Wat meer uitleg over onze klas (Klas Karo)

Transcriptie

1 Wat meer uitleg over onze klas (Klas Karo) Wie is onze juf? Ik ben Karo. Ik ben niet alleen juf, maar ook mama van een zoon van 15 en reeds 20 jaar de stiefmama van 2 kinderen. Ik ben 47 jaar en ondertussen al 18 jaar aan het werk als leerkracht op verschillende Freinetscholen. (De Harp, De Sassepoort en Het Eiland). Ik werkte ook lang als opvoedster bij volwassenen met verstandelijke beperkingen. Na 5 jaar werken op een wijkschooltje in mijn buurt besloot ik om terug te keren naar De Sassepoort. Dat deed ik omdat deze doelgroep me het nauwst aan het hart ligt, omdat de visie en de werking van deze school juist voelen voor mij en omdat ik me hier altijd thuis bleef voelen. Zes uren per week komt juf Veerle ook bij ons in de klas om de werking te ondersteunen en kinderen die dit nodig hebben individueel te begeleiden. Onze groep. In onze klas zitten momenteel zes kinderen. Voor vijf van hen wordt dit hun laatste jaar op de basisschool. Dat betekent dus dat we deze kinderen dit schooljaar zo goed mogelijk willen voorbereiden op de overstap naar het middelbaar. Samen met de kinderen en uiteraard in samenspraak met de ouders en opvoeders zullen we in de loop van dit schooljaar uitzoeken welke school de meest geschikte vervolgschool wordt in het buitengewoon of regulier onderwijs. Hierbij zullen we rekening moeten houden met de talenten, mogelijkheden en interesses van het kind, de verworven leerstof (en de hiaten) en de emotionele draagkracht van het kind. Iedereen heeft hierbij nog een aantal werkpunten of obstakels te overwinnen. Die zijn voor iedereen anders. Dat betekent dus ook dat niet elk kind hetzelfde traject zal volgen dit schooljaar. Niet iedereen dient dezelfde leerstof te verwerken en niet iedereen heeft hierbij nood aan dezelfde mate van ondersteuning. Wie dit nodig heeft, kan gebruik maken van de atelierwerking, de hulp van de blio-juf, logo, kiné of psychotherapie op school. De eigen klas blijft echter steeds het ankerpunt: een veilige plek om naar terug te keren, nadat je elders aan het werk was. De plek waar je je ervaringen kunt delen en kunt uitwisselen wat je elders hebt geleerd. Freinettechnieken in onze klas: Opstartateliers Doordat veel kinderen hun dag beginnen met een lange busrit, starten wij onze dag met een kort opstartatelier. Eerst worden de praktische zaken afgehandeld (agenda s, brooddozen, huistaken, ). Als de kinderen binnenkomen, brengen ze zelf hun agenda bij de leerkracht. Enkele kinderen moeten nu ook hun klastaak doen, zoals het verzorgen van de vissen of de computers opstarten. De kinderen gaan daarna individueel en in stilte aan het werk. Er is allerhande materiaal voorzien waaruit de kinderen kunnen kiezen: de krant, tekenmateriaal, knutselgerief, boeken, Er wordt door sommige kinderen ook gekozen om aan hun eigen planning te werken. Ook Karrewiet staat op ter voorbereiding van de praatronde. Dit werkmoment heeft als doel om meteen aan het werk met hun handen te kunnen gaan en een werksfeer te creëren. Rust en concentratie zijn een must om nadien samen aan het werk te kunnen gaan. Vaak geven deze activiteiten ook input aan de praatronde om nieuwe onderzoeken te starten.

2 Praatronde De praatronde is een kringmoment waarop de kinderen vrijuit kunnen vertellen, tonen, van zich laten horen,. Ze moeten zich voor de kring inschrijven in een categorie: vertellen, tonen, presenteren of vragen. Deze verhalen van de kinderen gaan meestal over de actualiteit of over het eigen leven, er kan werk gepresenteerd worden of vragen gesteld worden. Ook de leerkracht of eventuele bezoekers hebben hun eigen inbreng. De thema s uit de praatronde worden gebruikt om hiermee verder aan het werk te gaan (tekst, onderzoek, leerwandeling, ). Ze zijn het vertrekpunt van onze projectwerking. Nederlands Het taalonderwijs in onze klas is zo georganiseerd dat de kinderen in functionele en levensechte situaties leren communiceren en zich uitdrukken. Hun eigen ervaringen zijn aanknopingspunten om te schrijven, te vertellen, gesprekken te voeren, naar elkaar te luisteren, te overleggen en verslag te doen. De domeinen lezen, schrijven, taalbeschouwing, spreken en luisteren komen doorheen de verschillende Freinettechnieken aan bod (praatronde klasraad afsluitkring vrije teksten tekstbesprekingen dagboek klas/schoolkrant) maar worden uiteraard ook aangevuld met instructielessen en inoefenmomenten. De vrije tekst De vrije tekst vormt (naast de praatronde) de basis van het taalonderwijs: de taalbeschouwing, het technisch en begrijpend lezen en woordpakketten komen allemaal hieruit voort. Deze teksten schrijven, voorlezen, bespreken, zorgt ervoor dat taal voor onze leerlingen zo zinvol en motiverend mogelijk wordt gemaakt. De kinderen schrijven tweewekelijks een tekst. Het onderwerp en de vorm bepalen ze zelf. De nadruk ligt op expressie en creativiteit. Elke leerling heeft een eigen ontwerpschrift waar de eerste versie van hun vrije tekst in geschreven wordt. Na verbetering komt de tekst foutloos in het vrije tekstenschrift, waarbij voldoende aandacht gaat naar afwerking en illustratie. De teksten worden voorgelezen in de klas als ze volledig afgewerkt zijn. Op donderdag kunnen de kinderen hun teksten in andere klassen voorlezen. Het technisch- en begrijpend lezen worden ingeoefend door het voorlezen van eigen teksten, boeken, de krant en werkstukken, Begrijpend lezen oefenen we ook aan de hand van een krantenartikelen of informatieve teksten over een onderwerp uit de praatronde of project. Tekstbespreking en taalbeschouwing Tweewekelijks wordt een tekst gekozen voor een tekstbespreking. Bij een tekstbespreking ligt de focus ligt op de inhoud, de vorm en het onderwerp van de tekst. Nadien wordt de inhoud verrijkt, schrijffouten worden verbeterd en verschillende taalaspecten (uitdrukkingen, woordenschat, woordsoorten ) worden besproken. Voor taalbeschouwing is er ook wekelijks een apart instructiemoment. Elk kind oefent daarna de nieuwe leerstof verder in op zijn/haar eigen niveau. Spelling: woordpakket + oefeningen Elke week staat 1 spellingsregel/woordcategorie in de kijker. Tijdens de instructieles bouwen we samen een woordpakket op. De spellingsregel wordt besproken en doorheen de week grondig ingeoefend aan de hand van verschillende opdrachten (woordpakket + opdrachten en oefeningen). Op het einde van de week is er een dictee (woorden + zinnen) met nabespreking. Van zodra de regels voor werkwoordspelling zijn aangebracht, worden deze elke week herhaald en ingeoefend om tot automatisatie te komen.

3 Wiskunde Er staan in het weekrooster vier momenten voor instructies gepland + een inoefenuur. Juf Veerle is bij 3 van de instructiemomenten aanwezig om kinderen die het wat moeilijker hebben te ondersteunen. Het individueel verwerken van de leerstof gebeurt aan de hand van werkbladen op eigen niveau. Ook via Bingel wordt op regelmatige basis geoefend. Frans De kinderen werken voor Frans in niveaugroepen en krijgen elk 2 uren Franse les per week. Het accent ligt in de lessen bij spreekdurf ontwikkelen, verwerven van (basis)woordenschat en een correcte zinsbouw, een juiste uitspraak aanleren en het kunnen voeren van eenvoudige conversaties. Voor de gevorderden gaat er meer aandacht naar Frans lezen en schrijven en (basis)grammatica. Nieuwe leerstof (woordenschat, werkwoorden vervoegen,.) moet ook op regelmatige basis thuis geoefend worden en wordt ook geregeld getoetst in de klas. Toetsen worden steeds aangekondigd in de schoolagenda. WO en projectwerk De eigen leefwereld verkennen, is het uitgangspunt van onze projectwerking. We vertrekken vanuit de ervaringen van de kinderen die ze met elkaar delen in de praatronde of vanuit gedeelde ervaringen (uitstap, leerwandeling, nieuws dat we samen bekeken in de klas,.) Door leergesprekken, het stellen van verdiepingsvragen (Waar is dat? Hoe zit dat elders? Hoe ging dat vroeger? Hoe werkt het? Waarom gebeurt dit?) en opzoekwerk, wordt hun kennis uitgebreid en wordt reeds verworven kennis ruimer gekaderd. De kinderen leren ook informatiebronnen verkennen en correct gebruiken. (Denk hierbij aan woordenboek en atlas, kaartlezen, informatie zoeken en -selecteren op het internet,.) De leerkracht geeft af en toe ook formele W.O. lessen om informatie ruimer te leren kaderen of om onderwerpen die niet spontaan aan bod komen toch aan te bieden. (Tijdsband, atlasgebruik,.) Werkstukken Projecten en werkstukken zijn een belangrijk middel om de interesse en zelfstandigheid van de leerlingen te ontwikkelen. Ze leren vragen formuleren, informatie verzamelen en -verwerken, verworven informatie samenvatten, -schrijven en presenteren, Een werkstuk kan pas in de kring aan de groep worden voorgesteld, als het helemaal afgewerkt is. Ook tijdens de voorleesronde op donderdag kan een werkstuk in andere klassen voorgelezen worden. Het werken aan projecten en werkstukken is leergebiedoverschrijdend. Vaardigheden uit verschillende domeinen komen aan bod : luisteren en spreken, schrijven en lezen, wiskundige activiteiten, muzische vorming en leren leren, Vrije werktijd en planning Tijdens de voormiddag worden de werktijden vooral gevuld met instructies en werkmomenten van Nederlands en wiskunde. In de namiddag ligt het accent eerder op onze projectwerking; dit zijn de activiteiten die vertrekken vanuit onze praatronde. Dan gaan we bijvoorbeeld creatief aan de slag, maken we een uitstap, onderzoeken en experimenteren we of gaan we op zoek naar informatie in boeken en teksten. We leren plannen! Het weekrooster wordt wekelijks aan bord aangevuld en besproken. Hierbij wordt rekening gehouden met logo- en blio-momenten. Naast de vaste momenten zoals LO, therapieën en godsdienst/zedenleer, kan het weekplan soms van week tot week verschillen door uitstappen, projecten of andere activiteiten, maar de vaste structuur wordt zoveel mogelijk behouden.

4 In de planningsmap zit voor elk kind een individueel werkplan (zie bijlage). Dit omvat een aantal taken die doorheen de week door de kinderen zelf gepland en afgewerkt moeten worden. Hierbij leren ze rekening houden met instructiemomenten, eigen therapiemomenten en eventueel werk in de ateliers. De kinderen kiezen of ze het werk in de klas of thuis doen, maar aan het einde van de week, moeten de opgelegde taken af zijn. (We bouwen dit rustig op in de loop van de eerste schoolweken.) De kinderen die dit al kunnen, plannen hun werk zelf. Wie hier nood aan heeft, krijgt hierbij begeleiding door de juf, zolang dit nodig is. De bedoeling is de kinderen dit helemaal zelfstandig te leren doen vooraleer ze naar het middelbaar vertrekken. Geregeld moeten er ook lessen ingestudeerd worden en zal de leerstof getoetst worden, als voorbereiding op het middelbaar. Dit kan je steeds terugvinden in de agenda van je kind. Werktijd Alle kinderen hebben uiteraard nood aan inoefenstof om iets helemaal onder de knie te krijgen. Tijdens de werktijd kiezen de kinderen uit hun eigen pakket wat ze die dag zullen aanpakken en werken ze hier zelfstandig aan. Inoefenwerk voor spelling, Frans of wiskunde, iets afwerken/verbeteren, werken aan vrije tekst/illustraties, iets opzoeken voor W.O., (begrijpend) lezen, Frans oefenen,.. Het kan allemaal tijdens de werktijd. De kinderen leren zelfstandig werken en elkaar hulp te vragen waar nodig. Het oefenmateriaal wordt zorgvuldig geselecteerd om echt gerichte oefeningen (op eigen niveau) te kunnen geven. Naast het inoefenwerk krijgen de kinderen ook individueel of in kleine groepjes instructie, waarvan de verwerking ook op het werkplan komt te staan. In de namiddag kunnen kinderen die hier nood aan hebben er ook voor kiezen om in een atelier te werken. Als ze voor de klas kiezen, wordt er verder gewerkt aan hun eigen planning of kunnen ze werken aan projectactiviteiten. Agenda Huistaken en te leren lessen staan (zoals in het middelbaar) steeds in je kind zijn/haar agenda genoteerd op de dag dat het werk af moet zijn. Bijlagen: uurrooster en weekplanning

5 Uurrooster klas Karo (basis) Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Kring Kring Godsdienst / Zedenleer Wiskunde Zwemmen (w1) Werktijd (w2) Nederlands (taalbeschouwing) Werktijd Frans Nederlands (dictee, tekstbespreking) Klasraad Nederlands spelling Speeltijd Speeltijd Speeltijd Speeltijd Speeltijd L.O. Wiskunde Wiskunde Wiskunde Wiskunde: oefenen Schoolraad Frans Werktijd Godsdienst / Zedenleer Kring/Forum Soep Werktijd (Schrijven) L.O. Werktijd Frans Frans Werktijd Werktijd Crea/uitstap/ L.O. Speeltijd Speeltijd Speeltijd Speeltijd Muziek/expressie W.O. Voorleesronde Crea/uitstap/

6 Weekplanning van.. Week: ma di woe do vrij Vrije tekst: titel: 0 klad 0 net 0 tekening WP oefenen (elke dag) Woorden opzoeken/opdracht Vorig dictee verbeteren Spelling oefening Spelling oefening Spelling oefening Taalbeschouwing oefening Lezen boek: welke bladzijden? Begrijpend lezen: opdrachten Kringtaak,tekst project/onderzoek: Wiskunde:Taak:. Wiskunde:Taak:. 0 klad 0 net 0 tekening Frans:les leren / taak: Bingel Nederlands Bingel wiskunde Bingel Frans Bingel W.O.