VERNIEUWDE CRITERIA VOOR BOEDELSCHULDEN

DE VERNIEUWDE CRITERIA VOOR BOEDELSCHULDEN 2014 Tilburg University M.N.G. Brok LL.B. Masterscriptie Rechtsgeleerdheid DE VERNIEUWDE CRITERIA VOOR BOEDELSCHULDEN Is de Hoge Raad met het Koot Beheer/Tideman q.q-arrest tegemoetgekomen aan de kritiek

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden. Artikel 1: Definities

Algemene Voorwaarden. Artikel 1: Definities Algemene Voorwaarden Artikel 1: Definities 1. De NFG : De Stichting Nederlandse Federatie Gezondheidszorg (kort: NFG), gevestigd te Assen, bij de kamer van Koophandel ingeschreven onder nummer 54322553.

Nadere informatie

Algemene voorwaarden The Golf Teachers

Algemene voorwaarden The Golf Teachers Algemene voorwaarden The Golf Teachers 1. Definities. In deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder: a. Diensten: De door The Golf Teachers in het kader van deze algemene voorwaarden aangeboden en

Nadere informatie

Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer

Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer 11 februari 2016 Mr. L.A. (Leonie) Dutmer Overzicht retentierecht van de aannemer Elementen retentierecht Feitelijke macht en kenbaarheid Retentierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/74062

Nadere informatie

Jutd 2015/0020 Overzicht van actuele ontwikkelingen op goederen- en faillissementsrechtelijk terrein

Jutd 2015/0020 Overzicht van actuele ontwikkelingen op goederen- en faillissementsrechtelijk terrein Jutd 2015/0020 Overzicht van actuele ontwikkelingen op goederen- en faillissementsrechtelijk terrein Jutd 2015/0020 Overzicht van actuele ontwikkelingen op goederen- en faillissementsrechtelijk terrein

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392 ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,

Nadere informatie

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden DBO energie BV DEFINITIES. Artikel 1.

Algemene Voorwaarden DBO energie BV DEFINITIES. Artikel 1. DEFINITIES Artikel 1. 1. In onderhavige voorwaarden wordt met opdrachtnemer aangeduid DBO Energie BV. Met opdrachtgever wordt de partij aangeduid die een goed of een dienst bij opdrachtnemer afneemt of

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden van de vereniging Nederlands Instituut van Psychologen (het NIP) Geldend vanaf 1 januari 2014

Algemene Voorwaarden van de vereniging Nederlands Instituut van Psychologen (het NIP) Geldend vanaf 1 januari 2014 Algemene Voorwaarden van de vereniging Nederlands Instituut van Psychologen (het NIP) Geldend vanaf 1 januari 2014 Definities Het NIP: de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Nederlands Instituut

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 198015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

De persoonlijke aansprakelijkheid van de curator: oppassen geblazen, steeds meer regels! Een overzicht van de stand van zaken

De persoonlijke aansprakelijkheid van de curator: oppassen geblazen, steeds meer regels! Een overzicht van de stand van zaken Mr. drs. R. Mulder 1 Afl. 1januari/ februari 2019 De persoonlijke aansprakelijkheid van de curator: oppassen geblazen, steeds meer regels! Een overzicht van de stand van zaken In dit artikel wordt de persoonlijke

Nadere informatie

Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht. 2 september :00 uur - 17:00 uur Online

Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht. 2 september :00 uur - 17:00 uur Online Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht 2 september 2015 16:00 uur - 17:00 uur Online Wat gaan we doen: rechtspraak over.. 1. De 3 B s (bestuursorgaan-, belanghebbende- en besluitbegrip) 2. Schadevergoeding

Nadere informatie

1 Huurrecht is burgerlijk recht

1 Huurrecht is burgerlijk recht 1 Huurrecht is burgerlijk recht 1.1 Personen Om het huurrecht goed te kunnen positioneren, is het van belang vast te stellen dat huurrecht onderdeel uitmaakt van het burgerlijk recht. Grof gezegd bestaat

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN BUSKOOP SCHILDERS B.V.

ALGEMENE VOORWAARDEN BUSKOOP SCHILDERS B.V. ALGEMENE VOORWAARDEN BUSKOOP SCHILDERS B.V. Artikel 1: Algemeen 1.1 Deze voorwaarden zijn van toepassing op en vormen één geheel met alle door Buskoop te sluiten overeenkomsten. 1.2 In deze algemene voorwaarden

Nadere informatie

2013: Het overwaardearrangement na ASR/Achmea en FCF/Schreurs en Brouns q.q. Houdbaarheidsdatum overschreden?

2013: Het overwaardearrangement na ASR/Achmea en FCF/Schreurs en Brouns q.q. Houdbaarheidsdatum overschreden? 2013: Het overwaardearrangement na ASR/Achmea en FCF/Schreurs en Brouns q.q. Houdbaarheidsdatum overschreden? 2015: De Hoge Raad heeft gesproken: DLL/Van Logtestijn 16 oktober 2015 en Ingwersen/ING 16

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Dockbite B.V.

Algemene Voorwaarden Dockbite B.V. Algemene Voorwaarden Dockbite B.V. Artikel 1 Definities 1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven. -

Nadere informatie

Noot bij ktr. Utrecht 16 september 2008, BF0857

Noot bij ktr. Utrecht 16 september 2008, BF0857 Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Noot bij ktr. Utrecht 16 september 2008, BF0857 Z.H. Duijnstee-van Imhoff Published in WR 2009/109, p. 388-390. 1 Noot bij ktr. Utrecht 16 september

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan ECLI:NL:HR:2017:571 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 31-03-2017 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer 16/03870 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21,

Nadere informatie

172. Praktische afwikkeling van eigendomsvoorbehouden en aansprakelijkheid van de curator

172. Praktische afwikkeling van eigendomsvoorbehouden en aansprakelijkheid van de curator 172. Praktische afwikkeling van eigendomsvoorbehouden en aansprakelijkheid van de curator MR. G.G. BOEVE EN MR. C. DE RUIJTER De nieuwbakken curator wordt geconfronteerd met de afwikkeling van eigendomsvoorbehouden.

Nadere informatie

H U U R O V E R E E N K O M S T S P O R T C O M P L E X D E S W A N E B U R G

H U U R O V E R E E N K O M S T S P O R T C O M P L E X D E S W A N E B U R G H U U R O V E R E E N K O M S T S P O R T C O M P L E X D E S W A N E B U R G Versie 25 januari 2011 PARTIJEN: 1. De publiekrechtelijke rechtspersoon DE GEMEENTE COEVORDEN, gevestigd te (7741 GE) Coevorden

Nadere informatie

Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O. NS Stations Legal

Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O. NS Stations Legal Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O NS Stations Legal GEHEIMHOUDINGSVERKLARING/DISCLAIMER Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O Inzake object voormalig

Nadere informatie

RI 2016/32 RI 2016/32

RI 2016/32 RI 2016/32 RECHTSPRAAK INSOLVENTIERECHT HOGE RAAd (CIvIElE kamer) 5 februari 2016, nr. 14/06068 (Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek; A-G mr. E.B. Rank-Berenschot)

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

De toepasselijkheid van de schadestaatprocedure HR 23 december 2005, NJ 2006, 32 (De Zwolsche Algemeene Schadeverzekering N.V.

De toepasselijkheid van de schadestaatprocedure HR 23 december 2005, NJ 2006, 32 (De Zwolsche Algemeene Schadeverzekering N.V. De toepasselijkheid van de schadestaatprocedure HR 23 december 2005, NJ 2006, 32 (De Zwolsche Algemeene Schadeverzekering N.V./Rijssemus) Inleiding Art. 612 Rv bepaalt dat de rechter die een veroordeling

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37027

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-721 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Klacht ontvangen op : 5 januari 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Faillissement, vriend of vijand van de verhuurder? mr. R. Arnoldus

Faillissement, vriend of vijand van de verhuurder? mr. R. Arnoldus Faillissement, vriend of vijand van de verhuurder? mr. R. Arnoldus Programma 1. Faillissement als incassomiddel 2. Gevolgen overeenkomst 3. Gevolgen verhuur 4. Wat te doen 5. Positie verhuurder 6. Soorten

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN ENERGIEMONITORINGSABONNEMENT VAN DELTA INFRA B.V.

ALGEMENE VOORWAARDEN ENERGIEMONITORINGSABONNEMENT VAN DELTA INFRA B.V. ALGEMENE VOORWAARDEN ENERGIEMONITORINGSABONNEMENT VAN DELTA INFRA B.V. Artikel 1 Begripsomschrijving Aansluiting: Algemene Voorwaarden: DELTA: Commodities of Commodity: Klant: Eindgebruiker: Gebruiksgegevens:

Nadere informatie

Hamm q.q./abn AMRO: Inning van stil verpande vorderingen tijdens faillissement

Hamm q.q./abn AMRO: Inning van stil verpande vorderingen tijdens faillissement Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Hamm q.q./abn AMRO: Inning van stil verpande vorderingen tijdens faillissement M.L. Tuil Published in Maandblad voor Vermogensrecht 2010, p. 21-25

Nadere informatie

Algemene voorwaarden CUTECH B.V.

Algemene voorwaarden CUTECH B.V. Algemene voorwaarden CUTECH B.V. Algemene voorwaarden CUTECH BV 1-7 8-4-2005 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 Algemene bepalingen...3 Artikel 1. Toepasselijkheid...3 Artikel 2. Offerten...3 Artikel 3. Wijzigen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306 ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15-06-2006 Datum publicatie 26-06-2006 Zaaknummer 709062 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

Page 1 of 23 Knowledge Portal JOR 2013/224 Aflevering JOR 2013, afl. 7-8 Publicatiedatum 04-07-2013 Rolnummer 12/00081 Instantie Hoge Raad 's-gravenhage 19 april 2013 (mr. Bakels, mr. Van Buchem-Spapens,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Datum uitspraak , Publicatie JAR 2017/312 (Sdu Jurisprudentie Arbeidsrecht), aflevering 17, 2017

Datum uitspraak , Publicatie JAR 2017/312 (Sdu Jurisprudentie Arbeidsrecht), aflevering 17, 2017 pagina 1 van 19 JAR 2017/312, Hoge Raad, 17-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:2907, ECLI:NL:PHR:2017:1094, 17/01157 (annotatie) Gegevens Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 17-11-2017, 06-10-2017 Publicatie JAR

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-548 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Algemene leverings- en betalingsvoorwaarden van de Vereniging Groothandel Automaterialen Vrooam, statutair gevestigd te Schiedam.

Algemene leverings- en betalingsvoorwaarden van de Vereniging Groothandel Automaterialen Vrooam, statutair gevestigd te Schiedam. 1 Algemene leverings- en betalingsvoorwaarden van de Vereniging Groothandel Automaterialen Vrooam, statutair gevestigd te Schiedam. Artikel 1: Algemeen Deze voorwaarden zijn van toepassing op alle rechtsverhoudingen,

Nadere informatie

Verkoper kan zolang RGM Goederenmakelaar het object in de verkoop heeft niet kosteloos zijn eigendom opeisen.

Verkoper kan zolang RGM Goederenmakelaar het object in de verkoop heeft niet kosteloos zijn eigendom opeisen. BEMIDDELINGSVOORWAARDEN Bereik: deze voorwaarden gelden voor elke betrekking, uit welken hoofde dan ook, die ziet op bemiddeling tussen RGM Goederenmakelaar (hierna mede te noemen: RGM ) en een verkoper

Nadere informatie

pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBDHA:2014:1019 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29012014 Datum publicatie 12022014 Zaaknummer C09445041 HA ZA 13691 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

VVJ Actualiteitendag Vastgoedrecht 2015. ONDERDEEL ACTUALITEITEN HUURRECHT DOOR MR. M.F.A. Evers I FAILLISSEMENT EN HUUR. 1. Wettelijke regeling

VVJ Actualiteitendag Vastgoedrecht 2015. ONDERDEEL ACTUALITEITEN HUURRECHT DOOR MR. M.F.A. Evers I FAILLISSEMENT EN HUUR. 1. Wettelijke regeling VVJ Actualiteitendag Vastgoedrecht 2015 ONDERDEEL ACTUALITEITEN HUURRECHT DOOR MR. M.F.A. Evers I FAILLISSEMENT EN HUUR 1. Wettelijke regeling Art. 39 Fw.: in geval van faillissement van de huurder kan

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. Veldhuis, Secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. Veldhuis, Secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-846 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. Veldhuis, Secretaris) Klacht ontvangen op : 21 september 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37379

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136 ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136 Instantie Datum uitspraak 15-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 385723 / KG ZA 11-78 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

JIN 2014/7, Hoge Raad, , ECLI:NL:PHR:2013:CA3762, 12/01124, (annotatie)

JIN 2014/7, Hoge Raad, , ECLI:NL:PHR:2013:CA3762, 12/01124, (annotatie) JIN 2014/7 JIN 2014/7, Hoge Raad, 29-11-2013, ECLI:NL:PHR:2013:CA3762, 12/01124, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Faillissementspauliana, Vernietigbaarheid geldleningovereenkomst met zekerheidstelling o.g.v.

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 8 september 2015 Mr. F.J.M.E. Koppenol 1 Onderwerpen Faillietverklaring versus Turboliquidatie Uitspraken HR personenvennootschappen Uitspraken Rechtbank wettelijke geschillenregeling

Nadere informatie

Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp

Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp Mr. P.H.A.M. Peters Hoff van Hollantlaan 5 Postbus 230 5240 AE Rosmalen Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp Geachte heer Peters, Bij brief van 12 november

Nadere informatie

Hoge Raad (Civiele kamer) Datum 2 december 2016 Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak Zaaknummer 15/01672

Hoge Raad (Civiele kamer) Datum 2 december 2016 Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak Zaaknummer 15/01672 RCR 2017/27 Faillissement. Gestanddoening overeenkomst. Heeft de curator een vordering voor hetgeen failliet voor faillissement heeft gepresteerd, indien hij de... HR 02-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2730 Instantie

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN VAN Irene van Gameren

ALGEMENE VOORWAARDEN VAN Irene van Gameren ALGEMENE VOORWAARDEN VAN Irene van Gameren 1. Overeenkomst en offerte 1.1 Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle offertes van Irene van Gameren (hierna: VANGAMEREN ) en op iedere overeenkomst

Nadere informatie

De curator en de huurovereenkomst: van slakkengang naar ratrace!

De curator en de huurovereenkomst: van slakkengang naar ratrace! De curator en de huurovereenkomst: van slakkengang naar ratrace! mr. W.J.G. Smits 1 Curatoren zaten in het verleden regelmatig in een lastige spagaat bij de vraag of een huurovereenkomst al dan niet moest

Nadere informatie

Gevolgen van schending mededelingsplicht bij verkoop aandelen

Gevolgen van schending mededelingsplicht bij verkoop aandelen Gevolgen van schending mededelingsplicht bij verkoop aandelen Inleiding In het traject dat uiteindelijk moet leiden tot de totstandkoming van een overeenkomst tot koop- en verkoop van aandelen hebben de

Nadere informatie

82. schadevorderingen en garanties na einde huur door faillissement

82. schadevorderingen en garanties na einde huur door faillissement De stand van zaken na het Romania-aRRest 82. schadevorderingen en garanties na einde huur door faillissement mr. F. van Buchem en mr. R.a. veldman in het op 15 november 2013 gewezen Romania-arrest maakt

Nadere informatie

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden JOR 2015/186 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-04-2015, 200.132.380/01, ECLI:NL:GHARL:2015:2874 Schorsing van rechtswege ex art. 29 Fw indien op moment van faillietverklaring reeds afwijzend vonnis is

Nadere informatie

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. De koper van een woning (klager) verwijt de verkopend makelaar (beklaagde)

Nadere informatie

Terugvordering van verjaarde grond

Terugvordering van verjaarde grond Rutger Fabritius* Terugvordering van verjaarde grond Verschillende facetten van het arrest Gemeente Heusden/X, een baanbrekend arrest voor de verjaringspraktijk De Hoge Raad heeft recentelijk geoordeeld

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/85621

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-045 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. C.E. Polak, en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 12/32 KG De fungerend voorzitter van het Scheidsgerecht mr. R.J.B. Boonekamp, wonende te Arnhem, bijgestaan door mr. J.A.I. Wendt, griffier, heeft op 23 oktober

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd ECLI:NL:HR:2017:1064 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-06-2017 Datum publicatie 09-06-2017 Zaaknummer 16/04866 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410,

Nadere informatie