QUICK-REFERENCE-INFO

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "QUICK-REFERENCE-INFO"

Transcriptie

1 QUICK-REFERENCE-INFO EEN LEERLANDSCHAP BINNEN LEVEND LEREN Hans Jansen Inhoud 1 Inleiding 2 2 Info-overzicht 3 3 Leerlandschap De kaart het leerlandschap Werken met een leerlandschap Het model van een leerlandschap Ingangskanalen en deellandschappen Basics Basics Basics Leer- en communicatiekwaliteiten De leerroute Leer- en communicatiekwaliteiten Bijkomende kwaliteiten Matrix Leef- en werkkwaliteiten Inleiding Het model leef- en werkkwaliteiten Werken met de driehoeken De interactie tussen de driehoeken Het gebruik van de driehoeken Een voorbeeld 43 Literatuur 48

2 1 Inleiding De inhoud van de quick-reference-info is opgebouwd uit teksten die in eerder verschenen boeken over Levend Leren opgenomen zijn (zie hoofdstuk 2: info-overzicht). De quick-reference-info is bedoeld voor opleiders/coaches en studenten die in het kader van Levend Leren met een leerlandschap werken. De kerninformatie over werken met een leerlandschap is in deze quick-reference-info bij elkaar gezet (met in hoofdstuk 2 de verwijzingen naar de oorspronkelijke teksten. We vinden in deze quick-reference-info in hoofdstuk 3 informatie over de opbouw van een leerlandschap (inclusief het prototype van het leerlandschap en de betekenis van de basics, met name basics 4 en 5, waarin specifiek aandacht besteed wordt aan het instrument de vier schijven). In hoofdstuk 4 worden de leer- en communicatiekwaliteiten (LCK s) en de bijkomende kwaliteiten (BK s) besproken. Ook het instrument matrix 8 komt in dit hoofdstuk uitgebreid aan de orde. Het laatste hoofdstuk van de quick-referenceinfo (hoofdstuk 5) wordt gevormd door informatie over de leef- en werkkwaliteiten (LWK s). De modellen van de leef- en werkkwaliteiten van studenten en van opleiders/coaches (de driehoeken) en de interactie tussen de twee modellen zijn in hoofdstuk 5 beschreven. 2

3 2 Info-overzicht In het info-overzicht zijn de verwijzingen naar de oorspronkelijke teksten van de kernissues van werken met een leerlandschap en de vindplaatsen van tools opgenomen. Op deze wijze kunnen opleiders/coaches en studenten door de verschillende boeken over Levend Leren surfen op zoek naar achtergrondinformatie tijdens hun onderzoeksactiviteiten in het kader ban Levend Leren. info tools antropologie van de antropologie startportfolio opleiding en andere VL (26-29) MLc (8-9) + CD-ROM kernpunten MLa (14) persoonlijk leertraject Levend Leren MLc (10-15) + CD-ROM LL (20-76) leerteam leertraject VL (23-26) MLc (16-23) + CD-ROM VL (30-32) monitorsheet VL (38-56) MLc (26-31) + CD-ROM MLa (20) indexsheets MLa (60-70) MLc (32-46) + CD-ROM TDL-SDL (27-34) LWK-overzichtsheets inspiratie en motivatie MLc (47-59) + CD-ROM DD (95-116) balanssheet leerlandschap MLc (60-62) + CD-ROM LL (47-55) LL ( ) MLa (31-33) MLa (35) TDL-SDL (41-45) TDL-SDL (54-57 p basics) persoonlijk leertraject MLa (44-46) persoonlijke leeragenda MLa (46-47) MLb (21-26) leerteams MLa (42-44) TDL-SDL (34-40) portfolio MLa (47-50) 3

4 stage MLa (50-53) indexsheets MLa (74-76) LWK-overzichtsheets MLa (77-78) benchmarkonderzoek MLb (27-30) assessmentdialoog MLb (59-61) basics 3 leer- en communicatie- matrix 8 kwaliteiten TDL-SDL (vouwvel) MLa (20-28) activiteitenkaart MLa (33-34) MLc (24-25) + CD-ROM MLb (9-20) TDL-SDL (48-51) TDL-SDL (57-62) bijkomende kwaliteiten TDL-SDL (6369 matrix 8 TDL-SDL ( ) TDL-SDL (235) activiteitenkaart MLa (26) TDL-SDL (59) mindmappen MLa (22-26) basics 4 en 5 basics 4 en 5 (inclusief LWK-driehoeken 4 schijven) TDL-SDL (twee kunst- TDL-SDL (73-79) stof driehoeken) leef- en werkkwaliteiten LWK-overzicht DDJ (26-28) ML (uitklapvel) DDJ (32-33) LWK-spel MLa (29-30) ML (spelbord en TDL-SDL (45-48) LWK-kaartjes) TDL-SDL ( p wat-schijf verschijnt in werken met de driehoeken) Levend Leren II. * 4

5 Info-overzicht * Het ontwikkelen van en werken met leerlandschappen. LWK-overzicht hoe-schijf verschijnt in MLa (31) Levend Leren II. * LWK-spel waartoe-schijf verschijnt MLa (31) in Levend Leren II. * waarom-schijf verschijnt in Levend Leren II. * LL Jansen, Hans (2005). Levend Leren. Ontwikkeling, onderzoek en ondersteuning binnen het pedagogisch werkveld. Utrecht: Uitgeverij Agiel. DDJ Jansen, Hans & Haan, Dick de (2005). Dalton! Durf jij? Impulsen voor studie en onderwijspraktijk. Utrecht: Uitgeverij Agiel. DD Jansen, Hans & Haan, Dick de (2006). Dalton? Doorgaan! De praktijk van de daltoncoördinator. Utrecht: Uitgeverij Agiel. VL Jansen, Hans & Van der Linde, Renée van der (2006). Vertellend leren. Digital Storytelling binnen Levend Leren. Utrecht: Uitgeverij Agiel. ML Jansen, Hans & Voskuilen, Wim (2006). Het montessorileerlandschap. Werkmateriaal voor leraren van montessorischolen en voor de opleiding leid(st)er montessoribasisonderwijs. Utrecht: Uitgeverij Agiel. MLa Jansen, Hans & Voskuilen, Wim (2006a). Het montessorileerlandschap. Werkboek voor leraren van montessorischolen en voor de opleiding leid(st)er montessoribasisonderwijs. Utrecht Uitgeverij Agiel. MLb Jansen, Hans & Voskuilen, Wim (2006b). Het montessorileerlandschap. Bijlagenboek voor leraren van montessorischolen en voor de opleiding leid(st)er montessoribasisonderwijs. Utrecht Uitgeverij Agiel. MLc Jansen, Hans & Voskuilen, Wim (2006c). Het montessorileerlandschap. Formulierenboek voor leraren van montessorischolen en voor de opleiding leid(st)er montessoribasisonderwijs. Utrecht Uitgeverij Agiel. TDL-SDL Jansen, Hans (2007). Van TDL naar SDL en CDL binnen opleidingen. Van teacher-directed learning naar self-directed learning en co-directed learning. Utrecht: Uitgeverij Agiel. Figuur 1 Info-overzicht 5

6 3 Leerlandschap 3.1 De kaart het leerlandschap De kaart van het leerlandschap geeft aan: uit welke domeinen (basics) en leerdomeinen (subdomeinen) het leerlandschap bestaat welke gebieden in samenhang met elkaar in elk leerdomein (subdomein) opgenomen zijn welke verplichte en welke keuze-items er binnen elk leerdomein (subdomein) geselecteerd zijn de relaties tussen de leerdomeinen (subdomeinen) onderling de organizer 1 van het leerlandschap Een leerlandschap is samengesteld uit vijf domeinen (basics), waarbij domein 4 (basics 4) (meestal) verder onderverdeeld is in vijf tot zeven leerdomeinen (subdomeinen). De onderdelen van de zeven leerdomeinen (subdomeinen) worden door de studenten 2 uitgewerkt tot leef- en werkkwaliteiten. De leer- en communicatiekwaliteiten zijn voor opleidingen gesitueerd in domein 3 (basics 3). 3.2 Werken met een leerlandschap Bij het werken met een leerlandschap maakt een student vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid keuzes rond onderwerpen die in het licht van zijn leren en zijn beroepsvoorbereiding c.q. beroepsuitoefening de moeite waard zijn. Hij maakt met zijn leerteam een plan waarin hij aangeeft hoe en wat hij de komende tijd gaat leren en op welke wijze hij wil en gaat demonstreren wat hij geleerd heeft. In deze planning worden binnen een opleiding met name de leer- en communicatiekwaliteiten van basics 3 in het kader van het ontwikkelen van de leef- en werkkwaliteiten van basics 4 en 5 met behulp van de matrix 8 uitgewerkt. De demonstraties van zijn leren (papers, essays, tekeningen, gedichten, digital stories waarin hij film, foto s, beeld, tekst en muziek combineert, enz.) neemt de student - tijdelijk - op in zijn portfolio. Bij het werken met een leerlandschap zet de student een aantal stappen in de zogenaamde leerroute. Tijdens de opleiding wordt aan alle onderdelen van deze leerroute, 1 Een organizer is een metafoor die gebruikt wordt om de betekenis van een landschap en de onderlinge relaties, verhoudingen en positionering in één oogopslag duidelijk te maken. Dit specifieke metaforische arrangement vormt in zijn totaliteit het beeld van een leerlandschap 2 In deze quick-reference-info verstaan we onder studenten zowel studenten van een initiële beroepsopleiding als professionals in opleiding en professionals in na- en bijscholing. 6

7 Leerlandschap die samen de leer- en communicatiekwaliteiten vormen aangevuld met een serie bijkomende kwaliteiten, expliciet aandacht besteed. Centraal binnen het werken met een leerlandschap staat het doen van onderzoek en het stellen van vragen. 3.3 Het model van een leerlandschap Het algemene model van een leerlandschap (voor opleidingen) zoals dit op tot op dit moment (2007) ontwikkeld is start vanuit de antropologie van een opleiding, waarbij de antropologie bestaat uit een combinatie van een wereldbeeld, mensbeeld (inclusief kindbeeld en studentbeeld), beroepsbeeld, de dominante waarden die gedeeld worden, opleidingsconcept en opleidingsfilosofie. Daarna volgen in het leerlandschap vijf domeinen (basics genaamd). In het model van een leerlandschap wordt de weg aangegeven die een student kan volgen bij het doorlopen van zijn persoonlijke leertraject. De opleiding start - als gezegd - met het weergeven van de antropologie van de opleiding linksboven op de kaart van het leerlandschap. De student vergelijkt steeds weer zijn persoonlijke antropologie (die hij tijdens de opleiding verder uitwerkt) met de antropologie van de opleiding om te bekijken of hij zich thuis voelt bij de opleiding. Een opleiding die zijn antropologie niet geformuleerd heeft en niet de belangrijke waarden van de opleiding duidelijk maakt is een waarde(n)loze opleiding. De student werkt na de kennismaking met de antropologie van de opleiding en de confrontatie van deze antropologie met zijn persoonlijke antropologie binnen een aantal domeinen waarin hij kan focussen op de ontwikkeling van zijn leef- en werkkwaliteiten (de kwaliteiten die hij nodigt heeft voor zijn dagelijkse leven en voor zijn werk als beroepsfunctionaris). Deze domeinen worden aangeduid als basics, dat wil zeggen dat de domeinen die leef- en werkgebieden omvatten die mensen minimaal nodig hebben om te (over)leven en die aangevuld kunnen c.q. moeten worden met alle zaken die de kwaliteit van leven en werken kunnen verhogen. Het model geeft een volgorde aan die uitsluitend dient voor het helder krijgen van de werkmomenten van de opleiding, maar die in de dagelijkse opleidingswerkelijkheid geïntegreerd voorkomen. Voor het figuur Het leerlandschap zie het omslag van de Quick-reference-info of de Quick-reference-card I. 7

8 3.4 Ingangskanalen en deellandschappen Het definiëren van de ingangskanalen 3 Voor het definiëren van de ingangskanalen voor een leerlandschap nemen de ontwikkelaars van het leerlandschap (i.c. studenten, opleiders/coaches en vertegenwoordigers van het werkveld) een vel papier voor zich. Ze tekenen daarop de vorm van het leerlandschap die ze tijdens een open space sessie gekozen hebben (of ze schrijven in een ovaal in het midden van het vel papier het begrip leerlandschap). Daarna geven de ontwikkelaars aan welke kennis- en informatiedomeinen uit de buitenwereld van de opleiding (ingangskanalen) van invloed zijn op de samenstelling van het leerlandschap. Ze tekenen de ingangskanalen en schrijven de namen van de kennis- en informatiedomeinen (deellandschappen) erbij. Ze moeten in ieder geval de zes kennis- en informatiedomeinen c.q. deellandschappen in hun landkaart opnemen die hieronder genoemd worden. De zes deellandschappen Een leerlandschap wordt ontwikkeld door de betekenisvolle integratie van deellandschappen die de leef- en leeromgeving van studenten vormen dan wel daarbinnen van betekenis zijn. De deellandschappen die het meest van invloed zijn op de ontwikkeling van studenten zijn: Het waarde(n)landschap van de opleidingsorganisatie (ingebed in dan wel afgezet tegen de gedeelde dominante waarden van Nederlandse opleidingen aangevuld door de internationale dialoog in dezen vanuit de gekozen antropologie c.q. filosofie) Het vraaglandschap van het beroepenveld (in relatie tot het gekozen uitstroomprofiel van een student) Het startlandschap van een student: het voortraject en de persoonlijke resources van een student (verbonden aan de persoonlijke ontwikkeling en de ontwikkelingsvragen van die student en verbonden aan de persoonlijke keuzes c.q. wensen en het geambieerde uitstroomprofiel van de student) Het leeflandschap van een student: de dagelijkse leefomgeving van een student (die ook zaken als muziek, sport, literatuur, beeldende kunst, politiek e.d. bevat); de integratie van het leeflandschap van een student binnen de opleidingsomgeving maakt het mogelijk om als student te kiezen voor een smalle, intensieve en uitsluitend beroepsgerichte opleiding of voor een brede c.q. diepe beroeps- en 3 Deze fase van het samenstellen van een leerlandschap volgt op de fase van de open space benadering, waarin de vorm van het leerlandschap getekend is. 8

9 Leerlandschap persoonsgerichte (permanente) totaalopleiding (of voor één van de vele varianten tussen de twee uiteinden van het opleidingscontinuüm) Het ontwikkellandschap (1) van wetenschap, bedrijfsleven en politiek: de ontwikkelingen die de wetenschap (c.q. de universiteiten), het bedrijfsleven en de politiek (c.q. de overheid) voortbrengen en die van betekenis zijn voor opleiding en ontwikkeling van studenten Het ontwikkellandschap (2) van lectoren, kenniskringen, hogescholen en de kunstwereld: de ontwikkelomgeving van lectoren, kenniskringen, hogescholen en de kunstwereld die van betekenis is voor opleiding en ontwikkeling van studenten (b.v. de tools die de lectoren c.q. kenniskringen voortbrengen en het onderzoek dat zij verrichten) waarde(n)landschap leeflandschap vraaglandschap leerlandschap ontwikkellandschap 1 startlandschap ontwikkellandschap 2 Figuur 2 De zes deellandschappen van een leerlandschap 3.5 Basics Het domein basics 1 van een leerlandschap wordt gevormd door zaken die ieder mens nodig heeft om in onze wereld te overleven. Denk hierbij aan eten, drinken, kleding, wonen, liefde e.d. Deze zaken zijn in Nederland redelijk goed verzorgd en hoeven daarom niet of nauwelijks deel uit te maken van de opleiding voor professionals. Omdat in onze samenleving echter een disbalans bestaat tussen wat noodzakelijk is en wat verkrijgbaar is (we eten te veel, drinken te veel, roken, gebruiken drugs enz.) moet er soms stil gestaan worden bij de inhouden van basics 1. 9

10 In basics 2 4 wordt aan de zogenaamde culturele kwaliteiten, als rekenen, lezen, schrijven, onderwijs volop aandacht besteed (inclusief aan die momenten waarop leren niet vanzelfsprekend gaat of zelfs verstoord is). In de opleiding voor professionals worden alleen elementen van basics 2 opgenomen als studenten een verdere ontwikkeling van hun culturele kwaliteiten nodig hebben. Het domein basics 3 omvat de zogenaamde leer- en communicatiekwaliteiten (de leerroute) en de bijkomende kwaliteiten. Het gaat daarbij om kwaliteiten die het leren en communiceren van studenten ontwikkelen en ondersteunen en die van betekenis zijn voor - de ontwikkeling van - de mens achter de student. In basics 4 vinden we de leerdomeinen (subdomeinen) die een rol spelen binnen het leven en de beroepsopleiding van studenten. Studenten werken deze leerdomeinen (subdomeinen) uit tot leef- en werkkwaliteiten. Basics 5 wordt door studenten gebruikt voor de vormgeving van hun uitstroomprofiel. Hun specialisatie, de keuze van een minor en specifiek onderzoeken vinden hun thuisbasis in basics Basics 4 Basics 4 bevat alles wat binnen een (specifieke) beroepsopleiding (VMBO, MBO en HBO) en/of wetenschappelijke opleiding (WO) van betekenis is. Dit houdt in dat er vele verschillende leerlandschappen zijn (voor elke beroeps- of wetenschappelijke opleiding één), maar ook dat met gelijk blijven van basics 1, basics 2 en basics 3 verdere uitwerking van het leerlandschap in de richting van basics 4 en basics 5 op verschillende manieren kan gebeuren. Richting gevend voor de samenstelling van basics 4 zijn de vier schijven (wat, hoe, waartoe en waarom), die samen (in onderlinge samenwerking) de verschillende keuzearrangementen in beeld brengen en die ervoor zorg dragen dat fenomenen leven en leren zowel aandacht geven aan de inhoudelijke component van een opleiding (de wat-schijf in combinatie met de deellandschappen) als aan de wijze waarop deze inhouden tot de professionele bagage van studenten gaan behoren (de hoe-schijf in combinatie met basics 4 - de didactische component). De vier schijven schenken in relatie tot elkaars focus en werkterrein aandacht aan de volgende elementen van het leven, leren, spelen en werken van studenten: Wat: de inhouden van basics 3, weergegeven als verplichte en keuze-items en gegroepeerd in leerdomeinen (subdomeinen), die door middel van onderzoek, verkend, uitgewerkt, aangevuld, veranderd e.d. kunnen worden. 4 Basics 2 wordt in de praktijk opgesplitst in basics 2a: primair onderwijs en basics 2b: secundair onderwijs. 10

11 Leerlandschap Hoe: de wijze waarop onderzoek binnen de leerdomeinen (subdomeinen) opgezet en uitgevoerd kan worden c.q. de wijze waarop de inhouden van de leerdomeinen (subdomeinen) door studenten eigen gemaakt kunnen worden, te weten: door het kiezen en gebruiken van werkvormen door het kiezen en inzetten van leer- en communicatiekwaliteiten door het kiezen en uitwerken van bijkomende kwaliteiten door het werken in leerteams door onderzoek, assignments e.d. Waartoe: het doel waarop het onderzoek binnen een leerdomein (subdomein) gericht is c.q. wat aan het eind van een onderzoeksperiode verwacht wordt aan (leer)resultaten van studenten, m.a.w. (de kwaliteit van) het leerproces, de leerproducten en de professionele performance van studenten gepresenteerd tijdens een assessment e.d. Waarom: de verantwoording van de keuzes van de opleiding met betrekking tot de selectie van de verplichte items binnen de leerdomeinen (subdomeinen) van basics 4 en de verantwoording van de keuzes van de student met betrekking tot: het opnemen en uitwerken van keuze-items binnen de leerdomeinen (subdomeinen) van basics 4 de uitwerking van het onderzoek binnen een leerdomein (subdomein): het hoe de feitelijke leerresultaten in relatie tot de kwaliteitseisen van de opleiding, het werkveld, het leerteam en de student zelf 3.7 Basics 5 De inhouden basics 5, waarbij meerdere domeinen naar keuze aan basics 4 hangen, wordt gevormd door: afstudeervarianten (VMBO en MBO) minoren van een bacheloropleiding (HBO) specifieke mogelijkheden in aanvulling op het hoofdprogramma van de major van een bacheloropleiding (HBO) specifieke mogelijkheden in aanvulling op het gemeenschappelijk deel van een masteropleiding (HBO) uitstroomprofielen van een masteropleiding (HBO). 11

12 4 Leer- en communicatiekwaliteiten 4.1 De leerroute Voor het leren binnen een opleiding (met het leerlandschap in de hand) en voor het uitwerken van leef- en werkkwaliteiten 5 wordt veel aandacht besteed aan de leer- en communicatiekwaliteiten van een student. Deze kwaliteiten moeten met name ingezet worden bij alle onderzoeken en de stage van de student (dat wil zeggen dat bij elke grote leeractiviteit de veertien leer- en communicatiekwaliteiten vaak in volgorde gebruikt worden). oriënteren leerlandschap kiezen operationaliseren adopteren plannen self- en co-directed werken evalueren assessment monitoren modificeren rapporteren marking waarderen follow-up Figuur 3 De leerroute 5 Een student heeft leer- en communicatiekwaliteiten nodig voor (de ontwikkeling van) zijn leef- en werkkwaliteiten. 12

13 Leer- en communicatiekwaliteiten De leerroute bestaat uit veertien leer- en communicatiekwaliteiten, te weten: oriënteren kiezen operationaliseren adopteren plannen self- en co-directed werken en self- en co-directed activiteiten monitoring modificeren evaluatie assessment het rapporteren van onderzoeksprocessen en onderzoeksresultaten marking het waarderen van leeruitkomsten follow-up en integratie en uit veertien bijkomende kwaliteiten, te weten: (leer)doelen formuleren kaarttechnieken gebruiken (inclusief: het samenstellen van een activiteitenkaart) kwaliteit aangeven, controleren en borgen kwaliteitscriteria formuleren en gebruiken feedback vragen, geven en gebruiken reflecteren aandacht geven aan leerprocessen en leerproducten aandacht geven aan professionele performance aandacht geven aan persoonlijk leertraject en persoonlijke leeragenda aandacht geven aan portfolio aandacht geven aan stage aandacht geven aan onderzoek aandacht geven aan professionele boekhouding aandacht voor de ontwikkelingsniveaus van een student (novice, competent, professioneel en excellent) De leer- en communicatiekwaliteiten staan binnen opleidingen in een redelijk vaste volgorde, maar kunnen afhankelijk van de leersituatie gecombineerd aan de orde komen of van plaats verwisselen. De totaliteit van de leerroute (inclusief de relaties tussen de verschillende leer- en communicatiekwaliteiten) is van groter belang dan het toepassen van beknellende (en vaak castrerende) didactische regels. 13

14 Op bepaalde momenten binnen een leertraject van een opleiding moet aan één of meer leer- en communicatiekwaliteiten expliciet extra aandacht besteed worden, bijvoorbeeld: de focus op oriënteren, kiezen, operationaliseren, adopteren en plannen en op de bijkomende kwaliteit: het aanmaken van een activiteitenkaart de focus op monitoring de focus op de bijkomende kwaliteit: het traject tussen de ontwikkelniveaus van een student (van novice, via competent en professioneel naar expert/excellent) de focus op modificeren en op de bijkomende kwaliteiten: de ontwikkeling binnen een leerproces en van de leerproducten van een student en het integreren van de onderdelen van een leerdomein (subdomein), van de leerdomeinen (subdomeinen) samen en van de domeinen (basics) van het leerlandschap de focus op rapporteren de focus op evalueren en assessment en op de bijkomende kwaliteit: professionele performance de focus op marking de focus op waarderen en follow-up Aan de leer- en communicatiekwaliteit zelfstandig leren en werken (self-directed leren en werken) en leren en werken in en met een leerteam (co-directed leren en werken) wordt met name specifieke aandacht besteed tijdens de coachbijeenkomsten. 4.2 Leer- en communicatiekwaliteiten De eigen verantwoordelijkheid van de student, dat wil zeggen de verantwoordelijkheid voor zijn eigen leven en leren, de professionele ontwikkeling, de ontwikkeling van zijn pedagogische sensitiviteit en zijn ethische en esthetische keuzes starten vanuit zijn passie en inspiratie en vanuit teamleren, onderzoek, samenwerking en empowerment. In basics 3 ontwikkelen studenten de leer- en communicatiekwaliteiten en bijkomende kwaliteiten, die ze gebruiken voor hun (leer)ontwikkeling binnen basics 4 en 5. Onderstaande specificatie van de leer- en communicatiekwaliteiten en bijkomende kwaliteiten (basics 3 - in paragraaf 4.3) is met name gebaseerd op het uitwerken van de inhouden van basics 4 en 5 in een beroepsopleidingssituatie (hoger onderwijs). Voor het primaire proces binnen de basisschool, de school voor voortgezet onderwijs, de school voor speciaal onderwijs, de school voor middelbaar beroepsonderwijs e.d. moeten aanpassingen en aanvullingen in het verhaal aangebracht worden. 14

15 Leer- en communicatiekwaliteiten De veertien leer- en communicatiekwaliteiten (LCK s) van studenten zijn: LCK-1: oriënteren De student oriënteert zich met zijn leerteam binnen het leerlandschap. Hij bekijkt de leermogelijkheden, de keuzemogelijkheden, de verplichtingen enz. 6 in eerste instantie van basics 3 (de leer- en communicatiekwaliteiten) en daarna van basics 4 en 5 (de leefen werkkwaliteiten). Aan basics 1 en 2 besteedt hij alleen aandacht als deze in het voortraject (het onderwijs en de opleidingen voorafgaande aan het huidige leertraject) onvoldoende aan de orde zijn geweest en door deze lacune een belemmering ontstaat voor het op een kwalitatief hoog niveau in huis halen van de leef- en werkkwaliteiten van basics 4 en 5. De oriëntatie op basics 5 kan ook later in het leertraject gebeuren op het moment dat de student weet welke kwaliteiten hij nodig heeft in het kader van zijn specialisatie, voor de keuze van een minor (binnen een bacheloropleiding) en/of voor de samenstelling van zijn uitstroomprofiel (binnen de masteropleiding). Op het moment dat het leerlandschap betekenis voor hem heeft, kiest de student met zijn leerteam voor onderzoek 7 binnen één van de leerdomeinen (subdomeinen). LCK-2: kiezen De keuze van de student voor onderzoek binnen één van de leerdomeinen (subdomeinen) hangt samen met de vraagstukken en/of ontwikkelpunten die voortvloeien uit zijn werk op de stage en met zijn persoonlijke antropologie. De werkzaamheden van het leerteam binnen het onderzoeks- en leertraject worden afgestemd op: het verwerven van leer- en communicatiekwaliteiten het verwerven van leef- en werkkwaliteiten het leven, leren en werken in het leerteam de stageactiviteiten de persoonlijke professionalisering en de persoonlijke uitgroei van een student de integratie van deze elementen LCK-3: operationaliseren Voor het operationaliseren van het onderzoek binnen een leerdomein (subdomein) en van alle onderzoeksmogelijkheden verbindt de student met zijn leerteam de verplichte en keuze-items van het gekozen leerdomein (subdomein) met de authentieke leersituatie van de stage. Voor het operationaliseren kan de student de techniek van 6 De leermogelijkheden, keuzemogelijkheden, verplichtingen enz. van c.q. voor een student zijn opgenomen in een werkboek dat het leren van de student ondersteunt en begeleidt. 7 Omdat kritisch onderzoek van een student binnen Levend Leren een basisactiviteit vormt, is een student niet receptief en consumptief ingesteld op het ontvangen van onderwijs, maar proactief en productief in het genereren van de kennis en wijsheid die hij nodig heeft voor zijn huidige en toekomstige leven en werken. 15

16 het mindmappen gebruiken. Deze activiteit (behorend tot de zogenaamde kaarttechnieken) wordt uitgewerkt tot een activiteitenkaart (wie binnen het leerteam wat, wanneer en waar doet - zie hieronder), die de student meeneemt naar zijn planningsactiviteiten verderop in de leerroute. LCK-4: adopteren Lange tijd samen met een leerteam werken aan een onderzoek van een leerdomein (subdomein) gecombineerd met stageactiviteiten is alleen mogelijk als de activiteit voor de student van betekenis en zinvol is en aansluit bij zijn dagelijkse professionele ontwikkeling in de praktijk. De student moet van het door hem geselecteerde leerdomein (subdomein) houden. Hij moet (samen met zijn leerteam) eigenaar zijn van het leerdomeinonderzoek (subdomeinonderzoek). Hij moet het leerdomein (subdomein) in de geplande uitwerking adopteren. LCK-5: plannen De student moet elk domeinperiode plannen, dat wil zeggen: hij moet in kaart brengen wanneer hij welke activiteit uitvoert om zijn persoonlijke leerdoelen te halen. Voor deze activiteit kan de student gebruik maken van zijn persoonlijke leeragenda en een activiteitenkaart. Activiteitenkaarten vormen een onderdeel van de uitwerking van een leerdomein (subdomein). Voor het operationaliseren van de domeininhouden en domeinactiviteiten kunnen studenten als genoemd kaarttechnieken gebruiken. Deze kaarttechnieken leveren een activiteitenkaart op. Een activiteitenkaart in zijn meest eenvoudige vorm is hieronder opgenomen. Activiteitenkaart Naam student: Studentennummer: Namen van andere teamleden: wat 1? wie? wanneer? hoe? waar? wat 2? wat 3? wat 4? Figuur 4 De activiteitenkaart 16

17 Leer- en communicatiekwaliteiten LCK-6: self- en co-directed werken en self- en co-directed activiteiten De leer- en communicatiekwaliteit self- en co-directed werken en self- en co-directed activiteiten wordt uitgebreid in Van TDL naar SDL en CDL binnen opleidingen (Jansen, 2007) besproken. LCK-7: monitoring Tijdens het werken van een leerteam aan: leer- en communicatiekwaliteiten onderzoek in het kader van het in huis halen van leef- en werkkwaliteiten de stage het lezen over, dialogiseren over en reflecteren op theorie het bewust worden, aanscherpen, verbeteren en veranderen van de eigen antropologie de integratie van deze onderdelen creëert de student met zijn leerteam oefen- en tussentoetsmogelijkheden 8. Deze twee mogelijkheden geven de student de middelen, ervaringen en aanwijzingen in handen om zijn ontwikkeling en zijn progressie systematisch te volgen en op een hoger plan te brengen. De student bespreekt regelmatig met zijn leerteam en zijn coach zijn portfolio 9. Naast self-monitoring (het monitoren c.q. volgen van de eigen ontwikkeling en progressie) is de student ook verantwoordelijk voor peer-monitoring (het monitoren c.q. volgen van de ontwikkeling en de progressie van zijn leerteamleden en het bespreken van de monitoraantekeningen van medestudenten met zijn leerteam). LCK-8: modificeren Om de kwaliteit van de leerproducten te verbeteren, modificeert 10 de student deze producten steeds weer op basis van zelfreflectie en feedback van zijn leerteam en van 8 Oefenmogelijkheden zijn werksessies waarin de student met zijn leerteam oefent (op de opleiding of op zijn stage) met de leef- en werkkwaliteiten van de opleiding. Deze kwaliteiten moeten in het systeem van de student terecht komen. Tussentoetsmogelijkheden zijn werksessies waarin de student - tussendoor - (op de opleiding of op zijn stage) de stand van zaken van de ontwikkeling van zijn leef- en werkkwaliteiten (de hoeveelheid, de kwaliteit en het niveau) laat assessen en/of beoordelen door zijn leerteam, zijn coach en/of stagebegeleider om aanwijzingen te verkrijgen voor het verbeteren en veranderen van zijn leefen werkkwaliteiten. 9 Bij het gebruik van een portfolio binnen een opleiding kan gebruik gemaakt worden van een startportfolio, een ontwikkelingsportfolio, een monitorportfolio en een eindportfolio. 10 Modificeren is een combinatie van aanpassen, verbeteren en veranderen. 17

18 zijn coach. Dit is een nooit eindigend proces waarin producten heen en weer gaan tussen student, leerteam en coach. Als alle partijen tevreden zijn over de kwaliteit van de leerproducten, wordt verdere ontwikkeling - tijdelijk - stopgezet, omdat de student meerdere taken te verrichten heeft. Voor de verbetering van de kwaliteit van het ontwikkelingsproces en voor de verbetering van zijn professionele performance, formuleert de student (samen met zijn leerteam en zijn coach) persoonlijke en collectieve leerdoelen. Deze neemt hij op in zijn persoonlijke leeragenda. LCK-9: evaluatie 11 Bij het evalueren onderzoekt de student de stand van zaken, de progressie en de realisatie van zijn persoonlijke leerdoelen. Doel ervan is om het leerproces, de leerproducten en de persoonlijke performance te verbeteren en te veranderen. De student evalueert de stand van zaken regelmatig met zijn leerteam en zijn coach. LCK-10: assessment Bij het assessment meet en weegt de student zelf de kwaliteit van het proces en de resultaten van zijn ontwikkeling (self-assessment) of laat hij dit door zijn leerteamleden doen (peer-assessment) of door zijn coach (expert-assessment). Voordat de student besluit tot een formeel assessment (bijvoorbeeld een tentamen voor de afsluiting van een onderdeel een leerdomein c.q. subdomein), kan hij oefenmogelijkheden inbouwen (bijvoorbeeld in de vorm van een leerlaboratorium 12 ) en kan hij tussentoetsmogelijkheden arrangeren in zijn leerteam of aanvragen bij zijn coach. Formele assessments (tentamens) vinden vaak plaats in de vorm van een assessmentdialoog 13 of een coachgesprek 14 in het leerteam. 11 Zie als hulpmiddel voor evaluatie het onderdeel persoonlijke evaluatieopzet van de persoonlijke leeragenda van een student. 12 Tijdens een leerlaboratorium oefenen studenten onder begeleiding van een coach in leerteams en/of met andere studenten praktische vaardigheden. 13 Studenten kunnen voor hun (eind)assessment kiezen voor een assessmentdialoog. In een assessmentdialoog brengt de student, onder begeleiding van zijn coach, de stand van zaken m.b.t. zijn ontwikkeling in beeld. Het gaat hierbij om wat er goed is, wat er verbeterd kan worden en op welke wijze dit dan kan gebeuren. 14 Tijdens een coachgesprek bespreekt een student met zijn coach individueel of met zijn leerteam de voortgang van zijn leertraject, de leerproblemen en leerbelemmeringen die hij tegenkomt, alternatieve leerinvullingen van zijn leertraject en de bijstelling van zijn leerstrategie en/of zijn persoonlijke leeragenda. 18

19 Leer- en communicatiekwaliteiten LCK-11: het rapporteren van onderzoeksprocessen en onderzoeksresultaten 15 Van de ontwikkeling van het leerproces, de leerproducten en de professionele performance moet de student regelmatig met behulp van zijn portfolio de stand van zaken (inclusief progressie en kwaliteit) aan zijn coach en zijn leerteam laten zien. De rapportage van zijn portfolio is gekoppeld aan de bewijsstukken in zijn portfolio (papers, essays, werkstukken, digital stories e.d.). Van de bewijsstukken in zijn portfolio maakt de student een selectie voor zijn eindassessment. Voor de rapportage met behulp van het portfolio gelden zowel afspraken met betrekking tot de professionele boekhouding van de student als eisen met betrekking de inhoud, de vormgeving en de kwaliteit van de rapportage. LCK-12: marking Marking is een procedure van waardetoekenning aan een leerproces, leerproducten en/of de professionele performance van een student. Op deze wijze wordt duidelijk gemaakt wat de betekenis, waarde en waardering van de ontwikkeling van het een voor de ander is. Binnen de traditionele onderwijs- en opleidingswereld gebeurt marking in de vorm van cijfers en uitspraken als voldoende, onvoldoende en goed. Voor studenten in een leerteam bestaat de markingsprocedure in grote lijnen uit het aangeven wanneer de student, de leerteamleden en de coach tevreden zijn over de leerontwikkeling van de student (het leerproces), wanneer de leerproducten wel of niet acceptabel zijn (en waarom wel of niet) en wanneer de professionele performance van de student als onder de maat of als op niveau, dan wel als topprestatie aan te merken is. Ook bij uitspraken over kwaliteit en niveau (competent, professioneel en excellent) spelen markingsprocedures een rol. De student, zijn leerteam en zijn coach zullen heldere, transparante afspraken moeten maken over de demarcatielijn 16 en over de kwaliteitsuitspraken die gedaan moeten en kunnen worden. LCK-13: het waarderen van leeruitkomsten Na de markingsprocedure volgt het proces van het formeel en informeel waarderen van leerontwikkelingen, leerprocessen, leerprestaties, leerproducten en professionele performance. Informeel waarderen gebeurt (in een leerteam) in de vorm van het vieren van processen en successen en het organiseren en uitvoeren van kritische nabesprekingen. Formeel waarderen zien we vooral bij certificeren, diplomeren, het winnen van prijzen enz. 15 Aangevuld met het rapporteren van leerontwikkelingen. 16 De demarcatielijn is de scheiding tussen voldoende en onvoldoende progressie in en kwaliteit van het leerproces, voldoende en onvoldoende uitwerking en kwaliteit van de leerproducten en voldoende en onvoldoende progressie in en kwaliteit van de professionele performance. 19

20 LCK-14: follow-up en integratie De follow-up en integratie van de opleiding bestaat uit: het verbinden van de verplichte en keuze-items van een leerdomein (subdomein) met de verplichte en keuze-items van andere leerdomeinen (subdomeinen) (als eerder genoemd) het verbinden van wat de student leert: - in en met zijn leerteam - van zijn onderzoek - van de bestudering van theorie - tijdens de stage - door het aanscherpen, aanvullen, verbeteren en veranderen van zijn persoonlijke antropologie het verbinden van de opleidingselementen met elementen uit het dagelijks leven, de maatschappij, vervolgopleidingen, het (aanstaande) werk, de geschiedenis van het opleiden van professionals e.d. 4.3 Bijkomende kwaliteiten De bijkomende kwaliteiten die studenten binnen hun opleiding moeten c.q. kunnen ontwikkelen (en die mede de inhoud van basics 3 vormen) worden hieronder één voor één uitgewerkt. BK-1: (leer)doelen formuleren 17 Na het operationaliseren van het onderzoeksfenomeen van het onderzoek binnen een leerdomein (subdomein) formuleert een student samen met zijn leerteam één of meer (leer)doelen, waarmee hij duidelijk maakt wat hij door middel van welk onderzoek en andere leeractiviteiten de komende periode wil realiseren. BK-2: kaarttechnieken gebruiken (inclusief: activiteitenkaart) Studenten kunnen bij het uitwerken van verplichte en keuze-items 18 naar leef- en werkkwaliteiten gebruikmaken van de volgende kaarttechnieken: mindmapping visual writing matrix 17 Zie als hulpmiddel voor het formuleren van (leer)doelen het onderdeel persoonlijke leerdoelen van de persoonlijke leeragenda van een student. 20

21 Leer- en communicatiekwaliteiten De kaarttechnieken kunnen door student gebruikt worden voor: het aanmaken van een begrippenkaart het uitwerken van de geselecteerde items het samenstellen van een relatiekaart het samenstellen van een activiteitenkaart BK-3: kwaliteit aangeven, controleren en borgen Bij de ontwikkeling van een student tot een professional komt kwaliteit om de hoek kijken: de kwaliteit van het ontwikkelingsproces, de kwaliteit van de opgeleverde producten en de kwaliteit van de professionele performance. En in deze kwaliteitsontwikkeling (kwaliteitsverbetering en kwaliteitsverandering) moet waarneembare progressie zitten (van novice via competent en professional naar expert). De kwaliteit die van een student verwacht wordt is samengesteld uit: de kwaliteitseisen van de opleiding de kwaliteitseisen van het werkveld de kwaliteitseisen van het leerteam de kwaliteitseisen van de student zelf De student moet op (etnografisch) onderzoek gaan naar de kwaliteitseisen van de opleiding en het werkveld. Hij moet deze kwaliteitseisen en de daaraan gekoppelde kwaliteitscriteria (al dan niet inclusief kwaliteitsstandaards en kwaliteitsindicatoren) vastleggen in zijn persoonlijke leeragenda. De student moet samen met zijn leerteam de kwaliteitseisen van het leerteam opstellen (en in zijn persoonlijke leeragenda opnemen) en ook moet hij zijn persoonlijke kwaliteitseisen formuleren (en aan zijn persoonlijke leeragenda toevoegen). Na het formuleren van de kwaliteitseisen en het integreren van de vier hierboven genoemde kwaliteitsvelden bekijkt de student samen met zijn leerteam en zijn opleider/coach of: leerteamleden, opleider/coach en student de kwaliteitseisen op dezelfde manier interpreteren (deze activiteit kan leiden tot het genereren van kwaliteitsstandaards en kwaliteitsindicatoren) leerteamleden, opleider/coach en student naar dezelfde kwaliteitsaspecten kijken (leerteamleden, opleider/coach en student moeten hun kwaliteitsmetingen matchen) de student en de leerteamleden steeds weer de kwaliteit van de leerprocessen, de leerproducten en de professionele performance bewaken, verbeteren en borgen 18 Verplichte en keuze-items zijn inhouden van leerdomeinen (subdomeinen) die studenten verplicht (in het kader van hun opleiding) dan wel naar keuze (in het kader van hun persoonlijk leertraject) in hun onderzoek binnen een leerdomein moeten c.q. kunnen opnemen en daarbij moeten c.q. kunnen vertalen in c.q. verbinden aan leef- en werkkwaliteiten. 21

22 BK-4: kwaliteitscriteria formuleren en gebruiken De student moet zich - als genoemd - voorafgaande aan het leerproces op de hoogte stellen van de kwaliteitscriteria van de opleiding en het werkveld. Zelf moet hij samen met zijn leerteam persoonlijke en leerteamkwaliteitscriteria opstellen. In zijn persoonlijke leeragenda zijn bij persoonlijke uitkomsten en bij de demonstratie van je persoonlijke leerdoelen aanwijzingen opgenomen voor het vaststellen van de kwaliteitseisen c.q. - criteria van de student zelf en van zijn leerteam. BK-5: feedback vragen, geven en gebruiken Feedback vragen, geven en gebruiken, bijvoorbeeld via het werken met twinmates, het werken in leerteams en het werken in kwaliteitskringen, raakt steeds meer ingevoerd in opleidingen. Lokhorst (2002) onderscheidt: interne feeback (feedback die de student van zichzelf ontvangt) externe feedback (feedback die de student van zijn omgeving ontvangt) directe feeback (feeback die meteen voorhanden is zonder dat de student er iets voor hoeft te doen) indirecte feeback (feedback die minder manifest is en die vraagt om bewuste inspanning om waargenomen te worden) Het leren om feedback te vragen, te geven en te gebruiken gebeurt vaak in intervisieen supervisiesessies. De student vraagt van zichzelf, zijn opleider/coach en zijn leerteamleden en geeft aan zichzelf en zijn leerteamleden gericht feedback op het ontwikkelingsproces (van zichzelf en zijn leerteamleden), de leerproducten (van zichzelf en zijn leerteamleden) en de professionele performance (van zichzelf en zijn leerteamleden). Op basis van deze feedback verbetert en ontwikkelt hij zijn professionele handelen en modificeert hij zijn leerproducten. BK-6: reflecteren Reflecteren op het eigen handelen en op dat van de leerteamleden is een vast onderdeel van de opleiding. Korthagen, Koster, Melief en Tigchelaar (2002) bieden een uitgebreid spiraalmodel voor het reflecteren van studenten. Dit model kent vijf fasen: 1 handelen en ervaring opdoen 2 terugblikken 3 formuleren van essentiële aspecten 4 alternatieven ontwikkelen en daaruit kiezen 5 uitproberen, waarbij fase 5 weer de eerste fase is van de volgende cyclus 22

23 Leer- en communicatiekwaliteiten Voor elke fase hebben zij een drietal standaardvragen (die gelden voor alle fasen) geformuleerd en een aantal specifieke reflectievragen (die per fase verschillend zijn). Voor het leren reflecteren onderscheiden Korthagen, Koster, Melief en Tigchelaar vier fasen: 1 leren van ervaringen 2 leren reflecteren 3 reflecteren 4 collegiaal ondersteund leren BK-7: aandacht geven aan leerprocessen en leerproducten Naast de ontwikkeling van de professionele performance van een student in de richting van een expert, verdienen het ontwikkelingsproces zelf en de aanmaak en verbetering van de leerproducten van student en leerteam alle aandacht. Voor de belangrijkste gebeurtenissen binnen het ontwikkelingsproces van de student, de zelfreflectie (self-reflection) en reflectie van/met leerteamleden (peer-reflection) houdt de student een dagboek bij. Dit is een persoonlijk document, dat hij kan opnemen in zijn (elektronisch) portfolio. Procesverslagen worden niet door de opleider/coach becommentarieerd en/of beoordeeld. Reflecties die een student aan zijn opleider/coach wil voorleggen neemt hij op in een reflectie essay. Leerproducten (onderzoeksverslagen, papers, werkstukken, digital stories, enz.) worden door het leerteam en de opleider/ coach becommentarieerd en hiervoor tijdelijk opgeslagen in zijn (elektronisch) portfolio en toegankelijk gemaakt voor leerteam en opleider/coach. Om de kwaliteit van de leerproducten te verbeteren modificeert de student deze producten op basis van zelfreflectie en feedback van zijn leerteam en van zijn opleider/coach. De leerproducten bewaart de student in zijn (elektronisch) portfolio. Hij gebruikt een deel van zijn leerproducten voor de presentaties ter afronding van (onderdelen van) zijn opleiding en voor de samenstelling van zijn eindportfolio. BK-8: aandacht geven aan professionele performance De opleiding is, naast de aandacht die ze schenkt aan de ontwikkeling van het leren en het leven van de student, ook gericht op zijn professionele vorming. Voor een belangrijk deel hangt deze gerichtheid samen met de activiteiten op de stage, maar ook de andere werkzaamheden tijdens de opleiding staan in dienst van, zijn gericht op of hebben een relatie met de beroepspraktijk. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de formule die gebruikt wordt voor de omschrijving van leef- en werkkwaliteiten. LWK = I*EVA+P+R 23

24 Een leef- en werkkwaliteit is een product van informatie - ook wel kennis genoemd en ervaring in de praktijk van het werk en het leven opgedaan vaardigheden het handwerk attitude een combinatie van houding, emoties en intuïtie plus de professionele performance - de feitelijke beroepsuitoefening en de professionele reflectie daarop. De professionele performance van de student in de beroepspraktijk vormt het bewijs van het in huis hebben van leef- en werkkwaliteiten en van de kwaliteit en van het niveau van deze leef- en werkkwaliteiten. BK-9: aandacht geven aan persoonlijk leertraject en persoonlijke leeragenda Voor het vaststellen van zijn persoonlijke leertraject gebruikt de student de persoonlijke leertrajectinformatie (informatie die hij van zijn opleiding verkrijgt). In zijn persoonlijke leertraject neemt de student de volgende gegevens op: de leef- en werkkwaliteiten die hij al volledig in huis heeft of die hij wil verbeteren, op een hoger niveau brengen en/of aanvullen (deze leef- en werkkwaliteiten komen bijvoorbeeld uit een eerder afgelegde opleiding). de leef- en werkkwaliteiten die nu nog ontbreken in zijn professionele arsenaal. zijn persoonlijke leerdoelen. zijn persoonlijke uitkomsten 19. Voor de planning van zijn persoonlijke leertraject stelt de student samen met zijn leerteam en zijn coach een tijdlijn c.q. agenda op: wanneer gaat hij wat met wie aanpakken. Ter ondersteuning van de invulling van zijn persoonlijke leertraject maakt een student gebruik van het instrument persoonlijke leeragenda. De student moet voor het werken met een persoonlijke leeragenda weliswaar een aantal extra handelingen verrichten, maar tegelijkertijd ondersteunt het hem in het zoeken van zijn eigen weg in een overvloed van informatie. De persoonlijke leerdoelen vormen binnen het perspectief van de opleiding het hart van de persoonlijke leeragenda. In de persoonlijke leeragenda stippelt de student zijn persoonlijke leertraject uit en beschrijft hij de persoonlijke werkwijze die hij gebruikt voor het volgen van het leertraject. 19 Persoonlijke uitkomsten zijn leerproducten die de student vervaardigt, zoals papers, werkstukken, digital stories, leermateriaal enz. 24

25 Leer- en communicatiekwaliteiten Naast de mogelijkheid om persoonlijke leerdoelen te formuleren bezit een persoonlijke leeragenda nog tal van tools die de student kan gebruiken bij de invulling en uitwerking van zijn persoonlijk leertraject, zoals: persoonlijke leerdoelen persoonlijke uitkomsten de demonstratie van zijn persoonlijke leerdoelen persoonlijke demonstratie opzet voortgangsrapportage persoonlijke evaluatie opzet persoonlijke reflectiemomenten BK-10: aandacht geven aan portfolio De student presenteert in zijn portfolio het bewijsmateriaal dat aantoont dat en op welke wijze hij de verplichte en keuze-items van de opleiding inhoud en vorm gegeven en uitgewerkt heeft. In zijn portfolio bewijst de student tevens dat en op welke wijze hij leef- en werkkwaliteiten in huis gehaald heeft. De student verwerkt de door hem verkregen leef- en werkkwaliteiten in de daarvoor bestemde overzichten in het portfolio. Het portfolio-instrument wordt (naast de persoonlijke leeragenda) als monitorinstrument gebruikt bij gesprekken met de coach. BK-11: aandacht geven aan stage In een persoonlijk stageontwikkelplan beschrijft de student zijn stageactiviteiten. Dit persoonlijk stageontwikkelplan ondersteunt de ontwikkeling en het in huis halen van de leef- en werkkwaliteiten. De student kiest zelf de strategie met betrekking tot het expliciteren en plannen van de activiteiten die leiden tot de uitwerking van een helder stageplan. De student plant welke stageactiviteiten op welke stagedagen gedaan worden. Hierbij geeft de student aan welke leef- en werkkwaliteiten bij welke activiteit centraal staan. BK-12: aandacht geven aan onderzoek De student verricht tijdens zijn opleiding permanent onderzoek. De keuze van zijn onderzoek hangt samen met de vraagstukken en/of ontwikkelpunten die voortvloeien uit zijn werk tijdens zijn stage. De keuze van de student hangt ook samen met (de bewustwording, uitwerking, verandering enz.) van zijn persoonlijke antropologie. 25

26 BK-13: aandacht geven aan professionele boekhouding Elke student moet tijdens de opleiding enkele (vaak administratieve) taken vervullen die samengevat kunnen worden als de professionele boekhouding van de student. Deze boekhouding bestaat uit: het bijhouden van een persoonlijk dagboek het invullen van een persoonlijk leertraject het invullen van een leerteamleertraject het bijhouden van een persoonlijke leeragenda het bijhouden van alle onderdelen van het portfolio het invullen van indexsheets het invullen van LWK-overzichten BK-14: aandacht voor de ontwikkelingsniveaus van een student (novice, competent, professioneel en excellent) In de opleiding start een student als novice (nieuweling). In de loop van zijn ontwikkeling groeit hij - minimaal - uit tot een competente beroepsbeoefenaar. Het aspiratieniveau van een student ligt op het niveau van professional of zelfs van expert (het excellentieniveau). De vier niveaus kunnen als volgt onderscheiden worden: novice: de betreffende leef- en werkkwaliteit is niet of nauwelijks in huis (nog weinig ontwikkeld). Oftewel, het startniveau van een student met betrekking tot de geselecteerde leef- en werkkwaliteit competent: de betreffende leef- en werkkwaliteit is ontwikkeld om in standaard situaties aangesproken te worden. Oftewel, het startniveau van een beroepsbeoefenaar (het niveau dat een student minimaal aan het einde van zijn opleiding moet bereiken). Mogelijk kan de leef- en werkkwaliteit op een aantal aspecten verbeterd worden of is de leef- en werkkwaliteit nog niet compleet of is de leef- en werkkwaliteit wat verouderd. professional: de betreffende leef- en werkkwaliteit is ontwikkeld om in complexe situaties aangesproken te worden. Oftewel, het niveau van een beroepsbeoefenaar met enige jaren werkervaring onder begeleiding van een senior expert en met de nodige adequate vervolgopleidingen (het niveau dat een student voor een deel tijdens zijn opleiding kan bereiken). Mogelijk kan de leef- en werkkwaliteit op een aantal aspecten verbeterd worden of is de leef- en werkkwaliteit nog niet compleet of is de leef- en werkkwaliteit wat verouderd. expert: de betreffende leef- en werkkwaliteit is ontwikkeld op excellent niveau en de bezitter ervan kan collega s ondersteunen bij de ontwikkeling van de betreffende leef- en werkkwaliteit. Oftewel, het niveau van een specialist, een senior beroepsbeoefenaar (het niveau dat een student voor een deel tijdens zijn opleiding kan bereiken). 26

De ontwikkeling van een montessori-leerlandschap - deel 2. Hans Jansen

De ontwikkeling van een montessori-leerlandschap - deel 2. Hans Jansen De ontwikkeling van een montessori-leerlandschap - deel 2 Hans Jansen instead of drawing a community boundary that defines legitimate knowledge, we are trying to move between communities that position

Nadere informatie

Boeken over Levend Leren

Boeken over Levend Leren Boeken over Levend Leren en anderen Over Levend Leren zijn de afgelopen jaren verschillende boeken verschenen. Deze brochure geeft een overzicht van de verschillende uitgaven van en zijn collega s. Betekenisvolle

Nadere informatie

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding portfolio handleiding Werkgroep portfolio & coaching 1 De plaats van portfolio in het leren op het VMBO. In enkele notities en werkdocumenten is het kader voor het nieuwe onderwijs geschetst. Dit komt

Nadere informatie

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Uitwerking Domein Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht Honoursforum GZ Onderwerp / thema: Naam student: Studentnummer: Opleiding: Studiejaar

Nadere informatie

LEVEND LEREN FOTO S, ETSEN EN FIGUREN

LEVEND LEREN FOTO S, ETSEN EN FIGUREN LEVEND LEREN FOTO S, ETSEN EN FIGUREN Levend Leren in de dagelijkse praktijk van opleidingen voor het pedagogisch werkveld Inhoud Foto s bij Hoofdstuk 1 Overzicht van de foto s Foto s bij Hoofdstuk 1 (foto

Nadere informatie

Handleiding Coaching/stagereflectie

Handleiding Coaching/stagereflectie Fontys Hogeschool Pedagogiek Coaching/Intervisie Minor Forensische Orthopedagogiek 2013-2014 Studiejaar 3 Handleiding Coaching/stagereflectie Voor studenten voltijd Minor Forensische Orthopedagogiek Studiejaar

Nadere informatie

Specialisatie jonge kinderen

Specialisatie jonge kinderen Als leraar staat u voor de taak om passend onderwijs te bieden aan alle leerlingen. Ook aan de jonge kinderen, zij gedragen zich anders en leren op een andere manier dan oudere kinderen. Dit vraagt van

Nadere informatie

Eindverslag stage jaar 1

Eindverslag stage jaar 1 Eindverslag stage jaar 1 In de stagegids jaar 1 kun je alle achtergrondinformatie over de stage vinden. In de bijlage van de stagegids staat ook een overzicht (tabel) met alle documenten die van belang

Nadere informatie

Serie handleidingen. "LbD4All" ("Leren door Ontwikkeling voor iedereen ") Evaluatie. Door Kristina Henriksson, Päivi Mantere & Irma Manti

Serie handleidingen. LbD4All (Leren door Ontwikkeling voor iedereen ) Evaluatie. Door Kristina Henriksson, Päivi Mantere & Irma Manti Serie handleidingen "LbD4All" ("Leren door Ontwikkeling voor iedereen ") Evaluatie Door Kristina Henriksson, Päivi Mantere & Irma Manti Deze publicatie werd gefinancierd door de Europese Commissie. De

Nadere informatie

In de praktijk (en later in projectgroepen) leer je op een andere manier dan op school.

In de praktijk (en later in projectgroepen) leer je op een andere manier dan op school. Handleiding leerverslag. Inleiding In de praktijk (en later in projectgroepen) leer je op een andere manier dan op school. Binnen de HBO-V opleiding neemt bovengenoemde vorm van leren veel tijd in beslag

Nadere informatie

Zelfevaluatie. Inleiding:

Zelfevaluatie. Inleiding: Sabine Waal Zelfevaluatie Inleiding: In dit document heb ik uit geschreven wat mijn huidige niveau is en waar ik mij al zoal in ontwikkeld heb ten opzichte van de zeven competenties. Elke competentie heb

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89 Inhoud Inleiding 9 1 Zelfsturend leren 13 1.1 Zelfsturing 13 1.2 Leren 16 1.3 Leeractiviteiten 19 1.4 Sturingsactiviteiten 22 1.5 Aspecten van zelfsturing 25 1.6 Leerproces vastleggen 30 2 Oriëntatie op

Nadere informatie

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23185 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon * Daar waar hij staat, wordt ook zij bedoeld en omgekeerd. * Waar cliënt staat, kan

Nadere informatie

Leerlandschappen. Amersfoort 26 oktober 2009 Manon Ruijters

Leerlandschappen. Amersfoort 26 oktober 2009 Manon Ruijters Amersfoort 26 oktober 2009 Manon Ruijters Er zijn veel verschillende vormen van leren. Leren gebeurd in alle organisaties! Maar hoe zorg je dat: kennis stroomt? dat wat er gemaakt wordt, ook toegepast

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend. Naam student: Studentnummer: Evaluatieformulier meewerkstage CE In te vullen door de bedrijfsbegeleider van de stage biedende organisatie voorafgaand aan het eindgesprek met de stagedocent. De stagiair

Nadere informatie

REFLECTIEVERSLAG POP ANIO Afdeling Cardiologie

REFLECTIEVERSLAG POP ANIO Afdeling Cardiologie REFLECTIEVERSLAG POP ANIO Afdeling Cardiologie Naam: Besproken met opleider: Periode: Betreft de 7 competenties in het algemeen: 1. Medisch handelen -Wat ging goed: 2. Communicatie -Wat ging goed: 3. Samenwerken

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Deskundigheid in Creatief Vermogen

Deskundigheid in Creatief Vermogen Deskundigheid in Creatief Vermogen 2017-2018 Creatief Vermogende Leerkracht in de klas Creatief Vermogen Utrecht wil creativiteit in het hart van het primair onderwijs plaatsen. De professionaliteit van

Nadere informatie

Elly de Bruijn. Beroepsonderwijs maken: van dossier naar leren & begeleiden. Zaal 3 Tijdstip 11.00

Elly de Bruijn. Beroepsonderwijs maken: van dossier naar leren & begeleiden. Zaal 3 Tijdstip 11.00 Elly de Bruijn Beroepsonderwijs maken: van dossier naar leren & begeleiden Zaal 3 Tijdstip 11.00 Warming up De docent in het beroepsonderwijs opent de deuren naar de kennis, zienswijzen, vaardigheid, opvattingen

Nadere informatie

Volledige tekst van paragraaf jaarboek p. 69. Levend Leren Riki Verhoeven

Volledige tekst van paragraaf jaarboek p. 69. Levend Leren Riki Verhoeven Volledige tekst van paragraaf 3.7 - jaarboek 2005 - p. 69 Levend Leren Riki Verhoeven Coaches van de masteropleiding Ecologische Pedagogiek werken het gedachtegoed van Leven Leren in een serie groepssessies

Nadere informatie

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN M.11i.0419 De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN versie 02 M.11i.0419 Naam notitie/procedure/afspraak Visie op professionaliseren Eigenaar/portefeuillehouder Theo Bekker

Nadere informatie

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching BACHELOR pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching DE BEOORDELINGSCRITERIA VOOR STAGE 2 (WIE DOET WAT? WELKE CRITERIA? WELKE VERWACHTINGEN?) DEEL 1: WIE DOET WAT? ROL VAN DE STUDENT: WETEN,

Nadere informatie

Om te beginnen. Waarom dit boek?

Om te beginnen. Waarom dit boek? Om te beginnen Waarom dit boek? Leraren in alle onderwijssectoren zijn continu bezig om hun werk onderwijs verzorgen op de best mogelijke manier te doen. Ze hebben hart voor hun leerlingen, hun vak, hun

Nadere informatie

Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media

Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media Titel: Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media Vakcode: LWX999B10 Opleiding: Kunsten, Cultuur en Media Studiefase: Bachelor 3 e jaar/ KCM Major Periode:

Nadere informatie

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel

Nadere informatie

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 5 Persoonlijke ontwikkeling Reflecteren

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 5 Persoonlijke ontwikkeling Reflecteren BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 5 Inleiding en leerdoelen Reflectie is de weerkaatsing van licht in bijvoorbeeld een spiegel. Reflectie zoals je dat in deze opdracht zult leren is eigenlijk

Nadere informatie

Intercultureel vakmanschap in de stage

Intercultureel vakmanschap in de stage Handreiking C Intercultureel vakmanschap in de stage Handreiking voor hsao-opleidingen en stageverlenende instellingen in de jeugdzorg HBO-raad, oktober 2012 Project intercultureel vakmanschap in het hsao

Nadere informatie

Anders kijken, anders leren, anders doen

Anders kijken, anders leren, anders doen Anders kijken, anders leren, anders doen Grensoverstijgend leren en opleiden in zorg en welzijn in het digitale tijdperk HOOFDLIJN 5 Hoofdlijn 5. Consistente en op elkaar aansluitende leertrajecten in

Nadere informatie

De docent beroepsonderwijs: Jongleren op het grensvlak van verschillende werelden. Elly de Bruijn 24 januari 2013 NOT Profiel Lezing

De docent beroepsonderwijs: Jongleren op het grensvlak van verschillende werelden. Elly de Bruijn 24 januari 2013 NOT Profiel Lezing De docent beroepsonderwijs: Jongleren op het grensvlak van verschillende werelden Elly de Bruijn 24 januari 2013 NOT Profiel Lezing Warming up Door de ervaringen als sociaal pedagogisch hulpverlener begreep

Nadere informatie

Voorbereiding hbo kunstonderwijs

Voorbereiding hbo kunstonderwijs Keuzedeel mbo Voorbereiding hbo kunstonderwijs gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0184 Penvoerder: Sectorkamer ICT en creatieve industrie Gevalideerd door: Sectorkamer ICT en creatieve

Nadere informatie

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)? Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET EN STUDIEGEBIED ASO STUDIERICHTING : ECONOMIE Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept

Nadere informatie

Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen

Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen Versie 1.0 12 april 2012 Inhoudsopgave blz. Voorwoord 2 Algemeen -Visie 3 -Methodiek 4 Intake/assessment 5 Jobfinding 6 Coaching on the job 7 Definitielijst

Nadere informatie

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN COMMUNICEREN VANUIT JE KERN Wil je duurzaam doelen bereiken? Zorg dan voor verbonden medewerkers! Afgestemde medewerkers zijn een belangrijke aanjager voor het realiseren van samenwerking en innovatie

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Opbrengstgericht werken bij andere vakken Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Doel Leerkrachten kunnen een les tekenen of geschiedenis ontwerpen volgens de uitgangspunten van OGW die ze direct

Nadere informatie

De rol van de beroepsstandaard van lerarenopleiders in het personeelsbeleid. Voorloper Kwaliteit van lerarenopleiders

De rol van de beroepsstandaard van lerarenopleiders in het personeelsbeleid. Voorloper Kwaliteit van lerarenopleiders De rol van de beroepsstandaard van lerarenopleiders in het personeelsbeleid Voorloper Kwaliteit van lerarenopleiders Véronique van de Reijt en Quinta Kools Fontys Lerarenopleiding Tilburg Context van de

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Tilburg te Tilburg Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties) Juli 2014 3280511/7 BRIN: 25LZ Onderzoeksnummer: 276480 Onderzoek

Nadere informatie

Visie op gepersonaliseerd onderwijs en de rol van het LVS

Visie op gepersonaliseerd onderwijs en de rol van het LVS Visie op gepersonaliseerd onderwijs en de rol van het LVS Onderwijs wordt steeds flexibeler en meer op maat aangeboden aan leerlingen. Voor onze doelgroep is dat logischer en vanzelfsprekender dan waar

Nadere informatie

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40 ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3 Code Ad3 Lestijden 40 Studiepunten n.v.t. Ingeschatte totale 120 studiebelasting (in uren)

Nadere informatie

LEERCOACH IN DE NETWERKSCHOOL. Verantwoordelijkheden

LEERCOACH IN DE NETWERKSCHOOL. Verantwoordelijkheden Leercoaches begeleiden studenten in hun leertraject, studievoortgang en ieontwikkeling binnen de Netwerkschool ROC Nijmegen. Deze notitie uit 2013 beschrijft de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en kerntaken

Nadere informatie

Porfolio. Politie Vormingscentrum

Porfolio. Politie Vormingscentrum Porfolio 1. Inleiding 2. Wat is een portfolio? Hoe gebruik je het portfolio Reflectieverslagen Persoonlijke leerdoelen formuleren Werkwijze en denkmodel om opgaven/problemen op te lossen 1. INLEIDING Ligt

Nadere informatie

Wiskunde Lesperiode 1

Wiskunde Lesperiode 1 Wiskunde Lesperiode 1 Proefwerk analyse & Voorbereiding op de herkansing of hoe je je wiskunde materiaal ook kunt gebruiken. Wat gaan we doen? Overzicht creëren. Planning maken. Fouten opsporen en verbeteren.

Nadere informatie

Doorloop je eigen Traject!

Doorloop je eigen Traject! Traject en VakTraject brengen Zakelijke Communicatie/Nederlands op het gewenste niveau Doorloop je eigen Traject! Blijvend in prijs verlaagd! Traject is al 12,5 jaar hét lesmateriaal Zakelijke Communicatie/

Nadere informatie

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept Dit document beschrijft het model dat binnen het netwerk ontwikkeld wordt om: Aan de ene kant te dienen als een leidraad om

Nadere informatie

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started Inhoud Competentiegericht opleiden 3 Doel van praktijktoetsen 4 Wijze van evalueren en beoordelen 4 Rollen 5 Getting started

Nadere informatie

Serie handleidingen. "LbD4All" ("Leren door Ontwikkeling voor iedereen ") PROJECT & TEAM WORK. Door Kristina Henriksson, Päivi Mantere & Irma Manti

Serie handleidingen. LbD4All (Leren door Ontwikkeling voor iedereen ) PROJECT & TEAM WORK. Door Kristina Henriksson, Päivi Mantere & Irma Manti Serie handleidingen "LbD4All" ("Leren door Ontwikkeling voor iedereen ") PROJECT & TEAM WORK Door Kristina Henriksson, Päivi Mantere & Irma Manti Deze publicatie werd gefinancierd door de Europese Commissie.

Nadere informatie

Cultuurbeleidsplan 2015-2019

Cultuurbeleidsplan 2015-2019 CBS Maranatha Hoogklei 7, 9671 GC Winschoten Cultuurbeleidsplan 2015-2019 1. Inleiding Dit is het cultuureducatieplan van de CBS Maranatha in Winschoten. Een plan dat is opgesteld om een bijdrage te leveren

Nadere informatie

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK SCHOOLONTWIKKELPLAN 2017-2021 SAMEN UNIEK Instemming van de medezeggenschapsraad: 23 januari 2017 1 Inhoud 1. Voorwoord... 3 2. Missie... 4 3. Visie... 4 4. Zes pijlers... 5 5. Kernwaarden en ambities...

Nadere informatie

Portfolio en beoordeling

Portfolio en beoordeling Portfolio en beoordeling Doel Inzicht bieden in de mogelijkheden met een portfolio en de aanpak om hiermee te gaan werken. Soort instrument Achtergrondinformatie en stappenplan. Te gebruiken in de fase

Nadere informatie

Portfolio en beoordeling

Portfolio en beoordeling Portfolio en beoordeling Doel Inzicht bieden in de mogelijkheden met een portfolio en de aanpak om hiermee te gaan werken. Soort instrument Achtergrondinformatie en stappenplan. Te gebruiken in de fase

Nadere informatie

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 3 SFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/ecursie

Nadere informatie

SW-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

SW-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf SW-B-K1-W3 (C) Versterkt de eigen kracht van de groep Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23185 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon * Daar waar hij staat, wordt ook zij bedoeld en omgekeerd. * Waar cliënt

Nadere informatie

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Competentiemeter docent beroepsonderwijs Competentiemeter docent beroepsonderwijs De beschrijving van de competenties in deze competentiemeter is gebaseerd op: - de bekwaamheidseisen uit de Algemene Maatregel van Bestuur als uitwerking van de

Nadere informatie

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl DOSSIER : Alle DOSSIERCREBO : Alle KWALIFICATIE : Alle KWALIFICATIECREBO : Alle NIVEAU : Alle COHORT : Vanaf 2015

Nadere informatie

ECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

ECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Module Code Lestijden Studiepunten Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot GMW Geïntegreerde competentieverwerving 2 AD2 40 n.v.t. 220 JA aanvragen

Nadere informatie

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven. Procedure en criteria voor het beoordelen van studenten in de beroepspraktijk Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Nadere informatie

Competentiescan Propedeuse Academie voor Beeldende Vorming Tilburg

Competentiescan Propedeuse Academie voor Beeldende Vorming Tilburg Competentiescan Propedeuse Academie voor Beeldende Vorming Tilburg naam student: Stan Verhees.. A1 CREËREND VERMOGEN 1 De student kan zelfstandig een beeldend proces op gang brengen, dit proces kwalitatief

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! In ons onderwijs staat de mens centraal, of het nu gaat om studenten of medewerkers, om ouders of werknemers uit het bedrijfsleven, jongeren of volwassenen. Wij zijn

Nadere informatie

Ontwikkelingsverslag Minor Teaching Abroad

Ontwikkelingsverslag Minor Teaching Abroad Ontwikkelingsverslag Minor Teaching Abroad In dit document beschrijf je zo concreet mogelijk jouw ontwikkeling op de vijf kerntaken gedurende de stage in het buitenland. Elke kerntaak onderbouw je met

Nadere informatie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Opdrachten

Nadere informatie

NIEUW LEADERSHIP IN EDUCATION MASTER

NIEUW LEADERSHIP IN EDUCATION MASTER NIEUW LEADERSHIP IN EDUCATION MASTER Leadership IN EDUCATION (MASTER) Van leidinggevenden in het onderwijs wordt verwacht dat zij in staat zijn duurzame schoolontwikkeling te realiseren en onderwijsinnovatie

Nadere informatie

WINDESHEIM IN ZWOLLE: UNIEKE MASTER VOOR HET BEROEPS- ONDERWIJS. Inspirators voor de toekomst

WINDESHEIM IN ZWOLLE: UNIEKE MASTER VOOR HET BEROEPS- ONDERWIJS. Inspirators voor de toekomst WINDESHEIM IN ZWOLLE: UNIEKE MASTER VOOR HET BEROEPS- ONDERWIJS 90 Tweedegraads docenten en hbo-bachelors met een pedagogisch-didactisch getuigschrift die lesgeven in een beroepsgericht vak, kunnen bij

Nadere informatie

31/08/2015 WERKPLEKLEREN BRUGOPLEIDING. Karen Vansteenkiste WERKPLEKLEREN. Definitie Werkvorm in de brugopleiding Voordelen Kenmerken Voorbeeld

31/08/2015 WERKPLEKLEREN BRUGOPLEIDING. Karen Vansteenkiste WERKPLEKLEREN. Definitie Werkvorm in de brugopleiding Voordelen Kenmerken Voorbeeld WERKPLEKLEREN BRUGOPLEIDING Karen Vansteenkiste WERKPLEKLEREN Definitie Werkvorm in de brugopleiding Voordelen Kenmerken Voorbeeld 1 Wat is werkplekleren? Werkpleklerenstaat voor leren op en via de leeromgeving

Nadere informatie

Meerwaarde voor onderwijs. De Pijlers en de Plus van FLOT

Meerwaarde voor onderwijs. De Pijlers en de Plus van FLOT Meerwaarde voor onderwijs De Pijlers en de Plus van FLOT De vijf Pijlers: Cruciale factoren voor goed leraarschap Wat maakt een leraar tot een goede leraar? Het antwoord op deze vraag is niet objectief

Nadere informatie

Begaafde leerlingen komen er vanzelf... Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek.

Begaafde leerlingen komen er vanzelf... Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek. Begaafde leerlingen komen er vanzelf... toch? Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek. Teambijeenkomsten Anneke Gielis Begaafde leerlingen

Nadere informatie

Workshop Profielwerkstuk-doorlopende leerlijn onderzoeksvaardigheden. Marieke Cornelisse, Marielle Nijsten, Marijke Strootman, Ellis Wertenbroek

Workshop Profielwerkstuk-doorlopende leerlijn onderzoeksvaardigheden. Marieke Cornelisse, Marielle Nijsten, Marijke Strootman, Ellis Wertenbroek Workshop Profielwerkstuk-doorlopende leerlijn onderzoeksvaardigheden Marieke Cornelisse, Marielle Nijsten, Marijke Strootman, Ellis Wertenbroek Programma Centrale introductie: Geschiedenis Leerlingen en

Nadere informatie

Bijlage cursusomschrijvingen. Social Work Voltijd

Bijlage cursusomschrijvingen. Social Work Voltijd Bijlage cursusomschrijvingen Social Work Voltijd 2017-2018 Titel Grondslagen 1 ASW-V1GROND1-17 Cursusnaam Grondslagen 1 Werkvormen: Werkvorm Frequentie de werkvorm aangeboden? Hoorcollege Grondslagen

Nadere informatie

De Gespecialiseerde Professional

De Gespecialiseerde Professional Top Talent Programma Excellentietraject: Facility Management F-MEX De Gespecialiseerde Professional Academie: HBS Saxion University of Applied Science Auteur: Benedicte de Vries Datum: 13-07-2015 1 Programma:

Nadere informatie

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching BACHELOR pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching DE GEDRAGSINDICATOREN VOOR AFSTUDEERSTAGE (WIE DOET WAT? WELKE INDICATOREN? WELKE VERWACHTINGEN?) DEEL 1: WIE DOET WAT? ROL VAN DE STUDENT:

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007)

Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007) Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve sformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007) Toelichting bij het beoordelen in het Werkplekleren. De tweedegraads lerarenopleiding

Nadere informatie

Modulebeschrijving FINSLC0108

Modulebeschrijving FINSLC0108 pagina 1 van 5 Modulebeschrijving FINSLC0108 Naam module FINSLC0108 Vakgebied(en) Studieloopbaancoaching Studiepunten 1 EC Voorkennis De vereiste voorkennis van deze module zijn de stagevoorbereidingsactiviteiten

Nadere informatie

Oriëntatie: Samen Scholen Beeldende Kunsteducatie. Helma Molenaars en Grada Buren.

Oriëntatie: Samen Scholen Beeldende Kunsteducatie. Helma Molenaars en Grada Buren. Oriëntatie: Het doel van deze lessenserie is: bestaande foto s zoeken met een eigen verhaal erbij. Dan gaan jullie mensen deze fotoserie voorleggen en vragen welk verhaal zij erin zien. Tot slot gaan jullie

Nadere informatie

MZ-PBSD-B-K1-W4 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

MZ-PBSD-B-K1-W4 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf MZ-PBSD-B-K1-W4 (C) Ondersteunt de cliënt bij de dagbesteding Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23181 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon Daar waar zij staat, wordt ook hij bedoeld en omgekeerd. Waar

Nadere informatie

Examenprogramma Klassieke Talen vwo

Examenprogramma Klassieke Talen vwo Examenprogramma Klassieke Talen vwo Ingangsdatum: schooljaar 2014-2015 (klas 4) Eerste examenjaar: 2017 Griekse taal en cultuur (GTC) vwo Latijnse taal en cultuur (LTC) vwo Griekse taal en cultuur (GTC)

Nadere informatie

ONDERWIJS EN INNOVATIE OP DE LINDERTE

ONDERWIJS EN INNOVATIE OP DE LINDERTE ONDERWIJS EN INNOVATIE OP DE LINDERTE Onderwijs zoals we dat vroeger kenden, bestaat al lang niet meer. Niet dat er toen slecht onderwijs was, maar de huidige maatschappij vraagt meer van de leerlingen

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Stand van zaken ontwikkeling afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL

Stand van zaken ontwikkeling afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL 160624 Stand van zaken afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL Inleiding: Vanaf november 2015 is een projectgroep van NHL- en werkveldcollega s bezig geweest met de kaders voor de afstudeerrichtingen

Nadere informatie

Portfolio. Gerrit Fronik. Inhoudsopgave. 1 Uitgangspunten. 1.1 Basisprincipe 17. 1.2 Basisprincipe 19

Portfolio. Gerrit Fronik. Inhoudsopgave. 1 Uitgangspunten. 1.1 Basisprincipe 17. 1.2 Basisprincipe 19 Portfolio Gerrit Fronik Inhoudsopgave 1 Uitgangspunten 1.1 Basisprincipe 17 1.2 Basisprincipe 19 2 Dat rapporteren kan zijn 3 Portfolio 1.3 Naast cognitieve doelen is er veel aandacht voor opvoedingsdoelen

Nadere informatie

De rol van de beroepsstandaard van lerarenopleiders in het personeelsbeleid. Véronique van de Reijt en Quinta Kools Fontys Lerarenopleiding Tilburg

De rol van de beroepsstandaard van lerarenopleiders in het personeelsbeleid. Véronique van de Reijt en Quinta Kools Fontys Lerarenopleiding Tilburg De rol van de beroepsstandaard van lerarenopleiders in het personeelsbeleid Véronique van de Reijt en Quinta Kools Fontys Lerarenopleiding Tilburg Context van de Fontys Lerarenopleiding Tilburg (FLOT)

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Professionaliseren in Netwerken. Emmy Vrieling

Professionaliseren in Netwerken. Emmy Vrieling Professionaliseren in Netwerken Emmy Vrieling emmy.vrieling@ou.nl ü WAAROM? ü WAT? ü FACILITEREN ü AANBEVELINGEN Het Nieuwe Leren Wat is netwerkleren? Een vorm van professionalisering waarbij leraren

Nadere informatie

9. Gezamenlijk ontwerpen

9. Gezamenlijk ontwerpen 9. Gezamenlijk ontwerpen Wat is het? Gezamenlijk ontwerpen betekent samen aan een nieuw product werken, meestal op een projectmatige manier. Het productgerichte geeft richting aan het proces van kennis

Nadere informatie

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden Bij het begeleiden van leeractiviteiten kun je twee aspecten aan het gedrag van leerkrachten onderscheiden, namelijk het pedagogisch handelen en het didactisch handelen.

Nadere informatie

Didactische werkvormen in het hoger onderwijs. Sandra Heleyn, Isabelle Claeys, Ann Verdonck

Didactische werkvormen in het hoger onderwijs. Sandra Heleyn, Isabelle Claeys, Ann Verdonck Didactische werkvormen in het hoger onderwijs Sandra Heleyn, Isabelle Claeys, Ann Verdonck HoGent, een mix van werkvormen Uitgangspunten: Elk talent telt>>maatwerk gezien diversiteit in instroom Vraag

Nadere informatie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:

Nadere informatie

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen SWOT-ANALYSE Met een SWOT-analyse breng ik mijn sterke en zwakke punten in kaart. Deze punten heb ik vervolgens in verband gebracht met de competenties van en leraar en heb ik beschreven wat dit betekent

Nadere informatie

De kracht van werkplekleren. Peggy Van Acker. Seminarie Onderwijskunde Seminarie 1: Feedback Begeleiding Coaching 28 januari 2014

De kracht van werkplekleren. Peggy Van Acker. Seminarie Onderwijskunde Seminarie 1: Feedback Begeleiding Coaching 28 januari 2014 De kracht van werkplekleren. Peggy Van Acker Seminarie Onderwijskunde Seminarie 1: Feedback Begeleiding Coaching 28 januari 2014 Agenda Info opleiding bachelor Retailmanagement Concept duaal leren & werkplekleren

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Werkplan vakverdieping kunstvakken

Werkplan vakverdieping kunstvakken Werkplan vakverdieping kunstvakken 2012-2013 algemene gegevens Naam: Klas: Nanda ten Have VR3C Gekozen vakverdieping: Beeldend onderwijs Persoonlijke leerdoel gekoppeld aan de vakcompetenties of gericht

Nadere informatie

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk verdieping en integratie

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk verdieping en integratie ECTS-fiche a) Identificatie Opleiding Specifieke lerarenopleiding Module Praktijk verdieping en integratie Code E3 + E4 Lestijden 100 + 100 Studiepunten 9 + 9 Ingeschatte totale 300 studiebelasting (in

Nadere informatie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 1 e herziene druk: november 2013 ISBN:

Nadere informatie

Zelfgestuurd leren met Acadin

Zelfgestuurd leren met Acadin Zelfgestuurd leren met Acadin 1. Wat is zelfgestuurd leren? Zelfgestuurd leren wordt opgevat als leren waarbij men zelfstandig en met zin voor verantwoordelijkheid de sturing voor de eigen leerprocessen

Nadere informatie

Thermometer leerkrachthandelen

Thermometer leerkrachthandelen Thermometer leerkrachthandelen Leerlijnen en ontwikkelingslijn voor leerkrachten van WSKO 1 Inleiding Leerkracht zijn is een dynamisch en complex vak. Mensen die leerkracht zijn en binnen onze organisatie

Nadere informatie

Kwaliteit van leermateriaal

Kwaliteit van leermateriaal Kwaliteit van leermateriaal Hendrianne Wilkens & Arno Reints h.wilkens@clu.nl a.reints@clu.nl www.clu.nl Over het CLU Expertisecentrum Leermiddelenontwikkeling evalueren van leermiddelen maken van leermiddelen

Nadere informatie

OBS De Dorpsakker Assendelft

OBS De Dorpsakker Assendelft BELEIDSPLAN ACTIEF BURGERSCHAP Juni 2018 OBS De Dorpsakker Assendelft Er is maar 1 wereld en die is van ons allemaal (Jitske Kramer) INHOUDSOPGAVE ACTIEF BURGERSCHAP INLEIDING pagina 3 HOOFDSTUK 1: een

Nadere informatie

Gaan we professionaliseren of aan onderzoek (mee)doen?

Gaan we professionaliseren of aan onderzoek (mee)doen? Gaan we professionaliseren of aan onderzoek (mee)doen? Sanneke Bolhuis emeritus lector Fontys Lerarenopleiding senior onderzoeker Radboudumc zetel praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek Stuurgroep

Nadere informatie