inhoud 1. Allemaal de kiebels 2. De bult 3. Kiebels in mijn haar 4. De kwal 5. De brandnetel 6. Huisdieren 7. Vlooien 8. Hooikoorts 9.

Transcriptie

1 Jeuk

2 inhoud 1. Allemaal de kiebels 3 2. De bult 4 3. Kiebels in mijn haar 5 4. De kwal 6 5. De brandnetel 7 6. Huisdieren 8 7. Vlooien 9 8. Hooikoorts Filmpjes 11 Pluskaarten 12 Bronnen 14 Colofon en voorwaarden 15

3 1. Allemaal kriebels Als je het woord jeuk leest, krijg je misschien gelijk de kriebels. Dit is een boek om jeuk van te krijgen. Het gaat over: Bulten Hoofdluizen Kwallen Brandnetels Huisdieren Vlooien En hooikoorts Ze zorgen allemaal voor kriebels.

4 2. De bult De mug Zoem, zoem, zoem! Een mug bij je hand. Je slaapt. Je merkt het niet. De mug landt op je hand. Haar mond is een lange naald. De mug prikt de naald door je huid (1). Bloed De mug wil wat van jouw bloed. Dat bloed heeft ze nodig. Ze kan anders geen eitjes leggen. Alleen het vrouwtje prikt je. Wat gebeurt er als het vrouwtje prikt? Kijk maar naar de plaatjes. 1 De prik De naald prikt door je huid. Het vrouwtje spuit spuug naar binnen. Nu wordt het bloed dun. Ze zuigt het dunne bloed op. En vliegt weg. De bult Na de prik groeit er een bult. Hoe komt die bult daar? Het komt door de spuug van de mug. Het maakt je huid rood. De spuug zorgt ook voor jeuk. Hoe gaat de jeuk weg? Doe op de bult: 1. Een schijfje citroen. 2. Een beetje azijn. 3. Een beetje tandpasta. AZIJN

5 3. Kriebels in mijn haar De luis Ik wandel door je haar (1). Het is lekker warm op je hoofd. Ook is er genoeg eten. Jouw bloed is mijn eten. Ik bijt in je vel. Mijn spuug komt in het wondje. Dat maakt het bloed een beetje dun. Ik pas nu op, want je krijgt jeuk. Je hand gaat door je haar. Het nest Je hoofd is ook mijn nest. Ik leg er mijn eitjes (2). Ze plakken vast aan een haar. Zo n eitje heet een neet. Na een tijdje komt het eitje uit. Een luisje is geboren. Verhuizen Ik verhuis van het ene naar het andere hoofd. Hoe dat gaat? Dat zie je in het filmpje op bladzij

6 4. De kwal Aan het strand Wim is een dagje uit. Hij is op het strand. De zon schijnt. Het is warm. Wim loopt de zee in. Er drijven kwallen in de branding. Wim ziet ze niet. Jeuk Wim komt het water uit. Hij heeft een rode plek op zijn been. Het jeukt. Dat heeft de kwal gedaan. De kwal Een kwal leeft van kleine visjes en kreeftjes. Onder de kwal zitten tentakels (1). Het zijn een soort draden. In die draden zit gif. Een visje zwemt er tegen. De vis raakt verlamd. Het been van Wim kwam tegen de tentakel. Weg jeuk Spoel de rode plek met zeewater. Doe daarna wat zand op de plek. 1

7 5. De brandnetel Gemene planten Rens speelt met zijn bal. De bal rolt in de berm tussen hoge planten. Rens duwt de planten opzij. Hij pakt zijn bal. Rens schrikt en voelt aan zijn armen. Wat is dat? Het lijkt of zijn armen in brand staan. Het jeukt. 1 Rens ziet kleine blaasjes op zijn armen. Wat er gebeurde Rens raakte brandnetels (1) aan. Op de bladeren en de steel zitten brandharen (2). Die brandharen zitten vol sap. En dat sap zorgt voor die blaasjes (3). De blaasjes jeuken en branden. Wat moet je doen? 3 Krab niet aan de blaasjes. Bij de brandnetel groeit veldzuring (4). Pak wat blaadjes en maak ze kapot. Er komt sap uit. Smeer dat op de blaasjes. 4 2

8 6. Huisdieren Vriendinnen Els en Roos zijn vriendinnen. Els speelt altijd bij Roos. Maar Roos speelt nooit bij Els. Els heeft thuis een kat. Roos wordt een beetje ziek van die kat. Roos is allergisch. Allergie Wat gebeurt er precies met Roos? Roos krijgt tranen in haar ogen. Ook laat de kat haar ogen jeuken. Roos krijgt het benauwd. Ze niest Ze heeft moeite met ademen. En ze krijgt vlekken op haar huid. Een allergie voor een dier is niet fijn. Huisdieren Je kunt ook voor honden, hamsters, vogels en cavia s allergisch zijn. Al die dieren verliezen piepkleine stukje huid. Die komen in het huis. Die stukjes adem je in. Ze kunnen voor de allergie zorgen.

9 7. Vlooien Krabben Minoes, de poes zit in de vensterbank. Ze heeft jeuk. Ze zit zichzelf steeds maar te krabben. Ze heeft vast vlooien. Ook Snuf, de hond heeft er last van. Hij krabt aan één stuk door. Klein Een vlo is maar klein (1). Een vlo zoekt een warm, harig dier. Tussen de haren is het veilig. 1 De vlo zuigt bloed uit de hond of kat. Dat bloed is voor de jongen van de vlo. Dat jong noem je een larve (2). Jeuk Als de vlo bijt, krijgt de kat of hond jeuk. Snuf en Minoes krijgen een vlooienband (3). Er zit een stofje in. Vlooien houden er niet van. De vlooien gaan vanzelf weg.. 3 2

10 8. Hooikoorts Stuifmeel Lieke haar ogen zijn rood. Ze jeuken. Ook heeft ze een snotneus. Haar neus jeukt ook. Lieke heeft een allergie. Niet voor huisdieren. Ze kan niet tegen alle stuifmeel in de lucht. Stuifmeel is zo fijn als stof. Ze snottert vooral in de lente en in de zomer. Bloemen In bloemen zit stuifmeel. Bij veel bloemen nemen bijen stuifmeel mee (1). Soms neemt de wind stuifmeel mee (2). Dat gebeurt bij bomen en gras. De lucht zit vol stuifmeel. Lieke ademt het in. Het komt in haar neus. Dan begint de ellende. Medicijn De dokter geeft druppels of pillen. Druppels voor neus en ogen. Pillen om in te slikken. Zo wordt de jeuk minder. 1 2

11 9. Filmpje Huisje Boomje Beestje Kriebels in mijn haar Bekijk het filmpje

12

13

14 Bronnen

15 Colofon en voorwaarden Dit is een uitgave van E-duboek Website: Copyright Age Cnossen 2016 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ondanks alle aan de samenstelling van dit e-boek bestede zorg kan noch de auteur, noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave.