PRAKTIJKPROEVEN. vzw V.S.O.P. ST- BERTINUS VRIJ TECHNISCH INSTITUUT - POPERINGE

Transcriptie

1 PRAKTIJKPROEVEN 2014 vzw V.S.O.P. ST- BERTINUS VRIJ TECHNISCH INSTITUUT - POPERINGE Land- en Tuinbouw - Proefbedrijf Schipvaarthoeve Boeschepestraat 44 Schipvaartweg Poperinge 8970 Poperinge Tel. 057/ Fax. 057/ VLAAMSE OVERHEID Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling LANDBOUWCENTRUM GRANEN vzw LANDBOUWCENTRUM VOOR VOEDERGEWASSEN vzw LANDBOUWCENTRUM VOOR AARDAPPELTEELT vzw

2 .

3 Inhoudsopgave Blz. Inhoudsopgave 1 Rassenproef aardappelen (17 variëteiten) 2 Onkruidbestrijdingsproef aardappelen (13 objecten) 4 Bemestingsproef : spuiwater 6 Rassenproef kuilmaïs (83 variëteiten) 8 Oogsttijdstippenproef bladluistelling 12 Demo maïs onder folie 13 Onkruidbestrijdingsproef maïs (10 objecten) 14 Demoveld bonen 15 Rassenonderzoek grassen (ILVO) 16 Rassenproef wintertarwe (27 variëteiten) 18 Bladziektenproef Expert (12 objecten) 22 Blad- en aarziektenproef Homeros (10 objecten) 24 Fungicidenproef wintergerst 26 Suikerbieten 27 Fruit 28 Rabarber 29 IPM, geïntegreerde gewasbescherming in akkerbouw 30 Lijst gebruikte middelen 34 Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 1

4 Rassenproef aardappelen Voorvrucht : Suikerbieten Grondbewerking : 11/04/2014 optrekken 15/04/2014 ploegen 16/04/2014 rotoreggen Plantdatum: 22/04/2014 Plantafstand: Volgens advies (zie tabel) Bemesting: 12/04/2014 Haspargit 800 kg à 250 kg kali/ton = 200 kg K2O 16/04/2014 Runderdrijfmest 35 ton 16/04/2014 N volgens advies (480 kg AN 27 =) 130 kg N 9 rassen 30 kg minder bemest dan Bintje Onkruidbestrijding: 14/05/2014 Reglone 1,5 l + Defi 4 l + Linuron 1 l Perceeltjes van 4 m x 3 m in 4 herhalingen maakt 48 m² hoevetje * ** *** **** Gala / Rumba / Madison / Heraclea / Endeavour / Lady Claire 7, / Performer 5, / Ottawa 33 17/ Navigator 5, / Ludmilla / Leonardo 40 19/ Lady Sara 36 17/ Jurata 36 19/ Fontane 5, / Dione 6, / Action 7, / Bintje 6, /05 Provenstraat proef bemesting spuiwater * vroegheid ** advies eenheden N/ha voor de verschillende rassen *** advies plantafstand in cm **** opkomst 90 % Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 2

5

6 Onkruidbestrijdingsproef Voorvrucht : Suikerbieten Plantdatum: 22/04/2014 Plantafstand: Gala 39 cm 45/50 Onkruidbestrijding: Volgens proefopzet Vooropkomst 12/05/2014 Bij opkomst (obj. 7) 26/05/2014 Perceeltjes van 40 m x 3 m maakt 120 m². 1 Onbehandeld 2 Artist 2 kg + Challenge 2 l + Linuron 500 SC 1 l 3 Artist 2 kg + Challenge 2 l + Proman 2 l 4 Artist 2 kg + Linuron 500 SC 1 l 5 Artist 2 kg + Challenge 2 l 6 Artist 2 kg + Centium 36 CS 0,2 l + Linuron 1 l 7 Artist 2 kg + Defi 4 l + Stomp Aqua 2,5 l (bij opkomst) 8 Defi 4 l + Sencor 0,4 kg + Stomp Aqua 2,5 l 9 Defi 4 l + Sencor 0,4 kg 10 Defi 4 l + Proman 2,5 l 11 Proman 2,5 l + Centium 0,2 l + Linuron 1 l 12 Proman 2,5 l + Metric 1,25 l + Linuron 1 l 13 Proman 2 l + Lingo 2 l + Defi 4 l spuitgang Proef spuiwater Rassenproef dreef Bart Boeraeve Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 4

7

8 Spuiwater in aardappelen Voorvrucht : Suikerbieten Grondbewerking : 11/04/2014 optrekken Plantdatum: 22/04/2014 Variëteit: 15/04/2014 ploegen 16/04/2014 rotoreggen Gala Plantafstand: 33 cm x 75 cm 35/50 Bemesting: 12/04/2014 Haspargit 800 kg à 250 kg kali/ton = 200 kg K2O 16/04/2014 Runderdrijfmest 35 ton Onkruidbestrijding: 14/05/2014 Reglone 1,5 l + Defi 4 l + Linuron 1 l object, enkel runderdrijfmest 2 Spuiwater volle adviesdosis (160 kg N) 3 Spuiwater 70 % (112 kg N) + bijbemesting AN 27 tot advies (48 kg N) 4 Spuiwater 70 % (112 kg N) 5 Mineraal volle adviesdosis (160 kg N) 6 Mineraal 70 % (112 kg N) + bijbemesting AN 27 tot advies (03/06)(48 kg N) 7 Mineraal 70 % (112 kg N) Provenstraat rassenproef hoevetje Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 6

9

10 Rassenproef kuilmaïs (vroeg en laat) Voorvrucht: Pootaardappelen Grondbewerking optrekken 03/04/2014 ploegen 23/04/2014 rotoreggen 24/04/2014 Bemesting: advies: 164 kg N 17 ton VDM (7,3 N) 16/04/2014 AM kg N 24/04/2014 Zaaigegevens: zaai 25/04/2014 zaaidichtheid korrels/ha (7,88 z/m - 12,7 cm afst.) Onkruidbestrijding: bladstadium 03/06/2014 Laudis 2,25 l + Aspect T 2,5 l Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 8

11 Rassenproef kuilmaïs (vroeg en laat) Vroege groep Late groep FAO FAO 1 AMBROSINI AMARETTO BABEXX AMBROSINI CATHY BARACCO EL BARROS ES CLUEDO CLAUDINIO ES HERACLES DANUBIO ES KIRA DKC GOTTARDO KWS DKC KAJUNS DKC KXB ES ALBATROS LG ES ASPECT LG ES FIREBALL LG ES TAROCK LG ES TOLERANCE LG ES YETI LG GALVANI CS LG GEOXX LG JULIETT MALLORY KAWAXX MESSAGO LG NITRO LG OMIXXA LG P MILLESIM P MONTECRISTO P P P P P P P P P PAULEEN PORFAVOR PENTEXX SIKALDI CS PR38Y34 32 SY COMANDOR PR39A98 33 SY FEEDITOP PR39F58 34 TOKALA RH TORRES RONALDINIO SA SB SILOFLEXX SIRIANI CS SY ALTITUDE SY BRATISLA SY FANATIC SY KAIRO SY MULTITOP SY UNITOP TORRES VEMSTAR VOLUMIXX 220 Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 9

12

13

14 Oogsttijdstippen en bladluistelling kuilmaïs. Voorvrucht: Pootaardappelen Grondbewerking optrekken 03/04/2014 ploegen 23/04/2014 rotoreggen 24/04/2014 Bemesting: 17 ton VDM (7,3 N) 16/04/2014 AM kg N 24/04/2014 Zaaigegevens: zaai vroeg 25/04/2014 laat 16/05/2014 opkomst vroeg 10/05/2014 laat 26/05/2014 zaaidichtheid korrels/ha (7,88 z/m - 12,7 cm afst.) Onkruidbestrijding: 3-4 bladstadium 03/06/2014 Laudis 2,25 l + Aspect T 2,5 l + Delstar 2 l demo P 8057 PR34B39 PR32F73 FAO 210 FAO 320 FAO 380 rassenproef kuilmaïs vroeg LG Torres PR38Y34 laat LG30217 Torres P 8057 Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 12

15 Maïs onder folie Voorvrucht: Korrelmaïs Grondbewerking: 01/04/2014 optrekken 09/04/2014 ploegen 10/04/2014 rotoreggen Bemesting: 01/04/ ton/ha stalmest 09/04/2014 AN kg N Zaaigegevens: zaai folie 11/04/2014 zonder folie 06/05/2014 opkomst folie 21/04/2014 zonder folie zaaidichtheid korrels/ha (6,38 z/m - 15,7 cm afst.) Onkruidbestrijding: bij zaai Akris + Stomp Aqua + Frontier Uitgezaaide rassen (gezaaid per 4 rijen) FAO 1 P 8745 groene folie P 8134 groene folie P 0573 groene folie P 0746 groene folie P 0725 groene folie PR34B39 groene folie PR32F73 groene folie P 8057 zonder folie zonder folie 10 PR32F73 gele folie 380 Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 13

16 Onkruidbestrijding maïs Demoproject Optimalisering van onkruidmanagement in mais leidt tot herbicide reductie Dit project wordt medegefinancierd door de Europese Unie en het Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse Overheid teeltgegevens zaai : 26/04/2014 Proefplan 20 x 3m Controle 1 onbehandeld Data Schema 2 V.O. : Akris 2,5 l 07/05/ blad : Laudis 2 l + Kart 0,6 l 05/06/ bladstadium 16/05/ Laudis 2 l + Aspect T 2 l 3-4 bladstadium 23/05/ Laudis 2 l + Aspect T 2 l 5 Arietta 0,15 l + Akris 2 l + Callam 0,2 l (+ Actirob) 6 Clio Elite 1,5 l + Samson Extra OD 0,3 l + Callam 0,2 kg 7 Calaris 1 l + PM 1 0,5 l + Dual Gold 0,7 l 8 Callisto 0,75 l + Monsoon active 0,75 l + Aspect T 2 l 9 Callisto 0,75 l + Dual Gold 1 l + Samson Extra OD 0,3 l + Casper 0,2 l 10 Clio Elite 1,5 l + Samson Extra OD 0,3 l + Xinca 0,25 l Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 14

17 Demoveld bonen. Voorvrucht: Kuilmaïs Grondbewerking 13/06/2014 optrekken 16/06/2014 ploegen 16/06/2014 rotoreggen Bemesting: 18/06/2014 vloeibare N : 300 l/ha Zaaigegevens: 18/06/2014 zaai zaaidichtheid zaden/ha Onkruidbestrijding: 18/06/2014 Bonalan 6 l/ha 19/06/2014 Centium 0,150 l + Lecar 0,5 l variëteit dkg fijnheid vroegheid in dagen 10 Boterboon - 9 Bartava 25,42 grof 68 8 SV ,50 7 Cadillac 20, Banga 13,31 zeer fijn 74 5 Persepolis 13,01 zeer fijn 72 4 SV ,60 zeer fijn 72 3 SV ,05 extra fijn 70 2 Angers 10,55 extra fijn 74 1 Carthage 9,87 extra fijn 73 Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 15

18 Rassenonderzoek met diverse grassoorten Doel : Officiële rassenproeven met diverse grassoorten aangelegd en onderhouden door ILVO Plant - Teelt & Omgeving. Deze proeven hebben als doel de cultuur- en gebruikswaarde te onderzoeken van nieuwe rassen. Hierbij worden de prestaties van nieuwe rassen ver-geleken ten opzichte van een aantal standaardrassen en dit gedurende meerdere jaren en op verschillende locaties. De resultaten worden jaarlijks gepubliceerd in de Belgische beschrijvende en aanbevelende rassenlijst en helpen de veehouder bij zijn keuze van de beste rassen voor zijn specifieke bedrijfsomstandigheden. Doel van de rassenproeven voor toelating tot de nationale rassencatalogus. België is verplicht nieuw aangeboden rassen van landbouwgewassen volgens Europese richtlijnen te onderzoeken op hun nieuwigheid (onderzoek naar Onderscheidbaarheid, Homogeniteit en Bestendigheid of OHBonderzoek) en hun Cultuur- en Gebruikswaarde (CGW-onderzoek). Elk nieuw ras op de Belgische Nationale Rassencatalogus voldoet aan drie voorwaarden: een voldoende cultuur- en gebruikswaarde (CGW- waarde); beantwoorden aan de criteria voor onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid (OHB) goedgekeurde benaming. Doel van de beschrijvende en aanbevelende rassenlijst. Verdere beproeving na opname is noodzakelijk om de eigenschappen van de rassen te kennen onder specifieke uitbatingsvoorwaarden en om regionale invloeden te bestuderen. Deze verdere beproeving vormen, samen met de CGW-proeven voor de nationale rassencatalogus, de basis voor de Beschrijvende en Aanbevelende rassenlijst. Deze lijst geeft een overzicht van de landbouwkundige waardering van alle rassen voedergewassen en groenbedekkers. De informatie in de beschrijvende en aanbevelende rassenlijst is gebaseerd op de resultaten van de officiële rassenproeven met aanvullende proeven, zodat de gegevens van minstens vier proefjaren met vier proeven per jaar verwerkt worden. Hoe gebeurt de beoordeling voor de beschrijvende en aanbevelende rassenlijst? Naast de waarnemingen en metingen voor de toelatingscriteria worden nog enkele aanvullende kenmerken genoteerd die nodig zijn om het ras te kunnen beschrijven. Voor grassen behoren hiertoe o.a. doorschietdatum, vroegheid van aarvorming, voorjaarsontwikkeling en wintervastheid. De gegevens zijn uitgedrukt in een schaal 1 tot 9 of in verhoudingsgetallen. Grassen voor groenvoederdoeleinden. Algemeen. De kleine helft van de totale oppervlakte cultuurgrond in België bestaat uit grasland ( ha). Alleen grasland met een goede botanische samenstelling kan een hoge productie aan energie en eiwit opleveren. Aan de basis van een goede botanische samenstelling ligt in de eerste plaats een juiste keuze van de in te zaaien grassoorten en variëteiten in functie van het toekomstige gebruik. Een verzorgde aanleg en een goede uitbating zijn eveneens noodzakelijk voor een succesvolle teelt. In tegenstelling tot akkerbouwgewassen en andere groenvoedergewassen worden dikwijls mengsels van verschillende soorten en/of rassen uitgezaaid. Door een beter inzicht te verwerven over de eigenschappen van grassoorten en -rassen kan de landbouwer een juistere keuze maken uit de talloze mengsels die er op de markt zijn. Grassoorten en typen. Algemene landbouwkundige waardering. De keuze van de in te zaaien soort(en) steunt vooral op de combinatie van gewenste eigenschappen: productiviteit, smakelijkheid, soepelheid in de uitbating, voederwaarde en persistentie. Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 16

19 Typen. De gemiddelde doorschietdatum of gemiddelde datum van aarvorming is voor de meeste rassen in de rassenbeschrijving weergegeven en komt overeen met de datum waarop bij 50% van de planten 3 aarpunten zichtbaar zijn. Gebruik. De keuze van de in te zaaien soort(en) is in de eerste plaats afhankelijk van de toekomstige gebruiksduur en -wijze. Bemestingslimieten. Door het opleggen van bemestingsnormen wordt de totale N-bemesting beperkt en wordt in bepaalde gebieden (o.a. waterwingebieden) de uitbating minder intensief. Onder deze voorwaarden komen mengsels met timothee, beemdlangbloem en witte klaver opnieuw in de belangstelling. Belangrijke eigenschappen bij de rassenkeuze. Datum van doorschieten. Drogestof-opbrengst. Persistentie. Gezondheid. Vroegheid voorjaarsontwikkeling. Voederwaarde. Wintervastheid. Blijvend grasland. Engels raaigras (Lolium Perenne L.) Timothee of Lammerstaart (Phleum Pratense L.) Rietzwenkgras (Festuca Arundinacea L) Tijdelijk grasland. Gekruist raaigras (Lolium x Boucheanum Kunth) Italiaans raaigras (Lolium Multiflorum Lam.) Westerwolds raaigras (Lolium Multiflorum Var. Westerwoldicum L.) Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 16

20 Rassenproef wintertarwe. Perceel : Boeraeve 2 Voorvrucht : Suikerbieten Grondsoort : zandleem (35) Ploegen : 12/12/2013 Zaaidatum : 13/12/2013 Zaaidichtheid : Variëteit : Bemesting : 450 korrels/m² 28 tarwerassen advies 25/03/ kg N/ha vloeibaar 85 24/04/ kg N/ha vloeibaar 65 20/05/ kg N/ha vast 70 Onkruidbestrijding : 02/04/2014 Lexus 20 gr + Capri Twin 0,2 kg + Actirob 1 l Groeiregulatoren : 14/04/2014 Meteor 2 l 24/04/2014 CCC 0,5 l + Scitec 0,25 l Fungicidebehandeling : rassenproef : 3 behandelingen 23/04/2014 Pallazo 1,2 l 22/05/2013 Granovo 1,7 l 17/06/2013 Ceriax 1,75 l Insecticide : --- Oogstdatum : /2014 Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 18

21 Rassenproef wintertarwe 2014 firma dkg kg/ha 450 k/m² 1 1 Anapolis Limagrain Belgium Armada Aveve Atomic Aveve Avatar Jorion S.A Bergamo Philip Seeds Campus Aveve Cellule Limagrain Belgium Elixer Limagrain Belgium Espart Jorion S.A Expert SCAM Forum Aveve Henrik Aveve Homeros Limagrain Belgium Intro Limagrain Belgium JB Asano Ets. L. Rigaux Joker Philip Seeds KWS Ozon Aveve Meeting Philip Seeds Memory Jorion S.A Mentor Philip Seeds Reform Limagrain Belgium Rubisko Limagrain Belgium Sahara Aveve Spirit Phytosystem Tabasco Limagrain Belgium Tobak Limagrain Belgium Unicum Limagrain Belgium Vasco Jorion S.A Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 19

22

23

24 Fungicideproef wintertarwe (bladziekten). Perceel : Beddeleem Voorvrucht : Kuilmaïs Grondsoort : zandleem (35) Ploegen : 11/12/2014 Zaaidatum : 12/12/2014 Zaaidichtheid : Variëteit : Bemesting : 450 korrels/m² Homeros 25/03/ kg N/ha vloeibaar 24/04/ kg N/ha vloeibaar 20/05/ kg N/ha vast Onkruidbestrijding : 02/04/2014 Lexus 20 gr + Capri Twin 0,2 kg + Actirob 1 l Groeiregulatoren : 14/04/2014 Meteor 2 l 24/04/2014 CCC 0,5 l + Scitec 0,25 l Fungicidebehandeling : volgens proefopzet : voorl. blad - 15/05/2014 aren uit - 06/06/ onbehandeld Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 2. Palazzo 1,6 l (BASF) Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 3. Granovo 1,7 l (BASF) Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 4. Input 1,25 l (Bayer) Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 5. Rubric 1 l + Taloline 1 l (Certis) Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 6. Bumper P 1 l + Panax 3 l (Belchim/Protex) Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 7. Cherokee 2 l (Syngenta) Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 8. Proefmiddel l + Rubric 0,7 l (Dupont) Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 9. Proefmiddel l + Rubric 0,7 l (Dupont) Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 10. onbehandeld onbehandeld 11. T 0 : Palazzo 1,2 l T 1 : Granovo 1,7 l Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 12. T 00 : Palazzo 1,2 l T 0 :Palazzo 1,2 l T 1 : Granovo 1,7 l Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 04/04/ /04/ /05/2014 Insecticide : --- Oogstdatum : /2014 Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 22

25 Fungicideproef wintertarwe (bladziekten). put voorl. blad - 15/05/2014 aren uit - 06/06/ onbehandeld Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 2. Palazzo 1,6 l (BASF) Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 3. Granovo 1,7 l (BASF) Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 4. Input 1,25 l (Bayer) Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 5. Rubric 1 l + Taloline 1 l (Certis) Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 6. Bumper P 1 l + Panax 3 l (Belchim/Protex) Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 7. Cherokee 2 l (Syngenta) Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 8. Proefmiddel l + Rubric 0,7 l (Dupont) Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 9. Proefmiddel l + Rubric 0,7 l (Dupont) Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 10. onbehandeld onbehandeld 11. T 0 : Palazzo 1,2T 1 : Granovo 1,7 l Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 12. T 00 : Palazzo 1 T 0 :Palazzo 1,2 T 1 : Granovo 1,7 l Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l 04/04/ /04/ /05/2014 Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 23

26 Fungicideproef wintertarwe (blad- en aarziekten). Perceel : Voorvrucht : Beddeleem Kuilmaïs Grondsoort : zandleem (35) Ploegen : 11/12/2014 Zaaidatum : 12/12/2014 Zaaidichtheid : Variëteit : Bemesting : 450 korrels/m² Expert 25/03/ kg N/ha vloeibaar 24/04/ kg N/ha vloeibaar 20/05/ kg N/ha vast Onkruidbestrijding : 02/04/2014 Lexus 20 gr + Capri Twin 0,2 kg + Actirob 1 l Groeiregulatoren : 14/04/2014 Meteor 2 l 24/04/2014 CCC 0,5 l + Scitec 0,25 l Fungicidebehandeling : volgens proefopzet : voorl.blad - 15/05/2014 aren uit (stadium 59)-06/06/ Input 1,25 l onbehandeld 2. Input 1,25 l Adexar 1,5 l (BASF) 3. Input 1,25 l Librax 1,5 l (BASF) 4. Input 1,25 l Aviator Xpro 1,25 l (Bayer) 5. Input 1,25 l Skyway Xpro 1,25 l (Bayer) 6. Input 1,25 l Priori Xtra 0,75 l + Input 1 l (Protex) 7. Input 1,25 l Proefmiddel l + Prosaro 1 l (Dupont) 8. Input 1,25 l Proefmiddel ,75 l + Input 0,9 l (Syngenta) 9. Input 1,25 l Proefmiddel ,75 l + Prosaro 0,75 l (Syngenta) 10. Onbehandeld Onbehandeld Insecticide : --- Oogstdatum : Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 24

27 Fungicideproef wintertarwe (blad- en aarziekten). put volgens proefopzet : voorl.blad - 15/05/2014 aren uit (stadium 59)-06/06/ Input 1,25 l onbehandeld 2. Input 1,25 l Adexar 1,5 l (BASF) 3. Input 1,25 l Librax 1,5 l (BASF) 4. Input 1,25 l Aviator Xpro 1,25 l (Bayer) 5. Input 1,25 l Skyway Xpro 1,25 l (Bayer) 6. Input 1,25 l Priori Xtra 0,75 l + Input 1 l (Protex) 7. Input 1,25 l Proefmiddel l + Prosaro 1 l (Dupont) 8. Input 1,25 l Proefmiddel ,75 l + Input 0,9 l (Syngenta) 9. Input 1,25 l Proefmiddel ,75 l + Prosaro 0,75 l (Syngenta) 10. Onbehandeld Onbehandeld Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 25

28 Fungicideproef wintergerst. Perceel : Voorvrucht : Over de beek Pootaardappelen Grondsoort : zandleem (35) Ploegen : 01/10/2013 Zaaidatum : 02/10/2013 Zaaidichtheid : Variëteit : 250 korrels/m² Saskia Bemesting : 24/03/ kg N vloeibaar 24/04/ ,5 kg N vast Onkruidbestrijding : 03/10/2013 Defi 5 l + AZ 500 1,5 l Groeiregulatoren : 11/04/2014 Scitec 0,5 l + Diamant 1,25 l (buiten proef) 24/04/2014 Terpal 2 l + Skyway 1 l (buiten proef) Fungicidebehandeling : volgens proefopzet : laatste blad - 24/04/ Onbehandeld Adexar 1,25 l (Basf) Librax 1,25 l (Basf) Evora Xpro 1 l (Bayer) Bontima 2 l (Syngenta) Proefmiddel 14,02 2 l + Input 1 l (Dupont) Priori Xtra 0,75 l + Input 1 l (Protex) Insecticide : Oogstdatum : Vleterbeek Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 26

29 Suikerbieten Voorvrucht: Kuilmaïs Grondbewerking 01/04/2014 optrekken 08/04/2014 ploegen 09/04/2014 rotoreggen Bemesting: 950 zbw kalk 01/04/ ton/ha stalmest 09/04/2014 AN kg N Variëteit: BTS 370 Zaaigegevens: 10/04/2014 zaai Onkruidbestrijding: 11/04/2014 VO Fiesta 4l 30/04/2014 Betenal Elite 0,8 l + Goltix 0,5 l + Safari 30 gr Culy 1 l (boormeststof) 14/05/2014 Betenal Elite 1,2 l + Goltix 1 l + Avadex 480 0,5 l Culy 1 l (boormeststof) 03/06/2014 Betenal Elite 1,2 l + Goltix 1 l + Lecar 0,650 l + Aramo 1,5 l Culy 1,5 l (boormeststof) Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 27

30 Fruit. Perceel : Boomgaard Aanplanting : maart 1993 met aanpassingen in 2000, 2008, 2012 en 2014 Grondsoort : zandleem (35) Variëteiten : Appel - Jonagold - Delbarestival - Elstar - James grieve - Cox's O. P. - Golden Delicous Nieuwere - Gala - Jonagold King Select - Jonagold Novajo - Elstar Elschof - Cox Queen Peren - Conference - Durondeau - Doyenne du Comice Ziekte- en insectenbestrijding volgens geïntegreerde teelt Bemesting volgens advies Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 28

31 Rabarber. Perceel : Plantafstand : Waterzuivering Aanplanting : mei ,8 m x 1,2 m Grondsoort : zandleem (35) Variëteiten : Goliath (industrie) Valentine (rode veiling) Mikoot (rode veiling) Onkruidbestrijding : vooropkomst Kerb 400 SC 3,1 l + AZ 500 0,4 l + Centium 0,25 l + Roundup 4l Bemesting : 11/02/ kg AN 27 11/02/ kg Potassulfaat Oogst : 20/05/2014 Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 29

32 IPM, geïntegreerde gewasbescherming in de akkerbouw IPM staat voor Integrated Pest management of geïntegreerde gewasbescherming en betekent dat alle mogelijke bestrijdingstechnieken geïntegreerd toegepast moeten worden zodat schade aan planten onder de economische schadedrempel wordt gehouden. Vanaf 1 januari 2014 is elke Europese land- en tuinbouwer verplicht de basisprincipes van IPM toe te passen. De 3 basisprincipes van IPM zijn: 1. Preventie of schade voorkomen 2. Waarnemingen of monitoring 3. Bestrijding Het volgen van deze basisprincipes laat de teler toe op een duurzame (ecologisch en economisch) en efficiënte manier plagen, ziekten en onkruiden te bestrijden. Veel gestelde vragen Vanuit de praktijk komen nogal wat vragen rond het toepassen van IPM. Een aantal van deze vragen staan hieronder gebundeld. 1. Indien ik als landbouwer voor mijn akkerbouwteelt een erkend waarschuwingssysteem volg, moet ik dan voor deze teelt ook nog zelf visuele waarnemingen uitvoeren naar de aantastingen door ziekten en/of plagen en hiervoor de nodige notities maken? Dit hangt van het waarschuwingssysteem af. Voor de aardappelplaag bijvoorbeeld volstaat het om lid te zijn van de waarschuwingsdienst aardappelziekte van het PCA op te volgen. Voor bladziekten in bieten bestaat er ook een waarschuwingsdienst (KBIVB). Maar omdat het verschijnen van dergelijke bladziekten sterk afhangt van het ras, de regio, voorgeschiedenis perceel, blijft het noodzakelijk om eigen percelen te controleren op aanwezigheid van symptomen en het bereiken van de schadedrempel. Voor bladluizen is ook een eigen waarneming nodig en dit op minstens één perceel met dezelfde teelt. Ook voor ziekten, plagen en onkruiden waar geen waarschuwing voor gegeven wordt via een erkend waarschuwingssysteem, is een visuele waarneming en notitie nodig. 2. Kan ik mij als landbouwer nog laten adviseren door een adviseur van een gewasbeschermingsfirma/handel? Ja, dit kan nog steeds. Deze adviseur zal over een P3 fytolicentie moeten beschikken en zal zijn/haar advies op papier moeten zetten en vermelden op welke waarnemingen hij/zij dit advies baseert. Deze adviezen moeten bijgehouden worden. Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 30

33 3. Indien ik voor de monitoring van schadelijke organismen zelf visuele waarnemingen uitvoer, moet dit dan op alle percelen gebeuren, of volstaat het als ik dit voor elke teelt op één perceel doe? Indien de schadelijke organismen via visuele waarnemingen worden gemonitord, dan moet dit per teelt op elk perceel met een verschillende variëteit gebeuren. 4. Mag ik in het kader van IPM hoevepootgoed of hoevezaad gebruiken? Ja, maar indien hoevepootgoed of eigen gekweekt zaad gebruikt wordt, dan moet u als landbouwer een strenge controle uitvoeren tijdens de teelt en vóór het uitplanten of zaaien op aanwezigheid van ziekten en plagen. 5. In de IPM checklist komt vaak voor dat we over informatie moeten beschikken rond ziekten en plagen, onkruiden, rassen en hun ziektegevoeligheid, erkende gewasbeschermingsproducten, wil dat zeggen dat ik al die info thuis moet hebben? Niet noodzakelijk. Ofwel dient u inderdaad over een papieren versie te beschikken maar normaal is weten waar de info te vinden is op de websites van de praktijkcentra, fytoweb, etc en kunnen tonen dat u die info kan gebruiken en gebruikt voldoende. 6. Is er een minimumareaal vanaf wanneer IPM moet worden toegepast? Bijvoorbeeld: ik teel als landbouwer naast een aantal andere teelten ook 20 are aardappelen voor thuisverkoop. Moet ik dan voor die aardappelen ook over de nodige info beschikken en waarnemingen doen om in orde te zijn voor IPM? IPM geldt voor alle teelten op het bedrijf, onafhankelijk van het areaal. 7. Bij het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen moet minimum 1 m spuitvrije zone langs oppervlaktewater worden gerespecteerd. Wat wordt verstaan onder oppervlaktewater? Zijn dit enkel de bevaarbare waterlopen en de onbevaarbare waterlopen van eerste, tweede en derde categorie zoals gespecificeerd in het kader van de randvoorwaarden? Er moet minimum 1 m spuitvrije zone gerespecteerd worden ten opzichte van alle oppervlaktewater (ongeacht of er water in staat of niet), dus niet enkel en alleen ten opzichte van de bevaarbare waterlopen en de onbevaarbare waterlopen van 1, 2 en 3 categorie. Dit betekent niet dat er geen teelt mag gezaaid of geplant in deze zone. Vergeet niet dat in kader van de Vlaamse wetgeving er eveneens een strook van 5 m niet mag bemest worden en 1 m niet mag bewerkt worden langs de bevaarbare waterlopen en de onbevaarbare van 1, 2 en 3 categorie. Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 30

34 8. Hoe kan ik mij in orde stellen met IPM? Hoe kan ik mijn bedrijf laten keuren? De controle op IPM moet gebeuren door een onafhankelijke, hiervoor erkende controleorganisatie (OCI). De erkende OCI s voor IPM zijn dezelfde als deze die erkend zijn door het FAVV in het kader van de sectorgids primaire productie, die gecontroleerd wordt via Vegaplan en/of Codiplan. Indien u als landbouwer reeds lid bent van Vegaplan en reeds gecontroleerd wordt in het kader van de Vegaplan-Standaard (vroeger IKKB-Standaard), dan zal u gelijktijdig met de Vegaplan-Standaardcontrole gecontroleerd worden op IPM. Indien de controle in orde is, ontvangt de landbouwer een certificaat met de vermelding van IPM dat drie jaar geldig is (= periode van Vegaplan-Standaard audit) Indien u als landbouwer geen lid bent van Vegaplan, dan moet je zelf een OCI contacteren voor het laten uitvoeren van een IPM-audit. Deze audit moet eveneens om de 3 jaar plaats vinden. U kan deze IPM-controle ook combineren met de controle op andere lastenboeken dan de Vegaplan-Standaard zoals bv. Codiplan, IKM, In dit geval moet je dit wel vooraf melden aan de OCI dat u ook een IPM-controle wil laten uitvoeren. 9. Vanaf wanneer beginnen de audit s in kader van IPM? De eerste Vegaplan audits die ook de checklist IPM controleren zullen vanaf begin juni 2014 plaats vinden. Dit wil zeggen dat binnen 3 jaar alle landbouwers minstens één IPM audit zullen gehad hebben. Meer weten over IPM? Door de Vlaamse Overheid, Beleidsdomein Landbouw en Visserij werd een Praktijkgids Gewasbescherming (met een specifieke Katern IPM Akkerbouw) opgemaakt waar alle principes van IPM worden uitgelegd en wat een landbouwer kan doen om hieraan te voldoen. In deze Praktijkgids is eveneens een checklist opgenomen die de landbouwer kan volgen om na te gaan of hij voldoet aan de richtlijnen van IPM. Deze Praktijkgids met de bijhorende checklist is te raadplegen op de website van de Vlaamse overheid ( Om de landbouwers te ondersteunen om geïntegreerde gewasbescherming (IPM) toe te passen op een voor hen geschikte en haalbare manier, loopt voor Vlaanderen het ADLO-project Een geïntegreerde aanpak in de akkerbouw: de weg naar duurzame landbouw verder zetten. Meer informatie rond IPM akkerbouw vindt u op de websites van de partners van het ADLOproject. Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 30

35 Partners ADLO-project IPM akkerbouw: de weg naar duurzame landbouw Inagro, Leen Vandewalle, Jonas Claeys en Veerle De Blauwer, tel. 051/ , LCG, Landbouwcentrum Granen Vlaanderen, Daniël Wittouck, Lies Willaert, tel. 051/ , KBIVB, Bieteninstituut, Barbara Manderyck, tel. 0496/ , PCA, Proefcentrum voor de Aardappelteelt, Ilse Eeckhout, tel. 09/ , LCV, Landbouwcentrum voor Voedergewassen, Gert Van de Ven, tel. 014/ , HoGent, Hogeschool Gent, Faculteit Natuur en Techniek, Joos Latré tel. 09/ , UGent, Vakgroep Toegepaste bio-wetenschappen, Geert Haesaert en Veerle Derycke, tel. 09/ , Hooibeekhoeve, Gert Van de Ven, tel. 014/ , Met de medewerking van: - ABS, Algemeen Boerensyndicaat - BB, Boerenbond - BDB, Bodemkundige Dienst van België, Heverlee - LTCW, Land- en Tuinbouwcentrum Waasland, St.-Niklaas - PIBO Campus, Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs, Tongeren - VTI, Vrij Technisch Instituut Land- en Tuinbouw, Poperinge Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2014 pagina 30

36 Lijst gebruikte producten. Acanto Actirob B Adexar Akris Aramo Arietta Artist Aspect T Avadex 480 Aviator Xpro AZ 500 Betanal Elite Bonalan Bumper P Calaris Callam Callisto Capri Twin Casper Centium 36 CS Ceriax Challenge Cherokee Clio Elite Cycocel 75 Defi Dual Gold Fiesta New Frontier Elite 250 g/l PICOXYSTROBINE 812 g/l GEESTERDE KOOLZAADOLIE 62.5 g/l EPOXYCONAZOOL 62.5 g/l FLUXAPYROXAD 280 g/l DIMETHENAMIDE-P 250 g/l TERBUTHYLAZIN 50 g/l TEPRALOXYDIM 336 g/l TOPRAMEZONE 24 % FLUFENACET 17.5 % METRIBUZIN 200 g/l FLUFENACET 333 g/l TERBUTHYLAZIN 480 g/l TRI-ALLAAT 75 g/l BIXAFEN 150 g/l PROTHIOCONAZOOL 500 g/l ISOXABEN 71 g/l DESMEDIFAM 112 g/l ETHOFUMESAAT 91 g/l FENMEDIFAM 180 g/l BENFLURALIN 400 g/l PROCHLORAZ 90 g/l PROPICONAZOOL 70 g/l MESOTRIONE 330 g/l TERBUTHYLAZIN 60 % DICAMBA 12.5 % TRITOSULFURON 100 g/l MESOTRIONE 6.8 % CLOQUINTOCET-MEXYL 2.3 % FLORASULAM 6.8 % PYROXSULAM 50 % DICAMBA 5 % PROSULFURON 360 g/l CLOMAZON 41.6 g/l EPOXYCONAZOOL 41.6 g/l FLUXAPYROXAD 66.6 g/l PYRACLOSTROBIN 600 g/l ACLONIFEN 375 g/l CHLOORTHALONIL 50 g/l CYPROCONAZOOL 62.5 g/l PROPICONAZOOL 538 g/l DIMETHENAMIDE-P 32 g/l TOPRAMEZONE 750 g/l CHLOORMEQUAT 800 g/l PROSULFOCARB 960 g/l S-METOLACHLOOR 360 g/l CHLORIDAZON 60 g/l QUINMERAC 720 g/l DIMETHENAMIDE-P Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2013 pagina 34

37 Goltix 700 SC Granovo Input Kart Kerb 400 SC Laudis Lecar Lexus XPE Librax Lingo Linuron 500 SC Meteor 369 SL Metric Palazzo Panax Priori Xtra Proman Prosaro Reglone Roundup Rubric Safari Samson Extra 60 OD Scitec Sencor WG Skyway Xpro Stomp Aqua Taloline Xinca 700 g/l METAMITRON 140 g/l BOSCALID 50 g/l EPOXYCONAZOOL 160 g/l PROTHIOCONAZOOL 300 g/l SPIROXAMINE 1 g/l FLORASULAM 100 g/l FLUROXYPYR 400 g/l PROPYZAMIDE 22 g/l ISOXADIFEN-ETHYL 44 g/l TEMBOTRIONE 960 g/l S-METOLACHLOOR 33.3 % FLUPYRSULFURON-METHYL 16.7 % METSULFURON-METHYL 62.5 g/l FLUXAPYROXAD 45 g/l METCONAZOOL 45 g/l CLOMAZON 250 g/l LINURON 500 g/l LINURON 368 g/l CHLOORMEQUAT 0.8 g/l IMAZAQUIN 60 g/l CLOMAZON 233 g/l METRIBUZIN 62.5 g/l EPOXYCONAZOOL 200 g/l FENPROPIMORF 75 g/l METRAFENONE 166 g/l CHLOORTHALONIL 60 g/l TEBUCONAZOOL 200 g/l AZOXYSTROBIN 80 g/l CYPROCONAZOOL 500g/l METOBROMURON 125 g/l PROTHIOCONAZOOL 125 g/l TEBUCONAZOOL 200 g/l DIQUAT 360 g/l GLYFOSAAT 125 g/l EPOXYCONAZOOL 50 % TRIFLUSULFURON-METHYL 60 g/l NICOSULFURON 250 g/l TRINEXAPAC-ETHYL 70 % METRIBUZIN 75 g/l BIXAFEN 100 g/l PROTHIOCONAZOOL 100 g/l TEBUCONAZOOL 455 g/l PENDIMETHALIN 500 g/l CHLOORTHALONIL g/l BROMOXYNIL Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2013 pagina 34

38 DE PROEFVELDWERKING GEBEURT IN SAMENWERKING MET: Landbouwers die hun velden ter beschikking stellen. Toeleverende en verwerkende bedrijven Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling L.C.G. - Landbouwcentrum voor graangewassen, eiwitrijke gewassen, oliehoudende zaden en kleine industriegewassen v.z.w. L.C.V. - Landbouwcentrum voor voedergewassen v.z.w. L.C.A. - Landbouwcentrum voor aardappelen v.z.w. P.C.A. - Interprovinciaal Centrum voor de Aardappelteelt v.z.w. Inagro - Onderzoek en advies in land- & tuinbouw - Rumbeke-Beitem AVOWEST - Agrarisch Vormingscentrum voor de Westhoek v.z.w. K.B.I.V.B. - Tienen. Waarvoor dank!!! Proefveldbezoeken VTI Poperinge 2013 pagina 34

39 .

40 AGRARISCH ONDERWIJS VRIJ TECHNISCH INSTITUUT LAND- EN TUINBOUW --- POPERINGE --- Boeschepestraat POPERINGE TEL. 057/ FAX. 057/ Land- en Tuinbouw PLANT - DIER - MILIEU (TSO - BSO in 2 graad) 3 graad LANDBOUW (BSO) DIER- EN LANDBOUWTECHNISCHE WETENSCHAPPEN (TSO) akkerbouw grove groententeelt fruitteelt - veeteelt mechanisatie landschapszorg hoeveproducten - TUINBOUW EN GROENVOORZIENING (BSO) PLANTTECHNISCHE WETENSCHAPPEN (TSO) tuin en groen bloemschikken fijne groenten fruitteelt - milieu- en landschapsbeheer Specialisatie : LAND- EN TUINBOUWMECHANISATIE (7 BSO) INTERNAAT RUIME TEWERKSTELLINGSMOGELIJKHEDEN toelevering verwerking tuinaanleg en onderhoud eigen bedrijf overheid - MOGELIJKHEID TOT HOGER ONDERWIJS na 6 de TSO of 7 de BSO Belangrijke data: GRAANAVOND : woensdag 17 september 2014 VOEDERGEWASSEN : woensdag 28 januari 2015 AARDAPPELAVOND : donderdag 5 februari 2015