RAADSVERGADERING 30 JANUARI NR. I

Transcriptie

1 RAADSVERGADERING 30 JANUARI NR. I 2014

2 Aan de leden van de Raad Aan de wethouders en de secretaris Hierbij nodig ik u uit voor de Openbare Raadsvergadering op donderdag 30 januari 2014 om uur in het gemeentehuis te Zuidwolde. Om uur vindt er een openbare raadsavond plaats over de ambtelijke samenvoeging van De Wolden en Hoogeveen. A G E N D A Vragenhalfuur voor de burgers Vragenhalfuur voor de raad Algemeen 1. Opening 2. Vaststelling agenda 3. Vaststelling besluitenlijst en toezeggingenlijst vergaderingen 28 november en 19 december Toezeggingenlijst totaal raad per januari 2014 Aanvang/streeftijd uur uur Besluitvormend/bespreekstukken uur 5. Zwembad Ruinen 6. Oversteken N375 Koekangerveld en beschikbaarstelling krediet uur 7. Vaststelling Economisch Actieplan De Wolden uur Besluitvormend/hamerstukken 8. Vaststelling bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a ( t Stekkie) Koekange 9. Vaststelling bestemmingsplan Tripklompen 3-13 Zuidwolde 10. Vaststelling bestemmingsplan Hoofdstraat Zuidwolde 11. Instemming begroting 2014 Wolderwijs, wijziging toezichtskader 12. Instemming aanvulling statuten garantiebepaling GR Reestmond uur 13. Ingekomen stukken uur 14. Sluiting Zuidwolde, 17 januari 2014 De voorzitter van de Raad, R.T. de Groot Het woord voeren door de burgers Voorafgaand aan de vergadering, tijdens het vragenhalfuur, kunnen burgers het woord voeren over onderwerpen die niet op de agenda staan. Ook kunnen zij ideeën over het gemeentelijk beleid kenbaar maken.

3 Tijdens de vergadering kan er per agendapunt worden ingesproken. Dit kan niet als er een afzonderlijke hoorzitting over het onderwerp is/wordt gehouden. Een ieder heeft maximaal 5 minuten spreektijd. Voor het inspreken is maximaal 30 minuten beschikbaar. Om het woord te kunnen voeren, moet men zich voor de vergadering bij de griffier melden.

4 Het woord voeren door de burgers Voorafgaand aan de vergadering, tijdens het vragenhalfuur, kunnen burgers het woord voeren over onderwerpen die niet op de agenda staan. Ook kunnen zij ideeën over het gemeentelijk beleid kenbaar maken. Tijdens de vergadering kan er per agendapunt worden ingesproken. Dit kan niet als er een afzonderlijke hoorzitting over het onderwerp is/wordt gehouden. Een ieder heeft maximaal 5 minuten spreektijd. Voor het inspreken is maximaal 30 minuten beschikbaar. Om het woord te kunnen voeren, moet men zich voor de vergadering bij de griffier melden.

5 Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente De Wolden, gehouden op donderdag 28 november 2013 om uur in het gemeentehuis te Zuidwolde. Aanwezig, de leden: A.F. Assink (PvdA), H.S. Benning (Gb.), P. Groot (Gb.), A. Haar (D66), M.S.J. Hulst (VVD), W. Kamphuis (CDA), G.C. Leffers-Heeling (Gb), H. Mulder (VVD) (tot de pauze), D. Oosterveen (Gb), W. Rumph (CDA), H.G. Scheper-Beijering (VVD), G.F. Timmerman (VVD), E.M.M. Verheijen (GL), J.R. van t Zand (Gb.), D. Zantingh (CDA). Voorzitter: Griffier: Verslag: R.T. de Groot, burgemeester drs. I.J. Gehrke D.Y.S. Kloosterhof Tevens aanwezig: M. Pauwels-Paauw en J.H. Lammers, wethouders; N. Kramer, secretarisdirecteur Afwezig met kennisgeving: H. Buld-Kist (Gb.), H. van Noord (CDA), C.H.D. de Rijk (PvdA), J.H. Wiechers (CU), J. ten Kate (wethouder), Vragenhalfuur voor de burgers De heer Breider, inwoner van de Wijk en vertegenwoordiger dorpsbelangen de Wijk, maakt gebruik van het vragenhalfuur voor de burgers ten aanzien van de oversteek Dorpsstraat-Postweg in de Wijk (bijgevoegd). Vragenhalfuur voor de raad Er worden twee artikel 37A-vragen door gesteld: De heer Oosterveen (Gb) stelt een vraag over de kruising Dorpsstraat-Postweg in de Wijk en de heer Groot (Gb) stelt een vraag over de verkeerssituatie rondom de brede school aan de Heidelaan De Heidevlinder. Beide vragen worden beantwoord door wethouder Lammers. 1. Opening De voorzitter opent de vergadering. 2. Vaststelling agenda De voorzitter vraagt om vaststelling van de agenda. Mevrouw Scheper-Beijering (VVD) dient een motie in betreffende de oversteek Dorpsstraat-Postweg in de Wijk. Voorstel om dit punt te verzetten naar agenda punt 4a. De heer Oosterveen (Gb) stelt voor om agendapunt 6 in deze vergadering opiniërend te bespreken en besluitvormend in de raadsvergadering van 19 december 2013 aan de orde te laten komen. De voorzitter stelt voor om agendapunten 7 en 8 te behandelen voorafgaand aan agendapunt 6. De agenda wordt vastgesteld. 3. Vaststelling besluitenlijst en toezeggingenlijst vergadering 31 oktober 2013 De voorzitter vraagt om vaststelling van de beide lijsten. Er wordt een toezegging (37A vraag) toegevoegd. De raad stelt de besluitenlijst en toezeggingenlijst vast. 1

6 4. Toezeggingenlijst totaal raad per november 2013 De voorzitter vraagt om vaststelling van de toezeggingenlijst totaal. De lijst wordt door de raad vastgesteld. 4a. Motie VVD inzake de oversteek Postweg-Dorpsstraat De fractie van de VVD dient een motie in ten aanzien van de oversteek Postweg- Dorpsstraat. Stemming: Voor: Gb, VVD, PvdA, D66, GL (12 stemmen) Tegen: CDA (3 stemmen) Besluit: motie is aangenomen met 12 stemmen voor en 3 stemmen tegen. 5. Instemming met de notitie Evaluatie beleid Wmo en Volksgezondheid De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. Wethouder Pauwels-Paauw zegt toe dat specifieke cijfers ten aanzien van kindermishandeling schriftelijk aan de raad kenbaar worden gemaakt. De raad besluit conform het voorstel. 6. Kennisneming Regionaal Transitiearrangement jeugdzorg Drenthe en instemming financiële kaders en allocatie van budgetten Dit agendapunt wordt opiniërend behandeld. 7. Vaststelling Wmo: basistarieven hulp bij het huishouden 2014 De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De raad besluit conform het voorstel. 8. Vaststelling verordening winkeltijden 2013 De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De raad besluit conform het voorstel. 9. De richting van het afvalbeheer (reductie van huishoudelijk restafval, kostenbesparing en verbetering van de bronscheiding) De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De raad besluit conform het voorstel. 10. Ingekomen stukken De voorzitter vraagt om vaststelling van de lijst met ingekomen stukken. De raad stelt de lijst vast. 11. Sluiting De voorzitter sluit om uur de vergadering. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente De Wolden in zijn openbare vergadering van 30 januari 2014, de griffier, de voorzitter, 2

7 Toezeggingenlijst vergadering Raad 28 november 2013 Data Onderwerp Afspraak/Toezegging Actie door Afdoening vóór 28 novemb er 2013 Art 37a vraag: verkeerssituatie brede school Heidelaan Zuidwolde De evaluatie staat gepland voor januari 2014, in dit kader wordt ook met de omwonenden gesproken. Wethouder H. Lammers 28 novemb er 2013 Notitie Evaluatie beleid Wmo en Volksgezondheid griffie, 15 januari 2014 De raad ontvangt schriftelijk specifieke cijfers ten aanzien van kindermishandeling. Wethouder M. Pauwels

8

9

10 Vraag conform art. 37A reglement van orde. Raadsvergadering Onderwerp: Verkeerssituatie rondom de brede school aan de Heidelaan, De Heidevlinder. Met de realisatie van de brede school aan de Heidelaan zijn er toezeggingen gedaan en in overleg met de buurt aanpassingen uitgevoerd om te komen tot een zo veilig mogelijke verkeerssituatie voor zowel kinderen, ouders als omwonenden. Inmiddels zijn we enige tijd verder en bereiken ons berichten over onveilige situaties zoals te hard rijden, verkeerd parkeren en het negeren van de ingestelde rijrichting. Voorgaande is voor de fractie van Gemeentebelangen aanleiding tot het stellen van de volgende vragen: Is er inmiddels een evaluatie geweest van de vernieuwde inrichting rondom de brede school aan de Heidelaan? Zijn de aangegeven voorbeelden bekend bij het college? Zo ja, wat is hier mee gedaan? Is het college bereid om in overeenstemming met de buurt en andere deskundige instanties, zoals Veilig Verkeer Nederland te komen tot een gezamenlijke oplossing om onveilige verkeerssituaties in de toekomst te voorkomen? Namens de fractie van Gemeentebelangen De Wolden, P. Groot Gemeentebelangen De Wolden pag. 1! van 1!

11 Vraag conform art. 37A reglement van orde. Raadsvergadering Onderwerp: Kruising Dorpsstraat-Postweg te De Wijk Al ruim twee jaar wordt met de inwoners van De Wijk gesproken over de kruising Dorpsstraat-Postweg in De Wijk. Deze kruising wordt veel gebruikt door overstekende fietsers en voetgangers op weg naar de brede school aan de Postweg. Onlangs is in De Wijk een bijeenkomst geweest van Belangenvereniging De Wijk, VVN, omwonenden en ouders van schoolgaande kinderen. Doel van deze bijeenkomst was het informeren van de pers over de ontevredenheid die de mensen hebben over de manier waarop ze door de gemeente behandeld zijn. Met name het feit dat de door deze partijen gewenste oplossing, namelijk beveiliging van de kruising in de huidige situatie met verkeerslichten (oplossing A), eerst door de gemeente is toegezegd maar dat dit later weer teruggedraaid is. Het college is voornemens de kruising te veranderen door: het instellen van een 30 km-zone, de wegversmalling die nu in de Dorpsstraat zit te verwijderen en een zogenaamde omgekeerde voorrangssituatie te creëren (oplossing B). D.w.z. dat de fietsers die de Dorpsstraat oversteken voorrang krijgen op het gemotoriseerde verkeer op de Dorpsstraat. Naar aanleiding van vragen van de VVD-fractie heeft de raad een gespreksverslag van een gesprek tussen de gemeente en aanwonenden, ouders en de Belangenvereniging gehouden op 25 september gekregen. Uit dit verslag blijk dat de door het college voorgestelde oplossing B gevoelig lag. Het college heeft daarop niet besloten een andere keuze te maken, maar om een bijeenkomst te beleggen (25 september 2013) om in gesprek te gaan. De fractie van Gemeentebelangen heeft hierover de volgende vragen: 1. Klopt het dat de door de inwoners van De Wijk gewenste oplossing A per mail van 28 juni 2013 is toegezegd? 2. Zo ja, door wie en wanneer is er besloten toch te kiezen voor oplossing B? 3. Waarom heeft het college de keuze voor oplossing B niet herzien toen bleek dat deze in De Wijk niet op steun kon rekenen? 4. Met welke intentie heeft het college besloten de bijeenkomst op 25 september te beleggen? De fractie van Gemeentebelangen, Douwe Oosterveen. Gemeentebelangen De Wolden pag.! 1 van! 1

12

13 Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente De Wolden, gehouden op donderdag 19 december 2013 om uur in het gemeentehuis te Zuidwolde. Aanwezig, de leden: A.F. Assink (PvdA), H.S. Benning (Gb.), H. Buld-Kist (Gb.), P. Groot (Gb.), A. Haar (D66), M.S.J. Hulst (VVD), W. Kamphuis (CDA), G.C. Leffers-Heeling (Gb), H. Mulder (VVD), H. van Noord (CDA), D. Oosterveen (Gb), C.H.D. de Rijk (PvdA), W. Rumph (CDA), H.G. Scheper-Beijering (VVD), G.F. Timmerman (VVD), E.M.M. Verheijen (GL), J.H. Wiechers (CU), J.R. van t Zand (Gb.), Afwezig: D. Zantingh (CDA). Voorzitter: Griffier: Verslag: R.T. de Groot, burgemeester drs. I.J. Gehrke S.R.Beute Tevens aanwezig: J. ten Kate, M. Pauwels-Paauw en J.H. Lammers, wethouders; N. Kramer, secretarisdirecteur Vragenhalfuur voor de burgers Hiervan wordt gebruikgemaakt door dhr. Bosch (Travers/Domijn), t.a.v. het faillissement van Speelwerk en dhr. Grund, t.a.v. het burgerinitiatief het Wheemhuus. Dit laatste punt wordt door de voorzitter geplaatst bij agendapunt 5. Vragenhalfuur voor de raad Er worden vier 37-A vragen gesteld: De heer Haar (D66) stelt een 37A vraag ten aanzien van BTW sportaccommodaties. Wethouder Pauwels beantwoordt vragen. De heer Verheijen (GL) stelt een 37A vraag over de Drank- en horecawet. De portefeuillehouder beantwoordt de vraag. De heer Wiechers (CU) stelt 37A vraag over de ontwikkelingen rondom het faillissement van Speelwerk. Wethouder Pauwels beantwoordt zijn vragen. Dhr. Rumph (CDA) stelt 37A vraag over medewerkers van Stichting Welzijn De Wolden. Beantwoording vindt plaats door wethouder Pauwels. De wethouder zegt toe uit te zoeken of er uitwisseling heeft plaatsgevonden van vertrouwelijke s. Vervolgens verzoekt de fractie van het CDA het college om een informatieavond te beleggen m.b.t. de ontwikkelingen rondom het faillissement van Speelwerk. De voorzitter zegt toe de raad op de hoogte te houden van de ontwikkelingen m.b.t. faillissement Speelwerk. 1. Opening De voorzitter opent de vergadering. 2. Vaststelling agenda De voorzitter vraagt om vaststelling van de agenda. Mevrouw Mulder (VVD) wenst het Economisch Actieplan opiniërend te bespreken in plaats van besluitvormend. De raad stemt hiermee in. Frits Timmerman (VVD) wenst opmerkingen te plaatsen bij 37A vragen over de Eggeweg van de farctie van GroenLinks. 1

14 Erik Verheijen (GL) wenst tevens opmerkingen te plaatsen bij de beantwoording door het college m.b.t. de Eggeweg. Jan Van t Zand (GB) wenst ook opmerkingen bij de Eggeweg te plaatsen. De voorzitter stelt voor agendapunt 14a Eggeweg toe te voegen. De voorzitter stelt de aangepaste agenda vast. 3. Vaststelling besluitenlijst en toezeggingenlijst vergadering 7 november 2013 De voorzitter vraagt om vaststelling van de lijst. De raad stelt de besluitenlijst en toezeggingenlijst vergadering 7 november vast. 4. Toezeggingenlijst totaal raad per december 2013 De voorzitter vraagt om vaststelling van de lijst. Dhr. Haar (D66) wijst erop dat de toezegging betreffende regenwater ontbreekt. De toezeggingenlijst totaal raad, per december 2013 wordt vastgesteld. 5. Burgerinitiatief Wheemhuus De voorzitter geeft het woord aan Dhr. Grund en deze licht zijn verhaal toe. Er worden vragen gesteld door dhr. Oosterveen en dhr. Rumph. Dhr. Grund beantwoordt de vragen. De voorzitter vraagt om bespreking van het voorstel. Alle fracties, m.u.v. de fractie van het CDA, zijn voor het alternatieve voorstel. 6. Instemming Regionaal Transitiearrangement jeugdzorg Drenthe en instemming financiële kaders en allocatie van budgetten De voorzitter vraagt om instemming van het voorstel. De heer Oosterveen (GB) dient een amendement in. De fracties Gb, PvdA, D66 en Gl zijn voor het amendement, zodat het is aangenomen met 10 stemmen voor en 8 stemmen tegen. Vervolgens besluit de raad in te stemmen met het voorstel. 7. Vaststelling Economisch Actieplan De Wolden De voorzitter brengt het Actieplan in opiniërende bespreking. De stemming over het Economisch Actieplan vindt plaats in de volgende vergadering. 8. Vaststelling Decemberrapportage 2013 De voorzitter vraagt om vaststelling van de decemberrapportage. Het college zegt toe om de raad te informeren over het project Centrumplan Ruinen (ontbreekt) en stand van zaken bouwgrondexploitatie. De raad stelt de decemberrapportage unaniem vast. 9. Vaststelling belastingverordeningen 2014 De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De raad besluit conform het voorstel. 10. Beschikbaarstelling krediet ontwikkeling 2 e fase voormalige Rabobank locatie Zuidwolde De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De raad besluit conform het voorstel. 11. Vaststelling bestemmingsplan locatie De Zaaier, Noorder Esweg 45 Zuidwolde De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De raad besluit conform het voorstel. 12. Instemming ontwerp-begroting RUD 2014 De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De raad besluit conform het voorstel. 2

15 13. Kennisneming startnotitie herinrichting Dijkhuizen en instemming voorbereidingskrediet De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De raad besluit conform het voorstel. 14. Herbenoeming bestuursleden stichting Wolderwijs De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De raad besluit conform het voorstel. 14a. Eggeweg in Koekange (art 37 Vragen van Groenlinks aan college) Dhr. Timmerman (VVD) en Dhr. Van t Zand (GB) stellen aanvullende vragen richting college en indiener. Dhr. Verheijen gaat in op de beantwoording door het college. De voorzitter geeft het woord aan wethouder Ten Kate. De voorzitter stelt voor om de gekozen procedure nader te bespreken in het presidium. 15. Ingekomen stukken De raad stelt de lijst met ingekomen stukken vast. 16. Sluiting De voorzitter sluit om uur de vergadering. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente De Wolden in zijn openbare vergadering van 30 januari 2014, de griffier, de voorzitter, 3

16 Toezeggingenlijst vergadering Raad 19 december 2013 Data Onderwerp Afspraak/Toezegging Actie door Afdoening vóór 19 dec 2013 Wethouder M. Pauwels Art 37a vraag/ faillissement Speelwerk De raad wordt op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen m.b.t. faillissement Speelwerk. 19 dec 2013 Art 37a vraag/stichting Welzijn Er wordt uitgezocht of een uitwisseling heeft plaatsgevonden van vertrouwelijke s. Wethouder M. Pauwels 19 dec 2013 Decemberrapportage 2013 De raad wordt geïnformeerd over het project Centrumplan Ruinen (ontbreekt) en stand van zaken bouwgrondexploitatie. Wethouder H. Lammers griffie, 15 januari 2014

17 Aan de Gemeenteraad van de gemeente De Wolden Raadhuisstraat GD ZUIDWOLDE A o betreft: Kenmerk Datum: faillissement Speelwerk en toekomst kinderopvang in De Wolden wb/ek/ december 20'13 CentraaI Bureôu Koestraat ó Postbus 10ó BB Zwotte T t121 t 5 21 E infofildoomijn.nt n.nl Doomijn s onderdeel van Travers Zeer geachte Raad, Helaas is het de organisatie Speelwerk niet gelukt om in deze woelige tijden het schip drijvende te houden. Dat is in de eerste plaats voor de kinderen en hun ouders spijtig, maar ook voor het personeel. Veel onzekerheid over de toekomst. Om die onrust bij ouders en bij het personeel zoveel als mogelijk weg te nemen heeft de curator inzake het faillissement van Speelwerk besloten in zee te gaan met de partij die het meest zekerheid kon bieden aan een zo groot als mogelijk deel van de organisatie; en dat was Doomijn. Doomijn pretendeerde met haar bieding in de allereerste plaats continuiteit te beiden aan kinderopvang, ouders en personeel. Na het bekend worden van het faillissement is Doomijn in gesprek gegaan met B&W en heeft getracht in gesprek te komen met vertegenwoordigers van het onderwijs. Bij B&W hebben wij tijdens het gesprek kunnen toelichten wat onze visie is op geïntegreerde opvang en ondena/js voor 0- tot 12-jarigen. Tevens hebben wij onze solvabiliteit en lokale verankering toegelicht. Wij werden in kennis gesteld van een mogelijk lokaal initiatief, zonder dat concreet werd waaruit dit zou kunnen bestaan. Daarop hebben wij aangeboden graag in gesprek te komen over mogelijke samenwerking. B&W heeft nu gekozen voor het lokale initiatief. Laat duidelijk zijn dat Doomijn niet treedt in de autonomie van uw gemeente in dezen. En ook niet vanuit de rancune van een slechte verliezer. Wel is het zaak de feiten goed onder ogen te zien. En deze zijn: '1. Doomijn biedt kinderopvang aan op vijf locaties in uw gemeente: De Wijk, Koekange, Ruinen, Ruinerwold en Zuidwolde (2). 2. Deze dienstverlening vervalt niet met het opzeggen van de huur aan Doomijn door de gemeente. 3. De huur kan pas vervallen op 1 maart 2014 en indien zogenaamde indeplaatsstelling wordt opgelegd door de curator dan loopt de oorspronkelijke huurovereenkomst nog een volledig jaar door. A

18 I o Doom jn is onderdeet van Travers 4- Doomijn heeft een groot deel van het personeel een aanbod gedaan; medewerkers die op ons aanbod ingaan hebben een arbeidsovereenkomst met Doom n. 5. Klanten (ouders) hebben een aanbod van Doomijn gehad. Ouders die daarop ingaan hebben een contract met Doomijn. En daarmee continuiteit en zekerheid. 6' B&W biedt het peuterspeelzaalwerk aan via de nieuwe stichting; daarmee wordt een wig gedreven tussen de kinderdagopvang en de peuterspeelzaal; immers twee verschillende partijen zijn de aanbieders. lk vraag u de feiten nog eens goed in ogenschouw te nemen en meer tijd te nemen om zorgvuldiger na te gaan met welke stappen continuiteit en zekerheid voor de toekomst te realiseren is. Een betrekkelijk kleine gemeente is niet gebaat bij concurrentie maar met samenwerking. Een oplossing zou kunnen zijn om Doomijn een plek te geven in de nieuw op te richten stichting. lk wens u een goede vergadering toe. A.W. Bosch Raad van Bestuur Travers (bestuur van Doomijn)

19 Vraag art 37a Raadsvergadering 19 december 2013 Onderwerp: de nieuwe Drank- en Horecawet De nieuwe Drank- en Horecawet is op 1 januari 2013 in werking getreden. In dat kader is de gemeente verplicht om regels te stellen waaraan paracommerciële rechtspersonen zich te houden hebben bij de verstrekking van alcoholhoudende drank ter voorkoming van oneerlijke concurrentie. Voor 1 januari 2014 moet de Raad een verordening hebben vastgesteld waarin de regels voor de paracommerciële sector worden aangegeven. In de Raad van De Wolden hebben wij een dergelijke verordening nog niet gezien. Vandaar de volgende vragen: a. Waarom nog niet? b. Wanneer komt die verordening er wel? c. De gemeenten Hoogeveen en Midden Drenthe hebben wel reeds een verordening vastgesteld. Had onze gemeente niet mee kunnen liften en in een bepaald samenwerkingsverband gebruik kunnen maken van deze voorbeelden? d. Hoe moet het nu na 1 januari 2014? Namens de fractie van GroenLinks Erik Verheijen

20 DE WOLDEN Vraag volgens Art.37a reglement van orde. Bij de ChristenUnie komen vragen binnen van verontruste ouders over de herstart van het failliete Speelwerk. Volgens onze informatie heeft Doomijn dit over genomen, maar is er geen overeenkomst tussen Domijn en de gemeente over het in gebruik nemen van het gebouw in Zuidwolde. Dit leidt tot de volgende vragen. 1) Is het peuterspeelzaalwerk per 1 januari gegarandeerd voor de ouders van de betreffende kinderen? 2) Klopt het dat ouders al contracten hebben afgesloten met Doomijn? 3) Gaat Doomijn op een andere locatie starten? 4) Hoe worden de ouders verder geïnformeerd? Zuidwolde De fractie van de ChristenUnie, Jaap Wiechers.

21 Vraag conform art. 37A reglement van orde. Raadsvergadering 19 december Onderwerp: brief dd. 9 december 2013 van drie medewerkers Stichting Welzijn De Wolden Naar aanleiding van de genoemde brief die aan alle raadsfracties is verstuurd heeft de CDA fractie twee vragen: 1. Is het college door Stichting Welzijn gevraagd een rol te spelen in de ontslagaanvrage? 2. Klopt de bewering dat de gemeentelijke organisatie een door de betrokken medewerkers verstuurde mail zonder toestemming van de afzenders heeft doorgestuurd naar de directeur dan wel een medewerker van Stichting Welzijn De Wolden? Namens de fractie de CDA fractie. W. Rumph

22 Vraag conform Artikel 37a reglement van orde, betreffende Btw sportaccommodaties T.a.v. College van B&W De Wolden Geacht college, In uw memo d.d. 4 december 2013 over de voortgang van het project Hard Gras stelt u dat: het voorgaande betekent dat de Btw op de kosten van de kantine van ZKC 19 en KIA een kostenpost zal vormen. Uw raad heeft een investeringskrediet exclusief Btw beschikbaar gesteld. Voor wat betreft de aanleg van kunstgrasvelden en de nieuwbouw van kleedaccommodaties kan de Btw op de investering wel worden terugontvangen van de belastingdienst. Dit betekent naar onze mening dat verwacht mag worden dat er een overschrijding van het door de gemeenteraad ter beschikking gestelde budget zit aan te komen. D66 heeft de volgende vragen: 1. Bent u van mening dat de belastingproblematiek als risico in het voorbereidingsproces van dit project had moeten zijn meegenomen? 2. Over welk mogelijk overschrijdingsbedrag praten we? U vermeld dat niet in uw memo? 3. Kunt u 100% garanderen dat de Btw op de overige investeringen in het kader van Hard Gras wel worden terugontvangen? 4. Indien dat laatste niet het geval is, over welk financieel risico praten we dan? 5. Zijn er soortgelijke constructies (exploitatie accommodatie in handen van stichting) bij andere door de gemeente gedane investeringen in sportaccommodaties bekend waarbij belastingtechnische risico s verwacht mogen worden? Met vriendelijke groet, Albert Haar Fractie D66 De Wolden Zuidwolde, 15 december 2013

23 AMENDEMENT Voorstel nr. XVIII, punt 6 Onderwerp: Stelt de fractie van Gemeentebelangen het volgende amendement voor: Punt 2 aanvullen met de volgende passage: De raad van de gemeente De Wolden in vergadering bijeen op 19 december 2013 Indien de definitieve budgetten voor de jeugdzorg (die naar verwachting in de meicirculaire 2014 bekend gemaakt worden) negatief afwijken van de budgetten zoals genoemd in de meicirculaire 2013, de raad resp. alle Drentse raden zich opnieuw kan/ kunnen uitspreken over het Regionaal Transitieplan jeugdzorg Drenthe en dat een bijstelling van het plan dan tot de mogelijkheden behoort. Toelichting: In het RTA is, zeer abstract en met zeer wollig taalgebruik, een voorbehoud op financieel vlak geformuleerd. Vanuit het oogpunt van SMART formuleren en om recht te doen aan de kaderstellende rol van de raad en het bijbehorende budgetrecht, moet ook het financiële voorbehoud onderdeel uitmaken van het raadsbesluit. Zuidwolde, 19 december 2013 De fractie van Gemeentebelangen, D. Oosterveen Gemeentebelangen De Wolden pag. 1! van! 1

24 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 30 januari 2014 Agendapuntnummer : I, punt 4 Opdrachtgever : de raad Aan de gemeenteraad Onderwerp: Toezeggingenlijst Totaal Raad per januari Samenvatting: Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: De toezeggingenlijst Totaal Raad, per januari 2014, voor kennisgeving aannemen. Inleiding en aanleiding: Volgens de formele procedure voor afhandeling toezeggingen aan de raad, vindt er maandelijks terugkoppeling aan de raad plaats. Bijgevoegd is de Toezeggingenlijst Totaal Raad, met de laatste stand van zaken. Problemen of vraagstukken: n.v.t. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Volgens de procedure kunt u desgewenst procedurele vragen stellen. Een inhoudelijke reactie van het college is thans niet aan de orde. Alternatief beleid: n.v.t. Financiële effecten: n.v.t Personele effecten: n.v.t Bijlagen: - Toezeggingenlijst Totaal Raad per januari 2014 Zuidwolde, 17 januari 2014 griffier drs. Josee Gehrke burgemeester Roger de Groot 1

25 Nr. I / 4 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en griffier van 17 januari 2014; Besluit: De toezeggingenlijst Totaal Raad, per januari 2014, voor kennisgeving aan te nemen. Zuidwolde, 30 januari 2014, De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot

26 Griffie Postbus AA Zuidwolde tel Toezeggingen Totaal Raad, plus voortgang afhandeling moties stand van zaken per januari 2014 Data Onderwerp Afspraak/toezegging Actie door Afdoening vóór sept Vragenhalfuur Na het mediationtraject wordt de raad geïnformeerd over de bouw van de stal Eggeweg Koekange. Wethouder Ten Kate 14 november sept 2013 V Gemeentelijk Rioleringsplan Stand van zaken De raad is geïnformeerd per memo d.d. 6/12/13. De raad ontvangt een overzicht met afkoppelingsprojecten hemelwater. Wethouder Lammers 15 december sept 2013 Evaluatie sportnota Sport Beweegt De Wolden en uitgangs-punten nieuw sportstimuleringsbelei d Nota evenementen Stand van zaken De raad is op 15 december geïnformeerd. De raad krijgt een overzicht van de gemeentelijke bijdrage per betalend lid van alle sporten binnen onze gemeente (voor zover mogelijk). Drugs bij evenementen wordt meegenomen in de verordening die uit de nota voortvloeit. Ook wordt aan de raad toegezegd dat er een overzicht komt van de verdeling van kosten ten aanzien van evenementen. Wethouder Pauwels- Paauw Burgemeest er De Groot 31 januari januari Verordening winkeltijden Stand van zaken De 'Festiviteiten- en Evenementenverordening 2014' is geagendeerd voor 20 februari. Na vaststelling van de reparatieverordening in november 2013, wordt toegewerkt naar een Burgemeest er De Groot 13 februari 2014 Pagina 1 van 3

27 Data Onderwerp Afspraak/toezegging Actie door nieuw beleidsstuk dat vóór de gemeenteraadsverkiezing en van 19 maart 2014 in de raad wordt besproken. Afdoening vóór 7 november 2013 Begrotingsraad/ dienstverlening Stand van zaken Staat op de lange termijn agenda raad voor 13 februari Hoe komen we aan het getal van 23 deelnemende gemeenten die staan genoemd op de website ikv Waarstaatjegemeente.nl Weth. Jan ten Kate 23 januari 2014 Stand van zaken De opbouw van Waarstaatjegemeente.nl gaat per inwonerscategorie. De Wolden doet mee met gemeenten van vergelijkbare grootte. Daarbij komt dat niet ieder jaar alle gemeenten meedoen, maar b.v. één keer per twee jaar. Dit betekent nog steeds dat De Wolden wordt vergeleken met een behoorlijke groep gemeenten van dezelfde grootte alleen zijn voor een deel de cijfers soms één jaar oud. 7/11/2013 Begrotingsraad Meenemen energiebesparende maatregelen in verkoopbrochure bedrijventerrein Zuidwolde. Stand van zaken Wethouder Ten Kate heeft op 7 januari de raad geïnformeerd; bericht geplaatst op de raadsapp. 7/11/2013 Begrotingsraad Herschikking subsidiestaat wordt deze raadsperiode besproken in de raad. Stand van zaken Het is niet meer mogelijk om dit voor de Pagina 2 van 3 Weth. Jan ten Kate Weth. Mirjam Pauwels 23 januari januari 2014

28 Data Onderwerp Afspraak/toezegging Actie door verkiezingen aan te bieden aan de raad. Er volgt nog een procesvoorstel van de vakafdeling. Afdoening vóór 7/11/2013 Begrotingsraad Het plan van de bibliotheek, welke diensten voor welke groepen kunnen we voor leveren, wordt voor de Kadernota 2015 besproken in de raad 7/11/2013 Begrotingsraad Over de korting op de onderwijshuisvesting wordt op een later moment in de raad gesproken Stand van zaken Wordt geagendeerd voor de werkgroep financiën. 7/11/2013 Begrotingsraad De planning met betrekking tot de ambtelijke samenvoeging wordt op de raadsapp gezet. Stand van zaken Staat op de raadsapp. 7/11/2013 Begrotingsraad De raad wordt geïnformeerd over de stand van zaken onderzoek zonnepanelen gemeentelijke gebouwen. Griffie, 15 januari 2014 Weth. Mirjam Pauwels Weth. Mirjam Pauwels Burgemeest er Roger de Groot Weth. Henk Lammers 23 januari januari januari 2014 Pagina 3 van 3

29 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 30 januari 2014 Agendapuntnummer : I, punt 5 Besluitnummer : 1244 Portefeuillehouder : Wethouder Mirjam Pauwels Aan de gemeenteraad Onderwerp: Niet uitvoerbaarheid amendement 10 oktober 2013 inzake zwembad Ruinen. Samenvatting: Naar aanleiding van het door uw raad aangenomen amendement is het college in gesprek gegaan met de werkgroep. Hernieuwende inzichten bij de werkgroep behoud zwembad Ruinen (nader te noemen Werkgroep ) maken dat het destijds gevraagde budget bij het amendement onvoldoende is om met de beschikbaar gestelde middelen de exploitatie van het zwembad te realiseren. Na de raadsvergadering van 10 oktober 2013, waar naast de door uw raad toegezegde ,- exploitatiebijdrage per jaar (voor maximaal 4 jaar) nog enkele aandachtspunten inzake veiligheid (voldoende gekwalificeerd personeel/toezicht) werden gesteld, is de Werkgroep weer aan het werk gegaan. De Werkgroep komt tot het inzicht dat eerder geraamde personele middelen terecht door het college als te laag zijn beoordeeld en hebben daarom deze post alsnog verhoogd. Ook is door hen de huidige staat van het onderhoud van het zwembad in kaart gebracht. De aanvullende aandachtspunten inzake veiligheid en de huidige staat van het zwembad hebben volgens de Werkgroep financiële gevolgen. Deze passen volgens hen niet binnen het beschikbare budget ad ,- per jaar. Om de veiligheid (o.a. voldoende toezicht) te kunnen waarborgen heeft de Werkgroep de post personeel verhoogd. Daarnaast heeft de Werkgroep de post entree gelden recreatief verlaagd. De werkgroep vraag nu niet meer om een exploitatieondersteuning van vier jaar maar wenst een structurele jaarlijkse exploitatiebijdrage van ,-. Tevens vraagt de werkgroep een renteloze lening van ,- voor de aanschaf een glijbaan, het heropenen van de kiosk en andere kleine aanpassingen. Met het stellen van deze wensen zijn de destijds beoogde bezuinigingen achterhaald. Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: Instemmen met voorstel van de werkgroep (A) of uitvoering te geven aan het door uw raad aangenomen amendement (B): A: 1. Bijdrage van de gemeente voor maximaal vier jaar verhogen van ,- naar een structurele jaarlijkse bijdrage van ,-. 2. Renteloze lening van ,- beschikbaar stellen voor aanschaf glijbaan, het heropenen van de kiosk en andere klein aanpassingen. 3. Bad in goede staat van onderhoud overgedragen krijgen. B: Uitvoering geven aan amendement d.d. 10 oktober 2013, nr. XIV/4 Pagina 1 van 4

30 Inleiding en aanleiding: Inleiding: Uw raad heeft op 10 oktober 2013 onderstaande amendement aangenomen. College geeft uitvoering aan het amendement. Amendement: 1. De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het zwembad Ruinen uiterlijk 1 maart 2014 over te dragen aan een zelfstandige bestuurseenheid ( stichting dan wel vereniging). 2. De nieuwe bestuurseenheid wordt met ingang van het zwemseizoen 2014 verantwoordelijk voor de instandhouding, onderhoud en exploitatie van het zwembad Ruinen. 3. De gemeente De Wolden verstrekt jaarlijks een exploitatiebijdrage van euro. 4. Deze bijdrage te garanderen voor maximaal vier jaar, waarbij na twee jaar een evaluatie zal plaatsvinden. 5. Wanneer het niet lukt om voor 1 maart 2014 de bestuurlijke verantwoordelijkheid over te dragen wordt het zwembad gesloten. 6. De jaarlijkse exploitatiebijdrage wordt verstrekt op basis van de thans geldende subsidieverordening. 7. Dekking van de exploitatiebijdrage ad euro vindt plaats door middel van onttrekking aan de reserve investeringsprojecten. Aanleiding: De Werkgroep heeft in september 2013 een exploitatieplan gepresenteerd aan al uw raadsfracties. Om zwembad Ruinen als zelfstandige bestuurseenheid te kunnen exploiteren heeft de Werkgroep uw raad in september 2013 gevraagd om een jaarlijkse exploitatiebijdrage ad ,-. De inwoners van Ruinen hebben te kennen gegeven veel waarde te hechten aan het in stand houden van het zwembad. De inwoners van Ruinen zijn bereid de verantwoordelijkheid te nemen om het zwembad open te houden. Door het aangenomen amendement is de inwoners van Ruinen de ruimte geboden om aan die verantwoordelijkheid invulling te geven. Problemen of vraagstukken: Beschrijving probleem: In de raadsvergadering van 10 oktober 2013 heeft uw raad een besloten om een exploitatiebijdrage van ,- per jaar (voor maximaal vier jaar) beschikbaar te stellen. Voor, tijdens en na deze vergadering zijn volgens de werkgroep een aantal nieuwe zaken aan het licht gekomen die een wijziging van de door de werkgroep opgestelde begroting noodzakelijk maken. Conform het amendement d.d. 10 oktober, nr. XIV/4 dient de nieuwe bestuurlijke verantwoordelijkheid voor zwembad Ruinen uiterlijk 1 maart 2014 te zijn overgedragen. De werkgroep ziet dit alleen haalbaar als: 1. De bijdrage van de gemeente voor maximaal vier jaar wordt verhoogt van ,- naar ,- structureel per jaar; 2. De gemeente een renteloze lening van ,- ter beschikking stelt voor de aanschaf van een glijbaan, het heropenen van de kiosk en andere kleine aanpassingen; 3. De gemeente het bad overdraagt in goede staat van onderhoud. De werkgroep wil dit in het kader van de burgerparticipatie nadrukkelijk samen met de gemeente realiseren. 4. Op 1 februari 2014 duidelijk is waar de werkgroep aan toe is. Dus besluitvorming in de raadsvergadering van 30 januari Onlangs heeft de Werkgroep het college op de hoogte gesteld van de voortgang. De werkgroep is bij nader inzien van mening dat het door haar ingediende exploitatieplan Pagina 2 van 4

31 niet uitvoerbaar is. De door uw raad beschikbaar gestelde exploitatiebijdrage ad ,- is niet toereikend om zwembad Ruinen te kunnen exploiteren. Na de raadsvergadering van 10 oktober 2013, waar naast de door uw raad toegezegde ,- nog enkele aandachtspunten inzake veiligheid (voldoende gekwalificeerd personeel/toezicht) werden gesteld is de werkgroep weer aan het werk gegaan. De aanvullende aandachtspunten inzake veiligheid hebben volgens de werkgroep financiële gevolgen. Deze passen niet binnen het beschikbare budget ad ,- per jaar. Om de veiligheid (o.a. voldoende toezicht) te kunnen waarborgen heeft de werkgroep de post personeel verhoogd. Daarnaast heeft de werkgroep de post entreegelden recreatief met 7.500,- verlaagd. De Werkgroep heeft het in september 2013 opgestelde exploitatieplan herzien. Destijds kwam de opgestelde exploitatiebegroting van werkgroep uit op ad ,-. Na herziening komt de Werkgroep in haar nieuw opgestelde exploitatiebegroting uit op ,- structureel. Uw raad heeft een jaarlijkse exploitatiebijdrage van ,- beschikbaar gesteld (voor maximaal vier jaar). De werkgroep heeft een jaarlijks aanvullende exploitatiebijdrage van ,- structureel nodig om zwembad Ruinen te kunnen exploiteren. Daarnaast vraagt de werkgroep een renteloze lening van ,- voor de aanschaf van een glijbaan, het heropenen van de kiosk en andere kleine aanpassingen. De Werkgroep behoud zwembad Ruinen heeft onlangs in een gesprek met het college dit dilemma kenbaar gemaakt. Het college heeft aan de werkgroep aangegeven dat met de nieuwe exploitatiebegroting geen uitvoering wordt gegeven aan het amendement van uw raad. Het amendement van uw raad stelt de kaders voor de mogelijkheden van het college. Het college heeft aan de werkgroep aangegeven dat de nu ontstane situatie aan uw raad moeten worden voorgelegd. Beoogd effect: Voor 1 februari 2014 duidelijkheid voor de werkgroep waar het aan toe is door het nemen van een besluit door uw raad hoe in deze casus verder te handelen. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Toelichting ontwerpbesluit: Technische vraag In oktober 2013 heeft de raad technische vragen gesteld aangaande het door de werkgroep ingediende exploitatieplan. De raad vroeg of het een reëel en toekomstbestendig exploitatieplan betrof. Kortom is het een realistisch voorstel. Het college heeft destijds vraagtekens gezet bij het door de werkgroep opgestelde exploitatieplan. Alle raadsfracties zijn hieromtrent in oktober geïnformeerd middels de beantwoording van een technische vraag gesteld door Gemeentebelangen (zie bijlage). Reële begroting Het college heeft destijds (oktober 2013) becijferd dat wanneer de opmerking/argumenten (zie bijlage) verwerkt zouden worden in de door de werkgroep opgestelde begroting het begrotingstekort op ± ,- uit komt. Argumenten ontwerpbesluit: N.v.t. Kanttekeningen: N.v.t. Alternatief beleid: N.v.t. Pagina 3 van 4

32 Financiële effecten: De door uw raad beschikbaar gestelde exploitatiebijdrage ad vindt plaats door middel van onttrekking aan de reserve investeringsprojecten. Voor de aanvullende eisen van de werkgroep is geen financiële dekking aanwezig. Indien uw raad besluit tot voorstel A moet voor het dekkingsvraagstuk een oplossing worden gezocht. Wanneer uw raad instemt met het verzoek tot het verstrekken van een renteloze lening impliceert dit dat er een financieel risico ontstaat ingeval de werkgroep de exploitatie niet meer rond krijgt en de lening niet meer kan worden afgelost. Bij het kiezen voor de variant A betekent dit dat de destijds beoogde bezuinigingen van ,- niet gerealiseerd wordt. Personele effecten: N.v.t. Juridische effecten: N.v.t. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) N.v.t. Fatale termijnen: Conform amendement moet bestuurlijke verantwoordelijkheid voor 1 maart 2014 worden overgedragen aan een zelfstandige bestuurseenheid. Wanneer het niet lukt om voor 1 maart 2014 de bestuurlijke verantwoordelijkheid over te dragen wordt het zwembad gesloten. Aanpak en uitvoering: N.v.t. Bijlagen: Beantwoording technische vraag Zuidwolde, 17 januari 2014 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer burgemeester Roger de Groot Pagina 4 van 4

33 Ontwerp Nr. I / 5 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 januari 2014; Besluit: -In te stemmen met voorstel van de werkgroep (A) of uitvoering te geven aan amendement d.d. 10 oktober 2013, nr XIV/4 (B): A: 1. Bijdrage van de gemeente voor maximaal vier jaar verhogen van ,- naar een structurele jaarlijkse bijdrage van ,-. 2. Renteloze lening van ,- beschikbaar stellen voor aanschaf glijbaan, het heropenen van de kiosk en andere klein aanpassingen. 3. Bad in goede staat van onderhoud overgedragen krijgen. B: Uitvoering geven aan amendement d.d. 10 oktober 2013, nr. XIV/4. Zuidwolde, 30 januari 2014 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot Pagina 1 van 1

34 Beantwoording technische vraag Gemeentebelangen Vraag: Betreft het een reële exploitatie, of het toekomstbestendig is kortom is het een realistisch voorstel. Antwoord: Ons inziens is er op een aantal posten te enthousiast en te voorzichtig begroot. Hierdoor ontstaat er bij een tegenvaller (bijvoorbeeld minder entreegelden en hogere energielasten door slecht weer) direct een exploitatietekort. Inkomsten De werkgroep is ervan uit gegaan in haar begroting dat de entreegelden van de afgelopen 2 jaar, ad ,- exclusief de campingbijdrage is. Echter is de campingbijdrage reeds verwerkt in dit totaalbedrag. Derhalve komt de opbrengst uit entreegelden (exclusief camping bijdrage) uit op ,- De werkgroep heeft in haar begroting de entreegelden begroot op ,-. Ons inziens veel te ruim begroot ,- lijkt een realistischere aanname. (sterk afhankelijk van de weersomstandigheden) Zwembadkosten In de post zwembadkosten heeft de werkgroep kapitaallasten ad ,- opgenomen. Dit is bestemd voor investeringen in het zwembad. Ons inziens dient de werkgroep middels acties en het aanschrijven van fondsen en sponsoren middelen te verweren voor eventuele investeringen. (glijbaan, speeltoestellen) De post onderhoud terreinen (gras maaien van de speelweide) is naar onze inschatting niet reëel begroot. De post moet met 2.000,- worden verhoogd. Personeelskosten De post loonbetaling personeel (vast personeel in dienst van de gemeente De Wolden) zal ingaande 2014 verdwijnen. Derhalve dient de post inhuur van derden te worden verhoogd. Inzake zwemlessen en schoolzwemmen dient het personeel dat aan het bad staat de beschikking te hebben over een diploma zwemonderwijzer. (gemeente stelt kwaliteitseisen inzake schoolzwemmen en zwemlessen). Het overige personeel dient bevoegd en bekwaam te zijn inzake het houden van toezicht aan het bad. Als eigenaar van het zwembad kan de gemeente niet toestaan dat het toezicht wordt uitgevoerd door alleen maar vrijwilligers. Zwemmen in een zwembad moet veilig zijn! De post inhuur van derden zal moeten worden verhoogd van ,- naar +/ ,- Inzake de storting voorziening onderhoud heeft de werkgroep een jaarlijkse storting van ,- in haar begroting opgenomen. Voor zwembad Ruinen komt het totale onderhoud en de noodzakelijke investeringen voor de komende 10 jaar neer op ,-. Ons inziens dient de jaarlijkse storting voorziening onderhoud te worden verhoogd van ,- naar ,- Doorberekening Gemeentekosten De werkgroep heeft in haar begroting een bijdrage opgenomen op de post Doorberekening Gemeentekosten Ad ,-. (Afd. Openbare werken binnendienst) Wanneer de Stichting zwembad Ruinen in oprichting het zwembad gaat exploiteren heeft de gemeente geen bemoeienis meer met het zwembad. (uitgezonderd uitbetaling jaarlijkse exploitatievergoeding). Derhalve vindt er inzake zwembad Ruinen geen interne doorberekening meet plaats in de gemeentelijke begroting. De opgenomen post dient te vervallen in de door de werkgroep opgestelde begroting. Reële begroting Wanneer voorstaande opmerking worden verwerkt in de door de werkgroep opgestelde begroting komt het begrotingstekort uit op ,-

35 Aanwezige middelen Wanneer de raad besluit om het begrotingstekort aan te zuiver betekent dit dat er structureel nieuw geld moet worden geactiveerd. In de gemeentebegroting 2014 zijn geen posten meer opgenomen inzake zwembad Ruinen. Ook inzake het meerjarenonderhoudsplan wordt er ingaande 2014 geen bijdrage meer in de voorziening gestort.

36 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 30 januari 2014 Agendapuntnummer : I, punt 6 Besluitnummer : 1264 Portefeuillehouder : Wethouder Henk Lammers Aan de gemeenteraad Onderwerp: Oversteken N375 Koekangerveld en Marterhaar. Samenvatting: In het GVVP zijn de gemeentelijke verkeers- en vervoersknelpunten benoemd. In het plan worden bij het dorp Koekangerveld de bereikbaarheid en de verkeersveiligheid als problemen aangemerkt. Beide knelpunten kunnen worden opgelost door een rotonde aan te leggen bij Marterhaar of Koekangerveld. Bij het afstemmen van het GVVP met de Provincie is de wens om de knelpunten aan te pakken besproken. De Provincie is verantwoordelijk voor het provinciale verkeers- en vervoersbeleid, zij is ook wegbeheerder van de N375. In 2011 heeft de Provincie middelen vrijgemaakt voor de aanleg van een rotonde in de N375 bij Koekangerveld (Ruinerweg) of Marterhaar (Koekangerveldweg). Om de beste locatie van een rotonde te bepalen is onderzoek uitgevoerd. De resultaten zijn in 2012 besproken met de inwoners. Daarbij bleek dat zowel de Ruinerweg als de Koekangerveldweg kansrijk waren. Om een voorkeur te bepalen is onderzoek gedaan naar de effecten van de locaties op de bereikbaarheid, de verkeersafwikkeling in het gebied, de afmetingen van de wegen, mening van de inwoners en eventuele aanvullende maatregelen. Gelet op de resultaten van het onderzoek werd geconcludeerd dat de meest optimale locatie voor een rotonde de Ruinerweg is. Tijdens een bijeenkomst op 4 november 2013 in dorpshuis De Veldkei in Koekangerveld bleek dat de voorkeurslocatie door het merendeel van de inwoners werd herkend. Wel werd aandacht gevraagd voor de gevolgen voor de Ruinerweg, Ruinerweide en Weidenweg. Een minderheid blijft de voorkeur geven aan de Koekangerveldweg. Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: - Uit de diverse opties de voorkeur geven aan de situering van een rotonde in de N375 bij de Ruinerweg (Koekangerveld). Bij de Koekangerveldweg een voorziening voor landbouwverkeer en langzaam verkeer realiseren; - een bedrag van beschikbaar te stellen als bijdrage voor de aanleg ten laste van de reserve investeringsprojecten; - hiervoor begrotingswijziging nr. 5 van 2014 vast te stellen. Inleiding en aanleiding: Inleiding: De kernen Koekangerveld en Marterhaar hebben beiden geen directe aansluiting op het gebiedsontsluitingsweg (N375). Het verkeer naar de beide bebouwde kommen dient via Koekange en Ruinen binnendoor naar Meppel en Hoogeveen te rijden. De Pagina 1 van 4

37 gemeentelijke wegen hebben naast de verbindende functie vooral een functie voor verblijf. Door het verkeer zoveel mogelijk via een gebiedsontsluitingsweg te laten rijden worden de verblijfsgebieden ontlast (milieu veiligheid). Op de N375 zijn de afgelopen jaren ernstige ongelukken aan de orde geweest. Een deel van de ongelukken blijkt te worden veroorzaakt door verkeersbewegingen bij de gelijkvloerse oversteken, zoals de Ruinerweg en Koekangerveldweg. Landelijk beleid is om dergelijke oversteken in een gebiedsontsluitingsweg volledig te saneren. Provincie Drenthe volgt dit beleid en overweegt op termijn de oversteken in de N375 te verwijderen. In een aantal gevallen kunnen de oversteken vervangen worden door een volledige aansluiting (rotonde). In de andere gevallen zal de oversteek via een onttrekking aan de openbaarheid vervallen. Al langere tijd wordt voor de ontsluiting van Koekangerveld en Marterhaar aandacht gevraagd. In de praktijk wordt door veel bewoners vanwege tijdwinst- niet overgestoken bij de oversteken in de N375 maar illegaal de N375 op- en afgereden. Door een rechtstreekse aansluiting op de N375 zou de ontsluiting van het achterliggende gebied veiliger en beter bereikbaar worden (ook nadat de Provincie oversteken zou gaan saneren). Aanleiding: In het GVVP (Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan) is vastgesteld dat de oversteken in de N375 verkeersonveilig zijn en dat de bereikbaarheid van Koekangerveld en Marterhaar een knelpunt is. De Provincie erkent het belang van het knelpunt en heeft middelen vrijgemaakt om maatregelen te treffen. De maatregelen bestaan uit de aanleg van een rotonde bij één oversteek en de aanleg van de voorziening voor landbouw- en langzaam verkeer bij de andere oversteek. Problemen of vraagstukken: Beschrijving probleem: Bereikbaarheid. De kernen Koekangerveld en Marterhaar zijn slecht bereikbaar. De beide bebouwde kommen zijn alleen via lokale wegen bereikbaar. Het merendeel van de inwoners is aangewezen op werkgelegenheid in Meppel en Zwolle. De slechte bereikbaarheid gaat ten koste van de aantrekkelijkheid als woongebied. Verkeersveiligheid: de snelheidsverschillen tussen het kruisende verkeer (15 km/h) en het verkeer op de N375 (80 km/h) levert een groot risico op bij de beide oversteken (in de directe omgeving 3 recente ongevallen). Het bestemmingsverkeer naar Koekangerveld en Marterhaar moet via de gemeentelijke wegen rijden met een woonbestemming. Daarbij kunnen gevaarlijke situaties ontstaan voor zowel de aanwonenden van de wegen naar Koekangerveld en het bestemmingsverkeer. Beoogd effect: Verkeersveiligheid en bereikbaarheid verbeteren door: - veilige oversteek auto en landbouwverkeer door lagere snelheid kruisingsvlak; - veilige oversteek langzaam verkeer; - verbeteren ontsluiting gebied. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Toelichting ontwerpbesluit: De aanleg van een rotonde zorgt voor een duurzame en veilige ontsluiting van beide bebouwde kommen naar de gebiedsontsluitingsweg. Vanuit de BDU (bijzondere doel uitkering) en de provincie zijn middelen beschikbaar om maatregelen te treffen om de problemen aan te pakken. De middelen zijn beperkt beschikbaar en vervallen bij niet gebruik. Argumenten voorgesteld besluit: Vanuit diverse perspectieven blijkt de Ruinerweg (Koekangerveld) de meest logische ontsluiting van Koekangerveld en Marterhaar. Belangrijkste argumenten zijn: - draagvlak inwoners (uitkomsten enquête inspraakavonden) Pagina 2 van 4

38 - overzichtelijke locatie in N375 - bereikbaarheid AED in dorpshuis - per saldo afname hoeveelheid verkeer woonomgeving (aantal woningen route Mr. J. de Blieckweg t.o.v. noordelijk deel Ruinerweg) - ontlasten van de fietsroute via de Mr. J. de Blieckweg naar de scholen (basis en voortgezet onderwijs) - route via rotonde N375 wordt gebruikt door meer economisch verkeer (rotonde Koekangerveld ontsluit een groter gebied voor de forenzen) - de Ruinerweg is breder (veiligheid), aanpassen Ruinerweg is minder kostbaar - het dorp Koekangerveld heeft een woonbestemming - maken meer landbouwers gebruik van de Ruinerweg - gevolgen voor het omrijden t.o.v. alternatieven zijn beperkt - snellere routes richting Meppel en Hoogeveen - laagste toename van verkeersintensiteit op de overige wegen. De oversteek in de Koekangerveldweg zou dan moeten worden voorzien van maatregelen waardoor deze deels wordt afgesloten maar passeerbaar blijft voor landbouwvoertuigen, voetgangers en fietsverkeer. Illegaal oprijden van de N375 wordt niet meer mogelijk. Kanttekeningen: - Een landbouwvoorziening in de Koekangerveldweg moet ook passeerbaar zijn voor driewielers (o.a. mestinjectie). - De intensiteit van de Ruinerweg neemt bij de voorkeurslocatie toe van 420 en 170 naar 700 mvt/etmaal. Deze hoeveelheid is vergelijkbaar met de huidige verkeersintensiteit van de Mr. J. de Blieckweg. - Aandachtspunt vormen de Weidenweg en Ruinerweide. De hoeveelheid verkeer neemt toe van 210 naar 350 mvt/etmaal. Deze intensiteit is toelaatbaar. Na de realisatie van de rotonde monitoren we de nieuwe verkeerssituatie op de Weidenweg en Ruinerweide. Alternatief beleid: a) Aanleg tunnels. Een landbouwtunnel zoals bij de N48 kost 1.5 miljoen euro. Een rotonde kost ca Om de aanleg van een tunnel mogelijk te maken dienen watergangen te worden omgelegd, aansluitende wegen te worden aangepast. De ingreep in het landschap op beide locaties is groot. b) Rotonde Koekangerveldweg en landbouwvoorziening Ruinerweg. De bij voorgesteld besluit aangegeven argumenten zijn niet meer van kracht bij de locatie Koekangerveldweg. Voordelen van deze locatie zijn: afname verkeer Weidenweg en Ruinerweide (van 240 naar 40 mvt/etmaal). Belangrijk nadeel is dat de hoeveelheid verkeer dat naar de N375 richting Meppel gaat rijden waarschijnlijk de route via Koekange blijft volgen. De rotonde krijgt daardoor voornamelijk een meerwaarde voor bungalowpark Marterhaar. De Koekangerveldweg is door haar geringe breedte niet geschikt en zal moeten worden verbreed. c) Beide oversteken handhaven. Op termijn bestaat het risico dat de oversteken worden afgesloten door de Provincie. De uitwisseling tussen oost en west vanuit de beide dorpen worden dan sterk geïsoleerd. Ook de verkeersonveiligheid wordt niet aangepakt. Financiële effecten: Bij de kadernota 2013 is benoemd in de reserve investeringsprojecten voor de aanleg van een rotonde. Het bedrag is als volgt samengesteld: Voorbereidend onderzoek Bij de 2 e wijziging 2013 is een bedrag van beschikbaar gesteld om onderzoek naar de locatiekeuze mogelijk te maken. Pagina 3 van 4

39 Aanleg landbouwvoorziening en bijdrage aanleg rotonde Totaal krediet Voorgesteld wordt de verdere uitvoering mogelijk te maken door de bijdrage in de aanleg van de rotonde etc. beschikbaar te stellen via een begrotingswijzing. Het totale krediet wordt daarmee Personele effecten: Geen. Juridische effecten: Wegenwet en wegenverkeerswet: aanwijs van de oversteek in de N375 in de Koekangerveldweg voor landbouwverkeer en langzaam verkeer. Planologische procedure: afhankelijk van het ontwerp van de rotonde deels herzien van de huidige ruimtelijke bestemmingen. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) Bij het voorbereiden van het meerjarenbeleid verkeer en vervoer (GVVP) is input over de verkeersknelpunten in het gebied aangeleverd door de betrokkenen uit het gebied. Met de Belangengroep Koekangerveld e.o. is overleg gevoerd over de locaties. Via een enquête is door de Belangengroep onderzoek gedaan naar de voorkeursoplossingen. Provincie en gemeente hebben 2 avonden georganiseerd in dorpshuis De Veldkei voor de inwoners en de belanghebbenden. Tijdens de avond op 4 november 2013 en naderhand zijn de aanwezigen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten in te brengen. De uitkomsten zijn meegenomen in de voorstellen. Fatale termijnen: n.v.t. Aanpak en uitvoering: Informeren inwoners over uw besluit. Afhankelijk van het besluit 2014 starten met de voorbereiding en planologische procedure informatieavond en start uitvoering. Bijlagen: (alleen digitaal) - Samenvatting reacties informatie-avond. - Powerpoint informatieavond november 2013 de Veldkei. - Powerpoint uitwerking gevolgen alternatief rotonde Koekangerveldweg. Zuidwolde, 17 januari 2014 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer burgemeester Roger de Groot Pagina 4 van 4

40 Ontwerp Nr. I / 6 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 januari 2014; Besluit: - Uit de diverse opties de voorkeur geven aan de situering van een rotonde in de N375 bij de Ruinerweg (Koekangerveld). Bij de Koekangerveldweg een voorziening voor landbouwverkeer en langzaam verkeer realiseren; - een bedrag van beschikbaar te stellen als bijdrage voor de aanleg ten laste van de reserve investeringsprojecten; - hiervoor begrotingswijziging nr. 5 van 2014 vast te stellen. Zuidwolde, 30 januari 2014 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot Pagina 1 van 1

41 Drukbezochte informatieavond rotonde N375 Op 4 november organiseerde de gemeente De Wolden samen met de provincie Drenthe een informatieavond over de rotonde N375 in de Veldhoek in Koekangerveld. Wethouder Lammers en gedeputeerde Brink benadrukten tijdens de presentatie de noodzaak van het veiliger maken van de N375 ter hoogte van de oversteken Ruinerweg/De Weidenweg en de Koekangerveldweg. Op de avond zelf is het volgende voorstel gepresenteerd: een rotonde in de Ruinerweg/De Weidenweg en landbouwsluizen in de Koekangerveldweg Na de presentatie hebben zeventien aanwezigen een schriftelijke reactie gegeven op het gepresenteerde voorstel. Daarnaast zijn er op dit moment (stand van zaken op 14 november 2013) zeven reacties per post ontvangen. Zoals wel te verwachten is, zijn ook in de ontvangen reacties de meningen verdeeld over de aanleg van een rotonde bij de Ruinerweg. Er wordt in de reacties onder andere gevraagd hoe de verkeersstromen eruit zien als de rotonde in de Koekangerveldweg komt. Daarnaast wordt de verkeersveiligheid, in relatie tot de toename van verkeer in de kern Koekangerveld, veelvuldig genoemd als punt van zorg, zowel door bewoners van Koekangerveld als door bewoners van Marterhaar. Wethouder Lammers heeft aangegeven dat het gepresenteerde voorstel rotonde in de Ruinerweg en landbouwsluizen in de Koekangerveldweg - in januari op de raadsagenda staat. De reacties worden verwerkt en meegenomen in het raadsvoorstel. Daarnaast zal het raadsvoorstel o.a. ingaan op De Weidenweg, Ruinerweide en de Ruinerweg. Ook worden de verkeersstromen bij aanleg van een rotonde in de Koekangerveldweg in beeld gebracht, zodat de beide locaties ook wat dat betreft kunnen worden vergeleken. U kunt alsnog uw reactie op het voorstel geven. Uw reactie dient dan vóór 30 november a.s. binnen te zijn. Omdat raadsstukken ruim van tevoren moeten worden aangeleverd, kunnen reacties die binnenkomen na deze datum niet meer worden verwerkt in het raadsvoorstel. Uw reactie kunt u sturen naar: Provincie Drenthe, t.a.v. Mevr. A. Hiddema, Antwoordnummer 1, 9400 VB ASSEN. NB Een opsomming van de tot nu toe ontvangen reacties - waarbij de bijbehorende persoonlijke informatie is weggelaten - kunt u vinden op de websites en Onderstaan volgt een kale opsomming van de inhoud van de tot nu toe ontvangen reacties. Er is voor gekozen om de bijbehorende persoonlijke informatie weg te laten. - goed voorstel, win-win, aandacht voor De Weidenweg - innig tevreden met rotonde bij Ruinerweg en verzoek beter onderhoud laatste stukje De Weidenweg (deel vroegere gemeente Ruinen), zijkanten goed onderhouden, slootkanten na maaien: rommel weghalen, het waterpeil beetje gelijk houden. - rotonde op Koekangerveldweg is beter, Koekangerveldweg vanaf Bosweg richting Ruinen oninteressant, Ruinerweg is gevoeliger mbt woningen, bomen, kinderen en ook de slinger in de weg bij het dorpshuis geeft nu al vaak zeer moeilijke situaties, dat zal alleen maar toenemen bij meer en groter verkeer. Het omrijden maakt ons werkelijk niet uit, de veiligheid staat voorop!

42 - rotonde bij Koekangerveldweg, Ruinerweg (in de kom) is smal, spelende kinderen dus gevaarlijk, Koekangerveldweg kan veiliger worden gemaakt door deze te verbreden - rotonde aan de Ruinerweg is het beste!!, Koekangerveld is een dorp, Martehaar een recreatiegebied, Blieckweg wordt rustiger, kunnen de versierde wagens ook rond - rotonde Koekangerveldweg, verkeersveiligheid op Ruinerweg verlechterd door aanleg rotonde daar door toenemend verkeer, spelende en fietsende kinderen, minder huizen die rechtstreeks grenzen aan de Bosweg, huisarts uit Ruinen is langer onderweg naar Marterhaar - geen voorkeur waar rotonde komt, ben bewoner van Blieckweg, 700 motorvoertuigen per etmaal is denk ik ruim maar zeker geen hinder van. Rotonde Ruinerweg denk ik zowel De Weidenweg als Ruinerweide minder verkeer omdat sneller gebruik van N375, verkeer Koekange-Ruinen misschien iets toename maar Koekange vooral gericht op De Wijk, succes! - Houd rekening met Ruinerweide te smal is, Ruinerweg te smal is, uitstoot auto s, optrekkend vrachtwagens, remmen bewoners Ruinerweide Ruinerweg. Ben er tegen dat de rotonde er komt. - Mijn voorkeur is Ruinerweg, rij nu via Ruinerweide heel smalle wegen richting rotonde Ruinen, Campina autos s komen vanaf Beilen,via Koekange naar Ruinerweg, zitten 6 boeren, kunnen dan makkelijker via rotonde Ruinerweg dan rotonde Koekangerveldweg, en dan nog het het verdere toeleveringsverkeer. - Zeer slechte zaak dat alle data maar bekeken is vanuit één standpunt, ook ga ik ervanuit dat er veel meer verkeer toename is dan de schatting die jullie aannemen, nu zijn jullie bezig met verleggen van ongelukken van N375 naar kern Koekangerveld. - Rotonde Ruinerweg voorkeur, verkeer overlast valt wel mee, ontsluiting gaat soepeler,drukke Weidenweg wordt rustiger, vrachtverkeer gaat dan via de rotonde, wij hebben meer last van de lichten van de auto s op de Ruinerweg. - Als het verkeer op de Ruinerweg toeneemt, moet u omwille van de verkeersveiligheid alle dikke eiken, die zo vlak langs het wegdek staan, verwijderen. Dikke eiken vlak langs het wegdek zijn zeer gevaarlijk! - Toename verkeersdruk op Ruinerweg in spitsperioden valt mee omdat er weinig mensen in deze periode van de Ruinerweg gebruik maken, omdat er nog maar weinig mensen werken, de meeste zijn gepensioneerd of recreëren in de weekenden of in de vakanties, verkeersonvileigheid op Ruinerweg heeft niet te maken met aanleg rotonde maar met dat men zich niet aan de max snelheid van 60 km/h houdt, hierop wordt te weinig toegezien, de Ruinerweg is beter geschikt als toevoerweg naar een rotonde dan de Koekangerveldweg, de Koekangerveldweg is in veel slechtere staat en bovendien is er een sloot + bomen dicht langs de weg. - Aanleg rotonde Ruinerweg leidt tot meer geluidsoverlast, oversteken in de kern wordt gevaarlijker, in- en uitrijden eigen erf wordt gevaarlijker, bermen met dikke bomen (!) worden stukgereden, sluiproute vanaf Koekange-Zuid en De Wijk via Smeengeweg voor de route naar - Ruinen, alle bestemmingsverkeer Marterhaar moet door kern heen, bij toename verkeer grotere kans op hardrijders, in Dorpsvisie 2013 is naar voren gekomen dat de meeste mensen hier zijn komen wonen omdat ze de rust waarderen, dit zal zeker anders worden als de rotonde in de Ruinerweg komt, bewoners Marterhaar hebben één toegangsweg naar park dus situatie hier veiliger dan aan Ruinerweg of Blieckweg en aan de Koekangerveldweg staan geen dikke bomen langs de weg, situatie bij verkeersstromen dus veiliger, beide informatieavonden zijn in wisselende samenstelling bezocht, geeft dat een reëel beeld? - Slecht huiswerk gedaan door niet volledig in kaart brengen van de gevolgen van aanleggen rotonde Koekangerveldweg, hierdoor kan geen juiste besluitvorming plaatsvinden, waarom niet kiezen voor verkeerslichten bij oversteek waar geen rotonde komt, vergelijkbaar met onbewaakte spoorwegovergang, maakt het in ieder geval verkeersveiliger, zo niet dan ook onderbouwing (obv feiten) waarom niet, waarom niet-permanente bewoning Marterhaar niet

43 meegerekend, je mag 365 dagen per jaar recreëren, op dit moment worden appels met peren vergeleken, volgens inleider Anneke overschrijdt de keuze voor 2 rotondes 5x het budget: 2x is toch geen 2,5 miljoen? Graag uitleg via welke route de weg Koekabngerveldweg- Hoogeveen met 1,8 km verminderd, optie: verharden verlengde Bosweg richting Echtenseweg zodat je bij Ruinen de rotonde op kan. - Meer verkeer op de Ruinerweg tast woongenot aan, Ruinerweg nu al af en toe een racebaan, gehandhaafd wordt er niet, dus graag een aantal verkeersbelemmerende maatregelen, onderzoek naar rotonde op Koekangerveldweg nodig om goed te kunnen vergelijken, de Koekangerveldweg kan veel beter, gezien de bewoning, wat meer verkeer aan dan de Ruinerweg, de Koekangerveldweg is een oninteressante weg, geen kinderen! - Het uitgangspunt van de provincie was door het aanleggen van een rotonde het aantal verkeersongevallen op de N375 bij de Ruinerweg en de Koekangerveldweg, m.n. door het niet-toegestaan oprijden en afbuigen van verkeer te verminderen, is dit uitgangspunt losgelaten? Bij ons weten gebeuren nog steeds de meeste ongelukken op de kruising N375 met de Koekangerveldweg, het aanleggen van een rotonde zo dicht bij de rotonde bij Koekange/Weerwille is wel erg veel van het goede, het aanleggen van een rotonde betekent dat snel- en vrachtverkeer toeneemt en dat de verkeersveiligheid door het centrum van Koekangerveld zal afnemen, er wonen hier aanzienlijk meer huishoudens met kinderen dan aan de Koekangerveldweg, voor hen wordt het veel gevaarlijker, Er komen meer erven uit op de Ruinerweg, daarbij komt dat er nauwelijks ruimte is om 2 auto s elkaar te laten passeren, laat staan dat er ruimte komt voor een fietsstrook, nogmaals, dit probleem speelt in mindere mate op de Koekangerveldweg omdat hier sprake is van veel minder aanwonende bewoners, het argument van een aantal bewoners om sociale contacten in Ruinen te kunnen onderhouden zal toch niet afhangen van 1,6 minuut? Dit is nl. de tijd die extra nodig is om via de Bosweg en Koekangerveldweg naar Ruinen te gaan (meting via Tom-Tom bij 60 km per uur, afstand 1,6 km), het unieke aanzicht van Koekangerveld met het met het dorpsplein aan beide zijden de Ruinerweg met de oude eikenbomen zal geweld worden aangedaan met het tot uitvoer brengen van dit besluit!, aangezien het bevorderen van het toerisme voor zowel de provincie als de gemeente een van de beleidspeerpunten is, zal intensivering van het verkeer en de benodigde infrastructurele aanpassingen, onvermijdelijk bij het aanleggen van een rotonde, hier NIET aan bijdragen. - Is de presentatie beschikbaar, kunt u dezelfde analyse toesturen voor de rotonde bij Marterhaar zodat we een een direct vergelijk kunnen maken, wat is de onderbouwing voor toename van 210 naar 490 mvt/dag in het geval de rotonde bij de Ruinerweg komt, als de onderbouwing nog niet in details is kunt u die dan alsnog laten opstellen, als toename juist blijkt te zijn dan neme de veiligheidsrisico s op de smalle Weidenweg toe, de nu al onveilige De Weidenweg zou dan in ieder geval aangepakt moeten worden om ongevallen te voorkomen en de kinderen in ieder geval te beschermen. - wij zijn tegen een rotonde in de Ruinerweg, argumenten daarvoor hebben grotendeels te maken met de veiligheid van onze kinderen in de toekomst bij toenemende drukte in de kern van het dorp. Tevens willen wij graag weten of de 9 reacties welke nagezonden waren zwaarder wegen dan de uitslag van de vorige avond en de uitslag van de enquête - als hevig verontruste bewoners van de Ruinerweg is het ons een raadsel waarom door de provincie geen onderzoek is gedaan naar een rotonde aan de Koekangerveldweg met inbegrip van de verkeersstromen daar! De opmerking dat het met de toe te nemen verkeersdrukte wel mee zal vallen is volstrekt misplaatst, daarmee laat u eigenlijk zien dat het besluit intern al is gevallen, in de Dropsvisie wordt gepleit voor behoud van een rustig, veilig, kleinschalig dorp, dat willen we zo houden, na aanleg van de rotonde in de Ruinerweg wordt het rustige en veilige bestaan van de dorpskern en de Ruinerweg volledig teniet gedaan door een veel grotere (sluip)verkeersstroom, SLECHT voor fietsers, kinderen, in verband met

44 CO2uitstoot en lawaai, voor het woongenot en leefklimaat en voor de waarde van de woningen. Ruinerweg is mede door vele oude bomen pal aan de weg niet geschikt voor meer verkeer dan nu. Ook nu kunnen auto s van beide kanten elkaar al moeilijk passeren! Voor fietsers minder ruimte terwijl dit gebied in allerlei nota s wordt aangeprezen als fietsvriendelijk. Aan de Koekangerveldweg wonen geen kinderen die naar school moeten fietsen, de weg is niet direct bewoond en qua verkeer niet belangrijk, zo zeggen de bewoners daar, de boeren maakt het niet uit, als ze maar kunnen oversteken, de bewoners van Marterhaar willen zelfs graag daar een rotonde (ongeveer 40 huizen), voor de Bosweg maakt het niet uit, die wordt in beide gevallen drukker, voor de breikbaarheid van de AED en de hulpdiensten maakt het geen verschil waar de rotonde komt. Tenslotte zijn de woorden van wethouder Lammers in de krant dat het de gemeente ook goed is als de rotonde aan de Koekangerveldweg komt, wij vertrouwen erop dat u goede nota neemt van voorgaande en dat u ernstig gaat overwegen uw plannen te herzien nu de prognose voor de Ruinerweg zo slecht is.

45 aanpak ongevallen N375 Koekangerveldweg/Ruinerweg en bereikbaarheid welkom

46 even voorstellen Wethouder Lammers gemeente De Wolden Gedeputeerde Brink provincie Drenthe Marianne Kloosterman gemeente De Wolden Anneke Hiddema provincie Drenthe

47 agenda voortraject wat is gedaan met uw reacties en opmerkingen? toelichten keuze voor welke oplossing op welke locatie waarom daar welke gevolgen heeft dit wat gaat er nog gebeuren koffie tijd voor vragen en opmerkingen en/of invullen reactieformulier

48 doel minder verkeersslachtoffers goede bereikbaarheid

49 recente ongevallen Gijsselterweg 1 april 2013 Postweg 5 april 2013 Koekangerveldweg 29 april 2013.

50 vorige bijeenkomst oplossingen per oversteek -afsluiten -tunnel -rotonde

51 vorige bijeenkomst randvoorwaarden N375 is een gebiedsontsluitingsweg (GVVP/PVVP) dus 80 km/uur beschikbaar budget: ca ,-

52 binnen randvoorwaarden: rotonde beste oplossing bewezen verkeersveilige oplossing door lagere snelheid op kruisingsvlak veiliger oversteek langzaam verkeer bereikbaarheid gebied verbetert

53 wat is met uw inbreng gedaan? reacties tijdens de informatie avond (discussiegroepjes en na afloop) en 9 reacties na de informatie avond enquête in kader van Dorpsvisie op eigen initiatief van Dorpsbelangen

54 discussiegroepjes infoavond voorgelegde vragen Waar moet de rotonde komen? Wat doen we met de andere oversteek: afsluiten of gedeeltelijk afsluiten? uitkomsten waren zeer verdeeld: geen eenvoudige keuze

55 uitkomsten (1) Rotonde Ruinerweg omdat: - N375 op dit punt onoverzichtelijk, aanpassen infra bij andere oversteek te duur - Koekangerveldweg duurder is omdat de infra niet berekend is op toegangsweg met veel verkeersbewegingen - vanuit milieuoverwegingen en natuur en landschap - vanwege bereikbaarheid van AED in dorpshuis - economische overwegingen: Koekangervelders moeten van origine omrijden - meer economisch verkeer ( 6 agrariërs, andere oversteek 1) - Ruinerweg leent zich beter voor meer verkeer dan KKVW - Marterhaar is vnl recreatief of zal dat op termijn worden - meer ongevallen op KKVW dus beter die afsluiten - KKVW is van slechte kwaliteit en erg smal: moet aanzienlijk aangepast worden - Koekangerveld is dorp en Marterhaar is recreatie - meer landbouwers aan Ruinerweg - aanpassingen aan KKVW te veel extra kosten voor gemeente ( wij dus hogere WOZ ) - minder vaste bewoners op Marterhaar in toekomst - Marterhaar anders wordt beloond voor slecht gedrag (illegaal de weg oprijden en afrijden) - meer landbouwverkeer bij oversteek Ruinerweg

56 uitkomsten (2) Rotonde Koekangerveldweg omdat: - hoek Koekangerveldweg minder geïsoleerd - omdat hier de meeste ongelukken gebeuren - anders meer zwaar verkeer bij Ruinerweg - vermijden extra verkeersdrukte in dorp Koekangerveld (spelende kinderen) - hier minder mensen wonen en dus minder hinder erdoor ontvangen - de afstand tussen de bestaande rotondes op de N375 evenrediger verdeeld is - Ruinerweg dan niet gestraft wordt voor overtredingen Marterhaar - er geen huizen in de buurt zijn - anders Bosweg belast met snelheid (racebaan) - mensen die op Marterhaar wonen verder moeten omrijden - er meer ruimte is om de Koekangerveldweg breder te maken - anders problemen in het dorp als rotonde daar komt - afstand tussen rotondes is klein als deze bij Ruinerweg komt - omdat anders meer verkeersbewegingen en meer kinderen op Ruinerweg - anders toename verkeer op Weidenweg - de directe relatie met Ruinen van belang (ambulance, winkels, huisarts) - aantal ongevallen daar hoger is - ook ter ontlasting van de Oshaarseweg

57 uitkomsten (3) Andere oversteek afsluiten omdat: - i.v.m. verkeersveiligheid - economisch belang weegt niet op tegen kosten deels afsluiten omdat: - landbouwsluis en fietsoversteek - bereikbaarheid van boeren gegarandeerd moet blijven, moeten kunnen oversteken - landbouwsluis, geen fietsers verbieden - economisch belang landbouwverkeer - deugdelijke landbouwsluis, dus ook geschikt voor 3-wieler (mesttank)

58 uitkomsten (4) n.a.v. reacties uit de zaal: - overleg over aanrijtijden hulpdiensten - overleg met NAM - extra verkeerstellingen in zomerperiode - rekening gehouden met fiets-knooppuntenroute uitkomsten enquête Dorpsvisie: 50/50 verdeeld over de locatie van de rotonde

59 rotonde Ruinerweg argumenten daarvoor: meeste fietsers langzaam verkeersroutes (wo-we, wo-school) ligging dorp (aantal permanente woningen) in omgeving van de oversteek gebruik landbouwgronden toeleidende wegen geschikter bereikbaarheid AED in dorpshuis

60 dia van 10 mei 2012 geen oplossing - investering van half miljoen èn een oversteek open houden: het probleem wordt niet opgelost - 2 tunnels en/of 2 rotondes: past niet binnen budget

61 beleid saneren van oversteken: - verkeersonveilig - relatief ernstige ongelukken voorbeeld N48 (Hoogeveen- Ommen): 12 oversteken worden 4 landbouwtunnels

62 landbouwsluizen Koekangerveldweg illegaal oprijden N375 niet meer mogelijk oversteek blijft voor landbouwverkeer oversteek blijft voor (recreatief) fietsverkeer

63 hulpdiensten (1) brandweer kazerne De Wijk/Koekange bedient ten zuiden van N375 kazerne Ruinen bedient ten noorden van N375 ook bij afsluiten is gebied binnen wettelijke normtijd van 15 minuten bereikbaar

64 hulpdiensten (2) ambulance komt vanuit Meppel: aanrijtijd blijft binnen wettelijke norm politie bij PRIO 1 melding wordt dichtstbijzijnde auto gelokaliseerd en erop af gestuurd: kan overal vandaan komen

65 toename/afname verkeer

66 argumenten tegen rotonde Ruinerweg infoavond: extra verkeersdrukte in dorp Koekangerveld/ meer verkeersbewegingen op Ruinerweg toename verkeer op Weidenweg Bosweg wordt meer belast mensen die op Marterhaar wonen moeten verder omrijden

67 extra verkeer in dorp Koekangerveld/op Ruinerweg nu noord 170 mvt/etmaal zuid 420 mvt/etmaal wordt ca. 700 mvt/etmaal - vergelijkbaar met Mr. J. de Blieckweg - kan binnen huidige wegenstructuur

68 toename verkeer De Weidenweg nu wordt 210 mvt/etmaal ca. 360 mvt/etmaal - iets drukker dan de Ruinerweide en rustiger dan de huidige Ruinerweg - kan binnen huidige wegenstructuur

69 extra verkeer Bosweg en (deel) Koekangerveldweg toename mvt/etm - wordt vergelijkbaar met Ruinerweide - kan binnen huidige wegenstructuur

70 afname verkeer Mr. J. de Blieckweg nu wordt 600 mvt/etmaal globaal de helft rustiger (ca. 300 mvt/etmaal) verkeer blijft deels via Weerwille rijden en deels via nieuwe rotonde Ruinerweg

71 (omrij)afstanden Voor fietsers alle afstanden ongewijzigd Marterhaar- Ruinen Marterhaar- Hoogeveen Marterhaar- Ruinerwold/Meppel Koekangerveld- Ruinen Koekangerveld-Hoogeveen Koekangerveld- Meppel/Ruinerwold auto: +3,0 km auto: - 1,8 km auto: - 0,75 km ongewijzigd auto: - 4,0 km auto: - 0,75 km sneller op snellere weg: rijtijdwinst hoger dan o.b.v. afstand

72 impressie rotonde Ruinerweg

73 voorbeeld rotonde Weerwille

74 voorbeeld landbouwsluis (1)

75 voorbeeld landbouwsluis (2)

76 wat gaat er nog gebeuren? planologie: wijziging bestemmingsplan (inspraakprocedure) raadsbesluit gemeente De Wolden Als de besluitvorming zonder vertraging verloopt, dan komen we op zijn vroegst in het voorjaar van 2015 bij u terug.

77 kopje koffie!

78 toename/afname verkeer

79 extra verkeer in dorp Koekangerveld/op Ruinerweg nu noord 170 mvt/etmaal zuid 420 mvt/etmaal wordt noord blijft gelijk zuid noord = ten noorden van afslag Mr. J. de Blieckweg zuid = ten zuiden van afslag Mr. J. de Blieckweg 540 mvt/etmaal - vergelijkbaar met Mr. J. de Blieckweg - kan binnen huidige wegenstructuur

80 afname verkeer De Weidenweg en afname verkeer Ruinerweide nu 240 mvt/etmaal Ruinerweide 210 mvt/etmaal De Weidenweg wordt beide ca. 40 mvt/etmaal

81 extra verkeer Bosweg en Koekangerveldweg toename mvt/etm KKVW noord N375 ca. 370 mvt/etmaal KKVW zuid N375 ca. 360 mvt/etmaal

82 toename verkeer Mr. J. de Blieckweg nu wordt 600 mvt/etmaal ca. 650 mvt/etmaal

83 wegbreedtes Ruinerweg 4.60 m De Weidenweg 3.25 m Ruinerweide 4.25 m J. de Blieckweg m Bosweg 4.10 m Koekangerveldweg 3.40 m (noord) 3.30 m (zuid)

84 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 30 januari 2014 Agendapuntnummer : I, punt 7 Besluitnummer : 1275 Portefeuillehouder : Wethouder Jan ten Kate Aan de gemeenteraad Onderwerp: Economisch Actieplan. Samenvatting: Inleiding Dit Economisch Actieplan beschrijft het huidige ondernemersklimaat, met alle bijbehorende kansen en bedreigingen. Relevante ontwikkelingen worden in dit plan benoemd. Ook de mogelijkheden die de gemeente en ondernemers hebben om het ondernemersklimaat in De Wolden te versterken komen aan bod. Hiervoor zijn aanbevelingen en acties beschreven. Kortgezegd: het Economisch Actieplan geeft handvatten om het lokale bedrijfsleven te ondersteunen en te versterken. Doel Doel van het Economisch Actieplan is het: behouden en stimuleren van de bedrijvigheid; verbeteren van het (gemeentelijk)ondernemersklimaat; onderhouden van goede relaties met het bedrijfsleven. Speerpunten We willen dat bereiken door - samen met het bedrijfsleven - speerpunten uit te voeren binnen sectoren die ofwel karakteristiek voor De Wolden zijn, of een belangrijk deel uitmaken van het economisch klimaat. Daarvoor zetten we samen in op activiteiten om trends en kansen die zich voor doen te ondersteunen. De volgende speerpunten staan centraal: 1. Versterken gemeentelijke dienstverlening 2. Aandacht voor netwerkvorming 3. Sterke toeristisch-recreatieve sector 4. Sterke detailhandel sector 5. Sterke agrarische sector 6. Aandacht voor zzp ers en zakelijke dienstverlening 7. Groei zorg en welzijn sector Uitvoering De speerpunten zijn vertaald naar verschillende aanbevelingen. De aanbevelingen zijn een inventarisatie van mogelijke concepten, waar door gemeente en ondernemers flexibel op kan worden ingezet. Het college bepaalt in overleg met ondernemers de speerpunten en is belast met de uitvoering binnen die kaders. Uitvoering moet leiden tot resultaten met vermeerderde aandacht voor het gekozen speerpunt. Pagina 1 van 5

85 Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: 1. Het Economisch Actieplan vast te stellen 2. Het college opdracht te geven om de actiepunten vast te stellen en uit te werken Inleiding en aanleiding: Inleiding: De economische structuur van De Wolden kenmerkt zich door een gevarieerde samenstelling van bedrijven en bedrijfsactiviteiten. Het functioneren van het bedrijfsleven in De Wolden is van groot belang voor de gemeente en haar inwoners. Bedrijven zorgen voor banen, dragen bij aan de welvaart en bieden diverse voorzieningen. Aanleiding: Een specifieke, actuele visie en strategie voor de economie in De Wolden is niet eerder vastgelegd. Dat is een gemis wanneer de gemeente en ondernemers gericht willen sturen op het versterken van de lokale economie of het verbeteren van de gemeentelijke dienstverlening. Verschillende beleidsstukken onderstrepen de behoefte aan een actuele economische visie vanuit de gemeente, zoals blijkt uit de Toekomstvisie , het Collegeprogramma en de Structuurvisie waarin onder meer het belang van een goed functionerende lokale economie en een goede dienstverlening staat beschreven. Dit vormt de aanleiding voor het Economisch Actieplan, waarin we zicht geven op de bestaande situatie, kansen en bedreigingen en mogelijkheden die de gemeente en ook ondernemers hebben om het ondernemersklimaat en de bedrijvigheid in De Wolden te versterken. In de eerste instantie was het de bedoeling enkel een Startnotitie op te stellen. Ten slotte is er gekozen voor de vorm van een Actieplan, dit na overleg met de leden van het Ondernemersplatform De Wolden. Dit Actieplan is binnen het budget van de startnotitie gerealiseerd. Problemen of vraagstukken: Beschrijving probleem: Gemeente De Wolden beschikt niet over een specifieke, actuele visie en strategie over de economie in De Wolden. Dit maakt het lastig om gericht acties uit te voeren om de gemeentelijke dienstverlening te verbeteren en ondernemers te faciliteren. Het actieplan biedt richtlijnen voor de gemeentelijke inzet met betrekking tot haar rol in het versterken en behouden van bedrijvigheid in De Wolden en het verbeteren van de gemeentelijke dienstverlening. Beoogd effect: Het beoogde resultaat is het: - behouden en stimuleren van de bedrijvigheid; - verbeteren van het (gemeentelijk)ondernemersklimaat; - onderhouden van goede relaties met het bedrijfsleven. Pagina 2 van 5

86 Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Toelichting voorgesteld besluit: De doelstelling van het Economisch Actieplan is om inzicht te bieden in de economische ontwikkelingen en structuur in De Wolden, van daaruit relevante toekomstige ontwikkelingen te benoemen en daar concrete aanbevelingen en acties aan te verbinden ter ondersteuning van het lokale bedrijfsleven. Met het Economisch Actieplan willen we ondernemers meenemen in het nadenken over de problemen en oplossingen van de toekomst. In het Economisch Actieplan zijn hiertoe speerpunten benoemd met aanbevelingen om nader uit te werken. Argumenten voorgesteld besluit: a. Een gericht economisch actieplan en een goede uitvoering van de dienstverlenende rol van de gemeente richting het bedrijfsleven is nodig voor de instandhouding, het stimuleren en versterken van de bedrijvigheid in De Wolden. b. Gekozen is voor een op activiteiten gericht plan in plaats van een beleidsplan. Reden hiervoor is dat we een plan willen dat aansluit bij de beleving van de ondernemers. Dus geen ambtelijke nota, maar een kort, kernachtig verhaal waar de sector achter staat. Kanttekeningen: De speerpunten zijn uitgezet in verschillende aanbevelingen. Het betreft hier onder meer activiteiten die zowel ondernemers als gemeente kunnen verrichten om invulling aan de speerpunten te geven. Reacties van de raad op 19 december 2013 De reactie van de raad was dat men meer beleid had verwacht of willen hebben in het Economisch Actieplan. Hier is bewust niet voor gekozen, mede om het Actieplan een actief en concreet plan te laten zijn voor zowel de ondernemers als de gemeente. Daarnaast is het in deze hoedanigheid een compact plan zoals de raad eerder heeft verzocht. De raad gaf tevens aan de concrete acties in het Actieplan te missen. Na vaststelling van het Economisch Actieplan door de raad zal het college in overleg met de ondernemers de speerpunten bepalen waaruit de concrete acties zullen worden bepaald. Deze acties worden in een activiteitenprogramma gezet. Voorstel is om dit activiteitenprogramma te evalueren in januari Als laatste gaf de raad aan om als gemeente de ondersteuning meer op internationalisering van De Wolden te gaan richten. Deze rol is weg gelegd door ondermeer Kamer van Koophandel en Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM). De rol van de gemeente is meer gericht op het verbinden van ondernemers onderling en het beheren van de relatie met de gemeente. Dit gebeurt mede op het verzoek van de ondernemers zelf. Door middel van de verschillende netwerken in De Wolden zoals de Gebiedscoöperatie zal er steeds meer verbinding ontstaan tussen ondernemers buiten de gestandaardiseerde sectoren. Toevoeging Gebiedscoöperatie De Wolden In het najaar 2012 is het initiatief Gebiedscoöperatie De Wolden van start gegaan. Gemeente De Wolden, MKB Noord, AOC Terra en verschillende ondernemers (verenigingen) zijn hierbij betrokken. Uitgangspunt is dat ondernemers, overheden en kennisinstellingen structureel gaan samenwerken. Zo wil dit initiatief de economische ontwikkeling stimuleren en maatschappelijke doelen realiseren. De gedachte is dat men door moet gaan met het ontwikkelen van nieuwe sectorale kennis maar dat de werkelijke vernieuwing zit tussen de sectoren. Door de sectoren en de maatschappelijke partijen met elkaar te verbinden zullen er daadwerkelijke innovaties ontwikkeld kunnen Pagina 3 van 5

87 worden. Alle partijen bouwen aan een innovatief en lerend netwerk. Daarbinnen wordt nieuwe kennis ontwikkeld en uitgewisseld in een zogeheten kenniswerkplaats. Er zijn nu drie groepen actief rondom de thema s voedsel, landschap en biobased economy. Daar dwars doorheen lopen de thema s: kansen voor zzp ers, kansen voor kleine kernen en recreatie en toerisme. Dit initiatief is nog volop in ontwikkeling. Toevoeging Regio Zwolle Gemeente De Wolden ligt net over de grens van Overijssel. Naast omliggende gemeenten in provincie Drenthe is het ook belangrijk om over de provinciegrenzen heen te kijken. Als schakel tussen west, oost en noord Nederland is de Regio Zwolle één van de sterkste groeiregio s in Nederland. Daarom voegt de gemeente De Wolden zich met ingang van 1 januari 2014 bij de regio Zwolle. De Regio Zwolle is een licht en flexibel bestuurlijk samenwerkingsverband van 18 gemeenten. De Wolden positioneert zich als de kraamkamer van de regio dat wil zeggen dat de gemeente de ruimte biedt aan startende en kleinschalige ondernemers. Met het toetreden van De Wolden aan de Regio Zwolle kunnen de Woldense ondernemers profiteren van dit netwerk. Voor meer informatie zie Alternatief beleid: Alternatief beleid is het actieplan niet vast te stellen en een uitgebreidere versie van het Economisch Actieplan op te stellen. In de vorm van een Economisch Beleidsplan wordt dan de strategie en visie vastgelegd voor een van tevoren bepaald aantal jaren. Gevolg is dat de structuur om met gerichte acties het lokale bedrijfsleven te ondersteunen en verder te ontwikkelen ontbreekt. Daarnaast heeft de raad duidelijk de voorkeur uitgesproken voor een compact plan. Ook MKB Noord gaf het advies om een Actieplan te hanteren zodat er flexibel en sneller ingespeeld kan worden op kansen en ontwikkelingen, wat aansluit bij de beleving van een ondernemer. Financiële effecten: Voor de uitvoering van het Economisch Actieplan is in totaal euro beschikbaar gesteld in Dit budget is bedoeld voor het uitvoeren van diverse acties ter verbetering van de diverse economische sectoren in De Wolden. De acties worden bepaald aan de hand van de speerpunten door het college en in overleg met ondernemers, ondernemersverenigingen en ondernemersplatform De Wolden. Personele effecten: De acties worden uitgevoerd en ingepast in de bestaande personele formatie van de gemeente. Juridische effecten: n.v.t. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) Participatie en communicatie bij de totstandkoming van het Economisch Actieplan Op basis van interviews met een aantal ondernemers en leden van het ondernemersplatform is een eerste conceptversie van het Economisch Actieplan opgesteld. Op 23 oktober jl. heeft een brainstormavond voor alle ondernemers in De Wolden plaatsgevonden. Ter voorbereiding hebben de aangemelde ondernemers een conceptversie en samenvatting van het Economisch Actieplan ontvangen en kon men Pagina 4 van 5

88 hier op reageren en te adviseren over de inhoud van het plan. De resultaten hiervan zijn verwerkt in het plan. De verslagen van de bijeenkomst zijn in het Economisch Actieplan opgenomen. Participatie en communicatie tijdens de uitvoering van het Economisch Actieplan Op basis van de jaarlijks verkozen speerpunten stellen we een communicatiekalender op om de communicatie gestructureerd te laten verlopen. Fatale termijnen: n.v.t. Aanpak en uitvoering: Na vaststelling bepaalt het college in overleg met ondernemers de speerpunten voor Zuidwolde, 17 januari 2014 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer burgemeester Roger de Groot Pagina 5 van 5

89 Ontwerp Nr. I / 7 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 januari 2014; Besluit: 1. Het Economisch Actieplan vast te stellen; 2. Het college opdracht te geven om de actiepunten, gezamenlijk met de ondernemers, vast te stellen en uit te werken. Zuidwolde, 30 januari 2014 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot Pagina 1 van 1

90 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 30 januari 2014 Agendapuntnummer : I, punt 8 Besluitnummer : 1218 Portefeuillehouder : Wethouder Jan ten Kate Aan de gemeenteraad Onderwerp: Bestemmingplan Prinses Margrietlaan 18/18a ( t Stekkie) te Koekange Samenvatting: Op het adres Prinses Margrietlaan 18/18a was een peuterspeelzaal en jeugdsoos t Stekkie gevestigd. De peuterspeelzaal is verplaatst naar het multifunctioneel centrum en het oude gebouw wordt afgebroken. De gronden zijn in gemeentelijk eigendom. De gemeente wil de gronden herbestemmen voor woondoeleinden. Uitgangspunt is dat op het perceel maximaal 6 woningen gebouwd gaan worden. De woningen zijn bedoeld voor starters en worden gebouwd als rijwoningen. De voorkant van de percelen komt te liggen aan de kant van Prinses Margrietlaan 20. De achtertuinen grenzen aan de doodlopende ontsluitingsweg tussen t Stekkie en het adres Prinses Margrietlaan 16. Deze doodlopende weg is echter te smal om parkeren op eigen terrein te realiseren, daarom worden langs de Prinses Margrietlaan in een extra insteekhaven circa 10 parkeerplaatsen gerealiseerd. Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 10 oktober tot en met 20 november 2013 ter inzage gelegen. Binnen deze termijn zijn 2 reacties binnen gekomen, die positief zijn over de ontwikkeling maar ieder een eigen aandachtspunt benadrukken. Deze reacties zijn samengevat en beantwoord in de bijgevoegde nota zienswijzen. De zienswijzen hebben een enkele kleine tekstuele aanpassing van de toelichting van het bestemmingsplan tot gevolg. De regels en verbeelding blijven ongewijzigd. Fase van besluitvorming: Besluitvormend Ontwerpbesluit: - De bijgevoegde zienswijzen ongegrond verklaren en instemmen met de nota zienswijzen; - Het bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a te Koekange met planidentificatiecode NL.IMRO.1690.BP (met ondergrond o_nl.imro BP00338_GBKN.dxf) ongewijzigd vast te stellen; - Een exploitatieplan vast te stellen. Inleiding en aanleiding: Aanleiding: Op het adres Prinses Margrietlaan 18/18a was een peuterspeelzaal en jeugdsoos t Stekkie gevestigd. De peuterspeelzaal is verplaatst naar het multifunctioneel centrum en het oude gebouw wordt afgebroken. De gronden zijn in gemeentelijk eigendom. De gemeente wil de gronden herbestemmen voor woondoeleinden. Pagina 1 van 4

91 Korte beschrijving van het plan: Uitgangspunt is dat op het perceel maximaal 6 woningen gebouwd gaan worden. De woningen zijn bedoeld voor starters en worden gebouwd als rijwoningen. De voorkant van de percelen komt te liggen aan de kant van Prinses Margrietlaan 20. De achtertuinen grenzen aan de doodlopende ontsluitingsweg tussen t Stekkie en het adres Prinses Margrietlaan 16. Deze doodlopende weg is echter te smal om parkeren op eigen terrein te realiseren, daarom worden langs de Prinses Margrietlaan in een extra insteekhaven circa 10 parkeerplaatsen gerealiseerd tegenover de bestaande insteekhaven. Hieronder een impressie van het beoogde bouwplan: De rode cirkels zijn bestaande bomen op het terrein, waarvan bekeken wordt of deze behouden kunnen blijven of dat deze gekapt moeten worden voor het plan. Problemen of vraagstukken: Beschrijving probleem: Omdat het vigerende bestemmingsplan de bouw van de woningen niet toestaat, maakt de gemeente een herziening van het vigerende bestemmingsplan. Voorliggend ontwerp bestemmingsplan moet de twee woningen planologisch mogelijk maken. Beoogd effect: Beoogd effect is het planologisch mogelijk maken van de bouw van 6 starterswoningen op het perceel Prinses Margrietlaan 18/18a. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Bestemmingsplan Er is geen (wettelijk niet verplichte inspraakperiode geweest, maar in mei 2013 is een inloopavond gehouden over de plannen. Op deze avond waren veel geïnteresseerden/potentiële kopers aanwezig, als ook dorpsbelangen en een aantal omwonenden. Gezien de reacties op deze avond, werd het ter inzage leggen van een voorontwerp ook niet meer noodzakelijk geacht en het bestemmingsplan direct als ontwerpbestemmingsplan in procedure gebracht. De locatie is reeds bebouwd en het is bekend dat het oude pand plaats zou maken voor nieuwe bebouwing. Het concept Pagina 2 van 4

92 ontwerp bestemmingsplan is ter vooroverleg verstuurd naar Provincie en Waterschap (op grond van artikel Besluit ruimtelijke ordening). Provincie en Waterschap hebben geen opmerkingen op het plan. Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 10 oktober tot en met 20 november 2013 ter inzage gelegen. Binnen deze termijn zijn 2 reacties binnen gekomen. Deze reacties zijn samengevat en beantwoord in de bijgevoegde nota zienswijzen. De zienswijzen hebben een enkele tekstuele aanpassingen van de toelichting van het bestemmingsplan tot gevolg. Het gaat dan om de opmerking in de geluidsparagraaf dat de Prinses Margrietlaan in een 30 km/u zone ligt. Dit moet 50 km/u zijn. Gezien de lage intensiteit op de Prinses Margrietlaan heeft dit echter voor de conclusie van de paragraaf geen gevolgen. Verder was bij het ontwerpbestemmingsplan een brief van de provincie gevoegd over het gevoerde vooroverleg. In deze brief is bij de provincie een verkeerde tekstregel opgenomen. De tekst dat het plan geen aanleiding geeft tot opmerkingen klopt. De passage om het plan aan te passen niet en is er per abuis ingekomen. Exploitatieplan De Wet ruimtelijke ordening (hierna:wro) verplicht de gemeenteraad om gelijktijdig met de vaststelling van het bestemmingsplan een besluit te nemen om al dan niet een exploitatieplan vast te stellen. Van het opstellen van een exploitatieplan kan worden afgezien als de kosten anderszins verzekerd zijn. Aangezien de gronden in eigendom zijn, is dit laatste hier het geval. Voor de globale doorrekening van het plan, zie paragraaf financiële effecten. Als gevolg hiervan wordt uw raad voorgesteld geen exploitatieplan vast te stellen. Alternatief beleid: Het bestemmingsplan niet vaststellen. Gezien bovenstaande zijn hier geen redenen toe. Financiële effecten: Op 23 april 2013 heeft het college besloten een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan met Woonconcept Vastgoed B.V. (dochtermaatschappij van stichting Woonconcept). In deze overeenkomst is opgenomen dat bij een succesvolle verkoop door Woonconcept Vastgoed aan eindgebruikers, de gronden door Woonconcept Vastgoed worden overgenomen van De Wolden tegen een koopsom 127,50 per m2 excl. BTW. Het totaal uitgeefbaar terrein bedraagt circa 890 m2, waardoor de verwachte kavelopbrengst ,00 excl. BTW. De geprognosticeerde kosten om de kavel in bouw- en woonrijpe staat aan Woonconcept over te dragen, wordt ingeschat op Het verwachte resultaat van de herontwikkeling van t Stekkie bedraagt daarmee op dit moment (november 2013) circa Mocht ondanks de verwachtingen de verkoop van de kavels tegen vallen en daardoor de verkoop van de gronden niet doorgaan, dan zijn reeds kosten gemaakt die door de kavelverkoop niet worden inverdiend. In dit geval bedragen de reeds gemaakte kosten circa (opstellen bestemmingsplan). Deze kosten komen ten laste van de kostenplaats structuur- en bestemmingsplan ( ). Wanneer de verkoop van de gronden niet doorgaan, dan zal de sloop en het bouw- en woonrijp maken van de gronden niet worden uitgevoerd. Personele effecten: N.v.t. Juridische effecten: N.v.t. Pagina 3 van 4

93 Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) Het vaststellingsbesluit wordt met de daarbij behorende stukken via de gebruikelijke weg gepubliceerd. Fatale termijnen: Hoewel geen fatale termijn maar een termijn van orde, artikel 3.8. lid 1 sub e van de Wro bepaalt dat de gemeenteraad in principe binnen 12 weken na afloop van de in artikel 3.8 Wro en afdeling 3:4 Awb genoemde termijn dient te beslissen omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan. Deze datum is in dit geval 12 februari en wordt dus ruim gehaald. Aanpak en uitvoering: Na vaststelling wordt het vaststellingsbesluit met de daarbij behorende stukken via de gebruikelijke weg gepubliceerd. Bijlagen: (Alleen digitaal) - Nota zienswijzen - Ontwerpbestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a Koekange bestaande uit Regels, Verbeelding en Toelichting Zuidwolde, 17 januari 2014 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer burgemeester Roger de Groot Pagina 4 van 4

94 Ontwerp Nr. I /8 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 januari 2014; Overwegende: dat met ingang van 10 oktober 2013 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage heeft gelegen het ontwerp van het bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a ( t Stekkie) Koekange; dat van deze tervisielegging op grond van artikel 3.8, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening voorgeschreven wijze openbare kennisgeving is gedaan; dat ieder in de gelegenheid is gesteld om gedurende genoemde termijn schriftelijk en/of mondeling zienswijzen in te dienen; dat van de mogelijkheid om een zienswijze op het ontwerp te geven door 2 indieners gebruik gemaakt is; dat deze zienswijzen binnen de termijn zijn binnengekomen en dus ontvankelijk zijn; dat op grond van artikel 3.8 lid 1 sub e van de Wet ruimtelijke ordening binnen 12 weken na afloop van de voormelde termijn van terinzagelegging een beslissing omtrent de vaststelling van dit ontwerpplan genomen dient te worden; gelet op de bepalingen van de Wet ruimtelijke ordening; Besluit: 1. De zienswijzen ongegrond te verklaren; 2. Het bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a ( t Stekkie) Koekange met planidentificatienummer NL.IMRO.1690.BP en ondergrond (o_nl.imro.1690.bp00338_gbkn.dxf) vast te stellen; 3. Geen exploitatieplan vast te stellen. Zuidwolde, 30 januari 2014 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot Pagina 1 van 1

95 Nota zienswijzen Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a ( t Stekkie) Koekange Het ontwerp bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a Koekange heeft ter inzage gelegen van 10 oktober t/m 20 november Gedurende deze periode kon eenieder een zienswijze geven aan de gemeenteraad. Gedurende deze periode zijn 2 zienswijzen ingediend. Hieronder zijn beide zienswijzen samengevat en beantwoord. Indiener 1 Indiener vindt de bouw van woningen op de locatie een goede ontwikkeling, maar een één punt van aandacht. Doordat een aantal bomen ten behoeve van de ontwikkeling gekapt zullen worden verdwijnt de bestaande afscheiding tussen de locatie van t Stekkie en de woning van indiener. Graag ziet de indiener van de zienswijze dat er een afscheiding blijft, zodat meer privacy gewaarborgd blijft. Antwoord: Er wordt inderdaad gekeken of enkele bestaande bomen gekapt moeten worden ten behoeve van de ontwikkeling of niet. We zullen u in ieder geval hiervan op de hoogte houden en met u hierover in gesprek gaan. Mocht de gemeente bomen kappen dan is daarvoor nog een kapvergunning nodig. Een dergelijke vergunning moet gepubliceerd worden en heeft een eigen procedure waar tegen u nog bezwaar zou kunnen maken. Verder is het aan u en uw toekomstige achterburen welke erfafscheiding u wilt aanbrengen. Het bestemmingsplan geeft alleen de maximale maatvoering van bijvoorbeeld muurtjes of schuttingen. Gevolgen voor het bestemmingsplan Er zijn geen gevolgen voor het bestemmingsplan. Indiener 2 Indiener geeft aan belang te hebben bij ontwikkeling van het gebied en staat positief tegenover de ontwikkeling, maar heeft enkele bedenkingen ten aanzien van de invulling daarvan. Het gaat dan om de volgende punten: 1. Indiener heeft de eigen woning gekocht in de wetenschap dat de locatie t Stekkie periodiek een avond in gebruik was als jongerensoos, maar verder niet. Waardoor men aan die zijde veel privacy heeft. Het nu voorliggende plan heeft met 6 woningen een hoge bouwdichtheid. De tuinen liggen in de richting van woning van indiener. Indiener verwacht hierdoor in zijn privacy te worden gestoord door onder meer geluidsoverlast. Ook vreest indiener waardedaling van de woning. 2. Het lijkt dat woning nummer 6 bij uitvoering een hele krappe doorgang krijg langs het elektriciteitshuisje. 3. In de toelichting staat dat ter plaatse een snelheid van 30 km per uur geldt. Dit is niet juist. De Prinses Margrietlaan kent een toegestane snelheid van 50 km/uur. 4. In de toelichting staat dat Gedeputeerde Staten kunnen instemmen met het ontwerpbestemmingsplan. In de bijgevoegde brief staat echter dat het plan geen aanleiding geeft tot opmerkingen, maar vervolgens dat zij een zienswijze in zullen dienen als het plan niet of onvoldoende wordt aangepast, waarop GS adviseert om het voorontwerpbestemmingsplan aan te passen. Graag wil indiener weten hoe hieraan gevolg gegeven is.

96 Antwoord: 1. Dat het gebouw alleen gebruikt werd als soos, betekent niet dat dit planologisch gezien de enige gebruiksmogelijkheid was. Het pand had een maatschappelijke bestemming en zou in overeenstemming daarmee voor meerdere doeleinden en op diverse dagen en avonden gebruikt kunnen worden. Mocht indiener een aanvraag willen doen voor eventuele tegemoetkoming in planschade dan zijn hiervoor aparte wettelijke regelingen. 2. De ontsluiting van de tuin van de hoekwoningen zal niet plaatsvinden via de achterzijde, maar via de zijtuin aan de voorzijde van de te realiseren woningen. Ontsluiting langs het elektriciteitshuisje is dus niet aan de orde. 3. Het klopt inderdaad dat ter plaatse van 't Stekkie de snelheid 50 km/u is. In de toelichting van het vast te stellen bestemmingsplan wordt dit aangepast. Dit heeft overigens geen gevolgen voor het plan. 4. Bij het ontwerpbestemmingsplan is een brief van de provincie gevoegd over het gevoerde vooroverleg. In deze brief is bij de provincie een verkeerde tekstregel opgenomen. Hierover is telefonisch contact geweest met de provincie. De tekst dat het plan geen aanleiding geeft tot opmerkingen klopt. De passage dat het plan zou moeten worden aangepast is niet juist en is er dus per abuis ingekomen. In de toelichting wordt dit aangepast. Gevolgen voor het bestemmingsplan Als gevolg van de punten 3 en 4 wordt de toelichting tekstueel aangepast.

97 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 6 HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS... 8 Artikel 3 Groen... 8 Artikel 4 Wonen... 9 HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS Artikel 5 Anti-dubbeltelregel Artikel 6 Algemene gebruiksregels Artikel 7 Algemene afwijkingsregels Artikel 8 Algemene procedureregels Artikel 9 Overige regels HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS Artikel 10 Overgangsrecht bouwwerken Artikel 11 Slotregel... 19

98 Gemeente De Wolden Blad 2 van 19 Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Augustus 2013 Koekange Versie 01 Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 Plan het bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange, van de gemeente De Wolden; 1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1690.BP met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen; 1.3 achtererfgebied erf aan de achterkant en aan de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 3 m van de voorkant, van het hoofdgebouw; 1.4 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.5 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.6 aan huis verbonden bedrijf kleinschalige bedrijvigheid als bedoeld in Bijlage 1 Lijst aan huis toelaatbare beroepen en bedrijven, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend; 1.7 aan huis verbonden beroep een dienstverlenend beroep als bedoeld in Bijlage 1 Lijst aan huis toelaatbare beroepen en bedrijven, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is; 1.8 bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.9 bedrijf een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen; 1.10 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak; 1.11 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; NL.IMRO.1690.BP Regels

99 Gemeente De Wolden Blad 3 van 19 Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Augustus 2013 Koekange Versie bijbehorend bouwwerk Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak bouwen Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk bouwgrens de grens van een bouwvlak; 1.15 bouwperceel Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten bouwperceelgrens de grens van een bouwperceel; 1.17 bouwvlak Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten bouwwerk Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden dak iedere bovenbeëindiging van een gebouw; 1.20 detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel vallen geen afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten; 1.21 dienstverlening het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder een belwinkel en internetcafé; 1.22 erker een plat afgedekte uitbouw aan de gevel van een woning; 1.23 gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; NL.IMRO.1690.BP Regels

100 Gemeente De Wolden Blad 4 van 19 Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Augustus 2013 Koekange Versie hoofdgebouw Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is horeca(bedrijf) een bedrijf, in hoofdzaak gericht op het verstrekken van ter plaatse te nuttigen spijzen en/of dranken, zoals vermeld in Bijlage 2 Lijst van horecabedrijven; 1.26 huishouden een alleenstaande, dan wel twee of meer personen, die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren; 1.27 nadere eis een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening; 1.28 omgevingsvergunning vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; 1.29 overig bouwwerk Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden overkapping een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat hooguit aan twee zijden tegen gevels is aangebouwd en aan minimaal twee zijden open is; 1.31 pand De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is peil a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; c. indien de onder a en b genoemde peilen in het veld aanleiding geven tot onduidelijkheden, een door of namens burgemeester en wethouders aan te wijzen peil; 1.33 prostitutie het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding; NL.IMRO.1690.BP Regels

101 Gemeente De Wolden Blad 5 van 19 Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Augustus 2013 Koekange Versie seksinrichting de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.35 Staat van Bedrijfsactiviteiten de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt; 1.36 twee-aaneenwoning een woning van het type twee-aaneengebouwd; 1.37 voorgevel de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel; 1.38 vrijstaande woning een woning zonder gemeenschappelijke wand met een andere woning; 1.39 watergang een werk, al dan niet overdekt, dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan; 1.40 woning een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden; 1.41 woonhuis een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat. NL.IMRO.1690.BP Regels

102 Gemeente De Wolden Blad 6 van 19 Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Augustus 2013 Koekange Versie 01 Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 Gebouwen en bouwwerken a. De afstand van een bouwwerk tot de zijdelingse perceelgrens: vanaf de buitenwerkse gevelvlakken dan wel, indien sprake is van overstekende daken met een overstekend gedeelte van meer dan 0,75 m, respectievelijk overstekken van meer dan 0,75 m, vanaf de buitenrand van het overstekende dak/de overstek, neerwaarts geprojecteerd, tot de kadastrale zijgrens van het perceel. b. De bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. c. De breedte van een gebouw: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de scheidingsmuren. d. De dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. d. De goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. e. De inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. f. De oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk, met dien verstande dat overstekken van het dak die groter zijn dan 0,4 m moeten worden meegerekend. 2.2 Ondergeschikte bouwdelen Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt. NL.IMRO.1690.BP Regels

103 Gemeente De Wolden Blad 7 van 19 Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Augustus 2013 Koekange Versie Maatvoering Alle maten zijn tenzij anders aangegeven: a. voor lengten in meters (m); b. voor oppervlakten in vierkante meters (m²); c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m³); d. voor verhoudingen in procenten (%); e. voor hoeken/hellingen in graden (º). 2.4 Meten Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de lijn. NL.IMRO.1690.BP Regels

104 Gemeente De Wolden Blad 8 van 19 Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Augustus 2013 Koekange Versie 01 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Groen 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen; b. opgaande beplantingen; met daarbijbehorende: c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde; d. paden en verhardingen; e. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water; f. parkeervoorzieningen. 3.2 Bouwregels Gebouwen Gebouwen mogen niet worden gebouwd Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen niet worden gebouwd. 3.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van: a. het bebouwingsbeeld; b. de landschappelijke inpassing; c. de milieusituatie; d. de verkeersveiligheid; e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 3.4 Afwijken van de bouwregels Afwijkingsregels Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in: a. lid en toestaan dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde gebouwd worden met een maximale bouwhoogte van 1,5 meter; Afwegingskader Voor een besluit tot afwijking moeten de belangen worden afgewogen volgens het afwegingskader zoals opgenomen in artikel NL.IMRO.1690.BP Regels

105 Gemeente De Wolden Blad 9 van 19 Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Augustus 2013 Koekange Versie 01 Artikel 4 Wonen 4.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep of bedrijf als bedoeld in Bijlage 1 Lijst aan huis toelaatbare beroepen en bedrijven tot een oppervlakte van niet meer dan 60 m²; b. de waterhuishouding; c. gebouwen en bijbehorende bouwwerken; d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde; e. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden; f. tuinen; g. erven; h. groenvoorzieningen. met dien verstande dat voor de voorziening in de parkeerbehoefte wordt voorzien in voldoende parkeer- of stallingsruimte, mede in samenhang met de bestemming Groen zoals verwoord in artikel Bouwregels Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd Hoofdgebouwen Voor een hoofdgebouw gelden de volgende regels: a. een hoofdgebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd; b. een hoofdgebouw mag (in een rij) aaneengebouwd worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal aaneen te bouwen wooneenheden' het aantal aaneen te bouwen woonhuizen niet meer mag bedragen dan het aangegeven aantal; c. de breedte van een woonhuis mag niet minder dan 5 m bedragen; d. de afstand van de vrijstaande zijde van een aaneengebouwd woonhuis tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 3 m bedragen; e. de goothoogte mag niet meer dan 4 m bedragen; f. de dakhelling niet minder dan 30 en niet meer dan 60º bedragen; g. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan mogen gehandhaafd worden; h. een gebouw waarbij gelet op omvang of functie ruimte nodig is voor het parkeren of stallen van motorvoertuigen mag alleen worden gebouwd indien uit de aanvraag om omgevingsvergunning blijkt dat voldoende parkeer- of stallingsruimte wordt gerealiseerd Bijbehorende bouwwerken Voor een bijbehorend bouwwerk gelden de volgende regels: a. de afstand tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet minder dan 4 m bedragen en in geval van een platte afdekking niet minder dan 1 m; b. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 1 m bedragen, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd; c. de gezamenlijke oppervlakte van al dan niet met vergunning gebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 50% van het bij het NL.IMRO.1690.BP Regels

106 Gemeente De Wolden Blad 10 van 19 Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Augustus 2013 Koekange Versie 01 hoofdgebouw behorend achtererfgebied, met een maximum van 100 m² dan wel de oppervlakte van het hoofdgebouw d. bij de berekening van de onder c bedoelde oppervlakte telt de binnen het bouwvlak gebouwde oppervlakte niet mee; e. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen met dien verstande dat de goothoogte voor aangebouwde bouwwerken mag worden verhoogd tot niet meer dan 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw; f. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan mogen gehandhaafd worden Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels: a. indien het voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, respectievelijk lichtmasten ten dienste van een paardenbak mag niet meer dan bedragen dan 1,5 m respectievelijk 6 m; c. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 2 m bedragen; d. in aanvulling op en in afwijking van het bepaalde onder a en b geldt voor een overkapping dat: 1. de bouwhoogte niet meer dan 3,25 m mag bedragen; 2. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens niet minder dan 1 m mag bedragen, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd; 3. de afstand tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde 0 m mag bedragen; 4. de oppervlakte niet meer dan 30 m² mag bedragen. 4.3 Afwijken van de bouwregels Omgevingsvergunning Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in: a en kan worden toegestaan dat: 1. het bouwvlak met een oppervlakte van niet meer dan 25 m² wordt overschreden; 2. gebouwd wordt met een lessenaarsdak en dat de goothoogte aan één zijde wordt verhoogd tot niet meer dan 9 m; 3. de dakhelling voor niet meer dan 50% van het dakoppervlak wordt verminderd tot 0 ; 4. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens wordt verminderd tot 0 m; Afwegingskader Een in genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. een goede woonsituatie; c. de verkeersveiligheid; d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; e. de sociale veiligheid; f. de externe veiligheid. NL.IMRO.1690.BP Regels

107 Gemeente De Wolden Blad 11 van 19 Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Augustus 2013 Koekange Versie Specifieke gebruiksregels Strijdig gebruik Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend: a. de bewoning van vrijstaande bijbehorende bouwwerken; b. het gebruik van gronden en opstallen voor een bedrijf. 4.5 Afwijken van de gebruiksregels Omgevingsvergunning Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.1 en: a. kan worden toegestaan dat de oppervlakte voor een aan huis verbonden beroep/bedrijf niet meer dan 100 m² bedraagt, met dien verstande dat deze oppervlakte de oppervlakte van het hoofdgebouw niet te boven mag gaan; Afwegingskader Een in genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de milieusituatie; c. de verkeersveiligheid; d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; e. de sociale veiligheid; f. de externe veiligheid. NL.IMRO.1690.BP Regels

108 Gemeente De Wolden Blad 12 van 19 Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Augustus 2013 Koekange Versie 01 Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 5 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. NL.IMRO.1690.BP Regels

109 Gemeente De Wolden Blad 13 van 19 Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Augustus 2013 Koekange Versie 01 Artikel 6 Algemene gebruiksregels 6.1 Gebruik Strijdig gebruik Onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan: a. het (laten) gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting, tenzij anders in dit plan is geregeld; b. het (laten) gebruiken van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor zelfstandige bewoning Toegestaan gebruik Onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt niet verstaan: a. het gebruiken van een bijbehorend bouwwerk bij een woning ten dienste van bewoning door een persoon die vanwege zijn gezondheidstoestand is aangewezen op de niet bedrijfsmatige zorg van een bewoner van de woning; b. het aanleggen of het laten aanleggen van kabels en leidingen ten behoeve van de drinkwatervoorziening, de riolering, de waterhuishouding, de energievoorziening en de datacommunicatie, met uitzondering van: 1. buisleidingen waarop het Besluit externe veiligheid buisleidingen van toepassing is, tenzij deze in het plan specifiek zijn geregeld; 2. hoogspanningsleidingen; 3. buisleidingen voor het transport van water, afvalwater of stoom met een doorsnede van 1 meter of meer en een lengte van 10 km of meer. NL.IMRO.1690.BP Regels

110 Gemeente De Wolden Blad 14 van 19 Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Augustus 2013 Koekange Versie 01 Artikel 7 Algemene afwijkingsregels 7.1 Afwijken Omgevingsvergunning Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, aantallen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen, aantallen en percentages; b. de bestemmingsregels teneinde het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate aan te passen, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven; c. de bestemmingsregels met het oog op de aanpassing aan de werkelijke afmetingen van het terrein, mits de structuur van het plan niet wordt aangetast, de belangen van derden in redelijkheid niet worden geschaad en de afwijking gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor de juiste verwezenlijking van het plan; d. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde opdat de bouwhoogte wordt vergroot tot niet meer dan 10 m; e. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde opdat de bouwhoogte van kunstwerken en van zend-, ontvangen/ of sirenemasten wordt vergroot tot niet meer dan 40 m; f. de bestemmingsregels opdat de grenzen van het bouwvlak naar de buitenzijde worden overschreden door: 1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen; 2. gevel- en kroonlijsten, overstekende daken; 3. (hoek)erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen, met dien verstande dat: - de bouwvlakgrens met niet meer dan 1,5 m mag worden overschreden; - de afstand van een erker tot de naar de weg gekeerde perceelgrens niet minder dan 3 m mag bedragen; - de gezamenlijke oppervlakte per erker niet meer dan 6 m2 mag bedragen; - de gezamenlijke oppervlakte van een erker niet wordt meegerekend bij de bepaling van de oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken; g. de eis dat bij een aanvraag van een omgevingsvergunning blijkt dat voldoende parkeer- of stallingsruimte moet worden gerealiseerd indien op andere wijze in de nodige parkeer- en/of stallingsruimte wordt voorzien; h. de bestemmingsregels en kan logiesverstrekking worden toegestaan, waarbij in ieder geval wordt getoetst aan de volgende criteria: 1. vestiging is toegestaan binnen de gehele gemeente; 2. vestiging moet plaatsvinden binnen bestaande bebouwing, en mag zowel in een hoofdgebouw als in een bijgebouw gerealiseerd worden. Er wordt uitgegaan van een bestaande entree (deur); 3. in een bijgebouw mogen uitsluitend slaapplaatsen met sanitaire voorzieningen worden gerealiseerd. Hieraan gekoppeld moet in het bijbehorende hoofdgebouw een ontbijtruimte, en mag een eventuele woonkamer, worden gerealiseerd; 4. het bijgebouw dient in de directe nabijheid van en een duidelijke relatie te hebben met het hoofdgebouw; NL.IMRO.1690.BP Regels

111 Gemeente De Wolden Blad 15 van 19 Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Augustus 2013 Koekange Versie de uiterlijke kenmerken van het bijgebouw moeten behouden blijven. Er mogen geen uiterlijke kenmerken van een woning worden toegevoegd; 6. er mogen maximaal drie slaapkamers gerealiseerd worden; 7. er mag geen keukenblok in de kamers worden gemaakt; 8. het parkeren dient op het eigen erf plaats te vinden; 9. er mag geen extra inrit worden aangelegd in verband met de vestiging; 10. de vestiging is alleen toegestaan aan een verkeersontsluiting van voldoende omvang; 11. de vestiging mag geen onevenredige afbreuk doen aan de milieusituatie van agrarische bedrijven in de directe omgeving Afwegingskader Een in genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de milieusituatie; c. de verkeersveiligheid; d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; e. de sociale veiligheid; f. de externe veiligheid. NL.IMRO.1690.BP Regels

112 Gemeente De Wolden Blad 16 van 19 Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Augustus 2013 Koekange Versie 01 Artikel 8 Algemene procedureregels 8.1 Nadere eisen Voor een besluit tot het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure: a. het voornemen ligt, met bijhorende stukken, gedurende twee weken ter inzage; b. de terinzagelegging wordt vooraf bekend gemaakt in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze; c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden tot het naar voren brengen van zienswijzen gedurende de onder a genoemde termijn; d. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede. NL.IMRO.1690.BP Regels

113 Gemeente De Wolden Blad 17 van 19 Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Augustus 2013 Koekange Versie 01 Artikel 9 Overige regels 9.1 Werking wettelijke regelingen De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan. NL.IMRO.1690.BP Regels

114 Gemeente De Wolden Blad 18 van 19 Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Augustus 2013 Koekange Versie 01 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 10 Overgangsrecht bouwwerken 10.1 Bouwwerken Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk teniet is gegaan Afwijken Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10% Uitzondering Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. Overgangsrecht gebruik 10.1 Gebruik Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik Strijdig gebruik Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind Verbod Indien het gebruik, bedoeld in eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten Uitzondering Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. NL.IMRO.1690.BP Regels

115 Gemeente De Wolden Blad 19 van 19 Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Augustus 2013 Koekange Versie 01 Artikel 11 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange. NL.IMRO.1690.BP Regels

116 9 Verklaring Plangebied Bestemming G V Groen Verkeer W Wonen Bouwvlak Prinses Margrietlaan V G G 6 W 37c 37b Maatvoeringsaanduiding 6 Maximum aantal wooneenheden Verklaringen Kadastrale ondergrond en bestaande bebouwing 1 16 Gemeente : De Wolden Naam plan : Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Locatie : Prinses Margrietlaan 18/18a Koekange projectnr. status schaal datum NL.IMRO.1690.BP ontwerp 1:500 september 2013

117 Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Ontwerp Opdrachtgever: Gemeente De Wolden Rapportnummer: RB Datum vrijgave: September 2013 Opsteller: Dhr. M. Beek Goedkeuring: Dhr. H. de Roo

118 Gemeente De Wolden Blad 2 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 INLEIDEND HOOFDSTUK Inleiding Aanleiding Korte beschrijving van het plan Planologisch kader Doel Verantwoording Leeswijzer HOOFDSTUK 2 LOCATIEBESCHRIJVING Huidige situatie en ontstaansgeschiedenis Het plangebied in zijn omgeving Beschrijving van het woningbouwplan HOOFDSTUK 3 BELEIDSTOETS Rijksbeleid Ruimtelijk - Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Provinciaal beleid Omgevingsvisie en verordening Drenthe Regionale Woonvisie Gemeentelijk beleid Woonplan Kansen voor buitengewoon wonen Structuurvisie gemeente De Wolden Welstandsnota HOOFDSTUK 4 OMGEVINGSFACTOREN Archeologie Algemeen Doorwerking naar het plan Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) Algemeen Doorwerking naar het plan Bodem Algemeen Doorwerking naar het plan Flora- en fauna Algemeen Doorwerking naar het plan Geluid Algemeen Doorwerking naar het plan Luchtkwaliteit Algemeen Doorwerking naar het plan M.E.R.-beoordeling Algemeen Doorwerking naar het plan Milieuhinder Algemeen NL.IMRO.1690.BP Toelichting

119 Gemeente De Wolden Blad 3 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie Doorwerking naar het plan Watertoets Algemeen Doorwerking naar het plan HOOFDSTUK 5 UITVOERBAARHEID HOOFDSTUK 6 OVERLEG EN INSPRAAK HOOFDSTUK 7 JURIDISCHE VORMGEVING Algemeen Afstemming op andere wetten en verordeningen Toelichting op de bestemmingen NL.IMRO.1690.BP Toelichting

120 Gemeente De Wolden Blad 4 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 1 Hoofdstuk 1 Inleidend hoofdstuk 1.1 Inleiding 1.2 Aanleiding Voorliggend bestemmingsplan is bedoeld om het juridisch kader te bieden voor het kunnen uitvoeren van een ruimtelijk initiatief. Tevens biedt voorliggend plan de onderbouwing van waarom het gewenste ruimtelijk initiatief inpasbaar is op de door initiatiefnemer gewenste locatie. Op het adres Prinses Margrietlaan 18/18a in Koekange bevindt zich een voormalige peuterspeelzaal. Dit gebouw is eigendom van de gemeente De Wolden en werd door Stichting Welzijn gehuurd en gebruikt als onder andere een jeugdsoos. Het gebouw staat inmiddels leeg. De gronden zijn zoals gezegd in gemeentelijk eigendom. Vanuit de raadsfractie van de partij Gemeentebelangen zijn medio 2011 vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders om te laten onderzoeken of een nieuwe invulling mogelijk is om zodoende verpaupering te voorkomen. De gemeente De Wolden heeft nu het plan opgevat om de gronden te gaan herbestemmen voor woondoeleinden. Dit heeft geleid tot een ontwerp waarbij in totaal 6 woningen (aaneengebouwd) haaks op de Prinses Margrietlaat worden gebouwd. Hieronder is het plangebied weergegeven op een luchtfoto. Op de volgende bladzijde een weergave van de voormalige peuterspeelzaal. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

121 Gemeente De Wolden Blad 5 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie Korte beschrijving van het plan Zoals genoemd is het de bedoeling ter plaatse maximaal 6 woningen voor starters te realiseren. Onderstaand een weergave van het planontwerp. Het parkeren bij de woningen vindt plaats in de insteekhaven langs de Prinses Margrietlaan. Voor wat betreft bouw- en goothoogte wordt aangesloten bij het bestemmingsplan Kleine Kernen Zuid. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

122 Gemeente De Wolden Blad 6 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie Planologisch kader Het perceel Prinses Margrietlaan 18/18a te Koekange is vastgelegd in het bestemmingsplan Koekange. In dit bestemmingsplan is het perceel als volgt bestemd, daartoe eerst een uitsnede van de bestemmingsplankaart/verbeelding. 1.5 Doel Binnen deze bestemming is het bouwen van maximaal 6 woningen niet toegestaan. Een (partiële) herziening van het bestemmingsplan Koekange is noodzakelijk om het gewenste woningbouwplan mogelijk te kunnen maken. De bestemming wordt daartoe gewijzigd naar de bestemming Wonen. In deze partiële herziening van het bestemmingsplan Koekange wordt ingegaan op de (ruimtelijke) gevolgen van de voorgenomen ontwikkeling van het betreffende gebied. Ook wordt een beschrijving gegeven van het relevante ruimtelijk beleid. De realisatie van de plannen om te komen tot de bouw van maximaal zes woningen op de gestelde locatie moet passen binnen dit beleid. 1.6 Verantwoording 1.7 Leeswijzer Bij het opstellen van voorliggend bestemmingsplan is gebruik gemaakt van diverse (beleids)documenten en websites. Sommige (beleids)documenten en beeldbeschrijvende documenten zijn in voorkomende gevallen integraal overgenomen om de inhoud zoveel mogelijk te waarborgen. Daar waar bronnen zijn gebruikt is dat in de tekst weergegeven. Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 een uitgebreidere weergave gegeven van het plan mede in relatie tot het vigerende ruimtelijk beleid. In hoofdstuk 3 komen de verschillende relevante beleidsstukken voorbij die van toepassing zijn op het plan en zijn hierbij uitgewerkt van provinciaal niveau tot gemeentelijk niveau. Hoofdstuk 4 geeft de invloed weer van het plan op de verschillende omgevingsaspecten. In hoofdstuk 5 staat de economische uitvoerbaarheid centraal. Hoofdstuk 6 doet verslag van de inspraak- en overlegreacties, waarna hoofdstuk 7 ingaat op de juridische vertaling van het plan. Na deze hoofdstukken wordt het bestemmingsplan voorzien van de regels en de verbeelding, die tezamen met de toelichting het juridische instrument van het bestemmingsplan vormen. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

123 Gemeente De Wolden Blad 7 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 2 Hoofdstuk 2 Locatiebeschrijving 2.1 Huidige situatie en ontstaansgeschiedenis Het perceel waar de woningen gebouwd gaan worden ligt aan de Prinses Margrietlaan 18/18a te Koekange. Koekange is een dorp in de gemeente De Wolden. De gemeente De Wolden omschrijft Koekange als volgt. Ver aan het westelijk uiteinde van de marke Echten lag destijds een veenwildernis. De boeren in Echten zullen er weinig waarde aan gehecht hebben, maar de heer Van Echten zag er mogelijkheden in. Men zal zijn begonnen met het graven van sloten om het water of te voeren. En op het zo droog gehouden land werd koren gezaaid. Verder naar het westen werden koeien geweid. 'Koganc' noemden ze dit op hun Gronings. Het gevolg is geweest dat de Drentse buren het overnamen en Koekange noemden, koeweiden Koekange maakte vroeger deel uit van het grote veenmoeras tussen Ruinen en Meppel, van welk moeras het Oorkondenboek voor Drenthe en Groningen al melding maakt in het jaar Het dorp Koekange is dus een veenkolonie en is als zodanig aan de ligging en de vorm van de landerijen nog duidelijk te herkennen. Koekange telt inwoners en is geografisch gezien het hart van De Wolden. Nederland, provincie Drenthe, Gemeente De Wolden en de ligging van Koekange in één oogopslag. Hierna is de ontwikkeling van Koekange inzichtelijk gemaakt op basis van bekend en aanwezig historisch kaartmateriaal. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

124 Gemeente De Wolden Blad 8 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 Anno 1954 Anno 1995 Zichtbaar is met name de groei van Koekange vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw. De locatie van de voormalige peuterspeelzaal ligt ook binnen deze naoorlogse wijk van Koekange. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

125 Gemeente De Wolden Blad 9 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie Het plangebied in zijn omgeving Hieronder is de ligging van het plangebied in Koekange zichtbaar gemaakt. Het plangebied ligt in het noordoostelijke deel van Koekange. Aan alle zijden wordt het plangebied omringd door woningen. 2.3 Beschrijving van het woningbouwplan In totaal worden 6 woningen in een rij gebouwd, waarbij de stedenbouwkundige oriëntatie oost-west is gericht. Aan de zuidzijde van de woningen bevinden zich de NL.IMRO.1690.BP Toelichting

126 Gemeente De Wolden Blad 10 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 tuinen van de woningen. De bergruimten van de woningen zijn eveneens voorzien aan de zuidzijde van de woningen. Aan de noord- en westzijde bevindt zich openbaar groen. Gezien de totale oppervlakte van het perceel en de krappe ontsluitingsroute is er te weinig ruimte om het parkeren ten behoeve van de woningen op eigen terrein te realiseren. Daartoe is er voor gekozen om een insteekhaven voor het parkeren te realiseren langs de Prinses Margrietlaan en hierboven zichtbaar als parkeerplaatsen 1 tot en met 10. Tussen de parkeerplaats en de kavel van woning nummer 1 bevindt zich een gedeelte openbaar groen. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

127 Gemeente De Wolden Blad 11 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 3 Hoofdstuk 3 Beleidstoets 3.1 Rijksbeleid Wat is beleid. Beleid is het stellen van doelen, middelen en een tijdpad in onderlinge samenhang. Liefst zijn plaats en tijd omschreven. Onder beleid wordt dus verstaan het aangeven van de richting en de middelen waarmee men gestelde organisatiedoelen wil gaan realiseren. Binnen het ruimtelijk werkveld is door de verschillende overheidslagen veel beleid opgesteld. Middels dit beleid is getracht richting te geven aan de inrichting en het beheer van de openbare ruimte. De ruimtelijke ordening in Nederland bevat top-down maar ook steeds meer bottum-up elementen. Door de decennia heen is de visie op de ruimtelijke ordening aan verandering onderhevig geweest. Op rijksniveau is de omslag naar de ontwikkelingsplanologie goed zichtbaar wanneer de Nota Ruimte (VROM, 2006) en de Vierde Nota Ruimtelijke ordening worden vergeleken. Niet langer bepaalt de overheid wat wel of niet kan (toelatingsplanologie), steeds meer geven overheid en derden ruimtelijke ontwikkelingen samen vorm. Vanuit deze filosofie wordt in dit hoofdstuk het overheidsbeleid in beeld gebracht Ruimtelijk - Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 22 november 2011 onder aanvaarding van een aantal moties door de Tweede Kamer aangenomen en 13 maart 2012 vastgetseld. Onderdeel van deze structuurvisie is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Met de structuurvisie kiest het rijk voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. De structuurvisie geeft een totaalbeeld van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. De SVIR vervangt de Nota Ruimte, de Structuurvisie Randstad 2040, de Nota Mobiliteit, de MobiliteitsAanpak en de Structuurvisie voor de Snelwegomgeving. Tevens vervangt het de ruimtelijke doelen en uitspraken in de volgende documenten: PKB Tweede structuurschema Militaire terreinen, de agenda landschap, de agenda Vitaal Platteland en Pieken in de Delta. Delen van de structuurvisie die de nationale ruimtelijke belangen borgen en die juridische doorwerking behoeven, zijn uitgewerkt in een algemene maatregel van bestuur, de Amvb Ruimte (Barro). Ook is een planmilieueffectrapport (plan-mer) opgesteld. Het Rijk gaat er vanuit dat de nationale ruimtelijke belangen die via wet- en regelgeving opgedragen worden aan de andere overheden goed door hen worden behartigd. Het nieuwe Rijkstoezicht in de ruimtelijke ordening richt zich op het toezicht achteraf. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

128 Gemeente De Wolden Blad 12 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 Wanneer rijksdoelen en nationale belangen raken aan regionale opgaven, vraagt dit om heldere taakverdeling en samenwerkingsafspraken tussen de betrokken overheden. Waar het Barro bepalingen bevat gericht op gemeentelijke bestemmingsplannen gaat het Rijk er vanuit dat deze doorwerking krijgen. Het Rijk zal tijdens het opstellen en vaststellen van bestemmingsplannen dan ook niet toetsen op een correcte doorwerking van nationale belangen. Daarnaast blijft het Rijk opkomen voor zijn directe belangen bij gemeentelijke en provinciale plannen vanuit de rol van weg- en waterbeheerder (Rijkswaterstaat), eigenaar van defensieterreinen (ministerie van Defensie) en voor projecten in het kader van de rijkscoördinatieregeling rond rijksinpassingsplannen op het terrein van de energie-infrastructuur (het ministerie van EL&I). Voor het plangebied in Koekange zijn in de SVIR geen onderwerpen opgenomen die aangemerkt worden als nationaal belang, zodat het rijksbeleid geen doorwerking kent naar voorliggend bestemmingsplan. 3.2 Provinciaal beleid Omgevingsvisie en verordening Drenthe Op 2 juni 2010 is de Omgevingsvisie Drenthe vastgesteld. De Omgevingsvisie is hét strategische kader voor de ruimtelijk economische ontwikkeling van Drenthe. De visie formuleert de belangen, ambities, rollen, verantwoordelijkheden en sturing van de provincie in het ruimtelijke domein. In de Omgevingsvisie zijn vier wettelijk voorgeschreven provinciale planvormen samengenomen, te weten: De provinciale structuurvisie op grond van de Wro; Het provinciaal milieubeleidsplan op grond van de Wet milieubeheer (Wm); Het regionaal waterplan op grond van de waterwetgeving; Het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan op grond van de Planwet verkeer en vervoer. De Omgevingsvisie beschrijft de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe voor de periode tot 2020, met in sommige gevallen een doorkijk naar de periode erna. Missie De missie uit de Omgevingsvisie luidt: 'Het koesteren van de Drentse kernkwaliteiten en het ontwikkelen van een bruisend Drenthe passend bij deze kernkwaliteiten'. De kernkwaliteiten zijn: rust, ruimte, natuur en landschap; oorspronkelijkheid; naoberschap; menselijke maat; veiligheid; kleinschaligheid (Drentse schaal). Ruimtelijke ontwikkelingen De provincie wil ontwikkelingen stimuleren die een bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit. Deze kwaliteit zit voor de provincie in het zorgvuldig gebruikmaken van de ruimte, het behouden en waar mogelijk versterken van de kernkwaliteiten en het waarborgen van de kwaliteit van het milieu en de leefomgeving. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

129 Gemeente De Wolden Blad 13 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 Hieronder volgen de relevante delen uit de Omgevingsvisie die relevant zijn voor het voorliggende ruimtelijk initiatief. Wonen De provincie streeft naar aantrekkelijke, gevarieerde en leefbare woonmilieus die voorzien in de woonvraag. Het maken van bovenlokale afspraken hierover is van provinciaal belang. Gemeenten werken hun aandeel in het woonaanbod en de woonmilieus uit in de Gemeentelijke structuurvisie of het Woonplan. Zij houden daarbij rekening met de huidige kernenstructuur in de gemeente en de behoefte aan verschillende woonmilieus. Om zorgvuldig ruimtegebruik in Drenthe te stimuleren, wordt gestreefd naar het bundelen van wonen en werken. Verdichting gaat vóór uitbreiding. Extra ruimte voor wonen en werken is er in (of aansluitend op) het bestaande bebouwde gebied en gebundeld rond de regionale voorzieningen voor infrastructuur en openbaar vervoer. Uiteraard is het niet de bedoeling dat dit streven ten koste gaat van cultuurhistorisch waardevolle dorpskernen. In zulke situaties wordt met de betrokken partijen naar een maatwerkoplossing gezocht. Zorgvuldig ruimtegebruik De provincie wil zorgvuldig omgaan met de beschikbare ruimte in de provincie. Grootschalige bouwplannen en uitbreidingen in het landelijk gebied, los van bestaande bebouwingslocaties, zijn niet vanzelfsprekend. De provincie vindt dat gemeenten bij nieuwbouwplannen een werkwijze moeten hanteren die leidt tot zorgvuldig ruimtegebruik. Zorgvuldig ruimtegebruik is van provinciaal belang. Sociaal-Economisch Raad (SER)-ladder en bundelingsbeleid Voor het inpassen van ruimtevragende functies stelt de provincie voor de SER-ladder als denkmodel te hanteren. Deze methode, geïntroduceerd door de SER, helpt een goede afweging te maken bij het inpassen van ruimtebehoefte voor wonen, bedrijvigheid en infrastructuur. Het model stelt onder meer dat extra ruimte voor wonen en werken zoveel mogelijk moet worden gezocht in of aansluitend aan bestaand bebouwd gebied en gebundeld rond de nationale en regionale infrastructuur en de openbaar vervoervoorzieningen. Met bundeling en intensivering van verstedelijking ontstaat voldoende massa voor hoogwaardige voorzieningen. De verzorgingsfunctie van stedelijke centra wordt daardoor versterkt en er ontstaan kansen voor het verbeteren van de bereikbaarheid met openbaar vervoer. Het bouwen van maximaal zes woningen op de voorliggende locatie past binnen de uitgangspunten van het provinciaal beleid, er wordt gebouwd op een bestaande, bebouwde locatie binnen de bebouwde kom. Er is sprake van verdichting voor uitbreiding en er wordt gebouwd in of aansluitend aan bestaand bebouwd gebied. Tevens is geoordeeld of er sprake is van provinciale Kernkwaliteiten voor het gebied. Hiertoe is gebruik gemaakt van de bij de omgevingsvisie behorende kaartenviewer, waarbij het plangebied binnen de blauwe cirkel ligt. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

130 Gemeente De Wolden Blad 14 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 Ter plaatse is geen sprake van een kernkwaliteit waarmee rekening gehouden dient te worden. Het bestemmingsplan is in overeenstemming met het provinciaal beleid Regionale Woonvisie In het kader van de regionale afstemming is met de buurgemeenten Hoogeveen, Meppel en Westerveld overleg gevoerd over het woningbouwprogramma. De uitkomst van de afstemming heeft geresulteerd in een regionale woonvisie. Een dergelijke afstemming heeft, in dit kader, ook plaatsgevonden voorafgaand aan een op te starten bestemmingsplanprocedure die betrekking heeft op een nieuwbouwlocatie. Het op te stellen bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange is behandeld in het regionale overleg. Uit de nadere afstemming is gebleken dat voorliggende woningbouwontwikkeling past in de regionale aantallen en het kwalitatieve programma tot De regionale afstemming is vervolgens in oktober 2012 in de Regionale Woonvisie Zuidwest Drenthe door het college van de gemeente De Wolden en de andere betrokken gemeenten vastgesteld. Gelet op de aanwezige harde plancapaciteit in Zuidwest Drenthe, is de mogelijkheid aanwezig de woningbouwuitbreiding van deze 6 woningen daaraan toe te voegen. Het mogelijk te maken aantal woningen leidt niet tot verdringing of ongewenste concurrentie. 3.3 Gemeentelijk beleid Woonplan Kansen voor buitengewoon wonen Op 12 juli 2012 is dit beleidsdocument vastgesteld door de gemeenteraad. De gemeente De Wolden oriënteert zich op de toekomst van het wonen in de gemeente. Hoe moet de gemeente zich de komende jaren als woongemeente ontwikkelen? Welke keuzes maakt de gemeente in het licht van de veranderende bevolkingssamenstelling, de kwaliteit van de kernen, en de kwaliteit van de woningvoorraad? De samenleving verandert en ook woonwensen verschuiven. In haar Woonplan werkt de gemeente De Wolden dit uit. Dit geeft de gemeente handvatten voor sturing en regie op de kwalitatieve woonontwikkelingen in de kernen. Met dit Woonplan kijkt de gemeente vooruit naar de periode tot 2020, met een doorkijk naar NL.IMRO.1690.BP Toelichting

131 Gemeente De Wolden Blad 15 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 Voor de kern Koekange staat het volgende genoemd in het Woonplan. Op basis van bovenstaande is zichtbaar dat voor Koekange wordt voorzien in een groei van het aantal woningen van 870 in 2010 tot 900 in 2020, een toename van 30 woningen. De realisatie van deze 6 woningen past binnen deze groeiprognose Structuurvisie gemeente De Wolden 2030 De gemeenteraad stelde op 10 maart 2011 de Structuurvisie De Wolden vast. Met deze structuurvisie legt De Wolden een basis voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling voor de komende 20 jaar. De structuurvisie is een nadere uitwerking van de strategische toekomstvisie De Wolden actief en betrokken, die in 2004 is vastgesteld. Ten aanzien van het wonen in relatie tot Koekange staat het volgende genoemd in de Structuurvisie. Wonen Beleidskeuze Ook in de toekomst blijft het belangrijk om voldoende ruimte te creëren voor woningbouw. Een kenmerk van de plattelandsgemeente is dat er verspreid en in lage dichtheid wordt gewoond. De bewoners zijn tevreden over hun woonomgeving. Een deel van de nieuw te bouwen woningen wordt geclusterd aan de kerndorpen, een deel aan de kleine kernen en nieuwe ontwikkelingen worden onder voorwaarden in het buitengebied toegestaan volgens het principe van landschappelijk bouwen. De grootte van de ontwikkelingen oftewel het aantal woningen moet passend zijn bij de aard en schaal van het dorp. Aanbodgerelateerd bouwen: vijf kerndorpen De gemeente zet in op een flexibel woningbouwbeleid, waar aanbod gerelateerd wordt gebouwd in de grootste kernen. Aanbod gerelateerd bouwen, betekent dat de NL.IMRO.1690.BP Toelichting

132 Gemeente De Wolden Blad 16 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 gemeente initiatief neemt voor de ontwikkeling van uitbreidingswijken. De gemeente vervult daarin een actieve en risicodragende rol. Uitbreidingsmogelijkheden vijf kerndorpen. De vijf grootste dorpen van de gemeente, die worden gezien als de belangrijkste dorpen van de sociale structuren, worden aangemerkt als kerndorpen. Het gaat hierbij om Zuidwolde, de Wijk, Ruinen, Ruinerwold en Koekange. Bij alle kerndorpen zet de gemeente in op nieuwbouw (het creëren van aanbod) passend bij de aard en schaal van de dorpen. Voor de uitbreidingen geldt de voorwaarde dat ze passend moeten zijn binnen de landschappelijke kenmerken van de deelgebieden. Het overgrote deel van het bouwvolume zal daarom gerealiseerd worden in de 5 hoofdkernen. Conclusie is dat het voornemen tot het bouwen van 6 woningen in overeenstemming is met de Structuurvisie. Koekange is daarin opgenomen als één van de vijf kerndorpen waarin de focus ligt op vergroting van het bouwvolume in kwantitatieve zin Welstandsnota 2012 Op basis van de Welstandsnota 2012 behoort het plangebied Koekange - Prinses Margrietlaan 18/18a toe aan zogeheten welstandsvrij gebied. Hieronder de kaart die dit zichtbaar maakt. Wat betekent dit?. In de gemeente De Wolden bestaat de bestuurlijke wens tot deregulering en meer verantwoordelijkheid bij de burger neer te leggen. Deze wens heeft er toe geleid dat in de raadsvergadering van 13 december 2012 de raad besloten heeft tot het welstandsvrij verklaren van grote gebieden van de gemeente. Daarmee heeft de gemeenteraad het vertrouwen in de burger uitgesproken dat hij/zij de verantwoordelijkheid aan kan om op een juiste wijze met de ruimtelijke kwaliteit in de gemeente De Wolden om te gaan. In de welstandsvrije gebieden wordt niet getoetst aan welstand en daarom is in deze gebieden ook geen excessenregeling van toepassing. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

133 Gemeente De Wolden Blad 17 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 Dit betekent dat bij aanvragen om omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen geen welstandsbeoordeling meer plaatsvindt, maar kortweg alleen de toets aan het bestemmingsplan en Bouwbesluit en Bouwverordening. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

134 Gemeente De Wolden Blad 18 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 4 Hoofdstuk 4 Omgevingsfactoren 4.1 Archeologie Algemeen Ruimtelijke plannen kunnen van invloed zijn op de omgeving. Anderzijds kan ook de zichtbare en soms niet zichtbare omgeving van invloed zijn op de uitvoerbaarheid van de voorgenomen plannen. In dit hoofdstuk worden de omgevingsfactoren beschreven. Daarnaast wordt per omgevingsfactor beoordeeld wat de invloed op het plan kan zijn. Doel van het archeologisch (voor)onderzoek is het waar nodig beschermen van archeologische waarden en het streven naar behoud van de waarden in de bodem (in situ). De essentie van het archeologisch (voor)onderzoek is het verkrijgen van gegevens over de archeologische resten in de bodem teneinde in een vroeg stadium een goede afweging te kunnen maken van alle bij een ruimtelijk besluit betrokken belangen. (bron: Doorwerking naar het plan In de toelichting moet worden aangegeven hoe het cultureel erfgoed wordt beschermd in relatie tot de wettelijke bepalingen (Wet op de archeologische monumentenzorg) en hoe met het oog op het noodzakelijk onderzoek met het aspect archeologie is omgegaan. Eventuele onderzoeksrapporten moeten als bijlage bij de toelichting worden gevoegd. Op basis van de archeologische beleidskaart van de gemeente De Wolden ligt het perceel in een gebied met een lage archeologische verwachtingswaarde. Voor gebieden met een lage archeologische verwachtingswaarde geldt de volgende norm voor het moeten uitvoeren van verkennend archeologisch onderzoek. Een archeologisch onderzoek is nodig indien er sprake is van een ruimtelijke ingreep groter of gelijk aan 3,0 hectare en dieper dan 0,30 meter. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

135 Gemeente De Wolden Blad 19 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 In voorliggend geval is het plangebied circa 2000 m2 groot. De ingreep zal niet groter zijn als de gestelde onderzoeksnorm van 3,0 hectare. Nader onderzoek naar archeologie is niet nodig. 4.2 Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) Algemeen Het doel van de toets op externe veiligheidsaspecten rond ruimtelijke plannen is na te gaan welke risico s de voorgenomen ontwikkelingen met zich brengen. Dit om de mogelijkheid te bieden een externe veiligheidssituatie te creëren die voldoet aan de behoeften. Daartoe kan het ruimtelijk initiatief of specifieke wijze worden ingevuld en kunnen eventuele aanvullende maatregelen worden getroffen. Het externe veiligheidsonderzoek richt zich eerst op het plaatsgebonden risico. Dit geeft een beeld van de ruimtelijke verdeling van de hoogte van de risico s rond een bron. Vervolgens wordt nagegaan wat de hoogte van het groepsrisico is. Dit geeft inzicht in de aantallen personen die bij een ongeval kunnen worden betrokken. (bron : Doorwerking naar het plan Het Besluit richt zich primair op inrichtingen zoals bedoeld in de Wet milieubeheer. In artikel 2, lid 1 van het BEVI staan de inrichtingen genoemd waarop het besluit van toepassing is. Deze inrichtingen brengen risico s met zich mee voor de in de omgeving aanwezige risicogevoelige objecten. Woningen zijn niet aangemerkt als zijnde een risicoveroorzakende inrichting. Echter, woningen zijn wel aan te merken als een beperkt kwetsbaar object, zodat beoordeeld dient te worden of er in de nabijheid van het terrein geen Bevi-inrichtingen zijn die van invloed zijn/kunnen zijn op uw recreatieve bedrijfsvoering. Hiertoe is een check uitgevoerd aan de risicokaart Drenthe. Dit levert het volgende beeld op, waarbij het plangebied binnen de rode cirkel ligt. Op een afstand van circa 430 meter ten westen van het plangebied bevindt zich een hogedrukgasleiding van de Nederlandse Aardolie Maatschappij. Het betreft een leiding NL.IMRO.1690.BP Toelichting

136 Gemeente De Wolden Blad 20 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 uit 1988 met een diameter van 6,0 inch en een maximale werkdruk van 95,0 bar. Wat betekent de aanwezigheid van deze leiding. Voor de inventarisatie van de bebouwing is een bepaalde inventarisatieafstand (IA) ten opzichte van de leiding van toepassing. Dit is de afstand waarbinnen een inventarisatie nodig wordt geacht. De inventarisatieafstand loopt uiteen van 45 m bij een leidingdiameter van 4 inch en een druk van 40 bar tot 580 m bij een leidingdiameter van 42 inch en een druk van 80 bar. In de onderstaande tabel worden de relevante inventarisatieafstanden afgebeeld. De afstand geldt aan weerszijden van de leiding. 4.3 Bodem Algemeen Zoals aangegeven is er sprake van een leiding van 6,0 met een werkdruk van maximaal 95,0 bar. Uit bovenstaande blijkt dat een gasleiding met een druk van 80,0 bar een inventarisatiefafstand heeft van 95 meter, aangenomen kan worden dat indien de werkdruk 95,0 bar is de IV-afstand circa 100 meter bedraagt. De afstand van de planlocatie tot aan de buisleiding is circa 430 meter en valt hierdoor niet binnen de zogeheten Inventarisatieafstand. Nader onderzoek naar externe veiligheid is niet noodzakelijk. Het doel van de bodemtoets bij ruimtelijke plannen is de bescherming van de bodem. Een bodemonderzoek moet bij een woningbouwproject worden uitgevoerd om te kunnen beoordelen of de bodem geschikt is voor de geplande woonfunctie en of sprake is van een eventuele saneringsnoodzaak. De bodemtoets moet worden uitgevoerd bij het wijzigen of opstellen van een bestemmingsplan. (bron : NL.IMRO.1690.BP Toelichting

137 Gemeente De Wolden Blad 21 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie Doorwerking naar het plan In het bestemmingsplan dient aangegeven te worden wat de kwaliteit van de bodem ter plaatse van het plangebied is. Tevens dient, op basis van de Mor (Ministeriële regeling omgevingsrecht), bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen een rapportage van een recent uitgevoerd verkennend bodemonderzoek toegevoegd te worden. Voor verkennend bodemonderzoek op een locatie wordt de norm NEN 5740 gehanteerd (onderzoeksstrategie voor verkennend bodemonderzoek). De bodemonderzoeksplicht geldt alleen voor bouwwerken waarvoor: een reguliere omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is vereist; waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend (twee of meer uren per dag) mensen zullen verblijven; die de grond raken; waarvan het bestaande gebruik wijzigt (interne verbouwing); die niet naar aard en omvang gelijk zijn aan een bouwwerk genoemd in het Besluit bouwwerken; waarvan geen reeds bruikbare recente onderzoeksresultaten aanwezig zijn; die geen tijdelijk bouwwerk betreffen waarbij uit het vooronderzoek blijkt dat de locatie onverdacht is. Van bovenstaande is sprake, er is sprake van de bouw van woningen waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend mensen zullen of kunnen verblijven. Daarnaast is geen recent bodemonderzoek nodig, zodat in het kader van voorliggend bestemmingsplan een bodemonderzoek is uitgevoerd. Door onderzoeksbureau Sigma Bouw en Milieu uit Emmen is een bodemonderzoek uitgevoerd voor het plangebied. Het gehele onderzoeksrapport, bekend onder de titel verkennend milieukundig bodemonderzoek Prinses Margrietlaan nr. 18a te Koekange, projectnummer 13-M6441 d.d. 12 maart 2013 is als bijlage bij dit bestemmingsplan gevoegd. Hierna volgen de conclusies en eventuele aanbevelingen uit de onderzoekrapportage. Op basis van de onderzoeksresultaten zijn er uit milieuhygiënische overwegingen in relatie tot de bodemkwaliteit geen belemmeringen ten aanzien van de geplande woningbouw op de onderzoeklocatie. 4.4 Flora- en fauna Algemeen Doelstelling van de Flora- en Faunawet is de bescherming en het behoud van in het wild levende planten- en diersoorten. Het uitgangspunt van de wet is het Nee, tenzij. Dit betekent dat geen schade mag worden gedaan aan beschermde dieren of planten, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan. Heel vaak gaan activiteiten en de bescherming van soorten prima samen. Soms is het optreden van schade aan beschermde dieren en planten echter onvermijdelijk. In die situaties is het nodig om vooraf te bekijken of hiervoor een vrijstelling geldt, of dat een ontheffing moet worden aangevraagd. In de Flora- en Faunawet geldt een verbod op activiteiten met een schadelijk effect op beschermde soorten. De wet spreekt niet van (ruimtelijke) plannen. Op basis van de NL.IMRO.1690.BP Toelichting

138 Gemeente De Wolden Blad 22 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 onderzoeksplicht (Wro) en de plicht tot het vaststellen van een uitvoerbaar plan dient bij het maken van bestemmingsplannen beoordeeld te worden of er belemmeringen aanwezig zijn voor verlening van een eventuele ontheffing voor de activiteiten in het plan. (bron : Doorwerking naar het plan De vraag om een natuurtoets komt voort uit de Flora- en Faunawet. In deze wet wordt voor ruimtelijke ingrepen, zoals de geplande werkzaamheden, inzicht vereist in de aanwezigheid van beschermde plant- en diersoorten en de effecten van de ingrepen op deze soorten. Door middel van internet- en literatuuronderzoek en een veldbezoek wordt bepaald welke beschermde plant- en diersoorten er in het plangebied voorkomen of eventueel voor kunnen komen en hoe het perceel ligt ten opzichte van waardevolle natuurbeschermingsgebieden en de EHS. Op basis van een eerste check blijkt het volgende ten opzichte van waardevolle natuurgebieden. Op enige afstand ten noordwesten van Koekange zijn onderdelen van de Ecologische Hoofdstructuur gelegen. Dit en het feit dat er bestaande bebouwing wordt afgebroken is voldoende reden om minimaal een Quickscan Flora- en Fauna uit te laten voeren. Deze Quickscan kan aantonen of bijvoorbeeld vleermuizen aanwezig zijn of kunnen zijn of sluit dit bijvoorbeeld helemaal uit. Door Bureau Veldkamp is vervolgens de quickscan uitgevoerd. Het volledige onderzoeksrapport, bekend onder de volgende gegevens: Veldkamp, R Natuurtoets in verband met de afbraak van een gebouw aan de Prinses Margrietlaan 18/18a te Koekange en de nieuwbouw van maximaal zes (starters)woningen aldaar. Rapport Bureau Veldkamp, Steenwijk. D.d. 17 september 2013, is als bijlage bij dit bestemmingsplan gevoegd. Hieronder volgen, integraal overgenomen, de resultaten en conclusies van het uitgevoerde onderzoek. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

139 Gemeente De Wolden Blad 23 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 Resultaten Planten Op de planlocatie werden geen planten aangetroffen die worden genoemd in de FFwet. Deels was er gazon aanwezig. Op vegetatiekundig wat interessantere plekken werden algemene soorten aangetroffen als smalle weegbree en herfstleeuwetand. Een deel van het terrein bleek bestraat en vegetatieloos. Insecten Het plangebied biedt geen biotoop voor in de FF-wet genoemde insecten. Vissen In het plangebied is geen open water aanwezig. Daarom is er geen biotoop voor vissen aanwezig. Amfibieën Het plangebied biedt geen biotoop voor amfibieën. Reptielen Het plangebied biedt geen biotoop voor reptielen. Zoogdieren Het gebouw is gesloten en op de vloeren werden geen zoogdiersporen gezien. Op het terrein rond de af te breken opstal werden geen aanwijzingen gevonden die duiden op het voorkomen van zoogdieren. In de nok aan de oost-noord-oostzijde van het gebouw en op een raam daaronder werden poepsporen aangetroffen. Die moeten afkomstig zijn van vleermuizen. Dat de poepsporen niet afkomstig zijn van vogels, kwam naar voren uit het feit dat er geen openingen in de nok zaten die groot genoeg waren om vogels toegang te verschaffen. Waarschijnlijk waren deze poepsporen afkomstig van gewone dwergvleermuizen die kennelijk een verblijfplaats hebben in de oostelijke nok van het af te breken gebouw. Aanwijzingen voor het voorkomen van andere zoogdieren die worden genoemd in de FF-wet werden niet gevonden. De vleermuissporen die op t Stekkie werden aangetroffen vielen overigens in het niet bij de poepsporen die werden aangetroffen op een woning tegenover t Stekkie (op de hoek van de Generaal S.H. Spoorlaan en de Prinses Margrietlaan). Afbeelding 3 laat zien op welke plekken de beschreven poepsporen werden aangetroffen. Vogels Het dak van de af te breken opstal bleek met dakpannen belegd te zijn. Op dergelijke daken broeden vaak spreeuwen en huismussen. In dit geval bleek dat niet zo te zijn. Wel was dat op omliggende woningen het geval. De af te breken opstal bleek dus aan geen enkele vogelsoort onderdak te bieden. Overige soorten De slak en de kreeftachtige die in de FF-wet worden genoemd, komen niet voor op de planlocatie. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

140 Gemeente De Wolden Blad 24 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie Geluid Algemeen Mitigerende maatregelen Voor het verloren gaan van verblijfplaatsen van vleermuizen wordt door de overheid zelden of nooit ontheffing verleend. Er dient dus sowieso gemitigeerd te worden. De vraag is of hier een uitgebreid vleermuisonderzoek voor nodig is. Dat is naar mening van schrijver dezes niet nodig als er bij de bouw van de woningen vleermuisvriendelijk wordt gebouwd, en de afbraak van t Stekkie niet in de kraamtijd plaatsvindt (de maanden mei, juni en juli). Het viel de onderzoeker op dat er veel grotere verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig zijn op het dak van een woning tegenover t Stekkie (op de hoek van de Generaal S.H. Spoorlaan en de Prinses Margrietlaan). Ook de verblijfplaatsen op de woning zaten aan de oost-noord-oostkant. Deze verblijfplaatsen zouden kunnen dienen als (tijdelijke) opvang voor de dieren die op t Stekkie huizen. Conclusie Het ligt in de bedoeling dat op het terrein waar de voormalige jeugdsoos t Stekkie staat, een aantal starterswoningen worden gebouwd. Daartoe moet de voormalige jeugdsoos afgebroken worden. Op het terrein werden, afgezien van vleermuizen, verder geen organismen aangetroffen die worden genoemd in de Flora- en Faunawet. De overheid is rigide in de omgang met vleermuizen. Ontheffing voor het vernietigen van verblijfplaatsen van vleermuizen wordt niet verleend. Er moet gemitigeerd worden. In het algemeen is de procedure zo, dat er eerst een uitgebreid onderzoek volgens het vleermuisprotocol moet plaatsvinden. Het is de vraag of men met zo n onderzoek in dit geval veel wijzer wordt. Er werd namelijk vastgesteld dat zich grotere verblijfplaatsen van vleermuizen bevinden op een woning tegenover t Stekkie op de hoek van de Generaal S.H. Spoorlaan en de Prinses Margrietlaan. Deze verblijfplaatsen zouden (tijdelijke) opvang kunnen bieden aan de vleermuizen die huizen op t Stekkie. De voormalige jeugdsoos moet buiten de kraamtijd wordt gesloopt en de nieuw te bouwen woningen moeten op vleermuisvriendelijke wijze worden gebouwd. Wordt het verloren gaan van een verblijfplaats van vleermuizen op het t Stekkie op zorgvuldige wijze gemitigeerd zoals in het rapport beschreven, dan zijn er in het kader van de Flora- en Faunawet geen bezwaren op te werpen tegen uitvoering van de plannen. Het doel van het akoestisch onderzoek bij ruimtelijke plannen is het voorkomen van geluidshinder bij geluidsgevoelige objecten (scholen, woningen, etc.) door het aanhouden van voldoende afstand ten opzichte van geluidsproducenten (industrie, railverkeer etc.) of het treffen van andere maatregelen. De verplichting tot uitvoering van een akoestisch onderzoek is vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). De Wgh bevat geluidnormen en richtlijnen over de toelaatbaarheid van geluidniveaus als gevolg van rail- en wegverkeerslawaai, industrielawaai en luchtvaartlawaai. De Wgh geeft aan dat een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd bij het voorbereiden van de vaststelling van een bestemmingsplan of het NL.IMRO.1690.BP Toelichting

141 Gemeente De Wolden Blad 25 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 nemen van een projectafwijkingsbesluit indien het plan een geluidgevoelig object mogelijk maakt binnen een geluidszone van een bestaande geluidsbron of indien het plan een nieuwe geluidsbron mogelijk maakt. Een eventueel akoestisch onderzoek moet uitwijzen of de wettelijke voorkeursgrenswaarde bij geluidgevoelige objecten wordt overschreden en zo ja, welke maatregelen nodig zijn om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen. (bron : Doorwerking naar het plan In het kader van de Wet geluidhinder bevinden zich langs alle wegen zones. Uitzondering hierop zijn wegen waar een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt en wegen die zijn gelegen binnen een als woonerf aangeduid gebied. Ter plaatse van de Prinses Margrietlaan 18 bedraagt de snelheid 30 km/uur. In verband met deze snelheid is een nader onderzoek naar wegverkeerslawaai vanaf de Prinses Margrietlaan niet nodig vanuit de Wet geluidhinder bezien. Op een afstand van circa 60 meter bevindt zich de Dorpsstraat. Ter plaatse mag op de Dorpsstraat 50 km/uur worden gereden. Deze weg heeft derhalve een zone. Binnen de bebouwde kom bedraagt de zonebreedte voor enkel- en tweestrookswegen 200 m. Deze zone, gerekend vanuit de as van de weg, moet aan weerszijden van de weg in acht worden genomen. Aangezien de nieuwe woonlocatie op minder dan 200 meter uit de as van de weg gebouwd worden, ligt deze dus binnen de geluidszone. Behoudens situaties waarbij door Gedeputeerde Staten of het college van burgemeester en wethouders een hogere waarde is vastgesteld, geldt voor woningen binnen een zone 48 db als hoogst toelaatbare geluidsbelasting van de gevel (Wet geluidhinder 2006). Bij het voorbereiden van een plan dat geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op grond behorende bij een eerdergenoemde zone, dienen burgemeester en wethouders een akoestisch onderzoek in te stellen. Indien de geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde van 48 db te boven gaat, kunnen, mits gemotiveerd, burgemeester en wethouders een hogere waarde vaststellen (artikel 83 van de Wet geluidhinder). Op basis van bekende gegevens van de provincie Drenthe blijkt dat de verkeersintensiteit ter plaatse van het plangebied anno 2030 een etmaalintensiteit heeft van 4115 motorvoertuigen per etmaal. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

142 Gemeente De Wolden Blad 26 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 Met behulp van de SRM1 berekening blijkt de volgende gevelbelasting voor het plangebied en voor de woning die het meest nabij de Dorpsstraat is gelegen. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

143 Gemeente De Wolden Blad 27 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie Luchtkwaliteit Algemeen Er is sprake van en Lden van 51,26 Dba. Na aftrek van 5 Dba op basis van de Wet geluidhinder bedraagt de gevelbelasting circa 46,26 Dba. Hiermee wordt voldaan aan de toelaatbare gevelbelasting op de gevel. Akoestisch is er geen belemmering. Het doel van het luchtkwaliteitsonderzoek is het geven van inzicht in de gevolgen van een plan voor de luchtkwaliteit om een goede luchtkwaliteit te kunnen garanderen. Daarom moet luchtkwaliteit al in een vroeg stadium van de planvorming worden meegewogen. Gegevens over de luchtkwaliteit worden verzameld om vervolgens te kunnen bepalen of er voor het doorgaan van het project al dan niet aanvullende maatregelen nodig zijn. In de praktijk zullen met name fijn stof en stikstofdioxiden moeten worden onderzocht. Daarnaast kan een goede ruimtelijke ordening met zich brengen dat een afweging wordt gemaakt rondom de aanvaardbaarheid van een project op een bepaalde locatie. De luchtkwaliteit hoeft (artikel 5.16 Wet milieubeheer) geen belemmering te vormen voor ruimtelijke ontwikkelingen als: - geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde; - een plan of project niet in betekenende mate (NIBM) bijdraagt; - een project per saldo niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt; - een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) dat tevens voorziet in maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren. (bron : Doorwerking naar het plan Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer in werking getreden. Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Projecten die niet in betekende mate (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer getoetst te worden aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. In de AMvB-nibm zijn de criteria vastgelegd om te kunnen beoordelen of voor een project sprake is van nibm. Met de inwerkingtreding van de NSL op 1 augustus 2009 geldt de volgende bovengrens om als NIBM-project te worden aangemerkt: de bouw van 1500 woningen aan één ontsluitingsweg. Het op te stellen bestemmingsplan biedt de mogelijkheid tot het realiseren van maximaal 6 nieuwe woningen. Het project moet derhalve worden beschouwd als een nibm-project. Onderzoek naar de luchtkwaliteit is niet nodig. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

144 Gemeente De Wolden Blad 28 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie M.E.R.-beoordeling Algemeen De milieueffectrapportage is een hulpmiddel om bij diverse procedures het milieubelang een volwaardige plaats in de besluitvorming te geven. De m.e.r.-procedure is gekoppeld aan de 'moederprocedure'. Dit is de procedure op grond waarvan de besluitvorming plaatsvindt, bijvoorbeeld de bestemmingsplanprocedure, of een milieuvergunningsprocedure Doorwerking naar het plan In het Besluit m.e.r., bijlage D, onder artikel 11 (Woningbouw, Stedelijke ontwikkeling, Industrieterreinen) staat onder artikel 11.3 genoemd dat een m.e.r-beoordeling moet plaatsvinden in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op de aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject (met inbegrip van winkelcentra of parkeerterreinen: indien: - De oppervlakte een aaneengesloten gebied betreft van 100 hectare en groter dan 2000 woningen betreft. Qua aard, omvang en ligging is het bouwplan dus niet gelijk te stellen aan de betreffende en omschreven activiteit zoals bedoeld in het Besluit m.e.r. Echter, op 1 april 2011 heeft een wijziging van het Besluit m.e.r. plaatsgevonden. Daardoor is nu een beoordeling van een activiteit zoals die voorkomt op lijst D noodzakelijk, zelfs al is de omvang van de activiteit ver onder de drempelwaarde gelegen. Voor elk besluit of plan dat betrekking heeft op activiteit(en) die voorkomen op de D-lijst en die beneden de drempelwaarden vallen moet een toets worden uitgevoerd of belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen worden uitgesloten. Deze vormvrije m.e.r.- beoordeling kan tot twee uitkomsten leiden: Belangrijke nadelige milieugevolgen zijn uitgesloten: er is geen m.e.r.- beoordeling noodzakelijk; Belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu zijn niet uitgesloten: er moet een m.e.r.-beoordeling plaatsvinden of er kan direct worden gekozen voor een m.e.r. In bijlage III van de EU-richtlijn m.e.r staan de criteria genoemd waarnaar moet worden gekeken bij de beoordeling. In voorliggende casus is gekeken naar deze Europese criteria. Op basis van de uitkomsten in dit hoofdstuk 4 Omgevingsfactoren is inzichtelijk gemaakt dat er geen belangrijk nadelige gevolgen zijn voor de omgeving en het milieu. De locatie en de omgeving hebben verder geen bijzondere kenmerken die geschaad worden door het initiatief. Gezien de aard van de ingrepen zijn geen negatieve effecten te verwachten, zodat op basis hiervan kan worden afgezien van het verrichten van een (vorm)vrije m.e.r.-beoordeling. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

145 Gemeente De Wolden Blad 29 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie Milieuhinder Algemeen Nieuwe functies kunnen milieuhinderlijk zijn voor omringende woningen dan wel bedrijven. Er dient een beoordeling plaats te vinden of de nieuwe functie wel milieuhygiënisch inpasbaar is. Er dient daarom beoordeeld te worden of in de omgeving van het plangebied functies voorkomen die gehinderd kunnen worden door onderhavig project of waarvan het project juist hinder ondervindt. De (indicatieve) lijst Bedrijven en Milieuzonering 2009, uitgegeven door de Vereniging van Nederlandse gemeenten, geeft weer wat de richtafstanden zijn voor milieubelastende activiteiten. In deze publicatie worden de indicatieve richtafstanden gegeven voor de vier ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. Bij het bepalen van de richtafstanden wordt uitgegaan van de volgende uitgangspunten: het betreft gemiddeld moderne bedrijfsactiviteiten met gebruikelijke productieprocessen en voorzieningen; de richtafstanden hebben betrekking op de omgevingstypen rustige woonwijk en rustig buitengebied ; de richtafstanden bieden in beginsel ruimte voor normale groei van de bedrijfsactiviteiten; bij activiteiten met ruimtelijk duidelijk te onderscheiden deelactiviteiten kunnen deze activiteiten desgewenst als afzonderlijk te zoneren activiteiten worden beschouwd, bijvoorbeeld bij de ligging van de activiteit binnen zones met een verschillende milieucategorie. De gegeven richtafstanden zijn in het algemeen richtafstanden en geen harde afstandseisen. Ze moeten daarom gemotiveerd worden toegepast. Dit betekent dat geringe afwijkingen in de lokale situatie mogelijk zijn. Het is aan te bevelen deze afwijkingen te benoemen en te motiveren indien aan de orde Doorwerking naar het plan Vanuit de woningen naar de omgeving. Voor woningen gelden op basis van de genoemde VNG-reeks geen richtafstanden. Er geldt dus geen belemmering vanuit milieuhygiënisch oogpunt vanuit de nieuwe woningen op bestaande woningen. Vanuit de omgeving naar de woningen. In de omgeving van de nieuw te bouwen woningen kunnen bedrijven/instellingen aanwezig zijn die vanuit milieuhygiënisch oogpunt gehinderd zouden kunnen worden door de bouw van de woningen. Hiertoe is geoordeeld of er bedrijvigheid in de buurt aanwezig is die gehinderd kan worden. Het meest nabijgelegen bedrijf is een bouwbedrijf, het betreft Bouwbedrijf Donker gevestigd aan de Dorppstraat 46 te Koekange. De afstand van dit bouwbedrijf tot aan de te bouwen woningen bedraagt circa 130 meter. Op basis van de VNG-Reeks bedraagt de afstand van bouwbedrijven met een bruto-vloeroppervlakte van meer dan m 2 tot woningen van derden op basis van het milieucriterium geluid 100 meter. Hieraan wordt voldaan, er worden geen NL.IMRO.1690.BP Toelichting

146 Gemeente De Wolden Blad 30 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie Watertoets Algemeen bedrijven gehinderd door het woningbouwplan. De woningen ondervinden dus geen significante hinder vanuit de omgeving. Het doel van de watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. De meerwaarde van de watertoets is dat zij zorgt voor een vroegtijdige systematische aandacht voor het meewegen van wateraspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. De watertoets is wettelijk verankerd met het Besluit van 3 juli 2003 tot wijziging van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 in verband met gevolgen van ruimtelijke plannen voor de waterhuishouding (watertoets). De wijziging van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening (Bro) regelt een verplichte waterparagraaf in de toelichting bij de genoemde ruimtelijke plannen en een uitbreiding van het vooroverleg met de waterschappen. De verplichting geldt formeel niet voor de structuurvisie. De ruimtelijke structuurvisie is een belangrijk instrument, omdat hierin de strategische ruimtelijke keuzen (locatiekeuzen) voor water en ruimtelijke ontwikkelingen worden gemaakt. Het instrument is vorm- en procedurevrij. Gezien het belang van het instrument is het wel noodzakelijk de waterbeheerder hier goed bij te betrekken. (bron : Doorwerking naar het plan Op 7 februari 2013 is via het online instrument van de watertoets uitgevoerd. Op basis van dit instrument en de bijbehorende vragentool blijkt dat het perceel in het beheersgebied ligt van het waterschap Reest en Wieden en dat de zogeheten korte procedure van toepassing is. De gehele uitgangspuntennotitie van het waterschap is als bijlage bij dit plan gevoegd. Hieronder volgen de relevante delen vanuit de notitie die rechtstreeks doorwerken in het plan. Waterhuishouding Het plan loopt geen verhoogd risico op wateroverlast als gevolg van overstromingen. Het plan heeft geen schadelijke gevolgen voor de waterkwaliteit en ecologie. In het verleden is er in of rondom het plangebied geen wateroverlast of grondwateroverlast geconstateerd. De toename van het verharde oppervlak is minder dan 1500m2. Voorkeursbeleid hemelwaterafvoer In het plan wordt gestreefd het voorkeursbeleid van het waterschap op te volgen. Als het hemelwater niet wordt aangekoppeld of wordt afgekoppeld van het bestaande rioolstelsel is oppervlakkige afvoer en infiltreren in de bodem uitgangspunt. Als infiltratie in de bodem niet mogelijk is, is lozing op het oppervlaktewater via een bodempassage gewenst. Speciale aandacht wordt besteed aan duurzaam bouwen en een duurzaam gebruik van de openbare ruimte om een goede kwaliteit van het afgekoppelde hemelwater te garanderen. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

147 Gemeente De Wolden Blad 31 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 Aanleghoogte van de bebouwing Voor de aanleghoogte van de gebouwen (onderkant vloer begane grond) wordt een ontwateringsdiepte geadviseerd van minimaal 80 centimeter ten opzichte van de gemiddelde hoogste grondwaterstand(ghg). Bij een afwijkende maatvoering is de kans op structurele grondwateroverlast groot. Bij het bouwen zonder kruipruimte kan worden volstaan met een geringere ontwateringsdiepte. Om wateroverlast en schade in woningen en bedrijven te voorkomen wordt geadviseerd om een drempelhoogte van 30 centimeter boven het straatpeil te hanteren. Ook voor lager, beneden het maaiveld, gelegen ruimtes (kelders, parkeergarages) moet aandacht worden besteed aan het voorkomen van wateroverlast. Watertoetsproces De initiatiefnemer heeft het Waterschap Reest en Wieden geinformeerd over het plan door gebruik te maken van de digitale watertoets. De beantwoording van de vragen heeft er toe geleid dat de korte procedure van de watertoets is toegepast. De bestemming en de grootte van het plan hebben een geringe invloed op de waterhuishouding. "De procedure in het kader van de watertoets is goed doorlopen conform de Handreiking Watertoets III. Waterschap Reest en Wieden geeft een positief wateradvies". NL.IMRO.1690.BP Toelichting

148 Gemeente De Wolden Blad 32 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 5 Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid Per 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening in werking getreden. Afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening verplicht de gemeente tot het verhalen van kosten bij grondexploitatie via een exploitatieplan, tenzij kostenverhaal anderszins is verzekerd. De toepassing voor het afdwingbare kostenverhaal richt zich op bouwplannen. De definitie van wat onder een bouwplan wordt verstaan, is opgenomen in artikel van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Uit dit artikel blijkt dat onder een bouwplan onder andere wordt verstaan de bouw van één woning. Aan het bestemmingsplan zijn behoudens het opstellen van het bestemmingsplan geen kosten verbonden. De kosten van het maken van het voorliggend bestemmingsplan worden in dit geval gedekt uit het door de gemeenteraad beschikbaar gestelde gelden. Het kostenverhaal is dus anderszins verzekerd, waardoor vaststelling van een exploitatieplan niet nodig is. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

149 Gemeente De Wolden Blad 33 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 6 Hoofdstuk 6 Overleg en inspraak In deze paragraaf worden, wanneer deze beschikbaar zijn en indien noodzakelijk, de resultaten van het overleg op grond van artikel Besluit ruimtelijke ordening uiteengezet. Vooroverleg In het kader van het vooroverleg is het voorontwerp-bestemmingsplan voorgelegd aan de provincie Drenthe en het waterschap Reest en Wieden. Per brief van 12 juni 2013 heeft Gedeputeerde Staten van Drenthe aangegeven in te kunnen stemmen met het ingediende ontwerpbestemmingsplan. De brief van de provincie is als bijlage bij dit bestemmingsplan gevoegd. Het waterschap heeft nog niet (schriftelijk) gereageerd op het door de gemeente ingediende voorontwerp-bestemmingsplan (behoudens de reactie op de uitgevoerde watertoets). NL.IMRO.1690.BP Toelichting

150 Gemeente De Wolden Blad 34 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 7 Hoofdstuk 7 Juridische vormgeving 7.1 Algemeen Een bestemmingsplan bestaat uit 3 onderdelen: - Toelichting: In de toelichting staan de kenmerken van een wijk en de plannen met het gebied of de buurt. - Verbeelding: De plankaart is een kaart van het plangebied met daarop weergegeven de bestemmingen. - Regels: In de regels staat wat voor soort bebouwing er mag plaatsvinden en hoe er gebouwd mag worden. De maximale hoogte of breedte van bouwwerken wordt hier bijvoorbeeld in beschreven. De opbouw van het bestemmingsplan is conform SVBP De regels van dit bestemmingsplan bestaan uit vier hoofdstukken, waarin achtereenvolgens de inleidende regels, de bestemmingsregels, de algemene regels en de overgangs- en slotregels aan de orde komen. In het plan zijn al dan niet in directe relatie met de bestemming staande voorzieningen, zoals ondergrondse leidingen, verhardingen, bermen, centrale installaties ten behoeve van energievoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van de waterbeheersing in de vorm van duikers en dergelijke begrepen, zonder dat dit nadrukkelijk is vermeld. 7.2 Afstemming op andere wetten en verordeningen Met het oog op de duidelijkheid, dan wel om een dubbel vergunningstelsel te voorkomen, is ten aanzien van een aantal wetten en/of verordeningen aangegeven hoe het gemeentebestuur bij de toepassing van de daarin opgenomen regelingen rekening houdt met het ruimtelijk beleid, zoals dat met het bestemmingsplan wordt nagestreefd. Dit betreft opheffing van het wettelijk bordeelverbod. In 2000 is het wettelijk bordeelverbod opgeheven. De gemeenten krijgen hierdoor de mogelijkheid om bedrijfsmatige exploitatie van prostitutie aan gemeentelijke regels te binden. Het starten van een prostitutiebedrijf zal nog slechts kunnen plaatsvinden indien het bestemmingsplan de mogelijkheid van bedrijven, dienstverlening en horeca opent. Gelet op het karakter van het plan is de bedrijfsmatige exploitatie van prostitutieinrichtingen uitgesloten in het plangebied. 7.3 Toelichting op de bestemmingen Hieronder volgt een korte omschrijving van de in dit plan voorkomende bestemming, te weten Groen, Verkeer en Wonen. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

151 Gemeente De Wolden Blad 35 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 Groen De voor Groen bestemden gronden zijn bedoeld voor groenvoorzieningen aansluitend aan de bestaande groenvoorzieningen die er al zijn. Binnen de bestemming Groen zijn geen gebouwen toegestaan. Enkele bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen binnen deze bestemming worden opgericht. Verkeer Deze bestemming biedt ruimte aan wegen, straten en paden, parkeervoorzieningen en geluidwerende voorzieningen. Bebouwing is uitsluiten mogelijk in de vorm van bouwwerken geen gebouwen zijnde tot een maximale hoogte van 12 meter. Wonen In de bestemmingsomschrijving is opgenomen dat deze gronden zijn bestemd voor wonen. Gelet op de definitie van woonhuizen is sprake van gebouwen die slechts één woning omvatten. In de bouwregels wordt onderscheid gemaakt tussen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Bij gebouwen wordt nader onderscheid gemaakt tussen hoofdgebouwen enerzijds (de woonhuizen of woongebouwen) en bijbehorende bouwwerken anderzijds. Onder bijbehorende bouwwerken worden bijgebouwen, aanen uitbouwen, alsmede bouwwerken met een dak begrepen. Een bijbehorend bouwwerk mag bijvoorbeeld wel worden gebruikt als slaapkamer van het huishouden dat in de woning is gevestigd. Voor vrijstaande objecten geldt dat zelfstandige bewoning wordt aangemerkt als een gebruik in strijd met het bestemmingsplan. Hoofdgebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd. Er zijn regels gesteld voor wat betreft de maximale bouwhoogte, de breedte van woningen en de afstand tot de zijdelingse perceelgrens. Aan de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken zijn in beginsel twee maxima verbonden: de 50%-norm en het aantal m2. De 50%-norm is een beperking op de bouwmogelijkheden op kleine percelen, het maximale aantal m2 is een rem op de bouwmogelijkheden op grote percelen. Bij het berekenen van de toegestane bebouwing geldt de oppervlakte van het zogenaamde achtererfgebied. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, achter de voorgevel of het verlengde daarvan mag ten hoogste 2 meter bedragen. Deze bepaling is met name van belang voor erfafscheidingen. In afwijking van de regels kan een overschrijding van het bouwvlak worden toegestaan, alsmede een bescheiden afwijking van de gegeven goothoogte, dakhelling en dergelijke. Gebouwen mogen mede worden gebruikt voor beroeps- en bedrijfsuitoefening aan huis, mits de woonfunctie als hoofdfunctie aanwezig blijft. In een bijlage bij de regels wordt inzichtelijk gemaakt welke beroepen en/of bedrijven toelaatbaar zijn. NL.IMRO.1690.BP Toelichting

152 Gemeente De Wolden Blad 36 van 36 Bestemmingsplan September 2013 Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Versie 01 Projectgegevens Project : Bestemmingsplan Prinses Margrietlaan 18/18a, Koekange Projectnummer : RB Versie : 01 IMRO : NL.IMRO.1690.BP Datum : September 2013 Opdrachtgever Naam Adres PC en Plaats RooBeek Advies Nautilusstraat 7b 7821 AG Emmen H. de Roo & M.Beek NL.IMRO.1690.BP Toelichting

153 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 30 januari 2014 Agendapuntnummer : I, punt 9 Besluitnummer : 1234 Portefeuillehouder : Wethouder Jan ten Kate Aan de gemeenteraad Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Tripklompen 3-13, Zuidwolde. Samenvatting: Dit voorstel heeft betrekking op de achtertuinen/erf van de adressen Tripklompen 3 t/m 13 en Ommerweg 4 en 6. Het plangebied is op onderstaande luchtfoto weergegeven. Het voormalig perceel C 7977 Zuidwolde, nu verdeeld in de percelen C 8456 t/m C 8463 is in de beheersverordening Zuidwolde aangewezen als landbouwgrond. Het perceel was in eigendom van de eigenaar van Ommerweg 4 maar in 2012 deels gekocht door de eigenaren van Tripklompen 3 t/m 13 en Ommerweg 6. Voorafgaand aan de verkoop was door hen het verzoek gedaan om de bestemming van de gronden te herzien, zodat de gronden als achtertuin/erf gebruikt kunnen worden niet slechts als landbouwgrond. Het nu aan uw raad aangeboden bestemmingsplan maakt deze herziening naar de bestemming Wonen mogelijk. Slechts het perceel C 8455, gelegen achter Tripklompen 1 en geen onderdeel uitmakend van deze plannen, behoudt de agrarische functie. Het overige gedeelte van het voormalig perceel C 7977 krijgt de bestemming Wonen en is te gebruiken als erf. Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: - Het bestemmingsplan Tripklompen 3-13, Zuidwolde met planidentificatiecode NL.IMRO.1690.BP (met ondergrond o_nl.imro BP ) ongewijzigd vast stellen; - Geen exploitatieplan vast te stellen. Pagina 1 van 3

154 Inleiding en aanleiding: Aanleiding is het verzoek van de bewoners van Tripklompen 3, 5, 7, 9, 11, 13 en Ommerweg 6 voor herzien van bestemming van een groot gedeelte van het perceel sectie C nummer 7977 te Zuidwolde, zodat deze grond gebruikt kon worden als tuin/erf behorende bij de woning in plaats van conform de geldende agrarische bestemming. Op dit verzoek is op 14 augustus 2012 door het college aangegeven in principe mee te willen werken aan een passende bestemming. Om te komen tot een kwalitatief goede uitstraling van de nieuwe situatie is daarbij als voorwaarde gesteld dat gewerkt zal worden met groene erfafscheidingen/schuttingen. Hierover is met de initiatiefnemers overeenstemming bereikt. Doordat het tijd kostte om met diverse bewoners tot overeenstemming te komen over het opstellen van een bestemmingsplan en doordat de WOZ aanslag over 2012 de aangekochte percelen voor de WOZ al aangaf als erf/tuin, hoewel planologisch dus nog agrarisch, heeft het enige tijd geduurd voordat de bestemmingsplanherziening tot stand kwam. Hierdoor zijn percelen zoals te zien op de luchtfoto van dit jaar (2013) ook al feitelijk als tuin in gebruik genomen. Inmiddels is de procedure van het bestemmingsplan gevorderd tot vaststelling. Er zijn geen zienswijzen binnengekomen op het ontwerpbestemmingsplan. Met de initiatiefnemers is verder onder meer een planschade overeenkomst gesloten. Voorgesteld wordt het bestemmingsplan vast te stellen, zodat de inmiddels ontstane illegale situatie, gelegaliseerd wordt en de percelen ook planologisch gezien als achtertuin gebruikt kunnen worden. Problemen of vraagstukken: Beschrijving probleem: Het voormalig perceel C 7977 Zuidwolde, nu verdeeld in de percelen C 8456 t/m C 8463 is in de beheersverordening Zuidwolde aangewezen als landbouwgrond. De door de bewoners van Tripklompen 3 t/m 13 en Ommerweg 6 aangekochte percelen kunnen hierdoor niet als achtertuin/erf maar slechts overeenkomstig de landbouwfunctie gebruikt worden. Beoogd effect: Met vaststelling van het bestemmingsplan wordt een planologisch-juridisch kader (bestemming Wonen zonder bouwvlak) geboden, waardoor de aangekochte percelen door de bewoners ook als erf/achtertuin gebruikt kunnen worden. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Bestemmingsplan Gezien de omvang van het plan is er voor gekozen geen (wettelijk ook niet verplicht) voorontwerpbestemmingsplan voor inspraak ter inzage te leggen. Wel is het plan toegezonden aan de overlegpartners, in dit geval provincie en waterschap. Deze hebben laten weten geen bezwaren te hebben tegen het plan. Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 24 oktober tot en met 4 december 2013 ter visie gelegen. Ook hierop zijn geen zienswijzen binnen gekomen. Exploitatieplan De Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) verplicht de gemeenteraad om gelijktijdig met de vaststelling van het bestemmingsplan een besluit te nemen om al dan niet een exploitatieplan vast te stellen. Van het opstellen van een exploitatieplan kan worden afgezien als de kosten anderszins verzekerd zijn. De (gemeentelijke) kosten voor het opstellen van het plan worden via leges verrekend met de initiatiefnemers. Daarnaast is een aparte planschade-afwentelingsovereenkomst gesloten. Aangezien alle kosten anderszins verzekerd zijn, wordt de raad voorgesteld geen exploitatieplan vast te stellen. Pagina 2 van 3

155 Alternatief beleid: Het bestemmingsplan niet vaststellen. Gezien het bovenstaande is dat wat ons betreft niet aan de orde. Financiële effecten: Geen, de kosten zijn anderszins verzekerd, zie onder kopje exploitatieplan. Personele effecten: N.v.t. Juridische effecten: N.v.t. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) Publicatie van het vaststellingsbesluit zal plaatsvinden via de Staatscourant, de Wolder courant en op internet. Fatale termijnen: Hoewel geen fatale termijn, maar een termijn van orde geeft artikel 3.8, lid 1 sub e van de Wro aan dat de gemeenteraad in principe binnen 12 weken na afloop van de in artikel 3.8. Wro en afdeling 3:4 Awb genoemde termijn dient te beslissen omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan. Deze datum is in dit geval 27 februari 2013 en wordt dus ruim gehaald. Aanpak en uitvoering: Publicatie van het vaststellingsbesluit zal plaatsvinden via de Staatscourant, de Wolder courant en op internet. Bijlagen: (alleen digitaal) - Ontwerpbestemmingsplan Tripklompen 3-13, Zuidwolde, bestaande uit regels, verbeelding en toelichting. Zuidwolde, 17 januari 2014 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer burgemeester Roger de Groot Pagina 3 van 3

156 Ontwerp Nr. I / 9 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 januari 2014; Overwegende: dat met ingang van 24 oktober 2013 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage heeft gelegen het ontwerp van het bestemmingsplan Tripklompen 3-13, Zuidwolde; dat van deze tervisielegging op grond van artikel 3.8, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening voorgeschreven wijze openbare kennisgeving is gedaan; dat ieder in de gelegenheid is gesteld om gedurende genoemde termijn schriftelijk en/of mondeling zienswijzen in te dienen; dat van de mogelijkheid om een zienswijze op het ontwerp te geven geen gebruik is gemaakt. dat op grond van artikel 3.8 lid 1 sub e van de Wet ruimtelijke ordening in principe binnen 12 weken na afloop van de voormelde termijn van terinzagelegging een beslissing omtrent de vaststelling van dit ontwerpplan genomen dient te worden; gelet op de bepalingen van de Wet ruimtelijke ordening; Besluit: 1. Het bestemmingsplan Tripklompen 3-13, Zuidwolde met planidentificatienummer NL.IMRO.1690.BP (met ondergrond o_nl.imro BP ) ongewijzigd vast te stellen; 2. Geen exploitatieplan vast te stellen. Zuidwolde, 30 januari 2014 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot Pagina 1 van 1

157 Tripklompen 3-13, Zuidwolde

158 Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding Aanleiding Ligging plangebied Leeswijzer 5 Hoofdstuk 2 Planbeschrijving Geldend bestemmingsplan Het plan 6 Hoofdstuk 3 Planologische afwegingsaspecten Beleidskader Onderzoeken 7 Hoofdstuk 4 Jurische toelichting Inleiding Bestemmingen Overige regels 12 Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid 13 Bijlagen bij de toelichting 15 Bijlage 1 Overlegreactie provincie 16 Bijlage 2 Overlegreactie waterschap 18 2 vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" ()

159 Toelichting vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" () 3

160 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Aanleiding voor dit bestemmingsplan vormt het verzoek van eigenaren van Tripklompen 3 t/m 13 en Ommerweg 6 om de door hen aangekochte percelen achter de woning als achtertuin te gebruiken. 1.2 Ligging plangebied De locatie is gelegen achter de woningen aan de Tripklompen en de Ommerweg 4 en 6. Het betreft het voormalige perceel C 7977 Zuidwolde. Dit agrarisch perceel in eigendom van de eigenaren van Ommerweg 4 is in 2012 gedeeltelijk verkocht aan de eigenaren van Tripklompen 3 t/m 13 en Ommerweg 6. Deze eigenaren hebben bij de gemeente het verzoek ingediend om het gedeelte wat ze wilden aankopen als achtertuin bij de woningen te mogen gebruiken. Op het principeverzoek heeft het college van Burgemeester en Wethouders positief gereageerd. Het perceel 7977 is daarop kadastraal gesplitst in C 8455 t/m C Aangezien er geen wijzigingbevoegdheid van Agrarisch naar Wonen mogelijk was, is voor dit initiatief een bestemmingsplanherziening opgesteld. Deze herziening heeft betrekking op de adressen Tripklompen 3, 5, 7, 9, 11 en 13 en de Ommerweg 4 en 6 en de percelen C 8456 t/m C8463. Het perceel C 8455 houdt de agrarische bestemming en valt dus buiten het plangebied. Onderstaande figuur geeft het plangebied weer. 4 vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" ()

161 1.3 Leeswijzer Een bestemmingsplan bestaat uit planregels, een verbeelding en een toelichting daarop. In deze toelichting wordt het initiatief beschreven (hoofdstuk 2). Ook wordt nagegaan of het initiatief passend is bij het (gemeentelijk) beleid en of er geen milieutechnische of overige belemeringen zijn (hoofdstuk 3). Vervolgens wordt een toelichting gegeven op de regels en de verbeelding van dit plan (hoofdstuk 5) en wordt ingegaan op de uitvoerbaarheid (hoofdstuk 6). Deze uitvoerbaarheid bestaat uit 2 delen, de economische uitvoerbaarheid, is het plan financieel haalbaar en de maatschappelijke uitvoerbaarheid, wat zijn de reacties op het plan. vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" () 5

162 Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 2.1 Geldend bestemmingsplan Het perceel C 7977 was gelegen in het bestemmingsplan Buitengebied van de oude gemeente Zuidwolde en had de bestemming 'Natuurschoongebied'. Het perceel was als zodanig te gebruiken. Het perceel is vervolgens opgenomen in de beheersverordening Zuidwolde (2013) en heeft daarin de functie agrarisch gebied. Als gevolg hiervan kunnen de gronden niet als achtertuin gebruikt worden en mogen er geen bijbehorende bouwwerken bij de woningen op gebouwd worden. Met deze herziening wordt geregeld dat dit wel mogelijk is. 2.2 Het plan Het voorliggend plan heeft dus betrekking op het als achtertuin kunnen gebruiken van de agrarische gronden. De locatie is gelegen achter de woningen aan de Tripklompen en de Ommerweg 4 en 6. Het agrarisch perceel 7977 is in 2012 gedeeltelijk verkocht aan de eigenaren van Tripklompen 3 t/m 13 en Ommerweg 4. Deze eigenaren hebben daarvoor bij de gemeente het verzoek ingediend om het gedeelte wat ze wilden aankopen als achtertuin bij de woningen te mogen gebruiken. Op dit verzoek is destijds positief gereageerd. Onderstaande figuur laat een luchtfoto uit 2013 zien. Hierop is te zien dat de gronden al min of meer als tuin gebruikt worden. Ook de kadastrale splitsing van 2012 is hierop al aangegeven. Grijs gearceerd is nog het plangebied van deze herziening aangegeven. De wijziging van Agrarisch naar Wonen heeft alleen betrekking op de percelen C8456 t/m C8463. De huispercelen van de woningen hadden al de bestemming wonen. In verbamd met duidelijkheid als het gaat om de regels voor bebouwing op het achtererf zijn echter wel de woningen en bestaande achtererven van de adressen Tripklompen 3 t/m 13 en Ommerweg 4 en 6 in het plangebied opgenomen, zodat duidelijk is hoe het nieuwe achtererfgebied eruit ziet. Het perceel C8455 houdt de agrarische bestemming en blijft grasland. Tussen het perceel C8456 nu in eigendom bij Tripklompen 3 en het perceel C8455 zal een groene afscheiding gerealiseerd worden, zodat het aanzicht mooi groen blijft. 6 vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" ()

163 Hoofdstuk 3 Planologische afwegingsaspecten Dit hoofdstuk gaat in paragraaf 3.1 in op het achterliggende gemeentelijk beleidskader en in paragraaf 3.2 in op de voor dit bestemmingsplan relevante milieu- en overige onderzoeksaspecten. 3.1 Beleidskader Structuurvisie Op 10 maart 2011 is de Structuurvisie De Wolden vastgesteld in de gemeenteraad. Met deze structuurvisie legt De Wolden een basis voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling voor de komende 20 jaar. De structuurvisie is een nadere uitwerking van de strategische toekomstvisie "De Wolden actief en betrokken", die in 2004 is vastgesteld. Het betreffende perceel maakt in de structuurvisie onderdeel uit van het kerndorp en is aangemerkt als woongebied. Met de realisatie van het plan Middelveen IV is het plangebied geen buitengebied meer, maar opgenomen in de kern. Dat het gebied bij de woonbestemming opgenomen wordt, past daarom ook prima in de lijn van het gemeentelijk beleid. Op de gronden kan, behalve bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zoals deze horen bij de woonbestemming, niet gebouwd worden. 3.2 Onderzoeken Milieuhygiënische aspecten Geluid De Wet geluidhinder (Wgh) heeft tot doel de volksgezondheid en het milieu te beschermen tegen geluidsoverlast. Op basis van deze wet dient bij het opstellen van een bestemmingsplan dan ook aandacht geschonken te worden aan het aspect geluid. Wat betreft geluid veroorzaakt door het wegverkeer is in deze wet de verplichting opgenomen tot het verrichten van onderzoek naar de geluidsbelasting op gevels van woningen en daarmee gelijk te stellen geluidgevoelige objecten. Dit plan heeft echter slechts betrekking op het uitbreiden van achtertuinen. Met dit plan kunnen geen nieuwe geluidgevoelige objecten zoals woningen gerealiseerd worden. Vanuit het aspect geluid zijn er daarom geen belemmeringen voor dit initiatief Bedrijven Wat de aard en de toe te laten bedrijvigheid in een woongebied betreft, wordt uitgegaan van licht milieubelastende bedrijfsactiviteiten (categorie 1 en 2-bedrijven). Dit zijn ook de categorieen bedrijvigheid die als bedrijf-aan-huis (maximaal 60 m 2 ) zijn toegestaan. In het plangebied bevindt zich geen zware bedrijvigheid. vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" () 7

164 Bodem Voorliggend bestemmingsplan betreft geen bouwplan. Wat op basis van dit bestemmingsplan gebouwd kan worden zijn slechts bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouw zijnde behorend bij de woonbestemming. Met andere woorden, tuinhuisjes, schuurtjes of schuttingen. Als hiervoor een omgevingsvergunning benodigd is, kan op dat moment een bodemonderzoek uitgevoerd worden. Voor het plan Middelveen IV is, enkele jaren terug een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Hieruit zijn geen verdachte zaken naar voren gekomen. Sindsdien is het grondgebruik op de locatie niet significant anders geweest. Er is dus geen aanleiding om te denken dat de grond niet geschikt voor de voorgestelde functie is Waterhuishouding De watertoets - zoals deze in het kader van ruimtelijke plannen dient te worden uitgevoerd - is het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. De watertoets wordt uitgevoerd binnen de bestaande wet- en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en water. De watertoets vormt de verbindende schakel tussen het waterbeheer en de ruimtelijke ordening. In dit kader worden dan ook alle relevante waterhuishoudkundige aspecten meegenomen in het onderhavige plan. De watertoets is uitgevoerd op de website Uit deze toets volgt de korte procedure. Dit houdt in dat de gemeente direct door kan gaan met de planvorming onder de voorwaarde dat de standaard waterparagraaf uit dit document wordt toegepast. Deze standaard waterparagraaf ziet er als volgt uit. In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is het verplicht de Watertoets uit te voeren. De Watertoets is een waarborg voor water in ruimtelijke plannen en besluiten. Deze standaard waterparagraaf heeft betrekking op het plan Tripklompem 3-13 Waterhuishouding Het plan loopt geen verhoogd risico op wateroverlast als gevolg van overstromingen. Het plan heeft geen schadelijke gevolgen voor de waterkwaliteit en ecologie. In het verleden is er in of rondom het plangebied geen wateroverlast of grondwateroverlast geconstateerd. De toename van het verharde oppervlak is minder dan m 2. Voorkeursbeleid hemelwaterafvoer In het plan wordt gestreefd het voorkeursbeleid van het waterschap op te volgen. Als het hemelwater niet wordt aangekoppeld of wordt afgekoppeld van het bestaande rioolstelsel is oppervlakkige afvoer en infiltreren in de bodem uitgangspunt. Als infiltratie in de bodem niet mogelijk is, is lozing op het oppervlaktewater via een bodempassage gewenst. Speciale aandacht wordt besteed aan duurzaam bouwen en een duurzaam gebruik van de openbare ruimte om een goede kwaliteit van het afgekoppelde hemelwater te garanderen. Aanleghoogte van de bebouwing Voor de aanleghoogte van de gebouwen (onderkant vloer begane grond) wordt een ontwateringsdiepte geadviseerd van minimaal 80 centimeter ten opzichte van de gemiddelde hoogste grondwaterstand(ghg). Bij een afwijkende maatvoering is de kans op structurele grondwateroverlast groot. Bij het bouwen zonder kruipruimte kan worden volstaan met een geringere ontwateringsdiepte. Om wateroverlast en schade in woningen en bedrijven te voorkomen wordt geadviseerd om een drempelhoogte van 30 centimeter boven het 8 vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" ()

165 straatpeil te hanteren. Ook voor lager, beneden het maaiveld, gelegen ruimtes (kelders, parkeergarages) moet aandacht worden besteed aan het voorkomen van wateroverlast. Watertoetsproces De initiatiefnemer heeft het Waterschap Reest en Wieden geïnformeerd over het plan door gebruik te maken van de digitale watertoets. De beantwoording van de vragen heeft er toe geleid dat de korte procedure van de watertoets is toegepast. De bestemming en de grootte van het plan hebben een zeer geringe invloed op dewaterhuishouding. "De procedure in het kader van de watertoets is goed doorlopen conform de Handreiking Watertoets III. Waterschap Reest en Wieden geeft een positief wateradvies" Archeologie In wet- en regelgeving, onder andere de Monumentenwet en het Bro, is aangegeven dat rekening moet worden gehouden met bestaande archeologische en cultuurhistorische waarden. De gemeente De Wolden beschikt over een eigen archeologiebeleid. Conform de beleidskaart ligt het plangebied nabij een gebied met een (middel)hoge verwachting (zalmroze gekleurde zone langs de Ommerweg). Ten behoeve van het bestemmingsplan Middelveen IV is een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) door Grontmij Advies en Techniek b.v. verricht ter plaatse van het bestemmingsplangebied Middelveen IV. De conclusie uit het rapport is dat er zich in het plangebied geen archeologische waarden bevinden. Het bodemprofiel is in het oostelijk gedeelte van het plan Middelveen IV, waar dus de Tripklompen 3-13 liggen, verstoord door het afgraven van grond. Een intacte podzolbodem ontbreekt. Gelet hierop is de kans klein dat bij eventuele grondwerkzaamheden als gevolg van dit bestemmingsplan iets aangetroffen wordt. Temeer omdat de bouwmogelijkheden zeer klein zijn. Er kunnen op basis van dit bestemmingsplan slechts bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde behorend bij de woonbestemming gebouwd worden,. met andere woorden, slechts enkele schuurtjes, tuinhuisjes en schuttingen e.a.. Wel geldt de wettelijke meldingsplicht mocht er bij sloop of in een bouwput iets aangetroffen worden. Voor dit bestemmingsplan hoeft verder geen nader archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden. vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" () 9

166 3.2.4 Externe veiligheid In het kader van het aspect externe veiligheid is de risicokaart van de Provincie Drenthe bekeken. Op de kaart is te zien dat er geen gevaarlijke stoffen over wegen die in of bij het plangebied liggen, worden getransporteerd, dat er geen buisleidingen in of bij het plangebied liggen en dat er geen route gevaarlijke stoffen in of bij het plangebied ligt. Tevens is op de kaart te zien dat er geen risicovolle bedrijven/stationaire objecten in of bij het plangebied zijn gevestigd. Concluderend kan gesteld worden dat het aspect externe veiligheid geen beperkingen oplegt aan de uitvoering van het plan Luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer in werking getreden. Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Hierin staat wanneer en hoe overschrijdingen van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het programma houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen, zoals bouwprojecten of de aanleg van infrastructuur. Projecten die passen in dit programma, hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit. Ook projecten die 'niet in betekenende mate' (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen beoordelen of voor een project sprake is van nibm, zijn vastgelegd in de AMvB-nibm. In de AMvB-nibm is vastgelegd dat na vaststelling van het NSL of een regionaal programma een grens van 3% verslechtering van de luchtkwaliteit (een toename van maximaal 1,2 µg/m3 NO2 of PM10) als 'niet in betekenende mate' wordt beschouwd. Voorliggend initiatief is 'niet in betekenende mate' van invloed op de luchtkwaliteit Ecologie Bij elk plan of project moet aangegeven worden of er significante gevolgen van het plan voor de aanwezige (beschermde) flora en fauna zijn. De Flora- en faunawet geldt voor gebieden waar beschermde soorten voorkomen, los van de vraag of dat specifieke gebied ook wettelijk beschermd is. Voor het bestemmingsplan Middelveen IV is destijds een ecologisch onderzoek gedaan waaruit bleek dat met hoge mate van zekerheid gesteld kon worden dat er geen beschermde planten in het plangebied voorkwamen en dat voor geen van de aanwezige planten- en diersoorten ontheffing nodig was. In dit geval zijn de gronden al min of meer in gebruik als tuin, de bouwmogelijkheden op basis van dit bestemmingsplan zijn beperkt en het omringend woongebied is nagenoeg gerealiseerd. De kans dat op het perceel beschermde flora of fauna voorkomt is daarmee zeer klein. Een uitgebreid ecologisch onderzoek wordt dan ook niet nodig geacht. 10 vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" ()

167 Hoofdstuk 4 Jurische toelichting 4.1 Inleiding Een bestemmingsplan bestaat uit 3 onderdelen: - Toelichting: In de toelichting staan de kenmerken van een wijk en de plannen met het gebied of de buurt. - Verbeelding: De plankaart is een kaart van het plangebied met daarop weergegeven de bestemmingen. - Regels: In de regels staat wat voor soort bebouwing er mag plaatsvinden en hoe er gebouwd mag worden. De maximale hoogte of breedte van bouwwerken wordt hier bijvoorbeeld in beschreven. De opbouw van het bestemmingsplan is conform SVBP De regels van dit bestemmingsplan bestaan uit vier hoofdstukken, waarin achtereenvolgens de inleidende regels, de bestemmingsregels, de algemene regels en de overgangs- en slotregels aan de orde komen. 4.2 Bestemmingen Dit bestemmingsplan kent 2 bestemmingen: Tuin en Wonen Tuin Deze bestemming betreft gronden die in beginsel gevrijwaard dienen te blijven van gebouwen. De tot "Tuin" bestemde gronden behoren tot het bouwperceel en tellen dus mee bij de eventuele berekening van het bebouwingspercentage van het bouwperceel. Wonen In de bestemmingsomschrijving is opgenomen dat deze gronden zijn bestemd voor wonen. In de bouwregels wordt onderscheid gemaakt tussen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Bij gebouwen wordt nader onderscheid gemaakt tussen hoofdgebouwen enerzijds (de woonhuizen of woongebouwen) en bijbehorende bouwwerken anderzijds. Onder bijbehorende bouwwerken worden bijgebouwen, aan- en uitbouwen, alsmede bouwwerken met een dak begrepen. Een bijbehorend bouwwerk mag bijvoorbeeld wel worden gebruikt als slaapkamer van het huishouden dat in de woning is gevestigd. Voor vrijstaande bijbehorende bouwwerken geldt dat zelfstandige bewoning wordt aangemerkt als een gebruik in strijd met het bestemmingsplan. Hoofdgebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd. Er zijn regels gesteld voor wat betreft de maximale bouwhoogte, de breedte van woningen en de afstand tot de zijdelingse perceelgrens. Aan de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken zijn in beginsel twee maxima verbonden: de 50%-norm en het aantal m2. De 50%-norm is een beperking op de bouwmogelijkheden op kleine percelen, het maximale aantal m2 is een rem op de bouwmogelijkheden op grote percelen. Bij het berekenen van de toegestane bebouwing geldt de oppervlakte van het zogenaamde achtererfgebied. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, achter de voorgevel of het verlengde daarvan mag ten hoogste 2 meter bedragen. Deze bepaling is met name van belang voor erfafscheidingen. In afwijking van de regels kan een overschrijding van het bouwvlak worden toegestaan, alsmede een bescheiden afwijking van de gegeven vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" () 11

168 goothoogte, dakhelling en dergelijke. Gebouwen mogen mede worden gebruikt voor beroeps- en bedrijfsuitoefening aan huis, mits de woonfunctie als hoofdfunctie aanwezig blijft. In een bijlage bij de regels wordt inzichtelijk gemaakt welke beroepen en/of bedrijven toelaatbaar zijn. 4.3 Overige regels Naast de bovengenoemde bestemmingsregels zijn er nog: - inleidende regels (begrippen en wijze van meten); - algemene regels (anti-dubbeltelregel en afwijkingsregels) - overgangs- en slotregels (overgangsrecht en slotregel). 12 vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" ()

169 Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid 5.1 Economische uitvoerbaarheid Ten behoeve van de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan is het van belang te weten of het bestemmingsplan economisch uitvoerbaar is. De economische uitvoerbaarheid wordt enerzijds bepaald door de exploitatie van het plan (financiële haalbaarheid) en anderzijds door de wijze van kostenverhaal van de gemeente (grondexploitatie). Economische uitvoerbaarheid De ontwikkeling is een particulier initiatief. De kosten voor uitvoering van het plan worden gedragen door de initiatiefnemer. Grondexploitatie Het doel van de grondexploitatieregeling is het inzichtelijk maken van de financiële haalbaarheid en het bieden van meerdere mogelijkheden voor het kostenverhaal, waardoor er meer sturingsmogelijkheden zijn. In dit bestemmingsplan wordt geen bouwplan in de zin van artikel Bro mogelijk gemaakt. De grondexploitatieregeling is daarom niet van toepassing. Om deze reden wordt door de gemeente van het opstellen van een grondexploitatieplan afgeweken. 5.2 M aatschappelijke uitvoerbaarheid Overleg In het kader van artikel Besluit ruimtelijke ordening is het ontwerp bestemmingsplan toegestuurd aan de provincie en het waterschap. Van beide instanties is een reactie ontvangen. Noch het waterschap, noch de provincie heeft aanmerkingen op het plan. Voor de volledigheid zijn beide reacties als bijlage aan deze toelichting toegevoegd Zienswijzen Het bestemmingsplan heeft vanaf 24 oktober tot en met 4 december gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn zijn geen zienswijzen ontvangen. vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" () 13

170 14 vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" ()

171 Bijlagen bij de toelichting vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" () 15

172 Bijlage 1 Overlegreactie provincie 16 vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" ()

173 à V nu in il ` ` ' ` l}i'0>vir1c1'eã914lf `\`l(/ei~;tcz"bríi11i I, Assen 'I' (wga) gg /~`*<>s1<zcíi"lf.i Pcmtbiinlzz, 94% Mi Assen 1* ( pmfuz`rzciere11the Aan: Gemeente De Wnlde-n Postbus zo ä?s L "ä "Q É; ëäís ïmêè swss ë 'lil *'l* l'" ll' W~ll'"ll É 5 J ÉÉ s "",","..",M"..""""""""." % swu Assen, 6 november 2013 Qns kenmerk ~Cl Behandeld dnor A.J" Anema (0592) Onderwerp: Bestemmingsplan Trlpklompen 343, Zuidwolde M»..»«Geacht college, Het momenteel ier inzage liggende ormverpbesiemmingsplan Tripklompen 3-13, Ommerweg 4 ~ 6, Zuidwolde heeft betrekking op een uitbreiding van de tuinen bij gennemde percelen. Het plan geeft ons geen aanleiding tal: op- of aanrnerl<ingen" Er is gaan prcwinciaal belang mee gemoeid Huogachtend, Gedeputeerde Staten van Drenthe, namens dezen, ""-.. in äw drs. BF, Potjer, manager Ruimtelijke Ontwikkeling, Milieu en Natuur ±í >'_»,~;«,;f:_' 131]mrrfespøndentie verzoeken wi] U het zaaknummer te verm@lden"

174 Bijlage 2 Overlegreactie waterschap 18 vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" ()

175 file://m:\documents and Settings\lysc\Local Settings\Temp\c\notes5852E6\~web Page 1 of Standaard aangepaste vervaldatum: Geachte mevrouw L. Schockman, Het waterschap Reest en Wieden heeft kennis genomen van het voorliggende bestemmingsplan. Wij zijn bij bestudering van dit plan tot de conclusie gekomen dat het waterbelang voldoende aandacht heeft gekregen. De standaard waterparagraaf is netjes opgenomen in het bestemmingsplan. Het waterschap gaat akkoord met het bestemmingsplan Tripklompen Met vriendelijke groet, RE: ontwerpbestemmingsplan Tripklompen 3-13 Dolstra W. aan: 'L. Schockman' :02 Details verbergen Van: "Dolstra W." <W.Dolstra@reestenwieden.nl> Aan: "'L. Schockman'" <L.Schockman@dewolden.nl>, Wendy Dolstra Beleidsmedewerker SW en RO Waterschap Reest en Wieden Van: L. Schockman [mailto:l.schockman@dewolden.nl] Verzonden: 23 October :36 Aan: ruimtelijkeplannen@drenthe.nl; Watertoets Onderwerp: ontwerpbestemmingsplan Tripklompen 3-13 Geachte heer / mevrouw, In het kader van het artikel Bro willen wij u vragen om een reactie op het bestemmingsplan Tripklompen 3-13, Zuidwolde'. Het ontwerpbestemmingsplan ligt ter inzage van 24 oktober a.s. tot en met 4 december Het bestemmingsplan heeft betrekking op de percelen C 8456 t/m C 8463 achter de adressen Tripklompen 3 t/m 13 en Ommerweg 4 en 6 te Zuidwolde. Met het bestemmingsplan krijgen deze percelen een woonbestemming waardoor ze als achtertuin door de genoemde adressen gebruikt kunnen worden. Gezien de beperkte omvang hebben wij dit bestemmingsplan direct als ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd. Graag ontvangen wij gedurende deze termijn ook uw reactie. Met vriendelijke groet, Burgemeester en wethouders van de gemeente De Wolden, namens hen, Met vriendelijke groet, Lysbeth Schockman

176 file://m:\documents and Settings\lysc\Local Settings\Temp\c\notes5852E6\~web Page 2 of Beleidsmedewerker ruimtelijke ontwikkeling Afdeling Ruimte Aanwezig: maandag, dinsdag, woensdag en donderdag T. (0528) E. l.schockman@dewolden.nl I. dewolden.nl Denk aan het milieu voordat u deze print Proclaimer Het waterschap Reest en Wieden gaat uiterst zorgvuldig om met de totstandkoming en verstrekking van deze informatie. De inhoud van dit bericht kan worden overgenomen, onder de voorwaarde dat u de bron vermeldt. Indien uit de aanhef of de inhoud blijkt dat dit bericht niet voor u is bedoeld, verzoeken wij u de afzender hierover te informeren en het bericht te verwijderen. Voor onze algemene voorwaarden en diensten verwijzen wij u naar onze website

177 Tripklompen 3-13, Zuidwolde

178 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 8 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 10 Artikel 3 Tuin 10 Artikel 4 Wonen 11 Hoofdstuk 3 Algemene regels 14 Artikel 5 Anti-dubbeltelregel 14 Artikel 6 Algemene gebruiksregels 15 Artikel 7 Algemene afwijkingsregels 16 Artikel 8 Algemene procedureregels 18 Artikel 9 Overige regels 19 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 20 Artikel 10 Overgangsrecht 20 Artikel 11 Slotregel 22 Bijlage bij de regels 23 Bijlage 1 Lijst aan huis toelaatbare beroepen en bedrijven 24 2 vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" ()

179 Regels vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" () 3

180 Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 plan het bestemmingsplan Tripklompen 3-13, Zuidwolde met identificatienummer NL.IMRO.1690.BP van de gemeente De Wolden; 1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen; 1.3 achtererfgebied erf aan de achterkant en aan de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw; 1.4 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.5 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.6 aan huis verbonden bedrijf kleinschalige bedrijvigheid als bedoeld in Bijlage 1, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend; 1.7 aan huis verbonden beroep een dienstverlenend beroep als bedoeld in Bijlage 1, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is; 1.8 agrarisch bedrijf een veehouderij, akkerbouw- of tuinbouwbedrijf, niet zijnde een glastuinbouwbedrijf, een champigninkwekerij of een gebruiksgerichte paardenhouderij (manege); 1.9 bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.10 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak; 4 vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" ()

181 1.11 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.12 bijbehorend bouwwerk een functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw of ander bouwwerk met een dak; 1.13 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.14 bouwgrens de grens van een bouwvlak; 1.15 bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder; 1.16 bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.17 bouwperceelgrens een grens van een bouwperceel; 1.18 bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.19 bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.20 cultuurhistorische waarde de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt; 1.21 dak iedere bovenbeëindiging van een gebouw; vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" () 5

182 1.22 erker een plat afgedekte uitbouw aan de gevel van een woning; 1.23 evenement een voor publiek toegankelijke verrichting van kunst, ontwikkeling, ontspanning of vermaak, feesten en muziekvoorstellingen daaronder begrepen, waarvoor ingevolge regelgeving een melding moet worden gedaan dan wel vergunning of ontheffing moet worden aangevraagd en verleend; 1.24 gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.25 hoofdgebouw het gebouw, of gedeelte daarvan, op een perceel dat gelet op de bestemming en uiterlijke verschijningsvorm het belangrijkste is; 1.26 huishouden een alleenstaande, dan wel twee of meer personen, die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren; 1.27 maaiveld het oppervlak (of de hoogte daarvan) van het land of de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft; 1.28 nadere eis een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening; 1.29 omgevingsvergunning vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; 1.30 overkapping een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat hooguit aan twee zijden tegen gevels is aangebouwd en aan minimaal twee zijden open is; 1.31 peil a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; c. indien de onder a en b genoemde peilen in het veld aanleiding geven tot onduidelijkheden, een door of namens burgemeester en wethouders aan te wijzen peil; 6 vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" ()

183 1.32 prostitutie het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding; 1.33 seksinrichting de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.34 serre een uitbouw in de zin van een glazen overdekte ruimte aangebouwd aan een woning; 1.35 twee-aaneenwoning een woning van het type twee-aaneengebouwd; 1.36 voorgevel de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel; 1.37 vrijstaande woning een woning zonder gemeenschappelijke wand met een andere woning; 1.38 watergang een werk, al dan niet overdekt, dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan; 1.39 woning een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden; 1.40 woonhuis een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat; vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" () 7

184 Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 Gebouwen en bouwwerken a. De afstand van een bouwwerk tot de zijdelingse perceelgrens: vanaf de buitenwerkse gevelvlakken dan wel, indien sprake is van overstekende daken met een overstekend gedeelte van meer dan 0,75 m, respectievelijk overstekken van meer dan 0,75 m, vanaf de buitenrand van het overstekende dak/de overstek, neerwaarts geprojecteerd, tot de kadastrale zijgrens van het perceel. b. De bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. c. De breedte van een gebouw: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de scheidingsmuren. d. De dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. e. De goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. f. De inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. g. De oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk, met dien verstande dat overstekken van het dak die groter zijn dan 0,4 m moeten worden meegerekend. 2.2 Ondergeschikte bouwdelen Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt. 2.3 Maatvoering Alle maten zijn tenzij anders aangegeven: a. voor lengten in meters (m); b. voor oppervlakten in vierkante meters (m²); c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m³); d. voor verhoudingen in procenten (%); e. voor hoeken/hellingen in graden (º). 8 vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" ()

185 2.4 Meten Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de lijn. vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" () 9

186 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 T uin 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. tuin behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen; b. erkers en entreepartijen ten dienste van de op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen; met daarbijbehorende: c. gebouwen en bijbehorende bouwwerken; d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde; e. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden; f. voorzieningen, een inrit daar onder begrepen. 3.2 Bouwregels Op de voor 'Tuin' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd Gebouwen Voor een gebouw gelden de volgende regels: a. er mogen alleen bouwwerken als erkers en entreepartijen worden gebouwd over maximaal de halve gevelbreedte en een diepte van niet meer dan 1,5 m; b. de bouwhoogte mag niet meer dan 3,5 m bedragen Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte mag niet meer dan 1 m bedragen indien het voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt opgericht; b. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 2 m bedragen. 10 vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" ()

187 Artikel 4 Wonen 4.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep of bedrijf als bedoeld in Bijlage 1 Lijst aan huis toelaatbare beroepen en bedrijven tot een oppervlakte van niet meer dan 60 m²; b. de waterhuishouding; c. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', tevens het behoud van de karakteristieke hoofdvorm met daarbijbehorende: d. gebouwen en bijbehorende bouwwerken; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde; f. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden; g. tuinen; h. erven; met dien verstande dat voor de voorziening in de parkeerbehoefte wordt voorzien in voldoende parkeer- of stallingsruimte. 4.2 Bouwregels Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd Hoofdgebouwen Voor een hoofdgebouw gelden de volgende regels: a. een hoofdgebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd; b. een hoofdgebouw mag vrijstaand of twee-aaneen worden gebouwd; c. de breedte van een woonhuis mag niet minder dan 5 m bedragen; d. de afstand van een vrijstaand woonhuis en van de vrijstaande zijde van een aaneengebouwd woonhuis tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 3 m bedragen; e. de goothoogte mag niet meer dan 4 m bedragen indien het een hoofdgebouw betreft met een goothoogte van niet meer dan 4 m ; f. de goothoogte mag niet meer dan 7 m bedragen indien het een hoofdgebouw betreft met een goothoogte van niet meer dan 7 m; g. de dakhelling niet minder dan 30 en niet meer dan 60º bedragen; h. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan mogen gehandhaafd worden; i. een gebouw waarbij gelet op omvang of functie ruimte nodig is voor het parkeren of stallen van motorvoertuigen mag alleen worden gebouwd indien uit de aanvraag om omgevingsvergunning blijkt dat voldoende parkeer- of stallingsruimte wordt gerealiseerd Bijbehorende bouwwerken Voor een bijbehorend bouwwerk gelden de volgende regels: a. de afstand tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet minder dan 4 m bedragen en in geval van een platte afdekking niet minder dan 1 m; b. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 1 m bedragen, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd; vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" () 11

188 c. de gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 50% van het bij het hoofdgebouw behorend achtererfgebied, met een maximum van 100 m²; d. bij de berekening van de onder c bedoelde oppervlakte telt de binnen het bouwvlak gebouwde oppervlakte niet mee; e. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen met dien verstande dat de goothoogte voor aangebouwde bouwwerken mag worden verhoogd tot niet meer dan 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw; f. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan mogen gehandhaafd worden Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels: a. indien het voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, respectievelijk lichtmasten ten dienste van een paardenbak mag niet meer dan bedragen dan 1,5 m respectievelijk 6 m; c. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 2 m bedragen; d. in aanvulling op en in afwijking van het bepaalde onder a en b geldt voor een overkapping dat: 1. de bouwhoogte niet meer dan 3,25 m mag bedragen; 2. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens niet minder dan 1 m mag bedragen, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd; 3. de afstand tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde 0 m mag bedragen; 4. de oppervlakte niet meer dan 30 m² mag bedragen. 4.3 Afwijken van de bouwregels Omgevingsvergunning Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in en kan worden toegestaan dat: a. het bouwvlak met een oppervlakte van niet meer dan 25 m² wordt overschreden; b. gebouwd wordt met een lessenaarsdak en dat de goothoogte aan één zijde wordt verhoogd tot niet meer dan 9 m; c. de dakhelling voor niet meer dan 50% van het dakoppervlak wordt verminderd tot 0 ; d. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens wordt verminderd tot 0 m; Afwegingskader Een in genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. een goede woonsituatie; c. de verkeersveiligheid; d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; e. de sociale veiligheid; f. de externe veiligheid. 12 vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" ()

189 4.4 Specifieke gebruiksregels Strijdig gebruik Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend: a. de bewoning van vrijstaande bijbehorende bouwwerken; b. het gebruik van gronden en opstallen voor een bedrijf. 4.5 Afwijken van de gebruiksregels Omgevingsvergunning Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.1 en kan worden toegestaan dat de oppervlakte voor een aan huis verbonden beroep/bedrijf niet meer dan 100 m² bedraagt, met dien verstande dat deze oppervlakte de oppervlakte van het hoofdgebouw niet te boven mag gaan; Afwegingskader Een in genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de milieusituatie; c. de verkeersveiligheid; d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; e. de sociale veiligheid; f. de externe veiligheid. vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" () 13

190 Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 5 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. 14 vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" ()

191 Artikel 6 Algemene gebruiksregels 6.1 Gebruik Strijdig gebruik Onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan: a. het (laten) gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting, tenzij anders in dit plan is geregeld; b. het (laten) gebruiken van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor zelfstandige bewoning Toegestaan gebruik Onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt niet verstaan: a. het gebruiken van een bijbehorend bouwwerk bij een woning ten dienste van bewoning door een persoon die vanwege zijn gezondheidstoestand is aangewezen op de niet bedrijfsmatige zorg van een bewoner van de woning; b. het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daardoor ingevolge een wettelijk voorschrift vergunning, ontheffing of vrijstelling vereist is en deze is verleend, dan wel een melding is gedaan; c. het aanleggen of het laten aanleggen van kabels en leidingen ten behoeve van de drinkwatervoorziening, de riolering, de waterhuishouding, de energievoorziening en de datacommunicatie, met uitzondering van: 1. buisleidingen waarop het Besluit externe veiligheid buisleidingen van toepassing is, tenzij deze in het plan specifiek zijn geregeld; 2. hoogspanningsleidingen; 3. buisleidingen voor het transport van water, afvalwater of stoom met een doorsnede van 1 meter of meer en een lengte van 10 km of meer. vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" () 15

192 Artikel 7 Algemene afwijkingsregels 7.1 Afwijken Omgevingsvergunning Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, aantallen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen, aantallen en percentages; b. de bestemmingsregels teneinde het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate aan te passen, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven; c. de bestemmingsregels met het oog op de aanpassing aan de werkelijke afmetingen van het terrein, mits de structuur van het plan niet wordt aangetast, de belangen van derden in redelijkheid niet worden geschaad en de afwijking gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor de juiste verwezenlijking van het plan; d. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde opdat de bouwhoogte wordt vergroot tot niet meer dan 10 m; e. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde opdat de bouwhoogte van kunstwerken en van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot niet meer dan 40 m; f. de bestemmingsregels opdat de grenzen van het bouwvlak naar de buitenzijde worden overschreden door: 1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen; 2. gevel- en kroonlijsten, overstekende daken; 3. (hoek)erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen, met dien verstande dat: de bouwvlakgrens met niet meer dan 1,5 m mag worden overschreden; de afstand van een erker tot de naar de weg gekeerde perceelgrens niet minder dan 3 m mag bedragen; de gezamenlijke oppervlakte per erker niet meer dan 6 m² mag bedragen; de gezamenlijke oppervlakte van een erker niet wordt meegerekend bij de bepaling van de oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken; g. de eis dat bij een aanvraag van een omgevingsvergunning blijkt dat voldoende parkeer- of stallingsruimte moet worden gerealiseerd indien op andere wijze in de nodige parkeeren/of stallingsruimte wordt voorzien; h. de bestemmingsregels en kan logiesverstrekking worden toegestaan, waarbij in ieder geval wordt getoetst aan de volgende criteria: 1. vestiging is toegestaan binnen de gehele gemeente; 2. vestiging moet plaatsvinden binnen bestaande bebouwing, en mag zowel in een hoofdgebouw als in een bijgebouw gerealiseerd worden. Er wordt uitgegaan van een bestaande entree (deur); 3. in een bijgebouw mogen uitsluitend slaapplaatsen met sanitaire voorzieningen worden gerealiseerd. Hieraan gekoppeld moet in het bijbehorende hoofdgebouw een ontbijtruimte, en mag een eventuele woonkamer, worden gerealiseerd; 4. het bijgebouw dient in de directe nabijheid van en een duidelijke relatie te hebben met het hoofdgebouw; 5. de uiterlijke kenmerken van het bijgebouw moeten behouden blijven. Er mogen geen uiterlijke kenmerken van een woning worden toegevoegd; 6. er mogen maximaal drie slaapkamers gerealiseerd worden; 16 vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" ()

193 7. er mag geen keukenblok in de kamers worden gemaakt; 8. het parkeren dient op het eigen erf plaats te vinden; 9. er mag geen extra inrit worden aangelegd in verband met de vestiging; 10. de vestiging is alleen toegestaan aan een verkeersontsluiting van voldoende omvang; 11. de vestiging mag geen onevenredige afbreuk doen aan de milieusituatie van agrarische bedrijven in de directe omgeving Afwegingskader Een in genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de milieusituatie; c. de verkeersveiligheid; d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; e. de sociale veiligheid; f. de externe veiligheid. vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" () 17

194 Artikel 8 Algemene procedureregels 8.1 Nadere eisen Voor een besluit tot het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure: a. het voornemen ligt, met bijhorende stukken, gedurende twee weken ter inzage; b. de terinzagelegging wordt vooraf bekend gemaakt in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze; c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden tot het naar voren brengen van zienswijzen gedurende de onder a genoemde termijn; d. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede. 18 vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" ()

195 Artikel 9 Overige regels 9.1 Werking wettelijke regelingen De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan. vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" () 19

196 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 10 Overgangsrecht 10.1 Bouwen Bouwen Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk teniet is gegaan Afwijken Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10% Uitzondering Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan Gebruik Gebruik Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik Strijdig gebruik Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind Verbod Indien het gebruik, bedoeld in eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 20 vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" ()

197 Uitzondering Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" () 21

198 Artikel 11 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Tripklompen 3-13, Zuidwolde. 22 vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" ()

199 Bijlage bij de regels vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" () 23

200 Bijlage 1 Lijst aan huis toelaatbare beroepen en bedrijven 24 vastgesteld "Tripklompen 3-13, Zuidwolde" ()

201 Lijst toelaatbare beroepen en vormen van bedrijvigheid bij woningen Uitoefening van (para)medische beroepen, waaronder: individuele praktijk voor huisarts, psychiater, psycholoog, fysiotherapie of bewegingsleer, voedingsleer, mondhygiëne, tandheelkunde, logopedie, enz., alsmede een individuele praktijk voor dierenarts. Kledingmakerij: s (maat)kledingmakerij en kledingverstelbedrijf; s woningstoffeerderij. Kantoorfunctie ten behoeve van bedrijvigheid die elders wordt uitgeoefend, zoals: s schoonmaakbedrijf, schoorsteenveegbedrijf, glazenwasserij, maar ook ten behoeve van bijvoorbeeld een groothandelsbedrijf. Reparatiebedrijfjes, waaronder: s schoen-/lederwarenreparatiebedrijf; s uurwerkreparatiebedrijf; s goud- en zilverwerkreparatiebedrijf; s reparatie van kleine (elektrische) gebruiksgoederen; s reparatie van muziekinstrumenten. In ieder geval zijn autoreparatiebedrijven uitgezonderd. Advies- en ontwerpbureaus, waaronder individuele praktijk voor: s reclame ontwerp; s grafisch ontwerp; s architect. (Zakelijke) dienstverlening, waaronder individuele praktijk voor: s notaris; s advocaat; s accountant; s assurantie-/verzekeringsbemiddeling; s exploitatie en handel in onroerende zaken; s ICT-sector. Overige dienstverlening: s kappersbedrijf; s schoonheidssalon. Onderwijs: s autorijschool. s onderwijs niet in te delen naar specificatie, mits zonder werkplaats of laboratorium.

202 Kunst: s Ateliers.

203 Tolweg Zetveld Hoofdstraat Stuwwal Landschapslaan 186 Om merweg Slagendijk Slagendijk 2 2a Om merweg Slagendijk wiu Landschapslaan Tripklompen 4 T [ka] a 4 4a 6 6a T W T Om merweg Plangebied Tripklompen Plangebiedgrens 10 8 Tripklompen C 8303 C 8304 C 8305 C 8306 Bestemmingen T Tuin Jute 26 W Wonen C 8297 C 8298 C 8299 C 8300 C 8301 C C 8316 C 8315 C Tripklompen Bouwvlak bouwvlak C wiu C8312 C Jute Om merweg Bouwaanduidingen [ka] karakteristiek wiu Turflaan wiu Turflaan Bestemmingsplan Plan ID : Tripklompen 3-13, Zuidwolde : NL.IMRO.1690.BP Status : Ontwerp Schaal : 1 : 1000

204 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 30 januari 2014 Agendapuntnummer : I, punt 10 Besluitnummer : 1226 Portefeuillehouder : Wethouder Jan ten Kate Aan de gemeenteraad Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68 Zuidwolde (fase 2 Sukerbarg). Samenvatting: Voorliggend bestemmingsplan heeft betrekking op de herontwikkeling van de locatie Hoofdstraat 64 t/m 68 aan de Hoofdstraat in Zuidwolde. Deze ontwikkeling is een vervolg op de ontwikkeling van de Sukerbarg op de Rabo-locatie en omvat de bouw van een discount-supermarkt (Aldi) enkele ruimtes voor kleinschalige detailhandel en/of andere in het dorpscentrum passende bedrijvigheid. Op de verdieping is ruimte voor maximaal 3 appartementen, waarvan 1 ter vervanging van de woning Hoofdstraat 64. Het voorontwerp bestemmingsplan heeft ter inzage gelegen van 3 mei t/m 13 juni Tijdens deze periode is ook een informatieavond gehouden (15 mei 2013). Vervolgens heeft het ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegen van 10 oktober tot en met 20 november Gedurende deze termijn is 1 zienswijze ingediend. Deze zienswijze en de aan u voorgestelde notitie beantwoording is bijgevoegd. De zienswijze heeft gezien haar inhoud geen consequenties voor verbeelding, regels of toelichting van dit bestemmingsplan. Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: - De bijgevoegde zienswijze ongegrond verklaren en instemmen met de beantwoording; - Het bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68 Zuidwolde met planidentificatiecode NL.IMRO.1690.BP (met ondergrond o_nl.imro BP00331_gbkn.dxf) ongewijzigd vast te stellen; - Geen exploitatieplan vast te stellen. Inleiding en aanleiding: Aanleiding voor dit bestemmingsplan is het herontwikkelen van de locatie Hoofdstraat 64 tot en met 68 in Zuidwolde (panden Hentenaar en Middelveld). Naast deze locatie is de nieuwbouw op de locatie van de voormalige Rabobank nagenoeg gereed (gebied 1). De locatie Hoofdstraat 64 tot en met 68 is een vervolg op deze herontwikkeling. Pagina 1 van 3

205 Ook op deze locatie (gebied 2) is ruimte voor enige detailhandel, een supermarkt (Aldi) en enkele bovenwoningen. Gebied 1 is inmiddels in de afrondende fase. Problemen of vraagstukken: Beschrijving probleem: Omdat het vigerende bestemmingsplan het beoogde bouwplan voor winkels en appartementen niet toestaat, is een herziening van het bestemmingsplan noodzakelijk. Voorliggend bestemmingsplan maakt het bouwplan planologisch mogelijk. Beoogd effect: Beoogd effect is het planologisch mogelijk maken van het plan voor 2 e fase Sukerbarg bestaande uit commerciële ruimten en een supermarkt op de begane grond en een drietal appartementen op de verdieping. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Hieronder een beschrijving van de gevoerde procedure. Voorontwerpbestemmingsplan Het voorontwerp bestemmingsplan Hoofdstraat te Zuidwolde heeft ter inzage gelegen van 3 mei t/m 13 juni Gedurende deze periode kon eenieder een inspraakreactie geven aan het college van burgmeester en wethouders. Ook is een informatieavond gehouden op 15 mei Gedurende deze periode is één inspraakreactie ingediend. Als gevolg daarvan zijn de regels voor horeca in het ontwerpbestemmingsplan aangepast. Tevens is het voorontwerp bestemmingsplan voor vooroverleg verstuurd naar Provincie en Waterschap (op grond van artikel Besluit ruimtelijke ordening). Provincie en Waterschap hebben geen opmerkingen op het plan. Ontwerpbestemmingsplan Het ontwerpbestemmingsplan heeft er inzage gelegen van 10 oktober tot en met 20 november Gedurende deze termijn is 1 zienswijze ingediend. De inhoud ervan heeft met name betrekking op uitvoering van het bouwplan en de toegankelijkheid van het perceel van indiener via de parkeerplaats en niet op de inhoud van het voorliggende bestemmingsplan. De zienswijze heeft derhalve geen consequenties voor verbeelding, regels of toelichting. Het ontwerpbestemmingsplan wordt dus ongewijzigd aan uw raad ter vaststelling aangeboden. De zienswijze en voorgestelde beantwoording hiervan zijn als bijlage bij dit voorstel gevoegd. Geen exploitatieplan De Wet ruimtelijke ordening verplicht de gemeenteraad om gelijktijdig met de vaststelling van het bestemmingsplan een besluit te nemen om al dan niet een exploitatieplan op te stellen. Van het opstellen van een exploitatieplan kan worden afgezien als de kosten anderszins verzekerd zijn. In dit geval is een anterieure overeenkomst gesloten met de projectontwikkelaar. Het kostenverhaal is hiermee Pagina 2 van 3

206 anderszins verzekerd en het opstellen van een exploitatieplan niet nodig. Alternatief beleid: Het bestemmingsplan niet vaststellen. Gezien bovenstaande zijn hier geen redenen toe. Financiële effecten: Ten behoeve van deze 2 e fase is een anterieure overeenkomst gesloten met de projectontwikkelaar op 12 september De door de gemeente te maken kosten zijn daarmee anderszins verzekerd waardoor een exploitatieplan niet nodig is. Personele effecten: N.v.t. Juridische effecten: N.v.t. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) Het vaststellingsbesluit wordt met de daarbij behorende stukken via de gebruikelijke weg gepubliceerd. Fatale termijnen: Hoewel geen fatale termijn maar een termijn van orde, artikel 3.8. lid 1 sub e van de Wro bepaalt dat de gemeenteraad in principe binnen 12 weken na afloop van de in artikel 3.8 Wro en afdeling 3:4 Awb genoemde termijn dient te beslissen omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan. Deze datum is in dit geval 12 februari en wordt dus ruim gehaald. Aanpak en uitvoering: Na vaststelling wordt het vaststellingsbesluit met de daarbij behorende stukken via de gebruikelijke weg gepubliceerd. Bijlagen: (alleen digitaal) - Verslag mondelinge zienswijze; - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde bestaand uit verbeelding, regels, toelichting en bijbehorende bijlagen Zuidwolde, 17 januari 2014 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer burgemeester Roger de Groot Pagina 3 van 3

207 Ontwerp Nr. I / 10 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 januari 2014; Overwegende: dat met ingang van 10 oktober 2013 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage heeft gelegen het ontwerp van het bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde ; dat van deze tervisielegging op grond van artikel 3.8, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening voorgeschreven wijze openbare kennisgeving is gedaan; dat ieder in de gelegenheid is gesteld om gedurende genoemde termijn schriftelijk en/of mondeling zienswijzen in te dienen; dat van de mogelijkheid om een zienswijze op het ontwerp te geven door 1 indiener gebruik gemaakt is; dat deze zienswijze binnen de termijn is binnengekomen en dus ontvankelijk is; dat op grond van artikel 3.8 lid 1 sub e van de Wet ruimtelijke ordening binnen 12 weken na afloop van de voormelde termijn van terinzagelegging een beslissing omtrent de vaststelling van dit ontwerpplan genomen dient te worden; gelet op de bepalingen van de Wet ruimtelijke ordening; Besluit: 1. De zienswijze ongegrond te verklaren; 2. Het bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde met planidentificatienummer NL.IMRO.1690.BP en ondergrond (o_nl.imro.1690.bp00331_gbkn.dxf) vast te stellen; 3. Geen exploitatieplan vast te stellen. Zuidwolde, 30 januari 2014 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot Pagina 1 van 1

208 Nota Zienswijzen Bestemmingsplan Hoofdstraat Zuidwolde Het voorontwerp bestemmingsplan Hoofdstraat te Zuidwolde heeft ter inzage gelegen van 10 oktober tot en met 20 november Gedurende deze periode kon eenieder een zienswijze geven aan de gemeenteraad. Gedurende deze periode is 1 mondelinge zienswijze ingediend. Hieronder is deze samengevat en beantwoord. Het ondertekende verslag van de mondelinge zienswijze is bij deze notitie gevoegd. Zienswijze: - hoogteverschil in terrein Het garagebedrijf van indiener is gelegen naast het plangebied, tussen de aan te leggen parkeerplaats achter de Sukerbarg en het bedrijf ontstaat mogelijk een hoogteverschil van een halve meter. Graag wil indiener hier een oplossing voor. - toegang/inrit wasstraat De toegang naar de wasstraat loopt straks over de parkeerplaats heen. Indiener heeft begrepen dat een deel van de Braamskamp uit de openbaarheid onttrokken wordt, waardoor hier geen gebruik meer van gemaakt kan worden, zoals eerder wel is voorgesteld. Ook hier tegen heeft u bezwaar. - loods Tot slot geeft indiener aan dat zijn loods op de perceelsgrens min of meer tegen de loods van de firma Middelveld staat. Het perceel van de firma Middelveld maakt onderdeel uit van het nu ter inzage liggende ontwerpbestemmingsplan. Door de nieuwbouwplannen wordt de loods van de firma Middelveld gesloopt. Indiener ziet zich hierdoor voor een probleem geplaatst, omdat zijn loods, doordat deze later gebouwd is, niet gevoegd is. Antwoord: De punten in uw zienswijze zijn niet zo zeer zienswijzen tegen het bestemmingsplan, als wel zienswijzen ten aanzien van de uitvoering daar van. - hoogteverschil in het terrein Het hoogteverschil in het terrein heeft zich geopenbaard bij de realisatie van fase 1 van de Sukerbarg die op die op dit moment in volle gang is. We kijken met u naar een oplossing hiervoor. Dat u geen (water)overlast van de ontwikkeling heeft en uw terrein goed via openbaar terrein toegankelijk is, is hierbij uitgangspunt. - toegang/ inrit wasstraat Het is onze intentie om een klein deel van de doodlopende Braamskamp, grenzend aan uw perceel en tuinen van andere omwonenden te verkopen aan een aanwonende. De straat is en was, opgenomen in de inrichtingsplannen voor het parkeerterrein fase 1. Hoe deze inrichting er daadwerkelijk uit komt te zien wordt nu met de uitvoering duidelijk en hierin zijn door overleg met omwonenden over exacte uitvoering en toevoeging van fase 2 inderdaad een aantal keer wijzigingen doorgevoerd. De gronden van de parkeerplaats worden openbaar en uw perceel blijft, zoals met u afgesproken, via de parkeerplaats toegankelijk. Alleen de route naar uw perceel wordt iets anders dan u gewend was. Een bestemmingsplan of een grondverkoop betekent overigens niet dat een weg formeel uit de openbaarheid wordt onttrokken. Hiervoor is een eigen procedure op basis van de Wegenwet. Pagina 1 van 2

209 - loods U heeft uw loods willens en wetens tegen de loods van de firma Middelveld gebouwd met de consequentie dat hier niet tussen gevoegd kon en hoefde te worden. Dit impliceert dat u er toen al van op de hoogte was dat als de loods van de firma Middelveld eerder dan uw loods gesloopt zou worden, dit probleem zoals u het noemt, zich zou openbaren. Waar mogelijk wil de ontwikkelaar met u kijken of bij de uitvoering van het plan, hier een simpele oplossing voor is, maar dit heeft geen consequenties voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.

210 R e g e l s rgl

211

212 I n h o u d s o p g a v e H o o f d s t u k 1 I n l e i d e n d e r e g e l s Artikel 1 Begrippen 7 Artikel 2 Wijze van meten 10 H o o f d s t u k 2 B e s t e m m i n g s r e g e l s Artikel 3 Centrum 13 Artikel 4 Verkeer Verblijfsgebied 15 H o o f d s t u k 3 A l g e m e n e r e g e l s Artikel 5 Anti-dubbeltelregel 19 Artikel 6 Algemene afwijkingsregels 20 H o o f d s t u k 4 O v e r g a n g s - e n s l o t r e g e l s Artikel 7 Overgangsrecht 23 Artikel 8 Slotregel rgl

213

214 H o o f d s t u k 1 I n l e i d e n d e r e g e l s rgl

215

216 A r t i k e l 1 B e g r i p p e n In deze regels wordt verstaan onder: a. p l a n : het bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde van de gemeente De Wolden; b. b e s t e m m i n g s p l a n : de geometrisch bepaalde planobjecten, als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1690.BP met de bijbehorende regels; c. a a n d u i d i n g : een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; d. a a n d u i d i n g s g r e n s : de grens van de aanduiding indien het een vlak betreft; e. a p p a r t e m e n t e n : boven, dan wel beneden en/of naast elkaar gesitueerde woningen (niet zijnde halfvrijstaande woningen, dan wel woningen in gesloten bebouwing), waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau is gewaarborgd; f. b e b o u w i n g : één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; g. b e d r i j f s v l o e r o p p e r v l a k t e : de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke; h. b e s t a a n d e : 1. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen; 2. het onder 1 bedoelde geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, de voorheen geldende Beheersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan of de Beheersverordening, of een andere planologische toestemming; rgl - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014 Artikel 1 Begrippen 7

217 i. b e s t e m m i n g s g r e n s : de grens van een bestemmingsvlak; j. b e s t e m m i n g s v l a k : een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; k. b o u w e n : het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en vergroten van een standplaats; l. b o u w l a a g : een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder; m. b o u w w e r k : elke bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden; n. d e t a i l h a n d e l : het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; o. d i e n s t v e r l e n e n d b e d r i j f : een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting; p. g e b o u w : elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; q. h o r e c a : een bedrijf, in hoofdzaak gericht op het verstrekken van al dan niet ter plaatse te nuttigen spijzen en/of dranken; rgl - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014 Artikel 1 Begrippen

218 r. h o r e c a b e d r i j f, c a t e g o r i e I : een horecabedrijf, dat wat betreft exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en daarmee qua openingstijden nagenoeg spoort en waar naast kleinere etenswaren alcoholvrije dranken worden verstrekt, zoals lunchroom, koffiehuis, ijssalon, broodjeszaak, croissanterie, patisserie en crêperie; s. k a n t o o r : een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige c.q. financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening, niet zijnde detailhandel, al dan niet met een (publiekgerichte) baliefunctie; t. p e i l : - peil gebouw: de hoogte van de afgewerkte vloer ter plaatse van de hoofdtoegang; - peil ander bouwwerk: de hoogte ter plaatse van het gemiddelde afgewerkte terrein rgl - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014 Artikel 1 Begrippen 9

219 A r t i k e l 2 W i j z e v a n m e t e n Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: a. d e i n h o u d v a n e e n b o u w w e r k : tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van de daken en dakkapellen; b. d e b o u w h o o g t e v a n e e n b o u w w e r k : vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; c. d e o p p e r v l a k t e v a n e e n b o u w w e r k : tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, overstekken, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons, toegangsportalen en brandtrappen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de naar de weg gekeerde gevel niet meer dan 1,5 m bedraagt rgl - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014 Artikel 2 Wijze van meten

220 H o o f d s t u k 2 B e s t e m m i n g s r e g e l s rgl

221

222 A r t i k e l 3 C e n t r u m 3.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor 'centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. dienstverlenende bedrijven, detailhandel en kantoren, uitsluitend op de begane grond; b. horeca, in de vorm van lichte horeca-activiteiten (categorie I), uitsluitend op de begane grond; c. wonen, uitsluitend op verdiepingen; d. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding; e. parkeervoorzieningen; f. verblijfsgebied. 3.2 B o u w r e g e l s a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 1. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; 2. het aantal appartementen bedraagt maximaal 3, met dien verstande dat de appartementen uitsluitend op de verdiepingen worden gebouwd; 3. de maximale bouwhoogte van de gebouwen bedraagt niet meer dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte; 4. maximaal één supermarkt is toegestaan, met dien verstande dat de bedrijfsoppervlakte ten behoeve van de supermarkt maximaal m 2 bedraagt; 5. kantoren en horeca zijn toegestaan met dien verstande dat de bedrijfsoppervlakte in totaal maximaal 300 m² per bedrijf bedraagt. b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 m buiten het bouwvlak en binnen het bouwvlak de ter plaatse van de aanduiding aangegeven maximale bouwhoogte ; 2. de bouwhoogte van verlichtingsarmaturen bedraagt maximaal 8 m; 3. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 m, met uitzondering van de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel waarvoor een maximale bouwhoogte van 1 m geldt rgl - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014 Artikel 3 Centrum 13

223 3.3 S p e c i f i e k e g e b r u i k s r e g e l s Bedrijven dienen wat betreft de laad- of losruimte te voorzien op eigen terrein. Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, daaronder in ieder geval begrepen het gebruik als seksinrichting. 3.4 A f w i j k e n v a n d e g e b r u i k s r e g e l s Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels voor het gebruik van gebouwen ten behoeve van extra kantoren, met dien verstande dat kan worden voldaan aan de dan geldende parkeernormering volgens de CROW rgl - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014 Artikel 3 Centrum

224 A r t i k e l 4 V e r k e e r V e r b l i j f s g e b i e d 4.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor 'verkeer - verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen met hoofdzakelijk een functie voor de ontsluiting van de aanliggende erven; b. fiets-/voetpad; c. verblijfsgebied; d. parkeervoorzieningen; e. groenvoorzieningen; f. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding; g. nutsvoorzieningen. 4.2 B o u w r e g e l s a. Voor deze bestemming geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd. b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van de bouwwerken bedraagt maximaal 3 m; 2. de bouwhoogte van verlichtingsarmaturen bedraagt maximaal 8 m; 3. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 m rgl - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014 Artikel 4 Verkeer Verblijfsgebied 15

225

226 H o o f d s t u k 3 A l g e m e n e r e g e l s rgl

227

228 A r t i k e l 5 A n t i - d u b b e l t e l r e g e l Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing rgl - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014 Artikel 5 Anti-dubbeltelregel 19

229 A r t i k e l 6 A l g e m e n e a f w i j k i n g s r e g e l s 6.1 Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van: a. de in het plan gegeven maten en afmetingen tot niet meer dan 10% van die maten en afmetingen; b. het bepaalde in het plan en toestaan dat: - een geringe verschuiving van de in het plan aangegeven bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en indelingslijnen met ten hoogste 0,5 m wordt aangebracht; - openbare nutsvoorzieningen en openbare nutsgebouwtjes worden aangelegd, mits de inhoud per gebouwtje niet meer dan 10 m³ bedraagt en de goot- en bouwhoogte niet meer dan respectievelijk 3 m en 6 m bedraagt; - (ondergrondse) rioleringswerken, zoals rioolputten, worden aangelegd. 6.2 De afwijking mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van: - de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken; - de verkeersveiligheid; - het straat- en bebouwingsbeeld rgl - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014 Artikel 6 Algemene afwijkingsregels

230 H o o f d s t u k 4 O v e r g a n g s - e n s l o t r e g e l s rgl

231

232 A r t i k e l 7 O v e r g a n g s r e c h t A O v e r g a n g s r e c h t b o u w w e r k e n 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan. 2. Het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid eenmalig een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. B O v e r g a n g s r e c h t g e b r u i k 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan één jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten rgl - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014 Artikel 7 Overgangsrecht 23

233 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan rgl - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014 Artikel 7 Overgangsrecht

234 A r t i k e l 8 S l o t r e g e l Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde rgl - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014 Artikel 8 Slotregel 25

235

236 C o l o f o n O p d r a c h t g e v e r BergInvest B.V. C o n t a c t p e r s o o n De heer S. Fieten B e s t e m m i n g s p l a n BügelHajema Adviseurs P r o j e c t l e i d i n g Mevrouw drs. H.H. Kerperien BügelHajema Adviseurs P r o j e c t n u m m e r BügelHajema Adviseurs bv Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu BNSP Vaart nz Postbus AG Assen T F E assen@bugelhajema.nl W Vestigingen te Assen, Leeuwarden en Amersfoort

237 ntz 43 LEGENDA Plangebied 6 Bestemmingen C Centrum V-V Verkeer - Verblijfsgebied Bouwvlak bouwvlak Maatvoeringaanduidingen 58a 53 maatvoeringsvlak ntz B maximum bouwhoogte (m) 62 Verklaring V-V gegevens GBKN 19 V-V C ntz a 25 Gemeente DE WOLDEN Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde 76 Verbeelding datum: schaal: : 1000 BugelHajema Plek voor ideeºn 11 status: vastgesteld 2 projectnr.: gezien: HK B gelhajema Adviseurs bv, Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu BNSP NL.IMRO.1690.BP Postbus 274, 9400 AG Assen T E assen@bugelhajema.nl 1 8 Cam erlinghdreef 1 W ntz 8 2 ntz 10

238 Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde V A S T G E S T E L D

239

240 Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde V A S T G E S T E L D Inhoud Toelichting en bijlagen Regels Verbeelding 30 januari 2014 Projectnummer

241

242 O v e r z i c h t s k a a r t G e m e e n t e D e W o l d e n, b r o n : T o p o g r a f i s c h e D i e n s t

243

244 T o e l i c h t i n g toe

245

246 I n h o u d s o p g a v e 1 I n l e i d i n g 9 2 B e l e i d Rijksbeleid Regionaal beleid Provinciaal beleid Omgevingsvisie Waterplan Gemeentelijk beleid Structuurvisie Woonplan Welstandsnota Energieakkoord Ruimtelijk-economische visie detailhandel Conclusie 14 3 H u i d i g e e n t o e k o m s t i g e s i t u a t i e Bestaande situatie Nieuwe situatie 20 4 M i l i e u - e n o n d e r z o e k s a s p e c t e n Bodemonderzoek Wegverkeerslawaai en parkeren Milieuhinder Industrielawaai en overige hinder Wet milieubeheer/contactgeluid Externe veiligheid Besluit externe veiligheid inrichtingen Vervoer van gevaarlijke stoffen Buisleidingen Ecologie Archeologie en cultuurhistorie Archeologie Cultuurhistorie Water Inleiding Onderzoek Kabels en leidingen M.e.r.-beoordeling Inleiding Onderzoek Luchtkwaliteit toe

247 Onderzoek 38 5 J u r i d i s c h e v o r m g e v i n g Inleiding Bestemmingen Overige regels 42 6 E c o n o m i s c h e u i t v o e r b a a r h e i d 43 7 M a a t s c h a p p e l i j k e u i t v o e r b a a r h e i d Overleg Inspraak Terinzagelegging ontwerp toe

248 1 I n l e i d i n g Aanleiding voor dit bestemmingsplan is het herontwikkelen van de locatie Hoofdstraat 64 tot en met 68 in Zuidwolde. AANLEIDING Direct naast de bovengenoemde locatie is de locatie van de voormalige Rabobank gelegen. Op deze locatie wordt ruimte geboden aan een supermarkt (A-merken), kleinschalige winkels en/of kantoren met daarboven appartementen (fase 1). De bebouwing op deze locatie is grotendeels gerealiseerd. De locatie Hoofdstraat 64 tot en met 68 is een vervolg op de herontwikkeling van de zogenaamde Rabolocatie. Ook op deze locatie (fase 2) is ruimte voor enige detailhandel, een supermarkt (discount) en enkele bovenwoningen. Aan de achterzijde van beide locaties wordt parkeerterrein aangelegd. Voor de ligging van beide locaties zie de navolgende kaart. Het plangebied viel tot eind februari 2013 onder de bestemmingsplannen Zuidwolde-West en Zuidwolde-dorp. Deze plannen zijn vervangen door de beheersverordening Zuidwolde die sinds eind februari 2013 van kracht is. Een klein deel valt onder het bestemmingsplan Hoofdstraat 66 tot en met 74, vastgesteld op 24 juni VIGERENDE BESTEMMINGS- PLANNEN De nieuwe ontwikkelingen passen niet in het vigerende beleid, derhalve is een nieuw bestemmingsplan noodzakelijk. Dit bestemmingsplan zal voldoen aan de nieuwe (digitale) vereisten op basis van de Wet ruimtelijke ordening. Het volgende hoofdstuk gaat in op het relevante overheidsbeleid. In hoofdstuk 3 worden de bestaande en de toekomstige situatie behandeld. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 ingegaan op de verschillende milieu- en onderzoeksaspecten die in dit plan een rol spelen. In hoofdstuk 5 komt de juridische vormgeving van het plan aan bod. Tot slot komen de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid aan de orde. LEESWIJZER toe - bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari

249 G e b i e d 2 b e t r e f t o n d e r h a v i g b e s t e m m i n g s p l a n toe - bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014

250 2 B e l e i d Dit hoofdstuk gaat in op het relevante rijksbeleid, regionaal, provinciaal en gemeentelijk beleid. 2.1 R i j k s b e l e i d Het beleid van het Rijk omtrent de ruimtelijke ordening is onder andere neergelegd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR, 2012), het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) en de Wet ruimtelijke ordening met het bijbehorende Besluit ruimtelijke ordening (Wro en Bro). Een beleidsuitgangspunt dat van toepassing is op het onderhavige planvoornemen betreft het aspect duurzame verstedelijking. In de SVIR is hiertoe de ladder voor duurzame verstedelijking geïntroduceerd. Het doel hiervan is een goede ruimtelijke ordening door een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden. De ladder beoogt een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten en is als procesvereiste opgenomen in het Bro. Overheden dienen nieuwe stedelijke ontwikkeling te motiveren met de drie opeenvolgende stappen. De stappen bewerkstelligen dat de wens om een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk te maken, nadrukkelijk wordt gemotiveerd en afgewogen met oog voor (1) de ruimtevraag, (2) de beschikbare ruimte en (3) de ontwikkeling van de omgeving waarin het gebied ligt. De stappen schrijven geen vooraf bepaald resultaat voor, omdat het optimale resultaat moet worden beoordeeld door het bevoegd gezag dat de regionale en lokale omstandigheden kent. Dit gezag draagt de verantwoordelijkheid voor de ruimtelijke afweging over die ontwikkeling. 2.2 R e g i o n a a l b e l e i d In het kader van de regionale afstemming is met de buurgemeenten Hoogeveen, Meppel en Westerveld overleg gevoerd over het woningbouwprogramma. De uitkomst van de afstemming heeft geresulteerd in een regionale woonvisie. Een dergelijke afstemming heeft in dit kader ook plaatsgevonden voorafgaand aan de op te starten bestemmingsplanprocedure die betrekking heeft op deze herstructureringslocatie. Het op te stellen bestemmingsplan Hoofdstraat 64 tot en met 68 te Zuidwolde is behandeld in het regionale overleg. Uit de nadere afstemming is gebleken dat de voorliggende ruimtelijke ontwikkeling past in de regionale woningbouwaantallen en het kwalitatieve programma tot toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari

251 De regionale afstemming is vervolgens in oktober 2012 in de Regionale Woonvisie Zuidwest-Drenthe door het college van de gemeente De Wolden en de andere betrokken gemeenten vastgesteld. Gelet op de aanwezige harde plancapaciteit in Zuidwest-Drenthe, is de mogelijkheid aanwezig de woningbouwuitbreiding van dit bestemmingsplan daaraan toe te voegen. Het mogelijk te maken aantal woningen (twee stuks) leidt niet tot verdringing of ongewenste concurrentie. 2.3 P r o v i n c i a a l b e l e i d O m g e v i n g s v i s i e Het omgevingsbeleid van de provincie Drenthe is vervat in de Omgevingsvisie (juni 2011) met bijbehorende Omgevingsverordening (februari 2012). In deze visie is de provinciale ambitie verwoord om Drenthe als woonprovincie te versterken met aantrekkelijke, gevarieerde en leefbare woonmilieus die voorzien in de woonvraag. Hierbij spelen de volgende punten een rol: - gemeenten maken afspraken over soort en aantal woningen; - bestaande woningen worden aangepast aan nieuwe woonwensen; - nieuwe vormen van wonen, met experimentele architectuur. Bij nieuwe ontwikkelingen in het kader van onder andere woningbouw, dient de SER-ladder in acht te worden gehouden. De SER-ladder wordt gebruikt in het kader van het thema zuinig ruimtegebruik. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dient altijd eerst optimaal gebruik te worden gemaakt van de beschikbare ruimte, die zo nodig door herstructurering beschikbaar wordt gesteld. Is dan nog ruimte nodig, dan wordt gezocht naar mogelijkheden om de ruimteproductiviteit te verhogen door meervoudig ruimtegebruik. Alleen als die mogelijkheden er ook niet zijn, is uitbreiding van het ruimtegebruik aan de orde. Dit is de methodiek van de SER-ladder W a t e r p l a n In het gemeentelijk waterbeleid wordt aangegeven dat zowel in nieuwbouwwijken als in bestaand stedelijk gebied het gebruik van een gescheiden riolering het streven is. Hierbij wordt het hemelwater gescheiden van het afvalwater dat naar de rioolzuiveringsinstallatie wordt vervoerd. Het hemelwater wordt hierbij zichtbaar afgekoppeld (onder andere afgevoerd via het oppervlaktewater). In de volgende hoofdstukken wordt hierop nader ingegaan toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014

252 2.4 G e m e e n t e l i j k b e l e i d S t r u c t u u r v i s i e In de gemeentelijke Structuurvisie (maart 2011) wordt ten aanzien van het aspect wonen aangegeven dat voldoende ruimte moet worden gecreeerd voor woningbouw. Hierbij wordt ingezet op een flexibel woningbouwbeleid waarbij aanbod gerelateerd wordt gebouwd in de grootste kernen, waartoe Zuidwolde ook wordt gerekend. Waar nodig wordt eveneens ingezet op herstructurering, dit mede om leegstand en verpaupering tegen te gaan. De woningbehoefte en het daarmee samenhangende bouwvolume zijn nader uitgewerkt in het woonplan. Daarnaast wil de gemeente, door het aanbieden van een kwalitatief goede omgeving, een gunstig vestigingsklimaat aanbieden aan ondernemers in een aantal kernen, waaronder Zuidwolde. Hiermee wordt eveneens beoogd de leefbaarheid in de kern te behouden en te versterken. Het bestemmingsplan past binnen het beleid van de structuurvisie Woonplan Op 12 juli 2012 is het Woonplan vastgesteld, waarin het beleid ten aanzien van het wonen is neergelegd. Hierbij wordt ingegaan op de vraag naar woningen in totaal en de verdeling naar doelgroep voor de periode met een doorkijk naar 2020 en De gemeente legt de prioriteit bij voldoende betaalbare woningen voor lagere inkomens en middeninkomens, woningen voor senioren in kernclusters nabij voorzieningen en betaalbare woningen voor starters en jonge huishoudens. Voor de kern Zuidwolde wordt voor 2020 een geringe daling van het aantal inwoners verwacht, waarbij wel een toename is te zien van het aantal personen van 55 jaar en ouder. Mede gelet hierop is een lichte stijging van het aantal woningen voorzien. Wat betreft de nieuwbouw van woningen in Zuidwolde wordt ingezet op met name seniorenwoningen in allerlei vormen (woon-zorgcombinaties en nultredenwoningen) en in mindere mate op gezinswoningen (95 seniorenwoningen, in totaliteit 155 woningen voor de kern Zuidwolde). Dit bestemmingsplan is passend in het hiervoor beschreven woonplan W e l s t a n d s n o t a De gemeente is in het bezit van een welstandsnota (Welstandsnota 2013, vastgesteld 13 december 2012). Het plangebied valt echter in het zogenaamde welstandsvrije gebied, derhalve vindt geen toetsing plaats. Wel is ten tijde van het bestemmingsplan Hoofdstraat 66 tot en met 74 (de eerste fase) een beeld toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari

253 kwaliteitsambitie afgesproken. Deze ambitie geldt qua uitstraling ook voor dit bestemmingsplan (de tweede fase). In dit plan is hiermee rekening gehouden E n e r g i e a k k o o r d De gemeente heeft het Energieakkoord in oktober 2007 ondertekend. Hierin is aangegeven dat Noord-Nederland zich wil inspannen op een aantal strategische thema s. Dit zijn de volgende thema s: - energiebesparing in de gebouwde omgeving, glastuinbouw en industrie; - duurzame energie; - biotransportbrandstoffen en duurzame mobiliteit; - schoonfossiele energie: het voorbereiden voor en eventuele realisatie van CO 2 -opslag; - kennis en innovatie. Met name het eerste aandachtspunt is in het kader van onderhavig plan relevant. Dit komt in het kader van de omgevingsvergunningsaanvraag nader aan de orde R u i m t e l i j k - e c o n o m i s c h e v i s i e d e t a i l h a n d e l In 2003 is de Ruimtelijk-economische visie detailhandel verschenen. Hierin is aangegeven dat in Zuidwolde het draagvlak van voldoende omvang is voor een compleet en uitgebreid boodschappencentrum. Het is op de langere termijn gewenst om het winkelaanbod zo veel mogelijk te concentreren binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden, waaronder het plangebied kan worden geschaard. Het plangebied wordt beschouwd als een wenselijke locatie voor de situering van een discountsupermarkt. Direct naast deze supermarkt is immers een supermarkt met veel A-merken (servicesupermarkt, Jumbo) in ontwikkeling. Doordat de supermarkten verschillen van aard en verschillende doelgroepen bedienen, versterken ze elkaar. Uit onderzoek blijkt dat met name fullservicesupermarkten en in mindere mate ook discountsupers combinatiebezoek met andere winkels opleveren in de directe omgeving. Hierdoor vindt een versterking van de winkelstructuur plaats (onderzoek Droogh, Trommelen en Partners). 2.5 C o n c l u s i e Met het voorliggende planvoornemen wordt bestaand stedelijk gebied geschikt gemaakt voor functies die (kwalitatief en kwantitatief) passen binnen het beleid van de (lokale) overheden, onder andere op het gebied van wonen en commercie toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014

254 Het voorliggende plan is onderdeel van het centrumgebied. Door het toepassen van de herstructurering (verplaatsing van het loon- en grondverzetbedrijf naar het bedrijventerrein) krijgt dit gebied een verbeterde uitstraling, waarmee de aantrekkelijkheid voor zowel ondernemers als inwoners wordt vergroot. Het behoud van de leefbaarheid in deze (centrum)kern wordt door de aanwezigheid van detailhandel gewaarborgd. Met de ontwikkeling van een tweetal woningen wordt invulling gegeven aan de in het gemeentelijk woonplan genoemde vraag naar woningen in Zuidwolde. Hierbij wordt aanvullend opgemerkt dat er door een veranderende bevolkingssamenstelling minder vraag is naar uitbreidingslocaties en meer naar wonen nabij voorzieningen. Dit krijgt in onderhavig plan concreet gestalte toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari

255

256 3 H u i d i g e e n t o e k o m s t i g e s i t u a t i e Dit hoofdstuk gaat in op de huidige en de toekomstige situatie. Voor zover relevant komt ook de historische situatie aan de orde. 3.1 B e s t a a n d e s i t u a t i e De planlocatie ligt in het centrumgebied van Zuidwolde. Het centrumgebied van Zuidwolde wordt gevormd door de gemengde woon- en winkelbebouwing langs de Hoofdstraat. De grootste winkelconcentratie van de Hoofdstraat ligt tussen de kruising Hoofdstraat-Steenbergerweg en de kruising Hoofdstraat- Oosterweg. Het beleid van de gemeente De Wolden is om het winkelareaal in dit gebied te versterken en om met name het noordelijke en zuidelijke uiteinde van dit gebied aan te vullen met twee trekkers. Onder trekker wordt in dit geval verstaan: een samenvoeging van een aantal sterke winkelformules waaronder één of twee supermarkten, gecombineerd met overige winkel- en kantoorfuncties, woningen en een goede parkeerfaciliteit. Dit bestemmingsplan behelst de planologische en stedenbouwkundige inkadering van fase 2 van de noordelijke trekker. L u c h t f o t o toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari

257 A a n z i c h t o o r s p r o n k e l i j k e s i t u a t i e ( z u i d z i j d e, v a n a f d e H o o f d s t r a a t b e z i e n ), d e R a b o b a n k e n d e O u t l e t s t o r e z i j n g e s l o o p t ( b r o n : G o o g- l e S tre e t v i e w ) A a n z i c h t n i e u w e s i t u a t i e ( z u i d z i j d e, v a n a f d e H o o f d s t r a a t b e z i en) A a n z i c h t b e s t a a n d e s i t u a t i e ( n o o r d z i j d e, v a n a f d e H o o f d s t r a a t b e z i e n ) ( b r o n : G o o g l e S t r e e t v i e w ) toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014

258 A a n z i c h t b e s t a a n d e s i t u a t i e, b r a a k l i g g e n d e l o c a t i e t u s s e n H o o f d- s t r a a t 6 6 e n h e t n i e u w e a p p a r t e m e n t e n e n w i n k e l c o m p l e x Het nieuw te ontwikkelen gebied betreft de locatie direct naast de voormalige Rabolocatie op de hoek van de kruising Hoofdstraat-Wethouder Klunderstraat. De voormalige Rabobank is vervangen door hoogwaardige nieuwbouw van winkels, supermarkt (Jumbo) en bovenwoningen (deels nog in aanbouw). De bestaande, te amoveren panden die bij de naastliggende herontwikkeling betrokken zijn, betreffen de volgende: - het pand van Hentenaar makelaardij (Hoofdstraat 66-68); - het pand van het bedrijf Middelveld met (bedrijfs)woning (Hoofdstraat 64). Het bedrijf Middelveld zal vanwege milieutechnische redenen verplaatst worden naar het bedrijventerrein in Zuidwolde. Het pand van Hentenaar makelaardij (Hoofdstraat 66-68) bestaat uit een samengestelde bouwmassa die is afgedekt met twee zadeldaken. Het verharde terrein aan de achterzijde van dit pand is in gebruik als stallingsruimte voor landbouwmachines. Dit terrein is in de huidige situatie bereikbaar via de inrit vanaf de Wethouder Klunderstraat, die zich naar achteren toe als een plein verbreedt. Op het perceel van het bedrijf Middelveld staat aan de voorzijde een woning met lage gootlijn met daarachter forse bedrijfsbebouwing. Aan de westzijde van de planlocatie staan zes vrijstaande woningen (Braamkamp 17 tot en met 27). Deze woningen grenzen met hun tuin aan het pleinachtige binnengebied. Enkele van deze woningen hebben garages die vanaf het binnenplein bereikbaar zijn. Deze bereikbaarheid zal in de nieuwe situatie moeten worden gehandhaafd. De meest recente woning van dit zestal (Braamkamp 27) grenst met de entreezijde aan de inrit naar het binnenplein toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari

259 3.2 N i e u w e s i t u a t i e PROGRAMMA De herontwikkeling van deze locatie betreft de realisatie van een bouwblok grenzend aan de nieuwe bebouwing op de voormalige Rabolocatie. Tussen beide bouwmassa s is een passage gepland naar het te realiseren achterliggende parkeergebied. Deze passage zal alleen voor voetgangers toegankelijk zijn. Het parkeergebied is vanaf de Wethouder Klunderstraat te bereiken. Het bouwblok bevat commerciële ruimten op de begane grond en appartementen op de bovenliggende etages. N i e u w e s i t u a t i e Het achterliggende parkeergebied heeft een primaire functie voor de commerciële ruimten in het project. Door de ligging nabij de noordelijke centrumentree en de realisatie van een voetgangerspassage van het parkeergebied toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014

260 naar de Hoofdstraat, is een goede uitgangssituatie gecreëerd om bijvoorbeeld doelgericht supermarktbezoek te combineren met het centrumbezoek aan Zuidwolde. Bij de berekening van het aantal parkeerplaatsen is uitgegaan van de door CROW aanbevolen parkeerkencijfers. Het bouwblok is georiënteerd op de Hoofdstraat en herbergt op maaiveldniveau een tweetal kleinschalige winkels/kantoren (zie voor de oppervlaktes de tekening hiervoor) met daartussenin de toegangsruimte inclusief garage/carport voor de bovenwoningen. Aan de achterzijde van deze winkels/kantoren wordt een supermarkt gevestigd. Deze supermarkt is met de entreepartij georiënteerd op het achterliggende parkeerterrein, direct naast de voetgangerspassage. De bevoorrading vindt (overdekt) plaats geheel aan de westzijde van de bebouwing. Op de eerste verdieping is ruimte voor een tweetal appartementen. BEBOUWING De bebouwing aan de Hoofdstraat bestaat uit twee bouwlagen met een kap (circa 10 m hoog), dan wel uit slechts één forse bouwlaag met een platte afdekking. De bebouwing heeft een verticale geleding op dorps formaat. De bebouwing ligt (bij benadering) in de voorgevel van de bestaande bebouwing van de Hoofdstraat. Het stedenbouwkundige beeld sluit hierdoor goed aan bij de aanwezige en recentelijk gerealiseerde bebouwing. De bebouwing wordt gerealiseerd middels puur en naturel gebruik van bouwmaterialen; bouwmaterialen die door hun verwering in de tijd een mooier en natuurlijker aanzien krijgen. De hoofdbouwvolumes zullen in metselwerk worden uitgevoerd met een ingetogen kleurstelling. Dit leidt tot een natuurlijk en dorps beeld. De kappen worden uitgevoerd met donkere dakpannen. Er wordt zo veel mogelijk aangesloten bij het uiterlijk en de sfeer van het te gerealiseerde pand aan de Hoofdstraat 70 tot en met 74. KLEUR EN MATERIAALGEBRUIK toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari

261 S c h e t s f a s e 1 ( l i n k s ) e n f a s e 2 ( r e c h t s ). F a s e 1 i s r e c e n t e l i j k g e r e a l i s e e r d toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014

262 4 M i l i e u - e n o n d e r z o e k s a s p e c t e n Dit hoofdstuk gaat in op de voor dit bestemmingsplan relevante milieu- en onderzoeksaspecten. 4.1 B o d e m o n d e r z o e k Op de locatie is bodemonderzoek verricht. Dit betreft het Verkennend bodemonderzoek ter plaatse van Hoofdstraat Zuidwolde (Ecoreest, 10 oktober 2003). Gezien de ouderdom van het onderzoek van de locatie Hoofdstraat heeft een actualisatie van dit onderzoek plaatsgevonden. Dit heeft vorm gekregen in een actueel onderzoek voor de locaties Hoofdstraat 64 tot en met 72 (Ecoreest, 4 april 2013). Uit dit onderzoek blijkt dat er in de bovengrond en het grondwater van deellocatie B overschrijdingen van de achtergrondwaarden (grond) en streefwaarden (grondwater) uit de Wet bodembescherming zijn aangetoond. De tussenwaarden nader onderzoek zijn niet overschreden. Ter plaatse van deellocatie A (onderhoudswerkplaats) zijn geen parameters in verhoogde mate aangetroffen. De onderzoekshypothese, zijnde een verdachte locatie ter plaatse van de onderhoudswerkplaats (deellocatie A), wordt gelet op het niet aantreffen van de verdachte parameters verworpen. De onderzoekshypothese, zijnde een onverdachte locatie ter plaatse van het overige terrein (deellocatie B), wordt formeel verworpen. Gezien de aard en de concentraties van de aangetoonde parameters in relatie tot de bestemming van het terrein (bedrijvigheid), wordt geconcludeerd dat verhoogde risico s voor de volksgezondheid en/of het milieu op basis van de aangetoonde milieuhygiënische bodemkwaliteit, niet te verwachten zijn. De resultaten van het onderzoek vormen dan ook geen aanleiding tot nader onderzoek en zijn geen milieuhygiënische belemmering in relatie tot de bestemming van het terrein. Uit de resultaten van de tot nu toe verrichtte onderzoeken blijkt dat onderhavig plan uitvoerbaar is. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de desbetreffende onderzoek(en) in de bijlage toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari

263 4.2 W e g v e r k e e r s l a w a a i e n p a r k e r e n WET GELUIDHINDER In de Wet geluidhinder (Wgh) is vastgelegd wanneer en op welke wijze akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Tevens maakt deze wet duidelijk welke normen c.q. grenswaarden van toepassing zijn op het onderzoek. GELUIDSZONE In artikel 74 van de Wet geluidhinder is bepaald dat zich langs alle wegen een geluidszone bevindt, uitgezonderd: - de wegen die zijn gelegen binnen een als woonerf aangeduid gebied; - de wegen waarop een maximumsnelheid geldt van 30 km/uur. In de onderhavige situatie is de Hoofdstraat een weg waarvoor een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt. Zoals hiervoor is aangegeven, zijn dergelijke wegen vrijgesteld van een formeel akoestisch onderzoek in het kader van de Wet geluidhinder. Wel dient in het kader van goede ruimtelijke ordening rekening te worden gehouden met het geluid afkomstig van deze wegen. BEREKENINGEN De geluidsbelasting is naar aanleiding van het bestemmingsplan Hoofdstraat 66 tot en met 74 reeds bepaald. Uit de resultaten (Berekening geluidsbelasting vanwege wegverkeer op het Centrumplan te Zuidwolde, NAA, d.d. 18 september 2009) blijkt dat de geluidsbelasting op de appartementen Hoofdstraat 66 tot en met 74 ten gevolge van verkeer op de Hoofdstraat ten hoogste 57,1 db bedraagt. Dit betekent een overschrijding van 9 db ten opzichte van de voorkeursgrenswaarde van 48 db. Er wordt van uitgegaan dat de naastliggende geplande appartementen (Hoofdstraat 64 tot en met 68) ongeveer dezelfde belasting zullen hebben. Overeenkomstig de Wet geluidhinder zijn dergelijke wegen niet zoneplichtig en behoeft geen verdere actie te worden ondernomen. In het kader van een goede ruimtelijke ordening (en een goed leefklimaat voor de bewoners) wordt bij de uitwerking van het plan wel gekeken naar eventuele mogelijke maatregelen om de geluidsbelasting op de appartementen of in de ruimten te beperken. Er kunnen drie typen maatregelen worden genomen (bronmaatregelen, overdrachtsmaatregelen en ontvangersmaatregelen), die hierna aan de orde komen. Ontvangersmaatregelen zijn het meest voor de hand liggend. BRONMAATREGELEN Het toepassen van een geluidsreducerend wegdek 1 heeft bij dergelijke lage snelheden minder effect. Het aandeel motorgeluid zal bij een lage snelheid vaak bepalend zijn in plaats van het geluid van de banden op het asfalt. Daarnaast is de inrichting van de Hoofdstraat een typisch 30 km/uurzonegebied, waarbij middels de afwisseling van klinkers met asfalt wordt getracht de snelheid op deze weg laag te houden. Door deze weg volledig uit te voeren met asfalt, zal de snelheid op de weg naar verwachting toenemen. 1 Het gebied wordt te zijner tijd ontwikkeld als shared space-gebied en wordt volledig beklinkerd toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014

264 De weg betreft een erfontsluitende weg waarlangs geen scherm mogelijk is. Om een goed leefklimaat in de woningen te garanderen, is een aanvaardbaar binnengeluidsniveau, conform de eisen van het Bouwbesluit, in de nieuw te bouwen appartementen gewenst. Bij de indeling van de appartementen wordt dan ook rekening gehouden met de interne geluidssituatie en worden de meest geluidsgevoelige ruimten niet op zwaar geluidsbelaste locaties gepland. OVERDRACHTS- MAATREGELEN ONTVANGERS- MAATREGELEN De gemeente heeft als gevolg van de geplande ontwikkeling een parkeerbalans opgesteld. Het overgrote deel van de parkeerplaatsen wordt met de aanleg van fase 1 (het bestemmingsplan Hoofdstraat 64 tot en met 70) aangelegd, een klein gedeelte nog tegelijk met de werkzaamheden van fase 2 (onderhavig plan). Op basis van de CROW-normen is er sprake van een sluitende balans. PARKEERBALANS 4.3 M i l i e u h i n d e r I n d u s t r i e l a w a a i e n o v e r i g e h i n d e r Er is in het plangebied een bedrijf gevestigd. Het betreft een agrarisch loonwerk en grondverzetbedrijf (Hoofdstraat 64, Middelveld) dat bij tijd en wijle hinder voor de omwonenden oplevert. Dit bedrijf wordt op afzienbare termijn verplaatst naar het bedrijventerrein. Hiermee wordt de bestaande hinder fors verminderd. Voor het overige komt er in de directe omgeving van het plangebied geen bedrijvigheid voor die onevenredige hinder voor de woonomgeving oplevert. Daarbij zij tevens opgemerkt dat het gebied getypeerd wordt als een dorps centrumgebied en niet als een rustige woonwijk W e t m i l i e u b e h e e r / c o n t a c t g e l u id Op basis van het Besluit algemene regels voor inrichtingen en milieubeheer(activiteitenbesluit) is een akoestisch onderzoek uitgevoerd voor de nieuw te vestigen Aldi-supermarkt (titel: Onderzoek geluiduitstraling naar de omgeving van een Aldi supermarkt in Zuidwolde, NAA, 16 april 2013). Doel van het onderzoek is het bepalen van de geluiduitstraling van de toekomstige supermarkt naar de omgeving. De resultaten worden getoetst aan de voorschriften uit het voornoemde Besluit algemene regels voor inrichtingen en milieubeheer. De geluidbelasting vanwege de supermarkt is vastgesteld door de afzonderlijke geluidsbronnen te inventariseren en daarvan de geluidsoverdracht naar de omgeving te berekenen. De onderscheiden geluidsbronnen zijn de volgende: - installaties voor het koelen en vriezen; toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari

265 - het lossen van goederen en het laden van emballage; - het parkeren van bezoekers; - het achteruitrijden van vrachtwagens inclusief achteruitrijsignaal; - het rijden met winkelkarren; - het pakken van winkelkarren, en; - het stallen van winkelkarren. Bij de berekeningen is wat betreft de geluidsproductie uitgegaan van de volgende maatregelen en uitgangspunten ter beperking van de geluidsbelasting op de omgeving. - De condensorbank ten behoeve van het koelen en vriezen is van een geluidsarm type. - Lossen vindt voornamelijk plaats met een elektrisch aangedreven palletwagen. - Koelinstallaties op de vrachtwagens worden op het terrein uitgeschakeld. - Het laad- en losperron krijgt een naadloze verharding. Hierdoor wordt de geluidsuitstraling van het rijden met de palletwagen en rolcontainers beperkt. - Door het verdiept laden en lossen kan gelijkvloers worden gewerkt en dit verkort de laad- en lostijd aanzienlijk. - Het losperron wordt voorzien van een overkapping en aan de noordzijde voorzien van een muur. - Door de situering van de toerit naar het laden en lossen is de rijsnelheid stapvoets, waardoor de geluidsuitstraling van vrachtwagens wordt beperkt. - De geluidsproductie van de winkelwagens is vastgesteld aan de hand van eerder onderzoek van een vestiging van een Aldi-supermarkt in Assen. DIRECTE HINDER Berekend zijn de geluidsniveaus ter plaatse van de omliggende bestaande woningen en de nieuw te realiseren woningen boven de Aldi-supermarkt. De geluidsniveaus als gevolg van het in bedrijf zijn van de Aldi-supermarkt zijn vastgesteld conform de procedures van de Handleiding meten en rekenen industrielawaai uit De daarin genoemde methoden en procedures mogen als standaard worden gezien. Uit het onderzoek blijkt dat de Aldi-supermarkt bij de omliggende woningen een langtijdgemiddeld beoordelingsniveau van ten hoogste 50 db(a) veroorzaakt. In de inrichting vinden activiteiten plaats in de dag-, avond- en nachtperiode. De dagperiode is maatgevend voor de etmaalwaarde van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau. De maximale geluidsniveaus bij woningen bedragen ten hoogste 67 db(a) in de dagperiode, 63 db(a) in de avondperiode en 46 db(a) in de nachtperiode. Voor zowel het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau als het maximale geluidsniveau wordt bij alle woningen voldaan aan de grenswaarde uit het Activi toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014

266 teitenbesluit. Ook de nieuw te bouwen woningen boven de Aldi-supermarkt voldoen aan de grenswaarde, waardoor geen aanvullende maatregelen benodigd zijn. Naast directe hinder kan er ook indirecte hinder ontstaan. Onder indirecte hinder wordt verstaan: de nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaakt door activiteiten die, hoewel ze plaatsvinden buiten het terrein van de inrichting, aan de inrichting zijn toe te rekenen. Indirecte hinder zou kunnen ontstaan door transportbewegingen van (vracht)auto s van en naar de inrichting via de openbare weg. INDIRECTE HINDER De woningen aan de Wethouder Klunderstraat 5 en 13 zijn in twee verschillende richtingen gelegen ten opzichte van de in- en uitrit naar de supermarkt en zijn het dichtst nabij de Wethouder Klunderstraat gelegen binnen het onderzoeksgebied. De geluidsbelasting op deze woningen bedraagt ten hoogste 49 db(a). Daarmee wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 50 db(a). De Aldi-supermarkt voldoet daarmee aan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit en de voorkeursgrenswaarde voor indirecte hinder. Het bestemmingsplan kan op dit aspect dan ook als uitvoerbaar worden beschouwd. CONCLUSIE C u m u l a t i e Omdat de Aldi-supermarkt voldoet aan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit is cumulatie van geluid formeel niet aan de orde. Los daarvan is echter op grond van een goede ruimtelijke ordening besloten inzichtelijk te maken welke cumulatieve geluidsbelastingen optreden bij de omliggende woningen. Daartoe is gebruikgemaakt van de volgende akoestische onderzoeken en uitgangspunten. - Het rekenmodel van de Aldi-supermarkt zoals eerder genoemd in deze paragraaf. - Het rekenmodel voor de Jumbo-supermarkt (ten tijde van het onderzoek was nog niet bekend welke supermarktketen zich hier zou vestigen): Onderzoek geluidsuitstraling supermarkt in het Centrumplan in Zuidwolde, d.d. 15 mei Het rekenmodel van de Jumbo-supermarkt is geïmporteerd in het model van de Aldi-supermarkt waarbij een aantal wijzigingen is aangebracht in het model van Jumbo-supermarkt (extra toegang naar parkeerterrein, wijziging rijroute winkelkarren van en naar Jumbo vanwege de Aldi-supermarkt en het aantal en nummering van de immissiepunten). - Voor de aantallen en de verdelingen over het parkeerterrein is door BügelHajema Adviseurs B.V. te Assen op 10 april 2013 een notitie opgesteld genaamd Verkeersgeneratie supermarkten in Zuidwolde. In de berekeningen is fase 2 met een vrije afwikkeling aangehouden. Daarbij is tevens rekening gehouden met de verkeersgeneratie van de toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari

267 overige commerciële ruimten. Deze zijn meegenomen als detailhandel. Berekend is de cumulatieve geluidsbelasting op de omliggende woningen en de nieuwbouwappartementen. De geluidsbelasting is op de volgende waarneempunten hoger dan 50 db(a): - Braamskamp 19: 51 db(a) - Braamskamp 21: 52 db(a) - Braamskamp 23: 51 db(a) - Braamskamp 27: 54 db(a) - Appartement boven Jumbo tweede bouwlaag: 57 db(a) De cumulatieve geluidsbelasting op de bestaande woningen bedraagt ten hoogste 54 db(a) (woning Braamskamp 27). Op de nieuw te bouwen appartementen bedraagt deze ten hoogste 57 db(a) op de appartementen boven de Jumbo. Bij de berekeningen is tevens rekening gehouden met de verkeersgeneratie van de overige commerciële ruimten. In hoeverre de berekende waarden toelaatbaar zijn, is afgewogen door de gemeente De Wolden. Daarbij is niet alleen rekening gehouden met het aspect geluid. Ook aspecten zoals wenselijkheid, noodzaak supermarkt, dorpsontwikkeling en de oorspronkelijke situatie speelden bij deze afweging een rol. Hoewel er formeel geen wettelijk kader is om bij aan te sluiten, omdat cumulatie formeel niet nodig is, is desondanks aangesloten bij de wettelijke vereiste binnenwaarde van maximaal 35 db(a). Het Bouwbesluit geeft aan dat een standaard woning minimaal een isolatiewaarde van 20 db(a) moet realiseren. De woningen aan de Braamskamp zijn visueel gezien in een dermate goede staat, dat verwacht mag worden dat hieraan wordt voldaan. Gelet op het feit dat de woningen aan de Braamskamp een maximale geluidsbelasting op de gevel kennen van 54 db(a) (nr. 27) zal de binnenwaarde van 35 db(a) niet worden overschreden. Maatregelen aan deze woningen zijn dus niet aan de orde. Wat betreft de appartementen boven de Jumbo geldt het volgende. Het appartement aan de westzijde boven de Jumbo-supermarkt kent een te hoge gecumuleerde waarde (57 db(a)). Een standaard demping van 20 db(a) op grond van het Bouwbesluit zorgt niet voor een binnenwaarde van maximaal 35 db(a). Er zouden hier eventueel maatregelen moeten worden getroffen. In het kader van de bouw van deze appartementen worden echter al maatregelen getroffen op grond van het bestemmingsplan voor de bouw van de Jumbo. Onderzocht zal worden of deze maatregelen voldoende zijn of dat er nog aanvullende maatregelen moeten worden genomen. Wellicht dat overwogen kan worden om deze gevel als doof uit te voeren. Een dove gevel is een gevel zonder te openen ramen of deuren toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014

268 4.4 Ext e r n e v e i l i g h e i d B e s l u i t e x t e r n e v e i l i g h e i d i n r i c h t i n g e n Op 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking getreden. Dit besluit richt zich primair op inrichtingen als bedoeld in de Wet milieubeheer. Deze inrichtingen brengen risico s met zich mee voor de in de omgeving gelegen risicogevoelige objecten. Het besluit onderscheidt twee categorieën risicogevoelige objecten, namelijk kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten (Bevi, artikel 1, lid 1, sub a en m). Dit onderscheid is gebaseerd op maatschappelijke opvattingen over de groepen mensen die in het bijzonder moeten worden beschermd en op gegevens als het aantal personen en de verblijfstijd van groepen mensen. Het besluit geeft waarden voor het risico dat toelaatbaar wordt geacht voor deze objecten. Hierbij worden twee vormen van risico onderscheiden. INLEIDING Allereerst het plaatsgebonden risico. Het plaatsgebonden risico is een maat voor het overlijdensrisico op een bepaalde plaats waarbij het niet van belang is of op die plaats daadwerkelijk een persoon aanwezig is. In het besluit is het plaatsgebonden risico gedefinieerd als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een inrichting zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval met een gevaarlijke stof. Ten tweede kent het besluit het zogenaamde groepsrisico. Hierbij gaat het om de kans per jaar dat een groep mensen in minimaal een bepaalde omvang slachtoffer wordt van een ongeval. In het besluit wordt dit gedefinieerd als de (cumulatieve) kansen dat ten minste 10, 100 of personen overlijden als direct gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van de inrichting en van één ongeval in die inrichting, waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Het groepsrisico moet worden bepaald binnen het invloedsgebied van de inrichting. Voor het groepsrisico gelden, anders dan voor het plaatsgebonden risico, geen grenswaarden, maar slechts oriënterende waarden. Het gaat om een maatschappelijke verantwoordingsplicht aan de hand van het risico. Ten aanzien hiervan moet een belangenafweging plaatsvinden. Om te bepalen of nabij het plangebied risicovolle inrichtingen liggen, is de Risicokaart geraadpleegd. Op de risicokaart is aangegeven dat er in de directe omgeving geen risicovolle inrichtingen zijn gesitueerd. ONDERZOEK toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari

269 U i t s n e d e r i s i c o k a a r t ( p l a n g e b i e d r o o d o m c i r k e l d ) V e r v o e r v a n g e v a a r l i j k e s t o f f e n INLEIDING Ten aanzien van wegen, hoofdvaarwegen en spoorwegen moet getoetst worden aan het (concept) Besluit transportroutes gevaarlijke stoffen. ONDERZOEK Ook ten aanzien van het vervoer van gevaarlijke stoffen is de Risicokaart geraadpleegd. Hieruit blijkt dat in de directe nabijheid van het plangebied geen provinciale wegen en rijkswegen zijn waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Er ligt geen spoorlijn of vaarweg in de directe omgeving van het plangebied B u i s l e i d i n g e n INLEIDING Ten aanzien van buisleidingen dient het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in acht te worden genomen. ONDERZOEK Uit de Risicokaart blijkt dat in de directe nabijheid van het plangebied geen buisleidingen aanwezig zijn waarin vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. 4.5 E c o l o g i e Conform artikel van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het noodzakelijk bij nieuwe ontwikkelingen een onderzoek uit te voeren naar effecten op toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014

270 de natuurwaarden (soortenbescherming en gebiedsbescherming). Hierna volgen de resultaten van onderzoek. Beschermde natuurgebieden in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Omgevingsvisie Drenthe liggen op geruime afstand van het plangebied. Gezien de terreinomstandigheden van het huidige plangebied en de aard van de voorgenomen ontwikkeling zijn geen negatieve effecten op beschermde natuurgebieden te verwachten. Voor het betreffende plan is daarom geen vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 nodig. De activiteit is op het punt van natuur niet in strijd met de Omgevingsvisie Drenthe en de Provinciale omgevingsverordening Drenthe. BESCHERMDE GEBIEDEN Uit het onderzoek komt naar voren dat het plangebied een zeer beperkte natuurwaarde kent. Wanneer bij het uitvoeren van de werkzaamheden rekening wordt gehouden met het broedseizoen van vogels (zie hiervoor de betreffende bijlage) worden, behalve voor vleermuizen en huismus, geen verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet overtreden. Voor de aanwezige licht beschermde soorten geldt een vrijstelling van de verboden in het geval van ruimtelijke ontwikkelingen. Aan deze vrijstelling zijn geen aanvullende eisen gesteld. Wel blijft de zorgplicht van toepassing. BESCHERMDE SOORTEN In het plangebied kunnen verblijfplaatsen van vleermuizen niet worden uitgesloten. Aanvullend onderzoek is nodig om de aanwezigheid van verblijfplaatsen van vleermuizen uit te sluiten, dan wel aan te tonen. Overeenkomstig het vleermuisprotocol dient het pand Hoofdstraat in de periode mei-oktober enkele malen te worden onderzocht op het gebruik door vleermuizen. VLEERMUIZEN Tijdens de uitvoering van het aanvullende onderzoek is aangetoond dat gewone dwergvleermuis een paarplaats in het plangebied heeft. Ook is een broedgebied van huismus in het plangebied aangetroffen. AANVULLEND ONDERZOEK VLEERMUIS EN HUISMUS Als gevolg van dit plan gaat een nest van de huismus verloren. Dit kan een negatief effect hebben op de lokale stand van de huismus. Overtreding van de Flora- en faunawet treedt op als deze broedplaats wordt vernietigd, terwijl de mussen de plek nog gebruiken. Alleen als deze dieren een nieuwe, alternatieve nestplaats in gebruik nemen, is er geen sprake van overtreding bij het verwijderen. Er gaat ook een tijdelijke paarplaats van gewone dwergvleermuis verloren. Paarplaatsen worden elke nazomer opnieuw bepaald. Alleen bij verstoring tijdens de nazomer is sprake van overtreding van de Flora- en faunawet. G e w o n e d w e r g v l e e r m u i s Artikel 11: Het is verboden voortplantingsplaatsen of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde soorten te beschadigen, te vernielen, weg te nemen of te verstoren. AANBEVELINGEN (MOGE- LIJKHEDEN VOOR MITIGA- TIE EN COMPENSATIE; ACTIVITEITENPLAN) toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari

271 De vleermuizen mogen niet in de paartijd (tussen 1 augustus en 1 oktober) op hun paarplaatsen verstoord worden. Vernietigen van de paarplaats is alleen toegestaan als er in de directe omgeving veel alternatieve paarplaatsen bestaan. Daar kunnen het volgende paarseizoen de vleermuizen gebruik van maken. Dat is in deze situatie het geval. Men dient dus alleen af te zien van sloop en verwijderen van de beplanting op nummer 66 tussen 1 augustus en 1 oktober, omdat anders de ecologische functionaliteit van het gebied voor de dwergvleermuis in het geding is. H u i s m u s Artikel 11: Het is verboden voortplantingsplaatsen of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde soorten te beschadigen, te vernielen, weg te nemen of te verstoren. Zolang de mussen hun nest gebruiken, mag het nest niet worden verwijderd (en het gebouw niet worden gesloopt). Voor de meeste vogelsoorten geldt dit verbod alleen voor de broedtijd. In de broedtijd van huismus (ongeveer van 1 maart tot 1 augustus) mag het nest dan ook zeker niet worden gestoord. De huismus gebruikt zijn nest echter het hele jaar. Daarom is het nest jaarrond beschermd. Pas als de dieren uit eigen beweging een ander nest betrekken (natuurlijk buiten de broedtijd), mag het oude nest verwijderd worden. Door in de onmiddellijke nabijheid van de bestaande nestplaats alternatieve nestplaatsen te creëren, kunnen de mussen deze na de broedtijd betrekken en volgend jaar op die plek blijven broeden. Deze verhuizing kan gestimuleerd worden door zo spoedig mogelijk vervangende nestruimte aan te bieden in of aan omringende gebouwen en buiten de broedtijd de oude nestplaats bloot te leggen (niet verwijderen), door de pannen te verwijderen. De nestplaats is dan minder aantrekkelijk en de dieren kiezen dan zelf voor de aangeboden alternatieven. Daarna mogen de beide schuurtjes worden gesloopt, omdat de ecologische functionaliteit van het gebied voor de huismus behouden is. Er zijn mussenkasten met drie nestruimtes (mussen zijn groepvogels) beschikbaar. Deze kunnen het verdwijnen van de nestplaats onder de pannen enkele jaren lang vervangen. Per bestaande nestplaats dient ten minste één drievoudige nestkast in de onmiddellijke omgeving te worden opgehangen, bij voorkeur onder de dakrand. Een permanente oplossing is het aanbrengen van vogelvides onder nieuwe pannendaken (bijvoorbeeld op het nieuwe gebouw ernaast). Per bestaande nestplaats dient ten minste 1 m vogelvide binnen 50 m van de bestaande plaats te worden aangebracht. S a m e n v a t t e n d : 1. ophangen van mussenkasten of mussenvides in het gebied; 2. ongeschikt maken van daken van gebouwen tussen 1 oktober en 1 maart; 3. slopen van hoofdgebouwen en beplanting op nummer 64 en 66 tussen 1 oktober en 1 maart toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014

272 Deze maatregelen dienen onder begeleiding van een ecoloog plaats te vinden. Indien mussen alternatieve nestgelegenheid wordt aangeboden en er gesloopt wordt buiten de broedtijd van de huismus en paartijd van de dwergvleermuis, is er geen sprake van overtreding van de Flora- en faunawet. Dan is ontheffing voor de sloop niet nodig. Men kan de voorgenomen maatregelen laten toetsen door de Dienst Regelingen (niet verplicht). Dat moet dan door het opstellen van een activiteitenplan en een aanvraag voor ontheffing gebeuren. De inhoud van het activiteitenplan is hiervoor beschreven. Als het goed is, krijgt men dan een positieve afwijzing, eventueel met aanvullende voorwaarden aldus het ecologisch bureau. Voor nadere informatie hieromtrent wordt naar de hieronder genoemde bijlagen verwezen. ONTHEFFINGEN De rapportages Advies Natuurwaarden en Fauna-onderzoek zijn als bijlagen opgenomen. 4.6 A r c h e o l o g i e e n c u l t u u r h i s t o r i e In wet- en regelgeving, onder andere de Monumentenwet en het Bro, is aangegeven dat rekening moet worden gehouden met bestaande archeologische en cultuurhistorische waarden A r c h e o l o g i e De gemeente De Wolden beschikt over een eigen archeologiebeleid. Conform de beleidskaart ligt het plangebied nabij een gebied met een (middel)hoge verwachting (Archeologie - 3). Gelet op het planvoornemen en de gemeentelijke beleidsregels is advies gevraagd aan de (gemeentelijk) archeoloog. De archeoloog geeft aan dat gezien de verharding en bebouwing op het perceel - de kans klein is dat hier iets aangetroffen wordt. Wel geldt de wettelijke meldingsplicht mocht er bij sloop of in een bouwput iets aangetroffen worden. Het betreft immers nog net de noordrand van de historische kern Zuidwolde, zoals op de navolgende kaart zichtbaar is toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari

273 U i t s n e d e a r c h e o l o g i s c h e b e l e i d s k a a r t toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014

274 Cul t u u r h i s t o r i e In het plangebied, dan wel in de directe omgeving zijn geen cultuurhistorisch waardevolle gebouwen aanwezig. Op enige afstand van het plangebied ligt een gebied dat wordt beschouwd als een historische kern, dan wel als zone rondom een historische nederzettingslocatie. 4.7 W a t e r I n l e i d i n g Op grond van artikel van het Besluit ruimtelijke ordening dient in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf te worden opgenomen. Deze waterparagraaf doet verslag van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie. In dit kader dient de watertoets te worden uitgevoerd. De watertoets is een waarborg voor water in ruimtelijke plannen en besluiten. Het plangebied ligt in het beheersgebied van het Waterschap Reest en Wieden. Het waterschap zorgt voor de kwaliteit van het oppervlaktewater in het gebied en beheert de grotere boezemwateren en sloten, zoals geregeld in de Waterwet. Ook is het waterschap belast met het peilbeheer in het beheersgebied O n d e r z o e k Het onderhavig planvoornemen is voorgelegd aan het Waterschap Reest en Wieden middels de digitale watertoets. Het waterschap geeft een positief wateradvies. Dit wateradvies wordt hieronder weergegeven, zo ook is als bijlage opgenomen. Het waterschap merkt op dat in het plangebied sprake is van wateroverlast. Ten behoeve hiervan zijn/zullen waterbuffers (worden) aangelegd, één in het plangebied en één ter hoogte van het gemeentehuis. WATERADVIES Ten aanzien van de waterhuishouding wordt opgemerkt dat het plan geen verhoogd risico op wateroverlast als gevolg van overstromingen heeft. Het plan heeft ook geen schadelijke gevolgen voor de waterkwaliteit en ecologie. In het verleden is er in of rondom het plangebied geen wateroverlast of grondwateroverlast geconstateerd. De toename van het verharde oppervlak is minder dan m 2. In het plan wordt gestreefd het voorkeursbeleid ten aanzien van de hemelwaterafvoer van het waterschap op te volgen. Als de hemelwaterafvoer (a) niet wordt aangesloten op een gescheiden rioolstelsel of (b) er wordt niet afgekop toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari

275 peld van het bestaande rioolstelsel is oppervlakkige afvoer en infiltreren in de bodem uitgangspunt. Als infiltratie in de bodem niet mogelijk is, is lozing op het oppervlaktewater via een bodempassage gewenst. Speciale aandacht wordt besteed aan duurzaam bouwen en een duurzaam gebruik van de openbare ruimte om een goede kwaliteit van het afgekoppelde hemelwater te garanderen. Ten aanzien van het oppervlaktewater merkt het waterschap op dat er rekening wordt gehouden met de wijze van onderhoud (varend of vanaf de kant) en de daarbij geldende voorwaarden. Voor werkzaamheden binnen de aangegeven zones van het waterschap is een vergunning op grond van de Waterwet noodzakelijk. Het waterschap is verantwoordelijk voor een goede waterkwaliteit van het regionale watersysteem. Om verontreiniging van het watersysteem te voorkomen adviseert het waterschap om materialen zoals lood, koper en zink niet te gebruiken als het hemelwater vrij afstroomt naar het watersysteem. Voor de aanleghoogte van de gebouwen (onderkant vloer begane grond) wordt een ontwateringsdiepte geadviseerd van minimaal 80 cm ten opzichte van de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG). Bij een afwijkende maatvoering is de kans op structurele grondwateroverlast groot. Bij het bouwen zonder kruipruimte kan worden volstaan met een geringere ontwateringsdiepte. Om wateroverlast en schade in woningen en bedrijven te voorkomen, wordt geadviseerd om een drempelhoogte van 30 cm boven het straatpeil te hanteren. Ook voor lager, beneden het maaiveld, gelegen ruimtes (kelders, parkeergarages) moet aandacht worden besteed aan het voorkomen van wateroverlast. Mocht er in het plan een grondwateronttrekking plaatsvinden, dan verwijst het waterschap naar het volgende. Gezien de verschillende belangen, die partijen hebben bij het grondwater, is het beheer van het grondwater wettelijk geregeld in de Waterwet. In het kort komt het er op neer dat de gemeente voor grote grondwateronttrekkingen vergunningplichtig is. Voor kleinere onttrekkingen geldt een meldingsplicht. Hiervoor kan contact worden gezocht met de medewerker van het waterschap. Tot slot merkt het waterschap op dat de beantwoording van de vragen uit de digitale watertoets er toe geleid heeft dat de korte procedure van de watertoets is toegepast. De bestemming en de grootte van het plan hebben een geringe invloed op de waterhuishouding. De procedure in het kader van de watertoets is goed doorlopen conform de Handreiking Watertoets III aldus het waterschap. Het Waterschap Reest en Wieden geeft dan ook een positief wateradvies toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014

276 4.8 K a b e l s e n l e i d i n g e n De ligging van kabels en leidingen onder het maaiveld in combinatie met bijbehorende voorzieningen (bijvoorbeeld gemalen) kan een belangrijke complicerende factor zijn voor de oprichting van bebouwing. Een eventuele omlegging kan namelijk aanzienlijke financiële consequenties hebben. Ook kan sprake zijn van belemmeringen op het gebied van milieuhygiëne en overlast. Door middel van een zogenaamde KLIC-melding wordt voor aanvang van de bouwwerkzaamheden bij kabel- en leidingbeheerders informatie opgevraagd over de ligging van ondergrondse kabels en leidingen ter plaatse van het plangebied. 4.9 M. e. r. - b e o o r d e l i n g I n l e i d i n g Op 1 april 2011 is het (gewijzigde) Besluit m.e.r. in werking getreden. Een belangrijke wijziging betreft het indicatief maken van de drempelwaarden in onderdeel D (betreft de m.e.r.-beoordeling) van de bijlage bij het Besluit m.e.r. Concreet betekent dit dat, ook wanneer ontwikkelingen onder de in lijst D opgenomen drempelwaarden blijven, het bevoegd gezag zich er nog steeds van moet vergewissen of activiteiten geen aanzienlijke milieugevolgen kunnen hebben, de zogenaamde 'vergewisplicht'. Daarbij zijn in het bijzonder de omstandigheden als bedoeld in bijlage III van de EU-richtlijn van belang. Deze omstandigheden betreffen onder andere de kenmerken van de potentiële effecten en cumulatie. Op grond van artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht dient het bevoegd gezag zijn eventuele keuze voor géén m.e.r.-beoordeling voor een activiteit die beneden de drempelwaarde valt, te motiveren in de overwegingen van het moederbesluit. Voor deze toets wordt de term vormvrije m.e.r.- beoordeling gehanteerd. Op basis van de vormvrije m.e.r. blijkt of al dan niet een m.e.r. of m.e.r.-beoordeling noodzakelijk is O n d e r z o e k Het planvoornemen blijft onder de drempelwaarden die zijn opgenomen in het Besluit m.e.r. Uit de verrichte milieuonderzoeken blijkt voorts dat het planvoornemen geen (significante) negatieve effecten op de omgeving legt. Voor onderhavig planvoornemen hoeft derhalve geen m.e.r.- (beoordelings)procedure te worden doorlopen toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari

277 4.10 L u c h t k w a l i t e i t Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmplementeerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van een arbeidsplaats (hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing) en locaties waartoe leden van het publiek gewoonlijk geen toegang hebben. NSL/NIBM Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer in werking getreden. Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Hierin staat wanneer en hoe overschrijdingen van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het programma houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen, zoals bouwprojecten of de aanleg van infrastructuur. Projecten die passen in dit programma, hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit. Ook projecten die 'niet in betekenende mate' (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen beoordelen of voor een project sprake is van nibm, zijn vastgelegd in de AMvB-nibm. In de AMvB-nibm is vastgelegd dat na vaststelling van het NSL of een regionaal programma een grens van 3% verslechtering van de luchtkwaliteit (een toename van maximaal 1,2 µg/m 3 NO 2 of PM 10 ) als 'niet in betekenende mate' wordt beschouwd O n d e r z o e k In de navolgende tabel zijn de functies en het bijbehorende aantal ritten per etmaal opgenomen op grond van de CROW-publicatie 317 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie' (oktober 2012). Hierbij is uitgegaan van een gemiddeld aantal verkeersbewegingen voor woningen, waarbij geen onderscheid is gemaakt tussen appartementen/grondgebonden of koop/huur. Voor de commerciële ruimten is uitgegaan van een gemiddeld aantal ritten voor een buurt- en dorpscentrum, waarbij geen rekening is gehouden met het combineren van een bezoek aan bijvoorbeeld de supermarkt met een bezoek aan de nieuwe commerciële functies (uitwisselbaarheid van het centrumgebied). Gezien de aanwezigheid van Makelaardij Hentenaar (Hoofdstraat 66-68) en het bedrijf Middelveld met (bedrijfs)woning (Hoofdstraat 64), zal de toename van het aantal ritten in werkelijkheid minder bedragen. Functie Ritten per etmaal Totaal aantal riten/etmaal 3 appartementen 6 per appartement m 2 discountsupermarkt 84,7 per 100 m 2 /bvo m 2 commerciële ruimte 51,85 per 100 m 2 /bvo 233 Totaal toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014

278 Voor kleinere ruimtelijke plannen en verkeersplannen die effect kunnen hebben op de luchtkwaliteit, heeft het toenmalige Ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in samenwerking met InfoMil de nibm-tool ontwikkeld. Daarmee kan op een eenvoudige en snelle manier worden bepaald of een plan niet in betekenende mate bijdraagt aan luchtverontreiniging. Met behulp van deze rekentool is de toename van de stoffen NO 2 en PM 10 bepaald. Uit de berekeningen met de nibm-tool (juni 2012) blijkt dat het plan de grens van 3% (een toename van 1,2 µg/m 3 NO 2 of PM 10 ) niet overschrijdt. Het project kan worden beschouwd als een nibm-project. Nader onderzoek naar de luchtkwaliteit kan daarmee achterwege blijven. Deze ontwikkeling is bezien in het grotere geheel van de nieuwbouw aan de Hoofdstraat 66 tot en met 74. In het vigerende bestemmingsplan Hoofdstraat 66 tot en met 74 is ook onderzoek naar de luchtkwaliteit gedaan. Ook uit dit onderzoek bleek dat de nieuwe ontwikkeling niet tot een onevenredige vermindering van de luchtkwaliteit zal leiden. Aangezien uit beide onderzoeken blijkt dat beide nieuwe ontwikkelingen niet tot evenredige vermindering van de luchtkwaliteit zal leiden en gezien het feit dat de toename van het aantal ritten in werkelijkheid minder zal bedragen, kan nader onderzoek naar de luchtkwaliteit daarmee achterwege blijven. Het project is ten aanzien van de luchtkwaliteit uitvoerbaar toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari

279

280 5 J u r i d i s c h e v o r m g e v i n g 5.1 I n l e i d i n g In dit onderdeel van de toelichting wordt nader ingegaan op de vormgeving van de verbeelding (voorheen plankaart) en de regels. Bij de opzet van de regels is aangesloten op de wettelijke regelingen, namelijk de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), die per 1 juli 2008 in werking zijn getreden. Tevens sluiten de regels aan bij de nieuwe eisen conform de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012 (SVBP 2012). Het bestemmingsplan is overeenkomstig artikel van het Besluit ruimtelijke ordening vervat in een beschrijving van de bestemmingen, waarbij per bestemming het doel of de doeleinden worden aangegeven. 5.2 B e s t e m m i n g e n In het bestemmingsplan wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende bestemmingen: - Centrum; - Verkeer - Verblijfsgebied. Bij het bepalen en uitwerken van de bestemmingen is tevens rekening gehouden met de in deze toelichting omschreven ruimtelijke kwaliteiten en uitgangspunten. C e n t r u m De gronden bestemd als Centrum zijn opgenomen ten behoeve van de nieuwe bebouwing aan de Hoofdstraat. De nieuwe bebouwing bestaat uit een supermarkt en een tweetal kleinschalige winkels/kantoren. Ook zijn op de begane grond lichte horeca-activiteiten mogelijk, zoals een lunchroom, ijssalon of koffiehuis. Boven deze commerciële ruimten zullen maximaal twee appartementen worden gerealiseerd. Binnen de bestemming Centrum zijn tevens parkeervoorzieningen begrepen toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari

281 Bebouwing mag alleen binnen het bouwvlak worden gebouwd. In de verbeelding zijn de maximale (goot- en) bouwhoogten ter plaatse aangeduid. V e r k e e r - V e r b l i j f s g e b i e d De bestemming Verkeer - Verblijfsgebied heeft betrekking op wegen met een functie ter ontsluiting van de aanliggende of nabijgelegen gronden. Ook fietsen voetpaden, verblijfsgebied, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en nutsvoorzieningen vallen binnen deze bestemming. Gebouwen mogen binnen de bestemming niet worden gerealiseerd. 5.3 O v e r i g e r e g e l s Naast de bovengenoemde bestemmingsregels zijn er nog: - inleidende regels (begrippen en wijze van meten); - algemene regels (anti-dubbeltelregel en afwijkingsregels) - overgangs- en slotregels (overgangsrecht en slotregel) toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014

282 6 E c o n o m i s c h e u i t v o e r b a a r h e i d Tussen de gemeente en de initiatiefnemer is een anterieure overeenkomst gesloten (d.d. 12 september 2013) toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari

283

284 7 M a a t s c h a p p e l i j k e u i t v o e r b a a r h e i d Het voorontwerpbestemmingsplan heeft ter inzage gelegen van 3 mei tot en met 13 juni Gedurende deze periode kon eenieder een inspraakreactie geven aan het college van burgemeester en wethouders. Ook is een informatieavond gehouden op 15 mei Tegelijkertijd is het bestemmingsplan toegezonden aan provincie en waterschap voor wettelijk vooroverleg. Gedurende deze periode is één inspraakreactie ingediend. Tevens is een vooroverlegreactie van de provincie Drenthe en het Waterschap Reest en Wieden ontvangen. Deze zijn als bijlage aan het plan toegevoegd. 7.1 O v e r l e g P r o v i n c i e D r e n t h e Door de provincie Drenthe is aangegeven dat voor het bestemmingsplan het aspect zorgvuldig ruimtegebruik (herstructurering) aan de orde is. Het bestemmingsplan geeft voor de provincie geen aanleiding tot op- of aanmerkingen. R e a c t i e De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. W a t e r s c h a p R e e s t e n W i e d e n Het Waterschap Reest en Wieden verzoekt de standaard waterparagraaf in de toelichting van het bestemmingsplan op te nemen. Reactie De standaard waterparagraaf is in de toelichting opgenomen. 7.2 I n s p r a a k De inspraakreactie is een bezwaar tegen de mogelijkheid een horecazaak te vestigen op de begane grond van het nieuwe pand. Gevreesd wordt voor overlast voor de bovenwoningen toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari

285 R e a c t i e De horecafunctie (horeca categorie 1) is als mogelijkheid in het bestemmingsplan opgenomen, vanwege de gemeentelijke wens voor het toestaan van uitwisseling van in het centrum passende functies. Of in een pand nu een winkel, een kantoor eventueel met baliefunctie of een lichte horecafunctie (broodjeszaak/ijssalon/koffiehuis) zit, maakt in een centrumgebied minder uit, maar dat er een passende functie in een pand zit, maakt wel degelijk uit. Deze flexibiliteit was opgenomen in het bestemmingsplan voor Hoofdstraat 66 t/m 72 (Rabolocatie) om nog wat ruimte te geven aan de zich hier te vestigen functies en is opgenomen in de recent vastgestelde beheersverordeningen voor Zuidwolde, Ruinen en de Wijk. Hiermee is het gemakkelijker gemaakt om (lege) panden voor andere functies, passend in een dorpscentrumgebied, te gebruiken, dan wat er feitelijk zit. De definitie voor horeca categorie 1 zoals in het voorontwerpbestemmingsplan gehanteerd, is gelijk aan de definitie zoals ook opgenomen in het bestemmingsplan Hoofdstraat Geconstateerd is echter dat de definitie zoals opgenomen in de beheersverordening Zuidwolde net anders verwoord is. Aangezien de beheersverordeningen recenter zijn vastgesteld, zal de definitie aangepast worden in die voor lichte horeca overeenkomstig de beheersverordening Zuidwolde. Lichte horeca zijn vormen van horeca die wat betreft exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen en daarmee qua openingstijden nagenoeg sporen en waar naast kleinere etenswaren alcoholvrije dranken worden verstrekt. Voorbeelden zijn lunchroom, koffiehuis, ijssalon, broodjeszaak, croissanterie, patisserie en crêperie. In vergelijking met de definitie voor horeca categorie 1, zoals deze was opgenomen in het voorontwerpbestemmingsplan, geeft de definitie lichte horeca duidelijker aan dat de toegestane functie moet sporen met de openingstijden van winkelvoorzieningen en dat logies hier dus geen onderdeel van mag uitmaken. 7.3 T e r i n z a g e l e g g i n g o n t w e r p Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 10 oktober 2013 tot en met 20 november 2013 ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn is een zienswijze binnengekomen. Deze zienswijze heeft geen gevolgen voor dit bestemmingsplan, omdat het met name uitvoeringsaspecten betreft toe - Bestemmingsplan Hoofdstraat 64 t/m 68, Zuidwolde - 30 januari 2014

286 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 30 januari 2014 Agendapuntnummer : I, punt 11 Besluitnummer : 1238 Portefeuillehouder : Wethouder Mirjam Pauwels Aan de gemeenteraad Onderwerp: Goedkeuring begroting 2014 Stichting Openbaar Onderwijs De Wolden en aanpassing toezichtskader. Samenvatting: De instandhouding van de openbare basisscholen in de gemeente De Wolden is met ingang van 1 januari 2010 opgedragen aan de Stichting Openbaar Primair Onderwijs De Wolden. Deze stichting werkt onder de naam Wolderwijs. Ingevolge artikel 48, lid 6 sub d, kan de begroting slechts worden vastgesteld nadat de gemeenteraad deze heeft goedgekeurd. Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: Voorgesteld wordt om: 1. De begroting 2014 goed te keuren; 2. In te stemmen met de voorgestelde wijziging van de procedure in het toetsingskader. Inleiding en aanleiding: Inleiding: Met ingang van 1 januari 2010 is het beheer en bestuur van het openbaar onderwijs overgedragen aan de Stichting Wolderwijs. In de statuten van de stichting is opgenomen op welke wijze de stichting invulling geeft aan de uitvoering van de overgedragen taken. Ingevolge artikel 48 lid 6 sub d, van de Wet Primair Onderwijs behoeft de begroting van de stichting de goedkeuring van de gemeenteraad. In het Toezichtskader is dit nader uitgewerkt. Aanleiding: Op 27 november 2013 is de begroting 2014 van de Stichting Wolderwijs ontvangen. Problemen of vraagstukken: Beschrijving probleem: Hoewel de instandhouding van openbare scholen is opgedragen aan een stichting behoudt de gemeenteraad nog enkele verantwoordelijkheden. Om aan deze verantwoordelijkheden invulling te geven is een toezichtskader vastgesteld waarin ondermeer het volgende is opgenomen: 1. Een planning en procedure voor indiening en behandeling van de begroting en jaarrekening; 2. Eisen waaraan begroting en jaarrekening moeten voldoen; 3. De aanwezigheid van een risicoparagraaf; Er moet een meerjarenbegroting zijn. Pagina 1 van 3

287 1. Planning en procedure Volgens het toezichtskader moet de begroting in week 45 worden ingediend. Gebleken is dat dit als gevolg van de door de stichting op grond van de onderwijswetgeving te doorlopen procedure niet mogelijk is. Bovendien staat in de statuten van de stichting als aanleverdatum 1 december. In 2012 is in overleg met de stichting een aantal data in de procedure aangepast. Hierin is ondermeer afgesproken dat rond 15 november eerst een conceptbegroting wordt ingediend. Deze kan dan reeds ambtelijk worden beoordeeld en besproken met vertegenwoordiger(s) van Wolderwijs. Op deze wijze wordt mogelijk om de begroting voor 1 februari aan de raad voor te leggen. Nu is gebleken dat een procedure volgens de nieuwe afspraken werkbaar is wordt aanbevolen om deze data op te nemen in het toezichtskader. 2. Eisen waaraan de begroting moet voldoen De begroting is op 27 november 2013 ontvangen. Hieraan voorafgaand heeft conform de gemaakte afspraken ambtelijke beoordeling en bespreking met Wolderwijs plaatsgevonden. De begroting is hiermee tijdig ingediend. De begroting is inzichtelijk en geeft een realistisch beeld van de ontwikkeling van de financiële positie van de stichting. De begroting bevat een uitgebreide toelichting. 3. Sluitende begroting De begroting is qua reguliere bedrijfsvoering sluitend. Daarmee voldoet de stichting aan de eis van een sluitende bedrijfsvoering. Daarnaast worden er nog uitgaven gedaan als kwaliteitsimpuls. Deze uitgaven ( ,= ) worden in de toelichting gespecificeerd. De uitgaven van de kwaliteitsimpuls worden ten laste van de hiervoor bedoelde reserves gebracht zodat er geen langlopende verplichtingen uit voortvloeien. 4. Meerjarenraming De meerjarenbegroting tot en met 2017 is qua reguliere bedrijfsvoering sluitend. Wel zijn er gedurende deze jaren impulsinvesteringen geraamd, echter omdat hiermee geen langlopende verplichtingen worden aangegaan loopt de stichting hierdoor geen extra risico. 5. Risicoparagraaf De begroting bevat een risicoparagraaf. Hierin worden de denkbare risico s beschreven en wordt aangegeven hoe de stichting hiermee denkt om te gaan. Twee risico s vragen extra aandacht: a. Kleinescholentoeslag Basisscholen ontvangen van het ministerie een bedrag per leerling voor de bekostiging van personeel. Bij de invoering van dit systeem bleek dat dit systeem zeer nadelig is voor de kleinere scholen. Daarom is voor scholen tot 145 leerlingen een rekenformule ontwikkeld waardoor dit nadeel wordt gecompenseerd. Deze compensatie wordt kleinescholentoeslag genoemd. Het ministerie van OCW is voornemens deze toeslag af te schaffen. Dit zal grote gevolgen hebben voor de kleine scholen. Hoewel deze scholen op basis van de geldende opheffingsnorm kunnen blijven bestaan wordt het financieel onmogelijk om voldoende personele bezetting te realiseren waardoor deze scholen alsnog moeten worden opgeheven. Hoewel er wordt gesproken over een alternatief of variant bestaat hierover nog veel onduidelijkheid. b. Overheveling buitenonderhoud Met ingang van 1 januari 2015 wordt de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud overgeheveld van de gemeente naar de schoolbesturen. De schoolbesturen ontvangen vanaf 2015 een uitkering van het ministerie van OCW.Hiervoor vindt een uitname uit het Gemeentefonds plaats. Bij de overheveling is bepaald dat er geen verrekening over voorgaande jaren of overheveling van reserves zullen plaatsvinden. In plaats daarvan is er een overgangsregeling op grond waarvan schoolbesturen met onderhoudsgevoelige gebouwen en beperkte vereveningsmogelijkheden tijdelijk aanvullende bekostiging kunnen ontvangen. Overdracht van een reserve is, in tegenstelling tot hetgeen is vermeld in de begroting van de Stichting Wolderwijs, niet aan de orde. Pagina 2 van 3

288 Beoogd effect: Het toezicht is bedoeld om: - Erop toe te zien dat het onderwijs volgens de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs wordt gegeven; - Erop toe te zien dat de stichting de taken structureel kan uitvoeren met de beschikbare middelen; - Erop toe te zien dat invulling wordt gegeven aan de grondwettelijke taak van de lokale overheid, namelijk het geven van voldoend openbaar onderwijs in een genoegzaam aantal scholen. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Toelichting ontwerpbesluit: De begroting voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Er is geen aanleiding om de goedkeuring aan de begroting te onthouden. Bij de indiening van de begroting is nu voor het tweede jaar gewerkt volgens de in 2012 afgesproken procedure. Nu gebleken is dat dit werkbaar is kan deze procedure worden vastgelegd in het toetsingskader. Argumenten ontwerpbesluit: Zie toelichting. Kanttekeningen: Zie toelichting. Alternatief beleid: N.v.t. Financiële effecten: De rijksvergoeding is voor de stichting taakstellend. De exploitatie van het openbaar basisonderwijs heeft voor de gemeente geen directe financiële gevolgen. Personele effecten: N.v.t. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) Het vaststellingsbesluit wordt met de daarbij behorende stukken via de gebruikelijke weg gepubliceerd. Het betreft hier uitvoering van een wettelijke verplichting. Afzonderlijke communicatie is niet noodzakelijk Fatale termijnen: De begroting moet voor 1 februari door de gemeenteraad zijn goedgekeurd. Aanpak en uitvoering: N.v.t. Bijlagen: (alleen digitaal) - Begeleidende brief Wolderwijs; - Aangepast Toetsingskader. Zuidwolde, 17 januari 2014 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer burgemeester Roger de Groot Pagina 3 van 3

289 Ontwerp Nr. I / 11 De raad van de gemeente DE WOLDEN; Overwegende dat de Stichting Openbaar Primair Onderwijs De Wolden bij schrijven d.d. 26 november 2013 de begroting voor het jaar 2014 heeft ingediend; Dat de begroting voldoet aan de criteria genoemd in het Toetsingskader Gemeenteraad Openbaar Primair Onderwijs De Wolden en de in 2012 gemaakte procedureafspraken; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 januari 2014; Besluit: 1. De begroting 2014 van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs De Wolden goed te keuren; 2. De in 2012 gemaakte procedureafspraken op te nemen in het Toetsingskader Gemeenteraad Openbaar Primair Onderwijs De Wolden. Zuidwolde, 30 januari 2014 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot Pagina 1 van 1

290

291

292 Toezichtskader Gemeenteraad Openbaar Primair Onderwijs Gemeente De Wolden Toezichtskader Gemeenteraad Openbaar Primair Onderwijs De Wolden De Wolden, 11 december

293 Toezichtskader Gemeenteraad Openbaar Primair Onderwijs Gemeente De Wolden Inleiding Vanaf het moment dat de gemeente het openbaar basisonderwijs vermogensrechtelijk heeft verzelfstandigd, heeft de gemeente een andere taak en verantwoordelijkheid gekregen. In artikel 48 WPO is bepaald dat de gemeenteraad een aantal expliciet genoemde taken heeft in de relatie tot een verzelfstandigde stichting voor het openbaar primair onderwijs. Om wat meer inhoud te geven aan deze rol en het wat en hoe van deze taken, wordt in deze notitie een voorstel gedaan voor een toezichtkader. In de statuten is in artikel 22 een bepaling met betrekking tot het toezicht opgenomen. Doel van het toezicht is regelmatig te toetsen of het besluit tot verzelfstandiging van het openbaar onderwijs een goed besluit is geweest. Daarnaast wordt recht gedaan aan de grondwettelijke taak van de overheid: te voorzien in voldoend openbaar onderwijs in een genoegzaam aantal scholen (art. 23 GW). Hoewel het bestuur van het openbaar onderwijs vermogensrechtelijk is verzelfstandigd, valt de stichting onder de Wet openbaarheid van bestuur en is de Algemene wet bestuursrecht op dezelfde wijze van toepassing als bij een publiekrechtelijke bestuursvorm. Dit in verband met het werkgeverschap: de termijnen zijn van toepassing. Een werknemer kan in het geval van het openbaar onderwijs niet terecht bij een geschillencommissie. Tevens is de wet Openbaarheid van Bestuur van toepassing, bij voorbeeld m.b.t. notulen en bestuursbesluiten. Toezicht: wat is het niet? Als overheid is de zorg voor het onderwijs vanzelfsprekend. Het is niet voor niets dat in de grondwet wordt bepaald dat het onderwijs een voorwerp van de aanhoudende zorg der regering is. Vanuit dit perspectief bezien is de bemoeienis van de (lokale) overheid met het onderwijs, openbaar en bijzonder, te legitimeren. Daarbij moet er echter wel rekening mee worden gehouden dat deze bemoeienis zich verhoudt met de verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Daarom wordt voordat wordt ingegaan op wat de toezichtstaak behelst, eerst benoemd wat het niet is. Het toezicht is niet: * Het besturen van de stichtingen voor openbaar onderwijs: daarvoor heeft de stichting zelf een bestuur. * Het toezicht op de kwaliteit van het onderwijs. Dat is een (wettelijke) taak voor de onderwijsinspectie. * Het toezicht gaat ook niet over het al dan niet rechtmatig en doelmatig inzetten van de middelen. Dat is een rol voor de accountant. De vraag die dan naar voren komt is: Wat is dan de toegevoegde waarde van de toezichtstaak van de gemeente? Maar wat is het dan wel? Artikel 48 zesde lid onder e van de Wet op het primair onderwijs (Wpo) bepaalt dat de statuten van de stichting voorzien in een regeling omtrent de wijze waarop de gemeente toezicht op het bestuur uitoefent. Met andere woorden: het toezicht op het bestuur door de gemeente wordt in de statuten van de stichting geregeld. Doel van het toezicht is drieledig: 1) erop toezien dat het onderwijs volgens de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs wordt gegeven, 2) erop toezien dat de stichting de taken structureel kan uitvoeren met de beschikbare middelen en 2

294 Toezichtskader Gemeenteraad Openbaar Primair Onderwijs Gemeente De Wolden 3) dat invulling wordt gegeven aan de grondwettelijke taak van de lokale overheid, namelijk het geven van voldoend openbaar onderwijs in een genoegzaam aantal scholen. Als uit het toezicht blijkt dat hieraan wordt voldaan, dan is het verzelfstandigingbesluit van de gemeente gelegitimeerd. De bevindingen die de toezichtstaak opleveren, kunnen echter de aanleiding vormen om uitvoering te geven aan een aantal andere taken en bevoegdheden die zijn benoemd in artikel 48 Wpo. (zie bijlage 3) Overzicht van de bevoegdheden van de gemeente Hieronder wordt een overzicht gegeven van de taken en bevoegdheden die de gemeente heeft ten aanzien van het verzelfstandigd openbaar onderwijs. Aan een aantal van deze bevoegdheden zijn voorwaarden verbonden. Tabel 1: Wettelijke bevoegdheden van de gemeenteraad Wettelijke bevoegdheden van de gemeenteraad Wettelijke taak / bevoegdheid Juridische grondslag Opmerking gemeenteraad WPO Benoemen Art. 48, 6 e De wijze van benoeming is opgenomen in de bestuursleden lid onder b. statuten. Het houden van Art. 48, 6 e De wijze waarop het toezicht wordt toezicht op het bestuur Goedkeuren van de begroting Onthouden goedkeuring van de begroting Goedkeuren van de jaarrekening Instemmen met statutenwijziging Kennis nemen van het jaarlijks verslag over de werkzaamheden lid onder e. Art. 48, 6 e lid onder d. Art. 48, 10 e lid Art. 48, 6 e lid onder d. Art. 48, 7 e lid. Art. 48, 8 e lid gehouden is opgenomen in de statuten. Wanneer er geen strijd is met het recht of het algemeen belang, wordt de begroting zonder meer goedgekeurd. Goedkeuring van de begroting kan alleen worden onthouden als er sprake is van strijd met het recht of met het algemeen belang, waaronder begrepen het financiële belang van de gemeente.. Vooral de schoolbesturen hebben er belang bij dat de gemeenteraad de jaarrekening goedkeurt. Zonder goedkeuring verkrijgt de eerdere vaststelling van het stichtingsbestuur geen rechtskracht; de vaststelling wordt dan geacht niet te zijn gebeurd. Een niet vastgestelde jaarrekening kan consequenties hebben voor de bevoorschotting van de stichting door het Rijk. Statuten kunnen niet worden gewijzigd zonder instemming van de gemeente. Dit is met name van belang voor de uitvoering van het toezicht omdat in het jaarverslag wordt beschreven op welke wijze wordt omgegaan met de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs (art. 46 Wpo) 3

295 Toezichtskader Gemeenteraad Openbaar Primair Onderwijs Gemeente De Wolden Wettelijke bevoegdheden van de gemeenteraad Wettelijke taak / bevoegdheid gemeenteraad Juridische grondslag WPO Opmerking Het nemen van maatregelen die nodig worden geacht om de continuïteit van het onderwijsproces te borgen Zelf voorzien in het bestuur van de scholen De stichting ontbinden Opheffen openbare school Art. 48, 10 e lid. Art e lid. Art. 48, 11 e lid. Art. 48, 5 e lid Hier is sprake van een wettelijke opdracht. Dat wil zeggen dat de gemeenteraad de nodige maatregelen móet nemen. Dit kan alleen als de begroting niet voor 1 februari is goedgekeurd. In geval van ernstige taakverwaarlozing of functioneren in strijd met de wet kan de gemeenteraad zelf voorzien in het bestuur van de scholen. In geval van ernstige taakverwaarlozing of functioneren in strijd met de wet kan de gemeenteraad de stichting ontbinden. Dit is de enige schoolbestuurlijke bevoegdheid die het stichtingsbestuur wordt onthouden. De stukken die door het schoolbestuur aan de gemeenteraad moeten worden aangeboden zijn: * de begroting * de jaarrekening * het jaarverslag. Dit is de informatie op basis waarvan het toezicht kan worden uitgeoefend. Signalen over ernstige taakverwaarlozing of functioneren in strijd met de wet moeten op andere wijze aan het licht komen. In voorkomende gevallen zal dit leiden tot een bestuursrechtelijke procedure om uiteindelijk duidelijkheid te krijgen of de genomen beslissing naar aanleiding van de signalen over taakverwaarlozing de toets der kritiek kan doorstaan. Voorts kan erop worden toegezien dat er in overeenstemming met artikel 48 WPO wordt gehandeld, bijvoorbeeld dat er voor een statutenwijziging ook daadwerkelijk toestemming aan de gemeenteraad wordt gevraagd. Toezicht: Indicatoren en criteria Om te bepalen of het verzelfstandigingbesluit een juist besluit is geweest van de gemeenteraad, moet bij verschillende indicatoren worden aangegeven aan welke criteria ze moeten voldoen om te bepalen of het bestuur de taak naar behoren uitvoert. Daarom kan het volgende worden gesteld: Het verzelfstandigingbesluit is een juist besluit geweest als: 1) Openbaar onderwijs overeenkomstig de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs wordt gegeven; 2) Het bestuur van de stichting dit structureel kan realiseren met de beschikbare middelen; 3) Invulling wordt gegeven aan de grondwettelijke taak: voldoend openbaar onderwijs in een genoegzaam aantal scholen. 4

296 Toezichtskader Gemeenteraad Openbaar Primair Onderwijs Gemeente De Wolden In het jaarverslag van de stichting moet worden ingegaan op de wezenskenmerken (karakter) van het openbaar onderwijs. Dit blijkt enerzijds uit een afdoende beschrijving en anderzijds het ontbreken van signalen dat dit niet het geval is. In het bijzonder wordt erop gelet dat de ouderbijdrage geen belemmering mag vormen voor de toegankelijkheid van de scholen. Uit de begroting en rekening moet blijken dat de beschikbare middelen toereikend zijn om dit te realiseren. Dat betekent dat de een meerjarenraming deel moet uitmaken van de begroting. Deze moet zijn gebaseerd op realistische leerling-prognoses. Voorts dient in de begroting een risicoparagraaf te zijn opgenomen waaruit blijkt dat het bestuur zich bewust is van de maatschappelijke ontwikkelingen en specifieke ontwikkelingen op de scholen en dat in hoofdlijn wordt aangegeven hoe hierop wordt geanticipeerd. In ieder geval dient tijdig te blijken of er mogelijk sprake is van stichting of opheffing van een school voor openbaar onderwijs (genoegzaam aantal scholen). Werkwijze uitvoering toezicht De samenstelling van de uitvoerende organen is beschreven in de statuten van de stichting. Geadviseerd wordt een (gemeentelijke) ambtelijk secretaris aan te wijzen die zorg draagt voor het tijdig bijeenroepen van de vergaderingen, de agendastelling en de voorbereiding van de besluitvorming. Deze functioneert tevens als gemeentelijke contactpersoon voor het management/bestuur van de stichting. Deze functionaris dient voldoende deskundig te zijn op het gebied van de onderwijsfinanciën, het bestuur van het (openbaar) basisonderwijs en het openbaar bestuur. Hoewel het een in omvang beperkte taak is, dient deze goed te worden belegd. Vooral omdat de consequenties van het terugdraaien van het verzelfstandigingbesluit bijzonder verstrekkend kunnen zijn. Zowel financieel als organisatorisch. Planning Concreet betekent dit het volgende in een jaarplanning: * In maart en september wordt het college van B&W namens de gemeenteraad op de hoogte gesteld over de tussenresultaten van de lopende begroting en de inhoudelijke toelichting daarop; * In november/december wordt de gemeenteraad de begroting ter goedkeuring aangeboden; * In juni wordt de gemeenteraad de jaarrekening ter goedkeuring aangeboden. Het algemene jaarverslag is uitgangspunt voor een gedachtewisseling tussen OPO De Wolden en de gemeente. 5

297 Toezichtskader Gemeenteraad Openbaar Primair Onderwijs Gemeente De Wolden Bijlage 1: Toezichtkader: een overzicht van indicatoren, criteria en normering Bron Indicator Criterium Norm Begroting Tijdig aanleveren begroting aan de gemeenteraad Planning van de begroting overeenkomstig bijlage 2 Dit aspect is volgens de wet voldoende als de gemeenteraad voor 1 februari de begroting heeft goedgekeurd. Volledigheid begroting De begroting is inzichtelijk De begroting bevat een risicoparagraaf Er is een meerjarenbegroting opgenomen De begroting is sluitend Uit de risicoparagraaf blijkt dat het schoolbestuur zich bewust is van maatschappelijke en schoolspecifieke ontwikkelingen en geeft de wijze waarop hierop wordt geanticipeerd in hoofdlijn aan. De meerjarenbegroting is sluitend; ook na afloop van de 'bruidsschatperiode' per 1 januari 2015 Jaarrekening Tijdig aanleveren jaarrekening aan de gemeenteraad Planning van de jaarrekening overeenkomstig bijlage 2 Dit aspect is volgens de wet voldoende als de gemeenteraad voor 1 juli heeft ingestemd met de jaarrekening. Volledigheid jaarrekening Juistheid jaarrekening Toelichting besteding bruidsschat Uitzonderingsrapportage De jaarrekening sluit aan op de begroting Onderzoek accountant Onderzoek accountant Onderzoek accountant of andere (externe) deskundige Geen grote verschillen tussen rekening en begroting. De verschillen worden verklaard. Goedkeurende accountantsverklaring Specifieke accountantsverklaring De gemeenteraad kan besluiten gerichte controles door (externe) deskundigen te laten uitvoeren indien zij dat noodzakelijk acht. 6

298 Toezichtskader Gemeenteraad Openbaar Primair Onderwijs Gemeente De Wolden Bron Indicator Criterium Norm Jaarverslag Continuïteitswaarborg De wijze waarop wordt omgegaan met de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs (art. 46 Wpo) Verantwoord besturen Goedgekeurde jaarrekening Een beschrijving in het jaarverslag Het jaarverslag bevat een risicoparagraaf Gestreefd wordt naar een eigen vermogen van tenminste 15%, volgens de berekening: Eigen vermogen, verminderd met boekwaarde materiële vaste activa, gedeeld door de Rijksbijdragen van het betreffende boekjaar. In het jaarverslag wordt een afdoende beschrijving opgenomen van activiteiten waaruit blijkt op welke wijze met de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs wordt omgegaan. Uit de risicoparagraaf blijkt dat het schoolbestuur zich bewust is van maatschappelijke en schoolspecifieke ontwikkelingen en geeft de wijze waarop hierop wordt geanticipeerd in hoofdlijn aan. 7

299 Toezichtskader Gemeenteraad Openbaar Primair Onderwijs Gemeente De Wolden Bijlage 2: Planning begroting en jaarrekening Voor de begroting en de jaarrekening van de schoolbesturen gelden enkele fatale data die het uitgangspunt vormen voor de planning van de vaststelling en agendering in de gemeenteraad. In de planningen zijn de formele overlegmomenten benoemd. Daarnaast is er ruimte voor informele overleggen. Geadviseerd wordt hier ook gebruik van te maken opdat de formele trajecten zonder hobbels kunnen worden genomen. Dit is met name van belang omdat er nauwelijks rek in de planningen zit waardoor oponthoud feitelijk niet mogelijk is. Planning begroting Wettelijke termijn: de gemeenteraad geeft uiterlijk 1 februari goedkeuring aan de begroting. 1 oktober tot 5 november opstellen en inspraakprocedure Wolderwijs 5 november tot 14 november verwerken wijzigingen als gevolg van inspraakprocedure 15 november versturen (informeel)aangepaste conceptbegroting naar gemeente 16 november tot 29 november start ambtelijke beoordeling begroting en informeel overleg 29 november versturen definitieve begroting met vermelding van eventuele aanpassingen t.o.v. het concept naar gemeente Planning jaarrekening Wettelijke termijn: het schoolbestuur levert de jaarrekening elektronisch aan bij Cfi op 1 juli Week 26: elektronisch aanleveren jaarrekening bij Cfi. Week 24: Goedkeuren van de jaarrekening door de gemeenteraad Week 19: College van Burgemeester en Wethouders Week 17: Informele toezending conceptjaarrekening Week 14: Vaststelling conceptjaarrekening door stichtingsbestuur 8

300 Bijlage 3: artikel 48 WPO Toezichtskader Gemeenteraad Openbaar Primair Onderwijs Gemeente De Wolden Artikel 48. Instandhouding openbare school door een stichting 1. Een gemeenteraad kan besluiten dat een of meer openbare scholen in de gemeente in stand worden gehouden door een stichting die zich ten doel stelt het in stand houden van een of meer openbare scholen, al dan niet te zamen met openbare scholen als bedoeld in de Wet op de expertisecentra of openbare scholen als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs. 2. De gemeenteraad maakt het voornemen tot een besluit als bedoeld in het eerste lid bekend. 3. Een stichting die een openbare school in stand houdt, wordt opgericht door een of meer gemeenten, al dan niet tesamen met een of meer privaatrechtelijke rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid. 4. Het statutaire doel van de stichting is uitsluitend het geven van openbaar onderwijs overeenkomstig artikel De stichting oefent met uitzondering van de besluitvorming over de opheffing van een openbare school alle taken en bevoegdheden van het bevoegd gezag uit. 6. Onverminderd het vierde lid voorzien de statuten in ieder geval in een regeling omtrent: a. de samenstelling, werkwijze en inrichting van het bestuur van de stichting, b. de wijze van benoeming, herbenoeming, schorsing en ontslag van de bestuursleden, met dien verstande dat de leden van het bestuur worden benoemd door de gemeenteraad of gemeenteraden en dat ten minste een derde gedeelte, doch geen meerderheid, van die leden wordt benoemd op bindende voordracht van de ouders van de leerlingen die zijn ingeschreven op de betrokken school of scholen, c. de termijn waarvoor de bestuursleden worden benoemd, d. de vaststelling van de begroting na goedkeuring door de desbetreffende gemeenteraad of gemeenteraden en de vaststelling van de jaarrekening na instemming van de desbetreffende gemeenteraad of gemeenteraden, e. de wijze waarop de gemeenteraad of gemeenteraden toezicht op het bestuur uitoefenen, f. de gronden waarop het bestuur kan besluiten de vergaderingen besloten te houden, 1

301 Toezichtskader Gemeenteraad Openbaar Primair Onderwijs Gemeente De Wolden g. de periode waarvoor de stichting in het leven wordt geroepen, met dien verstande dat deze periode ten minste 5 jaren bedraagt, en h. de bevoegdheid de stichting te ontbinden, met dien verstande dat in de regeling een overheersende invloed van de overheid in het bestuur is verzekerd. De goedkeuring bedoeld in onderdeel d kan worden onthouden wegens strijd met het recht of met het algemeen belang, waaronder begrepen het financiële belang van de gemeente. 7. De statuten van de stichting kunnen slechts worden gewijzigd na instemming van de desbetreffende gemeenteraad of gemeenteraden. 8. Het bestuur brengt jaarlijks aan de gemeenteraad of gemeenteraden verslag uit over de werkzaamheden, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. Het verslag wordt openbaar gemaakt. 9. De vergaderingen van het bestuur van de stichting zijn openbaar, tenzij het bestuur anders beslist, op gronden, vermeld in de statuten. 10. Indien voor 1 februari van het jaar waarvoor de begroting geldt, de begroting niet is goedgekeurd, neemt de gemeenteraad of gemeenteraden de maatregelen die zij nodig achten om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen. 11. De gemeenteraad of gemeenteraden zijn in geval van ernstige taakverwaarlozing door het bestuur of functioneren in strijd met de wet bevoegd zelf te voorzien in het bestuur van de scholen en zo nodig de stichting te ontbinden. 1

302 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 30 januari 2014 Agendapuntnummer : I, punt 12 Besluitnummer : 1194 Portefeuillehouder : Wethouder Mirjam Pauwels Aan de gemeenteraad Onderwerp: Garantiebepaling GR Reestmond BNG (Bank Nederlandse Gemeenten). Samenvatting: De raad wordt gevraagd in te stemmen met een aanvulling op de statuten van de GR Reestmond inzake garantiestelling voor leningen bij de BNG. Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: De raad besluit in te stemmen met het opnemen in de GR Reestmond van de volgende tekst als artikel 37a, een en ander overeenkomstig de modelbepaling in de circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties ( BZK) 1. De deelnemers zullen er steeds zorg voor dragen dat het openbaar lichaam te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen; 2. Indien aan het algemeen bestuur van het openbaar lichaam blijkt dat een deelnemer weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, doet het algemeen bestuur onverwijld aan gedeputeerde staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 Gemeentewet of artikel 104 Waterschapswet, respectievelijk een verzoek aan de Minister tot toepassing van de artikelen 198 en 199 Provinciewet; 3. Een liquidatieplan op te stellen dat voorziet in de verplichting van de deelnemers alle rechten en verplichtingen van het openbaar lichaam over de deelnemers te verdelen op een in het plan te bepalen wijze. Inleiding en aanleiding: Inleiding: Het ministerie van BZK heeft in 1999 een circulaire uitgebracht waarin zij stelt dat leningen van de BNG aan openbare lichamen op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regeling (WGR) enkel op dezelfde (gunstige) voorwaarden als voor gemeenten kunnen worden verstrekt wanneer de deelnemende gemeenten in de statuten hebben vastgelegd aansprakelijk te zijn voor de verplichtingen die door het openbaar lichaam worden aangegaan. De BNG heeft destijds een modelbepaling voorgeschreven. Aanleiding: De BNG heeft alle gemeenschappelijke regelingen waaronder Reestmond (en Alescon) verzocht bij het ontbreken van de modelbepaling in de statuten deze alsnog op te nemen. Pagina 1 van 2

303 Problemen of vraagstukken: Beschrijving probleem: Wanneer de bepaling niet (als addendum) in de statuten van de GR Reestmond wordt opgenomen kan de BNG eenzijdig de (gunstige) voorwaarden van de leningen aan de GR Reestmond wijzigen. Hierdoor zal de GR Reestmond een hoger tarief voor leningen moeten betalen. Beoogd effect: De mogelijkheid tot het - onder gunstige voorwaarden - afsluiten van (nieuwe) leningen door GR Reestmond bij de BNG behouden. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Toelichting ontwerpbesluit: De modelbepaling wordt als addendum aan de statuten van de GR toegevoegd. Argumenten ontwerpbesluit: In de praktijk wijzigt er in het geheel niets. Deelnemende gemeenten zijn reeds wettelijk aansprakelijk voor de bepalingen die in de circulaire van BZK worden genoemd. Alternatief beleid: N.v.t Financiële effecten: Als de modelbepaling niet wordt opgenomen kan dit een nadelig financieel effect hebben op de leningen van Reestmond bij de BNG. Personele effecten: N.v.t. Juridische effecten: N.v.t Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) N.v.t. Fatale termijnen: N.v.t. Aanpak en uitvoering: Na instemmen van alle deelnemende gemeenten zal de modelbepaling aan het Algemeen Bestuur van de GR Reestmond ter vaststelling worden aangeboden. Bijlagen: Geen. Zuidwolde, 17 januari 2014 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer burgemeester Roger de Groot Pagina 2 van 2

304 Ontwerp Nr. I / 12 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 januari 2014; Besluit: In te stemmen met het opnemen in de GR Reestmond van de volgende tekst als artikel 37a, een en ander overeenkomstig de modelbepaling in de circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties ( BZK) 1. De deelnemers zullen er steeds zorg voor dragen dat het openbaar lichaam te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen; 2. Indien aan het algemeen bestuur van het openbaar lichaam blijkt dat een deelnemer weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, doet het algemeen bestuur onverwijld aan gedeputeerde staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 Gemeentewet of artikel 104 Waterschapswet, respectievelijk een verzoek aan de Minister tot toepassing van de artikelen 198 en 199 Provinciewet; 3. Een liquidatieplan op te stellen dat voorziet in de verplichting van de deelnemers alle rechten en verplichtingen van het openbaar lichaam over de deelnemers te verdelen op een in het plan te bepalen wijze. Zuidwolde, 30 januari 2014 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot Pagina 1 van 1

305 Vergadering : 30 januari 2014 Nummer : I, punt 13 Onderwerp : Ingekomen stukken INGEKOMEN STUKKEN RAAD 30 januari 2014 a. 26 nov College van B en W Statutenwijziging Rendo 2013 V.k.a. b. 12 dec College van B en W Brief afkoppelprojecten regenwater V.k.a. c. 14 jan College van B en W Brief provincie Drenthe met mededeling repressief toezicht begroting 2014 V.k.a. Zuidwolde, 17 januari 2014 griffier, drs. Josee Gehrke burgemeester, Roger de Groot

306

307

308

309

310

311

312

313

314

315

316

317

318

319

320

321

322

323

324

325

326

327

328

329

330

331

332

333

334

335

336

337

338

339

340

341 Pagina 1 van 2 Leden van de gemeenteraad Uw brief van : Uw kenmerk : Ons kenmerk : Bijlage : Behandeld door : G. Velthuis Telefoonnummer : Zuidwolde, 12 december 2013 Onderwerp : Overzicht afkoppelprojecten regenwater Geachte leden van de gemeenteraad, Bij de behandeling van het v-grp (verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan) op 12 september hebben wij aan u toegezegd een overzicht van de regenwater afkoppelprojecten te verstrekken. Hierna treft u de gevraagde informatie aan. Nieuwbouwplannen In nieuwbouwplannen zoals de Wijk (Dunningen), Zuidwolde (Middelveen), Ruinerwold (Boerpad) wordt bij de aanleg direct een gescheiden stelsel aangelegd. Deze wijken beschikken dus al over afzonderlijke rioolbuizen voor vuilwater en regenwater. Bij dergelijke projecten koppelen wij bij de aanleg van het plan 100% van het regenwater af. Bestaande wijken (uitgevoerd) In bestaande wijken is het afkoppelen maatwerk. Er moet sprake zijn van een knelpunt (beperkte afvoercapaciteit, overlast omgeving) en er dient een afvoermogelijkheid voor regenwater technisch en financieel haalbaar zijn. In de afgelopen jaren zijn diverse woningen en wegen afgekoppeld van het gemengde systeem. Het regenwater wordt rechtstreeks afgevoerd naar het oppervlaktewater, in de bodem of via een nieuw aangelegd regenwater riool indirect naar het oppervlaktewater. Het overzicht van met de projecten waarbij regenwater is afgekoppeld van het gemengde riool treft u hierna aan: jaartal Project Wijze Omvang 2002 Afkoppelen Linde oppervlaktewater 10 woningen (5%) 2003 Afkoppelen Kerkweg Ruinerwold oppervlaktewater 40 woningen (2%) 2004 Afkoppelen Eursinge oppervlaktewater 26 woningen (90%) 2005 Afkoppelen Ansen oppervlaktewater 30 woningen (50%) 2006 Waterproject Ruinen bodem + oppervl. 500 woningen (55%) 2006 BBB Berghuizen oppervlaktewater 15 woningen (30%) 2008 Buitengebied (drukriool) oppervlaktewater 12 woningen (nvt) - Naast het afkoppelen van dakoppervlakken is bij bovengenoemde projecten ook de verharding van de wegen afgekoppeld van het gemengde riool. Het percentage geeft

342 Pagina 2 van 2 de verhouding aan van het afgekoppeld oppervlakte aan ten opzichte van het totaal verhard oppervlakte. - In het buitengebied is drukriolering aanwezig. Het drukriool is berekend op de afvoer van huishoudelijk en (in beperkt mate) bedrijfswater. In een aantal gevallen is geconstateerd dat er regenwater werd geloosd op de drukriolering. Dit regenwater is na overleg weer afgekoppeld en wordt nu afgevoerd naar het oppervlaktewater. Bestaande wijken (binnenkort in uitvoering) Ook zijn een aantal nieuwe afkoppelprojecten in voorbereiding. jaartal Project Omvang 2014 Rioleringsmaatregelen Ruinerwold 60 woningen (6%) 2014 Afkoppelen Ansen II 30 woningen (50%) 2014 Randvoorziening de Wijk 24 woningen (4%) 2015 Afkoppelproject v-grp 2015 Nader te bepalen Project 2015: locatie te bepalen in combinatie met overige werkzaamheden (vervangen riolering, herstraat en reconstructiewerkzaamheden). Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders van De Wolden, Secretaris, Nanne Kramer Burgemeester, Roger de Groot

343 `, " ^ ` P2'/>lz1mcie^}m1f5\Ff/c:s;tffrl3x'in1<" 1, Asascn 'F Q3592)365; 5-; PlßstfzdrexPostbu? 122, Moo Ac Assexz ff Qoggz) provmczerenthe " ' }"".",.".",""""W\."".""?.W""".""""". """"""""",AW"",<"""","""""V""«"«".".,.""",,WMM /jlam zalal: nr: ag Wl*Wllwlllllï;.lll%,"llWnlml*l mg.;;l;±fm;lrl"mn: W åfllfll \ s A* de raad van de gemeente De Wolden ' ~ L, * a2m:.nl"t _; Postbus 20 f 7920/xA zusmwowe ~ ll-l-lv-~umw-.1 ~-ll í. l W' Assen, 20 december 2013 Ons kenmerk 51/2.4/ Behandeld cløor mevrouw J.l<. van der Laan (0592) 'F5 Clnderwerpz Financieel tøezichti vorm en bevindingen 2044 Geachte raacs, Elk jaar besluiten wi; vóór aanvang van het begrøtlngsjaar of vam* uw gømeenta repreßssef nf preventief begmtlngmoezscht gelclï. Wlj verwijzen U naar artikel 203 van de Gameentewet. Fñepressief toezicht is regel. Dit hnudt ln, dat u uw begmting direct kunt uitvøa-ren. Wij høeven uw begmtlng en begrøtlngswijzigingen niet voøraf goed te keuren. Preventlef toezicht la ultzøndering, Dit betekent dat de begmtlng en begrw ïlngswilzlgingen eerst nog dom" ons mm-stenworden goedgekeurd voczrdalụ tot ulle vøerlng kunt overgaan, Besluit: Repressief begrotingstøezicht voor 2014 Wij hebben gßconßtateerd dat uw lmgrøting voldmet aan de criteria vom represasíef tmezicht. lllaamm hebben wii besloten dat waaruw gemeente vnør het jaar 2014 sprake is van repressie? begrotlngstoezißht. Us begroting hebben wi} wor kenniageving aangenomen. Wij verzoekøn u om begrøtingswljzlgíngen binnen twee weken na vaststelling aan ons toe te slzureru Overwegingen 1. U hebt de begroting en de jaarfekening ïljcllg toegeßtuurd. 2. Uw begroting la naar cms oordeel structureel en reëel in evenwicht, >" ~"»K,~l."~V g,"._.ø,;~ 1.1-,M 4, *~@"~*',