Dieren in de winter 3

Transcriptie

1 Dieren in de winter 3

2 inhoud blz. 1. Winter 3 2. De egel 4 3. De vleermuis 5 4. De eekhoorn 6 5. De merel 7 6. De ree 8 7. De pad 9 8. Het lieveheersbeestje Filmpjes 11 Bronnen en foto s 12 Colofon en voorwaarden 13

3 1. Winter Het is koud. Het is winter. De bomen zijn kaal. Er zijn geen vruchten en nootjes. De kleine torretjes en kevers hebben zich goed verstopt. Er is niet zoveel eten. Hoe komen dieren aan eten in de winter? het spoor van een ree in de sneeuw winter Soms slaapt een dier de hele winter. Andere dieren hebben in de herfst eten verstopt voor de winter. Weer andere dieren krijgen een dikkere vacht. In dit e-boek lees je meer over deze dieren in de winter.

4 2. De egel In de herfst is de egel druk in de weer. Er is heel veel eten. Op de grond liggen veel vruchten. Er zijn veel torren, kevers en spinnen. In de schaduw vindt hij ook veel slakken. De egel eet zich dik in de herfst. Het lijkt wel of de egel niet kan stoppen met eten. Hij eet zich vol en rond. Straks in de winter is er bijna geen eten meer. Dan valt de dikzak in een diepe slaap. De egel wordt pas in de lente wakker. Dan is er weer eten genoeg. De egel is dan niet dik meer. Hij heeft maanden niets gegeten. Hij gaat gelijk op zoek naar een lekker hapje. de winterslaap

5 3. De vleermuis In de grot is het donker. Het is er minder koud dan buiten. Het is een goede plaats om te slapen. Dat weet de vleermuis. In de grot hangen ze dicht bij elkaar. Zo blijven ze lekker warm. In de winter zijn er geen insecten. Die hebben zich goed verstopt tegen de kou. de vleermuis de winterslaap in de grot Daarom slapen vleermuizen in de winter. Als je slaapt heb je geen eten nodig. In het voorjaar wordt het warmer. De vleermuis wordt wakker. Hij vliegt de grot uit. Samen met de andere vleermuizen. In de lucht zoemen de insecten. Er is weer voedsel genoeg.

6 4. De eekhoorn De eekhoorn scharrelt door het bos. Het is herfst. Hij zoekt nootjes. Hij eet ze niet op, maar neemt ze mee. Hier en daar verstopt hij zijn nootjes. Waarom? In de winter is er geen eten. De eekhoorn bewaart zijn nootjes goed. Nu heeft hij toch voedsel in de winter. De eekhoorn verstopt nootjes op zoek naar nootjes Als de winter begint, zoekt hij de noten weer op. Soms vergeet hij een noot. Dat is niet erg. Uit dat nootje begint een klein plantje te groeien. Dat wordt later een boom.

7 5. De merel In de tuin hipt een merel door de sneeuw. Die sneeuw is niet leuk voor de merel. Kleine zaadjes en stukjes afval liggen nu onder de sneeuw. Door die sneeuw kan de merel niet bij zijn eten. De merel zit graag in de tuin bij mensen. het mannetje het vrouwtje In de winter strooien veel mensen voer in hun tuin. Kruimels brood of zaadjes liggen op de grond. Soms hebben mensen een huisje voor vogels. Met de hulp van mensen heeft de merel toch genoeg te eten in de winter.

8 6. De ree In het bos is het stil en wit. Tussen de takken staat de ree doodstil. In de winter heeft de ree een dikke vacht. Dat is nodig met de kou. De kleur van de vacht is grijsbruin en soms een beetje zwart. In de zomer is de vacht dun. de ree in de winter Dan is de kleur meer roodbruin. In de winter eet de ree jonge takje. Veel meer is er niet. In de zomer zijn er bladeren, bessen en kleine plantjes. Het wordt langzaam donker. De ree gaat op pad. Hij gaat op zoek naar eten. Dat is moeilijker dan in de zomer. de ree in de zomer

9 7. De pad Onder een struik ligt een steen. Onder die steen is een kuiltje. Het is gemaakt door een pad. Het is zijn plek voor de winter. De pad slaapt er een paar maanden. Hij beweegt niet. Hij lijkt wel dood. Een tor, een kever, een slak of een worm zijn er in de winter voor de pad niet te vinden. In de lente wordt de pad wakker de pad Dan maar slapen tot het weer lente is. Als het warmer wordt, wordt de natuur weer wakker. Planten groeien en torren, kevers, slakken en wormen komen weer tevoorschijn. Nu wordt het ook tijd voor de pad om weer wakker te worden.

10 8. Het lieve-heers-beestje Onder een stuk hout slaapt een groepje lieveheersbeestjes. Zo samen is het minder koud. Lieveheersbeestjes eten bladluizen. In de winter is er geen blad, dus zijn er ook geen bladluizen. Daarom slapen de lieveheersbeestjes. Ze kruipen dicht tegen elkaar aan. Zo blijven ze warm. In het voorjaar krijgt de boom weer blad. Dan wordt het lieverheersbeestje weer wakker. de bladluis het lieveheersbeestje de winterslaap

11 9. Filmpjes Eekhoorn eet zaden Lieveheersbeestjes in winterslaap

12 Bronnen en Foto s

13 Dit is een uitgave van E-duboek Copyright Age Cnossen 2009 Eduboek geeft de koper het exclusieve gebruiksrecht van dit e-boek. Dit exclusieve gebruiksrecht houdt in dat een school, een organisatie of een individuele koper dit boek mag kopiëren en afdrukken op voorwaarde dat dit e -boek en de kopieën binnen de school, de organisatie of het huishouden van de koper blijven. De e-boeken van Eduboek zijn daartoe voorzien van de gegevens van de koper om bovengenoemde verplichting te kunnen waarborgen. Eduboek PDF boek voor: Juf Minka Korte Tolstraat SG jufminka@gmail.com