PROJECTOPROEP Overheidssteun aan circulaire economie

Transcriptie

1 PROJECTOPROEP Overheidssteun aan circulaire economie ADMINISTRATIEVE VOORWAARDEN EN VERPLICHTINGEN Een Initiatief van Céline Fremault, Minister van Leefmilieu en van Didier Gosuin, Minister van Economie en Tewerkstelling

2 1. In aanmerking komende uitgaven en financiële steun De geselecteerde projecten kunnen een financiële steun krijgen voor een periode van 12 of van 24 maanden conform de volgende regels: Financiële steun Ten minste Ten hoogste Voor de projecten Be Circular maanden Voor de projecten Circulaire Bouwen maanden Voor de projecten Impact maanden Duur Opgelet: bij projecten die door verschillende partners worden beheerd, gelden deze maximumbedragen per project en niet per partner. Voor alle projecten Verder zullen de geselecteerde projecten eveneens de volgende dienstverlening genieten: ondersteuning, op verzoek, door alle diensten van het Gewest die ondernemingen steunen (overheidssteun, financiering, businessplan, milieukwesties, bouw- en milieuvergunningen, analyse van de strategische, technologische of concurrentiële positionering van een project...) met als doelstelling de zaken te vereenvoudigen voor de betrokken ondernemingen; uw succesvolle project promoten via communicatiecampagnes, seminaries, brochures, enz. Voor sociale bedrijven Het plafond wordt vermeerderd met 10% voor de sociale ondernemingen bij het vaststellen van synergieën tussen de dynamieken van circulaire en sociale economie (zie punt 2.3 Nieuwe economische modellen van het GPCE). De projectoproep concretiseert het verband dat in het GPCE wordt gelegd tussen circulaire en sociale economie. In het GPCE wordt immers het belang geïdentificeerd van het creëren van de synergieën tussen schragende economische modellen voor de 21 e eeuw. Het SolidR-label identificeert de sociale ondernemingen die actief zijn in de circulaire economie in Brussel en die naar een erkenning streven van hun specifieke missie. Het is het bewijs van het statuut van sociale onderneming. Een sociale onderneming die zich kandidaat stelt in het kader van de projectoproep en gebruik wenst te maken van de voorkeurpercentages qua subsidiëring, moet voldoen aan onderstaande criteria als ze dit label niet bezit. Een sociale onderneming kan elke vereniging of onderneming zijn die een economisch project uitvoert en daarin een sociaal doel en een democratische en participatieve beheermethode in de praktijk brengt, rekening houdend met de EMES-principes die de sociale ondernemingen kenmerken 1 : 1. Economische en ondernemerskenmerken: de onderneming moet een voortdurende activiteit inzake de productie van goederen en/of diensten ontplooien die haar in staat stellen een aanzienlijk economisch risico te nemen alsook te zorgen voor een minimaal aantal bezoldigde betrekkingen, waaronder betrekkingen voor Doelgroepen. 2. Sociale kenmerken: de onderneming moet in haar oprichtingsstatuten een expliciete maatschappelijke doelstelling met betrekking tot de activiteiten en/of diensten opnemen en ze moet 1 Jacques Defourny en Marthe Nyssens (2013), De EMES-benadering van de sociale onderneming in een vergelijkend perspectief, EMES European Research Network, Working Papers Series, nr. 13/02. Deze principes liggen dicht bij degene die zijn opgenomen in artikel 3 van de ordonnantie met betrekking tot de sociale economie van 26 april 2012 (namelijk 1 oogmerk van dienstverlening aan de gemeenschap of aan de leden, in plaats van een winstoogmerk; 2 zelfbeheer; 3 democratische besluitvorming; 4 voorrang aan personen en arbeid boven het kapitaal bij verdeling van de opbrengsten). Projectoproep «be Circular be Brussels» 2016 Versie van 27 februari 2019 blz. 2

3 een aanzienlijk deel van haar opbrengsten aan deze doelstelling wijden. 3. Kenmerken inzake beheer: de onderneming moet beschikken over een voldoende hoge graad van autonomie, zowel om een intern beslissingsproces te verzekeren dat niet gebaseerd is op de eigendom van het kapitaal en de economische en financiële middelen, als om een participatieve dynamiek te promoten waaraan de verschillende partijen die bij de activiteit en/of dienst zijn betrokken, deelnemen. Een kandidaat-onderneming kan bijvoorbeeld aan de hand van haar lidmaatschap van een federatie voor sociale economie of van de NVK aantonen dat ze aan deze criteria voldoet. 2. In aanmerking komende uitgaven Elke projectdrager kan een project met verschillende types van uitgaven voorstellen: Soort in aanmerking komende uitgaven Subsidiegraad van de in aanmerking komende uitgaven Be Circular Circulaire gebouwen Impact + Werkingskosten 100% Personeelskosten /VTE Kosten m.b.t. onderaanneming 50% Investeringskosten 50% Een precieze beschrijving van de uitgaven moet in de tabel "bijlage BegrotingHR" verstrekt worden. Opgelet: bij een project dat door verschillende partners wordt gedragen, moet de projectcoördinator de tab Budget coördinator in de tabel invullen en moet elke partner zijn eigen tab Budget PP invullen. De tab Budget Partnerschap wordt automatisch ingevuld om een beeld van het globale budget van het partnerschap te geven. a) b) De werkingskosten Bij deze uitgaven kan het om verschillende soorten kosten gaan, waaronder: de huurgelden en huurlasten: huurgeld dat aan een derde betaald moet worden voor het gebruik van zalen, lokalen, toestellen en infrastructuren in het kader van de gesubsidieerde activiteit; de promotie- en publicatiekosten: kosten die verband houden met de communicatie over het project, de promotie van de aan het project gekoppelde activiteiten en de bekendmaking van de behaalde resultaten; de administratieve kosten: werkingskosten die rechtstreeks verband houden met de realisatie van het project; de voertuig- en verplaatsingskosten: verplaatsingskosten van het personeel in het kader van de activiteiten die verband houden met het project. De personeelskosten Een precieze beschrijving van de uitgaven moet in de tabel "bijlage BegrotingHR" verstrekt worden. De subsidie wordt toegekend: voor het brutoloon + de patronale bijdragen, opgenomen in de loonfiches/jaarlijkse afrekeningen Projectoproep «be circular be brussels» - Bijlage 1 Versie van 27 februari 2019 blz. 3

4 van de werknemers en die overeenstemmen met het bedrag dat elke werkgever wettelijk gezien dient te betalen voor elk van zijn werknemers; dit sluit dus extralegale voordelen, zoals gsm-kosten, maaltijdcheques, aanvullende verzekeringen, enz. uit. naar rato van de werktijd die aan het project besteed wordt; voor aangeworven of aan het project toegewezen personeel naar rato van de aan het project bestede werktijd. Onder een VTE wordt een voltijds aangeworven of voltijds aan een project toegewezen persoon bedoeld, die op jaarbasis of over 12 kalendermaanden bezoldigd wordt. Voor de projectdragers die onder het statuut van zelfstandige in de hoedanigheid van een natuurlijk persoon (ZNP) vallen: de personeelskosten komen in aanmerking op basis van een subsidietarief per uur en worden vastgelegd op 13,5/u met een plafond van per persoon en per project. c) d) De kosten m.b.t. onderaanneming Het betreft hier de bezoldiging van derden en onderaannemers, honoraria en extra hulp. Het zijn dus uitgaven gekoppeld aan de onderaanneming van derden voor activiteiten die plaatsvinden in het kader van het project (iemand die geen contract heeft met de begunstigde van de subsidie). De investeringskosten Investeringen zijn de investering in materiële en/ of immateriële vaste activa. De toegestane investeringen zijn ingeschreven als vaste activa op de jaarrekeningen voor rechtspersonen of in de afschrijvingstabel voor natuurlijke personen en ze blijven ingeschreven voor een periode van vijf jaar te tellen vanaf de datum van de toekenning van de subsidie; Enkel de investeringen die noodzakelijk zijn voor de activiteiten van de onderneming en voor de verwezenlijking van het gekozen project komen in aanmerking. Daarnaast moeten ze worden verricht met het oog op een daadwerkelijke exploitatie door de onderneming in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en moeten ze de wetten en reglementen naleven, in het bijzonder op het vlak van stedenbouw, ruimtelijke ordening en leefmilieu; De materiële investeringen die in aanmerking komen, zijn de uitgaven verbonden aan activa bestaande uit installaties, machines, uitrusting, meubilair en rollend materieel. Vastgoedactiva komen niet in aanmerking; Voor de installaties, machines, uitrusting en het meubilair komen ook de vervoer-, installatie- en assemblagekosten in aanmerking, voor zover ze materiële vaste activa worden; Voor investeringen in rollend materieel komen de volgende rijwielen en voertuigen voor het goederenof personenvervoer ook in aanmerking: 1 de voertuigen van de categorieën N en 0 zoals bedoeld in artikel 1, 1 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen; 2 de bijzondere voertuigen en zware voertuigen die worden aangepast in het licht van de activiteiten van de onderneming; 3 de rijwielen en gemotoriseerde rijwielen zoals bedoeld in artikel 2, en , van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, ontworpen voor het groot vrachtvervoer met behulp van een container of een ingebouwd platform. De voertuigen: Projectoproep «be circular be brussels» - Bijlage 1 Versie van 27 februari 2019 blz. 4

5 1 zijn ingeschreven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, tenzij bij leasing; 2 beantwoorden aan de Europese uitstootnormen die van toepassing zijn op de nieuwe voertuigen op de markt gebracht op het ogenblik van de beslissing tot toekenning van de steun, zelfs als het niet om een nieuw voertuig gaat; 3 zijn geen dieselvoertuigen of hybrideauto s op diesel. Voor de immateriële investeringen komen de uitgaven in aanmerking die verbonden zijn aan de aanvraag en verwerving van octrooien, merken of modellen. Om in aanmerking te komen, moeten de immateriële vaste activa de volgende voorwaarden vervullen: 1 enkel gebruikt worden in de vestiging van de steunbegunstigde; 2 als activa kunnen worden afgeschreven; 3 marktconform bij een van de begunstigde onafhankelijke derde verkregen zijn; 4 tot de activa van de onderneming behoren gedurende minstens vijf jaar na de toekenning van de steun; Een gelegenheidsinvestering komt in aanmerking voor zover het goed wordt verkocht door een professional, van wie de activiteit betrekking heeft op dit soort van materieel of meubilair (verkoop of productie), en het goed over een waarborg van minstens zes maanden beschikt; Een investering in materieel of meubilair dat wordt verhuurd, komt in aanmerking voor zover de verhuring van deze investering een aanvulling vormt op een dienst verleend door de begunstigde onderneming; Geen enkele buitensporige uitgave komt in aanmerking voor steun. Projectoproep «be circular be brussels» - Bijlage 1 Versie van 27 februari 2019 blz. 5

6 3. Toekenning van de subsidie Hieronder worden de grote stappen voor de toekenning van de subsidie weergegeven die volgen op de indiening van uw project: Adviescomité AC Het AC onderzoekt alle projecten in het licht van de criteria om in aanmerking te komen en geselecteerd te worden. Het comité is samengesteld uit organiserende partners en externe experts. Daarna stelt het AC een rangschikking van de projecten aan de bevoegde Ministers voor. Minister De Ministers bevestigen de door het AC voorgestelde selectie van laureaten en leggen deze vervolgens voor aan de Regering (op basis van het beschikbare budget). Regering Na de bespreking in de Regering wordt de beslissing betekend aan alle projectdragers. De Regering en de Ministers ondertekenen vervolgens alle officiële documenten voor de toewijzing van de subsidie. Begunstigde Als u laureaat bent van de projectoproep, geniet u een subsidie die geregeld wordt in een besluit en in een overeenkomst die de rechten en plichten van beide partijen preciseren. Daarop wordt u dan verzocht om de respectieve documenten te ondertekenen, Na de ondertekening bent u zeker dat het bedrag van de subsidie voorbehouden is op de begroting. waarna u een kennisgeving van toezegging ontvangt, die dit bevestigt. Alhoewel de projectoproep het resultaat is van een versterkte samenwerking tussen administraties, zullen de geselecteerde projecten worden gesubsidieerd hetzij vanuit de begroting van Brussel Economie en Werkgelegenheid, hetzij vanuit de begroting van Leefmilieu Brussel. De verdeling van de gesubsidieerde dossiers gebeurt rekening houdend met het onderwerp van het project en de beschikbare budgetten. In het volgende deel dient men onder "Administratie" te verstaan: - hetzij Brussel Economie en Werkgelegenheid - hetzij Leefmilieu Brussel 4. Betaling van de subsidie De vastgelegde bedragen zullen in 2019 en 2020 in twee schijven worden vereffend/betaald: een voorschot en het saldo. Het voorschot stemt overeen met 60% van de toegekende subsidie: Projectoproep «be circular be brussels» - Bijlage 1 Versie van 27 februari 2019 blz. 6

7 De vereffening gebeurt na ondertekening van de toekenningsdocumenten m.b.t. de subsidie; Eventueel op basis van een schuldvordering (SV) die ten vroegste vijftien dagen na de ondertekening mag worden verstuurd; De betaling gebeurt binnen dertig werkdagen, voor zover er nog budget beschikbaar is. Het saldo van de subsidie stemt overeen met het overblijvende percentage van 40%: De vereffening gebeurt na controle op het correcte gebruik van de subsidie. Deze controle verloopt in twee fasen: - De begunstigde bezorgt bewijsstukken aan het bestuur. Het bestuur controleert de documenten overeenkomstig punt 5 hieronder, Controle van het gebruik van de subsidie ; - De begunstigde kan vervolgens zijn bewijsstukken verdedigen voor het afrondende begeleidingscomité. Na het afrondende begeleidingscomité bevestigt een eindbeslissing het te vereffenen saldo; Vervolgens wordt een bevestigend schrijven naar de begunstigde verstuurd; Het saldo wordt na ontvangst en op basis van een door de projectdrager te versturen schuldvordering volgens de beschikbare budgetten zo snel mogelijk uitbetaald. Let op: voor de Impact + -projecten zullen de vereffeningsregels en in het bijzonder het aantal schijven verschillen naargelang van de projectduur. 5. Controle van het gebruik van de subsidie De bewijsstukken en de bijlagen moeten uiterlijk 3 maanden na de datum van het einde van het project (aangegeven in de overeenkomst) teruggestuurd worden. Op grond hiervan gaan de administraties over tot het controleren van de bewijsstukken a) Algemene regels: De bewijsstukken mogen niet gebruikt zijn ter rechtvaardiging van andere subsidies; elke projectdrager die al financiële steun ontving voor de implementatie van hetzelfde project, zal dit uitdrukkelijk moeten vermelden met behulp van de tabel "bijlage BegrotingHR". Als het project geselecteerd wordt in het kader van deze projectoproep, moet het verbod van dubbele subsidies voor eenzelfde uitgave strikt nageleefd worden. Er dienen bewijsstukken te worden ingediend voor alle uitgaven (100%) waarvoor een subsidie werd aangevraagd (zie de kolommen E-F van het tabblad Begroting van de bijlage BegrotingHR), ook als er een subsidiegraad geldt. De bewijsstukken moeten gedateerd zijn (factuurdatum) binnen de subsidieperiode, met een mogelijke uitzondering als: - ze ten vroegste op de datum van de lancering van de projectoproep (28/02/2019) gedateerd zijn; - de projectdrager de noodzaak kan rechtvaardigen van de lancering van het project voorafgaand aan de ondertekening van de overeenkomst. NB: door zijn project aan te vatten alvorens de overeenkomst ondertekend werd, neemt de projectdrager het risico geen subsidie te krijgen. De bewijsstukken moeten op naam van de begunstigde opgemaakt zijn. Btw: de drager zal op alle bijlagen, in de hiertoe voorziene vakjes, moeten preciseren of hij al dan niet btw-plichtig is en desgevallend zijn btw-nummer moeten vermelden. De administratie zal alleen Projectoproep «be circular be brussels» - Bijlage 1 Versie van 27 februari 2019 blz. 7

8 rekening houden met de btw als de drager niet btw-plichtig is. Bij een project met verschillende partners is elke begunstigde verantwoordelijk voor de overzending van de bewijsstukken over de uitgaven die hij in het raam van het project heeft gedaan. b) Te bezorgen documenten om de kosten te rechtvaardigen: Werkelijke kosten De tabel bijlage BegrotingHR, bijgewerkt in het licht van de werkelijke budgetbesteding, en uitgesplitst volgens soort uitgave. Kosten m.b.t. onderaanneming en werkingskosten: de facturen samen met de betalingsbewijzen (rekeninguittreksels die expliciet verbonden zijn aan het rekeningnummer van de begunstigde); de ingevulde tabel "bijlage-kosten", met name het tabblad "listing van de facturen"; de ingevulde tabel "bijlage-kosten", met name het tabblad "prijs van de opdracht"; Personeelskosten: een jaarlijkse afrekening op naam van het sociaal secretariaat waarmee: o het betrokken bedrag en de effectieve uitgave aan elkaar gekoppeld kunnen worden; o de werkgeversbijdragen ten laste van de werkgever geïdentificeerd kunnen worden. een kopie van de gedateerde en ondertekende arbeidsovereenkomsten; de betalingsbewijzen die overeenstemmen met de gepresteerde maanden; de ingevulde tabel "bijlage-kosten", met name het tabblad "personeelskosten-timesheet". Investeringskosten: de facturen samen met de betalingsbewijzen (rekeninguittreksels die uitdrukkelijk verbonden zijn aan het bankrekeningnummer van de begunstigde); de ingevulde tabel bijlage-kosten, in het bijzonder het tabblad listing van de facturen ; een uittreksel van de algemene rekeningen van klasse 2 (rekeningen 20 tot 28) m.b.t. het jaar waarin de gesubsidieerde investeringen werden verwezenlijkt; voor de gelegenheidsinvesteringen: een afschrift van de waarborg voor minstens zes maanden. c) Activiteitenverslag: Het activiteitenverslag beschrijft de realisaties van het project en de resultaten ervan. Hiertoe moet het rapport een kwantitatieve en kwalitatieve evaluatie bevatten van de behaalde resultaten en dit vergeleken met de vooraf bepaalde doelstellingen in het kader van het project. Er moet een model van activiteitenverslag gebruikt worden dat aan de projectdrager bezorgd zal worden bij het eerste begeleidingscomité. Dit bevat zo weinig mogelijk indicatoren, maar andere, meer projectspecifieke indicatoren zullen later in de overeenkomst gepreciseerd kunnen worden. Bij een project met verschillende partners is de projectcoördinator verantwoordelijk voor het verzamelen van de gegevens voor het activiteitenverslag van het project en de kwantitatieve en kwalitatieve evaluatie van de verkregen resultaten. d) Begeleidingscomité Het begeleidingscomité is minstens samengesteld uit: voor de projectdrager: een vertegenwoordiger Projectoproep «be circular be brussels» - Bijlage 1 Versie van 27 februari 2019 blz. 8

9 voor het Gewest: leden van de administratie Ook de bevoegde Minister (of zijn vertegenwoordiger) en hub.brussels zullen worden uitgenodigd. Het begeleidingscomité biedt de projectdrager de gelegenheid om het activiteitenverslag van het project voor te stellen en te verdedigen. De doelstelling is om de opvolging en de evaluatie van uw project te verrichten, in het bijzonder: de naleving van de overeenkomst en uw verbintenissen; de controle en de goedkeuring van de uitgaven en het activiteitenverslag. Het begeleidingscomité zal alle nuttige maatregelen kunnen treffen met het oog op de correcte uitvoering van het project. 6. Verplichtingen van de projectdrager a) Prijs van de opdracht en overheidsopdrachten De projectdragers zijn ertoe gehouden om na te gaan of de wet betreffende de overheidsopdrachten (wet van 17 juni 2016 en in het bijzonder artikel 2) op hun situatie van toepassing is en deze, desgevallend, toe te passen. Aan het begin van het project zal de begunstigde worden gevraagd aan te tonen of hij al dan niet onderworpen is aan de wetgeving op de overheidsopdrachten en een formulier in te vullen over het al dan niet onderworpen zijn aan de overheidsopdrachten. Als de begunstigde onderworpen is aan de wetgeving op de overheidsopdrachten zullen de bewijzen daarvan en de opdrachtdocumenten hem worden gevraagd op het ogenblik dat de bewijsstukken worden gecontroleerd. Bij ontstentenis daarvan zou kunnen worden beschouwd dat het bedrag van de gerechtvaardigde uitgave niet in aanmerking komt. In elk geval moeten de uitgaven die verband houden met het project de marktprijs naleven; het feit dat de wet inzake overheidsopdrachten eventueel niet voor de begunstigde geldt, maakt geen verschil. Voor alle bijkomende informatie over de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten kunt u terecht op: b) Sociale en fiscale verplichtingen Ter herinnering: alle projecten moeten de geldende reglementering respecteren, onder meer op sociaal, fiscaal en milieuvlak. De selectie van een project ontslaat de drager niet van zijn verantwoordelijkheid om de regels en procedures voor het verkrijgen van de nodige toelatingen na te leven, noch staat het een bijzondere behandeling in het kader van diezelfde regels en procedures toe. c) Communicatie De projectindiener moet voldoende zichtbaarheid geven aan zijn realisaties en aan de gewestelijke strategie waarin deze realisaties kaderen. Hij moet bovendien duidelijk maken dat de gesubsidieerde activiteit mogelijk werd dankzij financiële steun van het Gewest. De projectindiener verbindt zich er voorts toe om in zijn externe communicatie (website, promotiedocumenten die eventueel worden gepubliceerd in het kader van het project, enz.): het logo van "be circular be brussels" op te nemen (te downloaden van het logo van het gewest op te nemen (te downloaden van Projectoproep «be circular be brussels» - Bijlage 1 Versie van 27 februari 2019 blz. 9

10 7. Staatssteun De Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op deminimissteun is van toepassing op de facultatieve subsidie die toegekend zal worden. Bijgevolg erkent de projectdrager bij het indienen van de subsidieaanvraag dat hij kennis heeft genomen van deze Verordening inzake overheidssteun, en dat het bedrag van de toegekende subsidie er niet voor zorgt dat het bedrag aan de-minimissteun dat hem reeds werd toegekend, over een periode van drie boekjaren euro overtreft (vgl. Formulier: "Door de aanvrager te ondertekenen verklaring"). Anders gezegd: als het bedrag van de toegekende subsidie het bedrag van de reeds aan de projectdrager toegekende de-minimissteun tot boven de euro doet uitstijgen over een periode van drie boekjaren, dan kan de facultatieve subsidie hem niet toegekend worden en mag hij dus niet inschrijven op de projectoproep. 8. Controle en sancties a) Controle op de subsidies De toekenning van de subsidie houdt in dat de projectindiener aanvaardt dat er ter plaatse controles op documenten uitgevoerd worden om na te gaan of de subsidie daadwerkelijk aangewend is voor de verwezenlijking van het project en of deze volkomen gerechtvaardigd is. Deze controles worden uitgevoerd door de gemachtigde overheden voor de controle op het gebruik van de subsidies, met name de administratie, de Inspectie van Financiën en het Belgisch Rekenhof. Artikelen 92 tot 95 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle zijn onmiddellijk en op algemene wijze van toepassing zodra er sprake is van een subsidie. Deze artikelen worden hieronder volledig geciteerd: Art. 92: Conform artikel 11 van de voornoemde wet van 16 mei 2003, moet iedere subsidie verleend door de gewestelijke entiteit of door een rechtspersoon, die rechtstreeks of onrechtstreeks door de gewestelijke entiteit wordt gesubsidieerd, daarin begrepen ieder door hen zonder interest verleend geldvoorschot, worden aangewend voor de doeleinden waarvoor zij werd verleend. Behalve wanneer een wettelijke of reglementaire bepaling daarin voorziet, vermeldt iedere beslissing houdende toekenning van een subsidie nauwkeurig de aard, de omvang en de modaliteiten betreffende het gebruik en betreffende de door de begunstigde van de subsidie te verstrekken verantwoording. Iedere begunstigde van een subsidie is ertoe gehouden verantwoording te verstrekken over de aanwending van de ontvangen bedragen, tenzij een ordonnantie hem daartoe vrijstelling verleent. Art. 93: Conform artikel 12 van de voornoemde wet van 16 mei 2003 verleent de begunstigde, door het aanvaarden van de subsidie, meteen aan de gewestelijke entiteit het recht om ter plaatse controle te laten uitoefenen op de aanwending van de toegekende gelden. De Regering zorgt voor de organisatie en de coördinatie van de controle. Voor deze controle doet zij met name een beroep op de inspecteurs van financiën. Art. 94: Conform artikel 13 van de voornoemde wet van 16 mei 2003 is gehouden tot onmiddellijke terugbetaling van de subsidie de begunstigde: 1 die de voorwaarden niet naleeft, waaronder de subsidie werd verleend; 2 die de subsidie niet aanwendt voor de doeleinden, waarvoor zij werd verleend; 3 die de in artikel 93 bedoelde controle verhindert; 4 die voor hetzelfde doel al een subsidie ontvangt van een andere instelling op basis van dezelfde verantwoordingsstukken. Projectoproep «be circular be brussels» - Bijlage 1 Versie van 27 februari 2019 blz. 10

11 Blijft de begunstigde van de subsidie in gebreke inzake het verstrekken van de in artikel 92 bedoelde verantwoording, dan moet hij het deel dat niet werd verantwoord terugbetalen. Art. 95: Conform artikel 14 van de voornoemde wet van 16 mei 2003 kan de uitkering van de subsidies worden opgeschort zolang de begunstigde voor soortgelijke subsidies, die hij voordien heeft ontvangen, verzuimt de in artikel 92 bedoelde verantwoording te verstrekken of zich aan de in artikel 93 bepaalde controle te onderwerpen. Wordt een subsidie in schijven uitgekeerd, dan wordt iedere schijf voor de toepassing van dit artikel als een afzonderlijke subsidie beschouwd. Indien de projectindiener personeel tewerkstelt, dan moet hij daarnaast zijn verplichtingen op het vlak van sociale wetgeving naleven. De subsidiërende overheid kan dit nagaan. b) Sancties Uitgaven die niet conform zijn met de reglementeringen zullen worden uitgesloten van de bewijsstukken en van de uitgaven opgenomen in de eindafrekening. Indien de projectindiener verzuimt om de bewijsstukken voor te leggen, dan zal het Gewest de terugbetaling vragen of overgaan tot een verlaging van de volledige subsidie of een deel ervan indien: - de projectindiener de toekenningsvoorwaarden van de subsidie niet naleeft; - de projectindiener de subsidie niet aanwendt voor de doeleinden waarvoor zij werd toegekend; - de projectindiener de lopende operatie stopzet; - de projectindiener de controles door de overheid verhindert; - de projectindiener reeds een subsidie van een andere instelling ontvangt voor hetzelfde voorwerp, op basis van dezelfde bewijsstukken; - bepaalde uitgaven niet conform worden geacht. De modaliteiten voor de tenuitvoerlegging van deze sancties zijn de volgende: het Gewest licht de projectindiener per aangetekend schrijven in over zijn mogelijk verzoek tot terugbetaling of verlaging van de subsidie. De projectindiener beschikt dan over een termijn van 15 dagen na ontvangst van voornoemde brief van het Gewest om zijn opmerkingen per aangetekend schrijven mee te delen. Tot slot deelt het Gewest zijn gemotiveerde beslissing mee aan de projectindiener na ontvangst van zijn opmerkingen of na het verstrijken van de antwoordtermijn. Projectoproep «be circular be brussels» - Bijlage 1 Versie van 27 februari 2019 blz. 11