INHOUDSTAFEL GEMEENTERAAD D.D. 18 JUNI 2013 OPENBARE ZITTING Goedkeuring notulen raadszitting d.d. 21 mei

Transcriptie

1 INHOUDSTAFEL GEMEENTERAAD D.D. 18 JUNI 2013 OPENBARE ZITTING Goedkeuring notulen raadszitting d.d. 21 mei Kennisname goedkeuring van de jaarrekening dj Jaarrekening dj met verslag en bijlagen Financieel rapport Budgetwijziging 2 dj Kerkfabriek Sint-Pieter rekening dj Kerkfabriek Sint Rumoldus rekening dj Kerkfabriek Sint Lambertus rekening dj Kerkfabriek Onbevlekt Hart van Maria rekening dj Aanpassing organiek reglement brandweerdienst Gemeentelijke basisschool - goedkeuring overeenkomst met de schoolraad Gemeentelijke basisschool Berlaar - aanwending lestijdenpakket schooljaar Gemeentelijke basisschool Berlaar aanpassing schoolreglement gewoon basisonderwijs Gemeentelijke basisschool Berlaar kennisname van de facultatieve vakantiedagen voor het schooljaar Gemeentelijke basisschool Berlaar vaststelling nascholingsplan voor het schooljaar Aankoop tuingrond met twee garages Markt te 2590 Berlaar Goedkeuring overeenkomst betreffende de inlijving in de kleine wegenis van het stationsplein, de autoparking, de (brom)fietsenstallingen, de voetpaden en wegenis ter hoogte van Berlaar station Intergemeentelijk woonbeleid goedkeuring subsidiedossier inzake intergemeentelijk woonbeleid Wonen langs Dijle en Nete Gemeentebelasting op de leegstand van gebouwen en woningen aanslagjaren 2013, 2014, 2015, 2016, 2017, 2018 en Ruimtelijk uitvoeringsplan KMO-zone De Hutten intrekking raadsbeslissing definitieve vaststelling Ruimtelijk uitvoeringsplan KMO-zone De Hutten (herneming) voorlopige vaststelling

2 22. Ruimtelijk uitvoeringsplan Zonevreemde Bedrijven fase 1 voorlopige vaststelling Gem. openbare bibliotheek wijziging huishoudelijk reglement beheersorgaan Aanduiding leden voor Gemeentelijke Adviesraad voor Milieu en Natuur Deelname aan provinciale campagne Klimaatneutrale organisatie Jeugdraad erkenning Afzwakking gemeentelijke participatie in en stopzetting subsidie aan VZW Wolkewietje met ingang van 1 januari Speelplein Kriebels VZW intentie tot stopzetting VZW en integratie werking speelplein in gemeentelijke dienst Vrije Tijd met ingang van 1 januari VZW Speelplein Kriebels - aanduiding nieuwe gemeentelijke vertegenwoordigers Logo Mechelen ondertekening van het charter Gezonde gemeente Openverklaring voltijdse functie van contractueel afdelingshoofd Ruimte Av met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur

3 GEMEENTERAAD D.D. 18 JUNI 2013 Aanwezig: Walter HOREMANS, burgemeester-voorzitter Jan HENDRICKX, Eddy VERSTAPPEN, Ingeborg VAN HOOF, Stefaan LAMBRECHTS, Willy BEULLENS en Nadine BOEKAERTS, schepenen Dirk ARAS, Lies CEULEMANS, Jozef DAEMS, Christophe DE BACKERE, Rita DECKERS, Artur ISSAEV, Leen JANSSENS, Koen KERREMANS, Rudolf NUYENS, Suzanne PUT, John STEURS, Ronald VAN THIENEN, Silvain VERTOMMEN en Maria VERVLOET, raadsleden Anja NEELS, gemeentesecretaris De voorzitter opent de vergadering om 20 uur. OPENBARE ZITTING 1. Goedkeuring notulen raadszitting d.d. 21 mei 2013 Na kennisname van het proces-verbaal van de raadszitting d.d. 21 mei 2013 wordt het verslag met eenparigheid van stemmen goedgekeurd. 2. Kennisname goedkeuring van de jaarrekening dj Gelet op de nieuwe gemeentewet; Gelet op het decreet van 28 april 1993 houdende regeling, voor het Vlaamse Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten en latere wijzigingen; Gelet op artikel 16 van bovengenoemd decreet waarin is bepaald dat het besluit van de provinciegouverneur aan de gemeenteraad wordt voorgelegd tijdens zijn eerstvolgende vergadering; Gelet op de rondzendbrief BA-G 93/5 d.d. 23 juni 1993 van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Ruimtelijke Ordening en Binnenlandse Aangelegenheden m.b.t. bovengenoemd decreet; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de brief d.d. 7 mei 2013 van de afdeling Antwerpen van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur (ref. dbs ), VAC Anna Bijns 12 de verd. Lange Kievitstraat bus 10 te 2018 Antwerpen houdende goedkeuring van de jaarrekening dj. 2011, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 2 juli 2012 (punt 4 ); BESLUIT EENPARIG Enig artikel Neemt kennis van de goedkeuring van de jaarrekening dj door de afdeling Antwerpen van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, VAC Anna Bijns 12 de verd. Lange Kievitstraat bus 10 te 2018 Antwerpen. 3. Jaarrekening dj met verslag en bijlagen Gelet op artikel 174 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op het KB van 2 augustus 1990 houdende het ARGC; Gelet op de jaarrekening dj bevattende de begrotingsrekening 2012, de toelichting bij de begrotingsrekening, de balans per 31 december 2012, de resultatenrekening per 31 december 2012 en de toelichting bij de jaarrekening 2012, opgemaakt door financieel beheerder Maria Vermeiren op 2 mei 2013; 3

4 BESLUIT met 16 ja-stemmen tegen 1 nee-stem bij 4 onthoudingen Ja-stemmen: Jan Hendrickx, Nadine Boekaerts, Christophe De Backere, Maria Vervloet, Lies Ceulemans, Ronald Van Thienen, Rudy Nuyens, Artur Issaev, Rita Deckers, Silvain Vertommen, Suzy Put, Willy Beullens, Stefaan Lambrechts, Ingeborg Van Hoof, Eddy Verstappen, Walter Horemans Nee-stem: Dirk Aras Onthoudingen: Jef Daems, John Steurs, Koen Kerremans, Leen Janssens Dirk Aras vraagt zich af of de bedragen die vermeld staan op pag. 160 en 168 als ongebruikte kredieten in het nieuwe systeem van budgetopmaak aanzienlijk lager zouden zijn. Het gaat respectievelijk om een vierde en een derde van het totale bedrag wat ongebruikt blijft. Hoe zal dit in de toekomst evolueren? Financieel beheerder Mai Vermeiren licht toe dat er bij de opmaak van het budget de kaasschaafmethode werd toegepast, omdat de werkingskosten traditioneel overraamd worden. In de toekomst zal worden uitgegaan van de rekeningcijfers om het budget op te maken, wat dichter bij de reële uitgaven aanleunt. Dit zal er dus ook voor zorgen dat de ongebruikte kredieten zo veel mogelijk uit het budget worden gehaald. Naar aanleiding van de overschakeling naar BBC was er bijkomend nog de problematiek dat het bestuur niet altijd wist wanneer de facturen zouden binnenkomen. Hierin zijn we voorzichtig geweest, waardoor bepaalde kredieten zowel in 2012 als in 2013 voorzien zijn. Dirk Aras vraagt welke cijfers zullen worden gebruikt om het nieuwe budget op te maken. Financieel beheerder Mai Vermeiren legt uit dat het budget 2013 gemaakt is op basis van het gecumuleerd budgettair resultaat van het vorige jaar. Er moesten hiervoor een aantal regels gevolgd worden, wat ook is gebeurd. Het resultaat is te vinden in formulier M2, wat het financieel evenwicht weergeeft. Dit getal is serieus aangepast, omdat het niet klopte, deels vanwege de ongebruikte kredieten. Dit zal jaarlijks moeten gebeuren. Tijdens de budgetwijziging die volgt op de jaarrekening, wordt het resultaat van het vorige jaar verwerkt in het budget van het lopende jaar. Het resultaat van het vorige dienstjaar wordt dus meegenomen in twee stukken: een eerste maal n.a.v. de opmaak van het budget en een tweede maal een correctie n.a.v. de jaarrekening. Schepen Stefaan Lambrechts vult aan dat er bij de opmaak van het budget 2013 vertrokken is vanuit de jaarrekening 2012 met de opdracht aan de diensten om hier zo dicht mogelijk bij te blijven. Dat is niet volledig gelukt, vandaar de kaasschaafmethode. Nu vertrekken we voor het budget 2014 en de meerjarenplanning vanuit een doelstellingenboom, waarin ook het gelijkblijvend beleid via acties wordt vastgelegd. De diensten hebben nu de opdracht gekregen om te ramen, meestal op basis van zero based budgetting. Dat is een andere werkwijze dan we tot nog toe gewoon zijn geweest. Zodra de doelstellingenboom met ramingen afgewerkt is, zal het college bekijken wat de stand van zaken is en zal er eventueel herraamd moeten worden. Artikel 1 De jaarrekening dj bevattende de begrotingsrekening 2012, de toelichting bij de begrotingsrekening, de balans per 31 december 2012, de resultatenrekening per 31 december 2012 en de toelichting bij de jaarrekening 2012 wordt goedgekeurd. Artikel 2 De begrotingsrekening 2012 wordt met volgende resultaten goedgekeurd: a) begrotingsresultaat in de gewone dienst netto vastgestelde rechten : ,32 euro vastleggingen : ,11 euro begrotingsresultaat : ,21 euro 4

5 in de buitengewone dienst netto vastgestelde rechten : ,56 euro vastleggingen : ,01 euro begrotingsresultaat : ,45 euro b) boekhoudkundig resultaat in de gewone dienst netto vastgestelde rechten : ,32 euro aanrekeningen : ,11 euro boekhoudkundig resultaat : ,21 euro in de buitengewone dienst netto vastgestelde rechten : ,56 euro aanrekeningen : ,82 euro boekhoudkundig resultaat : ,26 euro Artikel 3 De balans met een totaal van het actief en het passief op 31 december 2012 ten bedrage van euro wordt voorlopig vastgesteld; De vaste activa bedroeg : euro, vlottende activa : euro, eigen vermogen : euro schulden : euro. Artikel 4 De resultatenrekening dj met een boni van euro wordt voorlopig vastgesteld. Artikel 5 Deze jaarrekening dj wordt voor nuttig gevolg toegestuurd aan Vlaamse Overheid Agentschap voor Binnenlands Bestuur, VAC Anna Bijns 12de verd. Lange Kievitstraat bus 10 te 2018 Antwerpen. 4. Financieel rapport 2012 Gelet op artikel 166 en 167 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op het voorliggend financieel rapport 2012 opgemaakt door de financieel beheerder Enig artikel BESLUIT EENPARIG Neemt kennis van het voorliggend rapport jaarrekening Budgetwijziging 2 dj Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikelen 146,147,148,149,150 en 151; 5

6 Gelet op het decreet van 13 april 1999 en de daarop volgende wijzigingen tot wijziging van het decreet van 28 april 1993 houdende regeling, voor het Vlaamse Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010, betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Overwegende dat de wijzigingen enkel via budgetwijziging kunnen worden doorgevoerd; Gelet op het verslag van het managementteam d.d 28 mei 2013 ; Gelet op het feit dat volgens inlichtingen van het schepencollege de voorgedragen ontvangsten als werkelijk mogen beschouwd worden en de uitgaven tevens behoren gedaan te worden; Gaat over tot de behandeling van bovengenoemde documenten; BESLUIT met 13 ja-stemmen bij 8 onthoudingen Ja-stemmen: Jan Hendrickx, Nadine Boekaerts, Christophe De Backere, Maria Vervloet, Artur Issaev, Rita Deckers, Silvain Vertommen, Suzy Put, Willy Beullens, Stefaan Lambrechts, Ingeborg Van Hoof, Eddy Verstappen, Walter Horemans Onthoudingen: Lies Ceulemans, Ronald Van Thienen, Rudy Nuyens, Dirk Aras, Jef Daems, John Steurs, Koen Kerremans, Leen Janssens Namens SamBA vraagt Jef Daems de stemming, waarbij de fractie zich wenst te onthouden. Koen Kerremans herhaalt zijn bedenking dat het voor de oppositie heel moeilijk wordt om de zaken op te volgen, om details te bekijken. Waar het niet om beleidsprioriteiten gaat, hoeft er geen verslag aan de gemeenteraad te worden uitgebracht. Daarin schuilt toch een zeker gevaar tot opportunisme vanuit de meerderheid. Groen zal dit verder aankaarten in de bevoegde parlementen. Bij deze budgetwijziging heeft hij één bepaalde vraag, namelijk het krediet voor de verbetering van de knelpunten fietsroutekaart dat op nul wordt gezet. Is het de bedoeling om dit project te verschuiven en later opnieuw op te pakken? Hij peilt naar de visie hierachter. Burgemeester Walter Horemans verklaart dat het bestuur op dit ogenblik andere prioriteiten heeft. Er wordt zwaar geïnvesteerd in fietspaden, wat betekent dat er andere zaken even on hold gezet moeten worden. Later kan inderdaad in samenwerking met de scholen de draad opnieuw opgenomen worden. Er is bovendien nog werk op basis van de oude knelpuntenkaart. Nog niet alles daarvan is gerealiseerd. Schepen Stefaan Lambrechts vult aan dat het eigen is aan het BBC-systeem dat er geschoven moet worden. Indien er een tekort is op één post, moet er geschoven worden vanuit zaken die tijdens het lopende jaar niet gerealiseerd zullen geraken. Hij komt ook terug op de eerste bedenking van Koen Kerremans over de moeilijkheid om de dingen op te volgen. Het is zeker niet de bedoeling om de info zo beperkt mogelijk te houden. Het tegendeel is zelfs waar. Er wordt volop een weg gezocht naar een goede rapportering die tegemoet komt aan de wensen van de gemeenteraad. Dirk Aras heeft tijdens de begrotingscommissie gemerkt dat de vragen die gesteld werden vooral politieke vragen waren. De vragen die niet meer gesteld worden, zijn vragen over evoluties van bedragen, over fluctuaties en schommelingen, omdat deze info niet meer ter beschikking is. Hij stelt voor dat het college samen met de administratie een voorstel formuleert over de rapportering die relevant is en die vlot kan worden aangeleverd. Dat kan dan door de fractievoorzitters afgepunt worden, zodat er goede afspraken kunnen worden gemaakt. Anders zullen er telkens dezelfde opmerkingen worden gemaakt gedurende de volledige legislatuur. Burgemeester Walter Horemans belooft dit voorstel mee te nemen. Hij voegt toe dat we de financiële evolutie ook zullen opvolgen via Deloptigem als een vorm van nulmeting. Artikel 1 De budgetwijziging 2 dj wordt met volgende resultaten goedgekeurd. 6

7 in de exploitatie ontvangsten : ,00 euro uitgaven : ,00 euro saldo : ,00 euro in de investeringen ontvangsten : ,00 euro uitgaven : ,00 euro saldo : ,00 euro andere ontvangsten : ,00 euro uitgaven : ,00 euro saldo : ,00 euro Budgettair resultaat boekjaar : ,00 euro Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar : ,00 euro Gecumuleerde budgettaire resultaat : ,00 euro Bestemde gelden voor investering : ,00 euro Resultaat op kasbasis : ,00 euro financieel draagvlak : ,00 euro netto periodieke leningsuitgaven : ,00 euro 7

8 autofinancieringsmarge : ,00 euro Artikel 2 Het budget dj wordt voor nuttig gevolg aan de Gouverneur van de provincie Antwerpen en aan de Vlaamse Regering, agentschap voor Binnenlands Bestuur, Boudewijnlaan 30 bus 70 te 1000 Brussel toegezonden. Artikel 3 In het kader van artikel 43 1 en 2, 11 Gemeentedecreet wordt de bevoegdheid tot het vaststellen van de wijze waarop de opdrachten voor werken, leveringen en diensten worden toegewezen, en het vaststellen van de voorwaarden ervan, toevertrouwd aan het college van burgemeester en schepenen voor volgende nominatief opgesomde projecten : 0729/ Pastorie Gestel renovatie: ,00 euro 0680/ Heraanleg Sint Lambertusplaats F1: ,00 euro 0200/ Bestrijkings- en overlagingswerken : ,00 euro 6. Kerkfabriek Sint-Pieter rekening dj Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikelen betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de d oor de fabrieksraad in vergadering van 15 april 2012 afgesloten rekening der kerkfabriek Sint- Pieter over het dienstjaar 2012 met de bijhorende bewijsstukken aangaande volgende resultaten: Overschot exploitatie: ,54 euro Tekort van investeringen: ,09 euro Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met 16 ja-stemmen bij 5 onthoudingen Ja-stemmen: Jan Hendrickx, Nadine Boekaerts, Christophe De Backere, Maria Vervloet, Lies Ceulemans, Ronald Van Thienen, Rudy Nuyens, Artur Issaev, Rita Deckers, Silvain Vertommen, Suzy Put, Willy Beullens, Stefaan Lambrechts, Ingeborg Van Hoof, Eddy Verstappen, Walter Horemans Onthoudingen: Dirk Aras, Jef Daems, John Steurs, Koen Kerremans, Leen Janssens Rudy Nuyens polst naar de plannen rond een andere bestemming voor de kerk Onbevlekt Hart van Maria. Burgemeester Walter Horemans zegt dat er hiervoor een datum is afgesproken met het centraal kerkbestuur. Koen Kerremans vraagt of het tekort op de begroting van Sint-Pieter een link heeft met het restauratiedossier. Financieel beheerder Mai Vermeiren legt uit dat het om een puur technisch aspect gaat. Sint-Pieter had vorig jaar op een bepaald ogenblik krediet ingeschreven om het tekort weg te werken. Tegenover een uitgave moet immers altijd een ontvangst staan. Dat werd wel voorzien in het budget, maar de effectieve boeking is niet gebeurd. De gemeente heeft Sint-Pieter dus nogmaals aangemaand om dit recht te zetten tijdens de eerste budgetwijziging. Dit werd ook toegezegd tijdens het overleg dat de gemeente heeft gehad met het centraal kerkbestuur. 8

9 Dirk Aras wenst zich ook te onthouden, omdat deze problematiek al jaren aansleept. Vanuit de bijpassingsplicht die de gemeente heeft, mag er toch de gepaste druk uitgeoefend worden opdat dergelijke anomalieën niet meer tot op de gemeenteraad komen. Burgemeester Walter Horemans zegt dat er intussen werd afgesproken dat de kerkfabrieken bij vragen of moeilijkheden vooraf contact opnemen met de financieel beheerder, zodat de fouten eruit gehaald kunnen worden. Schepen Stefaan Lambrechts voegt hieraan toe dat het in het kader van BBC de bedoeling is dat de meerjarenplanningen van kerkfabrieken en gemeente een stuk elkaars spiegelbeeld zijn. De eerste stap hierin was de aankoop van een softwareprogramma, namelijk Religiosoft, waardoor de boekhouding op een ernstige manier kan gebeuren. Een tweede stap in dit proces is regelmatig overleg. Enig artikel Deze rekening dj der kerfabriek Sint-Pieter wordt gunstig geadviseerd. 7. Kerkfabriek Sint Rumoldus rekening dj Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikelen betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de door de fabrieksraad in vergadering van 9 april 2013 afgesloten rekening der kerkfabriek Sint Rumoldus over het dienstjaar 2012 met de bijhorende bewijsstukken aangaande volgende resultaten: Overschot exploitatie: ,76 euro Tekort van investeringen: 0 euro Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met 16 ja-stemmen bij 5 onthoudingen Ja-stemmen: Jan Hendrickx, Nadine Boekaerts, Christophe De Backere, Maria Vervloet, Lies Ceulemans, Ronald Van Thienen, Rudy Nuyens, Artur Issaev, Rita Deckers, Silvain Vertommen, Suzy Put, Willy Beullens, Stefaan Lambrechts, Ingeborg Van Hoof, Eddy Verstappen, Walter Horemans Onthoudingen: Dirk Aras, Jef Daems, John Steurs, Koen Kerremans, Leen Janssens Enig artikel Deze rekening dj der kerkfabriek Sint-Rumoldus wordt gunstig geadviseerd. 8. Kerkfabriek Sint Lambertus rekening dj Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikelen betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de door de fabrieksraad in vergadering van 6 maart 2013 afgesloten rekening der kerkfabriek Sint Lambertus over het dienstjaar 2012 met de bijhorende bewijsstukken aangaande volgende resultaten: Overschot exploitatie: 9.467,09 euro Overschot van investeringen: euro Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; 9

10 BESLUIT met 16 ja-stemmen bij 5 onthoudingen Ja-stemmen: Jan Hendrickx, Nadine Boekaerts, Christophe De Backere, Maria Vervloet, Lies Ceulemans, Ronald Van Thienen, Rudy Nuyens, Artur Issaev, Rita Deckers, Silvain Vertommen, Suzy Put, Willy Beullens, Stefaan Lambrechts, Ingeborg Van Hoof, Eddy Verstappen, Walter Horemans Onthoudingen: Dirk Aras, Jef Daems, John Steurs, Koen Kerremans, Leen Janssens Enig artikel Deze rekening dj der kerkfabriek Sint Lambertus wordt gunstig geadviseerd. 9. Kerkfabriek Onbevlekt Hart van Maria rekening dj Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikelen betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de door de fabrieksraad in vergadering van 1 april 2013 afgesloten rekening der kerkfabriek Onbevlekt Hart van Maria over het dienstjaar 2012 met de bijhorende bewijsstukken aangaande volgende resultaten: Overschot exploitatie: 534,24 euro Overschot van investeringen: euro Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met 16 ja-stemmen bij 5 onthoudingen Ja-stemmen: Jan Hendrickx, Nadine Boekaerts, Christophe De Backere, Maria Vervloet, Lies Ceulemans, Ronald Van Thienen, Rudy Nuyens, Artur Issaev, Rita Deckers, Silvain Vertommen, Suzy Put, Willy Beullens, Stefaan Lambrechts, Ingeborg Van Hoof, Eddy Verstappen, Walter Horemans Onthoudingen: Dirk Aras, Jef Daems, John Steurs, Koen Kerremans, Leen Janssens Enig artikel Deze rekening dj der kerkfabriek Onbevlekt Hart van Maria wordt gunstig geadviseerd. 10. Aanpassing organiek reglement brandweerdienst Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op het raadsbesluit d.d. 20 maart 2012 houdende goedkeuring organiek reglement van de gemeentelijke brandweerdienst, en latere wijzigingen; Gelet op het feit dat de personeelsformatie en de aanwervingsvereisten en beëindigingsmodaliteiten en wekelijks contingent wijzigen; Na overleg met de arrondissementscommissaris; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging; BESLUIT EENPARIG 10

11 Koen Kerremans wil weten waarom er inspanningsproeven worden opgelegd bij uitstel van leeftijdsgrens, maar niet bij de eerste selectie. Burgemeester Walter Horemans antwoordt dat deze proeven wel degelijk eveneens bij de eerste selectie worden afgenomen. Koen Kerremans vraagt om deze bepaling dan ook zo op te nemen in het reglement. In andere gemeenten is dit wel het geval. Burgemeester Walter Horemans belooft dit te zullen bespreken met de brandweercommandant. Hij vraagt om het voorliggende reglement goed te keuren en de gesuggereerde aanpassing in de gemeenteraad van september te agenderen. Koen Kerremans peilt naar de samenwerking van de brandweer met Campus Vesta. Burgemeester Walter Horemans antwoordt dat verschillende cursussen op Campus Vesta plaatsvinden. Koen Kerremans vraagt naar de stand van zaken van de brandweerhervorming. Burgemeester Walter Horemans licht toe dat dit voorlopig nog nergens besproken is. De kaart is nog niet helemaal uitgetekend. Het zou kunnen dat wij moeten verkleinen qua aantal, maar dat is nu nog niet aan de orde. Er wordt een versnelling van dit dossier in het vooruitzicht gesteld, maar er is nog geen zicht op de kostprijs. Het gebouw dat Berlaar gezet heeft, zal zeker mee in rekening worden gebracht. De toekomst zal meer opheldering moeten brengen. HOOFDSTUK 1. ORGANISATIE, TAAK en SAMENSTELLING VAN DE BRANDWEERDIENST ============================================================================= Artikel 1 De brandweerdienst is autonoom. Hij is een vrijwilligersdienst. Artikel 2 Onverminderd de bevoegdheden van de burgemeester, wordt de dienst geleid door de officierdienstchef. In het raam van dit organiek reglement, van het reglement van orde en van de onderrichtingen die hem door de burgemeester worden gegeven, draagt de officier-dienstchef de verantwoordelijkheid voor de organisatie, de goede werking en de tucht van de dienst. Bij afwezigheid van de dienstchef worden diens bevoegdheden door de aanwezige officier of onderofficier met de hoogste graad uitgeoefend. Bij gelijkheid in graad wordt het bevel gevoerd door de officier, of bij ontstentenis, door de onderofficier met de grootste graadanciënniteit. Artikel 3 De brandweerdienst is belast met de taken die hem opgedragen zijn krachtens de wetten en reglementen inzake brandbestrijding en brandpreventie. Onder meer wordt de brandweerdienst belast met: - De opdrachten vermeld in de ministeriële omzendbrieven van en De hulpverleningen krachtens bijzondere wettelijke reglementen zoals vervat in: o Het koninklijk besluit van betreffende verdeling van de opdrachten inzake civiele bescherming tussen de openbare brandweerdiensten en de diensten van de civiele bescherming. o De wet van betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, gewijzigd bij de wetten van en

12 o Het koninklijk besluit van houdende het algemeen reglement op de bescherming van de bevolking en van de werknemers tegen het gevaar van ioniserende stralingen o Het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming - De prestaties die het voorwerp uitmaken van een overeenkomst tussen de gemeenten van de gewestelijke groep of met andere gemeenten, hoofd van de gewestelijke groep - Met instemming van de provinciegouverneur en/of de minister van Binnenlandse Zaken, kunnen intergemeentelijke, provinciale of interprovinciale samenwerkingsverbanden worden op touw gezet - De interventies voor hulpverlening bepaald in het koninklijk besluit van In algemene zin de opvordering door de burgemeester voor alle hulpverleningen waar mensen of dieren in nood zijn of waar goederen kunnen schade lijden, voor zoveel deze hulpverleningen essentieel vallen binnen het raam van de organisatie van de hulpverleningen zoals bepaald bij art van de nieuwe gemeentewet - Desgevallend kan in verband met de internationale samenwerking, de brandweerdienst opgeroepen worden voor hulpverlening aan een buurland De leden van de brandweerdienst mogen als zodanig niet ingezet worden voor andere taken dan die welke voor die dienst vastgesteld zijn. Artikel 4 De dienst wordt zodanig georganiseerd dat voldoende manschappen (personeel en kaders) te allen tijde klaar staan om binnen de kortst mogelijke tijd op te treden. De leden van de dienst zijn, wat hun prestaties betreft, onderworpen aan de noodwendigheden van de dienst. Wachtdienst in de kazerne zowel als aan huis kan opgelegd worden. Artikel 5 De leden-vrijwilligers(sters) van de dienst kunnen door de officier-dienstchef of zijn plaatsvervanger, opgeroepen worden in volgende gevallen: 1. Voor hun theoretische of praktische opleiding, voor de oefeningen waarvan het minimum aantal op twaalf per jaar wordt vastgesteld en voor de inspecties 2. Voor elke interventie of taak die tot de opdrachten van de brandweerdienst behoort 3. Zij kunnen eveneens voor dienstnoodwendigheden door de burgemeester worden opgeroepen Artikel 6 De brandweerdienst omvat het volgende personeel: categorie graad aantal vrijwilligers(sters) 1. Operatief personeel 1. Officier-dienstchef luitenant 1 2. Officieren onderluitenant/luitenant 2 3. Onderofficieren adjudant 2 waarvan 1 uitdovend sergeant 3 4. Korporaals korporaal 6 5. Brandweermannen brandweerman(vrouw) 21 Totaal

13 2. Technisch en administratief personeel Totaal Personeel belast met bijzondere taken 1. Officier-geneesheer o/luitenant/luitenant (niet voltijds) 1 Totaal 3. 1 ALGEMEEN TOTAAL 36 HOOFDSTUK 2. PERSONEEL ======================= Artikel 7 Het vrijwilligerspersoneel heeft niet de hoedanigheid van gemeentepersoneel. Tijdens de duur van de prestaties bij de brandweerdienst valt het personeel onder het stelsel dat door dit reglement en door de dienstnemingsakte is bepaald. Artikel 8 Vervallen ( KB ). 1. Andere personeelsleden dan de officieren. Sectie 1. - Aanwerving Artikel 9 Niet van toepassing. Bepalingen voor het vrijwilligerspersoneel Artikel 10 Elke effectieve indienstneming wordt voorafgegaan door een stage, die georganiseerd wordt overeenkomstig art. 12 tot 15. Behoudens andersluidende bepalingen betreffende uitsluitend bijzonder ambten, geschiedt de aanwerving in de graad van brandweerman(vrouw). De aanwervingsvereisten voor de graad van brandweerman(vrouw) zijn de volgende: 1) Belg zijn of inwoner(inwoonster) zijn van een lidstaat van de Europese unie en voldoende de Nederlandse taal machtig zijn 2) In de gemeente wonen waar de brandweerdienst gevestigd is. 3) Deze voorwaarde is te vervullen uiterlijk zes maanden na het beëindigen van de stage. Een lid van de brandweer dat niet voldoet aan de woonplaatsverplichting, maar toch over de mogelijkheid beschikt om binnen een zeer korte tijdspanne na een oproep de brandweerkazerne te bereiken, kan aan de gemeenteraad een afwijking van de woonplaatsverplichting vragen. De gemeenteraad kan, rekening houdend met de omstandigheden van het individuele geval, een afwijking op de woonplaatsverplichting toestaan. 4) Ten minste 18 jaar oud zijn bij de eerste indienstneming in een brandweerdienst 13

14 5) Ten minste 1,60 m groot zijn 6) Van goed zedelijk gedrag zijn 7) Voor de mannelijke kandidaten, in orde zijn met de dienstplichtwetten 8) In het bezit zijn van minstens een rijbewijs B met handbediende versnellingen bij de kandidaatstelling 9) Medische geschiktheid Medisch attest voorafgaandelijk aan de sportproeven: o Voor de aanvang van de sportproeven moeten de kandidaten een bewijs voorleggen vanwege hun (huis)arts waarbij wordt aangegeven: dat de kandida(a)t(e) medisch geschikt is om aan de hierna vermelde sportproeven deel te nemen. De lengte van de kandida(a)t(e) dient eveneens vermeld te worden. De datum van het attest : dit mag niet ouder zijn dan zes maanden. Enkel het attest van de organiserende overheid mag hiervoor gebruikt worden. o In geval van een onvolledig medisch attest of een medisch attest met vermeldingen, kan de kandidaat niet toegelaten worden tot de selectie. Medische geschiktheid bij indiensttreding: a. De kandida(a)t(e) dient medisch geschikt bevonden te worden ingevolge een geneeskundig onderzoek verricht door de preventieadviseur-geneesheer van de arbeidsgeneeskundige dienst van de gemeente. Deze dienst staat eveneens in voor het overeenkomstig de bepalingen van het ARAB voorziene jaarlijkse geneeskundig onderzoek. 10) De kandidaat(ate) moet slagen voor de proeven inzake lichamelijke geschiktheid, afgenomen door de examencommissie. Op die proeven staan geen punten. De kandidaten moeten slagen voor ten minste 7 (zeven) van de hierna vermelde proeven, inzonderheid de proeven vermeld onder c, e, f en i die eliminerend zijn. De proeven zijn de volgende: a. voorligsteun: Het lichaam gestrekt in een rechte lijn, armen loodrecht op de grond. Armen buigen en strekken. Minstens 10 maal. b. buigen van de armen: In hang aan de boom of de brug, de handen in pronatie, d.w.z. de palm naar het lichaam gekeerd. Het toestel wordt op zulk danige hoogte geplaatst dat de voeten de grond niet raken. Voor de goede uitvoering is vereist dat de kin boven de brug komt. Minstens 4 maal. c. evenwicht: Voortgaan over een balk van 7 à 10 cm breed, 3,5 m lang op een hoogte van 1,2 m in 8 seconden. Vrije manier van op- en afstijgen. De proef wordt gechronometreerd bij het geven van het signaal wanneer de kandidaat(ate) zich in evenwicht op de boom heeft gesteld. De chronometer wordt stilgelegd bij het einde van het parcours, voor de kandidaat(ate) van het toestel afstijgt, de voet voorwaarts gestrekt op het einde van de boom. Twee pogingen zijn toegestaan. d. touwklimmen 4 m: Twee pogingen zijn toegestaan met een tussenpoos van 15 minuten. Maximum 30 seconden. e. beklimmen van de ladder Autoladder 20 m hoog, staat nergens tegen en heeft een hellingshoek van 70. Toegestane tijd is 40 seconden. Twee pogingen zijn toegestaan met een tussenpoos van 5 minuten. 14

15 Bij ontstentenis van een autoladder: beklimmen van een ladder opgesteld tegen een muur met een hellingshoek van 70 en uitgeschoven tot 6 meter. Uit te voeren in 8 seconden. Twee pogingen toegestaan met een tussenpoos van 5 minuten f. dragen over 50 m: Dragen van een persoon van hetzelfde gewicht op 5 kg na over een afstand van 50 m in 30 seconden. Twee pogingen zijn toegestaan met een tussenpoos van 15 min. Hulpgreep bij een arm en een been. Het startsein wordt gegeven wanneer de last is opgenomen. g. lengtesprong: Zonder aanloop, de voeten aaneengesloten achter de lijn. Minstens 1,80 m. Twee pogingen zijn toegestaan. De afstand wordt bepaald door het dichtst bij de startlijn achtergebleven spoor, ongeacht met welk lichaamsdeel de grond wordt geraakt. h. dieptesprong: Vanuit strekstand en zonder tussensteun. Diepte 2 m. i. lopen: 600 meter in 2 minuten 45 seconden De proeven inzake lichamelijke geschiktheid worden afgenomen door een examencommissie samengesteld door het schepencollege. De leden zijn: de dienstchef, officieren en onderofficieren, leraars en technici. De sportproeven zijn eliminerend. Het secretariaat wordt waargenomen door een brandweerofficier. 11) Slagen in een selectieprocedure bestaande uit volgende gedeelten: a. Mondelinge proef (50 punten): de kandidaten worden beoordeeld op persoonlijkheid: motivatie en houding ten opzichte van de brandweer, maturiteit, stressbestendigheid bij de confrontatie met menselijk leed en bij werken onder druk, sociaal gedrag met slachtoffers, inzet en verantwoordelijkheidszin, geschiktheid tot werken in een groep onder hiërarchisch bevel. b. Beschikbaarheid, inzonderheid tijdens de daguren (20 punten) c. Al dan niet houder zijn van hogere rijbrevetten B/E, C en/of CE (10 punten) d. Een praktische proef om de beroepsgeschiktheid van de kandidaten te testen (20 punten) De kandidaten zijn geslaagd wanneer ze minstens 60% van de punten halen. Artikel 11 De leden-vrijwilligers(sters) ondertekenen, voor hun indiensttreding als stagiair(e), een dienstnemingscontract voor de duur van de stage. Zij kunnen hun indienstneming te allen tijde verbreken met een maand opzegging. Het dienstnemingscontract dat de leden-vrijwilligers(sters) als stagiair(e) tegentekenen, vermeldt: 1. naam, voorna(a)m(en), geboorteplaats en geboortedatum, evenals de woonplaats 2. de aanvangsdatum waarop de vrijwilliger(ster) in dienst is genomen 3. de graad en de vergoeding welke de vrijwilliger(ster) wordt toegekend 4. de ontvangstmelding van een uittreksel uit de polis arbeidsongevallen 5. de ontvangstmelding van een uittreksel uit de polis overlijdensverzekering 6. de verklaring van kennisneming van en onderwerping aan het organiek reglement en het reglement van orde Sectie 2. Stage en opleiding Artikel 12 15

16 Niemand wordt tot de stage toegelaten tenzij hij(zij) aan de aanwervingsvoorwaarden voldoet. De duur van de stage bedraagt één jaar. Op het einde van de stageperiode dient de kandidaat(ate) het brevet van Kandidaatbrandweerman(vrouw) (modules brandbestrijding en hulpverlening, levensreddende handelingen en persoonlijke bescherming) van een provinciaal centrum voor de opleiding van de brandweerdiensten voor te kunnen leggen. Artikel 13 De dienstchef en de leider van de operaties waken erover dat de stagiairs(es) slechts bij de operaties worden ingeschakeld in de mate dat hun theoretische en praktische vorming zulks toelaat. Artikel 14 De stagecommissie, samengesteld uit de dienstchef, officieren en onderofficieren, maakt aan het einde van de stage ten behoeve van de benoemende of indienstnemende overheid, een verslag op over iedere stagiair(e). Zij stelt voor: - hetzij de effectieve indienstneming voor een stagiair(e)-vrijwilliger(ster) - hetzij de verlenging van de stagetermijn voor een duur van ten hoogste tweemaal zes maanden - hetzij de afdanking Dit kan eveneens tijdens de stage en eventueel tijdens de verlengde stage, volgens dezelfde procedure. Zij wordt voorgesteld wanneer de wijze van dienen van de stagiair te wensen overlaat. Artikel 15 Het in artikel 14 bedoelde verslag wordt aan de belanghebbende schriftelijk meegedeeld en door hem/haar mee ondertekend. Deze beschikt over een termijn van acht dagen, te rekenen vanaf de kennisneming, om bezwaar in te dienen bij de benoemende of indienstnemende overheid. Sectie 3. Indienstneming en loopbaan Artikel 16 Op grond van het einde-stageverslag kan de stagiair(e) effectief in dienst genomen worden. Het dienstnemingscontract dat de vrijwilliger(ster) tegentekent bij zijn(haar) effectieve indienstneming voor de duur van vijf jaar, bevat dezelfde vermeldingen als het dienstnemingscontract bedoeld in art. 11. Deze dienstneming is hernieuwbaar. Behoudens ontvangst van opzegging vanwege de bevoegde overheid, drie maanden voor het verstrijken van de termijn, wordt deze indienstneming vernieuwd door stilzwijgende verlenging. Artikel 17 Wanneer een bij bevordering te begeven betrekking openvalt, wordt het personeel van de dienst daarvan door middel van een dienstorder in kennis gesteld. Dit dienstorder vermeldt: - de te vervullen voorwaarden - de eventueel opgelegde proeven en de stof ervan - de uiterste datum en eventuele modaliteiten voor het indienen van de kandidaturen Artikel 18 Elke kandidatuur moet rechtstreeks en schriftelijk aan de burgemeester worden gericht. 16

17 Artikel 19 De vereisten voor toegang tot de bevorderingsgraden zijn de volgende: 1. Voor de bevordering tot korporaal moet de kandidaat(ate): a) ten minste 3 jaar effectief brandweerman (vrouw) zijn houder(ster) zijn van het brevet van korporaal, uitgereikt door een erkend opleidingscentrum voor de brandweer, of houder zijn van een gelijkgesteld certificaat ingevolge artikel 49 van het koninklijk besluit van betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten gunstig advies hebben gekregen van de dienstchef 2. Voor de bevordering tot sergeant moet de kandidaat(ate): a) ten minste 3 jaar graadanciënniteit tellen als korporaal b) houder zijn van het brevet van sergeant, uitgereikt door een erkend opleidingscentrum voor de brandweer, of van een gelijkgesteld certificaat ingevolge artikel 49 van het koninklijk besluit van betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten; c) gunstig advies hebben gekregen van de dienstchef Wanneer deze graad niet kan begeven worden hetzij bij ontstentenis van in aanmerking komende personeelsleden, hetzij wegens niet deelneming aan of mislukken van de proeven, komen in aanmerking, van zover zij aan de voorwaarden onder b en c voldoen: alle korporaals, ongeacht hun graadanciënniteit, of bij ontstentenis, alle brandweermannen met ten minste 5 jaar dienstanciënniteit. 3. Voor de bevordering tot adjudant moet de kandidaat(ate): a) onderofficier zijn met ten minste 5 jaar graadanciënniteit b) houder zijn van het brevet van adjudant, uitgereikt door een erkend opleidingscentrum voor de brandweer, of van een gelijkgesteld certificaat ingevolge artikel 49 van het koninklijk besluit van betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten; c) gunstig advies hebben gekregen van de dienstchef Wanneer deze graad niet kan begeven worden, hetzij bij ontstentenis van in aanmerking komende personeelsleden, hetzij wegens niet deelname aan of mislukken van de proeven komen in aanmerking, voor zover zij aan de voorwaarden onder b en c voldoen: alle onderofficieren ongeacht hun graadanciënniteit, of bij ontstentenis, alle korporaals met tenminste 5 jaar dienstanciënniteit. Artikel 20 De benoeming, de indienstneming of de bevordering wordt door de burgemeester of zijn gemachtigde rechtstreeks aan de belanghebbende meegedeeld en ter kennis van de andere leden van de dienst gebracht. 2. Alle personeelsleden 17

18 Sectie 1. Beëindiging van het ambt A. Bepalingen van het beroepspersoneel Artikel 21 Niet van toepassing. B. Bepalingen betreffende het vrijwilligerspersoneel Artikel 22 Aan ieder lid-vrijwilliger(ster) van de dienst, dat eervol uit zijn/haar ambt wordt ontslagen onder de voorwaarden gesteld in artikels 23 en 24, kan de eretitel van zijn/haar graad door de gemeenteraad worden verleend. Artikel 23 Het ambt van de leden-vrijwilligers(sters) van de dienst eindigt: 1. Bij het verstrijken van de duur van de dienstneming of van de wederindienstneming. 2. Bij het bereiken van de leeftijdsgrens. Eervol ontslag wordt verleend aan de betrokkene bij het verstrijken van de maand waarin hij/zij de leeftijd van zestig jaar bereikt. 3. Door vrijwillig ontslag. Ontslag kan door de betrokkene te allen tijde, met schriftelijke opzegging van drie maanden worden gegeven. 4. Door ontslag van ambtswege. Dit ontslag vindt plaats op initiatief van de indienstnemende overheid, wanneer de betrokkene de in artikel 10 gestelde voorwaarden niet langer vervult. 5. Door afdanking. Wordt door de gemeenteraad uitgesproken ten aanzien van ieder lid: a) wegens wangedrag b) wegens miskenning van de tucht c) in het geval bedoeld in artikel 33 In het geval bedoeld in het eerste lid, 2, op verzoek van het lid-vrijwilliger kan de leeftijdsgrens uitgesteld worden tot de maand waarin hij de leeftijd van vijfenzestig jaar bereikt, onder volgende minimale voorwaarden: 1. Beschikken over een gunstig advies van de dienstchef; 2. Slagen in een cardiorespiratoire test, uitgevoerd door een specialist aangeduid door de arbeidsgeneesheer. Wanneer het een vrijwilliger-dienstchef betreft, gelden volgende minimale voorwaarden: 1. Beschikken over een gunstig advies van de burgemeester; 2. Slagen in een cardiorespiratoire test, uitgevoerd door een specialist aangeduid door de arbeidsgeneesheer; 3. Beschikken over het brevet dienstchef. De gemeenteraad kan de modaliteiten van het verzoek bepalen en bijkomende voorwaarden stellen aan de verlenging van het contract. Een nieuw dienstnemingscontract, met een duur van één jaar, 18

19 wordt opgesteld en is vier keer verlengbaar met één jaar, mits het voldoen aan bovengestelde voorwaarden. Artikel 24 Eervol ontslag kan worden verleend aan ieder lid-vrijwilliger(ster) van de dienst: - die minstens dertig jaar dienst telt - die, na tenminste tien jaar dienst, van ambtswege werd ontslagen ingevolge een hem/haar in de dienst of naar aanleiding ervan overkomen ongeval Sectie 2. Plichten A. Plichten die gelden voor alle leden Artikel 25 De gemeenteraad bepaalt, bij reglement van orde, de dienstbetrekkingen, de plichten van de leden en op algemene wijze de maatregelen betreffende de werking van de dienst en de uitvoering van de bepalingen van dit reglement. Artikel 26 Het is de leden van de dienst verboden naar aanleiding van de uitoefening van hun ambt, onder eender welk voorwendsel, individueel en voor zich persoonlijk gratificatiën of beloningen te vragen of te ontvangen. Artikel 27 De leden van de dienst zijn ertoe gehouden, ongeacht hun kwalificatie, deel te nemen aan de hulpoperaties waarvoor hun tussenkomst gevorderd wordt. B. Bijzondere plichten van sommige leden Artikel 28 Niet van toepassing. Artikel 29 De officier-geneesheer moet: 1) instaan voor de opleiding van de leden van de brandweerdienst inzake eerste zorgen en reanimatie en periodiek herscholingscursussen organiseren 2) de personeelsleden, die in dienst gekwetst worden, verplegen, zelfs op de plaats van het ongeval 3) de personeelsleden informeren omtrent de mogelijkheid zich lastens de in dienst nemende overheid preventief te laten inenten tegen het hepatitis B virus (KB ) 4) regelmatig het geneeskundig materieel van het korps nazien C. Plichten in geval van interventies Artikel 30 Bij ernstige interventies kunnen de niet van dienst zijnde personeelsleden, op bevel van de dienstchef die er onmiddellijk de burgemeester van verwittigt, ertoe gehouden zijn zich onverwijld naar de kazerne te begeven. 19

20 Artikel 31 De dienstchef treft alle vereiste voorzieningen in overeenstemming met het reglement van orde, opdat alle voertuigen en toestellen welke voor een belangrijke interventie vereist zijn, gelijktijdig zouden kunnen ingezet worden. Artikel 32 Wanneer, tijdens een brand in de gemeente, voor het blussen of het beschermen van mensenlevens de gedeeltelijke sloping van een bouwwerk vereist is, moet de leider van de operaties de bevelen van de burgemeester niet afwachten. Sectie 3. Onverenigbaarheden Artikel 33 Onverminderd de gevallen van onverenigbaarheid genoemd in de nieuwe gemeentewet of in gemeentelijke reglementen, is er onverenigbaarheid tussen: a) het ambt van beroepslid van een brandweerdienst en het ambt van lidvrijwilliger(ster) van dezelfde brandweerdienst b) het ambt van lid van een brandweerdienst en het ambt van lid van een politiedienst die deel uitmaakt van de openbare macht, zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van op het politieambt. De overheid die bekleed is met de bevoegdheid tot benoeming of aanstelling, kan een lid van een brandweerdienst, dat tezelfdertijd lid is van de gemeentepolitie, toestaan de functie van brandweerman te blijven uitoefenen. Deze afwijking wordt verleend aan het lid van een brandweerdienst in dienst voor 1 april 1999 en voor zover dit nodig is om de continuïteit van de betrokken brandweerdienst te verzekeren (KB ). Bovendien is het ieder lid van de dienst verboden werkzaam te zijn of belangen te hebben, zelfs door tussenpersonen: c) in ondernemingen die materieel vervaardigen, vervoeren of verkopen voor brandbescherming, -voorkoming of -bestrijding d) in ondernemingen die brandvoorkomingsmaatregelen bestuderen, toepassen of controleren Zodra de gemeenteraad de miskenning van een van de net genoemde onverenigbaarheden of verbodsbepalingen constateert, stelt hij de betrokkene in mora daaraan binnen de zes maanden een einde te stellen. Ieder lid dat na verloop van die termijn geen gevolg aan de aanmaning van de gemeenteraad heeft gegeven, wordt afgezet of afgedankt. Sectie 4. Hiërarchie en tuchtregeling A. Bepalingen die gelden voor alle personeelsleden Artikel 34 Zelfs buiten de prestatie-uren, blijft ieder lid van de dienst dat de reglementaire tenue draagt, onderworpen aan de hiërarchie zoals die is vastgesteld in artikel 6 en moet het de hem krachtens de reglementaire bepalingen ter zake opgelegde verplichtingen nakomen. Artikel 35 20

21 De aard, de reden en de datum van elke opgelegde tuchtstraf worden vermeld in het persoonlijk dossier van betrokkene. B. Bepalingen die gelden voor het vrijwilligerspersoneel Artikel 36 Ten aanzien van de leden-vrijwilligers(sters) van de dienst kunnen volgende tuchtstraffen worden uitgesproken: 1. de terechtwijzing 2. de berisping 3. de schorsing voor de duur van maximum één maand 4. de afdanking Artikel 37 Wat de officieren betreft: a) Worden de terechtwijzing en berisping uitgesproken door de burgemeester b) Worden de schorsing en de afdanking door de gemeenteraad, op voorstel van de burgemeester, uitgesproken. De desbetreffende raadsbeslissingen zijn aan de goedkeuring van de provinciegouverneur onderworpen Artikel 38 Voor de andere leden dan de officieren: a) worden de terechtwijzing en berisping uitgesproken door de officier-dienstchef b) worden de schorsing en de afdanking door de gemeenteraad, op voorstel van de burgemeester, uitgesproken Artikel 39 Geen enkele straf kan aan de bevoegde overheid worden voorgesteld zonder dat de betrokkene vooraf gehoord of ondervraagd werd. Artikel 40 De schorsing heeft de inhouding van elke bezoldiging en beroving van de rechten op bevordering voor de duur van de straf tot gevolg. Sectie 5. Vergoeding van het vrijwilligerspersoneel Artikel 41 De vergoedingen voor de prestaties van de vrijwilligers(sters) worden berekend naar rato van de uren prestaties op basis van minstens het gemiddelde van de wedden bepaald bij de weddenschaal van de overeenstemmende graad van het beroepspersoneel: Overeenkomstig de bepalingen van: a) het KB van tot vaststelling van de algemene bepalingen betreffende de bezoldiging van het personeel van de openbare brandweerdiensten b) het KB van tot vaststelling van de algemene bepalingen betreffende de toekenning van nacht-, zaterdag- en zondagtoelagen voor het personeel van de openbare brandweerdiensten 21

22 c) het KB van tot vaststelling van de voorwaarden tot toekenning van hogere weddenschalen aan de houders van bepaalde graden van de openbare brandweerdiensten d) Het KB van betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten Graadanciënniteit: de anciënniteit verworven in dienst van het bestuur in de graad waarin het personeelslid vast benoemd is, ingaande vanaf de vaste benoeming of vanaf het begin van de proefperiode die eraan voorafgaat. Geldelijke anciënniteit: de totale anciënniteit in aanmerking genomen voor de vaststelling van de individuele wedde van het personeelslid. Dienstanciënniteit: de totale werkelijke anciënniteit verworven in dienst van het bestuur in statutair verband als vastbenoemde en op proef benoemd personeelslid. Schaalanciënniteit: de anciënniteit verworven in de weddenschaal (schalen) van de functionele loopbaan. Referteweddenschalen graden: Stagiair-brandweerman-vrijwilliger(ster): het gemiddelde van de loopbaanschaal PB1 Brandweerman-vrijwilliger(ster): het gemiddelde van de loopbaanschaal PB2 bij effectieve indienstneming het gemiddelde van de loopbaanschaal PB2 bis,mits: -9 jaar dienstanciënniteit hebben en voldoen aan de bepalingen van art. 1, 1 t/m 3 van het KB van 15 maart gunstig advies van de dienstchef, ofwel:-18 jaar dienstanciënniteit hebben en voldoen aan de bepalingen van art.1. Laatste lid, 1 en 2 van het KB van gunstig advies van de dienstchef het gemiddelde van de loopbaanschaal PB3, mits:-18 jaar dienstanciënniteit hebben-voldoen aan de bepalingen van artikel 2 van het KB van 15 maart 1995-gunstig verslag van de dienstchef. Bij overgangsmaatregel voor de personeelsleden in dienst op de datum van inwerkingtreding van de algemene weddenschaalherziening en op dezelfde datum voldoen aan de volgende cumulatieve voorwaarden: - 25 jaar dienstanciënniteit tellen; - ten minste 50 jaar oud zijn; - gunstig advies van de dienstchef. Korporaal-vrijwilliger(ster): het gemiddelde van de loopbaanschaal PB2bis als aanvangsschaal of bij bevordering tot de graad(minimum 1 jaar bij bevordering) het gemiddelde van de loopbaanschaal PB3, mits : - 18 jaar dienstanciënniteit hebben - voldoen aan de bepalingen van artikel 3 van het KB van 15 maart gunstig verslag van de dienstchef ofwel: Bij overgangsmaatregel voor de personeelsleden in dienst op de datum van de inwerkingtreding van de algemene weddeschaalherziening op en dezelfde datum voldoen aan de volgende cumulatieve voorwaarden: - 25 jaar dienstanciënniteit tellen; - ten minste 50 jaar oud zijn; - gunstig advies van de dienstchef. 22