Nota van Beantwoording

Transcriptie

1 Nota van Partiële wijziging Verordening ruimte 2014 en Programma ruimte inzake stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 hectare buiten bestaand stads- en dorpsgebied en andere ontwikkelingen Gedeputeerde Staten, 29 september

2 1. Inleiding Deze Nota van en Wijziging bevat een overzicht, alsmede een samenvatting en beantwoording van de zienswijzen die zijn ingediend naar aanleiding van de tervisielegging door Gedeputeerde Staten van het ontwerp van de Partiële wijziging Verordening ruimte 2014 en Programma ruimte inzake stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 hectare buiten bestaand stads- en dorpsgebied en andere ontwikkelingen. Inhoud ontwerp partiële wijziging De Visie ruimte en mobiliteit (VRM) is door Provinciale Staten vastgesteld op 9 juli 2014, evenals de bijbehorende Verordening ruimte 2014 en de Programma s ruimte en mobiliteit. Thans is er aanleiding voor een partiële wijziging van zowel de Verordening ruimte 2014 als het Programma ruimte in verband met enkele urgente ontwikkelingen die nog geen basis hebben in het provinciaal beleid. Enkele andere (minder urgente) ontwikkelingen zijn hieraan toegevoegd. De volgende (categorieën van) wijzigingen maken onderdeel uit van het ontwerp. a) Stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 hectare buiten BSD Ten tijde van de vaststelling van de VRM was er nog geen goed beeld van de begrenzing van het bestaand stads- en dorpsgebied (BSD). Een half jaar na de vaststelling van de VRM hebben Gedeputeerde Staten de begrenzing van het BSD indicatief vastgelegd op kaart. Met de vaststelling van deze kaart is tevens duidelijk geworden welke stedelijke ontwikkelingslocaties geheel of gedeeltelijk buiten BSD liggen. Dit leidt tot enkele veranderingen op de kaarten en tabellen in het Programma ruimte waarop ontwikkelingslocaties groter dan 3 ha buiten BSD zijn aangeduid. Aanpassing van deze kaarten en tabellen is nodig omdat de gemeenten anders niet verder kunnen met de bestemmingsplanprocedure. Het gaat dus om al langer bekende ontwikkelingslocaties. Uitzondering hierop is de Horti Campus Westland. De plannen hiervoor zijn pas recent ontwikkeld en worden ondersteund door de provincie vanwege het belang voor de Greenport. De gemeente wil nog dit jaar de bestemmingsplanprocedure afronden, daarom wordt deze locatie nu toegevoegd aan het Programma ruimte. b) Ruimtelijke Visie Greenport Aalsmeer Het verwerken van de op 12 februari 2015 door de Stuurgroep Greenport Aalsmeer vastgestelde Ruimtelijke Visie Greenport Aalsmeer. Dit leidt tot aanpassing van de kaart met glastuinbouwgebieden in de Verordening ruimte 2014, artikel (glastuinbouwgebied) van de Verordening ruimte 2014, alsmede de tekst hierover in het Programma ruimte. Aanpassing is urgent omdat de gemeente het bestemmingsplan voor het buitengebied in procedure wil brengen. c) Begrenzing EHS Het schrappen van een klein onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) bij de splitsingsdam in de Nieuwe Waterweg. Een klein deel van de splitsingsdam wordt verwijderd om meer manoeuvreerruime te bieden aan de binnenvaart op de intensief bevaren Nieuwe Waterweg. Dit deel van de splitsingsdam is in de jaren negentig ingericht als broedgebied voor visdiefjes. Uit onderzoek is echter gebleken dat deze soort daar geen gebruik van maakt. Naast het ontbreken van feitelijke en toekomstige natuurwaarden, heeft de dam ook geen rol in het verbinden van natuurgebieden. Met een omvang van ongeveer 0,7 ha kan ook niet gesproken worden van een wezenlijke omvang. Dit leidt tot aanpassing van de kaart met begrenzing van de EHS in de Verordening ruimte d) Bestaande afwijkende functies binnen de Greenports De Verordening ruimte 2014 bevat een regeling die binnen de glastuinbouwgebieden alleen glastuinbouwbedrijven en de daarbij behorende voorzieningen toelaat. Binnen de glastuinbouwgebieden 2

3 komen echter ook bestaande rechtmatig aanwezige andere functies voor, zoals bedrijven en woningen. Het is daarom wenselijk de gemeente de mogelijkheid te geven deze functies positief te bestemmen. Beperkte uitbreiding en wijziging naar andere afwijkende functies wordt eveneens mogelijk gemaakt, mits is aangetoond dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de omvang en de bruikbaarheid van het glastuinbouwgebied. Hetzelfde geldt voor het bollenteeltgebied en het boom- en sierteeltgebied. Toegevoegde onderwerpen na de terinzagelegging Mede naar aanleiding van de ingediende zienswijzen zijn ten opzichte van het ontwerp nog enkele onderwerpen toegevoegd. Voor een beschrijving en een toelichting van deze onderwerpen verwijzen wij naar het document Partiële wijziging Verordening ruimte 2014 en Programma ruimte inzake stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 hectare en andere stedelijke ontwikkelingen. 2. Zienswijzen Het ontwerp van de partiële wijziging heeft met ingang van 5 juni 2015 gedurende vier weken ter inzage gelegen. Een ieder is daarbij in de gelegenheid gesteld om zienswijzen kenbaar te maken. Gedurende die periode zijn zienswijzen ingediend door onderstaande personen en instanties. 1. Gemeente Albrandswaard 2. Gemeente Kaag en Braassem 3. Gemeente Katwijk 4. Gemeente Krimpenerwaard 5. Gemeente Leiden 6. Gemeente Noordwijk 7. Gemeente Noordwijkerhout 8. Gemeente Teylingen 9. Regiegroep Voorne Putten 10. Gemeente Voorschoten 11. Gemeente Westland 12. Gemeente Westvoorne 13. Gemeente Zuidplas 14. Mw. H.H.T. Bax 15. J. Dalsem 16. Honderdland Ontwikkel Combinatie C.V. 17. Houtlijn 18. Mw. N. Lakerveld- Van Dorp 19. LTO Noord Glaskracht 20. LTO Noord Afdeling Aar en Amstel 21. Natuur- en milieufederatie Zuid-Holland 22. Ontwikkelcombinatie Thiendeland II Zevender CV 23. Mr. R.V.J.M. Rolf 24. Dhr. N. Tol 25. VNO NCW West 3. en beoordeling zienswijzen 3

4 en beantwoording zienswijzen Zienswijze 1 - Gemeente Albrandswaard 1.1 Ontwikkelingslocatie Binnenland (Rhoonse Weide) De gemeente wijst erop dat de ontwikkelingslocatie Binnenland (ook wel genoemd Rhoonse Weide ) nog ontbreekt op de kaart en tabellen in het Programma ruimte met het overzicht van ontwikkelingslocaties groter dan 3 hectare buiten bestaand stads- en dorpsgebied. De betreffende locatie is in het bestemmingsplan Portland (2012) bestemd als natuur (sportvoorzieningen toegestaan) met een wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van grootschalige recreatieve ontwikkeling ondersteunend aan het recreatiegebied het Buijtenland van Rhoon (zoals restaurant, camping, hotel, wellnesscentrum, kinderboerderij, outdoorcentrum, manege en ontsluitingsweg). Deze wijzigingsbevoegdheid is destijds in nauw overleg met de provincie opgesteld en aan de nodige provinciale voorwaarden verbonden. De gemeente verzoekt de ontwikkelingslocatie alsnog op te nemen in het Programma ruimte. 1.1 De in het Programma ruimte opgenomen kaart met ontwikkelingslocaties groter dan 3 hectare buiten bestaand stads- en dorpsgebied heeft betrekking op stedelijke ontwikkelingen. Het gaat om woningbouwlocaties, bedrijventerrein en andere stedelijke voorzieningen, waaronder sportvelden en indoor sportvoorzieningen. Deze ontwikkelingen vormen een uitbreiding op het bestaande stads- en dorpsgebied. Na realisatie wordt het totale stads- en dorpsgebied dus groter. De ontwikkelingen die mogelijk zijn in het recreatiegebied het Buijtenland van Rhoon hebben in hoofdzaak een buitenstedelijk karakter. Het gaat namelijk om voorzieningen die zijn gericht op recreanten die gebruik maken van het natuur- en recreatiegebied. Het is derhalve niet nodig deze ontwikkelingen op te nemen op de zogenaamde 3 hectare kaart met stedelijke ontwikkelingen. Immers na realisatie van deze recreatieve voorzieningen blijft natuur en recreatie de hoofdfunctie. Er ontstaat dus geen nieuw stads- en dorpsgebied. Deze zienswijze is ongegrond. Zienswijze 2 - Gemeente Kaag en Braassem 2.1 Bedrijventerrein Drechthoek II Bedrijventerrein Drechthoek II ontbreekt op de kaart en lijst in het Programma ruimte met locaties groter dan 3 hectare. Het bestemmingsplan is in 2014 vernietigd door de Raad van State. De reden voor vernietiging heeft niet te maken met de haalbaarheid. Het bedrijventerrein maakt nog steeds deel uit van de regionale visie bedrijventerreinen. 2.2 Leimuiden-West De voormalige vuilstortlocatie Leimuiden-West zal worden ontwikkeld voor woningbouw in combinatie met een verbetering van het sportcomplex. De haalbaarheid is inmiddels aangetoond, zodat voorbereidingen worden getroffen voor een bestemmingsplanwijziging. De locatie moet nog worden opgenomen op de 3 hectare kaart in het Programma ruimte. 2.3 Artikel 2.1.5, vierde lid van de verordening Met de aanpassing van artikel 2.1.5, vierde lid van de verordening wordt door een versoepeling van het huidige stringente beleid, waarin uitsluitend glastuinbouw mogelijk is, mogelijk gemaakt. De zinsnede "kan bij uitzondering bestaande rechtmatig aanwezige bebouwing of functies toelaten suggereert dat rechtmatig 4

5 aanwezige bebouwing slechts bij uitzondering positief bestemd kan worden, maar in beginsel in afwijking van alle jurisprudentie- wegbestemd zou moeten worden. De gemeente verzoekt daarom de formulering zodanig aan te passen dat rechtmatige aanwezige bebouwing als zodanig bestemd kan worden. Dit kan bijvoorbeeld door bij uitzondering te vervangen door in afwijking van het eerste lid. De gemeente onderschrijft de mogelijkheid om binnen het glastuinbouwconcentratiegebied wijziging naar een andere functie mogelijk te maken, mits er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de omvang en de bruikbaarheid van het glastuinbouwgebied. Deze andere functies dienen wel een meerwaarde te hebben voor het gebied als glastuinbouwgebied. Dit ligt in het lijn met het bestemmingsplan Geestweg en Floraweg (2013). Binnen dit plan is glastuinbouw mogelijk, maar er zijn op restkavels ook glastuinbouwgelieerde bestemmingen mogelijk. Ook de Ruimtelijke Visie Greenport Aalsmeer zet een dergelijke lijn in. Uit recentelijk ambtelijk contact met de provincie blijkt dat de provincie de ingezette lijn andere interpreteert. De gemeente verzoekt daarom de betreffende regel te verduidelijken, zodat voor een ieder blijkt dat onder voorwaarden- andere functies mogelijk zijn. 2.4 Definitie glastuinbouw Volgens de definitie in de verordening is sprake van een verplichting dat het merendeel onder glas wordt gekweekt. Glastuinbouw is echter ontstaan uit kweek in de grond, waarbij binnen de gemeente veelvuldig rolkassen zijn toegepast om op te kweken in de kas en door te kweken in de open lucht. Deze praktijk bestaat al decennia maar is volgens de letter van de verordening niet toegestaan. Verzocht wordt dit aan te passen. 2.1 Deze zienswijze is gegrond. Het bedrijventerrein Drechthoek ontbreekt abusievelijk nog in het Programma ruimte op de kaart en in de tabellen met stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 hectare buiten bestaand stads- en dorpsgebied. Het bedrijventerrein zal worden toegevoegd aan de kaart en op de tabel bedrijventerreinen zachte plancapaciteit. 2.2 De woningbouwlocatie Leimuiden-West is opgenomen in de regionale woonvisie. In ruimtelijk opzicht gaat het om een logisch uitbreiding van Leimuiden. Bij de uitwerking in een bestemmingsplan zijn er voldoende mogelijkheden voor het realiseren van een goede ruimtelijke kwaliteit. Deze zienswijze is derhalve gegrond. De woningbouwlocatie wordt toegevoegd aan het Programma ruimte (kaart en tabellen met stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 hectare buiten bestaand stads- en dorpsgebied). De locatie wordt in paragraaf 2.2.1, tabel 1 (woningbouwlocaties) opgenomen met een omvang van 7 hectare. 2.3 Met artikel 2.1.5, vierde lid, wordt beoogd de gemeente de ruimte te geven om rechtmatige aanwezige afwijkende functies in het glastuinbouwgebied positief te bestemmen en in beperkte mate ook uitbreiding van deze functies mogelijk te maken. De term bij uitzondering is gebruikt om te benadrukken dat dit wel een expliciete afweging vergt, zeker waar het gaat om het uitbreiden van een afwijkende functie. Soms kan het voorkomen dat een bestaande afwijkende functie een toekomstige herstructurering van het glastuinbouwgebied in de weg staat. Echter, in veruit de meeste situaties zullen rechtmatig aanwezig afwijkende functies als zodanig bestemd kunnen worden. Artikel 2.1.5, vierde lid, zal daarom ruimer geformuleerd worden. Deze zienswijze is derhalve gegrond. Aanpassing van artikel 2.1.5, vierde lid, is ook om andere redenen gewenst, daarom wordt de formulering wel anders dan de suggestie in deze zienswijze. Zie hiervoor de beantwoording van de zienswijze onder

6 De term bij uitzondering komt ook terug in de voorgestelde nieuw in te voegen bepalingen voor het toelaten en in beperkte mate uitbreiden van bestaande andere functies en bebouwing in het boom en sierteeltgebied (artikel 2.1.6, zesde lid) en het bollenteeltgebied (artikel 2.1.7, zevende lid). De formulering van deze bepalingen wordt aangepast overeenkomstig deze zienswijze. Artikel 2.1.6, zesde lid, wordt als volgt aangepast: Bestaande andere functies en bebouwing In afwijking van het eerste lid, kan het Het bestemmingsplan, bedoeld in het eerste lid, kan bij uitzondering bestaande rechtmatig aanwezig bebouwing of functies toelaten, anders dan bedrijven als bedoeld in het eerste lid, alsmede beperkte uitbreiding daarvan of wijziging naar een andere functie, mits aangetoond is dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de omvang en de bruikbaarheid van het boom- en sierteeltgebied. Artikel 2.1.7, zevende lid, wordt als volgt aangepast: Bestaande andere functies en bebouwing In afwijking van het eerste lid, kan het Het bestemmingsplan, bedoeld in het eerste lid, kan bij uitzondering bestaande rechtmatig aanwezig bebouwing of functies toelaten, anders dan bedrijven als bedoeld in het eerste lid, alsmede beperkte uitbreiding daarvan of wijziging naar een andere functie, mits aangetoond is dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de omvang en de bruikbaarheid van het bollenteeltgebied. 2.4 Volgens de definitie in artikel 1.1 van de Verordening ruimte 2014 gaat het bij een glastuinbouwbedrijf om kweken onder invloed van licht, geheel of hoofdzakelijk overdekt. Het hoeft dus niet per se te gaan om glas. Schuren of rolkassen zijn bijvoorbeeld ook mogelijk. De definitie sluit bovendien niet uit dat een deel van het kweken in de open lucht plaatsvindt. Buiten de definitie vallen tuinbouwbedrijven die zich geheel of hoofdzakelijk bezighouden met kweken in de open lucht. Toch komen dergelijke bedrijven wel voor binnen de gebieden die in Zuid-Holland zijn aangewezen voor glastuinbouw. Op zich bestaan hier geen overwegende bezwaren tegen omdat deze bedrijfsvoering geen ernstige belemmering vormt voor de toekomstige ontwikkeling van het gebied naar glastuinbouw. Voor de ontwikkeling van de greenport kan teelt in de open lucht zelfs een goede aanvulling vormen op kweken onder glas, met name als het gaat om de teelt van specifieke gewassen (nichemarkt). Deze zienswijze is derhalve gegrond. Dit leidt tot aanpassing van artikel (glastuinbouwgebied): Een bestemmingsplan voor gronden binnen het glastuinbouwgebied, waarvan de plaats geometrisch is bepaald en verbeeld op kaart 3 Teeltgebieden, laat alleen glastuinbouwbedrijven en openlucht tuinbouwbedrijven toe, alsmede de daarbij behorende voorzieningen. In artikel 1.1 wordt het begrip openlucht tuinbouwbedrijf toegevoegd: een volwaardig en doelmatig bedrijf in overwegende mate gericht op het voortbrengen van producten en het leveren van diensten door middel van het duurzaam en intensief kweken van assimilerende organismen in de open lucht, eventueel met gebruik van rolkassen; waarbij onder kweken wordt verstaan: veredeling, selectie, opkweek en verzorging. Zienswijze 3 - Gemeente Katwijk 3.1 De Woerd In het ontwerp van de partiële wijziging is het gebied De Woerd opgenomen als transformatiegebied van glastuinbouwgebied naar stedelijk milieu. De gemeente wil de mogelijkheid openhouden om De Woerd te behouden als glastuinbouwgebied. In het vigerende bestemmingsplan heeft het gebied de bestemming 6

7 glastuinbouw en dat blijft ook zo. In het Masterplan locatie Valkenburg is nog geen definitieve keuze gemaakt over het glastuinbouwgebied De Woerd. Er zijn twee scenario s opgenomen die uitgaan van gedeeltelijk behoud van De Woerd als glastuinbouwgebied. Gedeputeerde Veldhuijzen heeft in de stuurgroep van 11 april 2012 aangegeven dat het aan de projectlocatie Valkenburg is om invulling te geven aan de Woerd, hetzij met glastuinbouw, hetzij met een andere functie. De gemeente ziet deze toezegging graag vertaald in het provinciale beleid. De gemeente verzoekt dan ook De Woerd als glastuinbouwgebied te handhaven met de mogelijkheid om geheel of gedeeltelijk te transformeren naar een stedelijk milieu. 3.1 De partiële wijziging van het Programma ruimte en de Verordening ruimte 2014 die thans aan de orde is, heeft geen betrekking op het gebied De Woerd. Het gaat om een verouderd glastuinbouwgebied dat in de in 2014 vastgestelde Visie ruimte en mobiliteit niet als (duurzaam) glastuinbouwgebied is opgenomen. Ook in de voormalige Provinciale Structuurvisie (2010) was De Woerd niet als (duurzaam) glastuinbouwgebied opgenomen. In het door de gemeente Katwijk in 2013 vastgestelde Masterplan Valkenburg wordt transformatie al dan niet gedeeltelijk- naar woningbouw en bedrijvenpark aangegeven. Gehele transformatie sluit aan bij het provinciale beleid in het Programma ruimte, waarin dit ook is opgenomen. Er zijn nu geen nieuwe gezichtspunten die aanleiding zouden kunnen zijn om De Woerd alsnog mee te nemen bij de thans aan de orde zijn partiële wijziging. Deze zienswijze is ongegrond. Zienswijze 4 - Gemeente Krimpenerwaard 4.1 Bedrijventerrein Zevender Op tabel 3 (bedrijventerreinen harde capaciteit) is bedrijventerrein Zevender in Schoonhoven opgenomen met een omvang van 6-10 hectare netto uitgeefbaar terrein. Volgens het onherroepelijke bestemmingsplan zou dit echter 11 hectare moeten zijn. De gemeente verzoekt dit aan te passen. 4.2 IHC Stoommolenterrein Op de indicatieve kaart bestaand stads- en dorpsgebied en bedrijventerrein is het IHC Stoommolenterrein (Krimpen aan de Lek) niet geheel binnen bestaand stads- en dorpsgebied opgenomen. Een klein gedeelte is wit en twee gedeeltes zijn water. De ontwikkellocatie is aangewezen als EMAB-project (Experimenten Met Aangepast Bouwen). De gemeente verzoekt de begrenzing aan te passen overeenkomstig het bijgevoegde kaartje met rode arcering. 4.1 Deze zienswijze is gegrond. De omvang van het bedrijventerrein wordt aangepast in het Programma ruimte (paragraaf 2.2.1, tabel 3 bedrijventerreinen harde capaciteit ). 4.2 De door Gedeputeerde Staten vastgestelde indicatieve kaart van het bestaand stads- en dorpsgebied maakt geen deel uit van de thans aan de orde zijnde partiële wijziging van het Programma ruimte en de Verordening ruimte Deze zienswijze is derhalve ongegrond. Zienswijze 5 - Gemeente Leiden 5.1 Volkstuinen Oostvlietpolder 7

8 De gemeente Leiden hanteert sinds 1998 als beleid dat wanneer er volkstuinen verdwijnen ten behoeve van een andere ontwikkeling, deze hectares elders binnen de gemeente gecompenseerd worden. Thans resteert nog een opgave voor het compenseren van 5 hectare. De gemeente heeft drie potentiële locaties in beeld. Een definitieve keuze hierover zal eind dit jaar worden gemaakt door de raad. Eén van de kansrijke locaties is de Oostvlietpolder. Hier bevindt zich al een volkstuinencluster, met nog ruimte voor een uitbreiding van ongeveer 1 hectare. Hier zou nog twee hectare aan toegevoegd kunnen worden, zodat de totale ontwikkeling 3 hectare kan bedragen. De gemeente verzoekt daarom deze locatie toe te voegen aan kaart 4 andere stedelijke ontwikkelingen van het Programma ruimte. Volgens de gemeente is het mogelijk de volkstuinen in te passen in overeenstemming met de provinciale regels voor ruimtelijke kwaliteit zoals opgenomen in de Verordening ruimte Vanuit provinciaal oogpunt bestaat er geen bezwaar tegen het realiseren van volkstuinen in de Oostvlietpolder. De ontwikkeling sluit aan op het bestaande volkstuinencomplex. Bovendien zijn er goede mogelijkheden voor het realiseren van een ontwikkeling met voldoende ruimtelijke kwaliteit. Deze zienswijze is derhalve gegrond. Dit leidt tot het toevoegen van de locatie Volkstuinen Oostvlietpolder aan het Programma ruimte (paragraaf 2.2.1, tabel 4 andere stedelijke ontwikkelingen ). Zienswijze 6 - Gemeente Noordwijk 6.1 Sancta Maria De woningbouwlocatie Sancta Maria is in het Programma ruimte aangegeven met een oppervlakte van 19 hectare bruto. Deze oppervlaktemaat strookt niet met het bestemmingsplan Sancta Maria. De gemeente verzoekt het Programma ruimte hierop aan te passen, alsmede de indicatieve kaart van het bestaand stads- en dorpsgebied. 6.1 De woningbouwlocatie Sancta Maria ligt deels buiten bestaand stads- en dorpsgebied (BSD). In het Programma ruimte is alleen het deel dat buiten BSD ligt aangeduid. De omvang daarvan bedraagt 19 hectare. Dit leidt derhalve niet tot aanpassing van het Programma. Deze zienswijze is ongegrond. Zienswijze 7 - Gemeente Noordwijkerhout 7.1 In het ontwerp van de partiële wijziging van het Programma ruimte is het BAVO-terrein aangeduid op de kaart en in de tabellen met stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 hectare buiten bestaand stads- en dorpsgebied (BSD). Met het vaststellen door Gedeputeerde Staten van de indicatieve begrenzing van t BSD is duidelijk geworden dat een deel van het BAVO-terrein buiten BSD is gelegen. Voor de provincie is dat aanleiding geweest om de locatie toe te voegen aan het Programma ruimte. De gemeente is echter van oordeel dat dit aanleiding zou moeten zijn om het hele gebied van het BAVO-terrein te beschouwen als BSD en dat daarom de indicatieve BSD-kaart aangepast zou moeten worden. 7.2 Sancta Maria 8

9 De woningbouwlocatie Sancta Maria ligt deels op grondgebied van Noordwijkerhout. De woningbouwlocatie moet volgens de gemeente worden beschouwd als BSD. De gemeente vraagt daarom zowel het Programma ruimte als de indicatieve BSD-kaart aan te passen. De juiste begrenzing is aangegeven op de bijgevoegde kaart in de zienswijze. 7.3 Artikel en artikel van de verordening In bijlage 5 (formeel wijzigingsbesluit Verordening ruimte 2014) staan een tweetal tekstuele onjuistheden. In artikel en artikel wordt gesproken over glastuinbouwgebied, dit moet echter zijn boom- en sierteeltgebied respectievelijk bollenteeltgebied. 7.1 Op de door Gedeputeerde Staten vastgestelde indicatieve BSD-kaart is alleen het fysiek gerealiseerde stads- en dorpsgebied aangegeven. Het nog niet gerealiseerde deel van het BAVO-terrein maakt daar dus (nog) geen onderdeel vanuit. Vandaar dat dit deel van het BAVO-terrein is aangegeven op de kaart en tabellen in het Programma ruimte met stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 hectare buiten bestaand stads- en dorpsgebied. De omvang van het nog niet gerealiseerde deel bedraagt 14 hectare. Overigens maakt de BSD-kaart geen onderdeel uit van het Programma ruimte en derhalve ook niet van de thans aan de orde zijnde wijziging van het Programma ruimte. Deze zienswijze is ongegrond. 7.2 De locatie Sancta Maria ligt inderdaad deels op grondgebied van de gemeente Noordwijk en deels op grondgebied van de gemeente Noordwijkerhout. Dit deel van de zienswijze is derhalve gegrond. Het Programma ruimte (paragraaf 2.2.1, tabel 1 woningbouwlocaties) zal hierop worden aangepast. Bij de woningbouwlocatie Sancta Maria zullen beide gemeenten worden genoemd. Het deel van de zienswijze dat betrekking heeft op de BSD-kaart is ongegrond om dezelfde redenen als hierboven onder 7.1 is aangegeven. 7.3 Bij de voorgestelde wijzigingen van artikel (zesde lid) en artikel (zevende lid) is inderdaad sprake van een tekstverwerkingsfout. Abusievelijk wordt net als in artikel (vierde lid) gesproken over glastuinbouwgebied, terwijl het moet gaan om boom- en sierteeltgebied respectievelijk bollenteeltgebied. Deze zienswijze is gegrond. Dit leidt tot aanpassing van de Verordening ruimte Zienswijze 8 - Gemeente Teylingen 8.1 Greenib terrein, Warmond De gemeente verzoekt de locatie Greenib-terrein aan de Warmonderweg in Warmond toe te voegen als ontwikkellocatie voor een (uitbreiding van een) bedrijventerrein.in het Programma ruimte. Het gaat om een terrein van 3,9 hectare netto, waarvan de ontwikkeling is gepland tussen 2020 en Het terrein is gelegen binnen de voormalige bebouwingscontour en was in de voormalige Verordening Ruimte als opgenomen als bedrijventerrein. Concreet houdt dit in dat de locatie opgenomen moet worden als bedrijventerrein zachte capaciteit 3-5 hectare. 8.2 Bedrijventerrein Oosthoutlaan, Sassenheim 9

10 Het bedrijventerrein Oosthoutlaat is in het ontwerp van de partiële wijziging alsnog opgenomen als bedrijventerrein zachte capaciteit. Inmiddels is echter het bestemmingsplan onherroepelijk geworden, zodat sprake is van harde capaciteit. De gemeente verzoekt dit aan te passen in het Programma ruimte. 8.1 Het bedrijventerrein Greenib ontbreekt inderdaad nog in het overzicht in het Programma ruimte met stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 hectare buiten bestaand stads- en dorpsgebied (BSD). Deze zienswijze is gegrond. Dit leidt tot aanpassing van de in paragraaf opgenomen kaart en tabel 2 (bedrijventerreinen zachte capaciteit). 8.2 Het bedrijventerrein Oosthoutlaan is inderdaad opgenomen in een onherroepelijk bestemmingsplan, zodat sprake is van een bedrijventerrein harde capaciteit. Deze zienswijze is gegrond. Dit leidt tot aanpassing van de tabellen in paragraaf van het Programma ruimte. Het bedrijventerrein verschuift van tabel 2 (bedrijventerreinen zachte capaciteit) naar tabel 3 (bedrijventerreinen harde capaciteit). Zienswijze 9 - Regiegroep Voorne Putten 9.1 onjuiste gegevens in tabellen Enkele gegevens in de tabellen behorende bij de 3 hectare kaart in het Programma ruimte zijn onjuist of onvolledig: de locatie Kreken van Nibbeland ligt in de plaats Zuidland (er staat nu Bernisse ) en de woningbouwlocatie in Heenvliet heet Heerlijk Heenvliet (er staat nu onbekend ). 9.2 Bedrijventerreinen zachte capaciteit In tabel 2 (Bedrijventerreinen zachte capaciteit) staat voor Voorne-Putten een drietal locaties genoemd, te weten Seggelant III (Brielle), Kickerbloem III (Hellevoetsluis) en Geervliet Oost Bernissester (Nissewaard). In het kader van de regionale afstemming hebben de samenwerkende gemeenten op Voorne-Putten afspraken gemaakt over de volgordelijkheid van deze ontwikkelingen. Daarbij is prioriteit gegeven aan de ontwikkeling van Kickerbloem III. Daarnaast bereiden de samenwerkende gemeenten een gebiedsperspectief voor dat ziet op de Noordrand van Voorne-Putten. De uitkomsten worden op korte termijn gepresenteerd. Op basis hiervan willen de samenwerkende gemeenten de uitwerking van Seggelant III en Geervliet Oost bespreken met de provincie. 9.3 Bernisse Noord, clustering sportvoorzieningen De gemeente Nissewaard heeft samen met een aantal sportverenigingen en ondernemers een integraal plan opgesteld. Deze ontwikkeling is vastgelegd in het Masterplan Bernisse Noord (2014). Het plan gaat uit van de clustering van de voetbalverenigingen van Geervliet en Heenvliet op een nieuwe locatie en het herontwikkelen van de bestaande locaties voor het Boodschappencentrum Heenvliet, Leensvaart Rijwielen en het Medisch Centrum Heenvliet. De nieuwe locatie voor de sportvelden, tussen de kernen Heenvliet en Geervliet, ligt buiten BSD. Voor het uitvoeren van de integrale visie is het daarom noodzakelijk dat de locatie voor de sportvelden wordt vastgelegd op de 3 hectare kaart in het Programma ruimte. 9.1 Deze zienswijze is gegrond. De gegevens worden aangepast

11 Hiervan is kennis genomen. Dit leidt nu niet tot aanpassing van programma of verordening. 9.3 In het Masterplan is de noodzaak voor het fuseren en clusteren van de voetbalverenigingen van Heenvliet en Geervliet op een nieuwe locatie tussen beide kernen voldoende onderbouwd. Het gebied ligt buiten de voormalige bebouwingscontouren. Er bestaan goede mogelijkheden om een ontwikkeling te realiseren met voldoende ruimtelijke kwaliteit. De ontwikkeling vindt plaats buiten het bestaande recreatiegebied langs de Bernisse (dat in de Verordening ruimte 2014 is aangeduid als beschermingscategorie 2). Deze zienswijze is gegrond. De locatie Sportvelden Bernisse Noord wordt toegevoegd aan het Programma ruimte (paragraaf 2.2.1, kaart woningbouwlocaties, bedrijventerreinen en andere stedelijke ontwikkelingen en tabel 4 andere stedelijke ontwikkelingen). Zienswijze 10 - Gemeente Voorschoten 10.1 Duivenvoordecorridor, woningbouwlocaties De gemeente Voorschoten treft voorbereidingen voor de herontwikkeling van de Duivenvoordecorridor. In 2008 zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over de sanering van het aanwezige glasareaal en de bouw van woningen op 15% van het te saneren glasareaal. In het bestemmingsplan Buitengebied 2010 zijn een tweetal (uit te werken) woningbouwlocaties opgenomen met een oppervlakte van 4 en 5 hectare. Op de kaart en tabellen met stedelijke ontwikkelingen buiten bestaand stads- en dorpsgebied zijn deze locaties echter nog niet opgenomen. De gemeente verzoekt dit alsnog te doen Verwijzing naar het bestemmingsplan Buitengebied in het Programma ruimte De gemeente verzoekt de tekst in het Programma ruimte over het Bestuursconvenant Duivenvoordecorridor aan te passen, omdat daarin nog verwezen wordt naar het bestemmingsplan Buitengebied. Voor het eerst te ontwikkelen woningbouwgebied wordt een nieuw bestemmingsplan ontwikkeld. Technisch gezien is er daardoor geen overeenkomst meer met het bestuurlijk convenant, omdat daarin nog wordt verwezen naar het bestemmingsplan Buitengebied Deze zienswijze is gegrond. De afspraken over de herontwikkeling van de Duivenvoordecorridor zijn inderdaad nog niet goed verwerkt op de in het Programma ruimte opgenomen kaart en tabellen met stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 hectare buiten bestaand stads- en dorpsgebied. De Duivenvoordecorridor wordt daarom alsnog opgenomen in het Programma ruimte (paragraaf 2.2.1, kaart woningbouwlocaties, bedrijventerreinen en andere stedelijke ontwikkelingen en tabel 1 woningbouwlocaties), zowel bij de gemeente Voorschoten als bij de gemeente Leidschendam-Voorburg. Dit leidt overigens (nog) niet tot aanpassing van de door Gedeputeerde Staten vastgestelde indicatieve kaart van het bestaand stads- en dorpsgebied, omdat op deze kaart alleen fysiek gerealiseerde ontwikkelingen zijn opgenomen Deze zienswijze is gegrond. De tekst van het Bestuursconvenant is op onderdelen niet actueel meer, nu een nieuw bestemmingsplan wordt opgesteld. De overwegingen en doelen van het Bestuursconvenant blijven nog wel overeind. De tekst in het Programma ruimte (paragraaf 2.2.3, onder 5 bestuurlijke afspraken ) komt daarom als volgt te luiden: 11

12 Met de gemeente Voorschoten en Leidschendam Voorburg zijn bestuurlijke afspraken gemaakt voor de ruimtelijke invulling van de Duivenvoordecorridor. De afspraken zijn gericht op het realiseren van een duurzame landschappelijke structuur en het waarborgen van een duurzame recreatiefunctie in een overwegend groen landschap. Dit betekent dat, ondanks dat de Duivenvoordecorridor gelegen is in een gebied met beschermingscategorie 1, waar aanpassing en transformatie niet is toegestaan, deze afspraken wel uitgevoerd kunnen worden. Voorwaarden hiervoor zijn: - De ruimtelijke kwaliteit van dit gebied dient verbeterd te worden door het vervangen van de kassen en bedrijfsgebouwen die een oppervlak van 33 hectare innemen. Maximaal 15% van het oppervlak van de gesloopte opstallen mag voor woongebouwen worden bestemd. De rest van de gronden wordt benut voor het realiseren van groendoelstellingen. - Woningbouw is toegestaan mits de realisatie van de groenopgave en de recreatieve functie zich gelijktijdig zullen voltrekken. - De glastuinbouw wordt gesaneerd, buitenplaatsen en bosschages worden hersteld en ontwikkeld en er wordt voorzien in recreatieve faciliteiten. - Verrommeling van het landschap moet voorkomen worden. Stimuleren van ruimtelijke functies die bijdragen aan de openheid en het groene landelijk gebied, waarbij als doelstelling het saneren van ongewenste bebouwing geldt. - Het beleid is erop gericht om dit gebied te transformeren tot relatief grootschalig, groen gebied met diverse recreatiemogelijkheden. Zienswijze 11 Gemeente Westland 11.1 Elzenbosch Deze ontwikkeling hangt samen met de aanleg van een nieuwe vierde tak aan de rotonde Bosweg als onderdeel van het geplande provinciale groot onderhoud aan de N213. De aanleg van de vierde tak zorgt voor verbetering van de ontsluiting van het bedrijf Van den Bos Flowerbulbs. De doorstroming wordt hierdoor sterk verbeterd, omdat het bedrijf in de huidige situatie gebruik maakt van een eigen stoplicht. Ten behoeve van het realiseren van de vierde tak op de rotonde moet een kas van het bedrijf worden gesloopt. Deze kas wordt echter nauwelijks gebruikt en wordt niet teruggebouwd. De resterende gronden wil de gemeente benutten voor een tankstation, een fastfoodrestaurant en huisvesting voor arbeidsmigranten. De omvang van de gronden bedraagt meer dan 3 hectare. Daarom verzoekt de gemeente om deze locatie toe te voegen aan het Programma ruimte (kaart en tabellen met stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 hectare buiten bestaand stads- en dorpsgebied). De gemeente wil in september het voorontwerp bestemmingsplan vrij geven voor inspraak en overleg. Een spoedige afhandeling van de bestemmingsplanprocedure is nodig om te kunnen voldoen aan de provinciale planning voor de aanpak van de N Honderdland fase 2 Bedrijventerrein Honderdland fase 2 is opgenomen in het Programma ruimte op de 3 ha kaart en de tabel met bedrijventerreinen zachte capaciteit. De gemeente wil binnenkort de bestemmingsplanprocedure opstarten. Het gebied is thans ten dele nog in gebruik voor glastuinbouw en ook als zodanig aangegeven op de kaart teeltgebieden van de Verordening ruimte De gemeente verzoekt de aanduiding als glastuinbouwgebied in de Verordening ruimte te schrappen

13 Op grond van de Verordening ruimte 2014 kan een bestemmingsplan voor het glastuinbouwgebied alleen glastuinbouwbedrijven toelaten, alsmede de daarbij behorende voorzieningen. De aanleg van een weg valt hier ook onder. Dit geldt ook voor weggebonden voorzieningen, zoals een tankstation of een wegrestaurant. Inpassing van het project Elzenbosch in het bestemmingsplan is derhalve niet in strijd met de verordening, voor wat betreft de aanpassing van de rotonde en de bouw van het tankstation. Voor het fastfoodrestaurant is dit afhankelijk van de vraag of het hier gaat om voorziening die zich overwegend richt op weggebruikers. Huisvesting van arbeidsmigranten is een stedelijke functie. De bouw van woningen voor arbeidsmigranten valt net als de bouw van andere woningen onder de ladder voor duurzame verstedelijking. Dit betekent onder andere dat aangetoond moet worden dat sprake is van een actuele behoefte die regionaal is afgestemd en dat onderbouwd moet worden waarom deze ontwikkeling niet plaats kan vinden binnen bestaand stads- en dorpsgebied. Als toepassing van de ladder ertoe leidt dat de beoogde locatie inderdaad de beste plek is voor dit specifieke woonmilieu, zal nog een afweging moeten worden gemaakt tussen het belang van de woningbouw en het belang van de glastuinbouw. Als er een zwaarwegend belang is gemoeid bij de woningbouw kan de gemeente gebruik maken van de in het derde lid van artikel (glastuinbouw) van de verordening opgenomen afwijkingsmogelijkheid voor zwaarwegend algemeen belang. Gelet op het vorenstaande is aanpassing van de verordening en het programma niet nodig. Deze zienswijze is derhalve ongegrond Het gebied waar de tweede fase van het Bedrijventerrein Honderdland ontwikkeld kan worden is ten dele thans nog in gebruik als glastuinbouwgebied. Daarom is het gebied ook opgenomen op kaart 3 teeltgebied van de Verordening ruimte Als het gebied nu als glastuinbouwgebied geschrapt zou worden uit de verordening, komen de bestaande glastuinbouwbedrijven te vallen onder de regeling voor verspreid glas. Dit geeft beperkingen voor de uitbreidingsmogelijkheden en het functioneren van de bestaande glastuinbouwbedrijven. Dit is echter ongewenst als de realisering van het bedrijventerrein lang op zich laat wachten. Vandaar dat in de verordening is gekozen voor de systematiek dat pas na beëindiging van de glastuinbouw de aanduiding glastuinbouwgebied wordt geschrapt. Om toch ontwikkeling van het bedrijventerrein mogelijk te maken, ondanks de aanduiding als glastuinbouwgebied, kan de gemeente gebruik maken van de in het derde lid van artikel (glastuinbouwgebied) van de verordening opgenomen afwijkingsmogelijkheid voor zwaarwegend algemeen belang. Deze zienswijze is ongegrond. Zienswijze 12 - Gemeente Westvoorne 12.1 De Drenkeling Ten noorden van Rockanje is de locatie De Drenkeling gelegen, die al vele jaren in beeld is voor de ontwikkeling van woningbouw. De locatie is gelegen binnen de voormalige rode contour. De Drenkeling maakt deel uit van de regionale woningmarktafspraken die de gemeente op Voorne-Putten hebben gemaakt en door de provincie is aanvaard. De gemeente verzoekt daarom de locatie alsnog toe te voegen aan het in het Programma ruimte opgenomen overzicht van stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 hectare Ruimte voor Ruimte woningen In het kader van de Businesscase Westvoorne Saneringslocatie 2014 wordt een tweetal glaslocaties gesaneerd en herontwikkeld die groter zijn dan 3 hectare. De gemeente verzoekt in het Programma ruimte een uitzondering op te nemen voor het ontwikkelen voor clusterlocaties ruimte voor ruimte -woningen 13

14 groter dan 3 hectare. Een vergelijkbare uitzondering is in het Programma ruimte opgenomen voor de Greenportwoningen in de Duin- en Bollenstreek. Antwoord 12.1 Deze zienswijze is gegrond. De locatie De Drenkeling ontbreekt abusievelijk nog in het Programma ruimte. De locatie wordt daarom alsnog opgenomen in paragraaf van het Programma ruimte 12.2 De voormalige regeling ruimte voor ruimte maakte het mogelijk om één of meer woningen te bouwen in ruil voor de sloop van kassen of leegstaande bebouwing in het buitengebied. Met het vervallen van de bebouwingscontouren bij de vaststelling van de Visie ruimte en mobiliteit is ook de regeling ruimte voor ruimte komen te vervallen. Het principe kan echter nog steeds worden toegepast in het kader van het ruimtelijke kwaliteitsbeleid. Duurzame sanering van kassen en leegstaande bebouwing wordt namelijk gezien als een aanvullende ruimtelijk maatregel die soms nodig kan zijn om de ruimtelijke kwaliteit te behouden of te verbeteren. De voormalige regeling ruimte voor ruimte wordt daarbij als uitgangspunt gehanteerd (zie Verordening ruimte 2104, toelichting op artikel ruimtelijke kwaliteit). Bij het bouwen van compensatiewoningen in het kader van de sanering van (verspreid) glas kan het vanuit een oogpunt van ruimtelijke kwaliteit wenselijk zijn de woningen te clusteren.net als bij de Greenportwoningen in de Duin- en Bollenstreek kan dit in bijzondere gevallen leiden tot locaties met een omvang van meer dan 3 hectare. Omdat het lastig is op voorhand aan te geven waar die locaties ontwikkeld worden is het niet nodig die locaties nu al te benoemen in het Programma ruimte. Daarom kan worden volstaan met een algemene uitzondering hiervoor in het Programma ruimte, vergelijkbaar met de uitzondering voor de Greenportwoningen Duin- en Bollenstreek. Deze zienswijze is derhalve gegrond. De tekst in het Programma ruimte (paragraaf 2.2.1, onder het kopje woningbouwlocaties ) wordt als volgt aangevuld: Ook de mogelijke locaties voor compensatiewoningen volgens het principe ruimte voor ruimte zijn niet bij voorbaat aangewezen. Het is mogelijk dat er clusterlocaties worden ontwikkeld groter dan 3 hectare, als dit vanuit een oogpunt van ruimtelijke kwaliteit de voorkeur verdient boven meerdere kleinere locaties. Dit soort clusterlocaties zijn niet opgenomen op onderstaande kaart, maar zijn wel toegestaan. Zienswijze 13 - Gemeente Zuidplas 13.1 Tabellen bedrijventerreinen In de tabellen in het Programma ruimte waarop bedrijventerreinen groter dan 3 hectare zijn aangegeven zitten enkele onjuistheden. In de tabel met bedrijventerreinen zachte plancapaciteit zijn twee locaties opgenomen die behoren tot de harde plancapaciteit. Het gaat om Hooge Veenen III, fase 2 (Nieuwerkerk aan den IJssel) en Knibbelweg-Oost (Zevenhuizen). Voor eerstgenoemd terrein is het bestemmingsplan in 2013 vastgesteld. Voor laatstgenoemd terrein is het bestemmingsplan in week 28 ter inzage gelegd De locatie Hooge Veenen III, fase 2, is inderdaad opgenomen in een vastgesteld bestemmingsplan. Dit onderdeel van de zienswijze is derhalve gegrond. De locatie verschuift in het Programma ruimte (paragraaf 2.2.1) van tabel 2 zachte plancapaciteit naar tabel 3 harde plancapaciteit. 14

15 De locatie Knibbelweg-Oost is weliswaar opgenomen in een vastgesteld bestemmingsplan, maar het gaat om een uit te werken bestemming. Het gaat dus nog steeds om zachte plancapaciteit. Dit onderdeel van de zienswijze is derhalve ongegrond. Zienswijze 14 - Mw. H.H.T. Bax 14.1 Leimuiden-West De zienswijze is gericht tegen de ontwikkeling van de woningbouwlocatie Leimuiden-West. Volgens de indiener van deze zienswijze zijn de verkeerscirculatie en de ontsluiting van het dorp onvoldoende voor alle projecten die op de rol staan, laat staat dat er nog meer projecten worden ontwikkeld Leimuiden heeft maar één volwaardige uitvalsweg naar de N207. Die is op dit moment eigenlijk al niet veilig, maar de onveiligheid wordt nog groter als de verbreding van de N207 en de vervanging van de Drechtbrug gaat plaatsvinden. Het benutten van inbreilocaties verdient de voorkeur, zoals de ontwikkeling van het nieuwe dorpshart. Een nieuwe uitleglocatie is nu niet nodig. Leimuiden-West ligt buiten de voormalige rode contour en moet groen blijven. In Leimuiden staat momenteel veel woningen al langere tijd te koop. Er is vooral behoefte aan duurzame woningbouw voor jongeren en ouderen in de buurt van winkels De gemeente Kaag en Braassem heeft inderdaad verzocht om de locatie Leimuiden-West toe te voegen aan de lijst met stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 hectare buiten bestaand stads- en dorpsgebied. Dit verzoek hebben wij gehonoreerd. Wij verwijzen naar onze overwegingen onder 2.2. Het opnemen van de woningbouwlocatie in het Programma ruimte geeft aan dat Provinciale Staten op voorhand geen bezwaar hebben tegen de ontwikkeling van woningbouw op die locatie. Daarmee staat echter nog niet vast dat deze locatie ook daadwerkelijk ontwikkeld zal worden. In het kader van het opstellen van het bestemmingsplan zal de gemeente alle betrokken belangen moeten afwegen. Ook moet de gemeente aantonen dat de ontwikkeling voldoet aan de zogenaamde ladder voor duurzame verstedelijking. Dit betekent onder meer dat aangetoond moet worden dat er voldoende behoefte bestaat aan de woningbouw, dat die behoefte regionaal is afgestemd, dat er binnenstedelijk geen ruimte is om deze woningbouw te realiseren en dat de nieuwe locatie goed ontsloten. Ook gelden voorwaarden ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit. Deze zienswijze is ongegrond. Zienswijze 15 - J. Dalsem 15.1 Hooipolder, Den Hoorn De hooipolder bij Den Hoorn (gemeente Midden-Delfland) ligt slechts gedeeltelijk binnen bestaand stadsen dorpsgebied (BSD). In 2004 is in het bestemmingsplan een bedrijfsbestemming met uitwerkingsplicht opgenomen voor de Hooipolder. In 2013 is deze uitwerkingsplicht wederom opgenomen in de herziening van het bestemmingsplan. De uitwerking is in 2013 ter hand genomen en omgezet in een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan in verband met een aanpassing van de waterparagraaf. Tevens zijn de gronden aangekocht ten behoeve van realisatie van de bedrijfsbestemming. Er zijn dan ook reeds forse kosten gemaakt. Verzocht wordt de locatie toe te voegen aan BSD en tevens toe te voegen als bedrijventerrein harde capaciteit met een oppervlakte van 3-5 hectare aan tabel 3 van het Programma ruimte

16 De gronden waar het om gaat zijn nu nog in gebruik als grasland en liggen derhalve buiten bestaand stadsen dorpsgebied (BSD). Toevoeging aan de BSD-kaart is pas aan de orde na realisering van het bedrijventerrein. In het vigerende bestemmingsplan geldt voor de betreffende gronden een uitwerkingsplicht. Ook in het voorgaande bestemmingsplan was voor de betreffende gronden een uitwerkingsplicht opgenomen. Als de gemeente het bestemmingsplan wil uitwerken moet aangetoond worden dat voldaan is aan de zogenaamde ladder voor duurzame verstedelijking. Er moet dan sprake zijn van een regionale afgestemde actuele behoefte. Aangezien elders in de gemeente nog voldoende bedrijventerrein beschikbaar is (Harnaschpolder) is het nog maar de vraag of op korte termijn behoefte bestaat aan nieuw bedrijventerrein. Vooralsnog is de urgentie om deze locatie toe te voegen aan het Programma ruimte (kaart en tabellen met stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 hectare buiten bestaand stads- en dorpsgebied) niet aangetoond. Daar komt bij dat ook de gemeente hierover geen verzoek heeft ingediend. Deze zienswijze is derhalve ongegrond. Zienswijze 16 - Honderdland Ontwikkel Combinatie 16.1 Artikel 2.1.5, vierde lid Verordening ruimte Honderdland Ontwikkel Combinatie C.V. is de ontwikkelcombinatie die de volledig private ontwikkeling van bedrijventerrein Honderdland in Maasdijk uitvoert. Het gaat in totaal om 100 hectare, waarvan thans de tweede fase in uitvoering is. De ontwikkelcombinatie stelt zich op het standpunt dat bedrijven geclusterd moeten worden op bedrijventerreinen. Hier is interactie tussen bedrijven en worden transporten gecombineerd en gecollecteerd zonder het omliggende wegennet te belasten. Dit levert dus zowel voordelen op voor de bedrijven, als voor het milieu en de omwonenden. Het voorgestelde nieuwe artikellid 2.1.5, vierde lid van de Verordening ruimte maakt nieuwe ontwikkeling van bedrijvigheid in het duurzaam glastuinbouwgebied mogelijk. Er is geen bezwaar tegen het toelaten van rechtmatige aanwezige bebouwing of functies, maar er is wel bezwaar tegen de uitbreiding of wijziging naar een andere functie. Hierdoor wordt bedrijfsontwikkeling mogelijk gemaakt buiten een bedrijventerrein. Bovendien leidt dit tot onnodige verrommeling van ruimte. Volgens de toelichting van de verordening zou ook bedrijvigheid die niet rechtmatige aanwezig is, maar die voorkomt op een restperceel of overhoek in aanmerking komen voor positieve bestemming. Dit leidt tot ongewenste mogelijkheden om nieuwe bedrijvigheid in het glastuinbouwgebied te vestigen. Restpercelen zijn heel goed bruikbaar voor wateropvang, natuur en recreatie. Verdere verharding moet worden tegengegaan. De ontwikkelcombinatie verzoekt daarom alleen bestaande rechtmatig aanwezige bebouwing of functies toe te laten, zonder uitbreiding of wijziging daarvan Uitgangspunt is dat binnen het glastuinbouwgebied alleen glastuinbouwbedrijven worden toegelaten bedrijven en functies die daar nauw mee zijn verbonden. Dit neemt niet weg dat ook rekening moet worden gehouden met de belangen van rechtmatig aanwezige bestaande bedrijven en functies die geen relatie hebben met het glastuinbouwgebied. Het zou onredelijk zijn die bedrijven en functies geheel op slot te zetten. Vandaar dat artikel 2.1.5, vierde lid, ruimte biedt voor het positief bestemmen van afwijkende bedrijven en functies, alsmede beperkte uitbreiding en functiewijziging. Het gaat hier om enkele incidentele en beperkte ontwikkelingen, waarbij als voorwaarde is gesteld dat de geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de omvang en de bruikbaarheid van het glastuinbouwgebied. Er zullen dus ook nauwelijks gevolgen zijn voor de ontwikkeling van bedrijventerreinen, zoals Honderdland. 16

17 Overigens wordt artikel 2.1.5, vierde lid, wel anders geformuleerd naar aanleiding van een andere zienswijze. Zie onder overwegingen onder Dit heeft overigens geen gevolgen voor de beantwoording van deze zienswijze. De zienswijze is derhalve ongegrond. Zienswijze 17 - Houtlijn 17.1 Artikel 2.1.5, vierde lid, Verordening ruimte Het bedrijf Houtlijn houdt zich bezig met de houthandel en productie en is gevestigd aan de Kleihoogt te Berkel en Rodenrijs. Het bedrijf heeft ruim 5 hectare grond in eigendom, waarvan ongeveer 7% is bebouwd. Het voornemen bestaat de bedrijfsruimten uit te breiden. Uitbreiding zou plaats moeten vinden in het glastuinbouwgebied. Het bedrijf wil graag weten of de gewenste uitbreiding past binnen de voorgestelde wijziging van artikel van de Verordening ruimte De voorgestelde wijziging maakt beperkte uitbreiding mogelijk van bestaande rechtmatige aanwezige functies in het glastuinbouwgebied. Voorwaarde is dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de omvang en de bruikbaarheid van het teeltgebied. Het bedrijf wil bevestigd zien dat als aangetoond kan worden dat de bedrijfsuitbreiding geen onevenredige aantasting van het teeltgebied tot gevolg heeft, dit dan betekent dat geen ontheffing nodig is van de Verordening ruimte. Op grond van de geldende verordening zou namelijk nog wel ontheffing nodig zijn. De uitbreidingsplannen zijn al eerder besproken in de Statencommissie Ruimte en Leefomgeving, naar aanleiding van de brieven van het bedrijf van 16 december 2014 en 6 januari Gedeputeerde Veldhuijzen heeft hierop gereageerd bij brief van 20 februari 2015, gericht aan de statencommissie. In die brief wordt geconcludeerd dat er vooralsnog onvoldoende grond is om medewerking te verlenen aan een uitbreiding van het bedrijf in het glastuinbouwgebied. De gemeente kan ontheffing op grond van de verordening aanvragen, waarbij in de onderbouwing naar in moet worden gegaan op de effecten van de beoogde uitbreiding op het glastuinbouwgebied, de geschiktheid van het terrein voor glastuinbouw, nut en noodzaak van de uitbreiding en eventuele alternatieven voor het bedrijf De in het ontwerp toegevoegd bepaling aan artikel 2.1.5, vierde lid van de verordening, maakt beperkte uitbreiding mogelijk van bestaande rechtmatige aanwezige bebouwing en functies. Voorwaarde daarbij is dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de omvang en de bruikbaarheid van het teeltgebied. Het gaat om een afwijkingsmogelijkheid die de gemeente kan toepassen. De gemeente zal dus de afweging moeten maken of er inderdaad sprake is van een beperkte uitbreiding en of die uitbreiding niet ten koste gaat van de omvang en de bruikbaarheid van het teeltgebied. Een en ander hangt af van de (omvang van de) concrete uitbreidingsplannen en de mogelijke impact daarvan op het teeltgebied. In het kader van de besluitvorming over deze algemene regeling kunnen geen uitspraken worden gedaan over de toepasbaarheid in een concreet geval. Deze zienswijze is derhalve ongegrond. Om andere redenen vindt wel een aanpassing plaats van het nieuwe lid 4 van artikel Wij verwijzen naar onze overwegingen bij zienswijze Zienswijze 18 - Mw. N. Lakerveld- Van Dorp 18.1 Wijziging Verordening ruimte 2014 en Programma ruimte Mevrouw. Lakerveld-van Dorp geeft in haar zienswijze een opsomming van bezwaren tegen de ontwerp herziening van de Verordening ruimte 2014 en het Programma ruimte en tal van andere ontwikkelingen. De 17