Rapportage Sociaal Domein Gemeente De Wolden. Loonskostensubsidie WVN. Werkvoorziening. Werk- Coach. Woningaanpassing. WMO Begeleiding.

Transcriptie

1 Rapportage Sociaal Domein Gemeente De Wolden WWB Participatiewet Reïntegratie Werk- Coach Werkgelegenheidsprojecten Loonskostensubsidie Werkvoorziening WVN Arbeidsmarktregio IOAZ Zorg in Natura JEUGD Verstrekkingen PGB Regionaal Samenwerking voorliggend veld Lokaal Woningaanpassing PGB WMO Begeleiding Zorg in Natura Hulp bij Rolstoelvoorziening Begeleiding PGB Vervoersvoorziening Eenheid Dienstverlening en Activering Periode: januari juni 2018

2 Dashboard kerngegevens Periode: jun-18 De Wolden Jaarplan / Budget '18 Plan t/m maand Realisatie t/m maand Realisatie jaar t-1 Realisatie in maand Prognose ultimo 2018 Onderwerp Afwijking Kwantatief PARTICIPATIE # uitkeringsgerechtigden waarvan # BBZ waarvan # BAB # met loonkostensubsidie # Beschut Werk geplaatst # Statushouders instroom # Instroom # Uitstroom % Uitstroom van instroom 107% 107% 67% 66% 17% 71% 35% stand 1/1/2018 Plan t/m maand Realisatie t/m maand Realisatie jaar t-1 Realisatie in maand Prognose ultimo 2018 WMO Afwijking # unieke klanten * gerealiseerde uren HbH * * # actuele voorzieningen begeleiding 327 * # kilometers vervoer JEUGD # unieke klanten # lopende ZIN indicaties # lopende PGB indicaties # totaal voorzieningen jeugdhulp Bron: voor de kwantitatieve gegevens: de Kubus, financiële gegevens: Civision Middelen. *Plaatsingssubsidie wordt nog niet separaat geregistreerd. BAB = Baan afspraak Banen ZIN = Zorg in Natura P = Participatie LKS =Loonkostensubsidie PGB = Persoonsgebonden budget HbH = Hulp bij huishouding WMO = Wet maatschappelijke Ondersteuning Jaarplan/Begroting/Budget Jaarplan (doel basis voor begroting) Plan tot en met de maand Jaarplan gedeeld door 12 maal aantal maanden. Realisatie tot en met de maand Gemiddelde over de maanden van januari tot en met de betreffende maand Realisatie t - 1 Gemiddelde over de maanden van januari tot en met de betreffende maand in het jaar ervoor Realisatie in maand stand huidige maand Prognose Verwachting voor het einde van het jaar (gemiddelde uitkomst) Afwijking prognose versus plan 1

3 Maatregelen Participatiewet Gemeenten ontvangen op grond van de Participatiewet budget voor bijstandsuitkeringen en loonkostensubsidie. Gemeenten die een tekort hebben, kunnen onder voorwaarden in aanmerking komen voor een zogeheten vangnetuitkering. Om voor een dergelijke uitkering in aanmerking te komen moeten gemeenten maatregelen hebben uitgevoerd om een mogelijk tekort te reduceren. De gemeenteraad moet kennis hebben genomen van die maatregelen. Indien daadwerkelijk een aanvraag om een vangnetuitkering wordt ingediend, dient die aanvraag de instemming van de gemeenteraad te hebben. Uiteraard zijn de maatregelen primair bedoeld om mensen uit de uitkeringssfeer te laten uitstromen. Aanvraag vangnetuitkering 2017 Over 2017 is een aanvraag ingediend. Op 28 juni 2018 heeft de gemeenteraad ingestemd met de aanvraag. Procedureel heeft de instemming van de gemeenteraad uitsluitend betrekking op de juistheid van de door het college opgestelde verklaring. Maatregelen Om voor een vangnetuitkering in aanmerking te komen moet kunnen worden aangetoond dat er maatregelen zijn genomen én uitgevoerd om een tekort te reduceren. Op dit moment is (uiteraard) nog niet duidelijk of er over 2018 een tekort is en of er dus in 2019 een vangnetuitkering wordt aangevraagd. Wel is het zo dat er net als in 2017 interne en externe maatregelen worden uitgevoerd om de kans op een tekort te reduceren. Het college vindt het belangrijk dat de gemeenteraad aan de voorkant wordt meegenomen in het proces. Dat betekent dat de gemeenteraad kennis kan nemen van de maatregelen die overigens een voortzetting zijn van de maatregelen De maatregelen zijn: - Aanbieden taalintensivering nieuwkomers/statushouders; Beoogd effect: verhoogde kans op uitstroom naar o.a. werk. - Verhoogde inzet op re-integratie; Beoogd effect: verhoogde kans op uitstroom naar o.a. werk. - Projecten met het UWV, andere gemeenten en onderwijspartijen; - Instroom / gemis aan uitstroom naar de WSW; De doelgroep valt ondertussen volledig onder het doelgroepenregister voor de banenafspraak, waardoor zij financieel aantrekkelijker zijn voor reguliere wergevers. - Inwoners met een BAB (BanenAfspraakBanen)-indicatie; In 2017 zijn er 9 inwoners met de BAB-indicatie geplaatst. Het streven voor 2018 is Arbeidsmarktregio Drenthe. 2

4 Krachten bundelen en samenwerken geeft meer kans om vooral mensen met een arbeidsbeperking te plaatsen bij werkgevers. 3

5 Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugd Inleiding In zowel de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015 als de Jeugdwet is vastgelegd dat het college jaarlijks onderzoekt hoe de cliënten de kwaliteit van onze ondersteuning ervaren. Beide cliëntervaringsonderzoeken zijn dit jaar uitgevoerd door ZorgfocuZ. Cliëntervaringsonderzoek Wmo Dit verplichte cliëntervaringsonderzoek is voor de derde keer uitgevoerd. De uitkomsten over 2016 waren gunstiger dan die over De uitkomsten over 2017 zijn vergelijkbaar met die over Een aantal opvallende zaken ten opzichte van de uitkomst over 2016: - Vorig jaar was de respons 30%; dit jaar is het 43%; - Vorig jaar wist 24% van de respondenten dat ze een beroep konden doen op onafhankelijke clientondersteuning. Dat percentage ligt nu op 38%. De eind 2017 en in 2018 ingezette maatregelen om de bekendheid te vergroten, hebben effect gehad. Het percentage is echter nog dusdanig dat het verder omhoog moet. Een grotere bekendheid is dan ook één van de speerpunten binnen het thema Onafhankelijke cliëntadvisering per 1 januari 2019, waarover de gemeenteraad in 2018 een voorstel ontvangt. In de factsheet op de volgende pagina zijn de resultaten over 2017 met daarin ook een vergelijking met 2016 weergegeven. Cliëntervaringsonderzoek Jeugd Het clientervaringsonderzoek Jeugd is in 2018 voor de tweede keer gehouden. Voor het onderzoek zijn alleen kinderen en hun ouders/verzorgers uitgenodigd die via de gemeente een zorgindicatie hebben ontvangen. De ontvangers van jeugdhulp dat via de huisarts is geïndiceerd, zijn om privacy-overwegingen niet betrokken in het onderzoek. Te weinig respons ZorgfocuZ heeft meegedeeld dat er te weinig respons is geweest om een representatieve uitkomst te maken. Onderzoeken 2018 Wij zijn aan het onderzoeken welke vormen van onderzoeken het beste passen bij de verschillende doelgroepen om zo een zo hoog mogelijke deelname te bewerkstelligen. 4

6 5

7 Participatiewet Kwantitatieve gegevens <Toelichting op oorzaken, verwachtingen, trendontwikkelingen, ingezet beleid, consequenties, te ondernemen acties door de programmaregisseur/ verantwoordelijk budgethouder> Het totaal aantal uitkeringsgerechtigden is ultimo juni 253. Dit is een toename van 8 ten opzichte van begin januari. In december 2017 was het totale uitkeringsbestand 242. Bij de opstelling van de begroting 2018 (in april 2017) is uitgegaan van een daling van het aantal uitkeringscliënten vanaf 2017 met ca. 5% per jaar. Deze daling heeft niet plaatsgevonden. Hierdoor start ook het jaar 2018 ten opzichte van de begroting met een achterstand en wijkt de realisatie af van het plan voor het jaar. 6

8 <Toelichting op oorzaken, verwachtingen, trendontwikkelingen, ingezet beleid, consequenties, te ondernemen acties door de programmaregisseur/ verantwoordelijk budgethouder> In 2018 is de totale instroom 33 en de totale uitstroom 22. In dezelfde periode van 2017 was deze verhouding 59:39. De instroomcijfers zijn opgebouwd uit Participatiewet, Ioaw, Ioaz en Bbz. In juni 2018 zijn er 5 Bbz-ers in vergelijking tot 5 in juni De samenstelling van het uitkeringsbestand naar alleenstaande, alleenstaande ouder en gehuwden/samenwonenden vertoont weinig fluctuaties. 7

9 <Toelichting op oorzaken, verwachtingen, trendontwikkelingen, ingezet beleid, consequenties, te ondernemen acties door de programmaregisseur/ verantwoordelijk budgethouder> Fasering versus startkwalificatie Ruim twee-derde van onze bemiddelbare werkzoekenden (fase 1 en 2) is niet in het bezit van een startkwalificatie. Belangrijk is om in te blijven zetten op, kortdurende, scholing om de kansen op de arbeidsmarkt voor deze doelgroep te vergroten en het behalen van een startkwalificatie te stimuleren (met name bij jongeren). Ook een groot deel van de mensen met een lange afstand tot de arbeidsmarkt heeft geen startkwalificatie. Dit heeft niet alleen invloed op de kansen op werk voor deze groep maar het zegt ook wat over iemands leervermogen en capaciteiten op maatschappelijk vlak. Leeftijd en afstand tot de arbeidsmarkt Sluit aan op fasering/startkwalificatie. De groep van 50 jaar en ouder in fase 1 en 2 vraagt intensievere begeleiding en heeft relatief vaak een proefplaatsing of andere opstap nodig om een betaalde baan te vinden. 8

10 <Toelichting Jeugdwerkloosheid De jeugdwerkloosheid neemt iets toe. Het grootste deel van de jongeren met een uitkering heeft meervoudige problematiek en is niet op korte termijn beschikbaar voor werk. Werkcoaches hebben regelmatig contact met begeleiders op het gebied van WMO, verslavingszorg, schulden etc. Opleiding Door een toename van statushouders in de afgelopen jaren en mensen met een BAB indicatie stijgt ook de groep mensen die niet in het bezit is van een startkwalificatie. Wanneer een startkwalificatie niet haalbaar is kijken we naar de mogelijkheden van kortdurende scholing voor duurzamere plaatsingen op de arbeidsmarkt. Statushouders nemen naast inburgeringslessen deel aan werkstages en extra taallessen om snellere uitstroom te realiseren. 9

11 Nieuwkomers Sinds september zijn er geen nieuwe nieuwkomers geregistreerd met een uitkering. (Bij de Ontwikkeling van nieuwkomers wordt ook rekening gehouden met uitstroom). 10

12 <Toelichting op oorzaken, verwachtingen, trendontwikkelingen> In en uitstroom Het vinden van betaald werk is nog steeds de grootste reden van beëindiging van de uitkering. We zetten hier ook de komende tijd intensief op in door vacatures te blijven ophalen bij werkgevers en mensen werkfit te maken (middels opleidingen, trainingen, werkstages etc). De twee belangrijkste oorzaken van instroom zijn; beëindiging van WW rechten (13 pers.) en andere oorzaak. Bij andere oorzaak moet voornamelijk gedacht worden aan bv. verhuizingen vanuit andere gemeentes. 11

13 WMO 12

14 Definitie en toelichting: Aantal actuele voorzieningen begeleiding per ultimo van de maand (in plaats van het aantal verstrekkingen). Een verstrekking kan meerdere mutaties bevatten waardoor er een onjuist beeld ontstaat. In oktober en november zijn vervoer voorzieningen apart geregistreerd i.v.m. het kunnen bewaken en controleren van de facturen. Hierdoor lijkt het erop dat er meer gebruik wordt gemaakt van de voorzieningen. 13

15 <Toelichting op oorzaken, verwachtingen, trendontwikkelingen, ingezet beleid, consequenties, te ondernemen acties>. Het aantal afgelegde (en aan de gemeente gefactureerde) kilometers ligt in 2018 op een vergelijkbaar niveau als in voorgaande jaren. De facturering van derden vindt achteraf plaats. Hierdoor zijn de gegevens van de huidige maand nog niet bekend. Met ingang van april 2018 heeft er een aanbesteding plaatsgevonden voor WMO vervoer. Hierdoor zien we in de laatste maanden een lager gebruik van de voorziening. 14

16 Buiten behandeling 6 Direct Ingetrokken 1 Geen besluitcode gevuld 3 WMO Afwijzing 6 WMO Toekenning 278 Eindtotaal 294 <Toelichting op oorzaken, verwachtingen, trendontwikkelingen, ingezet beleid, consequenties, te ondernemen acties>. De uitvoering van de meerkostenregeling is gestart per 1 februari In totaal zijn er 5 maanden gedraaid. Het aantal verstrekkingen over deze vijf maanden (294) blijft is hoger dan het aantal verstrekkingen over de eerste vijf maanden van uitvoering van de regeling in Toen waren er namelijk 254 toekenningen. Het aantal afwijzingen is wel sterk gedaald ten opzichte van 2017: 31 afwijzingen in 5 maanden tegenover 6 afwijzingen in 2017 gerekend over vijf maanden. Inwoners hebben het gehele jaar om een aanvraag te doen op basis van de meerkostenregeling. 15

17 <Toelichting op oorzaken, verwachtingen, trendontwikkelingen, ingezet beleid, consequenties, te ondernemen acties>. Het aantal rolstoel en woonvoorzieningen laat een stijging qua gebruik zien. 16

18 Jeugd In april 2018 zijn een groot aantal stop-zorg meldingen verwerkt. Deze meldingen moeten van de zorgaanbieders komen, maar deze blijken hier niet voldoende alert op. Dat geeft een vertekend beeld in het aantal jeugdigen die jeugdhulp gebruiken. Om die reden zijn we gestart met het nabellen van aanbieders op het moment dat ze minimaal 60 dagen niet gefactureerd hebben. Vanuit de klant wordt gekeken naar het gebruik van de actuele voorzieningen. In 2015 en 2016 werkten alle gemeenten in Drenthe samen voor de uitvoering van de Jeugdzorg. Dit betekende dat in gezamenlijk verband zowel de inkoop van zorg als de facturering gezamenlijk werd uitgevoerd. Hierbij was Hoogeveen penvoerder voor de inkoop en gemeente Emmen penvoerder Financiën. Zorgaanbieders werden op basis voorschotten gefinancierd. Vanaf 2017 is de regio opgesplitst in Noord/Midden en Zuid-Drenthe en werken we in Zuid-Drenthe met de zogenaamde Bouwsteen systematiek. Hierdoor zijn alle contracten administratief beëindigd en nieuwe contracten op basis van bouwstenen afgesloten. Dit betekent een herziene inrichting van de administratie en registratie van gegevens. Ook de wijze van betaling aan zorgaanbieders is gewijzigd. Zorgaanbieders worden niet meer bevoorschot maar dienen de facturen rechtstreeks in bij de individuele gemeente. De verwachting is dat in het derde kwartaal alle partijen gewend zijn aan de nieuwe systematiek wat leidt tot een verbetering van de kwaliteit van onze monitorgegevens. 17

19 93% van alle mensen die gebruik maken van één of meer voorzieningen binnen de Jeugdhulp maakt gebruik van Zorg in Natura. In de volgende diagram is het gebruik van Zorg in Natura nader verdeeld naar de bouwstenen. 18

20 Bovenstaand taartdiagram geeft per bouwsteencategorie aan hoeveel voorzieningen er zijn ingezet. 1. Gezond zijn De bouwsteencategorie die het meeste wordt ingezet is Gezond zijn. Deze bouwsteen wordt ingezet als het gaat om behandeling (zowel ambulant als intramuraal) van een jeugdige met (een zeer hoog risico) op psychische, verstandelijke, lichamelijke en/of sociaal emotionele problematiek, bijvoorbeeld verslavingsproblematiek of een psychische stoornis. 2. Dyslexie Een tweede bouwsteencategorie die verhoudingsgewijs veel wordt ingezet is Dyslexie. Dyslexie is een specifieke leerstoornis met een neurologische basis, waarbij de kern van het probleem ligt in het niet vlot kunnen lezen en spellen van woorden. Bij dyslexie gaat lezen, spellen en ook zelf schrijven, gezien de leeftijd en het onderwijsniveau, veel te moeizaam. Er is alleen sprake van dyslexie als er geen andere oorzaken zijn die de leesproblemen kunnen verklaren. Bij dyslexie kunnen zowel lees- als spellingsproblemen voorkomen, maar deze komen ook los van elkaar voor. 3. Meedoen en zelfredzaamheid Na dyslexie wordt de bouwsteen Meedoen en zelfredzaamheid het meeste ingezet. Binnen deze bouwsteen gaat het om (ambulante) begeleiding van de jeugdige bij zelfredzaamheid, het groeien naar zelfstandigheid en participatie in de maatschappij. Doelstelling kan zijn het aanleren van vaardigheden, ondersteuning bij dagelijkse levensverrichtingen, leren omgaan met een beperking, bieden van invulling en structuur tijdens de dag, en/of ter ontlasting van verzorgers. Onder deze bouwsteencategorie valt tevens ondersteuning op het gebied van persoonlijke verzorging die onder de jeugdwet valt. De bouwsteen Meedoen en zelfredzaamheid,.-licht wordt ingezet om de jeugdige te begeleiden bij de zinvolle invulling van de dag, de zogenaamde dagbesteding. Dagbesteding is daarbij gericht op het aanleren van (werknemers)vaardigheden en het ontlasten van de thuissituatie. 19

21 4. Gezond opgroeien De bouwsteen Gezond opgroeien heeft zowel betrekking op opvoedingsvaardigheden van ouders, gedragsproblematiek als gevolg van omgevingsfactoren en de consequenties van (v)echtscheidingen. De inzet op grond van deze bouwsteencategorie wordt altijd ingezet vanuit het gezinsperspectief. 5. Jeugdbescherming en reclassering (Drents) De bouwsteen JB/JR heeft betrekking op het uitvoeren van jeugdreclassering en beschermingsmaatregelen. De uitvoering van jeugdreclasseringsmaatregelen is een combinatie van begeleiding, toezicht op jeugdigen die veroordeeld zijn of verdacht worden van een strafbaar feit. Jeugdreclassering wordt opgelegd door de kinderrechter (bij vonnis) en soms door de officier van justitie. Ook inzet op nazorg (vrijwillig) na verblijf in een justitiële inrichting of op verzoek van de RvK valt hieronder. Uitvoeren van een door de rechter opgelegde kinderbeschermingsmaatregel, zoals een onder toezichtstelling (al dan niet met uithuisplaatsing) of een voogdijmaatregel (bij beëindiging van het ouderlijk gezag), concreet inhoudend het begeleiden van een gezin bij de opvoeding, tot de ouders dit weer zelfstandig kunnen overnemen. Maatregelen kunnen gedwongen worden opgelegd als vrijwillige hulp niet werkt. 6. Bovenregionale zorg (3Noord) De bouwsteen Bovenregionale zorg heeft betrekking op voornamelijk intramurale voorzieningen waarbij de jeugdigen opgenomen dan wel behandeld worden in een voorziening van de aanbieder, 24 uur per dag, voor meerdere dagen, soms meerdere weken. Deze behandelsetting wordt ook wel aangeduid als een klinische behandeling, waarbij er altijd een slaapgelegenheid (bed) aanwezig is. De behandeling is veelal in combinatie met andere jeugdigen of de ouders van de jeugdige. 7. Eenvoudige diagnostiek De bouwsteen eenvoudige diagnostiek wordt ingezet op verzoek van de verwijzer indien niet duidelijk is welke hulp de jeugdige dient te ontvangen. 20