30 oktober E-nose programma Dr. J.B. Milan

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "30 oktober E-nose programma Dr. J.B. Milan"

Transcriptie

1 Notitie Aan E-nose board Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 30 oktober E-nose programma Dr. J.B. Milan Onderwerp Activiteit D 1 ste fase, E-nose data-analyse t.b.v. Geuroverlast Inleiding In het kader van het e-nose programma, specifiek voor activiteit D 1 ste fase, is een data-analyse studie uitgevoerd. Een doelstelling van een geur enose netwerk is het online verstrekken van informatie over de opkomst en verspreiding van gasvormige emissies met een kans op geuroverlast. Voor deze functionaliteit moeten de enoses adequaat reageren op variaties in de omgevingslucht die een indicatie zijn van een verhoogde kans op hinder. In de bijlage van deze notitie is een rapport getiteld Analyse van data enose in woonomgeving toegevoegd over dit onderwerp. Een korte samenvatting en aanbevelingen van het rapport staat hieronder beschreven. Samenvatting Het onderzoek is verricht op een dataset van dertien enoses, die stonden opgesteld in woonkernen van de regio Rijnmond (Vlaardingen, Schiedam, Spijkenisse, Hoogvliet en Pernis) en de klachten die zijn geregistreerd door de DCMR meldkamer in de periode van april 2010 tot april De volgende onderzoeksvragen stonden centraal bij de data-analyse: 1. Anomaliedetectie: zijn enoses goede indicatoren voor geurklachten? 2. Patroonherkenning: Zijn er patronen in het e-nose signaal te vinden die corresponderen met beschreven gerapporteerde hinder? 3. Gevoeligheid: Geeft de dataset informatie over de gevoeligheid van het enose netwerk? 4. Lange termijn stabiliteit: Geeft de dataset informatie over de lange termijn stabiliteit van het enose netwerk? Anomaliedetectie Bij anomaliedetectie wordt de enose data vergeleken met geurklachten gemeld aan de meldkamer van de DCMR. Gezocht wordt naar overeenkomsten in tijd en plaats tussen e-nose piekmomenten en geregistreerde klachten. Het antwoord op de van te voren gestelde onderzoeksvraag 1 is als volgt: enoses zijn goede indicatoren voor geurklachten. Bij 80% van de relevante geurvoorvallen met minmaal 3 geurklachten hebben de enoses in de buurt van de gehinderden ook daadwerkelijk toen iets geroken. Patroonherkenning In deze studie is onderzocht of patroonherkenning kan worden gebruikt voor de geurherkenning met enoses. Daarvoor is eerst ten behoeve van het trainen van de enoses een database van klachtenfingerprints gebouwd (e-nose patronen die corresponderen met de beschreven gerapporteerde hinder). Vervolgens is na de training de geurherkenning getest door de geuromschrijving van de enose te vergelijken met de geuromschrijving van de gehinderden. Deze studie toont dat het antwoord op de van te voren gestelde onderzoeksvraag 2 als volgt is: de Blad 1 van 2

2 potentie van patroonherkenning t.b.v. geurherkenning is aangetoond. Gesteld kan worden dat voor oliegerelateerde geur het percentage waarbij de enose en gehinderden dezelfde geur waarnemen 44% bedraagt. Andere typen geuren scoorden lager. De verklaring voor de lagere score kan gevonden vonden in het feit dat voor de training en het testen gebruik gemaakt is van de omschrijving van de geursituatie door de klagers. Deze omschrijving is niet altijd representatief voor de werkelijke geursituatie. Gevoeligheid De onderzochte dataset heeft informatie verstrekt over de gevoeligheid van het enose netwerk. De gevoeligheid van het enose netwerk is belangrijk omdat de enoses niet teveel foute meldingen mogen produceren, maar ook niet te ongevoelig mogen worden afgesteld. Het effect van het variëren van de hoogte van de drempelwaarde waarmee het signaalverschil moet afwijken ten opzichte van de vorige waarneming is onder meer onderzocht. Het resultaat is dat bij een hogere drempelwaarde de gevoeligheid afneemt. Tevens komt naar voren dat het instellen van de drempelwaarde op 2,5 db voor de data-analyse een voldoende representatief beeld geeft van de werkelijke situatie. Lange termijn stabiliteit De onderzochte dataset heeft informatie verstrekt over de lange termijn stabiliteit van het enose netwerk. De lange termijn stabiliteit van de enoses is een element voor het inschatten van het periodieke onderhoud intervallen en de technische levensverwachting van de enoses. De studie geeft aanwijzingen dat de enoses over een periode van twee jaar geen kwaliteitsafname door verouderingsverschijnselen vertonen. Aanbeveling 1. Deze data-analyse heeft het doel het gedrag van de enoses en de interne sensoren te onderzoeken. De resultaten zijn toe te passen voor de ontwikkeling en het optimaliseren van het online alarmeringssysteem in de DCMR meldkamer. Momenteel wordt daarbij gefocust op andere parameters, te weten een grenswaardeoverschrijding van het actuele somsignaal van de vier sensoren bij 5, 10, 15 db. Met deze resultaten kan de ontwikkeling worden uitgebreid naar een combinatie van actuele signaalhoogte, anomalie en patroonherkenning. 2. De geuromschrijving door de klagers is niet altijd betrouwbaar en is daarmee niet een ideale referentieset voor de geurtraining. De geurherkenning door enose kan worden verbeterd door een meer betrouwbaardere referentieset op te bouwen. Te denken valt aan uitbreiding van de geurlab training door Vito Blad 2 van 2

3 Analyse van data enose in woonomgeving Act. D, Onderzoek automatische geurherkenning

4 Analyse van data enose in woonomgeving Act. D, Onderzoek automatische geurherkenning Auteurs : S.K. Bootsma en J.B. Milan Datum : 28 oktober 2012 Comon Invent Postbus AA Delft 2

5 3

6 Inhoud 1 Samenvatting 5 2 Inleiding 7 3 Onderzoeksmethode Algemeen Anomaliedetectie Patroonherkenning Gevoeligheid Lange termijn stabiliteit 11 4 Resultaten Anomaliedetectie Patroonherkenning Gevoeligheid Lange termijn stabiliteit 22 5 Conclusies en aanbeveling 24 Bijlage A 26 Comon Invent Postbus AA Delft 4

7 1 Samenvatting Dit rapport is een weerslag van een data-analyse studie uitgevoerd in het kader van het enose programma van de DCMR. Het onderzoek is verricht op een dataset van dertien enoses, die stonden opgesteld in woonkernen van de regio Rijnmond (Vlaardingen, Schiedam, Spijkenisse, Hoogvliet en Pernis) en de klachten die zijn verzameld in de periode van april 2010 tot april Een doelstelling van een geur enose netwerk is het online verstrekken van informatie over de opkomst en verspreiding van gasvormige emissies met een kans op geuroverlast. Voor deze functionaliteit moeten de enoses adequaat reageren op variaties in de omgevingslucht die een indicatie zijn van een verhoogde kans op hinder. Dit rapport is daarom een weerslag van de studie waarbij de volgende deelvragen behandeld zijn: 1. Anomaliedetectie: zijn enoses goede indicatoren voor geurklachten? 2. Patroonherkenning: Zijn er patronen in het e-nose signaal te vinden die corresponderen met beschreven gerapporteerde hinder? 3. Gevoeligheid: Geeft de dataset informatie over de gevoeligheid van het enose netwerk? 4. Lange termijn stabiliteit: Geeft de dataset informatie over de lange termijn stabiliteit van het enose netwerk? Anomaliedetectie Bij anomaliedetectie wordt de enose data vergeleken met geurklachten gemeld aan de meldkamer van de DCMR. Gezocht wordt naar overeenkomsten in tijd en plaats tussen e-nose piekmomenten en geregistreerde klachten. Relevant zijn de situaties waarbij aan de volgende criteria wordt voldaan: 1. Relevante enose waarneming: voor de analyse wordt gekeken naar piekmomenten in de ruwe enose data. Een piekmoment is gedefinieerd als een enose waarneming waarbij het signaalverschil minimaal 2,5 db hoger is dan de vorige waarneming. Dit is gedefinieerd als een anomalie; 2. Relevante voorval: is gedefinieerd als een voorval met minimaal drie geurhindermeldingen; 3. Plaatscriterium: De maximale afstand tussen locatie klacht en enose waarneming is 5 km; 4. Tijdcriterium: Het maximale tijdsverschil tussen klacht en enose waarneming is 2,5 uur. De enose waarneming is geclassificeerd als positief resultaat (relevante enose waarneming en relevant voorval), als fout-positief (relevante enose waarneming en geen relevant voorval) en foutnegatief (geen relevante enose waarneming en wel relevant voorval). Het positieve resultaat is ruim 80%! Dat wil zeggen dat 80% van de gevallen waarbij er relevante voorvallen met minmaal 3 geurklachten zijn gemeld de enoses in de buurt van de gehinderden ook daadwerkelijk toen iets hebben geroken. Patroonherkenning Bij anomalie detectie wordt geen aandacht besteed aan de onderlinge verhouding van de signalen van de vier sensoren in de enose. Bij patroonherkenning gebeurt dit wel. In deze studie is onderzocht of er patronen in de relevante enose waarnemingen zijn te vinden die corresponderen met de beschreven gerapporteerde hinder. Met andere woorden patroonherkenning wordt hier gebruikt voor de geurherkenning met enoses. Om patronen te kunnen herkennen dient een database met fingerprints te worden opgebouwd. Dit proces wordt het trainen van enoses genoemd. De training bestaat uit het gericht verzamelen van de enose data in situaties waarbij het ruwe enose signaal kan worden gekoppeld aan andere informatie waarmee een uitspraak over situatie kan worden gedaan. In dit onderzoek betreft die andere informatie de geur- omschrijving van de klagers. Na de training koppelt de enose de het actuele patroon aan de best passende fingerprint. De geurherkenning door de enoses wordt vervolgens getest door het opnieuw doorlopen van de dataset waarbij de geur die de enose denkt te ruiken wordt vergeleken met de geuromschrijving van de gehinderden. Uit deze studie komt naar voren dat voor oliegerelateerde geur het percentage waarbij de enose en gehinderden dezelfde geur waarnemen 44% bedraagt. Andere typen geuren scoorden lager. De verklaring voor de lagere score kan gevonden vonden in het feit dat voor de training en het testen 5

8 gebruikt gemaakt is van de omschrijving van de geursituatie door de klagers. Deze omschrijving is echter niet altijd representatief voor de werkelijke geursituatie. Desalniettemin toont deze studie het principe van geurherkenning door enoses. Gevoeligheid In de studie is de gevoeligheid van de enoses nader onderzocht. Dit is belangrijk omdat de enoses niet teveel foute meldingen mogen produceren, maar ook niet te ongevoelig mogen worden afgesteld. Het effect van het variëren van de hoogte van de drempelwaarde waarmee het signaalverschil moet afwijken ten opzichte van de vorige waarneming is onder meer onderzocht. Het resultaat is dat bij een hogere drempelwaarde de gevoeligheid afneemt. Tevens komt naar voren dat het instellen van de drempelwaarde op 2,5 db voor de data-analyse een voldoende representatief beeld geeft van de werkelijke situatie. Lange termijn stabiliteit De lange termijn stabiliteit van de enoses is een element voor het inschatten van het periodieke onderhoud intervallen en de technische levensverwachting van de enoses. Deze informatie is vooral van belang voor het bepalen van de business case voor een definitief enose netwerk. De studie toont een trend dat het enose netwerk na 2 jaar operatie geen afname van de gevoeligheid vertoont. De fabrikant van de sensoren in de enose heeft informatie gepubliceerd over experimenten waarbij de sensoren 15 jaar lang onder laboratoriumomstandigheden succesvol zijn getest. Over het gedrag van de sensoren in de enoses onder werkelijke omstandigheden is nog weinig bekend, maar het resultaat dat de enoses na 2 jaar operatie nog stabiel zijn, is een goede indicator. Comon Invent Postbus AA Delft 6

9 2 Inleiding In het kader van het enose programma van de DCMR dient antwoord te worden gegeven op de vraag of een enose netwerk in staat is om snel en gericht informatie te verstrekken over de opkomst en verspreiding van gasvormige emissies die kunnen leiden tot onrust en overlast bij de bevolking. Om deze vraag te kunnen beantwoorden wordt onderzoek verricht naar correlaties tussen de ruwe enose data en andere relevante informatiebronnen. Deze studie betreft onder meer een vergelijking tussen enose data die zijn gelogd in een periode van 2 jaar en hinderklachten die zijn binnengekomen bij de meldkamer van de DCMR. Sinds 2010 staat een netwerk met dertig enoses opgesteld in het industriegebied op de Vondelingenplaat en de omliggende woonkernen in de regio Rijnmond (Vlaardingen, Schiedam, Spijkenisse, Hoogvliet en Pernis). De analyse is verricht op de dataset over de periode april 2010 tot mei De analyse is uitgevoerd op de dertien neuzen die in de woonkernen staan opgesteld zoals aangegeven in figuur 1. De reden hiervan is dat deze studie is gericht op de relatie tussen gerapporteerde hinder en enoses. Daarvoor is het belangrijk dat wordt gefocust op de enoses in de hinderzone en niet in een industriegebied waar de aanwezigheid van hogere concentraties aan gasvormige stoffen in de omgevingslucht niet geheel is uit te sluiten en de kans op het ontstaan van hinder kleiner is omdat een industriegebied onbewoond is. Figuur 1. De data van groen omcirkelde enoses zijn in deze studie onderzocht 7

10 Tijdens het onderzoek zijn de volgende onderwerpen behandeld. 1. Anomaliedetectie: zijn enoses goede indicatoren voor geurklachten op basis van het onderzoeken van de correlatie tussen gerapporteerde geurhinder en enose waarnemingen? 2. Patroonherkenning: Zijn er patronen in het enose signaal te vinden die corresponderen met beschreven gerapporteerde hinder? 3. Gevoeligheid: Geeft de dataset informatie over de gevoeligheid van het enose netwerk? 4. Lange termijn stabiliteit: Geeft de dataset informatie over de lange termijn stabiliteit van het enose netwerk? Anomaliedetectie Anomaliedetectie is een functionaliteit waarbij enoses generieke veranderingen in de omgevingslucht detecteren die een indicatie kunnen zijn van verspreidende gaswolken met een kans op geuroverlast of een veiligheidsrisico. In deze studie is onderzocht of een waargenomen anomalie door de enose een goede indicator is voor klachten. Patroonherkenning Bij anomaliedetectie wordt geen aandacht besteed aan de aard van het gasmengsel waar de enose op reageert. Bij patroonherkenning gebeurt dit wel. In deze studie is onderzocht of er patronen in de enose data zijn te vinden die corresponderen met gerapporteerde hinder. Gevoeligheid De drempelwaarde voor het detecteren van een anomalie is instelbaar en is bepalend voor de gevoeligheid van de enose. In twee eerdere studies was de drempelwaarde ingesteld op 2,5 db. Om de resultaten te kunnen vergelijken is de analyse ook nu met deze drempelwaarde uitgevoerd. Om de gevoeligheid van de enoses te testen is ondermeer onderzoek uitgevoerd met verschillende drempelwaarden. Lange termijn stabiliteit Van de sensoren die in de enose zijn verwerkt, voorspelt de fabrikant een lange levensverwachting. Dat wil zeggen, de fabrikant verstrekt informatie waarbij de sensoren onder laboratorium omstandigheden tot 15 jaar zonder significante verouderingsverschijnselen functioneren. De vraag is of de sensoren in de enoses onder werkelijke operationele omstandigheden gedurende een lange periode betrouwbare informatie produceren. Onderzocht is of over een periode van twee jaar de gevoeligheid van het enose netwerk intact is gebleven. Comon Invent Postbus AA Delft 8

11 3 Onderzoeksmethode. 3.1 Algemeen De gassensoren in de enose reageren op veranderingen van de concentratie oxideerbare en reduceerbare gasvormige stoffen in de directe omgeving van de enose. In de praktijk blijkt dat de enose in de meeste gevallen een stijging van het uitgangsignaal geven als de concentratie aan oxideerbare stoffen in de lucht stijgt. Omdat geuren zijn opgebouwd uit oxideerbare verbindingen, kan een verhoging van een enose duiden op een passerende geurwolk. Ook is het mogelijk dat de enose reageert op niet-geurende gassen of geuren die niet tot hinder leiden. Om de vraag te beantwoorden of enose geschikt is voor geurdetectie is het van belang om het gedrag van de enoses nader te beschouwen. Gekeken wordt hoe de enoses zich tijdens geurhinder episodes in Rijnmond gedragen en in de periodes waarbij er geen hinder is gerapporteerd aan de DCMR meldkamer. In een enose is een serie sensoren geplaatst die allemaal reageren op veranderingen van de samenstelling van de omgevingslucht. De signaalverandering van sensoren samen vormt een bepaald patroon. Periodiek (elke minuut) worden de sensorsignalen gelogd en in een database opgeslagen. Elk record in de database bevat dus het patroon van de sensorsignalen in de neus op het moment van de vastlegging. We noemen dit de ruwe enose data omdat deze data niet is gecorreleerd aan andere informatie over de luchtsamenstelling. E-neus data die kan worden gecorreleerd aan andere informatie vormt de basis van de online geurdetectie met enoses. Voor de geurdetectie met enoses zijn twee factoren belangrijk: 1. Aspecifieke signaalveranderingen (anomaliedetectie); 2. Patroonherkenning. 3.2 Anomaliedetectie Anomaliedetectie is een onderdeel van deze studie waarbij de enose data zijn vergeleken met geurhindermeldingen geregistreerd aan de meldkamer van de DCMR. Gezocht wordt naar correlaties in tijd en plaats. De dataset over deze periode bevat 9815 geurhindermeldingen en 13,7 miljoen enose registraties. Niet al deze data zijn relevant. Relevant zijn de voorvallen en enose waarnemingen die aan de volgende criteria voldoen: 1. Relevante enose waarneming: drempelwaarde > 2,5 db; 2. Relevant Voorval: een geurhinder voorval met minimaal drie klachten; 3. Plaatscriterium: afstand tussen enose en dichtstbijzijnde klacht maximaal 5 km 1 ; 4. Tijdcriterium: Tijdsverschil tussen de anomalie en klacht maximaal 2,5 uur De vergelijking van relevante enose waarnemingen met voorvallen kent vier toestanden: 1. Negatieve resultaten: ideale situatie geen hinder, geen relevante enose waarnemingen; 2. Positieve resultaten: relevante enose waarnemingen en relevante voorvallen; 3. Foutpositieve resultaten: relevante enose waarnemingen, geen relevante voorvallen; 4. Foutnegatieve resultaten: relevante voorvallen, geen relevante enose waarnemingen. In dit onderzoek wordt de verhouding tussen positieven en foutnegatieven als meetlat genomen. Dit omdat beiden uitsluitsel geven over de hindersituatie (er is namelijk hinder geregistreerd). Foutpositieve en negatieve resultaten geven geen uitsluitsel over de werkelijke geursituatie. De toestand foutpositief is feitelijk onjuist omdat een foutpositief resultaat impliceert dat een relevante enose waarneming niet overeenkomt met de werkelijkheid. Het gegeven dat er geen klachten zijn betekent echter nog niet dat de enose heeft gereageerd op een geursituatie. Door het ontbreken van referenties kan dit echter niet worden geduid. 1 In eerdere studies is voor het plaatscriterium naast de afstand ook heersende windrichting meegenomen. Dit is achterwege gelaten t.b.v. de benodigde versimpeling. 9

12 3.3 Patroonherkenning Bij anomaliedetectie wordt geen aandacht besteed aan de onderlinge verhouding van de signalen van de sensoren in de enose. Bij patroonherkenning gebeurt dit wel. Onderzocht wordt of er patronen in de ruwe enose data zijn te herkennen waarbij een relatie met waarneembare geur kan worden gelegd. Het onderzoek naar de werking van de patroonherkenning is in twee fasen uitgevoerd: 1. Fase 1: Patroongeneratie of Pattern Generation - Het zoeken naar unieke patronen bij klachten; - Het aanleggen van een referentiedatabase. 2. Fase 2: Patroonherkenning of Pattern Recognition - Het testen van de referentiedatabase; - Onderzoeken of door enose herkende (referentie)geuren overeenkomen met gerapporteerde hinder. Voor het uitvoeren van deze twee stappen is de dataset gesplitst in twee subsets, te weten: 1. Referentieset: bevat alle positieve resultaten van de 13 enoses in de woonomgeving in de periode van april 2010 tot april 2011; 2. Testset: bevat alle relevante enose waarnemingen van de 13 enoses die in de woonomgeving stonden opgesteld in de periode van april 2010 tot april Voor het aanleggen van de referentiedatabase wordt Pattern Generation uitgevoerd: Selecteren van positieve resultaten uit de referentieset; Analyse van de enose patronen tijdens deze voorvallen met Pattern Generator software; Labelen van enose patronen aan de omschrijving van de geur door gehinderden. We noemen deze gelabelde patronen enose fingerprints voor de betreffende geur; Invoeren van fingerprints in de referentiedatabase. Figuur 2 illustreert het proces van Pattern Generation. Met deze referentiedatabase wordt de testset geanalyseerd om Pattern Recognition te toetsen. Van elke anomalie in de testset is bepaald welk referentiepatroon de grootste gelijkenis heeft met het patroon van de enose tijdens deze anomalie; Van de testset zijn dus alle positieve en foutpositieve resultaten voorzien van een enose geurlabel; Voor de positieve resultaten wordt vervolgens een vergelijking gemaakt tussen de enose geurlabel en de geuromschrijving door de klager. Comon Invent Postbus AA Delft 10

13 Ruwe E-neus data Klachten E-neus data & geurhinder gekoppeld patroon Figuur 2. het labelproces. 3.4 Gevoeligheid In deze studie is een anomalie gedefinieerd als een enose meting waarvan de opgetelde signalen van de vier sensoren ten opzichte van de vorige meting groter is dan de ingestelde drempelwaarde. Hoe lager de drempelwaarde hoe meer anomalieën zullen worden gedetecteerd. Het aantal relevante enose waarneming zal hierdoor toenemen. Met meer relevante enose waarnemingen zal ook het aantal positieve resultaten toenemen. Tegelijkertijd zal het aantal foutpositieve resultaten toenemen. Voor de data-analyse is gekozen om de drempelwaarde in te stellen op 2,5 db. Deze keuze is gemaakt omdat deze waarde in eerdere studies ook is toegepast. In deze studie is onderzocht wat het effect van het instellen van het variëren van de drempelwaarde betekent voor de gevoeligheid. Naast de hoogte van de drempelwaarde is in dit onderzoek ook het aantal positieve resultaten van de anomaliedetectie bepaald als functie van de tijd en afstand. 3.5 Lange termijn stabiliteit In de literatuur zijn gegevens bekend waarbij de producent van de sensoren claimt dat de sensoren een lange levensverwachting hebben. De fabrikant van de sensoren onderbouwt deze claim door het verstrekken van informatie van testen waarbij de sensoren gedurende 15 jaar onder laboratorium omstandigheden zijn onderworpen aan een testcyclus waarbij ze periodiek zijn blootgesteld aan een testgas isobutaan met een concentratie van 1000 ppm. De gepubliceerde resultaten van deze testen tonen geen verouderingsverschijnselen over deze lange periode. Onderzocht is of de enoses onder de werkelijke praktijkomstandigheden ook betrouwbaar zijn. In deze studie is de trend onderzocht van het aantal positieve resultaten over een periode van april 2010 tot en met april

14 4 Resultaten. 4.1 Anomaliedetectie vanuit het perspectief van de klachten Positive False negative Complaints April May June July August September October November December January February March Total April May June July August September October November December January February March Total resultaten (80%) en foutnegatieve resultaten (20%) tabel 1: positieve Tabel 1 toont de resultaten van de anomalie analyse vanuit het klachtenperspectief. Bij elke relevant voorval wordt dus naar relevante enose waarnemingen gezocht. Het uiteindelijke resultaat is: in 80% van alle voorvallen met minimaal 3 geurhindermeldingen die zijn gemeld in de buurt van een enose er sprake is er sprake dat de enose toen ook iets geroken heeft Negatieve en fout-positieve resultaten Negatieve resultaten hebben betrekking op de toestand waarbij er geen relevante voorvallen zijn en ook geen relevante enose waarnemingen. Dit is de gewenste situatie. Deze situatie kan als volgt bij benadering berekent worden. De 13 enoses hebben in twee jaar tijd waarnemingen geregistreerd met een interval van 1 minuut. Dit zijn waarnemingen waarvan er als relevante enose Comon Invent Postbus AA Delft 12

15 waarnemingen zijn geregistreerd (0,016%). Dit betekent dat op basis van de huidige instellingen van de anomaliedetector de totale relevante enose waarnemingen overeenkomen met 0,2% van de verstreken tijd. Of anders gezegd, 99,8% van de tijd is er sprake van een situatie zonder relevante enose waarnemingen en bij benadering zonder hinder. Fout-positieve resultaten hebben betrekking op de toestand waarbij er geen relevante voorvallen, maar wel relevante enose waarnemingen zijn gemeld. Het gegeven dat er geen relevante voorvallen zijn gerapporteerd betekent niet dat er in werkelijkheid geen geur aanwezig was die door mens en enose zijn waargenomen, maar het heeft in ieder geval niet geleid tot het indienen van een klacht. De vaststelling of een er sprake was van een werkelijke fout-positieve toestand kan niet worden gemaakt. Een onderbouwde uitspraak over de fout-positieve resultaten kan niet worden gemaakt Voorbeeld: Positief resultaat Om een indruk te krijgen hoe de resultaten van de data-analyse zich verhouden met de werkelijkheid is een relevant voorval nader belicht. Het betreft een voorval op 14 september 2010 met 15 klachten. De hinder wordt veroorzaakt door het fakkelen van procesgas door een olieraffinaderij. De gaswolk trekt over een deel van het enose netwerk. Om door de anomaliedetector te worden geclassificeerd als positief resultaat, dient er te worden voldaan aan de zoekcriteria. 1. Relevante enose waarneming: drempelwaarde > 2,5 db; 2. Relevant Voorval: een geurhinder voorval met minimaal drie klachten; 3. Plaatscriterium: afstand tussen enose en dichtstbijzijnde klacht maximaal 5 km; 4. Tijdcriterium: Tijdsverschil tussen de anomalie en klacht maximaal 2,5 uur. VLD-03 SDM-02 VLD-02 Figuur 3. De gele ellips toont de baan van de hindergevende pluim Figuur 3 toont dat de enose VLD-02, VLD-03 en SDM-02 ten minste in het verspreidingsgebied staan. De anomaliedetector heeft dit voorval als een positief resultaat meegeteld, omdat: 1. meer dan 2 klachten zijn; 2. Er zijn relevante enose waarnemingen geregistreerd; 3. De relevante waarnemingen klachten voldoen aan het tijd- en plaatscriterium. In de volgende paragraaf en in Bijlage A wordt dit voorval tevens verder uitgewerkt. 13

16 4.2 Patroonherkenning Bij anomaliedetectie wordt het enose signaal uitsluitend getoetst op een overschrijding van een drempelwaarde. Patroonherkenning gaat een stap verder. Bij patroonherkenning wordt het actuele patroon van de enose vergeleken met enose-fingerprints in een database. De enose-fingerprint uit de database met de grootste gelijkenis met het patroon van de actuele enose waarneming is het gasmengsel dat de enose dan denkt waar te nemen. Dit principe wordt hier toegelicht aan de hand van het voorbeeld van paragraaf Tabel 2 heeft betrekking op dezelfde resultaten als getoond in figuur 3. In kolom 3 van tabel 2 is de fingerprint van enose VLD-03 weergegeven en in kolom 4 is de klachtomschrijving van de gehinderden weergegeven. De gehinderden omschrijven de geur als: Stank, Zwavel, H2S/rotte eieren. De enose herkent het referentiepatroon Mercaptaan. Hier is dus een redelijke overeenkomst tussen de geurkwalificatie van de enose en gehinderden. Tabel 2. Positieve resultaten van VLD-03 tijdens voorval op 14 september 2010 In de volgende paragraaf wordt nader ingegegaan hoe de referentiepatronen tot stand zijn gekomen en zijn getest Fase 1: Trainen Voor het aanleggen van de referentiedatabase wordt een Pattern Generation uitgevoerd: Selecteren van voorvallen die met de anomaliedetectie hebben geleid tot positieve resultaten; Analyse van de enose patronen tijdens deze voorvallen met Pattern Generator Module; Labelen van enose patronen aan de omschrijving van de geur door gehinderden. Dit zijn de enose-fingerprints van deze training; Invoeren van fingerprints in de referentiedatabase. De eerste stap, het selecteren van voorvallen die met de anomaliedetectie hebben geleid tot positieve resultaten, is reeds behandeld in paragraaf 4.1. In bijlage A worden de andere benodigde stappen nader toegelicht. De training met behulp van de referentieset heeft geleid tot een set van 22 enoseklachten-fingerpints referenties (tabel 3). Tabel 3. Fingerprints in testset Comon Invent Postbus AA Delft 14

17 4.2.2 Fase 2: Testen Voor de patroonherkenning is een testset gecreëerd waarin alle anomalieën van de 13 enoses in de woonomgeving in de periode van april 2010 tot april 2012 zijn opgenomen. De testset omvat alle anomalieën die tot positief of foutpositief resultaat hebben geleid. Elke anomalie in de testset is gelabeld met een Reference label. Dit betekent dat de vorm van de onderhavige anomalie het meest lijkt op de vorm van het geselecteerde referentiepatroon. De selectie gebeurt door het bepalen van de gelijkheidsfactor, de L-factor. Het koppelen van de reference labels aan anomalieën volgens L-factor methode gebeurt door een berekening volgens de kleinste kwadraten methode. Het verschil tussen het patroon van de relevante enose waarneming met alle referentiepatronen wordt bepaald. Het verschil is een getal dat tussen 1 en oneindig ligt. In het hypothetische geval dat de vorm van de enose waarneming exact hetzelfde zou zijn als de vorm van een van de referentiepatronen, dan is de L-factor 1. Hoe meer de vorm afwijkt hoe groter de L-factor. Voor het testen is de set met 22 fingerprints van fase 1 gebruikt. Van elke relevante enose waarneming in de testset is de L-factor bepaald. De fingerprint met kleinste L-factor heeft de grootste gelijkenis en wordt aan de relevante enose waarneming gekoppeld. Het resultaat is een lijst waarin alle relevante enose waarnemingen zijn gelabeld. Tabel 4 is een voorbeeld waarin een deel van deze lijst is weergegeven. Tabel 4: een deel van de lijst met gelabelde relevante enose waarnemingen van de testset 15

18 Elke relevante enose waarneming in de testset is gekoppeld aan een fingerprint. Dit is de geur die de enose denkt te ruiken. De vraag is nu aan de orde hoe goed deze geurherkenning door de enose is. De volledige lijst met gelabelde enose waarnemingen omvat alle relevante enose waarnemingen. De volledige lijst bevat dus alle positieve en alle foutpositieve resultaten. Omdat foutpositieve resultaten niet nader zijn te onderbouwen kunnen alleen de positieve resultaten vergeleken worden met de geuromschrijving van de klagers. Tabel 5 toont een resultaat van een positief resultaat waarbij de enose hetzelfde ruikt als de gehinderden. Tabel 5: geclassificeerde labels voor brandlucht gerelateerde informatie Bij het voorval in tabel 5 is dus een sterke relatie tussen de geurherkenning van de enose en de beleefde hinder. Toch is in de meeste gevallen deze relatie nog niet zo sterk. Dit heeft te maken met de hoeveelheid en kwaliteit van de fingerprints en de kwaliteit van de referentiebron. De fingerprints worden bepaald op het moment dat er een hindersituatie is. Er zijn daarom diverse factoren die tot onzekerheid leiden zijn, de belangrijkste zijn: De beleefde geurwaarneming door de gehinderde is niet in alle gevallen correct. De enose kan ook door andere gassen worden beïnvloed dan uitsluitende het hindergevende gas; De enose c.q. hinder kan worden gevormd door een geur waarvan (nog) geen fingerprint is opgenomen in de referentieset. De L-factor kan dusdanig groot zijn dat de enose geurherkenning onwaarschijnlijk is. Een illustratie van een niet zo sterke relatie tussen de enose herkenning en de klachtenomschrijving is als volgt. In tabel 6 worden alle waarnemingen opgenomen waarbij de enoses de aan brandlucht gerelateerde fingerprints hebben geclassificeerd. In totaal zijn 42 relevante enose waarnemingen geclassificeerd als brandlucht. Vier keer is er echter een overeenkomst tussen de enose waarneming en de klacht. In dit geval geeft de enose een geurherkenning die maar ongeveer 10% correct is. Tabel 6 toont echter ook dat bandbreedte voor de L-factoren groot is (tussen ). Hoe hoger de L-factor, hoe groter de afwijking ten opzichte van de beschikbare fingerprints. Dus de niet zo sterke relatie tussen de enose herkenning en de klachtenomschrijving is hier grotendeels te wijten aan de slechte match (hoge L-factor) tussen de enose-referentie fingerprint en de positieve enose waarneming. Nader onderzoek naar de relatie tussen de hinder en de L-factoren is gewenst. Hieruit kan komen dat de L-factor als een kwaliteitsparameter voor de geurkerkenning moet worden genomen. Bijvoorbeeld wanneer de L-factor een ingestelde grens overschrijdt dan kan de relatie tussen de geurherkenning door de enose en de hinderomschrijving worden betwijfeld. Comon Invent Postbus AA Delft 16

19 Tabel 6. Deel van de aan brandlucht gerelateerde enose waarnemingen en klachtomschrijving door gehinderde. 17

20 Aantal klachten Patroonherkenning voor olielucht gerelateerde hinder. In de vorige paragraaf is het resultaat beschreven van de geurherkenning door de enoses voor brandlucht. Brandlucht is echter niet een veelvoorkomend oorzaak van hinder in Rijnmond. Brandlucht staat op de achtste plaats in de geurhinder top 25 van de DCMR (zie figuur 4). Oliegerelateerde geurhinder is veel prominenter in het Rijnmondgebied. Daarom is in deze paragraaf het resultaat van het onderzoek naar de oliegerelateerde hinder uitgewerkt. Top 25 - Klachtendatabase DCMR /4/ /3/2011 1/4/ /3/ Olie Algemeen Chemisch algemeen Raffinaderijlucht / Petrochemisch Gasolie / Diesel Industrielucht Algemeen Stookolie Brandlucht Algemeen H2S / Rotte eieren Zoet / Weeïg Benzine Misselijkmakend / Walgingwekkend Verbrand plastic Gasachtig Gier/mest Gist / Vergisting / Alcohol Crude Verbrand rubber Petroleum / Kerosine Asfalt / Bitumen / Teer Rioollucht Vies / Smerig Zuur Verf / Terpentine / Thinner Geuromschrijving Figuur 4. Top 25 gerapporteerde geurhinder meldkamer DCMR De eerste stap voor vergelijking van de oliegerelateerde geuren is het maken van een clustering van alle oliegerelateerde fingerprints en geuromschrijvingen. Deze classificatie is gedaan omdat de geurspecificatie door de gehinderen niet altijd even eenduidig is. Een enose herkenning van de fingerprint Olie kan overeenkomen met een klacht van Stank, Olie, Stookolie. Hoewel in dit geval waarschijnlijk sprake is van een goede relatie zou een automatische geurherkenning het niet als een positief resultaat identificeren. Door introductie van de enose Class en Complaint Class is een betere vergelijking mogelijk tussen geurherkenning van de enoses en menselijk beleefde geurhinder. De olieclassificatie voor zowel de enose als de mens is gegeven in tabel 7 Tabel 7: geclassificeerde labels voor olie gerelateerde informatie Comon Invent Postbus AA Delft 18

21 Selectie van alle positieve relevante enose waarnemingen gedurende 2 jaar behorende tot olieclassificatie geeft 142 resultaten. Vergelijking van de olie gerelateerde positieve enose waarneming met de bijbehorende klachtenomschrijving geeft het volgende resultaat: 55 keer van de 142 keer is de geurherkenning tussen de enose en de klacht overeenkomstig. Dit is een score van bijna 40%. Het resultaat is in tabel 8 weergegeven. De verwachting is dat dit percentage stijgt wanneer de set fingerprints kwantitatief en kwalitatief toeneemt Tabel 8. Deel van de olie gerelateerde enose waarnemingen en klachtomschrijvingen Een tegenstelling tot de anomaliedetectie in paragraaf 4.1 is dat bij deze analyse alle voorvallen zijn gebruikt, dus ook die met 1 klacht. Een ander verschil is dat gekozen is om het onderzoek naar de geurherkenning niet te beperken tot de geuromschrijving van de eerste 3 klachten. De onderliggende reden is dat anders het resultaat teveel wordt beïnvloed door grote incidenten. Dit wordt geïllustreerd aan de hand van het voorval Het betreft hier het voorval waarbij een stroomstoring op 17 mei 2010 leidde tot de noodzaak van het fakkelen van procesgas van een raffinaderij. Dit leidde tot een voorval met ruim 400 geurklachten. De geurwolk is over het enose netwerk getrokken en is op een afstand van 20 km tot het incident goed door de enoses waargenomen. 19

22 Het blijkt dat een anomalie die enose SDM-02 heeft waargenomen in dit extreme geval correspondeert met 46 klachten. Voor 39 klachten hiervan geldt dat de geurherkenning correct is (zie tabel 9). Tabel 9. Anomalie van enose SDM-02 correspondeert met 46 klachten Voor andere enoses geldt bij dit voorval een vergelijkbare situatie. Dit betekent dat er een paar honderd correcte waarnemingen aan slechts een aantal enose waarneming zijn te koppelen. Dit leidt tot een onrealistisch hoog aantal correcte waarnemingen op de totale testset. Om dit te voorkomen is het aantal klachten dat wordt betrokken bij de analyse begrensd tot 3 per anomalie. Comon Invent Postbus AA Delft 20

23 4.3 Gevoeligheid De gevoeligheid van de anomaliedetector (dus ook van de patroonherkenner) wordt in dit onderzoek bepaald door de onderstaande instellingen. 1. Relevante enose waarneming: drempelwaarde > 2,5 db; 2. Relevant Voorval: een geurhinder voorval met minimaal drie klachten; 3. Plaatscriterium: afstand tussen enose en dichtstbijzijnde klacht maximaal 5 km; 4. Tijdcriterium: Tijdsverschil tussen de anomalie en klacht maximaal 2,5 uur Deze instellingen zijn vrij instelbaar. In dit geval zijn ze vergelijkbaar gekozen met de instellingen zoals ze in eerdere studies met betrekking tot dit onderwerp zijn uitgevoerd. De resultaten van de analyse worden echter wel beïnvloed door de instellingen. Het tijdcriterium is gebaseerd op een maximale tijdspanne van 2,5 uur. In de praktijk blijkt dit een ruim gedimensioneerde waarde. De gemiddelde tijdspanne tussen klacht en relevante enose waarneming blijkt 23 minuten In figuur 5 wordt het aantal positieve resultaten weergegeven van de dataset van de 13 enoses over de periode van april 2010 tot april 2011 als functie van de drempelwaarde en de afstand. Deze analyse is bepaald vanuit het perspectief van de enoses. Bij elke relevante enose waarneming wordt gezocht naar klachten uit relevante voorvallen. Het aantal positieven neemt toe bij verlaging van de drempelwaarde en vergroting van de maximale afstand. Een zelfde trend als in figuur 5 wordt gevonden voor de foutpositieven. Een optimale instelling geeft een groot aantal positieven maar daarbij ook een laag aantal foutpositieven. De gekozen instellingskeuze van deze studie (drempelwaarde van 2,5 db en een maximale afstand van 5 km) geven daarom een voldoende beeld van de werkelijke situatie. Positive readings km 1km 5.0 5km 4 km 3km Figuur 5. gevoeligheid positieve resultaten als functie van de plaats en drempelwaarde. In andere studie naar de resultaten van de enoses op en rond de Vopak Terminal Europoort wordt ook aandacht besteed aan de instellingen. Ook uit die studie volgt dat een drempel van 2,5 db een realistisch beeld oplevert in de verhouding tussen positieve en fout-positieve resultaten. 21

24 positive results 4.4 Lange termijn stabiliteit Figuur 10 toont dat het aantal positieve resultaten in dezelfde periodes in 2010 en 2011 gelijk is. Dit betekent dat de enose over deze periode ongeveer hetzelfde aantal anomalieën heeft waargenomen die corresponderen met klachten. Een verondersteld ouderdomsverschijnsel is dat de gevoeligheid van de sensoren in de tijd afneemt. Dit zou tot uiting kunnen komen doordat de correlatie met de klachten verslechtert. Het aantal positieve resultaten zou dan afnemen. Dit effect wordt niet gezien. Dit is een aanwijzing dat de gevoeligheid na 2 jaar continue operatie niet is afgenomen. Positive results (Threshold = 2.5 db) Jan Feb Mar Apr May Jun Jul Aug Sep Oct Nov Dec Time Figuur 6. Het aantal positieve resultaten vertoont geen afnemende trend over twee jaar. Comon Invent Postbus AA Delft 22

25 Deze bevinding wordt ondersteund door een voorval op 8 oktober s-ochtends registreert de enose VLD-02 een oliegerelateerde geur. Een medewerker van Comon Invent is rond 10 uur ter plaatse en heeft de waarneming zintuiglijk bevestigd. Het betreft hier een positief resultaat waarbij in totaal drie klachten uit Vlaardingen zijn gemeld. Dit betekent dat deze enose na ruim 2 jaar en 7 maanden operatie nog steeds correct functioneert. Figuur 7. Positief resultaat met correcte geurherkenning door VLD-02 op 8 oktober

26 5 Conclusies en aanbeveling Anomaliedetectie Vanuit het klachtenperspectief kan worden geconcludeerd dat het percentage positieve resultaten meer dan 80% bedraagt bij voorvallen met meer dan 3 klachten; De anomaliedetectie laat zien dat de werkelijke tijd waarbij er geen sprake is van een geursituatie in de buurt van de enoses 99.8% van de tijd bedraagt. Patroonherkenning Deze studie toont de potentie van de patroonherkenning. Gesteld kan worden dat een juiste geurherkenning op basis van deze referentie- en testset leidt tot een resultaat waarbij ten minste 44% van de enose waarnemingen plausibele geurherkenning weergeeft voor de oliegerelateerde voorvallen. Gevoeligheid De gevoeligheid van de anomaliedetector is afhankelijk van de drempelwaarde waarbij een enose waarneming als relevant wordt beschouwd en tijd en afstand met de klachten binnen relevante voorvallen. De resultaten hangen samen met de instellingen. De instellingen die hier zijn gebruikt zijn gebaseerd op eerdere onderzoeken over dit onderwerp en geven een voldoende representatief beeld van de werkelijke situatie. Lange termijn stabiliteit De studie geeft aanwijzingen dat de enoses over een periode van twee jaar geen kwaliteitsafname door verouderingsverschijnselen vertonen. Aanbeveling Deze data-analyse heeft het doel het gedrag van de enoses en de interne sensoren te onderzoeken. De resultaten zijn toe te passen voor de ontwikkeling en het optimaliseren van het online alarmering systeem in de DCMR meldkamer. Momenteel wordt daarbij gefocusd op andere parameters, te weten een grenswaardeoverschrijding van het actuele somsignaal van de vier sensoren bij 5, 10, 15 db. Met deze resultaten kan de ontwikkeling worden uitgebreid naar een combinatie van actuele signaalhoogte, anomalie en patroonherkenning. De geuromschrijving door de klagers is niet altijd betrouwbaar en is daarmee niet een ideale referentieset voor de geurtraining. De geurherkenning door enose kan worden verbeterd door een meer betrouwbaardere referentieset op te bouwen. Te denken valt aan uitbreiding van de geurlab-training door Vito. Comon Invent Postbus AA Delft 24

27 Referenties DCMR Rapport: Analyse van de enose informatie met statische technieken over de eerste pilot fase in de regio Rijnmond in 2008 Bootsma et. al. April 2010 (projectnummer 34101) DCMR Rapport DMS_MP-# Analyse van data Vopak & DCMR e-neuzen in 2009 Act. B, 1 e fase (Pilot-studie industrie) Bootsma et. al. September 2011 The Stannic Oxide Gas Sensor Ihokura & Watson ISBN Nicolas J., Cerisier C., Delva J. and Romain A.C., 2012 Potential of electronic noses to assess in real time the odour annoyance in the environment of a compost facility. Chemical Engineering Transactions, 30, DOI: /CET

28 Bijlage A Fingerprint determinatie onderzoek met Pattern Generator Module Comon Invent Postbus AA Delft 26

29 Een fingerprint van een enose voor een willekeurig gasmengsel wordt bepaald door de onderlinge verhouding tussen de sensoren in de enose. Deze verhouding kan worden vastgelgd met behulp van de Pattern Generator Module. In deze bijlage wordt de werkwijze het proces van de patroongeneratie met deze module aan de hand van een praktijksituatie toegelicht. De praktijkcase betreft een verdieping van het voorval op 14 september 2010 (zie ook paragraaf 4.1.1) Bij het determineren van enose fingerprints wordt ruwe enose data vergeleken met andere informatie over de omgevingstoestand in de buurt van de enose op hetzelfde moment. Er zijn meerdere vergelijkende informatiebronnen mogelijk. In dit geval wordt de klachtendata gerapporteerd aan de meldkamer van de DCMR als referentiebron gebruikt. Tijdens een voorval op 14 september 2010 trekt een gaswolk over een deel van het enose netwerk. Tussen 8:40 en 10:42 worden 12 klachten gemeld uit de nabije omgeving van SDM-02. Dit is een interessant gegeven voor een nader fingerprint onderzoek. Figuur A1. SMD-02 in hindergebied op 14 september 2010 Figuur A2. Ruwe data enose SDM-02 op 14 september

30 Het onderzoek start met de bestudering van de ruwe data van deze enose gedurende deze hele dag. Figuur A2 toont de grafiek met de ruwe data van SDM-02. Het blauwe omlijnde blok is het tijdvak waarin de klachten worden gerapporteerd. Hoewel in de ruwe data ook op andere momenten pieken worden gezien, valt op dat de hoogste pieken worden geregistreerd in de periode die samenvalt met de hinder. De Pattern Generator Module is een programma verwant aan het K-means clustering algoritme. Het algoritme is gebaseerd op het vectoriseren van de sensordata. De gevectoriseerde componenten worden onderling vergeleken waarbij ze worden gesorteerd in een aantal clusters. In deze case wordt de dataset geclusterd in drie compenentclusters. De clusters worden vervolgens in een 2D-vlak geprojecteerd. Alle groene blokjes zijn de enose waarnemingen die bij cluster 1 horen. De gele blokjes bij cluster 2 en de witte blokjes bij cluster 3. Elk relevante waarneming is ingedeeld bij een van de drie clusters. Echter, de kans dat het patroon van die waarneming exact lijkt op dat van de hoofdcomponent is gering. Het patroon vertoont weliswaar de grootste gelijkenis met de hoofdcomponent van het cluster waarbij het is ingedeeld, maar kan ook op de andere hoofdcomponenten lijken. Hoe minder sterk de gelijkenis hoe groter de aan aantrekkingskracht van de andere clusters. Dit komt tot uiting in de puntenwolk in plaatje rechtsboven. In dit geval zijn er drie hoofdcomponenten. Deze zijn gesitueerd op een denkbeeldige cirkel met een straal 1 gerekend vanuit de oorsprong. De hoofdcomponenten staan op een equidistante plaats op de cirkel, in dit geval dus onder een hoek van 120 ten opzichte van elkaar. De patronen van cluster 1 zullen afhankelijk van de gelijkenis met de andere clusters in de richting van de positie van de andere hoofdcomponenten worden getrokken. Een enose waarneming waarvan het patroon evenveel gelijkenis met alle drie hoofdcomponenten vertoont, ligt exact in de oorsprong van de assenstelsel. Het resultaat van de analyse van de data van SDM-02 van heel 14 september toont dat de meeste relevante waarnemingen bij cluster 1 zijn ingedeeld, maar dat de gelijkenis met de andere twee patronen groot is. Er wordt met deze analysestap dus niet een sterk onderscheidend patroon gevonden in deze dataset. Figuur A3. Resultaat van de Patroon Generator Module op ruwe data SDM-02 d.d. 14 september 00:00-23:59 De volgende stap die wordt genomen is het inzoomen op van het tijdvak rondom de hindergolf. De Patroon Generator Module geeft dan een opnieuw drie patronen weer die zichtbaar sterker zijn. Dit wordt geïllustreerd in figuur A4 waarbij de drie ellipsen elkaar niet meer overlappen. Comon Invent Postbus AA Delft 28

31 Figuur A4. Resultaat van de Patroon Generator Module op ruwe data SDM-02 d.d. 14 september 8:00-10:00 De volgende stap is het terugtransformeren van de geclusterde patronen naar het tijddomein. In wordt in figuur A5 weergegeven. Het blauwe blok is weer het tijdvak van de hinder. Opvallend is dat de het patroon wordt gerepresenteerd door de witte blokjes (patroon 3) door de enose is waargenomen vlak voordat de eerste klacht is gemeld. Mogelijk is dit het patroon van het gasmengsel dat de hindergevende componenten bevat. Figuur A5. Weergave van de drie gevonden patronen SDM-02 d.d. 14 september 8:00-10:00 Het lijkt erop dat in de data van SDM-02 patronen zijn te vinden die een kennelijk verband hebben met de hindergevende componenten in de lucht. Met de Patroon Generator Module kan nu worden bepaald of ditzelfde patroon ook door andere enoses is waargenomen. Het resultaat van deze toets is weergegeven in figuur A6 waarbij de data van alle enoses (dus ook die in het industriegebied) op 14 september 2010 van 00:00 tot 23:59 is vergeleken met patroon 3 uit figuur A4. 29

32 Figuur A6. Weergave van de drie gevonden patronen SDM-02 d.d. 14 september 8:00-10:00 De gele punaises in figuur A6, representeren de enoses die patroon 3 hebben waargenomen. Figuur A7. Weergave alle enoses die zijn geanalyseerd Comon Invent Postbus AA Delft 30

33 Het resultaat is bijzonder. Figuur A6 toont dat alleen de enoses in de hinderzone patroon 3 hebben waargenomen! De conclusie van deze analyse met de Patroon Generator Module is dat het resultaat in dit geval een plausibel patroon is gegeneerd die een duidelijk verband vertoont met geur die door de gehinderden wordt omschreven als Stank, Zwavel, H2S/rotte eieren Vanwege deze goede overeenkomst kan dit patroon als enose fingerprint worden opgenomen in de set met referentie fingerprints. Zoals gezegd is de data van alle enose geanalyseerd met patroon 3 van de dataset van SDM-03. Numeriek wordt het patroon gerepresenteerd door vier getallen. Deze getallen betreft de onderlinge verhouding tussen de sensor signalen in de enose. Deze getallen kunnen nu samen met de gewenste omschrijving en codering worden toegevoegd aan de fingerprint database van de Comon Suite. Het scherm van deze functie is in figuur A8 afgebeeld. Figuur A8. invoerscherm voor het toevoegen van nieuwe Fingerprints aan de geurdatabase van de Comon Suite Bij het invoeren in de vingerprint database wordt het nieuwe patroon vergeleken met de bestaande fingerprints. In dit geval wordt de best match gevormd door het bestaande patroon Stack gas (SO2- rich). Het betreft hier een fingerprint die is resultaat van de analyse van enose data die is verkregen door een olfactometrisch laboratorium onderzoek verricht door VITO op luchtmonsters van SO 2 -rijk uitlaatgas van een fabrieksschoorsteen. 31

Datum Documentnummer Project Auteur. 19 september Dr. J.B. Milan

Datum Documentnummer Project Auteur. 19 september Dr. J.B. Milan Notitie Aan Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 19 september 2012 21441736 Dr. J.B. Milan Onderwerp Activiteit D,: E-nose alarmering t.b.v. Veiligheid Inleiding Binnen het E-nose programma, specifiek

Nadere informatie

Notitie. e-nose board. 22 mei E-nose programma Bianca Milan

Notitie. e-nose board. 22 mei E-nose programma Bianca Milan Notitie Aan e-nose board Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 22 mei 2012 21343451 E-nose programma Bianca Milan Onderwerp Activiteit A, E-nose Safety deel B ( Vast Netwerk Moerdijk): Deel 1;

Nadere informatie

Jaarverslag project GeurinZicht 2016

Jaarverslag project GeurinZicht 2016 Jaarverslag project GeurinZicht 2016 Het enose netwerk in de Amsterdamse haven Inleiding In het jaarverslag van het enose-project Geurinzicht worden de resultaten en ontwikkelingen van het jaar 2016 beschreven.

Nadere informatie

22 mei 2012 21378304 E-nose programma Bianca Milan

22 mei 2012 21378304 E-nose programma Bianca Milan Notitie Aan e-nose board Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 22 mei 2012 21378304 E-nose programma Bianca Milan Onderwerp Activiteit A, E-nose Safety deel B ( Vast Netwerk Moerdijk): Deel 2;

Nadere informatie

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven   KvK Utrecht T A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 info@rivm.nl Uw kenmerk Gevoeligheid van de gesommeerde depositiebijdrage onder 0,05

Nadere informatie

11 april e-nose programma Dr. J.B. Milan

11 april e-nose programma Dr. J.B. Milan Notitie Aan e-nose board Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 11 april 2013 21556783 e-nose programma Dr. J.B. Milan Onderwerp Activiteit D, Automatische Alarmering Veiligheid: Validatie E-nose

Nadere informatie

27 juni 2011 21204847 E-nose J.B. Milan en Ray Desmidt. Managementsamenvatting e-neus Safety Pilot 2010

27 juni 2011 21204847 E-nose J.B. Milan en Ray Desmidt. Managementsamenvatting e-neus Safety Pilot 2010 Notitie Aan e-nose board Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 27 juni 2011 21204847 E-nose J.B. Milan en Ray Desmidt Onderwerp Activiteit A, E-nose safety deel A (vast netwerk Pernis) Managementsamenvatting

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Folkert Buiter 2 oktober 2015

Folkert Buiter 2 oktober 2015 1 Nuchter kijken naar feiten en trends van aardbevingen in Groningen. Een versneld stijgende lijn van het aantal en de kracht van aardbevingen in Groningen. Hoe je ook naar de feitelijke metingen van de

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

PRAKTISCHE INVULLING VOOR OPTIMALISATIEMODEL PLAATSING GEURSENSOREN. Door: Bertus van der Weijst Stagiair Wageningen Universiteit

PRAKTISCHE INVULLING VOOR OPTIMALISATIEMODEL PLAATSING GEURSENSOREN. Door: Bertus van der Weijst Stagiair Wageningen Universiteit PRAKTISCHE INVULLING VOOR OPTIMALISATIEMODEL PLAATSING GEURSENSOREN Door: Bertus van der Weijst Stagiair Wageningen Universiteit Onder begeleiding van: Angela van der Sanden en Monique van der Gaag Contact:

Nadere informatie

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW aan SZW van Peter-Paul de Wolf en Sander Scholtus (Senior) methodoloog onderwerp Aandeel 0-jarigen onder aanvragen toeslag kinderdagopvang datum 5 september 2018 Inleiding Naar aanleiding van een voorgestelde

Nadere informatie

Hermes-model in beeld

Hermes-model in beeld Hermes-model in beeld INLEIDING Informatie over woningen, zoals de herbouwwaarde en andere bouwkundige kenmerken, wordt door verzekeraars, volmachten en intermediairs veelvuldig gebruikt. Toepassingen

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak 2017-2018 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding...3 Aanleiding...3 Aanpak, perioden en meetmomenten...3 Samenvatting...4

Nadere informatie

Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017)

Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017) Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017) analyse Henri de Ruiter, Ernie Weijers Februari 2018 Sinds juli 2017 meten burgers met behulp van goedkope sensoren de luchtkwaliteit in Schiedam.

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek bestemmingsplan. (v5) Geluidbelasting ten gevolge van wegverkeer en industrie

Akoestisch onderzoek bestemmingsplan. (v5) Geluidbelasting ten gevolge van wegverkeer en industrie Akoestisch onderzoek bestemmingsplan De Haven (v5) Geluidbelasting ten gevolge van wegverkeer en industrie Akoestisch onderzoek bestemmingsplan De Haven (v5) Geluidbelasting ten gevolge van wegverkeer

Nadere informatie

enose project Moerdijk 2013 2014

enose project Moerdijk 2013 2014 enose project Moerdijk 2013 2014 Auteur: Simon Bootsma 5-12-2014 Projectgroep Sjef van Loon - Provincie Noord-Brabant Johan de Pee - Gemeente Strijen Henk de Bruijn - Gemeente Moerdijk Jacco Rentrop -

Nadere informatie

N o t i t i e. Lactosebepalingen MPR Datum: Arnhem, 29 augustus 2006 Onze referentie: R&D/06.0108/MH/HWA Bijlage(n): -

N o t i t i e. Lactosebepalingen MPR Datum: Arnhem, 29 augustus 2006 Onze referentie: R&D/06.0108/MH/HWA Bijlage(n): - Auteur: Horneman Betreft: Lactosebepalingen MPR Datum: Arnhem, 29 augustus 2006 Onze referentie: R&D/06.0108/MH/HWA Bijlage(n): - N o t i t i e Sinds begin 2006 worden resultaten van lactosebepalingen

Nadere informatie

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma

Nadere informatie

Percentage afwijkingen groter dan vijf decibel

Percentage afwijkingen groter dan vijf decibel Om beter op zoek te kunnen gaan waar er verbeteringen kunnen toegevoegd worden aan de algoritmes heb ik een hulpfunctie gemaakt die in plaats van het interpoleren tussen fingerprints slechts de positie

Nadere informatie

Protocol getest reukorgaan toezichthouder. DCMR protocol

Protocol getest reukorgaan toezichthouder. DCMR protocol Protocol getest reukorgaan toezichthouder DCMR protocol Inhoud 1 Inleiding 6 1.1 Voorwoord 6 1.2 Aanleiding 6 2 Protocol getest reukorgaan (toezichthouders) 7 Protocol getest reukorgaan toezichthouder

Nadere informatie

Hoofdstuk 17: Grafieken en diagrammen: waarom

Hoofdstuk 17: Grafieken en diagrammen: waarom Hoofdstuk 17: Grafieken en diagrammen: waarom 17.0 Inleiding In Hoofdstuk 16: Grafieken en diagrammen - gids, bekeken we hoe we diagrammen invoegen, bewerken en opmaken. In dit hoofdstuk zullen we de principes

Nadere informatie

Auteur:Dr. J.B. Milan Datum:2 February 2018 Referentie:RUDUtrecht Opdrachtgever:RUDUtrecht Comon Invent BV

Auteur:Dr. J.B. Milan Datum:2 February 2018 Referentie:RUDUtrecht Opdrachtgever:RUDUtrecht Comon Invent BV enose meetcampagne Bunschoten (2017) Auteur:Dr. J.B. Milan Datum:2 February 2018 Referentie:RUDUtrecht.9678.100118 Opdrachtgever:RUDUtrecht Comon Invent BV Postbus 39 2600 AA Delft info@comon-invent.com

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

de heer Pieter Roos (ministerie van I&M), de heer A Deelen (DCMR) 21877449 Dr. J.B. Milan Oplegnotitie enose pilot Horeca 2014

de heer Pieter Roos (ministerie van I&M), de heer A Deelen (DCMR) 21877449 Dr. J.B. Milan Oplegnotitie enose pilot Horeca 2014 Notitie Aan de heer Pieter Roos (ministerie van I&M), de heer A Deelen (DCMR) Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 8 december 2014 Onderwerp enose pilot Horeca 2014 21877449 Dr. J.B. Milan Oplegnotitie

Nadere informatie

AFO 142 Titel Aanwinsten Geschiedenis

AFO 142 Titel Aanwinsten Geschiedenis AFO 142 Titel Aanwinsten Geschiedenis 142.1 Inleiding Titel Aanwinsten Geschiedenis wordt gebruikt om toevoegingen en verwijderingen van bepaalde locaties door te geven aan een centrale catalogus instantie.

Nadere informatie

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels:

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels: Stappen deelcijfer weging 1 Onderzoeksvragen 10,0 6% 0,6 2 Hypothese 10,0 4% 0,4 3 Materiaal en methode 10,0 10% 1,0 4 Uitvoeren van het onderzoek en inleiding 10,0 30% 3,0 5 Verslaglegging 10,0 20% 2,0

Nadere informatie

InfoPaper ǀ Januari Iris-model voor objectieve inboedelwaarde

InfoPaper ǀ Januari Iris-model voor objectieve inboedelwaarde InfoPaper ǀ Januari 2014 Iris-model voor objectieve inboedelwaarde INLEIDING Informatie over woningen, zoals de herbouwwaarde en inboedelwaarde, wordt door verzekeraars, volmachten, intermediairs, vergelijkers

Nadere informatie

VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE SCHATTINGEN VAN SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE

VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE SCHATTINGEN VAN SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE Rapport aan isterie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Waterwegen en Zeewezen AFDELING WATERWEGEN KUST VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE

Nadere informatie

Aardgaskwaliteit en het meten van NOx-emissies

Aardgaskwaliteit en het meten van NOx-emissies Aan PKL-leden Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving NL Milieu en Leefomgeving Prinses Beatrixlaan 2 2595 AL Den Haag Postbus 93144 2509 AC Den Haag www.rijkswaterstaat.nl Contactpersoon Wim Burgers

Nadere informatie

Jaarverslag GeurinZicht 2017

Jaarverslag GeurinZicht 2017 Jaarverslag GeurinZicht 2017 Pagina 2 van 15 Jaarrapportage GeurinZicht 2017 26 maart 2018 Auteurs Michel Battem Marc van der Meij Jacqueline Thomas Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Postbus 209 1500 EE Zaandam

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur wiskunde A1 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 13 In dit deel staan de vragen waarbij de computer niet

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Uitleg van de Hough transformatie

Uitleg van de Hough transformatie Uitleg van de Hough transformatie Maarten M. Fokkinga, Joeri van Ruth Database groep, Fac. EWI, Universiteit Twente Versie van 17 mei 2005, 10:59 De Hough transformatie is een wiskundige techniek om een

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART

ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE NUENEN C.A. ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE NUENEN C.A. In opdracht van Gemeente Nuenen c.a. Opgesteld door Auteur Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant Keizer Karel V Singel 8 Postbus 8035

Nadere informatie

COMMISSIE AWACS LIMBURG Secretariaat: Postbus MA Maastricht

COMMISSIE AWACS LIMBURG Secretariaat: Postbus MA Maastricht CAL 06-027 COMMISSIE AWACS LIMBURG Secretariaat: Postbus 5700-6202 MA Maastricht OVERZICHT KLACHTEN 2e kwartaal 2006 September 2006 Uitgegeven door de Stichting Klachtentelefoon Luchtverkeer Zuid-Limburg

Nadere informatie

Test Dylos fijnstof sensor. Vergelijking Dylos met BAM1020 metingen

Test Dylos fijnstof sensor. Vergelijking Dylos met BAM1020 metingen Test Dylos fijnstof sensor Vergelijking Dylos met BAM1020 metingen DCPJ1R mil.ieudienst Rijn mond Test Dylos fijn stof sensor vergelijking Dylos met BAM1O2O metingen Auteur (s) Afdeling Bureau Docu mentnu

Nadere informatie

Bloedplaatjes of trombocyten die belangrijk zijn voor de bloedstolling.

Bloedplaatjes of trombocyten die belangrijk zijn voor de bloedstolling. Flowcytometrie bij PNH PNH is het gevolg van een genetische verandering in een bloedstamcel. Als gevolg hiervan ontbreken bij afstammelingen van deze cel bepaalde eiwitten. Deze eiwitten hebben gemeenschappelijk,

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Onderzoek elektratechnische installaties bij ondernemers

Onderzoek elektratechnische installaties bij ondernemers Onderzoek elektratechnische installaties bij ondernemers Inleiding Deze rapportage beschrijft de resultaten en conclusies van de uitgevoerde inspecties van de elektrotechnische installatie bij een groep

Nadere informatie

De Amsterdamse woningmarkt: voorzichtige stabilisatie

De Amsterdamse woningmarkt: voorzichtige stabilisatie De Amsterdamse woningmarkt: voorzichtige stabilisatie De problemen op de wereldwijde financiële markten hebben de economie inmiddels meer dan twee jaar in haar greep. Vanaf oktober 28 zijn de gevolgen

Nadere informatie

Kansen voor Geurradar. Luc Verhees en Hans Erbrink

Kansen voor Geurradar. Luc Verhees en Hans Erbrink Kansen voor Geurradar Luc Verhees en Hans Erbrink Geurradar (inleiding) Naar analogie van Buienradar Rondom veehouderijen en industrieën Voorspellend & verklarend! Geurradar: een nieuw initiatief waarom?

Nadere informatie

Het gebruik van het blancheerrendement als indicator voor het verwerkingsrendement.

Het gebruik van het blancheerrendement als indicator voor het verwerkingsrendement. Het gebruik van het blancheerrendement als indicator voor het verwerkingsrendement. Een statistische onderbouwing voor bemonstering van partijen champignons. P.C.C. van Loon Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Beoordelingsprotocol objectkenmerken

Beoordelingsprotocol objectkenmerken WAARDERINGSKAMER NOTITIE Betreft: Beoordelingsprotocol objectkenmerken Datum: 7 februari 2014 Bijlage(n): - BEOORDELINGSPROTOCOL OBJECTKENMERKEN Inleiding De juiste registratie van alle gegevens over een

Nadere informatie

Samenvatting De belangrijkste onderzoeksvraag waarop het werk in dit proefschrift een antwoord probeert te vinden, is welke typen taalkundige informatie het nuttigst zijn voor de lexicale desambiguatie

Nadere informatie

Bijlage 3: Rapportage geluidmetingen op de Vondellaan in Ridderkerk Opgesteld door adviesbureau M+P, d.d. 15 november 2011 Bijlage 4: Geluidmeetrapport Vondellaan Ridderkerk Opgesteld

Nadere informatie

Oostzaan Buiten gewoon

Oostzaan Buiten gewoon GESCAND OP Gemeente Oostzaan Buiten gewoon Gemeenteraad Oostzaan P/a Postbus 20 153OAA Wormeriand - 8 APR. Comeents Oostzaan Gemeentehuis ockadrcs Kerkbuurt 4, 1 511 BD Oostzaan Postadres Postbus 20, 1

Nadere informatie

Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium

Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium Ad Schapendonk Dr ir A.H.C.M. Schapendonk Plant Dynamics BV Gefinancierd door Productschap Tuinbouw Juli 2005 2005 Wageningen, Plant Dynamics BV Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Bijlage uitkomsten dagloonmonitor

Bijlage uitkomsten dagloonmonitor Bijlage uitkomsten dagloonmonitor In verband met de tijd die gemoeid was met implementatie van de wijzigingen is het dagloonbesluit op 1 juni 2013 in werking getreden, na de inwerkingtreding op 1 januari

Nadere informatie

ALL-CRM Gebruikershandleiding AC-DataCumulator

ALL-CRM Gebruikershandleiding AC-DataCumulator ALL-CRM Gebruikershandleiding AC-DataCumulator Author: Bas Dijk Date: 23-04-2013 Version: v1.2 Reference: 2013, All-CRM 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 2 2 Inleiding 3 3 Gebruikershandleiding Windows Forms

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2012

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2012 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2012 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Ontwikkeling nieuwe minerale olie standaard RIVM-NMi-001

Ontwikkeling nieuwe minerale olie standaard RIVM-NMi-001 Ontwikkeling nieuwe minerale olie standaard RIVM-NMi-001 Michel van Son NMi Van Swinden Laboratorium B.V. Afdeling MDKV+CH Datum: 22 juni 2007 Rapportcode: S-CH.07.11 De werkzaamheden die worden beschreven

Nadere informatie

Vuurwerkdetectie systeem Effectieve handhaving en beleid rondom het beperken van vuurwerkoverlast

Vuurwerkdetectie systeem Effectieve handhaving en beleid rondom het beperken van vuurwerkoverlast Vuurwerkdetectie systeem Effectieve handhaving en beleid rondom het beperken van vuurwerkoverlast Click Mirjamto Stevens edit Master name style Irene Barten Munisense Click to edit Master date style Agenda

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 7 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie onderdelen

Nadere informatie

Onderzoek preferentiebeleid

Onderzoek preferentiebeleid Onderzoek preferentiebeleid Effecten van het preferentiebeleid op beschikbaarheid van geneesmiddelen Openbaar 1 Even voorstellen.. Annette de Boer Adriaan Kraal Piet de Bekker Liesbeth Denée Merel Carp

Nadere informatie

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID SECONDANT #1 MAART 2011 53 De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID door Maartje Timmermans en Miranda Witvliet De auteurs werken als onderzoeker bij

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B. 5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2 Conform Co₂-prestatieladder 3.0 Verantwoording Titel Voortgangsrapportage CO₂-emissies Periode Januari 2015 t/m december 2015 Revisie 1.0 Datum

Nadere informatie

COMMISSIE AWACS LIMBURG Secretariaat: Postbus MA Maastricht

COMMISSIE AWACS LIMBURG Secretariaat: Postbus MA Maastricht CAL 8-8 COMMISSIE AWACS LIMBURG Secretariaat: Postbus 57-622 MA Maastricht OVERZICHT KLACHTEN 4e kwartaal 27 Februari 28 Uitgegeven door de Stichting Klachtentelefoon Luchtverkeer Zuid-Limburg onder verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tijdreeksanalyse in verkeersveiligheidsonderzoek met behulp van state space methodologie

Tijdreeksanalyse in verkeersveiligheidsonderzoek met behulp van state space methodologie Samenvatting Tijdreeksanalyse in verkeersveiligheidsonderzoek met behulp van state space methodologie In dit proefschrift wordt een aantal studies gepresenteerd waarin tijdreeksanalyse wordt toegepast

Nadere informatie

Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport

Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport Kwartaalrapportage Vliegtuig rondom Rotterdam The Hague Airport Cessna 60 Citation e kwartaal 201 Datum : 1-10-201 Auteur : J.P. van Nieuwenhuizen/ Rob Algra Organisatie: DCMR Milieudienst Rijnmond Postbus

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

Functie beschrijving: Het automatisch aanmaken van een raai-volgende contour

Functie beschrijving: Het automatisch aanmaken van een raai-volgende contour Modelit Rotterdamse Rijweg 126 3042 AS Rotterdam Telefoon +31 10 4623621 info@modelit.nl www.modelit.nl Functie beschrijving: Het automatisch aanmaken van een raai-volgende contour Datum 8 Mei 2004 Modelit

Nadere informatie

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012 MEMO Aan/To: Van/From: Datum/Date: RAI Vereniging Chris van Dijk 18 september Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012 Ieder jaar publiceert het RIVM een jaaroverzicht van de meetresultaten

Nadere informatie

Examen VWO - Compex. wiskunde A1,2

Examen VWO - Compex. wiskunde A1,2 wiskunde A1,2 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 13 In dit deel staan de vragen waarbij de computer

Nadere informatie

QRA Gastransportleiding Verlegging W RLR KP5 Valkenburg Duyfrak Gasunie Transport Services B.V.

QRA Gastransportleiding Verlegging W RLR KP5 Valkenburg Duyfrak Gasunie Transport Services B.V. Opdrachtgever: Project: QRA Gastransportleidingen Gasunie Projectnummer: I.013262.01 Gasunie Projectnaam: Verl. W-535-01 RLR KP5 Valkenburg Duyfrak QRA Gastransportleiding Verlegging W-535-01 RLR KP5 Valkenburg

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) (Dutch Summary) 9 (Dutch Summary) Slechtziendheid en blindheid (visuele beperking) vormt in onze vergrijzende samenleving een steeds groter probleem in het leven van veel ouderen. Dit uit zich niet alleen

Nadere informatie

MEDIA-ANALYSE 1 JANUARI 2018 T/M 31 DECEMBER 2018 PRINT & INTERNET FICTIEVE VOORBEELDRAPPORTAGE. in opdracht van BEDRIJF A

MEDIA-ANALYSE 1 JANUARI 2018 T/M 31 DECEMBER 2018 PRINT & INTERNET FICTIEVE VOORBEELDRAPPORTAGE. in opdracht van BEDRIJF A MEDIA-ANALYSE 1 JANUARI 218 T/M 31 DECEMBER 218 PRINT & INTERNET FICTIEVE VOORBEELDRAPPORTAGE in opdracht van BEDRIJF A Media Info Groep 1 januari 219 in opdracht van BEDRIJF A MEDIA-ANALYSE FICTIEVE VOORBEELDRAPPORTAGE

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

A. Week 1: Introductie in de statistiek.

A. Week 1: Introductie in de statistiek. A. Week 1: Introductie in de statistiek. Populatie en steekproef. In dit vak leren we de basis van de statistiek. In de statistiek probeert men erachter te komen hoe we de populatie het beste kunnen observeren.

Nadere informatie

Beoordelingsprotocol objectkenmerken

Beoordelingsprotocol objectkenmerken WAARDERINGSKAMER NOTITIE Betreft: Beoordelingsprotocol objectkenmerken Datum: 7 augustus 2018 Bijlage(n): - BEOORDELINGSPROTOCOL OBJECTKENMERKEN Inleiding De juiste registratie van alle gegevens over een

Nadere informatie

Curaçao Carbon Footprint 2015

Curaçao Carbon Footprint 2015 Willemstad, March 2017 Inhoudsopgave Inleiding 2 Methode 2 Dataverzameling 3 Uitstoot CO2 in 2010 3 Uitstoot CO2 in 2015 4 Vergelijking met andere landen 5 Central Bureau of Statistics Curaçao 1 Inleiding

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Naam auteur(s) Nijenhuis, N Vakgebied Natuurkunde Titel Wiskunde bij Natuurkunde: de afgeleide Onderwerp Wiskunde natuurkunde transfer Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Monitoren van de geurhinder te Sliedrecht

Monitoren van de geurhinder te Sliedrecht Monitoren van de geurhinder te Sliedrecht Toepassing hindersystematiek Nederlandse Emissie Richtlijn Lucht (NeR) De Afvalberging Derde Merwedehaven te Dordrecht veroorzaakt met name in Sliedrecht klachten

Nadere informatie

Passanten in de Leidse binnenstad 2013

Passanten in de Leidse binnenstad 2013 Maart 214 Passanten in de Leidse binnenstad 213 Net als vorig jaar heeft City Traffic ook in 213 weer passanten geteld in de Leidse binnenstad. Deze tellingen leveren waardevolle informatie op om het binnenstadsbeleid

Nadere informatie

DATABASEBEHEER IN EXCEL

DATABASEBEHEER IN EXCEL DATABASEBEHEER IN EXCEL 1. LIJSTEN Een lijst is een reeks van rijen met gelijksoortige gegevens waarvan de eerste rij de labels (veldnamen) bevat. Een voorbeeld: Je kunt een lijst beschouwen als een eenvoudige

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied

Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied Henk van den Brink KNMI 8 juli 2015 Probleemstelling De onzekerheid in de extrapolatie is ongewenst groot bij het gebruik van een 3-parameter (Extreme

Nadere informatie

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport 4 e kwartaal gebruiksjaar 2018

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport 4 e kwartaal gebruiksjaar 2018 Kwartaalrapportage Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport 4 e kwartaal gebruiksjaar 2018 Datum: 29 november 2018 Auteur: S.J. Steenhart Organisatie: DCMR Milieudienst Rijnmond Postbus 843,

Nadere informatie

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport Kwartaalrapportage Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport 1e kwartaal 2014 C-17 Globemaster Datum : 15-09-2014 Auteur : J.P. van Nieuwenhuizen Organisatie: DCMR Milieudienst Rijnmond Postbus

Nadere informatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie 9. Lineaire Regressie en Correlatie Lineaire verbanden In dit hoofdstuk worden methoden gepresenteerd waarmee je kwantitatieve respons variabelen (afhankelijk) en verklarende variabelen (onafhankelijk)

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 18 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie

Nadere informatie

ZIC: Kengetallen DIS per 1 oktober 2016

ZIC: Kengetallen DIS per 1 oktober 2016 Samenvatting (10 oktober 2016) Scope: de jaren 2011 t/m 2016. Bij het onderscheid naar sectoren is het opvallend dat de volledigheid van aangeleverde GGZ-DBC s achter blijft. Vergelijk de volledigheid

Nadere informatie

ZIC: Kengetallen DIS per 1 januari 2017

ZIC: Kengetallen DIS per 1 januari 2017 Samenvatting (18 januari 2017) Scope: de jaren 2011 t/m 2016. In het laatste kwartaal van 2016 is door SiRM (www.sirm.nl), in opdracht van de ACM (Autoriteit Consument & Markt), een vergelijkend onderzoek

Nadere informatie

Memorandum. Ontwikkeling import en export oldtimers in 2012 en 2013

Memorandum. Ontwikkeling import en export oldtimers in 2012 en 2013 Memorandum Aan Ministerie van Infrastructuur & Milieu Van TNO Onderwerp Ontwikkeling import en export oldtimers in 2012 en 2013 Conclusies: - Door afschaffing van de MRB-vrijstelling van oldtimers in het

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Samenvatting Zure gassen zijn veelvuldig aanwezig in verschillende concentraties in industriële gassen. Deze moeten vaak verwijderd worden vanwege corrosie preventie, operationele, economische en/of milieu

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

Review CO 2 -studie ZOAB Rasenberg

Review CO 2 -studie ZOAB Rasenberg Review CO 2 -studie ZOAB Rasenberg Notitie Delft, maart 2011 Opgesteld door: M.N. (Maartje) Sevenster M.E. (Marieke) Head 2 Maart 2011 2.403.1 Review CO 2 -studie ZOAB Rasenberg 1 Inleiding Binnen de prestatieladder

Nadere informatie

Geluid rond vliegveld Geilenkirchen en Schiphol, zijn er overeenkomsten?

Geluid rond vliegveld Geilenkirchen en Schiphol, zijn er overeenkomsten? Geluid rond vliegveld Geilenkirchen en Schiphol, zijn er overeenkomsten? Een vergelijking van piekniveaus H.A. Lania en H.W. Veerbeek Samenvatting Het ministerie van VROM heeft het NLR benaderd om in

Nadere informatie

Resultaten hinderdagboekenonderzoek Rieme. Overzicht waarnemingen Geur Stof

Resultaten hinderdagboekenonderzoek Rieme. Overzicht waarnemingen Geur Stof Resultaten hinderdagboekenonderzoek Rieme Overzicht waarnemingen Geur Stof Hinderdagboekenonderzoek Rieme Aanleiding: toename van klachten in 2016 Infoavond maart 2017: oproep tot deelname : 46 deelnemers

Nadere informatie

Witte Dakcoating Höften Strakschilders

Witte Dakcoating Höften Strakschilders Witte Dakcoating Höften Strakschilders Eindrapport In opdracht van: Enschede, 25 mei 2012 Avante Consultancy www.avanteconsultancy.nl Colofon Opdrachtgever Pioneering Mevr. J. Bults M.H. Tromplaan 28 7513

Nadere informatie

Technische notitie: validatie van sensor om liggedrag van koeien te meten

Technische notitie: validatie van sensor om liggedrag van koeien te meten Technische notitie: validatie van sensor om liggedrag van koeien te meten A. Kok, A.T.M. van Knegsel, C.E. van Middelaar, H. Hogeveen, B. Kemp en I.J.M. de Boer Inleiding Veel verschillende factoren zoals

Nadere informatie

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en

Nadere informatie

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie Postbus 299-4600 AG Bergen op Zoom + 31 (0)164 212 800 nieuwesluisterneuzen@vnsc.eu www.nieuwesluisterneuzen.eu Rapport Vlaams

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29716 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Schraagen, Marijn Paul Title: Aspects of record linkage Issue Date: 2014-11-11

Nadere informatie