Er zijn geen tekstuele wijzigingen of wijzigingen naar aanleiding van de besluitenlijst.

Transcriptie

1 AB 6 OKTOBER 2016 VPR/ Besluitenlijst van de 134 e vergadering van het Algemeen Bestuur van het Recreatieschap Voorne -Putten-Rozenburg op 30 juni 2016 Aanwezig: Dhr. F. Vermeulen (voorzitter, Provincie Zuid-Holland), dhr. P.D. Hofman (gemeente Hellevoetsluis), dhr. M. Hamerslag (gemeente Nissewaard), mevr. Y. de Groot (Brielle), dhr. C.J.A. van Lith (gemeente Hellevoetsluis), dhr. W. Rietveld (ambtenaar gemeente Rotterdam), mevr. P. Blok (gemeente Westvoorne), mevr. M. Oosterholt (ambtenaar gemeente Nissewaard), dhr. R. Feddema (ambtenaar provincie Zuid-Holland), dhr. G.J.A. Korte (adviseur Recron), mevr. N.E. Kösters (accountmanager, G.Z-H) en mevr. B.E.A. Smits-Muis (ambtelijk secretaris, G.Z-H). Afwezig: dhr. R.A.M. van der Sande (provincie Zuid-Holland), dhr. E.A. Struik (Waterschap Hollandse Delta), dhr. B.J. Eerdmans (gemeente Rotterdam), dhr. A.L.H. Visser (gemeente Rotterdam), dhr. J.W. Mijnans (gemeente Nissewaard), Dhr. W.A. Sjoukes (gemeente Westvoorne), dhr. D.A. Verbeek (gemeente Brielle) Datum vergadering 30 juni 2016 Plaats Hellevoetsluis Nr. Agendapunt Besluit 1. Opening De heer Vermeulen opent de vergadering om 11:10 uur en verwelkomt de aanwezigen. De voorzitter verzoekt de bestuursleden zich bij verhindering, voorafgaand aan de vergadering tijdig af te melden bij de ambtelijk secretaris, in verband met inzicht in het te behalen quorum. Naar aanleiding van de agenda merkt de voorzitter op dat punt zes doorgeschoven zal worden naar de vergadering van 6 oktober a.s.. Mevr. De Groot verzoekt de ambtelijk secretaris de stukken voortaan geprint per post toe te zenden. 2. Vaststellen besluitenlijst 3 december Ingekomen stukken en schriftelijke mededelingen Er zijn geen tekstuele wijzigingen of wijzigingen naar aanleiding van de besluitenlijst. Besloten wordt de besluitenlijst ongewijzigd vast te stellen. Mevr. Kösters wijst op het meegebrachte informatiepaneel en meldt dat er een campagne tegen zwerfafval is gestart bij het Brielse Meer. Bezoekers worden met flyers en bebording attent gemaakt op de regels omtrent het weggooien van afval. Er worden gedurende een periode biologisch afbreekbare plastic afvalzakken uitgedeeld om bezoekers te stimuleren het afval weg te gooien. Mevr. De Groot vraagt of de bestaande afvalbakken ook extra geleegd worden? Mevr. Kösters antwoordt dat dit geen onderdeel is van de campagne, dat de capaciteit van de bakken niet zozeer een probleem vormt maar het gedrag omtrent afval. De gemeente Brielle blijkt ook extra te willen handhaven op het afvalbeleid. Gevraagd wordt om evaluatie na afloop van dit project. - Ingekomen stuk 1, Vraag om reflectie op hoofdlijnen van de overeenkomst tussen Staatsbosbeheer Provincie Zuid-Holland inzake G.Z-H, voor kennisgeving aan te nemen; - Ingekomen stuk 2, Overeenkomst Provincie-Staatsbosbeheer inzake overdracht G.Z-H; Toezending Nota van Beantwoording op de ontvangen reflecties, voor kennisgeving aan te nemen; - Ingekomen stuk 3 a. Gezamenlijke uitgangspunten en procesafspraken voor het vormgeven van de 1

2 transities van de recreatieschappen in Zuid-Holland, voor kennisgeving aan te nemen b. Integrale planning transitieprocessen, voor kennisgeving aan te nemen - Ingekomen stuk 4 Voorgenomen opheffing Koepelschap Buitenstedelijk Groen, voor kennisgeving aan te nemen en te betrekken bij agendapunt 4; - Ingekomen stuk 5 Verzoek om reflectie op de overeenkomst tussen Provincie Zuid-Holland en Staatsbosbeheer inzake overdracht G.Z-H-personeel, voor kennisgeving aan te nemen; - Ingekomen stuk 6 Zienswijze Provinciale Staten op de begroting 2017 inclusief meerjarenramingen van de Natuur en Recreatieschappen, Koepelschap en het Parkschap De Biesbosch, voor kennisgeving aan te nemen; - Uitgaand stuk 7 Reflectie op de hoofdlijnen van de overeenkomst tussen Provincie Zuid-Holland en Staatsbosbeheer inzake overdracht G.Z-H personeel. 4. Toekomst recreatieschap VPR Inleidende presentatie alvorens de stukken aan de orde komen De voorzitter geeft aan dat het agendapunt bedoeld is het Algemeen Bestuur nu al mee te nemen in het proces rondom de toekomst van het recreatieschap, voorafgaand aan de definitieve besluitvorming later dit jaar. Vanuit de ambtelijke werkgroep zal mevr. Oosterholt een presentatie geven over de laatste stand van zaken omtrent de toekomst van het schap, maar ook omtrent de financieringsovereenkomst met de provincie Zuid-Holland en de te sluiten driepartijenovereenkomst met Staatsbosbeheer en de provincie (zie agendapunten 5 en 6). De voorzitter geeft het woord aan dhr. Hofman, bestuurlijk trekker van de werkgroep, die een korte weergave van het doorlopen proces tot nu toe geeft: er is opdracht verstrekt aan Royal HaskoningDHV door de vier gezamenlijke gemeenten voor vervolgonderzoek naar de gevolgen van de uittreding van de provincie, zowel voor het schap als voor de individuele deelnemers. Daarnaast zijn er gesprekken gevoerd met gemeente Rotterdam over hun voorgenomen uittreden uit het schap. Op dit onderdeel hebben de partijen constructief samengewerkt om te komen tot een oplossing, namelijk dat gemeente Rotterdam haar verantwoordelijkheid voor groen en recreatie met name aan de noordkant van de stad zal vervullen en dat in de nog te sluiten financieringsovereenkomst met de provincie afspraken zullen worden gemaakt over hoe de provincie de wegvallende deelnemersbijdrage van Rotterdam aan het schap zal compenseren. De definitieve besluitvorming zal naar alle waarschijnlijkheid in het najaar van 2016 plaatsvinden. Om tot definitieve besluitvorming te komen zullen er nog enkele zaken moeten worden uitgewerkt, maar de intentie om met de vier gezamenlijke gemeenten tot een oplossing te komen, is er. De voorzitter geeft mevr. Oosterholt het woord voor de inleidende presentatie. Mevr. Oosterholt geeft namens de ambtelijke werkgroep een toelichting op de lopende trajecten, te weten: 1. De opheffing van het Koepelschap Buitenstedelijk Groen 2. De toekomst van het recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg en de positie van gemeente Rotterdam en Provincie Zuid-Holland in dezen 3. Vormgeving van de nieuwe samenwerking van de vier deelnemende gemeenten Parallel aan deze processen loopt de transitie van G. Z-H naar Staatsbosbeheer, wat betekent dat het schap tot een nieuwe dienstverleningsovereenkomst moet komen met Staatsbosbeheer. Het voorstel hiervoor is een driepartijenovereenkomst tussen het schap, Staatsbosbeheer en de provincie Zuid-Holland. De presentatie zoals gehouden door mevr. Oosterholt is als bijlage toegevoegd bij de besluitenlijst. Onderstaande is het verslag van de bespreking naar aanleiding van de presentatie. 2

3 1. Koepelschap Buitenstedelijk Groen Mevr. Oosterholt licht toe dat besluitvorming over de opheffing van het Koepelschap per 2018 op 6 juli aanstaande voorligt in het Algemeen Bestuur van het Koepelschap, waarna besluitvorming plaats zal moeten vinden in alle deelnemende gemeenten. Daarnaast zullen alle gemeenschappelijke regelingen met deelnemers in het Koepelschap de gemeenschappelijke regeling met betrekking tot de onderlinge financiële verhoudingen aan moeten passen. Besluitvorming in de deelnemende gemeenten is voorzien in het najaar 2016, zodat vanaf 2017 de liquidatie ingezet kan worden. Voor het besluit tot opheffing is unanimiteit nodig. Dhr. Lith vraagt naar aanleiding hiervan naar een inschatting van de uitkomst van de besluitvorming. Mevr. Oosterholt licht toe dat niet met zekerheid gezegd kan worden hoe de besluitvorming zal verlopen. Wel is tot nu toe geprobeerd de zich voordoende risico s te beperken. Gemeente Capelle aan den IJssel vormde in een eerder stadium een mogelijk risico aangezien zij de door de opheffing van het Koepelschap vrij te vallen middelen van niet voornemens is beschikbaar te houden voor het collectief. De provincie heeft hierin een individuele oplossing weten te treffen waardoor de middelen de facto toch beschikbaar blijven voor het systeem. Daarnaast zullen alle deelnemers in het Koepelschap na opheffing door de provincie gecompenseerd worden voor de mutaties die als gevolg van de opheffing plaatsvinden. Ten slotte, om het risico op verdeeldheid (geen unanimiteit) te beperken is in het opheffingsbesluit opgenomen dat wanneer er geen unaniem besluit voor opheffing genomen kan worden, de deelnemers die reeds positief hebben besloten tot opheffing in dat geval uittreden uit het Koepelschap Buitenstedelijk Groen. 2. Toekomst VPR Voorliggend voorstel is dat de vier gemeenten na uittreding van de provincie en gemeente Rotterdam een nieuwe samenwerkingsvorm zullen aangaan waardoor de gemeenschappelijke regeling Voorne-Putten-Rozenburg in stand wordt gehouden. Voorafgaand aan de besluitvorming hierover zal gemeente Rotterdam moeten besluiten per 1 januari 2018 uit te treden uit het schap en zal daarbij worden besloten over de mogelijke overdracht van de Landtong Rozenburg. Besluitvorming hierover is voorzien in het najaar van Dit valt samen met de besluitvorming over de opheffing van het Koepelschap en de toekomst van het schap Voorne-Putten-Rozenburg, zodat de deelnemers in staat worden gesteld in één keer te beslissen over de toekomst van het recreatiestelsel. In samenhang hiermee worden afspraken gemaakt met de provincie over de toekomstige financiering van het schap na uittreding van de provincie (financieringsovereenkomst) en worden afspraken gemaakt over de toekomstige dienstverlening aan het schap (driepartijenovereenkomst met provincie en Staatsbosbeheer). Naar verwachting zullen deze beide overeenkomsten voor definitieve besluitvorming voorliggen in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 6 oktober aanstaande. Bij de stukken is een brief aan de provincie Zuid-Holland gevoegd waarin haar verzocht wordt de datum van uittreding te verplaatsen van 1 januari 2017 naar 1 januari Als de processen en besluitvorming verlopen zoals nu voorzien zal er in de vergadering van december kunnen worden teruggekoppeld over de besluitvorming bij de huidige deelnemers en zal de nieuwe situatie ingaan per 1 januari Dhr. Rietveld licht naar aanleiding van bovenstaande toe dat er gestreefd wordt afstemming te bereiken met de provincie Zuid- Holland over de datum van uittreding van gemeente Rotterdam. Belangrijke voorwaarde is dat beide partijen zich bereid tonen er financieel goed uit te komen. 3. Vormgeving van nieuwe samenwerking vier deelnemende gemeenten Parallel aan bovenstaande processen van afbouw en uittreding zijn de vier gemeenten nu aan het onderzoeken hoe zij vanaf 2018 de samenwerking vorm kunnen geven. In het komende jaar zal onderzoek en besluitvorming moeten plaatsvinden over de taken, governance en financiering in de nieuwe situatie. Het onderzoek wordt getrokken door dhr. De Bruijn van het Strategisch Programmabureau. Alle vier de gemeenten zullen afzonderlijk moeten besluiten over de nieuwe samenwerking, die mogelijk ook een wijziging van de gemeenschappelijke regeling tot gevolg heeft. Vanaf 2018 ontstaat er, door de uittreding 3

4 van de provincie en gemeente Rotterdam, een nieuwe situatie en in datzelfde jaar zal er een besluit over de dienstverlening aan het schap na 2018 genomen moeten worden, gezien de in 2018 aflopende overeenkomst met Staatsbosbeheer en de provincie Zuid-Holland. Mevr. De Groot vraagt zich af of er al is nagedacht over hoe de vertegenwoordiging van de deelnemers in het bestuur in de toekomst vorm zal krijgen. Dhr. Hofman antwoordt dat dit onderwerp van gesprek is in het portefeuillehoudersoverleg en dat het nadrukkelijk een opdracht is voor het Strategisch Programmabureau dit mee te nemen voor de toekomstige samenwerking. Het is van belang dat individuele gemeenten nadenken over hoe zij de vertegenwoordiging willen vormgeven. Dit zal echter ook afhankelijk zijn van de nog te beleggen taken bij gemeenten. Wat betreft het vervolgproces merkt mevr. Oosterholt op dat de eerder geformuleerde opdrachten voor de ambtelijke werkgroep zijn afgerond. Het voorstel dat nu voorligt, is dat de ambtelijke werkgroep de processen rondom de financieringsovereenkomst en de driepartijenovereenkomst verder af zal ronden en de besluitvorming hierover in de vergadering van 6 oktober zal voorbereiden. Daarnaast zal de ambtelijke werkgroep zich bezig houden met een voorstel voor uittreding van de gemeente Rotterdam en een voorstel voor wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling per 1 januari 2018, waarin de ontwikkelingen met betrekking tot uittreding van de deelnemers Rotterdam en provincie en de opheffing van het Koepelschap zijn verwerkt. Tot slot wordt door mevr. De Groot opgemerkt dat het van belang is na te denken over hoe de deelnemers van het schap geïnformeerd worden over de lopende processen. Vanuit de gemeenteraad van Brielle komt het signaal dat zij graag op de hoogte gehouden willen worden van het proces en de tijdspaden omtrent besluitvorming. Dhr. Hofman vult hierop aan dat bij het informeren van de raden rekening gehouden moet worden met de specifieke situatie van het schap, maar ook het perspectief op het grotere geheel op het natuur- en recreatieterrein in de provincie. De voorzitter stelt voor dat de ambtelijke werkgroep nadenkt over een manier waarop de raden geïnformeerd kunnen worden. Opgemerkt wordt dat aan de besluitvorming moet worden toegevoegd het vaststellen van de concept brief aan het Koepelschap. 1. Het Algemeen Bestuur van VPR heeft kennis genomen van: a. het besluit tot uittreding uit de gemeenschappelijke regeling van de Provincie Zuid-Holland per ; b. de inzet van de gemeente Rotterdam t.a.v. hun positie in relatie tot de recre atieschappen en het Koepelschap zoals verwoord in de brief van het college aan de raad d.d. 11 mei 2016 (kenmerk; bs 16/ bb34500); c. het voornemen van de colleges van Brielle, Hellevoetsluis, Nissewaard en Westvoorne om onder voorbehoud van besluitvorming in de gemeenteraden van de betreffende gemeenten de samenwerking in het kader van de gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Voorne -Putten Rozenburg voort te zetten en verder te ontwikkelen; d. het voorstel tot opheffing van het Koepelschap Buitenstedelijk Groen; e. het voorstel van de Provincie Zuid-Holland om in plaats van het opleggen van een uittreedsom, te komen tot een financieringsovereenkomst tussen Provincie en Recreatieschap VPR; f. het voorstel van Provincie en Staatsbosbeheer om te komen tot een driepartijen overeenkomst, waarbij de uitvoering van het beheer in de jaren 2017 en 2018 in samenwerking met Staatsbosbeheer zal plaatsvinden. 4

5 2. Met deze informatie en het bijgevoegd memo Toekomst recreatieschap VPR, dit memo vast te stellen. En op basis daarvan het volgende voorstel aan de deelnemers van het Recreatieschap Voorne -Putten Rozenburg voor te leggen: Voorstel aan de deelnemers: a. Kennis te nemen van de memo Toekomst recreatieschap VPR waarin de deelnemers worden geïnformeerd over de actuele ontwikkelingen en de overwegingen van het Algemeen Bestuur daarbij; b. In te stemmen met het continueren van de gemeenschappelijke regeling met alleen de gemeenten Brielle, Hellevoetsluis, Nissewaard en Westvoorne; c. Kennis te nemen dat de Gemeenschappelijke Regeling van het schap aanpassing behoeft aan de actuele ontwikkelingen, waaronder de uittreding van de Provincie Zuid-Holland, de voorgenomen uittreding van Rotterdam en het neutraliseren van de financiële effecten van opheffing van het Koepelschap Buitenstedelijk Groen; d. het Algemeen Bestuur te verzoeken hiertoe in 2017 een concreet wijzigingsvoorstel van de Gemeenschappelijke Regeling aan de deelnemers voor te leggen; 3. Vastgesteld de brief aan Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten van Zuid-Holland met het verzoek om de uittreding van de Provincie op te schorten tot , met het oog op de besluitvorming onder punt 3 en de benodigde uitwerkingen zoals genoemd onder punt 5; 4. Vastgesteld de brief aan het Dagelijks Bestuur van het Koepelschap Buitenstedelijk Groen met daarin de reactie op het concept-opheffingsbesluit dd. 18 april 2016; 5. Besloten om de ambtelijke werkgroep op te dragen om op basis van de memo Toekomst recreatieschap VPR de volgende zaken verder uit te werken ten behoeve van besluitvorming door het AB na de zomer - onder voorbehoud van besluitvorming door de deelnemers t.a.v. punt 3: a. De financieringsovereenkomst met Provincie Zuid-Holland inzake de jaarlijkse begrotingssubsidie aan het schap en de uittreding van de Provincie uit de GR VPR; b. De driepartijen overeenkomst met Provincie Zuid-Holland en Staatsbosbeheer inzake de dienstverlening aan het schap voor 2017 en 2018; c. Een voorstel m.b.t. uittreding van de gemeente Rotterdam; d. Een voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling per waarin alle ontwikkelingen zijn verwerkt. 5. Financieringsovereenkomst PZH-VPR Verwezen wordt naar de gevoerde discussie bij agendapunt 4. Het Algemeen Bestuur heeft: - Kennis genomen van de brief met bijlagen van de provincie Zuid-Holland over Financieringsovereenkomst recreatiebeheer Voorne-Putten Rozenburg met kenmerk PZH (DOS ); - Het concept financieringsovereenkomst besproken en de ambtelijke werkgroep opdracht gegeven om deze nader uit te werken en na de zomer ter besluitvorming voor te leggen aan het bestuur; 5

6 - Besloten om onder nadrukkelijke voorwaarden een in beginsel positieve reactie te geven op het verzoek van de provincie of het schap bereid is tot het sluiten van een dergelijke overeenkomst voor de financiering van de provincie aan het schap. Dit onder voorbehoud van nadere uitwerking van de afspraken waarbij o.a. een langjarige garantie wordt afgegeven voor deze financiële bijdragen. Voorstel is deze reactie toe te voegen aan de brief aan de provincie waarin het schap de provincie verzoekt om de uittreding uit te stellen naar Driepartijenovereenkomst Besloten wordt dit agendapunt aan te houden tot de volgende vergadering op 6 oktober Jaarstukken 2015 Er zijn geen opmerkingen bij de jaarstukken De jaarstukken 2015 van het Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg vast te stellen; - het positieve resultaat over 2015 op vast te stellen en toe te voegen aan de Algemene Reserve om vervolgens: Een bedrag van toe te voegen aan de investeringsreserve; - de besluiten waar relevant in de 2e begrotingswijziging 2016 te verwerken e begrotingswijziging 2016 Er zijn geen opmerkingen bij de 2 e begrotingswijziging Goedkeuring te verlenen voor de 2e begrotingswijziging 2016 en het nadelige exploitatiesaldo van te onttrekken uit de Algemene Reserve; - Goedkeuring verlenen om het nadelige exploitatiesaldo van te onttrekken uit de Algemene Reserve; 9. Programmabegroting 2017 Mevr. De Groot merkt op dat handhaving een blijvend aandachtspunt moet zijn voor het schap en daarmee ook in de begroting. Dhr. Hofman zegt dat handhaving ook in de toekomst een belangrijk aandachtspunt is, met name hoe het in de nieuwe samenwerkingsvorm geregeld zal gaan worden. In de toekomst worden de deelnemers van het schap naar verwachting zelf verantwoordelijk, terwijl handhaving een grensoverschrijdende opgave is. Dit behoeft aandacht in de toekomstplannen. Er zijn verder geen opmerkingen bij de programmabegroting Goedkeuring te verlenen voor de concept-programmabegroting 2017 met een deelnemersbijdrage van vast te stellen; - Kennis te nemen van de bijbehorende meerjarenraming van Natuur- en Recreatieschap Voorne- Putten-Rozenburg. 10. Aanbesteding accountant Mevr. De Groot vraagt of de benoeming van een nieuwe accountant ook geldt voor de nieuwe situatie van het schap? Mevr. Kösters antwoordt dat daar in dit stadium nog geen besluit over kan worden genomen. Wat wel belangrijk is, is dat Staatsbosbeheer (beoogd nieuwe dienstverlener van het schap in 2017 en 2018) akkoord is met de benoeming van een nieuwe accountant en dat dit niet dezelfde partij hoeft te zijn als waar Staatsbosbeheer mee werkt. Het staat alle natuur- en recreatieschappen vrij een eigen accountant te benoemen. Bij voorkeur benoemen alle natuur- en recreatieschappen dezelfde accountant. 6

7 - Goedkeuring te verlenen om een, voor alle schappen waaronder Voorne -Putten-Rozenburg, Europees aanbestedingstraject in gang te zetten voor de benoeming van de accountant; - de met de aanbesteding samenhangende eenmalige lasten van 3000,- te dekken uit de Algemene Reserve; - er kennis van te nemen dat de definitieve benoeming van de accountant naar verwachting in september 2016 door het Algemeen Bestuur zal plaatsvinden; - hiertoe een extra vergadering van het Algemeen Bestuur te beleggen. 11. Grondbeleid: de nota Grondbeleid 2016 (t.k.n.) - Kennis te nemen van de nota Grondbeleid Rondvraag en sluiting Er zijn geen opmerkingen of mededelingen voor de rondvraag. De voorzitter dankt alle aanwezigen voor hun komst en inbreng en niets meer aan de orde zijnde, sluit hij de vergadering om 12:05 uur. Aldus vastgesteld in de vergadering van 6 oktober 2016 te Hellevoetsluis, de secretaris, dhr. P.D. Hofman de voorzitter, dhr. F. Vermeulen 7