WEIDEVOGELS IN FRYSLÂN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "WEIDEVOGELS IN FRYSLÂN"

Transcriptie

1 WEIDEVOGELS IN FRYSLÂN Een blik van buiten op het werkplan weidevogels in Fryslân Juni 2006

2 WEIDEVOGELS IN FRYSLÂN Een blik van buiten op het werkplan weidevogels in Fryslân R. Joldersma H. Kloen J.A. Guldemond CLM Onderzoek en Advies Culemborg, juni 2006 Foto s: A. van Paassen, J.R. Hoekstra, J.A. Guldemond

3 Inhoud Samenvatting 1 1 Inleiding 3 2 Analyse van het werkplan Inleiding Terug- en vooruitblik Ambitie Instrumenten Werkveldaanpak Communicatie en organisatie Verbetering omgevingsfactoren weidevogelbeheer Monitoring, onderzoek en projecten Planning, uitvoering en financiering 16 3 Percepties van betrokken partijen 18 4 Conclusies en aanbevelingen 21 Bronnen 25

4

5 Samenvatting Ongeveer 30% van de grutto wereldpopulatie broedt in Fryslân. De provincie Fryslân zet in haar Werkplan weidevogels in Fryslân uiteen hoe zij haar verantwoordelijkheid voor de grutto en andere weidevogels vorm wil geven. Op verzoek van de terreinbeherende organisaties in Fryslân en de Friese Milieu Federatie heeft CLM Onderzoek & Advies een analyse gemaakt van dit werkplan. Hierbij is gebruik gemaakt van recente studies (o.a. Actieprogramma Weidevogelverbond) en is ook de mening van betrokkenen zoals BoerenNatuur en de Bond van Friese Vogelwachten (BFVW) gevraagd. De belangrijkste conclusies en aanbevelingen volgen hieronder. In hoofdstuk 4 worden deze verder uitgewerkt. Conclusies Ambities De doelstelling van gruttoparen in Fryslân in 2020 sluit aan bij het actieprogramma van het landelijke Weidevogelverbond. Fryslân kan hiermee haar aandeel in de Nederlandse gruttopopulatie behouden. De doelstelling is ambitieus maar haalbaar als het plan nader wordt uitgewerkt en voortvarend wordt uitgevoerd. Doelstellingen ontbreken voor een aantal andere weidevogels of zijn te weinig ambitieus. De doelstelling voor de kemphaan is niet realistisch. Werkvelden en mensen De indeling in werkvelden en de aanpak via lokale gruttokringen is veelbelovend en aansprekend. Nadere uitwerking is nodig voor de selectie van gebieden en het opzetten en begeleiden van de gruttokringen. Het stimuleren en enthousiasmeren van de mensen die het moeten uitvoeren (motivatie, kennis, samenwerking) is van cruciaal belang voor het slagen van deze bottom-up aanpak. Uitvoering en financiering Om het werkplan tot uitvoering te brengen is een meer gedetailleerde planning nodig waarin activiteiten, middelen en taken van partijen in samenhang worden aangegeven en de daarbij behorende kosten. Om de ambities te halen zal op basis van de voorgestelde aanpak een aanzienlijk verhoogde financiële inzet nodig zijn ten opzichte van Deze is niet in het werkplan opgenomen. Aanbevelingen 1 Gruttokringen Van succes in de eerste gruttokringen zal een stimulerende voorbeeldwerking uitgaan. Zorg voor een goede selectie van de gebieden op basis van criteria zoals hoge actuele gruttodichtheid (25-30 broedparen per 100 ha), lage dichtheid aan belemmerende factoren, aanwezigheid van goede weidevogelreservaten en animo onder agrariërs om mee te doen Zorg dat voor 2009 de gruttokringen operationeel zijn. Werk hiervoor met voortvarendheid de selectiecriteria, organisatievormen, taken en verantwoordelijkheden uit. 1

6 Voor de geplande hectares zal al snel gedacht moeten worden aan gruttokringen. Voor een bottom-up aanpak zijn professionele begeleiding en financiële middelen onmisbaar voor de opzet en ondersteuning. 2 Nestbeschermingsgebieden Succes in de nestbeschermingsgebieden is van belang voor het maatschappelijk draagvlak en de motivatie van agrariërs. Er is twijfel over de effectiviteit van het instrument Vliegende!! in deze gebieden t.a.v. de kuikenoverleving. Onderzoek de effectiviteit van dit instrument voor de jaren en evalueer of en hoe dit instrument moet worden voortgezet. 3 Weidevogelreservaten De ambitie van 25 grutto broedparen per 100 ha is te laag in vergelijking met de doelstelling van 30 broedparen per 100 ha in de gruttokringen. Verhoog het ambitieniveau naar minimaal 30 grutto broedparen/100 ha. Voorkom versnippering en zorg dat nieuwe hectares weidevogelreservaat liggen binnen de gruttokringen en/of aansluiten op bestaande reservaten. Ondersteun het Opkrikplan van de terreinbeheerders met het zoeken van aanvullende financiering en houdt toezicht op een voortvarende uitvoering. 4 Organisatie en communicatie Zorg naast kennisuitwisseling ook voor het enthousiasmeren van (nieuwe) vrijwilligers en agrariërs en versterking van het maatschappelijk draagvlak. Geef gruttokringen een duidelijke functie in de monitoring en kennisuitwisseling en gebruik monitoringsresultaten voor de agendering van kennisuitwisselingen ontwikkeling. 5 Verbetering van omgevingsfactoren Activeer gemeenten om verstoring in weidevogelgebieden (lawaai, licht, opgaande begroeiing) tegen te gaan en openheid te herstellen. Monitor de gemeentelijke (beleids)ontwikkelingen en inspanningen op dit vlak. 6 Planning Formuleer tussenliggende doelen voor 2013 qua inzet (aantallen gruttokringen, hectares met maatregelen, deelnemende agrariërs, vrijwilligers) en resultaten (aantallen weidevogels). Vertaal deze in een planning met tijdsaanduiding, taken en verantwoordelijkheden van de verschillende partijen, vastgelegd in werkafspraken en prestatieovereenkomsten. 7 Financiering Een begroting met een uitwerking van de verschillende componenten van het weidevogelbeleid is onontbeerlijk. Noodzakelijke posten die nog niet in het werkplan vermeld staan zijn: o Opzet en begeleiding van gruttokringen; o Overbruggingsgelden voor het aangaan van nieuwe beheersovereenkomsten in gruttokringgebieden voordat oude elders zijn verlopen o Onderzoek in de Friese context (o.a. naar bedrijfssystemen waarin een groter aandeel zwaar beheer inpasbaar is). Er moet worden nagegaan hoe kan worden voorzien in extra middelen voor het Opkrikplan en voor begeleiding van pachters en hogere vergoedingen in reservaten. De (mate van) dekking van de verschillende kostenposten moet nader worden omschreven. 2

7 1 Inleiding Ongeveer 30% van de grutto wereldpopulatie broedt in Fryslân. De provincie Fryslân geeft in haar voorgestelde Werkplan weidevogels in Fryslân aan hoe zij haar verantwoordelijkheid voor het behoud van deze grutto populatie en van andere weidevogelpopulaties vorm wil geven. De terreinbeherende organisaties in Fryslân en de Friese Milieu Federatie hebben CLM Onderzoek en Advies gevraagd om een frisse blik van buiten te geven op dit beleidsvoornemen van de provincie. Hierbij is ook de wens geuit om BoerenNatuur en de Bond van Friese Vogelwachten (BFVW) te consulteren. Na een paar impressies op hoofdlijnen presenteren we een analyse van de ambities van het werkplan, de in te zetten instrumenten, de sturingsmogelijkheden en de rol van provincie en andere actoren. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van inzichten en aanbevelingen zoals die naar voren zijn gekomen uit het concept actieprogramma van het Weidevogelverbond (juni 2006), de analyse Haalbaarheid weidevogeldoelen (Schotman en Melman, 2006), het startdocument voor de Kenniskring Weidevogels (Terwan et al, 2006) en de Evaluatie Weidevogelbeleid Fryslân (Oosterveld en Bos, 2004). Ook zijn Landschapsbeheer Nederland (LBN, Aad van Paassen) en Altenburg en Wymenga Ecologisch Advies (Ernst Oosterveld) gevraagd om commentaar te geven op de voorgestelde beheersaanpak. Hun commentaar wordt vermeld in de desbetreffende paragrafen. In een apart hoofdstuk worden de percepties van BoerenNatuur en de Bond van Friese Vogelwachten (BFVW) weergegeven. Tot slot worden de belangrijkste conclusies en aanbevelingen gepresenteerd. 3

8 2 Analyse van het werkplan 2.1 Inleiding In het Werkplan weidevogels in Fryslân wordt vrij snel de koe bij de horens gevat en worden de doelstelling en het plan van aanpak gepresenteerd. In dit hoofdstuk geven we een analyse van het werkplan op hoofdlijnen. We maken eerst even een pas op de plaats met een terug- en vooruitblik om de doelstellingen en de voorgestelde aanpak in hun context te bezien. Dan bespreken we de ambities zoals weergegeven in de doelstelling van het Fries weidevogelbeleid. Vervolgens kijken we naar de voorgestelde aanpak om de ambities waar te maken, d.w.z. de verschillende instrumenten of elementen van het plan van aanpak: Werkveldindeling: we nemen hierbij de indeling in gebieden als uitgangspunt en richten ons vooral op de gruttokringen; Organisatie en communicatie; Verbetering omgevingsfactoren weidevogelbeheer; Monitoring, onderzoek en projecten. In een paragraaf over planning, uitvoering en financiering schenken we aandacht aan de sturingsmogelijkheden voor de realisatie van het werkplan. 2.2 Terug- en vooruitblik Om de doelstelling en het plan van aanpak in hun context te kunnen plaatsen, zou een apart hoofdstuk aan het begin van het werkplan houvast hebben geboden: wat zijn de resultaten van de beleidsevaluatie, wat zijn de (actuele) knelpunten? Er wordt hier en daar wel melding gemaakt van nieuwe inzichten en resultaten van onderzoek, maar niet op systematische wijze. Ook Altenburg & Wymenga missen deze analyse. Knelpunten die huns inziens niet aan de orde komen zijn de stagnatie van de arealen beheersland, vrij inzetbare hectaren en nieuwe natuur, en de vraag of zwaar beheer tot 30% wel uit te voeren is door agrarische bedrijven. Naast een terugblik is het ook goed om vooruit te kijken: wat zijn de te verwachten ontwikkelingen voor de eerstkomende jaren en wat zijn mogelijke effecten hiervan voor weidevogels? In het werkplan wordt geanticipeerd op mogelijke stedelijke veranderingen (woningbouw, infrastructuur), het effect daarvan op de weidevogelpopulatie en vormen ter compensatie (weidevogelfonds). Er is weinig aandacht voor veranderingen in de landbouwsector (veranderingen in aantal, type en grootte van bedrijven, interesse en motivatie van jongere agrariërs) en het maatschappelijke draagvlak voor weidevogels (aantallen vrijwilligers, leden van natuurorganisaties, interesse van jongeren, etc.). 4

9 Landelijk gezien blijkt dat momenteel zwaar beheer relatief veel voorkomt op bedrijven van oudere ondernemers die niet (meer) volop voor de markt produceren. Jongere agrariërs zijn matig geïnteresseerd in natuurbeheer. In een aantal gebieden is bedrijfsopvolging in de melkveehouderij niet meer aantrekkelijk, hetgeen resulteert in negatieve effecten op het graslandbeheer zoals verruiging, niet meer maaien, verwaarlozing waterhuishouding en bemesting (zie Actieprogramma Weidevogelverbond, juni 2006, Terwan et al., 2006). Bij vrijwilligers valt een vergrijzing waar te nemen (veel 50 plussers ) en een afnemende motivatie door de doorgaande achteruitgang van weidevogels door diverse oorzaken (weer, landbouw, predatie) ondanks al hun inspanningen. Het is van belang om na te gaan in welke mate deze ontwikkelingen ook spelen in Friesland en wat dit betekent voor het weidevogelbeheer en -beleid in de komende jaren. 2.3 Ambitie Grutto Volgens het werkplan telt de provincie Fryslân anno 2006 ongeveer grutto broedparen. Van deze grutto broedparen bevinden zich 2000 (12%) in reservaatgebieden (8000 ha). Volgens Altenburg en Wymenga was de stand anno 2003 zo n grutto broedparen, en heeft er sindsdien vermoedelijk een jaarlijkse daling van zo n 9% plaatsgevonden. Dit zou betekenen dat anno 2006 het aantal grutto broedparen rond de uitkomt (met een dichtheid van resp. 17 en 24 grutto broedparen per 100 ha beheersgebied en reservaatgebied). In 2004 is het landelijke aantal grutto broedparen geschat op (Teunissen en Soldaat, 2006). De Friese populatie had anno 2004 een aandeel van rond de 30% in de nationale populatie. De doelstelling van het nationale Weidevogelverbond is het stoppen van de achteruitgang van het aantal weidevogels in 2010, d.w.z. het realiseren van grutto broedparen in Voor de jaren na 2010 is de doelstelling het realiseren van een stijgend aantal grutto broedparen. Het werkplan weidevogels in Fryslân is geformuleerd voor de periode De ambitie van het provinciale weidevogelbeleid is een totaal van grutto broedparen in De doelstelling qua aantal grutto broedparen voor het jaar 2013 is in het werkplan niet vastgelegd, maar de inzet is het minimaal handhaven van het huidige aantal en het realiseren van een stijgende lijn (zie tabel 1). Tabel 1. Ambities en realisaties grutto broedparen Jaar Doel 1997 Realisatie Aanbeveling evaluatie Resultaat 2003 Doel 2013 Doel Aantal grutto broedparen in Friesland Stabilisatie niveau 1990: * * > * Zie Oosterveld en Bos, 2004, Evaluatie weidevogelbeleid Provinsje Fryslân

10 In het licht van de dalende gruttostand tot nu toe en de nationale doelen van Weidevogelverbond zet de provincie Fryslân een stevige ambitie neer. Als Fryslân een eventuele daling tot 2010 weet te voorkomen en in 2020 een verdubbeling weet te bereiken t.o.v. het aantal geschatte broedparen anno 2006 (nl. rond de ), is dit een uitstekend resultaat. Het Friese aandeel in de nationale gruttopopulatie zal daarmee in stand blijven of zelfs iets toenemen. De doelstelling voor 2020 wordt gespecificeerd naar werkveld in termen van oppervlakte en aantal grutto broedparen. We hebben hier de dichtheid in grutto broedparen per 100 ha aan toegevoegd (zie tabel 2). Tabel 2. Doelstelling weidevogelbeleid Fryslân voor grutto broedparen, Werkveld Oppervlakte (ha) Aantal grutto broedparen Dichtheid (aantal grutto broedparen/100 ha) Gruttokringen (BoerenNatuur, BFVW en natuurorganisaties) Vrijwillige weidevogelbescherming (BFVW) Natuur- en begrensde beheersgebieden buiten de gruttokringen (Boeren en natuurorganisaties) Totaal ha Hierbij valt op dat voor de gruttokringen ingezet wordt op 30 grutto broedparen/100 ha. Dit lijkt een redelijk ambitieniveau. De kans van slagen zal afhangen van een goede selectie van geschikte gruttogebieden en de mate waarin samenwerking en kennisuitwisseling effectief vorm zullen krijgen binnen de gruttokringen. De verwachte 8 grutto broedparen/100 ha in het BFVW werkveld lijkt optimistisch. De vraag is of de huidige maatregelen voldoende zijn (zie ook 2.4.1). Daarnaast is het van belang dat het aantal vrijwilligers op het huidige niveau gehandhaafd blijft. De nagestreefde waarde van 25 grutto broedparen/100 ha in de natuur- en begrensde beheersgebieden buiten de gruttokringen lijkt aan de lage kant. De huidige dichtheid (2000 paren op 8000 ha) ligt al op 25 grutto broedparen/100 ha. Binnen de Friese reservaatgebieden verschillen de gruttodichtheden, o.a. naar gelang de doelstelling van het reservaat (weidevogelbeheer, weidevogel en botanisch beheer, anderszins), type gebieden (veenweide- of kleigebieden), kennis en bereidheid van pachters die veelal het daadwerkelijke beheer uitvoeren. Niettemin blijkt uit de evaluatie van het weidevogelbeleid dat de dichtheid van grutto broedparen in natuur- en reservaatgebieden het hoogste is, nl. rond de 30 grutto broedparen/100 ha in 2002/2003 (Oosterveld en Bos, 2004). Een dichtheid van 50 grutto broedparen/100 ha lijkt mogelijk, gezien de nog hogere dichtheid die bereikt wordt in sommige reservaten (zie Scharringa en van t Veer, 2006; De Boer et al., 2006). Er zou o.i. in deze gebieden minimaal ingezet moeten worden op een ambitie van 30 grutto broedparen/100 ha. 6

11 LBN en Altenburg & Wymenga zijn van mening dat totale populatiedoelstelling redelijk tot hoog is, maar wel haalbaar als het plan goed wordt uitgevoerd. Andere weidevogels Hoewel in het werkplan verschillende doelsoorten worden genoemd en daarbij passende instrumenten (zie p. 8) worden in het werkplan de maatregelen vooral uitgewerkt vanuit een gruttoperspectief. We gaan hier kort in op de ambities voor andere weidevogels en in hoeverre de voorgestelde aanpak deze mogelijk maakt. Nederland vormt Europees gezien een zeer belangrijk broedgebied voor de kievit en de scholekster, met resp. 12% en 28% van de Europese populatie (Teunissen et al, 2006). Fryslân herbergde eind jaren 90 ca. 17% resp. 32% van het aantal Nederlandse broedparen. Voor de tureluur is het Nederlandse aandeel binnen Europa veel lager, maar is het Friese aandeel binnen Nederland ca. 55%. In het werkplan weidevogels in Fryslân wordt voor een aantal weidevogels (tureluur, scholekster, kievit, veldleeuwerik, kemphaan en watersnip) de doelstelling in 2020 gezet op het handhaven van het aantal broedparen anno Deze ambitie is o.i. (te) bescheiden. In het concept actieprogramma van het weidevogelverbond wordt als nationale doelstelling ingezet op het stopzetten van de achteruitgang in 2010 en het realiseren van een stijgende tendens na In het werkplan wordt hier en daar kort aangegeven hoe het behoud van deze andere weidevogels gerealiseerd zal worden. Zo zou de tureluur kunnen profiteren van de provinciale regeling vliegende!!. Voor de kievit worden middelen ingezet voor de monitoring, echter geen beschermingsmaatregelen. Compensatie voor weidevogelgebieden zou moeten gelden voor grutto, kievit, tureluur en scholekster. Volgens Altenburg & Wymenga is de kans groot dat tureluur, scholekster en kievit meeliften op de gruttomaatregelen. LBN geeft aan dat voor de grutto en de tureluur maaitrappen in mei zijn opgenomen in het mozaïekbeheer. Voor de kievit en scholekster is nestbescherming alleen echter niet voldoende. Voor deze soorten zijn ook beweide percelen nodig en maaitrappen in mei. Maatregelen voor het behoud van deze soorten zouden o.i. dan ook meer specifiek aangegeven moeten worden. Bij een succesvol beleid zou een stijging voor deze soorten mogelijk moeten zijn. Ook zijn wij, net als LBN als Altenburg & Wymenga, van mening dat voor de veldleeuwerik extra maatregelen nodig zijn zoals randenbeheer en open plekken in akkerbouwgebied. Voor de kemphaan wordt ingezet op behoud van het huidige aantal van 20 broedparen. Dit betekent een kleine en dus kwetsbare (deel)populatie. Wil Friesland broedende kemphanen behouden op langere termijn, dan is een groter aantal broedparen nodig. Dit zal echter niet eenvoudig zijn. Voor behoud van de kemphaan als broedvogel in Fryslân is diepergaand onderzoek nodig, hetgeen hoge kosten met zich mee zal brengen. Ook LBN en Altenburg & Wymenga verwachten dat behoud van de kemphaan moeilijk zal zijn. Volgens Altenburg & Wymenga zal de kemphaan niet meeliften op maatregelen voor de grutto s. Er is al meer ogenschijnlijk geschikt leefgebied waar deze soort niet meer broedt zonder zicht op oorzaken. 7

12 Volgens het werkplan moeten de kemphaan en watersnip voldoende geholpen worden met het Opkrikplan en vraagt dit specifieke aandacht van natuurbeschermingsorganisaties. Hoe deze aandacht vorm wordt gegeven in het opkrikplan wordt echter uit het werkplan niet duidelijk. LBN denkt dat een stijging van het aantal watersnippen mogelijk moet zijn. Volgens Altenburg & Wymenga zou voor de watersnip een extensiever beheer met plaatselijke verruiging ook voldoen. De doelstelling omvat geen streefwaarden voor soorten zoals slobeend, zomertaling en graspieper. Altenburg & Wymenga stellen voor geen doelstelling te formuleren voor de kemphaan, maar wel voor de kemphaangroep, met watersnip, slobeend en zomertaling. Appreciatie ambities Het is prijzenswaardig dat Fryslân als eerste provincie een ambitie en bijbehorend werkplan voor weidevogels neerzet. De totale doelstelling voor grutto s is ambitieus, maar met een goede aanpak en inzet realiseerbaar. Op de volgende onderdelen zijn de ambities van de Provincie Fryslân (te) bescheiden: De ambitie voor grutto s voor de reservaten is te laag. Voor de andere genoemde weidevogels wordt ingezet op alleen stabilisatie van het huidige niveau. Het is echter onvoldoende duidelijk in welke mate zij kunnen profiteren van de voorgestelde maatregelen voor grutto s en welke andere maatregelen genomen worden. Voor de veldleeuwerik zijn extra maatregelen gewenst om de achteruitgang tegen te gaan. Voor een aantal andere soorten ontbreekt een ambitie (m.n. slobeend, zomertaling en graspieper). Voor behoud van de kemphaan zijn extra inspanningen nodig. Mogelijkheden om de kemphaan als broedvogel te behouden zijn ongewis. Het is o.i. dan ook realistischer om een doelstelling voor de kemphaangroep te formuleren (watersnip, slobeend, zomertaling) en niet voor de kemphaan als zodanig. 2.4 Instrumenten In het plan van aanpak worden de volgende instrumenten voorgesteld: 1 Organisatie en communicatie 2 Werkveldaanpak 3 Verbeteren van omgevingsfactoren weidevogelbeheer 4 Monitoring, onderzoek en projecten Hieronder geven we een korte analyse van de aard van de instrumenten en de wijze waarop deze zullen worden ingezet. We beginnen met de werkveldaanpak omdat deze o.i. medebepalend is voor de vorm van communicatie en organisatie. 8

13 2.4.1 Werkveldaanpak De Provincie Fryslân kiest voor een aanpak per werkveld, met ontschotting van eerdere beleidssporen. Dit is o.i. een goede keuze die aansluit op aanbevelingen van de beleidsevaluatie van Oosterveld en Bos (2004), het actieprogramma van het weidevogelverbond (juni 2006), de haalbaarheid weidevogeldoelen (Schotman en Melman, 2006) en de analyse van kennis en draagvlak rond weidevogels (Terwan et al., 2006). Ook LBN en Altenburg & Wymenga zijn positief over deze werkveldaanpak. We geven per werkveld een aantal opmerkingen. 1 Gruttokringen In de zogenaamde gruttokringen werken agrarische natuurverenigingen, vrijwilligers en terreinbeheerder samen. Het organisatiemodel hiervoor is nog in ontwikkeling. Ook de selectie van gebieden (de instaptoets) en het opstellen van het gebiedsplan moet nog nader worden uitgewerkt. Organisatiemodel Intussen zijn twee gruttokringen in de opstartfase, nl. Idzegea (1500 ha) en Aldeboarn (5000 ha). Idzegea wordt door het Weidevogelverbond genoemd als een goed voorbeeld van hoe het door het weidevogelverbond voorgestelde organisatiemodel zou kunnen werken (zie kader 2.1). Kader 2.1. Het voorgestelde organisatiemodel van het actieprogramma Weidevogelverbond Het organisatiemodel dat het weidevogelverbond voorstelt kent een aantal stappen: 1. Aanmelden van het gebied voor (financiering) van weidevogelbeheer door de gezamenlijke beheerders 2. Instaptoets 3. Opstellen gebiedsplan door de gezamenlijke beheerders 4. Kwaliteitstoets ter beoordeling van het gebiedspan 5. Gebiedsafspraken + individuele contracten 6. Periodieke evaluatie Bron: Concept programma Weidevogelverbond, juni 2006 Het is een goede zaak dat de gruttokringen aansluiten op het landelijk voorgestelde organisatiemodel van het Weidevogelverbond. In de voorgestelde instaptoets van het Weidevogelverbond wordt een minimale omvang van bijvoorbeeld 500 ha genoemd. In Fryslân ontbreekt een dergelijke eis. Een optie is een getrapte structuur met een overkoepelende gruttokring voor een relatief groot gebied (bijvoorbeeld meer dan 2000 ha) met daarbinnen deelkringen. Concreet betekent dit, gezien de geplande hectares, dat er zo n gruttokringen opgezet moeten worden. Wil dit volgens een bottom-up proces plaatsvinden, dan zal de eerste jaren sterk ingezet moeten worden op dit proces, hetgeen vraagt om professionele begeleiding en financiële middelen voor het dekken van de proceskosten. 9

14 Selectie van gebieden De selectie van gebieden voor gruttokringen (zie p. 12 werkplan) kan gezien worden als een instaptoets. Positief is dat bij de criteria aandacht wordt besteed aan daadwerkelijk samenwerken tussen de verschillende partijen en dat ook de aanwezigheid van andere weidevogels dan grutto s als criterium wordt meegenomen. Voor de selectie van gebieden wordt de minimale gruttodichtheid gesteld op 15 broedparen per 100 ha. Dit lijkt o.i. aan de lage kant, ook gezien de doelstelling voor gruttokringen van 25 broedparen/100 ha. Van de gruttokringen wordt veel verwacht. Voor de eerste gruttokringen is o.i. een goede uitgangspositie met hoge dichtheden nodig om tot een voorbeeldwerking te kunnen komen. Als minimale startdichtheid gaat het Weidevogelverbond uit van minimaal 50 paren weidevogels per 100 ha. Dit is breder en qua aantal gruttoparen waarschijnlijk iets hoger dan de 15 grutto broedparen die in het werkplan worden genoemd. Op basis van een ruwe schatting van de Gruttokaart voor Fryslân is er zo n ha met een gruttodichtheid van meer dan 25 broedparen/100 ha en ruim ha met een dichtheid van 20 broedparen/100 ha. In totaal is er rond de ha met een dichtheid van > 15 broedparen/100 ha. Dit betekent, gezien de totale geplande omvang van ha, dat voor de latere gruttokringen een instapeis hoger dan 15 grutto broedparen/100 ha niet mogelijk is. Het is zeer positief dat ca ha reservaat wordt opgenomen in de gruttokringen. Dit biedt meer mogelijkheden om weidevogelbeheer inpasbaar te maken in agrarische bedrijven (zwaar beheer ligt deels in de reservaten). Ook nu zijn er al voorbeelden dat weidevogels veel broeden in reservaten, en vervolgens de jongen grootbrengen op omringende landbouwgronden. Het gebruik van grutto geschiktheid kaarten waarbij ook belemmerende factoren worden meegenomen (Melman et al., 2006) kan hierbij een hulpmiddel zijn. Het komt het overzicht ten goede als de verschillende gebieden letterlijk duidelijk op de kaart worden gezet. Ook Altenburg & Wymenga zijn van mening dat eerst prioriteit gegeven moet worden aan gebieden met nu nog hoge dichtheden (25-30 grutto broedparen/100 ha). Het is nog de vraag of dit aansluit op natuurgebieden en werkgebieden van agrarische natuurverenigingen. De provincie heeft een belangrijke taak bij het uitvoeren van de instap en kwaliteitstoets en het afsluiten van de contracten. De daadwerkelijke procedures om te komen tot selecties van gebieden en het opzetten van de gruttokringen moeten nog verder worden uitgewerkt. Hierbij is het zaak om procedures zodanig in te richten dat bureaucratisering en lange wachttijden worden voorkomen. Mozaïekbeheer In het werkplan wordt terecht een accent gelegd op de kuikenoverleving en ingezet op mozaïekbeheer. Uit onderzoek naar weidevogelmozaïekbeheer in Noord-Nederland blijkt dat in een zestal gebieden in 2002/2003 bij gemiddeld 9% zwaar en 7% zeer zwaar beheer een dichtheid werd bereikt van 17 grutto broedparen/100 ha (Oosterveld, 2006a). Zowel LBN als Altenburg & Wymenga geven aan dat de noodzaak van 40% zwaar 10

15 beheer als absolute randvoorwaarde niet bewezen is. Er zijn gebieden met hoge dichtheden bij minder zwaar beheer. LBN verwacht dat 30% uitgesteld maaien voldoende is op voorwaarde van een goede ligging en onderlinge verbinding van gebieden, een goed voedselaanbod en aanwezigheid van maaitrappen in mei. In het project Verbetering Mozaïekbeheer 2006 wordt gewerkt met maaitrappen. De regeltechnische aspecten moeten nog worden uitgewerkt om maaitrappen in 2009 op te kunnen nemen in maatregelenpakketten. In het werkplan wordt gesteld dat per gruttogezin ca. 0.8 ha beheersland nodig is. LBN geeft aan dat op basis van ervaringen in Nederland-Gruttoland de norm van 0.7 ha te laag werd bevonden en in een vervolgproject een norm van 1.0 ha wordt gehanteerd. Deze norm is echter niet hard. De vereiste oppervlakte ongemaaid land wordt sterk bepaald door het insectenaanbod. In 2006 vindt dan ook aanvullend onderzoek hiernaar plaats. Ook zijn er experimenten gaande met extensief beweiden (minder dan 1,5 GVE per ha tot 15 juni) als alternatief voor uitgesteld maaien. Het is dus verstandig om ervan uit te gaan dat voor gruttoparen een totaal van ha uitgesteld maaien/extensief weiden nodig is (d.w.z. overeenkomstig het aantal hectares voorzien in het werkplan, p. 9). 2 Gebieden met nestbescherming In de gebieden met nestbescherming heeft de BFVW een belangrijke rol. Ook zullen zogenaamde vliegende!! worden ingezet, een provinciale regeling voor de bescherming van grutto en tureluur. Aantal vrijwilligers In vergelijking met andere provincies is het aantal vrijwilligers/nazorgers in Friesland bijzonder hoog (in 2004 rond de 6500), zelfs hoger dan het aantal van alle vrijwilligers uit andere provincies tezamen (Van Paassen, 2006). Landelijk gezien treedt er vanaf 2002 een stabilisatie en geringe afname in van het aantal vrijwilligers. De gemiddelde leeftijd van de vrijwilliger ligt hoog, velen zijn rond de 50 jaar. In Friesland is het aantal vrijwilligers ook iets afgenomen (tot rond de 6000) vanwege vergrijzing en de kwestie rond het eierrapen. Overigens heeft van de organisaties voor vrijwillige weidevogelbescherming alleen de BFVW een apart jeugdbeleid (Terwan et al., 2006), ook al is het niet altijd eenvoudig om jongeren aan zich te binden (zie ook artikel Nieuwe Oogst mei 2006). Het is dan ook een goede zaak dat de provincie dit beleid ondersteunt door de inzet van een weidevogelcoördinator. Vliegende!! De provinciale regeling Vliegende!! heeft tot doel nesten en jonge vogels van de grutto en tureluur te beschermen. Hiervoor is jaarlijks! beschikbaar. Het uitsparen van 800 m2 per nest voor beschermende maatregelen lijkt echter onvoldoende (ook gezien de hogere hectare normen voor mozaïekbeheer, zie hierboven). LBN heeft twijfels bij de effectiviteit van de vliegende!! zonder uitgesteld maaien en gespreide maaitrappen in mei. Altenburg & Wymenga zijn van mening dat bij voortgaande daling van de gruttostand het reguliere beheer niet meer voldoet en dat een goede voedselvoorziening en schuilplaats voor kuikens belangrijk zijn. 11

16 Gezien de hogere dichtheden in gruttokringen en in reservaten is het geven van prioriteit qua middelen voor deze gebieden voor de hand liggend. Gebieden met nestbescherming hebben echter ook een belangrijke functie in de communicatie naar het brede publiek en het motiveren en enthousiasmeren van agrariërs. Het is dan wel van belang dat nestbescherming werkt, hetgeen met de voorgestelde maatregelen niet zonder meer evident is. We stellen dan ook voor om gedurende de periode te monitoren en te onderzoeken wat het effect is van de Vliegende!!, en op basis van de resultaten daarvan te beoordelen of de regeling herzien moet worden. 3 Natuur- en beheersgebieden In het werkplan wordt relatief weinig aandacht besteed aan het weidevogelbeheer in natuurgebieden. Er is voorzien in enige uitbreiding van de oppervlakte natuurgebied voor weidevogels. Het is belangrijk hierbij prioriteit te geven aan percelen in gebieden rijk met weidevogels, aansluitend op bestaande reservaten of nieuwe gruttokringen. Verder vermeldt het werkplan dat het Opkrikplan van de terreinbeherende organisaties de kwaliteit flink moet verbeteren. Verzuring en te extensief beheer zijn belangrijke knelpunten. Het werkplan besteedt hier verder weinig aandacht aan. De eigen verantwoordelijkheid van de terreinbeheerders wordt hier blijkbaar voorop gesteld, met een rol van de provincie op de achtergrond. In reservaatgebieden wordt het beheer voornamelijk uitgevoerd door pachtende agrariërs. Dit beheer wordt echter steeds minder aantrekkelijk voor hen. Bovendien is er steeds minder ruige mest beschikbaar. Voor het behalen van goede resultaten in reservaten is juist intensiever beheer nodig en kennisuitwisseling tussen pachters onderling en met de terreinbeheerders. De terreinbeheerders voorzien dat ze extra inspanningen moeten leveren voor begeleiding en beheer, waarvoor ook meer financiële middelen nodig zijn. Altenburg & Wymenga merken op dat voor de kemphaangroep de uitvoering van het opkrikplan nodig is (versterken van plas-drassituatie, verhogen waterpeil, etc.). Dit geldt ook voor andere weidevogels. Het is van belang is dat de provincie het plan ondersteunt en toezicht houdt op een voortvarende uitvoering ervan Communicatie en organisatie Om de gebiedsaanpak tot een succes te maken is communicatie met en tussen relevante partijen essentieel. Het werkplan geeft het belang van communicatie en samenwerking aan. Er worden aanzetten gedaan tot het vormgeven van de externe communicatie en de kennisverspreiding, zoals: Jaarlijkse expertbijeenkomst. Kennisnetwerk weidevogelbeheer en onderzoek. Aandacht voor agrarisch natuurbeheer en weidevogelbescherming in het agrarisch onderwijs. Communicatie en educatie jeugdleden d.m.v. inzet van weidevogelcoördinator bij de BFVW. In het werkplan worden verschillende partijen genoemd die op een of andere wijze betrokken zijn bij weidevogelbeheer. 12

17 Het zou goed zijn om in het licht van de voorgestelde nieuwe aanpak te kijken of de toekomstige rollen en taken voldoende duidelijk zijn (is er overlap, blijven bepaalde taken liggen) en hoe de onderlinge communicatie het beste plaats kan vinden. Zo komt bijvoorbeeld niet duidelijk uit de verf wat de rol van het Samenwerkingsverband Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer (SANL) zal zijn en die van het provinciaal weideplatform en hoe deze zich verhouden tot het kennisnetwerk weidevogelbeheer en onderzoek en de besturen van de gruttokringen. Ook is niet duidelijk hoe uitwisseling tussen onderzoek (bijv. Nij Bosma Zathe) en onderwijs (o.a. IPC+) plaats zal vinden voor zowel agrarisch natuurbeheer als reservaatbeheer. In de landelijke analyse van het kennisnetwerk rond weidevogels wordt een top 5 van ecologische kennisleemten aangegeven (zie kader 2.2). Kader 2.2. Top 5 van ecologische kennisleemten in het weidevogelbeheer Door de geïnterviewden in het kader van de analyse rond weidevogelbeheer worden de volgende kennisleemten het meest genoemd: 1. Kuikens: voedselaanbod (samenstelling grasland), conditie 2. Bodemleven en bemesting, relatie met vegetatiestructuur 3. Factoren die de vestiging bepalen 4. Vergeten graslandvogels: zangvogels, eenden (bijv. talingen) 5. Flyway: wat gebeurt er als de vogels niet in Nederland zijn? Bron: Terwan et al., 2006 In dezelfde analyse wordt gesteld dat er wel ecologische kennisleemten zijn, maar dat deze niet het belangrijkste kennisprobleem vormen. Het probleem is veeleer de gebrekkige doorstroming van kennis, de weinig structurele aandacht voor kennisintegratie en verspreiding, een onvoldoende actieve open uitwisseling van onderzoekers en beheerders en een gebrekkige bundeling en toetsing van praktijkervaringen van boeren, vrijwilligers en terreinbeheerders (Terwan et al., 2006). Het gaat hierbij zowel om kennis- als houdingaspecten. Er is dan ook behoefte aan een continu proces van kennisvoorziening en uitwisseling in (regionale) kenniskringen met aandacht voor beheersvragen uit de praktijk. Nieuwe beheersinformatie moet bij de beheerders zelf terecht komen om geïntegreerd te kunnen worden in de bedrijfsvoering. Meer toegespitst en praktisch voorlichtingsmateriaal is nodig, als ook een aanpak via studiegroepen, veldbijeenkomsten en proef en demonstratiebedrijven (Terwan et al., 2006). De in het werkplan voorgestelde jaarlijkse expertbijeenkomst en het kennisnetwerk sluiten aan op de gesignaleerde behoeften aan kennisuitwisseling, op voorwaarde dat praktijkvragen en -ervaringen hierin worden meegenomen. Naast BoerenNatuur en BFVW kunnen Nij Bosma Zathe en IPC+ een belangrijke rol vervullen in de kennisverspreiding richting boeren en vrijwilligers en inspelen op lokale kennis- en houdingsaspecten. Voorbeeldbedrijven, uitwisseling tussen boeren onderling en voorlichting door boeren aan boeren zijn eveneens belangrijk. We nemen aan dat besturen van gruttokringen ook bij zullen dragen aan een systematische uitwisseling van kennis en ervaringen door de betrokken partijen en dat vragen vanuit de gruttokringen gebundeld worden en worden geadresseerd aan relevante partijen. Voor de stimulering en coördinatie hiervan is o.i. professionele begeleiding nodig. 13

18 Qua kennisvoorziening kan het door Alterra voorgestelde Internet kennissysteem voor weidevogelbeheerders (Schotman en Melman, 2006) een bijdrage leveren. Hierin wordt informatie beschikbaar gesteld over geschiktheidskaarten, predatiekaarten en vuistregels voor effectief beheer. Na invoeren van het type beheer en nagestreefde gruttodichtheden geeft het kennissysteem informatie over de effectiviteit van het beheer en verbeteringsmogelijkheden. LBN merkt terecht op dat er weinig aandacht is voor communicatie richting het grote publiek om draagvlak te behouden en te versterken voor weidevogelbeheer in het algemeen en in Fryslân in het bijzonder. Alhoewel er provinciaal meegelift kan worden op landelijke publiciteit (bijvoorbeeld via Boerenland Vogelland ) is het aansprekender om resultaten uit het eigen gebied te kunnen melden Verbetering omgevingsfactoren weidevogelbeheer Ruimtelijke ordening Het provinciale beleid om bescherming van weidevogels te koppelen aan kernkwaliteiten van het landschap (rust en open ruimte) en geen planologische voorwaarden aan agrariërs op te leggen is positief. Nadere uitwerking is nodig om aan te geven hoe zowel provincie en gemeenten openheid en rust denken te behouden en te herstellen. Altenburg & Wymenga suggereren maatregelen zoals het tijdelijk sluiten van recreatieve fietspaden door open gebied, achterstallig onderhoud houtige beplantingen (o.a. ook langs fietspaden) en het beperken van dorpsbosjes. De provincie stelt dat belangrijke weidevogelgebieden in beginsel gevrijwaard worden van nieuwe ontwikkelingen. Dat is inderdaad nodig, willen de ambities qua aantallen grutto s gehaald kunnen worden. Bij niet te vermijden ontwikkelingen zal de provincie zoeken naar gelijkwaardige compensatie, waarvoor een weidevogelfonds zal worden ingesteld. Dit laatste sluit aan bij de voorstellen van het actieprogramma van het Weidevogelverbond. Het functioneren van het weidevogelfonds zal nog nader uitgewerkt moeten worden (beheer, vergoedingen e.d.). Het Weidevogelverbond gaat bijvoorbeeld uit van een compensatieplicht van 130%. Voor een daadwerkelijke compensatie is compensatie vooraf nodig, zodat vooraf inrichtingsmaatregelen voor nieuwe gebieden zijn afgerond. Voor het beheer en het functioneren van een weidevogelfonds kan ook geleerd worden van ervaringen elders met gebiedsfondsen, zoals o.a. in Midden-Delfland (zie ook Waterhuishouding Het werkplan besteedt aandacht aan verbeteringen in waterhuishouding. Hoewel voor de grutto het waterpeil in Fryslân niet de grootste belemmering vormt (Oosterveld, 2006b), geven praktijkervaringen aanwijzingen dat natte plekken in reservaten, flauwe oevers e.d. bijdragen aan het aantrekkelijk maken van het broedgebied en aan het broedsucces. Door inzet van! op jaarbasis geeft de provincie hieraan een goede impuls. Daarnaast is het van belang dat gebieden voldoende groot zijn om te kunnen sturen qua waterpeil. Voor de kemphaan, watersnip en zomertaling zijn zeer natte terreinen essentieel. Hierin zal het Opkrikplan moeten voorzien. Bovengenoemde maatregelen in naburig agrarisch gebied kunnen bijdragen aan het succes. Predatie Predatiebeleid vormt terecht een punt van aandacht. De predatie van weidevogellegsels is de laatste jaren toegenomen (Schekkerman & Teunissen, 2006, Van Paassen, 2006). 14

19 Volgens Altenburg & Wymenga lijkt landschapsinrichting van invloed op predatie; in onderzoek zou onderbouwd moeten worden in hoeverre predatie met inrichtingsmaatregelen te reguleren is en/of welke andere maatregelen mogelijk zijn Monitoring, onderzoek en projecten Monitoring en evaluatie Het Weidevogelmeetnet en de BFVW (via registratie van nestgegevens tijdens en na nestbescherming) hebben een belangrijke rol in het verzamelen van (kwantitatieve) gegevens m.b.t. weidevogels. Diverse partijen nemen deel aan het Weidevogelmeetnet, hetgeen de onderlinge uitwisseling en gebruik van gegevens voor aanpassing van beheer ten goede komt. Van belang is het waarborgen van de onafhankelijkheid van de informatieverzameling. In discussie met LBN en Altenburg & Wymenga stellen we een aantal verbeteringen voor van het Weidevogelmeetnet: Deelname van BoerenNatuur in de organisatie, zodat alle beheerders elkaars gegevens kritisch kunnen bekijken; Uitbreiding van meetpunten in beheersgebied voor betrouwbare trendanalyses en het monitoren van de het aantal kuikens per broedpaar dat vliegvlug wordt; Registratie van het beheer van percelen om zodoende de effectiviteit beter te kunnen beoordelen; Beheer indelen in nieuwe categorieën op basis van de voorgestelde werkvelden, d.w.z. gruttokring, reservaat binnen en buiten gruttokring, nestbeschermingsgebied, geen bescherming. Daarnaast is een goede samenwerking en rolverdeling met de BFVW en Agrarische natuurverenigingen wenselijk, waarbij agrarische natuurverenigingen en vogelwachten worden betrokken bij het verzamelen en verwerken van de gegevens. Onderzoek en projecten In het werkplan worden een aantal onderwerpen voor onderzoek aangedragen. De op te zetten kenniskring zou hier een sturende rol kunnen vervullen door het agenderen van onderwerpen, het volgen van onderzoek en het toegankelijk maken van resultaten van onderzoek. Ook de gruttokringen lenen zich voor praktijkgericht onderzoek, gekoppeld aan een actieve aanpak voor uitwisseling van gegevens, bijvoorbeeld via studiegroepen met deelnemers uit verschillende geledingen. Een vraag van de provincie is in welke mate zwaarder beheer in te passen is in agrarische bedrijven en welke nieuwe bedrijfssystemen mogelijk zouden zijn. We zien hier twee hoofdrichtingen: nieuwe bedrijfssystemen en verbeterd beheer bij reguliere bedrijfsvoering. Nieuwe bedrijfssystemen Eén van de voorgestelde actiepunten in het landelijke actieprogramma van het Weidevogelverbond is het ontwikkelen en toepassen (gekoppeld aan onderzoek) van nieuwe bedrijfssystemen met een optimale biotoop voor weidevogels en het daarbij ontwikkelen van instrumenten (vergoedingssystemen) ter ondersteuning. In een haalbaarheidsstudie van Schotman et al. (2006) haalt deze Schrijver aan (2006): volgens modelberekeningen is op melkveebedrijven is 30-60% zwaar tot zeer zwaar beheer inpasbaar; in de praktijk ligt dit percentage lager. 15

20 Voor Waterland is ingeschat dat voor melkvee tot 10% SAN en 20% SN mogelijk is, voor vleesvee tot 40% SAN en 50% SN (expert judgement, Kloen en Guldemond, 2004). Veel hangt ook van de hoogte van vergoedingen. Schotman begroot flink hogere vergoedingen voor SN. Agrariërs moeten bij zwaarder beheer hun bedrijf zodanig aanpassen ( de inpasbaarheid voorbij ), dat dit goede lange termijnafspraken vergt (met overheid, terreinbeheerders, andere partijen). Een andere (aanvullende) optie is om bedrijven met fiscale maatregelen tegemoet te komen, of bijvoorbeeld via het toepassen van de Natuurschoonwet. Het is een goede zaak om te gaan experimenteren met zowel het beheer als de organisatievorm. Friesland biedt hiervoor goede kansen en de provincie en andere partijen zouden dat met financiering kunnen ondersteunen. Verbetering beheer bij reguliere bedrijven In het kader van het vervolg van het project Nederland Gruttoland wordt al geëxperimenteerd met een aantal beheersmaatregelen. Het is zaak om ontwikkelingen in dezen goed te volgen. Altenburg & Wymenga dragen een aantal onderwerpen aan om de effectiviteit van weidevogelbeheer op productiegerichte bedrijven te onderzoeken: Zomerstalvoedering; Maaitrappen in mei; Botanisch randenbeheer; Gerichte planning van de hergroei door tijdig/vroeg maaien en voor weiden Het gaat hierbij om praktijkgericht onderzoek waarbij gekeken wordt naar de effectiviteit van het weidevogelbeheer en de economische aspecten ervan. 2.5 Planning, uitvoering en financiering In deze paragraaf gaan we kort in op de planning, uitvoering en financiering van de activiteiten. In het werkplan wordt regelmatig samengevat wat de provincie zelf gaat doen en wat ze van anderen verwacht. Het zou goed zijn om deze rol en taakverdeling verder te operationaliseren en van een tijdsindicatie te voorzien, zodat duidelijk is waar partijen op aan te spreken zijn. Een activiteitenplan voor het jaar 2007 met een indicatieve planning voor met daarin de jaarlijks terugkerende activiteiten (expertbijeenkomst, etc.) is dan ook nodig. Het vastleggen van resultaten en inspanningen in prestatieovereenkomsten is een goede zaak. Deze moeten nog nader uitgewerkt worden. De provincie stelt jaarlijks tot 2013 een budget van! beschikbaar (Pers. comm. R. Hobbenschot n.a.v. werkplan p. 22) ter financiering van de communicatie rond weidevogels, de vliegende!!, vrijwillige vogelbescherming, ringonderzoek, monitoring kievit en inrichtingsmaatregelen. In dit budget zijn niet proceskosten voor de oprichting en begeleiding van gruttokringen opgenomen. 16

21 Uit het werkplan is niet te lezen welke budgetruimte er is voor de (uitbreiding) van de SAN en SN regeling en hoe proceskosten voor het opzetten en begeleiden van de gruttokringen worden gedekt. De kosten voor alle beheersmaatregelen, en de dekking hiervan vanuit Programma beheer of vanaf 2007 vanuit ILG moet nog nader worden uitgewerkt. In het concept meerjarenprogramma/ilg staan een aantal onderdelen genoemd waar financiering van het weidevogelwerkplan onder zou kunnen vallen. Het is onduidelijk in welke mate deze gelden ingezet kunnen worden voor bestaande en nieuwe projecten (Pers. comm. A. de Vries). Op dit moment is er een quotum van ha voor agrarisch natuurbeheer, met een overschrijding van 700 ha tot 2011 (Pers. comm. R. Hobbenschot). Een punt van aandacht is hoe voldoende gelden te vinden (aflopen huidige contracten, aanvullend quotum, andere bronnen) voor het aantal hectares binnen de gruttokringen. Voor de voortvarende uitvoering van dit werkplan is een overbruggingsbudget nodig zodat nu alvast in gruttorijke gebieden begonnen kan worden met het opzetten van de gruttokringen en het afsluiten van contracten met de beheerders. Er zal een provinciale medewerker weidevogelbeleid aangesteld worden, die zorg zal dragen voor een effectieve en efficiënte inzet van middelen voor weidevogelbescherming. Een meer gedetailleerde planning met een daarbij behorend budget zal het gemakkelijker maken om deze rol goed in te vullen. Een goede planning vergemakkelijkt de communicatie tussen de verschillende partijen en biedt sturingsmogelijkheden en aangrijpingspunten voor monitoring en evaluatie. 17

22 3 Percepties van betrokken partijen Aan BoerenNatuur en de BFVW is gevraagd om hun mening te geven over het werkplan, aan de hand van een aantal gerichte vragen. Hieronder volgt een korte samenvatting van de reacties (met tussen haakjes de bron). Algemene indrukken Sterke punten De 'bottom-up' benadering is een sterk punt (BoerenNatuur). Het is een uitdaging om de juiste drempel qua grutto dichtheid aan te houden voor de selectie van gebieden zodat het stimulerend en niet ontmoedigend werkt (BoerenNatuur). BoerenNatuur is blij met de duidelijke rol voor BoerenNatuur in de uitvoering. Boeren kunnen daar dan ook op aangesproken worden. Het werkplan maakt duidelijk wat het beleid van de provincie is, de provincie durft duidelijk punten te benoemen zoals samenwerking, waterhuishouding en predatie (BFVW). Het is goed dat er geen planologische beperkingen zijn opgenomen (BFVW). Er is flexibiliteit, dat is positief, maar er moeten wel genzen aan gesteld worden. De BFVW stelt de ontwikkeling van een soort weidevogelmeter voor om per gebied tot afstemming van werkzaamheden te komen rond het weidevogelbeheer. Zwakke punten De financiële vertaling van de plannen is nog niet heel concreet (BoerenNatuur). De details van de uitvoering zijn nog onvoldoende concreet, bijvoorbeeld de prestatieovereenkomsten, de rol van verschillende partijen. Ook is niet duidelijk wat de sancties zijn als doelen niet gehaald worden (BFVW). Ambitie Het plan is (te) ambitieus voor de totale populatiedoelstelling (BoerenNatuur). De ambitie voor de dichtheid is aan de hoge kant, de doelstelling voor het aantal hectares is niet ambitieus (BFVW). De doelstelling van 25 grutto broedparen in het werkveld natuur- en beheersgebieden lijkt aan de lage kant vergeleken met de doelstelling voor de gruttokringen (BoerenNatuur). De BFVW vindt het moeilijk zich hierover uit te spreken en laat dat aan de terreinbeheerders over ter beoordeling. Werkvelden Zowel BoerenNatuur als de BFVW zijn positief over het opzetten van de gruttokringen. Volgens BoerenNatuur is het draagvlak en enthousiasme voor samenwerking in de twee gruttokringen in oprichting groot. In Idzegea (1500 ha) nemen zo n 80-90% van de boeren deel. In Aldeboarn (5000 ha) is de werving nog niet begonnen, maar is er nu al een dekkingsgraad van 50%. 18

23 Volgens BoerenNatuur stellen ook de boeren beheerders zelf een stevige ambitie. Boeren hebben aangegeven ook bereid te zijn om te experimenteren met variaties in het waterpeil. Ook leven er bij hen ideeën om te kijken naar nieuwe bedrijfsvormen als tussenvormen tussen het huidige agrarisch natuurbeheer en particulier natuurbeheer. In deze twee gruttokringen nemen ook vrij veel jonge boeren deel en BoerenNatuur is positief gestemd over de (toekomstige) deelname van jonge boeren aan weidevogelbeheer. De BFVW pleit voor een minimale en maximale grootte van de gruttokringen ( ha) zodat er voldoende sociale controle mogelijk is. Verder is van belang dat de biotoop goed is, boeren het weidevogelbeheer goed tussen de oren hebben, vrijwilligers goed meewerken en er een goede samenwerking is met de terreinbeheerders. Een sterk bestuur van de gruttokringen is nodig om met een goed plan te komen en zorg te dragen voor de uitvoering. De instaptoets van 15 grutto broedparen/100 ha vindt BVFW aan de lage kant. Landelijk wordt ingezet voor 50 broedparen/100 ha, waarvan 20 grutto broedparen/100 ha. Voor de selectie van gebieden kan de BFVW assistentie verlenen met het aanleveren van gegevens voor het bepalen van de dichtheden. De BFVW stelt voor dat de gebiedsgerichte aanpak tot uitdrukking komt in een weidegebruiksplan waarin het maai- en beweidingsregime wordt aangegeven. Het bestuur van de gruttokring moet al naar gelang van de aanwezige nesten kunnen afwijken van het plan mits de vogels voldoende ruimte behouden voor nestelen, dekking en foerageren. Organisatie en communicatie Zowel BoerenNatuur als de BFVW vinden kennisontwikkeling en uitwisseling belangrijk. De BFVW vindt scholing een aandachtspunt voor zowel boeren als vrijwilligers en noemt o.a. randenbeheer aan slootkanten en puntjes op de i zetten t.a.v. maaibeheer. Beiden zijn van mening dat PTC+ kan een belangrijke rol spelen bij de kennisverspreiding richting boeren en vrijwilligers. De BFVW stelt voor om de nazorgperiode te verlengen tot midden-juli en meer aandacht te geven aan het contact tussen vogelwachter en agrariër, zowel aan de keukentafel als in het veld. BoerenNatuur heeft hoge verwachtingen van de jaarlijkse expertbijeenkomst om resultaten van onderzoek en ervaringen uit de praktijk door te nemen. Het gaat dan om de inbreng van professionele deskundigen (uit Friesland, maar ook landelijk bijv. uit kenniskring weidevogels) en ervaringsdeskundigen, inclusief vertegenwoordigers van gruttokringen. Omgevingsfactoren weidevogelbeheer verbeteren Zowel BoerenNatuur als BFVW kunnen zich vinden in het provinciale predatiebeleid. De BFVW vindt het belangrijk om in de gruttokringgebieden de aantallen buizerd, havik, marterachtigen en kiekendieven binnen de perken te houden via inrichtingsmaatregelen en zo nodig andere maatregelen. De BFVW is van mening dat de verantwoordelijkheid voor deze aanpak zou moeten liggen bij de vogelwachten en de Wildbeheereenheden. BoerenNatuur verwacht dat binnen de gruttokringen boeren op vrijwillige basis bereid zijn om met het waterpeil te experimenteren. 19

Aantal gevonden legsels in 2008

Aantal gevonden legsels in 2008 10 1 Broedpaaraantallen 2. Reproductie Na terugkomst van weidevogels in hun broedgebied vormen zich paren en kiezen de vogels een plek om te gaan broeden: de vestiging. Daarna komen twee belangrijke reproductiefasen:

Nadere informatie

Naar een goed weidevogelbeheer. Cees Witkamp Senior beleidsmedewerker boerenlandvogels Vogelbescherming Nederland

Naar een goed weidevogelbeheer. Cees Witkamp Senior beleidsmedewerker boerenlandvogels Vogelbescherming Nederland Naar een goed weidevogelbeheer Cees Witkamp Senior beleidsmedewerker boerenlandvogels Vogelbescherming Nederland 1 Even iets over Vogelbescherming o Opgericht 1899 o C. 140.000 leden o C. 65 werknemers

Nadere informatie

De kern ligt bij plasdras

De kern ligt bij plasdras 7-3-2014 Inleiding presentatie Weidevogelbeheer Vereniging Noardlike Fryske Wâlden Weidevogelaantallen 2009-2012 Plasdras voor meer weidevogels Netwerken voor vitale populaties De kern ligt bij plasdras

Nadere informatie

Provinciaal weidevogelonderzoek in de regio Amstel-, Gooi- en Vechtstreek Uit het Jaarboek Weidevogels 2007

Provinciaal weidevogelonderzoek in de regio Amstel-, Gooi- en Vechtstreek Uit het Jaarboek Weidevogels 2007 Provinciaal weidevogelonderzoek in de regio Amstel-, Gooi- en Vechtstreek Uit het Jaarboek Weidevogels 2007 Inleiding In 2005 verschenen alarmerende berichten over een snelle teruggang van weidevogels

Nadere informatie

WAARNEMEN REGISTREREN ANALYSEREN COMMUNICEREN/RAPPORTEREN. Aad van Paassen, Landschapsbeheer Nederland/LandschappenNL

WAARNEMEN REGISTREREN ANALYSEREN COMMUNICEREN/RAPPORTEREN. Aad van Paassen, Landschapsbeheer Nederland/LandschappenNL BROEDEN OP WEIDEVOGELDATA VAN WAARNEMEN TOT REGISTREREN TOT ANALYSEREN TOT COMMUNICEREN/RAPPORTEREN Aad van Paassen, Landschapsbeheer Nederland/LandschappenNL VAN WAARNEMEN TOT REGISTREREN TOT ANALYSEREN

Nadere informatie

Beheerevaluatie 2018 weidevogels

Beheerevaluatie 2018 weidevogels Beheerevaluatie 2018 weidevogels Auteur Opdrachtgever Status Stichting Landschapsbeheer Gelderland VALA Definitieve versie Datum 06-11-2018 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding... 3 3 Beltrumse

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 576 Natuurbeleid Nr. 97 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Algemene Ledenvergadering

Algemene Ledenvergadering ELAN Agrarische Natuurverenigingen Zuidoost-Friesland Algemene Ledenvergadering Collectief ELAN Nijeholtpade, 28-06-2017 Opgericht in 2010 Vijf inliggende Agrarische natuurverenigingen (ANV s): Gagelvenne

Nadere informatie

ffi SrnTEN '?",iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten

ffi SrnTEN '?,iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten Lid Gedeputeerde Staten SrnTEN Mr. J.F. (Han) Weber Contact 070 441 61 96 jf.weber@pzh.nl '?",iffhorrand Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Aan Provinciale

Nadere informatie

TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN

TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN Foto: Onno Steendam Landschap Noord-Holland Toelichting Weidevogelleefgebieden Over wie gaat het? Weidevogels zijn vogels die in uitgestrekte en kruidige graslanden

Nadere informatie

Gaat het goed komen met het AGRARISCH NATUURBEHEER?

Gaat het goed komen met het AGRARISCH NATUURBEHEER? 20 LANDWERK #5 / 2015 Gaat het goed komen met het AGRARISCH NATUURBEHEER? Rondje langs de velden stemt nog niet op alle fronten direct gerust Door Rob Janmaat Over enkele maanden treedt het nieuwe stelsel

Nadere informatie

Beste Randy, Bedankt voor de medewerking. Met vriendelijke groet, Danny Eijsackers.

Beste Randy, Bedankt voor de medewerking. Met vriendelijke groet, Danny Eijsackers. Van: Danny Eijsackers [mailto:d.eijsackers@milieufederatie.nl] Verzonden: woensdag 10 mei 2017 14:58 Aan: Statengriffie Onderwerp: Bijeenkomst boerenlandvogels Beste Randy, Hierbij stuur ik je 2 documenten

Nadere informatie

Toekomst weidevogelbescherming. Forum. Bij hoog en bij laag. Ecologische verschillen. Gruttodichtheden bij laag peil

Toekomst weidevogelbescherming. Forum. Bij hoog en bij laag. Ecologische verschillen. Gruttodichtheden bij laag peil Toekomst weidevogelbescherming Forum Bij hoog en bij laag Het gaat bergafwaarts met de weidevogelstand in Nederland en internationaal holt de grutto achteruit. Beheersovereenkomsten werken onvoldoende.

Nadere informatie

WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD

WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD 214 Er is goed nieuws en er is slecht nieuws WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD 214: ER IS GOED NIEUWS EN ER IS SLECHT NIEUWS Sinds 211 telt DNatuur voor ANV Lopikerwaard hoeveel Grutto

Nadere informatie

Hoe kunt u meedoen? Help

Hoe kunt u meedoen? Help Agrariërs Weidevogelwerkgroepen snest Gemeenten Weidevogelwerkgroep Binnenveld-Oost, Weidevogelwerkgroep Binnenveld-West, de initiatiefnemers van het Weidevogelplan WERV-gemeenten Wageningen, Ede, Rhenen

Nadere informatie

Rapportage natuurbeheer. Weidevogels. Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve

Rapportage natuurbeheer. Weidevogels. Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve Rapportage natuurbeheer Weidevogels Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve 2016 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Weidevogels... 5 2.a.

Nadere informatie

Weidevogelvisie Provincie Utrecht

Weidevogelvisie Provincie Utrecht Weidevogelvisie Provincie Utrecht Weidevogelvisie Provincie Utrecht 1 Colofon Uitgave Provincie Utrecht, januari 2012 Vormgeving/DTP Del Puerto Design Grafische begeleiding MultiMediaCentrum provincie

Nadere informatie

EemlandE. Weidevogelland

EemlandE. Weidevogelland EemlandE Weidevogelland Completering Natuurgebied 2001 1 Samen het verschil maken Robuust Uitgifte Gronden NM u Onder voorwaarden u Aan lokale agrariërs u Deelname agrarisch natuurbeheer op bedrijf u Op

Nadere informatie

Jaarverslag Weidevogelbescherming en -beheer in Nederland 2005

Jaarverslag Weidevogelbescherming en -beheer in Nederland 2005 Jaarverslag Weidevogelbescherming en -beheer in Nederland 25 Tekst Aad van Paassen en Wanne Roetemeijer Redactie Paul Jacobs Foto s Mark Kuiper en Aad van Paassen Grafische vormgeving Studio Hans Lemmens,

Nadere informatie

Haalbaarheidstudie nieuw weidevogelbeleid

Haalbaarheidstudie nieuw weidevogelbeleid Haalbaarheidstudie nieuw weidevogelbeleid A.G.M. Schotman Th.C.P. Melman Alterra-rapport 1336, ISSN 1566-7197 Haalbaarsheidsstudie nieuw weidevogelbeleid 2 Alterra-Rapport 1336 Haalbaarsheidsstudie nieuw

Nadere informatie

Bezoekeffecten en nestbescherming bij weidevogels. Paul Goedhart Wolf Teunissen Hans Schekkerman Maja Roodbergen

Bezoekeffecten en nestbescherming bij weidevogels. Paul Goedhart Wolf Teunissen Hans Schekkerman Maja Roodbergen Bezoekeffecten en nestbescherming bij weidevogels Paul Goedhart Wolf Teunissen Hans Schekkerman Maja Roodbergen Aantalveranderingen 200 180 160 140 Index 120 100 80 60 40 20 1960 1970 1980 1990 2000 2010

Nadere informatie

weidevogelmozaïekbeheer in Noord-Nederland In deze rapportage: Introductie 2 Weidevogelmozaïekbeheer Methodiek 4 Resultaten 5 Conclusies 14

weidevogelmozaïekbeheer in Noord-Nederland In deze rapportage: Introductie 2 Weidevogelmozaïekbeheer Methodiek 4 Resultaten 5 Conclusies 14 In deze rapportage: Introductie 2 Weidevogelmozaïekbeheer 3 weidevogelmozaïekbeheer in Noord-Nederland Methodiek 4 Resultaten 5 Conclusies 14 Literatuur 15 Resultaten Introductie De omvang van de weidevogelpopulatie

Nadere informatie

Samen werken aan weidevogelbeheer

Samen werken aan weidevogelbeheer Samen werken aan weidevogelbeheer Sleutels tot succes Samen werken aan weidevogelbeheer Sleutels tot succes Landelijk gaan de weidevogels nog steeds achteruit. Maar er zijn plaatsen in Nederland waar het

Nadere informatie

Greppel plas dras op Texel. Resultaten van een driejarig experiment

Greppel plas dras op Texel. Resultaten van een driejarig experiment Greppel plas dras op Texel Resultaten van een driejarig experiment ANLV De Lieuw Texel Siebold van Breukelen September 2015 ANLV De Lieuw Texel - Ottersaat 5-1792 CC Oudeschild - tel 0222 314072 -E mail

Nadere informatie

Weidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017

Weidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017 Weidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017 Collectief Rivierenland Beeld: Shutterstock Datum: 15-11-2017 In opdracht van De agrarische collectieven Gelderland 1 Duivense broek Een deel van het Duivense

Nadere informatie

Datum 17 maart 2017 Betreft Uitvoering van de motie Grashoff-Leenders (3450 XIII, nr. 98) inzake weidevogels

Datum 17 maart 2017 Betreft Uitvoering van de motie Grashoff-Leenders (3450 XIII, nr. 98) inzake weidevogels > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Agro en Directie en Biodiversiteit Bezoekadres Bezuidenhoutseweg

Nadere informatie

Weidevogels en predatie. Wolf Teunissen Paul Goedhart Hans Schekkerman Maja Roodbergen

Weidevogels en predatie. Wolf Teunissen Paul Goedhart Hans Schekkerman Maja Roodbergen Weidevogels en predatie Wolf Teunissen Paul Goedhart Hans Schekkerman Maja Roodbergen kievit grutto tureluur wulp watersnip kemphaan scholekster slobeend krakeend kuifeend zomertaling tafeleend wintertaling

Nadere informatie

Notitie Weidevogels Noord-Holland, 20 mei 2010

Notitie Weidevogels Noord-Holland, 20 mei 2010 Notitie Weidevogels Noord-Holland, 20 mei 2010 Kees (C.) J.G. Scharringa, 19 mei 2010 Inleiding De notitie geeft beknopte informatie over de verspreiding, aantallen en trends van weidevogels in Noord-Holland

Nadere informatie

Zuid-Hollandse weide- en akkervogels in de knel, hernieuwde aanpak nodig

Zuid-Hollandse weide- en akkervogels in de knel, hernieuwde aanpak nodig Zuid-Hollandse weide- en akkervogels in de knel, hernieuwde aanpak nodig Inleiding Nederland heeft op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn de verplichting om voor alle van nature voorkomende

Nadere informatie

Agrarisch Natuurbeheer: wat kost het, wat levert het op, hoe kan het beter? David Kleijn

Agrarisch Natuurbeheer: wat kost het, wat levert het op, hoe kan het beter? David Kleijn Agrarisch Natuurbeheer: wat kost het, wat levert het op, hoe kan het beter? David Kleijn Landbouwgebied Productie van voedsel en grondstoffen Natuur op boerenland Intensivering van landbouw Agrarisch natuurbeheer

Nadere informatie

nestbescherming, Inleiding Bescherming weidevogellegsels in Noord-Holland

nestbescherming, Inleiding Bescherming weidevogellegsels in Noord-Holland 14 Bescherming weidevogellegsels in Noord-Holland Frans Parmentier * Inleiding Sedert begin jaren tachtig houden ook in Noord-Holland vrijwilligers zich bezig met nestbescherming, de laatste jaren in toenemende

Nadere informatie

Weidevogelrapport 2017

Weidevogelrapport 2017 Weidevogelrapport 2017 Inhoudsopgave. Klik op de link om naar de pagina te gaan Voorwoord 3 Inleiding 4 De Ontginning 5 ParelPostma 7 Oldetrijne Zuid 8 Oldetrijne Noord 10 Gracht 11 Langelille 12 Lindedijk

Nadere informatie

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Bescherming Weidevogels Zuid-Holland 2018 Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Dit jaarverslag is tot stand gekomen in samenwerking met 17 actieve weidevogelgroepen

Nadere informatie

Rapportage natuurbeheer. Weidevogels. Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve

Rapportage natuurbeheer. Weidevogels. Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve Rapportage natuurbeheer Weidevogels Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve 2015 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Weidevogels... 5 2.a.

Nadere informatie

Selectief maar voortvarend investeren in effectief agrarisch natuurbeheer

Selectief maar voortvarend investeren in effectief agrarisch natuurbeheer Selectief maar voortvarend investeren in effectief agrarisch natuurbeheer De breedte van het speelveld Betaald beheer (SNL): 179.000 ha, 64 mln. (excl. ganzen) 13.500 bedrijven = 27% van grondgebonden

Nadere informatie

Weidevogelnieuws. Landbouwkundige situatie vroeger en nu. Rijswijkse Veld

Weidevogelnieuws. Landbouwkundige situatie vroeger en nu. Rijswijkse Veld Landbouwkundige situatie vroeger en nu Weidevogelnieuws Het Zoelense en Rijswijkse Veld vind je in het meest westelijke deel van het werkgebied van onze VANL. De bodem bestaat er overwegend uit laaggelegen

Nadere informatie

Jaarverslag Weidevogelbescherming en -beheer in Nederland LBN_JVWV06_Om_def.indd :10:18

Jaarverslag Weidevogelbescherming en -beheer in Nederland LBN_JVWV06_Om_def.indd :10:18 Jaarverslag Weidevogelbescherming en -beheer in Nederland 2006 LBN_JVWV06_Om_def.indd 3 04-10-2007 10:10:18 Tekst Frans Parmentier en Aad van Paassen Foto s André G. Duiven (Columba Fotografie), Ernst

Nadere informatie

Weidevogelinventarisatie ANV De Amstel 2009

Weidevogelinventarisatie ANV De Amstel 2009 Weidevogelinventarisatie ANV De Amstel 2009 CONCEPT juli Opdrachtgevers: ANV De Amstel Landschap Noord-Holland Uitvoering: NatuurBeleven bv René Reekers Ton Rewijk Mark Kuiper e.a. Van der Goes en Groot

Nadere informatie

Samenwerking. In elk gebied anders

Samenwerking. In elk gebied anders Samenwerking In elk gebied anders Samenwerking, voor weidevogels Elk gebied kent zijn eigen mensen, zijn eigen geschiedenis en zijn eigen (on)mogelijkheden. Daarom verloopt het proces tot samenwerking

Nadere informatie

akkerbouw. Meest verbouwde gewassen zijn granen (vooral wintertarwe), aardappels, suikerbieten en uien. Bij het selecteren van de bedrijven voor deze

akkerbouw. Meest verbouwde gewassen zijn granen (vooral wintertarwe), aardappels, suikerbieten en uien. Bij het selecteren van de bedrijven voor deze Samenvatting Intensivering van de landbouw heeft ertoe geleid dat populaties van boerenlandvogels sterk zijn afgenomen sinds de jaren 60. Ooit veelvoorkomende soorten als patrijs (Perdix perdix) veldleeuwerik

Nadere informatie

Weidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017

Weidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017 Weidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017 Collectief Veluwe Beeld: Shutterstock Datum: 15-11-2017 In opdracht van De agrarische collectieven Gelderland 1 Polder Oosterwolde Delen van de polder Oosterwolde

Nadere informatie

Nieuwsbrief algemeen

Nieuwsbrief algemeen Nieuwsbrief algemeen 207. Terugblik 20 Leden In 20 telde de vereniging 2 leden, waaronder vrijwilligers en praktiserende veehouders. De weidevogelpas: Om zich te kunnen legitimeren als door de Vereniging

Nadere informatie

WERKWIJZE ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS

WERKWIJZE ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS WERKWIJZE ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS INLEIDING Als onderdeel van de interne kwaliteitsborging voert het collectief een ecologische toets uit op het beheerplan dat in voorbereiding op de gebiedsaanvraag

Nadere informatie

Fig. 4.3a. Dichtheden weidevogels in het reservaatsgebied Giethoorn-Wanneperveen 1987-2010 (229 ha)

Fig. 4.3a. Dichtheden weidevogels in het reservaatsgebied Giethoorn-Wanneperveen 1987-2010 (229 ha) Lichte groei weidevogelstand Giethoorn-Wanneperveen in 2010 Obe Brandsma De belangrijkste resultaten samengevat: Het onderzoeksgebied Giethoorn-Wanneperveen (229 ha) is één van de weinige gebieden in Nederland

Nadere informatie

Weide vogel balans 2013

Weide vogel balans 2013 Weide vogel balans 2013 B Weide vogel balans 2013 Inhoud Inleiding 3 1. Broedpaaraantallen 4 2. Verspreiding 8 3. Reproductie 12 4. Kuikenoverleving 18 5. Beheer 22 6. Financiën 28 7. Onderzoek 30 Colofon

Nadere informatie

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk Nationale landschappen: aandacht en geld nodig! 170610SC9 tk 7 Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk De Rekenkamer Oost-Nederland heeft onderzoek

Nadere informatie

Het provinciaal weidevogelmeetnet in 2007 Uit het Jaarboek Weidevogels 2007

Het provinciaal weidevogelmeetnet in 2007 Uit het Jaarboek Weidevogels 2007 Het provinciaal weidevogelmeetnet in 7 Uit het Jaarboek Weidevogels 7 Al 21 jaar meetnetwerk Het weidevogelmeetnet Noord-Holland is één van de oudste in ons land. Vanaf 1987 zijn in 51 proefvlakken elk

Nadere informatie

Evaluatie regeling Rustzones voor kritische weidevogels

Evaluatie regeling Rustzones voor kritische weidevogels Ir. J. Sloothaak Samenvatting Met subsidie van de Provincie is door het Coördinatiepunt Landschapsbeheer een driejarige regeling uitgevoerd ter verbetering van de bescherming van in gras broedende weidevogels

Nadere informatie

Toelichting bij Uitbreiding gebiedsaanvraag Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb)

Toelichting bij Uitbreiding gebiedsaanvraag Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) Toelichting bij Uitbreiding gebiedsaanvraag Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) A1/A2. Gegevens rechtspersoon en gemachtigde De uitbreiding op de gebiedsaanvraag moet worden aangevraagd en ondertekend

Nadere informatie

Toekomst agrarisch natuurbeheer in West-Friesland in 2016. Boeren en weidevogels: vrienden voor het leven.

Toekomst agrarisch natuurbeheer in West-Friesland in 2016. Boeren en weidevogels: vrienden voor het leven. Toekomst agrarisch natuurbeheer in West-Friesland in 2016 Boeren en weidevogels: vrienden voor het leven. 1 2 Toekomst agrarisch natuurbeheer in West-Friesland in 2016 Boeren en weidevogels: vrienden voor

Nadere informatie

Weidevogelpact Midden-Delfland

Weidevogelpact Midden-Delfland Weidevogelpact Midden-Delfland Midden-Delfland is van oudsher een goed weidevogelgebied. Maar ook in dit open veenweidegebied is het aantal weidevogels fors afgenomen: de populaties grutto, kievit en tureluur

Nadere informatie

BLk format Bedrijfsnatuurplan BLk melkkoe 1 ster

BLk format Bedrijfsnatuurplan BLk melkkoe 1 ster BLk format Bedrijfsnatuurplan BLk melkkoe 1 ster Adviseur: Bedrijfsnaam: UBN: Datum: BLk Format Bedrijfsnatuurplan versie 1.0, dd. 10.04.2019 Pagina 1 van 7 1. Meting ALGEMENE INFORMATIE Bedrijf gelegen

Nadere informatie

Hierbij biedt de Provinciale Adviescommissie Leefomgevingskwaliteit (PAL) u het advies Weidevogels aan.

Hierbij biedt de Provinciale Adviescommissie Leefomgevingskwaliteit (PAL) u het advies Weidevogels aan. Aan: Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten van Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP Den Haag Datum: 24 november 2017 Onderwerp: Aanbiedingsbrief PAL-advies Weidevogels Geachte leden van GS en PS, Hierbij

Nadere informatie

Tegast in een vervreemd landschap? Eddy Wymenga, A&W

Tegast in een vervreemd landschap? Eddy Wymenga, A&W Tegast in een vervreemd landschap? Eddy Wymenga, A&W planologisch Hoog dynamische gebieden Stedelijk gebied, infrastructuur, economische zones, ontwikkelzones voor bedrijventerreinen, transportzones Laag

Nadere informatie

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk?

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk? Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk? Conclusie Er zijn veel ontwikkelingen in het natuurbeleid sinds 2010 Er zijn aanpassingen doorgevoerd of noodzakelijk Natuurbeleid in

Nadere informatie

Weide vogel balans 2010

Weide vogel balans 2010 Weide vogel balans 2010 B Weide vogel balans 2010 Inhoud Inleiding 3 1. Broedpaaraantallen 4 2. Reproductie 10 3. Beheer 22 4. Financiën 26 5. Onderzoek 28 6. Verloop seizoenen 30 Colofon 32 Inleiding

Nadere informatie

Weidevogeladvies Olterterpoverleg Advies van het Olterterpoverleg aan de Provinsje Fryslân voor de invulling van het nieuwe weidevogelbeleid

Weidevogeladvies Olterterpoverleg Advies van het Olterterpoverleg aan de Provinsje Fryslân voor de invulling van het nieuwe weidevogelbeleid Weidevogeladvies Olterterpoverleg Advies van het Olterterpoverleg aan de Provinsje Fryslân voor de invulling van het nieuwe weidevogelbeleid A&W-rapport 1993 in opdracht van Weidevogeladvies Olterterpoverleg

Nadere informatie

Acht jaar maatregelen ter bescherming van grutto, wulp en tureluur op graslandpercelen

Acht jaar maatregelen ter bescherming van grutto, wulp en tureluur op graslandpercelen Eindrapportage Regeling Rustzones voor kritische weidevogels Periode 2008-2015 Acht jaar maatregelen ter bescherming van grutto, wulp en tureluur op graslandpercelen Jochem Sloothaak & Annette den Hollander

Nadere informatie

Weidevogels en Shared Space

Weidevogels en Shared Space Weidevogels en Shared Space Een onderzoek naar de toepassing van Shared Space bij de inrichting van de groene ruimte Onderzoeksrapport Stage GrienLinks Lineke Bakker, s1763911 Begeleiders: Dr. D.T. Broersma,

Nadere informatie

Weidevogelcompensatie in Fryslân: achtergronden en uitwerking A&W rapport 1651 / Alterra-rapport 2246

Weidevogelcompensatie in Fryslân: achtergronden en uitwerking A&W rapport 1651 / Alterra-rapport 2246 Weidevogelcompensatie in Fryslân: achtergronden en uitwerking A&W rapport 1651 / Alterra-rapport 2246 E. Wymenga D. Melman Foto Voorplaat Scholekster, foto A&W E. Wymenga, D. Melman 2011 Weidevogelcompensatie

Nadere informatie

Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan tekstdeel

Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan tekstdeel Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan 2018 tekstdeel Algemeen: Overal waar 2017 stond is dit aangepast naar 2018 Natuurnetwerk Nederland is afgekort tot NNN. Specifiek per pagina:

Nadere informatie

Voorlichtingsavonden SNL Fryslan Vragen en antwoorden

Voorlichtingsavonden SNL Fryslan Vragen en antwoorden Voorlichtingsavonden SNL Fryslan Vragen en antwoorden 1. Ik heb in 2007 subsidie aangevraagd, moet ik nu opnieuw aanvragen? Antwoord: U kan overstappen per 1 januari, maar dat hoeft niet. 2. Mijn contracten

Nadere informatie

Koersnotitie Weidevogels. Gedeputeerde Staten 17-12-2012

Koersnotitie Weidevogels. Gedeputeerde Staten 17-12-2012 Koersnotitie Weidevogels Gedeputeerde Staten 17-12-2012 1 1. Inleiding Weidevogels hebben zich altijd goed thuis gevoeld in Fryslân. Ze vormen een wezenlijk onderdeel van de beleving van het Friese platteland.

Nadere informatie

Weidevogelbeheer 2016

Weidevogelbeheer 2016 Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 Versie 1.5, 1 Oktober 2015 (Wijzigingen voorbehouden) 1 Grasland met rustperiode - De beheereenheid is ten minste 0,5 hectare groot. - Cumulatie

Nadere informatie

VOGELWERKGROEP OUDERKERK WERKGROEP WEIDEVOGELS IVN AMSTELVEEN AGRARISCHE NATUURVERENIGING DE AMSTEL

VOGELWERKGROEP OUDERKERK WERKGROEP WEIDEVOGELS IVN AMSTELVEEN AGRARISCHE NATUURVERENIGING DE AMSTEL JAARVERSLAG WEIDEVOGELBESCHERMING EN -BEHEER IN AMSTELLAND 2008 VOGELWERKGROEP OUDERKERK WERKGROEP WEIDEVOGELS IVN AMSTELVEEN AGRARISCHE NATUURVERENIGING DE AMSTEL Colofon Samenstelling en foto s: Mark

Nadere informatie

Uitleg flexibiliteit beheer ANLb

Uitleg flexibiliteit beheer ANLb Uitleg flexibiliteit beheer ANLb Het stelsel ANLb biedt het collectief op meerdere manieren flexibiliteit in de uitvoering van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer. De gebiedsaanvraag, de toepassing

Nadere informatie

Mededeling. Onderwerp Resultaten agrarisch natuurbeheer. Registratienummer Datum 9 september 2013 Auteur ing. A.B. de Graaf Afdeling/Bureau RM

Mededeling. Onderwerp Resultaten agrarisch natuurbeheer. Registratienummer Datum 9 september 2013 Auteur ing. A.B. de Graaf Afdeling/Bureau RM PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling Onderwerp Resultaten agrarisch natuurbeheer Doel van deze mededeling: In opinieronde 3 van 15 mei 2013 heeft de portefeuillehouder u een overzicht toegezegd van de resultaten

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten Raadsvoorstel Vergadering: : 28 april 2008 Agendanummer : 7 Opiniërende vergadering : 14 april 2008 Portefeuillehouder : L.C.J. Lijmbach Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten Aan de raad,

Nadere informatie

Meer doen in minder gebieden. Actieprogramma Weidevogels - Akkervogels Provincie Groningen

Meer doen in minder gebieden. Actieprogramma Weidevogels - Akkervogels Provincie Groningen Meer doen in minder gebieden Actieprogramma Weidevogels - Akkervogels Provincie Groningen Meer doen in minder gebieden Actieprogramma Weidevogels - Akkervogels Provincie Groningen 1 Inhoud bladzijde 1

Nadere informatie

Voortgangsrapportage ANLb Collectief Eemland

Voortgangsrapportage ANLb Collectief Eemland Voortgangsrapportage ANLb 2017 Collectief Eemland 1. Hoe is het afgelopen beheerjaar verlopen (beschrijving per leefgebied en/of deelgebied)? Aandachtspunten per leefgebied Open Grasland, Droge Dooradering,

Nadere informatie

Lerend beheer met Beheer-op-Maat (BoM)

Lerend beheer met Beheer-op-Maat (BoM) Lerend beheer met Beheer-op-Maat (BoM) afleidingsmanoeuvre of brug beheer-wetenschap-beleid? 8 maart 2018; Dick Melman 1 1 mmv Tim Visser 1 Weidevogels: icoon van Nederlandse natuur Yellow wagtail redshank

Nadere informatie

Welkom. Voorlichting mogelijkheden beheer 2017 en verder

Welkom. Voorlichting mogelijkheden beheer 2017 en verder Welkom Voorlichting mogelijkheden beheer 2017 en verder Agenda Doel en opzet van de voorlichting Nieuw stelsel voor agrarisch natuurbeheer Wie is Collectief Midden Groningen en wat doet we? Natuurbeheerplan

Nadere informatie

Kansen voor de kievit?

Kansen voor de kievit? Kansen voor de kievit? Maatregelen voor de kievit op bouwlandpercelen Weidevogelwerkgroep VANL TCW ca. 100 vrijwilligers Ca. 110 bedrijven Geldermalsen: 67 ha gras, 30 ha bouwland Buren-Culemborg: 661

Nadere informatie

Toelichting flexibiliteit binnen het ANLB 2016

Toelichting flexibiliteit binnen het ANLB 2016 STICHTING COLLECTIEF AGRARISCH NATUURBEHEER SCAN Toelichting flexibiliteit binnen het ANLB 2016 Het nieuwe stelsel ANBL2016 biedt het collectief op meerdere manieren flexibiliteit in de uitvoering van

Nadere informatie

Landschapswaaier Bouwstenen voor duurzame landbouw en natuur in het Groene Hart Henk Kloen en Rita Joldersma, CLM

Landschapswaaier Bouwstenen voor duurzame landbouw en natuur in het Groene Hart Henk Kloen en Rita Joldersma, CLM Landschapswaaier Bouwstenen voor duurzame landbouw en natuur in het Groene Hart Henk Kloen en Rita Joldersma, CLM Download rapport: www.clm.nl/publicaties/data/671.pdf In opdracht van Staatsbosbeheer en

Nadere informatie

Collectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21

Collectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21 Collectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21 Dit document is een uitgave van Dienst Landelijk Gebied en Dienst Regelingen. De beschrijving heeft een informatieve functie en er kunnen

Nadere informatie

HANDLEIDING ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS

HANDLEIDING ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS HANDLEIDING ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS INLEIDING Als onderdeel van de interne kwaliteitsborging voert het collectief een ecologische toets uit op het beheerplan dat in voorbereiding op de gebiedsaanvraag

Nadere informatie

Even (nou even..) bijpraten

Even (nou even..) bijpraten Even (nou even..) bijpraten Reageren? info@collectiefnhz.nl Meer informatie, ook persoonlijke documenten: www.collectiefnhz.nl Beste leden van Collectief Noord-Holland Zuid, De drukke tijd is voor iedereen

Nadere informatie

Weidevogelbeheer 2016

Weidevogelbeheer 2016 Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 16 februari 2015 (Wijzigingen voorbehouden) 1 Grasland met rustperiode - De beheereenheid is ten minste 0,5 hectare groot. - Cumulatie met alle

Nadere informatie

Weidevogeltrends en haalbaarheid provinciale weidevogeldoelen in Fryslân, tussenevaluatie 2017

Weidevogeltrends en haalbaarheid provinciale weidevogeldoelen in Fryslân, tussenevaluatie 2017 in samenwerking met Weidevogeltrends en haalbaarheid provinciale weidevogeldoelen in Fryslân, tussenevaluatie 2017 A&W-notitie: 2748wei opdrachtgever projectcode Provincie Fryslân 2748wei auteur(s) E.

Nadere informatie

Toelichting bij Gebiedsaanvraag 2017 Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb)

Toelichting bij Gebiedsaanvraag 2017 Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) Toelichting bij Gebiedsaanvraag 2017 Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) A1/A2. Gegevens rechtspersoon en gemachtigde De gebiedsaanvraag moet worden aangevraagd en ondertekend door de rechtsvertegenwoordiger

Nadere informatie

JAARVERSLAG WEIDEVOGELBESCHERMING IN AMSTELLAND. Werkgroep Weidevogelbescherming IVN Amstelveen Vogelwerkgroep Ouderkerk ANV De Amstel

JAARVERSLAG WEIDEVOGELBESCHERMING IN AMSTELLAND. Werkgroep Weidevogelbescherming IVN Amstelveen Vogelwerkgroep Ouderkerk ANV De Amstel JAARVERSLAG WEIDEVOGELBESCHERMING IN AMSTELLAND 2012 Werkgroep Weidevogelbescherming IVN Amstelveen Vogelwerkgroep Ouderkerk ANV De Amstel 0 1 1. Weersverloop voorjaar 2012 Het voorjaar van 2012 was zacht

Nadere informatie

Procesmonitoring Nederland Weidevogelrijk

Procesmonitoring Nederland Weidevogelrijk Procesmonitoring Nederland Weidevogelrijk Procesmonitoring Nederland Weidevogelrijk Rita Joldersma (CLM) Jerry van Dijk (CML, Universiteit Leiden) Adriaan Guldemond (CLM) Anneloes Visser (CLM) Anne Marike

Nadere informatie

Knop om voor weidevogels

Knop om voor weidevogels Achtergrond 7 mei 2019 Knop om voor weidevogels Gerwout Netjes heeft voor 22% van zijn areaal zwaar natuurbeheer ingepast in zijn bedrijfsvoering. Het doel is het aantal weidevogels in stand te houden

Nadere informatie

Basiscursus aan de slag weidevogelbescherming

Basiscursus aan de slag weidevogelbescherming Agrarisch Basiscursus Natuurbeheer weidevogelbescherming vanaf 2016 Het collectief Noordwest-Overijssel Basiscursus aan de slag weidevogelbescherming Per 2016 gaat het samenwerkingsverband van 4 agrarische

Nadere informatie

Jaarverslag 2009. Tureluurnest op maïsakker. Weidevogelwerkgroep "De Marel" Bunschoten-Spakenburg jaarverslag 2009

Jaarverslag 2009. Tureluurnest op maïsakker. Weidevogelwerkgroep De Marel Bunschoten-Spakenburg jaarverslag 2009 Pagina 1 Colofon Tureluurnest op maïsakker Weidevogelwerkgroep "De Marel" Bunschoten-Spakenburg jaarverslag 29 "De Marel" is een oudhollandse benaming voor grutto en betekent: "Boodschapper van het nieuwe

Nadere informatie

Toekomst agrarisch natuur- en landschapsbeheer rond Winterswijk. Jan Stronks

Toekomst agrarisch natuur- en landschapsbeheer rond Winterswijk. Jan Stronks Toekomst agrarisch natuur- en landschapsbeheer rond Winterswijk Jan Stronks Stand van zaken huidig landschap Bos en natuur in de plus! Agrarisch cultuurlandschap sterk in de min: Natuurwaarde holt achteruit

Nadere informatie

Beheerevaluatie 2018 weidevogels

Beheerevaluatie 2018 weidevogels Beheerevaluatie 2018 weidevogels Auteur Opdrachtgever Status Stichting Landschapsbeheer Gelderland Collectief Veluwe Definitief Datum 11-12-2018 Inhoud 1 Inleiding... 4 2 Polder Oosterwolde... 5 2.1 Gegevens

Nadere informatie

Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied.

Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied. Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied. Algemene informatie Vanuit de SNL regeling is weidevogelbeheer op gemengde agrarische gebied mogelijk mits het voldoet aan de leefgebieden criteria voor weidevogels

Nadere informatie

SCAN. Checklist Beheerstrategie

SCAN. Checklist Beheerstrategie STICHTING COLLECTIEF AGRARISCH NATUURBEHEER SCAN Checklist Beheerstrategie In de beheerstrategie legt het collectief uit welke keuzen het heeft gemaakt uit de overheidsdoelen, hoe deze doelen mede op basis

Nadere informatie

WEIDEVOGELS RESULTATEN 2011 TOTAAL

WEIDEVOGELS RESULTATEN 2011 TOTAAL WEIDEVOGELS RESULTATEN 211 TOTAAL A. Weidevogelmeetnet Overijssel van 1994 tot en met 211 Het gaat nog steeds niet goed met de weidevogels. De al jarenlang neerwaartse trend blijft doorgaan. Positief is

Nadere informatie

JAARVERSLAG Inhoud. 1. Stichting Part-Ner. 2. Belangrijkste werkzaamheden Samenwerking met andere organisaties. 4.

JAARVERSLAG Inhoud. 1. Stichting Part-Ner. 2. Belangrijkste werkzaamheden Samenwerking met andere organisaties. 4. JAARVERSLAG 2015 Inhoud 1. Stichting Part-Ner 2. Belangrijkste werkzaamheden 2015 3. Samenwerking met andere organisaties 4. Vooruitblik 1 1. Stichting Part-Ner Na afronding van het project certificering

Nadere informatie

Formulier ten behoeve van het indienen van schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Delfland

Formulier ten behoeve van het indienen van schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Delfland Formulier ten behoeve van het indienen van schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Delfland Peilbeheer en weidevogels Aanleiding De Algemene Waterschapspartij

Nadere informatie

WEIDEVOGELMANIFEST van het Weidevogelberaad Zuid-Holland

WEIDEVOGELMANIFEST van het Weidevogelberaad Zuid-Holland WEIDEVOGELMANIFEST 2014 van het Weidevogelberaad Zuid-Holland Inhoudsopgave Een vernieuwd agrarisch natuurbeheer voor het behoud van de weidevogels...3 Een nieuwe en betere aanpak...4 Het Weidevogelberaad

Nadere informatie

Naar een Grutto-mozaïekmodel

Naar een Grutto-mozaïekmodel Naar een Grutto-mozaïekmodel Voortgangsrapportage van het project: Ontwikkeling beoordelingssysteem effectiviteit mozaïekbeheer weidevogels in praktijksituaties In opdracht van Farmers for Nature 2 Alterra-rapport

Nadere informatie

Beheerevaluatie 2018 weidevogels

Beheerevaluatie 2018 weidevogels Beheerevaluatie 2018 weidevogels Auteur Opdrachtgever Status Stichting Landschapsbeheer Gelderland Collectief Rivierenland Definitief Datum 08-11-2018 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding... 5 3

Nadere informatie

2013 wordt het jaar van de Patrijs.

2013 wordt het jaar van de Patrijs. 2013 wordt het jaar van de Patrijs. 1 Waarom? De soort kwam vroeger in grote aantallen voor in NL; er werd zelfs op gejaagd (en in sommige landen nog steeds) Bijna iedereen heeft de vogel wel eens gezien

Nadere informatie

Projectaanvraag Uitbreiding Ondersteuning Boerenlandvogelvrijwilligers

Projectaanvraag Uitbreiding Ondersteuning Boerenlandvogelvrijwilligers Projectaanvraag Uitbreiding Ondersteuning Boerenlandvogelvrijwilligers Plan van Aanpak Inleiding BoerenNatuur Zuid-Holland heeft De Groene Motor van het Zuid-Hollands Landschap gevraagd om op de ondersteuning

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 576 Natuurbeleid Nr. 17 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Weidevogels: kennis en draagvlak

Weidevogels: kennis en draagvlak Weidevogels: kennis en draagvlak Weidevogels: kennis en draagvlak Startdocument Kenniskring Weidevogels geschreven in opdracht van het Ministerie van LNV, Directie Kennis Paul Terwan, Paul Terwan onderzoek

Nadere informatie