EUROPESE TERRITORIALE SAMENWERKING INTERREG IV A NEDERLAND DUITSLAND Revisie, stand 14 oktober 2011 OPERATIONEEL PROGRAMMA

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EUROPESE TERRITORIALE SAMENWERKING INTERREG IV A NEDERLAND DUITSLAND 2007 2013. Revisie, stand 14 oktober 2011 OPERATIONEEL PROGRAMMA"

Transcriptie

1 EUROPESE TERRITORIALE SAMENWERKING INTERREG IV A NEDERLAND DUITSLAND Revisie, stand 14 oktober 2011 OPERATIONEEL PROGRAMMA

2 2 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland Inhoudsopgave 1 Inleiding Proces van de programmaontwikkeling Sociaal-economische en SWOT-analyse van het programmagebied Essentiële kenmerken van het programmagebied Programmagebied Nederzettingenstructuur en bevolkingsontwikkeling Algehele economische ontwikkeling en arbeidsmarkt Milieusituatie Thema s met bijzondere relevantie voor de grensoverschrijdende regionale ontwikkeling in het programmagebied, alsmede de bijbehorende sterke en zwakke punten Economie, technologie en innovatie Infrastructuur en milieu Maatschappelijke integratie Ervaringen uit de afgelopen INTERREG-perioden De ontwikkeling van INTERREG I tot INTERREG IV Voor de huidige periode belangrijke ervaringen uit INTERREG III Doelstellingen van de Europese Unie en nationale en regionale strategieën Doelstellingen van de Europese Unie Nationale strategieën Doelstellingen van de Bondsrepubliek Duitsland en van de betrokken deelstaten Doelstellingen van het Koninkrijk der Nederlanden Regionale strategieën Programmastrategie Visie en strategie voor het Duits-Nederlandse grensgebied Prioriteiten en actiegebieden Prioriteit 1: economie, technologie en innovatie Prioriteit 2: duurzame regionale ontwikkeling Prioriteit 3: integratie en maatschappij Prioriteit 4: technische bijstand INTERREG IVA projecten Financiering van het programma Financieel overzicht naar jaren Financieel overzicht naar prioriteiten Effect van het programma op het milieu... 82

3 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland Verhouding tot andere EU-structuurfondsprogramma s Organisatie en uitvoering van het programma INTERREG-overeenkomst en overeenkomst met de certificeringsautoriteit Gremia en organen voor de uitvoering van het programma Beheersautoriteit Comité van Toezicht Gemeenschappelijk Secretariaat en regionale programmamanagements Certificeringsautoriteit Auditautoriteit Projectcyclus, controle en monitoring Indienen van de aanvragen Goedkeuringsprocedure Controles, financiële afwikkeling en monitoring Criteria voor de projectselectie Indicatoren Verslaglegging, voorlichting en communicatie Belangrijkste conclusies ex-ante evaluatie Bronnen BIJLAGE

4 4 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland Overzicht van de tabellen Tabel 1: Leden van de begeleidingsgroep Tabel 2: Overzicht subsidiegebieden in het INTERREG IVA programma Tabel 3: SWOT-Analyse voor technologie- en kennisoverdracht Tabel 4: SWOT-Analyse voor de economische netwerken Tabel 5: SWOT-analyse voor de belangrijke branches in het programmagebied Tabel 6: SWOT analyse voor het aanbod aan infrastructuur Tabel 7: Ecologisch waardevolle gebieden in het programmagebied Tabel 8: SWOT analyse voor natuur-, landschaps- en milieubehoud Tabel 9: SWOT-analyse voor gezondheidszorg en bescherming van de consument Tabel 10: SWOT-analyse grensoverschrijdende arbeidsmarkt/grenspendelaars Tabel 11: SWOT-analyse voor onderwijs en cultuur Tabel 12: SWOT-analyse binnenlandse veiligheid Tabel 13: Het proces van INTERREG I naar INTERREG IV Tabel 14: Prioriteiten en actiegebieden van het programma Tabel 15: Financiële indeling jaartranches Tabel 16: Financiële indeling van het programma in prioriteiten Tabel 17: Activiteiten met mogelijke MER-plichtige effecten Tabel 18: Invloed van het programma op de milieuaspecten Tabel 19: Leden Comité van Toezicht Tabel 20: Criteria voor de projecten Tabel 21: Indicatoren voor het programma Tabel 22: Indicatieve uitsplitsing van de fondsen; Dimensie 1: Prioritair Thema Tabel 23: Indicatieve uitsplitsing van de fondsen; Dimensie 2: Financieringsvorm. 111 Tabel 24: Indicatieve uitsplitsing van de fondsen; Dimensie 3: Soort gebied Tabel 25: Overzicht opgevolgde aanbevelingen Tabelle 26: Overzicht niet-opgevolgde aanbevelingen

5 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland Overzicht van de afbeeldingen Afbeelding 1: Duits-Nederlands grensgebied in Europa Afbeelding 2: Kaart van het programmagebied Afbeelding 3: Grote steden en dichtheid (Stand: Dec. 2005) Afbeelding 4: Voorspelde verandering van de leeftijdsopbouw tot Afbeelding 5: BBP in koopkrachtstandaarden per inwoner in Afbeelding 6: Economische structuur in Afbeelding 7: Ontwikkeling werkgelegenheidscijfers in de periode Afbeelding 8: Belangrijke grensoverschrijdende verkeersverbindingen in het programmagebied Afbeelding 9: Grensoverschrijdende arbeidsmarkt Duitsland Nederland Afbeelding 10: Grondslagen voor strategie en actiegebieden van het programma Afbeelding 11: Verloop van de strategische milieubeoordeling Afbeelding 12: Organen en gremia van het programma Afbeelding 13: Organisatiestructuur van het programmamanagement Afbeelding 14: Aanvraag- en goedkeuringsprocedure voor projecten Afbeelding 15: Geldstroom van EU-middelen en cofinancieringsmiddelen... 98

6 6 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland Inleiding Achtergrond Sinds 1991 subsidieert de Europese Commissie de grensoverschrijdende samenwerking tussen de EU-lidstaten en/of potentiële toetredingslanden. Het bestaande "Communautair Initiatief INTERREG" is voor de huidige subsidiefase ( ) tot een zelfstandige Doelstelling (Europese Territoriale Samenwerking) in het kader van de EU-structuurfondsen gemaakt. Met deze status kan aan de opvolging van INTERREG in zijn geheel een belangrijkere betekenis in de context van de EU-subsidiëring worden toegeschreven. Langs de grens van het Koninkrijk der Nederlanden met Duitsland resp. de Duitse deelstaten Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen kent de grensoverschrijdende samenwerking reeds een decennialange traditie. Al in de jaren vijftig waren er in het Duits- Nederlandse grensgebied talrijke grensoverschrijdende activiteiten die uitsluitend door de betrokkenheid en de financiële bijdragen van de lokale initiatiefnemers werden gedragen. Vaak werden er op lokaal of regionaal niveau door overheden middelen ter beschikking gesteld om grensoverschrijdende projecten te stimuleren. Vanuit het besef dat veel problemen in het maatschappelijke en economische leven in het Nederlands-Duitse grensgebied voor beide zijden relevant zijn en in onderlinge samenwerking moeten worden opgelost, ontstonden er activiteiten en projecten die de verbetering van de levensomstandigheden van de bevolking in de door hun geografische randligging en de grote afstanden tot nationale centra gekenmerkte gebieden tot doel hadden. Na de Tweede Wereldoorlog stonden aanvankelijk de verbetering van de verstandhouding tussen de bevolking van beide landen en in het bijzonder vraagstukken op het gebied van stimulering van de economie en van de ontsluiting van de infrastructuur in beide landen bij de grensoverschrijdende samenwerking op de voorgrond. Ondersteund door de successen van de onderlinge samenwerking in de jaren vijftig besloten de Duitse en Nederlandse partners hun samenwerking te institutionaliseren en zij richtten in 1958 als eerste grensoverschrijdende organisatie de EUREGIO in Gronau als samenwerkingsverband op. Later volgden de oprichting van de Euregio Rijn-Waal (1968), van de meest noordelijke regio, de Eems Dollard Regio (1977) en in het zuiden van de Nederlands-Duitse grens van de euregio rijn-maas-noord (1978). De Euregio s zetten zich in voor het oplossen van de specifieke problematiek in het Duits-Nederlandse grensgebied: zij ondersteunden uitvoerende partijen bij hun inspanningen om door middel van grensoverschrijdende projecten de regionale ontwikkeling te versterken. Met de vanaf het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw ter beschikking staande EUsubsidiegelden vanuit het Communautair Initiatief INTERREG kon aan een groot aantal grensoverschrijdende maatregelen een financiële basis worden verstrekt. Met de goedkeuring van de eerste operationele INTERREG-programma s van de Duits- Nederlandse grensregio in 1991 hebben de betrokken regeringen en provincies aan beide zijden van de grens met de vier Euregio s gezamenlijke overeenkomsten gesloten. In deze overeenkomsten kwamen de partners al vóór het begin van het programma overeen om de hun ten goede komende EU-middelen op een gezamenlijke rekening in ontvangst te nemen en de subsidies onafhankelijk van het gegeven of de projectdrager in Duitsland of in Nederland was gevestigd uitsluitend op basis van de kwaliteit van projecten gezamenlijk goed te keuren. Deze grensoverschrijdende goedkeuring is koersbepalend geworden voor de uitvoering van de INTERREG-programma s in vele grensregio s van Europa en verduidelijkt de goede vertrouwensband en het diep gewortelde partnerschap in de Duits-Nederlandse samenwerking.

7 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland In de periode is in het gebied van de drie zuidelijkste Euregio s de EUREGIO in Gronau, de Euregio Rijn-Waal en de euregio rijn-maas-noord voor het eerst een gemeenschappelijk programma in het kader van het Communautair Initiatief INTERREG IIIA gerealiseerd; vóór die tijd bestonden drie afzonderlijke programma s. Speciale aandacht werd in deze subsidieperiode besteed aan de uitvoering van "gezamenlijke euregio-overstijgende vuurtorenprojecten". Hiermee wilden alle betrokkenen aan beide zijden van de grens grotere en kwalitatief betere projecten tot stand brengen en door positieve synergie-effecten een grotere effectiviteit in het gehele gezamenlijke grensgebied bereiken. In november 2005 heeft de Europese Commissie zich op basis van een beoordeling van de tot dan toe uitgevoerde INTERREG IIIA-programma s gewend tot de betrokken lidstaten en geadviseerd de beide INTERREG IIIA-programma s van de drie Nederlands- Nordrhein-Westfälische Euregio s en de noordelijke Eems Dollard Regio (Niedersachsen Nederland) samen te voegen. Daarmee wordt gevolg gegeven aan de intentie principiële nationale probleemsituaties overkoepelend te bezien en het beheer van het programma te bundelen. Voor bijna het gehele Duits-Nederlandse grensgebied zal er in de komende subsidieperiode voor het eerst sprake zijn van één operationeel programma voor de "Europese territoriale samenwerking" tussen Nederland, Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen 1. Er is afgesproken dat Nordrhein-Westfalen ten opzichte van de Europese Commissie de verantwoordelijke beheersautoriteit zal zijn. Tegelijkertijd is overeengekomen op basis van de positieve ervaringen met de gerealiseerde vuurtorenprojecten nog meer dan tot nu toe de nadruk te leggen op grote zogenaamde majeure projecten. Zoals reeds in het verleden geschiedde, zal ook voor deze subsidieperiode een overeenkomst tussen alle betrokken partners worden gesloten. Hierin worden de taken en de bevoegdheden van de betrokken partners en organen bij de uitvoering van het programma geregeld. Een dergelijke overeenkomst vormde ook al de basis voor de succesvolle realisatie van de voorgaande INTERREG-programma s en deze heeft inmiddels het karakter gekregen van een model voor heel Europa. Samenvatting en opbouw van het programma Bij de ontwikkeling van het gemeenschappelijke programma voor de Nederlands-Duitse grensregio was het een uitdaging de verschillende ervaringen van de betrokken partijen uit twee programmagebieden met betrekking tot de inhouden en procedures bijeen te brengen. Dit vereiste een grote bereidheid tot samenwerking van alle betrokkenen, welke bereidheid zich in de constructieve samenwerking bij dit ontwikkelingsproces weerspiegelde. Het programma is uitgewerkt in nauw overleg met de nationale en regionale instanties, economische en sociale partners en andere relevante organen. De gezamenlijke ontwikkeling van het programma wordt beschreven in hoofdstuk 2. Als basis voor de strategische keuzes van het programma verlangt de Europese Commissie een pregnante beoordeling van de economische, sociale en ecologische situatie van het programmagebied. In het Duits-Nederlandse grensgebied is in het kader van een onderzoek door een extern bureau een uitgebreide en diepgaande analyse van het programmagebied uitgevoerd. De resultaten van deze analyse de essentiële karakteristieke kenmerken en de sterke en zwakke kanten van het gebied worden in hoofdstuk 3 samengevat. Maar ook de ervaringen van de voorbije INTERREG-periode vormen 1 Alleen aan het zuidelijke "puntje" van de Duits-Nederlandse grens zijn er aan beide zijden van de grens gebieden die niet tot het Duits-Nederlandse programmagebied behoren. Deze zijn toegewezen aan het Duits- Nederlands-Belgische programma van de Euregio Maas-Rijn, dat met partners uit drie lidstaten een eigen programmagebied vormt.

8 8 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland een belangrijke basis voor de uitwerking en inrichting van het programma. In hoofdstuk 4 worden deze nader uiteengezet. Voor de huidige subsidieperiode wil de Europese Commissie de maatregelen in het kader van de structuurpolitiek meer richten op de strategische prioriteiten van de Europese Unie. Dit wordt bijvoorbeeld weerspiegeld in de overeenkomsten van Lissabon en Gothenburg, die een ontwikkeling van de Europese Unie in de richting van een concurrerende en duurzame op kennis gebaseerde economie voorzien. Deze doelen worden door de afzonderlijke lidstaten gespecificeerd in nationale strategische kaderplannen. Verder hebben de regio s de belangrijke kenmerken van hun toekomstige ontwikkeling gedetailleerd uitgewerkt en voor hun gebied bepaald. Al deze doelen (Europese Unie, nationale en regionale strategieën) zijn beslissend voor de inrichting van het programma en worden in hoofdstuk 5 uitvoeriger gepresenteerd. Op basis hiervan volgt de presentatie van de strategische inrichting van het Duits-Nederlandse programma in hoofdstuk 6. Dit programma- heeft als uitgangspunt het streven naar een duurzame, grensoverschrijdende regionale ontwikkeling, hoofdzakelijk gebaseerd op de Lissabon en Gothenburg doelstellingen (Versterking van de kennismaatschappij en de innovatiekracht van de Europese regio s evenals een verantwoordelijke omgang met de natuurlijke hulpbronnen). In de eerste beide prioriteiten ( Economie, Technologie en Innovatie, Duurzame Regionale Ontwikkeling ) worden deze doelstellingen uitgewerkt en voor het programmagebied gespecificeerd. In prioriteit 3 ( Integratie en Maatschappij ) zijn de maatschappelijke aspecten van de grensoverschrijdende samenwerking opgenomen. Nauw verbonden met de vormgeving van het programma is ook de financiële uitrusting en het respectievelijke gewicht van de prioriteiten (vgl. hoofdstuk 7). Conform de wettelijke vereisten van de Europese Unie en de lidstaten hebben de lidstaten besloten dat alle plannen en programma s al voordat deze worden goedgekeurd aan een zogenaamde strategische milieubeoordeling worden onderworpen. Daarmee moeten mogelijke gevolgen van de programma s voor het milieu reeds in een vroeg stadium onderkend worden en maatregelen ter vermindering van schadelijke gevolgen voor het milieu in de opstelling van het programma geïntegreerd worden. Voor het Duits- Nederlandse INTERREG IVA programma is een dergelijke milieuanalyse uitgevoerd door een extern bureau. De resultaten van de analyse worden in hoofdstuk 8 samengevat. Daarnaast vereist de Europese Commissie dat de verenigbaarheid van het programma met het Europees communautair beleid blijkt. Met de uiteenzetting in hoofdstuk 9 van het programma wordt hieraan voldaan. De deelstaat Nordrhein-Westfalen draagt waarnemend voor de twee andere betrokken nationale INTERREG-partners (Nederland, Niedersachsen) als beheersautoriteit de verantwoordelijkheid voor de financiële afwikkeling van het gemeenschappelijke programma tegenover de Europese Commissie. Specifieke taken voor de uitvoering van het programma in de desbetreffende deelregio s worden door de deelstaat Nordrhein- Westfalen overgedragen aan het regionale programmamanagement van de desbetreffende Euregio. Verder wordt er een Gemeenschappelijk Secretariaat ingericht. Als gemeenschappelijke certificeringsautoriteit voor het programma fungeert het openbaar lichaam Eems Dollard Regio. Door de nauwe samenwerking en taakverdeling tussen de partners op de verschillende niveaus wordt de uitvoering van het programma in overeenstemming met de principes van subsidiariteit gewaarborgd. De gedetailleerde beschrijving van de organisatie en uitvoering van het programma is te vinden in hoofdstuk 10.

9 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland De Europese Commissie vereist, dat voor elk operationeel programma in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking een eigen ex-ante-evaluatie uitgevoerd wordt. De beoordeling van de evaluatoren vond parallel plaats aan de opstelling van het programma en volgde een interactieve en iteratieve aanpak, zodat evaluatieresultaten en voorstellen van de evaluatoren direct konden worden verwerkt in de planning van het programma. Een samenvatting van de resultaten van de ex-anteevaluatie is te vinden in hoofdstuk 11. Basis van de programmaontwikkeling De juridische basis voor het programma vindt zijn oorsprong in EG-verordening nr. 1080/2006 betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, in EG-verordening nr. 1083/2006 met algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en in EG-Verordening nr. 1828/2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en van Verordening (EG) nr. 1080/2006. Deze verordeningen zijn na hun publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie op resp (Corrigendum ) in werking getreden. Daarenboven dienen de strategische cohesierichtsnoeren van de Gemeenschap d.d als indicatief kaderplan voor de lidstaten ter voorbereiding van de operationele programma s. Op heeft het Europees Parlement de begroting van de EU voor aangenomen. Daarmee staan de inhoudelijke en financiële randvoorwaarden voor de tenuitvoerlegging van de Europese structuurfondsen in de subsidieperiode vast. Het onderhavige programma vormt de basis voor financiering van de grensoverschrijdende activiteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) voor de periode Het levert een belangrijke bijdrage aan de realisering van de grensoverschrijdende ontwikkelingsstrategieën voor de Duits-Nederlandse grensregio op de lange termijn. Het programma is in de Nederlandse en de Duitse taal beschikbaar. Omdat overeengekomen is, dat de deelstaat Nordrhein-Westfalen de beheersautoriteit is voor het voorliggende programma, is de Duitstalige versie bindend.

10 10 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland Proces van de programmaontwikkeling Zoals reeds genoemd, kent de Nederlands-Duitse grensoverschrijdende samenwerking al een zeer lange traditie. Door de programma s in het kader van het Communautair Initiatief INTERREG ( ) konden de bestaande initiatieven tot samenwerking verder worden ontwikkeld en versterkt. Talrijke projecten die in het grensgebied zijn uitgevoerd hebben de ontwikkeling en consolidatie van goede samenwerkingsstructuren tussen de desbetreffende politieke en administratieve entiteiten, alsmede tussen andere handelende partijen in de regio mogelijk gemaakt en deze structuren hebben geleid tot een verstrekkend Duits-Nederlands partnerschap. De INTERREG-partners speelden in dit proces een centrale rol. Op basis hiervan werd het voorbereidingsproces voor het nieuwe programma gekenmerkt door een principe van partnerschap waarbij de regionale actoren aan beide zijden van de grens bij het proces betrokken zijn. Al in het voortraject hebben de bij de uitvoering van het programma betrokken partners 2 in hun desbetreffende politieke organen hun gedachten laten gaan over de toekomst van met name hun deelregio s en deze uiteengezet in standpunt- en beleidsnota s. 3 Hiertoe zijn door een aantal partners met de regionale actoren (onder andere lokale overheden, economische en sociale partners) workshops georganiseerd waarin alle betrokkenen hun doelstellingen en wensen konden inbrengen en bespreken. Een bijzondere uitdaging voor de programmaontwikkeling bestond in de samenvoeging van twee in INTERREG IIIA zelfstandige programma s, het programma Eems Dollard Regio en het programma EUREGIO, Euregio Rijn-Waal en euregio rijn-maas-noord. De grootte van het nieuwe programmagebied dat hierbij ontstaat en de verscheidenheid aan regionale structuren en de diverse inhoudelijke prioriteiten hebben ertoe geleid dat er in de afzonderlijke deelgebieden telkens verschillende inhouden en benaderingen op de voorgrond stonden. Deze omstandigheid vereiste voor het voorbereidingsproces veel afstemmings- en coördinatiewerkzaamheden tussen alle betrokkenen. Door constructieve samenwerking lukte het een ontwikkelingsstrategie voor het totale gebied langs de Duits- Nederlandse grens uit te werken. Deze ontwikkelingsstrategie formuleert enerzijds gezamenlijke doelen voor de toekomstige ontwikkeling van de hele regio, maar laat tegelijkertijd voldoende ruimte over om rekening te kunnen houden met de verschillende behoeften van de specifieke delen van het programmagebied. De ontwikkeling van het nieuwe programma is in de INTERREG IIIA-programma s geïntegreerd. De Comités van Toezicht van het INTERREG IIIA-programma Eems Dollard Regio en van het INTERREG IIIA-programma van de drie Euregio s hebben in een gezamenlijke speciale vergadering op 29 maart 2006 een project goedgekeurd, in het kader waarvan de programmaontwikkeling kon worden georganiseerd en gefinancierd. Om een volledige afstemming tussen de regio s, de sectoren en de sociale partners te waarborgen, is een zogenaamde begeleidingsgroep in het leven geroepen die het proces van programmaopstelling voortdurend heeft begeleid. Deze werkgroep bestond uit vertegenwoordigers van de lidstaten en de deelregio's, alsook van de exante-evaluatoren (vgl. Tabel 1). De ex-ante-evaluatoren werden op deze wijze intensief betrokken bij het hele proces van de programmaontwikkeling en zij hebben de 2 Bij de partners gaat het in wezen om de ministeries van economische zaken, de provincies en de Euregio s in het programmagebied. 3 De vele documenten die diverse deelgebieden binnen het programmagebied betreffen (en waarbij gedeeltelijk sprake is van overlapping of van gebieden die geen deel uit maken van het programmagebied) zijn een indicator voor de complexiteit van het afstemmingsproces.

11 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland afzonderlijke stappen binnen de programmaontwikkeling beoordeeld. Hun conclusies zijn opgenomen in hoofdstuk 11. Tabel 1: Leden van de begeleidingsgroep Leden van de begeleidingsgroep Ministerium für Wirtschaft, Mittelstand und Energie des Landes Nordrhein-Westfalen Niedersächsisches Ministerium für Wirtschaft, Arbeit und Verkehr Ministerie van Economische Zaken van Nederland Provincie Groningen als vertegenwoordiger voor de Nederlandse provincies Provincie Overijssel als vertegenwoordiger voor de Nederlandse provincies 4 Eems Dollard Regio EUREGIO Euregio Rijn-Waal euregio rijn-maas-nord Adviserende leden van de begeleidingsgroep Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat Ex-Ante Evaluatoren Bron: eigen productie Door de instelling van de begeleidingsgroep kon worden gewaarborgd dat de belangen van alle bij de uitvoering van het programma betrokken partners konden worden besproken en er rekening mee kon worden gehouden. Om een efficiënt werkende groep te kunnen waarborgen, kwam men overeen de grootte van de groep beperkt te houden (zo mogelijk slechts één vertegenwoordiger per organisatie). Daarmee gepaard ging voor alle betrokkenen de verplichting de processen en beslissingen van de begeleidingsgroep enerzijds terug te koppelen met de afvaardigende organisatie, de relevante politiek vertegenwoordigers en de sociale partners, en anderzijds hun belangen mede in te brengen in de discussie van de begeleidingsgroep. Het concrete programmeringsproces begon in juni 2006, terwijl al eerder overleg tussen de lidstaten had plaatsgevonden en met de partners was gesproken. De begeleidingsgroep vergaderde regelmatig om alle programma-elementen te bespreken en vast te leggen. Het definitieve programmaontwerp is tenslotte met regionale en nationale actoren afgestemd. In het kader van de publieke consultatie in maart 2007 is het strategische oriëntatie van het programma samen met de milieuanalyse op verschillende plaatsen ter inzage gelegd, alsmede op het Internet in digitale vorm ter beschikking gesteld. Op deze wijze konden ook andere suggesties in aanmerking worden genomen. De consultatie van de verantwoordelijke overheden, de instanties voor milieubelangen en de economische- en sociale partners in de betreffende lidstaten (vgl. VO (EG) 1083/2006: Artikel 11) vond plaats door middel van de leden van de begeleidingsgroep. Deze hebben regelmatig in hun gremia over de status van het programma verslag gedaan. Hierbij vormden ook de gevolgen van het programma voor het milieu een wezenlijk bestanddeel; zo werden reeds tijdens het opstellen van de SWOT-analyse de milieuaspecten een aandachtspunt van de onderzoekers. De betrokken provincies en Euregio s hebben de economische- en sociale partners evenals de instanties voor 4 De provincie Groningen en de provincie Overijssel vertegenwoordigen in de begeleidingsgroep ook de provincies Friesland, Drenthe, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg.

12 12 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland milieubelangen in het kader van commissievergaderingen en Euregioraadsvergaderingen geinformeerd en bij het programmeringsproces betrokken. De ministeries hebben hun afdelingen individueel bijvoorbeeld door middel van overleggen en s geïnformeerd over de ontwikkeling van het programma. Hierbij zijn de betrokkenen ook de concepten van de diverse documenten (SWOT-Analyse, Milieuanalyse en Operationeel Programma) ter beschikking gesteld. Hierdoor konden opmerkingen in een vroeg stadium in de programmering opgenomen worden. In het kader van de strategische milieubeoordeling zijn de milieuorganisaties in het Duits-Nederlandse grensgebied reeds in een vroeg stadium in het kader van het zogenaamde scoping bij het proces betrokken. De publieke consultatie tenslotte is in de aangegeven gremia en door middel van publicaties bekend gemaakt (zie hoofdstuk 8). Hierbij zijn de milieuorganisaties nogmaals separaat aangeschreven om deze expliciet op de inspraakmogelijkheden te wijzen.

13 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland Sociaal-economische en SWOT-analyse van het programmagebied De Europese Commissie volgt bij de tenuitvoerlegging van haar financiële instrumenten in de nieuwe subsidieperiode meer dan ooit een strategisch principe. De programma s moeten zich concentreren op een strategiekeuze en op het definiëren van prioriteiten en voornemens. De basis hiervoor is de analyse van de sterke en zwakke kanten van het programmagebied (vgl. VO (EG) 1080/2006: artikel 12). Voor het Duits-Nederlandse programmagebied is de opstelling van een uitgebreide sociaal-economische en SWOT-analyse via een externe opdracht uitbesteed. In het kader van deze analyse is de regio grondig onderzocht en zijn zowel karakteristieke kenmerken van het gehele Duits-Nederlandse grensgebied als specifieke regionale bijzondere kenmerken van de deelregio s benoemd. Dit gedetailleerde onderzoek is de basis voor de hiernavolgende beschrijving van het programmagebied (vgl. PwC 2006). Verder vormt het de basis voor de desbetreffende individuele vormgeving van het programma in de deelregio s. In het hiernavolgende worden eerst de essentiële kenmerken van de grensregio beschreven (hoofdstuk 3.1), waarna een analyse van de voor de grensoverschrijdende samenwerking zeer belangrijke themagebieden, alsmede van de sterke kanten, zwakke kanten, mogelijkheden en risico s ervan volgt (hoofdstuk 3.2). Alle informatie in hoofdstuk 3 is in hoofdzaak gebaseerd op de bovengenoemde sociaal-economische- en SWOTanalyse. 3.1 Essentiële kenmerken van het programmagebied De voor de inrichting van het nieuwe programma in acht te nemen algemene randvoorwaarden van het programmagebied staan in dit hoofdstuk op de voorgrond. Hierbij worden in het bijzonder de feiten die van belang zijn in verband met de ligging en de ruimtelijke structuur (hoofdstuk 3.1.1), de bevolkingsontwikkeling (hoofdstuk 3.1.2), de algehele economische ontwikkeling en de arbeidsmarkt (hoofdstuk 3.1.3) en het milieu (hoofdstuk 3.1.4) gepresenteerd Programmagebied Het Duits-Nederlandse programmagebied omvat (inclusief aangrenzende gebieden) vrijwel de gehele Duits-Nederlandse grensregio. Het beslaat ongeveer vier vijfde van de in totaal 577 km lange Nederlands-Duitse grens, van de kust in het Noorden tot het gebied Niederrhein in het Zuiden. De oppervlakte bedraagt km 2, waarvan ongeveer 53% aan de Nederlandse kant en 47% aan de Duitse kant ligt. De landsgrens loopt door het hele programmagebied. De gebieden die in de directe nabijheid van de grens liggen nemen weliswaar een randpositie in binnen hun eigen land, maar door de toenemende Europese integratie krijgen ze nieuwe mogelijkheden voor een nauwere structurele verbondenheid. Daarmee opent de ligging in de buurt van de grens nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden voor deze gebieden. Het programmagebied omvat delen van de Duitse deelstaten Niedersachsen en Nordrhein-Westfalen en gebieden van de Nederlandse provincies Friesland, Groningen, Drenthe, Flevoland, Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. Vanuit Europees perspectief heeft het programmagebied geografisch een centrale ligging (vgl. Afbeelding 1).

14 14 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland Afbeelding 1: Duits-Nederlands grensgebied in Europa Bron: Inforegio 2006 De gebieden die in het kader van de programma s "Europese territoriale samenwerking" in aanmerking komen voor subsidie, worden door de Europese Commissie vastgelegd. Het gaat hierbij om gebieden op NUTS 3-niveau, die langs de binnengrenzen liggen (vgl. KOM 2006/769/EG); hierna gebieden met directe grensligging genoemd. Naast deze gebieden kunnen in het kader van het programma ook zogenaamde aangrenzende gebieden in aanmerking worden genomen. In deze gebieden kan in gegronde gevallen max. 20% van het budget van het operationele programma worden ingezet (vgl. VO (EG) 1080/2006: artikel 21). In vergelijking tot de INTERREG IIIA periode zijn voor het Nederlands-Duitse programmagebied drie nieuwe gebieden met directe grensligging opgenomen: Noord- Friesland, Noordoost-Noord-Brabant en Krefeld. Dit heeft de volgende redenen: Noord-Friesland: Noord-Friesland ligt op slechts 20 km afstand van het Duitse eiland Borkum en het Nederlandse eiland Schiermonnikoog; beide eilanden zijn als gebieden met directe grensligging intensief betrokken bij de grensoverschrijdende samenwerking (met name op het gebied van het toerisme). Het COROP-gebied zelf was tot nu toe als aangrenzend gebied reeds sterk betrokken bij de grensoverschrijdende samenwerking. Het gebied vertoont qua economische structuur een sterke gelijkenis met de andere, aan beide zijden van de grens liggende, noordelijke gebieden met directe grensligging. Er bestaan bijvoorbeeld economische betrekkingen op het gebied van "toerisme", "maritieme economie" en "innovatieve technologieën", gebieden die aanleiding geven tot een nauwe verbondenheid met het

15 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland grensgebied. Dit potentieel kan nu in het kader van de grensoverschrijdende samenwerking nog beter worden gebruikt. Noordoost-Noord-Brabant: Noordoost-Noord-Brabant ligt op slechts 3 km afstand van de Duits-Nederlandse grens. Het was tot nu toe als aangrenzend gebied intensief betrokken bij de grensoverschrijdende samenwerking. Het COROP-gebied is qua ontwikkeling vanwege zijn geografische ligging en de verbindende infrastructuur sterk gericht op het Duitse grensgebied. Dit geldt vooral voor de economische betrekkingen, bijv. op het gebied van de handel (toelevering) en de samenwerking tussen ondernemingen. Ook de burgers van dit gebied hebben een sterke relatie met het Duitse grensgebied; dit blijkt bijvoorbeeld uit de grensoverschrijdende koopstromen. Krefeld: Krefeld ligt als centrumstad met inwoners (Stand: ) slechts 17 km van de Nederlands-Duitse grens. Krefeld was tot nu toe aangrenzend gebied. De Nederlandse west-oost-as BrabantStad-Venlo (Noord- en Midden-Limburg) laat in de economische ontwikkeling grote parallellen zien met Krefeld en daarom wordt een gemeenschappelijke grensoverschrijdende ontwikkeling nagestreefd. Samenwerking vindt reeds plaats op het gebied van kennistransfer en innovatie, economie, logistiek, infrastructuur, cultuur en sport, hetgeen nog versterkt wordt door het feit dat beide steden partnerstad zijn. Reeds in de afgelopen INTERREG IIIA periode was Krefeld intensief betrokken bij de grensoverschrijdende samenwerking en organisaties uit Krefeld zijn vaak als projectdrager resp. projectpartner actief geweest (bijv. IHK Mittlerer Niederrhein en de Hochschule Niederrhein welke beide in Krefeld gevestigd zijn). Bij deze drie gebieden gaat het om structureel bij het grensgebied behorende gebieden; de opname als nieuw gebied met directe grensligging strookt met deze logica en komt ten goede aan de eenwording van de grensregio. In het Duits-Nederlandse programmagebied is daarnaast gebruik gemaakt van de zogenaamde 20%-regeling" en in dit kader zijn enige aangrenzende gebieden mede in het programma opgenomen. Bijna al deze gebieden waren in het verleden reeds als aangrenzende gebieden actief in de grensoverschrijdende samenwerking omdat nauwe verbindingen bestaan en ze grote overeenkomsten vertonen met de gebieden met directe grensligging. Door de samenwerking in het kader van INTERREG konden deze verbindingen met het grensgebied geïntensiveerd en uitgebouwd worden. De participatie van partners uit de aangrenzende gebieden had met name betrekking op maatregelen en thema s waarbij een eenduidige afbakening binnen het grensgebied maar moeilijk mogelijk was en waarbij door er gebruik van te maken extra, positieve effecten het gevolg waren (bijv. bij de technologische of toeristische ontwikkeling). Deze samenwerkingsverbanden bleken effect te sorteren en er is gebleken dat de participatie van partners uit aangrenzende gebieden een eenduidige (economische) meerwaarde voor het kerngebied met zich mee heeft gebracht. De participatie van deze partners is verder in overeenstemming met de regionale en nationale doelstellingen gerelateerd aan het programmagebied. Tegen deze achtergrond zouden de aangrenzende gebieden ook in de periode moeten kunnen deelnemen aan de grensoverschrijdende samenwerking als daardoor, in overeenstemming met de doelstellingen van het programma, ook positieve effecten voor het kerngebied te verwachten zijn. Als enig nieuw aangrenzend gebied is het tot de provincie Friesland behorende Zuidwest- Friesland opgenomen. Hierdoor is de gehele provincie Friesland als coherent en structureel verbonden gebied bij de grensoverschrijdende samenwerking betrokken. Zo wordt het mogelijk de inhoudelijke aanknopingspunten van de provincie met het oog op

16 16 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland een positieve regionale ontwikkeling en de bestaande synergie-effecten op het gebied van de Europese en regionale structuurpolitiek te gebruiken. Dit is met name van belang, aangezien voor het programmagebied bijzonder belangrijke branches (vgl. hoofdstuk 3.2) in het COROP-gebied Zuidwest-Friesland vertegenwoordigd zijn en deze kunnen zo een belangrijke bijdrage aan de grensoverschrijdende samenwerking en de uitvoering van het programma leveren. In Tabel 2 worden de gebieden met directe grensligging en de aangrenzende gebieden op NUTS 3-niveau gepresenteerd, aan de Nederlandse kant zijn dit de COROPgebieden, aan de Duitse kant de districten (Land-)Kreise)) of de steden buiten de districten (kreisfreie Städte). Tabel 2: Overzicht subsidiegebieden in het INTERREG IVA programma Subsidiegebieden met directe Aangrenzende gebieden grensligging Noord COROP Noord-Friesland Landkreis Wittmund COROP Overig Groningen Landkreis Friesland COROP Delfzijl en omgeving COROP Zuidoost-Friesland Kreisfreie Stadt Emden COROP Zuidwest-Friesland Landkreis Aurich COROP Noord-Drenthe COROP Oost-Groningen Landkreis Ammerland Landkreis Leer COROP Zuidwest-Drenthe COROP Zuidoost-Drenthe Landkreis Cloppenburg Landkreis Emsland COROP Flevoland COROP Noord Overijssel Landkreis Osnabrück Landkreis Grafschaft Bentheim COROP Veluwe COROP Twente COROP Zuidwest Overijssel Kreis Steinfurt Kreisfreie Stadt Osnabrück COROP Achterhoek Kreis Coesfeld Kreis Borken Kreisfreie Stadt Münster COROP Arnhem/Nijmegen Kreis Warendorf COROP Noordoost-Noord-Brabant COROP Zuidwest Gelderland Kreis Kleve Kreisfreie Stadt Duisburg Kreis Wesel Rhein-Kreis Neuss COROP Noord-Limburg COROP Midden-Limburg Kreis Viersen Kreisfreie Stadt Krefeld Zuid Kreisfreie Stadt Mönchengladbach Bron: eigen productie De geografische ligging van de afzonderlijke NUTS-3 gebieden van het programmagebied wordt in Afbeelding 2 duidelijk. Hierin zijn de Kreise en COROP-gebieden met directe grensligging donkergeel gemarkeerd en de aangrenzende Kreise en COROPgebieden lichtgeel gemarkeerd.

17 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland Afbeelding 2: Kaart van het programmagebied Bron: eigen productie Nederzettingenstructuur en bevolkingsontwikkeling Het Duits-Nederlandse programmagebied wordt gekenmerkt door een grote heterogeniteit. Het noordelijke programmagebiedsdeel heeft als perifeer landelijk gebied een lage bevolkingsdichtheid; de aansluiting op bovenregionaal belangrijke centra is er slechter dan in de zuidelijke gebiedsdelen. De bevolkingsdichtheid stijgt naarmate men verder naar het zuiden gaat en ook de aansluiting op bovenregionaal belangrijke centra verbetert. Afbeelding 3 laat de grootste steden (> inw.) in het programmagebied

18 18 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland en enkele grote steden in de omgeving van het gebied zien. De kleurmarkeringen wijzen op de bevolkingsdichtheid van de NUTS-3 gebieden (Stand: december 2005). Afbeelding 3: Grote steden en dichtheid (Stand: december 2005) Bon: eigen productie, op basis van gegevens van PwC 2006 De bevolking in het programmagebied telde op 31 december 2005 in totaal 12,1 miljoen mensen. In de Nederlandse deelgebieden woonden 6,2 miljoen mensen; dit komt overeen met een aandeel van 51% in het aantal inwoners van het gehele programmagebied.

19 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland Het aantal inwoners in de Duitse delen bedroeg 5,9 miljoen, dat wil zeggen, 49% van het totale aantal inwoners van het programmagebied. Tussen 1999 en 2005 groeide de bevolking in het programmagebied met gemiddeld 2,6%. De bevolkingsgroei aan Nederlandse zijde was in de waarnemingsperiode met 3,7% duidelijk groter dan in de Duitse deelgebieden (1,4%). Tot 2020 gaat de bevolkingsprognose van Eurostat uit van verregaande veranderingen in de leeftijdsopbouw aan zowel de Nederlandse als de Duitse zijde van het programmagebied (vgl. Afbeelding 4). Het aandeel jongeren onder de 20 jaar zal in het gehele programmagebied met 2,4% dalen. Evenzo wordt er een daling van het aandeel van de bevolking in de beroepsleeftijd (-1,9%) voorspeld, waarbij voor het Nederlandse deel van het programmagebied een aanzienlijk sterkere teruggang wordt verwacht. Daarentegen wordt er een drastische toename voorspeld (4,3%) van het aandeel van de oudere bevolkingslagen vanaf 65 jaar. Ook deze stijging zal vermoedelijk duidelijk sterker uitvallen in het Nederlandse deel van het programmagebied. De gemiddelde leeftijd van de bevolking zal dus in het gehele programmagebied verder stijgen. Afbeelding 4: Voorspelde verandering van de leeftijdsopbouw tot % 6% 6,3% 5,5% 4% Procent 4,3% 2,6% 3,1% 2% 0% -0,1% -0,1% -0,6% -0,9% -1,2% -1,1% -1,4% -2% -1,8%-1,9% -1,6% -2,1% -1,7% -1,6% -3,0% -2,8% -4% Duitsland programmagebied Duits deel Nederlands deel Nederland 0 tot 5 jaar 5 tot 20 jaar 20 tot 65 jaar 65 jaar en ouder Bron: PwC 2006 Ook bij de voorspelde verandering van de bevolkingsstructuur dient in aanmerking te worden genomen dat de leeftijdsopbouw in 2020 in de afzonderlijke deelgebieden deels duidelijk zal afwijken Algehele economische ontwikkeling en arbeidsmarkt Algehele economische ontwikkeling De totale economische ontwikkeling verliep in de Duitse en Nederlandse programmagebieden in vergelijking met de nationale ontwikkeling in Duitsland en Nederland meer dan gemiddeld positief. Het in het programmagebied behaalde bruto regionaal product (BRP) steeg tussen 1999 en 2003 met 17,0%, waarbij de groei in het Nederlandse deel van het programmagebied bijna twee keer zo hoog was als in de Duitse programmagebieden. Het Bruto Binnenlands Product (BBP) per inwoner bedraagt in in het gehele pro- 5 Een naar verhouding jonge bevolkingsstructuur wordt voorspeld voor de Kreise Ammerland, Cloppenburg, Emsland, Grafschaft Bentheim, Leer, Borken, Steinfurt en Warendorf. Aan de Nederlandse zijde van het programmagebied zal de leeftijdsopbouw in de provincies Overijssel, Gelderland en met name Flevoland het gunstigst blijken te zijn. 6 Er zijn geen recentere en vergelijkbare gegevens voor Duitsland en Nederland beschikbaar.

20 20 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland grammagebied EUR ; dit komt overeen met ca. 103% van het gemiddelde BBP per inwoner van de EU-25. In een vergelijking met de nationale cijfers bereikte het BBP per inwoner in de Nederlandse delen van het programmagebied 89% van het Nederlandse BBP per inwoner en in de Duitse delen van het programmagebied 88% van de Duitse nationale vergelijkingswaarde. Afbeelding 5 toont de ontwikkeling van het bruto regionaal product in koopkrachtstandaarden per inwoner in Afbeelding 5: BBP in koopkrachtstandaarden per inwoner in *1.000 EUR Programmagebied Duitsland Nederland EU 25 totaal Duits deel Nederlands deel Bron: PwC 2006 In Afbeelding 6 wordt het aandeel in de bruto toegevoegde waarde van de economische sectoren land- en bosbouw, visserij, industrie en dienstverlening in de totale bruto toegevoegde waarde in in het programmagebied en in Duitsland en Nederland duidelijk. De agrarische sector neemt in het programmagebied vergeleken met de nationale Nederlandse en Duitse gemiddelden een belangrijkere plaats in. Ook de industriesector neemt in het programmagebied in vergelijking met de nationale situatie in Nederland en Duitsland nog altijd een belangrijkere plaats in. Met een stijging van het aandeel in de bruto toegevoegde waarde naar 68,3% is de betekenis van de dienstensector voor de economie in het programmagebied in de periode verder toegenomen. Dit feit levert het bewijs voor de dynamiek van de voortschrijdende structurele verandering in het grensgebied. 7 Er zijn geen recentere en vergelijkbare gegevens voor Duitsland en Nederland beschikbaar.

21 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland Afbeelding 6: Economische structuur in % 90% 80% 70% 60% 68,3% 70,1% 73,8% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 29,2% 28,8% 23,8% 2,5% 1,1% 2,3% Programmagebied Duitsland Nederland Landbouw Bosheheer en Visserij Industriesector Dienstensector Bron: PwC 2006 Middelgrote en kleine bedrijven (MKB) drukken in het hele programmagebied hun stempel op de economische structuren, hoewel er ook een aantal grote ondernemingen in het programmagebied actief is. 8 Arbeidsmarkt In waren in het programmagebied in totaal 4,91 miljoen mensen werkzaam. 47,3% van deze groep behoort tot de Nederlandse delen van het programmagebied en 52,7% tot de Duitse delen. Het volgende overzicht laat de ontwikkeling van het aantal werkenden over de periode zien, zowel in het gehele programmagebied als in Duitsland en Nederland als geheel: Afbeelding 7: Ontwikkeling werkgelegenheidscijfers in de periode ,0% -0,2% -0,4% -0,6% -0,8% -1,0% -1,2% -1,4% -1,6% Programmagebied Duitsland Nederland totaal Duits deel Nederlands deel Bron: PwC Te noemen zijn Essent (Arnhem), Bayer (Krefeld, Dormagen) en Volkswagen (Emden). 9 Er zijn geen recentere en vergelijkbare gegevens voor Duitsland en Nederland beschikbaar.

22 22 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland Ten opzichte van 1999 is het aantal werkenden in het programmagebied vrijwel overal afgenomen. Een stijging van het aantal werkenden was alleen waar te nemen in het noordelijke deel van het programmagebied in de Eems Dollard Regio. De stijging van de werkloosheid in de periode in het Nederlandse deel van het programmagebied (2,5%) is aanzienlijk lager uitgevallen dan aan de Duitse kant van het programmagebied (17,1). Voor 2006 kan een positieve ontwikkeling op de arbeidsmarkt worden waargenomen. Zowel aan Duitse als aan Nederlandse zijde loopt de werkloosheid door de aantrekkende conjunctuur terug. Voor vrouwen heeft de arbeidsmarkt zich in het gehele programmagebied aanzienlijk ongunstiger ontwikkeld dan voor mannen en ook de jeugdwerkloosheid is zowel aan de Nederlandse als aan de Duitse zijde van het programmagebied hoog. Zorgwekkend zijn zowel aan Nederlandse als aan Duitse zijde van het programmagebied de grote aantallen langdurig werklozen Milieusituatie Toenemend oppervlaktegebruik, het dichtbouwen van het landschap en het inbrengen van schadelijke stoffen, zoals tegenwoordig door het intensieve gebruik van de bodem wordt veroorzaakt, hebben vaak een negatieve uitwerking op andere gebieden van de natuurhuishouding (bijv. het vermogen om neerslag vast te houden, de kwaliteit van het water). In enkele delen van het programmagebied belasten de toevoer van voedingsstoffen en schadelijke stoffen als gevolg van de intensieve landbouw de bodemhuishouding. Voor een deel is er nog mogelijkheid tot verbetering aanwezig wat betreft de verzuring van de bodem. Ook al heeft met name de zichtbare kwaliteit van het water in het programmagebied in de laatste jaren een verbetering doorgemaakt, de stilstaande wateren en in het bijzonder de waterbodem zijn bijvoorbeeld in enkele gebieden vervuild. In toenemende mate wordt er aan de wateren door zogeheten "diffuse" lasten schade toegebracht, in het bijzonder door plantenvoedingsstoffen (fosfor- en stikstofverbindingen). De waterkwaliteit voldoet in enkele delen van het programmagebied nog niet aan de Europese basiswaarden. De uitstoot van zwaveldioxide, fijnstof en stikstofoxide nam in de afgelopen jaren duidelijk af. De maximale waarden voor de ozonconcentratie zijn eveneens gedaald. De uitstoot aan koolstofdioxide in Niedersachsen en Nordrhein-Westfalen is sinds 1990 afgenomen; in Nederland is deze ondanks een afname in de industriesector gestegen. Ook de daggrenswaarden voor fijnstof in het programmagebied zijn vaak overschreden. Dit gold met name voor gebieden met een hoge verkeersdichtheid en voor het dichter bevolkte en sterker door industrie gekenmerkte zuiden. 3.2 Thema s met bijzondere relevantie voor de grensoverschrijdende regionale ontwikkeling in het programmagebied, alsmede de bijbehorende sterke en zwakke punten In het vorige hoofdstuk is het programmagebied met zijn essentiële sociaal-economische kenmerken beschreven. Hieronder volgt een nadere belichting van de thema's die voor de grensoverschrijdende regionale ontwikkeling van bijzondere relevantie zijn en daardoor een centrale rol spelen bij de strategische inrichting van het programma. In deze samenhang wordt eerst het themagebied Economie, technologie en innovatie beschouwd (hoofdstuk 3.2.1), waarna wordt ingegaan op Infrastructuur en milieu (hoofdstuk 3.2.2) en Maatschappelijke integratie (hoofdstuk 3.2.3). De beschrijvingen van de

23 INTERREG IV A Programma Nederland Duitsland respectievelijke thema s worden afgesloten met een presentatie van de respectievelijke sterke punten, zwakke punten, kansen en risico s Economie, technologie en innovatie Onder de trefwoorden Economie, technologie en innovatie worden de volgende thema s nader beschouwd: technologie- en kennisoverdracht economische netwerken en voor het programmagebied belangrijke branches. Technologie- en kennisoverdracht Met de Lissabonstrategie heeft de Europese Raad in het jaar 2000 een nieuw doel gesteld voor de ontwikkeling van de Europese Unie tot 2010, waarbij onder meer de verbetering van de voorwaarden voor wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling centraal staat (vgl. hoofdstuk 5.1). Daardoor krijgen de gebieden wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling (O&O) en technologieoverdracht binnen Europese steunprogramma s een bijzondere betekenis. Op basis hiervan heeft de Europese Raad in 2002 het doel geformuleerd om de openbare en particuliere uitgaven voor O&O in heel Europa tot 2010 te verhogen tot in totaal 3% van het BBP. In de NUTS-2 regio s 10 van het programmagebied lag het O&O-percentage in onder deze doelwaarde. Opvallend is het duidelijke verschil tussen noord en zuid. Zowel aan Nederlandse als aan Duitse zijde van het programmagebied ligt het O&O percentage in het noorden duidelijk lager dan in de zuidelijke gebieden. 12 Bij de beoordeling van de technologische capaciteit van een regio moet de totale ontwikkelingsketen worden beschouwd, dat wil zeggen, van de technologieontwikkeling via de technologieoverdracht tot de economische toepassing van nieuwe technologieën en processen. In het programmagebied zijn talrijke universiteiten en onderzoeksinstellingen met diverse onderzoeksprioriteiten gevestigd. Er is echter in het bijzonder expertise te vinden rond de toekomstgeoriënteerde thema s Life Science / Biotechnologie / Medische technologie, Informatie- en Communicatietechnologie, intelligente sensornetwerken, Agrarisch onderzoek / Agro-Business. Bovendien zijn er in het programmagebied instellingen gevestigd die de overdracht van technologie tussen onderzoeksinstellingen en bedrijven ondersteunen, bijvoorbeeld organen voor technologieoverdracht verbonden aan de universiteiten en hogescholen, beroepsverenigingen of Gründer- en innovatieparken. Grote delen van het programmagebied beschikken daarmee over een goede structuur van kenniscompetentie- en bemiddelingscentra, die weliswaar in essentie op de regio zijn gericht, maar waartussen momenteel ook steeds vaker wordt samengewerkt. Met name in de noordelijke perifere gebieden kan de verzorgingssituatie evenwel nog niet als bevredigend gezien worden. 10 De binnenlandse bruto-uitgaven voor O&O worden door Eurostat slechts op NUTS-2 niveau beschikbaar gesteld, niet op het niveau van de Kreise en COROP-gebieden. In zoverre leveren de volgende uitspraken over O&O-percentages slechts bij benadering een beeld van de werkelijke situatie in het programmagebied. 11 Er zijn nog geen recentere, vergelijkbare gegevens voor Nederland en Duitsland gepubliceerd. 12 Aan de Duitse zijde vertoont de regio Weser-Ems met 0,57% het laagste O&O-percentage. Dan volgen de Regierungsbezirke Münster met 0,95% en Düsseldorf met 1,51%. In deze drie regio s van het programmagebied ligt het O&O-percentage onder het Duitse landelijke gemiddelde van 2,52%. Aan de Nederlandse kant van het programmagebied vertonen de noordelijke provincies met gemiddeld 1,17% een vergelijkbaar laag O&O-percentage. In de oostelijke en zuidoostelijke Nederlandse provincies ligt het O&Opercentage met gemiddeld resp. 1,83% en 2,47% duidelijk hoger en ook boven de vergelijkingswaarde voor heel Nederland van 1,76%.

Operationeel programma "Nederland-Duitsland" 2007-2013

Operationeel programma Nederland-Duitsland 2007-2013 MEMO/08/318 Brussel, 20 mei 2008 Operationeel programma "Nederland-Duitsland" 2007-2013 1. "Operationeel programma voor grensoverschrijdende samenwerking Nederland-Duitsland" programma in het kader van

Nadere informatie

Strategisch Initiatief Health & LifeSciences

Strategisch Initiatief Health & LifeSciences Strategisch Initiatief Health & LifeSciences Europäische Union Europese Unie Partners in het INTERREG-programma Deutschland-Nederland: Niedersächsische Staatskanzlei Uitgegeven door: Gemeenschappelijk

Nadere informatie

Samen. vanzelfsprekend. zonder grenzen Strategisch initiatief health & lifesciences

Samen. vanzelfsprekend. zonder grenzen Strategisch initiatief health & lifesciences Samen. vanzelfsprekend. zonder grenzen Strategisch initiatief health & lifesciences INTERREG Partners Niedersächsische Staatskanzlei Uitgegeven door: Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat c/o Euregio

Nadere informatie

INTERREG V Deutschland Nederland. 2 oktober 2014 Peter Paul Knol Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat

INTERREG V Deutschland Nederland. 2 oktober 2014 Peter Paul Knol Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat INTERREG V Deutschland Nederland 2 oktober 2014 Peter Paul Knol Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat Kader Europa 2020 Strategie Slimme groei Duurzame groei Inclusieve groei Europese Verordeningen Structuurfondsen

Nadere informatie

Een blik over de Grens: Profielschets Regierungsbezirk Münster

Een blik over de Grens: Profielschets Regierungsbezirk Münster Een blik over de Grens: Profielschets Regierungsbezirk Münster Ann-Kristin Engelhardt Deze special van de Twente Index 2006 geeft een beknopte profielschets van de economie en arbeidsmarkt van het Regierungsbezirk

Nadere informatie

INTERREG V A DEUTSCHLAND-NEDERLAND JAARVERSLAG 2018

INTERREG V A DEUTSCHLAND-NEDERLAND JAARVERSLAG 2018 INTERREG V A DEUTSCHLAND-NEDERLAND JAARVERSLAG 2018 JAARVERSLAG 2018 INTERREG-PARTNERS Uitgever: Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat c/o Euregio Rijn-Waal Emmericher Str. 24 47533 Kleve, Deutschland

Nadere informatie

Prioriteit 4 Technische bijstand

Prioriteit 4 Technische bijstand Projectoverzicht 2007-2013 4 Technische bijstand INTERREG IV A Deutschland-Nederland Meer informatie over de getoonde projecten verkrijgt u op aanvraag via info@deutschland-nederland.eu Inhoudsopgave GIS

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 28 mei 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Peter Bellens Telefoon: 03 240 52 40 Agenda nr. 10/1 Europa. Beheers- en uitvoeringsovereenkomst Samenwerkingsprogramma

Nadere informatie

Nederlands-Duitse grensstreek Sociaal-economische foto

Nederlands-Duitse grensstreek Sociaal-economische foto Nederlands-Duitse grensstreek Sociaal-economische foto 1 Rabobank Groep Duits-Nederlandse grensstreek Inhoudsopgave Demografie Dynamiek, groen-grijs, beroepsbevolking, inkomen, migratie Werkgelegenheid

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.3.2014 C(2014) 1410 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 11.3.2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Regiobericht 1.0 Noord

Regiobericht 1.0 Noord Economie, innovatie, werk en inkomen 1 Kenmerken van het landsdeel Het landsdeel Noord bestaat uit de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. De provincies werken samen in het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Interreg A Euregio Maas-Rijn

Interreg A Euregio Maas-Rijn Interreg A Euregio Maas-Rijn Growing Together EU 2020 strategie limburg.be EU 2020 strategie limburg.be Inhoud van het Interregprogramma As 1 As 2 As 3 As 4 Innovatie 2020 Economie 2020 Sociale inclusie

Nadere informatie

Tussen: hierna te noemen de partners,

Tussen: hierna te noemen de partners, OVEREENKOMST inzake de uitvoering van het Samenwerkingsprogramma Europese Territoriale Samenwerking 2014-2020 (Interreg V-A) Grensregio Vlaanderen-Nederland concept 1 OVEREENKOMST inzake de uitvoering

Nadere informatie

Strategisch Initiatief. Energie & CO 2. -arme economie. Europäische Union Europese Unie. www.deutschland-nederland.eu

Strategisch Initiatief. Energie & CO 2. -arme economie. Europäische Union Europese Unie. www.deutschland-nederland.eu Strategisch Initiatief Energie & CO 2 -arme economie Europäische Union Europese Unie Partners in het INTERREG-programma Deutschland-Nederland: Niedersächsische Staatskanzlei Uitgegeven door: Gemeenschappelijk

Nadere informatie

Tussenstand OP EFRO Noord-Nederland 2014 2020. SNN PS bijeenkomst 25 juni Yvonne van Mastrigt

Tussenstand OP EFRO Noord-Nederland 2014 2020. SNN PS bijeenkomst 25 juni Yvonne van Mastrigt Tussenstand OP EFRO Noord-Nederland 2014 2020 SNN PS bijeenkomst 25 juni Yvonne van Mastrigt Noordelijke specialisatie in beeld Samengestelde behoeften Samengestelde oplossingen Achtertuin als proeftuin/

Nadere informatie

Samen. vanzelfsprekend. zonder grenzen Strategisch initiatief Energie & Co2-arme economie

Samen. vanzelfsprekend. zonder grenzen Strategisch initiatief Energie & Co2-arme economie Samen. vanzelfsprekend. zonder grenzen Strategisch initiatief Energie & Co2-arme economie INTERREG Partners Niedersächsische Staatskanzlei Uitgegeven door: Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat c/o Euregio

Nadere informatie

Samen. vanzelfsprekend. zonder grenzen Strategisch initiatief Logistiek

Samen. vanzelfsprekend. zonder grenzen Strategisch initiatief Logistiek Samen. vanzelfsprekend. zonder grenzen Strategisch initiatief Logistiek INTERREG Partners Niedersächsische Staatskanzlei Uitgegeven door: Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat c/o Euregio Rhein-Waal

Nadere informatie

Strategisch Initiatief. Logistiek. Europäische Union Europese Unie. www.deutschland-nederland.eu

Strategisch Initiatief. Logistiek. Europäische Union Europese Unie. www.deutschland-nederland.eu Strategisch Initiatief Logistiek Europäische Union Europese Unie Partners in het INTERREG-programma Deutschland-Nederland: Niedersächsische Staatskanzlei Uitgegeven door: Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat

Nadere informatie

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland MEMO/08/76 Brussel, 7 februari 2008 Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland 1. Operationeel programma voor

Nadere informatie

High Tech Systems & Materials

High Tech Systems & Materials Strategisch Initiatief High Tech Systems & Materials Europäische Union Europese Unie Partners in het INTERREG-programma Deutschland-Nederland: Niedersächsische Staatskanzlei Uitgegeven door: Gemeenschappelijk

Nadere informatie

Communicatiehandleiding INTERREG V A project MariGreen

Communicatiehandleiding INTERREG V A project MariGreen Communicatiehandleiding INTERREG V A project MariGreen Handleiding voor externe communicatie in het project Datum: 14.12.2017 Inhoud 1. Algemeen a. Algemene projectinformatie b. Partners 2. Logo / Gebruik

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Straatsburg, 27 oktober 2004 (OR. en) 2003/0245 (COD) LEX 583 PE-CONS 3673/1/04 REV 1 ACP 105 COAFR 81 CODEC 816 VERORDENING (EG) Nr..../2004 VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

Samen. vanzelfsprekend. zonder grenzen Strategisch initiatief

Samen. vanzelfsprekend. zonder grenzen Strategisch initiatief Samen. vanzelfsprekend. zonder grenzen Strategisch initiatief High tech systems & Materials INTERREG Partners Niedersächsische Staatskanzlei Uitgegeven door: Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat c/o

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 29.10.2014. tot goedkeuring van bepaalde elementen van de partnerschapsovereenkomst met België

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 29.10.2014. tot goedkeuring van bepaalde elementen van de partnerschapsovereenkomst met België EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.10.2014 C(2014) 8190 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 29.10.2014 tot goedkeuring van bepaalde elementen van de partnerschapsovereenkomst met België CCI 2014BE16M8PA001

Nadere informatie

COHESIEBELEID 2014-2020

COHESIEBELEID 2014-2020 GEÏNTEGREERDE TERRITORIALE INVESTERING COHESIEBELEID 2014-2020 De nieuwe wet- en regelgeving voor de volgende investeringsronde van het EU-cohesiebeleid voor 2014-2020 is in december 2013 formeel goedgekeurd

Nadere informatie

Wat is INTERREG?

Wat is INTERREG? Wat is INTERREG? www.vrom.nl 0 INTERREG is een Europese subsidieregeling, waarbinnen partijen uit meerdere landen samenwerken in projecten op het terrein van de ruimtelijke en regionale ontwikkeling. Projecten

Nadere informatie

Samenwerking Duitsland: belangrijke economische kans voor Noord-Nederland

Samenwerking Duitsland: belangrijke economische kans voor Noord-Nederland Samenwerking Duitsland: belangrijke economische kans voor Noord-Nederland Geo Promotion Congres, Programma Workshop Eems Dollard Regio INTERREG IV A 2007-2013 Netzwerk TOEKOMST project Discussie en vragen

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II Politiek en Ruimte bron 10 Aandeel van de lidstaten in de handel van de Europese Unie in procenten, 1998 30 % 25 20 22 25 Legenda: invoer uitvoer 15 10 8 8 15 15 10 11 9 9 15 12 5 0 6 5 2 2 1 0 België

Nadere informatie

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020 EUROPESE COMMISSIE Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020 Algemene informatie De partnerschapsovereenkomst (PO) van Nederland is het overkoepelende strategische document

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

Belangrijke informatie: de Gemeenschappelijke Prioriteit met het Frans-Engelse Kanaal programma

Belangrijke informatie: de Gemeenschappelijke Prioriteit met het Frans-Engelse Kanaal programma Belangrijke informatie: de Gemeenschappelijke Prioriteit met het Frans-Engelse Kanaal programma 1. Uittreksel uit het 2 Zeeën Operationeel Programma, Prioriteit 4 : Gemeenschappelijke Prioriteit met het

Nadere informatie

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen Het aantal mensen met werk is in de periode februari-april met gemiddeld 2 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren en 45-plussers gingen aan de slag.

Nadere informatie

De EUREGIO Meerwaarde voor de aangesloten gemeente.

De EUREGIO Meerwaarde voor de aangesloten gemeente. De EUREGIO Meerwaarde voor de aangesloten gemeente www.euregio.eu 129 aangesloten gemeenten Foto vom Rat in Enschede Foto von der Maut Sociaal-culturele samenwerking Grensoverschrijdende arbeidsmarkt 2014

Nadere informatie

Grensoverschrijdende samenwerking

Grensoverschrijdende samenwerking Grensoverschrijdende samenwerking Woensdag 19 september 2012 Groningen, 13 mei 2011 Eems Dollard Regio (EDR) Op 28 februari 1977 opgericht en vanaf 1997 openbaar lichaam. 100 leden (gemeenten, Landkreise,

Nadere informatie

Subsidies in de regio

Subsidies in de regio Subsidies in de regio Noord Nederland Subsidies in de regio -- Noord-Nederland Om bepaalde regio s binnen Nederland direct of indirect te versterken zijn er verschillende regionale, nationale en Europese

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen 2009-2013 1 (index: 2009 = 100) 2014-2019 (index: 2014 = 100)

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen 2009-2013 1 (index: 2009 = 100) 2014-2019 (index: 2014 = 100) Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is tussen 2010 en 2014 gedaald. In de provincie Limburg nam het aantal leerlingen in deze periode het sterkst af. In het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen

Nadere informatie

Voorwaarden voor deelname aan het Project FOOD FUTURE in de EDR, Euregio, Euregio Rhein-Waal en de Euregio Rhein Maas Noord 2010-2014

Voorwaarden voor deelname aan het Project FOOD FUTURE in de EDR, Euregio, Euregio Rhein-Waal en de Euregio Rhein Maas Noord 2010-2014 Voorwaarden voor deelname aan het Project FOOD FUTURE in de EDR, Euregio, Euregio Rhein-Waal en de Euregio Rhein Maas Noord 2010-2014 Begrippen In deze voorwaarden wordt verstaan onder: DIL Deutsches Institut

Nadere informatie

INTERREG V A 2014 2020

INTERREG V A 2014 2020 INTERREG V A 2014 2020 Doelen en subsidieinstrumenten van de EU Slimme groei Duurzame groei Inclusieve groei Structuurfondsen Doelstelling 1 Convergentie (Regio s met BBP/inw. < 75% van het Europese gemiddelde)

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I Politiek en ruimte Opgave 6 bron 9 In de periode 2000-2006 zal de Europese Unie financiële steun voor sociaal-economische ontwikkeling toekennen aan twee soorten regio s: de regio s met een ontwikkelingsachterstand

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Intentieverklaring

Gemeenschappelijke Intentieverklaring Gemeenschappelijke Intentieverklaring van het Ministerie van Financiën van de Bondsrepubliek Duitsland en het Ministerie van Financiën van Nederland inzake de directe, grensoverschrijdende inlichtingenuitwisseling

Nadere informatie

Regionale bedrijvendynamiek

Regionale bedrijvendynamiek M201224 Regionale bedrijvendynamiek Oprichtingen en opheffingen van bedrijven in de Nederlandse regio s in de periode 1988-2010 A. Bruins J.A.C. Vollebregt Zoetermeer, juli 2012 Regionale bedrijvendynamiek

Nadere informatie

EVALUATIE VAN DE AANGENOMEN PARTNERSCHAPSOVEREENKOMSTEN

EVALUATIE VAN DE AANGENOMEN PARTNERSCHAPSOVEREENKOMSTEN DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID BELEIDSONDERSTEUNENDE AFDELING B: STRUCTUURBELEID EN COHESIE REGIONALE ONTWIKKELING EVALUATIE VAN DE AANGENOMEN PARTNERSCHAPSOVEREENKOMSTEN SAMENVATTING Inhoud Deze studie

Nadere informatie

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Onderwerp: Stand van zaken Europese programma's EFRO, POP en INTERREG Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: te besluiten conform

Nadere informatie

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo DE EUROPESE STRUCTUUR- EN INVESTERINGSFONDSEN (ESI-FONDSEN) EN HET EUROPEES FONDS VOOR STRATEGISCHE INVESTERINGEN (EFSI) HET VERZEKEREN VAN COÖRDINATIE, SYNERGIEËN

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 17.12.2014

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 17.12.2014 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.12.2014 C(2014) 10125 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 17.12.2014 tot goedkeuring van bepaalde elementen van het samenwerkingsprogramma "Interreg V-A Vlaanderen-Nederland"

Nadere informatie

DE ULTRAPERIFERE GEBIEDEN

DE ULTRAPERIFERE GEBIEDEN DE ULTRAPERIFERE GEBIEDEN Er zijn specifieke maatregelen van kracht ter ondersteuning van de ontwikkeling van de verst afgelegen regio's van de Europese Unie, bekend als de ultraperifere gebieden: Guadeloupe,

Nadere informatie

-2- Opleiding, opleidingen en onderwijs aan de universiteiten

-2- Opleiding, opleidingen en onderwijs aan de universiteiten Verklaring van Münster omtrent de onderlinge relaties op het gebied van hoger onderwijs, wetenschap en onderzoek tussen Nederland, de Vlaamse Gemeenschap van België, het Groothertogdom Luxemburg, Nederland

Nadere informatie

Versie 30 mei 2008, definitief

Versie 30 mei 2008, definitief Overeenkomst inzake de uitvoering van het Operationeel Programma in het kader van Doelstelling 3 Europese Territoriale Samenwerking: INTERREG IV-A Grensregio Vlaanderen - Nederland Versie 30 mei 2008,

Nadere informatie

Europa wil slim, duurzaam en inclusief

Europa wil slim, duurzaam en inclusief Europa wil slim, duurzaam en inclusief Noord-Nederland bereidt zich intensief voor op de Europese programma s in de periode 2014 2020. Het SNN biedt u met dit bericht inzicht in voortgang en verwachtingen.

Nadere informatie

Toekomst Europese programma s. Ivka Orbon Commissie Europa 13 oktober 2006

Toekomst Europese programma s. Ivka Orbon Commissie Europa 13 oktober 2006 Toekomst Europese programma s Ivka Orbon Commissie Europa 13 oktober 2006 Inhoud - Operationeel Programma Zuid (doelstelling 2, EFRO) - Stand van zaken andere Europese programma s: - Doelstelling 3, grensoverschrijdende

Nadere informatie

BESTIMMUNG DER POTENZIELL SIGNIFIKANTEN HOCHWASSERRISIKOGEBIETE IN DER INTERNATIONALEN FLUSSGEBIETSEINHEIT EMS ERLÄUTERUNGEN ZUR ÜBERSICHTSKARTE

BESTIMMUNG DER POTENZIELL SIGNIFIKANTEN HOCHWASSERRISIKOGEBIETE IN DER INTERNATIONALEN FLUSSGEBIETSEINHEIT EMS ERLÄUTERUNGEN ZUR ÜBERSICHTSKARTE BESTIMMUNG DER POTENZIELL SIGNIFIKANTEN HOCHWASSERRISIKOGEBIETE IN DER INTERNATIONALEN FLUSSGEBIETSEINHEIT EMS ERLÄUTERUNGEN ZUR ÜBERSICHTSKARTE VASTSTELLING VAN GEBIEDEN MET EEN POTENTIEEL SIGNIFICANT

Nadere informatie

GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING

GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING Groningen, 13 mei 2011 Huis De Beurs, Groningen Donderdag 27 juni 2013 Eems Dollard Regio (EDR) Op 28 februari 1977 opgericht en vanaf 1997 openbaar lichaam. 100 leden

Nadere informatie

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH. Beschikbaarstelling cofinanciering voor rijks- en Europese programma s uit het MIG

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH. Beschikbaarstelling cofinanciering voor rijks- en Europese programma s uit het MIG Provinciale Staten Voorstel aan Provinciale Staten HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Beschikbaarstelling cofinanciering voor rijks- en Europese programma s uit het MIG HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Nadere informatie

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100) Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is tussen 2011 en 2015 gedaald. In de provincie Limburg nam het aantal leerlingen in deze periode het sterkst af. In het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.10.2017 COM(2017) 582 final 2017/0253 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

CONVENANT GOLD - LOGISTIEKE ACHTERLANDREGIO S

CONVENANT GOLD - LOGISTIEKE ACHTERLANDREGIO S + CONVENANT GOLD - LOGISTIEKE ACHTERLANDREGIO S Samenwerken aan de versterking van de logistieke achterlandregio s in Gelderland, Overijssel, Limburg en Drenthe CONVENANT GOLD - LOGISTIEKE ACHTERLANDREGIO

Nadere informatie

Uitwerking van het regionale Plan Münsterland

Uitwerking van het regionale Plan Münsterland Uitwerking van het regionale Plan Münsterland Zakelijk deelplan energie Informaties voor geїnteresseerden aan de Nederlandse kant De verandering in de energiewinning in de richting van duurzame productie

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018 Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud Als u ooit een bedrijf heeft gestart, dan is de kans het grootst dat u dat in het eerste kwartaal van het jaar heeft gedaan. Veel ondernemers starten traditiegetrouw

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal Graydon kwartaal monitor Kwartaal 3 216 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Overzicht per branche 6 Vergelijking Q1-216, Q2 216 en Starters per branche 7 Opheffingen per branche 8 Faillissementen per branche

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

De EUREGIO. Meerwaarde voor de aangesloten gemeente

De EUREGIO. Meerwaarde voor de aangesloten gemeente De EUREGIO Meerwaarde voor de aangesloten gemeente Dr. Elisabeth Schwenzow www.euregio.eu 129 aangesloten gemeenten Foto vom Rat in Enschede Foto von der Maut EUREGIO Sociaal-culturele ontmoetingen Sociaal-culturele

Nadere informatie

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens Bierings, H., Schmitt, J., van der Valk, J., Vanderbiesen, W., & Goutsmet, D. (2017).

Nadere informatie

Aantal werklozen in december toegenomen

Aantal werklozen in december toegenomen Persbericht Pb15-002 22-01-2015 09.30 uur Aantal werklozen in december toegenomen - In de afgelopen drie maanden meer mensen op de arbeidsmarkt - Jeugdwerkloosheid vrijwel onveranderd - Aantal WW-uitkeringen

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018 Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud De economie zit duidelijk in de lift. Na eerdere positieve berichten over de groeiende omvang van het Nederlandse bedrijfsleven, blijkt ook uit deze Graydon

Nadere informatie

perspectief Delft en Westland Utrecht Agglomeratie Haarlem

perspectief Delft en Westland Utrecht Agglomeratie Haarlem Agglomeratie s-gravenhage Groot-Amsterdam Flevoland Regio s Zaanstreek in economisch Arnh Delft en Westland Utrecht Agglomeratie Haarlem Noord-Overijssel perspectief Kop van 2013 Noord-Holland Veluwe Groot-Rijnmond

Nadere informatie

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 25 april 2017 (OR. en) 8461/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 25 april 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 7875/17 + ADD

Nadere informatie

Jaarverslag van het INTERREG IV A-Programma Deutschland-Nederland. CCI-Code: 2007CB163PO023

Jaarverslag van het INTERREG IV A-Programma Deutschland-Nederland.  CCI-Code: 2007CB163PO023 www.deutschland-nederland.eu Jaarverslag 2012 van het INTERREG IV A-Programma Deutschland-Nederland CCI-Code: 2007CB163PO023 Conform verordening (EG) Nr. 1828/2006 van 8 december 2006 Verslagperiode: 01-01-2012

Nadere informatie

Europese programma s in Nederland

Europese programma s in Nederland Het cohesiebeleid van de Europese Commissie Europese programma s 2014-2020 in Nederland Vincent Ketelaars ERAC B.V. 28 mei 2013 Neth-ER 01 Inhoud van presentatie Indeling 01 Inhoud van presentatie 02 Introductie

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Samen. vanzelfsprekend. zonder grenzen Strategisch initiatief

Samen. vanzelfsprekend. zonder grenzen Strategisch initiatief Samen. vanzelfsprekend. zonder grenzen Strategisch initiatief Agribusiness & food INTERREG Partners Niedersächsische Staatskanzlei Uitgegeven door: Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat c/o Euregio Rhein-Waal

Nadere informatie

INTERREG IV A 2 Zeeën Programma

INTERREG IV A 2 Zeeën Programma INTERREG IVA 2 Mers Seas Zeeën Crossborder Cooperation Programme 2007-2013 Part-financed by the European Regional Development Fund (ERDF) INTERREG IV A 2 Zeeën Programma Seminarie voor projectpromotoren

Nadere informatie

EU subsidies voor KRW opgaven

EU subsidies voor KRW opgaven EU subsidies voor KRW opgaven Themabijeenkomst op 26 november 2015 Govert Kamperman en Wimjan van der Heijden Waar staan we bij stil Kerndoelstellingen Europa Europa 2020-strategie EU subsidies, waar begint

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 800 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2007 Nr. 45 BRIEF VAN DE MINISTER

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland

Provinciale Staten van Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 65 Haarlem, 21 augustus 2001 Onderwerp: EU-programma innovatieve acties art. 4 EFRO Bijlage: ontwerpbesluit Inleiding Het EU-programma de regio s in de nieuwe

Nadere informatie

(4) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EU) nr. 514/2014 en zijn bijgevolg gebonden door deze verordening.

(4) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EU) nr. 514/2014 en zijn bijgevolg gebonden door deze verordening. L 219/4 25.7.2014 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 799/2014 VAN DE COMMISSIE van 24 juli 2014 tot vaststelling van modellen voor jaarverslagen en eindverslagen over de uitvoering overeenkomstig Verordening

Nadere informatie

Samenvatting Twente Index 2016

Samenvatting Twente Index 2016 Samenvatting Twente Index 2016 Kijk voor regionale en lokale data op www.twenteindex.nl INLEIDING De Twente Index wordt door Kennispunt Twente samengesteld in opdracht van de Twente Board. De Board wil

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.2.2019 COM(2019) 82 final 2019/0039 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de indiening van een voorstel namens de Europese Unie om methoxychloor op te nemen

Nadere informatie

INTERREG V DEUTSCHLAND-NEDERLAND IMPACT-EVALUATIE SAMENVATTING

INTERREG V DEUTSCHLAND-NEDERLAND IMPACT-EVALUATIE SAMENVATTING Samenvatting g Mei 2019 Opdrachtgever Euregio Rijn-Waal Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat Contact Carla Harnischfeger Managing Consultant Ramboll Management Consulting T +49 40 30 20 20-144 M +49

Nadere informatie

Graydon Kwartaal Monitor. Kwartaal

Graydon Kwartaal Monitor. Kwartaal Graydon kwartaal monitor Kwartaal 1 216 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Overzicht per branche 5 Vergelijking Q4-214, Q1 215 en Q2 215 Starters per branche 5 Opheffingen per branche 6 Faillissementen

Nadere informatie

Europese Groepering voor Territoriale samenwerking. Jody van Diemen VNG Amersfoort, 30 september 2014

Europese Groepering voor Territoriale samenwerking. Jody van Diemen VNG Amersfoort, 30 september 2014 Europese Groepering voor Territoriale samenwerking Jody van Diemen VNG Amersfoort, 30 september 2014 Inhoud Aanleiding EGTS Voordelen Nadelen Aandachtspunten Aanbevelingen & conclusies Aanleiding Meer

Nadere informatie

EFRO 2014 2020. Ed Meijerink

EFRO 2014 2020. Ed Meijerink EFRO 2014 2020 Ed Meijerink EFRO 2014-2020: waar staan we? OP EFRO RIS3 Noord-Nederland (4 maatschappelijke opgaven, living lab, geïntegreerde projecten) Focus op inzet MKB Innovatie Koolstofarm Beschikbare

Nadere informatie

Commissie industrie, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, onderzoek en energie

Commissie industrie, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, onderzoek en energie EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie industrie, onderzoek en energie 14.12.2010 2010/2211(INI) ONTWERPADVIES van de Commissie industrie, onderzoek en energie aan de Bijzondere Commissie beleidsuitdagingen

Nadere informatie

12722/01 HD/nj DG G NL

12722/01 HD/nj DG G NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2001 (OR. en) 12722/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0121 (CNS) ECOFIN 264 ENV 490 NIS 73 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Werkloosheid daalt verder in september

Werkloosheid daalt verder in september Persbericht Pb14-061 16 oktober 2014 9.30 uur Werkloosheid daalt verder in september - Opnieuw meer mensen aan het werk - In de afgelopen vijf maanden vooral minder mannen werkloos - Aantal WW-uitkeringen

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van [...]

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van [...] NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, C(2007) WORDT NIET GEPUBLICEERD Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van [...] tot goedkeuring van het operationeel programma voor bijstand van

Nadere informatie

Euregio Maas-Rijn. Wijzigginsbesluit Nadere Subsidieregels Interreg V-A programma

Euregio Maas-Rijn. Wijzigginsbesluit Nadere Subsidieregels Interreg V-A programma PROVINCIAAL BLAD Officiële naam regeling: Wijzigingsbesluit Nadere Subsidieregels Interreg V-A programma Euregio Maas-Rijn Citeertitel: Wijzigginsbesluit Nadere Subsidieregels Interreg V-A programma Euregio

Nadere informatie

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2015 14129/15 SOC 668 EMPL 438 ECOFIN 853 POLGEN 166 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e

Nadere informatie

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument 22.11.2017 A8-0358/2017/err01 ADDENDUM bij het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

COMMISSIEVAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van 19ЯХ/2008

COMMISSIEVAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van 19ЯХ/2008 COMMISSIEVAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 19/IX/2008 C(2008) 5113 definitief WORDT NIET GEPUBLICEERD BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 19ЯХ/2008 tot goedkeuring van het operationeel programma "Frankrijk

Nadere informatie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2169(DEC) 3.2.2011

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2169(DEC) 3.2.2011 EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie begrotingscontrole 2010/2169(DEC) 3.2.2011 ONTWERPVERSLAG over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Waarnemingscentrum voor

Nadere informatie

Een nieuwe start voor sociale dialoog

Een nieuwe start voor sociale dialoog Een nieuwe start voor sociale dialoog Verklaring van de Europese sociale partners, de Europese Commissie en het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie In het Verdrag betreffende de werking van

Nadere informatie

25-3-2013. 01 Inhoud van presentatie. Het subsidiebeleid van de toekomst Europese programma s 2014 2020 in Nederland. Vincent Ketelaars ERAC B.V.

25-3-2013. 01 Inhoud van presentatie. Het subsidiebeleid van de toekomst Europese programma s 2014 2020 in Nederland. Vincent Ketelaars ERAC B.V. Het subsidiebeleid van de toekomst se programma s 2014 2020 in Nederland Vincent Ketelaars ERAC B.V. 11 april 2013 Elsevier subsidiecongres 01 Inhoud van presentatie Indeling 01 Inhoud van presentatie

Nadere informatie

Jaarverslag van het INTERREG IV A-Programma Deutschland-Nederland. CCI-Code: 2007CB163PO023

Jaarverslag van het INTERREG IV A-Programma Deutschland-Nederland.  CCI-Code: 2007CB163PO023 www.deutschland-nederland.eu Jaarverslag 2011 van het INTERREG IV A-Programma Deutschland-Nederland CCI-Code: 2007CB163PO023 Conform verordening (EG) Nr. 1828/2006 van 8 december 2006 Verslagperiode: 01-01-2011

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei 2002 ----------------------------------------------------------------------------------

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei 2002 ---------------------------------------------------------------------------------- CENTRALE RAAD VOOR HET BEDRIJFSLEVEN NATIONALE ARBEIDSRAAD ADVIES Nr. 1.402 Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei 2002 ----------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Een zoektocht door grensland om de leefbaarheid in regio s met bevolkingskrimp te versterken. Grensoverschrijdende samenwerking

Een zoektocht door grensland om de leefbaarheid in regio s met bevolkingskrimp te versterken. Grensoverschrijdende samenwerking Een zoektocht door grensland om de leefbaarheid in regio s met bevolkingskrimp te versterken Grensoverschrijdende samenwerking Leefbaarheid Bron: Irene van Kamp, Kees Leidelmeijer, Gooitske Marsman en

Nadere informatie

Commissie industrie, onderzoek en energie ONTWERPVERSLAG

Commissie industrie, onderzoek en energie ONTWERPVERSLAG Europees Parlement 2014-2019 Commissie industrie, onderzoek en energie 2018/2222(INI) 14.9.2018 ONTWERPVERSLAG over de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie

Nadere informatie

Peiling over Europa en EDIC

Peiling over Europa en EDIC Peiling over Europa en EDIC Peiling over Europa en EDIC Datum: september 2013 Colofon Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek contactpersoon: Ad Manders tel.: (024) 329 98 89 emailadres: onderzoek.statistiek@nijmegen.nl

Nadere informatie

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales Prof. dr. Jan Wouters Maarten Vidal Instituut voor Internationaal Recht K.U. Leuven www.internationaalrecht.be

Nadere informatie