6,9. Samenvatting door een scholier 3423 woorden 16 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Transcriptie

1 Samenvatting door een scholier 3423 woorden 16 januari ,9 4 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer 4.5 Immigratie naar Nederland Waarom migreren mensen? Politieke motieven: Bijvoorbeeld mensen die vluchten voor oorlog of bedreigd worden vanwege hun overtuiging(politieke vluchtelingen). Economische motieven: Bijvoorbeeld mensen proberen vanwege armoede in hun land elders een beter bestaan op te bouwen (economische vluchtelingen). Sociale motieven: Mensen gaan bij familie wonen/trouwen met een Nederlander en stichten hier een gezin. De nieuwkomers na de Tweede Wereldoorlog kunnen we verdelen in: Mensen uit de vroegere koloniën. Nederlandse Indiërs (na 1949 toen Indonesië zelfstandig werd), Molukkers (voor Nederland vochten, kwamen naar Nederland), Surinamers (altijd al geweest ivm studeren of trouwen met een Nederlander, na 1975 onafhankelijkheid Suriname groeide het aantal nog)en Antillianen (onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. Ze komen hier vanwege werk/studie) kwamen naar Nederland. Arbeidsmigranten. Vijftig jaar geleden kwamen de eerste gastarbeiders (Italië, Spanje, Turkije en Marokko). In hun eigen land was weinig werk en in Nederland waren juist mensen nodig. De bedoeling was dat ze terug zouden, en hun kinderen op zouden voeden. De economische crisis hield dit tegen. Sinds eind jaren 70 worden alleen arbeidsmigranten aangenomen als ze een beroep hebben waar behoefte aan is of als ze werken bij multinationals als Shell, KPN. Deze kennismigranten komen uit landen als de VS, Japan, China, Zuid-Korea en India. Werknemers uit EU worden altijd toegelaten. Jaarlijks komen er illegale mensen buiten Europa hier zwart werken. Illegale = iemand die zonder geldige vergunningen in ons land verblijft. Vluchtelingen. Asielzoekers hebben politieke motieven. Ze worden in hun eigen land vervolgd vanwege hun politieke overtuiging of ze zijn hun leven niet zeker vanwege oorlog, vooral uit Iran, Irak en Somalië. Bij een asielprocedure moet de overheid heel zorgvuldig zijn à klopt het verhaal van de asielzoeker? Geen vluchtelingen wegsturen die in hun eigen land worden vermoord. De regels van asielzoekers staan in de Vreemdelingenwet Een vluchteling kan alleen een verblijfsvergunning krijgen, als hij: - geldige identiteitspapieren heeft - aannemelijk kan maken dat bij uitzetting zijn leven gevaar loopt - kan aantonen dat hij om humanitaire redenen niet kan worden teruggestuurd à geloof/homoseksualiteit er niet wordt geaccepteerd. Tijdens deze procedure verblijven ze in een asielzoekerscentrum. Als ze voldoen aan de eisen, worden ze politiek vluchteling en krijgen een verblijfsvergunning. Bij afwijzing worden ze opgevangen in een uitzetcentrum en vervolgens Pagina 1 van 9

2 uitgezet. Gezinsherenigers en gezinsvormers. Gezinshereniging= iedereen die legaal in Nederland is, mag zijn familie naar Nederland laten komen. Gezinsvorming= een inwoner van Nederland trouwt met een buitenlander en sticht hier een gezin. 4.6 Botsende culturen en grondrechten Voor de manier waarop verschillende (etnische) cultuurgroepen met elkaar omgaan, bestaan ruwweg drie mogelijkheden: Segregatie. Wanneer cultuurgroepen volkomen langs elkaar leven. Het opdelen van een samenleving in gescheiden delen. Dat gebeurt meestal onder overheidsdwang en gaat dan vaak gepaard met onderdrukking en discriminatie van minderheden à apartheidsregime in Zuid-Afrika. Segregatie kan ook vrijwillig à in een wereldstad waar bijvoorbeeld alleen Chinezen in een bepaalde wijk wonen, met hun eigen voorzieningen zoals winkels en tempels. Assimilatie. Betekend dat een bevolkingsgroep zich zo volledig mogelijk aanpast aan een andere groep dat de eigen culturele identiteit vrijwel verdwijnt. à ABN ingevoerd, nieuwkomers die helemaal Nederlands worden. Iran is een voorbeeld van een land waar assimilatie onder dwang plaatsvindt. De overheid verbiedt dan culturele uitingen van minderheden, zoals taal en religie. Kerken, tempels en synagogen worden gesloten. Integratie. Betekenis is gedeeltelijke aanpassing aan de dominante cultuur van een land, met behoud van eigen cultuurkenmerken. Iedereen moet zich aanpassen aan de kernwaarden van de Nederlandse cultuur, maar je mag voor een deel je eigen cultuur behouden. In praktijk zie je vaak een wederzijdse aanpassing= nieuwkomers nemen delen van de Nederlandse dominante cultuur over en de oorspronkelijke Nederlandse bevolking doet dat ook met delen van de nieuwe culturen à buitenlands eten; nasi, pizza Discriminatie: je behandelt mensen van een bepaalde groep anders op grond van kenmerken die in de gegeven situatie niet van belang zijn. à huidskleur of ras (racisme), leeftijd, seksualiteit (homo, hetero, biseksueel), sekse, geloof, uiterlijk. Spanningen van het samenleven van veel cultuurgroepen: Religieuze vrijheid. Christenen en moslims geloven dat alles in het leven door God wordt bepaald. Ze weigeren hun kinderen te laten inenten, zo was er ooit een polio-epidemie. In Sudan, Ethiopië en Somalië is vrouwenbesnijdenis een culturele en religieuze traditie. Positie van de vrouw. Sommige christenen, moslims en ook ongelovigen vinden dat de man boven de vrouw staat. De SGP wil bijvoorbeeld als orthodox christelijke partij niet dat vrouwen politieke functies in de partij vervullen. Huwelijk en seks. Seks voor het huwelijk verboden in Islamitische en Hindoestaanse gezinnen. Vrijheid van meningsuiting. Conflicten over verschillen in normen en waarden zijn vaak op te lossen met een beroep op de wet, de wet geeft aan wat wel en niet mag. In de grondwet staat dat je een eigen mening mag hebben, maar je moet je daarbij wel aan de wet houden à geen haat zaaien of oproepen tot geweld bijvoorbeeld. 4.7 Sociale cohesie Sociale cohesie= als er een onderlinge verbondenheid bestaat tussen (groepen) mensen. De mate van sociale cohesie wordt bepaald door de bindingen wie we met elkaar hebben; veel bindingen, veel cohesie. Dit zijn de vier bindingen: Affectieve bindingen. Mensen die hetzelfde geloven, voelen onderlinge saamhorigheid omdat ze bepaalde Pagina 2 van 9

3 waarden delen à steun en liefde in vriendschap, gezinnen, families. Het gevoel ergens bijhoren in een stad of bij een sportclub. Economische bindingen. Voor onze behoefte aan voedsel, onderdak en kleding zijn we afhankelijk van anderen. Deze economische bindingen hebben vaak de vorm van een lange (productie)keten à voordat je brood koopt, zijn er veel mensen mee bezig geweest; boeren, meelfabrikanten, bakkers en vervoerders. Door globalisering (= mensen wereldwijd door betere vervoers- en communicatiemogelijkheden steeds nauwer met elkaar in verband staan) toegenomen. Cognitieve bindingen. Voor het verwerven van kennis ben je afhankelijk van anderen en met die mensen heb je dus een cognitieve binding. Veel informatie krijg je via je ouders/opleiding/media. Niet voor iedereen is dit mogelijk. Door vormen van gemeenschappelijke kennis over bijvoorbeeld ons verleden verplicht te stellen, probeert de overheid de sociale cohesie te vergroten. Politieke bindingen. Ze kunnen simpelweg niet alles zelf regelen. Om de veiligheid in een land te vergroten is het handig dat mensen afspraken met elkaar maken à politie alleen geweld mogen gebruiken, politici wetten maken. Deze afspraken worden ook wel sociaal contract genoemd (=een soort stilzwijgende afspraak van de bevolking om zich te houden aan de regels, rechten en plichten, die door politici worden vastgesteld). De sociale cohesie in een land staat nooit op zichzelf, maar wordt sterkt beïnvloed door globalisering en europeanisering. à - In het buitenland werken of werkzoekenden naar Nederland zorgt ervoor dat cognitieve bindingen internationaler worden, maar dit zorgt er ook voor dat mensen izhc minder verbonden voelen met hun eigen land. De affectieve binden worden dus minder met het geboorteland. - Economische verbindingen in Nederland verandert doordat we ook buitenlandse producten kopen en niet alleen meer Hollandse sperziebonen. - Als veel mensen politiek participeren, bijvoorbeeld door te stemmen, is dat goed voor de politieke bindingen en de sociale cohesie in een land. 5.1 Wat is een verzorgingsstaat? Verzorgingsstaat= de overheid bemoeit zich actief met de welvaart en het welzijn van haar inwoners. Welvaart= dat je over voldoende inkomen beschikt en om je behoeften te vervullen. Welzijn= hoe je je geestelijk en lichamelijk voelt. Solidariteit= als er bereidheid is in een groep of samenleving om risico s met elkaar te delen. De verzorgingsstaat steunt op drie belangrijke pijlers: Goed onderwijs. Vergroot je kansen op de arbeidsmarkt. Omdat hoogopgeleiden meer belasting en premies kunnen betalen, is goed onderwijs tot slot ook gunstig voor de verzorgingsstaat. Goede gezondheidszorg. Als je ziek bent of oud heb je recht op een zorgverzekeraar dat wordt betaalt door de huisarts en een verzorgingstehuis. Sociale zekerheid. Als je werkt betaal je sociale premies, voor het geval je ziek, werkloos of arbeidsongeschikt raakt en iedere Nederlander betaalt belasting, hiervan worden voorzieningen betaalt. Socialezekerheidsstelsel= is dat mensen verzekert van een inkomen zijn bij werkloosheid, ziekte, ouderdom of arbeidsongeschiktheid. Pagina 3 van 9

4 Sociale rechtsstaat= alle burgers hebben dan sociale grondrechten hebben. Deze rechten zijn niet afdwingbaar bij de rechter, maar de grondwet verplicht de overheid wel om er actief naar te streven. Als iemand niet actief op zoek is naar werk, dan heeft hij geen recht op een uitkering. Het betalen van premies voor verzekeringen à AOW, WW en de zorgverzekering. Is ook een plicht. In een verzorgingsstaat spelen drie partijen een grote rol, namelijk; - Burgers. De burgers zijn zelf verantwoordelijk voor het hebben van een gezin, werk, huis en een school voor je kinderen. De overheid zorgt voor genoeg scholen, crèches etc, pas als het jou niet lukt om een baan te krijgen, mag je bij de overheid aankloppen. De burgers moeten ook belastingen en premies betalen. - Overheid. Is verantwoordelijk voor collectieve voorzieningen à onderwijs, gezondheidszorg en huisvesting. Garandeert een inkomen aan mensen die daar zelf niet in kunnen voorzien à zieken, werklozen, arbeidsongeschikten en ouderen. Stimuleert werkgelegenheid à voor bepaalde groepen; vrouwen, allochtonen, 50+ Zet zich in voor goede arbeidsomstandigheden à Arbowet Helpt om goede arbeidsvoorwaarden te scheppen à door het halfjaarlijkse overleg met werkgeversorganisaties en vakbonden over de loonontwikkelingen. Bevordert het welzijn van mensen à sportverenigingen/bibliotheken te subsidiëren, zodat de lidmaatschapskosten betaalbaar blijven. -Werknemers- en werkgeversorganisaties. De grootste kosten wordt door hun betaald. Werknemers zijn verenigd in vakbonden (=organisaties die de collectieve en individuele belangen van werknemers behartigen à vakboden van leraren, schoonmakers) Als vakbonden samenwerken, heet dat vakcentrale à FNV, CNV Werkgevers hebben zich georganiseerd in werkgeversorganisaties à VNO-NCW Sociale partners= werkgeversorganisaties en vakcentrales samen heet zo. Zij maken afspreken die voor alle werknemers en werkgevers gelden. Collectieve arbeidsovereenkomst (cao)= Hierin worden de arbeidsvoorwaarden vastgesteld voor de werknemers in één hele bedrijfstak à horeca, vervoer. Planeconomie= De productiemiddelen (grond, bedrijven, kapitaal) zijn in handen van de overheid. Vrijenmarktmechanisme= Vrijheid staat centraal en overheid bemoeit zich nauwelijks met de economie. Sociaaldemocratische model= Hoge belastingen en uitgebreide voorzieningen. Duur! 5.2 Ontstaan verzorgingsstaat 19 e eeuw - Vrije markt= de overheid bemoeit zich niet met de economie - Nachtwakersstaat= een staat waarin de overheid zich vooral beperkt tot het handhaven van de rechtsorde Overgangsperiode - Lange werkdagen, geen minimumloon en kinderen werkten op jonge leeftijd. - Ingrijpen in de vrije markt: Christenen wilden de zwakkeren een betere bescherming bieden Sociaaldemocraten streefden naar een sterkere rechtspositie van de arbeiders De liberalen waren voorstander van een vermindering van de criminaliteit, die een onvermijdelijk gevolg was van de grote armoede Pagina 4 van 9

5 2 e helft 19 e eeuw Overheid beperkt vrijemarkteconomie door een aantal sociale wetten aan te nemen. 1 e helft 20 e eeuw - Taken van de overheid werden geleidelijk verder uitgebreid. - Er ontstond behoefte aan verzekeringen om inkomensverlies bij ziekte, werkloosheid te compenseren. Eerst vrijwillig, daarna verplicht. In de ontstaansgeschiedenis van de verzorgingsstaat zien we de uitgangspunten terug van sommige politieke stromingen. Welke visies zijn er? Liberale visie - Zijn sterk voor een vrijemarkteconomie - De overheid niet veel bemoeien op het economisch gebied en alleen het hoogst noodzakelijke regelen. - Particulier initiatief en bedrijfsleven mogen niet gehinderd worden. - Collectieve uitgaven voor de gezondheidszorg zo laag mogelijk houden, zodat de eigen verantwoordelijkheid van burgers wordt gestimuleerd. Sociaaldemocratische visie - Voorstander van een sturende rol van de overheid - Voor een gemengde economie; het bedrijfsleven en de overheid samen voor werkgelegenheid zorgen - Een goed stelsel van zorg, uitkeringen en goed onderwijs kan bijdragen om de sociale ongelijkheid te verminderen. Christendemocratische visie - Overheid moet een aanvullende rol vervullen - Er moet een sterk maatschappelijk middenveld zijn dat wordt gevormd door organisaties en groeperingen die de overheid waar mogelijk taken uit de handen nemen. - Er moet mantelzorg (= hulp vanuit de directe omgeving door familie, buren en vrienden) worden verleend als het nodig is. Als dit niet kan, moet de overheid ingrijpen. 5.3 Verzorgingsstaat, de praktijk Twee belangrijke doelen van de overheid op het gebied van onderwijs: 1. Iedereen de kans geven zijn of haar talenten te ontwikkelen, door goed onderwijs kan je ver komen in de maatschappij. 2. Zorgen voor voldoende hoogopgeleid personeel zodat de Nederlandse economie goed kan concurreren met het buitenland en bedrijven In Nederland is er een leerplicht (voor iedereen tussen 5-16 jaar, daarna tot 18 e gedeeltelijk als ze nog geen startkwalificatie hebben behaald). Iedereen die zorg nodig heeft, moet die kunnen krijgen. Zorgverzekering Iedereen boven de 18 is verplicht een zorgverzekering af te sluiten tegen ziektekosten. Jongeren zijn gratis meeverzekerd met hun ouders en mensen met een laag inkomen kunnen een tegemoetkoming krijgen in de vorm van zorgtoeslag. Je betaalt de zorgverzekering door een inkomensafhankelijke bijdragen via je loon en zorgpremies. Voor de Pagina 5 van 9

6 basisverzekering is die premie ongeveer 100 euro per maand. Marktwerking= betekent dat zorgverzekeringen nu zelf voor hun verzekerden zorg inkopen en dus zelf prijzen maken met de klant. De kwaliteit van de zorg kan hierdoor afnemen, anderen vinden dat wachtlijsten afnemen en dat het beter is zo. Socialezekerheidsstelsel Sociale verzekeringen : mensen betalen premie om zich te verzekeren tegen een bepaald risico à verlies van inkomen bij ziekte. Deze verzekeringen zijn verplicht. - Werknemersverzekeringen zijn bestemd voor werknemers. De premie wordt door de sociale partners gezamenlijk betaald. De hoogte van de uitkering is gekoppeld aan het laatst verdiende loon. De drie belangrijkste: Werkloosheidwet (WW). Voorziet in een inkomen als een werknemer onvrijwillig werkloos wordt. De duur van de WW-uitkering is afhankelijk van het aantal gewerkte jaren Wet uitbreiding loondoorbetalingsplicht bij ziekte (WULBZ). Verplicht werkgevers om werknemers bij ziekte gedurende maximaal twee jaar een uitkering van 70 procent van het laatstverdiende loon te verstrekken. Voor mensen die niet in loondienst zijn, bestaan aparte regels. Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Voorziet in een inkomen voor werknemers die als gevolg van langdurige ziekte of een ongeval niet in staat zijn om te werken. De hoogte van de uitkering hangt af van het laatstverdiende loon én van de mate waarin iemand arbeidsongeschikt is. - Volkverzekeringen betaalt iedereen die in Nederland een inkomen heeft een premie. Algemene Ouderdomswet (AOW). Iedere burger heeft vanaf zijn 65 e hier recht op. Iedereen krijgt hetzelfde bedrag. Algemene Nabestaandewet (ANW). De ANW voorziet in een inkomen voor weduwnaars, weduwen en minderjarige wezen. De hoogte van de uitkering is afhankelijk van het inkomen van de achtergebleven partner. Algemene Kinderbijslagwet (AKW). Aan alle ouders met kinderen onder de 18, voor kosten van levensonderhoud van de kinderen. Sociale voorzieningen : zijn bestemd voor mensen die geen aanspraak kunnen maken op een sociale verzekering à omdat ze nog nooit gewerkt hebben. Hiervoor betalen burgers geen premie. Het benodigde geld wordt betaald van de belastingopbrengsten. Bijstand - Van iedereen die ouder dan 21 is, wordt verwacht dat hij zelfstandig in zijn eigen bestaan voorziet. Wie dat niet kan, wordt geholpen om werk te zoeken, hierbij krijgt diegene een bijstandsuitkering. - Minimumbedrag dat je nodig hebt voor noodzakelijke kosten à huur, voeding, kleding en de zorgverzekeringspremie. Dit heet algemene bijstand. - Bijzondere bijstand is voor ongewone, extra kosten à kapotte wasmachine. De Sociale Dienst bepaalt of en hoeveel geld je ontvangt. 5.4 Werk in de verzorgingsstaat Morele plicht=werk je niet dan ben je lui Maatschappelijke plicht= alleen als je werkt ben je een volwaardig lid van de samenleving Arbeidsethos= de betekenis die arbeid voor ons heeft Naast de plicht om te werken is arbeid als een sociaal grondrecht opgenomen in de grondwet. Dit heeft twee Pagina 6 van 9

7 belangrijke redenen: 1. Werk is belangrijk bij het vervullen van de basisbehoeften van de mens. 2. Werk biedt de mogelijkheid om je maatschappelijke positie te verbeteren. Basisbehoeften van een mens: - De lichamelijke behoeften; eten, drinken, onderdak. - De behoefte aan veiligheid en zekerheid - De sociale behoeften à behoefte om ergens bij te horen - De behoeften aan erkenning en waardering - De behoeften aan zelfrealisatie: de innerlijke drang om iets zinvols te doen. Een vaste baan biedt vaak meer materiële zekerheid op lange termijn. Je doet sommige uitgaven omdat je weet dat je ook in de toekomst loon zult ontvangen à nieuwe auto op afbetaling. Werk verschaft ook immateriële zekerheid à het zorgt voor verdeling tussen arbeidstijd en vrije tijd. Status= de waardering die anderen toekennen aan iemands beroep. In Nederland is sociale ongelijkheid (=welvaart is niet gelijk verdeeld over de mensen). Dit heeft veel te maken met je maatschappelijke positie (=de plaats die je inneemt op de maatschappelijke ladder). De factoren die een rol spelen bij een hogere maatschappelijke positie, zijn: - de hoogte van je inkomen - de hoeveelheid macht en verantwoordelijkheid die je in je werk hebt - het benodigde kennisniveau - speciale aanleg en ervaring à topvoetballer/popster Zonder diploma s en werkervaring is het nog steeds moeilijk om op te klimmen. 5.5 De arbeidsmarkt Arbeidsmarkt= de plaats waar de vraag naar arbeidskrachten en het aanbod van arbeidskrachten elkaar ontmoeten Aanbod van arbeidskrachten = beroepsbevolking = alle personen die geheel of gedeeltelijk beschikbaar zijn voor werk Vraag naar arbeidskrachten = werkgelegenheid. V=A ; volledige werkgelegenheid V > A ; mensen uit het buitenland nodig V < A ; werkloosheid Wanneer is iemand werkloze? - tussen de jaar - niet werkt of minder dan twaalf uur per week werkt - actief op zoek is naar een baan van twaalf uur per week of meer - ingeschreven staat als werkzoekende bij het UWV WERKbedrijf Welke soort werkloosheden zijn er? Frictiewerkloosheid. Ontstaat wanneer iemand door frictie/wrijving op de arbeidsmarkt tijdelijk zonder werk is à Iemand heeft al een beroepsopleiding afgerond, maar moet een paar maanden zoeken naar een geschikte baan. Pagina 7 van 9

8 Seizoenswerkloosheid. Ontstaat doordat sommige banen seizoensgebonden zijn à aardbeienplukkers/medewerkers van pretparken Conjuncturele werkloosheid. Ontstaat wanneer het economisch slechter gaat. De vraag naar goederen en diensten daalt productie daalt minder arbeidskrachten nodig mensen ontslagen. hoogconjunctuur= als de economie groeit laagconjunctuur= heet ook wel een recessie, die kan soms jaren lang duren Structurele werkloosheid. Bijvoorbeeld banen die voorgoed weggaan, door automatisering of dat bedrijven verhuizen naar lagelonenlanden. Verandering op de arbeidsmarkt: - Verdwijnen van bedrijfstakken en opkomst van nieuwe bedrijfstakken - Schaalvergroting bij bedrijven - Flexibilisering van de arbeid - Internationalisering van de arbeidsmarkt Flexibele arbeidsrelaties= dit zijn alle werksituaties met een variabele inzetbaarheid à thuis werkt, oproepbaar bent of een tijdelijk contract. globalisering van de arbeidsmarkt/internationalisering= door wereldwijde handel, de multinationals en de internationale kapitaalstromen raken economieën wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden 5.6 Verzorgingsstaat onder druk Kritiek op de verzorgingsstaat, omdat: De verzorgingsstaat erg duur is ; mensen in de bijstand, nu Door verlenging van de leerplicht en het langer doorstuderen stegen de uitgaven voor onderwijs ; kregen ongeveer mensen een arbeidsongeschiktheidsuitkering, in 2004 waren het er al bijna 1 miljoen. - Door vergrijzing steeg het aantal AOW-uitkeringen - De kosten van de gezondheidszorg stegen De vele voorzieningen en uitkeringen mensen passief kan maken. - Als ze zelf niet actief op zoek gaan naar oplossingen. - Zo krijgen mensen met een (bijstands)uitkering naast hun uitkering vaak huurtoeslag, zorgtoeslag en kwijtschelding van gemeentebelastingen. Mensen misbruik maken van de verzorgingsstaat à twee mensen met een uitkering elk een ander adres opgeven, terwijl ze samenwonen. Ze krijgen dan bij elkaar opgeteld een hogere uitkering. à een zwart baantje nemen ondertussen Wat doet de overheid hier aan? Door bezuinigingen en controle probeert de overheid de ergste problemen van de verzorgingsstaat op te lossen. - Meer werk. De overheid neemt maatregelen om werken te stimuleren. Want hoe meer mensen werken, hoe meer premies en belastingen er betaald worden en hoe minder mensen afhankelijk zijn van een uitkering. à loonbelasting verlaagd, zodat werkgevers voor hetzelfde geld meer werknemers in dienst kunnen nemen. à ouderen stimuleren om langer door te werken door de pensioenleeftijd te verhogen naar 66 of 67 jaar - Eigen verantwoording Pagina 8 van 9

9 Zo moeten werkgevers het loon van hun zieke werknemers zelf doorbetalen. Daardoor worden ze gestimuleerd om te zorgen voor gezonde arbeidsomstandigheden. - Controle Veel meer opgelet, wegens misbruik. Door het invoeren van burgerservicenummer kan de overheid digitaal checken of iemand recht heeft op een uitkering etc. Inspectiebedrijven controleren de arbeidsomstandigheden bij bedrijven Mede door de verschillende perioden van een economische neergang, is de verzorgingsstaat aan een nog grondiger herziening toe. Daarbij zijn 2 ontwikkelingen van belang: De verschuiving van oude naar nieuwe risico s Vrouwen gaan veel vaker werken dan vroeger, maar hebben daarbij behoefte aan een kinderopvang voor hun kinderen. Verhouding tussen de generaties Toenemende vergrijzing en ontgroening= een bevolkingsbouw met meer ouderen die niet meer werken en steeds minder jongeren die wel werken. Solidariteit tussen de generaties is belangrijk voor de sociale cohesie. Om solidariteit te bevorderen is het belangrijk dat er voldoende voorzieningen voor alle generaties zijn. Pagina 9 van 9