Verslag werkgroep MB Modulering

Transcriptie

1 Verslag werkgroep MB Modulering Dinsdag en Voorzitter: Arnold Deelnemers dag 1: Arnold Schaek (CKG Open Poortje); Pol Bories (CKG Kinderland); Leen Van Nyen (CKG Zon en Hei Zorgbedrijf); Odette Cox (CKG Lentekind); Kristien Bosmans (CKG De Hummeltjes); Agnes Vankriekelsvenne (CKG Molenberg); Nancy Casiries (CKG Glorieux); Liesbeth De Raedt (CKG Koraal); Nico De Pauw (CKG Sloeberhof); Dieter Rigole (CKG Don Bosco); Kim Vaneeckhout (CKG Kinderkasteeltje); Sofie Vandereyken (CKG De Schommel); Daniëlle Van Echelpoel (CKG De Kleine Vos); Jo Frans (CKG Koraal); Johan Feskens (CKG Betlehem) Deelnemers dag 2: Arnold Schaek (CKG Open Poortje); Pol Bories (CKG Kinderland); Agnes Vankriekelsvenne (CKG Molenberg); Christ l Janssens (CKG Glorieux); Jo Frans (CKG Koraal); Nico De Pauw (CKG Sloeberhof); Kim Vaneeckhout (CKG Kinderkasteeltje); Tina Herbiest (CKG De Schommel); Daniëlle Van Echelpoel (CKG De Kleine Vos); Johan Feskens (CKG Betlehem) Algemene opmerkingen: - Voor alle mobiele modules verkiezen we de terminologie contextbegeleiding of begeleiding in de context ipv begeleiding aan huis. - FID en MIH wordt negatief beïnvloed door het plots wegvallen van de contextbegeleider. Kan er nagedacht worden over een aftrek van modules of de reële tijd (periode gewaarborgd loon) die je verliest ingeval van onverwachte gebeurtenissen zoals ziekte of andere plotse werkverwijdering op het werk (ramp, zwangerschap, ). - FID schrappen in dit besluit en verplaatsen naar het kwaliteitsbeleid of biedt FID een houvast? Geen meerderheid om te schrappen maar wel eensgezindheid over het uitgangspunt dat kwaliteit meer is dan het realiseren van de FID s. Hier ligt misschien een uitdaging om de gerealiseerde kwaliteit van de hulpverlening meer in beeld te brengen. (zowel kwalitatieve resultaten als resultaten van vragenlijsten/ effectmetingen zoals bijvoorbeeld bij Stop). Kan het eenvoudiger? Hoe werkdruk vertalen in de zwaarte van de modules. We noteren de discussie en de vraag wat er met de FID moet gebeuren. - Aandachtspunt: bandbreedte van de modules aftoetsen met de bandbreedte in de databank van de IJH. 1

2 - We verwijzen ook naar het voorstel van Johan F. om de modules te wegen inzake intensiteit (cfr Jongerenwelzijn) waardoor medewerkers mogelijks los kunnen komen van de druk om een intensiteitscore te halen en je een correctere modulaire afweging hebt ipv de huidige (te?) brede ruimte. Een vb; Frequentie bij KLM is 1 tot 3 huisbezoeken/wk. In het voorstel (dat je in bijlage-excel vind), heb je een correctere afweging. Art 4: uitvoering modules volgens protocol Kan dit artikel niet gewoon geschrapt worden? Verwijzen naar kwaliteitsbeleid of hebben we toch nood aan een goede methodische onderbouw waar naar verwezen wordt in de regelgeving? Art 5: Besteding subsidie-enveloppe Is het budget startbedrag (basissubsidie) voldoende? Plaats geven aan de weesmodules die in dit artikel niet meegenomen worden. Art 6: Algemene bepalingen mobiele begeleiding Bgl aan huis is eerder een contextgerichte begeleiding. Focus van de begeleiding gaat breder dan de klassieke benadering waarbij de begeleiding hoofdzakelijk bij het gezin thuis plaatsvindt. Mobiel in combinatie met residentieel vertrekt niet altijd van de bereidheid van de ouders. Suggestie werd gedaan om in principe toe te voegen. Aparte module voor mobiele bgl voor residentieel werken wenselijk. (wordt volgende vergadering verder besproken) Focus vooral op de pedagogische interacties in het gezin ipv van enkel op de ouderkindinteracties. Art 8: kort licht mobiele ped bgl In de databank IJH staat gemiddeld 2u per week maar we vinden gemiddeld eenmaal per week zoals het in het MB modulering staat wel beter ;-). Art 11: Lang licht mobiele ped bgl Wekelijkse frequentie vloekt soms met realiteit. FID wordt allicht uit het BVR gehaald. Individuele begeleiders hebben wel wat last van de FID s van modules. Veel hangt af van de manier waarop de begeleiders worden gecoacht of aangestuurd. Elk CKG moet zelf omgaan met de richtlijn. Belangrijk zal zijn dat het in het kwaliteitsbeleid terecht komt. Ligt hier geen 2

3 uitdaging in de sector om de kwaliteit van onze begeleidingen sectoraal in beeld te brengen wat we tot nu toe niet doen? Art 14: Zeer kort intensieve mobiele ped bgl. Er zijn maar een of twee CKG die dit aanbieden. In Limburg vraagt het crisismeldpunt om deze module aan te bieden. Dit vraagt een speciale deskundigheid. Sint Clara heeft een medewerker kunnen aanwerven vanuit het crisisteam. We zouden de bevindingen van de twee ckg kunnen bevragen. Art 17: kort intensieve mobiele ped bgl Middellang wordt minder gekocht maar is wel bedoeld voor de amber. Kort intensief zou ook voor amber kunnen. Meestal is langer dan 3 maand nodig. Het gemiddelde van 3 keer per week wordt niet altijd gehaald en is niet altijd nodig. Beter zou zijn om gemiddeld 2 te noteren. Ervaring leert dat je modules schakelt na elkaar om FID s te halen binnen de juiste module en om flexibiliteit te bieden. Je kan schakelen van intensief naar licht mobiel en omgekeerd. Sommige voorzien 1 of 2 meer mobiele begeleidingen om je totaal te halen. Art 23: ambulante opvang De meeste CKG s koppelen de opvang met begeleiding. In die zin klopt de omschrijving van ondersteuning met een ambulante bgl niet helemaal. Hier en daar wordt ambulante opvang ook benut voor bijvoorbeeld een Inburgeringscursus of bij inclusieve kindjes van de kinderopvang bij sluitingsperiode van de kribbe. 3 ter ondersteuning vervangen door in combinatie met 4 Crisis vervangen door situationele nood. Art 25: Frequentie ambulante opvang Voorstel: soms is 1 keer per week voldoende. Ipv twee tot vijf keer per week wordt een tot vijf keer per week. Drie maanden is soms kort. Je kan module verlengen. Suggestie om duur te verlengen van drie maanden tot 6 maanden wordt niet weerhouden omdat je dan de bandbreedte wijzigt. Art 26: MIH is 6 plaatsen Er wordt getracht om kinderen zo weinig mogelijk in het CKG te houden en te werken naar thuis. Op die manier kan je meer gezinnen bereiken. Bekeken vanuit de compensatieregels kom je niet in moeilijkheden indien je voldoende begeleidingsdagen haalt maar lager dan 60% effectieve aanwezigheid. Knelpunt: er wordt over nagedacht! 3

4 20 kinderen in ambulante opvang à rato van 2dagen per week is volgens deze compensatieregels mogelijk! Dit nodigt uit tot misbruik van middelen. Anderzijds kan je hierdoor meer gezinnen bereiken. De compensatie beperken tot bijvoorbeeld 110%? Art 28, 29, 30: Ambulante pedagogische training Gezinnen met meer kinderen vraagt een grotere accommodatie. In Hasselt zijn er soms 21 mensen aanwezigheid. Terugbrengen naar 6 gezinnen zonder dat de module goedkoper wordt. Of zoeken naar een norm op aantal kinderen: bijv. minimaal 8 kinderen. Hoofdargument voor K&G gaat over de groepsgrootte. Of op aantal koppen rekenen, bijv. min 8 koppen (ouders en knd) en max 16 koppen. Slotsom: - discussie over al dan niet wijzigen van aantal gezinnen. Wijzigen in 6 gezinnen verdedigen. Art 30 wordt dan 12 gezinnen. - Termijn is veel te kort: 3 tot 12 maanden? Neen, want dan verschuift de bandbreedte, dan beter herhalen van de module. Art 32: Stop 4-7 Elke stoptraining gaat over de 6 maanden. Begeleiding zou moeten starten op het moment dat de ouders instemmen. Nazorgtraject is in de nieuwe versie van de Stopmethodiek uitgebreid. Meer geld voor personeel is nodig (module is te licht). Duur op 9 maanden mogelijk? Trainingsreeksen overlappen elkaar, vooral met de nazorg. Nieuwe upgrade van Stopmethodiek heeft het programma zwaarder gemaakt. Conclusie: De kostprijs van de module STOP 4-7 is te laag geprijsd. Er is meer omkadering nodig om het programma kwaliteitsvol te kunnen aanbieden en om alle taken conform het nieuwe pedagogische handboek te integreren in de huidige werking. Twee voorstellen worden besproken: - Voorstel CKG Hasselt vergadering 1/9/2014: Kostprijs per trainingsreeks verhogen van ,64 naar Sommige CKG dreigen STOP4-7 op te doeken. - Voorstel na vergadering dd 30/9/2014: Voor de totale kostprijs van 5 trainingen bieden we er in de praktijk 4 aan. Dit betekent concreet: 4 trainingen voor de prijs van ,2 (5 x ,64). Dit voorstel komt neer op een prijsstijging per training van ,64 naar ,38. Art 33 Gemiddeld 10 is niet haalbaar. In de compensatietekst is ondergrens 80%. Dus gemiddeld 8 kinderen. 4

5 Art 34 Is euro moet worden Sommige CKG dreigen stop op te doeken. Art 35: ambulante ped training van ouders in groepsverband 6 verschillende gezinnen is soms moeilijk haalbaar want je registreert op een kind. Toch geen voorstel tot wijziging. In een training komt een kind alleen: partner + mama en de nieuwe partner van papa en de grootouder komen!!! Module is niet berekend op 2 begeleiders en de promo tijd die voor dit programma ook wel nodig is. Art 38: ambulante ped training van ouders individueel Inbedding in het leefgroepgebeuren in art 38 zou er uit moeten. Eigenlijk is deze module, in vergelijking met FID van module kort-licht mobiele begeleiding, te hoog gefactureerd (3 maal zo duur) indien je Triple P individueel hier zou inzetten. Voorstel; behouden zoals het is, maar CKG s dienen de deontologische reflex te hebben om hier geen lichte versie van te maken; daar het een duurdere module is dan de KLMB, dient ze ook sterker omkaderd te worden (Triple P-individueel hoort hier zodoende niet maar hoort eigenlijk onder KLMB). Art 43: 1 Wat wordt bedoeld met entiteit? Voorstel; vestigingsplaats. 2 ; schrappen. 3 ; schrappen; is niet meer relevant binnen de huidige evolutie. De differentiatie inzake et pedagogisch kader wordt bewaakt in elk individueel dossier. Art 44: geen bedenkingen. Afdeling 2. Crisisopvang: Dit deel integraal schrappen en crisisopvang onderbrengen onder zeer-korte residentiële opvang. Waarom; ter preventie van kindercarrousels, zodat, waar zinvol en haalbaar, een kind ietwat langer residentieel kan verblijven en de gepaard gaande begeleiding voldoende tijd en ruimte krijgt. Afdeling 3. Zeer korte residentiële opvang: Art 50: 3 : ontlasting van de ouders vervangen door opvang van de kinderen. 4 : ze staat open voor crisisopvang. 5

6 Art 51: 2. ( ) mag niet minder dan 80% bedragen of de gemiddelde aanwezigheid op jaarbasis van die plaatsen mag niet minder dan 60% bedragen. (1 van beide voorwaarden moeten gehaald worden, conform nota van K&G). Aanvullende opmerking; heden is de inzet van kort-residentieel aanbod, voor die CKG s die enkel kort-residentieel als aanbod hebben (CKG De Stap en CKG Koningin Fabiola), te licht geprijsd. De realiteit toont aan dat dit amper tot niet financieel draagbaar is voor kleine CKG s. Een afbouw van dit residentieel aanbod is echter regionaal niet wenselijk. Christ l (CKG K. Fabiola) zal een prijsberekening doen. Zie ook verder; opmerking bij art 54. Afdeling 4. Lange residentiële opvang. Het onderscheid tussen perspectiefzoekend en biedend is niet relevant, noch voor de CKG s noch voor de toegangspoort. De groepen lopen metname in elkaar over. De begrippen leiden trouwens tot begripsverwarring. Dus deze opsplitsing uit het besluit halen. Het onderscheid tussen 0-6jarigen (waar kinderen tot hun 6 jaar kunnen blijven) en 6-12 jarigen (waar de module maximaal 1 jaar duurt), blijft behouden. Art 54: 1. De MIH eventueel lager dan 18 (dit kan mogelijks een uitweg zijn voor de financiële draagkracht van de kleine CKG s)? Indien dit geen oplossing biedt voor de kleine CKG s, kan het op 18 blijven. 2. Begeleidingsdagen naar 80% halen. Motivatie; -een onderbezetting weegt binnen de residentiële modules zwaar door op je MIHberekening, -de toeleiding vanuit de toegangspoort loopt niet altijd vlot, -identiek maken aan % bezettingscijfer bij kort-residentieel. Hoofdstuk 6. Weesmodule. Art Er is een vraag vanuit het netwerk IJH die aansluit bij de specifieke regionale behoeftes. 6

7 Bijkomend; Er was een discussie hoe men omgaat met de analyse van de jaarlijkse MIH-cijfers; moet hierrond niet een aanvulling komen in het besluit zodat we ook niet gepenaliseerd worden op het niet halen van de FID? Ik las echter de bepalingen erop na van het BvR der CKG s; art 75 1, 2 en 3 ; indien men 2 opeenvolgende jaren of 2 maal over 5 jaar de gemiddelde bezetting en (*) aanwezigheid niet haalt inzake residentiële en/of ambulante opvang of bij het niet halen van de MIH s binnen mobiele modules of ambulante begeleidingen, kan er een terugvordering zijn (zie 2). De FID-parameters worden hier dus niet in meegenomen inzake eventuele terugvordering. De beoordeling van de FID-parameters wordt wel besproken in het BvR der CKG s onder art 21; hier is echter geen sprake van een zekere terugvordering, wel; K&G beoordeelt jaarlijks of het CKG elke module uitvoert cfr de parameters voor f, i en d. K&G werkt daarvoor, in overleg met het werkveld, nadere richtlijnen uit. Persoonlijk vind ik dit geruststellend. (*); je moet dus zowel de aanwezigheidsparameter niet halen als de bezettingsparameter. Wie één van beide haalt, kan niet gepenaliseerd worden. Er is trouwens ruimte voor compensatie door overschotten bij andere modules. Verslag 1 e dag; Johan. Verslag 2 e dag; Arnold en Tina. 7