PROGRAMMABEGROTING 2017

Transcriptie

1 PROGRAMMABEGROTING 2017

2 Programmabegroting 2017 Inhoudsopgave 1. Vooraf 3 2. STUUR HOUDEN, ook voor Visie traject Kaderbrief Financiële middelen en verdeelmodel Taakstelling/Budget Loonkosten WSW De bedrijfsopbrengsten Niet regeling gebonden personeel Overige bedrijfskosten Efficiencykorting Rijk Eindconclusies 6 4. Verplichte paragrafen Uiteenzetting financiële positie Financiering Verbonden partijen Bedrijfsvoering: financieel 12 Programmabegroting 13 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 14 Toelichting op de programmabegroting 16 Meerjarenbegroting Toelichting op de meerjarenbegroting Bijlage 1 Kadernota begroting 2017 Programmabegroting

3 1. Vooraf In 2015 is door onze deelnemende gemeenten besloten een verdergaande verkenning uit te laten voeren naar een toekomstig model voor PAUW Bedrijven. Dit in het kader van de Participatiewet die per 1 januari 2015 is ingegaan. Met de introductie van deze wet is de wsw-instroom gestopt en daarmee is een deel van de activiteiten van PAUW Bedrijven aflopend. Het Sociaal Werkbedrijf kent al jaren andere activiteiten (naast de WSW) voor de zogenaamde brede doelgroep. Voor hen die niet zelfstandig het WML kunnen verdienen, is inmiddels een breed portfolio opgebouwd ter ondersteuning van hun geleiding naar werk, zo regulier mogelijk en via de kortst mogelijke weg. Deze begroting 2017 is beleidsarm van aard. We bouwen voort op onze beleidsnotitie STUUR HOUDEN. Voor deze begroting is voor het eerst ook een kaderbrief uitgegaan, op deze wijze kunnen de deelnemende gemeenten meer en eerder invloed uitoefenen op de aard van de activiteiten en de financiële vertaling ervan. Deze kaderbrief vindt u als bijlage in deze begroting. Programmabegroting

4 2. STUUR HOUDEN, ook voor STUUR HOUDEN Voldoende snelheid in het schip houden, zodat het naar het roer luistert. In 2015 is onze beleidsnotitie STUUR-HOUDEN vastgesteld. Bij het opstellen van de begroting 2017 zijn we halverwege de uitvoering hiervan. We stellen vast dat we, naar verwachting, ook in 2017 nog houvast zullen hebben aan de uitgangspunten en de uitwerking ervan die we daarin hebben geformuleerd. Deze uitgangspunten zijn: -We blijven ons focussen op kosten en opbrengsten -We zetten ons in om diverse doelgroepen met en afstand tot de arbeidsmarkt werk te bieden -We profileren ons als partner in de regio die, vanuit haar expertise, ondersteunt bij het verder vormgeven van de Participatiewet. -We herijken en onderzoeken bestaande en nieuwe diensten. Deze koers is in den beginne uitgezet voor de jaren 2015 en 2016, echter we hebben nog niet de beschikking over een toekomst perspectief waardoor we ook voor 2017 verder gaan op dit ingezette pad, onze ankers voor de bedrijfsvoering. Als sociaal Werkbedrijf in de regio zijn we nauw betrokken bij de vormgeving en inrichting van de Arbeidsmarktregio s ( Utrecht en Amsterdam) en hebben de relatie met de verschillende diensten voor Werk en Inkomen van onze gemeenten verstevigd. De dienstverlening is gegroeid in diensten en geïntensiveerd in partnerships. Onze unieke infrastructuur en expertise wordt meer en meer gebruikt door onze deelnemende gemeenten om uitkeringsgerechtigden weer regie over hun leven te laten pakken en richting regulier werk stappen te zetten. Daar zijn we blij mee, kansen worden benut. 2.1 Visie traject In 2015 is door alle gemeenten een visietraject ingegaan, de Lekstroom gemeenten trokken daarin gezamenlijk op, Stichtse Vecht en De Ronde Venen deden dit separaat. Dit visietraject is inmiddels afgerond en is voortgezet naar een onderzoeksopdracht voor een extern bureau om de toekomstmodellen voor de uitvoering van de WSW en de overige activiteiten van PAUW Bedrijven als Sociaal Werkbedrijf nader in beeld te brengen. De invoering van de Participatiewet vormt hiervoor de context. We verwachten in de loop van 2016 nadere visievorming en besluitvorming over de toekomstige uitvoering. 2.2 Kaderbrief Voor het eerst is door PAUW Bedrijven een kaderbrief opgesteld om de deelnemende gemeenten in de gelegenheid te stellen om al in een vroeg stadium haar visie te geven op de op te stellen begroting. De reacties op deze kaderbrief zijn, waar mogelijk, meegenomen in deze begroting. Een aantal hiervan zijn: Efficiencykorting Rijk: zie punt 3.7 op pagina 6 Benoemen risico s: Zie de paragraaf Risico s op pag. 9 M.b.t. indexatie van kosten wordt waar mogelijk aangesloten bij de uitgangspunten van de laatste circulaire van de algemene uitkering Gemeentefonds: zie punten 3.5 en 3.6 op pag. 6. De kaderbrief is als bijlage toegevoegd. Programmabegroting

5 Deze begroting is opgesteld met de volgende aannames: 3.1 Financiële middelen en verdeelmodel Het sw-deel van de integratie-uitkering sociaal domein is voor 2017 begroot op per AJ. Dit is het bedrag per AJ dat volgt uit de gegevens van de september-circulaire Voor de volgende jaren is gerekend met een daling van 500 per jaar per AJ. De geschatte bedragen per gemeente zijn als volgt: De Ronde Venen Lopik Nieuwegein Stichtse Vecht IJsselstein Vianen Totaal De hierboven genoemde totalen vindt u niet terug in de opbrengsten van PAUW Bedrijven, daar een deel hiervan weer doorbetaald wordt aan andere sw-bedrijven. 3.2 Budget Bij de begroting 2017 is uitgegaan van de realisatie 2015 verminderd met uitstroom gebaseerd op de zogenaamde blijfkansen per gemeente, zoals gepubliceerd door het ministerie van SZW. 3.3 Loonkosten WSW Er is gerekend met de werkelijke loonkosten 1 ste kwartaal 2016 waarbij vervolgens de gevolgen van de nieuwe cao voor de Wsw ook zo goed mogelijk in de loonkosten zijn verwerkt. 3.4 De bedrijfsopbrengsten We verwachten de omzet op het niveau van 2015 te kunnen handhaven. Voor een belangrijk deel wordt onze omzet gerealiseerd door opdrachten vanuit de gemeenten. Dit betekent dat bij verandering van de omvang van deze opdrachtenstroom, dit direct zichtbaar zal zijn in het bedrijfsresultaat. Van toenemend belang is de wijze waarop onze gemeenten omgaan met het uitnutten van bestaande regelgeving om opdrachten rechtstreeks te gunnen aan PAUW Bedrijven of/en mogelijkheden via SROI te benutten. Hierin zijn momenteel nog significante verschillen te zien tussen de deelnemende gemeenten. Gemeente Totaal Omzet per inwoner 2015 in Omzet per inwoner 2014 in Omzet per inwoner 2013 in Omzet per inwoner 2012 in Nieuwegein ,41 13,70 13,98 13,28 IJsselstein ,71 4,66 4,77 5,31 Lopik ,20 4,16 4,43 2,90 Vianen ,69 5,09 3,64 4,18 Stichtse Vecht ,25 2,66 2,30 8,98 De Ronde Venen ,03 12,51 9,86 8, ,67 7,90 7,29 8,69 Programmabegroting

6 Euro Omzet per inwoner Gemeente 3.5 Niet regeling gebonden personeel Hier is uitgegaan van het op 28 januari 2016 gesloten principeakkoord over de cao gemeenten, voor verdere indexatie wordt waar mogelijk aangesloten bij de uitgangspunten van de laatste circulaire van de algemene uitkering Gemeentefonds. 3.6 Overige bedrijfskosten Naast voortdurende aandacht voor kostenbeheersing is toch gerekend met een stijging als gevolg van indexering van verschillende posten. T.a.v. deze stijging is waar mogelijk aangesloten bij de uitgangspunten van de laatste circulaire van de algemene uitkering Gemeentefonds. Ondanks deze indexatie zullen de overige bedrijfskosten op termijn in absolute zin gaan dalen. 3.7 Efficiencykorting Rijk Als uitvoerder van gemeentelijke taken hebben ook wij onze verantwoordelijkheid om deze korting van 1% binnen de door ons beïnvloedbare kosten door te voeren. Bij alle kostensoorten zien we een daling van minimaal 1%. We zien dan ook dat de bedrijfslasten (excl. lonen en soc. lasten wsw) t.o.v. de begroting 2016 met 2,6% dalen. De totale bedrijfslasten dalen met 4,1% t.o.v. de begroting Eindconclusies Mede als gevolg van extra commerciële inspanningen, denken we de omzet van 2015 vast te kunnen houden tot en met Een drietal werklijnen worden steviger ingezet: - Verhogen van het aantal detacheringsplekken. - Meer productieopdrachten (verhogen efficiency) en mogelijkheden groen- en schoonmaakopdrachten uitnutten bijvoorbeeld via alleenrecht of SROI. - Hogere opbrengsten per uur realiseren. De gemeentelijke bijdrage stijgt met ten opzichte van de begroting Hieronder ziet u de verwachte gemeentelijke bijdrage voor 2016 en verder. Gemeente Gemeente Lopik Gemeente Stichtse Vecht Gemeente De Ronde Venen Gemeente Nieuwegein Gemeente IJsselstein Gemeente Vianen Totaal Programmabegroting

7 1.000 De gemeentelijke bijdrage wordt verdeeld naar rato van het aantal mandagen dat door swmedewerkers per gemeente gewerkt wordt. Daarnaast is met ingang van 2015 een deel van de gemeentelijke bijdrage afhankelijk gemaakt van de omzet die de gemeenten bij Pauw Bedrijven genereren. Voor 2017 is dit percentage door het bestuur vastgesteld op 20%. In deze begroting is dus uitgegaan van het voor 2017 geldende percentage van 20% en de in 2015 gerealiseerde omzet. Gemeente 2017 basis Corr. o.b.v. omzet 2017 omzetafh. Gemeente Lopik Gemeente Stichtse Vecht Gemeente De Ronde Venen Gemeente Nieuwegein Gemeente IJsselstein Gemeente Vianen Totaal De doorbelasting van de post Dienstverlening deelnemende gemeenten geschiedt ook op basis van de mandagen per gemeente over het betreffende jaar. Bevoorschotting vindt plaats o.b.v. de mandagen van het laatst afgesloten jaar, in dit geval is dat De verdeling is als volgt: Dienstverlening Lopik Stichtse Vecht De Ronde Venen Nieuwegein IJsselstein Vianen Gemeentelijke bijdrage Programmabegroting

8 4. Verplichte paragrafen 4.1 Uiteenzetting financiële positie De begroting 2017 en de meerjarenbegroting geven slechts een momentopname van onze financiële positie. Hieronder ziet u de verwachte ontwikkeling van de subsidie per AJ: Subsidie ( ) Gem. loonkosten ( ) Tekort per AJ ( ) De jaarlijkse daling van de subsidie per AJ kan niet in de exploitatie worden opgevangen aangezien de CAO verplichtingen voor de SW-medewerkers blijven doorlopen. Dit maakt dat het subsidieresultaat de laatste jaren fors is verslechterd. Door uitstroom van relatief dure krachten, kan hier weer een verbetering in optreden, echter een dalende Rijksbijdrage doet dit effect teniet. Het subsidieresultaat is de uitkomst van het verschil tussen subsidie en de loonkosten SW. Weerstandsvermogen Teneinde weerstand te kunnen bieden aan substantiële tegenvallers is een bepaald weerstandsvermogen onontbeerlijk. Dit vormt een buffer tegen onverwachte en onvoorziene tegenvallers. Met een risicoanalyse is kortgeleden onderzocht welke omvang ons weerstandsvermogen minimaal zou moeten hebben. Deze analyse is geaccordeerd en vastgesteld door het algemeen bestuur op 3 februari Op basis hiervan is besloten om de ondergrens van het weerstandsvermogen te verlagen tot Ook is besloten dat de hiermee vrijgekomen middelen echter niet beschikbaar zullen zijn om tekorten mee te dekken, doch uitsluitend gebruikt kunnen worden voor noodzakelijke omvormingen van de organisatie ter voorbereiding op de Participatiewet en andere maatschappelijke veranderingen. Eventuele tekorten moeten gedekt worden uit gemeentelijke bijdragen. Kengetallen Begroot 2017 Begroot 2016 Realisatie 2015 Netto schuldquote 13% 15% 16% Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 13% 15% 16% Solvabiliteitsratio 28% 26% 26% Structurele exploitatieruimte 0% 0% 1,7% Netto schuldquote De netto schuldquote zal door aflossingen en een positieve cashflow naar verwachting verbeteren tot 13%. Daar er geen leningen verstrekt zijn, is de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen gelijk aan de Netto schuldquote. Solvabiliteitsratio Doordat het Eigen Vermogen gelijk blijft bij lagere totale passiva, zal solvabiliteitsratio stijgen. Structurele exploitatieruimte De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten. Deze moeten bij Pauw Bedrijven in principe in evenwicht zijn, waardoor de structurele exploitatieruimte 0% is. Programmabegroting

9 Risico s Ons doel, in de wet sociale werkvoorziening vastgelegd, het bieden van (zo regulier mogelijke) werkgelegenheid aan onze medewerkers, impliceert dat we onze diensten arbeidscapaciteit - aanbieden aan de reguliere arbeidsmarkt. Bij het aanbieden en uitvoeren van deze diensten lopen we zoals ieder ander bedrijf risico ten aanzien van betaling, voorraad en garanties/claims. De risico s in dit onzekere economische klimaat kunnen worden aangevuld met de zorg ten aanzien van de orderportefeuille. Een aanzienlijk deel van de markt waarop wij opereren beweegt mee op de golven van de economie. In de reeds in de vorige paragraaf genoemde risicoanalyse zijn de volgende risico s benoemd: Economische en marktrisico s (omzet) 350 k Bedrijfs- en ondernemingsrisico s (kosten) 650 k Naast bovengenoemde risico s kunnen nog andere risico s van invloed zijn op de cijfers van 2017: Sociaaleconomische ontwikkelingen en/of bezuinigingen op de rijksbijdrage; Ontwikkeling loonkosten. Dit kan zijn door nieuwe cao s, stijging werkgeverslasten etc. Transitievergoedingen. Uit hoofde van de Wet Werk en Zekerheid moet voor werknemers die na 2 jaar ziekte uit dienst gaan een transitievergoeding betaald worden. Wegens het onvoorspelbare karakter is dit niet begroot. Afwijking van de werkelijke uitstroom t.o.v. de prognose. Aanpassing van het sw-deel integratie-uitkering sociaal domein De begroting is gebaseerd op deels recent historische gegevens en deels ramingen daarbij anticiperend op de toekomst. De verwachting is dan ook dat deze begroting een getrouw beeld geeft van de verwachte uitkomsten. De begrote omzet na 2017 is ambitieus te noemen, echter door verdere efficiencyverhoging en mechanisatie zien we dit wel als reëel. Gezien echter de grote onzekerheid ten aanzien van de economie blijft de prognose van de eigen inkomsten een onzekere factor. Groot onderhoud gebouwen en installaties De voorziening onderhoud heeft tot doel om de jaarlijkse kosten van groot onderhoud aan de twee bedrijfspanden gelijkmatig te spreiden. In 2015 is voor beide vestigingen het onderhoudsplan voor de komende 10 jaar geactualiseerd. Op basis van deze plannen wordt jaarlijks een dotatie toegevoegd aan de voorziening onderhoud. 4.2 Financiering In het kader van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) treft u onderstaand informatie aan over de liquiditeitspositie in relatie tot de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Kasgeldlimiet Door in eerste instantie een forse bezuiniging op de rijksbijdrage in 2011 en de kortingen op de rijksbijdrage in 2015 en volgende jaren is er geen sprake van een sluitende begroting. De meerjarenbegroting laat een stabiel tot iets oplopende gemeentelijke bijdrage zien. Hierdoor zal de liquiditeitspositie afnemen wat noodzakelijkerwijs een behoefte aan nieuwe leningen op termijn inhoudt. Zo nodig zal/kan in het begrotingsjaar kort geld worden aangetrokken. De kasgeldlimiet biedt hiervoor voldoende ruimte. PAUW Bedrijven beschikt over een doorlopend kort kredietarrangement van maximaal ,- ingevolge de afgesloten overeenkomst in rekening-courant bij de BNG. Tijdelijke overtollige middelen worden veelal in daggeld door de BNG opgenomen, dit afhankelijk van de rentevergoeding. De rekening-courant bij zowel de Rabobank als ABN-Amrobank worden gebruikt voor het overige betalingsverkeer. Programmabegroting

10 Renterisiconorm Renterisiconorm en renterisico s van de vaste schulden. Het renterisico op de vaste schuld over de jaren 2016 tot en met 2019 is als volgt; (bedragen x 1.000) Renterisiconorm Stand van de vaste schuld per 1 januari Het bij ministeriele regeling vastgestelde percentage 20% 20% 20% 20% Renterisiconorm Toets Renterisiconorm Renterisiconorm Renterisico op vaste schuld Op grond van de stand van de vaste schuld geldt met betrekking tot de renterisiconorm de wettelijke minimumnorm van en niet het onder ministeriele verantwoordelijkheid vastgestelde percentage. Renterisico op vaste schuld a Renteherziening op vaste schuld o/g b Renteherziening op vaste schuld u/g Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) a Nieuw aangetrokken vaste schuld b Nieuwe verstrekte lange leningen Netto nieuwe aangetrokken vaste schuld (3a-3b) Betaalde aflossingen Herfinanciering (laagste van 4 en 5) Renterisico op vaste schuld (2+6) De renterisico s voor de periode op de langlopende schulden zijn afgedekt doordat het langlopende leningen betreft met een vaste looptijd. Ten aanzien van investeringen in voornoemde periode wordt ervan uitgegaan dat deze gefinancierd kunnen worden uit de vrijgekomen afschrijvingen. Programmabegroting

11 4.3 Verbonden partijen Verbonden partijen zijn rechtspersonen (derden) waarmee PAUW Bedrijven een bestuurlijk en financieel belang heeft. Er is sprake van een financieel belang wanneer de gemeenschappelijke regeling middelen ter beschikking heeft gesteld en die kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partijen. De weergegeven cijfers hebben betrekking op het jaar Naam + Vestigingsplaats Openbaar belang dat wordt behartigd Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2015 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2015 Financieel resultaat 2015 na bestemming Naam + Vestigingsplaats Openbaar belang dat wordt behartigd Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2015 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2015 Financieel resultaat 2015 na bestemming Stichting Maatschappelijk Ondernemen Westelijk Utrecht gevestigd in De Ronde Venen Exploitatie van het kringloopbedrijf in Mijdrecht Er bestaat een bestuurlijke verbinding omdat het voorzitterschap van het kringloopbestuur statutair door de algemeen directeur van PAUW Bedrijven wordt uitgeoefend. De bedrijfsleider en de assistent-bedrijfsleider worden ingeleend bij PAUW Bedrijven. Daarnaast wordt de financiële administratie door PAUW Bedrijven uitgevoerd, waarvoor een vergoeding wordt ontvangen Stichting PAUW Werk, gevestigd in de gemeente Stichtse Vecht. Deze stichting voert re-integratiewerkzaamheden uit en verricht diensten voor PAUW Bedrijven met als doel het bevorderen van arbeidsbekwaamheid in de breedste zin van het woord. Er bestaat een bestuurlijke verbinding omdat de directie wordt gevormd door de algemeen directeur en directeur arbeidsontwikkeling van PAUW Bedrijven. Er bestaat een rekening-courant verhouding met de Stichting PAUW Werk Programmabegroting

12 4.4 Bedrijfsvoering: financieel Met de bezuinigingen van de afgelopen jaren blijft onze organisatie gedwongen om steeds kritisch de eigen bedrijfsvoering te bezien. Een exercitie die we langs 4 lijnen continue doorlopen: - Hoe kunnen we omzet verhogen - Hoe kunnen we kosten verlagen - Hoe kunnen we zaken slimmer organiseren - Welke nieuwe innovatieve dingen kunnen we oppakken. In de afgelopen jaren zijn een aantal resultaten hiervan al financieel vertaald. Intussen blijft de bedrijfsvoering, de zorg voor het primaire proces: de ontwikkeling van de medewerker door het bieden van werk en begeleiding, alle aandacht vragen. Deze resultaten zien terug als de we meerjarenbegrotingen van de jaren met elkaar vergelijken: Hoogte van de gemeentelijke bijdrage in de meerjaren begrotingen Programmabegroting

13 Programmabegroting (x 1000) Realisatie 2015 Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Netto-omzet Mutatie in voorraden gereed product en onderhanden werk Geactiveerde productie voor het eigen bedrijf Som der bedrijfsopbrengsten Kosten van grond- en hulpstoffen Kosten van uitbesteed werk en andere externe directe kosten Toegevoegde waarde Overige bedrijfsopbrengsten Dienstverlening aan deelnemende gemeenten Bedrijfsopbrengsten Lonen en sociale lasten Wsw incl.overige personeelskosten Salarissen NRG personeel Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten Som der bedrijfslasten Bedrijfsresultaat Sw-deel integratie-uitkering sociaal domein Gemeentelijke bijdrage Saldo van de gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor bestemming Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves Resultaat na bestemming Programmabegroting

14 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding Onderstaande grondslagen, waarop de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling is gebaseerd, zijn bedoeld als leidraad voor een juiste interpretatie van de financiële overzichten. De begroting voldoet aan het Besluit en Verantwoording Bedrijfsopbrengsten Netto-omzet Netto-omzet is de opbrengst van aan derden geleverde goederen en diensten, exclusief de over de omzet geheven belastingen en onder aftrek van kortingen. Grond- en hulpstoffenverbruik en kosten van derden en uitbesteed werk De kosten van grond- en hulpstoffen worden berekend op basis van de inkoopprijzen. De folies, dozen en inkopen voor één specifieke klant worden berekend tegen vaste verrekenprijzen. Resultaten op deze post worden in het jaar verantwoord. Overige bedrijfsopbrengsten De overige bedrijfsopbrengsten omvatten naast de gemeentelijke bijdragen in de bestuurs- en beheerkosten de resultaten uit verhuur van onroerend goed, dienstverlening aan derden en overige opbrengsten. Sw-deel integratie-uitkering sociaal domein De participatiemiddelen en de middelen voor de WSW worden via de integratie-uitkering Sociaal domein van het gemeentefonds aan de gemeenten toegekend. Gemeentelijke bijdrage De gemeentelijke bijdrage omvat de in de gemeenschappelijke regeling of anderszins overeengekomen bijdrage in het exploitatieresultaat. Hierin is nu ook opgenomen de Gemeentelijke bijdrage compensatie buitengemeenten. De gemeentelijke bijdrage compensatie buitengemeenten betreft de niet gederfde inkomsten van de niet deelnemende gemeenten, de zogenaamde buitengemeenten in de exploitatielasten. Afschrijvingen Dit betreft de afschrijvingskosten van de vaste en immateriële activa. Voor de afschrijvingen op investeringen die samenhangen met de aanwending van de bestemmingsreserve vindt een onttrekking aan die reserve plaats. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De afschrijving vindt plaats in maximaal 5 jaar of de resterende looptijd van de lening waar het actief betrekking op heeft. Materiele vaste activa Op grond wordt niet afgeschreven. Voor het overige vindt afschrijving plaats op basis van de historische aanschafprijs volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname van het actief. De afschrijvingstermijn bedraagt maximaal de economische levensduur. Programmabegroting

15 De afschrijvingstermijnen volgens de lineaire methode bedragen in jaren: Gronden n.v.t. Gebouwen en voorzieningen terreinen Machines en installaties 3-20 Inventarissen 3-10 Vervoermiddelen 3-8 Financiële vaste activa Waardering vindt plaats op basis van de verkrijgingsprijs verminderd met eventuele duurzame waardeverminderingen en aflossingen. Afschrijving vindt niet plaats. Lonen en salarissen WSW en ambtelijk Hierop worden de loon- en salariskosten van de WSW-medewerkers respectievelijk de salariskosten van het ambtelijk personeel verantwoord. Onder loon- en salariskosten wordt verstaan het bruto bedrag van de aan het boekjaar toe te rekenen lonen c.q. salarissen, vermeerderd met de uitbetaalde vakantiegeldrechten. Sociale lasten De sociale lasten betreffen de ter zake van de werknemersverzekeringen verschuldigde werkgeverslasten, alsmede het werkgeversaandeel in de pensioenvoorziening. Dit betreft tevens de aan het boekjaar toe te rekenen ziekengelden. Daarnaast worden aan het boekjaar toe te rekenen WAO-gelden verantwoord en ontvangen gelden ten gevolge van loonschade. Lonen derden Hierop worden de loonkosten inclusief sociale lasten en overige personeelskosten van ingeleend personeel verantwoord. Overige bedrijfskosten Hierin zijn onder meer begrepen de kosten voor bedrijfsgeneeskundige zorg, opleidingen van WSW-werknemers, werkkleding, vervoerkosten en onderhoudskosten. De overige bedrijfskosten worden berekend op basis van historische kosten. Algemene dekkingsmiddelen De algemene dekkingsmiddelen bestaan in hoofdzaak uit het saldo van financiële baten en lasten. De rentebaten betreffen onder meer de opbrengsten uit deposito s en andere uitzettingen. De rentelasten bestaan in elke geval uit de rentelast van de vaste schulden en de rekeningcourantrente bij debetsaldi. Programmabegroting

16 Toelichting op de Programmabegroting Toegevoegde waarde Realisatie 2015 Netto toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is per bedrijfsonderdeel als volgt samengesteld: Industrie Bedrijfsopbrengsten Kosten grond- en hulpstoffen en andere externe kosten Toegevoegde waarde Detacheringen Bedrijfsopbrengsten Kosten grond- en hulpstoffen en andere externe kosten Toegevoegde waarde Groenvoorziening Breukelen Bedrijfsopbrengsten Kosten grond- en hulpstoffen en andere externe kosten Toegevoegde waarde Schoonmaak IJsselstein Bedrijfsopbrengsten Kosten grond- en hulpstoffen en andere externe kosten Toegevoegde waarde De netto toegevoegde waarde is iets hoger ten opzichte van de realisatie 2015 en bijna gelijk aan de begroting Programmabegroting

17 Overige bedrijfsopbrengsten Realisatie 2015 Huuropbrengsten Dienstverlening t.b.v. derden Overige baten Totaal Onder huuropbrengsten worden de opbrengsten verantwoord van het verhuur van palletplaatsen magazijn Breukelen en het laden en lossen, kantoorruimte, en de verhuur van een gedeelte van het bedrijfspand IJsselstein. De dienstverlening ten behoeve aan derden betreft o.a. de ambtelijke detachering en ondersteuning aan het Kringkoop bedrijf te Mijdrecht en voor de Stichting PAUW Werk. Programmabegroting

18 Lonen, salarissen en sociale lasten Realisatie 2015 Loonkosten Wsw-werknemers Overige loonkosten Totaal loonkosten Wsw Sociale lasten Pensioenpremies Ziekengelden/WAO-gelden Totaal sociale lasten Wsw Bedrijfsgeneeskundige zorg Vervoerskosten Wsw Eigen bijdrage vervoer Overige personeelskosten Totaal overige personeelskosten Loonkosten NRG personeel Overige loonkosten Totaal loonkosten NRG Sociale lasten Pensioenpremies Totaal sociale lasten NRG Totale loonkosten Wsw per fte Totale loonkosten per fte NRG Aantal Wsw-ers Aantal Wsw-AJ Aantal Wsw-FTE Aantal NRG in FTE s 51,1 52, De raming van de lonen en sociale lasten WSW is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: - Bij de vaststelling van de gemiddelde loonkosten per Wsw-medewerker is als basis uitgegaan van het gemiddelde brutoloonniveau maart lopend boekjaar. Er is gerekend met de werkelijke loonkosten 1 ste kwartaal De gevolgen van de nieuwe cao voor de Wsw zijn ook zo goed mogelijk in de loonkosten verwerkt. - De sociale lasten zijn berekend op basis van de percentages in De ramingen van de lonen en sociale lasten ambtelijk personeel zijn gebaseerd op de volgende uitgangspunten: Bij de vaststelling van de loonkosten ambtelijk personeel is uitgegaan van het op 28 januari 2016 gesloten principeakkoord over de cao gemeenten.. De sociale lasten zijn berekend op basis van de percentages Programmabegroting

19 Afschrijvingen Realisatie 2015 Afschrijvingen op materiele vaste activa met een economisch nut Totaal afschrijvingen Overige bedrijfskosten Realisatie 2015 Huurkosten Onderhoudskosten Energie Verzekeringen en belastingen Kosten dienstverlening derden Verkoop en commerciële kosten Indirecte productiekosten Dotatie aan voorziening groot onderhoud Diverse overige bedrijfslasten Totaal overige bedrijfskosten De diverse overige bedrijfskosten betreffen onder meer kantoorkosten, kantinekosten, werkkleding, accountantskosten, vergader- en representatiekosten etc. Programmabegroting

20 Rijksvergoeding Wsw Realisatie 2015 sw-deel integratie-uitkering sociaal domein Subsidieresultaat in (x1000) Aantal gerealiseerde AJ s 451,0 472,2 507,3 Uitkering per AJ Door de invoering van de Participatiewet per is behoudens de uitvoering ook de financiering van de Wsw fundamenteel gewijzigd. Vanaf die datum ontvangen gemeenten een Participatiebudget dat onderdeel uitmaakt van de Integratie-uitkering Sociaal Domein in het Gemeentefonds. In het Participatiebudget is opgenomen de gemeentelijk toegekende Wswcomponent (v/h Wsw-budget). De deelnemende gemeenten dragen deze middelen over aan PAUW Bedrijven. Het geschatte aantal AJ s voor 2017 is een raming gebaseerd op het verwachte aantal AJ s ultimo 2015, verminderd met de verwachte uitstroom in 2016 en 2017, zoals door het ministerie van SZW gepubliceerd. Uitgangspunt voor de raming van het normbedrag per AJ voor 2017 is de verwachte budgettoekenning van , hetgeen 622 lager is dan het vorige jaar. Het subsidieresultaat, als verschil tussen de loonkosten Wsw en het sw-deel integratie-uitkering sociaal domein (exclusief begeleid werken), is ten opzichte van 2015 en 2016 verder verslechterd. Dit wordt veroorzaakt door de daling van de rijksvergoeding Wsw. Gemeentelijke bijdrage Realisatie Omvang gemeentelijke bijdrage aantal werknemers Gemeentelijke bijdrage per werknemer Programmabegroting

21 Gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen Realisatie 2015 Financiële baten Financiële lasten Saldo financieringsfunctie Mutaties in reserves Realisatie 2015 Gerealiseerd totaalsaldo van baten en lasten Onttrekking algemene reserve Onttrekking bestemming reserve Totaal onttrekkingen Gerealiseerd resultaat Programmabegroting

22 Staat van materiële vaste activa Het betreft uitsluitend activa met een economisch nut. Bedragen x 1000 Gronden en Terreinen Bedrijfsgebouwen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Vervoer- Middelen Totaal Boekwaarde per 31 december Aanschaffingen Desinvesteringen Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen Toelichting op investeringen De begrote investeringen in 2017 belopen Het betreft hier voornamelijk noodzakelijke vervangingsinvesteringen. Van de investeringen kan het volgende overzicht worden gegeven: Grond 0 Gebouwen, terreinen, installaties 0 Machines 50 Inventarissen 30 Vervoersmiddelen 80 Totaal 160 De investeringen machines is inclusief automatisering. Programmabegroting

23 Weerstandsvermogen Bedragen x Boekwaarde per toevoeging Onttrekking Boekwaarde per Algemene reserve Overzicht bestemmingsreserve Bedragen x Boekwaarde toevoeging Onttrekking Boekwaarde Besteed: Gebouwen, terreinen, installaties Productie (machines) Inventarissen Subtotaal Nog te besteden: Gebouwen, terreinen, installaties Productie (machines) Inventarissen Bedrijfsplan Externe dienstverlening/claims Reorganisatie Totaal Zoals uit bovenstaande overzichten blijkt, bedraagt het Eigen Vermogen per ultimo Dit is nog ruim boven het vastgestelde minimum weerstandsvermogen van Programmabegroting

24 Staat van voorzieningen Bedragen x Boekwaarde per Toevoeging onttrekking Boekwaarde per Onderhoud gebouwen De voorziening is bedoeld ter dekking van de kosten voor groot onderhoud zoals schilderwerk gebouw en vernieuwing dakbedekking e.d. De toevoeging is vastgesteld op basis van het geactualiseerde meerjaren onderhoudsplan De omvang van de onttrekking is vastgesteld op basis van het meerjaren-onderhoudsplan. Staat van leningen Het verloop van de onderhandse geldleningen is als volgt: Saldo per Nieuwe leningen Aflossingen Saldo per Rentelast begrotingsjaar ABN-Amro (2001) BNG (2005) BNG (2015) Totaal Alle geldleningen zijn verstrekt door binnenlandse banken en overige financiële instellingen. Het in 2017 af te lossen bedrag is Programmabegroting

25 Meerjarenbegroting Omschrijving Netto-omzet Grond- hulpstoffen en uitbesteed werk Toegevoegde waarde Overige bedrijfsopbrengsten Dienstverlening aan deelnemende gemeenten Bedrijfsopbrengsten Lonen en sociale lasten Wsw incl. overige personeelskosten Loonkosten NRG personeel Afschrijvingen op immateriële en materiele vaste activa Overige bedrijfskosten Som der bedrijfslasten Bedrijfsresultaat Wsw-middelen participatiebudget Gemeentelijke bijdrage inclusief compensatie buitengemeenten Saldo van de algemene dekkingsmiddelen Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voorbestemming Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan bestemmingsreserve Onttrekkingen aan algemene reserve Resultaat na bestemming Aantal Wsw medewerkers Aantal FTE s PAUW werkverbanden Aantal FTE s Begeleid Werken Gemeentelijke bijdrage per Wsw medewerker Programmabegroting

26 Toelichting op de meerjarenbegroting Toegevoegde waarde In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met een jaarlijkse groei van 0 procent. Ondanks de dalende bezetting is er vooralsnog voldoende capaciteit beschikbaar om de omzet en toegevoegde waarde op hetzelfde niveau te handhaven. Pas vanaf 2019 zien we een daling inzetten. Lonen en Sociale lasten en overige personeelskosten Voor wijzigingen ten gevolge van arbeidsvoorwaarden, individuele loonaanpassingen is voor de lonen WSW een gemiddelde loonstijging geraamd van 0 procent. Voor de premies sociale verzekeringen WSW is eveneens uitgegaan van een gemiddelde stijging van 0 procent. Lonen en Sociale lasten NRG Voor wijzigingen ten gevolge van arbeidsvoorwaarden, individuele loonaanpassingen is voor de lonen ambtelijke en niet regeling gebonden een gemiddelde loonstijging geraamd van 1,0 procent. Dit is inclusief de premies sociale verzekeringen. Overige bedrijfskosten De stijging van de overige bedrijfskosten wordt, rekening houdend met een efficiency/kostenbesparing, geraamd op gemiddeld 1,0 procent per jaar. Door de afname in het personeelsbestand zien we per saldo toch een daling. Wsw middelen Bij het vaststellen van het sw-deel van de integratie-uitkering sociaal domein is uitgegaan van een bedrag van per AJ voor 2017, voor 2018 en verder is dit bedrag jaarlijks met 500,- per AJ verlaagd. Verder is geen rekening gehouden met een jaarlijkse aanpassing voor loonkostenstijging. Gemeentelijke bijdrage Bij het vaststellen van de gemeentelijke bijdrage is er van uitgegaan dat de deelnemende gemeenten de begroting sluitend maken. Overzicht verdeling gemeentelijke bijdragen In artikel 35 van de gemeenschappelijke regeling is bepaald dat het resultaat verdeeld wordt naar rato van het aantal medewerkers gemiddeld over het jaar. De verdeling in deze begroting is gebaseerd op het aantal medewerkers en de omzet in 2015: Gemeente Gemeente Lopik Gemeente Stichtse Vecht Gemeente De Ronde Venen Gemeente Nieuwegein Gemeente IJsselstein Gemeente Vianen Totaal Overzicht verdeling doorbelasting Dienstverlening deelnemende gemeenten De doorbelasting Dienstverlening deelnemende gemeenten neemt jaarlijks met af door de dalende sw-populatie. De verdeling over de gemeenten geschied o.b.v. het aandeel in het aantal mandagen over het jaar. In de (meerjaren-)begroting is uitgegaan van de mandagen over het jaar Achteraf vindt altijd een afrekening plaats o.b.v. het werkelijk aantal mandagen over het betreffende jaar. Programmabegroting

27 Gemeente Gemeente Lopik Gemeente Stichtse Vecht Gemeente De Ronde Venen Gemeente Nieuwegein Gemeente IJsselstein Gemeente Vianen Totaal FTE s Bij het vaststellen van het aantal fte s is uitgegaan van het aantal per 31 december 2015, waarbij geen instroom meer plaatsvindt. Uitstroom is gebaseerd op de verwachte uitstroom zoals gepubliceerd door het ministerie van SZW. N.B. Met bovengenoemde parameters is een prognose geschetst voor de komende jaren. De effecten van het huidige economisch klimaat kunnen deze prognose zowel positief als negatief beïnvloeden, waardoor de gemeentelijke bijdrage eventueel en afhankelijk van de omvang van het weerstandsvermogen dienovereenkomstig zal moeten worden bijgesteld. Programmabegroting

28 Bijlage 1 KADER NOTA Programmabegroting

29 Kaderbrief begroting 2017 PAUW Bedrijven In deze kaderbrief worden de uitgangspunten voor de begroting 2017 van PAUW Bedrijven weergegeven. Onderstaande kaders worden gehanteerd voor het opstellen van de begroting 2017 en de meerjarenbegroting De uitgangspunten in deze kaderbrief hebben achtereenvolgens betrekking op de volgende thema s: 1. Bedrijfsvoering 2. Omvang Wsw-personeelsbestand 3. Wsw-deel participatiebudget (Rijksbijdrage) 4. Omzet en Netto Toegevoegde Waarde 5. Loonkosten WSW 6. Loonkosten NRG-personeel 7. Overige kosten 8. Gemeentelijke bijdrage 9. Risico s Ad 1 bedrijfsvoering In afwachting van verdere visie- en besluitvorming, zal PAUW verder gaan op de manier zoals beschreven in het document Stuur Houden, wat reeds opgenomen is in de begroting 2016 (en is bijgevoegd bij deze Kadernota). Enkele belangrijke elementen hieruit zijn: Blijven focussen op kosten- en opbrengsten Verstevigen van ons werkgeversnetwerk Prioriteit geven aan arbeidsontwikkeling van interne medewerkers om natuurlijk verloop bij externe bedrijfsonderdelen (groen, schoonmaak en detachering) op te vangen Onderzoeken en, indien mogelijk, aanbieden van nieuwe diensten Vanuit onze specifieke kennis mee vormgeven van de inrichting van de Arbeidsmarktregio. We ondersteunen de gemeentes bij een efficiënte uitvoering van de Participatiewet. Ad 2 Omvang Wsw-personeelsbestand De omvang van het Wsw-personeelsbestand is één van de belangrijkste elementen van de begroting, omdat zowel de loonkosten wsw als het sw-deel van het Participatiebudget (de vroegere rijksbijdrage) hier direct door beïnvloed worden. Deze omvang in het begrotingsjaar 2017 en verder, zal worden berekend door de werkelijke stand per te verminderen met de uitstroompercentages, zoals door onderzoeksbureau SEO in opdracht van het min. SZW is berekend. Ad 3 Wsw-deel participatiebudget (Rijksbijdrage) In de begroting 2017 wordt uitgegaan van de bedragen zoals genoemd in de Septembercirculaire Mochten er op het moment van opstellen van de begroting actuelere cijfers beschikbaar zijn, dan zullen deze gebruikt worden. Ad 4 Omzet en Netto Toegevoegde Waarde We verwachten de omzet voor het jaar 2017 op het niveau van 2015 te kunnen handhaven. Deze omzet wordt voor een belangrijk deel gerealiseerd door opdrachten vanuit de gemeenten. Dit betekent dat bij verandering van de omvang van deze opdrachtenstroom, dit direct zichtbaar zal zijn in het bedrijfsresultaat. Programmabegroting

30 Ad 5 Loonkosten WSW Voor de loonkosten WSW wordt uitgegaan van een gemiddelde bezetting voortkomend uit de taakstelling zoals hierboven ad 2 beschreven. Er zal worden gerekend met het werkelijke salarisniveau van januari 2016, bovendien zullen de gevolgen van de nieuwe cao ook verwerkt worden. Ad 6 Loonkosten NRG-personeel De omvang van het NRG-personeel (staf en leiding) wordt nauwlettend gemonitord om deze in overeenstemming te laten zijn met de omvang van het WSW-personeel en overige doelgroepen. Om dit te kunnen realiseren, wordt een flexibele schil aangehouden, waardoor aanpassingen makkelijker plaats kunnen vinden. Voor de loonkosten wordt gerekend met het werkelijke niveau van januari 2016 met een indexatie van 0,5%, conform de geschatte prijsontwikkeling van het bbp volgens de september-circulaire. Ad 7 Overige kosten We zullen ons blijven focussen op kostenbeheersing en verlaging. Ondanks dat er rekening wordt gehouden met een indexatie van 0,5%, conform de geschatte prijsontwikkeling van het bbp volgens de september-circulaire, zullen de kosten in absolute zin dalen. Ad 8 Gemeentelijke bijdrage De gemeentelijke bijdrage dient om de begroting sluitend te maken, zoals door de Provincie voorgeschreven. Door een sterke focus op omzet en kosten wordt getracht deze zo laag mogelijk te houden. Met ingang van het jaar 2015 is een deel (15%) van de gemeentelijke bijdrage afhankelijk gemaakt van de omzet die de gemeenten bij PAUW genereren. Het doel hiervan is om gemeenten te motiveren om meer werk door PAUW te laten uitvoeren, waardoor uiteindelijk de totale gemeentelijke bijdrage lager wordt. Voor de begroting 2017 zal worden gerekend met 20%. Indien door het Bestuur een ander percentage en/of berekeningsmethodiek wordt vastgesteld, zal deze worden gebruikt. In de begroting 2017 zullen de geschatte bedragen per gemeente worden weergegeven o.b.v. de gerealiseerde omzet in Ad 9 Risico s Volgens het BBV is in de begroting de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing voorgeschreven. In de begroting zullen een aantal risico s genoemd worden, waar de volgende zeker deel van uit zullen maken: Realisatie van geprognotiseerde omzet Stijging loonkosten. Dit kan zijn door aanpassingen in cao s, stijging werkgeverslasten etc. Transitievergoedingen Afwijking van werkelijke uitstroom t.o.v. prognose SEO Wijziging van Wsw-deel participatiebudget Planning De ontwerpbegroting 2017 zal voor 15 april 2016 gereed zijn en samen met de jaarrekening 2015 worden aangeboden. Programmabegroting

31 PAUW Bedrijven De Corridor ZB Breukelen Tel.: Met vestigingen in Breukelen, IJsselstein, Nieuwegein en Mijdrecht (Kringkoop) www. pauwbedrijven.nl info@pauwbedrijven.nl