De borgstelling en insolventie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De borgstelling en insolventie"

Transcriptie

1 225 H o o f d s t u k I V De borgstelling en insolventie De problematiek van de insolventie van de hoofdschuldenaar is van uitermate groot belang wanneer de borgtocht wordt besproken. Immers, de borg wordt evident aangesproken wanneer de hoofdschuldenaar zijn verplichtingen ten aanzien van de schuldeiser niet (langer) kan voldoen. Niet zelden mondt de onmogelijkheid te betalen uit in een insolventieprocedure in hoofde van de schuldenaar, met alle gevolgen van dien voor de borg die gehouden zal zijn over te gaan tot betaling aan de schuldeiser zonder enige garantie van betaling door de hoofdschuldenaar. Dat hij in de rechten van de schuldeiser t.a.v. de hoofdschuldenaar is gesubrogeerd, kan hieraan de facto vaak niet verhelpen. De positie van de borg in insolventieprocedures heeft, voornamelijk in het kader van de faillissementsafwikkeling, aanleiding gegeven tot een enorme hoeveelheid rechtspraak en rechtsleer. Kernmomenten daarbij zijn de verschillende arresten van het Arbitragehof en later het Grondwettelijk Hof inzake de discriminatoire behandeling tussen de verschoonbaar verklaarde gefailleerde, zijn echtgeno(o) t(e) en zijn borg. Deze arresten hebben aanleiding gegeven tot belangrijk wetgevend werk, waarbij de positie van de borg, de echtgenoot (en de wettelijk samenwonende partner) van de gefailleerde aanzienlijk werd verbeterd. De storm lijkt op dat vlak te zijn gaan liggen en we kunnen duidelijk de grenzen die door de rechtspraak werden uitgetekend, aflijnen. Intussen stellen zich sedert 2009 nieuwe uitdagingen, met name de omgang van de wetgever en de rechtbanken met de situatie van de borgen en medeschuldenaars bij de diverse vormen van gerechtelijke reorganisatie, zoals ingevoerd door de Wet Continuïteit van Ondernemingen ter vervanging van het ter ziele gegane Gerechtelijk Akkoord. In het kader van deze bijdrage wordt niet ingegaan op de situatie van de borg in geval van deficitaire vereffening. In dat verband wordt verwezen naar het gemeen recht, behoudens voor wat betreft de verdeling tussen de schuldeisers, die zal geschieden overeenkomstig de wettelijke rangregeling. Ook wat betreft de collectieve schuldenregeling van de hoofdschuldenaar wordt de aandacht van de schuldeiser snel verlegd naar de persoon die als zekerheid voor deze hoofdschuldenaar optreedt. Deze tekst behandelt achtereenvolgens de verschillende aspecten van insolventie en hun resp. invloed op de positie van de betrokkenen bij de tripartite die een borgstellingsverhouding is.

2 226 Deel IV Gevolgen van de overeenkomst A. Collectieve schuldenregeling Een insolventieprocedure (en inzonderheid een collectieve schuldenregeling) dreigt niet zelden de zekerheidsteller van de hoofdschuldenaar, die is toegelaten tot de procedure van collectieve schuldenregeling 858, in moeilijkheden te brengen. Aldus kan insolventie een sneeuwbaleffect krijgen. Geconfronteerd met de betalingsmoeilijkheden van zijn hoofdschuldenaar zal de schuldeiser zich uit de aard van de zekerheidstelling logischerwijze tot de zekerheidsteller wenden. Daarnaast lijkt de zekerheidsteller het vanzelfsprekend vangnet zo de hoofdschuldenaar in het kader van de insolventieprocedure, c.q. de collectieve schuldenregeling, bevrijding geniet. Tegen die achtergrond heeft de wetgever in de wet van 13 december 2005 een kader gecreëerd voor de opschorting van de uitvoeringsmaatregelen ten aanzien van de zekerheidsteller bij insolventie van de hoofdschuldenaar enerzijds en de mogelijkheid tot bevrijding van de zekerheidsteller anderzijds. Voornamelijk aan de hand van een analyse van de voorwaarden die in het wetgevend kader zijn voorzien en de toepassing ervan in de rechtspraak, wordt hierna de invloed van deze insolventieprocedure op de positie van de zekerheidsteller toegelicht. Afdeling 1 De impact van een collectieve schuldenregeling in hoofde van de schuldeiser 465. Het vonnis waarbij de schuldenaar tot de collectieve schuldenregeling wordt toegelaten, roept een samenloop in het leven tussen de schuldeisers. De toelaatbaarverklaring luidt eveneens de opschorting van de loop van de interesten 859 in en heeft de onbeschikbaarheid van het vermogen van de verzoeker tot gevolg 860. Luidens artikel 1675/7, 3 Ger.W. mag de schuldenaar die tot de procedure is toegelaten, nog slechts handelingen stellen die kaderen in het normaal vermogensbeheer. Zijn onvermogen vergroten of handelingen stellen die een schuldeiser zouden bevoordelen, met uitzondering van de betaling van lopende onderhoudsgelden, kan hij slechts met toestemming van de schuldbemiddelingsrechter, i.c. de arbeidsrechtbank. Handelingen die de schuldenaar in weerwil van de gevolgen van de toelaatbaarverklaring stelt, zijn de schuldeisers 857 De tekst is in belangrijke mate een herwerking en actualisering van Hoofdstuk VII, Afdeling 2 in B. De Groote en S. Voet, Collectieve schuldenregeling in Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier, nr. 16, Gent, Larcier, 2009, Of die zich, zonder om toelating tot de procedure te hebben verzocht, in een structurele situatie van schuldoverlast bevindt. 859 Zie hierover ook Cass. 23 april 2004, JLMB 2004, Art. 1675/7, 1, lid 1 Ger.W.

3 Hoofdstuk IV De borgstelling en insolventie 227 niet tegenwerpbaar, aldus artikel 1675/7, 15 Ger.W. De gevolgen van de toelaatbaarverklaring lopen overeenkomstig artikel 1675/7, 4 Ger.W., onder voorbehoud van de bepalingen van de aanzuiveringsregeling, verder tot de verwerping, het einde of de herroeping van de aanzuiveringsregeling Ook de gevolgen van de overdrachten van schuldvordering worden geschorst tot het einde, de verwerping of de herroeping 861 van de aanzuiveringsregeling 862. Hetzelfde geldt, behalve bij realisatie van het vermogen, voor de gevolgen van de zakelijke zekerheden en van de voorrechten Het in het kader van de borg belangrijkste gevolg van de toelaatbaarverklaring betreft wellicht de schorsing van de middelen van tenuitvoerlegging die strekken tot betaling van een geldsom, voorzien in artikel 1675/7, 2, lid 1 Ger.W. 863 De schuldeisers in de massa met uitzondering van deze van de massa ondervinden de onmogelijkheid uit te voeren op het vermogen van de tot de collectieve schuldenregeling toegelaten schuldenaar 864. Daarentegen dient te worden opgemerkt dat de toelaatbaarverklaring geen beletsel vormt voor reële executie De schuldeiser zal dan ook geneigd zijn de zekerheidsteller van de tot de collectieve schuldenregeling toegelaten schuldenaar aan te spreken. Hierbij zal hij, in zoverre hij zich tot de persoonlijkezekerheidsteller richt, evenwel botsen op artikel 1675/7, 2, lid 3 Ger.W. 865 dat bepaalt dat door de toelaatbaarverklaring de middelen van tenuitvoerlegging ten aanzien van personen die een persoonlijke zekerheid hebben toegestaan om een schuld van de schuldenaar te waarborgen, worden geschorst tot de homologatie van de minnelijke aanzuiveringsregeling, tot de neerlegging van het in 861 Art. 1675/15, 3 Ger.W. leidt ertoe dat bij herroeping of indien de collectieve schuldenregeling wordt beëindigd (zie art. 1675/15, 1/1 Ger.W.) de schuldeisers individueel het recht herwinnen hun vordering uit te oefenen op de goederen van de schuldenaar en dit voor de inning van het niet-betaalde deel van hun vorderingen. Dit recht laat art. 1675/15, 2/1 Ger.W. onverlet. Overeenkomstig deze bepaling beslist de rechter bij herroeping of bij beeïndiging van de collectieve schuldenregeling respectievelijk overeenkomstig art. 1675/15, 1 en 6 1/1 Ger.W. gelijktijdig over de verdeling en bestemming van de bedragen op de bemiddelingsrekening. 862 Art. 1675/7, 1, lid 3 Ger.W. 863 Als gevolg van deze bepaling behouden de reeds gelegde beslagen hun bewarende werking. Indien de dag van de gedwongen verkoop van de in beslag genomen roerende of onroerende goederen reeds vóór de beschikking van toelaatbaarheid was bepaald en door aanplakking bekendgemaakt, geschiedt deze verkoop voor rekening van de boedel. 864 B. Wylleman en E. Van Acker verduidelijkten reeds in editie 2006 van Praktische gids voor schuldbemiddelaar dat de schuldeiser evenmin nog bewarend beslag kan leggen, waarvan zij het nut trouwens in vraag stellen omwille van de onbeschikbaarheid van het vermogen als gevolg van de toelaatbaarverklaring (Mechelen, Kluwer, 2006, 36, nr. 59). Hierbij zal men wel opmerken dat art. 1675/7 Ger.W. het uitdrukkelijk heeft over middelen van tenuitvoerlegging en dat Deel V van het Gerechtelijk Wetboek de titel Bewarend beslag, middelen tot tenuitvoerlegging en collectieve schuldenregeling draagt. De toelating tot de collectieve schuldenregeling leidt tot een time-out voor de middelen tot tenuitvoerlegging, te weten uitvoerende beslagmaatregelen, die leiden tot de realisatie van het beslagbaar vermogen. Bewarende maatregelen beogen nog geen uitwinning van het vermogen, maar enkel een immobilisatie met het oog op eventuele latere uitwinning. 865 Dat verder uitvoerig wordt geanalyseerd.

4 228 Deel IV Gevolgen van de overeenkomst artikel 1675/11, 1 Ger.W. bedoelde proces-verbaal of tot de verwerping van de aanzuiveringsregeling Aldus fnuikt de procedure in belangrijke mate de mogelijkheden van de schuldeiser zijn vorderingsrechten te verhalen op de hoofdschuldenaar of diens zekerheidsteller bij collectieve schuldenregeling De collectieve schuldenregeling belet weliswaar niet dat de schuldeiser betaling zou kunnen krijgen, evenwel overeenkomstig de voorwaarden van de aanzuiveringsregeling. Deze kan minnelijk (art. 1675/10 Ger.W.) hetgeen in beginsel de instemming van o.a. de schuldeiser met het aanzuiveringsplan impliceert of gerechtelijk zijn. Zoals de minnelijke regeling kan ook de gerechtelijke regeling al dan niet gepaard gaan met een kwijtschelding van schulden in hoofdsom. Hierbij wordt respectievelijk toepassing gemaakt van artikel 1675/13 en artikel 1675/12 Ger.W. Daarnaast bestaat ook de mogelijkheid dat de schuldeiser zijn vordering het voorwerp ziet worden van een door de rechter opgelegde, in artikel 1675/13bis Ger.W. bedoelde, totale kwijtschelding Onverminderd artikel 1675/16bis Ger.W., dat verder uitvoerig zal worden besproken, en niettegenstaande de tijdelijke opschorting van de uitvoeringsmogelijkheden leidt de kwijtschelding die de schuldeiser gerechtelijk wordt opgelegd weliswaar tot bevrijding van de hoofdschuldenaar, maar neemt zij de gehoudenheid van de zekerheidsteller niet weg. Een minnelijke kwijtschelding werkt, op grond van artikel 1287 BW zoals verder zal worden toegelicht wel door ten aanzien van de zekerheidsteller. Terwijl hier bij een minnelijke regeling kan worden van afgeweken, vindt de verdeling in beginsel 867 plaats met eerbiediging van de gelijkheid van de schuldeisers, aldus artikel 1675/12, 1 Ger.W. Bij tegeldemaking van voor beslag vatbare goederen voorafgaandelijk aan een (totale) kwijtschelding van schulden in hoofdsom, vindt de verdeling van de verkoopopbrengst plaats met inachtname van de gelijkheid van de schuldeisers, doch onverminderd de wettige redenen van voorrang Art. 1675/7, 2, lid 4 Ger.W. voorziet tevens in een opschorting van de uitvoeringsmogelijkheden t.a.v. personen die de in art. 1675/16bis, 2 Ger.W. bedoelde verklaring met het oog op gehele/gedeeltelijke bevrijding hebben neergelegd, tot de rechter uitspraak heeft gedaan over de bevrijding. Voorafgaandelijk aan de uitspraak wordt de betrokken schuldeiser, zoals de verzoeker en de zekerheidsteller die de verklaring houdende het verzoek om bevrijding hebben neergelegd, gehoord door de schuldbemiddelingsrechter (art. 1675/16bis, 4, lid 3 Ger.W.). De oproeping gebeurt overeenkomstig art. 1675/16, 1 Ger.W., d.w.z. bij gewone brief. In beginsel doet de rechter uitspraak over de bevrijding wanneer hij de beslissing neemt waarmee hij een minnelijke aanzuiveringsregeling homologeert of een gerechtelijke aanzuiveringsregeling beveelt (art. 1675/16bis, 4, lid 1 Ger.W.). Over de verklaring van de persoonlijkezekerheidstelling kan evenwel ook later uitspraak worden gedaan. De rechter kan de behandeling van de bevrijding verdagen indien de beoordeling van het verzoek de procedure houdende collectieve schuldenregeling als dusdanig kan vertragen (art. 1675/16bis, 4, lid 2 Ger.W.). 867 Zie evenwel bv. in art. 1675/12, 5 Ger.W. en 1675/13, 6 Ger.W. de uitzondering ten behoeve van de prioritaire betaling van de schulden, die het recht van de verzoeker en zijn gezin om een menswaardig leven te leiden in het gedrang brengen. 868 Art. 1675/13, 1, lid 1, eerste gedachtestreepje en art. 1675/13bis, 2 Ger.W.

5 Hoofdstuk IV De borgstelling en insolventie Om in aanmerking te komen voor uitdeling in het kader van een aanzuiveringsregeling, dient de schuldeiser tijdig en correct aangifte te doen van zijn schuldvordering. Hij wordt hiertoe uitgenodigd door de griffier die de beschikking van toelaatbaarheid uiterlijk vijf dagen na de uitspraak ervan ter kennis moet brengen van de schuldeisers en van de persoon die een persoonlijke zekerheid heeft gesteld 869. Bij de beschikking wordt een formulier van aangifte van schuldvordering gevoegd en de tekst van artikel 1675/7 Ger.W. Deze laatste bepaling regelt de gevolgen van de beschikking van toelaatbaarheid. Aldus hebben de schuldeisers en de persoonlijkezekerheidstellers inzicht in de voor hen relevante gevolgen van de door de toelaatbaarverklaring ontstane samenloop, die moet toelaten de vermogenstoestand van de schuldenaar te bevriezen en in globo aan te pakken. Tevens krijgen zij de tekst van artikel 1675/9, 2 Ger.W. toegezonden. Deze bevat de deadline voor het indienen van de schuldvordering, de wijze waarop deze moet worden ingediend en de inhoudelijke gegevens die zij moet bevatten Artikel 1675/9, 2 Ger.W. bepaalt dat de aangifte uiterlijk een maand na toezending van de beschikking van toelaatbaarheid bij de schuldbemiddelaar moet worden verricht. Dit kan bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbericht of bij aangifte op het kantoor van de schuldbemiddelaar, desgevallend met door de bemiddelaar of zijn gemachtigde gedagtekend en ondertekend ontvangstbericht Luidens artikel 1675/9, 2, lid 2 Ger.W. omschrijft die aangifte de aard van de schuldvordering alsmede de verantwoording ervan, het bedrag ervan in hoofdsom, interesten en kosten, de eventuele redenen van voorrang, alsook de procedures waartoe ze aanleiding kan geven 870, Indien een schuldeiser de aangehaalde termijn uit artikel 1675/9, 2 Ger.W. laat verstrijken en met andere woorden laattijdig is, brengt de schuldbemiddelaar hem er bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs van op de hoogte dat hij over een laatste termijn van vijftien dagen beschikt, te rekenen van ontvangst van deze brief, om alsnog aangifte te doen 872. Het is essentieel dat hij vervolgens niet draalt. Immers, indien de aangifte niet binnen die termijn gedaan wordt, wordt de betrokken schuldeiser geacht afstand te doen van zijn 869 Art. 1675/9, 1, lid 1, 2 Ger.W. 870 Anders dan art. 63 Faill.W. voorziet de collectieve schuldenregeling niet in een verplichting die analoog is aan deze voor de schuldeiser in het kader van het faillissement om, hetzij in zijn aangifte van schuldvordering, hetzij uiterlijk binnen 6 maanden vanaf de datum van het faillissementsvonnis, te vermelden dat hij van een persoonlijkezekerheidstelling, zoals bv. borgtocht, geniet met vermelding van de naam, voornaam en het adres van de natuurlijke persoon die zich kosteloos persoonlijk zeker heeft gesteld voor de gefailleerde. Het niet-naleven van deze verplichting heeft verstrekkende gevolgen, daar het tot de bevrijding ten aanzien van deze schuldeiser van de natuurlijke persoon die zich kosteloos persoonlijk zeker heeft gesteld, leidt. 871 Zie hierover Cass. 5 september 2008, AR C N, elektronische versie raadpleegbaar via be (laatste raadpleging 15 april 2015). 872 Art. 1675/9, 3 Ger.W.

6 230 Deel IV Gevolgen van de overeenkomst schuldvordering. Dit betekent dat hij het recht verliest om zich te verhalen op de schuldenaar en de personen die voor hem een persoonlijke zekerheid hebben gesteld. Weliswaar herwint de schuldeiser dit verhaalsrecht in geval van afwijzing of herroeping van de aanzuiveringsregeling 873. Opdat de schuldeiser zich terdege bewust zou zijn van het belang prompt te reageren op de aanmaning door de schuldbemiddelaar, verplicht artikel 1675/9, 3, laatste lid Ger.W. de tekst van artikel 1675/9 Ger.W. in bedoelde herinnering op te nemen Aangezien in het kader van de collectieve schuldenregeling geen specifieke publiciteit is voorzien, is het, om de schuldeisers en persoonlijkezekerheidstellers te kunnen informeren over de gestarte procedure van collectieve schuldenregeling 874, belangrijk dat de schuldenaar hieromtrent de nodige informatie verschaft. Om die reden moet het verzoekschrift overeenkomstig artikel 1675/4, 2, 9 Ger.W. melding maken van de naam, de voornaam en de woonplaats of, wanneer het een rechtspersoon betreft, de benaming en de zetel van de schuldeisers van de verzoeker en in voorkomend geval van de schuldenaars van de verzoeker en van de personen die voor hem een persoonlijke zekerheid hebben gesteld De schuldeiser die het niet eens is met de homologatie van een minnelijke aanzuiveringsregeling waarmee hij niet instemde of met de modaliteiten van een gerechtelijke aanzuiveringsregeling of totale kwijtschelding zonder aanzuiveringsregeling, kan hoger beroep aantekenen tegen de beslissing. Het beroep heeft luidens artikel 1675/16, 4 Ger.W. evenwel geen schorsende werking en vergt geen borgstelling. Hetzelfde geldt bij een beroep tegen een beslissing betreffende de bevrijding van een persoonlijkezekerheidsteller. Ten aanzien van de toelaatbaarverklaring zelf (art. 1675/6 Ger.W.) kan de schuldeiser op grond van artikel 1675/16, 4, lid 2 Ger.W. eventueel derdenverzet aantekenen 876. Tevens kan hij als belanghebbende schuldeiser de herroeping van de procedure vorderen op de wijze en in de gevallen voorzien in artikel 1675/15 Ger.W. 877 Zo deze niet wordt uitgesproken, staat eveneens beroep open voor de schuldeiser. 873 O.i. lijkt het verhaalsrecht eveneens te moeten herleven bij herroeping van de collectieve schuldenregeling voorafgaandelijk aan de totstandkoming van de aanzuiveringsregeling en zo de schuldenaar overeenkomstig art. 1675/15, 1/1 Ger.W. uit eigen beweging de procedure verlaat. 874 Overeenkomstig art. 1675/16bis Ger.W. zal de schuldbemiddelaar hen ook uitnodigen een verklaring houdende een verzoek tot gehele/gedeeltelijke bevrijding van hun verbintenis als zekerheidsteller in te dienen. 875 Indien de vermeldingen in het verzoekschrift onvolledig zijn, vraagt de rechter de verzoeker binnen acht dagen om zijn verzoekschrift aan te vullen. Zie art. 1675/4, 3 Ger.W. Indien de schuldbemiddelaar in het kader van de voorbereiding van een aanzuiveringsregeling (zie art. 1675/8 en 1675/10 Ger.W.) vergeten schuldeisers (of zekerheidstellers) op het spoor komt, zal hij hen o.i. alsnog verwittigen en hebben zij de mogelijkheid alsnog aangifte te doen en gaat de in art. 1675/9 Ger.W. bedoelde termijn ten aanzien van hen eerst in op het ogenblik dat zij kennis kregen van de procedure. 876 De bepaling luidt als volgt: Behalve wat de in artikel 1675/6 bedoelde beschikking van toelaatbaarheid betreft en zonder dat, in deze veronderstelling, artikel 1122, tweede lid, 3, kan worden ingeroepen, zijn die uitspraken niet vatbaar voor derdenverzet. 877 Zie art. 1675/15, 1 Ger.W. Indien de minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling een kwijtschelding van schulden in hoofdsom inhoud, kan de schuldeiser, omwille van een in zijn nadeel gestelde bedrieglijke handeling, zelfs tot vijf jaar na het einde van de regeling om herroeping ervan vragen (zie art. 1675/15, 2 Ger. W.). Inzake de in art. 1675/13bis Ger. W. bedoelde totale kwijtschelding, zie: art. 1675/13bis, 5 Ger. W.

7 Hoofdstuk IV De borgstelling en insolventie 231 Afdeling 2 De impact van een collectieve schuldenregeling in hoofde van de hoofdschuldenaar 478. De toelating van de hoofdschuldenaar tot de collectieve schuldenregeling verbiedt hem, zoals toegelicht, handelingen te stellen die een schuldeiser zou kunnen bevoordelen 878. De ingetreden samenloop wil immers de positie van de schuldeisers bevriezen. De hoofdschuldenaar mag bijgevolg geen betaling verrichten aan zijn schuldeiser noch aan de zekerheidsteller die als gevolg van diens betaling aan de schuldeiser verhaal op hem uitoefent Daarnaast wordt hij beschermd tegen executiemaatregelen van zijn schuldeiser 879. Als gevolg hiervan zou de schuldeiser geneigd kunnen zijn zich tot de zekerheidsteller te wenden, die ingevolge artikel 1675/7, 2, lid 2 Ger.W. als gevolg van de toelaatbaarverklaring echter eveneens tegen gedwongen uitvoering beschermd wordt Betalingen aan de schuldeisers 880 of aan de persoonlijkezekerheidsteller die ná betaling aan de schuldeiser verhaal uitoefent, dienen plaats te vinden in het kader van de aanzuiveringsregeling. Deze regeling bepaalt de mate waarin en het ritme waarop de betaling aan de schuldeiser(s) kan plaatsvinden De collectieve schuldenregeling strekt ertoe, met behoud van de menswaardigheid van de schuldenaar en zijn gezin, eerstgenoemde in staat te stellen in de mate van het mogelijke zijn schulden te betalen. Het doel van de regeling is het herstel van de financiële toestand van de schuldenaar 881. Indien zijn betalingscapaciteit de schuldenaar niet in staat stelt de aangegeven 882 schulden volledig te betalen, kan zich een gedeeltelijke of zelfs gehele kwijtschelding opdringen, die desgevallend ook de hoofdsom kan betreffen. Zij kan minnelijk of gerechtelijk zijn. In eerstgenoemd geval werkt zij in beginsel door ten voordele van de zekerheidsteller, die voor het kwijtgescholden deel van de vordering dat hij niet voorafgaandelijk aan de kwijtschelding aan de schuldeiser betaald heeft geen verhaal hoeft uit te oefenen op de schuldenaar. Mocht de minnelijke regeling die de kwijtschelding bevat, worden herroepen, dan herwinnen de schuldeisers hun vorderingsrecht ten aanzien van de schuldenaar voor het niet-betaalde deel. Ook de voor de zekerheidsteller bevrijdende doorwerking van de kwijtschelding vervalt dan. De zekerheidsteller kan worden aangesproken en voor het overeenkomstige deel verhaal uitoefenen op de hoofdschuldenaar. 878 Art. 1675/7, 3, lid 1, tweede gedachtestreepje Ger.W. 879 Art. 1675/7, 2, lid 1 Ger.W. 880 Lopende onderhoudsgelden buiten beschouwing gelaten. 881 Art. 1675/3, lid 2 Ger.W. 882 Inzake laattijdig aangegeven vorderingen, zie het reeds toegelichte art. 1675/9, 3 Ger.W.

8 232 Deel IV Gevolgen van de overeenkomst 482. Een door de rechter in het kader van een gerechtelijke aanzuiveringsregeling 883 of een in artikel 1675/13bis Ger.W. 884 bedoelde totale kwijtschelding komt enkel de hoofdschuldenaar ten goede. Zij werkt niet door t.v.v. de zekerheidsteller. Deze laatste kan, onafhankelijk van de al dan niet door de schuldenaar verkregen kwijtschelding, evenwel op basis van artikel 1675/16bis Ger.W. van zijn verbintenissen worden bevrijd. In de mate waarin hij bevrijd is, hoeft hij voor de betrokken verbintenissen geen verhaal uit te oefenen op de hoofdschuldenaar. Dit betekent evenwel niet dat de hoofdschuldenaar in het kader van de collectieve schuldenregeling kwijtschelding krijgt van (een deel van) de schulden waarop de zekerheidstelling betrekking heeft. De aanzuiveringsregeling/totale kwijtschelding ten aanzien van de hoofdschuldenaar en de bevrijding van de borg in artikel 1675/16bis Ger.W. functioneren immers onafhankelijk van elkaar Terugvordering van betalingen voorafgaandelijk aan of tijdens de collectieve schuldenregeling door de persoonlijkezekerheidsteller aan de schuldeiser van de tot deze procedure toegelaten hoofdschuldenaar, dient plaats te vinden in het kader van de collectieve schuldenregeling. De rechten van de zekerheidsteller ten aanzien van de hoofdschuldenaar krijgen vorm in de (minnelijke dan wel gerechtelijke) aanzuiveringsregeling 886 of een in artikel 1675/13bis Ger.W. bedoelde kwijtschelding. Aldus kan de globale regeling van de schuldenlast de zekerheidsteller ook aan een gedeeltelijke/gehele kwijtschelding t.v.v. van de hoofdschuldenaar in de collectieve schuldenregeling onderwerpen. Bij de aanpassing van de aanzuiveringsregeling met het oog op de integratie van de 883 De in art. 1675/13 Ger.W. bedoelde kwijtschelding van kapitaalschulden dringt zich op, zo de in art. 1675/12 Ger.W. bedoelde maatregelen niet volstaan voor het beoogde financieel herstel. Deze laatste bepaling heeft het in 1 over: uitstel of herschikking van betaling van de schulden in hoofdsom, interesten en kosten; vermindering van de conventionele rentevoet tot de wettelijke rentevoet; gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de moratoire interesten, vergoedingen en kosten. Het betreft maatregelen die de rechter met eerbied voor de gelijkheid onder de schuldeisers kan opleggen. 884 Overeenkomstig art. 1675/13, 3 Ger.W. kan de kwijtschelding geen betrekking hebben op onderhoudsgelden, schulden die een schadevergoeding inhouden, toegestaan voor het herstel van een lichamelijke schade veroorzaakt door een misdrijf en restschulden na faillissement. Zie ook art. 1675/13bis, 2, Ger.W. verwijzend naar art. 1675/13, 3 Ger.W. 885 Men mag aannemen dat, indien de hoofdschuldenaar kwijtschelding verkrijgt in het kader van een gerechtelijke aanzuiveringsregeling of in het raam van art. 1675/13bis Ger.W., de persoonlijkezekerheidsteller hierdoor niet bevrijd wordt. De doorwerking is beperkt tot de minnelijke aanzuiveringsregeling. Indien dezelfde zekerheidsteller, door de schuldenaar gemeld in zijn verzoekschrift en van de procedure op de hoogte (art. 1675/9 en 1675/16bis, 1, lid 3 Ger.W.), weliswaar verzocht om bevrijding doch deze niet verkreeg, kan hij, zo hij na afloop van de procedure van collectieve schuldenregeling door de schuldeiser wordt aangesproken, de hoofdschuldenaar niet meer om terugbetaling verzoeken van de door hem betaalde som, in de mate waarin zij overeenkomen met de in de aanzuiveringsregeling geregelde (betaalde/kwijtgescholden) schuldvordering. Er anders over oordelen, zou trouwens het in art. 1675/3 Ger.W. beoogde financieel herstel van de hoofdschuldenaar, doelstelling van de collectieve schuldenregeling, hypothekeren. Bij herroeping van de regeling zal de zekerheidsteller inmiddels zelf schuldeiser zich wel tot de hoofdschuldenaar kunnen richten om hetgeen hij aan de schuldeiser betaalde, terug te vorderen (art. 1675/15, 3 Ger.W.). De nog tijdens de procedure aangesproken zekerheidsteller die met de afwijzing van zijn verzoek om bevrijding de bescherming tegen uitvoeringsmaatregelen heeft verloren kan hetgeen hij heeft uitgekeerd aan de schuldeiser als schuldvordering aangeven. Dit nieuw feit zal tot aanpassing van de aanzuiveringsregeling aanleiding geven (art. 1675/14, 2, lid 3 Ger.W.). De aanpassing zal de mate bepalen waarin de zekerheidsteller-schuldeiser zal kunnen delen in de aan de schuldeisers betaalde sommen. 886 Zie ook art. 1675/11, 4 Ger.W.

9 Hoofdstuk IV De borgstelling en insolventie 233 vordering van de zekerheidsteller, (die aangesproken is door de schuldeiser en hem vrijwillig/in het kader van gedwongen tenuitvoerlegging betaalde), zal er rekening mee moeten worden gehouden dat de schuldvordering van de schuldeiser 887 door deze betaling is verminderd. Volgens Wylleman en Van Acker mag men evenwel niet zonder meer overgaan tot verdeling van het dividend dat overeenkomstig de aanzuiveringsregeling toekomt aan de schuldeiser, tussen de schuldeiser en de persoonlijkezekerheidsteller, in functie van de door de zekerheidsteller betaalde sommen. Ingevolge artikel 1254 BW 888 kan de betaling door de zekerheidsteller immers in eerste instantie door de schuldeiser worden toegerekend op interesten en toebehoren, waarvan de aanzuiveringsregeling niet zelden de kwijtschelding inhoudt In zoverre schulden niet kwijtgescholden zijn als gevolg van de collectieve schuldenregeling, bv. omwille van hun in artikel 1675/13 Ger.W. bedoelde nietkwijtscheldbaarheid, en de procedure evenmin tot de volledige betaling ervan zou hebben geleid, in weerwil van de doelstelling van de procedure, blijft de hoofdschuldenaar na afloop van de procedure gehouden voor het niet-betaalde deel. In zoverre de niet-bevrijde persoonlijkezekerheidsteller na afloop van de procedure voor dit deel wordt aangesproken door de schuldeiser, beschikt hij over verhaal ten aanzien van de hoofdschuldenaar. Afdeling 3 De impact van een collectieve schuldenregeling in hoofde van de borg 1. Krachtlijnen 485. Een nakend, hangend of ingewilligd verzoek van de hoofdschuldenaar tot het verkrijgen van collectieve schuldenregeling is vaak het sein voor de 887 Aan wie tijdens de procedure van collectieve schuldenregeling door de zekerheidsteller is betaald. 888 De bepaling luidt als volgt: De schuldenaar van een schuld die interest geeft of rentetermijnen opbrengt, kan, buiten de toestemming van de schuldeiser, de betaling die hij doet, niet toerekenen op het kapitaal eerder dan op de rentetermijnen of de interesten; de betaling die op het kapitaal en de interesten gedaan wordt, maar waarmee de gehele schuld niet is gekweten, wordt in de eerste plaats op de interesten toegerekend. 889 B. Wylleman en E. Van Acker, Praktische gids voor schuldbemiddelaars, Mechelen, Kluwer, 2006, , nr. 511 en E. Van Acker, C. Verbeke en B. Wylleman, Praktische gids voor schuldbemiddelaars, Mechelen, Kluwer, 2013, nr. 511, p De auteurs concluderen dan ook dat betalingen door de persoonlijkezekerheidsteller niet noodzakelijk tot een vermindering moeten leiden van het bedrag waarop de schuldeiser recht heeft in het kader van de collectieve schuldenregeling. In zoverre de betaling elementen betreft die de hoofdschuldenaar in het kader van de aanzuiveringsregeling worden kwijtgescholden, gaan de auteurs ervan uit dat de zekerheidsteller geen betalingen uit de boedel zal kunnen ontvangen.

10 234 Deel IV Gevolgen van de overeenkomst schuldeiser om de zekerheidsteller, die zich zeker heeft gesteld voor een schuld van de hoofdschuldenaar in financiële moeilijkheden 890, aan te spreken Alvorens de positie van de zekerheidsteller in het kader van collectieve schuldenregeling 891 uitvoerig toe te lichten 892, wordt eerst het kader voor deze bespreking aangereikt. Hiertoe worden een aantal krachtlijnen ontwikkeld. Zij betreffen in de eerste plaats de mogelijkheid tot verhaal van de persoonlijkezekerheidsteller, die betalingen heeft verricht aan de schuldeiser, ten aanzien van de hoofdschuldenaar, die tot de collectieve schuldenregeling is toegelaten. In de tweede plaats gaat het om de mogelijkheden waarover de persoonlijkezekerheidsteller beschikt om van de zekerheidstelling ten behoeve van de insolvente hoofdschuldenaar bevrijd te worden. De derde krachtlijn betreft de mogelijkheden waarin de collectieve schuldenregeling voorziet om de zekerheidsteller te beschermen tegen uitvoeringsmaatregelen van de schuldeiser in afwachting van duidelijkheid over het definitieve lot van zijn verbintenis als zekerheidsteller voor de inmiddels insolvente hoofdschuldenaar. A. Krachtlijnen positie zekerheidsteller: verhaalmogelijkheid ten aanzien van hoofdschuldenaar 1. Betaling door persoonlijkezekerheidsteller voorafgaandelijk aan de toelaatbaarverklaring 487. Indien de persoonlijkezekerheidsteller voorafgaandelijk aan de collectieve schuldenregeling is aangesproken en betaalde vóór de beschikking van toelaatbaarheid, dan beschikt hij over een vordering op de hoofdschuldenaar. Hij is aldus schuldeiser in de massa. Door zijn verhaalsrecht is hij schuldeiser geworden De schuldenaar zal hem opnemen in het toelaatbaarheidsverzoek 893, zodat hij kennis zal krijgen van de toelaatbaarverklaring 894 en aangifte van 890 Overeenkomstig art. 1675/2 Ger.W. kan elke natuurlijke persoon, die geen koopman is in de zin van art. 1 Wetboek van Koophandel (hierna: W.Kh.), bij de rechter een verzoek tot het verkrijgen van een collectieve schuldenregeling indienen indien hij niet in staat is om, op duurzame wijze, zijn opeisbare of nog te vervallen schulden te betalen en voor zover hij niet kennelijk zijn onvermogen heeft bewerkstelligd. 891 Met speciale aandacht voor diens bevrijdbaarheid en de bescherming tegen uitvoeringsmaatregelen die hij tijdelijk kan genieten. 892 Zie 2. Het lot van de persoonlijkezekerheidsteller collectieve schuldenregeling. 893 Art. 1675/4, 1, 9 Ger.W. 894 Art. 1675/9, 1, 2 Ger.W. Overeenkomstig art. 1675/9, 1 Ger.W. brengt de griffier de beschikking van toelaatbaarheid uiterlijk vijf dagen na de uitspraak ervan overeenkomstig art. 1675/16 Ger.W., d.w.z. bij gerechtsbrief, ter kennis van onder meer de personen die een persoonlijke zekerheid hebben gesteld. Dit gebeurt onder toevoeging van een formulier van aangifte van schuldvordering en de tekst van art. 1675/9, 2 Ger.W. Deze tekst bevat de instructies betreffende de wijze waarop en de termijn waarbinnen de aangifte moet geschieden. Tevens wordt de tekst van art.1675/7 Ger.W. toegevoegd, die onder meer de gevolgen van de toelaatbaarverklaring ten aanzien van de persoonlijkezekerheidsteller vaststelt.

11 Hoofdstuk IV De borgstelling en insolventie 235 schuldvordering kan doen 895. De aanzuiveringsregeling, minnelijk 896 dan wel gerechtelijk, bepaalt het lot van de vordering van de zekerheidsteller intussen schuldeiser en bijgevolg ook de mate waarin hij terugbetaling zal bekomen en het ogenblik waarop In deze context verdient dan ook artikel 1675/11, 4 Ger.W. aandacht. Het bepaalt dat de personen die een persoonlijke zekerheid hebben gesteld, in afwijking van artikelen 2028 tot 2032 en 2039 BW, slechts verhaal hebben op de schuldenaar in de mate dat zij deelnemen aan de aanzuiveringsregeling en mits eerbiediging ervan. De deelname veronderstelt een tijdige en correcte aangifte door de zekerheidsteller van diens vordering op de hoofdschuldenaar 897. Hoewel artikel 1675/11 Ger.W. de gerechtelijke aanzuiveringsregeling betreft 898, mag worden aangenomen dat de zekerheidsteller ook in de minnelijke fase slechts verhaal kan uitoefenen overeenkomstig de bepalingen van de aanzuiveringsregeling. Als schuldeiser ingevolge zijn verhaalsrecht maakt hij immers deel uit van de massa. Voor de schuldeisers in de massa streeft de collectieve schuldenregeling uit haar aard een globale regeling na Bij gedeeltelijke betaling vóór de toelaatbaarverklaring ten slotte is de zekerheidsteller voor het betaalde deel schuldeiser. Voor het deel van de betaling dat hij wenst te recupereren, zal hij aangifte doen in de collectieve schuldenregeling. Desgevallend krijgt hij voor dit deel kennis van de toelaatbaarverklaring in de hoedanigheid van schuldeiser 899 en zal hij, zo hij het recht zijn vordering uit te oefenen niet wil verspelen, de termijnen in artikel 1675/9, 2 en 3 Ger.W. moeten respecteren. De mate waarin en het ritme waarop hij terugbetaling verkrijgt, wordt bepaald door het aanzuiveringsplan. Als schuldeiser ondergaat hij alle hierboven beschreven gevolgen van de beschikking van toelaatbaarheid Zie art. 1675/9, 2 Ger.W. De zekerheidsteller moet zijn vordering uiterlijk een maand na toezending van de beschikking van toelaatbaarheid bij de schuldbemiddelaar verrichten, hetzij bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbericht, hetzij bij aangifte op zijn kantoor met ontvangstbericht gedagtekend en ondertekend door de bemiddelaar of zijn gemachtigde. Die aangifte omschrijft de aard van de schuldvordering alsmede de verantwoording ervan, het bedrag ervan in hoofdsom, interesten en kosten, de eventuele redenen van voorrang, alsook de procedures waartoe ze aanleiding kan geven. 896 Aangezien de zekerheidsteller die door de betaling in plaats van de hoofdschuldenaar schuldeiser is geworden als gevolg van de aangifte van zijn vordering moet instemmen met het ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling, zendt de schuldbemiddelaar het hem overeenkomstig art. 1675/10, 4 Ger.W. toe bij ter post aangetekende brief. Het minnelijk karakter van de aanzuiveringsregeling bestaat erin dat zij door alle belanghebbende partijen goedgekeurd moet worden. Zo de zekerheidsteller bezwaar wil uiten tegen het ontwerp waarin zijn vordering is opgenomen, moet hij dit ofwel bij ter post aangetekende brief ofwel door middel van een verklaring bij de schuldbemiddelaar inbrengen, uiterlijk twee maanden na toezending van het ontwerp. Bij ontstentenis van bezwaar onder meer van de zekerheidsteller onder die voorwaarden en binnen die termijn, worden de partijen geacht met de regeling in te stemmen. De zekerheidsteller wordt, zoals de andere belanghebbende partijen, geïnformeerd over de wijze waarop hij bezwaar kan indienen en de termijn waarbinnen de schuldbemiddelaar de tekst van art. 1675/10, 4, lid 4 Ger.W. met het ontwerp van aanzuiveringsregeling aan hem toezendt. 897 Zie art. 1675/9 Ger.W. 898 Zie opschrift Afdeling 4 (Deel V, Titel IV, Hoofdstuk II Ger.W.). 899 Art. 1675/9, 1, 2 Ger.W. 900 Zie inzonderheid art. 1675/7 Ger.W.

12 236 Deel IV Gevolgen van de overeenkomst 491. Voor het niet-betaalde deel geniet hij de in artikel 1675/7, 2 Ger.W. bedoelde tijdelijke bescherming tegen uitvoeringsmaatregelen, kan hij eventueel meegenieten van een minnelijke kwijtschelding of kan hij een verklaring met het oog op de in artikel 1675/16bis Ger.W. bedoelde bevrijding afleggen. Zo hij tijdens de procedure een betaling verricht aan de schuldenaar, geldt ten aanzien van hem voor het betaalde hetgeen hieronder is uiteengezet 901. In afwachting van de (vraag tot) betaling kan hij eventueel reeds op basis van het in artikel 2032 BW bedoelde recht op schadeloosstelling een vordering indienen met betrekking tot het niet-voorafgaandelijk aan de procedure betaalde deel. 2. Betaling door persoonlijkezekerheidsteller na de toelaatbaarverklaring 492. Indien de zekerheidsteller niet vóór de toelaatbaarverklaring door de schuldeiser van de hoofdschuldenaar is aangesproken of heeft betaald, wordt hij 902 niettemin in de procedure van collectieve schuldenregeling betrokken De schuldenaar die verzoekt tot de collectieve schuldenregeling te worden toegelaten, vermeldt in zijn verzoekschrift, overeenkomstig artikel 1675/4, 2, 9 Ger.W., onder meer de naam, de voornaam en de woonplaats of, wanneer het een rechtspersoon betreft, de benaming en de zetel van de schuldeisers van de verzoeker en in voorkomend geval van de schuldenaars van de verzoeker en van de personen die voor hem een persoonlijke zekerheid hebben gesteld Daarbij komt dat artikel 1675/9, 1, 2 Ger.W. de griffier verplicht de beschikking van toelaatbaarheid uiterlijk vijf dagen na de uitspraak ter kennis te brengen van onder meer de personen die een persoonlijke zekerheid hebben gesteld. De kennisgeving gebeurt overeenkomstig artikel 1675/16, 2, 1 Ger.W., d.w.z. bij gerechtsbrief, onder toevoeging van een formulier van aangifte van schuldvordering, van de tekst van artikel 1675/9, 2 en 1675/7 Ger.W., dat de gevolgen van de beschikking van toelaatbaarheid regelt Ten aanzien van alle personen die een persoonlijke zekerheid hebben gesteld, worden de middelen van tenuitvoerlegging geschorst door de 901 Zie 2. Betaling door persoonlijkezekerheidsteller na de toelaatbaarverklaring. 902 Weliswaar nog niet als schuldeiser. 903 Daarnaast zal de schuldbemiddelaar, zodra de persoonlijkezekerheidsteller hem bekend is, laatstgenoemde in kennis stellen van de mogelijkheid een verklaring neer te leggen bij de schuldbemiddelingsrechter, waarin hij om bevrijding verzoekt. Deze bevrijding kan hem worden toegekend, zo hij zijn onvermogen niet heeft georganiseerd, hij als natuurlijke persoon kosteloos een persoonlijke zekerheid heeft gesteld en de daardoor ontstane verbintenis onevenredig is met zijn inkomsten en zijn vermogen. Art. 1675/16bis, 3 Ger.W. bevat de vermeldingen die het verzoek moet bevatten en die de schuldbemiddelingsrechter moeten toelaten te oordelen of de verzoeker zich in de voorwaarden bevindt die tot bevrijding aanleiding geven. De neerlegging gebeurt ter griffie bij de arbeidsrechtbank waarbij de hoofdschuldenaar het verzoekschrift om toegelaten te worden tot de collectieve schuldenregeling heeft ingediend. De kennisgeving door de schuldbemiddelaar geschiedt bij aangetekende brief met ontvangstbewijs. Opdat de zekerheidsteller precies geïnformeerd zou zijn over de mogelijkheid om bevrijding te verzoeken en hoe dit te doen bevat de kennisgeving tevens de tekst van art. 1675/16bis Ger.W. Zie hierover art. 1675/16bis, inzonderheid 1 Ger.W.

13 Hoofdstuk IV De borgstelling en insolventie 237 toelaatbaarverklaring. Overeenkomstig artikel 1675/7, 2, lid 3 Ger.W. houdt de schorsing aan tot de homologatie van de minnelijke regeling, de neerlegging van het proces-verbaal van vaststelling van gebrek aan minnelijke aanzuiveringsregeling (bedoeld in art. 1675/11, 1 Ger.W.) of de verwerping van de aanzuiveringsregeling Ten aanzien van de persoonlijkezekerheidstellers die de in artikel 1675/16bis, 2 Ger.W. bedoelde verklaring neergelegd ter griffie van het gerecht waarbij het verzoek tot collectieve schuldenregeling is ingediend met het oog op bevrijding van hun verbintenis tot zekerheidstelling hebben afgelegd, loopt de schorsing van de middelen van tenuitvoerlegging conform artikel 1675/7, 2, lid 4 Ger.W. door tot de rechter over de bevrijding uitspraak heeft gedaan Volgens de parlementaire voorbereiding van de wet van 13 december 2005 houdende bepalingen betreffende de termijnen, het verzoekschrift op tegenspraak en de procedure van de collectieve schuldenregeling kan de schuldeiser intussen wel de nodige maatregelen treffen om een executoriale titel te bekomen en desgevallend over te gaan tot bewarende maatregelen als die noodzakelijk blijken Artikel 1675/16bis, 2 Ger.W. beoogt de natuurlijke personen die kosteloos een persoonlijke zekerheid hebben gesteld ten behoeve van de verzoeker in de collectieve schuldenregeling. De verklaring wil van de onevenredigheid van de verbintenis van de zekerheidsteller met zijn inkomsten en zijn vermogen doen blijken, aangezien het bepaalt of de rechter tot, al dan niet volledige, bevrijding zal besluiten De schuldbemiddelaar stelt de in artikel 1675/16bis, 2 Ger.W. beoogde personen 906, zodra zij hem (bv. via de vermeldingen in het toelaatbaarheidsverzoek) bekend zijn, in kennis 907 van de mogelijkheid een verklaring met het oog op een eventuele bevrijding neer te leggen. 904 Natuurlijke personen die kosteloos een persoonlijke zekerheid hebben gesteld (art. 1675/16bis, 5 Ger.W., verwijzend naar art. 1675/16bis, 1 Ger.W.) voor een persoon die voldoet aan de voorwaarden om tot de collectieve schuldenregeling te worden toegelaten, maar hiertoe niet het initiatief neemt, kunnen ook voor bevrijding in aanmerking komen. Zij dienen hierbij een tegen de hoofdschuldenaar en de schuldeiser van de gewaarborgde verbintenis gericht verzoek in bij de rechter die bevoegd is inzake collectieve schuldenregeling. Het laatste lid van art. 1675/16bis, 5 Ger.W. beschermt de betrokken zekerheidsteller tot over het verzoek om bevrijding een in kracht van gewijsde gegane beslissing is genomen. Tot dan zijn middelen van tenuitvoerlegging ten laste van deze persoon geschorst. De indiening van het verzoek schorst de middelen van tenuitvoerlegging ten laste van de persoon die een persoonlijke zekerheid heeft gesteld ten voordele van de hoofdschuldenaar, zulks tot over het verzoek een in kracht van gewijsde gegane beslissing wordt genomen. Zie hierover E. Van Acker, C. Verbeke en B. Wylleman, Praktische gids voor schuldbemiddelaars, Mechelen, Kluwer, 2013, nr. 513, p Parl.St. Kamer , /012, Art. 1675/16bis, 2 Ger.W. heeft het in lid 1 over de natuurlijke persoon die kosteloos een persoonlijke zekerheid ten behoeve van de verzoeker heeft gesteld. 907 De kennisgeving bevat de tekst van art. 1675/16bis Ger.W. teneinde de zekerheidsteller adequaat te informeren over de mogelijkheid van zijn verbintenis te worden bevrijd en de voorwaarden waarvan de bevrijding afhankelijk is.

14 238 Deel IV Gevolgen van de overeenkomst 500. Aangezien artikel 1675/7, 2, lid 3 Ger.W. een veralgemeende schorsing van de middelen van tenuitvoerlegging waarborgt ten behoeve van de personen die een persoonlijke zekerheid hebben toegestaan om een schuld van de schuldenaar te waarborgen 908, kunnen deze zekerheidstellers (beschermd tegen vervolging door de schuldeisers) desgewenst de bevrijding benaarstigen. De aangehaalde schorsing beoogt te lopen tot duidelijk is of de collectieve schuldenregeling automatisch tot een bevrijding in hunner hoofde kan leiden. Tegen die achtergrond zal de schuldbemiddelaar, niettegenstaande de letterlijke tekst van artikel 1675/16bis, 1 Ger.W., bij voorkeur alle persoonlijkezekerheidstellers (natuurlijke personen) in kennis stellen van de mogelijkheid een verklaring met het oog op bevrijding in te dienen, zonder te moeten uitmaken of zij aan de voorwaarden voor bevrijding voldoen (bv. of hun zekerheidstelling kosteloos was, hoe hun verbintenis zich verhoudt tot hun inkomsten/vermogen en of zij hun onvermogen niet bewerkstelligden) 909. Deze beoordeling is immers niet vanzelfsprekend voor de schuldbemiddelaar, houdt aansprakelijkheidsrisico s in bijvoorbeeld indien hij een zekerheidsteller niet zou verwittigen in de onterechte overtuiging dat zijn optreden niet kosteloos was en behoort finaal door de schuldbemiddelingsrechter te gebeuren naar aanleiding van de in artikel 1675/16bis, 2, lid 1 Ger.W. bedoelde verklaring Bevrijd wordt de zekerheidsteller ook door de inertie van de schuldeiser. Overeenkomstig artikel 1675/9, 2 Ger.W. moet de aangifte van schuldvordering 910 uiterlijk een maand na toezending van de beschikking van toelaatbaarheid 911 bij de schuldbemiddelaar worden verricht, hetzij bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbericht, hetzij bij aangifte op zijn kantoor met ontvangstbericht, gedagtekend en ondertekend door de bemiddelaar of zijn gemachtigde 912. Indien de schuldeiser deze deadline niet respecteert, brengt de bemiddelaar hem er bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs van op de hoogte dat hij de niet-toezending binnen een laatste termijn van vijftien dagen, te rekenen van ontvangst van deze brief, kan remediëren. Indien hij ook deze tweede deadline niet respecteert, verliest hij zijn recht om zich te verhalen op de schuldenaar en de personen die voor hem een persoonlijke zekerheid hebben gesteld. Hij herwint dit recht in geval van afwijzing of herroeping van de aanzuiveringsregeling 913. Om die reden heeft de zekerheidsteller er ook, ingeval de schuldeiser zijn recht om zich op hem te verhalen verspeelt, belang bij om bevrijding te verzoeken bij toepassing van artikel 1675/16bis Ger.W. Dit valscherm staat evenwel enkel de kosteloze borg ten goede, terwijl 908 Ongeacht de vraag of zij natuurlijke personen zijn, kosteloos zijn opgetreden en ongeacht de al dan niet evenredigheid van hun verbintenis met hun inkomsten/vermogen. 909 Vergelijk E. Van Acker, C. Verbeke en B. Wylleman, Praktische gids voor schuldbemiddelaars, Mechelen, Kluwer, 2013, nr. 507, p. 297 en eveneens randnr. 503, p De verplichting tot aangifte van schuldvordering is enkel van toepassing op de schuldeisers van de verzoeker (Cass. 5 januari 2015, AR F.) 911 Zie hierover art /, 1, lid 1, aanhef en 2 Ger.W. 912 Voor de inhoudelijke vereisten art. 1675/9, 2, lid 2 Ger.W. 913 Art. 1675/9, 3 Ger.W.

15 Hoofdstuk IV De borgstelling en insolventie 239 artikel 1675/9, 3 Ger.W. de gevolgen van het verzuim van de schuldeiser niet tot de kosteloze persoonlijkezekerheidsteller beperkt De toegelichte schorsing als gevolg van de toelaatbaarverklaring of de verklaring, bedoeld in artikel 1675/16bis Ger.W., met het oog op bevrijding, heeft tot doel de zekerheidsteller te beschermen tegen uitvoeringsmaatregelen in afwachting van zekerheid over het lot van zijn waarborgverbintenis. De schorsing moet ervoor zorgen dat een eventuele bevrijding niet uitgehold wordt door eraan voorafgaande executiemaatregelen Uit het voorgaande is gebleken dat de bevrijding automatisch kan zijn 914 in welk geval het niet van belang is of de zekerheidsteller een natuurlijke persoon is, kosteloos optrad of zich persoonlijk 915 zeker stelde, indien zij het gevolg is van de kwijtschelding in het kader van een minnelijke aanzuiveringsregeling Daarnaast, hetgeen bij gebrek aan doorwerking bijzonder relevant is, indien de hoofdschuldenaar een gerechtelijke aanzuiveringsregeling opgelegd krijgt, indien de schuldbemiddelingsrechter beslist geen aanzuiveringsregeling op te leggen 916 of indien tot een totale kwijtschelding bedoeld in artikel 1675/13bis Ger.W. wordt besloten, kan artikel 1675/16bis Ger.W. tot gehele of gedeeltelijke bevrijding van de kosteloze zekerheidsteller, natuurlijke persoon, leiden. Het spreekt voor zich dat de gerechtelijke aanzuiveringsregeling ook ten aanzien van de zakelijkezekerheidsteller geen kwijtschelding bij overeenkomst is, waarbij de zekerheidsteller evenmin op artikel 1675/16bis Ger.W. kan terugvallen Indien de hoofdschuldenaar in het kader van de collectieve schuldenregeling dus geen minnelijke kwijtschelding (a fortiori geen kwijtschelding tout court ) geniet en de zekerheidsteller evenmin voor bevrijding op basis van artikel 1675/16bis Ger.W. in aanmerking komt (of hierom niet heeft verzocht), is het mogelijk dat hij tijdens de regeling tot gehele of gedeeltelijke betaling aan de schuldeiser is overgegaan. Hetzelfde geldt indien de zekerheidsteller op grond van de doorwerking van de minnelijke regeling of op basis van artikel 1675/16bis Ger.W. slechts gedeeltelijk is bevrijd en voor het overige deel, minstens gedeeltelijk, gevolg heeft gegeven aan de eis van de schuldeiser tot (al dan niet gedeeltelijke) betaling Met de beslissing over de vraag of hij al dan niet bevrijd is, hetzij op grond van de door hem ingediende verklaring, hetzij als gevolg van de minnelijke 914 Het betreft een toepassing van art BW. 915 Cass. 29 mei 2015 (C N), elektronische versie beschikbaar via Zowel art. 1675/13bis, 2 Ger.W., als art. 1675/13, 1, lid 1 Ger.W. en art. 1675/12, 1, lid 1 Ger.W. hebben het over aanzuiveringsmaatregelen die de rechter kan opleggen. Deze mogelijkheid geeft zin aan het in art. 1675/7 Ger.W. gebruikte begrip verwerping, dat van de herroeping (art. 1675/15 Ger.W.) te onderscheiden is. Vanzelfsprekend zal de rechter met de aangehaalde mogelijkheid zeer omzichtig omspringen en dit in het licht van de doelstelling van de procedure, nl. middels een aanzuiveringsregeling de financiële toestand van de toegelaten schuldenaar te herstellen (art. 1675/3, lid 3 Ger.W.) 917 Brussel 22 november 2010, RW , afl. 6, (219).

De borgstelling en insolventie

De borgstelling en insolventie 225 H o o f d s t u k I V De borgstelling en insolventie De problematiek van de insolventie van de hoofdschuldenaar is van uitermate groot belang wanneer de borgtocht wordt besproken. Immers, de borg wordt

Nadere informatie

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving:

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Afdeling I: De oorspronkelijke wet van 5 juli 1998 en de diverse wetswijzigingen: Bij wet van 5 juli 1998 2 werd een titel IV toegevoegd aan het Gerechtelijk

Nadere informatie

Gerechtelijk wetboek. Deel V : Bewarend beslag, middelen tot tenuitvoerlegging en collectieve schuldenregeling

Gerechtelijk wetboek. Deel V : Bewarend beslag, middelen tot tenuitvoerlegging en collectieve schuldenregeling (gecoördineerde wetgeving bijgewerkt tot 10/5/2007) Gerechtelijk wetboek. Deel V : Bewarend beslag, middelen tot tenuitvoerlegging en collectieve schuldenregeling Titel IV Collectieve schuldenregeling.

Nadere informatie

Indien over deze minnelijke aanzuiveringsregeling geen akkoord wordt bereikt, kan de rechter een gerechtelijke aanzuiveringsregeling opleggen.

Indien over deze minnelijke aanzuiveringsregeling geen akkoord wordt bereikt, kan de rechter een gerechtelijke aanzuiveringsregeling opleggen. [Hoofdstuk I. Procedure van collectieve schuldenregeling ] [Afdeling 1. Algemene bepalingen ] [Art. 1675/2 Elke natuurlijke persoon [...], die geen koopman is in de zin van artikel 1 van het Wetboek van

Nadere informatie

TITEL IV. Collectieve schuldenregeling. <Ingevoegd bij W 1998-07-05/57, art. 2, 024; Inwerkingtreding : 01-01-1999>

TITEL IV. Collectieve schuldenregeling. <Ingevoegd bij W 1998-07-05/57, art. 2, 024; Inwerkingtreding : 01-01-1999> TITEL IV. Collectieve schuldenregeling. HOOFDSTUK I. - Procedure van collectieve schuldenregeling.

Nadere informatie

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen, B.S. 31 juli 1998 HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 MEI 2013 S.12.0063.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.12.0063.F A. C., Mr Simone Nudelholc, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. G. B., e.a. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 JANUARI 2010 C.08.0349.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0349.F A. S., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. A. M., Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4851 Arrest nr. 47/2010 van 29 april 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 1675/15 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Luik. Het

Nadere informatie

[Artikel] WETTELIJKE BASIS VAN DEZE REGELING ONDER ALLE VOORBEHOUD EN ZONDER NADELIGE ERKENTENIS (onder alle voorbehoud)

[Artikel] WETTELIJKE BASIS VAN DEZE REGELING ONDER ALLE VOORBEHOUD EN ZONDER NADELIGE ERKENTENIS (onder alle voorbehoud) [Artikel] WETTELIJKE BASIS VAN DEZE REGELING ONDER ALLE VOORBEHOUD EN ZONDER NADELIGE ERKENTENIS (onder alle voorbehoud) De wet van 05.07.1998 met als officiële titel Wet betreffende de collectieve schuldenregeling

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MEI 2011 C.10.0494.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0494.N M.-L. B., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1050 Brussel,

Nadere informatie

Hoofdstuk 15 : Insolventieprocedures Het faillissement

Hoofdstuk 15 : Insolventieprocedures Het faillissement Hoofdstuk 15 : Insolventieprocedures Het faillissement Deze structuur wordt gevolgd : Lesdag 15.1 Inleiding 15.2 Voorwaarden voor (verplichte) aangifte 15.3 Directe gevolgen en het verloop van het faillissement

Nadere informatie

Hof van Cassatie LIBERCAS

Hof van Cassatie LIBERCAS Hof van Cassatie LIBERCAS 5-2018 AFSTAND (RECHTSPLEGING) ALGEMEEN Algemeen - Afstand van geding - Afstand doende partij - Veroordeling in de kosten - Rechtsplegingsvergoeding - Toepassing Algemeen - Afstand

Nadere informatie

Rolnummer 3702. Arrest nr. 60/2006 van 26 april 2006 A R R E S T

Rolnummer 3702. Arrest nr. 60/2006 van 26 april 2006 A R R E S T Rolnummer 3702 Arrest nr. 60/2006 van 26 april 2006 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 1675/7, 1, 2 en 4, 1675/12, 1 en 2, en 1675/13, 1, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd

Nadere informatie

In de zaak : 1. De Heer R. F, 2. Mevrouw H. P.,, 61,

In de zaak : 1. De Heer R. F, 2. Mevrouw H. P.,, 61, 1e blad. Rep.Nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST 11de KAMER OPENBARE TERECHTZITTING VAN 20 DECEMBER 2010. Collectieve schuldenregeling vorderingen collectieve schuldenregeling Definitief Op tegenspraak t.a.v.

Nadere informatie

Raakvlakken Bewindvoering - schuldbemiddeling

Raakvlakken Bewindvoering - schuldbemiddeling Raakvlakken Bewindvoering - schuldbemiddeling Regina Gymza Rechter Arbeidsrechtbank Antwerpen 24/11/2018 Raakvlakken Bewindvoering - CSR 1 1. Vooraf Beperkt tot de collectieve schuldenregeling: artikelen

Nadere informatie

Rolnummer 5870. Arrest nr. 184/2014 van 10 december 2014 A R R E S T

Rolnummer 5870. Arrest nr. 184/2014 van 10 december 2014 A R R E S T Rolnummer 5870 Arrest nr. 184/2014 van 10 december 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 1675/13, 3, en 1675/13bis, 2, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de

Nadere informatie

De collectieve schuldenregeling in de praktijk

De collectieve schuldenregeling in de praktijk De collectieve schuldenregeling in de praktijk De collectieve schuldenregeling is een gerechtelijke procedure die u in staat stelt om uw schulden te betalen en tegelijkertijd waarborgt dat u een menswaardig

Nadere informatie

SCHEMA: ENKELE VOORDELEN, RECHTEN, VERPLICHTINGEN EN

SCHEMA: ENKELE VOORDELEN, RECHTEN, VERPLICHTINGEN EN SCHEMA: ENKELE VOORDELEN, RECHTEN, VERPLICHTINGEN EN AANDACHTSPUNTEN VAN DE COLLECTIEVE SCHULDENREGELING VOORDELEN VAN DE COLLECTIEVE SCHULDENREGELING Schuldeisers kunnen niet meer uitvoeren: Geen deurwaarders

Nadere informatie

WEGWIJS collectieve schuldenregeling

WEGWIJS collectieve schuldenregeling WEGWIJS collectieve schuldenregeling Inhoudstafel 1. Hoe verloopt de opstart van pg. 3 een collectieve schuldenregeling? (CSR) 2. Het opmaken van een aanzuiveringsregeling pg. 4 (=afbetalingsplan) 3. Na

Nadere informatie

ARBEIDSRECHTBANK BRUGGE. Collectieve Schuldenregeling. Rep.(VCSR-MINOP)nr.: 1. EUROPABANK, Burgstraat 170, 9000 Gent.

ARBEIDSRECHTBANK BRUGGE. Collectieve Schuldenregeling. Rep.(VCSR-MINOP)nr.: 1. EUROPABANK, Burgstraat 170, 9000 Gent. ARBEIDSRECHTBANK BRUGGE Achtste Kamer Collectieve Schuldenregeling OPENBARE TERECHTZITTING VAN 26 MAART 2012 MN, geboren te Gent op 18 januari 19xx, wonende te Rep.(VCSR-MINOP)nr.: - VERZOEKENDE PARTIJ

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Faillissement, Faillissementsakkoord en gerechtelijk akkoord - Gevolgen (personen, goederen, verbintenissen) - Verbintenissen - Schuldvordering - Aangifte Gevolg -

Nadere informatie

Rolnummer 5270. Arrest nr. 152/2012 van 13 december 2012 A R R E S T

Rolnummer 5270. Arrest nr. 152/2012 van 13 december 2012 A R R E S T Rolnummer 5270 Arrest nr. 152/2012 van 13 december 2012 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 1675/7, 3, en 1675/13, 1, eerste lid, tweede streepje, van het Gerechtelijk

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, ADVIES Nr 03 / 1999 van 27 januari 1999 O. Ref. : 10 / A / 98 / 030 / 10 BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit tot regeling van de registratie van de berichten van collectieve schuldenregeling door

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 JUNI 2010 S.10.0005.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.10.0005.F N. A., Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. AAGHON, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,

Nadere informatie

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T Rolnummer 3739 Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 413bis tot 413octies van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij

Nadere informatie

Behalve de vermeldingen in artikel 43 voorgeschreven, bevat het beslagexploot op straffe van nietigheid:

Behalve de vermeldingen in artikel 43 voorgeschreven, bevat het beslagexploot op straffe van nietigheid: Uittreksel Gerechtelijk Wetboek-beslag Art. 1386 Vonnissen en akten kunnen alleen ten uitvoer worden gelegd op overlegging van de uitgifte of van de minuut, voorzien van het formulier van tenuitvoerlegging

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Anatocisme Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 NOVEMBER 2016 S.16.0001.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.16.0001.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, in de persoon

Nadere informatie

In de zaak: Mevrouw V. B. C., Gelet op de stukken van rechtspleging, inzonderheid:

In de zaak: Mevrouw V. B. C., Gelet op de stukken van rechtspleging, inzonderheid: 1e blad. Rep.Nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL BESCHIKKING UITGESPROKEN IN RAADKAMER OP 7 NOVEMBER 2011. 11de KAMER Collectieve schuldenregeling vorderingen collectieve schuldenregeling Definitief + verzending

Nadere informatie

Beslissing nr V/M 11 van 7 april 2011

Beslissing nr V/M 11 van 7 april 2011 Beslissing nr. 2011 - V/M 11 van 7 april 2011 Zaak MEDE-V/M-08/0021: UGC Belgium NV / Kinepolis Group NV I. Overzicht van de relevante procedurevoorgaanden 1. De procedurele voorgaanden zijn weergegeven

Nadere informatie

TITEL 1. ALGEMENE BEPALINGEN

TITEL 1. ALGEMENE BEPALINGEN INHOUD SAMENVATTING.................................................... v INHOUD........................................................... vii INLEIDING.........................................................

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Beroep te Gent Onderwerp Faillissement. Bevrijding kosteloze zekerheidsteller. Geen economisch belang. Verbintenis in verhouding tot inkomsten en vermogen Datum 17 november 2008 Copyright

Nadere informatie

VERZOEKSCHRIFT TOT COLLECTIEVE SCHULDENREGELING. Aan de beslagrechter bij de rechtbank van eerste aanleg te Leuven,

VERZOEKSCHRIFT TOT COLLECTIEVE SCHULDENREGELING. Aan de beslagrechter bij de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, VERZOEKSCHRIFT TOT COLLECTIEVE SCHULDENREGELING Aan de beslagrechter bij de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, Op verzoek van : (adres) (adres) (raadsman) (vorige adressen in de afgelopen drie jaar)

Nadere informatie

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen Afdeling II. Echtscheiding door onderlinge toestemming. Art.

Nadere informatie

Rolnummer 5600. Arrest nr. 86/2013 van 13 juni 2013 A R R E S T

Rolnummer 5600. Arrest nr. 86/2013 van 13 juni 2013 A R R E S T Rolnummer 5600 Arrest nr. 86/2013 van 13 juni 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 82, tweede lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals vervangen bij de wet

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST 1e blad. rep.nr.: 2012/ ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 7 J.UARI 2013 11e KAMER COLLECTIEVE SCHULDENREGELING - vorderingen collectieve schuldenregeling verstek van de verzoeker

Nadere informatie

Hof van Cassatie 14/11/ Nr. C N

Hof van Cassatie 14/11/ Nr. C N Hof van Cassatie 14/11/2008 - Nr. C.07.0417.N (bron: http://jure.juridat.just.fgov.be/ ) H. A., eiser, vertegenwoordigd door mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050

Nadere informatie

Rolnummer 4322. Arrest nr. 129/2008 van 1 september 2008 A R R E S T

Rolnummer 4322. Arrest nr. 129/2008 van 1 september 2008 A R R E S T Rolnummer 4322 Arrest nr. 129/2008 van 1 september 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 26 en 100 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals gewijzigd bij

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4301 A R R E S T Arrest nr. 134/2008 van 2 oktober 2008 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1675/7, 1, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de beslagrechter te Mechelen.

Nadere informatie

Pay or complain? De inning van onbetwiste professionele schuldvorderingen versoepeld

Pay or complain? De inning van onbetwiste professionele schuldvorderingen versoepeld Pay or complain? De inning van onbetwiste professionele schuldvorderingen versoepeld Mrs. Régine Feltkamp Advocaat-Avocat-Attorney Professor V.U.B. regine.feltkamp@modo-law.be Mr. Joeri Danhieux Junior

Nadere informatie

Praktische gids voor schuldbemiddelaars

Praktische gids voor schuldbemiddelaars Praktische gids voor schuldbemiddelaars Elie VAN ACKER (advocaat - schuldbemiddelaar) Bart WYLLEMAN (beslagrechter te Gent) ISBN 90-4651-036-0 D/2006/2664/356 BP/SCHULD-BI6001 Verantwoordelijke uitgever:

Nadere informatie

LICHAMELIJKE ROERENDE GOEDEREN

LICHAMELIJKE ROERENDE GOEDEREN Het beslag op roerend goed kan op tweevoudige wijze verder geclassificeerd worden: - het bewarend beslag op roerend goed (voor een algemene bespreking kan verwezen worden naar Fiche 1) en het uitvoerend

Nadere informatie

Hoofdstuk 14 : Insolventieprocedures De gerechtelijke reorganisatie

Hoofdstuk 14 : Insolventieprocedures De gerechtelijke reorganisatie Hoofdstuk 14 : Insolventieprocedures De gerechtelijke reorganisatie Deze structuur wordt gevolgd : Lesdag 14.1 Inleiding : zelfstandigen en schuldbemiddeling (door een OCMW of een CAW) 14.2 Wat wordt door

Nadere informatie

Invordering tegen particulieren

Invordering tegen particulieren Invordering tegen particulieren Invordering tegen particulieren Aspecten van beslag en executie Invorderingsproblematiek en collectieve schuldenregeling: actualia 2010 Invordering tegen particulieren en

Nadere informatie

FAILLISSEMENT : De aangifte van de schuldvordering.

FAILLISSEMENT : De aangifte van de schuldvordering. FAILLISSEMENT : De aangifte van de schuldvordering. NIEUWE WETGEVING In het Belgisch Staatsblad van 28.10.1997 werd de nieuwe faillissementswet van 8.8.1997 gepubliceerd. Door deze faillissementswet werd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JANUARI 2012 C.10.0135.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0135.F BELGISCHE STAAT, minister van Landsverdediging, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen ENTREPRISE ANDRE

Nadere informatie

Invloed van het buitengerechtelijk minnelijk akkoord of de gerechtelijke reorganisatie op de schulden en vorderingen. Ontwerpadvies 2010/X

Invloed van het buitengerechtelijk minnelijk akkoord of de gerechtelijke reorganisatie op de schulden en vorderingen. Ontwerpadvies 2010/X Invloed van het buitengerechtelijk minnelijk akkoord of de gerechtelijke reorganisatie op de schulden en vorderingen Ontwerpadvies 2010/X De Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen 1 vervangt

Nadere informatie

appellante, ter zitting verschijnend in persoon en bijgestaan door mr. 1. eerste geïntimeerde, ter zitting van 15 maart 2013 niet verschijnend,

appellante, ter zitting verschijnend in persoon en bijgestaan door mr. 1. eerste geïntimeerde, ter zitting van 15 maart 2013 niet verschijnend, ARBEIDSHOF TE Afdeling Hasselt Rep.nr. ARREST A.R. 2013/AH/36 Eindarrest bij verstek Achtste kamer Collectieve Schuldenregeling OPENBARE TERECHTZITTING VAN NEGENTIEN APRIL TWEEDUIZEND DERTIEN 1. appellante,

Nadere informatie

V O N N I S OPENBARE TERECHTZITTING VAN : 8 MAART de kamer. 1 e blad ARBEIDSRECHTBANK GENT

V O N N I S OPENBARE TERECHTZITTING VAN : 8 MAART de kamer. 1 e blad ARBEIDSRECHTBANK GENT 1 e blad OPENBARE TERECHTZITTING VAN : 8 MAART 2010 ARBEIDSRECHTBANK GENT V O N N I S 2de kamer A.R. 09/1743 Rep.nr. De arbeidsrechtbank Gent, tweede kamer heeft het volgend vonnis uitgesproken : INZAKE

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JANUARI 2015 S.14.0038.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.14.0038.F BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie,

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Rolnummer 2151 Arrest nr. 119/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T Rolnummer 4045 Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 468, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 21

Nadere informatie

Outlets in moeilijkheden. gerechtelijke reorganisatie : werkbare oplossing of ongepast?

Outlets in moeilijkheden. gerechtelijke reorganisatie : werkbare oplossing of ongepast? Outlets in moeilijkheden gerechtelijke reorganisatie : werkbare oplossing of ongepast? Debat : Bart De Moor vs Eddy Van Camp Moderator : Frank Taildeman De "WCO" : Fout vakjargon WCO : Wet op de Continuïteit

Nadere informatie

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen gewijzigd bij de wetten van 3 mei 1999, 19 april

Nadere informatie

ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf DE GEMEENTERAAD,

ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf DE GEMEENTERAAD, GEMEENTE GRIMBERGEN. Y484.01A UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN 21 JANUARI 2009 ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf 2009.

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling My Lawyer Info Monard D Hulst www.monard-dhulst.be Onderwerp De Wet op de Continuïteit van de Ondernemingen. Hoofdstuk 3. Het gerechtelijk minnelijk akkoord: het huwelijkscontract tussen schuldeiser

Nadere informatie

Inspiratiedag Gezond Budget

Inspiratiedag Gezond Budget 04/12/2018 Inspiratiedag Gezond Budget Workshop 'soorten budget- en schuldhulpverlening' in Vlaanderen OVERZICHT HULPVERLENINGSVORMEN = BUDGETHULPVERLENING: hulp bij het vinden van een evenwicht tussen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 MAART 2015 C.14.0415.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0415.N ENGEL AUSTRIA GmbH, met zetel te Oostenrijk, A-4311 Schwertberg, Ludwig-Engel-Strasse 1, eiseres, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/4 - De boekhoudkundige verwerking van de inbeslagname in hoofde van de beslagen schuldenaar

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/4 - De boekhoudkundige verwerking van de inbeslagname in hoofde van de beslagen schuldenaar COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2012/4 - De boekhoudkundige verwerking van de inbeslagname in hoofde van de beslagen schuldenaar Advies van 11 januari 2012 I. Bewarend beslag A. Algemene

Nadere informatie

Het nieuwe insolventierecht Wijzigingen betreffende de gerechtelijke reorganisatie en het faillissement

Het nieuwe insolventierecht Wijzigingen betreffende de gerechtelijke reorganisatie en het faillissement Het nieuwe insolventierecht Wijzigingen betreffende de gerechtelijke reorganisatie en het faillissement FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be

Nadere informatie

Werkwijze machtiging verkoop uit de hand 1

Werkwijze machtiging verkoop uit de hand 1 Uittreksel uit Werkwijze machtiging verkoop uit de hand 1 1193ter Ger.W. 1 Tekst goedgekeurd door de vergadering Beroepsmagistraten West-Vlaanderen (vakvergadering insolventie) van 25.01.2019, na overleg

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 FEBRUARI 2012 C.11.0093.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0093.N 1. G.M., 2. C.V., eisers, aan wie rechtsbijstand werd verleend op 23 december 2010 onder nummer G.10.0201.N, vertegenwoordigd

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/4 - De boekhoudkundige verwerking van de inbeslagname in hoofde van de beslagen schuldenaar

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/4 - De boekhoudkundige verwerking van de inbeslagname in hoofde van de beslagen schuldenaar COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2012/4 - De boekhoudkundige verwerking van de inbeslagname in hoofde van de beslagen schuldenaar Inleiding Advies van 11 januari 2012 1. Luidens de artikelen

Nadere informatie

Bijlage 7 Regl. v.orde v.h. College van Beroep voor de Examens

Bijlage 7 Regl. v.orde v.h. College van Beroep voor de Examens Bijlage 7 Reglement van Orde van het College van Beroep voor de Examens Regeling ter uitvoering van het bepaalde in artikel 54 van de Structuurregeling van de Radboud Universiteit Nijmegen. HOOFDSTUK 1.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 SEPTEMBER 2013 C.12.0386.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0386.F EOS AREMAS BELGIUM nv, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. D. B. en 2. L. M. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Arbeidshof te Brussel

Arbeidshof te Brussel Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2015 / Datum van uitspraak 02 november 2015 Rolnummer op JGR 2015/BB/35 Arbeidshof te Brussel elfde kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2015/BB/35 p. 2 COLLECTIEVE

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 145, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 145, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Rolnummer 2499 Arrest nr. 20/2003 van 30 januari 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 145, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

Nadere informatie

4. De toepasselijkheid van eventuele inkoop - of andere voorwaarden van opdrachtgever wordt nadrukkelijk van de hand gewezen.

4. De toepasselijkheid van eventuele inkoop - of andere voorwaarden van opdrachtgever wordt nadrukkelijk van de hand gewezen. Algemene voorwaarden ALGEMEEN Artikel 1. 1. Definities: 1. Opdrachtnemer: Denker BV 2. Opdrachtgever: Natuurlijke - of rechtspersoon die aan opdrachtnemer opdracht geeft om werkzaamheden te verrichten.

Nadere informatie

ONLICHAMELIJK ROEREND GOED

ONLICHAMELIJK ROEREND GOED Beslag op onlichamelijke goederen (ook derdenbeslag genoemd) is een procedure die een schuldeiser toelaat onlichamelijke goederen uit het vermogen van zijn schuldenaar, te vatten; Lichamelijke goederen

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1675/13bis van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Bergen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1675/13bis van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Bergen. Rolnummer 5111 Arrest nr. 196/2011 van 22 december 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1675/13bis van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Bergen. Het

Nadere informatie

CBN adviseert over de boekhoudkundige verwerking van de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen

CBN adviseert over de boekhoudkundige verwerking van de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen CBN adviseert over de boekhoudkundige verwerking van de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen dr. Stijn Goeminne, Hogeschool Gent, Departement Handelswetenschappen & Bestuurskunde Wanneer

Nadere informatie

D E M E E S T GE S T E L D E V R A GE N O V E R D E C R I S I S P R E M I E (OF

D E M E E S T GE S T E L D E V R A GE N O V E R D E C R I S I S P R E M I E (OF D E M E E S T GE S T E L D E V R A GE N O V E R D E C R I S I S P R E M I E (OF C R I S I S U I T K E R I N G) W A T I S D E C R I S I P R E M I E? Sedert het uitbarsten van de crisis in 2008 staat veel

Nadere informatie

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging REGLEMENT op de tuchtrechtspraak voor de leden van IIA-Nederland ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging De raad van tucht Artikel 1 1 De raad van tucht is belast met de behandeling van

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Rolnummer 2849. Arrest nr. 139/2004 van 22 juli 2004 A R R E S T

Rolnummer 2849. Arrest nr. 139/2004 van 22 juli 2004 A R R E S T Rolnummer 2849 Arrest nr. 139/2004 van 22 juli 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1675/13, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de beslagrechter in de Rechtbank

Nadere informatie

COMM. TURNHOUT 19 mm 2009 BVBA DANEELS

COMM. TURNHOUT 19 mm 2009 BVBA DANEELS COMM. TURNHOUT 19 mm 2009 BVBA DANEELS Een opschorting toegekend bij een tussen vonnis mag niet verlengd worden als de schuldenaar niet aantoont dat hij kennelijk niet meer in staat is de continuïteit

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

Algemene voorwaarden ALGEMEEN TOEPASSELIJKHEID. Artikel 1. Artikel 2.

Algemene voorwaarden ALGEMEEN TOEPASSELIJKHEID. Artikel 1. Artikel 2. Algemene voorwaarden ALGEMEEN Artikel 1. Definities: 1. Opdrachtnemer: Jan de Jong Administratie en Advies 2. Opdrachtgever: Natuurlijke - of rechtspersoon die aan opdrachtnemer opdracht geeft om werkzaamheden

Nadere informatie

VERZOEKSCHRIFT INZAKE COLLECTIEVE SCHULDBEMIDDELING Art. 1675/4 Ger.W.

VERZOEKSCHRIFT INZAKE COLLECTIEVE SCHULDBEMIDDELING Art. 1675/4 Ger.W. VERZOEKSCHRIFT INZAKE COLLECTIEVE SCHULDBEMIDDELING Art. 1675/4 Ger.W. Aan de Voorzitter bij de Arbeidsrechtbank Gent, afdeling ****** Ten verzoeke van: 1. Eerste verzoeker: Geboorteplaats: Burgerlijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 218 Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling

Nadere informatie

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T Rolnummer 5633 Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4 van het koninklijk besluit van 18 november 1996 «houdende invoering van een sociale

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 OKTOBER 2004 C.02.0442.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.02.0442.N 1. V.A., en zijn echtgenote, 2. V.R., eisers, aan wie rechtsbijstand werd verleend op 20 augustus 2002, onder nummer G.02.0081.N,

Nadere informatie

Nieuwsflash

Nieuwsflash Nieuwsflash 24.11.2011 De positie van de overnemer in cao nr. 102. Op 5 oktober 2011 werd in de schoot van de Nationale Arbeidsraad ( NAR ) de cao nr. 102 betreffende het behoud van de rechten van de werknemers

Nadere informatie

Reglement bezwaarprocedure SVWN

Reglement bezwaarprocedure SVWN Reglement bezwaarprocedure SVWN Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland Versie 1.0, vastgesteld 15 december 2015 1/10 Inhoud Begripsbepalingen... 3 De bezwaarcommissie... 3 Procedure... 4 Voorbereiden

Nadere informatie

Reglement tuchtrechtspraak

Reglement tuchtrechtspraak Reglement tuchtrechtspraak DEFINITIES Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder klager: 1) degene met wie de seksuoloog in professioneel contact staat, zoals nader is uitgewerkt in de Beroepscode

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Faillissementswet en enige andere wetten in verband met het moderniseren van de faillissementsprocedure (Wet modernisering faillissementsprocedure) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling Titel 9.1. Klachtbehandeling door een bestuursorgaan Afdeling 9.1.1. Algemene bepalingen Art. 9:1. 1. Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan

Nadere informatie

A.R. Nr. 2010/AB/ Rep.Nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 20 JUNI de KAMER

A.R. Nr. 2010/AB/ Rep.Nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 20 JUNI de KAMER 1e blad. Rep.Nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST 11de KAMER OPENBARE TERECHTZITTING VAN 20 JUNI 2011. Collectieve schuldenregeling vorderingen collectieve schuldenregeling Definitief Op tegenspraak t.a.v.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2011 C.10.0503.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0503.N KBC BANK nv, met zetel te 1080 Sint-Jans-Molenbeek, Havenlaan 2, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat

Nadere informatie

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 SEPTEMBER 2014 C.13.0453.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0453.N CRELAN nv, met zetel te 1070 Anderlecht, Sylvain Dupuislaan 251, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat

Nadere informatie

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T Rolnummer 2704 Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1, 3, eerste lid, van artikel III, overgangsbepalingen, van de wet van 14 juli 1976 betreffende

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 FEBRUARI 2011 C.10.0149.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0149.F AG INSURANCE, nv, Mr. Isabelle Heenen, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen M. N. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

In zake: 2010/AR/3198

In zake: 2010/AR/3198 Nummer: Rep. nr.: 2011/ Zitting van: 8 maart 2011 Tussenarrest Het HOF VAN BEROEP, zitting houdend te ANTWERPEN, TWEEDE KAMER, recht doende in burgerlijke zaken, heeft volgend arrest gewezen: In zake:

Nadere informatie

30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek.

30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek. 30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek. Publicatie : 18-05-1962 Inwerkingtreding : 28-05-1962 Dossiernummer : 1961-12-30/31 HOOFDSTUK VI : WEDERZIJDSE

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Rolnummer 1924 Arrest nr. 81/2001 van 13 juni 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het

Nadere informatie

2. Soorten en verband

2. Soorten en verband Bij dit alles moet de rechter de rechten van verdediging eerbiedigen. Dit betekent dat hij, wanneer hij de rechtsgrond wenst te wijzigen en aan te passen, de debatten dient te heropenen om partijen toe

Nadere informatie