G E M E E N TE. Onderwerp Besluit instemming saneringsplan Rouwenboschweg 19 te Nijmegen Locatiecode: GE

Transcriptie

1 Afdeling Projectmanagement en ruimtelijke kwaliteit G E M E E N TE ijmegen Archief BZJ autoparts BV T.a.v. P. Vos Metaalweg AC WEURT Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon Telefax (024) Postbus HG Nijmegen bodem@nijmegen.nl Datum 7 juli 2017 Ons kenmerk PK40/D Contactpersoon R. Echten Onderwerp Datum uw brief Doorkiesnummer Besluit instemming saneringsplan Rouwenboschweg 19 te Nijmegen Locatiecode: GE Geachte heer Vos, Op 26 april 2017 ontvingen wij van u een melding van een voornemen tot bodemsanering. Het gaat om een bodemsanering ten behoeve van nieuwbouw aan de Rouwenboschweg 19 in Nijmegen. Hierbij ontvangt u het Besluit instemming saneringsplan dat op deze verontreiniging betrekking heeft. Dit besluit wordt bekend gemaakt via de bekendmaking in het elektronische gemeenteblad van de gemeente Nijmegen op: De bekendmaking is bij het besluit gevoegd. Het besluit en de daarbij behorende stukken kunnen gedurende de bezwarentermijn van 6 weken digitaal worden ingezien via de snelkoppelingen die in de bekendmaking zijn opgenomen. Ze kunnen ook digitaal worden ingezien bij de gemeentelijke informatiebalie in de Stadswinkel, Mariënburg 30 in Nijmegen. Ook voor het verloop van de procedure verwijzen wij naar de bekendmaking. Verplichte meldingen voor, tijdens en na uitvoering De te gebruiken formulieren kunt u downloaden via de aangegeven snelkoppeling. Formulier om de start van de werkzaamheden door te geven Formulier melding afwijking om wijzigingen ten opzichte van het plan door te geven. Formulier 'melding einde sanering. Met dit formulier geeft u de afrondingsdatum van de werkzaamheden aan ons door.

2 GEMEENTE ijmegen. 2 BESLUIT INSTEMMING SANERINGSPLAN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE NIJMEGEN Datum besluit:/juli 2017 Nummer besluit: PK40/D Locatiecode: GE Adres: Rouwenboschweg 19 in Nijmegen Melder: BZJ Autoparts BV 1. INLEIDING Op 26 april 2017 ontvingen wij van BZJ autoparts een melding van een voornemen tot bodemsanering. Het gaat om een bodemsanering ten behoeve van de geplande nieuwbouw aan de Rouwenboschweg 19 in Nijmegen. Dit is het besluit voor instemming met het saneringsplan. Op 15 december 2009 (kenmerk beschikkingen: G640/ en G640/ ) hebben wij vastgesteld dat, binnen de begrenzing van de huidige saneringslocatie, sprake is van twee gevallen van ernstige bodemverontreiniging (geval Rouwenboschweg 19 en geval Hogelandseweg 2-6). Vastgesteld is dat sanering van de beide gevallen bij het huidige gebruik niet spoedeisend is. Bodemrapporten Bij de melding hebben wij ontvangen: Nader bodemonderzoek asbest NEN 5707 Rouwenboschweg 19 in Nijmegen, Envita Nijmegen B.V., /R01, , Saneringsplan Rouwenboschweg 19 in Nijmegen, Envita Nijmegen B.V., /R03, 4 juli BESLUIT Wij stemmen in met het ingediende saneringsplan. De doelstelling van de daarin beschreven sanering is: Het verrichten van graafwerkzaamheden in verontreinigde grond onder saneringscondities en het (opnieuw) realiseren van een isolatielaag in de vorm van bebouwing of verharding. De onder 3.1 genoemde voorschriften maken deel uit van dit besluit. De onder 3.2 genoemde voorschriften zijn wettelijke bepalingen waarover wij geen besluit hoeven te nemen. Ze zijn ter informatie opgenomen.

3 1 Voor vragen en aanvullende informatie kunt u contact opnemen met de heer R. Echten telefoonnummer: U kunt ook een sturen naar r.echten@nijmegen.nl. Wij verzoeken u dan ons kenmerk, het adres van de locatie en de locatiecode te vermelden. Met vriendelijke groet, Namens burgemeester en wethouders van Nijmegen, Afschriften - Envita, L. Smolders, Metaalweg 18,6551 AD WEURT - ODRN (OD60, AJM) - ODRN (OD40 of OD50) (PK40), R. Echten (PK40), M. Wesseling (PK40), H. Roelofs vastqoeddesk@niimeaen.nl publicatiesleefomqevinqskwaliteit@niimeqen.nl (publicatie kennisgeving)

4 3 3. VOORSCHRIFTEN 3.1 VOORSCHRIFTEN VERBONDEN AAN DIT BESLUIT Verplichte melding gebruikswijziging Het kan zijn dat na dit besluit het bodemgebruik verandert. Iedere verandering moet schriftelijk aan ons worden gemeld. De melder en de eigenaar en/of erfpachter van het terrein waar het bodemgebruik verandert, zijn hiervoor verantwoordelijk. Uitvoering volgens planning De sanering moet worden uitgevoerd volgens de planning die in het plan is aangegeven. De melder kan onmiddellijk nadat hij het besluit heeft ontvangen starten met de sanering. Hij loopt daarbij het risico dat het besluit naar aanleiding van een beroepsschrift nog wordt gewijzigd of vernietigd of dat door een voorlopige voorziening het besluit wordt opgeschort. Ontgraven Conform artikel 28a van de Wet bodembescherming en de hierbij horende regeling beoordeling reinigbaarheid grond, moet de ontgraven grond wat betreft de chemische kwaliteit worden ingedeeld in homogene partijen. Puin en grond dienen gescheiden van elkaar ontgraven te worden. Ook moet de vrijkomende grond van de twee vastgestelde afzonderlijke gevallen van ernstige bodemverontreiniging onderling gescheiden blijven. Depot(s) In het saneringsplan is aangegeven dat het vrijkomende materiaal (grond en puin) tijdelijk in depot wordt geplaatst, om daarna zoveel mogelijk op de locatie te worden herschikt. Voor de tijdelijke depots geldt dat deze tot maximaal 6 maanden na aanvang van de sanering aanwezig mogen zijn. De depots moeten zodanig zijn ingericht dat er geen contact mogelijk is met onderliggende bodem en ze moeten zijn afgedekt met folie. Voordat de sanering kan worden beëindigd, moeten de depots zijn verwijderd. Saneringsiocatie Binnen de saneringsiocatie zijn twee besluiten ernst en spoed van kracht. Deze hebben betrekking op twee afzonderlijke gevallen van bodemverontreiniging, waarvan de aard van de verontreinigingen onderling verschillen. Het vrijkomende materiaal mag daarom alleen binnen de vastgestelde gevalscontouren worden herschikt en niet binnen de saneringsiocatie als geheel. Tenaamstelling besluit De melder is verantwoordelijk voor de uitvoering van de sanering. De verantwoordelijkheid kan wel aan een ander worden overgedragen. Daarvoor is instemming van de nodig. Dit wordt formeel geregeld in een gedeeltelijke wijziging van dit besluit. Melden bereiken einddiepte De melder of degene die de sanering feitelijk uitvoert moet ten minste twee werkdagen van tevoren bij de toezichthouder van Bureau Bodem en Water melden wanneer hij de einddiepte zal bereiken (Mw. Roelofs: tel of mail: bodemhandhaving@nijmegen.nl).

5 4 Indien bij de sanering ontgraving van verontreinigde grond plaatsvindt, stelt degene die saneert dan wel degene die de sanerings feitelijk uitvoert burgemeester en wethouders uiterlijk 24 uur van te voren op de hoogte van het tijdstip waarop de eindbemonstering plaatsvindt, door een bericht te sturen naar het adres Uiterlijk 24 uur voordat een ontgraving bij een sanering wordt aangevuld stuurt één van de in het eerste lid genoemde personen per een rapportage van de analyse van de monsters van de putbodem en de putwanden en een milieuhygiënische verklaring van de aanvulgrond naar het adres 3.2 WETTELIJK BEPAALDE VOORSCHRIFTEN Melden startdatum sanering De melder of degene die de sanering feitelijk uitvoert moet ten minste tien werkdagen voor de feitelijke aanvang van de sanering de startdatum melden met behulp van het formulier melding start sanering. Melden einddatum sanering De melder of degene die de sanering feitelijk uitvoert moet binnen een week na beëindiging van de sanering dit einde melden met behulp van het formulier melding einde sanering". Afwijkingen van het saneringsplan De melder meldt wijzigingen van het saneringsplan waarmee is ingestemd, uiterlijk 2 weken voorafgaand aan de uitvoering daarvan bij ons. Daarbij worden alle gegevens verstrekt die afwijken van de gegevens die eerder zijn verstrekt. Ook wordt de reden van de wijziging vermeld. Zonder onze schriftelijke instemming mag niet worden afgeweken van het saneringsplan of van de voorwaarden van dit besluit. Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer (Kwalibo) De bodemintermediairs die bij de uitvoering van de sanering zijn betrokken moeten voldoen aan de regels die in het Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer zijn gesteld. Evaluatieverslag De melder moet het evaluatieverslag binnen 15 weken na afronding van de sanering sturen naar het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen, ta v. Bureau Leefomgevingskwaliteit (PK40), Postbus 9105, 6500 HG in NIJMEGEN. De rapporten moeten ingediend worden met het formulier bodemverontreiniging of-sanering melden' (link product&productid=157). 4 MOTIVERING Beschrijving situatie De locatie bevindt zich op het bedrijventerrein Westkanaaldijk in Nijmegen. Het industrieterrein Westkanaaldijk is in de jaren '70 en '80 ingericht. Daarvoor was sprake van boomgaarden, weiland en akkers. Ten behoeve van de ontwikkeling van industrieterrein heeft de gemeente vanaf de jaren 1970 gefaseerd (on)gebroken puin en asfaltschollen aangebracht, afkomstig van diverse sloopprojecten uit de binnenstad.

6 5 Op het terrein aan de Rouwenboschweg 19 is een autodemontagebedrijf gevestigd. Het terrein is nagenoeg volledig bebouwd en verhard. De eigenaar van de locatie wil een nieuw bedrijfspand realiseren en het terrein rondom de bebouwing opnieuw verharden. De noordzijde van de locatie wordt ingericht als parkeerterrein voor personenauto's. Dit terrein is eigendom van gemeente Nijmegen en maakte vroeger deel uit van een bedrijfsterrein aan de Rouwenboschweg 17. Omstreeks 2008 is hier een verbindingsweg aangelegd tussen de Westkanaaldijk en de Rouwenboschweg. Ten behoeve van de aanleg van de weg is destijds de bodem aldaar gesaneerd. Hierbij is tot circa 0,55 m-mv verontreinigde grond ontgraven, gezeefd en afgevoerd. Met het resultaat van de sanering hebben wij ingestemd op 17 september 2008 (kenmerk besluit: ). Het terrein zuidelijk van de te bouwen bedrijfsloods wordt ingericht als stallingsterrein voor sloopauto's. Het terrein wordt daartoe bestraat met klinkers. Dit deel van de saneringslocatie (percelen K3892, K4203 en K4204) behoorde vroeger tot het bedrijfsterrein aan de Hogelandseweg 2-6 (locatie Kleijngeld). Bodemopbouw en hydrologie Het maaiveld op de locatie ligt op ca. 8,5m + NAP. De diepte van het grondwater bevindt zich tussen de 1,2-2,5 meter minus maaiveld (m-mv). De deklaag bestaat ter plaatse uit klei en heeft een dikte van ca. 2 meter. Hieronder bevindt zich het eerste watervoerende pakket tot 15 m-mv dat bestaat uit (grof) zand en grind. Het is onzeker of op de locatie een scheiding tussen het eerste en het tweede watervoerend pakket aanwezig is. Het tweede watervoerende pakket bestaat uit afwisselend fijn zand en kleipakketten. De regionale grondwaterstromingsrichting is zuidwest. Het oppervlakkige grondwater wordt beïnvloed door de ligging van de Waal, de Maas en het Maas-Waalkanaal. De lokale grondwaterstroming is nihil en kent geen eenduidige richting. De locatie bevindt zich niet binnen een grondwaterbeschermingsgebied. Verontreiniging Op de hele locatie is sprake van een puinhoudende bodemlaag in de bovengrond met diverse bijmengingen aan bodemvreemd materiaal. Ter plaatse van de Rouwenboschweg 19 is bij besluit vastgesteld dat sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging met zware metalen, minerale olie en PCB. De verontreiniging is aanwezig over de gehele locatie (oppervlakte circa m2) en tot een diepte van 0,5 m-mv. In het grondwater is alleen naftaleen boven de streefwaarde gemeten. Ter plaatse van de Hogelandseweg 2-6 is bij besluit vastgesteld dat sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging met zware metalen en minerale olie. De verontreiniging is aanwezig over de gehele locatie (oppervlakte circa m2) en tot een diepte van circa 0,5 m-mv. In het grondwater is alleen arseen boven de tussenwaarde gemeten. Ter plaatse van de Rouwenboschweg 17 is sprake van een puinhoudende bodemlaag van circa 1 meter dik met bijmengingen van diverse andere bodemvreemde materialen. In deze bodemlaag zijn sterke verontreinigingen (>l-waarde) met PAK-10 en lichte verontreinigingen(> S-waarde) met zware metalen en BOX aangetoond. Deze verontreiniging wordt gerelateerd aan de puinhoudende bovengrond. Vanaf maaiveld tot 0,8 a 1,2 m-mv is een uiterst puinhoudende ophooglaag aangetroffen. Opgemerkt wordt dat het materiaal in deze laag waarschijnlijk afkomstig is van verschillende partijen en in meerdere fasen is aangebracht. Uit het recent uitgevoerde asbestonderzoek komt verder naar voren dat op het noordelijk deel van de locatie een verontreiniging met asbest aanwezig is. Ter plaatse van de sleuven S02 en S03 is asbest aangetoond in een gehalte van

7 6 meer dan 100 mg/kg. De verontreiniging bevindt zich langs de rand van het deel dat in 2008 gesaneerd is (Rouwenboschweg 17). Nijmeegs beleid met betrekking tot saneren Nijmegen volgt op hoofdlijnen het landelijk beleid. Er kan gekozen worden voor een functiegerichte sanering van de bovengrond en een kosteneffectieve sanering van de ondergrond. Omdat de termen ondergrond en bovengrond tot misverstanden kunnen leiden lichten we kort toe wat daaronder in dit verband wordt verstaan. Functiegericht saneren van de bovengrond heeft betrekking op verontreiniging die zich niet verspreidt of niet kan verspreiden naar het grondwater. In de praktijk gaat het om immobiele stoffen. Deze stoffen kunnen zich ook op grotere diepte bevinden. Een functiegerichte sanering van de bovengrond is gericht op wegnemen van het risico dat mensen in contact komen met de verontreiniging. Dit kan bijvoorbeeld door te zorgen dat de bovengrond, waarop geleefd wordt, van geschikte kwaliteit is. Kosteneffectief saneren van de ondergrond heeft betrekking op de verontreiniging die zich heeft verspreid of kan verspreiden naar en via het grondwater. In de praktijk gaat het om mobiele stoffen. Deze stoffen kunnen ook aan het oppervlak voorkomen. Een kosteneffectieve sanering van de ondergrond is gericht op de totale aanpak van deze mobiele verontreiniging, waarbij verschillende oplossingen mogelijk zijn. Een afweging moet duidelijk maken welke oplossing het meest kosteneffectief is. Gekozen saneringsdoelstelling Het verrichten van graafwerkzaamheden in verontreinigde grond onder saneringscondities en het (opnieuw) realiseren van een isolatielaag in de vorm van bebouwing of verharding. Beschrijving sanering Uit het saneringsplan blijkt dat ter plaatse van de nieuw te bouwen bedrijfshal, de bodem integraal wordt ontgraven met 0,4 meter. Het terrein buiten de toekomstige bebouwing wordt, op perceel K4207, met 0,2 meter verlaagd. Ter plaatse van de fundering en een zestal funderingspoeren, zal de ontgraving worden uitgevoerd tot een diepte van circa 1,0 m-mv. Verder worden 66 boringen uitgevoerd tot een diepte van 6,0 m-mv. In de boorgaten worden funderingspalen geplaatst. Berekend is dat bij de graafwerkzaamheden in totaal circa 645 m3 bodemmateriaal zal vrijkomen. Eén en ander is weergegeven in tabel 3 van het saneringsplan. De funderingssleuven worden onder talud uitgegraven om te voorkomen dat de sleuven instorten. Geraamd wordt dat hierdoor 86 m3 extra grond zal vrijkomen, die na het realiseren van de fundering direct zal worden teruggeplaatst tegen de fundering. Op basis van het voorgaande kan worden gesteld dat in totaal naar verwachting circa 731 m3 materiaal zal worden ontgraven. In tabel 4 van het saneringsplan is dit uitgewerkt. De te onderscheiden partijen worden separaat in depot geplaatst. De boorgrond van de funderingspalen wordt in een apart depot opgeslagen. Deze ongeroerde zandige grond (naar verwachting circa 10 m3) wordt binnen de bouwlocatie hergebruikt. Het zuidelijk deel van de locatie ligt aanmerkelijk lager dan het noordelijk deel, hier zou nog verdere ophoging kunnen plaatsvinden. Dit betreft echter een ander geval van verontreiniging, waardoor hier geen verontreinigde grond afkomstig van de nieuwbouwlocatie (gelegen op het noordelijk deel) mag worden toegepast.

8 7 Op het uiterste noorden zijn langs de perceelgrens sterk verhoogde gehalten asbest gemeten. Op 18 mei 2017 hebben wij van Envita een ontvangen waarin is aangegeven dat ter plaatse een verharding zal worden aangebracht in verband met de toekomstige parkeerplaats. Ook in het saneringsplan is opgenomen dat het hele terrein zal worden bebouwd of verhard met klinkers. Hierdoor zijn eventuele blootstellingsrisico s weggenomen. Zorg tijdens sanering Als onderdeel van de sanering moet het terrein worden afgezet met een hekwerk. Dit hekwerk moet worden gehandhaafd tijdens de gehele duur van de sanering. De sanering zal plaatsvinden onder milieukundig toezicht. Er zijn verder geen bijzondere zorgmaatregelen van toepassing. Zorg na saneren Na sanering blijft het grootste deel van de verontreinigde grond onder de bebouwing en verharding achter. De bebouwing en verharding dient daarom in stand te worden gehouden. Wanneer in de toekomst opnieuw grondwerk moet worden uitgevoerd, dienen die werkzaamheden als sanering te worden aangemerkt. Een voornemen tot verplaatsing of verwijdering van de achterblijvende verontreinigingen door ontgraving moet bij ons worden gemeld op grond van artikel 28 van de Wet bodembescherming. De primaire verantwoordelijkheid voor de zorg rust bij de eigenaar van de locatie. De restverontreinigingen worden vastgelegd in het evaluatieverslag en geregistreerd bij het bevoegd gezag en het kadaster. De eigenaar draagt zorg voor de informatieverstrekking aan eenieder die werkzaamheden gaat uitvoeren op de locatie. Tenaamstelling besluit De melder is verantwoordelijk voor de uitvoering van de sanering. De verantwoordelijkheid kan wel aan een ander worden overgedragen. Daarvoor is instemming van de nodig. Dit wordt formeel geregeld in een gedeeltelijke wijziging van dit besluit. Grondslag Dit besluit is gebaseerd op de Wet bodembescherming van 1 januari 2006 en de volgende documenten: Het vigerende Besluit bodemkwaliteit, De vigerende Regeling bodemkwaliteit, Rapport Doorstart A5, afwegingsproces voor aanpak van mobiele verontreinigingen in de ondergrond, 2 juli 2001, Verordening bodembescherming Nijmegen, vastgesteld door de gemeenteraad van Nijmegen op 26 januari 2011, Beleidsbrief Asbest in Bodem, grond en puin(granulaat), brief aan Tweede Kamer, 3 maart 2004, en nr 15, De vigerende Circulaire bodemsanering, Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit, De Nota Bodembeheer van september 2012, vastgesteld door de Nijmeegse gemeenteraad op 3 oktober 2012, Beleidsnota Bodem 2012, de Gelderse wegwijzer door bodemland; vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen op 30 oktober 2012 en in werking getreden per 1 november 2012.

9 8 Andere wetgeving Het kan zijn dat andere vergunningverlenende instanties aanvullende eisen stellen. De melder moet deze vergunningen zelf bij de betreffende instanties aanvragen. 5 PROCEDURE Voor het voorbereiden van dit besluit volgen wij de procedurele bepalingen van titel 4.1 van de Algemene Wet Bestuursrecht. Voor de procedure verwijzen wij naar de bijgevoegde tekst voor de bekendmaking. De melding is eerder gepubliceerd. Hierop zijn geen reacties binnengekomen. Namens burgemeester en wethouders van Nijmegen, Bureaifhoofd Leefomgevingskwaliteit

10 Afdeling Projectmanagement en ruimtelijke kwaliteit Afdeling Projectmanagement en Ruimtelijke kwaliteit (PK40) Bekendmaking op het elektronische gemeenteblad van de gemeente Nijmegen via: Definitief besluit Wet bodembescherming Rouwenboschweg 19 te Nijmegen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen heeft een saneringsplan ontvangen vooreen bodemverontreiniging aan Rouwenboschweg 19. Het gaat om het uitvoeren graafwerkzaamheden in verontreinigde grond ten behoeve van nieuwbouw en algehele herinrichting van het terrein. Op de eerdere bekendmaking zijn geen reacties binnengekomen. Het college heeft het saneringsplan goedgekeurd. Inzage U kunt het besluit en de erbij horende stukken inzien via onderstaande snelkoppelingen vanaf 14 juli Ze kunnen ook digitaal worden ingezien bij de gemeentelijke informatiebalie in de Stadswinkel, Mariënburg 30 in Nijmegen. Er is een bezwarentermijn van 6 weken vanaf 15 juli Bezwaar Belanghebbenden die het niet eens zijn met het besluit kunnen in deze periode een bezwaarschrift indienen. Als u bezwaar wilt maken, moet u het bezwaarschrift richten aan het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen, t.a.v. Afdeling Juridische Zaken, team rechtsbescherming (JZ20), Postbus 9105, 6500 HG Nijmegen. In het bezwaarschrift moet in ieder geval staan: - Uw naam en adres; - de datum; - tegen welk besluit u bezwaar maakt; - waarom u bezwaar maakt; - ondertekening bezwaarschrift. De melder kan meteen starten met de werkzaamheden, ook als u bezwaar hebt gemaakt. Als u dit wilt tegenhouden moet u een gemotiveerd verzoek sturen aan de Raad van State. Bij een dergelijk verzoek om voorlopige voorziening moet u een afschrift van het bezwaarschrift meesturen. De voorlopige voorziening moet u vragen bij de Raad van State, Voorzitter van de Afdeling bestuursrecht, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Voor het behandelen van een verzoek om voorlopige voorziening zijn griffierechten verschuldigd. Hierover kunt u informatie krijgen bij de Raad van State, telefoon (070) , website Voor vragen en aanvullende informatie kunt u contact opnemen met de heer R. Echten van

11 1, telefoonnummer: Snelkoppelingen naar het besluit en de onderliggende de stukken: - Besluit instemming Saneringsplan: - Melding Artikel 28 Wbb: -Saneringsplan Rouwenboschweg 19, Envita, kenmerk /R02, 19 mei 2017: - Nader bodemonderzoek asbest NEN 5707 Rouwenboschweg 19 in Nijmegen, Envita, kenmerk /R01, 23 februari 2017: Aantal Bijlagen: