Handhavinguitvoeringsprogramma Provincie Groningen

Transcriptie

1 Handhavinguitvoeringsprogramma 2012 Provincie Groningen Gedeputeerde Staten, april 2012 Afdeling Milieutoezicht

2 2

3 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 5 2. ONTWIKKELINGEN 7 3. ACTIVITEITEN 9 Toezicht Grijs, inrichting gebonden: 9 - Preventief toezicht (fysiek) 9 - Preventief toezicht (excl. fysieke inspectie) 9 - Preventief toezicht flexibel 9 - Repressief toezicht 9 - Toeslag i.v.m. complexiteit 9 - Handhaafbaarheidstoets 9 - Risicoanalyses 9 - Afhandeling klachten en meldingen 10 - Afstemming handhavingspartners 10 - AT-Afval 10 - Briks-taken en indirecte lozingen 10 - Brzo 10 Toezicht Grijs, niet inrichting gebonden 10 - Consignatiedienst 10 - Bodem 11 - Geluidmetingen 11 - Vuurwerk (controles evenementen) 11 - EVOA (Europese verordening betreffende de overbrenging van afvalstoffen) 11 - Luchtspecialisme advies 11 - Ontgrondingen (klein en groot) 11 - Illegale activiteiten 11 - RBML 12 Toezicht Blauw 12 - Grondwateronttrekkingen, -gebieden en Koude- en Warmteopslag 12 - WHVBZ 12 Toezicht Groen 12 - Flora en fauna 12 - Boswet 13 - Natuurbeschermingswet 13 - Cross-compliance / IPO convenant 13 Projecten (exclusief uren inzet inrichting gebonden toezicht) 14 - Aandachtvragende bedrijven 14 - PRTR 14 - Activiteitenbesluit 2 e ^ 3de tranche 14 - Lucht 15 - Samenwerking Noord-Nederland 15 - VT-Afval 16 - LAT RB (VT-Chemie) 17 - Zandwinningen 17 COoRDINATIE EN BELEID H 17 - Coärdinatie Wabo / LAT RB 17 OVERIG 17 - Kwaliteitsmanagementsysteem 17 3

4 - Technische Administratieve Ondersteuning 18 - Juridische ondersteuning KWANTITATIEVE DOELSTELLINGEN ACTIVITEITEN KWALITATIEVE DOELSTELLINGEN 23 Toezicht algemeen 23 - Risicoanalyses 23 - Projectmatig werken 23 - Afdelingsoverstijgende projecten 23 - Inspectieteams 23 - Naleefged rag 23 - Doorontwikkeling toezicht 23 - Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD) 23 - Noordelijke samenwerking 24 - Naleefstrategie 24 - Bed rijfsvoeri ng 24 - KMS 24 Toezicht inrichting- en niet inrichting gebonden 24 - Prioriteren grijs toezicht 24 - Prioriteren toezicht indirecte lozingen 24 - Prioriteren toezicht bouwen 24 - Prioriteren toezicht brandveilig gebruik 24 - Prioriteren toezicht Whvbz: 25 BIJLAGE 1: TABEL SOMMATIE GEPLANDE UREN TOEZICHT

5 1. Inleiding Primair doel van de afdeling Milieutoezicht is het bevorderen van het naleefgedrag op gebied van milieu, natuur en water. Daarmee!evert zij een belangrijke bijdrage aan onze doelstelling "Schoon en Veilig Groningen" die is opgenomen in het Provinciaal Omgevings Plan. De kaders om de doelstelling te realiseren zijn beschreven en vastgelegd in het Handhavingsbeleidsplan De vertaling van de doelstelling naar daadwerkelijke uitvoering is in dit Hand havi ngsu itvoeri ngsprogramma 2012 beschreven. Met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 1 oktober 2010 hebben wij er nieuwe taken bij gekregen, met name op het gebied van bouwen, slopen en brandveiligheid (gebruik). De benodigde expertise hiervoor huren wij in bij gemeenten en waterschappen. Een belangrijk gevolg van de Wabo is samenwerking en coördinatie van milieutoezicht en handhaving. De afspraken daarover hebben wij samen met andere handhavingspartners vastgelegd in de "samenwerkingsovereenkomst Wabo". Ook in 2012 zullen wij te maken krijgen met ontwikkelingen op het gebied van milieutoezicht en milieuhandhaving. Vooral de Regionale uitvoeringsdiensten en de doorwerking van het rapport Commissie de Ridder, niaar ook Vernieuwend Toezicht, LAT RB (Landelijk aanpak toezicht risicobeheersing bedrijven), etc. Dat zal dan ook de nodige capaciteitsdruk leggen op de afdeling milieutoezicht. Daardoor moeten er steeds prioriteiten worden gesteld in wat wij wel en niet doen. In dit handhavingsuitvoeringsprogramma is daarmee rekening gehouden, waarbij wij niet onze primair doer uit het oog verliezen, namelijk onze bijdrage aan een "Schoon en Veilig Groningen". Groningen, januari 2012 College van Gedeputeerde Staten 5

6 6

7 2. Ontwikkelingen Naast het reguliere werk van de afdeling Milieutoezicht heeft zij altijd te rnaken met ontwikkelingen, zowel intern als extern. Voor 2012 zullen de volgende ontwikkelingen van grate invloed zijn: Regionale Uitvoering Diensten (RUD): Na de invoering van de WABO zal op rniddelkorte termijn (verwachting 1 april 2013) het toezicht warden ondergebracht in een regionale uitvoeringsdienst. Dit jaar zal dan ook veel aandacht warden besteed aan de overgaande en achterblijvende organisatie. Rapport Commissie De Ridder: In maart 2010 ontvingen wij een melding van de zijde van handhavingspartners dat er reden was om te twijfelen aan de kwaliteit van het (bestuursrechtelijk) toezicht van het bevoegd gezag Wet milieubeheer in geval van North Refinery Delfzijl. Naar aanleiding daarvan besloten wij tot een project Verscherpt toezicht. Tien maanden later, in januari 2011 kwamen er nieuwe berichten dat de kwaliteit van het bestuursrechtelijk handhavingstraject nog steeds te wensen over liet. Gelet op de ernst van deze mededelingen achtten wij het noodzakelijk dat een onafhankelijk onderzoek zou worden ingesteld naar het provinciaal optreden inzake de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving in het geval van North Refinery. Bij brief d.d. 15 februari 2011 verstrekten wij aan J. de Ridder, hoogleraar bestuurkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, de opdracht voor dit onderzoek. Wij wilden dat het onderzoek in elk geval de volgende vragen zou beantwoorden: 1. hanteert de provincie Groningen op het dossier North Refinery de hear ter beschikking staande bestuursrechtelijke middelen op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving volledig en op een juiste wijze? 2. wat is de kwaliteit van de afstemming tussen het bestuursrechtelijke en het strafrechtelijke handhavingstraject in relatie tot het informatieverschil tussen beide trajecten? 3. zijn de medewerkers van de provincie voldoende deskundig om adequaat toezicht uit te oefenen en is er enige reden voor twijfel aan een professionele taakuitoefening? De commissie heeft in haar rapport een aantal aanbevelingen gedaan welke reeds in 2011 zijn opgepakt, maar die een doorwerking hebben in 2012, waaronder: - het opstellen van risico-analyses van alle inrichtingen; het opstarten van een cultuurtraject met de afdelingen MV en MTZ; het verscherpen van het toezicht bij enkele aandachtvragende bedrijven. WABO en gecoördineerd toezicht: Per 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) inwerking getreden. Doel van de wet is am de procedures van veel verschillende vergunningen op het gebied van omgevingsbeleid (zoals, bouwen, slopen, milieu, kap, etc.) semen te voegen tot één omgevingsvergunning. Het bevoegd gezag heeft nu ook een coördinerende rol veer toezicht en handhaving. In 2012 wordt, zoveel mogelijk, het handhavingsuitvoeringsprogramma afgestemd met de handhavingspartners. Vernieuwing Toezicht Het rijksbrede programma rvernieuwing Toezicht (VT) heeft als doel een efficianter en effectiever toezicht en tegelijkertijd minder toezichtlast veer bedrijven, onder het motto Meer effect, minder last" Uitgangspunten bij het toezicht zijn: vertrouwen is de basiswaarde, selectief en risicogestuurd, professionaliteit en deskundigheid van de toezichthouder, samenwerking en informatieuitwisseling tussen de toezichthouders. Het programme VT Chemie is vanaf 2011 samengevoegd met het BRZO-toezicht tot één nieuw landelijk programme voor het toezicht op de majeure risicobedrijven. In dit nieuwe programme, Landelijke Aanpak Toezicht Risicobeheersing Bedrijven (LAT RB), zijn elle toezichtinstanties 7

8 betrokken vanuit het BRZO-toezicht en VT Chemie. Vanaf 2011 wordt in vier landsdekkende regio s, op basis van een toezichtprogramma en ander coärdinatie van de provincies, samengewerkt bij de afstemming en uitvoering van het toezicht. Daarnaast is voorzien in een landelijke ondersteuning en regievoering. In deze gezamenlijke aanpak skeet centraal de eigen verantwoordelijkheid van bedrijven voor een optimale risicobeheersing en een daarop toegesneden systeemgericht, deskundig en selectief/risicogestuurd toezicht. Het programma VT-Afval is overgedragen aan het IPO en de provincies. In het domein Afval is gekozen voor een branchegerichte aanpak. Voor vijf afvalbranches (AVI s, brekers, autodemontage, metaalrecycling en op- en overslag) is door landelijke brancheteams (ander leiding van een provinciale branchemanager), en in samenwerking met de betreffende brancheorganisatie, een brancheplan voor het toezicht opgesteld. In 2012 zijn deze brancheplannen geimplementeerd in het reguliere werkproces van de provincies. Veranderende regelgeving: Steeds meer worden "op maat gemaakte" omgevingsvergunningen vervangen door algemeen geldende regels voor bedrijven. Dit wordt geimplementeerd in het "activiteitenbesluit". Hiermee verschuift een werklast van het verlenen van vergunningen naar het toezicht houden op de naleving van de algemene regels, immers nu moet de toezichthouders vanuit de algemene regels bepalen welke regels van toepassingen zijn. Pd in 2010 is hier projectmatig van start gegaan met een samenwerking tussen de afdelingen MTZ en MV. Ook in 2013 zal wederom een nieuwe fase van het activiteitenbesluit in werking treden. Daarom wordt er ook in 2012 het project doorgezet, zodat er tijdig op de nieuwe regels kan worden toegezien. Ook op het gebied van de groene wetgeving gaat er mogelijk veel veranderen. De nieuwe Wet natuur moet de opvolger worden van 3 bestaande natuurwetten: de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet en de Boswet. Naar verwachting zal het wetsvoorstel in het voorjaar van 2012 bij de Tweede Kerner worden ingediend. Daarnaast verandert de wetgeving continue, er wordt zelfs verwacht dat er in 2014 een geheel nieuwe alles vattende wet komt, die alle huidige wetgeving met betrekking tot de omgeving vervangt. De nieuwe wet wordt de "omgevingswet" genoemd. In 2012 is er dus voldoende aandacht om kennis van de nieuwe regelgeving te implementeren binnen de afdeling. 8

9 3. Activiteiten Orn een goed beeld te vormen van onze werkzaamheden op het gebied van toezicht op milieu, natuur en water is in dit hoofdstuk per activiteit een korte inhoudelijke beschrijving opgenomen. In hoofdstuk 4 is beschreven welke inzet wij per activiteiten plegen om ons doel te bereiken. Welke kwaliteit wij daarbij leveren is verder beschreven in hoofdstuk 5. Toezicht Grijs, inrichting gebonden: Preventief toezicht (fysiek) De circa 300 bedrijven waar de provincie Wabo-bevoegd of -deelbevoegd is worden voor het milieudeel preventief gelnspecteerd. Het toezicht richt zich op naleving van de voorwaarden uit de omgevingsvergunning en rechtstreeks werkende regels. Op basis van vooraf vastgestelde prioriteiten, naleefgedrag, milieuklachten en ongewone voorvallen worden de bedrijven meer of minder preventief bezocht. Preventief toezicht (excl. fysieke inspectie) leder bedrijf heeft een toeslag van 20% over de uren die gepland zijn voor fysiek preventief toezicht. Deze uren zijn nodig voor het beoordelen van rapportage verplichting. Voorbeelden zijn het beoordelen van emissierapportages en rapportages van ongewone voorvallen. Preventief toezicht flexibel Naast de vaste uren die zijn ingepland voor preventief toezicht wordt per bedrijf een toeslag berekend van 25% over de geplande uren preventief toezicht (fysiek). Deze uren worden flexibel ingezet. Reden daarvoor is dat milieutoezicht vaak ad-hoc en onvoorspelbaar is. Het kan daarbij gaan om extra preventief toezicht, repressief toezicht (handhaving) of extra toezicht in verband met klachten en meldingen. Dat vraagt een flexibele inzet - Repressief toezicht Repressief toezicht is toezicht na handhaving, bijvoorbeeld hercontroles, standaard is daar 30% over de geplande uren preventief toezicht (fysiek) voor gerekend. - Toeslag i.v.m. complexiteit Enkele bedrijven vergen naast het geplande toezicht, veel extra tijd voor toezicht. Het kan hier gaan om erg slecht naleefgedrag, erg veel milieuklachten, politieke gevoeligheid, etc. De uren zijn specifiek aan deze bedrijven toegeschreven, zodat eenvoudig inzichtelijk is aan welke bedrijven (veel) extra toezichtsuren zijn toebedeeld. Het gaat hier niet om de aandachtvragende bedrijven, zie onder projecten. - Handhaafbaarheidstoets Alle vergunningen die worden gemaakt door de afdeling Milieuvergunningen krijgen tijdens de conceptontwerpfase den handhaafbaarheidstoets van de toezichthouders. Hierdoor wordt geborgd dat de voorschriften in de vergunningen goed handhaafbaar zijn. Dat wil eigenlijk zeggen, de voorschriften zijn helder met duidelijke termijnen en niet voor meerdere opvattingen leesbaar. De ingeplande uren zijn een schatting op basis van ervaringen in voorgaande jaren. Ook de inzet voor de actualiseringstoets (project afdeling MV) komt uit de uren handhaafbaarheidstoets. - Risicoanalyses Uit het onderzoek van,de commissie De Ridder is onder andere gebleken dat vergunningveriening en toezicht en handhaving te weinig. gebaseerd zijn op een risicoanalyse van het bedrijf. Als reactie op deze conclusies zijn in rhei en juni 2011 voor een aantal meest prioritaire bedrijven (25 veelal BRZObedrijven) aanvullende risicoanalyses uitgevoerd op de huidige toegepaste branche gerichte risicoanalyses, door de afdelingen Vergunningverlening en Milieutoezicht. Bij de brede beoordeling 9

10 van elk bedrijf is een team ingezet waarin een vergunningverlener, een toezichthouder, een veiligheidsdeskundige en afhankelijk van het soort bedrijf een deskundige op gebied van luchtemissies, geluid of administratief toezicht was vertegenwoordigd. In 2012 zullen ook op de overige bedrijven en/of branches een risico-analyse worden uitgevoerd. - Afhandeling klachten en meldingen De nazorg van klachten en meldingen over/van bedrijven ligt bij de inspecteurs. De inspecteur beoordeelt of er sprake is van een overtreding, of het bedrijf afdoende maatregelen heeft getroffen naar aanleiding van voorvallen, etc. - Afstemming handhavingspartners De toezichthouders vervullen een belangrijke rol in de afstemming met en tussen de handhavingspartners. Het Wabo-bevoegd gezag coördineert en stemt het toezicht af met andere handhavingspartners en deel-bevoegde gezagen. - AT-Afval AT-AFVAL staat voor administratief toezicht op afvalstoffen- en stromen. Bedrijveri moeten aan allerlei regels voldoen als het gaat om het registreren van transport en verwerking van afvalstoffen, waaronder het bijhouden van een administratie. Voor 2012 zijn de volgende speerpunten met betrekking tot administratief toezicht: - afvalstoffenmeldingen - kwaliteitsverbetering meldingen inventarisatie hoeveelheden afvalstoffen bedrijfsterreinen Sinds het besluitfinancide zekerheid milieubeheer (in zake afvalstoffen) in november 2009 is ingetrokken, kan de overheid risico s lopen met betrekking tot minder valide afvalbedrijven. Juist het besluit moest ervoor zorgen dat de overheid niet opdraait voor de kosten van het verwijderen van afvalstoffen. In 2011 is het project inventarisatie hoeveelheden afvalstoffen bedrilfsterreinen uitgevoerd om de financidle risico s met betrekking tot (grootschalige) opslag van afvalstoffen, voor ons in te schatten. De uitkomsten daarvan zullen doorwerking hebben in 2012, derhalve zijn hiervoor specifiek uren vrij gemaakt. Briks-taken en indirecte lozingen Het toezicht op bouwen, reclame, inrit, kap en sloopn(br1ks) in opdracht van ons uitgevoerd gemeenten. Met het inwerking treden van de Wabo, per 1 oktober 2010, zijn wij ook bevoegd gezag voor deze taken, zover het binnen inrichtingen speelt waar wij het Wabo-bevoegd gezag zijn. Per 1 januari 2010 zijn wij bevoegd gezag voor de indirecte lozingen binnen de inrichtingen waar wij Wabo (deel-) bevoegd gezag zijn. Het toezicht hierop wordt op ons verzoek uitgevoerd door de waterschappen. - Brzo Brzo staat voor Besluit risico s zware ongevallen De inspecties in kader van dat besluit worden vanuit de afdeling uitgevoerd door 3 veiligheidsspecialisten. Voor het Brzo-toezicht is een apart handhavingsuitvoeringsprogramma opgesteld, daarom wordt dit hier verder niet beschreven. Toezicht Grijs, niet inrichting gebonden - Consignatiedienst Om adequaat in te spelen op ondervonden overlast veroorzaakt door bedrijven heeft de provincie een 24-uurs bereikbaarheidsdienst. Ook moeten de bedrijven ongewone voorvallen met (dreigende) milieuschade zo snel mogelijk melden bij het bevoegd gezag. De consignatiedienst kan na de melding adequaat onderzoek uitvoeren naar de oorzaken en bezien of het bedrijf afdoende (milieu-) maatregelen treft ten aanzien van de situatie op dat moment. 10

11 - Bodem Toezicht op bodemsaneringen wordt uitgevoerd door twee bodem-inspecteurs. Zij houden toezicht op de juiste uitvoering van de saneringen en monitoring van nazorglocaties. Daarnaast wordt gekeken of de grondstromen de juiste weg volgen (ketentoezicht). Daarbij is sprake van veel samenwerking met andere hand hav ingspartners. - Geluidmetingen Geluidmeten is een onderdeel van het milieutoezicht bij inrichtinggebonden activiteiten en nietinrichting gebonden activiteiten. De werkzaarnheden worden door één inspecteur uitgevoerd, zoals: - metingen in het kader van preventieve toetsing aan vergunningsvoorschriften - metingen in het kader van beheer geluidzones - metingen in het kader van geluidsklachten - metingen in het kader van handhaving - metingen in het kader van wegbeheer - metingen in het kader van vergunningverlening (referentiemetingen) - metingen in noordelijk samenwerkingsverband Noord-Nederland De preventieve geluidmetingen in kader van toetsing aan vergunningsvoorschriften wordt vooral in de nachtperiode uitgevoerd. Dat wordt gedaan omdat dan de omstandigheden het gunstigst zijn om een representatieve meting uit te voeren. - Vuurwerk (controles evenementen) Vuurwerkevenementen en theatervuurwerk brengen de nodige risico s met zich mee voor de directe omgeving. Om er voor te zorgen dat dit veilig wordt uitgevoerd worden bij deze evenementen controles uitgevoerd op de regels uit het Vuurwerkbesluit en/of de ontbrandingsvergunning. EVOA (Europese verordening betreffende de overbrenging van afvalstoffen) Voor het im- en exporteren van afvalstoffen is een vergunning nodig van de rijksoverheid. De taak die de provincie hier heeft is het toetsen of een afvalverwerkend bedrijf de geimporteerde afvaistoffen ook mag ontvangen en verwerken op grond van haar milieuvergunning. Bij iedere EVOA-beschikking betreffende irnporteren van afvalstoffen vraagt de rijksoverheid aan de provincie of de aanvrager / ontvanger deze stoffen mag accepteren. - Luchtspecialisme advies Emissie- en geurmetingen vragen am specialistische kennis, die niet van ieder milieu-inspecteur uitvoerig kan worden gevraagd. Daarom is deze specialistische taak ondergebracht bij luchtspecialisten.zij toetsten emissierapportages aan de wettelijke verplichtingen (vooral of de meting juist is uitgevoerd), adviseren de inspecteurs bij toezichts- en handhavingszaken. Verder dragen zij actief bij aan het oplossen van emissie- en geurproblematiek en het houden van toezicht op rechtstreeks werkende regelgeving op luchtemissies. - Ontgrondingen (klein en groot) Er is sprake van ontgronding als het maaiv.eld wordt verlaagd: er wordt een laag grond afgegrayen Ontgrondingen worden uitgevoerd veer bijvoorbeeld de winning van zand en klei of bij de aanleg Van. wegen. De provincie registreert en reguleert ontgrondingen met een vergunningensysteem op grand. van de Ontgrondingenwet en de provinciale ontgrondingen verordening, niet voor leder ontgronding is een vergunning nodig. Voor bepaalde ontgrondingen geldt een meldingsplicht. Het toezicht op de ontgrondingen richt zicil op het uitvoeren van de ontgrondingen conform de voorwaarden. De kleine ontgrondingen worden tijdens de uitvoering steekproefsgewijs gecontroleerd, daarnaast is er nog een eindcontroles nodig. De grotere ontgrondingen, zoals zandwinningen en ontgravingen in Meerstad, worden periodiek gecontroleerd. Dat heeft als reden dat deze complexer van aard zijn en het ook langdurige activiteiten betreffen. - Illegale activiteiten 11

12 Niet iedere burger of bedrijf houdt zich aan de regels. Dat heeft onder rneer tot gevoig dat er activiteiten worden uitgevoerd zonder de daarvoor nodige vergunningen. Ook bier heeft de provincie een toezichthoudende taak. In 2012 worden voor deze "illegale activiteiten en vrije veld delicten" binnen de groene, grijze en blauwesporen, de twee buitengewone opsporingsambtenaren ingezet. Dat heeft als reden dat een strafrechtelijke aanpak op dergelijke activiteiten en delicten adequater is. Bestuursrechtelijke handhaving wordt daarbij alleen ingezet om de overtreding ongedaan te maken. - RBML De provincie heeft een toezichthoudende taak op de Regeling Burger- en Militaire Luchthavens (RBML). Het gaat hier onder ander over kleine luchthavens, ultralight-vliegvelden, het opstijgen van luchtballonnen en helikopterlandingsplaatsen. De provincie houdt hier toezicht op geluid en externe veil igheid. Toezicht Blauw Grondwateronttrekkingen, -gebieden en Koude- en Warmteopslag Het onttrekken van grondwater en het onttrekken en infiltreren van grondwater ten behoeve van Koude- en Warmteopslag (KWO) installaties wordt geregeld door de Waterwet. Voor de grote onttrekkingen en de KWO s heeft de provincie een toezichthoudende taak. Bij de grate onttrekkingen valt te denken aan industriele onttrekkingen voor koel- en proceswater en drinkwateronttrekkingen. Het toezicht richt zicht op de capaciteit van de onttrekkingen en bij de KWO specifiek ook op de energiebalans. Momenteel wordt gewerkt aan nieuwe regelgeving voor bodemenergiesystemen: het besluit bodemenergiesystemen. Het Besluit bodemenergiesystemen bepaalt de regels met betrekking tot het installeren en in werking hebben van bodemenergiesystemen. In het besluit wordt onderscheid gemaakt tussen open en gesloten bodemenergiesystemen. De open systemen circuleren grondwater en worden `warmte koude opslagsystemen (WKO) genoemd. De gesloten systemen wisselen warmte en koude uit via een gesloten buizenstelsel in de ondergrond en worden daaronn bodemwarmtewisselaars genoemd. Het besluit bodemenergiesystemen is geen zelfstandige maatregel van bestuur, maar wijzigt een aantal reeds bestaande besluiten. De AMvB is zo eenvoudig mogelijk van opzet; alleen waar nodig komen er nieuwe, lichte procedures. De onttrekkingvergunning op basis van de Waterwet wordt verleend door de provincie. Voor het verkrijgen van een vergunning worden de potentiele rnilieuhyglenische en hydraulische gevolgen van het open systeem onderzocht en waar mogelijk beperkt of voorkomen. De vergunning vervult daarmee een belangrijke rol in de borging van de kwaliteit van bodem en grondwater. - WHVBZ Het toezicht op de Wet Hygiene Veiligheid Badinrichtingen en Zwemgelegenheden (WHVBZ) richt zich op de zorg voor hygiene en veiligheid van de bezoekers door de eigenaren van betreffende gelegenheden. Hieronder vallen openbare zwembaden, zwemplassen (oppervlaktewater) en semiopenbare zwembaden (zoals sauna s, bungalowparken, hotels etc). Alle baden en gelegenheden worden periodiek bezocht. Daarnaast worden de jaartoetsen van de zwemwaterkwaliteit opgesteld naar aanleiding van de maandelijkse zwemwateranalyses. De badzones in de zwemplassen moeten ook voldoen aan specifieke.voorwaarden, ook daarop wordt jaarlijks toezicht gehouden. Jaarlijks wordt de zwemwaterfolder uitgegeven en wordt op de provinciale website tijdens het zwemseizoen de kwaliteit van het zwemwater in de zwemplassen weergegeven. Toezicht Groen - Flora en fauna De Flora- en faunawet beschermt in het wild voorkomende diersoorten en plantensoorten. De wet kent regels voor de jacht, beheer, schadebestrijding, handel en bezit. Het toezicht op en de handhaving van de en op de door de provincie afgegeven ontheffingen en illegale activiteiten wordt door de 12

13 "groene" inspecteurs uitgevoerd. Twee van deze inspecteurs zijn naast toezichthouder tevens aangewezen als buitengewoon opsporingsarnbtenaar (BOA). Boswet Het doel van de Boswet is de instandhouding van het bosareaal. Het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie verleent ontheffingen en uitstel in het kader van de Boswet. De provincie doet alle uitvoerings- en handhavingstaken en adviseert het ministerie. De inspecteurs Groene wetten van de provincie zijn belast met de handhaving van de Boswet. Overtredingen van de Boswet warden door beide Inspecteurs Groene wetten strafrechtelijk afgehandeld. Natuurbeschermingswet Doel van de Natuurbeschermingswet 1998 is het geven van wettelijke bescherming aan terreinen en wateren met bijzondere natuur- en landschapswaarden. Deze wet maakt het mogelijk om natuurmonumenten te beschermen door ze aan te wijzen als beschermd natuurmonument of als staatsnatuurmonument. In Nederland is sinds 1967 de Natuurbescherrningswet in werking. Deze oude wet maakte het onder andere mogelijk am gebieden te beschermen. Door deze wet werd ook een aantal soorten planten en dieren beschermd die op dat moment niet door andere wetten werd beschermd. Om beter te voldoen aan internationale verdragen en Europese richtlijnen is in 1998 de nieuwe Natuurbeschermingswet 1998 tot stand gekomen. Deze wet richt zich alleen op gebiedsbescherrning. De overige verplichtingen, zoals die voor soortbescherming, zijn overgenomen door de Flora- en faunawet. Indien een terrein of water in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 is aangewezen als beschermd natuurmonument of als staatsnatuurmonument, rnoet een vergunning worden aangevraagd als men handelingen wil verrichten die mogelijk schadelijk kunnen zijn voor het desbetreffende gebied. De wet onderscheidt drie typen te beschermen gebieden: - Natura 2000-gebleden (Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden) - Beschermde Natuurmonumenten - Wetlands Voor de provincie Groningen zijn dit de gebieden: Waddenzee en Noordzeekustzone; Twee Habitat- en Vogelrichtlijngebieden van en hectare Drentsche Aa; Een Habitatrichtlijngebied van hectare Leekstermeergebied; Vogelrichtlijngebied van hectare Lauwersmeer; Een Vogelrichtlijngebied van hectare Lieftinghsbroek; Habitatrichtlijngebied van 20 hectare Zuidlaardermeergebied; Een Vogeirichtlijngebied van hectare Aanwijzingsbesluit en beheerplannen; Het aanwijzingsbesluit en de beheerplannen bepalen de grenzen en doelen van Nature 2000-gebieden In de Natura 2000 gebieden en rondom het beschermde natuurmonument Schildmeer zijn in speciale gevallen natuurbeschermingswetvergunningen nodig. Oak activiteiten buiten deze gebieden kunnen een negatieve invloed hebben op de beschermde natuurwaarden in deze gebieden. Voor deze activiteiten is ook een natuurbeschermingswetvergunning nodig. Een voorbeeld van natuurbeschermingsvergunningen: de nieuwbouw van de energiecentrares in de Eemshaven i.v.m. invloed op de Waddenzee. De bepalingen uit de wet en de voorwaarden uit de vergunningen worden gecontroleerd door de inspecteurs groene wetten. - Cross-compliance /1P0 convenant Cross compliance betekent dat landbouwers moeten voldoen aan bestaande Europese richtlijnen zoals de vogel- en habitatrichtlijn, nitraat- en grondwaterrichtlijn, om Europese landbouwsteun te ontvangen. Veel landbouwers in Nederland.ontvangen inkomensondersteuning op grond van het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Op die manier zorgt het GLB ervoor dat landbouwers duurzaam voedsel van hoge kwaliteit kunnen produceren. In ruil voor deze inkomensondersteuning moeten landbouwers voldoen aan belangrijke normen op het gebied van diergezondheid, 13

14 dierenwelzijn en milieu die voortvloeien uit Europese verordeningen en richtlijnen. Landbouwers die niet aan deze regels voldoen, voldoen niet aan de subsidievoorwaarden en krijgen dus minder inkomenssubsidie. Bovenstaande Europese normen zijn hetzelfde voor alle Europese landbouwers en staan internationaal bekend onder de naam cross compliance. In Nederland wordt hiervoor meestal de term randvoorwaarden gebruikt. In Nederland is het toezicht op cross compliance regelgeving een samenwerkingsproces waarin verschillende overheden hun eigen controletaken uitvoeren. De AID is ook het aanspreekpunt voor de controlediensten van de decentrale overheden. IPO Convenant: Op 1 juli 2008 heeft het IPO het convenant Walevingsstrategie natuurwetgeving' getekend en geldt tot medio Dit convenant beoogt een impuls te geven aan samenwerking en effectiviteit bij de uitvoering en handhaving van de natuurwetgeving. De bevoegdheidsverdeling bij de natuurwetten (Natuurbeschermingswet, Flora- en Faunawet en de Boswet) is grotendeels gedecentraliseerd. De nalevingsstrategie die in het convenant is vastgelegd, wordt gebaseerd op risicoanalyses. Handhaving vindt pleats op basis van vertrouwen. Wanneer het vertrouwen wordt geschaad, wordt hard en transparent opgetreden. Het kost immers vaak veel tijd orn natuurwaarden te herstellen en soms is dit zelfs bijna onmogelijk. Interventies zijn er vooral op gericht overtreding van de natuurwetgeving te voorkomen. In 2012 krijgt dit binnen de afdeling een extra impuls. Projecten (exclusief uren inzet inrichting gebonden toezicht) - Aandachtvragende bedrijven Een aantal bedrijven vergt veel capaciteit van de afdeling. Het gaat hier om bedrijven die een veel overlast veroorzaken near de orngeving of een erg slecht naleefgedrag hebben. Gezien de complexiteit is voor een projectmatig aanpak gekozen, waarbij verschillende samenhangende beleidsterreinen en ook afdelingen bij warden betrokken. De projecleider wordt door de afdeling geleverd die feitelijk hoofdprobleemdrager is, de overige relevante afdelingen leveren projectleden aan. - PRTR PRTR staat voor (European) Pollutant Release Transfer Register. Het is een verordening die sinds februari 2006 van kracht is. De verordening verplicht bepaalde bedrijven jaarlijks bij overschrijding van drempelwaarden hun emissies te rapporteren aan het bevoegde gezag. Het gaat hier cm de uitstoot van circa 90 stoffen in bodem, water en lucht en de hoeveelheden afval die het bedrijfsterrein verlaten. Deze rapportages worden openbaar gemaakt via internet. De Nederlandse rapportages worden gepubliceerd in het Nederlandse register en het Europese PRTR-register. In 2009 is de PRTR verplichting geintegreerd met het rnilieujaarverslag (MJV) tot een rapportageregime: het Integraal (PRTR) verslag. Dit verslag is gebaseerd op de PRTR verordening en is aangevuld met de essentible elementen uit het MJV. De provincie en de waterschappen beoordelen de kwaliteit van de gerapporteerde emissie. Daarna rapporteren de EU lidstaten de gegevens aan de EU en nemen dit op in een nationaal register, dat via internet toegankelijk is. Uiteindelijk voegt de EU alle informatie semen tot een Europees register. Daarmee wordt de milieu-informatie ontsloten op het niveau van inrichtingen, activiteiten, stoffen en lidstaten. Het toetsen van de rapportage wordt door ons projectmatig uitgevoerd door een beperkt aantal medewerkers. Hiervoor is gekozen om beter te kunnen waarborgen dat de toetsing eenduidig en voor 1 juli 2011 is uitgevoerd. De genoemde termijn is een wettelijke termijn, bedrijven moeten de rapportages voor 1 april indienen. Het bevoegd gezag (de provincie) moet voor 1 juli een definitief oordeel over de rapportages hebben gegeven. - Activiteitenbesluit de tranche Sinds voorjaar 2008 is het ministerie van Infrastructuur en Milieu (voorheen VROM en VenW) gestart met de tweede fase van de modernisering van de algemene regels. Doel van deze tweede fase is om nog meer vergunningplichtige inrichtingen onder het Activiteitenbesluit te brengen. 14

15 Op basis van onderzoek en overleg zijn bedrijfstakken en activiteiten geselecteerd die onder het Activiteitenbesluit kunnen warden gebracht. Omdat deze bedrijfstakken en activiteiten divers van aard zijn, is er voor gekozen om de tweede fase in tranches te verdelen. De eerste en tweede tranche zijn inmiddels in werking getreden. In 2010 is een vervolgonderzoek uitgevoerd am inzicht te krijgen in het aantal inrichtingen per bedrijfstak dat na de eerste en tweede fase nog vergunningplichtig is. Er volgen in ieder geval nog een derde en een vierde tranche. De derde tranche betreft meer complexe bedrijfstakken. Deze tranche is op 29 april 2010 gestart. In de derde tranche wordt in zeven werkgroepen - in overleg met uitvoerende overheden en bedrijfsleven - gekeken naar de mogelijkheden voor het ontwikkelen van algemene regels voor een aantal bedrijfstakken. In deze tranche komen de volgende bedrijfstakken onder de werking van het Activiteitenbesluit: Rubber- en kunststofverwerking (uitgezonderd het schuimen of expanderen met bepaalde blaasmiddelen) Industrieel vervaardigen van voedingsmiddelen (uitgezonderd diervoederindustrie en bedrijven met een productie boven de IPPC-grens (Bijlage 1, categorie 6.4 van IPPC-richtlijn)) Schietinrichtingen (binnenschietbanen en paintball) Betonindustrie (betonmortel- en betonproductenindustrie) Grafische industrie (rotatieoffset, flexodruk en verpakkingsdiepdruk) Onderhoudsplaatsen voor trams, metro en treinen (spoorwegemplacementen blijven vergunningplichtig) Daarnaast wordt in de derde tranche het Besluit emissie-eisen middelgrote stookinstallaties (Bems) opgenomen in het Activiteitenbesluit en wordt de vergunningplicht voor het verstoken van bepaalde brandstoffen in een stookinstallatie opgeheven. Hierdoor vervalt onder andere de vergunningplicht voor houtgestookte stookinstallaties. Op 11 november 2011 zijn de wijzigingen van het Activiteitenbesluit, de Activiteitenregeling en het Besluit omgevingsrecht in het kader van de derde tranche voorgepubliceerd in de Staatscourant. De derde tranche treedt naar verwachting op 1 januari 2013 in werking. Als onderdeel van het project warden alle provinciale objecten (kantoren, werkplaatsen) gescreend en getoetst aan het activiteitenbesluit als mede zal er voorlichting worden gegeven. - Lucht RIE: De Richtlijn Industriale Ernissies (RIE) is een herziening van de Europese IPPC-richtlijn. Voor Nederland betekent de implementatie van de Richtlijn Industri6le Emissies een aanpassing van de Wabo, Wm, Bor, Mor en Activiteitenbesluit. Nederland wil bij deze implementatie de huidige besluiten Besluit verbranden afvalstoffen, Besluit emissie eisen st000kinstallaties A en Oplosmiddelenbesluit integreren in het Activiteitenbesluit. Ter voorbereiding op het toezicht op de naleving van de eisen uit het RIE wordt in 2012 projectmatig invulling aangegeven. Elektronische neuzen: Geuroverlast is een van de meest voorkornende oorzaken van klachten. Verificatie van deze klachten is vaak lastig door het stark wisselende karakter van geurhinder. Een relatief nieuwe ontwikkeling zijn de elektronische neuzen (E-neuzen) waarmee een constant en direct beschikbaar beeld verkregen kan worden van bepaalde groepen stoffen in de lucht. Hoewel dit beeld indicatief en kwalitatief is, blijkt uit de ervaring die DCMR hiermee heeft opgedaan dat het een goed hulpmiddel is om de bron van klachten te achterhalen. In 2011 zijn er in de omgeving van Farmsum een aantal electronische neuzen geplaatst. Daarnaast heeft de consignatiedienst een mobiele electronische neus. De eerste resultaten van de proef zijn positief, daarom wordt dit project ook in 2012 doorgezet. - Samenwerking Noord-Nederland Provincies hebben te maken met een aantal specialistische taken die beperkt van omvang zijn. Deze taken vallen veelal buiten de Wabo. Dit betekent dat verder verbetering in de uitvoering op andere 15

16 wijze gerealiseerd moet worden op het gebied van efficiency, effectiviteit en kwaliteit. Dit is denkbaar op het schaalniveau van Noord-Nederland. De samenwerking is mogelijk op vier ambitieniveaus: 1. het uitwisselen van informatie 2. een gemeenschappelijk inspectieprogramma 3. het uitwisselen van inspecteurs 4. een gezamenlijke organisatie In een bestuurlijk overleg (maart 2010) is afgesproken vooralsnog te kiezen voor ambitieniveau 3. Het succes van de noordelijke samenwerking BRZO is een mooie basis geweest om verdere samenwerking met Drenthe en Friesland te verkennen. Doel daarvan was om tot gezamenlijke uitvoeringsprogramma s te komen, al dan niet in combinatie met onderling gebruik van kennis en menskracht. In 2011 worden de gezamenlijke uitvoeringsprogramma s uitgevoerd op de volgende gebieden: - Geluidmeting - Groene wetten - Ketengerichte transportcontroles - Kleine luchtvaart (RBML) - Wet Hygiene Veiligheid Badinrichtingen en Zwemgelegenheden (WHVBZ) - Vuurwerkcontroles en beleid - Vernieuwing toezicht (Brzo / VTC) ln november 2010 zijn de deelnemers van de noordelijke samenwerking op gebied van toezicht bij elkaar geweest. Daar zijn de resultaten van het afgelopen jeer en de plannen voor 2011 besproken. De activiteiten en daarbij het ambitieniveau van de noordelijke samenwerking wordt in een programme vastgelegd, mogelijk wordt de eerder genoemde lijst van activiteiten verder uitgebreid. - VT-Afval De afvalinzameling en -verwerking vormen een keten waarin verschillende sectoren te onderscheiden zijn, te weten: inzameling, vervoer, handel en bemiddeling, recycling en eindverwerking. Het landelijke programme Vernieuwing Toezicht domein Afval (VT-Afval) richt zicht in eerste instantie op de ketenonderdelen recycling en eindverwerking van afval. Bij de bedrijven die actief zijn in de recycling en eindverwerking van afval zijn de provincies veelal het bevoegd gezag. In 2011 zal het programme zich, naast vervoer van afvalstoffen, ook richten op de inzameling van afval De landelijke aanpak van voor de provinciale afval bedrijven is beschreven in het document "Vernieuwing Toezicht, Domein Afval, Eindbeeld en Realisatie In 2012 gaan wij VT-Afval verder implementeren binnen de werkwijze van de provincie. Wij zullen meedraaien in de landelijke brancheteams: - Autodemontage - Op- en overslag - Metaal (MRF) - Puinbrekers AVI (Afvalverbrandingsinstallaties). Per branche worden provinciale brancheteams ingericht. De brancheteams bestaan uit: branchemanager (1 per branche, landelijke functie) branchedeskundige (1 per branche, per provincie) Daarnaast is er per provincie een contactpersoon aangesteld. Deze houdt zich vooral bezig met afgestemd toezicht tussen toezichtpartners bij de chemie en risicosturing op hoofdlijnen. De branchemanager zet een netwerk van deskundigen op, informeel en laagdrempelig. In de branche autodemontagebedrijven is al ervaring opgedaan met een dergelijk netwerk. Ook medewerkers uit andere relevante diensten/branches en afvalbedrijven kunnen onderdeel gaan uitmaken van dit brancheteam. Het brancheteam onderhoudt het contact met de branchevereniging(en) en rapporteert over voortgang en belangrijke ontwikkelingen aan de provinciale contactpersoon. Daarnaast zal het team bestaande provinciale brancheplannen omvormen tot 1 landelijk geldend brancheplan. Onderdelen van het plan zijn in ieder geval risico- inventarisatie en risicogebieden, beschrijving van de branche, de betrokken inspectiepartners en branchevereniging(en) en een toezichtplan. 16

17 Het geplande preventief toezicht bij de 105 VT-Afval bedrijven, binnen ons werkgebied, wordt projectmatig uitgevoerd. In het tweede kwartaal van dit jaar warden de inspecties in teamverband van 2 inspecteurs per team uitgevoerd. De inspecteurs controleren aan hand de hand van de opgestelde checklisten, de technisch administratieve ondersteuners verwerken deze in Squit. - LAT RB (VT-Chemie) Het landelijk programma, Landelijke Aanpak Toezicht (LAT) Risicobeheersing Bedrijven vloeit voort uit een organisatorische en inhoudelijke samensmelting van de activiteiten van LAT-BRZO en VT Chernie. Het programme richt zich op de verbetering van het toezicht op de zogenaamde majeure risicobedrijven. Deze benaming brengt tot uitdrukking dat de activiteiten van dit type bedrijven dermate risicovol zijn dat een uitstekende performance in de beheersing hiervan noodzaak is. De ambitie is te komen tot een optimale beheersing van de risico s door bedrijven op het gebied van veiligheid, arbeidsomstandigheden, milieu en water. Eigen verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven is het uitgangspunt. Het toezicht kan dan aanhaken op de bedrijfsinterne managementsystemen, het systeemgericht toezicht. Streefbeeld is dit toezicht voorts risicogericht en informatiegestuurd pleats te laten vinden. Het overheidstoezicht op deze bedrijven wordt zo effici6nter en effectiever ingezet, zodat bedrijven afgestemd en eenduidig toezicht ervaren. Het uiteindelijke doel is een hoog niveau van naleving bij de bedrijven, waarbij met de gekozen aanpak tevens wordt beoogd om wear mogelijk de toezichtlast te verminderen Vooralsnog warden elle BRZO-plichtige bedrijven en complexe chemiebedrijven behorende tot IPPCcategorie 4 tot de doelgroep gerekend. - Zandwinningen Gezien de problematiek en de complexiteit wordt voor 2012 gekozen am het toezicht op de zandwinningslocaties projectmatig op te pakken. Hierbij wordt samenwerking gezocht met de andere betrokken afdelingen (waaronder MV en MB) en handhavingspartners. Oak wordt kennis gezocht en gedeeld vanuit andere provincies. Doel is om de kwaliteit en kennisniveau van het toezicht op dit specifiek terrein te verbeteren. COORDINATIE EN BELEID Voor een aantal activiteiten is gekozen om de coördinatie daarvan bij een medewerker weg te zetten. Dat kan een inspecteur zijn, maar ook een beleidsmedewerker. De taken van de coördinatie bestaan uit het maken van planning, verdelen van werkzaamheden, het leiden van projecten, inhoudelijke verdieping, maar oak het maken van beleid dat betrekking heeft op die activiteiten. De coördinatoren hebben geen hi6rarchieke bevoegdheden, die I iggen immers bij de het afdelingshoofd, als integraal manager. - Coördinatie Wabo / LAT RB Cobrdinatie van toezicht en handhaving heeft een stevige basis gekregen in de Wabo en bij afgestemd toezicht als onderdeel van Vernieuwend Toezicht en LAT RB. Dat betekent dat steeds meer toezichts- en brancheplannen, controles en handhaving worden afgestemd met handhavingspartners. Ook inspectieplanningen warden steeds meer op elkaar afgestemd Zo mogelijk worden er gezamenlijke jaarplanningen gemaakt. Voor de afdeling MTZ betekent dit een andere manier van werken. Coördinatie van het toezicht Ran op een eenvoudige en op een uitgebreide wijze worden uitgevoerd. Het uitgebreid toezicht richt zich op een gezamenlijk toezichtsplan en afgestemd jaarplan tussen de hand havingspartners onderling. OVERIG Kwaliteitsmanagementsysteem Nagenoeg alle werkprocessen zijn beschreven en vastgelegd in een kwaliteitsmanagementsysteem (KMS). Het continue beheer van het systeem en de implementatie ervan zal in 2012 een extra impuls krijgen. 17

18 - Technische Administratieve Ondersteuning De administratieve afhandeling van de inspecties, waaronder het invoeren in het geautomatiseerde milieuinformatiesysteem (Squit) en het maken van inspectiebrieven, wordt uitgevoerd door technisch administratieve ondersteuner. Hiervoor is gekozen om de werklast bij de inspecteurs weg te nemen zodat zij hun tijd effectiever aan het uitvoeren van toezicht kunnen besteden. Daarnaast voeren de ondersteuners andere werkzaamheden uit, zoals het invoeren van klachten en meldingen in Squit en verlenen van opdrachten aan gemeenten voor het uitvoeren van toezicht op briks-taken etc. - Juridische ondersteuning Bestuurlijke handhavingsbeschikkingen warden opgesteld door de juridische medewerkers. Ook vertegenwoordigen zij de de provincie bij bezwaar en beroep en bereiden dat inhoudelijk voor. Daarnaast adviseren zij de toezichthouders gevraagd en ongevraagd op juridisch vlak met betrekking tot hun inhoudelijk werkzaamheden. 18

19 4. Kwantitatieve doelstellingen activiteiten In dit hoofdstuk is beschreven hoeveel fte, tijd en aantallen wij besteden aan de taken die wij uitvoeren binnen het taakveld milieutoezicht. In het onderstaande tabel is de inzet van uren en fte s oer activiteit weer e even. INZET UREN EN MENSKRACHT Uren fte s (1375 uur pfite) UREN INGEPLAND ,8 INZET UREN PER HOOPD-ACTIVITEIT INRICHTING GEBONDEN TOEZICHT (GRIJS) NIET INRICHTING GEBONDEN TOEZICHT BRIKS-taken (schatting t.o.v. 2011) inhuur bij gemeenten 3000 Indirecte lozingen uitvoering door waterschappen (deels om niet) 685 PROJECTEN (excl uren ais preventief toezicht) 8250 COORDINATIE/BELEI D 8619 Technisch Administratieve Ondersteuning 3722 Juridische Ondersteuning 2874 OVERIG (o.a. Opleidingen, KMS etc.) 5887 In de tabel op de volgende pagina zijn de aantallen geplande controles en ingeplande uren per (sub- )activiteit, voor zover nodig weergegeven. De inspecties die warden uitgevoerd in kader van projecten worden als "preventief" meegerekend. In de tabel zijn bij de activiteiten bouwen, slopen, gebruik en indirecte lozingen geschatte uren genoemd. Dat heeft als reden dat daze op ad-hoc basis worden ingezet. De expertice wordt ingehuurd bij gemeenten en waterschappen, derhalve zitten deze fte s wezenlijk bij de afdeling MTZ. In bijlage 1 is een volledig overzicht opgenomen van de geplande uren per taak / activiteit., 19

20 Activiteiten Aantal Inrichting en A antal controles preventief gepland Aantal uren INRICHTING GEBONDEN TOEZICHT GR1JS Aantal preventieve toezichtacties milieu, waarvan minimaal: Preventief toezicht inrichtingen prioritelt Preventief toezicht inrichtingen prioriteit II Preventief toezicht inrichtingen prioriteit III Preventief toezicht inrichtingen prioriteit IV Preventief toezicht inrichtingen Flexibel (afhankelijk van naieving etc,) 117 Aantal overige toezichtacties bouwen (schatting t.o.v. 2011) Aantal overige toezichtacties slopen (schatting t.o.v. 2011) Aantal overige toezichtacties gebruik (schatting Lox. 2011) Aantal overige toezichtacties indirecte lozing 685 BRZO inspecties MET INRICHTING GEBONDEN TOEZICHT GRIJS Consignatiedienst Bodem Geluidmetingen Vuurwerk BLAUW 1913 Grondwater o Jaarlijks toezicht op alle drinkwatervoorzieningen o Jaarlijks toezicht op alle industride inrichtingen o Twee jaarlijks toezicht op bestaande KWO s o Nieuwe KWO s WHVBZ o TweejaarIijkse controie bij badinrichting en met goed naleefgedrag o Jaarlijkse controle bij badimichtingen met slecht naleefgedrag, o Coritroie nieuwe badinrichtingen o Jaarlijkse inventarisatie en controles badzones

21 GROEN 1189 Natuurbeschermingswet - prioriteit Flora en Faunawet: controle van:- prioriteit Boswet - prioriteit VRIJE VELD DELICTEN

22 22

23 5. Kwalitatieve doelstellingen Toezicht algemeen - Risicoanalyses Risicoanalyses warden in teamverband met meerdere disiplines uitgevoerd om als bevoegd gezag de inzet van toezicht per bedrijf te prioriteren. Hierbij warden ook branchegerichte risicoanalyses gemaakt en worden inrichtingsspecifieke risico s vertaald in de toezichtsplannen. Projectmatig werken Gezien de ontwikkeling in de manier van toezichthouden, zoals ketentoezicht en afgestemd toezicht, ligt het voor de hand om het toezicht meer en meer projectmatig uit te voeren. In deze nieuwe werkwijze moet er eenduidig en samen toezicht worden gehouden. Dat brengt met zich mee dat er veel overleg- en afstemmingsmomenten zijn tussen alle handhavingspartners. Om dat goed te begeleiden wordt dit projectmatig opgepakt, zodat voor iedereen duidelijk is welke rol hij/zij heeft, wat er van hem/haar wordt verwacht en binnen welk tijdsbestek. Projectmatig werken vraagt van een inspecteur een andere "minder vrije" werkwijze, immers hij/zij moet nu meer rekening houden met de anderen binnen het project. Samen verantwoordelijk dus voor de kwaliteit van het toezicht. Naast "regulier" toezicht warden ook andere activiteiten en ontwikkelingen projectmatig uitgevoerd. - Afdelingsoverstijgende projecten Enkele aandachtvragende bedrijven zullen in 2012 projectmatig warden opgepakt met het doel de samenhang tussen alie beleidsterreinen op betreffend dossier te optimaliseren. Op deze dossiers worden projectleiders gezet. Deze hoeven niet perse vanuit de afdeling MTZ komen. De afdeling die feitelijk "probleemhouder" is!evert een projectleider. Alle betrokken afdelingen leveren projectmedewerkers. Inspectieteams Twee zien meer dan dén, ander dat motto wordt voor het uitvoeren van het toezicht in 2012 bij het project VT-afval en het groene toezicht gewerkt met inspectieteams. - Naleefgedrag Door het monitoren van het naleefgedrag aan de hand van het aantal hercontroles ten opzichte van het aantal preventieve controles, is een goed beeld te krijgen of het naleefgedrag verbetert. In 2011 wordt het naleefgedrag op branche niveau gemonitord. Daarnaast heeft ons milieuregistratiesysteem de mogelijkheid om het naleefgedrag op het niveau van milieuaspect per branche te monitoren. We zullen nagaan in hoeverre dit ons kan ondersteunen, om ons toezicht daar in te zetten waar het ook nodig is. - Doorontwikkeling toezicht Het toezicht wordt in overeenstemming met de afspraken in kader van de Wabo, Programma Vernieuwing Toezicht (convenant) en Cross Compliance en het convenant Nalevingstrategie natuurwetgeving, gecoördineerd / afgestemd met andere handhavingspartners uitgevoerd. :,.Daarnaast wordt branchegericht toezicht gehouden op basis van landelijke brancheplannen. De riadrukligt.hierop hét ketentoezicht van afvalstromen. De inspecties die wij regulier uitvoeren worden dus. minder gericht op de vergunningsvoorschriften (fysieke controle), maar richt zich meer op de schakel in de keten van de afvalstromen. - Regionale Uitvoeringsdiensten (RIM) Vanuit de afdeling wordt actief bijgedragen aan het project RUD. Tevens wordt een bijdrage geleverd in het project om de achterblijvende organisatie vorm te geven. 23

24 - Noordelijke samenwerking De regisseurs van de drie provincies zijn projectleiders van de nog vast te stellen "uitvoeringsprogramma Noordelijke Samenwerking toezicht en handhaving". De inspecteurs leveren een actieve bijdrage. - Naleefstrategie Naast regulier toezicht en handhaving zijn er meer instrumenten om het naleefgedrag te beinvloeden (tafel van elf). Hierbij kan gedacht worden aan voorlichting nieuwe regels en bekend maken van milieuklachten of handhavingsresultaten. - Bedrijfsvoering Met behulp van (geautomatiseerde) systemen wordt de bedrijfvoering verder geoptimaliseerd. Dit zal zich vooral richten op de kwaliteit en doorlooptijd van inspectie- en handhavingsbrieven. Om naast de consignatiedienst beter te kunnen inspringen op acute situaties is 100% bereikbaarheid binnen kantoor uren op alle kleursporen gegarandeerd. - KMS Het kwaliteitsmanagementsysteem (KMS) van de afdeling MTZ omvat procedures, werkinstructies, formulieren & briefsjablonen evenals ondersteunende documenten. Van iedere medewerker wordt verwacht het KMS te kennen en in overeenstemming met het systeem te werken. Het KMS wordt up-to-date gehouden, iedereen kan verbetervoorstellen indienen die na goedkeuring van het afdelingshoofd worden doorgevoerd. Toezicht inrichting- en niet inrichting gebonden - Prioriteren grijs toezicht Het prioriteren van toezicht is gebaseerd op een risicomatrix, naleefgedrag, milieuklachten, ongewone voorvallen en bestuurlijke gevoeligheid. Door deze wijze van prioriteren krijgt de branche of het bedrijf, toezicht die het verdient. De inzet van toezicht wordt daardoor effectief en efficient ingezet om het naleefgedrag te bevorderen. Verder zijn er standaard uren voor preventief toezicht buiten de geplande inspecties gereserveerd om deze te benutten veer flexibele inzet, zodat er voldoende capaciteit aanwezig om (ad-hoc) het toezicht daar uit te voeren waar dan nodig is. - Prioriteren toezicht indirecte lozingen Het toezicht op indirecte lozingen wordt voor de provincie uitgevoerd door de waterschappen Hunze & Aa s en Noorderzijivest. Zij hebben de kennis en expertise am dergelijke controles goed uit te voeren. Het toezicht wordt uitgevoerd op een door de waterschappen gebruikelijke risicomethodiek. - Prioriteren toezicht bouwen Het toezicht op bouwenvoor de bedrijven waar wij het bevoegd gezag zijn wordt voor ons uitgevoerd door gemeenten2 Het toezichtsniveau meet zich uiteindelijk kunnen meten met het landelijk protocol BWT (adequaat niveau). Tot die lijd wordt de mate van toezicht op een andere transparante wijze uitgevoerd die aansluit bij de bestuurlijke prioriteit. Prioriteren toezicht brandveilig gebruik Het toezicht op brandveilig gebruik wordt voor ons uitgevoerd door de brandweerregio s. Bij toezicht wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de risicomethodiek Prevap. Uitgangspunt is dat in ieder geval bij de bedrijven waar wij het bevoegd gezag zijn en indien van toepassing, door de brandweer ten minste 1 keer per jaar een inspectie wordt uitgevoerd op brandveilig gebruik. 24