HANDLEIDING. AFS View Software

Transcriptie

1 HANDLEIDING AFS View Software

2

3 Handleiding Case IH Agriculture AFS View software Versie 1.0 Revisie B oktober 2011

4 Juridische informatie Copyright en handelsmerken 2011, Trimble Navigation Limited. Alle rechten voorbehouden. Trimble, Farm Works, AgGPS, EZ-Guide, FmX, GreenSeeker, Juno en Nomad zijn gedeponeerde handelsmerken van Trimble Navigation Limited, gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen. Microsoft, Windows en Windows Vista zijn ofwel gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaren. Publicatie informatie Dit is de versie van oktober 2011 (revisie B) van de AFS View software handleiding. Informatie over beperkte productgarantie Voor de toepasselijke beperkte productgarantie, zie de Legal Notices (Juridische informatie) in de licentie-overeenkomst voor dit product, of vraag uw geautoriseerde Farm Works dealer om informatie. 2 AFS View software handleiding

5 Inhoudsopgave Overzicht Windows Vista en Windows 7 besturingssysteem instellen Uitvoeren als administrator Gebruikersaccounts op de computer uitschakelen De software registreren Online registreren Andere opties voor registreren De software de eerste keer starten Maateenheden selecteren Backups van projecten maken Project backups terugzetten Gebruikersgegevens wijzigen Klanten, bedrijven, percelen, artikelen, machines, personen en teelten toevoegen Gebruik van de werkbalk Klanten invoeren Bedrijven invoeren Percelen invoeren Artikelen invoeren Een nieuw artikel invoeren Machines invoeren Personen invoeren Teelten toevoegen/wijzigen Taak typen toevoegen/wijzigen Taken importeren en bekijken Data importeren Taakgegevens van een USB- of ander station inlezen Taken op de tab Kaart bekijken Gebruik van de Map (Kaart) werkbalk Taken wijzigen en beheren Een bestaande taak zoeken Een taak wijzigen Gebruik van de tab Jobs (Taken) Gebruik van het menu View (Toon) Taakgegevens schrijven Taakgegevens naar een extern apparaat schrijven Kaarten afdrukken Een taakrapport afdrukken Trefwoordenregister AFS View software handleiding 3

6 4 AFS View software handleiding

7 O v er zic ht Overzicht In deze handleiding beschrijven we de instelling en het gebruik van de AFS View software. Windows Vista en Windows 7 besturingssysteem instellen De software werkt op de besturingssystemen Windows Vista en Windows 7. Om het besturingssysteem te configureren, gaat u op een van de volgende manieren te werk: Uitvoeren als administrator 1. Rechtsklik op het pictogram van de software en selecteer Eigenschappen. 2. Op het tabblad Compatibility (Compatibiliteit) selecteert u Run this program as an administrator (Dit programma als Administrator uitvoeren) en daarna klikt u op OK: 3. Wanneer u de software start, vraagt het systeem u toestemming om het uit te voeren. AFS View software handleiding 5

8 Overzicht Gebruikersaccounts op de computer uitschakelen 1. In het Start menu selecteert u Configuratiescherm / Gebruikersaccounts. 2. Selecteer Gebruikersaccountbeheer in-/uitschakelen en klik op OK. 3. Start de computer opnieuw op. NB Microsoft adviseert deze veiligheidsfunctie ingeschakeld te laten. Door Gebruikersaccountbeheer uit te schakelen, verwijdert u een beveiligingsniveau en tevens schakelt u de beveiligde modus van Internet Explorer uit. De software registreren Om deze software te gebruiken, moet u zich eerst registreren met uw gebruikersnaam en contactgegevens. Het registreren kost maar een moment van uw tijd. Online registreren 1. Wanneer het registratie dialoogvenster verschenen is, selecteert u Get Registered Immediately... (Direct registreren...). 2. Zorg dat uw computer verbinding heeft met het Internet en klik op Next (Volgende). 3. Voer de gevraagde gegevens in en klik op Next. Als de registratie geslaagd is, verschijnt hierover een bericht. Andere opties voor registreren Desgewenst kunt u voor een van de andere registratieopties kiezen: Het online formulier invullen: selecteer Obtain registration number using an online form (Vraag registratienummers aan via een online-formulier) om een registratienummer verkrijgen m.b.v. het online formulier. Nadat u het formulier hebt ingevuld, ontvangt u de registratienummers via . Daarna kunt u de optie selecteren om de registratienummers uit de in te voeren. Nummers invoeren die u eerder hebt ontvangen: selecteer de laatste optie als u registratienummers van een andere bron hebt ontvangen (bijv. van dealer,). Klik op Next en voer de registratienummers in de desbetreffende velden in voor elke toepassing waarover u beschikt. 6 AFS View software handleiding

9 O v er zic ht De software de eerste keer starten Maateenheden selecteren Wanneer u het programma de eerste keer start, wordt u gevraagd een systeem voor de maateenheden te selecteren: Selecteer de gewenste optie en klik op OK. De opties zijn: US-English Metric Show All Units (alle eenheden tonen). Toont Amerikaanse en metrische maateenheden. De software gebruikt de eerste keuze (US-English of Metric) voor oppervlakte en afstand eenheden, maar geeft zowel Amerikaanse als metrische eenheden voor volume weer. NB De optie Show All Units (Alle eenheden zien) is bedoeld voor gebruikers in Canada die Amerikaanse eenheden voor afstand en oppervlakte en metrische eenheden voor volume en kwantiteit willen gebruiken. AFS View software handleiding 7

10 Overzicht Backups van projecten maken Om uw data te beschermen, wordt aanbevolen regelmatig backups van uw project te maken op een ander medium dan de vaste schijf (USB, CD, externe harddisk, enz.) in geval van defecten, verlies of beschadiging. U kunt de backup van uw project dan herstellen om verloren gegane data terug te zetten. Zonder backup is er geen enkele manier om de archieven en kaarten van uw bedrijf terug te halen. 1. Selecteer File / Backup Project (Bestand / Backup project). 2. Typ een naam voor de backup in het veld Backup To (Back. proj. opsl. in), of vervang een eerdere backup door die in de keuzelijst te selecteren: Standaard slaat het programma project backups in de backup map op de vaste schijf van de computer op (c:\farmproj\backup). Om de backup in een andere map of op een verwisselbaar medium op te slaan, gaat u als volgt te werk: 1. In het dialoogvenster Backup Project klikt u op de knop Browse (Bladeren). 2. In het dialoogvenster Save As (Opslaan als) selecteert u de gewenste map of het station van het verwisselbare medium. 3. Voer een naam voor het backup bestand in het veld File Name (Bestandsnaam) in. 4. Ga op een van de volgende manieren te werk: Klik op Save (Opslaan) om naar het dialoogvenster Backup Project terug te gaan. Klik op Cancel (Annuleren) om het dialoogvenster te sluiten zonder een backup op te slaan. 5. In het deel Options (Opties) van het dialoogvenster Backup Project kunt u een waarde in de keuzelijst Compression (Compressie) selecteren, om de grootte van het backup bestand en de tijd die het kost om het backup bestand te maken te veranderen. De opties zijn Maximum (langzaamst), Normal (standaard), Fast, Super Fast, of None (resp. Snel, Supersnel of Geen): 8 AFS View software handleiding

11 O v er zic ht C Als u Maximum selecteert, doet het programma er langer over om de backup te maken, maar is het bestand kleiner. Selecteert u None (Geen), dan doet het programma er minder lang over om de backup te maken, maar wordt het bestand veel groter. LET OP Voordat u Wipe Disk (Schijf leegmaken) selecteert, moet u controleren of er geen bestanden op aanwezig zijn die u wilt bewaren. 6. Als u de backup op een USB station of schijf opslaat, kunt u Wipe Disk (Schijf leegmaken) in de keuzelijst Disk Prep (Schijf voorb.) selecteren, om alle bestanden van het USB station of de schijf te verwijderen voordat de backup wordt gemaakt. 7. Klik op OK. De backup wordt gemaakt. Project backups terugzetten Als uw data beschadigd is, of er data verloren is gegaan door een defect van apparatuur, kunt u die data terughalen door een backup die u eerder hebt gemaakt (zie boven) terug te zetten. NB Het programma herstelt geen backups die met andere software, zoals de Windows XP Backup functie, zijn gemaakt. Bij het terugzetten van een project backup wordt de informatie in het huidige project vervangen door de informatie die u had op het moment dat u de backup maakte. Als u bijvoorbeeld op maandag een backup hebt gemaakt en die op de vrijdag van dezelfde week moet terugzetten, verliest u eventuele informatie die op dinsdag tot en met donderdag van die week is ingevoerd. 1. Selecteer File / Restore Backup (Bestand / Backup terugzetten): 2. In de keuzelijst Backup Project selecteert u de backup die u eerder hebt gemaakt. Als de backup niet zichtbaar is in de lijst, bladert u om hem te vinden: a. Klik op de knop Browse (Bladeren) om een tweede dialoogvenster Restore Backup (Backup terugzetten) te openen. b. Blader naar de map of het station waar u de backup eerder hebt opgeslagen. 3. Selecteer het backup bestand - de naam verschijnt in het veld File Name (Bestandsnaam) - en klik op Open: 4. In het dialoogvenster Restore Backup (Backup terugzetten) verschijnt het backup bestand nu in het veld Restore From (Terugzetten van): AFS View software handleiding 9

12 Overzicht 5. Ga op een van de volgende manieren te werk: Klik op OK om het bestand terug te zetten. Klik op Cancel (Annuleren) om het dialoogvenster te sluiten zonder de backup terug te zetten. 6. Als u op OK klikt, wordt u gevraagd het terugzetten te bevestigen: 7. Klik op OK. Er verschijnt een voortgangsscherm. Klik op Cancel (Annuleren) om het dialoogvenster te sluiten zonder de backup terug te zetten. Tijdens het terugzetten van de backup vervangt het programma de huidige data in uw project door de data uit het backup bestand. Als het terugzetten voltooid is, kunt u gaan werken met de herstelde data. Gebruikersgegevens wijzigen De contactinformatie die op veel rapporten wordt afgedrukt, is afkomstig uit de gebruikersgegevens die in het programma ingevoerd zijn. Die kunt u als volgt wijzigen: 1. Selecteer File / User Info (Bestand / Gebruikersinformatie). 2. In het dialoogvenster User Information (Gebruikersinformatie) selecteert u de tabs achtereenvolgens om de gewenste gegevens in te voeren en daarna klikt u op OK: 10 AFS View software handleiding

13 Klanten, bedrijven, percelen, artikelen, machines, personen en teelten toevoegen Klanten, bedrijven, percelen, artikelen, machines, personen en teelten toevoegen De software biedt de mogelijkheid klanten, bedrijven en percelen te administreren. Bovendien kunt u voorraden, materialen, uitrusting en personen invoeren. De informatie die u invoert, kan naar veel bekende displays voor precisielandbouw worden geschreven. Gebruik van de werkbalk Klik op dit symbool... Nieuwe klant Nieuw bedrijf Nieuw perceel Nieuwe voorraad Nieuwe machine Nieuwe persoon Taak data inlezen Taak data schrijven om... nieuwe klanten in het programma in te voeren. nieuwe bedrijven in het programma in te voeren. nieuwe percelen in het programma in te voeren. voorraden, zoals zaaigoed, chemicaliën en kunstmest in te voeren. uitrusting, zoals trekkers, maaidorsers en werktuigen toe te voegen. werknemers toe te voegen. data te importeren die is verzameld met een apparaat voor precisielandbouw, zoals een Pro 700 display. instellingen te exporteren (bijv. klanten, bedrijven en percelen) voor gebruik op een apparaat voor precisielandbouw, zoals een Pro 700 display. AFS View software handleiding 11

14 Klanten, bedrijven, percelen, artikelen, machines, personen en teelten toevoegen Klanten invoeren U kunt namen van klanten invoeren, die klanten voorstellen voor wie u kaart- en perceelinformatie verzamelt. Als u een agrariër bent, kunt u één klant voor uzelf instellen. Onder een klantnaam worden een of meer bedrijven en percelen ingevoerd. Een klant toevoegen: 1. Ga op een van de volgende manieren te werk: Op de tab Farm (Bedrijf) rechtsklikt u op <User Info> (Gebruikersinformatie) en selecteert u New Client (Nieuwe klant). Klik op het nieuwe klant symbool : 2. In het dialoogvenster Client Properties (Kenmerken klant) voert u de gewenste gegevens op de tabs General, Address en Contact information (Algemeen, Adres en Contactinformatie) in: 12 AFS View software handleiding

15 Klanten, bedrijven, percelen, artikelen, machines, personen en teelten toevoegen 3. Klik op OK. De nieuwe klant verschijnt als nieuwe map: U kunt nu een of meer van de volgende dingen doen: een of meer bedrijven en percelen onder de nieuwe klant aanmaken. de gegevens van een klant bekijken en/of wijzigen. Daarvoor rechtsklikt u op de naam en selecteert u Properties (Kenmerken). een klant verwijderen. Daarvoor rechtsklikt u op de naam en selecteert u Delete (Wissen). Vervolgens klikt u op Yes (Ja) om dit te bevestigen. De klant en alle bijbehorende gegevens en kaarten worden verwijderd. Nadat een klant verwijderd is, is de enige manier om die gegevens terug te halen het terugzetten van een project backup bestand. Bedrijven invoeren Het programma biedt de mogelijkheid bedrijven aan te maken, waarin u percelen kunt groeperen. Voor elk bedrijf wordt meestal een andere eigenaar ingevoerd, dus kunt u de percelen organiseren op bedrijfsnaam. Nadat u op de tab Farm (Bedrijf) een of meer bedrijven hebt ingevoerd, kunt u hier percelen aan gaan toevoegen. U kunt ook percelen die u eerder in het programma hebt ingevoerd aan een bedrijf toewijzen. Een nieuw bedrijf toevoegen: 1. Ga op een van de volgende manieren te werk: Selecteer Resources / New Farm (Hulpbronnen / Nieuw bedrijf). Op de tab Farm (Bedrijf) rechtsklikt u op <naam klant> en daarna selecteert u New Farm (Nieuw bedrijf). AFS View software handleiding 13

16 Klanten, bedrijven, percelen, artikelen, machines, personen en teelten toevoegen Klik op het nieuw bedrijf symbool : 2. Typ een naam voor het bedrijf in het veld Description (Omschrijving). NB De oppervlakte velden zijn niet beschikbaar; de oppervlakten Mapped, Legal en Tillable (Gekarteerd, Kadastraal en Beteeld) worden ingevuld op basis van de waarden die worden ingevoerd voor elk perceel dat onder het bedrijf wordt ingevoerd. 3. Indien nodig kunt u aanvullende informatie over het bedrijf invoeren (max. 255 tekens) in Notes (Notities). Nu kunt u een of meer van de volgende dingen doen: percelen onder elk bedrijf toevoegen. de gegevens van een bedrijf bekijken en/of wijzigen. Daarvoor rechtsklikt u op de naam en selecteert u Properties (Kenmerken). een bedrijf verwijderen. Daarvoor rechtsklikt u op de naam, selecteert u Delete (Wissen) en vervolgens klikt u op Yes (Ja) in het bericht dat verschijnt. Het bedrijf en alle bijbehorende gegevens en kaarten worden verwijderd. Bedrijven waarvoor u bewerkingsgegevens hebt vastgelegd, kunt u niet verwijderen. U kunt het bedrijf wel terugtrekken. Daarmee worden ook alle percelen eronder teruggetrokken. Als u alle taken die bij een bedrijf horen hebt verwijderd, kunt u daarna ook het bedrijf verwijderen. 14 AFS View software handleiding

17 Klanten, bedrijven, percelen, artikelen, machines, personen en teelten toevoegen een bedrijf terugtrekken. Daarvoor rechtsklikt u op de naam, selecteert u Retire (Terugtrekken) en vervolgens klikt u op Yes (Ja) in het bericht dat verschijnt. Het programma voegt een sterretje toe aan de naam van het bedrijf, of verwijdert het bedrijf uit het veld Farm (Bedrijf). De software bewaart de bewerkingshistorie van het bedrijf, voor het geval u die later wilt raadplegen. Om teruggetrokken bedrijven in het veld Farm weer te geven of te verbergen, selecteert u View / Show Retired Land Areas (Bekijken / Teruggetrokken bedrijven/velden weergeven). Percelen invoeren Percelen kunnen worden aangemaakt onder de klanten en bedrijven die zijn ingevoerd. U hoeft alleen de naam van het perceel en de bewerkbare en kadastrale oppervlakte van het perceel in te voeren en aan te geven of u het perceel in eigendom, huur of deelpacht hebt. Er kan ook optionele informatie (zoals aangegeven) worden ingevoerd, die kan worden gebruikt voor perceeladministratie als u een upgrade naar de betaalde versie van de software uitvoert. Een nieuw perceel toevoegen: 1. Ga op een van de volgende manieren te werk: Selecteer Resources / New Field (Hulpbronnen / Nieuw perceel). Op de tab Farm (Bedrijf) rechtsklikt u op het bedrijf waaraan u het perceel wilt toevoegen en daarna selecteert u New Field (Nieuw perceel). Klik op het nieuw perceel symbool : AFS View software handleiding 15

18 Klanten, bedrijven, percelen, artikelen, machines, personen en teelten toevoegen 2. Op de tab General (Algemeen): a. Typt u een naam voor het perceel in het veld Description (Omschrijving). b. Bij Area (Opp.) voert u de Legal (Kadastrale) en Tillable (Beteelde) oppervlakten in. Beteelde oppervlakte (vereist) wordt gebruikt in perceelrecords; gekarteerde oppervlakten worden automatisch berekend op basis van gekarteerde grenzen. c. Bij Owner/Landlord (Eigenaar/Verhuurder) selecteert u de Client en Farm waar het perceel bij hoort. U kunt <onbekend bedrijf> selecteren als u het bedrijf niet wilt administreren, of <Add> (Toevoegen) selecteren om een bedrijf toe te voegen dat nog niet in de lijst aanwezig is. d. Selecteer of het perceel Owned, Cash Rented, of Share Cropped (In eigendom, Huur of Deelpacht) is. 3. Optioneel. Op de tab Info, als u zich in de Verenigde Staten bevindt: a. Selecteer de gewenste State en County waar het perceel zich bevindt. b. Bij FSA voert u FSA Farm #, Field #, Track # en Land Class in. c. In het deel Legal voert u Section #, Township #, Range # en Description in (indien nodig). Als u zich niet in de VS bevindt, kunt u hier naar wens andere gegevens van het perceel invoeren. 4. Optioneel. Op de tab Photo (Foto) kunt u een of meer foto s van uw perceel toevoegen, die u met een digitale camera hebt gemaakt of ingescand. Klik op Change (Verander), blader naar de gewenste foto op uw systeem en klik op Open. U kunt foto s naar wens veranderen, verwijderen of afdrukken (Change, Remove, Print). Foto s kunnen het bestandsformaat BMP, JPG, TIF, of PCX hebben. De foto s dienen alleen als referentie; ze worden niet op kaarten of andere plaatsen weergegeven. Wanneer u een foto verwijdert, wordt het fotobestand niet van de vaste schijf of een verwisselbare schijf van uw computer verwijderd. 5. Klik op OK. Nu kunt u een of meer van de volgende dingen doen: Meer percelen onder een bedrijf toevoegen. De gegevens van een perceel bekijken en/of wijzigen. Daarvoor rechtsklikt u op de naam en selecteert u Properties (Kenmerken). Hiertoe behoort ook het verplaatsen van en perceel van bedrijf <Onbekend> naar een ander bedrijf, door de naam van een bedrijf te selecteren dat u hebt toegevoegd in de lijst Farm. Een perceel verwijderen. Daarvoor rechtsklikt u op de naam, selecteert u Delete (Wissen) en klikt u op Yes in het bericht dat verschijnt. Het perceel en alle bijbehorende gegevens en kaarten worden dan verwijderd. Percelen die data zoals opbrengst- of zaaikaarten bevatten, kunt u niet verwijderen. U kunt het perceel in dat geval wel terugtrekken. 16 AFS View software handleiding

19 Klanten, bedrijven, percelen, artikelen, machines, personen en teelten toevoegen Als u alle taken die bij een perceel horen verwijdert, kunt u daarna het perceel zelf verwijderen. Een perceel terugtrekken. Daarvoor rechtsklikt u op de naam, selecteert u Retire (Terugtrekken) en klikt u op Yes in het bericht dat verschijnt. Het programma voegt dan een sterretje aan de naam van het perceel toe. De software bewaart de bewerkingshistorie van het teruggetrokken perceel, zodat u die desgewenst later kunt raadplegen. Om teruggetrokken percelen weer te geven of te verbergen, selecteert u View / Show Retired Land Areas (Bekijken / Teruggetrokken bedrijven/velden weergeven). Artikelen invoeren Artikelen zoals zaden, chemicaliën en kunstmest kunnen in de software worden ingevoerd. Deze items kunnen daarna worden gebruikt in diverse applicaties voor precisielandbouw. Een nieuw artikel invoeren 1. Klik op het nieuw artikel symbool. 2. Voer de gegevens op de verschillende tabbladen in. AFS View software handleiding 17

20 Klanten, bedrijven, percelen, artikelen, machines, personen en teelten toevoegen NB Informatie zoals Cost, Chemical en Fertilizer (Kosten, Chemisch, Meststof) details worden gebruikt in rapporten als u de betaalde versie van de software aanschaft. Tab Groep/Veld Actie General (Algemeen) Chemical (Chemisch) Description (Omschrijving) Type Units (Eenheden) Typ een naam voor het artikel. Indien van toepassing voert u het artikelnummer in. Selecteer het type artikel. Voer Purchased Units, Unit Cost, Distributed Unit en Default Application Rate (Gekochte eenheid, Kosten per eenheid, Gedistrib. eenheid en Standaard toedieningshoeveelheid) in. Vink het vakje Keep Detailed Chemical Records (Uitgebreide chemische details bijhouden) aan. Voer de volgende informatie van de productlabel in: Chemical Name (Chemische naam) EPA # (Toelatingsnummer) Manufacturer (Fabrikant) Formulation (Formule) Mode of operation (Wijze van bewerking) Default carrier (Standaard drager) Carrier (Drager) 1. Klik op Add/Edit (Toevoegen/Bewerken). 2. Voer de naam van de drager in. 3. Selecteer een eenheidsprijs in de lijst en klik op OK. Default Carrier Rate Voer een waarde in. (Standaard drager hoev.) Target Problems (max. 5) (Effectief tegen (max. 5)) 1. Klik op Add/Edit Problem List (Plaaglijst toevoegen/bewerken). 2. Klik op Add/Edit (Toevoegen/Bewerken). 3. Klik op Add (Toevoegen) en voer de naam van de plaag in. Herhaal dit desgewenst voor andere plagen. Tip Om meer plagen in de selectie van vijf namen op te nemen, kiest u een bredere benaming, zoals Breedbladigen of Grassen. 4. Als u klaar bent, klikt u op OK. 5. In de lijst Pests (Plagen) selecteert u maximaal vijf plagen om naar de lijst Selected Pests (Gekozen plagen) te verplaatsen. Om meerdere items te selecteren, houdt u [Ctrl] ingedrukt en klikt u op de gewenste namen. 6. Om de namen toe te voegen, klikt u op >>--->. 7. Om een plaag uit de lijst Selected Pests (Gekozen plagen) te verwijderen, selecteert u de naam en klikt u op <---<<. Om alle plagen te verwijderen, klikt u op <<---<<. 8. Om een nieuwe plaag toe te voegen, herhaalt u de werkwijze vanaf stap AFS View software handleiding

21 Klanten, bedrijven, percelen, artikelen, machines, personen en teelten toevoegen Tab Groep/Veld Actie Fertilizer (Meststof) Fertilizer Nutrients (Nutriënten in deze meststof) 1. Klik in het blanco veld in de kolom Nutriënt. 2. In de keuzelijst selecteert u de eerste nutriënt en het percentage van de analyse dat die nutriënt vormt in de kolom Percent % (Procent %). Product Weight (Productgewicht) 3. Om meer nutriënten toe te voegen, klikt u op Add Nutrient (Nutriënt toevoegen), selecteert u de naam in de lijst en voert u vervolgens het percentage in. Herhaal deze stap naar behoefte. 4. Als de gewenste nutriënt niet in de lijst aanwezig is, selecteert u Add/Edit (Toevoegen/Bewerken) in de lijst en klikt u op Add (Toevoegen) in het dialoogvenster dat verschijnt. Voer de naam van de nutriënt en een afkorting in en klik op OK. 5. Om een nutriënt uit de lijst te verwijderen, klikt u op - naast de naam. Deze omrekenfactor wordt automatisch ingevoerd. AFS View software handleiding 19

22 Klanten, bedrijven, percelen, artikelen, machines, personen en teelten toevoegen Tab Groep/Veld Actie Restrictions (Beperkingen) Re-entry restrictions (Gebruik veiligheidstermijn) Voer de beperkingen in die op de productlabel vermeld zijn. 1. Selecteer het vakje Re-entry Restrictions (Gebruik veiligheidstermijn) en voer het vereiste aantal uren in bij Restricted-Entry Interval (REI) (Veiligheidstermijn). 2. In PPE Required for Handlers (PB vereist voor toepassers) en Early Entry PPE Required for Workers (PB vereist voor personeel) voert u de vereiste persoonlijke bescherming in voor degenen die met het product in aanraking kunnen komen. 3. In Other Label Requirements (Overige vereisten label) voert u de andere eisen in m.b.v. de personen die met het product in aanraking kunnen komen. 4. Indien van toepassing selecteert u Treated Area Posting and Oral Notification Required (Mondelinge en schriftelijke waarschuwing plaatsen bij behandelde ruimten verplicht). Bijvoorbeeld: PHI (VOI) Pre-Harvest Interval (Voor-Oogst Interval) Als dit van toepassing is op de chemische stof: 1. In de keuzelijst Crop (Gewas) selecteert u de naam van het gewas of <Toevoegen/Wijzigen> om het gewas toe te voegen. 2. Voer een waarde in de kolom Pre-Harvest Interval (Days) (Voor-Oogst Interval) in dagen in. 3. Als er beperkingen voor meer dan één gewas zijn, klikt u op Add Crop (Gewas toevoegen) en herhaalt u stap 1 en AFS View software handleiding

23 Klanten, bedrijven, percelen, artikelen, machines, personen en teelten toevoegen Machines invoeren Machines kunnen worden georganiseerd in categoriën voor uitbrengen, balen persen/fourage, bedrijfsonderhoud, oogsten, transport, grondbewerking, overige, planten/zaaien en trekkers. Een nieuwe machine invoeren: 1. Klik op het nieuwe machine symbool. 2. Voer de benodigde gegevens op de tabbladen in. AFS View software handleiding 21

24 Klanten, bedrijven, percelen, artikelen, machines, personen en teelten toevoegen NB Informatie zoals Costing Rate (Kostentarief), Service en andere details worden gebruikt in rapporten als u de betaalde versie van de software hebt aangeschaft. Tab Groep/Veld Actie General (Algemeen) Service (Onderhoud) Options (Opties) Machine Voer de naam van de machine in. In de keuzelijst Category (Categorie) selecteert u het type machine: Application, Baling/forage, Farm maintenance, Harvesting, Hauling/transport, Land preparation, Other, Planting/seeding, of Tractors (Toepassing, Persen/Fourage, Bedrijfsonderhoud, Oogsten, Vervoer/transport, Grondbewerking, Overige, Planten/zaaien, of Trekkers). Model Voer het merk, model, bouwjaar en serienummer in. Operation (Bewerking) In de keuzelijst Costing Unit (Kosteneenheid) selecteert u hoe de kosten van de machine worden berekend: per hectare of per uur. Onder Costing Rate (Kostentarief) voert u het tarief per hectare of per uur in. Service (Onderhoud) In de keuzelijst Service Interval Unit (Onderhoudsintervaltermijn) selecteert u de gewenste waarde. In Current Meter (Huidige tellerstand) voert u de huidige hectares of bedrijfsuren van de machine in. In Last Serviced (Ltste ondrhbeurt) voert u de hectares of bedrijfsuren op het moment van de laatste servicebeurt in. In Last Service Date (Laatste onderhoudsbeurt) voert u de datum van de laatste onderhoudsbeurt in, of selecteert u het kalender symbool en kiest u een datum op de kalender. In Service Interval (Onderhoudsinterval) voert u het aantal hectares of bedrijfsuren in die tussen de servicebeurten moeten verstrijken. Dit wordt automatisch berekend en in Next Service (Volgende onderhoudsbeurt) wordt het aantal hectares of bedrijfsuren getoond waarna de volgende onderhoudsbeurt moet plaatsvinden. Service Notes Voer hier de gewenste notities in, maximaal 255 tekens. (Onderhoudsrapport) Options (Opties) Selecteer het vakje Fuelable (Gebruikt brandstof) als u het brandstofverbruik wilt bijhouden. Selecteer het vakje Harvester (Oogstmachine) als u de machine gaat gebruiken om te oogsten, bijvoorbeeld een maaidorser of balenpers. Fuel (Brandstof) Als de machine brandstof gebruikt, selecteert u hier het juiste type brandstof in de lijst Supply Fuel (Brandstofsoort). Indien nodig selecteert u <Toevoegen> om een nieuwe brandstofsoort toe te voegen. Voer Default Burn Rate (Verbruik) in en selecteer Gal/Acre of Gal/Hr (liter/hectare of liter/uur). 22 AFS View software handleiding

25 Klanten, bedrijven, percelen, artikelen, machines, personen en teelten toevoegen Tab Groep/Veld Actie Photo (Foto) (optioneel) NB Het fotobestand kan het formaat bitmap (.bmp), Joint Photographic Experts Group (.jpg), Tagged Image File Format (.tif), of PC Paintbrush (.pcx) hebben. Change Photo (Foto wijzigen) Print Photo (Foto printen) Remove Photo (Wis foto) 1. Klik op Change Photo (Foto wijzigen). 2. Selecteer de map waarin u eerder een digitale foto van het perceel hebt opgeslagen, bijvoorbeeld Afbeeldingen. 3. Selecteer het gewenste bestand en klik op Open. De foto verschijnt in het dialoogvenster Field Properties (Kenmerken perceel). 4. Om een andere foto te kiezen, klikt u nogmaals op Change Photo (Foto wijzigen). De geselecteerde foto afdrukken. De geselecteerde foto uit het dialoogvenster Field Properties (Kenmerken perceel) verwijderen; hiermee wordt het bestand niet van de vaste schijf van de computer of een verwisselbare schijf verwijderd. 3. Als u klaar bent met het invoeren van de gegevens van de machine, klikt u op OK. De machine verschijnt in de desbetreffende machine categorie op de tab Inputs onder het Machine symbool. Personen invoeren Werknemers, eigenaars en andere personen kunnen in de software worden ingevoerd. Deze gegevens kunnen daarna worden gebruikt in diverse toepassingen voor precisielandbouw. Een nieuwe persoon invoeren: 1. Ga op een van de volgende manieren te werk: Selecteer Resources / New Person (Hulpbronnen / Nieuwe persoon). Klik op het nieuwe persoon symbool : AFS View software handleiding 23

26 Klanten, bedrijven, percelen, artikelen, machines, personen en teelten toevoegen NB Optionele informatie wordt gebruikt in rapporten als u de betaalde versie van de software hebt aangeschaft. 2. Op de tab General (Algemeen) moet u een First en Last name (Voornaam en Achternaam) invoeren; alle andere informatie is optioneel. De Full Name (Volledige naam) en Sorted Name (Gesorteerde naam) zijn standaard hetzelfde, maar kunnen desgewenst worden gewijzigd. De Gesorteerde naam verschijnt in alle lijsten van het programma. 3. Optioneel. Op de tab General (Algemeen): a. Vink het vakje Business (Bedrijf) aan om de naam van een bedrijf als contact in te voeren. b. Selecteer de Title (Titel) van de persoon. c. Vul de vereiste Name (Voornaam en Achternaam) velden in. d. Voer de Business name, Job Title en Tax ID (naam van het bedrijf, functie en Fiscaal nr.) in. 4. Optioneel. Op de tab Address (Adres) vult u de velden in voor een postadres en/of bezoekadres van de persoon. 5. Optioneel. Op de tab Contact (Contactgegevens) voert u extra contactinformatie in, door de velden Phone (Telefoon) en Internet in te vullen. 6. Optioneel. Op de tab Employee (Medewerker): a. Voer het licentienummer in als de werknemer een vergunning voor het toepassen van pesticiden heeft. Dit nummer verschijnt in het taakrapport. b. Voer het Rate (Tarief) in dat de werknemer per uur betaald krijgt. Deze informatie wordt gebruikt voor kostenberekeningen in het taakrapport. 7. Optioneel. Op de tab Photo (Foto) kunt u een of meer foto s van de persoon toevoegen. Klik op Change (Verander), blader naar de gewenste foto op uw systeem en klik op Open. U kunt foto s naar wens wijzigen, verwijderen of afdrukken (Change, Remove, Print). 8. Klik op OK. Teelten toevoegen/wijzigen Teelten die in het program worden gebruikt, hebben bijbehorende eigenschappen die u kunt wijzigen. Het programma heeft een lange lijst van vooraf ingevoerde teelten, waaruit u een keuze kunt maken. Nadat u er een hebt gekozen, verschijnt die in lijsten als actief. 24 AFS View software handleiding

27 Klanten, bedrijven, percelen, artikelen, machines, personen en teelten toevoegen De eigenschappen van teelten wijzigen: 1. Selecteer Resources / Commodities (Hulpbronnen / Teelten): De teelten die momenteel worden gebruikt, worden in de lijst weergegeven. 2. Om een teelt toe te voegen, klikt u op Add (Toevoegen): AFS View software handleiding 25

28 Klanten, bedrijven, percelen, artikelen, machines, personen en teelten toevoegen 3. Selecteer de gewenste teelt in de lijst of selecteer <New> (Nieuw) om een eigen teelt toe te voegen en klik op OK: 4. Controleer of de gegevens in het dialoogvenster Commodity Properties (Teelt eigenschappen) correct zijn (als dat niet zo is, brengt u de benodigde wijzigingen aan), voer een Value (Waarde) in en klik op OK: Units (Eenheden) zijn de geoogste eenheden van de teelt. Density (Dichtheid) en Standard Moisture (Standaard vocht) worden gebruikt om droge hoeveelheden van oogsten te berekenen. Vocht moet het vochtgehalte zijn op basis waarvan het droge gewicht wordt berekend. Deze informatie is verkrijgbaar bij de afnemer van het graan. Deze waarden worden gebruikt voor het karteren van opbrengsten en gedetailleerde oogstrapporten (inclusief weegbonnen) als u een upgrade naar een compleet programma voor oogstadministratie en kartering uitvoert. De Value (Waarde) van de teelt wordt in rapporten gebruikt. De Color (Kleur) wordt op de kaart weergegeven waar die teelt wordt verbouwd. Taak typen toevoegen/wijzigen Taak typen zijn simpelweg een methode om de vele werkzaamheden die in de loop van het jaar worden uitgevoerd te ordenen en kunnen worden opgevraagd voor rapporten en het aanbrengen van wijzigingen. De software heeft een vooraf gedefinieerde reeks taken die u kunt wijzigen en u kunt naar wens meer taak typen toevoegen. 26 AFS View software handleiding

29 Klanten, bedrijven, percelen, artikelen, machines, personen en teelten toevoegen Taak typen toevoegen/wijzigen: 1. Selecteer Resources / Job Types (Hulpbronnen / Taak typen): Het dialoogvenster Operation Types (Bewerkingstypen) verschijnt. Hierin vindt u een lijst van de taak typen die momenteel worden gebruikt. 2. Een taak type toevoegen: a. Klik op Add (Toevoegen): b. Voer een Description (Omschrijving) in. c. Selecteer het Operation Type (Bewerkingstype) waaronder de omschrijving valt en selecteer eeen patroon voor het bewerkingstype. d. Klik op OK. 3. Om een taak type te verwijderen, selecteert u het en klikt u op Delete (Wissen). AFS View software handleiding 27

30 Taken importeren en bekijken Taken importeren en bekijken U kunt taken importeren van een groot aantal verschillende apparaten voor precisielandbouw die taak- en kaartgegevens vastleggen. Deze software biedt de mogelijkheid die taken en kaarten te bekijken en af te drukken. Bij het inlezen van taakgegevens zoekt het programma naar beschikbare informatie en maakt daarvan kaarten en perceelrecords aan. Deze informatie kan bestaan uit bewerkingskaarten, perceelgrenzen en geleidingslijnen. Data importeren U kunt data van een groot aantal verschillende apparaten voor precisielandbouw in de software binnenhalen. Dit noemen we het importeren of lezen van data. Taakgegevens van een USB- of ander station inlezen 1. Zorg dat de taakinformatie beschikbaar is op een verwisselbaar medium, zoals een USB-stick of data card. 2. Plaats het medium in de computer. 3. Kopieer de data naar de vaste schijf van uw computer als backup. Daarna kunt u de data vanaf het verwisselbare medium of de vaste schijf inlezen. Taakgegevens lezen (importeren): 1. Ga op een van de volgende manieren te werk: Selecteer File / Read Task Data (Bestand / Taakgegevens lezen). 28 AFS View software handleiding

31 Taken importeren en bekijken Op de werkbalk Job / Resource Tools (Teeltregistratie) klikt u op het symbool taakgegevens lezen : Het dialoogvenster Read Task Data (Taakgegevens lezen) bevat een lijst van de apparaten voor precisielandbouw die u hebt geselecteerd toen u de View software installeerde. Als er een apparaat in de lijst ontbreekt, selecteert u Help / Check for Updates (Help / Controleer op updates). In het dialoogvenster Check for Updates selecteert u het vakje Show all available components (Alle beschikbare componenten weergeven). Het programma toont alle ondersteunde apparaten voor precisielandbouw. Om een apparaat toe te voegen (zodat het verschijnt in de dialoogvensters Read Job Data (Taakgegevens lezen) and Write Job Data (Taakgegevens schrijven), selecteert u het en klikt u op OK: AFS View software handleiding 29

32 Taken importeren en bekijken 2. Selecteer het type gegevens dat u wilt inlezen. Wanneer u daar om wordt gevraagd, klikt u op Browse (Bladeren) en navigeert u naar het station en/of de map waar de gegevens zijn opgeslagen. 3. Selecteer een of meer taken die u wilt importeren en klik op OK. 4. Als de taak die u importeert een taak type heeft dat niet exact past bij een taak type dat u hebt gedefinieerd, verschijnt het dialoogvenster Linker : job types (Koppelaar: taak typen). Gebruik dit dialoogvenster om het taak type van het bestand dat wordt geïmporteerd (getoond in de lijst Operation Resources (Hulpbronnen voor uitvoering)) te koppelen aan een taak type dat al in de View software gedefinieerd is (getoond in de lijst Desktop Resources (Hulpbronnen voor desktop)). Om een nieuw taak type voor Operation Resources aan te maken, klikt u op Create (Creëer): 5. Wanneer u taakgegevens inleest, herkent het programma de klanten, bedrijven en percelen die op het apparaat in het veld zijn gebruikt. Als die namen exact overeenkomen met namen in de software, wijst het programma de taken automatisch aan het juiste perceel toe. Als het apparaat klanten, bedrijven of percelen heeft die niet in de desktop software zijn gedefinieerd (of als de naam op het apparaat bijvoorbeeld anders is gespeld), kunt u die koppelen aan een bestaande klant, bedrijf of perceel, of als nieuwe klant, bedrijf of perceel toevoegen. Als u Skip confirming farm/field information (Bevestiging bedrijf/perceel overslaan) geselecteerd hebt, maakt de software automatisch nieuwe klanten, bedrijven en percelen aan voor gegevens die niet exact overeenkomen met wat in de software is gedefinieerd. Als de taak die wordt geïmporteerd op een perceel heeft plaatsgevonden dat niet is aangemaakt of waarvan de spelling anders is en u Skip confirming farm/field information (Bevestiging bedrijf/perceel overslaan) niet geselecteerd hebt, verschijnt het dialoogvenster Linker (Koppelaar) ook. Hierin kunt u een nieuw perceel aanmaken, of 30 AFS View software handleiding

33 Taken importeren en bekijken het nieuwe perceel koppelen aan een perceel dat u al eerder hebt aangemaakt. Eenmaal gekoppeld worden alle daaropvolgende taken met die perceelnaam aan het geselecteerde perceel gekoppeld. Een perceel koppelen: a. Selecteer de naam van het perceel (zoals aangemaakt op het veldapparaat) in Operation Resources (Hulpbronnen voor uitvoering). b. Selecteer het perceel dat u in de software hebt aangemaakt in Desktop Resources (Hulpbronnen voor desktop). c. Klik op Link (Koppel). De gegevens worden aan het gekozen perceel gekoppeld. 6. Als u Create (Creëer) selecteert, Moet u de velden Client, Farm en Field (Klant, Bedrijf en Perceel) invullen als die nieuw zijn. Het programma vult de namen al automatisch in op basis van de mappenstructuur en hetgeen op het apparaat verzameld is. U kunt desgewenst aanvullende informatie toevoegen. Als de data ook een perceelgrens bevat, vult het programma bovendien de grootte van het perceel in: 7. Als u klaar bent met het koppelen van de percelen drukt u op OK. 8. De taken zijn in het programma geïmporteerd en worden op de tab Farm (Bedrijf) en de tab Job (Taak) weergegeven. 9. Als de taak die u importeert een toepassing- of zaaitaak is die een artikel heeft dat niet exact overeenkomt met een artikel dat u hebt gedefinieerd, verschijnt het dialoogvenster Linker : supplies (Koppelaar: artikelen). Gebruik dit dialoogvenster om de artikelen van het bestand dat wordt geïmporteerd (getoond in de lijst Operation Resources (Hulpbronnen voor uitvoering)) te koppelen aan artikelen die al in de View software AFS View software handleiding 31

34 Taken importeren en bekijken gedefinieerd zijn (getoond in de lijst Desktop Resources (Hulpbronnen voor desktop)). Om een nieuw artikel aan te maken, klikt u op Create (Creëer): 10. Of, als u het artikel gekoppeld laat aan <Nieuw> en op OK klikt, vraagt het programma u een nieuw artikel te definiëren. Gebruik het dialoogvenster Supply Properties (Kenmerken artikel) om de gegevens van het artikel in te voeren, zoals de Units of Measure (Maateenheden) en andere informatie: 32 AFS View software handleiding

35 Taken importeren en bekijken Taken op de tab Kaart bekijken Nadat u taken in het programma hebt geïmporteerd, kunt u de bewerkingsdata, opbrengstkaarten, geleidingslijnen, perceelgrenzen en andere kaarten op de tab Map (Kaart) bekijken. U kunt ook de informatie die aan kaarten gekoppeld is bekijken op de tab Information (Informatie) onder aan het kaartscherm. Gebruik van de Map (Kaart) werkbalk Gebruik de symbolen op de werkbalk Map (Kaart) om de weergave van kaarten van uw percelen te veranderen. Klik op dit symbool... Selecteren Verschuiven Zoomen Inzoomen Uitzoomen Zoom laag Zoom alles Filter Printen Animatie Stop animatie om... objecten op de kaart te selecteren. U kunt items selecteren door erop te klikken en te slepen, of door eenmaal op een object te klikken. klik op en sleep de kaart om objecten te bekijken die momenteel niet op het scherm zichtbaar zijn. in of uit te zoomen; linksklik om in te zoomen, of rechtsklik om uit te zoomen. De kaart wordt gecentreerd rond het punt waar u klikt. U kunt ook klikken en slepen om op een gebied met een bepaalde grootte in te zoomen. in te zoomen zonder de kaart opnieuw te centreren. uit te zoomen zonder de kaart opnieuw te centreren. op de actieve laag in te zoomen. tot aan de uiteinden van alle getoonde lagen op de kaart te zoomen. oogstdata die wordt weergegeven te filteren. de momenteel weergegeven kaart af te drukken. een kaart weer te geven in de volgorde waarin die is aangemaakt/gereden. Wanneer u het animatie gereedschap selecteert, begint het programma de kaart op het scherm opnieuw te tekenen. Klik op het Stop animatie symbool om dit op elk gewenst moment te stoppen. Klik op de pijl omlaag om een optie te selecteren om het afspelen van de kaart sneller of langzamer te doen plaatsvinden. AFS View software handleiding 33

36 Taken importeren en bekijken Als een perceel een grens heeft die gekarteerd is, selecteert u de Client, Farm, of Field (Klant, Bedrijf, Perceel) in de mappenstructuur aan de linkerkant, om alle grenzen weer te geven die tijdens het uitvoeren van taken zijn gekarteerd. De grootte van de perceelgrens wordt onder de legenda weergegeven: Op de tab Map (Kaart) kunt u het volgende doen: Om de kaart van een taak te bekijken, gaat u op een van de volgende manieren te werk: Zoek de taak op de tab Farm (Bedrijf) en dubbelklik erop om de taak op de tab Map (Kaart) weer te geven. Op de tab Job (Taak) of Map (Kaart) selecteert u de kolom View (Bekijken). 34 AFS View software handleiding

37 Taken importeren en bekijken Afhankelijk van het type taak dat wordt getoond en de verzamelde data wordt er verschillende data bij de taak weergegeven. Selecteer de lagen tab onder op de tab Map (Kaart). In het deel Views (Weergaven) kunt u weergaven selecteren om de verschillende gegevens die bij de taak horen weer te geven. De legenda wordt automatisch bijgewerkt wanneer u een weergave selecteert: Voor op punten gebaseerde data, zoals opbrengstkaarten, hebt u in het deel Views (Weergaven) de keuze uit de weergaven Base Data (Basisgegevens) en Grid 50 ft Average (Raster 15 m gemiddeld). De Base Data is de ruwe puntdata; Grid 50 ft Average toont de data in een raster met afstanden van 15 meter, waarin telkens de gemiddelde data wordt weergegeven. Om de taak van het Map (Kaart) scherm te verwijderen, schakelt u het keuzevakje naast het perceel in de kolom View (Bekijken) van de tab Job (Taak) uit. AFS View software handleiding 35

38 Taken importeren en bekijken Om de data die bij de kaart hoort te bekijken, selecteert u een of meer items op de kaart en gaat u naar de tab Information (Informatie). Als er meerdere items geselecteerd zijn, toont deze tab de gemiddelde, minimum en maximum waarden: Om geleidingslijnen, of punt, lijn of vlak features te bekijken die bij de taak zijn aangemaakt, selecteert u de gewenste optie in de keuzelijst: 36 AFS View software handleiding

39 Taken importeren en bekijken Om informatie over een geleidingslijn te bekijken, selecteert u een lijn op de kaart en bekijkt u die op de Informatie tab: AFS View software handleiding 37

40 Taken wijzigen en beheren Taken wijzigen en beheren Een bestaande taak zoeken Op de tab Farm (Bedrijf) klikt u op + om de mappenstructuur van de klant te openen en naar de vastgelegde taak te navigeren. Op de tab Jobs (Taken) gebruikt u de sorteer- en filteropties om alleen de taken weer te geven die voldoen aan de criteria van de taak die u zoekt. Een taak wijzigen 1. Nadat u de gewenste taak hebt gevonden, gaat u op een van de volgende manieren te werk: Op de tab Farm (Bedrijf) rechtsklikt u op de taak en daarna selecteert u Properties (Eigenschappen). Op de tab Jobs (Taken) klikt u op Properties (Eigenschappen): 2. In het dialoogvenster Job Properties (Taakeigenschappen) verwijdert of wijzigt u de gewenste eigenschappen. Om een taak in zijn geheel te verwijderen, rechtsklikt u erop op het tabblad Farm (Bedrijf) of Job (Taak) en selecteert u Delete (Wissen). 38 AFS View software handleiding

41 Takenwijzigenenbeheren Gebruik van de tab Jobs (Taken) Wanneer u de tab Jobs (Taken) selecteert, worden alle taken die u in het programma hebt geïmporteerd weergegeven - elke taak op een afzonderlijke rij. De kolommen (zoals taak naam, datum, klant enz.) tonen de specifieke gegevens van elke taak. Op de tab Jobs (Taken) kunt u het volgende doen: De vermelde taken sorteren. Daarvoor selecteert u de gewenste kolomkop; klik bijvoorbeeld op Field (Perceel) om de taken op perceelnaam te sorteren. Om de volgorde van de taken te veranderen, klikt u nogmaals op de kolomkop. Als u bijvoorbeeld eenmaal op de kolom Date (Datum) klikt, worden de nieuwste taken bovenaan weergegeven; klikt u een tweede maal, dan staan de oudste taken bovenaan. Om een kolom breder of smaller te maken, beweegt u de cursor over de ruimte tussen de kolomkoppen tot die in een cursor met twee pijlen verandert. Houd vervolgens de linker muisknop ingedrukt en sleep met de muis naar links of rechts. Gebruik het filter om alleen bepaalde taken weer te geven. Alleen de taken van één klant, bedrijf of perceel tonen: a. Op de tab Farm (Bedrijf) klikt u op + naast het symbool van de klant of het bedrijf waarvan u de taken wilt weergeven. b. Selecteer het vakje Filter Jobs by Farm (Taken op bedrijf filteren) boven aan de tab Farm (Bedrijf) om alleen de taken van dat bedrijf op de tab Jobs (Taken) weer te geven. c. Als u het symbool van een specifiek perceel op de tab Farm (Bedrijf) selecteert, worden alleen de taken die op dat perceel zijn uitgevoerd op de tab Jobs (Taken) weergegeven. d. Om het filter uit te zetten, schakelt u het vakje bij Filter Jobs by Farm (Taken op bedrijf filteren) uit. Het programma toont dan weer alle taken van alle percelen op de tab Jobs (Taken). Om taken op een datumbereik te filteren, of op andere criteria, klikt u op Edit Filter (Filter bew.) op de tab Jobs (Taken) om het dialoogvenster Job Filter (Taakgegevensfilter) te openen. Selecteer het vakje van elke eigenschap die u aan het filter wilt toevoegen. U kunt de taken op diverse criteria filteren en daarna klikt u op OK om alleen de taken die aan de criteria voldoen weer te geven: Om de taken op een bepaald datumbereik te filteren, selecteert u het vakje Date Range (Tijdsvenster) en voert u de gewenste datums in de velden From (Van) en To (Tot) in. Om de taken op een van de andere criteria te filteren, selecteer u de keuzevakjes naast de gewenste eigenschappen en voert u de waarden in om op te filteren. Om criteria uit het takenfilter te verwijderen, schakelt u de desbetreffende keuzevakjes uit. Om het filter te wijzigen, klikt u op Edit Filter (Filter bew.) en brengt u de gewenste wijzigingen aan. AFS View software handleiding 39

42 Taken wijzigen en beheren Om het filter te verwijderen, klikt u op Clear Filter (Wis filter). NB Het is mogelijk een filter toe te passen waarmee er helemaal geen taken in de lijst worden weergegeven. Als de takenlijst leegt is, klikt u op Clear Filter (Wis filter) om weer alle taken te tonen. Om twee of meer verschillende taken van hetzelfde type, hetzelfde gewas en op hetzelfde perceel samen te voegen, selecteert u die taken op het tabblad Jobs (Taken) door de Ctrl toets ingedrukt te houden en klikt u daarna op Merge (Samenvoegen). De verschillende items in de takenlijst worden nu als één item weergegeven. Als u op de nieuwe taak rechtsklikt, verschijnt er een afzonderlijke kolom voor elke taak die is samengevoegd, alsmede een Total (Totaal) kolom. Om een taak te verwijderen, klikt u op Delete (Wissen). Nadat u een taak gewist hebt, kan die niet meer worden teruggehaald. Om de details van een taak te bekijken of te wijzigen, klikt u op Properties (Eigenschappen). Gebruik van het menu View (Toon) Gebruik het menu View (Toon) om de weergavevoorkeuren voor de tabs Farm (Bedrijf) en Input (Invoer) in te stellen. U kunt items zoals teruggetrokken percelen, machines, personen of artikelen weergeven of verbergen. Om een bepaald item weer te geven, selecteert u het in het View (Toon) menu; er verschijnt een vinkje naast de menoptie en een sterretje naast het item op de tab Farm (Bedrijf): Om een item te verbergen, selecteert u het opnieuw, waarna het vinkje verdwijnt. 40 AFS View software handleiding