Hof van Cassatie van België

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hof van Cassatie van België"

Transcriptie

1 17 JUNI 2011 C N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C N GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR, bevoegd voor de provincie Vlaams-Brabant, met kantoor te 3000 Leuven, Blijde Inkomststraat , eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Quatre Brasstraat 6, waar de eiser woonplaats kiest, tegen 1. A V, 2. M J, verweerders. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Brussel van 18 oktober 2005.

2 17 JUNI 2011 C N/2 Het Hof heeft op 24 december 2009 drie prejudiciële vragen gesteld aan het Benelux-Gerechtshof. Het Benelux-Gerechtshof heeft die vragen op 11 februari 2011 beantwoord. De eiser heeft na het arrest van het Benelux-Gerechtshof een nota neergelegd. Raadsheer Beatrijs Deconinck heeft verslag uitgebracht. Advocaat-generaal Christian Vandewal heeft geconcludeerd. II. CASSATIEMIDDEL De eiser voert in zijn verzoekschrift een middel aan. Geschonden bepalingen en algemeen rechtsbeginsel - artikel 149 gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994; - de artikelen 6, 23, 24, 25, 26, 1138, 4 en 1385bis Gerechtelijk Wetboek; - de artikelen 1319, 1320 en 1322 Burgerlijk Wetboek; - artikel 65, 1, van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw; - artikel 68, 1, tweede lid, van het op 22 oktober 1996 gecoördineerde decreet op de ruimtelijke ordening, zoals van toepassing voor diens opheffing bij het decreet van 18 mei 1999; - artikel 149, 1, laatste alinea, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, zoals van toepassing voor de inwerkingtreding van het decreet van 4 juni 2003; - algemeen rechtsbeginsel van het strafrechtelijk gezag van gewijsde. Aangevochten beslissing Bij het bestreden arrest van 18 oktober 2005 verklaart het hof van beroep te Brussel eisers hoger beroep ontvankelijk, doch ongegrond en bevestigt het vonnis, dat het bevel van 8 maart 2004 nietig verklaarde, zegde voor recht dat de termijn om tot uitvoering over te gaan, zoals in het vonnis van de correctionele rechtbank te Leuven van 17 april 2000 werd bepaald op twaalf maanden en bevestigd in het arrest van het hof van beroep te Brussel van 28 oktober 2002, slechts inging bij de betekening van het arrest, te weten op 8 maart 2004, zegde voor recht dat de dwangsom die aan de uitvoering werd verbonden bij voormeld vonnis en bevestigd bij voormeld arrest slechts zou verbeuren na verloop van de voorziene termijn van twaalf maanden die ingaat vanaf de betekening van het arrest op 8 maart 2004, de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur veroordeelde

3 17 JUNI 2011 C N/3 om binnen 24 uren na uitspraak van het vonnis vrijwillige opheffing te verlenen, zegde voor recht dat bij gebrek aan vrijwillige opheffing binnen de gestelde termijn dit vonnis als opheffing geldt en hem in de kosten veroordeelde, met deze preciseringen dat de termijn om tot uitvoering over te gaan inging de dag dat het arrest kracht van gewijsde verkreeg, de akte van 8 maart 2004 geldig is met betrekking tot de betekeningen van het vonnis van 17 april 2000, het arrest van het hof van beroep van 28 oktober 2002 en het arrest van het Hof van Cassatie van 8 april 2003 en dat de opheffing van de inschrijving van de wettelijke hypotheek bevolen wordt en dat bij gebrek aan vrijwillige opheffing binnen de 24 uren na betekening van het arrest het als opheffing zal gelden. Deze beslissing is gesteund op volgende overwegingen: De eerste rechter heeft om wel overwogen redenen die het hof herneemt en tot de zijne maakt voor recht gezegd dat de dwangsom die aan de uitvoering van het vonnis van de correctionele rechtbank te Leuven van 17 april 2000 werd verbonden bij arrest van het hof van beroep te Brussel van 28 oktober 2002, slechts zal verbeuren na verloop van de termijn van twaalf maanden die ingaat vanaf de betekening van het arrest op 8 maart De eerste rechter heeft daarentegen verkeerdelijk gesteld dat ook de termijn om tot uitvoering over te gaan zoals bepaald bij voormeld arrest slechts inging bij de betekening van het arrest, te weten op 8 maart 2004 terwijl het arrest uitdrukkelijk voorziet dat 'de voor het herstel bepaalde termijn ingaat op de dag dat dit arrest kracht van gewijsde verkrijgt. Wanneer de dwangsomrechter een termijn bepaalt voor de uitvoering van de hoofdveroordeling en oordeelt dat de opgelegde dwangsom eerst zal verschuldigd zijn na verloop van die termijn, heeft deze termijn, wat de dwangsom betreft, de strekking aan de veroordeelde nog enige tijd te geven de veroordeling na te komen zonder dat de nietnakoming de verbeurte van de dwangsom tot gevolg heeft. Deze termijn dient, wat de dwangsom betreft, te worden beschouwd als een termijn als bedoeld in artikel 1385bis, vierde lid, Gerechtelijk Wetboek, die slechts ingaat op het moment van de betekening van de uitspraak waarbij de dwangsom is bepaald (Cass., 28 maart 2003, R.W , 137). (De eiser) stelt tevergeefs dat het arrest van het hof van beroep slechts een termijn voor de uitvoering heeft toegekend en wat de dwangsom betreft geen gewag maakt van de termijn van twaalf maanden nadat het arrest kracht van gewijsde had verworven zodat de uitvoeringstermijn van twaalf maanden niet aan de orde is bij het bepalen van de datum waarop de dwangsom verbeurt in geval van niet uitvoering van de herstelmaatregel. Het arrest van het hof van beroep dd. 28 oktober 2002 heeft de termijn van twaalf maanden om de hoofdveroordeling uit te voeren bevestigd en heeft aan (de verweerders) een dwangsom van 15 euro opgelegd per dag vertraging in de tenuitvoerlegging van de opgelegde herstelmaatregel. De dwangsom kan bijgevolg slechts verbeuren vanaf de vertraging in de tenuitvoerlegging die slechts een aanvang kan nemen na het verstrijken

4 17 JUNI 2011 C N/4 van de termijn van twaalf maanden. (De verweerders) kunnen geen dwangsom verbeuren gedurende de termijn van twaalf maanden vermits de dwangsom slechts kan worden opgelegd voor het geval de hoofdveroordeling niet of niet tijdig wordt nagekomen. Dit wordt trouwens door (de eiser) zelf bevestigd in de akte van betekening van 8 maart 2004 vermits hierin vermeld wordt dat het bevolen herstel uiterlijk op 8 april 2004 moet uitgevoerd zijn en dat bij gebreke aan uitvoering voor deze datum (de verweerders) solidair een dwangsom verschuldigd zijn van 15 euro per dag vertraging. De datum van 8 april 2004 komt overeen met twaalf maanden nadat het arrest kracht van gewijsde heeft verkregen door het arrest van het Hof van Cassatie dd. 8 april 2003 dat de voorziening tegen het arrest van het hof van beroep heeft verworpen. De dwangsom kan bijgevolg slechts worden verbeurd indien eenzelfde tijdspanne als de uitvoeringstermijn is verstreken. De termijn van twaalf maanden is bijgevolg een termijn in de zin van artikel 1385bis, vierde lid, Gerechtelijk Wetboek, die slechts ingaat op het moment van de betekening van de uitspraak waarbij de dwangsom is bepaald. In tegenstelling met hetgeen (de eiser) voorhoudt is de termijn die een aanvang neemt bij de betekening van de uitspraak die de dwangsom oplegt geen bijkomende sanctieloze termijn voor de uitvoering. Niets belette immers (de eiser) over te gaan tot betekening van het arrest van het hof van beroep eens het in kracht van gewijsde was getreden op 8 april 2003 in plaats van tot 8 maart 2004 te wachten. De eerste rechter overwoog ter zake: In het door (de verweerders) neergelegde arrest van 28 maart 2003 en in een ander arrest van dezelfde datum (R.A.B.G., 2003, 969, noot) oordeelde het Hof van Cassatie dat wanneer de dwangsomrechter een termijn bepaalt voor de uitvoering van de hoofdveroordeling en oordeelt dat de opgelegde dwangsom eerst zal verschuldigd zijn na verloop van die termijn, deze termijn wat de dwangsom betreft, de strekking heeft aan de veroordeelde nog enige tijd te geven de veroordeling na te komen zonder dat de niet-nakoming de verbeurte van de dwangsom tot gevolg heeft; dat deze termijn, wat de dwangsom betreft, dient beschouwd te worden als een termijn als bedoeld in artikel 1385bis, vierde lid, Gerechtelijk Wetboek. Ook indien in deze het dictum van het vonnis van de correctionele rechtbank te Leuven van 17 april 2000 luidt dat het herstel van de plaats in de vorige toestand dient uitgevoerd binnen de twaalf maanden nadat dit vonnis kracht van gewijsde verkregen heeft, en het dictum van het arrest van het hof van beroep te Brussel van 28 oktober 2002 luidt dat de voor het herstel bepaalde termijn ingaat de dag dat dit arrest kracht van gewijsde verkrijgt'', werd bijgevolg aan (de verweerders) een termijn in de zin van artikel 1385bis, vierde lid, Gerechtelijk Wetboek toegekend. Indien, in strafzaken, een cassatieberoep is ingesteld tegen een arrest van het hof van beroep dat een dwangsom oplegt, kan de dwangsom slechts worden verbeurd vanaf de betekening aan de schuldenaar van het arrest dat het cassatieberoep verwerpt (Cass., 28 maart 2003, R.A.B.G., 2003, 980, noot).

5 17 JUNI 2011 C N/5 Aangezien het verwerpingsarrest van 8 april 2003 aan (de verweerders) werd betekend op 8 maart 2004, betogen zij terecht dat de termijn van twaalf maanden om tot uitvoering over te gaan eerst inging op 8 maart De in het geding zijnde dwangsommen zijn bijgevolg niet opeisbaar geworden. ( ) Aangezien de dwangsom nog niet opeisbaar is, kon (de eiser) geen hypothecaire inschrijving nemen op de onroerende goederen van (de verweerders). De vordering tot opheffing van de inschrijving is gegrond. Grieven Eerste onderdeel Te dezen werd door de eiser hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de eerste rechter die verweerders vordering gegrond verklaarde, het bevel van 8 maart 2004 nietig verklaarde, zegde voor recht dat de termijn om tot uitvoering over te gaan, zoals in het vonnis van de correctionele rechtbank te Leuven van 17 april 2000 werd bepaald op twaalf maanden en bevestigd in het arrest van het hof van beroep te Brussel van 28 oktober 2002, slechts inging bij de betekening van het arrest, te weten op 8 maart 2004, zegde voor recht dat de dwangsom die aan de uitvoering werd verbonden bij voormeld vonnis en bevestigd bij voormeld arrest slechts zal verbeuren na verloop van de voorziene termijn van twaalf maanden die ingaat vanaf de betekening van het arrest op 8 maart 2004, de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur veroordeelde om binnen de 24 uren na uitspraak van het vonnis vrijwillige opheffing te verlenen, zegde voor recht dat bij gebrek aan vrijwillige opheffing binnen de gestelde termijn dit vonnis als opheffing geldt en hem in de kosten veroordeelde. Het hof van beroep verklaart in het bestreden arrest het hoger beroep ontvankelijk, doch ongegrond, waarna het evenwel verklaart dat het het vonnis bevestigt met deze preciseringen dat de termijn om tot uitvoering over te gaan inging de dag dat het arrest kracht van gewijsde verkreeg, de akte van 8 maart 2004 geldig is met betrekking tot de betekeningen van het vonnis van 17 april 2000, het arrest van het hof van beroep van 28 oktober 2002 en het arrest van het Hof van Cassatie van 8 april 2003, dat de opheffing van de inschrijving van de wettelijke hypotheek bevolen wordt en dat bij gebrek aan vrijwillige opheffing binnen de 24 uren na betekening van het arrest het als opheffing zal gelden. Uit deze omschrijving volgt dat het hof van beroep minstens ten dele inging op het hoger beroep van de eiser. Besluit Waar het hof van beroep, enerzijds, het hoger beroep van de eiser ongegrond verklaart, doch, anderzijds, het bestreden vonnis bevestigt met de hierboven aangehaalde preciseringen en onder meer uitdrukkelijk verklaart dat de termijn om tot uitvoering over te gaan inging de dag dat het arrest kracht van gewijsde kreeg en dat de akte van 8 maart

6 17 JUNI 2011 C N/ wel degelijk geldig is met betrekking tot de betekeningen van het vonnis dd. 17 april 2000, het arrest van het hof van beroep van 28 oktober 2002 en het arrest van het Hof van Cassatie van 8 april 2003, is het bestreden arrest door een tegenstrijdigheid in zijn beschikkend gedeelte aangetast en derhalve niet naar recht verantwoord (schending van artikel 1138, 4, Gerechtelijk Wetboek) en is het bestreden arrest evenmin regelmatig met redenen omkleed (schending van artikel 149 gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994). Tweede onderdeel Bij vonnis van de correctionele rechtbank te Leuven van 17 april 2000 werden de verweerders veroordeeld wegens een bouwmisdrijf tot het herstel van de plaatsen in de vorige staat van de plaats gelegen te Tremelo, Werchtersebaan 2/11 door afbraak van de daar wederrechtelijk opgerichte constructies, namelijk een weekendhuisje met bergplaatsen en veranda, en dit binnen de twaalf maanden nadat dit vonnis kracht van gewijsde verkregen heeft. Het hof van beroep te Brussel bevestigde bij arrest van 28 oktober 2002 dit vonnis, behalve dat, benevens de wijziging van de bewezen tenlasteleggingen en van de straffen, geoordeeld werd dat de herstelmaatregel tevens de vijvers omvat, de voor het herstel bepaalde termijn ingaat de dag dat dit arrest kracht van gewijsde verkrijgt en aan iedere beklaagde een dwangsom wordt opgelegd van 15 euro per dag vertraging in de tenuitvoerlegging van de opgelegde maatregel. De dwangsom werd zodoende voor het eerst opgelegd in hoger beroep. De beslissing tot het opleggen van een dwangsom werd gerechtvaardigd door de overweging dat het gepast voorkomt, teneinde de tenuitvoerlegging van het opgelegd herstel te bewerkstelligen, een dwangsom op te leggen waarvan het bedrag bepaald kan worden op 15 euro per dag. Van enige respijttermijn, zijnde een termijn die dient te verstrijken alvorens de dwangsom kan verbeuren, was er in dat arrest geen sprake. Besluit Waar het hof van beroep in het bestreden arrest het arrest van 28 oktober 2002 aldus uitlegt dat hierin niet alleen een uitvoeringstermijn, maar ook een termijn in de zin van artikel 1385bis, vierde lid, Gerechtelijk Wetboek van dezelfde duur als de uitvoeringstermijn werd bepaald, zijnde een termijn tijdens dewelke de dwangsom niet kan verbeuren, en derhalve oordeelt dat er in het arrest van 28 oktober 2002 een dubbele termijn werd bepaald, daar waar blijkens de tekst van het kwestieuze arrest er, enerzijds, werd beslist dat de beslissing van de eerste rechter tot herstel van de plaats in de oorspronkelijke toestand binnen de aldaar bepaalde termijn van twaalf maanden nadat het vonnis kracht van gewijsde verkregen heeft, wordt bevestigd, met dien verstande dat het woord arrest aan het woord vonnis werd gesubstitueerd, en, anderzijds, voor het eerst in hoger beroep een dwangsom van 15 euro per dag vertraging in de

7 17 JUNI 2011 C N/7 tenuitvoerlegging van de opgelegde herstelmaatregel werd bepaald, zonder dat in dat arrest werd gesteld dat de dwangsom eerst na het verstrijken van een zekere termijn zou kunnen verbeuren, heeft het hof aan voornoemd arrest een uitlegging gegeven die met de bewoordingen ervan onverenigbaar is en derhalve de bewijskracht van dit arrest miskend (schending van de artikelen 1319, 1320 en 1322 Burgerlijk Wetboek) evenals het rechterlijk gezag van gewijsde dat aan voornoemd arrest van 28 oktober 2002 kleeft (schending van de artikelen 23, 24, 25 en 26 Gerechtelijk Wetboek, alsook van het algemeen rechtsbeginsel van het strafrechterlijk gezag van gewijsde) en kon het derhalve niet wettig besluiten, met bevestiging van de beslissing van de eerste rechter, dat de dwangsom die aan de uitvoering werd verbonden bij voormeld arrest, slechts zal verbeuren na verloop van de voorziene termijn van twaalf maanden die ingaat vanaf de betekening van het arrest op 8 maart 2004 (schending van artikel 1385bis Gerechtelijk Wetboek). Derde onderdeel Naar luid van artikel 6 Gerechtelijk Wetboek mogen de rechters in de zaken die aan hun oordeel zijn onderworpen, geen uitspraak doen bij wege van algemene en als regel geldende beschikking. Voornoemde regel verzet zich zodoende ertegen dat een rechter, aan wie de vraag wordt voorgelegd of de dwangsomrechter aan de door hem opgelegde dwangsom een termijn in de zin van artikel 1385bis, vierde lid, Gerechtelijk Wetboek, waarbinnen de dwangsom niet zal kunnen verbeuren, te onderscheiden van een termijn verleend voor de uitvoering van de hoofdveroordeling, heeft gekoppeld, tot een bevestigend antwoord komt om de enkele reden dat in het verleden een andere rechter, in casu het Hof van Cassatie in een arrest van 28 maart 2003, geoordeeld heeft dat wanneer de dwangsomrechter een termijn bepaalt voor de uitvoering van de hoofdveroordeling en oordeelt dat de opgelegde dwangsom eerst zal verschuldigd zijn na verloop van die termijn (onder te verstaan de termijn die werd verleend voor de uitvoering van de hoofdveroordeling), deze termijn, wat de dwangsom betreft, de strekking heeft aan de veroordeelde nog enige tijd te geven de veroordeling na te komen zonder dat de niet-nakoming de verbeurte van de dwangsom tot gevolg heeft en derhalve, wat de dwangsom betreft, dient te worden beschouwd als een termijn als bedoeld in artikel 1385bis, vierde lid, Gerechtelijk Wetboek, die slechts ingaat op het moment van de betekening van de uitspraak waarbij de dwangsom is bepaald. De bepaling van een termijn in de zin van artikel 1385bis, vierde lid, Gerechtelijk Wetboek wordt immers overgelaten aan de appreciatiebevoegdheid van de feitenrechter die zelf vrij bepaalt om aan het verbeuren van de dwangsom al dan niet een termijn te verbinden, hetgeen impliceert dat ter zake de bedoeling van de rechter dient te worden nagegaan om uit te maken of er al dan niet van een dergelijke termijn sprake is. Besluit

8 17 JUNI 2011 C N/8 Waar het hof van beroep besluit tot het bestaan van een termijn in de zin van artikel 1385bis, vierde lid, Gerechtelijk Wetboek omdat overeenkomstig de rechtspraak van het Hof van Cassatie moet worden aangenomen dat er sprake is van een termijn, zoals bedoeld in dat artikel, wanneer de dwangsomrechter een termijn voor de uitvoering van de hoofdveroordeling heeft bepaald en voorts heeft gesteld dat de dwangsom eerst na het verstrijken van die termijn zal verbeuren, zonder dat er in feite wordt nagegaan of het wel de bedoeling van de feitenrechter was om ook een termijn waarbinnen de dwangsom niet kan verbeuren, zoals bedoeld bij voornoemd artikel, te bepalen, verleent het aan deze rechtspraak de waarde van een algemene en als regel geldende beschikking (schending van artikel 6 Gerechtelijk Wetboek) en doet het uitspraak in miskenning van de appreciatiebevoegdheid van de rechter die de dwangsom heeft opgelegd (schending van artikel 1385bis, vierde lid, Gerechtelijk Wetboek). Vierde onderdeel Blijkens artikel 1385bis Gerechtelijk Wetboek kan de rechter op vordering van één der partijen de wederpartij veroordelen tot betaling van een geldsom voor het geval dat aan de hoofdveroordeling, al dan niet na het verstrijken van een bepaalde termijn, niet wordt voldaan. Naar luid van artikel 1385bis, vierde lid, Gerechtelijk Wetboek kan de rechter tevens bepalen dat de veroordeelde pas na verloop van een zekere termijn de dwangsom zal kunnen verbeuren. Hij is daartoe evenwel niet verplicht. Blijkens laatstgenoemde bepaling zal er dan ook slechts van een respijttermijn in voornoemde zin sprake kunnen zijn wanneer de rechter gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid die hem bij dit artikel wordt verleend om een termijn te bepalen waarbinnen de dwangsom niet zal verbeuren. De enkele omstandigheid dat de rechter bij toepassing van een andere bepaling voorziet in een termijn waarbinnen de hoofdveroordeling moet worden uitgevoerd volstaat dan ook geenszins om tot het bestaan van een dergelijke respijttermijn te kunnen besluiten. Daartoe dient de bedoeling van de rechter te worden nagegaan. Een dergelijke termijn dient meer bepaald te worden onderscheiden van de termijn, waarvan sprake in artikel 65, 1, van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw, nadien artikel 68, 1, van het op 22 oktober 1996 gecoördineerde decreet op de ruimtelijke ordening, vervolgens artikel 149, 1, laatste alinea, van het decreet van 18 mei 1999, houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van het decreet van 4 juni Naar luid van deze bepalingen beveelt de rechtbank, rechtdoende in stedenbouwzaken, ofwel de plaats in de vorige staat te herstellen, ofwel bouwwerken of aanpassingswerken uit te voeren. De rechtbank bepaalt daarvoor een termijn die een jaar niet mag overschrijden.

9 17 JUNI 2011 C N/9 De bepaling van een termijn voor de uitvoering van de herstelmaatregel is zodoende bij de wet opgelegd en komt voor in iedere beslissing waarbij een herstelmaatregel wordt bevolen. Het betreft hier bovendien een termijn waarbinnen dient te worden voldaan aan de hoofdveroordeling, anders gezegd een uitvoeringstermijn, die als dusdanig is te onderscheiden van een respijttermijn in de zin van artikel 1385bis, vierde lid, Gerechtelijk Wetboek. Uit de enkele omstandigheid dat in een beslissing, gewezen inzake stedenbouw, een termijn voor de uitvoering werd bepaald mag noch kan bijgevolg zonder meer worden afgeleid dat de rechter ook een tweede, bijkomende termijn heeft willen bepalen waarbinnen de dwangsom niet zal kunnen verbeuren. Besluit Waar het hof van beroep oordeelt dat de dwangsom slechts kan worden verbeurd indien een zelfde tijdspanne als de uitvoeringstermijn is verstreken en aldus aanneemt dat uit de enkele omstandigheid dat er in een termijn voor de uitvoering van de hoofdveroordeling werd voorzien volgt dat er ook is voorzien in een termijn waarbinnen de dwangsom niet kan verbeuren, zoals bedoeld in artikel 1385bis, vierde lid, Gerechtelijk Wetboek, en aldus uit het oog verliest dat er van een respijttermijn in de zin van artikel 1385bis, vierde lid, Gerechtelijk Wetboek slechts sprake kan zijn voor zover de dwangsomrechter met toepassing van artikel 1385bis, vierde lid, Gerechtelijk Wetboek heeft beslist dat de dwangsom niet zal kunnen verbeuren vooraleer een bepaalde termijn, genaamd de respijttermijn, is verstreken doet het hof van beroep uitspraak, enerzijds, in miskenning van het facultatief karakter van de bevoegdheid verleend aan de dwangsomrechter om een termijn, zoals bedoeld in voornoemd artikel, te bepalen (schending van artikel 1385bis, vierde lid, Gerechtelijk Wetboek), anderzijds van de specifieke aard van de termijn, waarvan sprake in de stedenbouwwetgeving, waarvan de bepaling verplicht is zodra een herstelmaatregel wordt bevolen (schending van artikelen 65, 1, van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw, 68, 1, tweede lid, van het op 22 oktober 1996 gecoördineerde decreet op de ruimtelijke ordening, zoals van toepassing vóór diens opheffing bij het decreet van 18 mei 1999 en artikel 149, 1, houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van het decreet van 4 juni 2003). Minstens is het bestreden arrest dat niet toelaat uit te maken waarop het hof van beroep steunt om te stellen dat de dwangsom slechts kan worden verbeurd indien een zelfde tijdspanne als de uitvoeringstermijn is verstreken, met dien verstande dat die laatste termijn slechts een aanvang zal nemen op het ogenblik van het in kracht van gewijsde treden van de beslissing, en aldus de wettigheidscontrole van het Hof op deze beslissing onmogelijk maakt, niet regelmatig met redenen omkleed (schending van artikel 149 gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994).

10 17 JUNI 2011 C N/10 III. BESLISSING VAN HET HOF Beoordeling Vierde onderdeel 1. Artikel 1385bis, derde en vierde lid, Gerechtelijk Wetboek bepaalt: De dwangsom kan niet worden verbeurd vóór de betekening van de uitspraak waarbij zij is vastgesteld. De rechter kan bepalen dat de veroordeelde pas na verloop van een zekere termijn de dwangsom zal kunnen verbeuren. 2. In zijn arrest A 2010/5 van 11 februari 2011 heeft het Benelux-Gerechtshof geoordeeld dat: - artikel 1, lid 3 en lid 4, van de Eenvormige wet betreffende de dwangsom aldus moet worden uitgelegd dat wanneer de rechter een hoofdveroordeling uitspreekt en hiervoor een uitvoeringstermijn bepaalt vanaf het in kracht van gewijsde gaan van deze veroordeling met oplegging van een dwangsom zonder respijttermijn, de dwangsom verbeurd is indien zowel de uitvoeringstermijn is verstreken als betekening heeft plaatsgehad; - uit het stilzwijgen van de rechter omtrent de termijn voor het verbeuren van de dwangsom niet mag worden afgeleid dat de termijn die bepaald is voor de uitvoering van de hoofdveroordeling, ook geldt als termijn die wordt toegestaan voor het verbeuren van de dwangsom en die wat de dwangsom betreft pas begint te lopen vanaf de betekening; - artikel 1, lid 4, van de Eenvormige wet betreffende de dwangsom aldus moet worden uitgelegd dat wanneer de rechter een termijn bepaalt om de hoofdveroordeling uit te voeren vanaf het ogenblik dat de hoofdveroordeling in kracht van gewijsde is getreden, dit artikel niet verhindert dat de rechter een langere termijn voor het verbeuren van de dwangsom toestaat, berekend vanaf de betekening van de beslissing, dan de termijn toegestaan voor de uitvoering. 3. De uitvoeringstermijn geeft de schuldenaar de gelegenheid de veroordeling uit te voeren. Gedurende die termijn kan hij geen dwangsom verbeuren, daar de

11 17 JUNI 2011 C N/11 dwangsom slechts verschuldigd is indien de hoofdveroordeling niet of niet tijdig is uitgevoerd. Artikel 1385bis, vierde lid, Gerechtelijk Wetboek bepaalt niet de voorwaarden voor het verlenen van die uitvoeringstermijn. De respijttermijn geeft de schuldenaar nog enige tijd de veroordeling na te komen, zonder dat de niet-nakoming de dwangsom verbeurt. Voor die respijttermijn geldt wel artikel 1385bis Gerechtelijk Wetboek. 4. Het staat aan de rechter te bepalen of hij naast de uitvoeringstermijn ook een respijttermijn toekent. 5. Wanneer de rechter enkel beslist dat de uitgesproken veroordeling moet uitgevoerd zijn binnen een bepaalde termijn, dit onder verbeurte van een dwangsom, dan verleent hij de schuldenaar uitsluitend een uitvoeringstermijn en geen respijttermijn. Daaruit volgt dat na het verstrijken van de uitvoeringstermijn niet nog bijkomend eenzelfde respijttermijn begint te lopen vanaf de betekening. Wanneer de rechter enkel een uitvoeringstermijn verleent, kan de dwangsom verbeurd worden vanaf het verstrijken van die termijn op voorwaarde dat de uitspraak die de dwangsom bepaalt, aan de schuldenaar is betekend. 6. Het bestreden arrest dat anders beslist, verantwoordt zijn beslissing niet naar recht. Het onderdeel is gegrond. Overige onderdelen 7. De drie overige onderdelen zijn reeds beantwoord bij arrest van het Hof van 24 december Dictum Het Hof, Vernietigt het bestreden arrest in zoverre het oordeelt over de periode waarin de dwangsommen niet zijn verbeurd, uitspraak doet over de opheffing van de hypothecaire inschrijving en over de kosten. Verwerpt het cassatieberoep voor het overige.

12 17 JUNI 2011 C N/12 Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het gedeeltelijk vernietigde arrest. Houdt de kosten aan en laat de beslissing daaromtrent over aan de feitenrechter. Verwijst de aldus beperkte zaak naar het hof van beroep te Gent. Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, eerste kamer, samengesteld uit raadsheer Eric Stassijns, waarnemend voorzitter en de raadsheren Beatrijs Deconinck, Alain Smetryns, Geert Jocqué en Alain Bloch, en in openbare rechtszitting van 17 juni 2011 uitgesproken door raadsheer Eric Stassijns, waarnemend voorzitter, in aanwezigheid van advocaat-generaal Christian Vandewal, met bijstand van griffier Frank Adriaensen. F. Adriaensen A. Bloch G. Jocqué A. Smetryns B. Deconinck E. Stassijns

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 SEPTEMBER 2015 C.13.0529.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0529.N GEWESTELIJK STEDEBOUWKUNDIG INSPECTEUR VOOR HET GRONGEBIED VAN DE PROVINCIE VLAAMS-BRABANT, met kantoor te 3000 Leuven,

Nadere informatie

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/5 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR VANDERPERREN - JACQUEMAR

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/5 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR VANDERPERREN - JACQUEMAR 1 COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2010/5/8 Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/5 Inzake: GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR Tegen: VANDERPERREN - JACQUEMAR Procestaal: Nederlands

Nadere informatie

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/4. Inzake: GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR Tegen: SILECI Procestaal: Nederlands

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/4. Inzake: GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR Tegen: SILECI Procestaal: Nederlands 1 COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2010/4/10 Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/4 Inzake: GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR Tegen: SILECI Procestaal: Nederlands Arrêt du 11 février

Nadere informatie

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/1 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR. Arrêt du 11 février 2011 dans l affaire A 2010/1

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/1 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR. Arrêt du 11 février 2011 dans l affaire A 2010/1 COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2010/1/6 Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/1 Inzake: VANSEER Tegen: GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR Procestaal: Nederlands Arrêt du 11 février

Nadere informatie

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/6 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR. Arrêt du 11 février 2011 dans l affaire A 2010/2

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/6 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR. Arrêt du 11 février 2011 dans l affaire A 2010/2 1 COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2010/6/6 Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/6 Inzake: GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR Tegen: SCHOOFS Procestaal: Nederlands Arrêt du 11 février

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 JANUARI 2012 C.10.0683.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0683.N CITY MOTORS GROUP nv, met zetel te 2030 Antwerpen, Noorderlaan 89, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 OKTOBER 2015 C.14.0386.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0386.N UNION CYCLISTE INTERNATIONALE, vereniging naar Zwitsers recht, met zetel te 1860 Aigle (Zwitserland), Chaussée de la Melée

Nadere informatie

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest Nr.: 6tt161 A.R. Nr.: 2012/ AR/ 1017 Rep. m.: 2012/ 4fi Afschrift in uitvoering van het Gerechtelijk Wet.boek Vrij van recht art. 280-2 WJUlG. HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL l'r kamer, zetelend in burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2015 C.13.0615.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0615.N Ch. V., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 SEPTEMBER 2014 C.13.0017.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0017.N P. S. eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 NOVEMBER 2013 C.12.0095.N- C.12.0110.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest I. Nr. C.12.0095.N 1. J V D H, 2. A V L, 3. H V D H, 4. E V D H, 5. L V D H, allen in hun hoedanigheid van erfgenamen van wijlen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 MAART 2015 C.14.0380.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0380.N 1. Y.E. STEFI bvba, met zetel te 2000 Antwerpen, Falconplein 21, 2. T. R. S., eisers, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 JUNI 2008 C.07.0236.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0236.N 1. D.K.L, en, 2. K.R., eisers, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 JUNI 2011 C.10.0241.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0241.N R. C., eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Brederodestraat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MEI 2012 P.11.1808.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1808.N I 1. F P M E P, beklaagde, 2. B L J M F, beklaagde, eisers, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 APRIL 2018 C.17.0438.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0438.N 1. L.B. 2. M.J., eisers, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 MEI 2016 C.14.0561.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0561.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, met kabinet te 1000 Brussel, Kruidtuinlaan

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JANUARI 2013 C.11.0323.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0323.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Binnenlandse Zaken, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 2, voor

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 DECEMBER 2013 F.12.0125.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0125.N GEMEENTE SCHAARBEEK, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met kantoor te 1030 Brussel, Collignonplein,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 NOVEMBER 2017 C.17.0389.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0389.N 1. VAN OECKEL, landbouwvennootschap, met zetel te 2460 Kasterlee, Grootrees 60, 2. P. V. O., 3. H. V. D. B., eisers, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 DECEMBER 2013 C.13.0041.N-C.13.0067.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest I Nr. C.13.0041.N T.P., eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te

Nadere informatie

Hof van Cassatie van Belgie

Hof van Cassatie van Belgie 28 NOVEMBER 2014 C. 12.0310.N/1 Hof van Cassatie van Belgie Arrest Nr. C.12.0310.N, handelend in zijn hoedanigheid van Gewestelijk Stedenbouwkundige inspecteur bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 SEPTEMBER 2011 C.10.0278.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0278.N H. S., eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Central

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JANUARI 2011 C.09.0635.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0635.N S.J., eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Brederodestraat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 OKTOBER 2012 C.11.0184.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0184.N J.T., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 NOVEMBER 2014 C.14.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0122.N 1. M. H., 2. A. D. K., eisers, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 6 januari 2014 (nr. G.13.0163.N) vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 FEBRUARI 2012 C.11.0463.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0463.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. C. G., 2. F.S.,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MEI 2012 C.10.0647.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0647.N 1. D.K., 2. FRUITBEDRIJF KOEKELBERGH lv, wonende te 3850 Nieuwerkerken, Diestersteenweg 83, eisers, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 NOVEMBER 2013 C.12.0570.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0570.N Jean de CHAFFOY de COURCELLES, advocaat, met kantoor te 1000 Brussel, Kunstlaan 24, bus 9 A, in zijn hoedanigheid van curator

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 NOVEMBER 2016 S.16.0001.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.16.0001.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, in de persoon

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 MAART 2015 P.13.1066.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1066.N R D, burgerlijke partij, eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. N D, beklaagde,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 MAART 2018 C.17.0454.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0454.N G.A.B. LUXURY nv, met zetel te 1740 Ternat, Assesteenweg 96, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MAART 2015 P.14.0392.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0392.N 1. M L E V U, beklaagde, 2. H R G V B, beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Jaak Haentjens, advocaat bij de balie te Dendermonde.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2015 P.14.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0355.N I H nv, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Filip Mertens, met kantoor te 9000 Gent, Coupure 373, eiseres, met als

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 JUNI 2011 C.07.0423.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0423.N 1. BOUSSE-GOVAERTS nv, met zetel te 3500 Hasselt, Kempische Steenweg 218, 2. GORO nv, met zetel te 3500 Hasselt, Kempische

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 FEBRUARI 2014 C.12.0143.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0143.N 1. C C, 2. J C, eisers, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 FEBRUARI 2015 C.14.0163.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0163.N 1. G. S., 2. L. M., eisers, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JANUARI 2012 C.10.0501.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0501.N D. B., eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Central

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 SEPTEMBER 2015 C.13.0016.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0016.N ABFIN nv, met zetel te 2020 Antwerpen, Jan Van Rijswijcklaan 162/11, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Paul Lefèbvre,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JUNI 2015 C.14.0568.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0568.N EEG SLACHTHUIS VERBIST IZEGEM nv, met zetel te 8870 Izegem, Gentse Heerweg 78, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 SEPTEMBER 2010 S.09.0039.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.09.0039.N D.A., eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 NOVEMBER 2013 C.12.0523.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0523.N L., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 MEI 2016 C.14.0442.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0442.N MOBISTAR nv, met zetel te 1140 Evere, Bourgetlaan 3, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Faillissement. Curator. Vorderingsrecht. Vennootschap onder firma. Uittredende vennoten. Gedifferentieerde gehoudenheid Datum 7 november 2013 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 MEI 2012 C.11.0132.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0132.N GEMEENSCHAPPELIJK MOTORWAARBORGFONDS, met zetel te 1210 Brussel, Liefdadigheidsstraat 33/1, eiser, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 MEI 2012 C.11.0340.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0340.N H D M, als curator van het faillissement van Ryckaert-Neyt bvba, eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 MAART 2010 C.08.0324.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0324.N ALGEMENE ONDERNEMINGEN AERTS, naamloze vennootschap, met zetel te 2500 Lier, Paaiestraat 9, eiseres, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MEI 2015 F.13.0178.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0178.N VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de minister-president, met kabinet te 10000 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 NOVEMBER 2015 P.15.0890.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0890.N I W J J H, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Michael Verstraeten, advocaat bij de balie te Gent, tegen Michiel VERRAES,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 MEI 2015 C.14.0269.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0269.N VLAAMSE GEMEENSCHAP, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de minister-president, met kabinet te 1000

Nadere informatie

Hof van Cassatie van Belgie

Hof van Cassatie van Belgie 12 MEI2017 C.14.0111.N/1 ONOfcRTFKEMD AFSCHRIFT toeywundeu i.- ditif Hi 792 van list Gerechte!i;K VRIJ van EXPEDITIERECHT: art. 280, 2, W. Reg. Wt Hof van Cassatie van Belgie Arrest Nr. C.14.0111.N 1.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 OKTOBER 2009 C.08.0448.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0448.N 1. ARGENTA SPAARBANK, naamloze vennootschap, met zetel te 2018 Antwerpen, Belgiëlei 49-53, 2. ARGENTA ASSURANTIES, naamloze

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 MEI 2011 C.10.0197.N-C.10.0205.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest I Nr. C.10.0197.N CID LINES nv, met zetel te 8900 Ieper, Waterpoortstraat 2, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 NOVEMBER 2013 C.12.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0556.N 1. J., 2. G., 3. D., 4. E., 5. K., 6. I., eisers, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 OKTOBER 2014 C.13.0164.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0164.N BESTLEASE bvba, met zetel te 8670 Koksijde, Goudbloemstraat 8, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 JUNI 2015 C.14.0214.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0214.N VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering in de persoon van de minister-president, met kabinet te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 NOVEMBER 2018 C.17.0393.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0393.N 1. P&V VERZEKERINGEN cvba, met zetel te 1210 Sint-Joost-ten-Node, Koningsstraat 151-153, 2. AXA BELGIUM nv, met zetel te

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 JUNI 2015 P.15.0321.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0321.N F. S., beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Michael Boonen, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 SEPTEMBER 2013 C.12.0476.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0476.N K., eiser, vertegenwoordigd door mr. Willy van Eeckhoutte, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 9051 Gent,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MEI 2014 F.12.0188.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0188.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 APRIL 2016 P.16.0207.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0207.N PROCUREUR DES KONINGS bij de rechtbank van eerste aanleg West- Vlaanderen, afdeling Veurne, eiser, tegen J Y, beklaagde, verweerder.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 SEPTEMBER 2014 C.13.0232.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0232.N SYRAL BELGIUM nv, met zetel te 9300 Aalst, Burchtstraat 10, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 NOVEMBER 2013 S.12.0025.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.12.0025.N RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID, openbare instelling, met zetel te 1060 Brussel, Victor Hortaplein 11, eiser, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van cassatie Onderwerp Huwelijksvermogensrecht. Wettelijk stelsel. Ontbinding. Vereffening. Vergoeding door het gemeenschappelijk vermogen Datum 21 januari 2011 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 FEBRUARI 2012 C.11.0093.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0093.N 1. G.M., 2. C.V., eisers, aan wie rechtsbijstand werd verleend op 23 december 2010 onder nummer G.10.0201.N, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 JANUARI 2011 C.08.0364.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0364.N C.B., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1050 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 NOVEMBER 2015 C.15.0010.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.15.0010.N BELGISCHE STAAT, Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, vertegenwoordigd door de minister van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 JANUARI 2017 C.16.0217.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.16.0217.N ADVOCATENKANTOOR ANN HERREMAN bvba, met zetel te 1790 Affligem, Calloystraat 2, in haar hoedanigheid van syndicus van de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 OKTOBER 2013 F.12.0086.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0086.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 DECEMBER 2014 F.13.0134.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0134.N R.S., eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 3000 Leuven, Koning

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 JANUARI 2019 C.18.0045.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.18.0045.N 1. M.W., 2. I.D., eiseressen, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 3000

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 APRIL 2011 C.10.0119.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0119.N MARMINVEST nv, met zetel te 9790 Wortegem-Petegem, Kouter 3, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MAART 2018 C.17.0067.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0067.N E.A. eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen, Amerikalei

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JANUARI 2011 C.09.0522.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0522.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Landsverdediging, met kantoor te 1000 Brussel, Lambermontstraat 8,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2016 P.16.0421.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0421.N P D, burgerlijke partij, eiser, met als raadsman mr. Didier Baecke, advocaat bij de balie te Gent, tegen A A J L, beklaagde,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 JUNI 2015 F.13.0146.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0146.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 DECEMBER 2015 C.15.0152.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.15.0152.N NATIONAAL VERBOND VAN SOCIALISTISCHE MUTUALITEITEN, met zetel te 1000 Brussel, Sint-Jansstraat 32-38, eiser, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 NOVEMBER 2015 C.13.0257.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0257.N 1. D. S., 2. R. S., 3. L. S., 4. C. S., 5. M. S., 6. J. S., 7. N. S., 8. R. S., eisers, vertegenwoordigd door mr. Caroline

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Verlies maatschappelijk kapitaal N.V. Opdrachten openbaar ministerie Datum 17 oktober 2014 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 MEI 2017 P.17.0186.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.17.0186.N E G, alias D Z, alias J G, alias M H, alias E B, alias E B, alias D B, zonder gekende woon- of verblijfplaats, beklaagde, eiser,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 JUNI 2015 C.14.0463.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0463.N M.M., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen F.D., verweerder, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 FEBRUARI 2018 C.17.0313.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0313.N TERRA COTTA nv, met zetel te 2950 Kapellen, Stationsstraat 37, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Martin Lebbe, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2015 C.14.0195.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0195.F 1. S. D., 2. R. D., 3. J. D., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BROUWERIJ HAACHT nv, Mr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 SEPTEMBER 2011 C.11.0072.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0072.F AXA BANK EUROPE, naamloze vennootschap, Mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. V. B. en 2. D.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 MEI 2012 F.11.0053.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0053.N STAD BRUSSEL, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met kantoor te 1000 Brussel, Grote Markt 1, eiseres,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 NOVEMBER 2018 S.18.0004.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.18.0004.N K.H., eiseres, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 29 december 2017 (nr. G.17.0192.N) vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 FEBRUARI 2012 C.11.0157.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0157.N 1. Guido AERTS, wonende te 9000 Gent, Voskenslaan 420, 2. Paul VAN MALLEGHEM, wonende te 9000 Gent, Coupure 7, als curatoren

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 SEPTEMBER 2013 C.12.0374.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0374.N STAD GENT, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met kantoor te 9000 Gent, Stadhuis, Botermarkt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 JANUARI 2015 C.14.0270.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0270.N A. V., in eigen naam en in zijn hoedanigheid van vakbondssecretaris van de Algemene Centrale van het Algemeen Belgisch Vakverbond,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 APRIL 2015 C.14.0466.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0466.F R. T., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen P. R. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 JANUARI 2007 D.05.0027.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. D.05.0027.N S.H., eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1060 Brussel,

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Schenkingen. Doorslaggevende beweegreden. Onvrijwillige verkeerde voorstelling van de werkelijkheid. Dwaling. Grond tot nietigheid Datum 14 januari 2013 Copyright

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 JANUARI 2014 C.12.0139.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0139.N DELTA PLUS nv, met zetel te 3920 Lommel, Gestelsedijk 87, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MEI 2014 P.12.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0355.N WOONINSPECTEUR VAN HET VLAAMS GEWEST, met kantoor te 9000 Gent, Gebroeders Van Eyckstraat 4-6, eiser tot herstel, eiser, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 NOVEMBER 2012 C.12.0051.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0051.N R.C., eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Brederodestraat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JANUARI 2011 C.09.0446.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0446.N 1. INOX CONSTRUCT, naamloze vennootschap, met zetel te 8650 Houthulst, Poelkapellestraat 52, 2. V.M., eisers, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 JUNI 2012 D.11.0020.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. D.11.0020.N BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS, met zetel te 1000 Brussel, Luxemburgstraat 16b, eiser, vertegenwoordigd door mr. Willy

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 JANUARI 2009 S.08.0099.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.08.0099.N RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID, met zetel te 1060 Brussel, Victor Hortaplein 11, eiser, vertegenwoordigd door mr. Antoine

Nadere informatie