Aanvulling en verfijning van de monetaire en milieu-extensietabellen van het Vlaamse milieu input-output model

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aanvulling en verfijning van de monetaire en milieu-extensietabellen van het Vlaamse milieu input-output model"

Transcriptie

1 Verspreiding: Algemeen Eindrapport Aanvulling en verfijning van de monetaire en milieu-extensietabellen van het Vlaamse milieu input-output model Evelien Dils, Ann Van der Linden, An Vercalsteren Studie uitgevoerd in opdracht van: OVAM 2012/TEM/R/092 Juni /TEM/R/

2 Alle rechten, waaronder het auteursrecht, op de informatie vermeld in dit document berusten bij de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek NV ( VITO ), Boeretang 200, BE-2400 Mol, RPR Turnhout BTW BE De informatie zoals verstrekt in dit document is vertrouwelijke informatie van VITO. Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van VITO mag dit document niet worden gereproduceerd of verspreid worden noch geheel of gedeeltelijk gebruikt worden voor het instellen van claims, voor het voeren van gerechtelijke procedures, voor reclame of antireclame en ten behoeve van werving in meer algemene zin aangewend worden

3 HOOFDSTUK 1 Inleiding VERSPREIDINGSLIJST OVAM Koen Smeets Kristien Huygh VITO Evelien Dils Ann Van der Linden An Vercalsteren Theo Geerken 2012/TEM/R/ 1

4 HOOFDSTUK 1 Inleiding SAMENVATTING Gedurende de projecten die werden uitgevoerd met het Vlaamse milieu input-output model werden hiaten geïdentificeerd die de bruikbaarheid en kwaliteit van het model en analyses beperken. Om de analysemogelijkheden en het potentieel van het model verder te verhogen, zijn binnen deze opdracht enkele hiaten ingevuld. De taken die uitgevoerd en beschreven zijn in dit rapport zijn de volgende: Aanvulling van de milieu-extensietabel emissies naar lucht met biogene CO 2 -emissies; Opnieuw opmaken van de consumptietabel van huishoudens, conform de nieuwe dimensie-indeling van de Vlaamse monetaire input-outputtabel voor 2007; Opsplitsen van de import van landbouwproducten uit het buitenland (EU en rest van de wereld) in verschillende subsectoren (tuinbouw, akkerbouw en veeteelt). Tot nu toe waren in de milieu-extensietabel lucht enkel niet-biogene CO 2 -emissies opgenomen, d.w.z. de emissies gekoppeld aan de verbranding van fossiele brandstoffen of specifieke procesemissies. Er zijn geen emissie-inventarissen beschikbaar die gegevens bevatten over biogene CO 2 -emissies, gekoppeld aan sectoren. Om de milieu-extensietabel aan te vullen met biogene CO 2 - emissies is gebruik gemaakt van de hoeveelheid hernieuwbare energiedragers die de verschillende sectoren gebruiken (opgesplitst in vast, vloeibaar en gasvormig), zoals deze in de milieuextensietabel energie (voor 2007) zijn opgenomen. Deze gegevens in combinatie met de emissiefactoren van de hernieuwbare energiedragers, leiden tot een inschatting van de hoeveelheid biogene CO 2 -emissie veroorzaakt door die sector. Deze berekende CO 2 emissies zijn toegevoegd aan de ME-tabel lucht als een aparte lijn CO 2 -biogeen. Om met het model 2007 berekeningen te kunnen maken vertrekkende vanuit consumptie door huishoudens, is het interessant om opnieuw de bestedingen van de huishoudens te koppelen aan respectievelijk consumptiedomeinen, consumptie-activiteiten en productgroepen (consumptietabel huishoudens). Hiervoor moest een herallocatie gebeuren van de finale vraag naar sectorproducten door huishoudens naar de consumptiedomeinen en -activiteiten waar deze sectorproducten precies voor gebruikt worden door huishoudens. Uit de Vlaamse input-output tabel van 2007 kennen we de totale finale vraag (besteding) van huishoudens naar producten uit respectievelijk Vlaanderen, Brussel/Wallonië, Europa en de rest van de wereld. Voor het uitwerken van de consumptietabel huishoudens voor 2007 is gebruik gemaakt van de methodologie die ook voor het referentiejaar 2003 is toegepast. Voor het model 2003 werd een consumptietabel huishoudens opgesteld met een formaat 117 SUT-producten x 62 productgroepen. Deze werd afgeleid van een consumptietabel die oorspronkelijk bestond uit 117 SUT-producten x 380 HBE-productcategoriën 1. Om de uiteindelijke 117x62 tabel te maken, is een allocatie doorgevoerd, waarbij elk van de HBE-producten aan een bepaalde productgroep wordt toegekend. Om de consumptietabel huishoudens voor 2007 op te stellen, is gebruik gemaakt van de HBE-tabel Hiervoor moesten wel eerst enkele aanpassingen gebeuren. Om te beginnen is de totale besteding van huishoudens in 2007 verschillend van die in Daarnaast is ook de structuur van de sectoren anders voor 2007: er zijn 120 of 122 sectoren, respectievelijk met landbouw als 1 sector en landbouw opgesplitst in 3 subsectoren. Bepaalde sectoren zijn voor 2007 samengevoegd of opgesplitst in vergelijking met de structuur van Om de tabel van 2003 te kunnen gebruiken, moet dus eerst en vooral de structuur worden aangepast aan de 120/122 SUTproducten. Daarna wordt de tabel omgerekend voor de totale besteding van 2007: de relatieve 1 HBE = Huishoudbudgetenquête, data van HBE 2003

5 HOOFDSTUK 1 Inleiding besteding gekoppeld aan de HBE-producten blijft dus dezelfde als in 2003, maar de absolute waarden zijn herrekend. In de Vlaamse input-output tabellen (zowel de monetaire als de milieutabellen) is de landbouwsector momenteel opgesplitst in 3 subsectoren: veeteelt, akkerbouw, tuinbouw. Uiteraard heeft ook elk van deze subsectoren zijn eigen specifieke import uit Brussel/Wallonië, Europa en niet-eu. Om toe te laten in ketenanalyses ook de import van landbouwproducten op een juiste en gedetailleerde manier in kaart te brengen, is ook deze import opgesplitst in de 3 subsectoren. Dit is gebeurd in twee stappen: - Stap 1: Opsplitsing van de monetaire gegevens De opsplitsing van de monetaire gegevens, dus hoeveel er geïmporteerd wordt vanuit elke deelsector uit het buitenland door elk van de deelsectoren in Vlaanderen, gebeurt op basis van de statistieken van de Nationale Bank van België voor import (en export) van ruwe producten van de landbouw. - Stap2: Opsplitsing van de milieu-impact De opsplitsing van de milieu-impact van de landbouwsectoren in het buitenland gebeurt op basis van de verdeling van de milieu-impact per euro output in de Vlaamse tabellen. Eenzelfde verhouding wordt toegepast op importgegevens er wordt dus verondersteld dat de impact per deelsector verhoudingsgewijs dezelfde is ongeacht de plaats van de landbouwactiviteit. 2012/TEM/R/ 3

6 HOOFDSTUK 1 Inleiding INHOUD Verspreidingslijst 1 Samenvatting 2 Inhoud 4 Lijst van tabellen 5 HOOFDSTUK 1. Inleiding 6 HOOFDSTUK 2. Opsplitsing in biogene en niet-biogene CO2-emissies Inleiding Werkwijze Aannames Resultaat 9 HOOFDSTUK 3. Opmaken consumptietabel huishoudens voor Inleiding Werkwijze Vlaamse consumptietabel Tabel met landbouw niet opgesplitst Tabel met 3 subsectoren landbouw Werkwijze tabellen voor import Besteding op basis van NBB-cijfers Besteding o.b.v. intuïtieve verdeling HBE-producten 15 HOOFDSTUK 4. Opsplitsing import van landbouwproducten uit 3 subsectoren Inleiding Werkwijze Monetaire tabel Milieutabel 19 HOOFDSTUK 5. besluiten 21 Literatuurlijst 22 Bijlage A 23

7 HOOFDSTUK 1 Inleiding LIJST VAN TABELLEN Tabel 1 : overzicht CO 2 emissiefactoren volgens IPCC 1996 en Tabel 2 : overzicht van sectoren met zowel biogene als fossiele CO2 emissies verooraken, in kton,inclusief de verhouding tussen beide per sector 10 Tabel 3 : overzicht van de leveringen door de drie subsectoren aan de Vlaamse economie obv verschillende brongegevens. 17 Tabel 4: Overzicht carbon emission factors (in T C/TJ) volgens revised IPCC workbook Tabel 5 : overzicht emissiefactoren in kg CO 2, CH 4 en N 2 O per TJ voor biomassafuels (IPCC workbook 2006) 24 Tabel 6 : overzicht Nederlandse CO 2 emissiefactoren in kg CO2/GJ (uit Vreuls, 2011) /TEM/R/ 5

8 HOOFDSTUK 1 Inleiding HOOFDSTUK 1. INLEIDING Het Vlaams milieu input-outputmodel is operationeel sinds In de voorbije jaren werden al verschillende analyses uitgevoerd met het model, gebruik makend van de monetaire en milieudata van In de loop van 2010 en 2011 werd een update doorgevoerd van de monetaire en milieugegevens in het model, namelijk voor het jaar Daarnaast werden reeds verschillende opdrachten uitgevoerd voor het vervolledigen en verfijnen van het model in zijn huidige vorm. Gedurende de projecten die sinds 2008 zijn uitgevoerd, zowel wat betreft analyses als verdere ontwikkeling en invulling van het model, werden nog hiaten aangetoond die de bruikbaarheid en kwaliteit van het model en analyses beperken. Om de analysemogelijkheden en het potentieel van het model verder te verhogen, dienen ook deze hiaten ingevuld te worden. De taken die in dit kader uitgevoerd en beschreven zijn in dit rapport zijn de volgende: Aanvulling van de milieu-extensietabel emissies naar lucht met biogene CO 2 -emissies; Opnieuw opmaken van de consumptietabel van huishoudens, conform de nieuwe dimensie-indeling van de Vlaamse monetaire input-outputtabel voor 2007; Opsplitsen van de import van landbouwproducten uit het buitenland (EU en rest van de wereld) in verschillende subsectoren (tuinbouw, akkerbouw en veeteelt). De volgende hoofdstukken beschrijven elk één van deze taken in meer detail.

9 HOOFDSTUK 2 Opsplitsing in biogene en niet-biogene CO2-emissies HOOFDSTUK 2. OPSPLITSING IN BIOGENE EN NIET-BIOGENE CO2-EMISSIES 2.1. INLEIDING Momenteel zijn in de milieu-extensietabel lucht enkel niet-biogene CO 2 -emissies opgenomen, d.w.z. de emissies gekoppeld aan de verbranding van fossiele brandstoffen of specifieke procesemissies. Vanuit de stuurgroep is er vraag naar een inschatting van de hoeveelheid biogene CO 2 -emissies van de verschillende sectoren. Voor zover bekend zijn er geen emissie-inventarissen beschikbaar die gegevens bevatten over biogene CO 2 -emissies, gekoppeld aan sectoren. Om hiervoor toch een aanvaardbare inschatting te maken, kan gebruik gemaakt worden van de hoeveelheid hernieuwbare energiedragers die de verschillende sectoren gebruiken (opgesplitst in vast, vloeibaar en gasvormig), zoals deze in de milieu-extensietabel energie (voor 2007) zijn opgenomen. Deze gegevens in combinatie met de emissiefactoren van de hernieuwbare energiedragers, geven een inschatting van de hoeveelheid biogene CO 2 -emissie veroorzaakt door die sector WERKWIJZE De ME-tabel lucht (voor 2007) wordt aangevuld met biogene CO 2 -emissies op basis van: - Het gebruik van hernieuwbare energiedragers door de sectoren; - Generieke emissiefactoren voor respectievelijk vaste, vloeibare en gasvormige hernieuwbare energiedragers. Het gebruik van hernieuwbare energiedragers door de verschillende sectoren is beschikbaar in de ME-tabel energiegebruik_eigen gebruik en dit zowel voor de x118 als x120 sectorindeling AANNAMES In het IPCC good practice guidance for National greenhouse gas inventories workbook worden carbon emission factors gedefineerd voor verschillende types fuel. Dit guidance-document wordt beschouwd als dé referentie voor het berekenen van broeikasgasemissies. Een eerste versie van het guidance workbook werd gepubliceerd in Hierin wordt voor hernieuwbare brandstoffen gewerkt met generieke emissiefactoren, waarbij enkel onderscheid wordt gemaakt tussen vast, vloeibaar en gasvormig. Er wordt duidelijk vermeld dat dit in afwachting is van meer gedetailleerde factoren voor de verschillende hernieuwbare brandstoffen per categorie. In een volgende versie, die dateert van 2006, wordt wel onderscheid gemaakt naar de verschillende hernieuwbare brandstoffen. Hier zijn dus specifieke emissiefactoren vermeld voor verschillende vloeibare, gasvormige en vaste hernieuwbare brandstoffen. In bijlage A wordt een overzicht gegeven van de in de revised 1996 IPPC guidelines opgenomen carbon emission factors. In de tabel wordt weergegeven hoeveel C gevormd zal worden bij verbranding wanneer men uitgaat van de veronderstelling dat alle koolstof (C) die aanwezig is in de brandstof verbrandt. Op basis van deze factoren kan vervolgens de CO 2 -emissie van een bepaalde brandstof berekend worden. Hierbij moet rekening worden gehouden met de oxidatiefactor (welke 2012/TEM/R/ 7

10 HOOFDSTUK 2 Opsplitsing in biogene en niet-biogene CO2-emissies fractie van de aanwezige C effectief geoxideerd zal worden tot CO 2 ). In de berekeningen wordt verondersteld dat deze voor de biomassafracties 1 is (alle aanwezige C wordt geoxideerd tot CO 2 ). Daarnaast wordt in Bijlage A eveneens een overzicht gegeven van de 2006 CO 2 -emissiefactoren voor verschillende brandstoffen. Deze factoren geven weer hoeveel CO 2 emissies worden gevormd bij het verbranden van de specifieke brandstoffen. Onderstaande tabel geeft een overzicht voor de verschillende hernieuwbare brandstoffen. Voor de meeste brandstoffen zien we dat het verschil tussen beide versies van de guidelines beperkt is. Enkel voor biogas zijn de emissiefactoren uit de guidelines van 2006 slechts de helft van deze in het document van Waarschijnlijk is dit een gevolg van veronderstellingen over de gecapteerde hoeveelheid gas bij de productie ervan. De hoeveelheden niet gecapteerd biogas moeten volgens de IPCC guidance documenten immers gerapporteerd worden bij de sectoren waar ze ontstaan (bv. afvalverwerking). Op basis van de beschikbare informatie kan echter niet achterhaald worden of deze veronderstelling inderdaad de oorzaak is van het verschil. Tabel 1 : overzicht CO 2 emissiefactoren volgens IPCC 1996 en 2006 ton CO 2 /TJ Biogeen vast 110 hout/houtafval 112 black liquor 95 andere vaste biomassa 100 biomassa fractie HHA 100 Biogeen vloeibaar 73 bioethanol 71 biodiesel 71 andere vloeibare biobrandstoffen 80 Biogeen gas 112 stortgas 55 RWZI gas 55 ander biogas 55 Uit deze tabel blijkt eveneens dat de versie die door IPCC werd opgemaakt in 2006 meer detail bevat ten opzichte van deze uit Deze mate van detail is niet steeds beschikbaar in de MEtabel energiegebruik_eigen gebruik. In (Vreuls, 2011) wordt een oplijsting gemaakt van Nederlandse energiedragers en hun CO 2 emissiecoëfficienten. In het document worden emissiefactoren voor verschillende types van biogas weergegeven. De factoren uit dit Nederlandse document bevinden zich in de range zoals opgenomen in de IPCC guidelines van Een overzicht van deze Nederlandse emissiefactoren wordt in bijlage gegeven. Er moet dus gekozen worden tussen onzekerheid op de emissiefactoren (1 emissiefactor per type hernieuwbare brandstof, dus niet specifiek) indien wordt geopteerd voor de revised 1996 factoren

11 HOOFDSTUK 2 Opsplitsing in biogene en niet-biogene CO2-emissies of onzekerheid op de hoeveelheden van hernieuwbare brandstoffen die worden verbrand wanneer verder wordt uitgesplitst indien wordt gekozen voor de 2006 factoren. Voor de cijfers in de energietabel is de bron gekend. In het kader van dit onderzoek is het niet mogelijk is om deze gegevens verder op te splitsen naar de substromen zoals gedefineerd in de guidelines van Bovendien komen de emissiefactoren voor biogas uit 1996 meer overeen met de Vlaamse situatie (gebaseerd op de vergelijking met de Nederlandse factoren). Tot slot beschouwen we het IPCC-document van 1996 nog steeds als goede bron, vandaar dat ervoor gekozen is om de berekeningen van de biogene CO 2 -emissies te maken o.b.v. de revised IPCC factoren van RESULTAAT De hierboven besproken werkwijze resulteert in bepaalde hoeveelheden biogene CO 2 emissies door sectoren die hernieuwbare energiedragers gebruiken. Deze berekende CO 2 emissies worden toegevoegd aan de ME-tabel lucht als een aparte lijn CO 2 -biogeen. De totale hoeveelheid CO 2 emissies (som fossiel en biogeen) die geëmitteerd worden in Vlaanderen bedraagt kton kton hiervan bestaan uit fossiele CO 2 emissies die hiermee een aandeel van 96% vertegenwoordigen. De overige kton CO 2 emissies zijn van biogene oorsprong en vertegenwoorden een aandeel van 4%. In onderstaande tabel (Tabel 2) wordt een overzicht gegeven van de sectoren waarvoor biogene CO 2 -emissies werden berekend. Enkel de 25 sectoren waar biogene CO 2 emissies voor in rekening worden gebracht zijn opgenomen in de tabel. Voor een aantal sectoren is het aandeel biogene emissies beperkt (< dan 1%), deze sectoren zijn collectief opgenomen in onderstaande tabel ( overige sectoren ). Het totaal van de (fossiele) CO 2 -emisises zoals opgenomen in de tabel, vertegenwoordigt het totaal voor alle sectoren in Vlaanderen. Voor de sectoren in de tabel wordt de verhouding van deze biogene CO 2 -emissies ten opzichte van de totale CO 2 emissies van deze sectoren weergegeven. Deze verhouding varieert van <1% tot 52%. De grootste verhouding van biogene emissies tov fossiele CO 2- emissies komt voor in de houtverwerkende industrie (20A1). Daarnaast wordt in de tabel het aandeel van de biogene emissies van de betreffende sectoren ten opzichte van het totaal aan biogene emissies weergegeven. Hier zien we dat 4 sectoren verantwoordelijk zijn voor meer van 85% van deze emissies. De electriciteitssector vertegenwoordigt het grootste aandeel van de biogene emisses met 40%, gevolgd door de afvalverbrandingssector met een aandeel van 27%. Op de derde plaats vinden we de houtverwerkende sector terug met een aandeel van 12%, gevolgd door de papierindustrie met een aandeel van 7%. 2012/TEM/R/ 9

12 HOOFDSTUK 2 Opsplitsing in biogene en niet-biogene CO2-emissies Tabel 2 : overzicht van sectoren met zowel biogene als fossiele CO2 emissies verooraken, in kton,inclusief de verhouding tussen beide per sector Industries Landbouw, jacht en aanverwante diensten - tuinbouw Landbouw, jacht en aanverwante diensten - veeteelt Produktie en verwerking van vlees en vleesprodukten Overige voedingsmiddelen Verwerking en conservering van groenten en fruit Maalderijen en vervaardiging van zetmeel en zetmeelprodukten, vervaardiging van diervoeders Vervaardiging van suiker, chocolade en suikerwerk Vervaardiging van dranken Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk - Papier- en kartonnijverheid Vervaardiging van chemische basisprodukten Vervaardiging van overige chemische produkten Vervaardiging van produkten van kunststof Polluenten Eenheden 01A1b - tuinb 01A1c - veet 15A1 15BJ1 15C1 15FG1 15I1 15KL1 20A1 21A1 24A1 24F1 25B1 Carbon dioxide, fossil kton ,01 84, , Carbon dioxide, biogenic kton 87,29 0,36 7,41 14,91 26,23 9,49 2,93 1, ,28 32,06 9,40 verhouding fossiel/biogeen Carbon dioxide, fossil % 85% 99,9% 92% 85% 91% 90% 98% 99% 48% 58% 100% 85% 97% Carbon dioxide, biogenic % 15% 0,1% 8% 15% 9% 10% 2% 1% 52% 42% 0,3% 15% 3% aandeel in totaal biogeen Carbon dioxide, biogenic % 3% 0,01% 0,28% 1% 1% 0,36% 0,11% 0,04% 12% 7% 1% 1% 0,36% Industries Oppervlaktebehandeling en bekleding van metaal; algemene metaalbewerking - Vervaardiging van machines voor algemeen gebruik Vervaardiging en assemblage van auto's Vervaardiging van meubels Produktie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water Algemene bouwkundige en civieltechnische werken, dakbedekking en bouw van dakconstructies Afwerking van gebouwen, en verhuur van machines voor de bouwnijverheid met bedieningspersoneel Vervoer per spoor, personenvervoer te land volgens een dienstregeling, taxis, overig vervoer van personen te land Goederenvervoer over de weg en verhuisdiensten en vervoer via pijpleidingen Maatschappelijke dienstverlening, markt Afvalwater- en afvalverzameling; straatreiniging, markt Overige diensten overige sectoren Polluenten Eenheden 28B1 29B1 34A1 36A1 40A1 45B1 45E1 60AB1+60B3 60C1 85C1 90A1 93A1 Carbon dioxide, fossil kton 38,55 4, , ,73 1, , ,51 Carbon dioxide, biogenic kton 0,01 0,11 2,54 32, ,80 0,67 1,95 68,04 4, ,51 0,00 verhouding fossiel/biogeen Carbon dioxide, fossil % 100,0% 98% 98% 62% 94% 93% 69% 99% 99% 99% 65% 85% 100% Carbon dioxide, biogenic % 0,0% 2% 2% 38% 6% 7% 31% 1% 1% 1% 35% 15% 0% aandeel in totaal biogeen Carbon dioxide, biogenic % 0,00% 0,00% 0,10% 1,26% 40% 0,03% 0,03% 0,07% 3% 0,17% 27% 0,44% 0,00%

13 HOOFDSTUK 2 Opsplitsing in biogene en niet-biogene CO2-emissies Het gebruiken van de generieke emissiefactoren zal leiden tot een over- of onderschatting van de biogene CO 2 -emissies van bepaalde sectoren. Zo zal er bij de sectoren waar de vaste hernieuwbare brandstof hoofdzakelijk uit hout bestaat (zoals bijvoorbeeld bij de houtsector, 20A1) een beperkte onderschatting van de biogene CO 2 -emissies gemaakt worden. In andere sectoren waar een andere vaste hernieuwbare brandstof wordt gebruikt, zoals bijvoorbeeld slib, organische fractie van het huishoudelijk afval, e.d., zullen de emissies overschat zijn. Wat opvalt bij het berekenen van de biogene CO 2 -emissies van de afvalverwerkende sector (90A1 en 90A3) is dat er voor deze sector voor het gebruik van vaste biomassa (biomassa fractie in het afval) geen biogene CO 2 -emissies worden berekend. Dit komt omdat in de energiebalans de elektriciteit die door afvalverbrandingsinstallaties wordt geproduceerd mee in rekening wordt gebracht bij de elektriciteitsproducenten. Dit wordt aangepast in de ME-tabel energie. Deze aanpassing heeft dan tot gevolg dat aan deze secor ook een deel biogene emissies zullen worden berekend voor vaste biomassa. De totale hoeveelheid biogene emissies bij de elektriciteitsproducenten (40A1) zal afnemen aangezien aan deze sector een kleinere hoeveelheid vaste biomassa zal worden toegekend. Hetzelfde geldt voor sectoren waar de vloeibare hernieuwbare biomassa die wordt gebruikt hoofdzakelijk uit bioethanol of biodiesel bestaat (zoals bijvoorbeeld in de transportsector, 60AB). Voor deze sectoren zal er door het gebruiken van de generieke factoren een overschatting van de biogene CO 2 -emissies gebeuren. Voor de sectoren waar vooral plantaardige oliën worden gebruikt wordt een onderschatting van de emissies gemaakt. Tot slot voor de sectoren die gebruik maken van biogas wordt tussen de installaties onderling geen onder- of overschatting gemaakt van de emissies aangezien de IPCC 2006 emissiefactoren hetzelfde zijn voor alle types biogas. Maar omdat de emissiefactoren van 2006 maar de helft bedragen van de in de berekeningen gebruikte factoren van 1996 is het mogelijk dat er in het geheel van de emissies een overschatting gebeurt. Uit de IPCC guidance documenten kan niet worden afgeleid waarom de emissiefactoren voor 2006 slechts de helft bedragen dan deze van het document van In het document van 1996 staat wel dat de emissiefactor voor biogas gebaseerd is op de veronderstelling dat 50% van de in de biomassa aanwezige koolstof wordt omgezet naar methaan en de overige 50% komt vrij als CO 2. Wanneer dit biogas vrij komt in de atmosfeer en niet wordt verbrand, moet 50% van de koolstofinhoud in rekening worden gebracht als methaan. Het is mogelijk dat in het document van 2006 deze voorwaarde reeds in rekening werd gebracht bij het bepalen van de CO 2 -emissiefactor voor de verbranding van biogas. Maar zoals ook eerder gezegd, dit kan niet worden achterhaald op basis van de beschikbare gegevens. Voor onze berekeningen is het echter zo dat we willen achterhalen hoeveel CO 2 er effectief vrij komt bij de verbranding van biogas. We houden hierbij geen rekening met de hoeveelheden CO 2 die rechtstreeks worden gevormd bij de productie van het biogas. Voor onze berekeningen is enkel de totale hoeveelheid CO 2 die vrij komt na verbranding van het biogas van belang. Vandaar dat we veronderstellen dat we geen fout maken door gebruik te maken van de emissiefactor uit het 1996 IPCC guidance document. Dit wordt bevestigd door het feit dat ook in Nederland een emissiefactor wordt gehanteerd die dicht in de buurt ligt van de 1996 IPCC emissiefactor voor biogas. 2012/TEM/R/ 11

14 HOOFDSTUK 3 Opmaken consumptietabel huishoudens voor 2007 HOOFDSTUK 3. OPMAKEN CONSUMPTIETABEL HUISHOUDENS VOOR 2007 Om met het model 2007 berekeningen te kunnen maken vertrekkende vanuit consumptie door huishoudens, is het interessant om opnieuw de bestedingen van de huishoudens te koppelen aan respectievelijk consumptiedomeinen, consumptie-activiteiten en productgroepen. Om dit mogelijk te maken dient er een herallocatie te gebeuren van de finale vraag naar sectorproducten door huishoudens naar de consumptiedomeinen en -activiteiten waar deze sectorproducten precies voor gebruikt worden door huishoudens INLEIDING Uit de Vlaamse input-output tabel van 2007 kennen we de totale finale vraag (besteding) van huishoudens naar producten uit respectievelijk Vlaanderen, Brussel/Wallonië, Europa en de rest van de wereld. Voor analysedoeleinden is het interessant dat al deze producten die huishoudens kopen ook gerelateerd kunnen worden aan een bepaald consumptiedomein (bv. voeding), een bepaalde consumptie-activiteit (bv. voedingswaren) en een bepaalde productgroep (bv. groenten & fruit). Indien dit mogelijk zou zijn, kan bijvoorbeeld beleid gericht op consumptie beter ondersteund worden met analyseresultaten uit het IO-model. Voor het model 2003 werd deze tabel ook opgesteld. Voor het uitwerken van de tabel voor 2007 wordt dan ook gebruik gemaakt van eenzelfde methodologie WERKWIJZE VLAAMSE CONSUMPTIETABEL Voor het model 2003 werd een consumptietabel huishoudens opgesteld met een formaat 117 SUTproducten x 62 productgroepen. Deze werd afgeleid van een consumptietabel die oorspronkelijk bestond uit 117 SUT-producten x 380 HBE-productcategoriën 2. Om de uiteindelijke 117x62 tabel te maken, is een allocatie doorgevoerd, waarbij elk van de HBE-producten aan een bepaalde productgroep wordt toegekend. Om de consumptietabel huishoudens voor 2007 op te stellen, is gebruik gemaakt van de HBE-tabel Hiervoor moeten wel eerst enkele aanpassingen gebeuren. Om te beginnen is de totale besteding van huishoudens in 2007 verschillend van die in Daarnaast is ook de structuur van de sectoren anders voor 2007: er zijn 120 of 122 sectoren, respectievelijk met landbouw als 1 sector en landbouw opgesplitst in 3 subsectoren. Bepaalde sectoren zijn voor 2007 samengevoegd of opgesplitst in vergelijking met de structuur van Om de tabel van 2003 te kunnen gebruiken, moet dus eerst en vooral de structuur worden aangepast aan de 120/122 SUT-producten. Daarna wordt de tabel omgerekend voor de totale besteding van 2007: de relatieve besteding gekoppeld aan de HBE-producten blijft dus dezelfde als in 2003, maar de absolute waarden zijn herrekend. 2 HBE = Huishoudbudgetenquête, data van HBE 2003

15 HOOFDSTUK 3 Opmaken consumptietabel huishoudens voor TABEL MET LANDBOUW NIET OPGESPLITST Om de tabel op te maken met dimensie 120 SUT-producten x 62 productgroepen kan eenvoudig vertrokken worden van de aan de structuur en totale besteding aangepaste SUT-HBE tabel. Eens deze tabel is opgemaakt dient enkel de allocatie gemaakt te worden van de verschillende HBE-producten aan productgroepen. Uiteindelijk beschikken we over 4 tabellen: Consumptietabel huishoudens producten uit Vlaanderen Consumptietabel huishoudens producten uit Brussel/Wallonië Consumptietabel huishoudens producten uit Europa Consumptietabel huishoudens producten uit de rest van de wereld TABEL MET 3 SUBSECTOREN LANDBOUW Zoals gezegd is in het model 2007 een opsplitsing gemaakt van de landbouwsector in drie subsectoren: akkerbouw, tuinbouw en veeteelt. Deze opsplitsing is tot nu toe enkel gemaakt in de aanbod- en gebruikstabellen, de input-outputtabel en de milieutabellen. De consumptietabel moet uiteraard, om een koppeling te kunnen maken met deze tabellen, ook worden opgesplitst. Dit wil concreet zeggen dat de oorspronkelijke rij voor het SUT-product 01A1 moet worden opgesplitst in 3 rijen, namelijk 1 voor elke subsector (01A1a, 01A1b en 01A1c). De opsplitsing gebeurt in 3 stappen. (referentie: nota OVAM, april 2012) Stap 1: Verdelen van de totale besteding in de landbouwsector Eens de totale besteding in de landbouwsector voor 2007 over de HBE-producten is verdeeld, a rato van de procentuele verdeling uit de consumptietabel huishoudens van 2003, is het zaak om de verkregen cijfers te verdelen over de drie deelsectoren. Er zijn hierbij twee belangrijke randvoorwaarden, namelijk i) De rijtotalen, welke de totale besteding HH aan producten van elk van de deelsectoren weergeeft; ii) De kolomtotalen, welke de totale besteding HH aan elk HBE-product weergeeft. In de eerste stap worden, voor de producten waar relatief gezien minder aan besteed wordt (vanaf HBE-product 02A01) alsook voor product 01A10 (diensten i.v.m. de landbouw), de totalen verdeeld over de 3 deelsectoren volgens de verhouding van de totale besteding aan elk van de deelsectoren ten opzichte van het totaal: - Akkerbouw: totale besteding HH = 66,6 miljoen euro 7,5% van totale HH besteding aan landbouwproducten - Tuinbouw: totale besteding HH = 525,0 miljoen euro 58,8% van totale HH besteding aan landbouwproducten - Veeteelt: totale besteding HH = 301,1 miljoen euro 33,7% van totale HH besteding aan landbouwproducten Stap 2: Aanpassing van verdeling uit stap 1 voor bepaalde producten Er zijn een aantal producten waar de verdeling op basis van stap 1 (zie deel 1) geen realistisch beeld geeft. Ook al gaat het om producten die slechts een klein aandeel in het totaal hebben, is het kolomtotaal alsnog intuïtief verdeeld. Het gaat hier over volgende HBEproducten: - 15A01+15A02(p2)+15A05(p4): volledig toegekend aan veeteelt; - 15A05a t.e.m. 15B01b+15A06(p2)+15C03(p9): volledig toegekend aan de veeteelt; - 15C03a t.e.m. 15C03h: volledig toegekend aan de tuinbouw; 2012/TEM/R/ 13

16 HOOFDSTUK 3 Opmaken consumptietabel huishoudens voor E01 t.e.m. 15E03: volledig toegekend aan de veeteelt. Uiteraard heeft deze intuïtieve verdeling een effect op de rijtotalen: deze kloppen niet meer met de randvoorwaarden, namelijk de totale besteding door huishoudens aan de SUTproducten van elk van de deelsectoren. In stap 3 wordt gezorgd dat deze totalen toch zullen kloppen. Stap 3: Verdelen van besteding aan producten waar relatief meer aan wordt besteed Het doel van stap 3 is voornamelijk om de totale besteding aan de landbouwproducten (HBE 01A01 t.e.m. 01A09b) te verdelen over de drie deelsectoren. Na verdeling van totalen in stap 1 en 2, werd een deel van de rijtotalen al toegekend aan HBE-producten. De resterende besteding per deelsector, moet nu nog worden verdeeld over de HBE-landbouwproducten. Uiteraard op een manier die ervoor zorgt dat naast de rijtotalen ook de kolomtotalen kloppen. 1. Wat nog te verdelen valt voor de akkerbouw (60,5 miljoen euro), wordt volledig bij product 01A01 geplaatst. Het totaal voor de rij van akkerbouw klopt nu. 2. Voor het product 01A01 is het kolomtotaal nog niet in orde: dit wordt aangevuld bij veeteelt zodat het kolomtotaal klopt. 3. De kolomtotalen voor producten 01A04 t.e.m. 01A10 kan intuïtief allemaal de veeteelt toebedeeld worden. 4. Om voor producten 01A02a t.e.m. 01A03 de verdeling te maken, vertrekken we van de intuïtieve toekenning hiervan aan tuinbouw. Omdat het rijtotaal van tuinbouw in dat geval te hoog zou zijn, en dat van veeteelt te laag, wordt een deel ervan verschoven naar veeteelt. Dit gebeurt op basis van de procentuele verdeling van de kolomtotalen van de 3 producten ten opzichte van het totaal van de 3 producten. De kolom- en rijtotalen kloppen nu WERKWIJZE TABELLEN VOOR IMPORT Ook voor de consumptietabellen van producten afkomstig van buiten Vlaanderen (Brussel/Wallonië, Europa of de rest van de wereld) dient de rij van landbouwproducten te worden verdeeld over de drie deelsectorproducten. Belangrijk hierbij is dat we, voor het kennen van de randvoorwaarden zoals in de werkwijze voor Vlaanderen, afhankelijk zijn van taak 3 van dit project, althans voor de rijtotalen. We moeten namelijk de totale finale besteding door huishoudens kennen voor elk van de drie deelsectoren. Hoe dan ook kan dezelfde werkwijze voor het doen kloppen van de kolom- en rijtotalen gebruikt worden als bij de Vlaamse consumptietabel. Hieronder wordt getoond welk resultaat wordt bekomen, afhankelijk van de gevolgde methode voor het berekenen van de totale besteding door huishoudens aan elk van de deelsectorproducten BESTEDING OP BASIS VAN NBB-CIJFERS Vanuit de statistieken beschikbaar bij de Nationale Bank van België, kan bepaald worden hoeveel we van bepaalde materialen importeren. Ook voor landbouwproducten is deze informatie beschikbaar. Indien deze bron gebruikt wordt voor het bepalen van de relatieve verdeling van de totale import door huishoudens van elk van de deelsectoren, worden volgende totalen bekomen:

17 HOOFDSTUK 3 Opmaken consumptietabel huishoudens voor 2007 Procentuele verdeling ~ NBB: Totale besteding HH: 46% akkerbouw 162,8 miljoen euro 42% tuinbouw 148,5 miljoen euro 11% veeteelt 39,6 miljoen euro Indien we nu dezelfde methode toepassen voor het invullen van de drie rijen, rekening houdend met de randvoorwaarden, krijgen we volgend resultaat voor de landbouwproducten (de enige HBEproducten die worden geïmporteerd door HH): Granen en andere gewassen Groenten, tuinbouwspecialiteiten e kwekerijprodukten Planten Fruit, noten, specerijgewassen en 01A01 01A02a 01A02b 01A03 01A04+01A06+01A07 01A05 01A08 01A09a 01A09b 14, , , , , , , , , , ,561 98, , , ,796 1, % 36% 30% 28% 0% 0% 2% 1% 1% Verschil nog te verdelen 10, ,9 103,6 98,4895 0, ,549 1,796 1,89844 akkerbouw 162, , , , ,42856 veeteelt 39, ,3364 9,1764 8, , , ,796 1, tuinbouw 148, , , , gewassen bestemd voo Runderen, levend en produkten daarvan uitgezonderd rauwe koemelk/varkens, levend/pluimvee, leven Rauwe koemelk Eieren in de schaal Overige levende dieren produkten daarvan (hon Overige levende dieren produkten daarvan (huisdieren) Omdat het nogal vreemd lijkt dat het meeste van de groenten & fruit, planten en noten etc. (producten 01A02a t.e.m. 01A03) uit de akkerbouw zou komen, is er gekeken naar een eventuele alternatieve aanpak. Deze is beschreven in volgende paragraaf BESTEDING O.B.V. INTUÏTIEVE VERDELING HBE-PRODUCTEN Indien we gewoon kijken naar de landbouwproducten die verdeeld zouden moeten worden over de drie deelsectoren, kan intuïtief ook een verdeling gemaakt worden: we hebben hier immers geen rijtotaal waar we ons noodzakelijkerwijs aan moeten houden zoals bij de Vlaamse tabel. Als we dat doen, dus de producten toekennen zoals het ons logisch lijkt, krijgen we volgend resultaat: Granen en andere gewassen Groenten, tuinbouwspecialiteite en kwekerijprodukte Planten Fruit, noten, specerijgewassen en 01A01 01A02a 01A02b 01A03 01A04+01A06+01A07 01A05 01A08 01A09a 01A09b 14, , , , , , , , , , ,561 98, , , ,796 1, % 36% 30% 28% 0% 0% 2% 1% 1% Verschil nog te verdelen 10, ,9 103,6 98,4895 0, ,549 1,796 1,89844 akkerbouw 10, , veeteelt 10, , , ,796 1, tuinbouw 329, , ,561 98, gewassen bestemd Runderen, levend en produkten daarvan uitgezonderd rauwe koemelk/varkens, levend/pluimvee, lev Rauwe koemelk Eieren in de schaal Overige levende die en produkten daarva (honing) Overige levende die en produkten daarva (huisdieren) In samenspraak met opdrachtgever wordt ervoor gekozen om te werken volgens de tweede methode. Dit wil zeggen dat, ook voor het opsplitsen van de gebruikstabellen import kolom finale vraag huishoudens, de opsplitsing gebeurt op basis van een logische allocatie van de HBEproducten aan de verschillende subsectoren. We bepalen met andere woorden het rijtotaal na allocatie, in plaats van te vertrekken van dit cijfer. 2012/TEM/R/ 15

18 HOOFDSTUK 4 Opsplitsing import van landbouwproducten uit 3 subsectoren HOOFDSTUK 4. OPSPLITSING IMPORT VAN LANDBOUWPRODUCTEN UIT 3 SUBSECTOREN 4.1. INLEIDING In de Vlaamse input-output tabellen (zowel de monetaire als de milieutabellen) wordt de landbouwsector momenteel opgesplitst in 3 subsectoren: veeteelt, akkerbouw, tuinbouw. Hierdoor zijn de stromen van en naar de landbouwsectoren in Vlaanderen meer gedetailleerd in kaart gebracht, wat een belangrijke toegevoegde waarde biedt in ketenanalyses voor voeding met het IO-model. Uiteraard heeft ook elk van deze subsectoren zijn eigen specifieke import uit Brussel/Wallonië, Europa en niet-eu. Momenteel (anno 2011) wordt dit onderscheid naar geïmporteerde producten nog niet gemaakt: er wordt nog steeds verondersteld 1 uniforme landbouwsector te zijn in het buitenland en dus ook maar 1 landbouwproduct dat wordt geïmporteerd. Om toe te laten in ketenanalyses ook de import van landbouwproducten op een juiste en gedetailleerde manier in kaart te brengen, is het nodig ook deze import op te splitsen in de 3 subsectoren. In wat volgt wordt de hiertoe gevolgde werkwijze besproken WERKWIJZE De gevolgde werkwijze bestaat uit twee stappen: - Stap 1: Opsplitsing van de monetaire gegevens De opsplitsing van de monetaire gegevens, dus hoeveel er geïmporteerd wordt vanuit elke deelsector uit het buitenland door elk van de deelsectoren in Vlaanderen, gebeurt op basis van de statistieken van de Nationale Bank van België voor import (en export) van ruwe producten van de landbouw. - Stap2: Opsplitsing van de milieu-impact De opsplitsing van de milieu-impact van de landbouwsectoren in het buitenland gebeurt op basis van de verdeling van de milieu-impact per euro output in de Vlaamse tabellen. Eenzelfde verhouding wordt toegepast op importgegevens er wordt dus verondersteld dat de impact per deelsector verhoudingsgewijs dezelfde is ongeacht de plaats van de landbouwactiviteit.

19 HOOFDSTUK 4 Opsplitsing import van landbouwproducten uit 3 subsectoren MONETAIRE TABEL Er zijn verschillende opties mogelijk om de monetaire data op te splitsen. De opsplitsing kan gebeuren op basis van het aandeel dat de verschillende subsectoren vertegenwoordigen in de : -VL IO tabel; -VL use tabel; -gegevens NBB import in Vlaanderen voor niet bewerkte stromen; -gegevens NBB import in Vlaanderen voor niet bewerkte stromen + minimale bewerking. In onderstaande tabel wordt een vergelijking gemaakt van de aandelen die de verschillende subsectoren vertegenwoordigen qua leveringen. We maken een vergelijking van enerzijds het gebruik van Vlaamse landbouwproducten door Vlaanderen (totale finale vraag naar producten van deze drie subsectoren) met anderzijds de invoer van landbouwproducten naar Vlaanderen. We maken deze vergelijking op basis van import gegevens beschikbaar bij de nationale bank van België (NBB). Er wordt onderscheid gemaakt tussen vers en vers+minimale bewerking. Onder vers worden die producten ingedeeld waarvan verondersteld wordt dat er geen andere bewerkingen op gebeuren andere dan ze eventueel verpakken. Onder minimale bewerking worden die producten ingedeeld waarvan verondersteld wordt dat er enkel bewerkingen op gebeuren die op landbouwbedrijven zelf zouden kunnen plaatsvinden (zoals bijvoorbeeld koelen, vriezen, maar ook stomen, koken en drogen van groenten en fruit). Dit onderscheid wordt intuïtief gemaakt op basis van expertenbeoordeling. Tabel 3 : overzicht van de leveringen door de drie subsectoren aan de Vlaamse economie obv verschillende brongegevens. Leveringen door de verschillende subsectoren aan de Vlaamse economie Akkerbouw tuinbouw veeteelt obv IO tabel Vl 10% 26% 65% obv use tabel Vl 9% 26% 66% obv NBB import 'vers' 46% 42% 11% obv NBB import 'vers + minimale bewerking' 41% 43% 16% Op basis van bovenstaande tabel wordt in overleg met de opdrachtgever geopteerd om voor de opdeling van de monetaire importgegevens gebruik te maken van de percentages die berekend worden op basis van de NBB gegevens vers. Deze gegevens worden vervolgens gebruikt om de monetaire use tabellen EU en ROW verder op te splitsen. Ook hiervoor zijn verschillende opties mogelijk, de berekende percentages kunnen worden toegepast op : 1. Alle finale vraagcategorieën én intermediaire vraag Deze optie is het gemakkelijkst toe te passen maar zal leiden tot een grote fout. Er wordt immers verondersteld dat alle sectoren en finale vraag categorieën dezelfde mix aan landbouwproducten gebruikt. Zo zal de vleesverwerkende sector slechts 11% producten van de veeteelt gebruiken, en 80% overige landbouwproducten. Anderzijds zullen 2012/TEM/R/ 17

20 HOOFDSTUK 4 Opsplitsing import van landbouwproducten uit 3 subsectoren huishoudens ook 11% veeteeltproducten gebruiken (rechtstreeks geleverd door de landbouw) wat ook niet geloofwaardig is. 2. Alle finale vraagcategorieën én totale intermediaire vraag De vraag door specifieke sectoren wordt verdeeld o.b.v. de vraag in Vlaanderen (cfr. use tabel VL). Ook deze optie is vrij makkelijk toe te passen maar de som van de intermediaire leveringen klopt niet met vooropgesteld totaal (vnl veeteelt moeilijk) en moet intuitief worden aangepast. Ook deze methode heeft tot gevolg dat huishoudens nog 11% veeteelt producten importeren die rechtstreeks worden geleverd door de landbouwsector. 3. Alle finale vraagcategorieën met uitzondering van huishoudens De verdeling van de vraag door huishoudens gebeurt op basis van het respectievelijke aandeel dat de subsectoren vertegenwoordigen in de aankopen van de huishoudens volgens de hhbe (huishoudbudgetenquete). De intermediaire leveringen worden vervolgens verdeeld over de sectoren obv de vraag zoals ze met de landbouwexperten werd bepaald voor leveringen door de Vlaamse subsectoren van de landbouw aangevuld met gevoelsmatige verdeling (VT) en vraag in Vlaanderen. Wanneer deze werkwijze wordt gevolgd wordt aangenomen dat de verdeling van producten die worden geëxporteerd naar EU en ROW eenzelfde samenstelling vertonen dan de producten die worden geïmporteerd in Vlaanderen. Deze optie werd uitgewerkt voor de EU. De som van de intermediaire leveringen, klopt op 38 mio euro na met het vooropgestelde totaal. Het vooropgestelde totaal wordt berekend door de verschillende finale vraag totalen (huishoudens, overheden, export, ed.) af te trekken van de totale finale vraag. Volgens deze berekeningswijze is de totale hoeveelheid intermediaire goederen afkomstig van akkerbouw te weinig, en de hoeveelheid goederen afkomstig van de tuinbouw te veel. Dit verschil wordt vervolgens verdeeld over de sectoren die gebruik maken van deze goederen op basis van het aandeel dat ze vertegenwoordigen in het totaal van het gebruik van deze goederen. 4. Identiek aan optie drie, maar waarbij de export wordt verdeeld op basis van de aandelen die de drie subsectoren vertegenwoorden in de totale export uit Vlaanderen (gegevens NBB vers ) Deze optie werd eveneens uitgewerkt voor de EU. Het verschil tussen de berekende intermediaire leveringen en de vooropgestelde intermediaire leveringen bedraagt 223 mio euro tussen akkerbouw en tuinbouw. Omdat geen van deze opties tot een echt overall beste resultaat leidde werd navraag gedaan bij de NBB of het mogelijk is import en export gegevens aan te leveren volgens land of regio. Er werden door de NBB gegevens aangeleverd voor import en export naar en uit Vlaanderen per land. Hierdoor wordt de dataverwerking complexer en arbeidsintensiever maar er wordt verwacht dat dit tot betere resultaten zal leiden. De aangeleverde gegevens werden verwerkt en gegroepeerd zodat er aparte datasets werden bekomen voor EU27 en ROW. Dit leidde tot een 5 de optie :

21 HOOFDSTUK 4 Opsplitsing import van landbouwproducten uit 3 subsectoren 5. Eveneens afgeleid van optie vier : finale vraagcategorieën worden verdeeld op basis import in Vlaanderen uit de respectievelijke regio (voor EU tabellen wordt de verdeling van de import uit EU gebruikt, voor ROW deze van de ROW importgegevens). Het gebruik door de huishoudens wordt verdeeld aan de hand van de gegevens uit de huishoudbudgetenquete waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de regio s. Tot slot wordt voor export gebruik gemaakt van de gegevens betreffende export uit Vlaanderen waarbij rekening wordt gehouden met de regio waarnaar wordt geëxporteerd én waarbij er een correctie wordt gemaakt voor de Vlaamse producten die in de exportcijfers vervat zitten. Er wordt eenzelfde aandeel verondersteld van de verschillende subsectoren voor de doorvoer per regio (EU en ROW) onafhankelijk van de herkomst (EU of ROW). Tot slot wordt de totale intermediaire vraag berekend als het verschil van de totale finale vraag en de aparte finale vraagcategorieën. De intermediaire leveringen worden vervolgens verdeeld over de sectoren obv de vraag zoals ze met de landbouwexperten werd bepaald voor leveringen door de Vlaamse subsectoren van de landbouw aangevuld met gevoelsmatige verdeling en experteninschatting wanneer sectoren producten van de landbouw gebruiken die niet door de Vlaamse landbouwsector worden aangeleverd. Volgende tabel geeft tot slot nog een overzicht van de aandelen die gebruikt werden voor het opsplitsen van de monetaire use tabellen voor de EU en ROW : IMPORT akkerbouw tuinbouw veeteelt obv NBB 'vers' import uit EU27 45% 41% 14% obv NBB 'vers' import uit ROW 41% 58% 1% EXPORT obv NBB 'vers' naar EU 27% 73% 0% obv NBB 'vers' naar ROW 0% 100% 0% MILIEUTABEL Aangezien er geen specifieke multiplicatoren beschikbaar zijn voor de verschillende subsectoren van de landbouw in de gebruikte databanken moeten ook deze berekend worden. Momenteel beschikken we over de multiplicatoren (MP) zowel voor de EU, ROW als Vlaanderen. Deze worden als basis gebruikt in de berekeningen. De MP voor de totale landbouw kan gezien worden als het gewogen gemiddelde van de MP van de subsectoren en hun monetair aandeel ten opzichte van het totaal monetair aandeel van de landbouw. Dit wordt weergegeven in onderstaande formule. MP LB = MP AB x mon aandeel AB + MP TB x mon aandeel TB + MP VT x mon aandeel VT totaal mon aandeel LB 2012/TEM/R/ 19

22 HOOFDSTUK 4 Opsplitsing import van landbouwproducten uit 3 subsectoren De monetaire aandelen van de subsectoren werden berekend in voorgaande paragraaf. Dit wil zeggen dat in bovenstaande nog 3 onbekenden staan : - MP AB (multiplicator akkerbouw) - MP TB (multiplicator tuinbouw) - MP VT (multiplicator veeteelt) Om de formule te kunnen uitwerken moet een verhouding worden bepaald tussen deze onbekenden. Er wordt geopteerd om deze verhouding gelijk te nemen aan de verhouding in Vlaanderen. Omdat een groot deel van de tuinbouwsector in Vlaanderen gebruik maakt van verwarmde serres zal er voor de brandstofgerelateerde milieu-impacts waarschijnlijk een overschatting van de impact zijn. Bij het uitvoeren van analyses en de bespreking ervan moet hiermee rekening worden gehouden.

23 HOOFDSTUK 5 besluiten HOOFDSTUK 5. BESLUITEN Uiteindelijk heeft deze extra opdracht ter verfijning van het Vlaamse milieu input-output model vooral geleid tot volgende resultaten: Een meer volledig overzicht van CO 2 -emissies door het mee opnemen van biogene CO 2 - emissies, naast de niet-biogene die reeds in het model waren opgenomen. Door ook voor 2007 de koppeling te maken tussen de intermediaire consumptietabel (productie) en de bestedingen van de huishoudens opgesplitst in respectievelijk consumptiedomeinen, consumptie-activiteiten en productgroepen, laat het model toe om ook voor het referentiejaar 2007 analyses te maken die vertrekken vanuit een consumptieperspectief. De verfijning die hierdoor gemaakt wordt voor de landbouwsector (in 3 subsectoren) biedt extra analysemogelijkheden. Een minder geaggregeerde en dus betere benadering voor de landbouwsector buiten Vlaanderen. De landbouwsector in Vlaanderen was voor het referentiejaar 2007 reeds opgedeeld in 3 subsectoren. Na deze studie is dezelfde opdeling toegepast op de landbouwproducten die Vlaanderen importeert uit het buitenland. Hierdoor biedt het model de mogelijkheid om bij ketenanalyses een meer gedetailleerde en correctere analyse te maken van de landbouwsectoren, zowel in als buiten Vlaanderen, in de stroomopwaartse fasen van bv. de voedingsketen. 2012/TEM/R/ 21

24 Literatuurlijst LITERATUURLIJST Vreuls, H.H.J., Zijlema P.J., Nederlandse lijst van energiedragers en standaard CO2- emissiefactoren, versie januari 2011 Revised 1996 IPCC guidelines for national greenhousegasinventories: workbook IPCC Guidelines for National Greenhouse Gas Inventories, 2006 NBB (2012). Vlaamse import en export, NC6, land,

25 Bijlage A BIJLAGE A Overzicht van de verschillende CO 2 emissiefactoren waarnaar wordt verwezen in dit document Tabel 4: Overzicht carbon emission factors (in T C/TJ) volgens revised IPCC workbook 1996

26 Bijlage A Tabel 5 : overzicht emissiefactoren in kg CO 2, CH 4 en N 2 O per TJ voor biomassafuels (IPCC workbook 2006) Tabel 6 : overzicht Nederlandse CO 2 emissiefactoren in kg CO2/GJ (uit Vreuls, 2011) 2012/TEM/R/

Studie uitgevoerd in opdracht van MIRA, Milieurapport Vlaanderen. Onderzoeksrapport

Studie uitgevoerd in opdracht van MIRA, Milieurapport Vlaanderen. Onderzoeksrapport Milieu-impact van productie- en consumptieactiviteiten in Vlaanderen Studie uitgevoerd in opdracht van MIRA, Milieurapport Vlaanderen Onderzoeksrapport MIRA/2012/07, september 2012 Milieu-impact van productie-

Nadere informatie

TOEPASSING VAN HET VLAAMSE I/O-MODEL OP DE VLAAMSE VOEDINGSKETEN. Ann Van der Linden & An Vercalsteren

TOEPASSING VAN HET VLAAMSE I/O-MODEL OP DE VLAAMSE VOEDINGSKETEN. Ann Van der Linden & An Vercalsteren TOEPASSING VAN HET VLAAMSE I/O-MODEL OP DE VLAAMSE VOEDINGSKETEN Ann Van der Linden & An Vercalsteren Het steunpunt Duurzaam Materialenbeheer brengt zes belangrijke kennisinstellingen samen: KU Leuven,

Nadere informatie

Analyses op basis van het Vlaams milieu-input-outputmodel. Koen Smeets Diensthoofd Administratief- en datacentrum 13.09.2012

Analyses op basis van het Vlaams milieu-input-outputmodel. Koen Smeets Diensthoofd Administratief- en datacentrum 13.09.2012 Analyses op basis van het Vlaams milieu-input-outputmodel Diensthoofd Administratief- en datacentrum 13.09.2012 Inhoud Structuur Vlaams milieu input-output model Analyses Milieu-impact van productie- en

Nadere informatie

Biomassa verleden, heden en toekomst: Vlaanderen en België

Biomassa verleden, heden en toekomst: Vlaanderen en België 14/12/2011 Biomassa verleden, heden en toekomst: Vlaanderen en België Biomassa als hernieuwbare energiebron, voeding en grondstof voor materialen en producten Biomassa: BACK & TO THE FUTURE» Biomassa Vlaanderen

Nadere informatie

Curaçao Carbon Footprint 2015

Curaçao Carbon Footprint 2015 Willemstad, March 2017 Inhoudsopgave Inleiding 2 Methode 2 Dataverzameling 3 Uitstoot CO2 in 2010 3 Uitstoot CO2 in 2015 4 Vergelijking met andere landen 5 Central Bureau of Statistics Curaçao 1 Inleiding

Nadere informatie

Multiplicatoren: handleiding

Multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren van het finaal gebruik behelzen een klassieke toepassing van het traditionele inputoutputmodel

Nadere informatie

Berekening van de ecologische voetafdruk van consumptieactiviteiten in Vlaanderen met behulp van het Vlaams input-outputmodel

Berekening van de ecologische voetafdruk van consumptieactiviteiten in Vlaanderen met behulp van het Vlaams input-outputmodel Berekening van de ecologische voetafdruk van consumptieactiviteiten in Vlaanderen met behulp van het Vlaams input-outputmodel Studie uitgevoerd in opdracht van MIRA, Milieurapport Vlaanderen Onderzoeksrapport

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

NAM-multiplicatoren: handleiding

NAM-multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten NAM-multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren die hier voorgesteld worden, zijn afgeleid van een model gebaseerd op een National Accounting

Nadere informatie

Tool Burgemeestersconvenant Actualisatie nulmeting 2011 & inventaris 2012

Tool Burgemeestersconvenant Actualisatie nulmeting 2011 & inventaris 2012 17/11/2014 Tool Burgemeestersconvenant Actualisatie nulmeting 2011 & inventaris 2012 Kadering» VITO actualiseert jaarlijks, in opdracht van LNE, CO 2 -inventaris gemeenten» Taken voorzien in actualisatie

Nadere informatie

Conclusies onderzoek douanegegevens

Conclusies onderzoek douanegegevens Conclusies onderzoek douanegegevens Onderzoek naar de mogelijkheden om de gegevens van de biobrandstoffen in het HBE systeem te toetsen Datum 3 augustus 2017 Versie 1 Inhoud 1. Samenvatting 2 2. De motie

Nadere informatie

1 Toegevoegde waarde in het BAU-scenario 2

1 Toegevoegde waarde in het BAU-scenario 2 ANNEX 4 MACRO-ECONOMISCHE ONDERBOUWING VAN HET BAU-SCENARIO Auteur: J. Duerinck INHOUD 1 Toegevoegde waarde in het BAU-scenario 2 1.1 Analyse trendmatige evoluties toegevoegde waarde 2 1.2 Methode voor

Nadere informatie

Referentietaak 10: Databeheer en metalen Bespreking belangrijkste resultaten

Referentietaak 10: Databeheer en metalen Bespreking belangrijkste resultaten Verspreiding: Beperkt Eindrapport Referentietaak 10: Databeheer en metalen Bespreking belangrijkste resultaten Ann Van der Linden, An Vercalsteren, Katrien Boonen Studie uitgevoerd in opdracht van: OVAM

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2014, Vito, januari 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2014 bedraagt 5,7 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

AFSTANDEN IN METERS. SBI-CODE Omschrijving CATEGORIE GROOTSTE AFSTAND GEVAAR GELUID GEUR STOF

AFSTANDEN IN METERS. SBI-CODE Omschrijving CATEGORIE GROOTSTE AFSTAND GEVAAR GELUID GEUR STOF GEUR STOF GELUID GEVAAR GROOTSTE AFSTAND CATEGORIE SBI-CODE Omschrijving AFSTANDEN IN METERS 17 VERVAARDIGING VAN TEXTIEL 171 Bewerken en spinnen van textielvezels 10 50 100 30 100 3.2 172 Weven van textiel:

Nadere informatie

Sensitiviteits- en onzekerheidsanalyse MKM water: resultaten eerste analyse

Sensitiviteits- en onzekerheidsanalyse MKM water: resultaten eerste analyse Tussentijds rapport Sensitiviteits- en onzekerheidsanalyse MKM water: resultaten eerste analyse Brabers Leon, Steven Broekx Studie uitgevoerd in opdracht van: VMM September 2015 I II Alle rechten, waaronder

Nadere informatie

Gegevens stroometikettering 2004

Gegevens stroometikettering 2004 CE CE Oplossingen voor Oplossingen voor milieu, economie milieu, economie en technologie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft tel: 015 2 150 150 fax: fax: 015 015 2 150 150 151 151

Nadere informatie

aé=íçí~äé=ãáäáéìjéññéåíéå=î~å çåòé=åçåëìãéíáé=éå=éêççìåíáé=áå â~~êí=ãéí=üéí=ãáäáéì=áåéìíj çìíéìí=ãççéä=îççê=îä~~åçéêéå

aé=íçí~äé=ãáäáéìjéññéåíéå=î~å çåòé=åçåëìãéíáé=éå=éêççìåíáé=áå â~~êí=ãéí=üéí=ãáäáéì=áåéìíj çìíéìí=ãççéä=îççê=îä~~åçéêéå aé=íçí~äé=ãáäáéìjéññéåíéå=î~å çåòé=åçåëìãéíáé=éå=éêççìåíáé=áå â~~êí=ãéí=üéí=ãáäáéì=áåéìíj çìíéìí=ãççéä=îççê=îä~~åçéêéå Samen maken we morgen mooier. Documentbeschrijving 1. Titel publicatie De totale milieu-effecten

Nadere informatie

WKK in Vlaanderen: feiten en cijfers

WKK in Vlaanderen: feiten en cijfers 27/02/2012 WKK in Vlaanderen: feiten en cijfers K. Aernouts, K. Jespers, E. Cornelis Indeling presentatie» Inleiding» WKK in Vlaanderen: feiten en cijfers» Geïnstalleerd vermogen» Geproduceerde energie»

Nadere informatie

Studiedag circulaire economie 13 september 2016

Studiedag circulaire economie 13 september 2016 Studiedag circulaire economie 13 september 2016 Sessie B2 Circulaire economie en consumptie - denken in behoeftesystemen An Vercalsteren, VITO NV an.vercalsteren@vito.be ton per capita DE MATERIALENVOETAFDRUK

Nadere informatie

Impact analyse: ambitie elektrisch transport

Impact analyse: ambitie elektrisch transport Impact analyse: ambitie elektrisch transport ad-hoc verzoek EL&I 29 maart 211, ECN-L--11-27, C. Hanschke www.ecn.nl Scope en aanpak impact analyse 1.8.6.4.2 Groeiambitie Elektrische auto's [mln] 215 22

Nadere informatie

Boeren met energie. 11 November 2010

Boeren met energie. 11 November 2010 Boeren met energie 11 November 2010 Wat doen wij? Ontwikkelen projecten energie uit biomassa Opzetten expertisecentrum energie uit hout droogtechnieken stookgedrag rookgasmetingen rookgasreiniging Ontwikkelen

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERD BESLUIT (EU).../... VAN DE COMMISSIE

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERD BESLUIT (EU).../... VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.5.2019 C(2019) 3211 final ANNEXES 1 to 4 BIJLAGEN bij GEDELEGEERD BESLUIT (EU).../... VAN DE COMMISSIE tot aanvulling van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en

Nadere informatie

Via een antwoord op de volgende vraag wens ik een beter zicht te krijgen op de Vlaamse export naar de VS en Canada.

Via een antwoord op de volgende vraag wens ik een beter zicht te krijgen op de Vlaamse export naar de VS en Canada. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 338 van GÜLER TURAN datum: 8 juni 2016 aan GEERT BOURGEOIS MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED Export naar de

Nadere informatie

Fysieke energiestroom rekeningen

Fysieke energiestroom rekeningen Wetenschappelijk Comité van het INR 26 september 2017 Fysieke energiestroom rekeningen 2014-2015 Vincent Vandernoot Federaal Planbureau Inleiding Wat? Energie-aanbod en -gebruik binnen de economie en stromen

Nadere informatie

Nieuwe methodiek CO 2 -voetafdruk bedrijventerreinen POM West-Vlaanderen. Peter Clauwaert - Gent 29/09/11

Nieuwe methodiek CO 2 -voetafdruk bedrijventerreinen POM West-Vlaanderen. Peter Clauwaert - Gent 29/09/11 Nieuwe methodiek CO 2 -voetafdruk bedrijventerreinen POM West-Vlaanderen Peter Clauwaert - Gent 29/09/11 Inhoud presentatie 1.Afbakening 2.Inventarisatie energie 3.CO 2 -voetafdruk energieverbruik 4.CO

Nadere informatie

tariefgroep Hoofdactiviteit van de werkgever NACE code (indicatief)

tariefgroep Hoofdactiviteit van de werkgever NACE code (indicatief) BIJLAGE 1 BIJ HET KB TARIFERING - INDELING WERKGEVERS IN 5 TARIEFGROEPEN VOLGENS HOOFDACTIVITEIT tariefgroep Hoofdactiviteit van de werkgever NACE code (indicatief) 1 Uitgeverijen 58 1 Ontwerpen en programmeren

Nadere informatie

Nederland importland. Landgebruik en emissies van grondstofstromen

Nederland importland. Landgebruik en emissies van grondstofstromen Nederland importland Landgebruik en emissies van grondstofstromen Vraagstelling en invulling Welke materiaalstromen naar en via Nederland veroorzaken wereldwijd de grootste milieudruk? Klimaat, toxische

Nadere informatie

Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen

Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen Statistieken Laatste aanpassing Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen Dit document bevat informatie over de handel in garanties van oorsprong uitgereikt

Nadere informatie

2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN

2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN Integrale versie 2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN In vergelijking met de vorig jaar gepubliceerde reeksen 2 over de kapitaalgoederenvoorraad (KGV) en de afschrijvingen zijn er drie methodologische aanpassingen

Nadere informatie

Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen

Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen Statistieken Laatste aanpassing Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen Dit document bevat informatie over de handel in garanties van oorsprong uitgereikt

Nadere informatie

02 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

02 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek 02 mei 2013 Statistisch Bulletin 13 18 no. Jaargang 69 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil (indien voorkomend

Nadere informatie

Uitsplitsing verbruik elektriciteit en aardgas naar verbruiksschijf energiebelasting

Uitsplitsing verbruik elektriciteit en aardgas naar verbruiksschijf energiebelasting Uitsplitsing verbruik elektriciteit en aardgas naar verbruiksschijf energiebelasting Ruud Remko Holtkamp Ruud Colenberg Otto Swertz CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490

Nadere informatie

Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen

Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen Statistieken Laatste aanpassing Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen Dit document bevat informatie over de handel in garanties van oorsprong uitgereikt

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016

PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016 PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - september 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in september 1,8% ten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE II

Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE II 26.2.2004 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 59/37 BIJLAGE II Richtsnoeren betreffende de emissies van verbrandingsactiviteiten zoals genoemd in bijlage I van de richtlijn 1. INLEIDING De specifieke

Nadere informatie

3 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

3 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek 3 mei 2012 Statistisch Bulletin 12 18 no. Jaargang 68 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil (indien voorkomend

Nadere informatie

Monitoring 2008. Rapportering definitieve resultaten

Monitoring 2008. Rapportering definitieve resultaten Monitoring 2008 Rapportering definitieve resultaten februari 2010 Voorwoord Zoals afgesproken tijdens de Auditcommissie van 29 september 2009 heeft het Verificatiebureau een aanvullend rapport voor de

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in december 2,2% ten

Nadere informatie

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Statistieken Laatste aanpassing 14/04/2015 Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Dit document bevat de gegevens betreffende het aantal toegekende groenestroomcertificaten

Nadere informatie

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen

Nadere informatie

Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5

Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5 Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5 Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 2/5 Toelichting bij scenario-analyse energiebeleid Beesel Venlo Venray Deze toelichting beschrijft wat

Nadere informatie

Ontwerp voor een verordening van de Raad betreffende de statistiek van het afvalbeheer

Ontwerp voor een verordening van de Raad betreffende de statistiek van het afvalbeheer bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 87 van 29/03/99 Ontwerp voor een verordening van de Raad betreffende de statistiek van het afvalbeheer Bijlage I Productie en terugwinning van

Nadere informatie

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (2001), Statistiek van de aangesloten vennootschappen jaar 2000, 68 p. Begin juni

Nadere informatie

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen

Nadere informatie

Bijlage 1 Staat van bedrijven 04-06-2014

Bijlage 1 Staat van bedrijven 04-06-2014 EN IN METERS 15 10, 11 - VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN 151 101, 102 0 Slachterijen en overige vleesverwerking: 151 101, 102 1 - slachterijen en pluimveeslachterijen 100 0 100 C 50 R 100

Nadere informatie

Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen

Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen Statistieken Laatste aanpassing Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen Dit document bevat informatie over de handel in garanties van oorsprong uitgereikt

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Aanbod- en gebruikstabellen 2010 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse aanbod en gebruikstabellen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

emissie broeikasgassen

emissie broeikasgassen Eco-efficiëntie van de industrie D index (=1) 12 11 1 9 8 7 6 5 21 22 23 24 26 27 26 bruto toegevoegde waarde totaal energiegebruik emissie fijn stof (M 2,5 ) emissie broeikasgassen emissie ozonprecursoren

Nadere informatie

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030 December 2016 ECN-N--16-031 Energiescenario s Drenthe 2030 Gerdes, J. Gewijzigd op: 16-12-2016 13:20 2 Inhoud 1 Context van de energiescenario s voor 2030 4 2 Uitgangspunten voor drie scenario s 5 3 Ontwikkelingen

Nadere informatie

Berekening van de standaard CO 2 -emissiefactor aardgas t.b.v. kalenderjaar 2011 en emissiehandel 2012

Berekening van de standaard CO 2 -emissiefactor aardgas t.b.v. kalenderjaar 2011 en emissiehandel 2012 Berekening van de standaard CO 2 -emissiefactor aardgas t.b.v. kalenderjaar 2011 en emissiehandel 2012 Datum 20 december 2011 Status Definitief Pagina 1 van 1 Colofon Projectnaam Jaarlijkse vaststelling

Nadere informatie

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Statistieken Laatste aanpassing 03/06/2015 Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Dit document bevat de gegevens betreffende het aantal toegekende groenestroomcertificaten

Nadere informatie

Circulair Congres TKI-BBE Ronald Zwart, Platform Bio-Energie 08 mei 2019

Circulair Congres TKI-BBE Ronald Zwart, Platform Bio-Energie 08 mei 2019 De Toekomst van Bio-energie Circulair Congres TKI-BBE Ronald Zwart, Platform Bio-Energie 08 mei 2019 De Toekomst van Bio-energie Bio-energie is vandaag de belangrijkste bron van hernieuwbare energie in

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - november 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in november 1,7% ten

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 40 6 oktober 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Indexcijfers cao-lonen en contractuele loonkosten (35) 3 Ontwikkeling cao-lonen en contractuele loonkosten

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Commissie Benchmarking Vlaanderen Commissie Benchmarking Vlaanderen 023-0170 Bijlage I TOELICHTING 17 Bijlage I : WKK ALS ALTERNATIEVE MAATREGEL 1. Inleiding Het plaatsen van een WKK-installatie is een energiebesparingsoptie die zowel

Nadere informatie

CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe

CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe 1 CO2-uitstoot hoofdsectoren 1.1 Inleiding In deze rapportage wordt de CO2-uitstoot van uw gemeente weergegeven, voorzover de daarvoor benodigde gegevens beschikbaar zijn.

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

Toelichting Toewijzingsmethode emissierechten 2013-2020

Toelichting Toewijzingsmethode emissierechten 2013-2020 Toelichting Toewijzingsmethode emissierechten 2013-2020 18 maart 2011 Stijn Caekelbergh Departement Leefmilieu, Natuur & Energie Inhoud presentatie Inleiding Basisprincipes Opsplitsing in sub installaties

Nadere informatie

Biomassa omvat naast vaste biomassa ook vloeibare en gasvormig gemaakte biomassa, exclusief biogas afkomstig uit vergisting.

Biomassa omvat naast vaste biomassa ook vloeibare en gasvormig gemaakte biomassa, exclusief biogas afkomstig uit vergisting. 7/1/213 Productie-installaties in Vlaanderen waarvoor groenestroomcertificaten worden toegekend Dit document bevat gegevens betreffende de productie-installaties waarvan de aanvraag tot toekenning van

Nadere informatie

De kleur van stroom: de milieukwaliteit van in Nederland geleverde elektriciteit

De kleur van stroom: de milieukwaliteit van in Nederland geleverde elektriciteit De kleur van stroom: de milieukwaliteit van in geleverde elektriciteit Feiten en conclusies uit de notitie van ECN Beleidsstudies Sinds 1999 is de se elektriciteitsmarkt gedeeltelijk geliberaliseerd. In

Nadere informatie

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Opgesteld door: Akkoord: I. Bangma O. Van der Ende 1. INLEIDING Binnen de Van der Ende Steel Protectors Group BV staat zowel interne als externe duurzaamheid

Nadere informatie

L 55/74 Publicatieblad van de Europese Unie Bruto binnenlands product in constante prijzen van 1995 (bron: nationale. 1A, sectorale aanpak).

L 55/74 Publicatieblad van de Europese Unie Bruto binnenlands product in constante prijzen van 1995 (bron: nationale. 1A, sectorale aanpak). L 55/74 Publicatieblad van de Europese Unie 1.3.2005 BIJLAGE II LIJST VAN JAARLIJKSE INDICATOREN TABEL II-1 Lijst van prioriteitsindicatoren ( 1 ) Indicator Teller/noemer Richtsnoeren/definities ( 2 )(

Nadere informatie

21 39.882 11 314.402. Biomassa omvat naast vaste biomassa ook vloeibare en gasvormig gemaakte biomassa, exclusief biogas afkomstig uit vergisting.

21 39.882 11 314.402. Biomassa omvat naast vaste biomassa ook vloeibare en gasvormig gemaakte biomassa, exclusief biogas afkomstig uit vergisting. 1/1/212 Productie-installaties in Vlaanderen waarvoor groenestroomcertificaten worden toegekend Dit document bevat gegevens betreffende de productie-installaties waarvan de aanvraag tot toekenning van

Nadere informatie

Productie-installaties in Vlaanderen waarvoor groenestroomcertificaten en/of garanties van oorsprong worden toegekend

Productie-installaties in Vlaanderen waarvoor groenestroomcertificaten en/of garanties van oorsprong worden toegekend Productie-installaties in Vlaanderen waarvoor groenestroomcertificaten en/of garanties van oorsprong worden toegekend Dit document bevat gegevens betreffende de productie-installaties waarvan de aanvraag

Nadere informatie

CO 2 VOETAFDRUK 2010 SHANKS NEDERLAND BV VOETAFDRUK CONFORM DE CO 2 PRESTATIELADDER

CO 2 VOETAFDRUK 2010 SHANKS NEDERLAND BV VOETAFDRUK CONFORM DE CO 2 PRESTATIELADDER CO 2 VOETAFDRUK 2010 SHANKS NEDERLAND BV VOETAFDRUK CONFORM DE CO 2 PRESTATIELADDER RAPPORT SNL_CO2_2010 D.D. 10 FEBRUARI 2012 INHOUD INLEIDING...1 CO 2 VOETAFDRUK 2010 SHANKS NEDERLAND BV...2 EMISSIES...2

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2014 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex daalt in december naar -0,4%,

Nadere informatie

Emissies door de land- en tuinbouw en natuur - BKG. Rondetafel Klimaat, 20 juni 2016

Emissies door de land- en tuinbouw en natuur - BKG. Rondetafel Klimaat, 20 juni 2016 Emissies door de land- en tuinbouw en natuur - BKG Rondetafel Klimaat, 20 juni 2016 Land- en tuinbouw / Natuur Veeteelt NH 3, CH 4, N 2 O, NO, NMVOS Kunstmest NH 3, N 2 O, NO Mestverwerking (vanaf 2000)

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 emissies ProRail Scope 1 en 2, eigen energiegebruik

Voortgangsrapportage CO 2 emissies ProRail Scope 1 en 2, eigen energiegebruik Voortgangsrapportage CO 2 emissies ProRail Scope 1 en 2, eigen energiegebruik Rapportage 1 e half jaar 2017 en prognose CO 2 voetafdruk 2017 Autorisatie paraaf datum gecontroleerd prl Projectleider Van

Nadere informatie

Agrohandelsrapport 2005

Agrohandelsrapport 2005 Agrohandelsrapport 2005 Januari 2007 Johan Janssens Jonathan Platteau Vlaamse Overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij Afdeling Monitoring en Studie (AMS) Leuvenseplein 4 1000 Brussel Inhoudstafel Samenvatting...

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2016, Vito, oktober 2017 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2016 bedraagt 6,4% Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 2010 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Opgesteld door: Akkoord: I. Bangma O. Van der Ende 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Steel Protectors Group staat zowel interne als externe duurzaamheid

Nadere informatie

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Statistieken Laatste aanpassing 05/02/2014 Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Dit document bevat de gegevens betreffende het aantal toegekende groenestroomcertificaten

Nadere informatie

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Statistieken Laatste aanpassing 12/05/2014 Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Dit document bevat de gegevens betreffende het aantal toegekende groenestroomcertificaten

Nadere informatie

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Statistieken Laatste aanpassing 04/07/2014 Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Dit document bevat de gegevens betreffende het aantal toegekende groenestroomcertificaten

Nadere informatie

30. ATMOPFERISCHE EMISSIES TENGEVOLGE VAN HET ENERGIEVERBRUIK

30. ATMOPFERISCHE EMISSIES TENGEVOLGE VAN HET ENERGIEVERBRUIK 30. ATMOPFERISCHE EMISSIES TENGEVOLGE VAN HET ENERGIEVERBRUIK 1.Inleiding IN DE TERTIAIRE SECTOR Naast alle afnemers van laagspanning omvat de tertiaire sector die bestudeerd wordt ook alle bedrijven die

Nadere informatie

nr. 241 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 13 januari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Waarborgregeling - Stand van zaken

nr. 241 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 13 januari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Waarborgregeling - Stand van zaken SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 241 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 13 januari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Waarborgregeling - Stand van zaken De Waarborgregeling

Nadere informatie

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Statistieken Laatste aanpassing 03/03/2015 Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Dit document bevat de gegevens betreffende het aantal toegekende groenestroomcertificaten

Nadere informatie

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Statistieken Laatste aanpassing 04/05/2015 Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Dit document bevat de gegevens betreffende het aantal toegekende groenestroomcertificaten

Nadere informatie

VR MED.0081/1

VR MED.0081/1 VR 2017 1702 MED.0081/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN VLAAMSE REGERING Betreft: Voortgangsrapport van Vlaams mitigatieplan 2013-2020 met Broeikasgasinventaris

Nadere informatie

Tabellenbijlage. Michiel Hekkenberg (ECN) Martijn Verdonk (PBL) (projectcoördinatie) Oktober 2014 ECN-O--14-052

Tabellenbijlage. Michiel Hekkenberg (ECN) Martijn Verdonk (PBL) (projectcoördinatie) Oktober 2014 ECN-O--14-052 Tabellenbijlage Michiel Hekkenberg (ECN) Martijn Verdonk (PBL) (projectcoördinatie) Oktober 2014 ECN-O--14-052 Verantwoording Dit rapport is de tabellenbijlage bij de Nationale Energieverkenning 2014 verschenen

Nadere informatie

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Statistieken Laatste aanpassing 02/09/2015 Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Dit document bevat de gegevens betreffende het aantal toegekende groenestroomcertificaten

Nadere informatie

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Statistieken Laatste aanpassing 08/12/2015 Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Dit document bevat de gegevens betreffende het aantal toegekende groenestroomcertificaten

Nadere informatie

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Statistieken Laatste aanpassing 01/02/2016 Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Dit document bevat de gegevens betreffende het aantal toegekende groenestroomcertificaten

Nadere informatie

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Statistieken Laatste aanpassing 07/04/2016 Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Dit document bevat de gegevens betreffende het aantal toegekende groenestroomcertificaten

Nadere informatie

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Statistieken Laatste aanpassing 03/03/2016 Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Dit document bevat de gegevens betreffende het aantal toegekende groenestroomcertificaten

Nadere informatie

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Statistieken Laatste aanpassing 13/06/2016 Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Dit document bevat de gegevens betreffende het aantal toegekende groenestroomcertificaten

Nadere informatie

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Statistieken Laatste aanpassing 05/09/2016 Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Dit document bevat de gegevens betreffende het aantal toegekende groenestroomcertificaten

Nadere informatie

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Statistieken Laatste aanpassing 04/11/2016 Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Dit document bevat de gegevens betreffende het aantal toegekende groenestroomcertificaten

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2015, Vito, september 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2015 bedraagt 6,0 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

MIP2, op Jacht naar Eco-Innovatiekracht

MIP2, op Jacht naar Eco-Innovatiekracht MIP2, op Jacht naar Eco-Innovatiekracht Liesbet Goovaerts Katrijn Alaerts Themagroepvergaderingen MIP2 Antwerpen Globale opzet Eco-innovatieve sectoren in Vlaanderen? antwoord op twee vragen: 1. succesfactoren

Nadere informatie

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN 1. CONTEXT Infofiche Energie DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt de productie van groene stroom afkomstig van hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling

Nadere informatie

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma

Nadere informatie

VOETAFDRUK CONFORM DE CO 2

VOETAFDRUK CONFORM DE CO 2 CO 2 VOETAFDRUK 2013 SHANKS NETHERLANDS HOLDING BV VOETAFDRUK CONFORM DE CO 2 PRESTATIELADDER R A P P O R T S N L _ C O 2 _ 2 0 1 3 D. D. 2 3-0 4-2 0 1 4 INHOUD INLEIDING... 2 CO 2 VOETAFDRUK 2013 SHANKS

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 2003 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 09/2015 01/2016 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016 Geharmoniseerde

Nadere informatie

VOETAFDRUK CONFORM DE CO 2 PRESTATIELADDER

VOETAFDRUK CONFORM DE CO 2 PRESTATIELADDER CO 2 VOETAFDRUK 2011 SHANKS NEDERLAND BV VOETAFDRUK CONFORM DE CO 2 PRESTATIELADDER R A P P O R T S N L _ C O 2 _ 2 0 1 1 D. D. 2 0 A P R I L 2 0 1 2 INHOUD INLEIDING...1 CO 2 VOETAFDRUK 2010 SHANKS NEDERLAND

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015

PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie