Itaad. vanstate. AtilcJ ing bcsturrr:sr:cclr f spra;rk. W.J. VAN SIJL Walkade DR IJSSELSTEIN UT /1/H2.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Itaad. vanstate. AtilcJ ing bcsturrr:sr:cclr f spra;rk. W.J. VAN SIJL Walkade DR IJSSELSTEIN UT /1/H2."

Arthur Dekker
5 jaren geleden
Aantal bezoeken:

2 Itaad vanstate AtilcJ ing bcsturrr:sr:cclr f spra;rk Betreft:STICHTING BOOGBRUG VIANEN W.J. VAN SIJL Walkade DR IJSSELSTEIN UT 27 juni 2OO /1/H2 BOOGBRUG/OCW MONUMENTEN Dchmdclcnd arrbrcraar l. Treuren Hierbij ontvangtu ter informatie kopiedn van stukkendie in de bovenvermelde zaak zijn binnengekomen. Over de verderebehandeling van deze zaak ontvangtu nader bericht. Hoogachtend, de Secretaris van de Raad van State, voor deze, r {5A1) Postbus 2t) EA \-Gravenhage -T {) F 070 3(, www-raadvanstatc.nl llii corrfsd('r(lcdric dc d;rnrnr cd hct nurnnrcr r'.rrr dcze briefverrrrel.l.'rr

3 Broederplein CD Zeist Postbus BA Z ist + I.-1 Raad van State Afdeling bestuursrechtspraalr Postbus LA 's-gra\enf{age uw brieflkotmcrk 2 un 2005 procedutenummer: / 1 /H2 RIlKsDlENsr ors rt mmer BIZ voor DE MONUMENTENZoRG behandeld door A.H.M Peters ( s) \" olo.69832tl I o:o.ee rr e info@hoiumeitei,o,r.nl I F*..rto.u-e. Raboba nk te,, o,e. i r I RAAD v.aht STATE- I _z ZAAK[IR. TNGEKOMEN 7 iun 2oo5 I llil\i: H4-1Cer4.{C"$ BEHANDEI-D: DD: PAR: l onderwerp het beroep van Boogbrug/OcW monumenten bijlage ja d{tum 2 7 lllm eoot Bij brief van 5 mei 2005 heeft Stichting Boogbng Vianen, Valkade 15 te IJsselstein (verder te noemen eiser) hoger beroep ineesteld. Eiset stelt hoger beroep in tegen de uitsptaat van de rechtbank te Utecht yat 23 r:natt 2005, vetzonden 25 maart 2005, procedwenummer SBR 04 / 2849 BESLU AZ G1 9, waarbij het beroep tegen de beslissing op bezwaarschrift van 20 september 2004, kenmetk CFI/ BGS-2004/ , ongegrond is verklaard. Bij bedoelde beslissiog op bezwaar is het bezwaarschrift van eiser tegen het niet-aanrpijzen van l-.,^^ ^l:--,1^ Ys/- -,--1,^^-^L--- ^--^- -1 L::.7-1-L L)cscric[rrlcr rrtonumenl op gfoncl van de Monumentenwet 1988 niet-ontvankelijk verklaard, omdat de in de statuten van eise! neergelegde doelstelling zich uitsluitend richt op het behouden.i,an de boogbrug over de dvier de kk bij Vianen. Het behartigen van de belangen van de verkeersbrug over de Waal bij Zaltbommel is niet een doelstelling waar eiser, gezieo haar doelstelling zich in het bijzonder op richt. Het gestelde in het hoger betoepschrift geeft mij geen aanleiding terug te komen op mijn standpuflt. Dit standpr.rnt bjijkt uit het advies van de voorzitter varr de Comrnissie voor de bezwaarschriften OCSZ d.d. 3 september 2004, met i.achtneming waarvan de bestreden beslissing op bezwaar var, 20 september 2004, kenmerk CFI/ BGS-2004/ M is genomen. Tevens wil ik voot wat betreft rniin standpunt velwijzen naar mijn verweerschrift onder kenrnerkblz/2004/300 d.d- 2 december 2004 aan de rechtbank Lrtrecht, naar rnijn pleitnota ten behoeve rao de zitring bij de rechtbanl< te Utrecht d.d. 23 februai 2005, zaakm 04/2t49 alsmede de uitspraak van de rechtbank Utrecht dd. van 23 maatt 2005, vexzonden 25 maart Ik handhaaf mijn oordeel dat eiser terecht niet ontvanlielijk is verklaard h zijn bezwaar en dat eiser dethalve in zijn hoger beroep tegen de bestreden uitspraak van de rechtban\ waarbij de aangevallen uitspraali is bevestigd, ongegrond dient te v'orden verklaatd.

4 RrJKsDrENsr voo R DE MoNUM!NTENzoRG VewoJg inventarisliist proceduremrrr'm ex: Bladzljde : 2 Ter aanvr:.lling wil ik het volgende nog opmetken. Het primaire besluit, dat dateert van 13 mei 2004, kenmerk RNP , inhoudende de afir.ijzing van het verzoeli van eiser in het kader van art.ikel 3 r'an de Monumentenwet 1988 tot het aann'iizen als beschermd monument van de vm. verkeersbrug bij Zaltbomrnel besteedt in de besluitrnotivering geen aandacht aan de ontvankelijkheid van eiser- In mijn verweer van 2 december 2004 heb ik een verklaring gegeven voor deze omstandigheid. Op de zittlng bij de rechtbank is ondente4) \,an discussie geweest in hoevere de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (verder RDM4 zelf een verklaring jegens eiser heeft doen uitgaan op gtond waarvan bij eiser verwachtingen zijn gewekt dat zij ofltvaokeliik zou v/orden verklaard bij een eventuele aarwraag terzake de brug bij Zaltbommel. Tijdens de zitting varr de rechtbaol wetd daarbij verwezen naat uidatingen van de heet Niiho{ werkzaam bij de RDMZ. Op de zitting werd de gemachtigde namens de staatssecretaris daarmee enigszins vefrast zodat mijnerzijds tijdens de zitting geen sluitende verklarhg voor deze bewering kon worden gegeven. Aangezien eiser weffnin een schriftelijk bewijs varr een toezeg!'ing door de RDMZ op dit punt koo overleggen, bleef de stelling onbewezen. Na afloop van de zining ben ik nagegaan urat zich ten aanzien van het onderzoek naar de ontvankeliikheid had voorgedaan. Daarbij is mij gebleken dat in juli 2002 inderdaad de doelstelling uit de statuten van eiser aan de RDMZ is voorgelegd met de vraag of dit voldoende rrras om een aanvraag in te dienen voor de verkeetsbrug bij Zaltbommel. Het inteme antwoord luidde destijds &t de doelstelling in elli geval ldopte en dat de statuten in orde leken. Dit is opg \'at als een positief bedcht voor eiser en dhr Nijhof heeft zulks telefonisch aan eiset in bevestigende zin bericht. Uit een analyse achtetaf komt naat voren dat bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg enige onduidelijkheid bestond of de aarvraag tot bescherming geacht kon worden bjnnen de dnclqtellino te rrallc.lf nr;mrf h;-,1-6,1e,-l^-1^*"^l;;.;--.-,]---ii.l. -_, -_,*-..-, ----;il" -- ^- het momerit varr ontvangst vart het bescherningsverzoek nog onvoldoende vast stond of de door verzoeker aangevoerde verbondenheid met de uitvoeriag van het Rijkswegenplao 1927 hdetdaad aanwezig was en hoe sterk die band qzas. Et is het voordeel van de twijfel toegepasr Een ander gwolg van de lopeode procedure waar ik de aandacht op v'il vestigen is de wens van Riikswaterstaat om de brug te mogen slopen. Daarvoor was irt de periode vootafgaande aan de zgn. voorbescherming o.g.v. artikel 5 van de Monumentenrvet 1988, al een sloopvergunnhg verkregen en een aannemer had in april 2005 de op&acht met de sloopwerkzaamheden aan te valgen. Dit voomemen is door de huidige actie van eiset doorkmisl Overeenlomstig het advies vaa de RDMZ heeft Rijkswater:staat een monumemenvergunning aangevraagd om de oude verkeersbrug te mogen slopen. De RDMZ heeft ingevolge de daarbij gddende procedure op 7 juni 2005 advies uitgebracht aan de twee beuoklien colleges van burgemeester en wedtouders. tespectievelijk Zaltbommel en Neerijnen. De Ministet van verkeer cn Vaterstaat heeft zich in dat verband bij schrijven van 20 mei 2005 aangemeld als belanghebbende partij bij de onder"werpelijke ptocedure en recent bij briefvan 20 juni 2005 ook zijn zienswijze aan Uw college doen toekomen. Ik lreb de stuklien opgenomen in de inventarislijst (r'ana{ m. 22) bij dit venveerschrift als aaovulling op hetgeen in het dossier naar de rechtbank aan de orde is geweesr. Ik geef u in over-w-eging het hoger beroepschrift ongegrond te verklaren.

5 t, Rllxsortxsr \roor DE Mo^-uMENTlNzoRG a \ren'olg inventarislijst procedwenumm ex: Bla&ijde :3 De op de zaali betrekking hebbende stuliken alsmede een inventarislijst treft u hierbij in t-veevoud aan. r;.'sffkj{"",,

Vergelijkbare documenten

Raad. vailstate. At(lcliu S bcstlnrrsrcchtsp:::r.rk VIANEN. Betreft : STICHTINGBOOGBRUG. W.J. VAN SIJL Walkade 15 3401 DR IJSSELSTEIN UT

Raad. vailstate. At(lcliu S bcstlnrrsrcchtsp:::r.rk VIANEN. Betreft : STICHTINGBOOGBRUG. W.J. VAN SIJL Walkade 15 3401 DR IJSSELSTEIN UT Raad vailstate At(lcliu S bcstlnrrsrcchtsp:::r.rk Betreft : STICHTINGBOOGBRUG VIANEN W.J. VAN SIJL Walkade 15 3401 DR IJSSELSTEIN UT Datunl 21 juni 20Ob 200503986/1/H2 Ondcnrc4) BOOGBRUG/OCW MONUM ENTEN