PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Transcriptie

1 Nr maart e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Tuinbouw 2 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 3 Productschap Vis (VIS 2 tot en met VIS 9) 3

2 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende organisatie schriftelijk bedenkingen aanvoeren tegen de in dit Mededelingenblad gepubliceerde ontwerpverordening. BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Tuinbouw Tervisielegging en verkrijgbaarstelling ontwerpjaarrekening 2009 Het dagelijks bestuur maakt, gelet op artikel 124, tweede lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie, bekend dat het ontwerpbesluit tot vaststelling van de rekening der inkomsten en uitgaven over 2009, met toelichting bij het secretariaat, Louis Pasteurlaan 6 te Zoetermeer, voor een ieder ter lezing is neergelegd en aldaar verkrijgbaar is. De beraadslagingen worden gehouden in de openbare bestuursvergadering van 30 maart Mbbo 2

3 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Vis VIS 2 Verordening financiering projecten groothandelssector 2008 Verordening van het Productschap Vis van 4 oktober 2007, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Vis ressorterende ondernemen op te leggen bestemmingsheffing ten behoeve van onderzoek voor de groothandelssector voor het jaar 2008 (Verordening financiering projecten groothandewec:tor 2008) Het bestuur van het Productschap Vis; Gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en artikel 7 van het Instellingsbesluit Productschap Vis (Stb. 2003, 253); Gehoord de Commissie groothandel en Gamalenadviescommissie; Besluit: Artikel 1 I. In deze verordening wordt verstaan onder: a. Illsiellillgsbesluit Productschap Vis: Besluit van 3 juni 2003, houdende instelling van een pnxiuctschap voor ondernemingen op het gebied van de visserij, de he. en verwerking van vis en de handel in vis en vispnxluclen (Sfb. 2003, 253); b. productschap het Productschap Vis, als bedoeld in artikel 3 van het Instellingsbesluit Productschap Vis; c. bestuur het bestuur van het productschap; d. voorzit/er de voorzitter van het productschap; e. secretaris de secretaris van het productschap; J COII/missie groothemdcl de commissie ingesteld door het bestuur voor het adviseren over aangelegenheden Detreffende de groothandel in vis; g. ondenremer een natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld ; h. vis vissen, schaal- en schelpdieren, delen van vissen alsmede van schaaj- en schelpdieren en pur en nest, een en ander met uitzondering van sier- en aq uariumdieren, garnalen, kokkels, spisuia, zwaardscheden en mesheften, nonnetjes, mosselen en oesters; i. garnalell garnalen van de soort CrangOlr crangon; j. mosselen schelpdieren van de soorten Mytilus Spp. of de soorten Perna Spp. ; lt. plo/te oesters schelpdieren van de soorten Os/rea Spp.; 3

4 I. creuses 111. Des/ers 11. kokkels o. spisuia p. rwaardscheden en mesheften q. nonnetjes r. aanvoeren s. OOI/voerder I. buitenlandse aam'oerder u. aftlag v. fonds l'oor de groo/handelssector schelpdieren van de soorten Crassos/rea Spp.; platte oesters en crcuses; schelpdieren van de soort Cerastoderma edule; schelpdieren van de soorten Spisuia Spp.; schelpdieren van de soorten Ensis Spp.; schelpdieren van de soort Macoma balthica.; het als eerste eigenaar voor de eerste keer ofhet met behulp van de spanvisserij aan land brengen van vis of garnalen; de ondernemer die met een in Nederland geregistreerd vissers vaartuig of op andere wijze vis of garnalen aanvoert; degene die met een in het buitenland geregistreerde koller in Nederland aanvoert; een veiling van vis ofvisproducten; het fon ds ingesteld krachtens art ikel 2, eerste lid, van de Verordening instelling van een fonds voor de groothandelssector Voor de toepassing van het bepaalde in deze verordening vindt het aanvoeren plaats op hel tijdstip waarop het vissersvaartuig direct of indirect verbinding met de wal heeft gekregen. Artikel la Onder het productschap ressorterende ondernemers zijn wegens de uitoefening van hun bedrijfsacti viteiten in de periode van I januari 2008 tot en met 31 december 2008 aan en len behoeve van het productschap een heffing verschuldigd volgens de in art ikelen 2 vermelde heffingsgrondslagen mei de daarbij behorende tarieven. De berekening en de wijze van betaling vinden plaats, zoals in de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006 is bepaald. Artikel 2 I. Een ondernemer die vis koopt van een aanvoerder of van een buitenlandse aanvoerder is aan hel productschap, ten behoeve van hel fonds voor de groothnndelsseclor, een heffing verschu ldigd van 0, I promille van hel aankoopbedrag van de door de ondernemer gekochte vis. 2. Voor de berekening van de heffing, als bedoeld in het eerste lid. geldt als aankoopbedrag de door de ondernemer voor de gekochte vis bestede koopsom. 3. Een ondernemer die garnalen koopt van een aanvoerder is aan het productschap, len behoeve van het fonds voor de groothandelsscctor, een heffing verschuldigd van 0,0]0] per kilogram garnalen. 4. Indien de garnalen in gepelde toestand worden gekocht van een aanvoerder, al dan niet door lussenkomst van een afslag, wordt het aantal gekochte kilogrammen Ier bepaling van de verschuldigde heffing(en) vermenigvuldigd mei een fac lor 3. 4

5 Rijswijk, 4 oktober 2007 B.J. Odink voorzitter W.G. van de Fliert secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 3 maart 2010 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij beschikking van 21 januari 2010, nr

6 Doelstelling van de regeling is het bijdragen in de kosten voor onderzoek en ontwikkeling. opleiding en voorl ichting, verwerking en afzet overeenkomstig het bepaalde in de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek en ontwikkeling (PbEG 1996 C 4515 en verlengd in PbEG 2002 C Illn), de Richtsnoeren voor het onderzoek van staatssteun in de visserij- en aquacultuur-sector (PbEU2004 C 229/5) en Bijlage 111, punt 2.4, van Verordening(EG) nr (PbEG 1999 L ). De middelen van het fonds voor de groolhandelssector worden aangewend voor hct bevorderen van onderzoeken en projecten, in de mcest ruime zin van het woord, ten behoeve van de sector groothandel en verwerking. De resultaten van de onderzoeken zijn van belang voor de sector groothandel en verwerking. Betrokkenen kunnen er kennis van nemen en er op voet van gel ijkheid gebruik van maken. Biervoor wordt verwezen naar het jaarverslag en hel financieel verslag van het Productschap Vis. Daar de sector groothandel en verwerking ovem'egend bestaat uit mkb-ondernemingen is voor finan ciering van collectief onderzoek en collectieve projecten geoptcerd voor een heffing met een publieke grondslag. Bicnnee wordt tegemoetgekomen aan het collectieve belang van de regeling en kan Un cn ander effecticf en efficifnt worden geregeld. Voor individuele bedrijven is het niet mogelijk om zelf Ie voorzien in de bedoelde onderzoeken en projecten. Bovendien betalen allc ondernemingen bij een collectieve aanpak mce, zodat wordt voorkomen dat er bedrijven zoudcn zijn die wel profiteren van onderzoeken en projecten, maar niet meebetalen (free-riders). De kosten worden voor een belangrijk deel gefinancierd uit de opbrengsten van de bestemmingsheffing als bedoeld in artikel 2 van deze verordening. De hoogte van de bestemmingsheffing is voor vis ongewijzigd ten opzichte van het jaar Voor de kopers van garnalen is de heffing van 0,0003 op verzoek van de Garnalenadviescommissie verhoogd met 0,03 per kg garnalen om meer geld beschikbaar te hebben voor door deze deelsector gewenste onderzoeksprojecten ten behoeve van duurzaamheid. In artikel 2, vierde lid, is vanaf hct heffingsjaar 2006 op verzoek van de Gamalcnadviescommissie voor het kopen van CnJIIgolI crangotl garnalen een heffing per kilogram opgenomen. Voor het kopen van deze garnalen is dan ook geen heffing meer over de waarde verschuldigd. In artikel I is vanaf het heffingsjaar 2006 dan ook in de definitie van "vis" opgenomen dat garnalen uitgezonderd zijn en is een aparte definitie van "ganmlen" opgenomen. Vanafhct heffingsjaar 2006 is. gelet op de veranderende bedrijfsomstandigheden cn marktsituatie in de garnalensector en ter voorkoming van rechtsongelijkheid, in artikel 2, vijfde lid, een bepal ing opgenomen met een conversiefactor 3 voor het aantal gekochte kilogrammen gepelde garnalen. Uitgangspunt hiervoor is de aanname dat 3 kilogram ongepelde garnalen ongeveer I kilognm gepelde garnalen opleven. De begrote baten van deze bestemmingsheffing. zoals in de begroting opgenomen onder de functie Product, bedragen voor hel jaar ,". De heffing in deze verordening is ingevolge artikel 88, derde lid, van het EG-verdrag. inzake steunmaatregelen van de lidstaten, aangemeld bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen. Ingevolge de goedkeuringsbeschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen is de onderhavige steunmaatregel (bekend onder steunnummer N 535/94 en gewijzigd bij N en N ) vastgesteld confonn de artikelen 87, 88 en 90 van het EG-verdrag en is ook voor het 6

7 Rijswijk, 4 oktober 2007 B.J. Odink voorzitter W.G. van de Fliert secretaris VIS 3 Verordening financiering projecten groothandelssector

8 g. ondernemer h. vu i. gamalen j. molse/en k. plaue QeS/(!r!f I. creuses m. oeslers 11. kokkels o. spisuia p. rwaarcjscheclen en mesheften q. nonnetjes r. aanvoeren s. aanvoerder t. buitenlandse aanvoerder u. aftlag v. fonds voor de groothandelsuc:tar een natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld; vissen, schaal- en schelpdieren, delen van vissen alsmede van schaal en schelpdieren en puf en nest, een en ander met uitzondering van sier- en aquariumdieten, garnalen, kokkels, spisuia, zwaardscheden en mesheften. nonnetjes., mosselen en oesters; garnalen van de soort Crongon crangon; schelpdieren van de soonen Mytilus Spp. of de soorten Perna Spp.; schelpdieren van de soorten OstreaSpp.; schelpdieren van de soorten Cra$Sostrea Spp.: platte oesters en creuses; schelpdieren van de soort Cerastoderma edule: schelpdieren van de soorten Spisulo Spp.; schelpdieren van de soorten Ensis Spp.; schelpdieren van de soort Macoma ballhica.; het als eerste eigenaar voor de eerste keer of het met behulp van de spanvisserij aan land brengen van vis of garnalen; de ondernemer die met een in Nederland geregistreerd vissers vaartuig of op andere wijze vis of garnalen aanvoert; degene die met een in het buitenland geregistreerde kotter in Nederland aanvoen; cen veiling van vis of visproducten; het fonds ingesteld krachtens artikel 2, eerste lid, van de Verordening instelling van een fond s voor de groothandelssector Voor de toepassing van het bepaalde in deze verordening vindt het aanvoeren plaats op het tijdstip waarop het vissersvaartuig direct of indirect verbinding met de wal heeft gekregen. Artikel la Onder hel productschap ressorterende ondernemers zijn wegens de uitoefening van hun bedrijfsactiviteiten in de periode van 1 januari 2009 tot en met 3 1 december 2009 aan en ten behoeve van het productschap een heffing verschuldigd volgens de in artikelen 2 vennelde heffingsgrondslagen mei de daarbij behorende tarieven. De berekening en de wijze van betaling vinden plaats, zoals in de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006 is bepaald. Artikel 2 I. Een ondernemer die vis koopt van een aanvoerder of van een buitenlandse aanvoerder is aan het productschap, len behoeve van het fonds voor de groothandelssector, een heffing verschuldigd van 0,1 promille van hel aankoopbedrag van de door de ondernemer gekoehte vis. 8

9 Rijswijk, 2 oktober 2008 B.J. Odink voorzitter W.G. van de Fliert secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 3 maart 2010 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij beschikking van 1 maart 2010, nr

10 vissoonen gerekend die door de uitoefening van de zee- en kustvisserij worden verkregen. Uitgezonderd zijn echter garnalen, mosselen, oesters, kokkels. spisuia en nonnetjes. Voor garnalen is ccn aparte grondslag met een bijbehorende definitie opgenomen. De middelen van het fo nds voor de groolhandelsscctor worden aangewend voor het bevorderen van onderzoeken en projecten, in de meest ruime zin van het woord, ten behoeve van de sector groothandel en verwerking. De resultaten van de onderzoeken zijn van belang voor de sector groothandel en verwerking. Betrokkenen kunnen er kennis van nemen en er op voet van gelijkheid gebruik van maken. Hiervoor wordt verwezen naar het jaarverslag en het financieel verslag van het Productschap Vis. Daar de sector groothandel en verwerking overwegend bestaat uit mkb-ondememingen is voor financiering van collectief ondcnock en collectieve projecten geopteerd voor een heffing met ccn publieke grondslag. Hiennee wordt tegemoetgekomen aan het collectieve belang van de regeling en kan één en ander effectief en efficifnt worden geregeld. Voor individuele bedrijven is het nict mogelijk om zelrte voorzien in de bedoelde onderl.oeken en projecten. Bovendien betalen alle ondernemingen bij een collectieve aanpak mee, zodat wordt voorkomen dat er bedrijven zouden zijn die wel profiteren van onder.roeken en projecten, maar niet meebetalen (free-riders). De kosten worden voor een belangrijk deel gefinancierd uit de o pbrengsten van de bestemmingsheffing als bedoeld in anikel2 van deze verordening. De hoogte van de hestemmingsheffing is voor vis ongewijzigd ten opzichte van het jaar Voor de kopers van garnalen is de heffing van 0,0003 vanarhet heffingsjaar 2008 op verzoek van de Gamalenadviescommissie verhoogd met E 0,03 per kg garnalen om meer geld beschikbaar te hebben voor door deze deelscctor gewenste onderzoeksprojecten ten behoeve van duurzaamheid. In anikel 2, vierde lid. is vanaf het heffingsjaar 2006 op vcnoek van de Garnalenadviescommissle voor het kopen van Gnulgon crongon garnalen een heffing pet kik>gram opgenomen. Voor het kopen van deze garnalen is dan ook geen heffmg meer over de waarde verschuldigd. In anikei I is vanaf het heffingsjaar 2006 dan ook in de definitie van "vis" opgenomen dat garnalen uitgezonderd zij n en is een aparte definitie van "garnalen" opgenomen. Vanaf het heffmgsjaar 2006 is, gelet op de veranderende bedrijfsomstandigheden en marktsituatie in de gamalensectof en ter voorkoming van rechtsongelijkheid, in an ikei 2, vijfde lid, cen bepaling opgenomen met een conversiefactor 3 voor het aantal gckochte kilogrammen gepelde garnalen. Uitgangspunt hiervoor is de aanname dat 3 kilogram ongepelde garnalen ongeveer I kilogram gepelde garnalen oplevert. De begrote baten van deze bestemmingsheffing, zoals În de begroting opgenomen onder de functie Product, bedragen voor het jaar 2009 E ,-. De heffing in deze verordening is ingevolge artikel 88, derde lid, van het EG-verdrag, inzake steunmaatregelen van de lidstaten, aangemeld bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen. Ingevolge de goedkeuringsbesehikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen is de onderhavige steunmaatregel (bekend onder steunnummer N en gewijzigd bij N en N ) vastgesteld conform de artikelen 87, 88 en 90 van het EG-verdrag en is ook voor het overige verenigbaar met de gemeenschappelijke markt. De maximale toegestane heffing, zoals 10

11 aangemeld en goedgekeurd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, bedraagt I promi lle van het aankoopbedrag van de door de ondernemer gekochte vis, 0,10 per kg aangevoerde en ongepelde garnalen en 0,30 per kg aangevoerde en gepelde garnalen. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is venocht om de in 2008 doorgevoerde wijziging in deze steunmaatregel conform artikels8, derde lid, van het EG-Verdrag bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen aan te melden, nu de Nederlandse koper heffingspl iehtig is ongeacht ofhij van een Nederlands vissersvaartuig of van een buitenlands vissersvaartuig koopt. De bepalingen over het opvragen, verstrekken en verwerir.en van gegevens, alsmede de bepalingen over de oplegging en betaling van de heffingen zijn met de bepalingen over de mandatering van bevoegdheden vanaf het heffingsjaar 2007 uit de heffingsverordeningen gehaald en ondergebracht in de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis Beoogd is om hiermee de heffingsverordeningen te vereenvoudigen en transparanter te maken. De heffingsverordeningen moeten conform artikel 126, eerste lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie j aarlijks worden vastgesteld. Aan de verordening wordt terugwerkende kracht verleend tot en met I januari 2009 in geval de benodigde goedkeuring van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedsclkwaliteit en de Sociaal-Economische Raad en publicatie geschiedt na I januari Sinds 2000 gcldt voor ondernemers waarvoor het Productschap Vis is ingesteld dat de heffmgsgrondslagen telkens voor één kalendeijaar gelden. De bepaling houdende terugwerkende kracht naar het begin van het kalenderjaar is geen schending van het recht.szckerheidbeginsel en geschiedt conform Aanwijzing 167 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. De heffingsgrondslagen en tarieven zijn door het bestuur voor 2009 vastgesteld na raadpleging van de desbetrerrende bestuursadviescomm issie in Deze commissies adviseren op grond van artikel), zevende lid van de Verordening bevoegdheden organen en secretariaat Productschap Vis Dit gebeurt jaarlijks voorafgaande aan de behandeling van de begroting voor het komende jaar over de voor de desbetrerrende deelsector gewenste heffingsgrondslagen en hoogten van de heffingcn in de verordeningen. De vertegenwoordigers van de sector in bestuursadviescommissies worden voorgedragen door de dragende organisaties. Tevens hebben in een aantal commissies leden zitting die zijn voorgedragen door niet-dragende organisaties. Op deze wijze wordt conform Principe Xl II aan a lle bcdrij fsgenoten de gelegenheid geboden om actief betrokken te zijn bij de besluitvorming. Administratieve laste" De registratie- en heffingsverordeningen brengen relatief lage administratieve lasten met zich mee. De administratieve lasten per onderondememer kunnen verschillen, afhankelijk van de aard en de omvang van de bedrijfsactiviteiten welke per ondernemer ook weer jaarlijks sterk ku nnen verschillen. Bij elke wijziging of nieuwe maatregel wordt standaard in de bestuurlijke afweging uitdrukkelijk meegewogen wat het effect is op de administratieve lasten voor de sector bij uitvoering hiervan en wordt waar mogelijk voorrang gegeven aan de systematiek die de minste lasten oplevert. Het zijn uiteindelijk de deelsectoren zelf die middels de vertegenwoordigers in de bestuursadviescommissies dan wel het bestuur van het Productschap Vis de keuzes maken op welke wijze de autonome taken en daarbij behorende regelgeving van het Productschap Vis WOfden ingevuld, uitgevoerd en gefinancierd. 11

12 Rijswijk, 2 oktober 2008 B.J. Odink voorzitter W.G. van de Fliert secretaris VIS 4 Verordening financiering projecten groothandelssector

13 j. mosselen k. platte oeslers I. creuses m. oesters n. kokkels o. spisuia p. :woordscheden en mesheften q. nonnetjes r. aam'of!ren s. aanvoerder I. hui/enlondu oam'oerder 11. afslag v.fonds voor de groolholldelssector schelpdieren van de soorten Myri/w Spp. of de soorten Perna Spp.; schelpdieren van de soorten Osrrea Spp. j schelpdieren van de soorten Crassaslrea Spp.; platte oesters en creuses; schelpdieren van de soort CerOSIOOerma Mule; schelpdieren van de wonen Spisulo Spp.: schelpdieren van de SOOrten Ensis Spp.; schelpdieren van de soort Macoma ballhico.; het als eerste eigenaar voor de eerste keer ofhet met behulp van de spanvisserij aan land brengen van vis of garnalen: de ondernemer die mei een in Nederland geregistreerd vissers vaartuig of op andere wijze vis of garnalen aanvoert j degene die mei een in het buitenland geregistreerde kotter in Nederland aanvoert; een veiling van vis of visproducten; het fonds ingesteld krachtens artikel 2, eerste lid, van de Verordening instelling van een fonds voor de groothandelsseclor Voor de toepassing van het bepaalde in deze verordening vindt het aanvoeren plaats op het tijdstip waarop het vissersvaartuig direct of indirect verbinding met de wal heeft gekregen. Artikel Ja Onder het producl.schap ressorterende ondernemers zijn wegens de uitoefen ing van hun bedrijfsactiviteiten in de periode van I januari 2010 tot en met] I december 20 I 0 aan en len behoeve van het productschap een heffing verschuldigd volgens de in artikelen 2 vennelde heffingsgrondslagen met de daarbij behorende tarieven. De berekening en de wijze van betaling vinden plaats, zoals in de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006 is bepaald. Artikel 2 I. Een ondernemer die vis koopt van ecn aanvoerder ofvan een buitenlandse aanvoerder is aan het productschap. ten behoeve van het fonds voor de groothandelssector, een heffing verschuldigd van 0, I promil le van het aankoopbedrag van de door de ondernemer gekochte vis, 2. Voorde berekening van de heffing. als bedoeld in het eerste lid, geldt als aankoopbedrag de door de ondernemer voor de gekochte vis bestede koopsom. ]. Een ondernemer die garnalen koopt van een aanvoerder is aan het productschap, len behoeve van het fonds voor de groothandels.sector, een heffing \'erschuldigd van 0,0]0] per kilogram garnalen. 4, indien de garnalen in gepelde toestand worden gekocht van een aanvoerder, al dan niet door tussenkomst van een afslag. wordt het aantal gekochte kilogrammen ter bepaling van de verschuldigde heffing(en) vennenigvuldigd met een factor], 13

14 Rijswijk, 1 oktober 2009 B.J. Odink voorzitter D.A.M. Risseeuw wnd. secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 3 maart 2010 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij beschikking van 1 maart 2010, nr

15 Hiervoor wordt verwezen naar het j~rverslag en het financieel verslag van het Productschap Vis. Daar de sector groothandel en verwerking overwegend bestaat uit mkb-ondernemingen is voor financiering van collectief onderzoek en collectieve projecten geopteerd voot een heffing met een publieke grondslag. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan het collectieve belang van de regeling en kan éên en ander effectief en efficient worden geregeld. Voor individuele bedrijven is het niet mogelijk om zelf te voorzien in de bedoelde onderzoeken en projecten. Bovendien betalen alle ondernemingen bij een collectieve aanpak mee, zodat wordt voorkomen dat er bedrijven zouden zijn die wel profiteren van onderzoeken en projecten, maar niet meebetalen (tree-riden). De kosten worden voor een belangrijk deel gefinancierd uit de opbrengsten van de bestemmingsheffing als bedoeld in artikel 2 van deze verordening. De hoogte van de bestemmingsheffing is voor vis ongewijzigd ten opzichte van het jaar Voor de kopers van garnalen is de heffing op ver.wek van de Gamalenadviescommissie inclusief een bedrag van 0,03 per kg garnalen om geld beschikbaar te hebben voor door deze deelsector gewenste onderzoeksprojecten ten behoeve van duurzaamheid. In artikel 2, vierde lid, is vanaf het heffingsjaar 2006 op verzoek van de Gamalenadviescommissie voor het kopen van Crallgoll crallgon garnalen een heffing per kilogram opgenomen. Voor het kopen van deze garnalen is dan ook geen heffing meer over de waarde verschuldigd. In artikel I is vanaf het heffingsjaar 2006 dan ook in de definitie van "vis" opgenomen dat garnalen uitgezonderd zijn en is een aparte definitie van "garnalen" opgenomen. Vanaf het heffingsjaar 2006 is. gelet op de veranderende bedrijfsomstandigheden en marictsituatie in de garnalensector en ter voorkoming van rechtsongelijkheid, in artikel 2, vijfde lid,. een bepaling opgenomen met een eonveniefactor 3 voor het aantal gekochte kilogrammen gepelde garnalen. Uitgangspunt hiervoor is de aanname dat 3 kilogram ongepelde garnalen ongeveer I kilogram gepekte garnalen opleven. De begrote baten van deze bestemmingshefjing. zoals in de begroting opgenomen onder de functie Product, bedragen voor het jaar ,-. De heffing in deze verordening is ingevolge artikel 88, derde lid, van het EG-verdrag, inzake steunmaatregelen van de lidstaten, aangemeld bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen. Oe onderhavige steunmaatregel (bekend onder steunnummer N en gewijzigd bij N N en N ) is vastgesteld confonn de artikelen 87, 88 en 90 van het EG-verdrag en is ook voor het overige verenigbaar met de gcmeenschappelijke markt. De maximale toegestane heffing, zoals aangemeld bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen, bedraagt I promi lle van het aankoopbedrag van de door de ondernemer gekochte vis (vissen, schaal- en schelpdieren, alsmede delen hiervan of puf en nest), ongeacht of de aanvoer door een Nederlands vaartuig of een buitenlands vaartuig geschiedt, 0, loper kg aangevoerde en ongepelde garnalen en 0,30 per kg aangevoerde en gepelde gamalen. De bepalingen over het opvragen, verstrekken en verwerken van gegevens, alsmede de bepalingen o ver de oplegging en betaling van de heffingen zijn mei de bepalingen over de mandatering van bevoegdheden vanaf het heffingsjaar 2007 uit de heffingsverordeningen gehaald en ondergebracht in de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis Beoogd is om hiennee de heffingsverordeningen te vereenvoudigen en transparanter te maken. 15

16 Rijswijk, 1 oktober 2009 B.J. Odink voorzitter D.A.M. Risseeuw wnd. secretaris 16

17 VIS 5 Verordening financiering promotie kweekvis en onderzoek visteelt 2010 Verordening van het Productschap Vis van I oktober 2009, houdende regels ter zake van de aan de onder hel Productschap Vis ressol1erende ondernemers op te leggen bestemming,sheffing ten behoeve van promotie en onderzoek voor de visteelt voor het jaar 2010 (Verordening financiering promotie kweekvis en onderzoek visteelt 2010) Het bestuur van het Productschap Vis; Gelei op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en artikel 7 van het Instelling,sbesluit Productschap Vis (Slb. 2003, 253); Gehoord de Commissie aanvoeraangelegenheden en de Nederlandse Vereniging van Viskwekers; Besluit: Al1ikel I In deze verordening wordt verstaan onder: a. InstellingsMsluil Besluit van 3 juni 2003, houdende instelling van een productschap Productschap Vis voor ondernemingen op het gebied van de visserij, he- en verwerking b. produc1:u:hap c. bestuur d. VOOf'%iller e. secretaris f ondernemer g.follds voor promo/ie : h.fonds voor de oonvoer: sector i. Commissie aanvoeraangelegenheden j. kweekvis k. forel I. meerval m. ti/apia n. paling o. tarbot van vis en de handel in vis en visproducten (Stb. 2003, 253); het Productschap Vis, als bedoeld in artikel 3 van het Instelling,sbesluit Productschap Vis; het bestuur van het productschap; de voorzitter van het productschap; de secretaris van het productschap; degene die een onderneming drijft,... 1W'Voor het productschap is ingesteld; het fonds ingesteld krachtens artikel 2, eerste!ld, van de Verordening instelling van een fonds voor promotie 2007; het fonds ingesteld krachtens artikel 2, eerste lid, van de Verordening instelling van een fonds voor de aanvoersector 2007; de commissie ingesteld door het bestuur voor het adviseren over gelegenheden betreffende de aanvoer; forel, meerval, tilapia, paling en tarbot die in Nederland wordt gekweekt en gehouden in recirculatiesystemen en vijvers ten behoeve van productiedoeleindcn gericht op menselijke consumptie; vissen van de SOOI1 Oncorplrymchus mykiss; vissen van de soorten Clarius garipinus of HeteropnelUtes fossilis ; vissen van de soort Oreochromis Spp.; vissen van de SOOI1 Anquillo ldiquilla; vissen van de soon Psella maximus. 17

18 Rijswijk, 1 oktober 2009 B.J. Odink voorzitter D.A.M. Risseeuw wnd. secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 19 november 2009 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij beschikking van 1 maart 2010, nr

19 TOELICHTING De Wet op de bedrijfsorganisatie bepaalt, dat verordeningen waarin een bestemmingsheffing is opgenomen jaarlijks moeten worden vastgcsteld. De onderhavige verordening betreft het heffingsjaar De baten voortvloeiende uit de Verordening financ iering promotie kwcc:kvis en onderzoek visteelt 2010 komen voor 75 Y. ten gunste van het fonds ingesteld knk:htens artikel 2 van de Vero«lcning instelling van een fonds voor promotie 2007 en komen voor 25 0/. ten gunste van het fonds ingesteld krachtens artikel 2 van de Verordening instelling van een fonds voor de aanvocf"scctor Op grond van de onderhavige vero«lcning wordt een heffing opgelegd aan de kwekers van kweekvis. Doelstelling van de regeling is het bijdragen in de kosten voor onderzoek en ontwikkeling, verkoopbevordering en reclame verenigbaar met het bepaalde in de Europese regels omtrent steunmaatregelen, zoals de Richtsnoeren voor het onderzoek van de steunmaatregelen van de staten in de visserij- en de aquacultuurscctor (PbEU 2008 C 84/1 0). O nde r collectieve promotie wordt verslaan de promotie van kweekvis in het algemeen zonder dat deze gericht is op de bevordering van de verkoop van kweekvis van bepaalde bedrijven. Promotieactiviteiten worden nict afgestemd op handelsmerken en verwijzen niet naar een land of geografisch gebied. Daar de visteeltseetor overwegend beslaat uit mkb-ondememingcn is voor financiering van collectieve promotie en collectief onderzoek geopteerd voor een heffing met een publieke grondslag. Hiennee wof"dt tegemoetgekomen aan het collectieve belang van de regeling en kan één en ander effectief en effkifnt worden geregeld. Voor individuele bedrijven islk:t niet goed mogelijk om zelf te voorzien in de bedoelde vormen van onderzoek en ontwikkeling, verkoopbevordering en reclame. Bovendien betalen alle ondernemingen bij een collectieve aanpak. mee, zodat wordt voorkomen dat er bedrijven zouden zijn die wel profiteren van onderzoek en ontwikkeling, verkoopbevordering en reclame, maar niet meebetalen (fi"ee..riders). De middelen van de fondsen worden aangewend ten behoeve van collectieve promotiecampagnes ten behoeve van kweekvis en onderzoek., in de meest ruime zin van het woord, ten behoeve van de visteelt. De resultaten van de onderzoeken zijn van belang voor de visteeltseetor en betrokkenen ku nnen er kennis van nemen en er op voet van gelijkheid gebruik van maken. De middelen voor promotie zijn onder andere bestemd voor een bijdrage aan de Stichting Nederlands Visbureau. Onder collectieve promotie wordt verstaan de promotie van kweekvis in het algemeen, zonder dat deze gericht is op bevordering van de verkoop van kweekvis van bepaalde bedrijven. Uit het fonds worden onder andere advertenties in kranten, verspreiding van folders, posters en receptenboekjes gefinancierd. Voor het overige wordt verwezen naar hel jaarverslag en het fi nancieel verslag van het Productschap Vis en van de Stichting Nederlands Visbureau. De kosten worden voor een belangrijk deel gefinancierd uit de opbrengsten van de besternmingsheffingen als bedoeld in artikel 2 van deze, erordening. De hoogten van de bestemmingsheffingen zijn ongewijzigd ten opzichte van het jaar In artikel 3 zijn vanaf het heffingsjaar 2003 twee nieuwe heffingsgrondslagen opgenomen. Ook de kweken van tarbot en tilapia ten bchoe, e van productiedoeleinden gericht op menselijke consumptie zijn nu een bestemmingsheffing verschuldigd aan het productschap ten behoeve van het fonds voor promotie van kweekvis en ondenoek naar visteelt. Vanaf het heffingsjaar 2009 is de definitie van meerval uitgebreid met de soort lieleropneustesfossilis. 19

20 De begrote baten van deze bestemmingsheffingen, zoals in de begroting opgenomen bedragen voor het jaar ,000,- o nder de functie Product (voor onderwek) en ,- o nder de functie Markt (voor promocie). Ingevolge de goedkeu~ingsbeschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen is de onderhavige steunmaatregel (bekend onder steunnummer N , gewijzigd bij N 159nOOJ) vastgesteld conform de artikelen 87, 88 en 90 van het EG-Verdrag en is ook voor het overige verenigbaar met de gemeenschappelij ke markt. De heffingen in deze verordening zijn ingevolge artikel 88, derde lid, van het EG-verdrag. inzake steunmaatregelen van de lidstaten, aangemeld bij en goedgekeurd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen. De maximale toegestane heffing. zoals aangemeld en goedgekeurd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, bedraagt 0,02 per kg van het betrokken voer bestemd voor forel, meerval, paling. tilapia en tarbot. De bepalingen over het o pvragen, verstrekken en verwerken van gegevens, alsmede de bepalingen over de oplegging en betaling van de heffingen zijn met de bepalingen over de mandatering van bevoegdheden vanaf het heffingsjaar 2007 uit de heffingsverordeningen gehaald en ondergebracht in de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis Beoogd is om hiennee de heffingsverordeningen te vereenvoudigen en transparanter te maken. De heffingsverordeningen moeten conform artikel 126, eerste lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie jaarlijks worden vastgesteld. Aan de verordening wordt terugwerkende kracht verleend tot en met I januari 2010 in geval de benodigde goedkeuring van de Minister van Landbouw, Natu ur en Voedselkwaliteit en de Sociaal-Economische Raad en publicatie geschiedt na I januari Sinds 2000 geldt voor ondernemers waarvoor het Productschap Vis is ingesteld dat de heffingsgrondslagen telkens voor één kalendeijaar gelden. De bepaling houdende terugwerkende kracht naar het begin van het kalenderjaar is geen schending van het rechtszekerheidbeginsel en geschiedt confonn Aanwijzing 167 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. De heffingsgrondslagen en tarieven zijn door het bestuur voor 20 I 0 vastgesteld na raadpleg ing van de desbetreffende bestuursadviescommissie in Deze commissies adviseren op grond van artikel J, zevende lid van de Verordening bevoegdheden organen en secretariaat Produc tschap Vis Dit gebeurt j aarlijks voorafgaande aan de behandeling van de begroting voor het komende jaar over de voor de desbetreffende deelsector gewenste heffingsgrondslagen en hoogten va n de heffingen in de verordeningen. De vertegenwoordigers van de sector in bestuursadviescommissies worden voorgedragen door de dragende organisaties. Tevens hebben in een aantal commissies leden zitting die zijn voorgedragen door niet-dragende organisaties. Op deze wijze wordt conro nn Principe XIII aan alle bedrijrsgenoten de gelegenheid geboden om actierbetrokken te zijn bij de beslui tvonning. AcJminÎSlroliew ltulen De registratie- en heffingsverordeningen brengen relatier lage administratieve lasten met zich mee. De administratieve lasten per onderondernemer kunnen verschillen, afhankelijk van de aard en de omvang van de bedrijfsactiviteiten welke per ondernemer ook weer jaarlijks sterk kunnen venc:hillen. Bij elke wijziging of nieuwe maatregel wordt standaard in de bestuurlijke afweging uitdrukkelijk meegewogen wat het effect is op de administratieve lasten voor de sector bij uitvoering hiervan en wordt waar mogelijk voorrang gegeven aan de systematiek die de minste lasten oplevert. Het zijn uiteindelijk de deelseetoren zelf die middels de vertegcnwooniigers in de be:stuursadviescommissies dan wel het bestuur van het Productschap Vis de keuzes maken op welke wijze de autonome taken en daarbij 20

21 Rijswijk, 1 oktober 2009 B.J. Odink voorzitter D.A.M. Risseeuw wnd. secretaris VIS 6 Verordening financiering mosselonderzoek

22 I. Nederlandse wa/eren: de wateren die vallen onder de soevereiniteil of jurisdictie van Nederland; /ti. proouc/iegebied een gebied in zee, in een lagurle of in een estuarium waarin zich hetzij natuurlijke gronden voor mosselen, hetzij gebieden die worden gebruikt voor de kweek van mosselen bevinden en waar levende mosselen worden verzameld; n. herui/uningsgebied : een gebied in zee; in een lagune of in een estuari um dat uitsluitend is bestemd voor de naluurlijke zuivering van levende mosselen; een gebied in zee, in een lagune of in een estuarium dan wel een op land geplaatst of drijvend bassin of ande~ installalie met zeewater of brakwaler, welke is bestemd voor het verwateren of bewaren van mosselen; p. z/liveril1gscemrulii een bedrijf dat over waterbekkens beschikt die worden voorzien met van na tu~ schoon zeewater of met door middel van een geschikte behandeling schoon gemaakt zeewater, waarin levende mosselen worden gehouden gedurende de tijd die nodig is om de microbiologische contaminanten te elim ineren, zodat ze geschikt worden voor menselijke consumptie; q. \'erzendingscemrum : een op land gevesligd of drijvend bedrijf, dat is bedoeld voor de ontvangst. het verwateren, wassen, reinigen, sorteren en verpakken van le"ende mosselen die geschib zijn voor menselijke consumptie. 2. Voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze verordening vindt het aanvoeren van mosselen voorzover dit geschiedt met een vaartuig. plaats op het tijdstip waarop het vaanuig direct of indirect verbinding met de wal heeft veriuegen. 3. Indien mosselen, niet zijnde inge"oerde mosselen, op een verwaterplaats worden gelosi voordat hel vaanuig direct of indirect verbinding met de wal heeft verkregen, vindt het aanvoeren van de mosselen, in afwijking van het tweede lid, plaats op hetlijdstip waarop de mosselen worden gelost op de verwaterplaats. An ikei la Onder het productschap ressorterende ondernemers zijn wegens de uitoefening van hun bedrij fsactiviteiten in de periode van I januari 20 I 0 tot en met 31 december 20 I 0 aan en ten behoeve van het productschap een heffing verschuldigd volgens de in de artikelen 2, 3 en 4 vennelde heffingsgrondslagen met de daarbij behorende tarieven. De berekening en de wijze van betal ing vinden plaats, zoals in de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006 is bepaald. Artikel 2 I. Elke ondernemer is aan het productschap ten bate van het fonds een heffing verschuldigd wegens: a. het aanvoeren van levende mosselen die afkomstig zijn uil producliegcbieden welke gelegen zijn in de Nederlandse wateren; 22

23 b, het in een ver7.ending.scentrum ontvangen van levende mosselen die afkomstig zijn uit: 1, produetiegebieden welke gelegen zijn in de Nederlandse wateren; 2, heruitteningsgebieden welke gelegen zijn in de Nederlandse wateren: 3, zuiveringsc.e:ntra welke gelegen zijn in Nederland; 4, verwaterplaatscn welke gelegen zijn in Nederland or de Nederlandse wateren. e. de inkoop van levende mosselen die niet afkomstig zijn uit de gebieden genoemd in het eerste lid, onderdeel b, 2. Voor de toepassing van hel bepaalde in het eerste lid, onderdeel b. onder 4, woroen levende mosselen die afkomstig zijn uit een \'erwalerplaals welke gelegen is in Nederland or de Nederlandse wateren, geacht in een "erzendingscenlrum te zijn ontvangen op het tijdstip waarop de mosselen worden gelost op de verwalerplaa\s. Anikel3 I. De heffing wegens de handeling, bedoeld in anikel 2, eerste lid, onderdeel a, bedraagt 1,01 per elke aangevoerde ton mosselen, 2. De heffing wegens de handeling, bedoeld in mikel 2, eerste lid, onderdeel b, bedraagt 0.91 per elke ontvangen ton mosselen. 3. De heffing wegens de handeling, bedoeld in anikei 2. eerste lid, onderdeel e, bedraagt 0,20 per elke ingekochte ton mosselen, Anikel4 De secretaris kan, namens het bestuur, beslissen op een verzoek van een ondernemer om via de Mosselveiling te Yerseke betaalde heffi ngen, als bedoeld in anikel 2, eerste lid onder b, binnen één week te restitueren als deze ondernemer in ieder geval aan de volgende voofwaarden voldoet: a. de ondernemer dient een verzoek in bij het produetschapskantoor te Yerseke onder vermelding van de panij mosselen, het productiegebied or verwatergebied waarvan deze panij a l1<omstig is en het productiegebied waarvoor deze panij bestemd is; b. de ondernemer brengt de panij mosselen naar hel ponton van de Mosselveiling en laat de medewerkers van het produetschapskantoor te Yerseke deze panij opmeten en de tarra vaststellen als deze gegevens van de panij nog niet bekend zijn; c. de ondernemer voor de betreffende panij mosselen de gegevens van de blaek box ter beschikking stelt indien de medewerkers van het productschapskanloof Ie Yerseke hierom verzoeken; d. de ondernemer andere gevraagde gegevens ter beschikking stelt or meewerkt aan nader onderzoek indien de secretaris hierom verzoekt. 23

24 Rijswijk, 1 oktober 2009 B.J. Odink voorzitter D.A.M. Risseeuw wnd. secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 19 november 2009 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij beschikking van 1 maart 2010, nr

25 Ot heffing wegens het inkopen van levende mosselen (die niet afkomstig zijn uit in Nederland gelegen productiegebieden, heruitzettingsgebieden, zuh'eringscentra of verwaterplaatsen) is lager dan de heffing wegens hel in een \'erzendcentrum ontvangen van levende mosselen (die afkomstig zijn Uil in Nederland gelegen productiegebieden, heruitzett ingsgebieden, ruiveringscentra of \'ej"\.\ 8IerplaalSen). De middelen van het fonds voor de mosselseclor ter financiering van mosselonderzoek worden aangewend voor uitgaven ten behoeve van onderzoek (op o.a, sanitair gebied) en ontwikkeling. in de meest ruime zin van het woord, in het belang van de mosselsector. De onderzoeken hebben een collectief karakter. De resultaten van de onderzoeken zijn van belang \'oor de mosselsector en betrokkenen kunnen er kennis van nemen en er op voet van gelijkheid gebruik van maken. Voor het overige wordt hierbij vej"\.\'ezen naar het jaarverslag en het financieel verslag van het Productschap Vis. Daar de mosselsector ovej"\.\'egend bestaat uit mkb-ondememingen is voor financiering van collectief onderzoek geopteerd voor een heffing met een publieke grondslag. l-liennee wordt tegemoetgekomen aan het col lectieve belang van de regeling en kan één en ander effectief en efficit!nt worden geregeld. Voor individuele bedrijven is het veelal niet goed mogelijk om zelf te voorzien in de bedoelde vannen van onderzoek en ontwikkelingsprojecten. Bovendien betalen alle ondernemingen bij een collectieve aanpak mee, zodat wordt voorkomen dat er bedrijven zouden zijn die wel profiteren van de onderzoek- en ontwikkelingsprojecten, maar niet meebetalen (frcc-riders). De hoogten van de bestemmingsheffingen als bedoeld in artikel 3, eerste en tweede, zijn op vern>ek van de Mosseladviescommissie niet gewijzigd ten opzichte van het jaar 2009 rekening houdend met verwachte aanvoer, aankoop van mossehonnen in De heffing per ingekochte mossclton is in 2009 tijdelijk van O,~O verlaagd naar 0,01. Voor 2010 wordt de heffing weer verhoogd naar 0,20 per ingekochte mosselton, omdat er vanuit de sector weer wensen zijn geuit om onderzoeken Ie doen in 20 I 0 die betrekking hebben op mosselen gekocht of verzameld in de productiegebieden als bedoeld in anikei 2, eerste lid onderdeel c. Ot heffing van 0,91 per aangekochte mosselton is inclusief een bedrag van 0,30 per mosselton ter financiering van een deel van de kosten van het Onderzoeksproject Duurzame Schelpdiervisserij (PRODUS). Ot afgelopen jaren zij n beduidend minder levende mosselen aangevoerd, zodat de inkoop van levende mosselen fli nk is toegenomen, De ingekochte levende mosselen worden wel in Nederland in de productiegebieden verder gckweekt, verwaterd, gezuiverd of he- en verwerkt. De ingekochte levende mosselen ondervinden daarbij eveneens de baten van de onderzoeken (o.a. de sanitaire monitoring ter uitvoering van bijlage 11, hoofdstuk 11 van verordening (EG) ), welke ten laste komen van de heffingsopbrengst voor mossclondenoek in het fonds voor de mosselsector, Door de veranderende omstandigheden in de mosselsector, worden meer mosselen (onder meer zaad en halfwas) ingekocht in het buitenland. De sector heeft aangege\'en dat hierdoor extra behoefte is ontstaan aan bijzondere onderzoeken gertlateerd aan de omstandigheden welke specifiek bij de inkoop van mosselen aan de orde zijn. In anikei 2, eerste lid, is vanaf het heffingsjaar 2003 dan ook een nieu\\'c' heffingsgrondslag opgenomen. Een ondernemer is ingevolge artikel 2, eerste lid onderdeel c. een heffing vmchuldigd wegens de inkoop van levende mosselen. die afkomstig zijn uit andere gebieden dan de in Nederland gelegen 25

26 productiegebieden, heruitzettingsgebieden, zuiveringscentra ofverwaterplaatsen als bedoeld in anikel2. eerste lid onderdeel b. Uit het buiten land afkomstige mosselen worden in de meeste gevallen ontvangen in het Nederlandse verzendingscemrum, waar nog een bewerking plaatsvirldt voordat zij als eonsumptiem05scl worden \'erpakt en daama \'erkocht worden aan de tussenhandel c,q, de deta ilhandel (zowel in Nederland als in bijvoorbeeld B elg i~, Frankrijk en Duitsland). Verschil met rechtstreekse afzet op de Nederlandse markt is, dat in dit geval de al verpakte consumptiemosselen niet aankomen in een verzendcentrum, maar in een inrichting of groothandel. Hier worden deze al verpakte consumptiemosselen dan alleen nog gekoeld bewaard, In verband met de versheid van het product duun dit I tot 7 dagen, Deze consumptiemosselen vallen buiten de heffingsplicht, De begrote baten van deze bcstemm ingsheffingen, zoals in de begroting opgenomen onder de functie Product, bedragen voor het jaar ,-. Ingevolge de goedkeuringsbeschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen is de onderhavige steunmaatregel (bekend onder steunnummer N en gewijzigd bij N en N ) vastgesteld confonn de anikelen 87, 88 en 90 van het EG-Verdrag en is ook voor het overige verenigbaar met de gemeenschappelijke markt. De bestemmingsheffingen in deze verordening zijn ingevolge anikei 88, derde lid, van het EG-verdrag, inzake steunmaatregelen van de lidstaten, aangemeld bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen, De maximale toegestane heffing, zoals aangemeld en goedgekeurd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, bedraagt 2,00 per aangevoerde, aan- of ingekochte ton mosselen. Oe bepalingen over het opvragen, verstrekken en verwerken van gegevens, alsmede de bepalingen over de oplegging en betaling van de heffingen zijn met de bepalingen over de mandatering van bevoegdheden vanafhet heffingsjaar 2007 uit de heffingsverordeningen gehaald en ondergebracht in de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis Beoogd is om hiennee de heffingsverordeningen te vereenvoudigen en transparanter te maken. De heffingsverordeningen moeten confonn anikei 126, eerste lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie jaarlij ks worden vastgesteld, Aan de verordening wordt terugwerkende kracht verleend tot en met I j anuari in geval de benodigde goedkeuring van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Sociaal Economische Raad en pub licatie geschiedt na 1 januari Sinds 2000 geldt voor ondernemers waarvoor het Prod uctschap Vis is ingesteld dat de heffingsgrondslagen telkens voor één kalenderjaar gelden. De bepaling houdende terugwerkende kracht naar het begin van het kalenderjaar is geen schending van het rechtszekerheidbeginsel en gesch iedt eonfonn Aanwijzing 167 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. De heffingsgrondsjagen en tarieven zijn door het bestuur \'oor 20 I 0 vastgesteld na raadpleging van de desbetreffende bestuursadviescommis.sie in Deze commissies adviseren op grond van anikei 3. zevende lid van de Verordening bevoegdheden organen en secretariaal Productschap Vis 2008, Dit gebeun j aarlijks voorafgaande aan de behandeling van de begroting voor het komende jaar o\'er de \'oor de desbetreffende deelscctor gewenste heffingsgrondslagen en hoogten van de heffingen in de verordeningen. De venegenwoordigers van de seclor in bestuursadviescommissies worden 26

27 Rijswijk, 1 oktober 2009 B.J. Odink voorzitter D.A.M. Risseeuw wnd. secretaris VIS 7 Verordening financiering mosselpromotie

28 c. Mstuur d. VlJOniller e. secretaris f ontkmetrh'r g.fonds h. mosselen I. tarra j. aanvoeren t 'on I.Nederlandse wateren : het bestuur van het produclschap; de voorzitter van het prodljclschap; de secretaris van het prodljclschap; degene die een onderneming drijft, waarvoor het produclschap is ingesteld; het fonds ingesteld krachtens artikel 2, ~ t e lid, van de Verordening instelling van een fonds voor de mosselsector 2007; schelpdieren van de soonen MytilusSpp. ofde soorten PernoSpp.; a lles wat niet tot de mossel behoon zoals losse schelpen, zeesterren, slikmossclen, slippers. pokken, kluiten modder, stenen, dode of kapotte mosselen als ook zaadmosselen met een lengte van minder dan 45 mm; het aan land brengen van mosselen; een inhoudsmaat van In ml; de wateren die vallen onder de soevereiniteit of jurisdictie van Nederland; m. prod/lctiegebied cen gebied in zee, in een lagune of in een estuarium waarin zich hetzij natuu rlijke gronden voor mosselen, hetzij gebieden die worden gebruikt voor de kweek van mosselen bevinden en waar levende mosselen worden verzameld; n. heruitztllingsgebied: een gebied in zee, in een lagune of in een estuarium dal uitsluitend is o. loerwaterplaats p. :/lîloeringscemrum bestemd voor de natuurlijke zuivering van levende mosselen; een gebied in zee, in een lagune of in een estuarium dan wel een op land geplaalst of drijvend bassin of andere installatie met zeewater of brakwater, welke is bestemd voor het verwateren of bewaren van mosselen; een bedrijf dal o"er... '3terbekkens beschikt die worden voorzien mei van nalure schoon zeewater of met door middel van een geschikte behandeling schoon gemaakt zeewater, waarin levende mosselen worden gehouden gedurende de tijd die nodig is om de microbiologische contaminanten te elimineren, zodat ze geschikt worden voor menselijke consumptie; q. loenendingscemrum : een op land gevestigd of drijvend bedrijf, dat is bedoeld voor de ontvangst, het verwateren, wassen, reinigen, soneren en verpakken van levende mosselen die geschikt zijn voor menselijke consumptie. 2. Voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze verordening vindt het aanvoeren van mosselen voor zover dit geschiedt met een vaartuig - plaats op het tijdstip waarop het vaartuig direct of indirect verbinding met de wal heeft verkregen. 3. Indien mosselen, niet zijnde ingevoerde mosselen, op een verwaterplaats worden gelost voordat het vaartuig direct of indirect verbinding mei de wal heeft verkregen, vindt het aanvoeren van de mosselen, in afwijking van het tweede lid, plaats op hellijdstip waarop de mosselen worden gelost op de verwalerplaats. Anikella Onder het produclschap ressonerende ondernemers zijn wegens de uitoefening van hun bedrijfsactiviteiten in de periode van 1 januari 2010 tot en met31 december 2010 aan en len behoeve van het produclschap een heffing verschuldigd volgens de in de anikelen 2, 3 en 4 vennelde 28

29 heffingsgrondslagen mei de daarbij behorende tarieven. De berekening en de wijze van betaling vinden plaats, zoals in de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006 is bepaald. Anikel2 I. Elke ondernemer is aan het productschap ten bate van hel ronds ter financiering van mosselpromotie een heffing verschuldigd wegens: a. het aanvoeren van levende mosselen die afkomstig zijn uit productiegebieden welke gelegen zijn in de Nederlandse wateren; b. het in een verzendingscenlrum ontvangen van levende mosselen die afkomstig zijn uil: 1. productiegebieden welke gelegen zij n in de Nederlandse wateren; 2. heruitzettingsgebieden welke gelegen zijn in de Nederlandse wateren; 3. zuiveringscentra welke gelegen zijn in Nederland; 4. verwaterplaatsen welke gelegen zij n in Nederland or de Nederlandse wateren. c. de inkoop van levende mosselen die niel afkomstig zijn uil de gebieden genoemd in hel eerste lid, onderdeel b. 2. Voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid, onderdeel b, onder 4, worden levende mosselen die afkomstig zijn uil een verwaterplaats welke gelegen is in Nederland or de Nederlandse wateren, geacht in een verzendingscentrum te zijn ontvangen op het tij dstip waarop de mosselen worden gelost op de verwaterplaats. Artikel 3 I. De heffing wegens de handeling. bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, bedraagt 0,80 per elke aangevoerde ton mosselen. 2. De heffing wegens de handel ing, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, bedraagt 0,80 per elke ontvangen ton mosselen. 3. De heffing wegens de handeling. bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel e, bedraagt 0,80 per elke ingekochte ton mosselen. Anikel4 De seçretaris kan, namens het bestuur, beslissen op een verzoek van een ondernemer om via de Mosselveiling te Yerseke betaalde heffingen, als bedoeld in anikel 2, eerste lid onder b, binnen één week Ie restitueren als deze ondernemer in ieder geval aan de volgende voorwaarden voldoet: a. de ondernemer dient een verzoek in bij het productschapskantoor te Yerseke onder vennelding van de partij mosselen, het productiegebied orverwatergebied waarvan de7.e partij afkomstig is en hel productiegebied waarvoor deze partij bestemd is; b. de ondememer brengt de partij mosselen naar het ponton van de Mossclveiling en laat de medewerkers van het prodljctschapskanloor te Yerseke deze partij opmeten en de lami vaststellen als deze ge~ens van de partij nog niet bekend zijn; 29

30 Rijswijk, 1 oktober 2009 B.J. Odink voorzitter D.A.M. Risseeuw wnd. secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 19 november 2009 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij beschikking van 1 maart 2010, nr

31 heffing wegens het in een verzendcentrum ontvangen van levende mosselen (die afkomstig zijn uit in Nederland gelegen productiegebieden, heruitzettingsgebieden. zuiveringscentra of verwaterplaatsen). ~Istelling van de regeling is het bijdragen in de kosten van verkoopbevordering en reelame \'e~nigbaar met het bepaalde in de Europese regels omtrent ste unmaat~ gelen. zoals de Richtsnoeren voor het onderzoek van de steunmaatregelen van de staten in de visserij- en de aquacultuursectof (PbEU2008 C ). De middelen van het fonds voor mosselpromotie worden aangewend voor uitgaven ten behoeve van de collectieve promotieactiviteiten, in de m~t ruime zin van het woord. Onder collectieve promotie wordt verstaan de promotie van mosselen in het algemeen zonder dat deze gericht is op de bevordering van de verkoop van mosselen van bepaalde bedrijven. Promotieactiviteiten worden niet afgestemd op handelsmerken en verwijzen niet naar een land of geografisch gebied. Uit het fonds worden onder andere advertenties in kranten, verspreiding van folders, posters en receptenboekjes en het organiseren van manifestaties en tentoonstellingen gefinancierd. Voor het overige wordt verwezen naar het jaarverslag en het financieel verslag van het Productschap Vis. Daar de mosselsec.tor overwegend beslaat uit mkb-ondernemingen is voor financiering van collectieve promotie geopteerd voor een heffing met een publieke grondslag. Htennee wordt tegemoetgekomen aan het collectieve belang van de regeling en kan één en ander effectief en efficien! worden geregeld. Voor individuele bedrijven en dan voor met name de kwekers, is het veelal niet goed mogelijk om zelf te voorzien in de bedoelde vormen van verkoopbevordering en reclame. Bovendien betalen alle ondernemingen bij een collectieve aanpak mee, zodat wordt voorkomen dat er bedrijven muden zijn dte wel profiteren van de verkoopbevordering en reclame, maar niel meebetalen (free-riders). De afgelopen jaren zijn beduidend minder levende mosselen aangevoerd, zodat de inkoop van levende mosselen nink is toegenomen. De ingekochte levende mosselen worden in Nederland in de productiegebieden verder gekweekt, verwaterd, gezuiverd of he- en verwerkt. De ingekochte levende mosselen ondervinden daarbij eveneens de balen van de acties ter bevordering van de verkoop van levende mosselen, welke ten laste komen van het foods voor mosselpromotie. In artikel 2, eerste lid, is derhalve vanaf het heffingsjaar 2003 dan ook een nieuwe heffingsgrondslag opgenomen. Een ondernemer is ingevolge artikel 2, eerste lid onderdeel c, een heffing verschuldigd wegens de inkoop van levende mosselen, die afkomstig zijn uit andere gebieden dan de in Nederland gelegen productiegebieden, heruitzettingsgebieden, zuiveringscentra of verwaterplaalsen als bedoeld in artikel 2, eerste lid onderdeel b. Uil hel buitenland afkomstige mosselen worden in de meeste gevallen ontvangen in het Nederlandse verzendingseentrum, waar nog een bewerking plaatsvindt voordat zij als consumptiemossel worden verpakt en daarna verkocht worden aan de tussenhandel c.q. de detailhandel (zowel in Nederland als in bijvoorbeeld Belgil, Frankrijk en Duitsland). Verschil met rechtstreekse afzet op de Nederlandse markt is, dat in dil geval de al verpakte consumptiemosselen niel aankomen in een verzendcenlrum, maar in een inrichting of groothandel. Hier worden deze &l verpakte eonsumpliemosselen dan alleen nog gekoeld bewaard. In verband met de versheid van het product duurt dil I lot 7 dagen. Deze consumptiemosselen vallen buiten de heffingsplicht. 31

32 De kosten worden voor een belangrijk deel gefinancierd uit de opbrengsten van de bestemmingsheffingcn als bedoeld in anikei 2. De hoogte van de bestemmingsheffing als bedoeld in anikei 3, eerste lid is ten opzichte van het jaar 2009 gewijzigd. Op verzoek van de Mosseladviescommissie is deze heffing ten opzichte van 2009 verhoogd en op 0,30 vastgesteld voor de kwckers en de handel om meer promotieactiviteiten te kunnen verrichten. De begrote baten van deze bestemmingsheffing, zoals in de begroting opgenomen onder de functie Markt, bedragen voor het jaar , - Ingevolge de goedkeuringsbcschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen is de onderhavige steunmaatregel (bekend onder steunnummer N gewijzigd bij N ) vastgesteld confonn de artikelen 81, 88 en 90 van het EG-Verdrag en is ook voor het overige verenigbaar met de gemeenschappelijke markt. Oe maximale toegestane heffing, zoals aangemeld en goedgekeurd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, bedraagt 2,00 per aangevoerde, aan- of ingekochte Ion mosselen. De bepalingen over het opvragen, verstrekken en verwerken van gegevens, alsmede de bepalingen over de oplegging en betaling van de heffingen zijn met de bepalingen over de mandatering van bevoegdheden vanaf het heffingsjaar 2001 uit de heffingsverordeningen gehaald en ondergebracht in de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis Beoogd is om hiennee de heffingsverordeningen te vereenvoudigen en transparanter te maken. De heffingsverordeningen moeten confonn artikel 126, eerste lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie jaarlijks worden vastgesteld. Aan de verordening wordt terugwerkende kracht verleend tot en met I januari in geval de benodigde goedkeuring van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Sociaal-Economische Raad en publicatie geschiedt na I januari Sinds 2000 geldt voor ondernemers waarvoor het Productschap Vis is ingesteld dat de heffingsgrondslagen telkens voor één kalendetjaar gelden. De bepaling houdende terugwerkende kracht naar het begin van het kalenderjaar is geen schending van het rechtszekerheidbeginsel en geschiedt confonn Aanwijzing 167 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. De heffingsgrondslagen en tarieven zijn door het bestuur voor 2010 vastgesteld na raadpleging van de desbetreffende bestuursadviescommissie in Deze commissies adviseren op grond van anikel 3, zevende lid van de Verordening bevoegdheden organen en secretariaat Productschap Vis Dit gebeun jaarlijks voorafgaande aan de behandeling van de begroting voor het komende jaar over de voor de desbetreffende deelsector gewenste heffingsgrondslagen en hoogten van de heffingen in de verordeningen. De vertegenwoordigers van de sector in bestuursadviescommissies worden voorgedragen door de dragende organisaties. Tevens hebben in een aantal commissies leden zitting die zijn voorgedragen door niet-dragende organisaties. Op deze wijze wordt conform Principe XIII aan alle bedrijfsgenoten de gelegenheid geboden om actief betrokken te zijn bij de besluitvorming. Admini$tra/ieve las/en De registratie- en heffingsverorden ingen brengen relatief lage administratieve lasten met zich mee. De administratieve lasten per onderondernemer kunnen verschillen, afhankelij k van de aard en de omvang van de bedrüfsactiviteiten welke per ondernemer ook weer jaar1üks sterk kunnen verschillen. 32

33 Rijswijk, 1 oktober 2009 B.J. Odink voorzitter D.A.M. Risseeuw wnd. secretaris VIS 8 Verordening financiering onderzoeksprojecten aanvoersector

34 g. ondernemer h. vis i. garnalen j. mosselen k. plat/e oesters I. creuses m. oesters n. kokkels o. spisulo p. zwaardscheden en mesheften q. nonnetjes r. aanvoeren s. aanvoerder t. trawler u. kotter v. afslag w. fonds voor de aanvoersector x. oesterseizoen y. vergunning degene, die een onderneming drijft, waarvoor het productschap is ingesteld; vissen, schaal- en schelpdieren, delen van vissen alsmede van schaal- en schelpdieren en pufen nest, een en ander mei uitzondering van sier- en aquariumdieren, garnalen, mosselen, kokkels, spisuia, zwaardscheden en mesheften, nonnetjes, oesters en alle door uitoefening van de binnenvisserij - niet zij nde de IJsselmeervisserij -, in de zin van artikel I, vierde lid onder d, van de Visserijwel 1963 verltregen soorten vis; garnalen van de soort Crangon crangon; schelpdieren van de soorten Mytilw Spp. of de soorten Perna Spp.; schelpdieren van de soorten OstreaSpp.; schelpdieren van de soorten Crassostrea Spp.; platte oesters en creuses; schelpdieren van de soort Cerastoderma edule; schelpdieren van de soorten Spisuia Spp.; schelpdieren van de soorten Ensis Spp.; schelpdieren van de soort Macoma ba/thica.; het als eerste eigenaar voor de eerste keer of het met behulp van de spanvisserij aan land brengen van vis. kokkels, spisuia, zwaardscheden en mesheften, nonnetjes, oesters en garnalen; de ondernemer, die met een in Nederland geregistreerd vissersvaanuig of op andere wijze vis of oesters of kokkels of spisuia of zwaardscheden en mesheften of nonnetjes of garnalen aanvoert; vaartuig waarvan de lengte over alles 60 meter of meer bedraagt of een vaartuig met een brutotonnage van meer dan BT waarmee de pelagische visserij wordt uitgeoefend, waarbij de gevangen vis en visproducten aan boord worden ingevroren; vaartuig waarvan de lengte over alles minder dan 60 meier bedraagt; een veiling van vis of visproducten; het fonds ingesteld krachtens artikel 2, eerste lid, van de Verordening instelling van een fonds voor de aanvoersector 2007; de periode welke loopt vanaf I januari 2008 tlm 31 december 2008; de vergunning die verleend is op grond van de Beschikking visserij, visserijzone, zeegebied en kustwateren en geldig is of is geweest in de periode van I januari 2008 tal en met 31 december Voor de toepassing van het bepaalde in deze verordening vindt hel aanvoeren plaats op het tijdstip waarop het vissersvaartuig direct of indirect verbinding met de wal heeft gekregen. 34

35 Artikel la Onder het productschap ressorterende ondernemers zijn wegens de uitoefening van hun bedrijfsactiviteiten in de periode van I januari 2008 tot en met 31 december 2008 aan en ten behoeve van het productschap een heffing verschuldigd volgens de in de artikelen 2 en 3 vennelde heffingsgrondslagen met de daarbij behorende tarieven. De berekening en de wijze van betaling vinden plaats, zoals in de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006 is bepaald. Artikel 2 I. De aanvoerder van vis is aan het productschap, ten behoeve van het fond s voor de aanvoersector ter financiering van onderzoeksprojecten, een heffing verschuldigd van 0,2 prom ille van de waarde van de aangevoerde vis. 2. De aanvoerder van oesters is aan het productschap, ten behoeve van het fonds voor de aanvoerscctor ter financiering van onderzoeksprojecten, een heffing verschuldigd van: a. 8,5 promille over de omzet, welke hij het afgelopen oesterseizoen heeft gerealiseerd; b. de ondernemer die één of meer oesterpercelen in eigendom heeft of huurt is, tevens aan het productschap, ten behoeve van het fonds voor de aanvoersector ter financiering van onderzoeksprojecten, een heffing verschuldigd van 5,- per hectare per oesterperccel per kalenderjaar en; c. de ondernemer die in het bezit is van een visvergunning voor vrije gronden is tevens aan het productschap, ten behoeve van het fonds voor de aanvoersector ter financiering van onderzoeksprojecten, cen heffing verschuldigd van 500,- per visvergunning voor vrije gronden per kalenderjaar. 3. De aanvoerdcr van kokkels is aan het productschap, ten behoeve van het fonds voor de aanvoersector ter financiering van onderzoeksprojecten, een heffing verschuldigd van: a. 6 prom ille van de waarde van de aangevoerde kokkels; b. 344,- per vergunning per kalenderjaar voor de mechanische visserij op kokkels in de Westerscheldej c. 800,- per vergunning per kalenderjaar voor de mechanische visserij op kokkels in de Nederlandse wateren, niet zijnde de Westerschelde en; d. 800,- pcr vcrgunn ing pcr kalenderjaar voor de visserij op kokkels met een niet mechanisch vistuig in de Nederlandse wateren. 4. De aanvoerder van spisuia, zwaardscheden en mesheften, en nonnetjes is aan het productschap, ten behoeve van het fonds voor de aanvoersector ter financiering van onderzoeksprojecten, een heffing verschuldigd van: a. 6 promille van de waarde van de aangevoerde spisuia en nonnetjes en; b. 350,- per vergunning per kalenderjaar voor de visserij op spisuia of nonnetjes in de Nederlandse wateren; c. 5 prom ille van de waarde van de aangevoerde xwaardscheden en mesheften; en d ,- per vergunning per kalendeijaar voor de visserij op xwaardscheden en mesheften. 5. De waarde van de aangevoerde vis, oesters, kokkels, spisuia, xwaardscheden en mesheften en nonnetjes wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 3. 35

36 6. De aanvoerder van garnalen is aan het productschap, ten behoeve van het fonds voor de aanvoerseetor ter financiering van onderzoeksprojecten, een heffing verschuldigd van: 0,0056 per kilogram aangevoerde garnalen die door of namens een medewerker van het productschap zijn gecontroleerd op de indeling in de bij of krachtens de verordening (EG) nr voorgeschreven versheidsklassen en grootteklassen voor garnalen voor eerste verhandeling. 7. De ondernemer die de binnenvisserij, als bedoeld in artikel I, vierde lid onder d, van de Visserijwet 1963 uitoefent is aan het productschap, ten behoeve van het fonds voor de aanvoersec:tor ter financiering van onderzoeksprojecten, een heffing verschuldigd van: 50,- per kalenderjaar. Artikel 3 I. Indien de aangevoerde vis, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, door tussenkomst van een afslag is verhandeld geldt als waarde van de vis de op de afslag gemaakte bruto besomming. 2. Indien de door een kotter aangevoerde vis, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, zondcr tussenkomst van een afslag is verhandeld geldt als waarde van de vis de door de koper, voor de aan hem verkochte vis, betaalde koopsom. 3. Indien de door een Il"8wler aangevoerde vis, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, zonder tussenkomst van cen afslag is v.erhandeld geldt als waarde van de vis 70 % van de door de koper, voor de aan hem verkochte vis, betaalde koopsom. 4. De in artikel 2, tweede lid, bedoelde omzet per oesterseizoen wordt berekend volgens de volgende fonnule: Daarbij staal: (P-(P;+P.»)xF.+(C-c..)xF,. P voor: het totaal aantal platte oesters, dat de ondernemer in het afgelopen oesterseizoen heeft verhandeld; Pi voor: het totaal aantal platte oesters, dat de ondernemer in het afgelopen oesterseizoen heeft ingekocht in het buitenland; p.. voor: het totaal aantal platte oesters, waarvan de ondernemer kan aantonen dat hij deze in het afgelopen oesterseizoen heeft gekocht van een collega-handelaar, (p{pj+pw» voor: het totaal aantal platte oesters, dat meetelt voor de bepaling van de omzet in platte oesters in het afgelopen oesterseizoen; F, voor. het forfaitaire bedrag van 0,32, waarmee het aantal oesters dat meetelt voor de bepaling van de omzet in het laatste oesterseizoen in platte oesters, vermenigvuldigd moet worden; C voor: het aantal creuses, dat een handelaar in het afgelopen oesterseizoen heeft verhandeld; c.. voor: het aantal CTeuses, waarvan de ondernemer kan aantonen dat hij deze in het afgelopen oeslerseizoen gekocht heeft van een collega-ondernemer, (cc.» voor. het totaal aantal creuses, dat meetelt voor de bepaling van de omzet in creuses in het afgelopen oesterseizoen; Fe: het forfaitaire bedrag van 0,10, waannee het totaal aantal creusc$, dat meetelt voor de bepaling van de omzet in creuses in het afgelopen ocsterseizoen, vermenigvuldigd moet worden. 36

37 5. De waarde van de aangevoerde kokkels, spisuia, zwaardscheden en mesheften, en nonnetjes, als bedoeld in artikel 2, derde lid, wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in de volgende onderdelen: a. indien de aangevoerde kokkels gekookt zijn geldt als waarde van de kokkels het forfai taire bedrag van 1,75 vennenigvuldigd met de hoeveelheid aangevoerde kokkels uitgedru kt in kilogram; b. indien de aangevoerde kokkels niet gekookt zijn en niet afkomstig zijn uit de Westerschdde geldt als waarde van de kokkels het forfa itaire bedrag van 0,25 vermenigvuldigd met de hoeveelheid aangevoerde kokkels uitgedrukt in kilogram; c. indien de aangevoerde kokkels niet gekookt zijn en afkomstig zijn uit de Westerschelde geldt als waarde van de kokkels het forfaitaire bedrag van 0, 18 vennenigvuldigd met de hoeveelheid aangevoerde kokkels uitgedrukt in kilogram. 6. De waarde van de aangevoerde spisuia, zwaardscheden en mesheften, en nonnetjes, als bedoeld in artikel 2, vierde lid, wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in de volgende onderdelen: a. indien de aangevoerde spisuia gekookt zijn geldt als waarde van de spisuia het forfaitaire bedrag van 0,75 vennenigvuldigd met de hoeveelheid aangevoerde spisu ia uitgedrukt in kilogram; b. indien de aangevoerde spisuia niet gekookt zijn geldt als waarde van de spisuia het forfai taire bedrag van 0, 10 vennenigvu ldigd met de hoeveelheid aangevoerde spisuia uitgedrukt in kilogram; c. indien de aangevoerde zwaardscheden en mesheften gekookt zijn geldt als waarde van de zwaardscheden en mesheften het forfaitaire bedrag van 2,40 vennenigvuldigd met de hoeveelheid aangevoerde zwaardscheden en mesheften uitgedrukt in kilogram; d. indien de aangevoerde zwaardscheden en mesheften niet gekookt zij n geldt als waarde van de zwaardscheden en mesheften het forfa itaire bedrag van 0,80 vennenigvuldigd met de hoeveelheid aangevoerde zwaardscheden en mesheften uitgedrukt in kilogram; e. indien de aangevoerde nonnetjes gekookt zijn geldt als waarde van de nonnetjes het forfaitaire bedrag van 0,75 vennenigvuldigd met de hoeveelheid aangevoerde nonnetjes uitgedrukt in kilogram; f. indien de aangevoerde nonnetjes niet gekookt zijn geldt als waarde van de nonnetjes het forfaitaire bedrag van 0,1 0 vennenigvuldigd met de hoeveelheid aangevoerde nonnetjes uitgedrukt in kilogram. 7. Indien de gamalen, als bedoeld in artikel 2, zesde lid, in gepelde toestand worden aangevoerd, al dan niet door tussenkomst van een afslag. wordt het aantal aangevoerde kilogrammen ter bepaling van de verschuldigde heffing(en) vennenigvuldigd met een factor 3. Artikel 4 I. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 3 1 december 2007, treedt deze verordening in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt deze terug tot en met 1 januari

38 Rijswijk, 4 oktober 2007 B.J. Odink voorzitter W.G. van de Fliert secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 3 maart 2010 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij beschikking van 21 januari 2010, nr

39 Daar de aanvoersector overwegend bestaat uit mklhlndernemingen is voor financiering van collectief onderzoek geopteerd voor een heffing met een publieke grondslag. Hiennee wordt tegemoetgekomen aan het collectieve belang van de regeling en kan één en ander effectief en efficit!nt worden geregeld. Voor individuele bedrijven is het niet goed mogelijk om zejfte voorzien in de bedoelde onderzoeken. Bovendien betalen alle ondernemingen bij een collectieve aanpak mee, zodat wordt voorkomen dat er bedrijven zouden zijn die wel profiteren van onderzoek, maar niet meebetalen (free.riders). De kosten worden voor een belangrijk deel gefinancierd uit de opbrengsten van de bestemmingsheffingen als bedoeld in artikel 2 van deze verordening. De hoogten van de heffingen en de heffingsgrondslagen in artikel 2 zijn gewijzigd en verhoogd ten opzichte van het jaar 2007 om de stijgende kosten van de sanitaire monitoring te kunnen financieren. De totaal begrote baten van de bestemmingsheffingen, zoals in de begroting opgenomen onder de functie Product, bedragen voor het jaar ,-. Ingevolge de goedkeuringsbeschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen is de steunmaatregel Verordening bestemmingsheffing onderzoekfonds aanvoersector 2004 (bekend onder steunnummer N 98/92 el( N 497/92 en gewijzigd bij N en N ) vastgesteld confonn de artikelen 87, 88 en 90 van het EG-Verdrag en is ook voor het overige verenigbaar met de gemeenscllappelijke markt. De in 2005 en in 2006 doorgevoerde wijzigingen in deze steunmaatregel werden conform artikel 88, derde lid, van het EG-Verdrag bij de Commissie van de Europese Gemeensctlappen aangemeld en goedgekeurd (N en N ). De heffingen zijn ingevolge artikel 88, derde lid, van hel EG-verdrag, inzake steunmaatregelen van de lidstaten, aangemeld bij en goedgekeurd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen. De maximale toe8estane heffing, zoals aangemeld en goedgekeurd door de Commissie van de Europese Gemeensctlappen, bedraagt: - l,s promille van de waarde van de aangevoerde zee- en IJsselmeervis; - 12 promi lle over de omzet van oesters, - 6,35 per ha oesterperceel (eigendom ofhuur) en 544,54 per visvergunning voor vrije visgronden (tezamen maximaal 1225,21), - 8 promille van de waarde van de aangevoerde kokkels; - 6 promille van de waarde van de aangevoerde spisuia, zwaardscheden, mesheften en nonnetjes; - 818,- per vergunning voor de mechanische kokkelvisserij in de Waddenzee, Oosterschelde of Voordelta; - 344,- per vergunning voor de mechanische kokkelvisserij in de Westerschelde; - 800,- per vergunning voor de niet-mechanische kokkelvisserij in de Nederlandse wateren; - 600,- per vergunning voor de visserij op spisuia, ensis en nonnetjes; - 0, loper kilogram aangevoerde ongepelde garnalen; - 0,30 per kilogram aangevoerde gepelde garnalen; - 100,- per kalenderjaar per ondernemer die de binnenvisserij uitoefent. De verhoging van de grondslagen voor de ensis (zwaardscheden en mesheften) wordt gemeld bij de Europese Commissie. 39

40 Artikel 2, eerste lid, bevat de heffingsgrondslag voor de aanvoerder van vis. De definitie van vis is in 2005 geherfonnuleerd omdat de heffingsgrondslagen voor de aanvoerder van schelpdieren vanaf het heffingsjaar 2005 in de leden 2, 3 en 4 zijn opgenomen. Krachtens de definitie van vis in artikel I gaat het om alle soorten die verkregen worden door uitoefening van de zee- of kustvisserij en de IJsselmeervisserij. De soorten vis verkregen door uitoefening van de binnenvisserij in de overige wateren dan het Usselmeer, als bedoeld in artikel I, vierde lid onder d, van de Visserijwet 1963, zijn uitgezonderd, omdat voor deze soorten "zoetwatervis" geen onderzoeksactiviteiten worden verricht. Het bestuur van het productschap heeft op advies van de Commissie aanvoeraangelegenheden besloten om vanaf het heffingsjaar 2006 een aparte heffingsgrondslag voor de deelsector binnenvisserij op te nemen. Nu wordt voor alle deelsectoren een ''Gids van Goede Praktijken" ter uitvoering van de nieuwe Europese Hygiëneverordeningen (Verordeningen (EG) nrs , en ) in de aanvoersector ontwikkeld. De kosten worden gefinancierd uit de opbrengst van deze bestemmingsheffing. De kosten voor de betrokken aanvoersectoren worden pro-rato via het fonds verdeeld. Verder zijn de mosselen uitgezonderd, omdat hiervoor een aparte bestemmingsheffingverordening is vastgesteld. De oesters, kokkels en overige schelpdieren zijn uitgezonderd, omdat hiervoor in de leden 2, 3 en 4 een aparte heffingsgrondslag is opgenomen. In artikel 2, zesde lid, is vanaf het heffingsjaar 2006 op verzoek van de Garnalenadviescommissie voor het aanvoeren van Crangon crangon garnalen een heffing per ki logram opgenomen. Voor het aanvoeren van deze garnalen is dan ook geen heffing meer over de waarde verschuldigd. In artikel I is vanaf het heffi ngsjaar 2006 dan ook in de definitie van ''vis'' opgenomen dat garnalen uitgezonderd zijn en is een aparte definitie van "garnalen" opgenomen. Vanaf het heffingsjaar 2006 is, gelet op de veranderende bedrijfsomstandigheden en marktsituatie in de garnalensector en ter voorkoming van rechtsongelijkheid, in artikel 3, zevende lid, een bepaling opgenomen met een conversiefactor 3 voor het aantal aangevoerde kilogrammen gepelde garnalen. Uitgangspunt hiervoor is de aanname dat 3 kilogram ongepelde garnalen ongeveer I kilogram gepelde garnalen oplevert. In artikel 2, tweede lid, zijn de heffingsgrondslagen voor de deelsector oesters opgenomen. Artikel 2, tweede, derde en vierde lid van de Verordening bestemmingsheffing onderzoekfonds aanvoersector 2004 zij n vanaf het heffingsj aar 2005 vernummerd tot artikel 2, tweede lid onderdelen a, b en c en is hel maximum en de vrijstelling, als bedoeld in artikel 2, zesde en zevende lid, van de Verordening besternmingsheffing onderzoekfonds aanvoersector 2004 verwijderd. Het bestuur van het productschap heeft op advies van de Oesteradviescommissie en de Commissie aanvoeraangelegenheden besloten om vanaf het heffingsjaar 2005 deze wijzigingen door te voeren om de volgende redenen. Vanaf 2005 wordt de monstemame voor het sanitaire onderzoek niet meer kosteloos door de schepen en visserij kundige ambtenaren van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteil uitgevoerd. Door deze extra kosten was het noodzakelijk dat de heffing verhoogd werd. Tevens werd door het schrappen van het maximum en de vrijstelling de heffing opgelegd op zowel de hoeveelheid hectares als de visvergunning en worden de kleinere oesterbedrijven in verhouding tot de grolere oesterbedrijven gelijk behandeld. 40

41 In artikel 2, derde lid, zijn de heffin gsgrondslagen voor de deelsector kokkels opgenomen. Ten opzichte van het heffingsjaar 2004 zijn er geen wijzigingen voor de mechanische visserij op kokkels. Voor de deelsector die handmatig vist op kokkels was tot en met 2006 geen heffingsgrondslag opgenomen en werden de kosten van het sanitaire onderzoek volledig gedragen door de mosselsector en de mechanische kokkel.seetol'. In artikel 2, derde lid onderdeel D, is opgenomen dat de aanvoerder van kokkels een heffing betaalt van 4 promille over de waarde van de aangevoerde kokkels. Door de nieuwe definities van "aanvoeren"en "aanvoerder" in artikel I, valt vanar het heffingsjaar 2005 naast de mechanische kokkelvisserij ook de handmatige kokkelvisserij onder deze heffingsgrondslag en is hiennee de heffingswerking uitgebreid. Tevens is ook voor de handkokkelsector een vast bedrag per vergunning per kalenderjaar als heffingsgrondslag in artikel 2, derde lid onderdeel d, opgenomen. De kosten voor de aparte monitoring in de productiegebieden waar de handkokkelsector kokkels verzamelt, zijn behoorlijk gestegen. Het is dan ook noodzakelijk om de heffing per vergunning te verhogen. Ook voor de visserij op de zwaardscheden en mesheften zijn de kosten behoorlijk gestegen voor de aparte monitoring in de productiegebieden waar alleen gevist wordt op spisuia en ensis (zwaardscheden en mesheften). Het bestuur van het productschap heeft op advies van de Kokkeladviescommissie en de Commissie aanvoeraangelegenheden besloten om vanar het heffingsjaar 2007 een heffingsgrondslag voor de handkokkelsector op te nemen om de volgende redenen. Ten eerste is het niet meer dan redelijk dat de lasten die voortvloeien uit Europese en nationale regelgeving door de hele sector waarop deze van toepassing zij n, worden gedragen.. Ten tweede blijft de verplichting voor de sanitaire monitoring aanwezig, ook al is er op dat moment geen mechanische visserij. Dit brengt onderzoekskosten met zich mee. Deze situatie doet zich in ieder geval voor als handmatige kokkelvisserij plaatsvindt buiten het mechanische seizoen. Daarbij moet rekening worden gehouden met mogelijke beperkingen van de mechanische kokkelvisserij na In artikel 2, vierde lid, zij n de heffingsgrondslagen voor de deelsector overige schelpdieren Noordzee opgenomen. Ook voor de aanvoerder van spisuia, zwaardscheden en mesheften, en nonnetjes is vanaf het heftingsjaar 2005 in artikel 2, vierde lid onderdeel b, een vaste heffing per vergunning per kalenderjaar als heffingsgrondslag opgenomen. Het bestuur van het productschap heeft hiertoe besloten op advies van de PO Schelpdiervisserij Noordzee, Cardium en de Commissie aanvoeraangelegenhcden om de volgende redenen. De sterke afhankel ijkheid van de heffingsopbrengst uil de schelpdiersector Noordzee met de aangevoerde hoeveelheid schelpdieren moest worden verminderd. Het is wenselijk dat het onderzoekfonds aanvoersector voor deze deelsector elk jaar een vast bedrag binnenkrijgt van meer dan de helft van de jaarlijkse vaste lasten. De systematiek is dan ook aangepast confonn het model dat al voor de kokkelsector en oestersector was vastgesteld. Hierbij wordt per vergunning een vast jaarlijks bedrag geheven en een (variabel) bedrag gebaseerd op de aanvoerwaarde. Met dit model draagt de hele sector bij aan het collectieve belang en dragen diegenen die meer gebruik maken van hun vangstrechten, relatier meer bij. Vanarhet heffingsjaar 2008 is besloten om ook de daadwerkelijke kosten van de sanitaire monitoring voor de ensisvisscrij ten laste te laten komen van deze groep. Vanwege het zeer beperkt aantal 41

42 Rijswijk, 4 oktober 2007 B.J. Odink voorzitter W.G. van de Fliert secretaris VIS 9 Verordening financiering onderzoeksprojecten kleinhandel

43 ffonds voordede/ail handel g. Commissie de/oilhandel: h. ondernemer i. vis j. visproduc/en k. kleinhondeloor het fonds ingesteld krachtens artikel 2, eerste lid, van de Verordening instelling van een fonds voor de detailhandel 2007; de commissie ingesteld door het bestuur voor het adviseren over aangelegenheden betreffende de detailhandel; degene die een onderneming drijft, waarvoor het productschap is ingesteld; vissen, schaal en schelpdieren, delen van vissen alsmede van schaalen schelpdieren en puf en nest, een en ander met uitzondering van sieren aquariumdieren; uit vis verkregen producten, welke al dan niet na verdere be- of verwerking, tot menselijk of dierlijk voedsel kunnen dienen; een ondernemer die als onderdeel van zijn bedrijf heeft of zijn bedrijf maakt van het ve rkopen van vis of visproducten aan particulieren, instellingen of bedrijven als eindverbruikcrs. Artikel la Onder het productschap ressorterende ondernemers zijn wegens de uitoefening van hun bedrijfsactiviteiten in de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december aan en ten behoeve van het productschap ccn heffing verschuldigd volgens de in de artikelen 2 en 3 vermelde heffingsgrondslagen met de daarbij behorende tarieven. De berekening en de wijze van betaling vinden plaats, zoals in de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006 is bepaald. Artikel 2 I. Een kleinhandelaar is jaarlijks aan hel productschap een heffing verschuldigd per verkooppunt ten behoeve van het fonds VooT de delailhandel ter linanciering van onderzoeksprojecten. 2. De hoogte van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt 15,50 per verkooppunt. 3. Onder verkooppunt als bedoeld in hel eerste lid, wordt onder meer verstaan een viswinkel, een webwinkel, een viskraam of een visverkoopwagen. Artikel J I. Deze verordening treedt in werking met ingang van I januari Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2009, treedt deze verordening in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt deze terug 101 en met I januari 20 I O. 43

44 Rijswijk, 1 oktober 2009 B.J. Odink voorzitter D.A.M. Risseeuw wnd. secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 19 november 2009 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij beschikking van 1 maart 2010, nr