Introductieles. Klimaatverandering. Filmpje - woordweb thematafel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Introductieles. Klimaatverandering. Filmpje - woordweb thematafel"

Transcriptie

1 Klimaatverandering 7 en 8 Klimaatverandering 7 en 8 1 Introductieles Klimaatverandering Filmpje - woordweb thematafel Doelen De leerlingen: worden enthousiast voor het thema en hun voorkennis wordt geactiveerd. Begrippen de klimaatverandering, de watersnoodramp Materialen Themaplaat Uitgeprinte van Texelse Tim (Of maak zelf een echt adres aan voor Texelse Tim en stuur van hieruit onderstaande tekst naar de leerlingen.) Digibord of beamer en laptop om filmpje te laten zien. Filmpje van Youtube: De eerste beelden van de watersnoodramp Materialen om een thematafel of themahoek mee in te richten, zoals: Doek of tafelkleed Boeken over het thema Eventueel alvast spullen die met het thema te maken hebben. Gedurende het thema wordt de thematafel verder gevuld, met voorwerpen, boeken en werkstukken van de leerlingen. Duur 50 minuten Vooraf Maak een adres aan voor Texelse Tim en stuur van hieruit onderstaande tekst naar de klas. Inleiding (20 minuten) De leerlingen ontvangen een van Texelse Tim. Blik kort met de leerlingen terug op hun eerdere ervaringen met Texelse Tim. Lees samen de Broeikaseffect CO2 versie 1. Sluit aan bij jaarthema s van groep 5/6. Hé hoi allemaal! Hoe is tie? Tijd niet gezien! De laatste keer ging het over water en energie op Texel. Weten jullie nog wel? Over duinen en dijken en over isoleren en besparen. Dat ging vet goed. Maar met Texel gaat het niet zo best volgens mij. Ik keek laatst tv en daar was iets over de watersnoodramp van vroeger (in 1953 ofzo?) in Zeeland. Heb je dat wel eens gezien? Erg joh! En toen hoorde ik ook dat we nu klimaatverandering hebben. Iets met CO2 en met een broeikas. Nou ja, ik snapte dat niet zo, maar in ieder geval wordt het water van de zee hoger daardoor! Straks krijgen wij dat ook hier, zo n watersnoodramp! Dat mag dus echt nooooooooooooit gebeuren! Volgens mij hebben we nu echt een probleem op Texel! TxT 1. Introductieles: Klimaatverandering 1

2 versie 2. Sluit aan bij het andere jaarthema van groep 7/8: Je eigen eiland. Hé hoi allemaal! Hoe is tie? Tijd niet gezien! De laatste keer ging het over hoe je het beste een onbewoond eiland kon inrichten. Dat ging vet goed. Maar met Texel gaat het niet zo best volgens mij. Ik keek laatst tv en daar was iets over de watersnoodramp van vroeger (in 1953 ofzo?) in Zeeland. Heb je dat wel eens gezien? Erg joh! En toen hoorde ik ook dat we nu klimaatverandering hebben. Iets met CO2 en met een broeikas. Nou ja, ik snapte dat niet zo, maar in ieder geval wordt het water van de zee hoger daardoor! Straks krijgen wij dat ook hier, zo n watersnoodramp! Dat mag dus echt nooooooooooooit gebeuren! Volgens mij hebben we nu echt een probleem op Texel! TxT Laat het filmpje van Youtube zien: De eerste beelden van de watersnoodramp. Kern (15 minuten) Texelse Tim is bang voor een overstroming op Texel. Dat zou komen door klimaatverandering. Schrijf de klimaatverandering op het bord. Wie heeft hier ook wel eens iets over gehoord? Wat weten de leerlingen er al van? Laat de leerlingen eerst een eigen woordweb maken en maak vervolgens klassikaal één gezamenlijk woordweb op het bord. Afronding (15 minuten) Introduceer tenslotte de themaplaat. Bespreek met de leerlingen wat erop te zien is. Maak duidelijk dat dit is waar jullie het de komende tijd over gaan hebben. Extra Maak een begin met de thematafel en hang de themaplaat erboven. De leerlingen mogen de boeken van de thematafel bekijken of een tekening maken bij de themaplaat en/of de brief van Texelse Tim. Filmpjes Schooltv Beeldbank (primair onderwijs, zoekterm watersnoodramp): Watersnoodramp 1953 Wat gebeurde er? De watersnoodramp van 1953 De dijken breken door. 1. Introductieles: Klimaatverandering 2

3 Klimaatverandering 7 en 8 2 Wat is CO2? Proefjes Doelen Begrippen Materialen De leerlingen: weten dat CO 2 (koolstofdioxide) een gas is dat in de lucht zit, net als zuurstof. ervaren of je CO 2 kan zien, ruiken en proeven. weten dat bijna alle levende wezens zuurstof inademen en CO 2 uitademen. weten dat planten CO 2 uitademen en zuurstof inademen. weten dat CO 2 altijd vrijkomt als je iets verbrandt. weten dat CO 2 niet giftig is. weten dat we niet zonder CO 2 kunnen. weten dat CO 2 de aarde warm houdt. de lucht, het gas, de CO 2, de koolstofdioxide, de zuurstof, de fotosynthese, de dampkring, de atmosfeer Knettersnoepjes, een paar per leerling. Filmpje van Schooltv Beeldbank: Koolstofdioxide We kunnen niet zonder CO 2 Foto van de aarde vanuit het heelal. Zoek bij Google: afbeeldingen, satellietfoto aarde. (Voet)bal en flesje water Werkblad 2: Wat is CO 2? Voor proef 1: waxinelichtje en lucifers glas Voor proef 2: CO 2 -brandblusser (Dit moet niet een brandblusser zijn die ook gebruikt wordt bij brand, maar één speciaal voor deze lessen.) plastic bak Voor proef 3: frisdrank met koolzuur bekertjes, waarvan de helft met deksel Voor proef 4: glas half gevuld met water schoonmaakazijn soda 6 rozijnen of gare spaghettislierten eetlepel Duur 60 minuten 2. Wat is CO2? 3

4 Inleiding (10 minuten) Deel knettersnoepjes uit en zeg dat ze nu CO 2 hebben gegeten. Blik terug op de van Texelse Tim. Daarin zegt hij dat klimaatverandering iets te maken heeft met CO 2. Maar wat is CO 2 eigenlijk? Daarover gaat deze les. Bespreek wat de leerlingen zelf al weten over CO 2. Laat vervolgens het volgende filmpje van Schooltv Beeldbank zien: Koolstofdioxide We kunnen niet zonder CO 2. Hierin wordt het volgende uitgelegd: Wat is lucht? In lucht zit zuurstof en CO 2. Bijna alle levende wezens ademen zuurstof in en CO 2 uit. Bij verbranding komt CO 2 vrij. Samen met het zonlicht veranderen groene planten CO 2 weer in zuurstof. Dat heet fotosynthese. Planten maken zoveel zuurstof dat er voor iedereen voldoende is. Zo blijft het gasmengsel in de lucht steeds keurig in evenwicht. Bespreek het filmpje na. CO 2 is hetzelfde als koolstofdioxide, of koolzuurgas. CO 2 ademen we uit en het komt vrij bij verbranding. Dit kan een vuurtje zijn, maar ook bijvoorbeeld verbranding van benzine in de motor van een auto. Voor verbranding is zuurstof nodig. Zuurstof verandert bij verbranding in CO 2. Geef de leerlingen de opdracht in twee minuten zoveel mogelijk situaties te noemen, waarbij CO 2 vrij komt. (Bijv: auto s, fabrieken, elektriciteitscentrales, motorboten, brommers/scooters, kampvuur, barbecue, gasfornuis, open haard, kachel) Bespreek wat de leerlingen hebben bedacht en maak een lijst op het bord. In al deze situaties komt dus CO 2 vrij. Maar wat gebeurt er eigenlijk met die CO 2? Om dat te zien, kun je het beste in een ruimteschip stappen en de aarde vanuit de ruimte bekijken. De aarde is in het heelal een bijzondere planeet. Laat het plaatje van de aarde zien. (De naam aarde is eigenlijk raar, want als je vanuit een ruimteschip naar de aarde kijkt zou je zien dat we het beter de planeet water kunnen noemen.) Wat de aarde bijzonder maakt (en wat anders is dan bij andere planeten) is dat er een hele dunne laag met lucht omheen zit. Dit noemen we de dampkring/atmosfeer. Vergelijk het met een voetbal die nat is (voordoen). De bal is de aarde, het water is de dampkring/atmosfeer. Maak op het bord een schematische tekening van de aarde met daaromheen een ring. Schrijf daarbij: dampkring/atmosfeer. 2. Wat is CO2? 4

5 Proef 1: Verbranding en CO 2 of kaars blussen met CO 2 Zonder de atmosfeer zou er op aarde geen lucht zijn en dus ook geen leven. CO 2 is een belangrijk onderdeel van de dampkring/atmosfeer. Als CO 2 wordt uitgeademd, of als het vrijkomt bij verbranding, komt het in de dampkring/ atmosfeer terecht. Kern (30 minuten) De proefjes kunnen allemaal als demonstratie gedaan worden door de leerkracht, maar ze kunnen ook in roulatiesysteem door groepjes van twee leerlingen worden gedaan, aan de hand van werkblad 2. Leg uit dat de proefjes gedaan worden om te ontdekken of je CO 2 kan zien, proeven en ruiken. Klimaatverandering 7 en 8 2a Werkblad Wat is CO 2? Proefjes Jullie gaan proefjes doen om te ontdekken of je CO 2 kan zien, proeven en ruiken. Wat heb je nodig? Voor proef 1: waxinelichtje en lucifers glas Voor proef 2: CO2-brandblusser plastic bak Voor proef 3: frisdrank met koolzuur bekertjes, waarvan de helft met deksel Voor proef 4: glas half gevuld met water schoonmaakazijn soda 6 rozijnen of gare spaghettislierten eetlepel Steek het waxinelichtje aan. Zet het glas over het brandende kaarsje. Wat gebeurt er? Hoe komt dat denk je? Proef 2: CO 2 zien en voelen? Spuit met de brandblusser kort in een plastic bak. Wat uit de brandblusser komt is CO 2. Wat zie je? Voel voorzichtig en schrijf op hoe het voelt. 2. Wat is CO2? Afronding (20 minuten) Spreek de proefjes na. Leg uit waarom CO 2 een goed blusmiddel is. Als je dit over vuur heen spuit sluit je het af voor zuurstof en dus stopt de brand. CO 2 is een gas dat je niet ziet, soms wel kan ruiken of proeven /voelen. De laatste tijd ontstaat het idee dat CO 2 slecht en gevaarlijk is. Soms wordt het zelfs giftig genoemd. Bespreek met de leerlingen dat dit niet waar kan zijn. CO 2 zit immers overal om ons heen in de lucht en het zit ook in frisdrank. Zonder CO 2 zouden planten niet kunnen leven en zouden wij ook geen zuurstof meer krijgen. Mensen en dieren nemen zuurstof op en ademen CO 2 uit. Planten nemen de CO 2 op en geven zuurstof af en zo heb je een mooie kringloop van zuurstof en CO 2. Beide raken niet op. De kringloop wordt nu verstoord, doordat de mensen fossiele brandstoffen gebruiken voor transport, industrie en het opwekken van elektriciteit. Hiermee komt er te veel CO 2 in de lucht. Omdat CO 2 de warmte vasthoudt wordt het dus warmer op aarde. Zonder CO 2 zou het op de aarde héél koud zijn. Laat de leerlingen de schematische tekening van de aardbol met de woorden dampkring en atmosfeer overtekenen. Tussen aarde en dampkring maken ze kleine tekeningetjes van situaties waarin CO 2 wordt geproduceerd 2. Wat is CO2? 5

6 en tekenen ze groene planten, die CO 2 weer omzetten in zuurstof. Het mag een tekening worden, zoals in een stripboek zou kunnen staan. NB. Voor de duidelijkheid: koolmonoxide is iets anders. Dit kan ook ontstaan bij onvolledige verbranding (gebeurt niet altijd), maar dit is wel giftig. Extra Proefjes: Kaarsje in kalkwater: Materialen: waxinelichtjes gasfornuisaansteker kalkwater (te regelen via TOA OSG) doorzichtig bakje/pot met deksel Kalkwater is een soort toverwater. Als er CO 2 bijkomt dan verandert het van helder water in wittig water. Doe het kaarsje in de pot, giet om het kaarsje een klein laagje kalkwater. Steek het kaarsje aan. Doe de deksel op de pot. Wacht tot het kaarsje uit gaat. Zwenk de pot voorzichtig een paar keer. Wat gebeurt er met het kalkwater? Hoe komt dat? Ademen in kalkwater Materialen: kalkwater reageerbuisje rietjes Kalkwater is een soort toverwater. Als er CO 2 bijkomt dan verandert het van helder water in wittig water. Doe een beetje kalkwater in een reageerbuisje. Blaas via een rietje door het kalkwater. Wat gebeurt er? Hoe komt dat? ballonnetje-oplaten koeienuier bruisraket colafontein lavalamp 2. Wat is CO2? 6

7 Kaars blussen met een minibrandblusser Materialen: waxinelichtjes bekerglas schaaltje azijn bakpoeder (1 zakje) maatcilinder lucifers Wat moet je doen? Zet het waxinelichtje in het schaaltje. Steek het waxinelichtje aan. Doe de bakpoeder in de maatcilinder. Voeg 20 ml azijn toe. Laat het mengsel even borrelen. Giet de lucht uit de maatcilinder heel voorzichtig en langzaam in het schaaltje. Er mag geen borrelend mengsel in het schaaltje komen. 2. Wat is CO2? 7

8 Klimaatverandering 7 en 8 2a Werkblad Wat is CO 2? Proefjes Jullie gaan proefjes doen om te ontdekken of je CO 2 kan zien, proeven en ruiken. Wat heb je nodig? Voor proef 1: waxinelichtje en lucifers glas Voor proef 2: CO2-brandblusser plastic bak Voor proef 3: frisdrank met koolzuur bekertjes, waarvan de helft met deksel Voor proef 4: glas half gevuld met water schoonmaakazijn soda 6 rozijnen of gare spaghettislierten eetlepel Proef 1: Verbranding en CO 2 Steek het waxinelichtje aan. Zet het glas over het brandende kaarsje. Wat gebeurt er? Hoe komt dat denk je? Proef 2: CO 2 zien en voelen? Spuit met de brandblusser kort in een plastic bak. Wat uit de brandblusser komt is CO 2. Wat zie je? Voel voorzichtig en schrijf op hoe het voelt. 2. Wat is CO2?

9 Waarom verdwijnt het denk je? Waarom zou CO2 een goed blusmiddel zijn? Proef 3: De smaak en de geur van CO 2 Doe in twee bekers een beetje frisdrank. Doe een beetje water in een derde. In frisdrank zitten belletjes (prik). Dit is CO 2. Doe een deksel op een van de bekertjes frisdrank en schud goed. Eén van jullie doet zijn ogen dicht. De ander laat de twee bekertjes frisdrank ruiken, zonder te zeggen welke geschud is. Ruik je verschil? Laat nu uit beide bekertjes proeven. Neem tussendoor een slokje water, om je tong te spoelen. Proef je verschil? Is de smaak anders? Let op: het gaat echt om de smaak, niet om hoe de prik aanvoelt in je mond! Door het schudden verdwijnt de CO 2 uit de frisdrank. Heeft de CO 2 smaak? Ja/nee Proef 4: Spelen met CO 2 Doe een halve eetlepel soda in het glas met water. Roer de soda goed door het water. Doe er drie eetlepels schoonmaakazijn bij en doe de rozijnen of de spaghetti erbij. Kijk wat er gebeurt. Hoe komt dat? 2. Wat is CO2?

10 Klimaatverandering 7 en 8 3 Het broeikaseffect en klimaatverandering Proefje creatieve presentatie Doelen Begrippen Materialen Duur De leerlingen: weten wat het broeikaseffect is. kennen de verbanden tussen CO2, broeikaseffect en klimaatverandering. het klimaat, de klimaatverandering, de (broei)kas, het broeikaseffect Twee thermometers Doorzichtig bakje, waar één van de thermometers onder kan Computers met internet om achtergrondinformatie te zoeken Materialen om posters te maken Evt. digitaal schoolbord, of computer met beamer, voor vertonen van filmpje Minimaal 1½ uur + eventueel huiswerk Vooraf De leerlingen hebben voorkennis nodig over weer en klimaten. Kijk eventueel voor leuke lessen in de lijst met websites onder extra. Inleiding (10 minuten) Blik kort terug op de vorige les en op de van Texelse Tim. In de schrijft Texelse Tim over klimaatverandering. Hij is bang dat Texel hierdoor gevaar loopt. Hoe zit dat nu precies met klimaatverandering? Schrijf de klimaatverandering op het bord en onderstreep het woord klimaat. Wat is klimaat ook al weer? Klimaatverandering geeft aan dat het klimaat verandert. Maar hoe komt dat nu? Klimaatverandering heeft volgens Texelse Tim iets te maken met een broeikas. Bespreek wat een broeikas is. Waar Texelse Tim op doelt is het broeikaseffect. Schrijf ook dit woord op het bord en onderstreep het woord broeikas. In deze les wordt duidelijk wat het broeikaseffect en klimaatverandering inhouden. Start klassikaal een proef, die het broeikaseffect illustreert. Dit kan tijdens deze les, maar ook vooraf, tijdens een andere les. Doe het op een moment waarop het organisatorisch het handigst is. Geef nog geen uitleg. Gedurende de les schrijven de leerlingen meetresultaten op het bord. Spreek de proef na in de afronding. 3. Het broeikaseffect en klimaatverandering 10

11 Proef zonder uitleg: Neem de twee thermometers. Leg ze op de vensterbank in de zon, of eventueel onder een gloeilamp (niet op een warme verwarming!). Leg er één los op de vensterbank en één onder het doorzichtige bakje. Maak een tabel op het bord met drie kolommen. Eerste kolom tijdstip, tweede kolom thermometer I, derde kolom thermometer II. Laat een tweetal leerlingen de begintemperaturen opschrijven. Elke één tot vijf minuten (afhankelijk van hoe hard de zon schijnt) wordt de temperatuur afgelezen en opgeschreven. Ga ondertussen verder met de kern. Aan het eind van het proefje zal de temperatuur onder het doorzichtige bakje duidelijk hoger zijn. Leg na afloop uit dat dit het broeikaseffect is. Kern (60 minuten + huiswerk) De leerlingen maken in groepjes van vier een (creatieve) presentatie: film, poster, animatie, strip, rap, proefje, spelletje etc. De groepjes kunnen zelf een vorm kiezen/bedenken. Ze kunnen ook verschillende vormen toegewezen krijgen. De volgende onderwerpen moeten in de presentatie naar voren komen: 1. Wat is het broeikaseffect? 2. Wat is klimaatverandering? 3. Wat hebben CO 2, broeikaseffect en klimaatverandering met elkaar te maken? De groepjes moeten eerst de tijd nemen om zelf na te denken en op te schrijven wat ze al weten over deze onderwerpen. Het is belangrijk dat ze eerst hun eigen ideeën en kennis helder hebben voordat ze informatie gaan opzoeken. Vervolgens krijgen de leerlingen tijd en ruimte om op school (en eventueel thuis) informatie op te zoeken over bovenstaande vragen. Daarvoor moeten ze op internet kunnen maar ook boeken tot hun beschikking hebben. Stel een duidelijke tijdslimiet. Bespreek welke informatie de leerlingen hebben gevonden. Zorg dat de antwoorden op bovenstaande vragen voor alle leerlingen duidelijk zijn, voordat ze met het maken van de presentatie beginnen: 1. Het broeikaseffect: De dampkring/atmosfeer laat warmtestraling van de zon wel door op weg naar de aarde en houdt de warmte vervolgens op aarde vast. Hierdoor warmt de aarde op. Zonder het broeikaseffect en dus alleen verwarming van het aardoppervlak door zonlicht en aardwarmte, zou de temperatuur op aarde gemiddeld -18 ºC zijn in plaats van + 15 ºC. Het effect is genoemd naar de broeikas, waar een glazen 3. Het broeikaseffect en klimaatveranderingv 11

12 of plastic overkapping de uitstraling van warmte tegenhoudt en zo de temperatuur in de broeikas laat oplopen. 2. De relatie tussen CO 2, broeikaseffect en klimaatverandering: CO 2 zit in de dampkring/atmosfeer. Het is een belangrijk broeikasgas. Op dit moment komt er door het vele verbranden van fossiele brandstoffen (voor o.a. energieopwekking), te snel en te veel CO 2 in de dampkring. Hierdoor houdt de dampkring steeds meer warmte vast als een broeikas. Door het opwarmen veranderen de klimaten op aarde. Hierdoor is de verwachting dat er ook meer stormen komen in bepaalde seizoenen en in bepaalde gebieden meer regen en in andere juist meer droogte. Zonnewarmte bepaald het weer en dus het klimaat op aarde. Als alle leerlingen dezelfde informatie hebben kunnen ze aan een creatieve presentatie gaan werken. Afhankelijk van hoeveel tijd ze eraan mogen besteden, kunnen de presentaties uitgebreider en diepgaander zijn. Afronding (10 minuten) Bespreek het proefje uit de inleiding. Vertel dat tuinders en kwekers vaak gebruik maken van het broeikaseffect. Organiseer een presentatiemarkt. Dit kan tijdens dezelfde les zijn, of later, wanneer de leerlingen de presentaties af hebben. Bij de presentatiemarkt doet steeds de helft van een groepje de presentatie. De andere helft loopt rond bij de andere presentaties. Wissel dat in een tweede ronde om. Vat het broeikaseffect nog eens samen, of sluit af met een filmpje: zie extra. Extra (of te gebruiken voor de presentaties): Lessen over klimaat en weer: Klik op: Primair onderwijs Lesmateriaal Overig Klimaat en weer Filmpjes Schooltv Beeldbank Primair onderwijs - typ de zoekterm: broeikaseffect: Het Broeikaseffect De aarde warmt op Elektriciteit uit kolen en gas Hoe lang kan dat nog? - Typ de zoekterm: klimaatverandering. Websites: typ de zoekterm klimaatverandering of broeikaseffect 3. Het broeikaseffect en klimaatveranderingv 12

13 Klimaatverandering 7 en 8 4 Gevolgen van klimaatverandering Proefje filmpje creatief Doelen Begrippen Materialen Duur De leerlingen: weten dat zeespiegelstijging een gevolg is van de klimaatverandering. weten dat de zeespiegel stijgt door het smelten van landijs en door het opwarmen van het water de zeespiegel, de zeespiegelstijging, het landijs, het zee-ijs IJsblokjes Rond bakje Diep bord Maatbeker Meetlint Filmpje: en typ de zoekterm: klimaatverandering Digitaal schoolbord of computer met beamer Materialen voor de creatieve opdracht, afhankelijk van de keuze 60 minuten Vooraf Maak ijsblokjes en zet een rond bakje met een laagje water (1cm) in de vriezer. Neem ze vlak voor de les mee het lokaal in. Inleiding (15 minuten) Laat een maatbeker halfgevuld met water zien. Zeg dat dit een model is voor alle oceanen op de wereld. Dat klopt natuurlijk niet helemaal want in de oceanen drijven ijsschotsen: doe wat ijsblokjes in de maatbeker. Laat twee leerlingen het waterniveau aflezen en schrijf het ergens op. Zet de maatbeker ergens waar het warm is/in de zon. Vraag wat de leerlingen verwachten dat er gebeurt? Zal het waterniveau stijgen, gelijk blijven of dalen? Kijk aan het eind van de les wat er gebeurd is. Neem het ronde stuk ijs uit het bakje, dit is de poolkap van de Noordpool. Laat de leerlingen de omtrek meten van het ronde stuk ijs en leg het op een warme plek/ in de zon. Kijk aan het eind van de les wat er is gebeurd. Blik terug op de voorgaande les en op de van Texelse Tim. Texelse Tim zegt in de dat het water van de zee hoger wordt door klimaatverandering: zeespiegelstijging. Hij is bang dat Texel zal overstromen. Klimaat verandert altijd, maar het lijkt erop dat het op dit moment wel erg snel verandert. Wat zijn de gevolgen hiervan? Daarover gaat deze les. 4. Gevolgen van klimaatverandering 13

14 Kern (30 minuten) Bekijk het filmpje over klimaatverandering op Spreek het filmpje na. Haal de maatbeker met water erbij wanneer de ijsblokjes zijn gesmolten. Hoe hoog staat het water? (Precies even hoog). Concludeer dat als zee-ijs (zoals ijsbergen) smelt, er dan niets gebeurt met het waterniveau. Maar als landijs smelt en het water in zee terechtkomt (zoals het ijs op Groenland of de gletsjers in de Alpen), wat gebeurt er dan met de zeespiegel? Doe nog wat extra ijsblokjes in het water. Dan stijgt de zeespiegel wel. Op dit moment is al te zien dat gletsjers kleiner worden en de poolkappen smelten, en de zeespiegel stijgt. Dat gaat natuurlijk wel langzaam, en is heel onvoorspelbaar. Sommige wetenschappers denken een paar cm stijging tot het jaar Anderen een paar meter. Het water in de oceanen gaat ook stijgen doordat het water warmer wordt. Warm water heeft meer ruimte nodig dan koud water. Haal het ijsrondje erbij. Laat weer de omtrek meten. Wat is er gebeurd? Er zijn veel vogels die aan het begin van de zomer op de grond broeden langs de randen van het pakijs van de Noordpool. Door het broeikaseffect smelt het pakijs. De omtrek van het pakijs wordt kleiner en de boomgrens zal naar het noorden oprukken. Hierdoor wordt het broedgebied van de grondbroedende vogels kleiner. In de volgende les gaan we kijken naar effecten van klimaatverandering op dieren. Afronding (15 minuten) Is het terecht dat TxT bang is dat Texel overstroomt? Al onze duinen en dijken zijn op deltahoogte en beschermen ons voorlopig. Wel wordt er op dit moment al gestart met dijkverhoging en verbreding. En via zandsuppletie worden de duinen beschermd. Extra Laat de leerlingen fantaseren over hoe Texel eruit zal zien als de zeespiegel heel erg stijgt (en Texel misschien wel overstroomt). Hoe wonen de mensen dan? Hoe ziet de omgeving er dan uit? Welke dieren zie je hier dan? De leerlingen leggen dit vast in een creatief product, bijvoorbeeld: een verhaal, een stripverhaal, een schilderij (bijv. wasco met ecoline), etc. Websites: Hierop staan kaartjes van hoe Europa met verschillende zeespiegel niveau s. via postcodetool kun je bekijken hoeveel meter boven NAP een adres is Gevolgen van klimaatverandering

15 Klimaatverandering 7 en 8 5 Uitsterven of wegwezen Voedselwebspel Doelen Begrippen Materialen Duur De leerlingen: kennen een aantal oorzaken waardoor dieren uitsterven of verdwijnen, waaronder de klimaatverandering. vormen zich een mening over hoe erg het is dat er dieren uitsterven of verdwijnen. de leerlingen leren dat verschillende zeedieren en planten van elkaar afhankelijk zijn, doordat ze elkaar eten. Alle dieren en planten zijn met elkaar verbonden, in een voedselweb. uitsterven, het voedselweb, migreren Voedselwebspel: bol touw platen van dieren van de zee, zie bijlage voor elke leerling een wasknijper Hinkelspel: krijtje Computers met internet om informatie op te zoeken Plaatjes bij de Quiz over klimaatverandering op Texel, zie bijlage 85 minuten Inleiding (25 minuten) Blik kort terug op de vorige les. Klimaatverandering heeft vele gevolgen. Het kan ook tot gevolg hebben dat diersoorten uitsterven of verdwijnen. Laat het volgende filmpje van Schooltv Beeldbank zien: Pinguïns en het broeikaseffect Pinguïns gaan dood door de opwarming van de aarde. Spreek het filmpje na. Wat vinden de leerlingen ervan? Welke gevolgen van klimaatverandering worden er genoemd? (De temperatuur stijgt en het gaat meer regenen.) Welk effect heeft dat op de pinguïns? Geef ook aandacht aan het feit dat het wel een filmpje is dat heel erg op het gevoel werkt. Hoe erg is het dat een pinguïn dood gaat? Hoe erg is het dat een soort uitsterft? Er zijn natuurlijk ook nog andere redenen waardoor dieren uitsterven. Wie kan er nog meer voorbeelden geven van dieren die met uitsterven bedreigd worden? Bijvoorbeeld de ijsbeer of de pandabeer. Soms sterven dieren niet meteen uit maar verdwijnen wel uit een bepaald gebied. Ook dieren dichtbij huis: huismus, egel, velduil, blauwe kiekendief, grutto. Hoe komt dat? Oorzaken kunnen bijvoorbeeld zijn: verlies van voedselgebieden, of jacht. 5. uitsterven of wegwezen 15

16 Hinkelspel: Teken binnen of buiten een hinkelspel met om-en-om één blokje, twee blokjes, één blokje etc. In totaal10 vakjes. Op het enkele vakje steeds op één been, op de twee met twee benen. Laat eerst een aantal leerlingen gewoon hinkelend het parcours afleggen. Zij zijn dieren die graag willen migreren. Het wordt iets te warm op de ene plek en ze willen naar een andere. Nu wordt er op één vak een snelweg neergelegd (kruis erdoor). Nu wordt het lastiger om te migreren. Laat de leerlingen hinkelen en dat ene vakje overslaan. Dan wordt er ergens een nieuw huisjespark aangelegd (twee blokjes wegkruizen). Weer hinkelen. Een cartingbaan, etc. Net zo lang tot migreren niet meer lukt. Kern (45 minuten) Speel het voedselwebspel. Neem de platen van waddieren en algen. Bespreek deze één voor één. Laat eventueel de filmpjes uit extra zien. Één van de filmpjes gaat over plankton. In het voedselketenspel hebben we het voor het gemak alleen over algen. Vraag de leerlingen wat ze al weten van de dieren. Wat zouden ze eten? Door wie zouden ze gegeten worden? Vul samen het volgende schema in op het bord: 5. uitsterven of wegwezen 16

17 Elke leerling is straks een waddier of alg. Ze gaan met elkaar een voedselweb vormen. Ga in de kring staan of zitten. Indien de groep groter is dan 20 leerlingen werk je in tweetallen. Twee leerlingen zijn dan één dier/plant, anders duurt het spel te lang. Iedereen hangt zijn eigen voedselweb-plaat met een knijper op zijn buik. De zeehond krijgt de bol touw in handen. Spelregels voedselketenspel: De zeehond begint. Degene die de bol touw in handen heeft mag deze doorgeven/gooien aan een ander. Daarbij gelden de volgende regels: Je wilt het liefst zelf eten. Geef het touw door aan iemand die jij eet. Zeg wat je doet: Ik ben een krab en eet Linda de kokkel. Geef het touw aan de kokkel en zeg ook de naam van degene aan wie je het touw geeft. Houd één eind van het touw vast! Je bent nu met een draad verbonden aan jouw prooi. Zo wordt het touw steeds doorgegeven. Er ontstaat in eerste instantie een voedselketen. De kokkel geeft het touw weer door aan de algen. Is het voedsel op of is er geen eten voor jou in de kring (bijv. bij algen)? Dan wordt je opgegeten. Geef het touw door aan iemand die jou eet. Zeg weer wat je doet: Ik ben een alg en wordt opgegeten door Peter de wadpier. Zo ontstaat er langzaam aan een voedselweb. Iedereen moet aan de beurt komen. Je geeft het touw aan iemand die nog niet geweest is. Kan dit niet? Dan mag iemand het touw voor de 2e keer krijgen. Einde van het spel: Iedereen is aan de beurt geweest en heeft in elk geval één keer het touw vast. Jullie zijn verbonden in een voedselweb. Bespreek dan met de leerlingen het web. Welk dier zou je het liefste willen zijn en waarom? Wat is de rol van de zeehond? Hij staat aan de top en wordt niet opgegeten in het spel. Wie zou er wel een alg willen zijn en wie niet? Waarom? De algen zijn het minst opvallend. Je ziet ze bijna niet, maar ze zijn wel heel belangrijk! Wat zou er gebeuren als er geen algen zouden zijn? Dit gaan jullie uitbeelden: Alle algen verdwijnen. Ze laten het touw los. Wat betekent dit voor de dieren? Wie geen eten meer heeft laat het touw los. Steeds meer leerlingen moeten het touw loslaten omdat ze geen eten meer hebben. Het web stort (grotendeels) in elkaar. 5. uitsterven of wegwezen

18 Conclusie: Alle planten en dieren in zee zijn met elkaar verbonden in een voedselweb. Valt er een plant of dier weg, dan heeft dat gevolgen voor veel andere planten en dieren. De algen hebben een hele belangrijke rol in het voedselweb. Zij staan aan de basis. Als er geen algen meer zouden zijn, zou dit zelfs voor de zeehond gevolgen kunnen hebben! De dieren moeten zich dan of aanpassen aan nieuw voedsel of ze verdwijnen naar een ander gebied of ze sterven uit... Voor trekvogels zou het een ramp zijn als ze geen voedsel meer konden vinden in de Waddenzee. Tijdens hun lange trek naar het noorden in het voorjaar, of naar het zuiden in het najaar, gebruiken ze de Waddenzee als een soort wegrestaurant. Als ze in het waddengebied aankomen hebben ze vaak al vele duizenden kilometers gevlogen. Op het wad eten ze zich helemaal vol, zodat ze weer genoeg energie hebben voor de komende vele kilometers, die ze nog te gaan hebben. Als de Waddenzee er niet meer zou zijn, is het maar de vraag of de vogels genoeg voedsel zouden kunnen vinden, om hun lange reis te overleven. Afronding (15 minuten) Bespreek met de leerlingen wat belangrijke oorzaken zijn van het verdwijnen van dieren. Denk aan het voedselwebspel, als één soort verdwijnt, verdwijnt er een ander mee. Denk aan verlies van gebieden en verlies van mogelijkheden om te migreren. Bespreek of en waarom het erg is dat er dieren uitsterven. Op zich is het misschien niet erg als er een soort uitsterft. Dat gebeurt al eeuwen. Maar misschien is het wel erg door de snelheid waarmee soorten uitsterven. Ook de hoeveelheid soorten die op dit moment uitsterven is wel hoog. En misschien is het ook wel erg door de reden waarom ze uitsterven. Het komt in veel gevallen door mensen en dus moeten wij dat als mensen ook zien te voorkomen. Speel een Quiz over klimaatverandering op Texel. Doe dit in een grote ruimte, buiten, of maak ruimte in de klas. Laat steeds een plaatje zien en lees de bijbehorden stelling voor. Als leerlingen denken dat het waar is, rennen ze naar de ene kant van de ruimte en als ze denken dat het niet waar is, naar de andere kant. Stellingen: waar of niet-waar? 1. Stelling: In 2050 zullen deze vogels niet meer voorkomen op Texel. Waar of niet waar? Waar. Ze zullen waarschijnlijk naar het noorden zijn getrokken, als dat mogelijk is. 2. Stelling: Deze vogels zullen in 2050 op Texel broeden. Waar of niet waar? Het zou kunnen dat ze hier gaan broeden. Ze komen nu in Zuid-Europa voor uitsterven of wegwezen

19 3. Stelling: In 2090 heeft Texel tropische stranden. Niet waar. Voor palmbomen en eierleggende schildpadden zal het nog een stuk warmer moeten worden. 4. Stelling: In 2100 ligt Texel in de woestijn. Niet waar. Niemand verwacht een woestijn hier. 5. Stelling: Zo zal de temperatuur op Texel veranderen. Waar. Dit is wat de wetenschappers verwachten. 6. Stelling: In 2080 ligt half Nederland onder water. Waar en niet waar. Als er iemand gek genoeg is om de dijken door te steken dan wel. Maar dat zal waarschijnlijk niet gebeuren. 7. Stelling: In 2080 zal Nederland nieuwe rivieren, meren en eilanden hebben. Ja, dat zou best kunnen. Er zijn nu al plannen. 8. Stelling: Dit zijn de Texelse producten van Waarschijnlijk niet. Dit zijn typische producten van Zuidelijke landen. Hier zal het toch wel te koud zijn om ze te kweken. 9. Stelling: In 2080 zal de zeehond uitgestorven zijn op Texel. Niet waar. De zeehond zal blijven ook als het warmer wordt. Zolang er maar vis is. 10. Stelling: In 2070 zullen dit de dieren zijn van de Texelse jungle. Niet waar. Dit zijn tropische dieren. Zo warm wordt het hier zeker niet. 11. Stelling: De jaguar zal op Texel leven in Niet waar. Alleen als je hem meeneemt naar Texel en als er genoeg ruimte en voedsel voor hem is. Het zal er warm genoeg voor zijn. 12. Stelling: In 2100, Texel zal in zee verdwenen zijn. Niet waar. De zee zal deze eeuw niet meer dan 80cm stijgen. De duinen kunnen dat aan. Extra 13. Stelling: In 2095 zullen er paalwoningen zijn op Texel. Ja hoor, als je dat leuk vindt. Noodzakelijk is het niet. Filmpjes: Voor beelden van de verschillende dieren en algen kunnen de volgende filmpjes gebruikt worden: lesmateriaal BO bovenbouw - wadden Plankton Waddenzee en trekvogels 5. uitsterven of wegwezen 19

20 Wadden Zeehonden lesmateriaal BO onderbouw - wadden Lopen over de bodem van de Waddenzee Creatief: Dieren zijn vaak via voedselrelaties met elkaar verbonden maar soms zijn dieren en planten op een andere manier belangrijk voor elkaar. Laat een tekening van een boom maken, individueel of in groepjes, waarin de leerlingen zoveel mogelijk voorbeelden tekenen van planten en dieren die van die boom profiteren. Wie heeft de meeste kunnen bedenken? Voorbeelden zijn: een boom met daarin een rups (die de bladeren eet), een spin die zijn web erin maakt, een vogel die erin rust/bescherming zoekt, een vogel die zijn nest erin maakt, een plant die in de schaduw groeit, mossen op de stam. klimop die tegen de stam groeit. Proefje: Evolutie van de tuinslak, via Gastles en lesmateriaal: Via - zoek onder lesmodules - planet me - module 5-8. Het is een gratis gastles met een spel over een ijsbeer en klimaatverandering. Excursie: Waddenexcursie of trekvogelexcursie in de Mokbaai. 5. uitsterven of wegwezen 20

21 5. uitsterven of wegwezen

22 5. uitsterven of wegwezen

23 5. uitsterven of wegwezen

24 5. uitsterven of wegwezen

25 5. uitsterven of wegwezen

26 5. uitsterven of wegwezen

27 5. uitsterven of wegwezen

28 5. uitsterven of wegwezen

29 5. uitsterven of wegwezen

30 1. In 2050 zullen deze vogels niet meer voorkomen op Texel. Waar of niet waar? 5. uitsterven of wegwezen

31 2. Deze vogels zullen in 2050 op Texel broeden. Waar of niet waar? 5. uitsterven of wegwezen

32 3. In 2090 heeft Texel tropische stranden. Waar of niet waar? 5. uitsterven of wegwezen

33 4. In 2100 ligt Texel in de woestijn. Waar of niet waar? 5. uitsterven of wegwezen

34 5. Zo zal de temperatuur op Texel veranderen. Waar of niet waar? 5. uitsterven of wegwezen

35 6. In 2080 ligt half Nederland onder water. Waar of niet waar? 5. uitsterven of wegwezen

36 7. In 2080 zal Nederland nieuwe rivieren, meren en eilanden hebben. Waar of niet waar? 5. uitsterven of wegwezen

37 8. Dit zijn de Texelse producten van Waar of niet waar? 5. uitsterven of wegwezen

38 9. In 2080 zal de zeehond uitgestorven zijn op Texel. Waar of niet waar? 5. uitsterven of wegwezen

39 10. In 2070 zullen dit de dieren zijn van de Texelse jungle. Waar of niet waar? 5. uitsterven of wegwezen

40 11. De jaguar zal op Texel leven in Waar of niet waar? 5. uitsterven of wegwezen

41 12. In 2100, Texel zal in zee verdwenen zijn. Waar of niet waar? 5. uitsterven of wegwezen

42 13. In 2095 zullen er paalwoningen zijn op Texel. Waar of niet waar? 5. uitsterven of wegwezen

43 Klimaatverandering 7 en 8 6 In de weer voor het klimaat Werkblad Doelen Begrippen Materialen Duur De leerlingen: weten dat bepaalde activiteiten en producten veel energie kosten en dus zorgen voor een grote uitstoot van CO2. zijn zich bewust dat hun koop-en leefgedrag indirect bijdraagt aan het broeikaseffect. zijn zich bewust hoe ze hun bijdrage aan het broeikaseffect zouden kunnen verminderen. de grondstof, het transport, de energie Paar sokken Per leerling een blad met groene voetstapjes Schema ingewikkelde sokken Werkbladen 6A t/m 6D 75 minuten Inleiding (15 minuten) Blik terug op de voorgaande lessen. Het versterkte broeikaseffect zorgt voor klimaatverandering. Dit heeft vele gevolgen voor de omgeving, voor dieren, maar ook voor onszelf. Wat kunnen we er nu eigenlijk aan doen? In deze les denken de leerlingen na over hoe hun dagelijkse activiteiten in meer of mindere mate bijdragen aan de hoeveelheid uitstoot van CO 2. Begin de les met het laten zien van een paar sokken. Laat de leerlingen in een klassengesprek brainstormen over hoe de sokken gemaakt zijn. Welke grondstoffen zijn er gebruikt? Waar komen deze grondstoffen vandaan? Welke industrieën zijn erbij betrokken? Zie het schema hieronder. Laat het schema van de ingewikkelde sokken zien. Bespreek het schema klassikaal. Alleen al voor de productie van een paar sokken is dus heel wat industrie en vervoer nodig. Er komen veel uitlaatgassen bij vrij. Door het kopen van een paar sokken, draag je dus indirect bij aan het broeikaseffect. Sokken zijn natuurlijk maar een voorbeeld. Dit geldt natuurlijk voor heel veel producten. Vaak zijn er wel duurzamere alternatieven te bedenken. Laat de leerlingen een manier bedenken om simpele sokken te maken. (Wol van een Texelse schapenboer, wol spinnen en verven op Texel, breien op Texel.) 6. In de weer voor het klimaat 43

44 Kern (45 minuten) Deel de leerlingen in, in groepjes van 4. Aan de hand van de werkbladen 6A t/m 6B gaan ze nadenken over hun eigen aandeel in de uitstoot van CO 2 binnen de volgende thema s: voedsel, transport, vrije tijd en andere zaken. Deel 1: Elke leerling vult zijn eigen werkblad eerst voor zichzelf in. Laat de werkbladen daarna binnen de groepjes rouleren zodat de leerlingen elkaars werkblad invullen. Deel 2: Elke leerling gaat nu in zijn eigen schema met verschillende kleuren onderstrepen wat veel CO 2 oplevert (rode streep), wat matig (geel) en wat weinig/niets (groen). Het gaat dan natuurlijk niet alleen om direct CO 2 maar ook indirect. Bijvoorbeeld: bananen eten kost gemiddeld meer CO 2 dan Texelse appels, omdat bananen aangevoerd moeten worden. Deel 3: Laat de leerlingen groene voetstappen uitknippen. De leerlingen delen binnen hun groepje nu de groene voetstappen uit. De leerling die op één onderwerp heel goed scoort krijgt er veel, degene die slecht scoort weinig of niets. Laat de leerlingen zelf de relatieve aantallen bepalen. Deel 4: Maak nu met het hele groepje een meest duurzame dag. Bepaal wat het minste CO 2 oplevert qua voeding, transport, vrije tijd en andere zaken. Afronding (15 minuten) Vergelijk de verschillende duurzame dagen klassikaal. Wat zijn de meest duurzame activiteiten? Misschien is er wel één leerling aan te wijzen die de meest duurzame dag heeft. Extra Activiteit: Laat de leerlingen een schema maken zoals dat van de sokken, over een zelfgekozen product. Educatief spel over duurzaam leven je mondiale voetafdruk 1. In de weer voor het klimaat 44

45 Klimaatverandering 7 en 8 6a Werkblad In de weer voor het klimaat Eten Wat eet je s morgens, s middags en s avonds? Neem als avondeten de maaltijd van gisteren of je lievelingsmaaltijd. Naam Naam Naam Naam Ontbijt Middag Avond 6. In de weer voor het klimaat

46 Klimaatverandering 7 en 8 6b Werkblad In de weer voor het klimaat Vervoer Hoe kom je op verschillende plekken? Naam Naam Naam Naam School Sport Muziek Vrienden 6. In de weer voor het klimaat 46

47 Klimaatverandering 7 en 8 6c Werkblad In de weer voor het klimaat Vrije tijd Wat doe je na/voor school? Naam Naam Naam Naam Sporten Welke sport? Computeren Hoe lang? Muziek maken Welk instrument? Spelen Wat doe je? Lezen Ja of nee? Creatief Wat maak je? 6. In de weer voor het klimaat

48 Klimaatverandering 7 en 8 6d Werkblad In de weer voor het klimaat Vakantie Wat doe je in de zomervakantie? Blijf je thuis, of ga je op vakantie? Naam Naam Naam Naam Waar ben je? Hoe ga je er heen? Waar slaap je? Wat doe je? 6. In de weer voor het klimaat

49 6. In de weer voor het klimaat

50 Klimaatverandering 7 en 8 7 Mondiale voetafdruk Computeropdracht Doelen Begrippen Materialen Duur De leerlingen: weten dat hun mondiale voetafdruk betekent: de hoeveelheid opper vlakte die je op aarde gebruikt om te leven, door grondstofgebruik voor eten, bouwen en kleding en CO2 uitstoot voor vervoer, elektriciteit, verwarming etc. weten in welke mate hun activiteiten bijdragen aan hun mondiale voet afdruk. beseffen hoe ze hun mondiale voetafdruk kunnen verminderen. weten dat er op dit moment per persoon ongeveer 1,8 Ha (3,5 voetbalveld) beschikbaar is. de mondiale voetafdruk, het ruimtegebruik, de hectare Globe Atlassen en wereldkaarten Computers met internet, voor elke leerling één 55 minuten Inleiding (15 minuten) Pak de globe erbij. Het oppervlak van de wereld moeten we met z n allen delen, om van te kunnen leven en op te kunnen wonen. Van de hele wereld wordt ook wel mondiaal genoemd. Iedereen heeft een mondiale voetafdruk. Dit is de oppervlakte die je op aarde gebruikt om te leven. Hierbij wordt alles meegerekend, dus de hoeveelheid grond die nodig is eten, bouwen en kleding, vervoer, elektriciteit, verwarming etc. Daarbij wordt ook gekeken naar welke grondstoffen er nodig zijn om iets te kunnen maken. Denk maar aan de sokken uit de vorige les. Als alle bruikbare ruimte op aarde verdeeld wordt over alle mensen en we geven de natuur voldoende ruimte om te overleven, dan is er voor elke bewoner gemiddeld 1,8 hectare beschikbaar ( m², ongeveer 3,5 voetbalveld). Die 1,8 hectare is inclusief de nodige ruimte voor het behoud van de natuur. Vraag de leerlingen of ze een idee hebben in welk land de bewoners de grootste mondiale voetafdruk hebben? En in welk land de kleinste. Laat ze deze landen opzoeken in de Atlas of wijs ze aan op de wereldkaar of op de globe. 7. Mondiale voetafdruk 50

51 Verenigde Staten België Nederland Hongarije Turkije Brazilië 8,0 hectare 8,0 hectare 6,2 hectare 3,0 hectare 2,7 hectare 2,9 hectare China Algerije 2,2 hectare 1,6 hectare Kenia India 1,1 hectare 0,9 hectare Kern (30 minuten per leerling) Laat de leerlingen individueel hun voetafdruk bepalen via, Op deze site staat ook nog een filmpje (in het Engels) met uitleg en informatie. Doe als leerkracht eerst de test zelf zodat duidelijk is welke vragen komen en daar alvast bijvoorbeeld wat informatie over opgezocht kan worden. Afronding (10 minuten) Spreek de voetafdruktest na. Wie heeft de kleinste voetafdruk? In welke dingen zit hem dat vooral? Hoe zou je je voetafdruk snel kunnen verkleinen? Realiseer je dat ongeveer 65% van de voetafdruk bestaat uit CO 2 -uitstoot. Maak met de klas een hele grote aardbol (bijv. schilderen/knippen en plakken). Hierop komen tekeningetjes/plaatjes van duurzame ideeën en activiteiten. Eromheen komen teksten van duurzame ideeën, zoals tips, gedichtjes, etc. Om de aardbol komen groene voetstappen (echte voetafdrukken met groene verf?). Extra Activiteit: Laat de leerlingen op een plattegrondje van het eigen dorp de grootte van hun eigen voetafdruk inkleuren (rond hun eigen huis). Of doe dat met de hele klas of één plattegrond. 7. Mondiale voetafdruk 51

52 Filmpjes: You Tube: A one planet life (1:02 minuut) Just one planet (8:01 minuten) Website: Uitgebreidere scan om voetafdruk te bepalen 7. Mondiale voetafdruk 52

Wat is CO2? (koolstofdioxide) een gas is dat in de lucht zit, net als zuurstof. ervaren of je CO 2

Wat is CO2? (koolstofdioxide) een gas is dat in de lucht zit, net als zuurstof. ervaren of je CO 2 Klimaatverandering 7 en 8 2 Wat is CO2? Proefjes Doelen Begrippen Materialen De leerlingen: weten dat (koolstofdioxide) een gas is dat in de lucht zit, net als zuurstof ervaren of je kan zien, ruiken en

Nadere informatie

Uitsterven of wegwezen

Uitsterven of wegwezen Klimaatverandering 7 en 8 5 Uitsterven of wegwezen Voedselwebspel Doelen Begrippen Materialen Duur De leerlingen: kennen een aantal oorzaken waardoor dieren uitsterven of verdwijnen, waaronder de klimaatverandering.

Nadere informatie

In de weer voor het klimaat

In de weer voor het klimaat 6 Doelen Begrippen Materialen Duur De leerlingen: weten dat bepaalde activiteiten en producten veel energie kosten en dus zorgen voor een grote uitstoot van CO2. zijn zich bewust dat hun koop-en leefgedrag

Nadere informatie

Voedselweb van strand en zee

Voedselweb van strand en zee Spel Doel: Materialen: Groepsgrootte: Duur: De leerlingen leren dat verschillende zeedieren en planten van elkaar afhankelijk zijn, doordat ze elkaar eten. Alle dieren en planten zijn met elkaar verbonden,

Nadere informatie

3 Voedselweb van het wad

3 Voedselweb van het wad Spel Doel: De leerlingen leren dat verschillende waddieren en planten van elkaar afhankelijk zijn, doordat ze elkaar eten. Alle dieren en planten zijn met elkaar verbonden, in een voedselweb. Materialen:

Nadere informatie

Sheet 2: Bekijk met de kinderen de tussenstand van Afval the Game op Instagram en/of Facebook. Hoe gaat het bij de kinderen met inzamelen?

Sheet 2: Bekijk met de kinderen de tussenstand van Afval the Game op Instagram en/of Facebook. Hoe gaat het bij de kinderen met inzamelen? Afval the Game Docentenhandleiding les 2 Duur Voor deze les hebt u ongeveer 80 minuten nodig. Leerdoelen De kinderen hebben in de vorige les geleerd dat het belangrijk is om plastic te scheiden, zodat

Nadere informatie

Introductieles randje Texel. Brief - woordweb - thematafel

Introductieles randje Texel. Brief - woordweb - thematafel Randje Texel 3 en 4 1 Introductieles randje Texel Brief - woordweb - thematafel Doelen Begrippen Materialen Duur De leerlingen: worden enthousiast voor het thema en hun voorkennis wordt geactiveerd. de

Nadere informatie

Fossiele brandstoffen? De zon is de bron!

Fossiele brandstoffen? De zon is de bron! Energie 5 en 6 3 Fossiele brandstoffen? De zon is de bron! Filmpjes werkblad Doelen Begrippen Materialen Duur De leerlingen: weten dat fossiele brandstoffen hele oude resten van planten zijn. kunnen een

Nadere informatie

Energie in je lichaam

Energie in je lichaam Les in het kort De leerlingen maken kennis met energiezaken in relatie tot hun eigen lichaam. Ze leren voedsel te zien als brandstof. Ze leren de relatie tussen ademhaling en inspanning kennen. Ze meten

Nadere informatie

Thema: Noordpool, natuur, dieren, reizen, klimaat

Thema: Noordpool, natuur, dieren, reizen, klimaat Lesbrief www.leopold.nl Auteur: Enzo Pérès-Labourette / ISBN 978 90 258 7316 5 Leeftijd: 5-8 jaar Thema: Noordpool, natuur, dieren, reizen, klimaat Wat ik bomen wil vertellen Voor het lezen Vertel aan

Nadere informatie

Elektriciteit en stroom, wat is het? Proefjes met stroom en electriciteit

Elektriciteit en stroom, wat is het? Proefjes met stroom en electriciteit Energie 5 en 6 2 Elektriciteit en stroom, wat is het? Proefjes met stroom en electriciteit Doelen Begrippen Materialen De leerlingen: begrijpen hoe elektriciteit en stroom ontstaan, als een brandstof wordt

Nadere informatie

Les Koolstofkringloop en broeikaseffect

Les Koolstofkringloop en broeikaseffect LESSENSERIE ENERGIETRANSITIE Basisles Koolstofkringloop en broeikaseffect Werkblad Les Koolstofkringloop en broeikaseffect Werkblad Zonlicht dat de aarde bereikt, zorgt ervoor dat het aardoppervlak warm

Nadere informatie

Voedselweb van strand en zee

Voedselweb van strand en zee Spel Doel: Materialen: Groepsgrootte: Duur: De leerlingen leren zeedieren en planten (organismen) kennen en leren wie wie eet. - Voor elke leerling een kaart met een plaatje van een zeedier, of -plant

Nadere informatie

Bernd Roemmelt / Greenpeace HET KLIMAAT EN DE NOORDPOOL

Bernd Roemmelt / Greenpeace HET KLIMAAT EN DE NOORDPOOL Bernd Roemmelt / Greenpeace HET KLIMAAT EN DE NOORDPOOL HET KLIMAAT EN DE NOORDPOOL Greenpeace is een organisatie die ereldijd opkomt voor het milieu. We illen de natuur en de dieren daarin beschermen.

Nadere informatie

Wadden. Wat eet ik vanavond? Spelcircuit - quiz. VO onderbouw

Wadden. Wat eet ik vanavond? Spelcircuit - quiz. VO onderbouw Wadden VO onderbouw Wat eet ik vanavond? Spelcircuit - quiz Doel: Materialen: De leerlingen maken kennis met het wad, de dieren en planten die er leven en ondervinden wie wie eet. - Foto wadpierenhoopje

Nadere informatie

QUESTIONBOXLES ZONNECELLEN EN ELEKTRICITEIT

QUESTIONBOXLES ZONNECELLEN EN ELEKTRICITEIT QUESTIONBOXLES ZONNECELLEN EN ELEKTRICITEIT Colofon Auteur: Amy Beerens Contact: Maarten Reichwein, WKUU, wetenschapsknooppunt@uu.nl of 030-25 33 717 INHOUDSOPGAVE Inhoud 1 Doel van de les 2 2 Opzet lesplan

Nadere informatie

3. Verwerking door discussie. (15 min.) De feiten en juiste antwoorden zijn voor de leraar ter beschikking in dit document.

3. Verwerking door discussie. (15 min.) De feiten en juiste antwoorden zijn voor de leraar ter beschikking in dit document. versie 10-12-18 Beste leerkracht, De film Morgenland gaat vergezeld van een bijbehorende verwerkingsles. De tijdsduur van film en les is een tot anderhalf uur. Morgenland is geschikt voor basisschool groepen

Nadere informatie

Het houden van een spreekbeurt

Het houden van een spreekbeurt Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat

Nadere informatie

Tropisch Nederland. 1. Aanzetten. 1.a Tropisch Nederland

Tropisch Nederland. 1. Aanzetten. 1.a Tropisch Nederland 1. Aanzetten Tropisch Nederland 1.a Tropisch Nederland Jij gaat aan de slag met het dossier Tropisch Nederland. Welke onderdelen van het dossier ga jij maken? Overleg met je docent. GA IK DOEN STAP ONDERDEEL

Nadere informatie

Groep 8 Basisles: Elektriciteit opwekken

Groep 8 Basisles: Elektriciteit opwekken Leerkrachtinformatie Lesduur: 35 tot 40 minuten Deze basisles kunt u op verschillende manieren organiseren: A. Klassikaal (35 minuten) U verzorgt en begeleidt de les. U gebruikt hierbij deze leerkrachtinformatie

Nadere informatie

LESINSTRUCTIE GROEP 5/6

LESINSTRUCTIE GROEP 5/6 LESINSTRUCTIE GROEP 5/6 Bij Samsam nr. 5 2017 De zee Burgerschap Samsam komt 5 x per jaar uit met een magazine, en een werkblad. Daarbij hoort een website met filmpjes en aanvullende informatie: samsam.net

Nadere informatie

Lespakket Strandvondsten

Lespakket Strandvondsten Lespakket Strandvondsten Instructieblad groep 1 & 2 Inhoud pakket - Achtergrondinformatie vindt u op www.rotterdam.nl/lesmateriaalnatuuronderwijs - Instructieblad groep 1 & 2 - Materialen van het pakket:

Nadere informatie

Team 5: Natuur. Onderzoek naar de natuurlijke zonnecel

Team 5: Natuur. Onderzoek naar de natuurlijke zonnecel Zonnepanelen op school Team 5: Natuur Onderzoek naar de natuurlijke zonnecel Jullie gaan onderzoeken of de plant een zonnecel is en wie daar gebruik van maken 1. SAMENWERKEN IN EEN TEAM Jullie gaan samenwerken

Nadere informatie

3. Verwerking door discussie. (15 min.) De feiten en juiste antwoorden zijn voor de docent ter beschikking in dit document.

3. Verwerking door discussie. (15 min.) De feiten en juiste antwoorden zijn voor de docent ter beschikking in dit document. versie 10-12-18 Beste docent, De film Morgenland gaat vergezeld van een bijbehorende verwerkingsles. De tijdsduur van film en les is een tot anderhalf uur. Morgenland is geschikt voor alle leerwegen en

Nadere informatie

Plant in de klas Instructieblad leerkracht Groep 6/7/8

Plant in de klas Instructieblad leerkracht Groep 6/7/8 Plant in de klas Instructieblad leerkracht Groep 6/7/8 Colofon Titel: Plant in de klas - Instructieblad leerkracht, groep 6/7/8 Auteurs: Nienke van den Berg Hilde Spitters (NIGZ) Redacteuren: John Luteijs

Nadere informatie

De Bloem (van plastic) is een meid van nu! Tikkeltje brutaal!

De Bloem (van plastic) is een meid van nu! Tikkeltje brutaal! De Bloem (van plastic) is een meid van nu! Tikkeltje brutaal! Hé hoi, hallo! Ik zal me even voorstellen. Ik ben Bloem. Bloem van Plastic. Maar je mag gewoon Bloem zeggen. Wow! Wat goed dat jullie even

Nadere informatie

Bedreigingen. Broeikaseffect

Bedreigingen. Broeikaseffect Bedreigingen Vroeger gebeurde het nogal eens dat de zee een gat in de duinen sloeg en het land overspoelde. Tegenwoordig gebeurt dat niet meer. De mensen hebben de duinen met behulp van helm goed vastgelegd

Nadere informatie

3. Verwerking door discussie. (15 min.) De feiten en juiste antwoorden zijn voor de docent ter beschikking in dit document.

3. Verwerking door discussie. (15 min.) De feiten en juiste antwoorden zijn voor de docent ter beschikking in dit document. versie 10-12-18 Beste docent, De film Morgenland gaat vergezeld van een bijbehorende verwerkingsles. De tijdsduur van film en les is een tot anderhalf uur. Morgenland is geschikt voor alle leerjaren van

Nadere informatie

Lesbrief Uitvinders. Inleiding

Lesbrief Uitvinders. Inleiding Lesbrief Uitvinders Inleiding Ruben laat Sara zien dat hij een satéprikker door een ballon kan prikken zonder dat de ballon knapt! Ook kan hij een regenboog maken met een glas water. Sara vindt het erg

Nadere informatie

Opwarming van de aarde

Opwarming van de aarde Leerlingen Opwarming van de aarde 8 Naam: Klas: In dit onderdeel kom je onder andere te weten dat er niet alleen een broeikaseffect is, maar dat er ook een versterkt broeikaseffect is. Bovendien leer je

Nadere informatie

Kwelder. Planten en zout water. Proefje. VO onderbouw

Kwelder. Planten en zout water. Proefje. VO onderbouw Kwelder Proefje Doel: Materialen: Leerlingen weten dat alleen speciale planten tegen zout water kunnen. De leerlingen weten dat zout, water aantrekt. Hierdoor gaan de meeste planten door uitdroging dood

Nadere informatie

Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect

Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect Werkstuk door een scholier 1310 woorden 20 juni 2006 6,2 45 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Het Broeikaseffect Inhoudsopgave Inleiding 1.0 Wat is het broeikaseffect?

Nadere informatie

DE TOEKOMST VAN DE AARDE

DE TOEKOMST VAN DE AARDE 10 DE TOEKOMST VAN DE AARDE Het broeikaseffect Je zult in het nieuws misschien al horen spreken hebben over het broeikaseffect. Heb je er nog nooit van gehoord? Geen nood, in deze edukit leggen we op een

Nadere informatie

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen?

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dagboek Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dat het klimaat verandert is een feit. Je hoort het overal om je

Nadere informatie

Laat de kinderen ook opzoeken in een woordenboek en/of spreekwoorden boek

Laat de kinderen ook opzoeken in een woordenboek en/of spreekwoorden boek Voorbereiding: Materialen verzamelen Voor de les alles al klaarzetten. De tafels in groepjes van vier zetten zodat je elk proefje eventueel twee keer kan klaar leggen. De werkbladen kopiëren De opdrachtvellen

Nadere informatie

Speluitleg: Gebruik bij de speluitleg het bestand Hoe wordt het spel gespeeld op www.groenewiel.nl/biodiversiteit.

Speluitleg: Gebruik bij de speluitleg het bestand Hoe wordt het spel gespeeld op www.groenewiel.nl/biodiversiteit. 1 IN HET KORT Doel van de les: De kinderen worden zich bewust van de verbanden tussen soorten. Dit gebeurt doordat ze beseffen dat de roofvogel niet alleen een boom en een merel of lijster nodig heeft,

Nadere informatie

Klassengesprek - knutselen. Open de envelop, laat de foto zien en lees samen de brief:

Klassengesprek - knutselen. Open de envelop, laat de foto zien en lees samen de brief: Tim eet op Texel 3 en 4 6 Afval Klassengesprek - knutselen Doelen Begrippen Materialen Duur De leerlingen: beseffen dat er veel voedsel weggegooid wordt. beseffen dat verpakkingsmateriaal van voedsel veel

Nadere informatie

THEMA 3 WEER & KLIMAAT. LES 2 Golfstromen. Deze les gaat over: Bij dit thema horen ook: Golfstromen in de oceanen Verschil landijs zee-ijs

THEMA 3 WEER & KLIMAAT. LES 2 Golfstromen. Deze les gaat over: Bij dit thema horen ook: Golfstromen in de oceanen Verschil landijs zee-ijs Powered by ESA NEMO NSO SPACE EXPO WNF THEMA 3 WEER & KLIMAAT LES 2 Golfstromen Deze les gaat over: Golfstromen in de oceanen Verschil landijs zee-ijs Bij dit thema horen ook: Les 1 In het ISS Les 3 Weer

Nadere informatie

LESBRIEF LES 1 DE VOEDSELKETENLES SAMENVATTING LES 1 VOORBEREIDING BENODIGDHEDEN DUUR LESDOELEN LINK ZAAKVAKKENINHOUD. Wat is voedselverspilling?

LESBRIEF LES 1 DE VOEDSELKETENLES SAMENVATTING LES 1 VOORBEREIDING BENODIGDHEDEN DUUR LESDOELEN LINK ZAAKVAKKENINHOUD. Wat is voedselverspilling? SAMENVATTING In deze les wordt het begrip voedselverspilling geïntroduceerd. De leerlingen maken kennis met een voedselketen en ontdekken welke partijen daarbij betrokken zijn (de schakels in de voedselketen:

Nadere informatie

De waddendijk. Kringgesprek werkblad meten

De waddendijk. Kringgesprek werkblad meten Randje Texel 6 De waddendijk Kringgesprek werkblad meten Doelen Begrippen Materialen Duur De leerlingen: weten dat Texel tussen de Waddenzee en de Noordzee in ligt. weten dat de duinen ons beschermen tegen

Nadere informatie

Opdrachtkaarten Lente

Opdrachtkaarten Lente Zandspoor Opdrachtkaarten Lente Zandspoor Opdrachtkaarten Lente Je onderzoekt straks in het duingebied allerlei dingen die met zand te maken hebben. De materialen die daarvoor nodig zijn, zitten in de

Nadere informatie

Het klimaat. Tip. Gebruik kleine bekers, dan heb je minder klei nodig.

Het klimaat. Tip. Gebruik kleine bekers, dan heb je minder klei nodig. Het klimaat GROEP 5-6 47 65 minuten 1, 23, 42 en 50 Zet voor de activiteit Verandert de waterspiegel? de bekers, de schoteltjes, de klei en de kannen water klaar. Maak een dag van tevoren ten minste 12

Nadere informatie

Lesbrief nr 1. voor Groep 5 + 6

Lesbrief nr 1. voor Groep 5 + 6 Lesbrief nr 1 voor Groep 5 + 6 1 / 2016 + Download deze lesbrief ook op samsam.net Wat is Samsam Junior? Samsam Junior is een cross-mediale methode over mondiaal burgerschap, kinder rechten en duurzaamheid.

Nadere informatie

Experimenten KIT. werkboekje. Dokter in de wetenschap: Klas:

Experimenten KIT. werkboekje. Dokter in de wetenschap: Klas: Experimenten werkboekje KIT Dokter in de wetenschap: Klas: 1 Licht/zon Zonnebaden in het licht Zonlicht is heel belangrijk voor planten. Als een plant enkele dagen geen of onvoldoende licht krijgt, begint

Nadere informatie

Vormen van een raket Raketten

Vormen van een raket Raketten Vormen van een raket Raketten Vgroep 1-2 17 tijdsduur 65 minuten kerndoelen 1, 23, 32, 44, 45 en 54 lesdoelen De leerling: herkent een aantal wiskundige vormen: een cirkel, een driehoek, een rechthoek

Nadere informatie

Het g e h e i m van de w

Het g e h e i m van de w Lessenserie over een bijzonder natuurgebied 3 8 natuur- en Het g e h e i m van de w Mieke Bon De Waddenzee... Wadlopen, zeilen, zeehon- & Janneke Bakker den spotten, de eilanden ontdekken, een weekendje

Nadere informatie

Inhoud Slaapkamer 6 Opwarming 8 Een jaar later 10 Genoeg 12 Terrorist 14 Geheim 16 Olie 20 R.O.A. 23 Betty 26 Vertrouwen 29 Feiten 32 G.O.F. 35 Protest 38 Warm 42 Reuzenmachine 44 Een bewaker! 47 Terrorist?

Nadere informatie

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les 8 Inhoud 1 Eenzaam De Soms ben je alleen en vind je dat fijn. Als alleen zijn niet prettig aanvoelt, als je niet in je eentje wilt zijn, dan voel je je eenzaam. In deze leren de leerlingen het verschil

Nadere informatie

ONTDEKKINGSREIZIGERS en AVONTURIERS. Van:

ONTDEKKINGSREIZIGERS en AVONTURIERS. Van: ONTDEKKINGSREIZIGERS en AVONTURIERS Van: Ieder groepje gaat op ontdekkingsreis, deze gebieden worden verdeeld: heelal, de zee, een onderaards gebied, een vulkanisch gebied, een bergachtig gebied, een woestijn

Nadere informatie

Lesbrief. watersnoodramp. 1 februari 1953. www.wshd.nl/1953. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Lesbrief. watersnoodramp. 1 februari 1953. www.wshd.nl/1953. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Lesbrief watersnoodramp 1 februari 1953 www.wshd.nl/1953 Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta 1 februari 1953 Op zaterdagmiddag 31 januari 1953 stak een hevige wind op. Die wind groeide s nachts

Nadere informatie

De Bloem (van plastic) is een meid van nu! Tikkeltje brutaal!

De Bloem (van plastic) is een meid van nu! Tikkeltje brutaal! De Bloem (van plastic) is een meid van nu! Tikkeltje brutaal! Hé hoi, hallo! Ik zal me even voorstellen. Ik ben Bloem. Bloem van Plastic. Maar je mag gewoon Bloem zeggen. Wow! Wat goed dat jullie even

Nadere informatie

Opwarming van de aarde

Opwarming van de aarde Leerlingen Opwarming van de aarde 8 Naam: Klas: In dit onderdeel kom je onder andere te weten dat er niet alleen een broeikaseffect is, maar dat er ook een versterkt broeikaseffect is. Bovendien leer je

Nadere informatie

Introductieles. Tim eet op Texel. Brief - groepstekening - reactiespel

Introductieles. Tim eet op Texel. Brief - groepstekening - reactiespel Tim eet op Texel 3 en 4 Tim eet op Texel 3 en 4 1 Introductieles Tim eet op Texel Brief - groepstekening - reactiespel Doelen Begrippen Materialen Duur De leerlingen: worden enthousiast voor het thema

Nadere informatie

BANANEN LANGS DE NOORDZEE antwoordblad

BANANEN LANGS DE NOORDZEE antwoordblad Opdracht 1 In het filmpje ging het over klimaatverandering. Bedenk samen drie voordelen en drie nadelen van klimaatverandering. Schrijf op: Voordelen 1. bijvoorbeeld warmere zomers in Nederland 2. bijvoorbeeld

Nadere informatie

Tropisch Nederland. 1. Aanzetten. 1.a Tropisch Nederland

Tropisch Nederland. 1. Aanzetten. 1.a Tropisch Nederland Tropisch Nederland 1. Aanzetten 1.a Tropisch Nederland Jij gaat aan de slag met het dossier Tropisch Nederland. Welke onderdelen van het dossier ga jij maken? Overleg met je docent. GA IK DOEN STAP ONDERDEEL

Nadere informatie

Lessuggesties energie Ter voorbereiding van GLOW. Groep 6, 7, 8

Lessuggesties energie Ter voorbereiding van GLOW. Groep 6, 7, 8 Lessuggesties energie Ter voorbereiding van GLOW Groep 6, 7, 8 Eindhoven, 8 september 2011 In het kort In deze lesbrief vind je een aantal uitgewerkte lessen waarvan je er één of meerdere kunt uitvoeren.

Nadere informatie

Practicum: Hoezo Zeespiegelstijging?

Practicum: Hoezo Zeespiegelstijging? Practicum: Hoezo Zeespiegelstijging? Op de Aarde wonen er ongeveer 6 446 131 400 mensen. In België wonen er 10 584 534. De meeste mensen wonen in de bergen / in de woestijn / in de nabijheid van water/

Nadere informatie

Wat moet je doen? Lees de informatie in dit pakketje

Wat moet je doen? Lees de informatie in dit pakketje AFVAL Wat moet je doen? Lees de informatie in dit pakketje Zoek meer informatie op de computer en bekijk filmpjes over het onderwerp (achterin deze lesbrief staan websites en links voor filmpjes) Overleg

Nadere informatie

Werkblad. LES 7: Hygiëne. www.gavoorgezond.nl GROEP 5-6. Namen groepje: ... ... ... ... ...

Werkblad. LES 7: Hygiëne. www.gavoorgezond.nl GROEP 5-6. Namen groepje: ... ... ... ... ... LES 7: Hygiëne Namen groepje: Eerst voorbereiden: Zorg ervoor dat je met je groepje 1 petrischaaltje klaar hebt staan. Het schaaltje is verdeeld in 3 verschillende vakken. In ieder vakje gaan jullie een

Nadere informatie

De Kaars is van adel, ze praat daarom wat uit de hoogte

De Kaars is van adel, ze praat daarom wat uit de hoogte De Kaars is van adel, ze praat daarom wat uit de hoogte Jongelui! Jullie denken wellicht: wat schijnt daar? Welnu, dat ben ik. Wat een licht, nietwaar! Hoezo, dat valt vies tegen! Jongeman, daar, op dat

Nadere informatie

3D-waterkaart van Nederland

3D-waterkaart van Nederland 3D-waterkaart van Nederland De waterkaart van Nederland is een waterdichte bak van 80x80 cm waar Nederland in 3D is weergegeven. Door water in de bak te gieten, zien de kinderen hoe de rivieren lopen en

Nadere informatie

ZWERFAFVAL EN PLASTIC SOEP

ZWERFAFVAL EN PLASTIC SOEP GROEP 5 T/M 8 ZWERFAFVAL EN PLASTIC SOEP Informatie voor de leerkracht Foto: Victor Andronache via Flickr DIA 16 DIA 1 DIA 2 DIA 4 Doel van deze les Je leert wat zwerfafval en plastic soep zijn en welke

Nadere informatie

Ontdekkersgroep dag 25 25 maart 2014

Ontdekkersgroep dag 25 25 maart 2014 Ontdekkersgroep dag 25 25 maart 2014 Onderwijsactiviteit 11 Water Water. We denken er niet vaak over na, maar het is belangrijk voor het leven op aarde. Het is dan ook één van de vier elementen. In dit

Nadere informatie

Vormen van een raket Raketten

Vormen van een raket Raketten Vormen van een raket Raketten Vgroep 1-2 17 tijdsduur 65 minuten kerndoelen 1, 23, 32, 44, 45 en 54 lesdoelen De leerling: herkent een aantal wiskundige vormen: een cirkel, een driehoek, een rechthoek

Nadere informatie

Bekers vastzuigen met koffiefilter

Bekers vastzuigen met koffiefilter A1 1 Bekers vastzuigen met koffiefilter 2 bekers 1 koffiefilter 1 schaar 1 waxinekaarsje Lucifers Waarom gaat het kaarsje uit? Hoe kan het dat je de onderste beker op kunt tillen zonder deze aan te raken

Nadere informatie

Een vreemde planeet groep 5-8

Een vreemde planeet groep 5-8 Een vreemde planeet groep 5-8 Hoe weten we wat voor weer het is op Mars? Of uit welk materiaal de ringen van Saturnus bestaan? De leerlingen onderzoeken in deze les zelfgemaakte planeten. Ze leren dat

Nadere informatie

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 4-5-6

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 4-5-6 Voorbereiding post 2 Hap, ik heb je! Groep 4-5-6 Welkom bij IVN Valkenswaard-Waalre Dit is de digitale voorbereiding op post 2: Hap, ik heb je! voor groep 4, 5 en 6. Inhoud: Algemeen Verhaal Spel Werkvel

Nadere informatie

Studieplanner leerlingen NAAM: Datum Weekopdracht. Doel en in: klaar Week 1 Week 2 Leren leren : Tekst 1 lezen tot aan het plaatje met de

Studieplanner leerlingen NAAM: Datum Weekopdracht. Doel en in: klaar Week 1 Week 2 Leren leren : Tekst 1 lezen tot aan het plaatje met de Studieplanner leerlingen NAAM: Opgegev Benodigde Datum Weekopdracht Doel en in: materialen klaar Week 1 Week 2 Leren leren : Tekst 1 lezen tot aan het plaatje met de ministers. Opdrachtenboekje 5 Markeer

Nadere informatie

Lesbrief ZAND BOVEN WATER OPDRACHT 1 - NEDERLAND EN WATERBOUW

Lesbrief ZAND BOVEN WATER OPDRACHT 1 - NEDERLAND EN WATERBOUW Lesbrief Primair onderwijs - BOVENBOUW ZAND BOVEN WATER Rotterdam is de belangrijkste haven van Europa. Steeds meer spullen reizen via Rotterdam. Sinds 2008 wordt hard gewerkt om de haven uit te breiden.

Nadere informatie

De ideale duurzame stad! 10-14

De ideale duurzame stad! 10-14 De ideale duurzame stad! 10-14 Inhoud Inleiding... 1 Stap 1: De stad verkennen... 2 Stap 2: Jullie ideale stad maken!... 6 Stap 3: Het vormen van groepjes... 8 Stap 4: Help, wat is duurzaam?... 9 Stap

Nadere informatie

Een glas water uit de ijskast en met ijsklontjes wordt op tafel gezet. De buitenkant wordt nat. Waarom?

Een glas water uit de ijskast en met ijsklontjes wordt op tafel gezet. De buitenkant wordt nat. Waarom? Docentversie (24/05/2012) Natte Glazen Benodigdheden -glazen -ijsklontjes -koud water in kan of thermos of plastic flessen -maatbeker -weegschaal Een glas water uit de ijskast en met ijsklontjes wordt

Nadere informatie

Hoofddoel Bewustwording: Leraren en leerlingen worden zich bewust van het energieverbruik op school.

Hoofddoel Bewustwording: Leraren en leerlingen worden zich bewust van het energieverbruik op school. Startactiviteit groep 1/2 Hoofddoel Bewustwording: Leraren en leerlingen worden zich bewust van het energieverbruik op school. Subdoelen 1. Leerlingen en leraren worden zich bewust van welke apparaten

Nadere informatie

Magnetische velden groep 7-8

Magnetische velden groep 7-8 Magnetische velden groep 7-8 Zonder magnetisch veld zouden we niet op aarde kunnen leven. Zonnewinden zouden de atmosfeer rond de aarde laten verdwijnen en schadelijke straling zou het leven op aarde vernietigen.

Nadere informatie

Plan van aanpak horizon verbreden Zuid-Afrika

Plan van aanpak horizon verbreden Zuid-Afrika Plan van aanpak horizon verbreden Zuid-Afrika Welk gebied heb je gekozen? Het gekozen thema voor horizon verbreden is Zuid-Afrika. Ik ben zelf 4 keer in Zuid-Afrika geweest voor vrijwilligerswerk en ga

Nadere informatie

Introductie. Lesinstructie. Lesinstructie. Leerdoelen. Introductie. Opzet. Bronnen

Introductie. Lesinstructie. Lesinstructie. Leerdoelen. Introductie. Opzet. Bronnen Introductie Introductie Gamen, Hyven, informatie zoeken, filmpjes kijken, muziek luisteren, spullen kopen of verkopen. Internetten doen we allemaal. Soms voor de lol, soms serieus, soms thuis, soms op

Nadere informatie

De planeten Reis door het zonnestelsel

De planeten Reis door het zonnestelsel De planeten Reis door het zonnestelsel Cgroep 1-2 01 tijdsduur 40 minuten kerndoelen 1, 46 en 54 lesdoelen De leerling: (her)kent de namen van de acht planeten weet dat de planeten om de zon draaien kan

Nadere informatie

Lespakket Zomerzon. Instructieblad groep 1 & 2. Inhoud pakket - Achtergrondinformatie. Lessuggesties:

Lespakket Zomerzon. Instructieblad groep 1 & 2. Inhoud pakket - Achtergrondinformatie. Lessuggesties: Lespakket Zomerzon Instructieblad groep 1 & 2 Inhoud pakket - Achtergrondinformatie - Instructieblad groep 1 & 2 - Materialen van het pakket: * Memoriespel * 2 potjes voor de kievitsbonen * 1 potje voor

Nadere informatie

Practicum: Hoezo Zeespiegelstijging?

Practicum: Hoezo Zeespiegelstijging? Practicum: Hoezo Zeespiegelstijging? Op de Aarde wonen er ongeveer 6 446 131 400 mensen. In België wonen er 10 584 534. De meeste mensen wonen in de bergen / in de woestijn / in de nabijheid van water/

Nadere informatie

Wat moet je doen? Lees de informatie in dit pakketje

Wat moet je doen? Lees de informatie in dit pakketje ENERGIE Wat moet je doen? Lees de informatie in dit pakketje Zoek meer informatie op de computer en bekijk filmpjes over het onderwerp (achterin deze lesbrief staan websites en links voor filmpjes) Overleg

Nadere informatie

Ik kies: c Opdracht: Berg in beeld c Opdracht: Vulkaan in actie c Opdracht: Wat brengt de toekomst? Blink Wereld - Aardrijkskunde Pagina 1

Ik kies: c Opdracht: Berg in beeld c Opdracht: Vulkaan in actie c Opdracht: Wat brengt de toekomst? Blink Wereld - Aardrijkskunde Pagina 1 Kies jouw plusopdracht Kies bij dit thema een plusopdracht die jij het liefst wilt doen. Je kunt er tijdens dit thema naast de gewone lessen aan werken. Doel van dit thema In les 1 van dit thema maak je

Nadere informatie

1. Ecologische voetafdruk

1. Ecologische voetafdruk 2 VW0 THEMA 7 MENS EN MILIEU EXTRA OPDRACHTEN 1. Ecologische voetafdruk In de basisstoffen heb je geleerd dat we voedsel, zuurstof, water, energie en grondstoffen uit ons milieu halen. Ook gebruiken we

Nadere informatie

HET KLIMAAT EN DE NOORDPOOL. Bernd Roemmelt / Greenpeace

HET KLIMAAT EN DE NOORDPOOL. Bernd Roemmelt / Greenpeace HET KLIMAAT EN DE NOORDPOOL Bernd Roemmelt / Greenpeace 2. NOORDPOOL OPDRACHT 1 Bekijk het filmpje: 1. Welke landen liggen rondom de Noordpool? 2. In welke zee ligt de Noordpool? Bernd Roemmelt / Greenpeace

Nadere informatie

Plasticvervuiling in de oceaan - De Oceaan

Plasticvervuiling in de oceaan - De Oceaan WIJSHEIDS WERKBLAD 1.1 / HOOFDSTUK 2 / LEEFTIJD 10-12 NAAM: DATUM: Plasticvervuiling in de oceaan - De Oceaan Hallo. Weet jij nog hoe belangrijk de oceaan is in de waterkringloop? Kun jij alle elementen

Nadere informatie

Werkboek Het is mijn leven

Werkboek Het is mijn leven Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Opwarming van de aarde hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/52494

Opwarming van de aarde hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/52494 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 03 May 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/52494 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Hoe maak ik... Naam: Groep:

Hoe maak ik... Naam: Groep: Hoe maak ik... Naam: Groep: Inleiding Een spreekbeurt houden is niet niets! Je moet daar heel wat voor kunnen. Wat dacht je van: Goed kunnen lezen Goed kunnen begrijpen wat je leest Goed dingen kunnen

Nadere informatie

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!! Hoe maak ik in groep 8 een werkstuk? Jij gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in

Nadere informatie

Stoomcursus klimaatverandering

Stoomcursus klimaatverandering Vakoverstijgende activiteiten groep 6-8 Stoomcursus klimaatverandering Klimaatverandering is razend actueel en zal dat nog wel even blijven ook. Kinderen willen graag weten hoe het nou zit met de ijsberen,

Nadere informatie

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen Handleiding leerkracht Vogels in de klas Introductieles Inhoud in het kort Voor de groepen 5-6 bieden we, naast verbale activiteiten, een werkblad aan waarmee de leerlingen aan de slag gaan. In deze les

Nadere informatie

Landengids voor: Landengids

Landengids voor: Landengids We gaan een reisgids maken voor een land dat je zelf mag uitkiezen. Dat is een boekje waarin allemaal dingen staan die met dat land te maken hebben en die je zou willen weten als je op vakantie zou gaan

Nadere informatie

Eigen eiland. laat de leerlingen zelf een begrippenlijstje maken met woorden die ze tegenkomen en niet kennen.

Eigen eiland. laat de leerlingen zelf een begrippenlijstje maken met woorden die ze tegenkomen en niet kennen. 7 en 8 Verhalend ontwerp Doelen Begrippen Materialen Duur De leerlingen: passen alle opgedane kennis van de afgelopen jaren toe op hun eigen duurzaam te ontwikkelen eiland. denken na over duurzame omgang

Nadere informatie

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje. Opdracht 1 Ongeveer 150 jaar geleden stonden er veel steenfabrieken langs de IJssel. De stenen werden van klei gemaakt. Dat kon je langs de IJssel vinden. Als de rivier overstroomde, bleef er een laagje

Nadere informatie

lesbrieven water verzamelen avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 1:

lesbrieven water verzamelen avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 1: lesbrieven leerlingen werkblad Lesbrief 1: water verzamelen Verhaal: De Uitvinders en De Verdronken Rivier Opdracht 1: Opdracht 2: Opdracht 3: Opdracht 4: Brainstorm over water Bouw een water-takel-kraan

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

Kop. Romp. Lesbrief Zoekgedrag Leerjaar 1-Profiel 1,2,3

Kop. Romp. Lesbrief Zoekgedrag Leerjaar 1-Profiel 1,2,3 Lesbrief Zoekgedrag Leerjaar 1-Profiel 1,2,3 Tijd: 45 50 minuten Kop Introductie Introduceer de opdracht kort: Informatie opzoeken op internet gaat snel en is gemakkelijk toegankelijk. Soms is het niet

Nadere informatie