inhoud De wolf 3 1. Een roofdier 2. Ruiken, horen en zien 3. De roedel 4. De taal van de wolf 5. Wolf en hond 6. Soorten wolven 7.

Transcriptie

1 De wolf

2 inhoud De wolf 3 1. Een roofdier 4 2. Ruiken, horen en zien 6 3. De roedel 7 4. De taal van de wolf 9 5. Wolf en hond Soorten wolven Sprookjes Filmpje 13 Pluskaarten 14 Bronnen en foto s 16 Colofon en voorwaarden 17

3 De wolf De wolf ken je misschien wel uit sprookjes. Ken je de bekende sprookjes van Roodkapje en De wolf en de zeven geitjes? Daar is de wolf niet zo n aardig dier. Het zijn sprookjes. Sprookjes zijn door mensen verzonnen. In dit boek lees je meer over de wolf in de natuur. Je merkt dat het een heel ander dier is. Je krijgt antwoord op vragen als: Wat is een roofdier? Wat is een roedel? Hoe noem je het jong van de wolf? Hoe praten wolven met elkaar? Op welk huisdier lijkt de wolf? Welke soorten wolven zijn er?

4 Op jacht De wolf jaagt op andere dieren. De wolf is daarom een roofdier. Een wolf jaagt op een haas, een konijn en vogels. Die pakt de wolf in zijn eentje. Ook jaagt hij op grote dieren. Een hert (1) of een zwijn (2) zijn groot Die pakt een wolf niet in zijn eentje. 1. Een roofdier 2 1 De roedel De meeste wolven leven in een groep. Je noemt die groep een roedel. De roedel werkt samen bij de jacht. Ze jagen de prooi op (3). Het dier wordt moe. De wolven houden vol. Ze omsingelen de uitgeputte prooi. Zo n groot dier is een flinke maaltijd. 3

5 Honger Soms is er weinig eten. De wolven hebben honger. Ze kunnen bijna niet rennen van de honger. De wolf zoekt een makkelijke prooi (1). Een schaap, een koe of een paard staat in de wei. Om de wei staat een hek. De prooi kan niet vluchten. Bij erge honger eet de wolf ook afval. 1 De mens De wolf is bang voor de mens. De mens is geen prooi. Alleen een wolf in het nauw zal een mens aanvallen. De wolf zal eerst zijn tanden laten zien. Hij zegt: Pas op, anders val ik aan (2). 2

6 2. Ruiken, horen en zien De neus De neus is nat. Alle geurtjes plakken eraan vast. De wolf weet van welke kant de geur komt. Hij kan ook een oud spoor volgen. De neus van de wolf is echt super. De oren De wolf hoort ook heel goed. Bij elk geluid spitsts hij zijn oren. Ze staan recht omhoog. Is er gevaar? Of is het een prooi? De wolf hoort het allemaal. De ogen De wolf ziet elke beweging heel goed. Als een dier stil staat, ziet de wolf juist niet goed. De wolf ziet heel goed in het donker. De ogen lichten op in het maanlicht.

7 3. De roedel Rekel, wolvin en welpen Een groep wolven noem je een roedel. In een roedel wonen: 1. De rekel of het mannetje. 2. De wolvin of het vrouwtje. 3. De welpen of de jongen Elk jaar worden er welpen geboren. De roedel wordt steeds groter. De oudste jongen zijn al groot. Ze gaan mee op jacht. Dat is nodig. Er is steeds meer eten nodig. 1 2 en 3 In het hol De wolvin krijgt 3 tot 7 welpen. De welpen liggen veilig in een hol of grot. Welpen drinken eerst melk bij de wolvin. De wolf noem je daarom een zoogdier. Twee maanden lang drinken de jongen melk. Daarna eten ze vlees.

8 Weg Een wolf van 2 jaar verlaat de roedel. De roedel zou anders veel te groot worden. Elke wolf gaat zijn eigen weg. Soms reist de wolf wel 100 kilometer. Daar is veel ruimte. Je ziet daarom wel eens een wolf alleen (1). Die is op zoek naar een wolvin. Samen beginnen ze een eigen roedel. In het wild wordt de wolf ongeveer 10 jaar oud. Nederland In Nederland verdween de wolf lang geleden. De mens jaagde op de wolf. De boer beschermde zijn vee. Nu is de wolf beschermd in Europa. De wolf komt weer langzaam terug (2). Sinds een paar jaar zien mensen soms een wolf alleen. Wie weet zie je over een paar jaar een roedel. 1 2

9 Huilen Een wolf huilt. Je kunt het van ver horen. Zo praat de wolf. Hij laat zich horen: Hier woon ik. Dit stuk land is van mij. Wolventaal De wolf praat met zijn lijf. Een andere wolf snapt het. Hiernaast lees je over wolventaal. Let goed op de staart, het lijf en de oren. 4. De taal van de wolf Ik ben de baas. Ik maak me groot. Mijn staart staat omhoog. Mijn oren staan vooruit. Oké, jij bent de baas. Ik maak me klein. Mijn staart is naar beneden. Mijn oren liggen plat. Pas op! Ik waarschuw je. Ik laat mijn tanden zien. Ik dreig met mijn lijf. Mijn oren wijzen vooruit. Ik verdedig me. Ik ben bang. Mijn staart is naar beneden. Mijn bek is open. Ik verdedig me als het moet.

10 5. Wolf en hond Bij de mens De wolf is de voorvader van de hond. Wolven leefden vroeger al in de buurt van mensen. Bij mensen was vaak eten te vinden. Ze gooiden afval op een hoop. Het was wel eng in de buurt van mensen. Een dappere wolf vond het meeste eten (1). De welp van een dappere wolf kwam ook steeds dichterbij. Tam Zo n wolf werd tammer en tammer. Die wolven hielpen de mens met jagen. De wolf kreeg in ruil eten. Ze kregen ook andere kleuren. Soms gingen hun oren hangen. Ze voelden zich op hun gemak bij de mens. De wolf veranderde langzaam in een hond. Veel honden lijken niet meer op een wolf. Maar soms kun je het nog goed zien.

11 6. Soorten wolven Er bestaan 38 soorten wolven. Hier lees je meer over een paar soorten. 1 1.De Europese wolf is de wolf die terugkomt in Nederland De poolwolf leeft in het koude noorden van Amerika. Deze witte wolf voelt zich thuis in de sneeuw. 3. De grijze wolf is een soort die vooral voorkomt in Noord- Amerika De rode wolf leeft in de Verenigde Staten. Het dier jaagt op kleine prooien De dingo lijkt al meer op een hond. De dingo stamt af van de wolf. Heel vroeger leefde de dingo bij de mens. Nu leeft de dingo weer in het wild in Australië.

12 Roodkapje Je kent de wolf vast uit sprookjes. Het sprookje Roodkapje is heel bekend. De wolf eet eerst de grootmoeder van Roodkapje op. Hij verkleedt zich als grootmoeder. En gaat daarna in haar bed liggen. Ook Roodkapje wordt opgegeten. Gelukkig redt de jager Roodkapje en grootmoeder. Met de wolf loopt het slecht af. De zeven geitjes In dit sprookje eet de wolf 6 geitjes op. Gelukkig blijft er één geitje over. Die vertelt moeder wat er gebeurd is. De wolf ligt met volle buik te slapen. Moeder geit snijdt de buik open. De geitjes zijn vrij. Ook voor deze wolf loopt het slecht af. 7. Sprookjes

13 8. Filmpje Huisje Boompje Beestje Hond en wolf Bekijk het filmpje

14

15

16 Bronnen

17 Colofon en voorwaarden Dit is een uitgave van E-duboek Website: Copyright Age Cnossen 2017 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ondanks alle aan de samenstelling van dit e-boek bestede zorg kan noch de auteur, noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave.