Betreft vergadering Commissie BFW 17 oktober Margreeth Trimpe

Transcriptie

1 Griffier van de Staten Geleidebrief informatief Provincie Zeeland Naam voorstel Uitnodiging en agenda voor Algemene Vergadering IPO op 30 september 2014 Betreft vergadering Commissie BFW 17 oktober 2014 Te verzenden aan Commissie BFW 1 t/m 6 Verzenddatum 26 september 2014 Commissiegriffier Statenadviseur Verantwoordelijk bestuurder Margreeth Trimpe me.trimpe@zeeland.nl Arendo Schipper a.schipper@zeeland.nl G.R.J. van Heukelom Inhoudelijk Aanleiding Bevoegdheid Wat is het voorstel? Toelichting Op 30 september 2014 houdt het IPO haar najaarsvergadering voor de leden van de Algemene Vergadering. Zoals gebruikelijk wordt deze AV ingepast in het programma van het jaarcongres, dat dit jaar in Middelburg wordt gehouden. PS 1. Ter voorbereiding van de PS-vertegenwoordigers in de IPO-AV uw opmerkingen doorgeven. 2. Tijdens de commissievergadering op 17 oktober 2014 kennis nemen van de uitnodiging, de agenda en de resultaten van de IPO-AV. Bespreekpunten KOMPAS 2020 In mei 2014 heeft een aantal Zeeuwse statenleden met het IPO van gedachten gewisseld over Kompas 2020, het IPO-stuk over het aangepaste provinciale profiel richting de verkiezingen. Op hoofdlijn is ingestemd met het toen voorliggende stuk. Het Kompas is algemener geworden, de bijlage met de opgaven is abstracter dan de vorige versie en de bijdrage van de provincies aan de opgaven blijft vrij vaag. Het zijn meer uitgangspunten en intenties dan een aansprekend aanbod. Gelijktijdig is ook meer nadruk gelegd op de eigen identiteit en de ruimte voor keuzes in de eigen regio. Die regionale eigenheid is ook inherent aan een vager gezamenlijk profiel. Voor Zeeland is het regionale profiel ook wel noodzakelijk, vanwege de bijzondere opgaven rond water, het ontbreken van grote steden en de eilandenstructuur. Er kunnen bij twee passages vraagtekens worden geplaatst: "de groei van de economie begint vooral in stedelijke regio s" (pag 2). Dit lijkt een onjuiste en ongewenste passage, die overigens ook weer terugkomt in de IPO-reactie op de miljoenennota. "Provincies organiseren de samenwerking tussen de stad en het omliggend gebied" (p 3): lijkt een te pretentieuze stelling. Bovendien zou hierover vanuit Zeeuws perspectief opgemerkt

2 kunnen worden dat het ontbreken van stedelijkheid ook eisen stelt aan de provincie: te weten het nemen van voortouw of het stimuleren van de samenwerking in de regio. Voorbereiding algemene evaluatie "Transitie IPO " Geen bijzonderheden. Eventuele algemene ervaringen kunnen hierbij gemeld worden. Gezamenlijke inzet PS2015-verkiezingen U kunt kennis nemen van de informatie. Ook zijn er twee punten die u onder de aandacht kunt brengen: Het valt op dat het IPO, ondanks het gezamenlijke karakter geen financiële bijdrage levert. Wat is de reden hiervoor en is het mogelijk om alsnog te besluiten tot een IPO-bijdrage? Voor de bustour wordt een bijdrage van 5.000,-- per provincie gevraagd. Onze ervaring in Zeeland is dat een vergelijkbare bustour voor minder kan. Om de bustour gezamenlijk te houden, is het dus van belang om de provinciale bijdrage te verminderen. Stand van zaken rechtspositie Statenleden Bij de circulaire van 14 augustus is de netto onkostenvergoeding, met terugwerkende kracht tot 1 juli 2014, aanzienlijk verhoogd (van 93 netto naar 165 netto). Het totale netto inkomen (vergoeding en onkostenvergoeding) als statenlid stijgt hierdoor met 4,55%. De (in het rapport Dijkstal) vastgestelde achterstand van 30% wordt hiermee echter slechts voor een klein deel ingehaald. Het inkomen als statenlid komt inclusief de verhoging van de onkostenvergoeding neer op circa netto per maand. Tegenover een tijdsbesteding van 20 uur per week blijft dit natuurlijk wel een laag bedrag. Op basis van het voorgaande kan de AV-delegatie overwegen in te stemmen met de strekking van de opgestelde conceptbrief en daarbij ervoor te pleiten ook in te gaan op de recente verhoging van de onkostenvergoeding. De hiervoor genoemde cijfers kunnen ter illustratie in de brief opgenomen worden. Beslispunten IPO-jaarplan 2015 Geen bijzonderheden. Advies: instemmen. Wijziging IPO-begroting 2014 Geen bijzonderheden. Advies: instemmen. Wijziging Kassiersbegroting 2014 Geen bijzonderheden. Advies: instemmen. Wijziging begroting BIJ Zie bijlage. Advies: instemmen. IPO-begroting 2015 Geen bijzonderheden. Advies: instemmen. Kassiersbegroting 2015 Geen bijzonderheden. Advies: instemmen. Jaarplan en begroting BIJ Zie bijlage. Advies: instemmen. Kosten en dekking Overige informatie n.v.t. De uitnodiging en de agenda voor de IPO-AV zijn na afloop van de commissievergadering op 12 september verschenen. De AV wordt ook weer vóór de volgende commissievergadering op 17 oktober 2014 gehouden.

3 Bijlage Jaarplan en begroting BIJ Algemene inleiding De stukken zijn ter voorbereiding op behandeling in het IPO-bestuur ook behandeld in andere IPO groepen. BIJ12 is een onderdeel van IPO, dat als gezamenlijke organisatie werkzaamheden oppakt, die anders door 12 provincies afzonderlijk zouden moeten gebeuren. Hierdoor werken provincies uniform (bijvoorbeeld bij afhandeling faunaschade of invoering nieuwe stelsels) en kan het goedkoper dan dat elke provincie afzonderlijk personeel en systemen nodig heeft voor dezelfde taken. De werkzaamheden van BIJ12 zijn beleidsarm, de provincies bepalen de kaders, BIJ12 voert uit. Aanvankelijk had BIJ12 de naam Gemeenschappelijke Werkorganisatie (GWO). Het gaat hier om taken op het gebied van Natuur en ICT: - Natuurinformatie: de Digitale Keten Natuur en natuurmonitoring (waaronder afspraken over uniforme monitoring); - Natuurbeheer: vernieuwing stelsel Agrarisch Natuur- en landschapsbeheer (ANLb), waardoor in 2016 gewerkt gaat worden met collectieven i.p.v. individuele boeren en de landelijke coördinatie van het Stelsel Natuur en Landschapsbeheer (dit stelsel regelt de vergoedingen en moet als gevolg van de decentralisatie van natuur worden aangepast); - het PAS-bureau: inwerkingtreding van de Programmatische Aanpak Stikstof en afspraken over berekeningen en registratie van uitgifte (waaronder deels de rekentool AERIUS); - Faunafonds: het afhandelen van de schade-uitkeringen van Faunaschade, zowel qua uitvoering (behandeling schadeaanvragen, taxaties hoogte schades) als het daadwerkelijk uitbetalen van de schade; - GBO provincies: ICT o.a. Geografische Informatiesystemen en certificering. Begroting/financiën De totale begroting van BIJ12 was in mln. en wordt in mln. Het grootste deel hiervan ( 22 mln.) zijn de kosten voor het Faunafonds, waarvan meer dan 19 mln. de daadwerkelijke uitkeringen aan schade aan de landbouw betreft en dus bij de boeren terecht komt. BIJ12 is hiervoor het doorgeefluik. De bijdrage per provincie is bepaald o.b.v. verdeelsleutels zoals voorgesteld door de commissie Jansen 1 en 2 (deze commissies hebben de natuurgelden bij de decentralisatie afhankelijk van de opgaven vertaald in percentages). Zo wordt bijvoorbeeld de bijdrage voor de uitvoeringskosten van het Faunafonds voor de helft gelijk over de 12 provincies verdeeld (alle provincies hebben immers een organisatie nodig die de schades verwerkt) en de andere helft afhankelijk van de hoeveelheid schade in die provincie (sommige provincies ontvangen meer schadeverzoeken dan andere en dat wordt naar rato verdeeld; Zeeland staat op de 4e plaats als schadeprovincie en betaalt van die helft 7,7%). De echte schade-uitkeringen worden natuurlijk afgerekend op daadwerkelijke kosten. Kosten Zeeland De kosten van BIJ12 voor de provincie Zeeland zijn voor 2014 geheel meegenomen in het statenvoorstel verdergaande decentralisatie Natuur en het bijbehorende bestedingsplan Natuur en Vitaal Platteland 2014 (behandeling PS december 2013) en opgenomen onder de - toen nog geldende - naam GWO en bedragen (excl. schade uitkering landbouw 1 mln.). Inmiddels is duidelijk dat, o.a. door BTW en vertraging in de PAS, dit bedrag te ruim is. De dekking voor 2014 kwam uit natuurgelden en de bestemmingsreserve ILG. Als doelstelling is daarbij opgenomen dat BIJ12 goedkoper moet (max. 1 mln.). Doorkijk begroting De begroting van 2015 van BIJ12 is, zoals aangegeven, lager dan Ook in de doorkijk in het meerjarenplan wordt een verdere kostenbesparing getoond: van 38,9 mln. in 2014 naar 36,5 mln. in Er wordt dus een besparing bereikt. Hoe dit in Zeeland uitpakt (qua percentage) is afhankelijk van de onderdelen van BIJ12 waar de besparing wordt gerealiseerd en onze verdeelsleutel daarin. Dit wordt meegenomen in het bestedingsplan 2015 met een doorkijk naar en komt in de

4 statenvergadering van 12 december a.s. aan de orde (commissie REW november a.s.). De verwachting is dat deze doelstelling wordt gehaald. Gelet op de lagere werkelijke kosten in 2014 en de besparing die de begroting 2015 (met doorkijk tot en met 2018) van BIJ12 toont, is er geen reden om een voorbehoud bij de begroting van BIJ12 voor 2015 te maken. Evaluatie BIJ12 Afspraak is dat voor BIJ12 wordt geëvalueerd. Gedurende dit proces zal de doelstelling van Zeeland in de gaten worden gehouden en zo nodig zal moeten worden bijgestuurd.

5 Muzenstraat 61 Postbus BC Den Haag telefoon (070) fax (070) Aan de (plaatsvervangende) leden van de Algemene Vergadering van de vereniging IPO In afschrift aan: - de Statengriffiers; - de leden en adviseurs van het IPO-bestuur; en - de IPO-contactfunctionarissen uw brief van uw kenmerk onderwerp Agenda en stukken Algemene Vergadering Int e IPO op 30 september 2014 (18.00 tot uur te Middelburg) Geachte mevrouw, geachte heer, Mede namens het IPO-bestuur nodig ik u van harte uit voor de najaarsvergadering van uw Algemene Vergadering op dinsdag 30 september 2014 van tot uur in het Provinciehuis van Zeeland, Abdij 6 te Middelburg. Agenda en stukken Conform de afspraken met uw Algemene Vergadering is de najaarsvergadering gekoppeld aan het IPO-Jaarcongres (zie ook hieronder). Aangezien de agendapunten relevant voor uw vergadering pas in de werkconferentie van het IPO-bestuur op 10 & 11september kunnen worden vastgesteld, geldt - eveneens conform afspraak - een aangepaste verzendtermijn. Bijgaand treft u derhalve agenda en bijbehorende vergaderstukken voor uw Algemene Vergadering. Relatie met het IPO-Jaarcongres 2014 Direct aansluitend op uw Algemene Vergadering start het IPO-Jaarcongres 2014, eveneens in het Abdijcomplex dat onder andere het provinciehuis van Zeeland huisvest. Het Jaarcongres start op 30 september met 'De Zeeuwse Avond' en wordt afgesloten met de 'IPO DAG' op 1oktober Indien u zich heeft ingeschreven voor het congres ontvangt u separaat nadere informatie. Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Voor vragen en/of opmerkingen kunt u terecht bij Ferdi de Lange ( of fd'anaecaiipo.n 1. Met vriejwjelijke groetÿ/ÿtÿr INTEÿROVII>ÖAAkÿIÿLEG rprovinciaal Overleg ons kenmerk datum lp AV 07050/ september 2014 IW. Remkes voorzitter inlichtingen bij : drs. F.J.M. (Ferdi) de Lange Doorklesnummer : (070) Bijlagen : diverse

6 Vergadering van de algemene vergadering op 30 september 2014 agendapunt 1a CONCEPTAGENDA VOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE VERENIGING IPO OP 30 SEPTEMBER 2014 aanvang AV : 18:00 uur einde : 19:30 uur plaats : Provinciehuis, Abdij 6 te Middelburg voorzitter : J.W. Remkes, voorzitter drs. G. Beukema, secretaris bestuur : mevrouw C. Schokker-Strampel (Fryslân) drs. B.S. Wilpstra (Groningen) H.H. van de Boer (Drenthe) J.P.M. Meijers (Gelderland) M.J.D. Witteman (Flevoland) J.W.R. van Lunteren (Utrecht) drs. R.A.M. van der Sande (Zuid-Holland) Y.C.M.G. de Boer (Noord-Brabant) drs. ing. P.F.C.W. van der Broeck (Limburg) G.R.J. van Heukelom (Zeeland) mevrouw drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten, adviseur drs. M.J. van den Berg, adviseur mr. H.J. Bolding mpa, adviseur verhinderd : drs. T.W. Rietkerk (Overijssel) mevrouw drs. E. Sweet (Noord-Holland) prof. dr. W.B.H.J. van de Donk, adviseur lijst vertegenwoordigers van de provincies : bijgevoegd

7 CONCEPTAGENDA vergadering : 30 september 2014 Pagina 2 van 3 ALGEMENE VERGADERING aanvang : 18:00 uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit 1. Opening --- a. Vaststelling agenda --- b. Verslag algemene vergadering d.d. 19 juni 2014 (bijgevoegd) 1. Het verslag van de Algemene Vergadering van 19 juni 2014 vaststellen; 2. kennis nemen van de openbare besluitenlijst van de AV van 19 juni 2014 die is gepubliceerd op de IPO-website en 3. kennis nemen van de sfeerimpressie van de AV van 19 juni 2014 die daags na de AV verstuurd is aan de leden van de AV. c. Gelegenheid tot het stellen van vragen Bespreekpunten a. KOMPAS 2020 (bijgevoegd) b. Voorbereiding algemene evaluatie Transitie IPO (bijgevoegd) c. Gezamenlijke inzet PS2015- verkiezingen (bijgevoegd) d. Stand van zaken rechtspositie Statenleden (bijgevoegd) Kennis nemen van het door het IPO-bestuur op 10 & 11 september vastgestelde document KOMPAS Kennis nemen van de voorbereiding van de algemene evaluatie van de transitie van het IPO; en 2. bespreken op welke wijze uw Algemene Vergadering bij de algemene evaluatie betrokken dient te worden. Kennis nemen van de stand van zaken van op het initiatief van uw Algemene Vergadering gezamenlijke inzet voor de Provinciale Statenverkiezingen van maart De stand van zaken van het dossier rechtspositie Statenleden bespreken.

8 CONCEPTAGENDA vergadering : 30 september 2014 Pagina 3 van 3 ALGEMENE VERGADERING aanvang : 18:00 uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit 3. Beslispunten a. IPO-Jaarplan 2015 (bijgevoegd) b. Wijziging IPO-begroting 2014 (bijgevoegd) c. Wijziging Kassiersbegroting 2014 (bijgevoegd) d. Wijziging begroting BIJ (bijgevoegd) e. IPO-begroting 2015 (bijgevoegd) f. Kassiersbegroting 2015 (bijgevoegd) g. Jaarplan BIJ (bijgevoegd) h. Begroting BIJ (bijgevoegd) Het IPO-Jaarplan 2015, vastgesteld door het bestuur op 10 & 11 september 2014, goedkeuren. De gewijzigde IPO-begroting 2014, vastgesteld door het bestuur in zijn vergadering van 10 en 11 september 2014, goedkeuren. De wijziging begroting Kassiersfunctie 2014, zoals vastgesteld door het bestuur in de vergadering van 10 en 11 september 2014, goedkeuren. De wijziging begroting 2014, vastgesteld door het bestuur op 10 en 11 september 2014, goedkeuren. De wijziging begroting 2014, vastgesteld door het bestuur op 10 en 11 september 2014, goedkeuren. De begroting Kassiersfunctie 2015, vastgesteld door het IPO-bestuur in de vergadering van 10 en 11 september 2014, goedkeuren. Het BIJ12-Jaarplan 2015, vastgesteld door het bestuur op 10 en 11 september 2014, goedkeuren. De begroting BIJ , vastgesteld door het IPO-bestuur op 10 en 11 september 2014, goedkeuren. 4. Rondvraag Sluiting ---

9 .... Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 1b ip Paraaf secretaris: Datum : 12 september 2014 Inlichtingen bij : Gerard Beukema/Ferdi de Lange Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : 2 Onderwerp : Verslag Algemene Vergadering d.d. 19 juni 2014 Voorstel 1. Het verslag van de Algemene Vergadering van 19 juni 2014 vaststellen; en 2. kennis nemen van de sfeerimpressie van de AV van 19 juni 2014 die daags na de AV verstuurd is aan de leden van de AV en gepubliceerd is via Toelichting --- Bijlagen 1. Conceptverslag van de Algemene Vergadering d.d. 19 juni 2014; en 2. Sfeerimpressie Algemene Vergadering d.d. 19 juni 2014.

10 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 1b VERSLAG VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE VERENIGING IPO OP 19 JUNI 2014 aanvang vergadering : uur einde vergadering : uur plaats : Provinciehuis Utrecht, Archimedeslaan 6 te Utrecht Algemene Vergadering : mevrouw S.L. Hosman-Benjaminse (Fryslân) Mevrouw F. Reitsma-Hazelhoff (Fryslân) J.W.M. Veerenhuis-Lens (Groningen) A.J.M. van Kesteren (Groningen) mevrouw M. Bakker (Drenthe) J. Smits (Drenthe) D. Buursink (Overijssel) P.J. van der Vinne (Overijssel) Mevrouw L. van Milano (Gelderland) P.W. Wanrooij (Gelderland) J. van Wieren (Flevoland) Mevrouw S. Rötscheid (Flevoland) C. de Kruijf (Utrecht) mr. W.N. Cool (Noord-Holland) drs. W.J.M. Holthuizen (Noord-Holland) mevrouw W.H. de Zoete (Zuid-Holland) P.A. Hamelink (Zeeland) mevrouw P. van der Kammen (Noord-Brabant) Bestuur : J.W. Remkes, voorzitter drs. G. Beukema, secretaris drs. F.J.M. de Lange, adjunct-secretaris mevrouw C. Schokker-Strampel (Fryslân) drs. B.S. Wilpstra (Groningen) H.H. van den Boer (Drenthe) M.J.D. Witteman (Flevoland) drs. R.A.M. van der Sande (Zuid-Holland) G.R.J. van Heukelom (Zeeland) verhinderd : zie onder agendapunt 1a

11 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 2 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit 1. Opening (18.00 uur) a. Vaststelling agenda --- Conform. De voorzitter opent de vergadering en meldt berichten van verhindering van de volgende leden van de Algemene Vergadering: - De heer Haaze (Zeeland); - De heer Van Soest (Limburg); - De heer Peters (Utrecht); - De heer Van Gruijthuijsen (Noord-Brabant, volmacht verleend aan mevrouw Van der Kammen). De voorzitter meldt tevens dat mevrouw Roefs (Limburg) afscheid heeft genomen van de Algemene Vergadering omdat zij het lidmaatschap van Provinciale Staten heeft opgegeven voor het wethouderschap in Bergen (Limburg). Tevens heet de voorzitter mevrouw Van Milano van harte welkom als vertegenwoordiger van Gelderland. De voorzitter meldt berichten van verhindering van de volgende leden van het bestuur: - De heer Rietkerk (Overijssel); - Mevrouw Meijers (Gelderland); - De heer Van Lunteren (Utrecht); - Mevrouw Sweet (Noord-Holland); - De heer Y.C.M.G. de Boer (Noord-Brabant); en - De heer drs. ing. P.F.C.W. van der Broeck (Limburg). b. Verslag algemene vergadering d.d. 20 maart 2014 Conform. Mevrouw Van der Kammen (Noord-Brabant) constateert naar aanleiding van het verslag dat in tegenstelling tot de toezegging het woord lobbystrategie nog in sommige stukken voorkomt. Tevens geeft mevrouw Van der Kammen aan dat op pagina 11 de heer Van Gruijthuijsen heeft gevraagd of alle exploitatiekosten in plaats van de exploitatiekosten zijn verwerkt. Ook wijst mevrouw Van der Kammen naar aanleiding van het verslag er op dat de gezamenlijke inzet voor de PS2015-verkiezingen gericht is op enkel opkomstbevordering en een niet-politiek karakter dient te hebben.

12 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 3 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit Ten slotte geeft mevrouw Van der Kammen naar aanleiding van het verslag aan dat was toegezegd dat de definitieve begroting voor GWO/BIJ12 deze vergadering zou worden geagendeerd, maar dat uit nader contact met het IPO-bureau is gebleken dat de begroting wordt geagendeerd voor de Algemene Vergadering op 30 september Mevrouw Hosman (Fryslân) geeft aan dat zij aan de adjunct-secretaris een correctie op het verslag heeft doorgegeven. De Algemene Vergadering stelt het verslag met bovengenoemde correcties vast. c. Gelegenheid tot het stellen van vragen Geen opmerkingen. 2. Bespreekpunten a. KOMPAS Kennis nemen mede n.a.v. de uitkomsten van de PS-bijeenkomsten over KOMPAS 2020 van het herziene tijdpad voor KOMPAS 2020; en 2. Bespreken van de tweede conceptversie van het document KOMPAS 2020 waarvan de uitkomsten worden betrokken bij de voorbereiding van de definitieve versie van KOMPAS Conform. De voorzitter licht toe dat op grond van de uitkomsten van de KOMPAS 2020-bijeenkomsten met Provinciale Staten in de onderscheiden provincies alsmede bespreking van KOMPAS 2020 in het bestuur en met delegaties vanuit de wetenschap en de ambtelijke top van het ministerie van BZK besloten is om het tijdpad voor KOMPAS 2020 te herzien. Daarom is KOMPAS 2020 niet vastgesteld in de bestuursvergadering voorafgaand aan de Algemene Vergadering, maar wordt de zomer gebruikt om een definitieve versie op te stellen die op 10 en 11 september in de tweedaagse vergadering van het bestuur wordt vastgesteld. Zoals eerder afgesproken wordt KOMPAS 2020 wel gepresenteerd tijdens het IPO-Jaarcongres te Limburg op 30 september en 1 oktober De voorzitter geeft hierbij aan dat hierdoor ook extra ruimte ontstaat om KOMPAS 2020 in deze Algemene Vergadering inhoudelijk te bespreken en de uitkomsten daarvan, gelijk de uitkomsten van de bestuursvergadering voorafgaand aan de AV, te betrekken bij de definitieve versie van KOMPAS 2020.

13 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 4 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit De voorzitter geeft aan dat voor de herziening van het tijdpad een aantal overwegingen hebben meegespeeld: - Hoewel de diverse bijeenkomsten duidelijk maakten dat thematiek en inhoudelijke hoofdlijnen gedeeld worden, is de wens uitgesproken om document, achtergronddocument en voorbeelden ( Profiel Provincies -projecten) in één document te vatten; - Aanvullend hierop is geconstateerd dat KOMPAS 2020 te veel alleen over de provincies gaat en niet genoeg over de medeoverheden en de relatie daartoe; - Tevens levert een ruimer tijdpad meer ruimte voor de verwerking van de inbreng van Provinciale Staten en de Algemene Vergadering; en - De zelf opgelegde tijdsklem in relatie tot de voorbereiding van de PS2015-leidraden doet geen opgeld meer. De Algemene Vergadering neemt kennis van het herziene tijdpad en bespreekt de voorliggende tweede conceptversie van het document KOMPAS De heer De Kruijf (Utrecht) geeft aan dat in PS van Utrecht is gesproken over de eerste versie. De uitkomst hiervan was niet eensluidend met tegenover elkaar staande opmerkingen. Er was waardering voor de inzet om het profiel aan te scherpen om mensen naar de stembus te krijgen. Tegelijkertijd was er ook scepsis over de mogelijkheden hiertoe en daarmee lage verwachtingen. Ook werd door sommige leden van PS gesteld dat het karakter van het stuk te politiek is, een opmerking die in mindere mate ook nog geldt voor de tweede conceptversie. Met name de passage over opschaling kan te politiek opgevat worden De voorzitter vraag om voorbeelden hiervan. De heer De Kruijf geeft aan dat het de opmerking betreft inzake onder andere de nationale blauwdrukken en structuurdiscussies. Dit geldt ook voor de passage dat opgaven leidend zijn en opgaven volgend. Ook zijn her en der wat ronkende teksten terug te vinden zonder voorbeelden. Juist voorbeelden zouden het stuk inzichtelijk maken.

14 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 5 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit Ten slotte wordt een samenhangende visie op het middenbestuur gemist. De voorzitter geeft aan dat enkele van de opmerkingen ook door het bestuurslid uit Utrecht zijn ingebracht en aangepast worden. De heer Van der Vinne (Overijssel) geeft aan dat bespreking in Overijssel niet heeft geleid tot een groot aantal opmerkingen, maar vooral steun voor de gekozen lijn. Wel wordt geconstateerd dat het proces wordt gedragen door een beperkt aantal mensen, met name ook in Provinciale Staten. Het bestuur moet daarom nadenken over het vergroten van het draagvlak zodat het stuk intrinsiek onderdeel wordt van Provinciale Staten. De voorzitter geeft aan dat het de verantwoordelijkheid is van de leden van Provinciale Staten die niet hebben deelgenomen aan de bijeenkomsten. Mevrouw Bakker (Drenthe) geeft aan dat KOMPAS 2020 in de commissievergadering op 18 juni is besproken. Er waren weinig opmerkingen over de inhoud, maar evenmin was er spaken van groot enthousiasme. Het centraal stellen van de maatschappelijke opgaven werd als positief ervaren, maar wel te veel focus op de economie en niet concreet. De wens werd ook uitgesproken om steviger uit de defensieve houding te komen en dat de provincie ertoe doet. De vorm wordt als slecht gezien. Het voorliggende document is daar niet voor geschikt. Mevrouw Van Miliano (Gelerland) geeft aan dat Gelderland het besproken heeft in een themabijeenkomst en nogmaals op 18 juni. Er waren wat tegenstrijdige berichten over het proces. Vanuit PS van Gelderland zou er meer aandacht mogen zijn voor het ruimtelijk domein en de vraag waar de middelen vandaan moeten komen. De heer Cool (Noord-Holland) geeft aan dat er een spaarzame opkomst was. Een drietal punten zijn aan mevrouw Sweet meegegeven.

15 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 6 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit Ook leidde het nog tot een discussie over de kerntaken en of er niet teveel ruimte wordt gegeven aan het sociale domein. Ook werd het jammer gevonden dat zo weinig Statenleden aanwezig waren bij de 'Profiel Provincies'-bijeenkomsten omdat deze nuttig zijn voor de Statenleden. Mevrouw Rotscheid (Flevoland) geeft aan dat er geen heftige discussies in Flevoland naar aanleiding van het stuk zijn gevoerd. Wel zijn er een aantal opmerkingen geplaats, waarbij is aangegeven dat de focus p de open huishouding wordt gemist en dat de passage over nationale blauwdrukken geen politiek statement kan zijn. Ten slotte was men van mening dat het stuk scherper kon. De heer Van Kesteren (Groningen) geeft aan dat in Groningen de leden van PS KOMPAS 2020 hebben besproken op grond van stellingen en dat deze werkvorm zeer wordt aanbevolen. KOMPAS 2020 wordt gezien als een goed raamwerk. Daarbij is naar voren gekomen dat je alles mooi kunt opschrijven, maar dat gemeenschappelijk beleid geld kost en de benodigde solidariteit tussen provincies aanwezig moet zijn om ook financieel solidair te zijn. Er moet ook eensluidend naar Den Haag en Brussel gecommuniceerd worden. Ook werd aandacht gevraagd voor de communicatievorm. Mevrouw De Zoete (Zuid-Holland) geeft aan dat in Zuid-Holland niet veel opmerkingen over het stuk zijn gemaakt. Partijen kunnen hier desgewenst uit putten, maar dat is aan de partijen zelf. Zuid-Holland is voorstander van zoveel mogelijk afstand en alleen samenwerken waar dat nodig is. Mevrouw Reitsma (Fryslân) geeft aan dat de bespreking niet bijzonder positief was. De vraag was wat de meerwaarde is van het traject. Moet er niet gesproken worden over maatschappelijke ontwikkelingen in plaats van maatschappelijke opgaven mede in relatie tot de kerntakendiscussie. In Fryslân leeft de vreest dat de kerntakendiscussie opnieuw moet worden gevoerd en dat dit ook onnodig is.

16 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 7 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit Ook hier de opmerking of het stuk niet te politiek van aard is. Ten slotte waren er vraagtekens over het beschreven kenniscentrum. De voorzitter geeft aan dat het een regionale kennishouding betreft en geen fysiek regionaal kenniscentrum. Mevrouw Hosman (Fryslân) geeft aan dat in het overzicht van het KOMPAS 2020-traject het woord 'lobbystrategie' moet worden verwijderd conform de eerdere toezegging van de voorzitter om dit woord niet meer in de KOMPAS nota op te nemen Mevrouw Van der Kammen (Noord-Brabant) geeft aan dat het KOMPAS 2020 vooral geen politieke insteek moet kennen en de beperking moet blijven in de kerntaken. Provincies verschillen eenmaal was ook een belangrijke conclusie. De voorzitter geeft aan dat er een grote diversiteit aan reacties bestaat en dat de uitkomsten van de bespreking waar mogelijk worden verwerkt in het stuk. Aanvullend geeft de voorzitter aan dat KOMPAS 2020 bedoeld is als raamwerk en natuurlijk politiek van aard is, maar dat het aan de politieke partijen zelf is om te bepalen wat ze ermee doen. De uitwerking van het stuk moet concreter worden gemaakt ook door de provincies zelf op grond van de eigen regionale context. Verder is het stuk van belang met het oog op de voorbereiding van de Tweede Kamerverkiezingen en antwoord moet geven op de vraag 'Waarom zijn de provincies op aarde?'. De notie dat provincies verschillen moet wat sterker in het stuk naar voren komen. Dat betekent ook dat er geen blauwdruk ligt hoe de individuele provincies de kerntaken invullen. De voorzitter geeft aan dat ook extern is aangegeven dat het stuk gelezen kan worden dat afstand wordt genomen van de kerntaken. Dit moet derhalve aan worden gepast. Wat betreft 'ronkende' teksten is het van belang om een balans te vinden tussen 'ronkend' en zelfbewustzijn van de provincies. Ook geeft de voorzitter aan dat de voorbeelden uit 'Profiel Provincies' een plek te geven in de definitieve versie van KOMPAS 2020.

17 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 8 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit Ten slotte geeft de voorzitter aan dat de lijn inzake nationaal blauwdrukdenken en opschaling overeenkomstig het IPO-standpunt is van oktober 2013 n.a.v. de vraag van de minister van BZK over landsdeelvorming. De passage is daarom niet partijpolitiek bedoeld, maar de lijn hoe maatschappelijke vraagstukken aangepakt dienen te worden. Er zullen geen opmerkingen gemaakt worden over het provinciale belastinggebied omdat dit contraproductief werkt. Het principiële punt van de open huishouding zal worden benoemd, maar als staatkundige benadering en niet als uitnodiging om meer taken als provincies op zich te nemen. Afgesproken wordt dat de opmerkingen betrokken worden bij de voorbereiding van de definitieve versie van KOMPAS Apart wordt nog aandacht gevraagd voor de opkomst van Provinciale Staten waarbij de voorzitter aangeeft dat het voor het eerst in IPO-verband is dat PS op dergelijke wijze betrokken zijn. Daarbij moet het slotakkoord van het traject, de eigen invulling van het KOMPAS 2020-raamwerk, in de provinciehuizen zelf geschreven worden. Mevrouw Hosman (Fryslân) onderstreept het uitgangspunt van de voorzitter dat niet weggedreven moet worden van de kerntaken en dat het KOMPAS 2020 een niet-politiek raamwerk moet worden en dat maatschappelijke vraagstukken alleen opgepakt moeten worden voor zover deze raken aan de kerntaken. Daarbij merkt zij op dat in Fryslân de politieke discussie over de kerntaken net is afgerond en met niet wil dat deze opnieuw gaat oplaaien. De heer Buursink (Overijssel) geeft aan dat het van belang is dat iedere provincie zijn eigen invulling kiest en dat het provinciale autonomie betreft. De heer Van Wieren (Flevoland) vindt dat de discussie over maatschappelijke opgaven nu te negatief wordt uitgelegd. Het is van belang om daarbij aan te geven dat provincies - samen met andere overheden en partners - opgaven aanpakken.

18 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 9 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit De voorzitter geeft aan dat er geen opmerkingen gemaakt zullen worden over een financiële herverdeling. De heer Van der Vinne (Overijssel) onderstreept dat het gaat om het vooropstellen van maatschappelijke opgaven zoals het stuk ook begint. Dat is een gezamenlijke opdracht. De Algemene Vergadering neemt kennis van het herziene tijdpad en wacht de verwerking van de uitkomsten van de bespreking af en het voornemen van het bestuur om KOMPAS 2020 in september vast te stellen en daarna in oktober op het Jaarcongres te presenteren. b. Gezamenlijke inzet PS2015-verkiezingen 1. Bespreken van onderstaand voorstel tot nadere uitwerking van de gezamenlijke inzet voor de verkiezingen voor Provinciale Staten in maart 2015; en 2. kennis nemen van de mondelinge toelichting op de uitkomsten van de bespreking van dit voorstel in de vergadering van het IPO-bestuur direct voorafgaand aan de Algemene Vergadering. Conform. De voorzitter geeft aan dat het voorliggende voorstel de uitkomst is van besluitvorming van bestuur en AV. De voorzitter memoreert ook de stellingname van Zuid-Holland er dat er daarom voor gezorgd is dat devoorstellen beperkt zijn en het aan de provincies zelf is om te bepalen of ze al dan niet deelnemen. Mevrouw Hosman (Fryslân) geeft aan dat er weinig voorstelling kan worden gemaakt bij de mogelijkheid van een bustour en of veel provincies daarbij zullen aanhaken. Mevrouw Van der Kammen (Noord-Brabant) geeft aan dat de inzet beperkt moet worden tot opkomstbevordering en dat de slogan niet politiek geladen dient te zijn. Mevrouw De Zoete (Zuid-Holland) geeft aan dat Zuid-Holland beperkt mogelijkheden ziet voor gezamenlijke inzet. De heer Van Kesteren (Groningen) geeft aan dat het goed is dat provincies zelf kunnen bepalen of ze al dan niet deelnemen. Mevrouw Rotscheid (Flevoland) geeft aan dat er nog een paar losse eindjes zijn en wat de werkzaamheden van het IPO zijn in het geheel.

19 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 10 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit De heer Cool (Noord-Holland) ziet de uitwerking tegemoet. De heer Wanrooij (Gelderland) is van mening dat opkomstbevorderende maatregelen goed zijn. De heer De Kruijf (Utrecht) vraagt zich af hoe precies de slogan moet uitpakken en of dit wel passend is bij de verschillende provincies. De voorzitter geeft aan dat in een gelaagd palet van activiteiten wordt aangeboden, waarbij ook BZK zijn rol pakt. De invulling gebeurt op provinciaal niveau. De adjunt-secretaris licht toe dat voor de voorbereiding en uitwerking van de voorstellen een overleg door het IPO-bureau wordt gefaciliteerd van communicatieadviseurs van de provinciehuizen en de Statengriffies. Bij de uitwerking wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij bestaande initiatieven zoals de samenwerking met ProDemos waarbij bij elk van de onderdelen van de gezamenlijke inzet iedere provincie vrij is om al dan niet deel te nemen. De rol van het IPO-bureau daarbij is faciliterend. De Algemene Vergadering neemt kennis van de uitwerking van de gezamenlijke inzet voor de PS2015-verkiezingen en ziet de activiteiten naar aanleiding hiervan tegemoet. c. Rechtspositie Statenleden: belevingsonderzoek en wet vermindering politieke ambtsdragers 1. Kennis nemen van de mondelinge toelichting op de uitkomsten van het belevingsonderzoek naar de rechtspositie van Statenleden en het bestuurlijk overleg op 4 juni met de minister van BZK; en De voorzitter geeft aan dat de resultaten van het belevingsonderzoek zijn verspreid (bijlage 1) en onder de aandacht zijn gebracht bij de minister van BZK. De heer Buursink (Overijssel) licht de uitkomsten van het onderzoek toe alsmede de uitkomsten van het bestuurlijk overleg met de minister van BZK op 4 juni. De heer Buursink geeft aan dat de resultaten meevallen en dat de tijdsbesteding relatief gelijk is gebleven, maar dat de werkdruk als hoog wordt ervaren in relatie tot een lage vergoeding wat spoort met het advies van de toenmalige commissie-dijkstal.

20 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 11 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit 2. kennis nemen van de stand van zaken van het kabinetsvoornemen tot vermindering van het aantal leden van Gedeputeerde en Provinciale Staten. De minister heeft het onderzoek in ontvangst genomen, maar geen toezeggingen gedaan. De onkostenvergoeding wordt overigens wel verhoogd. De heer Buursink geeft aan dat de Kamerleden op het dossier Binnenlands Bestuur hier ook over worden benaderd. Ook is gesproken over de vermindering van het aantal Statenleden die nu niet doorgaat. De ingeboekte korting gaat wel door, in de reactie op het onderzoek is aangegeven dat dit in mindering wordt gebracht op het fractiebudget, maar dit klopt niet. Het gaat in mindering op het provinciefonds. De voorzitter geeft aan dat de vermindering van het aantal leden van GS en PS aan bod is gekomen in het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen. Daar heeft de minister aangegeven dat hij het wetsvoorstel op korte termijn niet zal indienen bij de Tweede Kamer, maar dat de korting - conform het staande kabinetsbeleid - wordt doorgevoerd. De heer Buursink (Overijssel) geeft aan dat hetzelfde punt speelt bij de VNG. De voorzitter geeft aan dat deze systematiek onderwerp is van het komende Overhedenoverleg. Mevrouw Hosman (Fryslân) geeft aan dat Statenleden 9,7 uur minder zijn gaan werken in hun reguliere baan en dat dit op pagina 7 van het onderzoek staat vermeld. De heer Buursink geeft aan dat dit inderdaad klopt. De Algemene Vergadering neemt kennis van de uitkomsten van het onderzoek en het bestuurlijk overleg. Afgesproken wordt dat als invalshoek voor de gesprekken met Kamerleden het advies van de commissie-dijkstal wordt gebruikt dat wordt ondersteund door de resultaten van het belevingsonderzoek.

21 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 12 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit d. (Bank)krediet nieuwe huisvesting IPO Conform de besluitvorming van uw Algemene Vergadering d.d. 20 maart 2014 inzake de (her)huisvesting van het IPO-bureau het IPObestuur mandateren tot het aangaan van een (bank)krediet van maximaal ,- ten behoeve van investeringen voor en inrichting van de nieuwe huisvesting van het IPO. De voorzitter geeft aan dat de nieuwe huisvesting verbouwd moet worden. Naar aanleiding van een vraag van mevrouw Van der Kammen in de aanloop naar deze vergadering is nadere informatie uitgedeeld ter vergadering (bijlage 2) die tevens per mail is rondgestuurd. Mevrouw Van der Kammen (Noord-Brabant) vraagt wat de ,- huisvestingskosten inhouden en hoe kan dit vergeleken worden en dat er transparantie wordt gemist. De secretaris geeft aan dat deze kosten terug te vinden zijn in de begroting en conform de cijfers zoals gepresenteerd in de AV van 20 maart. Energie- en schoonmaakkosten zijn onderdeel van servicekosten. Mevrouw Hosman (Fryslân) vraagt waarom euro nodig zijn voor de inrichting van het IPO. De heer Van Kesteren sluit zich hierbij aan. De heer Van Wieren geeft aan dat de vragen breed gedeeld worden. De secretaris geeft aan dat het gaat om berekening van inrichtingskosten op basis van algemeen gehanteerde kosten. In de vorige Algemene Vergadering is afgesproken om een deel van extra besparing te gebruiken om de inrichting aan te passen, met name de toegankelijkheid van het pand. Deze kosten kunnen niet aan de eigenaar worden toegeschreven, waarbij de secretaris aangeeft dat de eigenaar ook de nodige kosten op zich neemt voor noodzakelijke verbouwing. De voorzitter geeft aan dat het aanbod gestand is gedaan om de provinciale lobbyisten deels te huisvesten als besparing voor de provincies. Dit brengt ook kosten voor het IPO met zich mee, maar levert in algemene zin een grotere besparing op voor de provincies. Onder de inrichtingskosten moeten dus ook verbouwingskosten worden verstaan.

22 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 13 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit 3. Beslispunten Mevrouw Van der Kammen (Noord-Brabant) vraag waar de ,- onvoorzien vandaan komt. De voorzitter meldt dat dit ook al onderdeel was van het voorstel zoals vastgesteld door de AV. De Algemene Vergadering stemt conform voorstel in. a. IPO-Jaarverslag 2013 Het IPO-Jaarverslag 2013, vastgesteld door het bestuur op 17 april 2014, goedkeuren. Mevrouw Bakker (Drenthe) wijst op een motie in Drenthe over het wel of niet blijven bij het IPO, maar dat door de transitie van het IPO en de resultaten ervan door PS van Drenthe als positief worden ervaren en de motie van tafel is. Mevrouw Van Miliano (Gelderland) vraagt of een tendens valt te destilleren uit niet behaalde doelstellingen waarom deze niet behaald zijn. De voorzitter geeft aan dat dit per doelstelling verschilt en dat het helaas niet het geval is om dit in algemene zin te duiden. Mevrouw Van der Kammen (Noord-Brabant) geeft aan dat op pagina 27 wordt gesproken over herverdeeleffecten natuur en verkeer en vervoer dat deze zijn gerealiseerd en waarom dat zo is. De voorzitter geeft aan dat dit een voorlopige conclusie en afhankelijk is van de gang van zaken in de Tweede Kamer. De heer Van der Sande (lid IPO-bestuur) geeft aan dat zoveel mogelijk wordt gepoogd om bij verdeling aan te sluiten bij bestaande maatstaven. Soms leidt dit tot onverklaarbare effecten die worden gepoogd om op te lossen hoe kan worden omgegaan met dergelijke herverdeeleffecten. Daarbij was de commissie-jansen II een goede commissie. Mevrouw Van der Kammen (Noord-Brabant) concludeert dat de doelstelling inzake BDU onterecht als behaald staat genoteerd.

23 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 14 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit De voorzitter geeft aan dat eerst een besluit in het parlement moet volgen over de afschaffing van Wgr-plus. De heer Van der Vinne (Overijssel) geeft een compliment over de resultaten van de transitie richting de directie. Het bestuur sluit zich hier bij aan. De Algemene Vergadering keurt het IPO-Jaarverslag 2013 goed. b. IPO-Jaarrekening De IPO- Jaarrekening 2013 van de vereniging IPO, zoals vastgesteld door het bestuur op 17 april 2014, goedkeuren; en 2. goedkeuren van de bestemming van de diverse saldi zoals voorgesteld door het bestuur. De voorzitter geeft aan dat een nieuwe versie van de Jaarrekening is nagestuurd aangezien een tweetal pagina's onleesbaar waren. Mevrouw Van der Kammen (Noord-Brabant) geeft aan dat de controle plaats vindt volgens richtlijn 640 wat een lichte toets betreft en wat afwijkend is. Het is daarbij de vraag waarom ooit voor deze richtlijn is gekozen en of dit de meest verstandige keuze is in het licht van de 'governance'-rol van de AV. Ook stelt mevrouw Van der Kammen de vraag of dit ook geldt voor GWO/BIJ12. De secretaris geeft aan dat de AV zelf bepaalt op welke wijze de controle plaats vindt. In een eerdere AV is hierover gesproken en kan de discussie ten principale op ieder moment gevoerd worden. De secretaris wil hier geen mening over vormen omdat het is aan de AV. De secretaris biedt aan om de voorbereiding van deze discussie voor te bereiden. De heer Buursink (Overijssel) geeft aan dat in Overijssel het uitgangspunt is 'keep it simple'. De boekhouding van het IPO is overzichtelijk en gewaakt moet worden om teveel geld uit te geven wanneer dat niet nodig is. De AV geeft in meerderheid aan deze lijn te steunen. Fryslân en Noord-Brabant verzoeken wel om deze discussie dan wel een toelichtende notitie over de verklaring hiervoor. De voorzitter geeft aan dat de verklaring is gegeven en de afweging kan in een volgende Jaarrekening worden verwerkt.

24 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 15 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit Het bestuur zal bezien of de gewijzigde omstandigheden nopen tot een andere vorm van controle. Indien dit zo is zal het bestuur een voorstel doen, anders wordt gemotiveerd waarom niet. De heer Smits (Drenthe) vraag wat de achterliggende reden is voor de vraag van mevrouw Van der Kammen. Mevrouw Van der Kammen (Noord-Brabant) geeft aan dat een andere rol zou moeten nopen tot wellicht een nieuwe insteek. De voorzitter herhaalt dat de toezegging van het bestuur daar in voorziet. De heer Cool (Noord-Holland) is van mening dat moet worden gekeken naar weerstandsvermogen. Dit weerstandsvermogen is er niet waarbij de provincies garant staan. De Algemene Vergadering keurt de IPO-Jaarrekening 2013 goed en stemt in met de bestemming van de diverse saldi conform het voorstel van het bestuur. c. Midyear Review IPO- Jaarplan 2014 Kennis nemen van de Midyear Review IPO- Jaarplan 2014 die dient als instrument voor de beleidsinhoudelijke controle inzake het IPO in het samenspel tussen Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten in de onderscheiden provincies. De voorzitter geeft aan dat de Midyear Review conform afspraak eerder is opgesteld en toegestuurd. De heer Van Wieren (Flevoland) is benieuwd naar de uitkomsten van het bestuurlijke overleg over de regionale omroepen. Mevrouw De Zoete (Zuid-Holland) vindt dat het allemaal wat meer 'lean and mean' zou mogen. Mevrouw Reitsma (Fryslân) vraag inzake pagina 27 naar de ondersteunende rol van provincies bij bibliotheken. Inzake pagina 19 wordt gesteld dat om het provinciefonds robuuster te maken is onderhoud nodig. De vraag is wat dit betekent. Inzake pagina 9 wordt gesproken over de Deltaplannen. Hoe zit het IPO in de evacuatiefracties.

25 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 16 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit De heer Van der Sande (lid IPO-bestuur) geeft aan dat de huidige maatstaven niet afdoende meer zijn en dat onderhoud een periodieke bezigheid is. Mevrouw Schokker-Strampel (lid IPO-bestuur) geeft aan dat evacuatiefracties normerend zijn voor dijken. Deze zijn zeer behoudend opgesteld zodat de realistisch zijn. Aan de Tweede Kamer is door de minister aangegeven dat Veiligheidsregio's hier hun rol moeten pakken. Vanuit het IPO wordt hier terughoudend mee omgegaan. De secretaris geeft aan dat de toekomst van de regionale omroepen in dit verband een groot woord is omdat het kabinetsstandpunt bekend. Het bestuurlijk overleg ging met name over welke voorwaarden worden gecreëerd over de regionale worteling van de publieke omroep. Het overleg heeft zich op die voorwaarden gericht. De voorzitter geeft aan dat mevrouw Bijleveld-Schouten de portefeuillehouder is. De secretaris geeft aan dat de provincies een kleinschalige steunfunctie heeft t.a.v. bibliotheken. Dat is een provincietaak. Mevrouw Reitsma (Fryslân) las het als een wijziging en daarom dus de vraag. De heer De Boer geeft aan dat 2015 zeker wordt gehaald aangezien het de Tweede Kamer al is gepasseerd. De secretaris geeft aan dat het antwoord apart wordt toegestuurd. De voorzitter geeft aan dat immer wordt getracht het stuk 'lean and mean' te houden. De Algemene Vergadering neemt kennis van de Midyear Review IPO- Jaarplan 2014.

26 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 17 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit 4. Rondvraag --- Geen opmerkingen. 5. Sluiting (19.45 uur)

27 BMC I nderzoek Een ondergewaardeerd, maar mooi ambt Belevingsonderzoek onder leden van de Provinciale Staten BMC In opdracht van het Interprovinciaal Overleg Mei 2014

28 Dit rapport is opgesteld door BMC, onderzoeks- en adviesbureau voor de publieke sector. drs. Hans Slooijer MSM dr. Ischa van Straaten drs. Annelieke van den Heuvel Projectnummer: Correspondentienummer: DH

29 Inhoudsopgave Samenvatting 1 1. Ter inleiding 3 De kernelementen van de ambtsbeleving van Statenleden 3 Online enquête uitgevoerd 4 2. Verwachtingen en motivaties 5 3. Praktijk 6 De inhoud van het werk 6 Tijdsbesteding en werkdruk 6 Werkzaamheden 6 Werk naast het Statenlidmaatschap 7 Werkdruk 7 Ondersteuning 8 Ondersteuning vanuit de griffie 8 Externe ondersteuning 9 Samenwerking 9 4. Resultaten 11 Het nut en plezier van het ambt 11 Bereikte resultaten 11 Het nut van het ambt Beloning 13 Vergoedingen 13 Waardering Beschikbare kandidaten 15 Eigen beschikbaarheid 15 Beschikbaarheid van andere kandidaten 15 Aantrekkelijkheid van het ambt Conclusies 18 Bijlage 1. Onderzoeksverantwoording en kenmerken van de respondenten 19 Methode van onderzoek 19 Kenmerken en representativiteit van de respondenten 19

30 Samenvatting Aanleiding onderzoek Ter voorbereiding op het overleg van decentrale politieke ambtsdragers met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, heeft het Interprovinciaal Overleg (IPO) besloten een belevingsonderzoek uit te voeren onder alle Statenleden in Nederland. Representativiteit Het onderzoek is uitgevoerd in de periode eind april medio mei 2014 door middel van een online enquête. Deels zijn dezelfde vragen gesteld als in 2004 toen een soortgelijk onderzoek is uitgevoerd. Van de Statenleden hebben er 207 (36%) aan het onderzoek deelgenomen. De respondenten vormen een goede afspiegeling van alle Statenleden. Motivatie Er zijn diverse redenen om Statenlid te worden. Maatschappelijke betrokkenheid is voor bijna alle Statenleden een onderdeel van hun motivatie. Andere belangrijke redenen zijn het kunnen uitoefenen van invloed en interesse in politiek en bestuur. Werkdruk Een meerderheid van de Statenleden ervaart de aard van de vraagstukken weliswaar als (zeer) plezierig, maar 62% van de Statenleden vindt de werkdruk (te) hoog. Dat komt door het grote aantal dossiers, de onregelmatigheid (piekbelasting) en de hoeveelheid informatie die men moet lezen. Voor ruim een vijfde van de Statenleden is dit (zeer) onplezierig. Tijdsbesteding De gemiddelde tijdsbesteding is 20 uur per week, wat nagenoeg overeenkomt met de tijdsbesteding in 2004 (21 uur per week). Ongeveer de helft hiervan betreft werkzaamheden die direct gerelateerd zijn aan bestuurszaken. De andere helft wordt besteed aan activiteiten voor de fractie (of partij), externe contacten en reistijd. Ondersteuning door de griffie De meeste Statenleden maken gebruik van een vorm van ondersteuning door de griffie en de helft van hen doet wel eens een beroep op externe experts, die betaald worden uit de fractievergoeding. Vergoeding De meeste Statenleden (85%) verrichten naast het statenlidmaatschap betaald werk. Bijna de helft is na aanvaarding van het lidmaatschap minder gaan werken, gemiddeld 9,7 uur per week. Over de statenvergoeding, die geldt als compensatie voor de inkomstenderving, zijn de meeste Statenleden niet te spreken. Dit wordt gewaardeerd met een cijfer 4,7 (op een schaal van 1 tot 10) en is nauwelijks veranderd ten opzichte van 2004, toen het cijfer 4,5 werd gegeven. De onkostenvergoeding krijgt een krappe voldoende (5,8). 1

31 Waardering De immateriële beloning in termen van waardering voor het ambt dat men vervult, wordt wisselend ervaren. De waardering door de eigen politieke partij is redelijk tot goed te noemen. Ook ervaart men enige waardering van de bevolking. De waardering van de regering wordt het minst ervaren, maar liefst 51% van de statenleden ervaart dit in het geheel niet. Resultaten Ondanks de werkdruk en de matige vergoeding beleeft 92% van de Statenleden plezier aan het ambt. Een belangrijke factor daarvoor ligt in het bereiken van concrete resultaten. 66% van de Statenleden is hier positief over, terwijl ongeveer een derde het statenlidmaatschap van tijd tot tijd frustrerend vindt. Meer dan de helft van de respondenten zou het lidmaatschap ook aan anderen aanbevelen. Anderen zijn wat meer terughoudend. Of er voor de komende statenverkiezingen voldoende geschikte kandidaten beschikbaar zijn, is voor 59% van de respondenten geen bron van zorg. Anderen zijn daarvan minder of geheel niet overtuigd. Redenen zijn: de grote tijdsbesteding versus de lage vergoeding; de onbekendheid van de provincie in het algemeen en van het werk van de Statenleden in het bijzonder. Op de vraag of de Statenleden hun werk als zinvol ervaren, antwoordt 79% bevestigend, 20% is wat minder positief en een enkeling vindt het werk geheel niet zinvol. Kandidaten nieuwe statenperiode Twee op de drie Statenleden zijn dan ook weer beschikbaar voor een nieuwe statenperiode. Het niet meer beschikbaar zijn of daaraan twijfelen hangt vaak samen met een overvolle agenda of het bereiken van het maximum van het aantal statenperiodes. 2

32 1. Ter inleiding Ter voorbereiding op het overleg van decentrale politieke ambtsdragers met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, heeft het Interprovinciaal Overleg (IPO) besloten een belevingsonderzoek uit te voeren onder alle Statenleden in Nederland. Aanleiding voor het onderzoek is de discussie die decentrale politieke ambtsdragers op dit moment voeren over imago en aanzien van de politieke ambtsdragers in relatie tot de waardering die onder meer zou blijken uit de arbeidsvoorwaarden. Wanneer de werkdruk te hoog is en de arbeidsvoorwaarden en andere voorzieningen niet in verhouding staan tot de werkzaamheden, zal de bereidheid en motivatie onder druk komen te staan om als Statenlid zich beschikbaar te stellen voor een nieuwe periode. Ook bemoeilijkt dit het vinden van voldoende gekwalificeerde kandidaten. De democratische legitimering is daarmee in het geding. De kernelementen van de ambtsbeleving van Statenleden De beleving van het ambt kent verschillende onderdelen, die in samenhang bepalen of er voldoende goede statenleden zijn en blijven in de toekomst. Grofweg gaat het dan om motivaties en verwachtingen, de dagelijkse praktijk, de resultaten van het werk en de beloning. In figuur 1 ziet u het verband tussen de verschillende elementen in de beleving van het ambt. Doel van het onderzoek is duidelijkheid te krijgen over de werksituatie van Statenleden en hun beleving. De volgende thema s komen aan de orde: tijdsbesteding ervaren werkdruk arbeidsvoorwaarden beleving van het ambt Eerder is een soortgelijk onderzoek uitgevoerd in

33 Figuur 1. Conceptueel kader Kandidaten (H6) Aantrekkelijkheid van het ambt Zelf nogmaals beschikbaar Nieuwe kandidaten Motivaties en verwachtingen (H2) Praktijk (H3) Inhoud Tijdsbesteding/ werkdruk Samenwerking (Externe) ondersteuning gebruikt, is deels gebaseerd op het onderzoek dat in 2005 door SGBO is uitgevoerd, zodat op belangrijke punten vergelijking van de resultaten mogelijk is. De vragenlijst is afgestemd met het IPO en de klankbordgroep van de Statenleden. De Statenleden ontvingen (direct van BMC of via hun statengriffier) een met een persoonlijke link naar de online vragenlijst. De invulperiode liep van 22 april tot en met 16 mei Van de Statenleden hebben er 207 (36%) de enquête uiteindelijk ingevuld. Voor een verdere beschrijving van de onderzoeksmethodiek en de respons verwijzen we naar bijlage 1. Beloning (H5) Vergoeding Waardering Resultaten (H4) Plezier Bereikte resultaten Nut van het ambt Online enquête uitgevoerd Om inzicht in de verschillende kernelementen te verkrijgen hebben alle 566 Statenleden een uitnodiging ontvangen voor deelname aan een onderzoek. De vragenlijst die hierbij is 4

34 2. Verwachtingen en motivaties Figuur 2. Welke motivatie of verwachting lag ten grondslag aan uw beschikbaarstelling voor het Statenlidmaatschap? Allereerst gaan we in op de motivatie van Statenleden. Wat maakt dat men zich in het verleden beschikbaar heeft gesteld als kandidaat? Wat wilde men hiermee bereiken? En welke verwachtingen had men daarbij? Maatschappelijke betrokkenheid in het algemeen Interesse in (provinciale) politiek en bestuur 89% De reden om kandidaat te worden is divers. In figuur 2 ziet u de belangrijkste redenen terug. Maatschappelijke betrokkenheid is voor bijna alle Statenleden een onderdeel van hun motivatie. Daarnaast zijn voornamelijk het kunnen uitoefenen van invloed en interesse in politiek en bestuur belangrijke redenen om Statenlid te worden. In hoofdstuk 4 beschrijven we in hoeverre deze verwachtingen in de praktijk beantwoord worden. Uitoefenen van invloed op het provinciaal beleid Uitvoeren van het partijverkiezingsprogramma Bereiken van een speciaal maatschappelijk doel 0% 20% 40% 60% 80% 100% Statenleden hebben zich in de helft (49%) van de gevallen op eigen initiatief kandidaat gesteld. De andere helft is gevraagd. 5

35 3. Praktijk In dit hoofdstuk bespreken we de mening van de Statenleden over inhoud van hun werk, de tijdsbesteding en werkdruk, de ondersteuning die men krijgt en de samenwerking. De inhoud van het werk Een belangrijk deel van de waardering van het werk dat Statenleden doen, bestaat uit de inhoud. In figuur 3 ziet u hoe men de aard van de vraagstukken waardeert. Figuur 3. De mate waarin men de aard van de vraagstukken plezierig vindt. Een grote meerderheid (80%) ervaart deze als (zeer) plezierig. 17% is neutraal en een zeer kleine minderheid van 3% vindt de aard onplezierig. Tijdsbesteding en werkdruk Werkzaamheden De gemiddelde tijd die de Statenleden besteden aan hun lidmaatschap is 20 uur per week (zie figuur 4). Ongeveer de helft hiervan betreft werkzaamheden die direct gerelateerd zijn aan bestuurszaken. De andere helft wordt besteed aan activiteiten voor de fractie (of partij), externe contacten en reistijd. Figuur 4. Gemiddelde tijdsbesteding naar activiteit in uren Totaal 19.6 ÿzeer plezierig ÿ Plezierig Neutraal Onplezierig Bestuurstaken I 3,i Fractie/ politieke partij 4.S Externe contacten I3.«Reistijd Het onderzoek van SGBO in 2004 meldde een vergelijkbare tijdsbesteding, namelijk 21 uur per week, hoewel toen het 6

36 aantal Statenleden groter was 1. Daarvan werd eveneens iets minder dan de helft besteed aan bestuurlijke taken. De vergelijking van de andere taken is niet goed mogelijk, omdat er in 2004 niet specifiek gevraagd werd naar externe contacten. Figuur 5. Ervaren werkdruk Werk naast het statenlidmaatschap Naast het statenlidmaatschap verricht 85% van de leden nog ander betaald werk. Gemiddeld is dat 32 uur per week, met uitschieters naar 60 uur. In 2004 had 80% van de Statenleden betaalde nevenwerkzaamheden en was dit gemiddeld 33 uur per week. Bijna de helft van de Statenleden (48%) is na aanvaarding van het lidmaatschap minder gaan werken. Gemiddeld zijn zij 9,7 uur minder gaan werken. Dit is relevant als we verderop in het rapport kijken naar de beoordeling van de statenvergoeding, die bedoeld is als compensatie voor inkomstenderving. Werkdruk De bestede tijd aan de werkzaamheden is gemiddeld 20 uur, zo zagen we hiervoor. 62% van de Statenleden vindt de werkdruk die hierdoor ontstaat (te) hoog. In figuur 5 ziet u dit terug. Als oorzaak hiervoor noemt men het grote aantal dossiers, de onregelmatigheid (piekbelasting) en de hoeveelheid informatie die men moet lezen. Dit alles in combinatie met ander betaald werk of hun privéleven. ÿte hoog ÿhoog Precies goed ÿlaag Dit is een daling ten opzichte van het onderzoek in Toen ervoer 84% de werkdruk als (te) hoog. Ook is gevraagd hoe men de tijd ervaart die het ambt vraagt. In figuur 6 ziet u dat ruim een kwart het als plezierig ervaart, de helft neutraal is en een klein kwart het als onplezierig ervaart. Ten opzichte van de ervaren werkdruk zien we dus dat een groot deel van de Statenleden die de werkdruk hoog vindt (maar zeker niet alle), dat ook als onplezierig ervaart. 1 Het aantal Statenleden bedroeg toen 764. Bij de verkiezing in 2007 is het aantal Statenleden verminderd tot het huidige aantal. 7

37 Figuur 6. Beleving van de tijd die het ambt vraagt. Ondersteuning vanuit de griffie Van de Statenleden maakt 89% gebruik van ondersteuning vanuit de griffie, waarvan een op de drie dat met regelmaat doet. Zie figuur 7 voor een weergave. ÿzeer plezierig " Plezierig Neutraal ÿ Onplezierig Figuur 7. Beroep op ondersteuning van de griffie (%) ÿzeer onplezierig ÿja. regelmatig Ja. slechts incidenteel ÿnee Ondersteuning Een belangrijk element voor de tijdsbesteding en ervaren werkdruk is de ondersteuning die Statenleden vragen en krijgen van de griffie en van betaalde experts. Fracties krijgen vaak ook ondersteuning van vrijwilligers, steunfractieleden assistenten of tegenlezers. Op deze specifieke ondersteuning gaan we hier niet in. We beperken ons tot de griffie en betaalde externe experts. Ondersteuning (zie figuur 8) wordt met name gevraagd voor facilitaire en administratieve zaken als stukken, vergaderingen en de inzet van instrumenten. Men geeft voor deze ondersteuning een 7,6 als rapportcijfer. Wensen ter verbetering op dit vlak zijn genoemd door 13% van de respondenten. Deze zijn zeer divers. De meest genoemde betreffen de behoefte aan minder strikte en bureaucratische invulling van de taken, de processturing (tijdig aanleveren van 8

38 stukken en weigeren laat ingeleverde stukken van de gedeputeerden) en de administratie (digitale dossieropbouw, agendaopbouw). Daarnaast wordt advies en inhoudelijke ondersteuning gevraagd op het vlak van integriteit, de inzet van instrumenten, rechtspositionele zaken en (door een klein deel van de leden) persoonlijke zaken. Voor dit type van ondersteuning geeft men gemiddeld een 7,1 als rapportcijfer. Genoemde wensen ter verbetering betreffen met name meer proactiviteit (inspelen op de ontwikkelingen) en het strategisch-inhoudelijk adviseren van Statenleden, zoals over de stukken die zij inleveren. Figuur 8. Type ondersteuning waarvoor beroep wordt gedaan op de griffie Externe ondersteuning Naast ondersteuning van de griffie, maakt de helft van de Statenleden gebruik van ondersteuning van externe experts, die betaald worden vanuit de fractievergoeding. De meesten doen dit incidenteel (zie figuur 9). Figuur 9. Beroep op ondersteuning van externe experts (%) ÿja. regelmatig Ja. slechts incidenteel ÿnee Concrete, praktische informatie over stukken en vergaderingen Technische ondersteuning dij de inzet van psinstrumenten (moties, amendementen. initiatiefvoorstellen etc.) Persoonlijke advisenng (Dv. integriteitsvragen. strategisch advies over inzet PS-instrumenten) 40% S8% I94% RecMsposrationeie vragen I27% Coacning s% o% 20% 40% 60% 80% 100% Samenwerking Statenleden hebben in hun dagelijkse werkzaamheden te maken met veel verschillende partijen. De respondenten is gevraagd hoe men de samenwerking met deze partijen ervaart. In figuur 10 ziet u de antwoorden. De tevredenheid over de samenwerking binnen de eigen fractie is het grootst 9

39 (92% vindt het (zeer) plezierig), gevolgd door de samenwerking met de griffie (79%). Iets daarachter komt de samenwerking met de ambtelijke organisatie, Gedeputeerde Staten en de andere fracties (allen 66%). Figuur 10. Mate waarin de samenwerking tussen/ met. plezierig is. ÿzeef plezierig ÿ Plezierig Neutraal 1Onplezierig ÿ Zeer onplezierig Griffie Ambtelijke College van GS Tussen fracties 8innen eigen organisatie fractie 10

40 4. Resultaten In dit hoofdstuk gaan we in op de resultaten van het werk dat men verricht, zowel in termen van plezier en zinvolheid als in termen van beloning en waardering door derden. In het algemeen kunnen we in ieder geval stellen dat een meerderheid (60%) vindt dat de verwachtingen die men had tijdens aanvaarding van het ambt (zie ook hoofdstuk 2), uitgekomen zijn. 4% geeft aan dat dit niet het geval is. Figuur 11. Is de verwachting die u had bij het aanvaarden van het ambt uitgekomen? Het nut en plezier van het ambt Figuur 12. Beleeft u plezier aan het statenlidmaatschap? 5% S 44% ÿmeer dan voldoende ÿ Voldoende ÿonvoldoende ÿruim onvoldoende Enigszins Ook geeft 75% van de respondenten aan het statenlidmaatschap een leerzame ervaring te vinden. Tegelijkertijd geeft 29% aan het Statenlidmaatschap (onder andere) van tijd tot tijd nogal frustrerend te vinden (cijfers staan niet in een figuur). Bereikte resultaten Een belangrijke motivatie voor Statenleden voor het werk dat zij doen, ligt in het bereiken van concrete resultaten; voor de maatschappij/burgers en voor hun partij. Aan de respondenten is gevraagd hoe ze de resultaten die zij 11

41 bereiken, ervaren. 66% is hier positief over, 22% neutraal en 12% negatief (zie figuur 13). Figuur 14. Vindt u het ambt zinvol? Figuur 13. Hoe beleeft u de resultaten die u bereikt? ÿabsoluut Enigszins ÿzeer plezierig ÿplezierig Neutraal ÿ Onplezierig ÿzeer onplezierig In aanvulling daarop geeft 46% van de respondenten aan veel voor de burgers in de provincie te bereiken (niet in figuur). Het nut van het ambt De cruciale vraag is dan of de Statenleden hun werk als zinvol bestempelen. Dit blijkt 79% volmondig positief te beantwoorden (zie figuur 14). 20% is daar wat minder positief over en een enkeling vindt het werk geheel niet zinvol. 12

42 5. Beloning Figuur 15. Gemiddelde rapportcijfer voor de beloning Een belangrijk onderdeel van de ervaring van de Statenleden (en de aantrekkelijkheid van het ambt), betreft de beloning. Deze kent (in ieder geval) een materiële kant (vergoedingen) en een immateriële kant (waardering door anderen). De mening van de Statenleden over deze twee typen beloning vindt u in dit hoofdstuk. Vergoedingen Aan de Statenleden is gevraagd hoe men aankijkt tegen de vergoedingen die men krijgt voor het werk dat men doet. De vergoeding bestaat enerzijds uit de statenvergoeding (die als compensatie dient voor andere inkomsten die men derft als gevolg van hun lidmaatschap) en een onkostenvergoeding. Statenvergoeding Onkostenvergoeding De statenvergoeding wordt gewaardeerd met een 4,7 (op een schaal van 1 tot 10). De meesten (maar niet allen) zijn niet te spreken over de vergoeding. Vaak geeft men expliciet aan dat men het werk niet doet om het geld, maar dat de verhouding tussen de hoeveelheid werk/tijd en de vergoeding zeer scheef is. Sommige leden kunnen hun reguliere baan niet in uren minderen (om meer tijd aan het statenlidmaatschap te kunnen besteden), omdat ze dan te ver in inkomen achteruit zouden gaan. De extra toelage voor de fractievoorzitters wordt ook als onvoldoende dekkend gezien. De onkostenvergoeding krijgt een zeer krappe voldoende (5,8 op een schaal van 1 tot 10). Men vindt de vergoeding voor zaken als telefoon, internet of buitenprovinciaal vervoer (in geval van grensoverschrijdende zaken) vaak onvoldoende. Naast de financiële vergoedingen worden vaak secundaire arbeidsvoorwaarden gemist als pensioenopbouw, opbouw van een werkloosheids-/arbeidsongeschiktheidsverzekering en zaken als een fietsenplan, sportfaciliteiten, kranten en tijdschriften genoemd. Deze uitkomst wijkt nauwelijks af van de waardering voor de vergoeding in Toen werd een 4,5 toegekend. 13

43 Waardering De immateriële beloning in termen van waardering voor het werk dat men doet, wordt wisselend ervaren. De waardering door de eigen politiek partij is redelijk tot goed te noemen (meer dan de helft geeft aan absoluut waardering voor het werk te krijgen). Zie figuur 16 voor een weergave. De waardering van de bevolking acht men lager. Een enkeling ervaart dit absoluut, 55% ervaart die in enige mate. De waardering van de regering wordt het minst ervaren. Een enkeling ervaart dit absoluut, 37% enigszins en maar liefst 51% in het geheel niet. Figuur 16. Ervaren waardering door politiek partij, bevolking en regering Uw politieke partij De bevolking De regering ÿ Absoluut Enigszins ÿ Nee Weet niet/ geen mening 14

44 6. Beschikbare kandidaten Goede kandidaten voor de Provinciale Staten kunnen voortkomen uit de huidige kandidaten of van buitenaf. We gaan daarom in op de mate waarin men zich weer beschikbaar wil stellen en de mate waarin men van mening is dat er goede andere kandidaten te vinden zullen zijn. Eigen beschikbaarheid Van de respondenten geven twee op de drie aan weer beschikbaar te zijn voor het statenlidmaatschap (zie figuur 17). Voor 13% hangt het af van bepaalde omstandigheden en 18% geeft aan niet meer beschikbaar te zijn. Het niet meer beschikbaar zijn of daarover twijfelen hangt vaak samen met overvolle agenda s (werk, privé en andere maatschappelijke functies zoals raadslidmaatschap). Ook geeft een aantal aan dat ze zich niet meer beschikbaar mogen stellen vanwege het maximum aantal periodes dat men lid is geweest. De in vele ogen lage vergoedingen lijken geen rol te spelen bij de beschikbaarstelling van de respondenten. Figuur 17. Bent u na deze statenperiode weer beschikbaar voor het lidmaatschap? ÿja, voorzover ik nu kan overzien wel Misschien "Nee Weel niet / geen mening Beschikbaarheid van andere kandidaten Of er in het algemeen voldoende geschikte kandidaten beschikbaar zullen zijn voor de komende statenperiode, is voor 59% van de respondenten geen bron van zorg. Velen geven aan dat het voor hun partij nooit een punt van zorg is geweest en nu ook niet. Anderen geven aan dat de grote verliezen van sommige partijen tijdens de gemeenteraadsverkiezingen voor veel nieuwe goede aanwas zal zorgen. 15

45 38% is er minder of geheel niet van overtuigd dat er voldoende geschikte kandidaten zullen zijn. De redenen die hiervoor aangedragen worden betreffen met name: de grote tijdsbesteding versus de lage beloning/waardering; de onbekendheid van de provincie in het algemeen en het werk van Statenleden in het bijzonder; lage kwaliteit door (ook weer) de grote verliezen bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen die zorgen voor baantjesjagers. Figuur 18. Verwacht u dat zich voldoende geschikte kandidaten beschikbaar zullen stellen voor de komende statenperiode? ÿabsoluut Aantrekkelijkheid van het ambt De vorige paragraaf gaf al aan dat het ambt qua imago (onbekendheid, abstractheid) en beloning versus investering niet voor iedereen even aantrekkelijk is. Voor voldoende beschikbaarheid van goede kandidaten is het van belang dat Statenleden hen kunnen overtuigen zich beschikbaar te stellen. Statenleden zijn immers de beste ambassadeurs voor het ambt. Aan de Statenleden is daarom ook gevraagd of men het lidmaatschap zou aanraden aan anderen. 58% van de respondenten zou het lidmaatschap adviseren aan anderen. Zij vinden de meerwaarde (bereikte resultaten, beloning en waardering) blijkbaar opwegen tegen de investering (tijd, inkomstenderving). 39% is daar minder van overtuigd en daarom meer terughoudend in haar advies aan anderen over beschikbaarstelling. 2% van de respondenten zou het überhaupt niet aanraden. Enigszins Weet niet/ geen mening 16

46 Figuur 19. Zou u anderen aanraden zich beschikbaar te stellen voor de komende statenperiode? 1% ÿabsoluut 39% 58% Enigszins ÿnee Weet niet/ geen mening 17

47 7. Conclusies Het belevingsonderzoek onder de huidige Statenleden in Nederland is gehouden in verband met de discussie die decentrale politieke ambtsdragers op dit moment voeren over imago en aanzien in relatie tot de waardering die onder meer zou blijken uit de arbeidsvoorwaarden. Van de Statenleden hebben er 207 (36%) aan het onderzoek deelgenomen. Zij vormen een goede afspiegeling van alle Statenleden. Statenleden blijken maatschappelijk betrokken te zijn en vinden hun motivatie voor het ambt in het kunnen uitoefenen van invloed en interesse in politiek en bestuur. Ondanks de werkdruk en de matige vergoeding beleeft 92% van de Statenleden plezier aan het ambt en 79% vindt het werk zinvol. Twee van de drie Statenleden zijn dan ook weer beschikbaar voor het ambt. Of er voor de komende statenverkiezingen voldoende geschikte kandidaten beschikbaar zijn, is voor 59% van de respondenten geen bron van zorg. Anderen zijn daarvan minder of geheel niet overtuigd. Redenen zijn: de grote tijdsbesteding versus de lage vergoeding; de onbekendheid van de provincie in het algemeen en van het werk van de Statenleden in het bijzonder. De meerderheid ervaart de aard van de vraagstukken als (zeer) plezierig, maar 62% van de Statenleden vindt de werkdruk (te) hoog. De tijd die de Statenleden aan het ambt besteden is gemiddeld 20 uur per week, wat door de jaren heen niet is veranderd. Daarnaast verrichten de meeste Statenleden betaald werk. Bij de aanvaarding van het statenlidmaatschap zijn zij gemiddeld 9,7 uur per week minder gaan werken. Daar staat de statenvergoeding als inkomstenderving tegenover. Daarover zijn de Statenleden niet te spreken; dit wordt gewaardeerd met een cijfer 4,7. In 2004 was dat het cijfer 4,5. De onkostenvergoeding krijgt een krappe voldoende (5,8). 18

48 Bijlage 1. Onderzoeksverantwoording en kenmerken van de respondenten Methode van onderzoek Voor dit onderzoek is een online enquête uitgezet onder alle leden van de Provinciale Staten. Het aantal Statenleden is afhankelijk van het inwonertal van een provincie en varieert van 39 (Flevoland en Zeeland) tot 55 (Gelderland, Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant). In totaal bedraagt het aantal Statenleden 566. Sommige griffiers stelden het op prijs om zelf de uitnodiging voor de enquête te sturen naar hun Statenleden. In alle andere gevallen heeft BMC de uitnodiging direct verstuurd onder de Statenleden. Halverwege de looptijd is een bedanken herinneringsmail aan de Statenleden gestuurd. De doorlooptijd voor het onderzoek was kort (twee en maximaal drie weken, afhankelijk van het moment van versturen door de griffiers) en overspande tevens een vakantieweek. Mede hierdoor is de respons met 36% enigszins laag te noemen. De betrouwbaarheid van de resultaten is daarmee in ieder geval minimaal 90%. Dit betekent dat we met 95% zekerheid kunnen stellen dat de percentages in werkelijkheid op zijn hoogst 10% afwijken van de hier getoonde resultaten. Vanwege deze respons is het niet mogelijk een representatieve uitkomst per provincie te geven. Kenmerken en representativiteit van de respondenten Onder de respondenten zijn alle provincies vertegenwoordigd. Aan de enquête is deelgenomen door voldoende leden met andere functies binnen Provinciale Staten, zoals voorzitter van een commissie of werkgroep (55%). De respondenten maken deel uit van de coalitie (57%) of van de oppositie (43%). Dit overziend, vormen de respondenten een goede afspiegeling van alle Statenleden. In onderstaand kaartje is de respons per provincie weergegeven. 19

49 Groningen respons: 44 % Friesland respons: 21 % Drenthe respons: 27 % Noord-Holland respons: 44 % Flevoland respons: 44 % Overijssel respons: 40 % Zuid-Holland respons: 35 % Utrecht respons: 34 % Gelderland respons: 42 % Zeeland respons: 46 % Noord-Brabant respons: 36 % Limburg respons: 26 % 20

50 Nadere informatie voor Algemene Vergadering over structurele huurlasten nieuwe huisvesting IPO (Herengracht 23) 1. De Algemene Vergadering van 20 maart jl. heeft goedkeuring verleend aan het besluit van het IPO-bestuur voor nieuwe huisvesting in het pand Herengracht 23 te Den Haag voor een periode van 10 jaar. De structurele jaarlijkse lasten die daarmee zijn gemoeid, zijn daarbij als volgt berekend: Huur ,- Servicekosten ,- Parkeerplaatsen 3.000,- Afschrijving / rente per jaar ,- Totaal ,- Daarnaast zijn in de onderhandelingen een totaal aan incentives van ,- afgesproken. Teruggebracht op jaarbasis (over de totale huurperiode) is dit ,-. Voor de vergelijking met de andere opties voor nieuwe huisvesting ontstaat zo het jaarbedrag van ,-. 2. De huidige huisvestingslasten bedragen ,- per jaar. De bezuinigingstaakstelling voor huisvesting bedroeg ,- voor het begrotingsjaar Deze taakstelling wordt dus ruimschoots gehaald. 3. De Algemene Vergadering heeft op 20 maart ingestemd met het besluit van het IPO-bestuur om de extra gerealiseerde besparing op de huisvestingslasten bovenop de reeds afgesproken taakstelling/bezuiniging ( , , ,- = ,-) deels te reserveren voor onvoorziene tegenvallers aangezien het vooralsnog ramingen betreft en bij vaststelling van de IPO-begroting voor 2015 de jaarlijkse huisvestingslast definitief te bepalen. 4. In het overzicht van de jaarlijkse huisvestingslasten is rekening gehouden met jaarlijkse afschrijving en rente van ,-. Het bestuur van het IPO vraagt nu aan de AV goedkeuring op het besluit het bestuur te mandateren tot het aangaan van een bankkrediet tot maximaal ,-. Als gerekend wordt met afschrijving over 10 jaar en een rentepercentage van 2% (aanname) dan gaat het om een jaarlijkse last voor afschrijving en rente van ,-. De structurele huisvestingslasten zouden daarmee op ,- komen. Daarmee wordt de extra ruimte, die de AV op 20 maart heeft geboden (zie onder punt 3), maar op beperkte wijze ingevuld.

51 Vergadering algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 Agendapunt 1b, bijlage 2 Interprovinciaal Overleg Impressie Algemene Vergadering 19 juni 2014 Met het zomerreces in aantocht vond op 19 juni de n\hcies voorjaarseditie van de Algemene Vergadering plaats. Traditioneel staat deze vergadering in het teken van de bespreking en goedkeuring van het IPO-Jaarverslag en de IPO- Jaarrekening over het voorafgaande jaar. Beide documenten over het jaar 2013 werden, na een gedachtewisseling erover tussen bestuur en Algemene Vergadering, goedgekeurd. Los van deze formele agendapunten sprak de Algemene Vergadering uitgebreid over de toekomst: KOMPAS 2020 en de gezamenlijke inzet voor de Provinciale Statenverkiezingen van maart Maar ook de rechtspositie van Statenleden kwam aan bod. KOMPAS 2020 Voorafgaand aan de Algemene Vergadering vond een vergadering van het bestuur plaats. Zowel het bestuur als de Algemene Vergadering stonden voor een groot deel in het teken van KOMPAS De afgelopen maanden hebben in Provinciale Staten van alle provincies bijeenkomsten van KOMPAS 2020 plaats gevonden om KOMPAS 2020 als het verhaal van de provincies in de aanloop naar de verkiezingen voor Provinciale Staten (2015) en Tweede Kamer (2017) te bespreken. Hoewel thematiek en inhoudelijke hoofdlijnen gedeeld worden, concludeerden zowel bestuur als Algemene Vergadering dat het goed is om meer tijd te nemen om de definitieve versie van KOMPAS 2020 vast te stellen. Dit gaf zowel bestuur als Algemene Vergadering ook de ruimte om in hun aansluitende vergaderingen afgelopen donderdag uitgebreid inhoudelijk van gedachten te wisselen over de voorliggende tekst. In de zomer worden de uitkomsten van deze bespreking én bijeenkomsten met Provinciale Staten gebruikt om KOMPAS 2020 aan te passen tot een definitief document dat op 10 & 11 september door het bestuur wordt vastgesteld en gepresenteerd op het IPO-Jaarcongres op 30 september en 1 oktober te Zeeland. Doel is om met KOMPAS 2020 een raamwerk vast te stellen voor rol en positie van provincies waarbij de maatschappelijke opgaven vanuit de provinciale kerntaken leidend zijn. Door KOMPAS 2020 te illustreren met concrete voorbeelden wordt dan meteen duidelijk gemaakt wat, waarom en hoe provincies maatschappelijke opgaven aanpakken. Gezamenlijke inzet Provinciale Statenverkiezingen 2015 Over een klein jaar vinden de verkiezingen voor Provinciale Staten plaats. De Algemene Vergadering heeft hier in de najaarsvergadering afgelopen oktober al op voorgesorteerd door het bestuur te vragen een voorstel te maken voor een gezamenlijke inzet voor deze verkiezingen en deze via het IPO te laten verlopen. Het voorstel daartoe werd in de (extra) Algemene Vergadering afgelopen maart besproken en vastgesteld. Daarbij is afgesproken dat de inzet wordt gericht op samenwerking met de rijksoverheid bij een opkomstbevorderende campagne gericht op jonge én eerste kiezers op basis van KOMPAS 2020 met nadrukkelijk gebruik van sociale media. Bij de uitwerking is daarbij afgesproken dat provincies op individuele basis kunnen besluiten of ze al dan niet deelnemen waarbij de kosten niet uit de reguliere IPO-begroting voortkomen.

52 - 2 - Op grond hiervan is het voorstel uitgewerkt door de communicatieadviseurs van de provinciehuizen en Statengriffiers tot drie concrete keuzemogelijkheden voor de provincies: een slogan gebaseerd op KOMPAS 2020, samenwerking met ProDemos en een Stembus/Stembuzz voor jongeren. Geconcludeerd werd dat de uitwerking voldoet aan de uitgangspunten zoals vastgesteld door de Algemene Vergadering en dat sprake is van een gelaagd palet aan activiteiten waarbij provincies volledig vrij zijn om al dan niet deel te nemen en de inhoudelijke vulling zelf ter hand te nemen. Rechtspositie Statenleden Naast de gezamenlijke inzet voor de Statenverkiezingen initieerde de Algemene Vergadering afgelopen periode ook een belevingsonderzoek onder alle Statenleden met het oog op de rechtspositie van Statenleden. Een werkgroep vanuit de Algemene Vergadering, aangevoerd door het AV-lid Dick Buursink, voert het bestuurlijk overleg met de minister van BZK over de rechtspositie van Statenleden. Om dit kracht bij te zetten zijn op 4 juni jl. de resultaten van het belevingsonderzoek aan de minister overhandigd. De Algemene Vergadering wisselde van gedachten over het onderzoek waarbij werd geconstateerd dat de tijdsbesteding door Statenleden relatief gelijk is gebleven, maar dat de werkdruk als hoog wordt ervaren waar de vergoeding niet mee in verhouding staat. De resultaten sporen daarmee met het advies van de toenmalige commissie onder leiding van de (inmiddels overleden) Hans Dijkstal. De heer Buursink gaf aan dat de minister de resultaten in ontvangst heeft genomen, maar daarbij geen concrete toezeggingen deed. Wel is inmiddels duidelijk dat de onkostenvergoeding wordt verhoogd. De Algemene Vergadering wisselde verder van gedachten over het onderzoek en het overleg met de minister waarbij tevens met instemming kennis werd genomen van het voornemen van de minister van BZK om het wetsvoorstel tot vermindering van het aantal leden van Provinciale en Gedeputeerde Staten op korte termijn niet aan de Tweede Kamer te sturen. De Algemene Vergadering concludeerde hiermee dat de minister daarmee feitelijk het wetsvoorstel heeft ingetrokken. Tevens nam de AV kennis van de toelichting van de voorzitter dat in de marge van een bestuurlijk overleg over financiële verhoudingen de minister op dit punt is aangesproken en tot dit resultaat heeft geleid. Verder werd afgesproken dat gesprekken worden gevoerd met leden van de Tweede Kamer over dit onderwerp waarbij als invalshoed het advies van de commissie-dijkstal wordt gebruikt ondersteund door de resultaten van het belevingsonderzoek. Huisvesting IPO-bureau Ten slotte verleende de Algemene Vergadering in lijn met de eerdere besluitvorming over de (her)huisvesting van het IPO-bureau goedkeuring aan het voorstel van het bestuur om het bestuur te mandateren tot het aangaan van een (bank)krediet van maximaal 1.2 miljoen ten behoeve van investeringen voor en inrichting van de nieuwe huisvesting van het IPO. Dit bedrag komt voort uit de extra gerealiseerde besparing op de huisvestingslasten bovenop de al afgesproken taakstelling/bezuiniging die deels gereserveerd is voor onvoorziene tegenvallers. Bij de vaststelling van de IPO-begroting voor 2015 wordt de jaarlijkse huisvestingslast definitief bepaald en is ook duidelijk wat de omvang is van de extra gerealiseerde besparing.

53 .... Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 2a ip Paraaf: Datum : 30 september 2014 Inlichtingen bij : Gerard Beukema/Yolanthe Sinnige/Ferdi de Lange Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : 1 (nazending) Onderwerp : KOMPAS 2020 Voorstel Kennis nemen van het door het IPO-bestuur op 10 & 11 september vastgestelde document KOMPAS Toelichting Wat vooraf ging In november jl. heeft het bestuur besloten tot KOMPAS KOMPAS 2020 is het verhaal van de provincies in de aanloop naar de verkiezingen voor Provinciale Staten (2015) en Tweede Kamer (2017). KOMPAS 2020 ligt in het verlengde van en is gebaseerd is op het document Profiel Provincies (2010), alsmede de uitkomsten van de IPO-trajecten Stip aan de Horizon en de voorbeeldprojecten in het kader van Profiel Provincies. KOMPAS 2020 gaat in op de inhoudelijke positie van de provincies in de komende jaren en de thematiek en de analyse van de maatschappelijke ontwikkelingen en opgaven die daaraan ten grondslag liggen. Op grond van deze inhoudelijke basis wordt de verdere voorbereiding van beide verkiezingen ter hand genomen en zal KOMPAS 2020 de inhoudelijke leidraad voor het (nieuwe) IPO-bestuur vormen. Betrokkenheid Provinciale Staten en de Algemene Vergadering In overleg met uw Algemene Vergadering zijn nadere afspraken gemaakt over de wijze waarop Provinciale Staten en uw Algemene Vergadering worden betrokken bij de voorbereiding van KOMPAS Als gevolg hiervan is een conceptversie van KOMPAS 2020 besproken via bijeenkomsten in Provinciale Staten van alle provincies. Tevens heeft uw Algemene Vergadering de conceptversie besproken in uw vergadering van 19 juni Afspraken KOMPAS 2020 n.a.v. Algemene Vergadering 19 juni 2014 In uw Algemene Vergadering d.d. 19 juni 2014 is afgesproken dat voor de vaststelling van KOMPAS 2020 door het bestuur meer tijd wordt genomen. Het afgelopen zomerreces is benut om de uitkomsten van o.a. de bespreking van KOMPAS 2020 door Provinciale Staten én uw Algemene Vergadering te verwerken in een definitieve conceptversie van KOMPAS 2020 die door het IPO-bestuur in de werkconferentie van 10 & 11 september 2014 is vastgesteld. Tevens is afgesproken dat de definitieve versie van KOMPAS 2020 ter kennisneming wordt geagendeerd voor deze Algemene Vergadering. Document KOMPAS 2020 Bijgevoegd treft u de definitieve versie van KOMPAS 2020 aan, zoals vastgesteld door het bestuur op 10 & 11 september 2014 (bijlage). U wordt voorgesteld hiervan kennis te nemen. Bijlage Document KOMPAS 2020, vastgesteld door het IPO-bestuur op 10 & 11 september 2014 (wordt uiterlijk donderdag 18 september nagezonden).

54 KOMPAS 2020 Vastgesteld door het bestuur van de vereniging IPO op 10 & 11 september 2014 NAZENDING Vergadering algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 Agendapunt 2a, bijlage KOMPAS 2020 Samen werken aan een sterke regio! In 2010 hebben de gezamenlijke provincies hun positie bepaald in Profiel Provincies. De provincies hebben op basis van zeven kerntaken verantwoordelijkheid genomen voor de regionale ontwikkeling en voor het regionale woon-, werk- en leefklimaat. Tegelijkertijd is de rijksoverheid teruggetreden op het gebied van de ruimtelijke ontwikkeling en de regionale economie en is het natuurbeleid naar de provincies gedecentraliseerd. Ook heeft het rijk besloten met ingang van 2015 belangrijke taken in het sociale domein naar de gemeenten te decentraliseren. Decentrale overheden zijn daardoor beter in positie gebracht om samen met hun partners maatschappelijke opgaven aan te pakken. De huidige netwerksamenleving vraagt om een interactieve overheid die dichtbij en bereikbaar is. KOMPAS 2020 is de leidraad voor het handelen van de provincies en een uitnodiging tot samenwerking. Kerntaken in regionaal perspectief De zeven kerntaken uit Profiel Provincies blijven onverkort van kracht. De kerntaken van de provincies zijn het versterken van de regionale economie en bedrijvigheid, goede regionale verbindingen en openbaar vervoer, een vitaal en economisch gezond platteland, natuurbeheer en de ontwikkeling van natuurgebieden en het verbeteren van de culturele infrastructuur (waaronder monumentenzorg). Ook waterveiligheid (op ruimtelijk niveau) is de verantwoordelijkheid van de provincie, evenals het toezicht op waterschappen en op een goed functionerend en eigentijds lokaal bestuur. De kerntaken gelden voor alle provincies. Uitgangssituatie en verantwoordelijkheden zijn voor alle provincies gelijk. De provincies committeren zich daaraan. Zo zijn provincies herkenbaar én afrekenbaar op hun verantwoordelijkheden. De provincies maken in hun eigen regionale context en op grond van de wisselende politieke samenstelling van Provinciale Staten verschillende keuzes. Juist in een tijd van toenemende globalisering groeit de behoefte aan een eigen, regionale identiteit. De ontwikkelingen verschillen per regio en zijn regionaal meer of minder ingrijpend. Provinciale differentiatie - binnen het geschetste perspectief - is gewenst omdat het succes van en draagvlak voor de uitvoering van de provinciale taken mede gebaseerd is op verbondenheid met én kennis van de regiospecifieke situatie en cultuur. Bovendien draagt regionale identiteit bij aan succesvol bestuurlijk handelen en een groter draagvlak bij de bevolking. Maatschappelijke ontwikkelingen en opgaven zijn leidend Provincies en de andere overheden werken in een snel veranderende maatschappelijke omgeving die zich ontwikkelt naar een netwerksamenleving. De maatschappelijke trends zijn via het interprovinciale traject Stip aan de Horizon in kaart gebracht.

55 - De verschillende systeemcrises (bijvoorbeeld financieel, zorg, voeding en energie) in de afgelopen jaren brengen met zich mee dat nu anders naar de ontwikkeling van de samenleving en de economie gekeken moet worden. Het geloof in de maakbaarheid van de samenleving en de oplossing van vele maatschappelijke problemen door middel van overheidsoptreden is afgenomen. Er ontstaat een nieuwe balans tussen overheid, maatschappelijk middenveld en de private sector, gekenmerkt door nieuwe en meer netwerken. Dit gaat gepaard met privatisering, deregulering en verschuiving van verantwoordelijkheden. De dynamiek van de netwerksamenleving vraagt om een interactieve en participatieve rol van de provincies waarbij maatschappelijke opgaven leidend zijn. Provincies verbinden de inzet aan maatschappelijk resultaat, waarbij de kerntaken op het gebied van de ruimtelijk-economische ontwikkeling en de fysieke infrastructuur richtinggevend zijn én blijven. De provincies vragen het rijk de positie van de provincies in het ruimtelijkeconomisch domein en de fysieke infrastructuur te waarborgen en waar nodig verder te versterken. De maatschappelijke ontwikkelingen zijn leidend voor de (samenhangende) provinciale opgaven. Een overzicht van de maatschappelijke ontwikkelingen de bijbehorende opgaven en noodzakelijke versterking van de rol voor de provincies is als bijlage bijgevoegd. De kracht van de provincie: schakelen voor resultaat! Regionale kracht vereist slagvaardige rollencombinaties met gemeenten, samenwerkingsverbanden, private partijen, kennisinstellingen, financiers en burgers. Daarbij vervullen de provincies verschillende rollen, altijd vanuit de provinciale kerntaken. De ene keer die van regisseur of investeerder, de andere keer als katalysator of wegbereider. Bovenal is de provincie een belangenassembleur, die lokale belangen bij elkaar brengt op regionaal niveau, zodat deze meer opleveren dan de som der delen. De democratisch gelegimiteerde provincies vervullen een rol die steeds afhankelijk is van de maatschappelijke opgave. Bij elke opgave zijn verschillende rollen mogelijk. Het is aan de provincies om daarin de juiste keuzes te maken. De provincie als dé regionale overheid signaleert en agendeert, ook als de provincie geen formele positie heeft. Agenderen van opgaven betekent overigens niet automatisch dat de provincie zelf het voortouw neemt bij de aanpak. Vaak wordt de uitvoering door andere partijen ter hand genomen. De provincie inspireert en formuleert een regionale visie op de opgaven. Waar het kan en gewenst is ondersteunt de provincie andere partijen en vervult zo nodig ook de rol van opdrachtgever. Deze opstelling brengt gemeenten en andere partijen in positie om krachtig bij te dragen aan regionale ontwikkeling. De provincie neemt het voortouw wanneer zij wettelijk verantwoordelijk is. Juist dan verwacht de samenleving duidelijke keuzes en is doorpakken het devies. Bijvoorbeeld wanneer de veiligheid in het geding is, zoals bij toezichts- en handhavingstaken en ook bij interbestuurlijk toezicht. Onvoldoende onderbouwde en afgestemde programmering van woningbouw, bedrijventerreinen, kantorenlocaties en detailhandel hebben tot grote financiële en maatschappelijke kosten geleid. Provincies moeten staan voor slimme en doortastende regie om het ontstane overaanbod te saneren. Opgaven zijn leidend, grenzen zijn volgend Het vooropstellen van maatschappelijke opgaven betekent dat provincies over geografische en bestuurlijke grenzen heen kijken. De groei van de economie begint vooral in stedelijke regio s en laat zich niet vangen in bestuurlijke grenzen.

56 - Gemeentelijke, provinciale en nationale grenzen zijn ondergeschikt aan de maatschappelijke opgaven. Je gaat er over of niet is een te simpele voorstelling van de relatie tussen overheid en maatschappelijke werkelijkheid. Meer dan ooit zijn de opgaven op gebieden als stedelijke ontwikkeling, werkgelegenheid, onderwijs, huisvesting, energie en duurzaamheid met elkaar verbonden. Maatschappelijke opgaven passen niet in overzichtelijke hokjes. Daarom hebben nationale blauwdrukken tot veranderingen in structuur en schaal in het verleden niet tot resultaat geleid en zullen dat in de toekomst ook niet doen. Provincies zetten daarom in op grensontkennende samenwerking. Slechts wanneer die niet tot resultaat leidt, kan vanuit één of meer provincies het initiatief volgen tot bestuurlijke schaalvergroting. Provincies organiseren de samenwerking tussen de stad en het omliggende gebied. Regio s als drijvende kracht in Europa Door mondiale economische krachten wordt Europa als politiek-bestuurlijk zwaartepunt belangrijker. Binnen deze grensontkennende ontwikkeling vinden overheden, netwerken, bedrijven en (kennis)instellingen elkaar over grenzen heen voor onderlinge versterking en aanvulling. Regio s zijn de drijvende kracht achter deze ontwikkeling. Zo ontstaat het Europa van de regio s. Decentrale overheden zijn de belangrijkste uitvoerders van Europese regelgeving. Volgens schattingen nemen de decentrale overheden 60 tot 80% van de uitvoering van het Europees beleid voor hun rekening. Het is daarom voor provincies en gemeenten van belang om op goede wijze invloed uit te oefenen op de Europese besluitvorming. De positie van provincies en gemeenten bij (de voorbereiding van) Europese besluitvorming wordt versterkt. Dit met het oog op de volgende periode van de Europese structuurfondsen, die in 2020 start en het belang daarvan voor de regionale economie en een vitaal platteland. Europa ondersteunt en fungeert als broedplaats voor perspectiefvolle ontwikkelingen. Er is een groot aantal ( horizontale ) regionale samenwerkingsverbanden van overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen die grensoverschrijdend zijn, ook tussen regio s kris-kras door Europa. Provincies spelen daarin een actieve rol. Deze verbanden hebben in 2020 nog meer betekenis gekregen. Kwaliteit van lokaal bestuur Voor de interbestuurlijke verhoudingen is het uitgangspunt decentraal wat kan, centraal wat moet. Gezien de decentralisaties worden de gemeenten de eerste overheid op het sociale domein. Dit betekent dat gemeenten toegerust moeten zijn om deze taken zelfstandig en/of in samenwerkingsverbanden uit te voeren. Ook op andere terreinen werken gemeenten in toenemende mate samen in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die van regio tot regio kunnen verschillen. Provincies hebben een verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het lokaal bestuur. Gemeenten mogen verwachten dat de eigen provincie een heldere met hen afgestemde visie heeft op de kwaliteit van het lokaal bestuur. Kennis is vooruitzien Door de grote dynamiek in de samenleving verschuiven accenten in de traditionele lange termijnopgaven sneller. De in korte tijd volledig gewijzigde huisvestingsvraag is daarvan een voorbeeld. Inzicht hebben in zulke ontwikkelingen is essentieel voor de agenderende en verbindende rol die provincies hebben. De huidige door landelijke planbureaus verzamelde en beschikbare informatie is daarvoor te beperkt. Voor het bepalen van regionaal beleid is de provincie niet alleen de regionale belangenbehartiger, maar ook kennismakelaar en is een regionale kennishuishouding noodzakelijk.

57 - Provincies investeren in een regionale kennishuishouding en volgen het voorbeeld van initiatieven die door een aantal provincies al zijn ontwikkeld en/of zoeken samenwerking met de landelijke planbureaus. Een goede samenwerking tussen kennisinstellingen, overheden en bedrijfsleven zorgt dat relevante kennis van buiten beschikbaar komt voor de regio. Een andere rol betekent ook een andere invulling. Van alle betrokkenen! De profilering van de provincie als de regionale belangenbehartiger die vanuit verschillende rollen maatschappelijke opgaven aanpakt, heeft gevolgen voor het samenspel tussen volksvertegenwoordiging, bestuur en ambtelijke organisatie van de provincie. De verschillende rollen die de provincie kan vervullen, maken creativiteit in de taakvervulling noodzakelijk. Dat is geen gemakkelijke opgave en stelt hoge eisen aan de wendbaarheid van alle betrokkenen. Gedeputeerde en Provinciale Staten zullen zich, zowel in hun eigen verantwoordelijkheden als in hun onderlinge samenspel, meer bewust moeten zijn van hun agenderende, integrerende en assemblerende rol. Het vraagt om bestuurders en volksvertegenwoordigers die elkaar en hun maatschappelijke partners vinden in het agenderen en (onconventioneel) oplossen van regionale problemen. Dat kán betekenen dat zaken anders uitpakken dan voorzien of zelfs ronduit mislukken. Die risico s zijn onlosmakelijk onderdeel van deze bestuursstijl en horen daarom expliciet onderkend te worden. Visie, risico nemen, netwerkvaardigheden, bereidheid tot samenwerken en niet te vergeten tact en bescheidenheid zijn hierbij kernkwaliteiten. Het aanpakken van maatschappelijke opgaven betekent steeds vaker een doorlopende dialoog tussen Povinciale en Gedeputeerde Staten. Het faseren in kaders stellen en controleren achteraf voldoet niet altijd meer. Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten maken afspraken over een nieuwe invulling van deze fasen in de context van het duale stelsel. Dit alles vereist ook een ambtelijke organisatie waarin de hiervoor vereiste competenties voldoende aanwezig zijn. Het is van belang om deze nieuwe invulling te verbreden naar de medeoverheden aangezien de veranderende verhouding tussen volksvertegenwoordiging en bestuur alle overheden aangaat. Samen doen wat nodig is! In dit KOMPAS 2020 zijn rol en positie van de provincies uitgewerkt als voortzetting van de provinciale kerntaken waarbij de maatschappelijke opgaven leidend zijn. Dit vraagt om een flexibele provinciale rolopvatting, waarbij het bovenal van belang is dat de overheden én hun partners maatschappelijke opgaven samen aanpakken. KOMPAS 2020 is daarom niet alleen de leidraad voor het handelen van de provincies. Het is ook een uitnodiging aan de medeoverheden om met de provincies in gesprek te gaan hoe en op welke wijze de overheden samen deze handschoen kunnen oppakken om de regio, en daarmee Nederland als geheel, te versterken.

58 KOMPAS 2020 Vastgesteld door het bestuur van de vereniging IPO op 10 & 11 september if 0 Overzicht van maatschappelijke ontwikkelingen en (samenhangende) provinciale opgaven Maatschappelijke ontwikkelingen Regionale economie Na een diepe economische crisis zijn er tekenen van economisch herstel. Voor het doorzetten van het herstel blijft stimulering van de economie en zorg voor werkgelegenheid topprioriteit. De economische kracht van een regio wordt steeds meer bepaald door de beschikbaarheid van en de interactie tussen arbeid, kapitaal, kennis en ruimte. Human capital is daarbij een belangrijke vestigingsfactor en bepalend voor het regionale profiel. De veranderingen in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid hebben ingrijpende gevolgen voor de verschillende sectoren in de landbouw. Regio s zijn de drijvende kracht achter het Europa van de regio s. Binnen deze grensontkennende ontwikkeling vinden overheden, netwerken, bedrijven en (kennis)instellingen elkaar over grenzen heen voor onderlinge economische versterking en aanvulling. Opgaven provincies Het ontwikkelen van een eigen visie op de regionaal-economische ontwikkeling en daarbinnen in het bijzonder het sturen op een (kwalitatief en kwantitatief) passend aanbod van werklocaties. Het voeren van een actief stimuleringsbeleid gericht op topsectoren en MKB. Agenderen en verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en inzetten op een goede ontsluiting en toepassing van het regionaal kennisaanbod. Maatwerk en integrale aanpak (samenhang van maatregelen) zijn daarbij bepalend. Het vergroten van de toegevoegde waarde van de landbouw voor de regionale economie. Het provinciale beleid zal vanuit ruimtelijke ordening, economie en natuur impulsen moeten geven voor de veranderingen in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. De focus in Europees verband leggen op het ontwikkelen van een gezamenlijke strategie voor de opzet van de structuurfondsen Basis hiervoor is de evaluatie van het structuurbeleid in de afgelopen periode. De inzet voor de structuurfondsen is gericht op het versterken van innovatie met als doel het verbeteren van de economische uitgangspositie van Nederland en het versterken van de Europese concurrentiekracht. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en waterbeleid - De (ruimtelijke) ongelijkheid tussen regio s, maar ook binnen regio s, neemt toe. - Buiten de stedelijke gebieden neemt de ruimtedruk verder af en is er in sommige regio s sprake van krimp. - Richtinggevende keuzen worden gemaakt voor het tot stand brengen van een hecht netwerk van dynamische steden en vitaal platteland. Stedelijkheid en open landschap verdienen ontwikkelruimte in onderlinge samenhang.

59 - - Gemeenten zullen de komende jaren door decentralisatie van sociaal beleid en zorg minder financiële armslag hebben voor investeringen in het ruimtelijk-economische en fysieke domein. - In de concurrentie tussen regio s neemt een goed vestigingsklimaat voor wonen, werken en vrije tijd verder aan betekenis toe. - Door de economische crisis is de ruimtedruk afgenomen en is er sprake van overaanbod (grond voor woningbouw en bedrijventerreinen, kantoren, detailhandel). - Door onder meer klimaatverandering staat Nederland voor een enorme opgave voor waterveiligheid en wateroverlast. Daarnaast groeit het belang van een goede zoetwatervoorziening om economische schade te voorkomen en voldoende drinkwater te garanderen. Ook de waterkwaliteit moet verder worden verbeterd. - Toenemend gebruik en druk op de ondergrond door intensievere benutting en nieuwe vormen van gebruik zoals voor warmte-koudeopslag en voor aardwarmtewinning. - De maatschappelijke en de bestuurlijke verhoudingen vragen om minder regels, heldere en snellere procedures en een besparing van kosten. De Omgevingswet voegt meer dan zestig wetten samen en vereenvoudigt de ruimtelijke ordening in Nederland. Provincies beschikken daarmee over de instrumenten voor een effectieve ruimtelijke ontwikkeling. Energie - Nederland is voor de energievoorziening nog grotendeels afhankelijk van fossiele brandstoffen. Er is een forse transitie noodzakelijk naar (vooral ook) decentrale opwekking van duurzame energie, de inzet op hergebruik van grondstoffen en energiebesparing. - Vanuit economisch en duurzaamheidsperspectief is diversificatie gewenst. - Er worden waar nodig integrale gebiedsgerichte programma s opgesteld waarin ontwikkelingsvisie en uitvoering worden verbonden. - Binnen één provincie kunnen gebieden met bevolkingskrimp en groei naast elkaar bestaan; dit vraagt specifiek maatwerk dat rekening houdt met deze verschillen, zowel qua planning en programmering als in de wijze van sturing. - Afname ruimtedruk en krimp noodzaken tot actief beheer en herstructurering van de bebouwde omgeving. Regionaal is een actief stimuleringsbeleid noodzakelijk. - Actieve programmering op bovenlokale ontwikkelingen voor woningbouw, bedrijventerreinen, kantoorlocaties en detailhandel. - Stevige provinciale regie is nodig voor een adequate ruimtelijke vertaling van de wateropgaven in maatregelen en voor verbinding met andere regionale opgaven, ruimtelijke kwaliteit en het creëren van maatschappelijke meerwaarde. - Ontwikkelen van ruimtelijk beleid voor de ondergrond, waarbij een goede balans moet worden gezocht tussen benutten en beschermen. - Provincies maken hun rol als gebiedsregisseur volledig waar en bieden gemeenten de bestuurlijke afwegingsruimte om te handelen. - Provincies spelen een doorslaggevende rol bij de ruimtelijke keuzen die samenhangen met de energietransitie. - Regionale afwegingen hangen nauw samen met (kansen voor) de regionaal-economische ontwikkeling. - Provincies initiëren en ondersteunen regionale initiatieven voor energieopwekking en besparing.

60 - - Europa stelt binnenkort de energieagenda op voor 2030, waarin doelen worden gesteld die leidend worden voor de inspanningen van lidstaten om forse stappen te zetten naar een energie-neutrale economie. Bereikbaarheid - Door internationalisering zijn goede verbindingen over weg, spoor en water en luchttransport steeds meer van doorslaggevend belang in de concurrentie tussen regio s. - Snelle digitale verbindingen zijn onontbeerlijk voor regionale ontwikkeling. - De groei van de mobiliteit vlakt af, maar is nog steeds aanzienlijk. De bereikbaarheidsproblematiek concentreert zich in stedelijke regio s. - Er is een kentering van autobezit naar autogebruik. De jongere generatie maakt andere mobiliteitskeuzen. - De aansluiting van regio s op glasvezelnet is een noodzakelijke basisvoorziening. Natuur - Het draagvlak voor een natuurbeleid dat strikt gericht is op beschermen en in stand houden is de laatste jaren verdampt. Gebiedsgerichte ontwikkeling en verbinding met andere opgaven vergroot de betrokkenheid van burgers en de beleefbaarheid van de natuur. - De gebrekkige maatschappelijke acceptatie van het natuurbeleid wordt in de hand gewerkt door (soms detaillistische) Europese kaders (Vogel- en Habitat Richtlijn, Kaderrichtlijn Water en soortenbeleid). - Voor een vitaal landelijk gebied is een harmonische ontwikkeling van natuur en economie van belang. - Provincies benutten de kansen van de Europese energieagenda om door innovaties de economische positie van de Nederlandse regio s te versterken en de afhankelijkheid van fossiele energie te verminderen. - Met de uitvoering van het MIRT tot 2028 is nog sprake van een forse uitbreidingsopgave, evenals voor goede aansluitingen op het hoofdwegennet. - Provinciale zeggenschap over het personenvervoer per spoor kan worden versterkt door nieuwe concessies en decentralisatie van spoorlijnen voor betere afstemming van regionale OV-netwerken. - De ruimte voor nieuwe stedelijke infrastructuur is beperkt. Provincies investeren in knooppunten en OV-poorten. - Vanwege een eindige levensduur van bruggen en viaducten nemen investeringen in vervanging van infrastructuur aan belang toe. - Er is extra aandacht nodig voor het vergroten van de verkeersveiligheid en het op peil houden van het onderhoud van infrastructuur. - De instandhouding van een goed netwerk van (betaalbaar) openbaar vervoer is voor de leefbaarheid en het verminderen van verkeersdruk een grote uitdaging. - De ontwikkeling en uitvoering van het natuurbeleid is als gevolg van decentralisatie een provinciale verantwoordelijkheid en opgave. De provincie betrekt daarbij in een gebiedsgerichte aanpak maatschappelijke partijen en inwoners. De uitvoering wordt zoveel mogelijk aan andere partijen overgelaten dan wel in nauwe samenwerking met hen verricht - Door inrichting en verwerving wordt tot 2020 al een flink deel van de ontwikkelopgave van het nationaal natuurnetwerk, dat in 2028 gereed moet zijn, gerealiseerd. Naast subsidieverlening wordt ook ingezet op andere financiële instrumenten voor ontwikkeling en beheer van natuur.

61 - - De uitvoering van het PAS-programma en de beheerplannen voor de Natura 2000-gebieden leiden naar kwalitatieve versterking van de natuur en tot een goed samengaan van de ontwikkeling van natuur én economie. Dit wordt mede ondersteund vanuit het (Europese) ontwikkelingsprogramma voor het platteland, dat door de provincies wordt uitgevoerd. - Provincies beïnvloeden actief de Europese beleidsvorming voor de evaluatie van de biodiversiteitsdoelstellingen. Kwaliteit openbaar bestuur Zorgen voor veiligheid is een van de belangrijkste taken van de overheid. - Door onder meer decentralisaties worden de gemeente de eerste overheid in het sociale domein. Daarvoor is vaak intergemeentelijke samenwerking nodig. Dit leidt tot verschillen tussen gemeenten (vorm, kwaliteit, kwantiteit). - De financiële kracht van de gemeenten staat onder druk onder meer als gevolg van decentralisaties, stuurbaarheid op samenwerkingsverbanden en tegenvallende grondexploitaties. - Volgens schattingen nemen de decentrale overheden 60 tot 80% van de uitvoering van het Europees beleid voor hun rekening. - Als de provincie wettelijk verantwoordelijk is, zoals bij (de organisatie van) vergunningverlening, toezicht en handhaving en bij het interbestuurlijk toezicht op financieel, ruimtelijk, economisch en fysiek terrein, voert de provincie een actief beleid en treedt zij zo nodig op. - Burgers moeten er op kunnen vertrouwen dat gemeenten hun taken vervullen. Door het interbestuurlijk toezicht op gemeenten ontstaat inzicht voor burgers en gemeentebestuur waar de gemeente staat. Het is vervolgens aan het gemeentebestuur om te handelen. - Provincies hebben een visie op de ontwikkeling van het lokaal bestuur. Waar gemeenten (structureel) hun eigen taken niet meer kunnen vervullen, agenderen en faciliteren provincies passende oplossingen. De provincies kijken daarbij niet alleen naar de gemeenten, maar ook naar de gemeentelijke samenwerkingsverbanden. - Het is voor provincies van belang om op effectieve wijze invloed uit te oefenen in alle fasen van de Europese besluitvorming bij de voorbereiding van het Europese beleid.

62 - Cultuur - Bij toenemende internationalisering leeft de behoefte aan regionale culturele identiteit op. - De culturele voorzieningen en een aantrekkelijke fysieke omgeving zijn meer en meer een belangrijke vestigingsfactor en van economische betekenis. - Cultuur draagt bij aan gelijke (ontwikkel)kansen voor een ieder. - Provincies dragen samen met rijk, gemeenten en betrokken maatschappelijke partijen zorg voor de culturele infrastructuur. - Provincies zetten zich in voor behoud en ontwikkeling van materieel en immaterieel cultureel erfgoed van de regio en stellen dit veilig voor toekomstige generaties. - Het stimuleren van culturele identiteit vraagt een actief provinciaal beleid. - Provincies nemen door decentralisatie de verantwoordelijkheid voor restauratie en herbestemming van monumenten over van het rijk en geven dat vorm in samenhang met andere ruimtelijke opgaven. Ook de instandhouding van monumenten past binnen deze ambitie.

63 .... Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 2b ip Paraaf: Datum : 12 september 2014 Inlichtingen bij : Gerard Beukema/Ferdi de Lange Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : geen Onderwerp : Voorbereiding algemene evaluatie Transitie IPO Voorstel 1. Kennis nemen van de voorbereiding van de algemene evaluatie van de transitie van het IPO; en 2. bespreken op welke wijze uw Algemene Vergadering bij de algemene evaluatie betrokken dient te worden. Toelichting Wat vooraf ging Op 24 mei 2011 heeft de commissie- Transitie IPO, onder leiding van Wim Deetman, het rapport Ons IPO werkt! gepresenteerd aan het bestuur. Uw Algemene Vergadering is betrokken bij de totstandkoming van het rapport. Op grond van dit rapport heeft het bestuur in nauwe afstemming met de college van GS en uw Algemene Vergadering in de periode juni t/m december 2011 de besluitvorming over de transitie vormgegeven. Hoofdpunten hiervan zijn: - Focus binnen de inhoudelijke agenda (de smalle doch betekenisvolle agenda ); - Beperking van de bestuurlijke en ambtelijke adviesstructuur; en - Minder kosten (begroting 2015 dient 30% lager te zijn dan begroting 2010). Lichte evaluatie Bij de besluitvorming over de transitie van het IPO is afgesproken om de transitie na een jaar te evalueren middels een lichte evaluatie. De lichte evaluatie is besproken en vastgesteld door het bestuur op 11 & 12 september 2012 waarbij het bestuur constateerde dat het algemene gevoelen is dat de transitie van het IPO op de goede weg is, maar dat het doel van de gezamenlijkheid scherp in het oog gehouden moet worden en provincies elkaar moeten blijven aanspreken en scherp houden. De uitkomsten van deze lichte evaluatie zijn besproken met uw Algemene Vergadering. Algemene evaluatie Ten slotte is tevens als onderdeel van de besluitvorming over de transitie van het IPO afgesproken en daarmee onderdeel van de IPO-Meerjarenagenda dat eind 2014 een uitgebreide evaluatie van de transitie van het IPO heeft plaatsgevonden en heeft geleid tot aanbevelingen voor het nieuw aan te treden IPO-bestuur Voorbereiding algemene evaluatie Het bestuur heeft in de werkconferentie van 10 en 11 september 2014 het plan van aanpak voor de algemene evaluatie vastgesteld. Het bestuur heeft besloten om Wim Deetman (toenmalige voorzitter van de Transitiecommissie) te vragen de algemene evaluatie uit te voeren. De heer Deetman is bereid deze rol te vervullen. Doelstelling Conform de doelstelling van de IPO-Meerjarenagenda dient de algemene evaluatie twee doelstellingen:

64 Algemeen oordeel over de uitwerking van de transitie ( Heeft de transitie van het IPO voldaan aan de oorspronkelijke doelstellingen? ); en 2. Aanbevelingen voor de nieuwe IPO-bestuursperiode ( Tot welke aanbevelingen voor de bestuursperiode leidt de evaluatie van de transitie? ). Ad 1. Voor het algemeen oordeel over het resultaat van de transitie van het IPO is het uitgangspunt de besluitvorming door het bestuur (afgestemd met de colleges van GS en de Algemene Vergadering) over de transitie van het IPO naar aanleiding van het rapport van de Transitiecommissie. Ad 2. De aanbevelingen voor de nieuwe periode zijn gerelateerd aan de drie hoofddoelstellingen van de transitie (focus binnen de inhoudelijke agenda, beperking adviesstructuur en minder kosten) en worden waar mogelijk specifiek gekoppeld aan de diverse IPO-actoren: IPO-bestuur, Algemene Vergadering, Kring van Provinciesecretarissen, colleges van GS en IPO-bureau. Werkwijze De algemene evaluatie vindt plaats onder leiding van de heer Deetman waarbij de heer Deetman voorstellen doet voor zijn (ambtelijke) ondersteuning en de werkwijze. Als uitgangspunt worden echter wel bovengenoemde doelstellingen gemarkeerd alsmede de noodzaak tot het betrekken van het oordeel over de transitie van het IPO-bestuur, de Algemene Vergadering, de colleges van GS, de Kring van Provinciesecretarissen en het IPO-bureau. Indien gewenst kunnen hier externe partijen (VNG, BZK, EZ, I&M, Unie van Waterschappen etc.) aan toegevoegd worden. Inhoudelijke basis voor de werkzaamheden van de heer Deetman vormen de besluitvorming over de transitie in relatie tot het rapport van de Transitiecommissie en de uitkomsten van de lichte evaluatie uit 2012 alsmede de bevindingen van de diverse IPO-gremia naar aanleiding van de afgelopen periode. Looptijd Het bestuur heeft vastgesteld dat de algemene evaluatie uiterlijk eind 2014/begin 2015 is afgerond voor de Statenverkiezingen van maart 2015 zodat de uitkomsten besproken kunnen worden en aanbevelingen geformuleerd kunnen worden voorafgaand aan de start van de nieuwe bestuursperiode. Rol Algemene Vergadering In de aanloop naar de lichte evaluatie is afgesproken dat gezien het karakter van een tussentijdse toets van die evaluatie uw Algemene Vergadering alleen betrokken is bij het bespreken van de uitkomsten van de lichte evaluatie. Daarbij is tevens afgesproken dat uw Algemene Vergadering bij de algemene evaluatie aan de voorkant wordt betrokken. Binnen de kaders door het bestuur vastgesteld voor de opdracht aan de heer Deetman wordt daarom nadrukkelijk afgesproken dat de heer Deetman nadrukkelijk het oordeel van de diverse IPO-gremia, waaronder uw Algemene Vergadering, betrekt. U wordt daarom voorgesteld om te bespreken op welke wijze uw Algemene Vergadering bij de algemene evaluatie betrokken dient te worden. De uitkomst van uw bespreking worden kenbaar gemaakt aan de heer Deetman als onderdeel van de kaders voor de algemene evaluatie. Bijlagen Geen.

65 .... Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 2c ip Paraaf : Datum : 12 september 2014 Inlichtingen bij : Gerard Beukema/Hester Menninga/Ferdi de Lange Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : geen Onderwerp :Gezamenlijke inzet PS2015-verkiezingen Voorstel Kennis nemen van de stand van zaken van op het initiatief van uw Algemene Vergadering gezamenlijke inzet voor de Provinciale Statenverkiezingen van maart Toelichting Wat vooraf ging Op initiatief van uw Algemene Vergadering is een gezamenlijke inzet voor de komende Statenverkiezingen gestart. Uitgangspunt is dat de inzet voor de Statenverkiezingen 2015 zich beperkt tot samenwerking met de rijksoverheid om de opkomst te bevorderen en het onder de aandacht brengen van de werkzaamheden in het verlengde van KOMPAS2020. Dit onder de nadrukkelijke constatering dat de verkiezingen bij uitstek een aangelegenheid zijn van de afzonderlijke provincies en in het bijzonder de politieke partijen. Uw Algemene Vergadering (AV) heeft op 20 maart op uitzondering van Zuid-Holland - steun uitgesproken voor deze inzet. Aanvullend kwam u overeen om op basis van een nader voorstel van de gezamenlijke Statengriffiers te bezien op welke wijze opkomst bevorderende activiteiten gericht op jongeren en eerste kiezers, met zo mogelijke inzet van social media, gezamenlijk vorm gegeven kunnen worden. In uw Algemene Vergadering van 19 juni jl. heeft u de uitwerking van deze gezamenlijke inzet besproken. Onderstaand treft u de laatste stand van zaken aan. Werkgroep BZK, EK, UvW, IPO en ProDemos Op initiatief van het IPO is een werkgroep in het leven geroepen van alle (direct) bij de verkiezingen betrokken (koepel)organisaties, te weten het ministerie van BZK, de Unie van Waterschappen, de Eerste Kamer der Staten-Generaal, ProDemos en het IPO. De doelstelling van deze werkgroep is het (vergemakkelijken en efficiënter maken van het) uitwisselen van informatie, van activiteiten en waar mogelijk (proactief) de samenwerking zoeken. De eerste bijeenkomst van de werkgroep heeft begin september in Den Haag plaatsgevonden. Er is informatie uitgewisseld over de voornemens van de verschillende partijen en over de campagne van de rijksoverheid (zie hieronder). De intentie tot versterkte samenwerking, bijvoorbeeld met een gezamenlijke koepelpagina voor de verkiezingen 2015, met de mediacontacten, met participatie in elkaars activiteiten en met een gezamenlijke aftrap van de campagne, is uitgesproken.

66 - 2 - In de bilaterale contacten tussen het IPO en de Eerste Kamer wordt (ook) expliciet(er) gekeken naar samenwerking op het gebied van activiteiten en opkomstbevordering. De werkgroep BZK, EK, UvW, IPO en ProDemos heeft afgesproken half november wederom bijeen te komen en vervolgens op meer regelmatige basis in de aanloop naar de verkiezingen. Rijksoverheid-campagne Het ministerie van BZK heeft aangegeven geringe (financiële) middelen te hebben voor de campagne in de aanloop naar de verkiezingen op 18 maart Zij zullen gebruik maken van de (al enkele verkiezingen lopende) campagne U komt toch ook?. Deze campagne zal aanvangen tussen de zes en vier weken vóór 18 maart De campagnemiddelen dienen echter wel aangepast te worden aan het gegeven dat op 18 maart twee verkiezingen plaatshebben: waterschappen en provinciale staten. Het communicatieteam van BZK heeft toegezegd het IPO en de Unie van Waterschappen in deze goed op de hoogte te houden. Voor alle gezamenlijke activiteiten geldt dat de kiezer uitgelegd moet worden dat hij/zij twee stempassen ontvangt, voor de Statenverkiezingen vrij kan kiezen qua stemlocatie en voor de waterschapsverkiezingen in zijn/haar eigen waterschap. Deze logistieke kwestie vraagt veel van de beschikbare financiën en (inhoudelijke) insteek van de rijkscampagne (en van de waterschappen). Werkgroep communicatie GS en PS provincies In juni jl. heeft het IPO-bestuur ingestemd met de gekozen insteek vanuit de werkgroep communicatie GS en PS provincies, te weten uitwerking van drie concrete (gezamenlijke) activiteiten: een bustoer door de provincies, een slogan voortgekomen uit KOMPAS2020 en samenwerking met ProDemos. Daaraan toegevoegd wordt een toolbox verzameld met daarin best practices vanuit provincies en vanuit andere (externe) partijen. De uitwerking van dit besluit van het IPO-bestuur, op basis van de input vanuit de werkgroep en de aanzet ter zake van de Algemene Vergadering, zal later in het jaar worden voorgelegd aan het IPO-bestuur. Ten slotte vindt de nadere uitwerking plaats over de invulling van de bustour, waarbij het (reeds eerder geopperde) idee van een bus die in elke provincie door een (of meerdere) jonge kunstenaar(s) wordt beschilderd met een boodschap nader is uitgedacht op hoofdlijnen). De uitwerking van dat idee is nu aan de orde. Relatie met KOMPAS2020 Bovenstaande inzet wordt waar mogelijk ook conform afspraak in relatie gebracht met KOMPAS2020. In het plenaire programma van het IPO-Jaarcongres 2015 zult u hier de eerste uitwerking van gepresenteerd krijgen. Het IPO-Jaarcongres start aansluitend op uw Algemene Vergadering. Het plenaire programma van het congres vindt plaats op woensdag 1 oktober vanaf uur. Bijlagen Geen.

67 .... Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 2d ip Paraaf : Datum : 12 september 2014 Inlichtingen bij : Gerard Beukema/Louis van Wayenburg/Ferdi de Lange Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : 1 Onderwerp : Stand van zaken rechtspositie Statenleden Voorstel De stand van zaken van het dossier rechtspositie Statenleden bespreken. Toelichting Wat vooraf ging Conform de afspraken gemaakt met uw Algemene Vergadering worden de onderwerpen inzake de positie van Statenleden structureel geagendeerd voor de Algemene Vergadering. Enerzijds betreft dit uw rechtspositie waartoe vanuit uw midden een klankbordgroep is samengesteld die namens u het overleg met het ministerie van BZK voert. Anderzijds bent u betrokken geweest bij de IPO-reactie op het voornemen van dit kabinet om het aantal leden van Gedeputeerde en Provinciale Staten te verminderen. Dit laatste onderwerp is inmiddels afgesloten met het besluit van de minister van BZK om de wet tot vermindering van het aantal leden van Provinciale en Gedeputeerde Staten niet in te dienen. U bent hierover in uw laatste vergadering geïnformeerd. Rechtspositie leden Provinciale Staten In uw Algemene Vergadering van 19 juni jl. heeft u de uitkomsten van het belevingsonderzoek onder de leden van Provinciale Staten inzake de rechtspositie besproken. Uw Algemene Vergadering wisselde van gedachten over het onderzoek waarbij is geconstateerd dat de tijdsbesteding door Statenleden relatief gelijk is gebleven, maar dat de werkdruk als hoog wordt ervaren waar de vergoeding niet mee in verhouding staat. De resultaten sporen daarmee met het advies van de toenmalige commissie onder leiding van de (inmiddels overleden) Hans Dijkstal. De resultaten zijn door de minister van BZK in ontvangst genomen, maar hebben daarbij niet tot concrete toezeggingen geleid. Wel is duidelijk geworden dat de onkostenvergoeding wordt verhoogd. Op grond van de uitkomsten van deze bespreking heeft uw Algemene Vergadering afgesproken om per politieke fractie desgewenst over het onderwerp rechtspositie Statenleden het gesprek aan te gaan met partijgenoten in de Tweede Kamer. Daarbij is afgesproken dat als invalshoek het advies van de Commissie-Dijkstal wordt gebruikt dat de uitkomsten van het belevingsonderzoek ondersteunt. Voor deze gesprekken heeft de werkgroep, bestaande uit de leden van uw AV Buursink, Cool, Rötscheid en Van Gruijthuijsen een handreiking gestuurd in de vorm van een conceptbrief en enkele bijlagen (tabel 3 inzake nieuwe beloningsverhoudingen uit het Advies beloningsverhoudingen politieke ambtsdragers uit november 2005 van de commissie- Dijkstal en het BMC-rapport over het belevingsonderzoek). De conceptbrief is voor de volledigheid bijgevoegd als bijlage.

68 - 2 - U wordt voorgesteld om op grond hiervan de stand van zaken te bespreken en waar nodig nadere afspraken te maken. U wordt er daarbij op gewezen dat één van de workshops tijdens het ochtendprogramma van het IPO-Jaarcongres ( Carrousel van de Staten ) onder andere dit dossier als onderwerp heeft. Bijlage Conceptbrief Tweede Kamer inzake rechtspositie Statenleden.

69 Vergadering algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 Agendapunt 2d, bijlage DEFINITIEVE CONCEPT BRIEF AAN PARTIJGENOOT/WOORDVOERDERS IN DE 2 E KAMER. Beste partijgenoot, Zoals ongetwijfeld bekend zijn er volgend voorjaar weer verkiezingen voor Provinciale Staten (en afgeleid daarvan, de 1 e Kamer). Bij ons als Statenleden leeft al langere tijd de idee dat onze rol, en ook die van de gemeenteraadsleden vanuit onze partijgenoten (in de 2 e Kamer) wordt onderschat. Dat geeft irritatie maar erger, het is niet bepaald uitnodigend voor betrokken burgers om actief te worden als volksvertegenwoordiger. De Nederlandse Statenleden hebben opnieuw een belevingsonderzoek laten uitvoeren onder alle Statenleden en de uitkomst willen wij jullie niet onthouden. Verheugend is dat ruim 80% van de respondenten zegt het werk als volksvertegenwoordiger nuttig te vinden en ook vindt dat er resultaat gehaald kan worden. Dat is natuurlijk belangrijk, want er waren wel zorgen bij ons over de belangstelling om door te gaan als volksvertegenwoordiger. De gemiddelde tijdsbesteding van rond de 20 uur per week is gelijk gebleven met de uitkomsten uit het onderzoek van een aantal jaren geleden. De werkdruk wordt als hoog ervaren en de waardering vanuit het Rijk (o.a. van jullie dus) wordt als minimaal ervaren. De meeste Statenleden maken zich ongeveer 1 dag per week vrij van hun dagelijkse werk om hun taak goed uit te kunnen voeren. Het grote knelpunt blijft de vergoeding die voor deze inzet staat. Die wordt als zeer laag ervaren, en dat gevoel spoort met de uitkomsten zoals uit het onderzoek van de commissie Dijkstal van al weer 10 jaar geleden. Die commissie heeft toen een objectief loongebouw vastgesteld voor politieke functies. Daarbij viel op dat de 2 e Kamerleden slechts minimaal achterliepen in hun loonontwikkeling maar dat m.n. Raads- en Statenleden rond de 30% stijging van hun vergoeding zouden moeten hebben, om op een passend niveau te komen. Sinds het verschijnen van het rapport van de commissie Dijkstal is er weinig gebeurd in de 2 e Kamer als het gaat om de verbetering van de rechtspositie van politiek ambtsdragers. Dat stoort ons zeer en wij vragen jullie om de discussie hierover niet langer om politiek opportunistische redenen weg te schuiven, maar aandacht te vragen voor deze problematiek. Onze democratie vraagt betrokken mensen die inzet willen plegen voor de samenleving. Die zijn er nog steeds, maar het is frustrerend dat deze inzet voor veel volksvertegenwoordigers betekent dat je financieel en rechtspositioneel een veer moet laten. Wij sturen jullie hierbij de uitkomsten van het belevingsonderzoek en rekenen op een open discussie in de 2 e Kamer over deze problematiek. Uitgangspunt voor ons is een substantiële verbetering van de vergoeding. Met vriendelijke groeten,

70 Bijlage: pagina uit rapport Dijkstal en rapport BMC

71 .... Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3a ip Paraaf : Datum : 12 september 2014 Inlichtingen bij : Gerard Beukema/Ferdi de Lange Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : 1 Onderwerp : IPO-Jaarplan 2015 Voorstel Het IPO-Jaarplan 2015, vastgesteld door het bestuur op 10 & 11 september 2014, goedkeuren. Toelichting Wat vooraf ging Conform de afspraken gemaakt met uw Algemene Vergadering stelt het IPO-bestuur in de eerste vergadering na het zomerreces het IPO-Jaarplan vast ter agendering voor de najaarseditie van uw Algemene Vergadering direct voorafgaand het IPO-Jaarcongres. IPO-Jaarplan 2015 Bijgevoegd treft u het IPO-Jaarplan 2015 aan zoals deze is vastgesteld in de werkconferentie van het IPO-bestuur op 10 & 11 september 2014 (bijlage). Het voorliggende jaarplan betreft een operationalisering van de vigerende en door uw Algemene Vergadering goedgekeurde IPO-Meerjarenagenda voor het jaar Opzet Jaarplan De gecombineerde meerjarenagenda en jaarplan bestaat uit drie onderdelen. Het eerste deel betreft de doelstellingen van de themaoverstijgende onderwerpen Bestuursafspraken , Provinciale ruimtelijke regisseursrol en Toekomstperspectief: Positie en profiel provincies 2015 / Stip aan de horizon. Het tweede deel betreft de doelstellingen uitgesplitst naar de provinciale kerntaken en de wettelijke taak Jeugdzorg. Ten slotte zijn in het laatste deel de doelstellingen voor de interne organisatie van het IPO opgenomen. De wijze van presenteren van de doelstellingen is uniform: per thema wordt het onderwerp weergegeven zoals vastgesteld in de matrix gevolgd door de doelstellingen die over de gehele loop van de Meerjarenagenda gerealiseerd moeten zijn ( Wat heeft het IPO in 2015 bereikt? ) gevolgd door de doelstellingen die hiervoor in 2015 moeten zijn bereikt ( Wat heeft het IPO in 2015 hiervoor gedaan? ). Jaarlijks wordt die laatste kolom aangepast en vormt daarmee het Jaarplan voor dat jaar in nauwe samenhang met de meerjarenagenda als overgangsjaar U wordt er op gewezen dat het jaar 2015 een overgangsjaar is aangezien halverwege 2015 de samenstelling van IPO-bestuur en Algemene Vergadering wijzigen op grond van de Provinciale Statenverkiezingen van maart 2015.

72 - 2 - Het nieuwe bestuur stelt in september 2015 de nieuwe IPO-Meerjarenagenda / IPO-Jaarplan 2016 vast dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Algemene Vergadering. De uitgangspunten hiervoor liggen inmiddels vast in KOMPAS 2020 (zie ook agendapunt 2a). Het IPO-Jaarplan 2015 is een reflectie van dit overgangsjaar. IPO-begroting 2015 De begroting behorend bij dit jaarplan is apart voor uw vergadering geagendeerd als agendapunt 3b. Bijlage IPO-Jaarplan 2015, vastgesteld door het IPO-bestuur op 11 september 2014.

73 ... Vergadering algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 Agendapunt 3a, bijlage i P IPO-Meerjarenagenda & IPO-Jaarplan 2015 Vastgesteld door het IPO-bestuur op 10 & 11 september 2014 en goed te keuren door de Algemene Vergadering op 30 september

74 Inhoudsopgave Pagina 1 Inleiding Voorwoord Opzet gecombineerde Meerjarenagenda & Jaarplan 3 2 Themaoverstijgende dossiers Bestuursafspraken Provinciale ruimtelijke regisseursrol Toekomstperspectief: Positie en profiel provincies 2015 / Stip aan de horizon 5 3 Thema s Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en Waterbeheer Regionale bereikbaarheid en openbaar vervoer Regionale economie en energie Vitaal Platteland Kwaliteit Openbaar Bestuur Jeugdzorg Culturele Infrastructuur en Monumentenzorg Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) en regionale uitvoeringsdiensten Werkgeverszaken 26 4 Interne organisatie IPO 28 2

75 1. Inleiding 1.1 Gecombineerde IPO-Meerjarenagenda & IPO-Jaarplan 2015 In het kader van de transitie van het IPO heeft het bestuur in november 2011 de matrix van de smalle doch betekenisvolle agenda vastgesteld. Deze matrix bevat de limitatieve lijst van onderwerpen waarop het IPO acteert en binnen welke rol: belangenbehartiging of innovatie en uitwisseling. Om deze focus te handhaven kunnen onderwerpen, al dan niet tijdelijk, alleen door het bestuur worden toegevoegd of aangepast. Op basis van deze matrix is de IPO-Meerjarenagenda opgesteld die op 22 maart 2012 door het bestuur is vastgesteld en op 21 juni 2012 door de Algemene Vergadering is goedgekeurd. Het IPO-Jaarplan vloeit voort uit deze meerjarenagenda en bevat de (deel)doelstelling voor dat jaar om de algemene doelstelling voor de periode te behalen. Ieder opeenvolgend IPO-Jaarplan is daarmee de operationalisering van de meerjarenagenda. Daarom wordt ieder Jaarplan gecombineerd met de IPO- Meerjarenagenda aangeboden. 1.2 Opzet gecombineerde Meerjarenagenda & Jaarplan De gecombineerde meerjarenagenda en jaarplan bestaat uit drie onderdelen. Het eerste deel betreft de doelstellingen van de themaoverstijgende onderwerpen Bestuursafspraken , Provinciale ruimtelijke regisseursrol en Toekomstperspectief: Positie en profiel provincies 2015 / Stip aan de horizon. Het tweede deel betreft de doelstellingen uitgesplitst naar de provinciale kerntaken en de wettelijke taak Jeugdzorg. Ten slotte zijn in het laatste deel de doelstellingen voor de interne organisatie van het IPO opgenomen. De wijze van presenteren van de doelstellingen is uniform: per thema wordt het onderwerp weergegeven zoals vastgesteld in de matrix gevolgd door de doelstellingen die in 2015 gerealiseerd moeten zijn ( Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? ) gevolgd door de doelstellingen die hiervoor in 2015 moeten zijn bereikt ( Wat heeft het IPO in 2015 hiervoor gedaan? ). Jaarlijks wordt die laatste kolom aangepast en vormt daarmee het Jaarplan voor dat jaar in nauwe samenhang met de meerjarenagenda. NB. Het jaar 2015 is een overgangsjaar aangezien halverwege 2015 samenstelling van IPO-bestuur en Algemene Vergadering wijzigen op grond van de Provinciale Statenverkiezingen van maart Het nieuwe bestuur stelt in september 2015 de nieuwe IPO-Meerjarenagenda / IPO-Jaarplan 2016 vast dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Algemene Vergadering. De uitgangspunten hiervoor liggen inmiddels vast in KOMPAS Het IPO-Jaarplan 2015 is een reflectie op dit overgangsjaar. 3

76 2. Themaoverstijgende dossiers 2.1 Bestuursafspraken Belangenbehartiging Regie uitvoering en monitoring (decentralisatie)afspraken bestuursakkoord Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? - De Bestuursafspraken die voor de provincies van toepassing zijn, zijn gerealiseerd. NB: De afzonderlijke afspraken gemaakt in de Bestuursafspraken zijn bij de verschillende onderwerpen ondergebracht en aangemerkt via (BA) Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? - De uitvoering van de Bestuursafspraken, voor zover niet achterhaald door het regeerakkoord (te weten financiën en decentralisaties sociaal domein naar gemeenten) is voor het grootste deel afgerond. Het IPO-bestuur monitort de voortgang. Ook vindt een gezamenlijke monitoring plaats op de voortgang van rijk, IPO, VNG en UvW als onderdeel van de Bestuursafspraken. 2.2 Provinciale Ruimtelijke Regisseursrol Innovatie & uitwisseling Gevolgen vervallen nationale ruimtelijke belangen Verdienmodellen en financieringsarrangementen Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? - Beeld van gevolgen vervallen nationale ruimtelijke belangen is positief in de publieke opinie. De innoverende uitwisseling is gericht op: - Versterking van betrokkenheid marktpartijen bij voorbereiding en aanbesteding in kader van gebiedsontwikkeling. - Bevordering van (door)ontwikkeling van nieuwe financieringsvormen en bundeling van Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? - Publiciteit over initiatieven en best practices van provincies in het kader van 2015: Jaar van de Ruimte - Samen met het ministerie van BZK inhoudelijke input leveren voor het Europese dossier fysieke en maatschappelijke leefomgeving, in het kader van het Nederlands voorzitterschap van de EU in Uitwisseling van succesvolle ervaringen met regionale gebiedsfondsen, revolving funds en lifecycle management in het Beraad Ruimtelijk Beleid. - Instrument revolving funds wordt nader 4

77 Provinciale rol programmering ruimtelijke ontwikkelingen kennis. - Verbreding van de provinciale investeringsstrategie naar beheer. - Versterking van samenwerking tussen provincies bij nieuwe Europese financiering (zie 3.3 Regionale economie en energie). De innoverende uitwisseling is gericht op: - Professionalisering van de provinciale rol in de regionale en interprovinciale programmering ruimtelijke ontwikkelingen, afstemming van vraag en aanbod op gebied van wonen (programmeren woningbouw), werken (bedrijventerreinen en kantorenlocaties), detailhandel en opgaven in het landelijk gebied. - Goed in beeld brengen voor provincies van interventiemogelijkheden op de financiële gevolgen van stagnatie in ruimtelijke ontwikkelingen en het gebruik daarvan. uitgewerkt in een adviesrapport. - Uitwisseling best practices van investeringsstrategie naar beheer in het kader van het programma bevolkingsdaling. Verkennen vervolg op huidig interbestuurlijk programma bevolkingsdaling. - Uitwisseling over provinciaal grondbeleid en programmering woon- en werklocaties op basis van onderzoek regionale behoeften in het Beraad Ruimtelijk Beleid en de Werkgroep detailhandel/bedrijventerreinen Toekomstperspectief: Positie en Profiel Provincies 2015 / Stip aan de horizon (KOMPAS 2020) Toekomstperspectief Positie en profiel provincies 2015 Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? - In de aanloop naar de Statenverkiezingen (maart 2015) en de Tweede Kamerverkiezingen (mei 2015) bestaat een helder beeld over de performance van provincies op de taken uit het kernprofiel; - De uitkomst van positie en profiel provincies 2015 is leidend voor de beïnvloeding van de partijprogramma s voor de Tweede Kamer- en Statenverkiezingen; en Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? - Het KOMPAS 2020 is in september 2014 vastgesteld. Het KOMPAS 2020 is een doorontwikkeling van Profiel Provincies uit 2010 en bevat de ambities van de provincies voor de komende statenperiode en de inzet voor de Tweede Kamerverkiezingen in De in het kader van Profiel Provincies gepresenteerde voorbeelden van provinciale taakuitoefening maken onderdeel uit van KOMPAS De uitkomsten van het traject Stip aan de 5

78 Horizon zijn verwerkt in KOMPAS Doelstelling is in 2012 en 2014 behaald. - De IPO-Jaarcongressen 2012 en 2014 staan in het teken van Positie en profiel provincies Stip aan de Horizon - Vaststellen van de trends en ontwikkelingen op de lange termijn (2025/2030), de provinciale rol daarin en de bijbehorende maatschappelijke opgaven; en - Stip aan de horizon is het thema van het IPO- Jaarcongres Het traject Stip aan de Horizon is in 2013 afgerond. De uitkomsten zijn verwerkt in KOMPAS 2020 (zie hierboven). - Doelstelling is in 2013 behaald. 6

79 3. Thema s 3.1 Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling en Waterbeheer Belangenbehartiging Uitvoering Deelakkoord Water Vernieuwing Omgevingsrecht Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? - Bijdragen aan vestigen beeld dat provincies hun rol van gebiedsregisseur op het terrein van water waarmaken; - Er zijn voor alle partijen heldere toezichtrelaties met de waterschappen ontstaan; - Integratie regionaal waterbeheer in beleid voor de fysieke leefomgeving; - Samenwerking met partners is doelmatig o.a. via het Informatiehuis Water; - Borging provinciale belangen bij: - grondwater, zwemwater en vaarwegbeheer, waterveiligheid en toezicht op primaire en regionale waterkeringen. - Instrumentering voor provinciale doelen en rol m.b.t. fysieke leefomgevingskwaliteit zijn goed ingebed in de in werking getreden Omgevingswet (Ow). Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? - Bestuurlijke verhoudingen tussen provincie en waterschap zijn geborgd in het wetsvoorstel Omgevingswet en worden bevestigd in de uitvoeringsregelgeving van de Omgevingswet; - Ontwikkeling van een gezamenlijk gedragen Lange Termijn Wateragenda, voortbouwend op de uitkomsten van de OESO-studie. - Inhoudelijke bijdrage geleverd aan uitvoeringsprogramma van de Drinkwaternota, met name gericht op reservering strategische drinkwatervoorraden en vernieuwing ruimtelijk bescherming grondwaterbeschermingsgebieden. - Beïnvloeden wetsvoorstel Ow na indiening bij de Tweede Kamer gericht op behoud van het bereikte resultaat. - Beïnvloeden uitwerking Aanpassingswet en Invoeringswet - Beïnvloeden uitwerking Omgevingsbesluit (m.n. bevoegd gezag vergunningverlening en grondexploitatie) en uitwerking Besluit Kwaliteit Leefomgeving in relatie tot Besluit Activiteiten in de Leefomgeving. (m.n. vergroten en behouden bestuurlijke afwegingsruimte (waaronder geluid (o.b.v. position paper SWUNG 2), water, natuur, bodem, luchtkwaliteit, erfgoed)) - Instemming bereiken over de gezamenlijke aanpak van de implementatie inclusief de financiële effecten van de Ow in het gezamenlijke 7

80 Provinciale rol in nationale wetgeving en structuurvisies - De provinciale ruimtelijke rol is stevig verankerd in nieuw rijksbeleid en nieuwe wetgeving gericht op optimale invulling en instrumentele ondersteuning van de eigen provinciale beleidsruimte en uitvoering. implementatieprogramma begin Bewaken en borgen provinciale kaders en verantwoordelijkheden in de rijksstructuurvisie ondergrond (verbrede STRONG): o Uitwerken beleidsopgaven ter voeding van het interbestuurlijke programma en het o voorbereiden van bestuurlijke afspraken. Input leveren aan de afwegingssystematiek, mede gericht op het borgen van provinciale belangen (waaronder drinkwater) en bestuurlijke afwegingsruimte. - Bewaken en borgen van provinciale belangen en verantwoordelijkheden in de Structuurvisie Schaliegas inclusief volledige integratie in STRONG. - In aansluiting daarop en gekoppeld aan integratie in Omgevingswet verankeren provinciale rol op fysieke domein in regelgeving bodem en ondergrond (Wet bodembescherming en Mijnbouwwet, Wabo/Omgevingswet). - Vaststellen en verankeren van de rol van provincies voor bijdrage vanuit de provincies aan de verhoogde doelstelling hernieuwbare energie in 2020 en de ruimtelijke impact daarvan. Bodem en ondergrond - Transitie naar duurzame ontwikkeling van bodem en ondergrond in samenhang met bovengronds ruimtegebruik vormgegeven en geborgd. - Borgen provinciale rollen en verdere decentralisatie middelen in afspraken bodembeleid en in de Structuurvisie ondergrond (STRONG). - Ten behoeve van provinciale beleidsontwikkeling ondergrond uitwisselen van perspectiefvolle functiecombinaties en decentrale, gebiedsgerichte aanpak verontreiniging (=innovatie & uitwisseling). - Doorontwikkelen kennisstructuur voor bodem en ondergrond. Provinciale rol in nationale kennisinfrastructuur - Betrokkenheid van provincies bij de nationale programmering van kennisontwikkeling en - Uitwisselen best practices provinciaal kennismanagement en rol van kennismakelaar. 8

81 Innovatie & uitwisseling Provinciale rol Deltaprogramma adviesraden gewaarborgd (conform de Bestuursafspraken en gericht op de thema s DROW en Vitaal Platteland). Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? - De provinciale rol, conform Profiel Provincies is onderdeel van de deltabeslissingen waterveiligheid, zoetwaterstrategie en ruimtelijke adaptatie. - Ook is de provinciale rol geborgd in de Deltabeslissingen Rijn-Maasdelta en IJsselmeergebied door bundeling van kennis en ervaring. - Heldere positionering van het Deltaprogramma in het MIRT en de rol van provincies daarin. Ontwikkelen netwerk kennisinstellingen, overheden en bedrijfsleven op nationaal niveau. - Voor het domein ruimte afspraken met rijk over borging vraag naar kennisontwikkeling in een gezamenlijke kennisagenda vastgelegd. Wat heeft het IPO in 2015 hiervoor gedaan? - Borgen provinciale inbreng en rol in uitwerking en uitvoering Deltabeslissingen in vervolgorganisatie en uitvoeringsprogramma s Deltaprogramma gericht op continueren programmatische aanpak en de verbinding tussen water en ruimte. - bevorderen van de verankering en uitvoering van de Deltabeslissingen door provincies. - Ter uitvoering van de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie (DBRA): - Bevorderen dat de verbinding van ruimte en water onderdeel is van de voorbereiding van ruimtelijke plannen van de provincies door deelname aan het Stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie. - Borgen van de provinciale inbreng bij de formulering van de watertoets onder de Omgevingswet. - Deelname aan de voorbereiding van de evaluatie van de DBRA per 2017, die in 2015 al van start gaat Regionale Bereikbaarheid en openbaar vervoer Belangenbehartiging Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? Decentralisatie BDU (BA) - Per 1 januari 2013 is de BDU opgenomen in het provinciefonds (zie ook bij paragraaf 3.5 kwaliteit - Vormgeven van de decentralisatie van de BDU per 1 januari

82 Realiseren landsbrede aanpak Beter benutten van infrastructuur bestuur) - De Rijksbijdrage voor de regionale maatregelenpakketten is gedecentraliseerd naar het provinciefonds; en - De landelijke maatregelen van het Programma beter benutten zijn in werking getreden. - Programma is in 2014 afgelopen. Geen vervolgactie. Openbaar vervoer - Er is een goed werkend gemeenschappelijk tarievenbureau dat jaarlijks de belangrijkste landelijke tariefbeslissingen voorbereidt en het landelijk tarievenkader actualiseert; en - De beslissingsbevoegdheid rond het Regionaal Openbaar Vervoer blijft een provinciale verantwoordelijkheid. OV-Chipkaart - De aansturing van TLS is aanzienlijk verbeterd en de provinciale overheden hebben voldoende invloed om de belangrijkste financiële en beleidsmatige besluiten rond de OV-chipkaart adequaat te beïnvloeden. - Actief participeren in het Nationaal Openbaar Vervoer Beraad, gericht op landelijke vraagstukken m.b.t. de OV chipkaart, en het Regionaal Openbaar Vervoer Beraad, daar waar het regionale vraagstukken betreft. - Beinvloeden van de discussie over de herpositionering van TLS vanuit de optiek van beschikbaarheid van data voor concessiebeheer. - Uitwerken en implementeren van de ambtelijke samenwerking met het SKVV, danwel de nieuwe vervoerregio s, gericht op een aantal gedeelde uitvoeringstaken (zoals t.a.v. tarieven).implementeren van het nieuw te ontwikkelen landelijk OV Producten Portfolio. - Invulling gegeven aan de afspraken gemaakt in het convenant sociale veiligheid OV. - Opstarten van discussie aan de hand van een position paper over toekomstbestendige financiering van het OV -systeem in termen van optimalisatie bij teruglopende financiën. Verkeersveiligheid: herijking afspraken Duurzaam veilig - De herijking van de verkeersveiligheidsdoelstellingen heeft geleid tot betaalbare en haalbare doelstellingen voor provincies, inclusief instrumentarium. - Beinvloeden rijksbeleid op basis van de ontwikkelde provinciale methodiek (Promev)zodat de gehanteerde landelijke doelstelling wordt omgevormd tot een prestatiedoelstelling. Opstellen van een gezamenlijke kennisagenda in samenwerking met markt, wetenschap en overheid. - Afronden van het proces omtrent de snelheidsverhoging landbouwverkeer. Borgen dat gestelde randvoorwaarden worden nageleefd en 10

83 Spoorvervoer: belangenbehartiging bij wetgeving concessies en beheer spoorvervoer infrastructuur - In 2015 gaat de nieuwe vervoerconcessie van NS in waarmee provincies invloed hebben op de prestaties van NS en tenminste vijf nieuwe stoptreindiensten worden tijdens de looptijd van de concessie gedecentraliseerd; en - In 2015 gaat de nieuwe beheerconcessie van Prorail in, waarmee provincies zeggenschap krijgen over het door Prorail uitgevoerde beheer en onderhoud van spoor waarover gedecentraliseerde treindiensten rijden. overdragen ter implementatie.borgen provinciale belangen bij update Directive road infrastructure safety management vanuit de Europese Unie. - Beïnvloeding van het 4e Europese Spoorpakket in samenwerking met het HNP. - Waarborgen dat de in de concessies verkregen - zeggenschap van provincies ook in de praktijk werkt met de instelling van de landsdelige tafels. Wetgeving luchtkwaliteit - Het IPO heeft provincies ondersteund bij het voldoen aan Europese normen voor luchtkwaliteit in Na afloop Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) in 2014 zijn afspraken gemaakt met kabinet over follow-up teneinde te blijven voldoen aan de normen. - Beinvloeden Europese besluitvorming (via het HNP) op basis van het VNG/IPO-standpunt Beleidspakket schone lucht voor Europa (BAC-vastgesteld juni 2014) tijdens de eerste lezing van het Luchtpakket en bij de voorziene uitvoering van een parlementair impact assessment over het EU-Luchtpakket. - Borgen provinciale belangen in het verslag van de 6e monitoringsronde van het NSL over 2014 voorafgaand aan de aanbieding ervan aan de Tweede Kamer in najaar 2015 Wetgeving geluid (Swung 2 - vernieuwing wetgeving voor decentrale infrastructuur en industrielawaai) - Als Swung 2 in werking treedt biedt deze voldoende mogelijkheden om de geluidsproductie van weg- en spoorverkeer te beheersen of te verminderen en is deze voor provincies financieel en praktisch uitvoerbaar. - Via het HNP lobbyt het IPO voor een werkbaar en uitvoerbaar EC-voorstel tot herziening van de EUrichtlijn Omgevingslawaai en ruime aandacht voor Europees bronbeleid. - Het IPO lobbyt voor een werkbare uniforme rekenmethode ter invulling van annex II van de EUrichtlijn Omgevingslawaai bij de EU-instellingen. De implementatie daarvan in de Nederlandse wetgeving vraagt eveneens lobby van het IPO bij kabinet en Tweede Kamer. 11

84 Innovatie & uitwisseling Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? Provinciale mobiliteitstaken - Het IPO heeft bijgedragen aan de organisatie van de discussie in provinciale kring ter verbetering van de aan de provincies opgedragen mobiliteitstaken. Beheer wordt de komende jaren steeds belangrijker, vanwege de toenemende onderhoudsbehoefte (verouderd areaal, gestegen grondstofprijzen, benutten in plaats van bouwen). Wegbeheerders verschuiven de focus van investeren naar beheren. Ter voorbereiding op de agenda na 2015 wordt een opzet gemaakt voor een visie infrastructuur Regionale Economie en Energie Belangenbehartiging Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? Topsectorenbeleid - In het nationale overleg (op systeemniveau) zijn randvoorwaarden vervuld en knelpunten opgelost, zodat provincies een eigen regionaal-economisch beleid kunnen blijven voeren ook in relatie tot het topsectorenbeleid. - Provincies maken in IPO-verband afspraken met de minister van EZ over afstemming van instrumenten voor en dienstverlening aan het innovatief MKB. Uitgangspunt voor deze afspraken is: regionaal ontwerp, centraal aangesloten. Doel van de bestuurlijke afspraken is een effectieve en efficiënte ondersteuning van het MKB in de regio. Het IPO brengt in 2015 een publicatie uit over de wijze waarop provincies het innovatief MKB stimuleren. Met deze publicatie laten provincies zien wat zij doen en wat zij van andere partijen verwachten. - Ontwikkelen van een interprovinciale ruimtelijkeconomische visie op samenwerking tussen stedelijke regio s met het oog op versterking van de concurrentiekracht van Nederland in Europees en mondiaal verband. - Inventariseren of, en zo ja welke knelpunten er zijn die de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt regionaal belemmeren. Knelpunten met oplossingsrichtingen agenderen bij verantwoordelijke partijen op landelijk niveau (rijk, maatschappelijke organisaties). Doel is het verbeteren van de aansluiting onderwijsarbeidsmarkt en een goede ontsluiting en toepassing 12

85 Europe2020/NHP (Nationaal HervormingsPlan) en EFRO Randvoorwaarden hernieuwbare energie - In het NHP is jaarlijks de rol van provincies bij behalen doelen Europe2020 goed benoemd; en /2013: ondersteuning bij voorbereiding en overleg voor partnerschapscontract met Rijk met daarin geregeld regionale zeggenschap structuurfondsen en POP evenals cofinanciering EFRO. - De belangrijkste knelpunten zijn opgelost en de comparatieve nadelen voor de productie van duurzame energie ten opzichte van grijze energie zijn weggenomen. van het regionaal kennisaanbod. - Door middel van een publicatie zichtbaar maken aan medeoverheden en maatschappelijke organisaties op welke wijze provincies sturen op een kwalitatief en kwantitatief passend aanbod van werklocaties/leegstand. In 2015 wordt in de AAC en BAC RE&E daarom een drietal presentaties verzorgd over de wijze waarop provincies de ruimtelijke ontwikkeling van de leegstand aanpakken (provincies en externe genodigden). - Eerder is besloten op beide genoemde thema s in IPOverband geen inzet meer te plegen. - De focus ligt in 2015 in Europees verband op het ontwikkelen van een gezamenlijke strategie voor de opzet van de structuurfondsen Basis hiervoor is de evaluatie van de EFRO-lobby in de afgelopen periode. De strategie voor de nieuwe periode dient te zijn gericht op een paradigmaverschuiving. Structuurfondsen dienen niet langer gericht te zijn op het inlopen van achterstand, maar op het versterken van innovatie. Dit met het oog op het verbeteren van de economische uitgangspositie van Nederland en het versterken van de Europese concurrentiekracht. Voor de interprovinciale samenwerking voor de energietransitie is een programma in uitvoering, IPS2E. - In samenwerking met partijen in het Nationaal Energieakkoord bevorderen dat de randvoorwaarden (wettelijk/financieel/draagvlak) voor de energietransitie tijdig op orde komen. In 2015 wordt de IPO inbreng voor de mid-term evaluatie van het Nationaal Energieakkoord in 2016 voorbereid. 13

86 Systeemaanpak hernieuwbare energie - Afspraken over de energiemix en de uitvoering van het energieakkoord voldoen aan de provinciale randvoorwaarden, samenstelling van de mix met maximum voor windenergie, rollen rijk en provincies in uitvoering en systeemaanpak - Wettelijke en fiscale systemen in Nederland zijn aangepast ten behoeve van de transitie naar een koolstofarme economie - De mogelijkheden en verplichtingen uit Europa zijn beter benut om de energietransitie in de provincies te versnellen Conform de afspraak met het rijk: zijn de randvoorwaarden voor windenergie in 2015 op orde om tijdige vergunningverlening en bouw mogelijk te maken van het beoogde vermogen wind op land en is de instrumentenkoffer van rijk en provincies voor de aanpak van windenergieprojecten begin 2015 gereed In juni en december wordt de halfjaarlijkse voortgangsmonitor wind op land besproken tussen rijk en IPO en indien nodig nadere afspraken gemaakt om op planning te blijven. Via de IPO lobby streven om in de Autobrief II de fiscale randvoorwaarden voor rijden op groen gas op te nemen zodat een gelijk speelveld ontstaat voor duurzame autobrandstoffen. Te bevorderen dat de Europese kaders voor hernieuwbare energie en energiebesparing die in 2015 worden vastgesteld de ontwikkeling van de energietransitie en duurzame economie in de provincies stimuleren. - In 2015 worden de acties en prioriteiten van de inzet van provincies in de periode vastgesteld met daarin de rol en bijdrage van de provincies aan de realisatie van 14 % energiemix. Als basis voor de keuzes en inzet brengen de provincies uiterlijk in januari 2015 hun energieverbruik, de energiemix en ruimtelijk-economische impact en hun bestaand beleid voor hernieuwbare energie en de CO2 reductie in beeld. - In de uitwerking zal een accent liggen bij de provinciale rol rond warmte en biomassa omdat deze een belangrijke bijdrage leveren aan de realisatie van de mix. Voor warmte wordt in 2015 een routekaart 14

87 voor een efficiënte inzet van warmte en restwarmte opgesteld en uitgevoerd - De inzet van provincies om via VTH taken en RUD s bij te dragen aan energiebesparing van BRZO bedrijven is vastgesteld. - De provinciale aanpak van de energiebesparing en CO2 reductie in OV en mobiliteit is vastgesteld. Innovatie & uitwisseling Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? Actieprogramma Routekaart IPO-Gastvrij Nederland Vergroten van kansen op private en Europese cofinanciering (bovenop Structuurfondsen en GLB/POP) door samenwerking tussen projecten. Hernieuwbare energie en energiebesparing Schaarste biomassa - In 2012 is besloten het traject af te sluiten met een inspiratiedocument voor samenwerking tussen private partijen en provincies. - Meer samenwerking tussen provincies waardoor meetbaar substantieel meer financiering uit Europese fondsen (naast Structuurfondsen en GLB/POP) voor projecten is binnengehaald dan in de huidige periode. - De inzet van de IPO uitvoeringsagenda wordt opgenomen in de uitvoeringsafspraken van het Energieakkoord met het rijk en/of het Nationaal Energieakkoord van de SER. - Invullen kennisleemtes biomassa als vervolg op het nader onderzoek van februari Afgerond in De provincies zetten hun samenwerking voort en werken samen met de SER-partijen (aanbevelingen SER-commissie De Jager) mogelijkheden uit om meer Europees en privaat geld te mobiliseren voor de Energietransitie. - Het uitwisselen van kennis en innovatie is opgenomen in het uitvoeringsprogramma IPS2E. Regelmatig vinden op thema s workshops plaats om kennis uit te wisselen. - De kennisleemtes die zijn gesignaleerd in het onderzoek biomassa worden ingevuld. De potenties om op regionaal niveau biomassa te benutten worden per provincie in beeld gebracht om de inzet voor de energiemix te onderbouwen. 15

88 3.4 Vitaal Platteland Belangenbehartiging Uitwerking en implementatie decentralisatie beleid natuur / landelijk gebied (BA) Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? - Deelakkoord natuur en Natuurpact zijn uitgewerkt en geïmplementeerd; Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? Doel: Met het bestuursakkoord natuur en het Natuurpact is het natuurbeleid gedecentraliseerd en een kerntaak van de provincie geworden. Dat betekent een forse versteviging van de provinciale rol in het landelijke gebied. Voor de invulling van het beleid hebben provincies een bestuurlijke overeenkomst gesloten met de Manifestpartijen. De drie overeenkomsten worden provinciaal geïmplementeerd. - Coördineren van de belangenbehartiging en uitvoering van de acties uit het bestuursakkoord natuur en het Natuurpact waarvoor de gezamenlijke provincies verantwoordelijk zijn. Een uitvoeringsagenda is hiervoor opgesteld. - Coördineren van de acties van de uitvoeringsovereenkomst tussen provincies/ipo en Manifestpartijen over de uitvoering van het natuur- en landschapsbeleid. De voortgang wordt regulier besproken met de Manifestpartijen. - Coördineren van de gezamenlijke afspraken op het gebied van terugdringing ganzenschade, in gang zetten procedure Co2. - Verkennen van de wenselijkheid van interprovinciale samenwerking voor uitvoering van de Europese landschapsconventie Doel: Opzetten van een gewijzigd stelsel voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer dat per 1 januari 2016 operationeel is. Dit stelsel is efficiënt, door een collectieve aanpak, en effectief, omdat het daar wordt ingezet waar het bijdraagt aan de realisatie van ecologische (internationale) doelen Faciliteren van de implementatie van het stelsel door de provincies 16

89 Aansturing van de voorbereiding van de uitvoering door partners (BIJ12, RVO.nl en de stichting collectief agrarisch natuurbeheer). Dit moet ertoe leiden dat per 1 januari 2016 alle collectieven een aanvraag hebben ingediend. IPO overlegt met verschillende betrokken partijen, via de Raad van Advies en het Directeurenoverleg Natuurpact. - Evaluatie in 2016 is voorbereid; en - Tijdelijke interprovinciale projectorganisatie voor de implementatie is per opgeheven) en een (voor zover noodzakelijk) shared service organisatie is opgericht voor uitvoeringstaken die interprovinciaal moeten worden opgepakt. Doel: Tot stand brengen van een samenhangend systeem van monitoring van alle ecologische aspecten uit het Natuurpact. Voorbereiden van een driejaarlijkse evaluatie. Realisatie van een samenhangend monitoringssysteem door IPO, Rijk en BIJ12. Beoogd wordt dat het monitoringssysteem in 2017 functioneel is. Vaststelling van een evaluatieontwerp en plan van aanpak evaluatie, opgezet door Planbureau voor de Leefomgeving. Per is met BIJ12 vorm gegeven aan een shared serviceorganisatie. Deze doelstelling is gerealiseerd. Nieuwe wetgeving inrichting landelijk gebied / integrale natuurwet - Verantwoordelijkheidsverdeling rijk/provincie voor Europese biodiversiteitsdoelen in nieuwe wet natuur conform deelakkoord natuur; - Decentralisatie van Boswet, FF-wet en Faunafonds conform deelakkoord natuur; en - Nieuwe wet natuur en wijziging Wet inrichting landelijk gebied is tot stand gekomen in lijn met advies IPO op ontwerp wetsvoorstellen. Maken van duidelijke bestuurlijke afspraken over uitvoeringsregelgeving en over verantwoordelijkheidsverdeling soortenbeleid in het kader van internationale verplichtingen Voeren van lobby richting Tweede Kamer Coördinatie beheerplannen - Coördinatie interprovinciale inzet op nationaal Actieve belangenbehartiging, en inhoudelijke en 17

90 Natura 2000 / KRW en uitvoeringsprogramma PAS niveau. procesmatige coördinatie in de afrondende fase van de totstandkoming van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Faciliteren in de provinciale doorvertaling en implementatie van het PAS-programma in een werkende vergunningenpraktijk. Monitoring en bijsturingsprocessen zijn geregeld. IPO organiseert de lobby m.b.t. de midterm evaluatie van de EU Biodiversiteitsstrategie 2020 en ondersteunt bij de inhoudelijke inbreng daarin. Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (waaronder voorbereiding POP 3) Kabinetsvisie Natuur / reactie op voorstellen taskforce biodiversiteit Innovatie & uitwisseling - Coördinatie belangenbehartiging bij voorbereiding GLB/POP 3. Positie van de provincies bij uitvoering GLB/POP3 is vanaf 2014 versterkt. - Goede afstemming met transitie agrarisch natuurbeheer. - Kabinetsvisie Natuur is in lijn met uitgangspunten onderhandelingsakkoord natuur. Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? - Implementatie POP3 in het 1 e kwartaal van 2015 afgerond. - De inzet voor de collectieve benadering bij agrarisch natuurbeheer is in lijn met POP-3. Doel: Naar aanleiding van de rijksnatuurvisie Natuurlijk verder hebben rijk en provincies afgesproken gezamenlijk te werken aan een maatschappelijke agenda voor het natuurbeleid. Deze maatschappelijke agenda richt zich op de maatschappelijke aspecten van het natuurbeleid, in aanvulling op het Natuurpact en het bestuursakkoord natuur. Opzetten van maatschappelijke agenda. Het Ministerie van EZ, provincies en IPO vormen een gezamenlijk programma voor het uitvoeren van de maatschappelijke agendanadere oriëntatie op natuur als provinciale kerntaak, als voorbereiding op het nieuwe meerjarenprogramma. De Natuurtop (eind 2014) levert hiervoor de bouwstenen. Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? 18

91 Gezamenlijke agenda voor provinciegrensoverschrijden de acties na decentralisatie natuur / landelijk gebied Uitvoering subsidiestelsel SNL - De shared service organisatie voert (voor zover noodzakelijk) een aantal taken uit op het gebied van gezamenlijke innovatie en uitwisseling. - Vanaf is de interprovinciale uitvoeringsorganisatie voor onder meer het SNL, die nu nog door IPO wordt aangestuurd en vanaf 2012 onderdeel uitmaakt van de projectorganisatie voor de implementatie deelakkoord natuur, verzelfstandigd. De shared service organisatie is vormgegeven via de Gemeenschappelijke Werkorganisatie BIJ12. - Uitvoering vindt plaats door BIJ Kwaliteit Openbaar Bestuur Belangenbehartiging Beïnvloeding traject visie inrichting openbaar bestuur (alleen onderwerpen van gezamenlijk provinciaal belang w.o. afschaffing Wgr-plus en herverdeling BDU verkeer en vervoer) Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? - Er is sprake van een duidelijk geprofileerd middenbestuur. De decentralisaties, zoals opgenomen in de bestuursafspraken, zijn afgerond en versterken het profiel. - De Wgr-plus is ingetrokken en er zijn geen samenwerkingsverbanden meer met een zogenaamde plusstatus. De BDU verkeer en vervoer is naar de provincies overgeheveld. - De provinciale rol bij gemeentelijke herindeling is gewaarborgd conform het beleidskader van het vorige kabinet (gerealiseerd in 2012). Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? - Zie onder 2.1 Bestuursafspraken en 2.3 Toekomstperspectief. - Doelstelling is behaald in 2014 (onder voorbehoud behandeling wetsvoorstel in Eerste Kamer).Doelstelling is behaald in Interbestuurlijk toezicht - Vanaf 2013 oefenen provincies het interbestuurlijk toezicht op de gemeenten uit, gestoeld op vertrouwen, soberheid en efficiëntie; - De bestuurlijke drukte en bestuurlijke lasten zijn afgenomen; en - Evaluatie van de werking van de wet Revitalisering Generiek Toezicht wordt - Voorbereiding van de evaluatie van de wet Revitalisering Generiek Toezicht die op in werking is getreden. 19

92 Vermindering regeldruk en administratieve lasten / Uitvoeringsagenda (BA) / Belangenbehartiging e- Overheid voorbereid. - Realisatie van de uitvoeringsagenda regeldruk/dienstverlening Rijk/provincies waardoor de administratieve lasten voor burgers en bedrijven van autonome provinciale regels als ook medebewindsregelgeving sterk zijn verminderd. Deze vermindering wordt meer kwalitatief dan kwantitatief benaderd; de ervaren lasten staan centraal. - Goede aansluiting van de provincies bij de landelijke ontwikkelingen op het gebied van e- Overheid (waaronder geo-informatie). door belangenbehartiging en ondersteuning van het IPO in de relevante landelijke en Europese gremia (doorlopende doelstelling) - Bevorderen van kwalitatief goede en proportionele EU wet- en regelgeving (door middel van smart regulation, inclusief EUprogramma s REFIT) zodat ook ten behoeve van de decentrale overheden netto reductie en versimpeling van nieuwe en bestaande regels plaatsvindt (NB. toegevoegd voor Jaarplan 2015) - Uitvoeren van de plannen van aanpak voor de zeven onderwerpen uit de uitvoeringsagenda rijk/provincies Voorjaar 2015 meting administratieve lasten autonome regelgeving decentrale overheden. Dit is het vervolg op de nulmeting 2010 en de tussentijdse meting 2014 die door het ministerie zijn uitgevoerd. De decentrale overheden voeren die in 2015 zelf uit als afronding van het bestuursakkoord. - Adequate positionering van provincies in nieuwe nationale (besluitvormings-)structuur onder leiding van de nieuwe Nationaal Coördinator Digitale Overheid. - Nemen van verantwoordelijkheid van de vormgeving van de digitale Laan voor de leefomgeving, waarbij provincies kwartiermaker zijn voor de onderdelen natuur en externe veiligheid. - Alert zijn dat smart regulation de basis is voor elk voorstel van de Europese Commissie. - Deelnemen aan de interdepartementale contactgroep Smart Regulation (min. EZ). - Deelnemen aan de begeleidingsgroep onderzoek van BZK over Europa en het Nederlandse openbaar bestuur. Overhedenoverleg - De inbreng van het IPO in het Overhedenoverleg is erop gericht dat de provincies hun rol kunnen nemen bij het realiseren van de maatschappelijke opgaven (uit o.m. het regeerakkoord). - In het Overhedenoverleg is waar nodig de voortgang van de Bestuursafspraken besproken en bewaakt. Sectoroverstijgende knelpunten of ontwikkelingen met gevolgen voor provincies zijn geagendeerd en besproken. NB: Het Overhedenoverleg vindt regulier tweemaal per jaar plaats. Aan het overleg nemen deel: een delegatie 20

93 Strategisch Startdocument Europa Acteren bij nieuw beleid, geformuleerd in Den Haag of Brussel wanneer het gezamenlijk belang van de provincies in het geding is (o.a. consultatie wetsvoorstellen en beleidsvisies). Financiële verhoudingen rijk-provincies van het kabinet (w.o. minister-president, minister van Financiën en minister van BZK) en de voorzitters en vicevoorzitters van IPO en VNG en de voorzitter van de UvW. - Uitvoering van het strategisch startdocument Europa dat door het bestuur in het voorjaar van 2012 is besproken en vastgesteld; inhoudelijke inzet en organisatie van Europa als facetbeleid zijn vastgesteld en leidend voor actieve inzet in portefeuille Europa; en - Europese instrumenten en posities zijn optimaal benut om meerjarenagenda IPO te realiseren. - Mogelijkheden tot versterking van de eigenstandig rol van decentrale overheden in Europa zijn optimaal benut - Beïnvloeding van nieuw beleid conform de gezamenlijke inzet van de provincies. - Extra bezuinigingen doorgevoerd in de lopende kabinetsperiode werken niet bovenproportioneel door op de provincies. - Voorbereiden van het bestuurlijke overleg financiële verhoudingen dat tweemaal per jaar met de fondsbeheerders plaats vindt. - De Europastrategie wordt uitgevoerd; - De afspraken die zijn gemaakt in het bestuurlijk overleg van 22 januari 2014 worden uitgevoerd. Er is gestart met de Verkenning naar een hechtere samenwerking tussen rijk en decentrale overheden op Europese dossiers die in Nederland zijn gedecentraliseerd; en - Op basis van een plan van aanpak van de Kring van Provinciesecretarissen is Europa als facetbeleid verankerd in organisaties van IPO en provincies; en - - Beïnvloeding van nieuw beleid conform de gezamenlijke inzet van de provincies op basis van de kerntaken van het IPO. - Bij de evaluatie van de normeringssystematiek van het gemeente en provinciefonds blijft de systematiek (gelijk de trap op en af) in stand, evenals de afspraak in het financieel akkoord 2013 dat geen eenzijdige bezuinigingen worden doorgevoerd op het provinciefonds; - De knelpunten van wet- en regelgeving (o.a. Vpbplicht overheidsbedrijven, plafond BTWcompensatieplafond) zijn geïnventariseerd en worden besproken. 21

94 Financiële afspraken Bestuursafspraken (BA) Verbetering financieel stelsel Innovatie en uitwisseling Provinciale rol bij het oplossen van bestuurlijke en financiële knelpunten van gemeenten. - De eisen om aan de EMU-begrotingsnormen te voldoen, zijn niet onnodig extra beperkend voor de provincies. - Schatkistbankieren blijft alleen mogelijk op vrijwillige basis. - De financiële afspraken uit het bestuursakkoord over o.a. decentralisaties worden uitgevoerd zonder extra nadelige effecten voor de provincies en met aanvaardbare verdeeleffecten. De gedecentraliseerde middelen zullen op een kostengeörienteerde wijze worden verdeeld. - Knelpunten (o.a. te hoge controle- en administratieve lasten) in het financieel stelsel zijn weggenomen, zoals bij de Wet Fido, SiSa en het BTW-compensatiefonds Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? - Het IPO heeft waar nodig activiteiten gefaciliteerd die bevorderen dat provincies goed in staat blijven deze rol te vervullen. - Op basis van de evaluatie van de afspraken over de EMU-normering worden afspraken gemaakt over de EMU-normering na In overleg met Financiën worden knelpunten bij het verplicht schatkistbankieren aangepakt. - Om het Provinciefonds robuuster te maken is binnen de kaders van het huidige verdeelmodel gestart met groot onderhoud; - Een externe commissie bereidt een zwaarwegend advies voor over een robuust en duurzaak verdeelmodel en de aanpak van (her)verdeelvraagstukken; - De voorstellen van de VNG-commissie Vernieuwing BBV die voor de provincies relevant zijn, worden in overleg met VNG en BZK geïmplementeerd. Wat heeft het IPO daarvoor in 2015 gedaan? - De provincies wisselen best practices uit over deze rolinvulling Risicomanagement - Door uitwisseling van best practices wordt bijgedragen aan de verbetering van het risicomanagement bij provincies. - - Uitwisseling van best practices uit op het gebied van risicomanagement. 22

95 3.6 Jeugdzorg De verantwoordelijkheid voor de Jeugdzorg is per 1 januari 2015 overgedragen aan de gemeenten. De werkzaamheden van het IPO voor dit dossier zijn hiermee beëindigd. 3.7 Culturele Infrastructuur en Monumentenzorg Belangenbehartiging Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? Culturele Infrastructuur - In het Algemeen Kader Interbestuurlijke Verhoudingen Cultuur is vastgelegd dat cultuur een kerntaak is van provincies waar dit lokale belangen overstijgt. Provincies zijn verantwoordelijk voor bovengemeentelijke coördinatie op regionaal niveau. Provincies zetten zich in voor diversiteit en spreiding van voorzieningen. Door inzet van het IPO wordt bij het opstellen van landelijk cultuurbeleid door OCW rekening gehouden met geografische spreiding van instellingen/ organisaties en functies. Regionale omroepen* - Een onafhankelijke regionale nieuws- en informatie functie in een gewijzigd publiek mediabestel. - Het IPO zorgt er in 2015 voor dat al in het voortraject van de nieuwe cultuurplanperiode de belangen en zorgpunten van provincies m.b.t. infrastructuur zijn besproken bij OCW. Dit resulteert in een adviesaanvraag van OCW aan de Raad voor Cultuur waarin de vragen van provincies zijn opgenomen. Het IPO heeft een bijdrage geleverd aan de discussie over cultuurparticipatievoorzieningen en de taak van provincies op dat terrein - Het IPO levert in 2015 input voor de toekomstverkenning van het medialandschap en maakt afspraken met de staatssecretaris van OCW over waarborgen op het terrein van budget, kwaliteit en verantwoording over de regionale nieuws- en informatiefunctie. Resultaat in 2015 is een aangepaste Mediawet (ingaande per 2016) waarin de waarborgen zijn verankerd. Het IPO doet dat omdat regionale omroepen een belangrijke nieuwsvoorziening in de regio zijn. De omroepen geven uiting aan de regionale identiteit, hebben een (democratische) waakhondfunctie en kunnen zorgen voor grotere zichtbaarheid van provinciaal beleid en de provincie als bestuurslaag. 23

96 Erfgoed Provincies houden samen met gemeenten en andere maatschappelijke partijen het erfgoed in stand en maken in toenemende mate verbinding van het erfgoed met andere ruimtelijkeconomische ontwikkelingen Monumentenzorg** Het restauratiebeleid van provincies voor rijksmonumenten is effectief en efficiënt; en Provincies maken afspraken met partijen over restauraties, prioriteren de restauraties en stellen de hoogte van de subsidies vast. Bibliotheken *** - De ondersteuningstaken van provincies in het bibliotheekwerk zijn verankerd in de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (2015) Archieven - Provincies beschikken over bruikbare producten (duurzaamheid en kwaliteit) om de (nieuwe) wettelijke zorgplicht voor het provinciaal archief waar te maken. IPO heeft een notitie opgesteld waarin de verbinding van cultuur/erfgoed met het ruimtelijk economisch domein wordt beschreven. Deze notitie geeft een beeld van de huidige stand van zaken en geeft aanbevelingen om deze verbinding in de toekomst te versterken. - Naar aanleiding van de uitkomsten van de Evaluatie Decentralisatie Rijksmiddelen voor Restauratie bepalen welke gezamenlijke inzet nodig is om het restauratiebeleid effectief en efficient uit te voeren. - Afstemming met andere partijen in het monumentenveld (o.a. Nationaal Restauratiefonds) over het restauratie- en instandhoudingsbeleid van rijksmonumenten. - De nieuwe Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen gaat in per 2015 en is derhalve geen actueel onderwerp meer. In bestuurlijk overleggen zal de uitwerking/invulling indien nodig besproken worden. - Het IPO heeft met andere partijen (OCW, NA, VNG, UvW) de voortgang en kwaliteit van de uitvoering van de innovatieagenda archieven aangestuurd en bewaakt. In 2015 wordt de deelname van provincies aan de Regionale Historische Centra geëvalueerd. In het bestuursakkoord is vastgelegd dat provincies hun archieven onderbrengen bij de Regionale Historische Centra en mede financier zijn. * Het onderwerp Regionale omroepen is door het bestuur ondergebracht in een tijdelijke ad-hoc commissie. Minimaal jaarlijks spreekt het bestuur actief uit of de ad-hoc commissie wordt doorgezet. ** Decentralisatie rijksmonumenten wordt behartigd via de IPO werkgroep Cultuurhistorie (IWC) 24

97 *** Bibliotheken is tijdelijk toegevoegd aan de IPO-agenda in verband met de voorbereiding van nieuwe wetgeving op dit terrein. Zodra het wetgevingstraject is afgerond zal het onderwerp van de agenda worden afgevoerd. 3.8 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) en regionale uitvoeringsdiensten Belangenbehartiging Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? Verankering van eerdere afspraken tussen het IPO, VNG en het rijk uit 2008 (package deal) in de wet VTH. Ook de latere afspraken uit het IPOadvies over de organisatie en coördinatie van de BRZO-taken van provincies en gemeenten worden via deze wet juridisch geregeld. De met het nieuwe VTH stelsel gerealiseerde positie voor de provincies wordt overgenomen in zijn opvolger, de omgevingswet. Provincies blijven bevoegd gezag voor de bedrijven die onder de BRZO en IPPC vallen. - Het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving voor de Wabo is beschreven. Hierin staan de onderlinge verantwoordelijkheden en rollen tussen de betrokken overheden. Het dient als basis voor de zorg voor bestuurlijke en organisatorische condities (zoals kennis, informatie, voldoende gekwalificeerd personeel, toereikende bevoegdheden en financiële middelen, etc); de onderlinge afstemming en uitvoering door het bevoegd gezag, de regionale uitvoeringsdiensten en het OM, en voor het toezien op het functioneren van dit stelsel (mbv monitoring, evaluatie, vernieuwing). Naast de beschrijving van het stelsel is de landelijke afstemmingstructuur vastgesteld en geïmplementeerd. - Afspraken worden gemaakt over de inbreng van taken door het rijk en waterschappen in de regionale uitvoeringsdiensten - Er wordt als 1 overheid gewerkt met een gedeelde landelijke visie op vergunningverlening, toezicht, handhaving en sanctionering. Deze visie is uitgewerkt in een landelijke VTH-strategie, die door alle betrokken overheden wordt gehanteerd. - Alle regionale uitvoeringsdiensten zijn operationeel en functioneren. - De zes RUD s met een BRZO-specialisatie - In 2015 richt de lobby zich vooral op de ontwikkeling van de rol en positie van de provincies in het omgevingsrecht (Wabo, Omgevingswet) en op uitvoerbare en eenvoudigere regels en wetgeving voor vergunningverlening en toezicht; - Daarnaast richt de belangenbehartiging zich vooral op de borging van de provinciale belangen in het kader van de aanpassing van de Wabo; de wet VTH. Het stelsel is nog dermate fragiel dat alertheid vereist is, en het gesprek met VNG en I&M hierover benodigd is; - Organiseert de samenwerking en lobby met landelijke partners; - zet in op optimale vervulling van bestuurlijke, organisatorische en financiële randvoorwaarden voor het invullen van de wettelijke provinciale coördinatie en regietaken; - Initieert en regisseert de ontwikkeling van een vergunningstrategie en een toezichtstrategie die toepasbaar is voor het omgevingsrecht en daarmee voor alle betrokken overheden; - Maakt in 2015 afspraken met het rijk over monitoring, informatie-uitwisseling en kennisontwikkeling; - Initieert samen met de VNG de inbreng van taken van rijk en waterschappen in de omgevingsdiensten en maakt daarover afspraken. 25

98 werken nauw samen en zorgen voor de coördinatie, ondersteuning en uitvoering van de BRZO-taken van het Wabo bevoegd gezag. Innovatie & uitwisseling Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? Regie totstandkoming RUD s & opdrachtgeverschap Inbreng evaluatie en ontwikkeling wetgeving en vernieuwing instrumentarium uitvoering; Visie ontwikkeling over toezicht en fysieke veiligheid - Bijdragen aan verbetering van wetgeving en regelgeving; - betere afstemming van bestuursrecht en strafrecht; - nieuwe inzichten over fysieke veiligheid en de rol van overheid, bedrijfsleven en burgers. - In IPO-verband worden in 2015 beleid en producten ontwikkeld voor provincies in hun rol van bevoegd gezag, specifiek een V-strategie en T- strategie. - Regisseert en draagt bij aan de invulling en borging van de implementatie van de nieuwe rollen en verantwoordelijkheden en de landelijke afstemmingstructuur. 3.9 Werkgeverszaken Belangenbehartiging Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Cao-onderhandelingen - Cao voor de periode afgesloten; - Coördinatie implementatie Cao afspraken; en - Implementatie overige centrale arbeidsvoorwaarden (waaronder pensioenen). Innovatie & uitwisseling Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Wat heeft IPO daarvoor in 2015 gedaan? - Een Cao afgesloten t/m het kalenderjaar Paritair een gezamenlijke visie ontwikkeld gericht op de Cao van de toekomst. - Actieve betrokkenheid bij modernisering en fiscaal zuiver houden van de pensioenregeling ABP (pensioenakkoord). - Actieve betrokkenheid bij implementatie normalisatie ambtelijke rechtspositie: coördinatie binnen de sector en provincies voorlichten en voorbereidingen plegen om de eerste cao normalisatie proof af te spreken met de bonden. Wat heeft het IPO daarvoor in 2015 gedaan? 26

99 Samenwerking werkgeverszaken IPO, UvW en VNG Er wordt nauw samengewerkt tussen de afdelingen werkgeverzaken van IPO, UWV en VNG vanuit één gezamenlijke backoffice werkgeverszaken. Ook vindt samenwerking plaats van A&O fondsen van de sectoren provincies, gemeenten en waterschappen. - Een gezamenlijke paritaire visie ontwikkeld op een gezamenlijke cao voor de decentrale overheden: welke onderwerpen, al dan niet harmoniseren en governance. - De samenwerking tussen de bureaus werkgeverszaken van IPO, VNG en UvW verder versterkt: fysiek is werkgeverszaken IPO gehuisvest bij de VNG; gezamenlijk wekelijks werkoverleg; bij dossiers die relevant zijn voor de drie sectoren vanaf de start afspraken maken wie waarin het initiatief neemt; gezamenlijke voorlichtingssessies voor de sectoren. Jaarlijkse personeelsmonitor - De personeelsmonitor wordt vanaf 2013 verzorgd door de A&O stichting. - Presentatie personeelsmonitor

100 4. Interne Organisatie IPO Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Transitie IPO - De transitie van het IPO is volledig afgerond; en - Een uitgebreide evaluatie van de transitie van het IPO heeft plaatsgevonden en heeft geleid tot aanbevelingen voor het nieuw aan te treden IPObestuur Algemene Vergadering - De nieuwe inrichting van de Algemene Vergadering is geëvalueerd en heeft geleid tot aanbevelingen voor de nieuw aan te treden Algemene Vergadering IPO-bureau - De formatie van het IPO-bureau is teruggebracht van 60,06 fte (peiljaar 2010) naar fte. - Het IPO-bureau heeft nieuwe (goedkopere) huisvesting betrokken na afloop van het huurcontract per 1 januari Communicatie - De colleges van GS worden wekelijks geïnformeerd via de Haagse Lobbybrief en Statenleden via de wekelijkse digitale nieuwsbrief. Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? - De transitie van het IPO is in 2014 nagenoeg geheel afgerond. Op grond van de ervaringen met de transitie en de algemene evaluatie (zie hieronder) zijn aanbevelingen voorbereid voor de nieuwe bestuursperiode ( ). - Een uitgebreide algemene evaluatie van de transitie van het IPO ( ) heeft plaatsgevonden en heeft geleid tot aanbevelingen voor de nieuwe bestuursperiode. - De Algemene Vergadering is onderdeel van de algemene evaluatie van de transitie van het IPO (zie hierboven). Aanbevelingen naar aanleiding hiervan zijn leidend voor nieuwe periode Algemene Vergadering. - Doelstelling is per 1 januari 2016 behaald. - Doelstelling is in 2014 behaald. - De colleges van GS zijn wekelijks geïnformeerd via de (in 2014 vernieuwde) Haagse Lobbybrief en Statenleden via de (in 2014 vernieuwde) wekelijkse ipost. 28

101 - Actieve communicatie via de website, social media, en (openbare) brieven. - Het IPO-Jaarcongres heeft jaarlijks in oktober plaats gevonden te Fryslân (2012), Flevoland (2013) en Zeeland (2014). - Jaarlijkse organisatie van het Bestuursdiner. - Jaarlijkse organisatie van de parlementaire Welcome Back -borrel (doelstelling met ingang van 2014). - Actieve communicatie via de website, social media, en (openbare) brieven. - Het IPO-Jaarcongres 2015 vindt plaats in Limburg. - In 2015 is, voor de derde keer, een gezamenlijk Bestuursdiner van IPO, VNG en Unie van Waterschappen ter vervanging van de separate bestuursdiners. - In 2015 is voor de tweede keer, samen met VNG en Unie van Waterschappen, de parlementaire Welcome Back -borrel voor Eerste en Tweede Kamer op de eerste Tweede Kamerdag na het zomerreces georganiseerd. 29

102 .... Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3b ip Paraaf: Datum : 12 september 2014 Inlichtingen bij : Carla Boot/Jacqueline Kooman Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : 1 Onderwerp : Wijziging IPO-begroting 2014 Voorstel De gewijzigde IPO-begroting 2014, vastgesteld door het bestuur in zijn vergadering van 10 en 11 september 2014, goedkeuren. Toelichting Op basis van de uitputting van de diverse begrotingsposten en een realistische prognose wordt deze begrotingswijziging aan u voorgelegd. De wijziging is budgettair neutraal. Tegenover extra uitgaven, staan extra inkomsten. Binnen de budgettair neutrale wijziging van de begroting wordt een bedrag van opgevoerd voor kosten die samenhangen met de verhuizing van het IPObureau in november Het betreft kosten die verband houden met het schoon opleveren van het huidige kantoor, het afboeken van resterende afschrijvingen voor investeringen in het huidige kantoor (meubilair, vloerbedekking), de kosten van verhuizen en advieskosten die samenhangen met de verbouwing en inrichting van het nieuwe kantoor. In de begroting was een bedrag opgenomen voor doorbelaste overhead ten bedrage van voor het gebruik van het IPO-kantoor door GBO provincies. Deze is per 1 januari opgegaan in de interprovinciale uitvoeringsorganisatie BIJ12. In 2014 is daarom geen gebruik meer gemaakt van de faciliteiten van het IPO-bureau. Deze post komt daarom te vervallen. De verhoging van de post programmakosten algemeen onder Belangenbehartiging en innovatie betreft de verrekening met de provincies van de flexpool (provinciale medewerkers die bij het IPO zijn gedetacheerd). De omvang van de flexpool is door uw vergadering vastgesteld op 4 fte. Provincies hebben 3,2 fte. geleverd, voor 0,8 fte. wordt het IPO op grond van bestaande afspraken nu financieel gecompenseerd. De extra inkomsten van hangen samen met opbrengsten van de tijdelijke detachering (in het kader van de transitie van het IPO) van twee medewerkers bij het ministerie van I&M. Bijlage Concept begrotingswijziging 2014.

103 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3b, bijlage Begroting 2014 Lasten 2012 Begroot Begroot Wijziging Begr Directie Salarissen en sociale lasten Totaal directie Belangenbehartiging en innovatie Salarissen en sociale lasten programmakosten algemeen Jaarconferentie/bestuursdiner Totaal belangenbehartiging en innovatie Specifieke opdrachten: Europa Salarissen en sociale lasten Huisvesting Brussel Kenniscentrum Europa Decentraal Totaal Europa Electronische dienstverlening - salarissen en sociale lasten Programmakosten Totaal electronische dienstverlening Werkgeverszakem Salarissen en sociale lasten Personeelsmonitor Programmakosten Totaal Werkgeverszaken Jeugdzorg - salarissen en sociale lasten benchmark Totaal Jeugdzorg Ondersteuning en Bedrijfsvoering Salarissen en sociale lasten programmakosten Totaal ondersteuning en bedrijfsvoering

104 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3b, bijlage Lasten 2012 Begroot Begroot Wijziging Begr Interne organisatie Personele kosten Vergoeding woon/werkverkeer Overige personeelskosten Vorming en opleiding Herplaatsing Transitie Wervingskosten Reis- en verblijfkosten Tijdelijk personeel Totaal personele kosten Huisvesting Kantoor Den Haag Verhuizing 0 0 p.m Vergaderkosten ICT Totaal huisvesting Diversen Accountantskosten en administratie Documentatie Representatie Totaal diversen Totaal interne organisatie Doorbelasting overhead Overige kosten BTW Totaal overige kosten Totaal lasten Begroot Begroting Wijziging begr Baten bijdragen provincies secretariaat bijdragen provincies flexpool bijdragen provincies specifieke opdrachten bijdragen andere overheden werk ten behoeve van derden diverse baten rente Totaal baten

105 .... Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3c ip Paraaf: Datum : 12 september 2014 Inlichtingen bij : Carla Boot/Jacqueline Kooman Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : 1 Onderwerp : Wijziging begroting Kassiersfunctie 2014 Voorstel De wijziging begroting Kassiersfunctie 2014, zoals vastgesteld door het bestuur in de vergadering van 10 en 11 september 2014, goedkeuren. Toelichting De wijzigingsvoorstellen tonen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2014 een ophoging van in totaal , waarvan ten laste van de POP1-voorziening. Specificatie wijzigingen: - conform het bestuursbesluit van 17 april 2014 is opgenomen voor het plan van aanpak transitie DLG. Daarnaast wordt u gevraagd voor nieuwe kosten voor de afronding van het project een extra budget van beschikbaar te stellen. De Kring van Provinciesecretarissen heeft hierover op 4 september positief geadviseerd. - conform het besluit van de Kring van Provinciesecretarissen van 17 december 2013 is opgenomen voor het project Functiecreatie. Naar aanleiding van het sociaal akkoord gesloten met de sociale partners (Participatiewet) is afgesproken 340 nieuwe banen te creëren ten behoeve van de integratie van mensen met een arbeidshandicap; - conform het besluit van Kring van Provinciesecretarissen van 17 december 2013 is opgenomen ten behoeve van de kosten voor de doorstart van de Provincie academie naar een Lerend netwerk; - conform het voorstel van de bestuurlijke adviescommissie Vitaal Platteland van 22 mei en 26 juni 2014 is opgenomen voor de voorfinanciering van de Stichting Collectieven Natuurbeheer (SCAN) ten behoeve van de professionalisering van de agrarische collectieven. Deze gelden maken deel uit van de financiële afspraken in het kader van de decentralisatie van het natuurbeleid. Het IPO fungeert in dezen slechts als doorgeefluik ; - conform het advies van de ambtelijke adviescommissie Vitaal Platteland van 5 september 2013 is opgenomen voor de inzet van negen provincies in geld ten behoeve van het project Vernieuwing Implementatie Agrarisch Natuurbeheer De andere provincies hebben hiervoor menskracht (0,2 fte) geleverd; - er is ten laste van de restvoorziening POP opgenomen voor interprovinciale activiteiten. Dit betreft diverse uitgaven volgens besluitvorming door de ambtelijke adviescommissie Vitaal Platteland. De voorziening is hiermee nagenoeg uitgeput. Bijlage Conceptbegrotingswijziging Kassiersfunctie 2014.

106 Begroting 2014 Kassiersfunctie Vergadering van de Algemene Vergaderin van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3c, bijlage 1 Lasten 2012 Gewijzigde Begroot Wijz begr Bedragen Datum/gremium begroting incl BTW besluitvorming 2013 Uitvoerende activiteiten: - Subsidiestelsel Natuur en Landschapsbeheer Gemeenschappelijke Beheers Organisatie PRISMA AAC DROW Total uitvoerende activiteiten Overig - Interprovinciale Projecten Water (IPW) AAC DROW Landel Coordinatiep. Windenergie (LCW) Arbeidsmarkt- en opleidingsgelden ProGideon Front Office/Basisregistraties diverse budgetten Transitie Jeugdzorg RUD's IPO bestuur Milieu-Verkenner KvP Samenwerkingsagenda Kring STIP/Profiel Provincie IPO bestuur Werkbudget gedeputeerden mobiliteit AAC RBROV Werkbudget DRO AAC DROW Werkbudget DROW conferenties/bijeenkomsten AAC DROW Vergunningverlening, Toezicht, Handhaving (VTH) AAC DROW Transitie DLG: plan van aanpak IPO bestuur / Project "Functiercreatie" KvP Provincie academie 'Lerend netwerk" KvP Energietransitie AAC DROW /RE&E Landelijk Team BRZO/RB Convenant Glastuinbouw Juridische ondersteuning VGG

107 Vergadering van de Algemene Vergaderin van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3c, bijlage 1 Lasten 2012 Gewijzigde Begroot Wijz begr Bedragen Datum/gremium begroting incl BTW besluitvorming Stichting Collectieven Agrarisch Natuurbeheer BAC VP / Projectbudget Vernieuwing Agrarisch Natuurbeheer BAC VP / Personele inzet proj Vernieuwing ANB AAC VP Interprovinciale activiteiten Vitaal Platteland Projectbureau Vitaal Platteland totaal overig Lasten 2012 Gewijzigde Begroot Wijz begr Bedragen Datum/gremium begroting incl BTW besluitvorming 2013 Provinciale abonnementen - Geonovum STOWA COELO CEMR totaal provinciale abonnementen totaal kassiersfunctie BTW Totaal lasten

108 Vergadering van de Algemene Vergaderin van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3c, bijlage Gewijzigde Begroot Wijziging begr Bedragen begroting incl BTW 2013 bijdragen provincies Kassiersfunctie diverse baten bijdrage POP bijdragen andere overheden Totaal baten

109 Vergadering van de Algemene Vergaderin van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3c, bijlage 1

110 Vergadering van de Algemene Vergaderin van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3c, bijlage 1

111 Vergadering van de Algemene Vergaderin van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3c, bijlage 1

112 .... Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3d ip Paraaf : Datum : 10 september 2014 Inlichtingen bij : Marly Bloem Doorkiesnummer : (06) Bijlagen : 2 Onderwerp : Wijziging begroting BIJ Voorstel De wijziging begroting 2014, vastgesteld door het bestuur op 10 en 11 september 2014, goedkeuren. Toelichting Wat vooraf ging De door u in oktober 2014 vastgestelde GWO-begroting 2014 was het uitgangspunt voor het vormgeven van BIJ12. Bij de behandeling van de begroting is toegezegd dat in 2014 een gewijzigde begroting voorgelegd zou worden om de begroting 2014 aan te passen aan de uitgewerkte organisatie. Met de voorliggende notitie wordt invulling gegeven aan deze toezegging. Het IPO-bestuur heeft in haar vergadering op 10 en 11 september 2014 voorliggende gewijzigde begroting 2014 vastgesteld. Wijzigingen op de vastgestelde begroting 2014 Na vaststelling van de GWO-begroting is de organisatie verder vormgegeven, zoals de functiewaardering en het vervolgens invulling geven aan de personele bezetting, het regelen van de huisvesting en de benodigde infrastructuur voor de ICT. Daarnaast zijn de deelbegrotingen van de uitvoerende units geactualiseerd. Op basis van de stand van de organisatie medio 2014 is de gewijzigde begroting opgesteld. De totale provinciale bijdragen voor BIJ12 over 2014 vallen na de wijzigingen per saldo lager uit dan op basis van de vastgestelde GWO-begroting. De lasten in de gewijzigde begroting zijn met 1,5 mln. toegenomen naar 38,8 mln. De stijging is toe te schrijven aan het integraal opnemen van de begroting van de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) ( 2,2 mln.) waarvoor BIJ12 in opdracht van de consortiumpartijen de uitvoering verzorgt. Tegenover deze lasten staan de bijdragen van de consortiumpartijen en de opbrengsten van de abonnementen/leveringen NDFF. Voorheen was enkel het provinciale deel van opgenomen in de begroting. Van de totale provinciale bijdragen van 37,2 mln. ( vooral bestaand uit de decentralisatiegelden voor natuur) kunnen de provincies middels het ontheffingenbeleid direct sturing geven op de hoogte van de uitkeringen Faunaschade en op de bijbehorende taxatiekosten (samen 19,3 mln.). Het restant van de provinciale bijdragen ( 17,9 mln.) betreft de kosten voor uitvoering en beheer van de bij BIJ12 belegde taken. Door vaststelling van een jaarlijks werkplan geven de provincies op gedetailleerd niveau sturing aan BIJ12.

113 - 2 - De belangrijkste wijzigingen per unit betreffen: PAS-bureau In de Regiegroep PAS/Natura 2000 zijn nadere afspraken gemaakt met het RIVM over de vergoeding van de beheerkosten. Consequentie van het besluit was dat het bedrag ad euro voor beheer voor een deel wordt doorgeschoven naar Met het RIVM is een vergoeding afgesproken van de kosten voor het beheer in 2014 van , in en vanaf 2016 jaarlijks Uit de afgesproken vergoeding volgt een begrotingswijziging voor Op basis van de gewijzigde begroting 2014 zal er van de incidentele PAS-middelen ingezet worden in Natuurinformatie en Natuurbeheer In de gewijzigde begroting is in de post uitvoeringskosten Informatievoorziening en monitoring de storting naar een bestemmingsreserve van 1,6 mln. opgenomen. Deze bestemmingsreserve wordt de komende jaren ingezet ten behoeve van het project Vegetatiekarteringen en habitattypekaarten. De kosten voor het totale project waren ten behoeve van de GWO-begroting geraamd op 2 mln. In 2014 wordt er naar verwachting hiervan besteed. Voor het restant van het projectbedrag wordt een bestemmingsreserve gevormd. Gezien de doorlooptijd over meerdere jaren is een reservering nodig om het project te kunnen realiseren. Aangezien een aantal modules voor Natuurinformatie nog in ontwikkeling zijn, vallen de geraamde beheerkosten lager uit. Ten aanzien van het Agrarisch Natuurbeheer dienen nog afspraken te worden gemaakt over de wijze van uitvoering. Aangezien de verantwoordelijkheid voor de uitvoering NDFF is ondergebracht bij BIJ12 is de begroting NDFF (bijlage 2) integraal opgenomen in de begroting BIJ12. In de provinciale bijdragen is rekening gehouden met het provinciale deel voor 2014 van in totaal Eventuele risico s op de uitvoering worden gedekt door de consortiumpartijen. Faunafonds De taxatiekosten zijn bij de herziening ondergebracht bij de schade-uitkeringen omdat deze kosten direct verband houden met het aantal schades. In de GWO-begroting waren de taxatiekosten nog opgenomen onder de overige uitvoeringskosten. GBO provincies Na vaststelling van de GBO-begroting 2014 zijn er 2 applicaties aan het takenpakket van GBO provincies toegevoegd (AHN en IBIS), de deelbegroting GBO 2014 sluit daardoor hoger. Directie en Bedrijfsvoering Bij de opstelling van het organisatie- en formatieplan zijn er functies verschoven van de uitvoerende units naar de unit Bedrijfsvoering. Hierdoor zijn de loonkosten van deze unit gestegen met en evenredig gedaald bij andere units. De kosten voor huisvesting, ICT en overige organisatiekosten zijn aangepast aan de werkelijke kosten. Per saldo zijn de kosten voor Directie en Bedrijfsvoering met gestegen (dit is inclusief de hierboven genoemde loonkosten). Na 2014 zullen de organisatiekosten gaan dalen vanwege het wegvallen van incidentele kosten voor de implementatie van de organisatie. Het totaal aan kosten voor Directie en Bedrijfsvoering wordt als overhead doorbelast naar de uitvoerende units.

114 - 3 - Doorbelasting overhead Bij de GWO-begroting is geconstateerd dat op de deelbegrotingen van het Faunafonds en GBO provincies niet voldoende ruimte aanwezig was om de doorbelasting van de overhead te kunnen dragen. Dit is toen opgelost door een algemene stelpost doorbelasting overhead en kosten interne organisatie op te nemen op de deelbegroting Natuurinformatie. In het kader van de herziening van de begroting is een uniforme wijze van doorbelasting op basis van het aandeel in de formatie het uitgangspunt geweest. Voor de units PAS-bureau, Faunafonds en Natuurinformatie en Natuurbeheer kan de benodigde doorbelasting opgevangen worden binnen de begroting. Voor GBO provincies is binnen de vastgestelde GBO-begroting niet voldoende ruimte aanwezig om de doorbelasting op te vangen. Voor 2014 wordt derhalve de algemene post Aanvullende dekking overhead en interne organisatie op de deelbegroting Natuurinformatie gehandhaafd. Vanaf het begrotingsjaar 2015 zal een uniforme wijze van doorbelasting worden toegepast, waarbij ook GBO provincies naar rato bijdraagt aan de overhead. Gewijzigde begroting BIJ De bovenstaande punten leiden tot de volgende gewijzigde begroting (totaal per unit, voor de detailbegroting zie bijlage 1): Gewijzigde begroting BIJ Lasten Vastgestelde GWObegroting 2014 Gewijzigde begroting BIJ Overhead en interne organisatie Doorbelasting overhead en interne organisatie Onvoorziene kosten PAS-bureau Natuurinformatie (gewijzigde begroting incl. begroting NDFF) Natuurbeheer Faunafonds GBO provincies (gewijzigde begroting incl. AHN en IBIS) Totaal lasten Tegenover deze lasten staan de volgende baten: Baten Vastgestelde GWObegroting 2014 Gewijzigde begroting BIJ Bijdragen provincies Bijdragen andere overheden/consortiumpartijen NDFF Diverse baten/abonnementen en lossen leveringen NDFF Rente-inkomsten Totaal baten Saldo Het positieve saldo op de gewijzigde begroting is volledig toe te schrijven aan het overschot op de structurele begroting NDFF (zie bijlage 2). De consortiumpartijen dragen

115 - 4 - het risico op de uitvoering NDFF en besluiten over de besteding van een eventueel overschot. Een tekort komt voor rekening van de partijen. Het risico op minder inkomsten uit abonnementen is door de partijen middels een garantstelling afgedekt. Er wordt voorgesteld de bevoorschotting door de provincies te handhaven conform de GWO-begroting. Op basis van de realisatie 2014 vindt er een afrekening per provincie plaats op basis van de vastgestelde verdeelsleutels. De gewijzigde begroting 2014 vormt de basis voor de begroting Bijlagen 1. Gewijzigde begroting BIJ ; 2. begroting NDFF 2014 vastgesteld door consortiumpartijen

116 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3d, bijlage 1 Interprovinciaal Overleg lp o Gewijzigde begroting 2014 Lasten Vastgestelde GWO begroting Gewijzigde begroting BIJ Overhead Directie en ondersteuning (unit Bedrijfsvoering) Salarissen en sociale lasten Interne organisatie Personele kosten Vergoeding woon/werkverkeer Overige personeelskosten Vorming en opleiding Reis- en verblijfskosten Tijdelijk personeel Totaal personele kosten Huisvesting Kantoor/werkplekken ICT Btw-risico op investeringen en beheerkosten huisvesting en ICT Bijdrage IPO voor werkplekken en vergadercentrum Bijdrage vanuit NDFF voor financiële administratie Totaal huisvesting en ICT

117 - 2 - Vervolg Interne Organisatie Diverse kosten Accountantskosten en (salaris)administratie Documentatie Representatie Communicatie en publicaties Vergaderkosten Overige kantoorkosten Totaal diversen Totaal overhead en interne organisatie Doorbelasting overhead en interne organisatie naar organisatieonderdelen Overige kosten Onvoorziene kosten Totaal overige kosten

118 - 3 - Specifieke organisatieonderdelen Lasten Vastgestelde GWO begroting Gewijzigde begroting BIJ PAS-bureau Salarissen, sociale lasten en detacheringen Kosten beheer Aerius Onderzoek Overige uitvoeringskosten/communicatie Doorbelasting overhead personeelskosten Doorbelasting overhead overige kosten Totaal PAS-bureau Natuurinformatie (voorheen Gegevens- en informatievoorziening) Coördinatie monitoring Salarissen, sociale lasten en detacheringen Uitvoeringskosten Informatievoorziening en monitoring Uitvoeringskosten NDFF (zie bijlage 2) Doorbelasting overhead personeelskosten Doorbelasting overhead overige kosten Aanvullende dekking overhead en interne organisatie Totaal Natuurinformatie Natuurbeheer (voorheen SNL) Salarissen, sociale lasten en detacheringen Uitvoeringskosten SNL Doorbelasting overhead personeelskosten Doorbelasting overhead overige kosten Totaal Natuurbeheer

119 - 4 - Faunafonds Salarissen, sociale lasten en detacheringen Uitvoeringskosten Schade-uitkeringen en taxatiekosten Doorbelasting overhead personeelskosten Doorbelasting overhead overige kosten Totaal Faunafonds GBO* Salarissen, sociale lasten en detacheringen uitvoeringskosten Doorbelasting overhead personeelskosten Doorbelasting overhead overige kosten Totaal GBO Totaal lasten *Voor GBO provincies is bij de herziening en de vergelijking met de vastgestelde GWObegroting, in tegenstelling tot het bedrag van uit de GWO-begroting, uitgegaan van de in oktober vastgestelde GBO-begroting van Ten tijde van het opstellen van de GWO-begroting was dit laatste bedrag nog niet bekend. Baten Vastgestelde baten Gewijzigde baten Baten Bijdragen provincies Bijdragen andere overheden/consortiumpartijen NDFF Diverse baten/abonnementen losse leveringen NDFF Rente Totaal baten

120 - 5 - Totaaloverzicht lasten en baten GWO-begroting Gewijzigde 2014 Begroting BIJ Totale lasten Totale baten Saldo begroting

121 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3d, bijlage 2 Interprovinciaal Overleg Begroting NDFF 2014 vastgesteld door consortiumpartijen lp o Structurele lasten (incl. Btw) - Management en bedrijfsvoering Gebruikersondersteuning, beheer en onderhoud Ontwikkeling Kwaliteit en validatie (voor Btw vrijgesteld) Abonnementen en leveringen Programma Werving en Binding Waarnemers (Btw vrijgesteld) Reservering Natuurbank Nederland Totaal Structurele baten (incl. Btw) - Bijdrage partijen (incl provincies) Abonnementen* Totaal Saldo Incidentele lasten (incl. Btw) - Ontwikkeling Transitiekosten Totaal Incidentele baten (incl. Btw) - Bijdragen partijen (incl provincies) Totaal Saldo 0 *Het risico op minder inkomsten uit abonnementen is door de consortiumpartijen middels een garantstelling afgedekt.

122 .... Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3e ip Paraaf: Datum : 12 september 2014 Inlichtingen bij : Carla Boot/Jacqueline Kooman Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : 2 Onderwerp : IPO-begroting 2015 Voorstel De begroting 2015 van het IPO, vastgesteld door het bestuur in zijn vergadering van 10 en 11 september 2014, goedkeuren. Toelichting Bijgaand treft u aan de conceptbegroting 2015 (bijlage 1) en de toelichting op de begroting 2015 (bijlage 2) van het IPO. De begroting is gebaseerd op de IPO-meerjarenbegroting Ten gevolge van wijzigingen in 2015 zijn de volgende begrotingsposten aangepast: a. de loonkosten zijn verhoogd met 3,5 %: conform de te verwachten loonontwikkeling, de financiële gevolgen door invoering van het Individueel Keuze Budget (IKB) met ingang van 2015 en de wijziging WGA-premie; b. de huurkosten zijn aangepast aan de begrootte kosten van de nieuwe huisvesting van het IPO aan de Herengracht 23 te Den Haag. Er was een taakstellende bezuiniging van overeengekomen. De uiteindelijke gerealiseerde jaarlijkse bezuiniging bedraagt ; c. de indirecte kosten zijn verhoogd met 1,25% Bijlagen 1. Begroting 2015; 2. toelichting op de begroting 2015.

123 Begroting 2015 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3e, bijlage 1 Lasten 2013 Wijziging Begr Begroot Raming Raming Raming Directie Salarissen en sociale lasten Totaal directie Belangenbehartiging en innovatie Salarissen en sociale lasten programmakosten algemeen programmakosten e-dienstverlening Jaarconferentie/bestuursdiner Totaal belangenbehartiging en innovatie Europa Salarissen en sociale lasten Huisvesting Brussel Kenniscentrum Europa Decentraal Totaal Europa Werkgeverszakem Salarissen en sociale lasten Programmakosten Totaal Werkgeverszaken Jeugdzorg - salarissen en sociale lasten Totaal Jeugdzorg Ondersteuning en Bedrijfsvoering Salarissen en sociale lasten programmakosten Totaal ondersteuning en bedrijfsvoering

124 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3e, bijlage 1 Lasten 2013 Wijziging begr Begroot Raming Raming Raming Interne organisatie Personele kosten Vergoeding woon/werkverkeer Overige personeelskosten Wervingskosten Vorming en opleiding Herplaatsing Transitie Reis- en verblijfkosten Tijdelijk personeel Totaal personele kosten Huisvesting Kantoor Den Haag Verhuizing Vergaderkosten ICT Totaal huisvesting Diversen Accountantskosten en administratie Documentatie Representatie Totaal diversen Totaal interne organisatie

125 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3e, bijlage 1 Lasten 2013 Wijziging begr Begroot Raming Raming Raming Doorbelasting overhead Overige kosten BTW Totaal overige kosten Totaal lasten Wijziging begr Begroting Raming Raming Raming Baten bijdragen provincies secretariaat bijdragen provincies flexpool bijdragen andere overheden werk ten behoeve van derden diverse baten rente Totaal baten

126 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3e, bijlage 1

127 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3e, bijlage 1

128 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3e, bijlage 1 Overzicht bijdragen Provincies Secretariaat - Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevoland Totaal Diverse baten Andere overheden - VWS (via ZH) IenM LNV (via ZH) Totaal Rente Totaal

129 Staat van geactiveerde kapitaaluitgaven Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3e, bijlage 1 omschrijving aanschaf- vermeer- vermin- aanschaf- vermeer- vermin- aanschaf- % totaal afschr boek- boekw waarde dering dering waarde dering dering waarde afschr. afschr. per over waarde per meubilair , verhuizing/verbouwing , kantoorautomatisering , communicatiewebsite , licenties , kantoormachines , telefooncentrale , TOTAAL

130 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3e, bijlage 1 Voorgesteld formatieplan 2015 t/m Directie Algemeen directeur 1,00 1,00 1,00 1,00 Totaal directieraad 1,00 1,00 1,00 1,00 Bedrijfsvoering Manager bedrijfsvoering 1,00 1,00 1,00 1,00 medew PZ & Arbeidsvoorwaarden 0,70 0,70 0,70 0,70 Financiële administrateur 0,80 0,80 0,80 0,80 Mdw DIV 0,75 0,75 0,75 0,75 Informatieverzorger 0,60 0,60 0,60 0,60 Mdw telefoon & receptie 0,56 0,56 0,56 0,56 Mdw bibliotheek 0,64 0,64 0,64 0,64 ICT adviseur/systeembeheerder 1,00 1,00 1,00 1,00 Mdw repro/onderst bedrijfsvoering 1,00 1,00 1,00 1,00 Beleidsvoorbereidend medewerker 1,00 1,00 1,00 1,00 Directiesecretaresse 1,00 1,00 1,00 1,00 Secretaresse 3,30 3,30 3,30 3,30 Ondersteuner bedrijfsvoering 0,50 0,50 0,50 0,50 Totaal O&B 12,85 12,85 12,85 12,85 Platform en innovatie Teammanager 2,00 2,00 2,00 2,00 Projectleider 3,00 2,00 2,00 2,00 Coordinerend sr. adviseur 8,00 8,00 8,00 8,00 Sr. adviseur 7,00 7,00 7,00 7,00 Adviseur 4,85 4,35 4,35 4,35 Totaal Platform en innovatie 24,85 23,35 23,35 23,35 Werkgeverszaken Projectleider 1,00 1,00 1,00 1,00 Coordinerd sr. adviseur 1,00 1,00 1,00 1,00 Totaal Werkgeverszaken 2,00 2,00 2,00 2,00 Europa Sr. adviseur 1,00 1,00 1,00 1,00 Coördinator HNP 1,00 1,00 1,00 1,00 Totaal Europa 2,00 2,00 2,00 2,00 Sub-totaal 42,70 41,20 41,20 41,20 Kassiersfunctie Energie Projectleider 1,00 1,00 0,00 0,00 Totaal kassiersfunctie 1,00 1,00 0,00 0,00 Diversen Coordinerend sr. adviseur 1,00 0,00 0,00 0,00 (gedetacheerd) totaal diversen 1,00 0,00 0,00 0,00 Totaal formatie 44,70 42,20 41,20 41,20

131 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3e, bijlage 2 di BdjjdAo b e j d u j a oj dj b \ u Toelichting op de begroting Algemeen beeld Bij de personeelsbegroting is uitgegaan van de nieuwe organisatieopzet na de transitie: één directeur en twee teammanagers. De formatie is gebaseerd op 42,70 fte. Eind 2015 moet de formatie volgens gemaakte afspraken 41,20 fte. bedragen. Daarnaast zijn de volgende begrotingsposten aangepast: a. Verhoging van de loonkosten. Hierbij is uitgegaan van een stijging met 3,5 % waaronder 1,92% als gevolg van de met de invoering van het Individueel Keuzebudget (IKB) samenhangende afschaffing van het bovenwettelijk vakantieverlof en inbreng van de waarde daarvan; b. huurkosten aangepast naar de begrootte kosten van de nieuwe huisvesting; c. verhoging van de indirecte kosten met 1,25%. 2. Uitgangspunten Formatie en personeelskosten Voor de berekening van de salarissen en sociale lasten is het formatieplan de basis. Bij het vaststellen van de hoogte van het budget is uitgegaan van de feitelijke inschaling, inclusief FUWA-toelagen, van het personeel waarbij als salarispeil 1 januari 2014 is genomen vermeerderd met de te verwachten loonontwikkeling CPB, alsmede de verhoging van de WGA-premie in verband met de blijvende invaliditeit van een exwerknemer. Daarnaast wordt vanaf januari 2015 het Individueel Keuze Budget ingevoerd. Vanaf die datum wordt standaard het bovenwettelijk verlof (36 uur per medewerker op basis van een fulltime contract) omgezet in salaris. De ervaring bij andere organisaties die dit eerder hebben ingevoerd leert, dat bijna alle medewerkers dit bovenwettelijke verlof omzetten in geld en niet in verlof. Dit heeft tot gevolg dat de loonkosten vanaf 2015 met ongeveer 1,92% extra zullen stijgen. Huisvestingskosten Brussel Het betreft hier een evenredige bijdrage van het IPO-secretariaat aan de totale huurkosten van het Huis van de Nederlandse Provincies in Brussel. Huisvestingskosten Den Haag Het huurcontract dat het IPO-secretariaat heeft met Zurich Leven loopt op 1 februari 2015 af. In de meerjarenbegroting is uitgegaan van een taakstellende besparing van op de huisvestingskosten van het IPO met ingang van Deze bezuinigingstaakstelling is ruimschoots gehaald. Verhuizing naar het pand Herengracht 23, waarvoor een huurcontract voor de periode van 10 jaar is aangegaan, levert uiteindelijk een besparing op van De totale huisvestingslast ligt ruim hoger dan blijkt uit de laatste voorstellen die zijn gepresenteerd in bestuur en Algemene Vergadering. In die voorstellen was ten onrechte geen rekening gehouden met (extra) parkeerplaatsen, OZB en verzekeringen. Indirecte kosten De indirecte kosten zijn verhoogd met het maximaal toegestane stijgingspercentage van 1,25%, zoals eerder door de algemene vergadering is goedgekeurd.

132 - 2 - IPO-verdeelsleutel De provinciale bijdragen voor het IPO-secretariaat worden vastgesteld op grond van de zogenoemde IPO-verdeelsleutel. De in 2015 gehanteerde IPO-verdeelsleutel is gebaseerd op de meicirculaire Provinciefonds van 30 mei 2014 ( ) waarbij de opbrengst opcenten Motorrijtuigenbelasting naar genormeerd tarief is opgeteld. Waarderingsgrondslagen De duurzame bedrijfsmiddelen zijn gewaardeerd op basis van de historische kostprijs, verminderd met de lineaire afschrijving gedurende de geschatte gebruiksduur van het bedrijfsmiddel. De gebruiksduur van de nieuwe huisvesting is gerelateerd aan het huurcontract, dat een looptijd kent van tien jaar. Voor het meubilair is eveneens een gebruiksduur van tien jaar in acht genomen, voor de telefooncentrale zeven jaar en voor automatiseringsapparatuur drie jaar. De aanschaf van software vindt plaats ten laste van de exploitatierekening. Treasury De provincies financieren jaarlijks op grond van de vastgestelde begroting het IPOsecretariaat. Op basis van de jaarrekening vindt jaarlijks met de provincies definitieve afrekening plaats, waarbij als gedragsregel wordt gehanteerd dat niet bestede middelen naar de provincies terugvloeien. Indien de bevoorschotting van de provincies en de liquiditeiten het toelaten worden in voorkomende situaties gelden bij de ABN AMRO op een depositorekening gezet. De looptijd is drie, hooguit zes maanden. In geval van krappe liquiditeit heeft de BNG een garantie van (afgerond) afgegeven. Hiervan is tot op heden geen gebruik gemaakt. Het IPO is niet bevoegd tot het aangaan, garanderen en verstrekken van geldleningen. Het bestuur heeft op 19 juni éénmalig toestemming verleend tot het aangaan van een (bank) krediet ten behoeve van de verbouwings- en inrichtingskosten van de nieuwe huisvesting van het IPO van maximaal Risico s Met name het werken met project-medewerkers, die een tijdelijke arbeidsovereenkomst hebben, brengt met zich mee dat bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst WWrechten ontstaan die door het IPO als eigen risicodrager volledig worden gedragen. De risico s worden beperkt door waar mogelijk te werken met uitzendconstructies, detacheringsovereenkomsten en het begeleiden van medewerkers in het zoeken naar een volgende baan. Omdat het IPO niet bevoegd is tot het aangaan van geldleningen is het renterisico voor het IPO afwezig.

133 .... Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3f ip Paraaf: Datum : 12 september 2014 Inlichtingen bij : Carla Boot/Jacqueline Kooman Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : 2 Onderwerp : Begroting Kassiersfunctie 2015 Voorstel De begroting Kassiersfunctie 2015, vastgesteld door het IPO-bestuur in de vergadering van 10 en 11 september 2014, goedkeuren. Toelichting Bijgaand treft u aan de conceptbegroting Kassiersfunctie 2015 (bijlage 1) en de toelichting (bijlage 2). Onder de kassiersfunctie zijn de interprovinciale (niet IPO-)activiteiten opgenomen. Bijlagen 1. Begroting Kassiersfunctie 2015; 2. toelichting op de begroting Kassiersfunctie 2015.

134 Begroting 2015 Kassiersfunctie Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3f, bijlage 1 Lasten 2013 Gewijzigde Begroot Bedragen Datum/gremium begr incl BTW besluitvorming Overig - Interprovinciale Projecten Water (IPW) AAC DROW schriftelijke ronde wk Landel Coordinatiep. Windenergie (LCW) Arbeidsmarkt- en opleidingsgelden ProGideon Front Office/Basisregistraties Duurzaam Inkopen/Mobiliteit Prestatie-indicatoren/vliegwielsubsidie jeugdzorg Transitie Jeugdzorg RUD's Transitie DLG: plan van aanpak IPO bestuur Milieu-Verkenner KvP Publiekscampagne "Ons water" AAC DROW Werkbudget gedeputeerden mobiliteit AAC RB&ROV schriftelijke ronde wk Werkbudget DRO AAC DROW schriftelijke ronde wk Werkbudget DROW conferenties/bijeenkomsten AAC DROW schriftelijke ronde wk Vergunningverlening, Toezicht, Handhaving (VTH) AAC VTH schriftelijke ronde wk Energietransitie AAC DROW /RE&E Project "Functiereactie" Provincie academie "Lerend netwerk" Samenwerkingsagenda Kring STIP/Profiel Provincies Landelijk Team BRZO/RB Convenant Glastuinbouw Juridische ondersteuning procedure VGG Stichting Collectieven Agrarisch Natuurbeheer BAC VP

135 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3f, bijlage 1 Lasten 2013 Gewijzigde Begroot Bedragen Datum/gremium begroting 2015 incl BTW besluitvorming Projectbudget Vernieuwing Agrarisch Natuurbeheer BAC VP Personele inzet proj Vernieuwing ANB Interprovinciale activteiten Vitaal Platteland p.m. pm. - Projectbureau Vitaal Platteland totaal overig Gemeenschappelijke Beheers Organisatie PRISMA Total uitvoerende activiteiten Provinciale abonnementen - STOWA COELO CEMR totaal provinciale abonnementen totaal kassiersfunctie BTW Totaal lasten

136 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3f, bijlage Gewijzigde Begroot Bedragen begroting 2015 incl BTW 2014 bijdragen provincies diverse baten bijdrage pop bijdragen andere overheden Totaal baten

137 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3f, bijlage 1

138 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3f, bijlage 1

139 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3f, bijlage 1

140 Overzicht bijdragen Vergadering algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3f, bijlage 1 Provincies Totaal Provinciale IPW Transitie Milieu- Ons Water Werkbudget Werkbudget abonnementen DLG verkenner mobiliteit DRO - Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevoland Totaal

141 Vergadering algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3f, bijlage 1 Provincies Werkbudget VTH Energie- SCAN Vernieuwing DROW transitie ANB - Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevoland Totaal

142 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3f, bijlage 2 di BdjjdAo b e j d u j a oj dj b \ u Toelichting op de begroting 2015 Kassiersfunctie Overig Onder de kassiersfuncties zijn de interprovinciale (niet IPO-)activiteiten opgenomen die passen binnen de smalle doch betekenisvolle agenda van het IPO. Door deze activiteiten gezamenlijk uit voeren wordt efficiënter gewerkt ten opzichte van het individueel uitvoeren door elke provincie apart. Om administratieve redenen worden de provinciale bijdragen aan deze activiteiten gekassierd door het IPO. Interprovinciale projecten water Hier is opgenomen de bijdrage aan het Informatiehuis Water, waarvoor het IPO gezamenlijk met de UvW en Rijkswaterstaat opdrachtgever is. Daarnaast is een bijdrage opgenomen voor de benodigde ondersteuning ten aanzien van de Deltabesluiten (besluit Ruimtelijke Adaptatie). Transitie DLG: plan van aanpak In 2014 is voor de uitvoeringskosten van dit traject een budget beschikbaar gesteld. Aangezien dit traject naar verwachting een doorloop heeft naar het 1 e kwartaal van 2015 is ten behoeve van de kosten van de transitiemanager een aanvullend budget begroot. Milieu-Verkenner De Milieu-Verkenner is een monitoringsinstrument dat wordt beheerd door Europa Decentraal. Naar aanleiding van besluitvorming in de Kring van Provinciesecretarissen wordt dit budget opgenomen in de begroting kassiersfunctie IPO. Publiekscampagne Ons water Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen, drinkwaterbedrijven en Rijkswaterstaat werken samen aan een publiekscampagne Ons Water om het waterbewustzijn in Nederland te vergroten. IPO/provincies hebben hier in de Stuurgroep Water van 2013 mee ingestemd. Het afgelopen jaar zijn de kosten betaald door het ministerie van I&M. Aangezien het een gezamenlijke campagne is, wordt ook van de andere partijen een financiële bijdrage verwacht. Voor de komende periode (tot en met de zomer van 2015) worden de kosten van de campagne geschat op een bedrag tussen en Daarbij kunnen de kosten door vijf partijen worden gedeeld en komt een provinciale bijdrage neer op ongeveer Voorwaarde van deze bijdrage is dat de andere vier partners een soortgelijke bijdrage leveren Vooruitlopend op besluitvorming in de AAC DROW is hiervoor een budget opgenomen. Werkbudget Mobiliteit Het gaat hierbij onder meer om kosten van het Tarievenbureau OV, het Manifest Samen op reis en de continuering van de bijdrage aan het project Bison (stroomlijning en integratie reisinformatie). De omvang van het werkbudget 2015 is in een schriftelijke ronde geaccordeerd door de ambtelijke adviescommissie RBROV. Werkbudget Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling Bestedingsverplichtingen worden vooraf of gedurende het jaar door de AAC DROW bepaald en afgeleid van het Jaarplan.

143 - 2 - Daarnaast is een extra budget opgenomen voor het organiseren van conferenties en bijeenkomsten. Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Voor 2015 is een budget begroot ten behoeve van de proceskosten voor de gezamenlijke uitvoering van werkzaamheden die voortvloeien uit wettelijke taken, alsmede een budget voor gezamenlijke projecten in het kader van vergunning strategie, toezicht strategie en coördinerende rol samenwerking/platform. Energietransitie Het IPO en het rijk hebben afspraken gemaakt over de inzet van provincies op de hernieuwbare energiedoelen voor 2020 en daarbij intensief samen te werken. Uit dit budget worden gezamenlijke projecten en activiteiten georganiseerd om deze doelen te realiseren. Stichting Collectieven Agrarisch Natuurbeheer De transitie van het agrarisch natuurbeheer is in volle gang. Het operationaliseren hiervan betekent dat voor de financiering van SCAN ten behoeve van de professionalisering van de collectieven, volgens afspraken die bij de decentralisatie van het natuurbeleid zijn gemaakt, een provinciale bijdrage nodig is. In de AAC Vitaal Platteland van 26 juni is besloten dat het IPO als doorgeefluik voor dit budget fungeert. Projectbudget Vernieuwing Agrarisch Natuurbeheer In de AAC Vitaal Platteland van 26 juni is besloten dat het IPO als kassier fungeert voor de project- en communicatiekosten van het project Vernieuwing Agrarisch Natuurbeheer. Dit project wordt onder regie van EZ en IPO uitgevoerd. Het betreft hier het provinciale aandeel in de kosten. Voor 2015 is een budget van opgenomen. Interprovinciale activiteiten Vitaal Platteland In 2014 is een budget van gereserveerd voor diverse interprovinciale uitvoeringsactiviteiten. Hierbij werd gebruik gemaakt van de voorziening POP1. Deze voorziening is nagenoeg uitgeput. De ambtelijke adviescommissie Vitaal Platteland stelt najaar 2014 een nieuwe begroting op. Provinciale abonnementen De gezamenlijke provincies nemen deel in een aantal organisaties, te weten Stichting Onderzoek Waterbeheer (STOWA), Centrum onderzoek economie lagere overheden (COELO) en Council of European Municipalities en Regions (CEMR). De bijdrage van de gezamenlijke provincies wordt door het IPO gekassierd.

144 .... Vergadering van het algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3g ip Paraaf: Datum : 10 september 2014 Inlichtingen bij : Marly Bloem Doorkiesnummer : (06) Bijlagen : 1 Onderwerp : BIJ12 Jaarplan 2015 Voorstel Het BIJ12-Jaarplan 2015, vastgesteld door het bestuur op 10 en 11 september 2014, goedkeuren. Toelichting Wat vooraf ging Conform de afspraken gemaakt met uw Algemene Vergadering stelt het IPO-bestuur in de eerste vergadering na het zomerreces het BIJ12-Jaarplan vast ter agendering voor de najaarseditie van uw Algemene Vergadering direct voorafgaand aan het IPO-Jaarcongres. Dit gebeurt parallel aan de behandeling van het IPO-jaarplan (agendapunt 3a). BIJ12-Jaarplan 2015 Bijgevoegd het BIJ12-Jaarplan 2015 (bijlage) met de meerjarenagenda Bij deze laatste wordt opgemerkt dat aangezien BIJ12 een uitvoeringsorganisatie betreft, er het niet voor de hand ligt te kiezen voor een statische meerjarenagenda, maar deze jaarlijks te actualiseren. Opzet Jaarplan De gecombineerde meerjarenagenda en jaarplan bestaat uit twee onderdelen: Het eerste deel betreft de inhoudelijke onderdelen uitgesplitst naar Natuurinformatie, Natuurbeheer, PAS-bureau, Faunafonds, GBO provincies. Het tweede deel betreft de interne organisatie van BIJ12. De wijze van presenteren van de doelstellingen is uniform en op dezelfde wijze gepresenteerd als het IPO jaarplan: per thema wordt het onderwerp weergegeven door de doelstellingen die in 2018 gerealiseerd moeten zijn ( Wat heeft BIJ12 in 2018 bereikt? ) gevolgd door de doelstellingen die hiervoor in 2015 moeten zijn bereikt ( Wat heeft BIJ12 in 2015 hiervoor gedaan? ). BIJ12- begroting 2015 De begroting behorend bij dit jaarplan is apart voor uw vergadering geagendeerd als agendapunt 3d. Bijlage BIJ12 Jaarplan 2015, vastgesteld door het IPO-bestuur op 10 en 11 september 2014.

145 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 Agendapunt 3g, bijlage Werkt voor provincies BIJ12 Meerjarenagenda & Jaarplan september 2014 Vastgesteld door het IPO-bestuur op 11 september

146 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord 1.2 Opzet gecombineerde Meerjarenagenda & Jaarplan Pagina 2 Thema s 2.1 Natuurinformatie 2.2 Natuurbeheer 2.3 PAS-bureau 2.4 Faunafonds 2.5 GBO provincies 3 Interne organisatie BIJ12 2

147 1. Inleiding 1.1 Voorwoord Sinds 1 januari 2014 is BIJ12 operationeel. In deze organisatie zijn de uitvoeringsactiviteiten ondergebracht die de provincies gezamenlijk doen. Het betreft: 1. de coördinatie van de uitvoering van het subsidiestelsel Natuur en Landschap; 2. het beheer van gemeenschappelijke informatiesystemen 3. het verzorgen van schade-uitkeringen bij erkende schades door beschermde diersoorten aan landbouw, bosbouw en visserij (vanwege de decentralisatie van het Faunafonds van het Rijk naar de provincies); 4. de (proces)coördinatie van monitoring, dataopslag, informatie, analyse en rapportages van natuurgegevens, met name voor de verantwoording richting Rijk en EU; en 5. ondersteuning van de uitvoering van het Programma Aanpak Stikstof voor 12 provincies en 3 ministeries door onder andere gebruikers te ondersteunen en rapportages te verzorgen. De werkzaamheden van BIJ12 zijn beleidsarm. De provincies bepalen de beleidskaders en hebben ruimte het eigen beleid te bepalen en haar eigen invulling te geven. Met BIJ12 zijn gezamenlijke uitvoerende werkzaamheden van de provincies samengebracht in één organisatie. Het betreft concrete uitvoeringstaken (zoals verzorgen van schadeuitkeringen) en taken ter ondersteuning daarvan (het beheer van informatiesystemen). BIJ12 versus IPO BIJ12 is formeel ondergebracht bij de vereniging IPO (als IPO-schil ), maar is materieel op afstand van het IPO geplaatst. Dit betekent dat BIJ12 een eigen jaarplan en begroting heeft. Wel wordt voor het jaarplan en de begroting dezelfde taal en systematiek gebruikt als het IPO. Ook wordt aangesloten bij de verantwoordingsstructuur (P&C-cyclus) van het IPO. Meerjarenagenda BIJ12 heeft een meerjarenagenda Aangezien het een uitvoeringsorganisatie betreft ligt het niet voor de hand te kiezen voor een statische meerjarenagenda, maar deze jaarlijks te actualiseren. Per 1 januari 2016 is een evaluatie voorzien van BIJ Opzet gecombineerde Meerjarenagenda & Jaarplan De gecombineerde meerjarenagenda en jaarplan bestaat uit twee onderdelen: Het eerste deel betreft de inhoudelijke onderdelen uitgesplitst naar Natuurinformatie, Natuurbeheer, PAS-bureau, Faunafonds, GBO provincies. Het tweede deel betreft de interne organisatie van BIJ12. De wijze van presenteren van de doelstellingen is uniform en op dezelfde wijze gepresenteerd als het IPO jaarplan: per thema wordt het onderwerp weergegeven door de doelstellingen die in 2018 gerealiseerd moeten zijn ( Wat heeft BIJ12 in 2018 bereikt? ) gevolgd door de doelstellingen die hiervoor in 2015 moeten zijn bereikt ( Wat heeft BIJ12 in 2015 hiervoor gedaan? ). 3

148 2. Thema s 2.1 Natuurinformatie Thema Wat heeft BIJ12 in 2018 bereikt? Wat heeft BIJ12 hiervoor in 2015 gedaan? Digitale Keten Natuur (DKN) De benodigde infrastructuur (processen, procedures, ketenorganisatie, informatievoorzieningen, etc.) voor natuurinformatie voor provincies en Rijk is vormgegeven De exploitatie van een gemeenschappelijke databank (NDFF) die door (markt)partijen wordt erkend als de centrale database voor flora en fauna Natuurmonitoring De benodigde rapportages voor provincies en Rijk over ontwikkeling en beheer van de natuur zijn opgeleverd Alle natuurmonitoring (Natuurnetwerk + NEM) vindt gestandaardiseerd plaats Opstellen uitvoeringsprogramma voor de informatieinfrastructuur natuur (DKN) Technisch realiseren van de gemeenschappelijke databank (NDFF), zodat partijen hun systemen erop kunnen aansluiten Opstellen uitvoeringsprogramma natuurrapportages Inzicht verschaffen in de gebruikte en benodigde protocollen en instructies 2.2 Natuurbeheer Thema Wat heeft BIJ12 in 2018 bereikt? Wat heeft BIJ12 hiervoor in 2015 gedaan? Landelijke coördinatie Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL) De landelijke coördinatie van het SNL functioneert conform de vastgestelde eisen van de opdrachtgevers Uitlijnen van de werkprocessen en de communicatie rondom de landelijke coördinatie, volgens de (nieuwe) eisen van de opdrachtgevers De lumpsum financieringssystematiek wordt Uitwerken van de lumpsum financieringssystematiek door alle belanghebbenden gedragen Vernieuwde stelsel ANLb Implementatie van de landelijke coördinatie van het collectieve stelsel ANLb is gerealiseerd Uitwerken van de systematiek ANLb en inbedden van de systematiek in het stelsel SNL Kennisontwikkeling en onderzoek op het gebied van natuurontwikkeling en - beheer Onderzoeksvragen van provincies in het kader van natuurontwikkeling- en beheer worden structureel gecoördineerd Inventariseren inbreng provincies in onderzoek naar natuurontwikkeling en -beheer 4

149 2.3 PAS-bureau Thema Wat heeft BIJ12 in 2018 bereikt? Wat heeft BIJ12 hiervoor in 2015 gedaan? Ondersteuning bevoegde gezagen bij uitvoering PAS en AERIUS Kennis en informatie over de PAS en AERIUS is toegankelijk voor medewerkers van bevoegde gezagen Ondersteunen bevoegde gezagen bij PAS en AERIUS met online en offline informatie Ontwikkelen platform voor uitwisseling van kennis en ervaringen Overdracht van taken van EZ naar PAS-bureau afronden, inclusief afspraken over beheer en doorontwikkeling van AERIUS Rapportage en bijsturing PAS Tussentijdse rapportage over stikstof, natuurkwaliteit en ontwikkelingsruimte zijn opgeleverd Afspraken maken over informatielevering Rapporteren conform het PAS-monitoringsplan Kennis en kwaliteit PAS De uitvoering van de PAS is versterkt door het delen van kennis en toepassing van de resultaten van onderzoek Opstellen onderzoekagenda 2.4 Faunafonds Thema Wat heeft BIJ12 in 2018 bereikt? Wat heeft BIJ12 hiervoor in 2015 gedaan? Tegemoetkomingen faunaschade Vanuit de trits: Voorkomen-bestrijden-betalen, provincies optimaal ondersteund bij Voorlichting over en afhandelen van verzoekschriften, bezwaren en beroepen. beleid faunaschade te voorkomen. Adviseren van provincies over onderwerpen die MJP Onderzoek Faunafonds uitgevoerd. schade aan landbouw door in het wild levende dieren voorkomen of beperken. Uitvoeren onderzoek en breed delen van de resultaten met opdrachtgevers en financiers. Interim bestuur/maatschappelijk klankbord wordt adequaat ondersteund. Uitvoeringskosten Faunafonds Ondersteund en geadviseerd provincies hoe het faunabeleid zo in te richten dat Digitaliseren van aanvraagprocedure en gegevensuitwisseling met stakeholders. 5

150 uitvoeringskosten BIJ12 zo laag mogelijk blijven. Daarnaast is een zo efficiënt mogelijke uitvoering van de faunaschaderegeling gerealiseerd. Uitvoeringskader opstellen van huidige werkzaamheden unit Faunazaken. Voor extra werkzaamheden kan op verzoek van provincies een offerte worden uitgebracht. 2.5 Gemeenschappelijke beheer organisatie (GBO) Thema Wat heeft BIJ12 in 2018 bereikt? Wat heeft BIJ12 hiervoor in 2015 gedaan? Kwaliteit dienstverlening Dienstverleningsconcept is afgestemd met de Dienstverleningsconcept opgezet en afgestemd GBO provincies Opdrachtgeverschap is helder en belegd Prestaties worden gemeten, met de klant gedeeld, geëvalueerd en verbeterd Prestatie afspraken zijn vastgelegd met de opdrachtgever(s) Efficiënt beheer GBO provincies garandeert de dienstverlening Certificering is afgerond; tegen lage kosten door optimale en schaalbare inzet van mensen en middelen Rapportagestructuur over de dienstverlening is opgezet en geïmplementeerd Organisatie en formatieplan is afgerond Inrichten doelarchitectuur is afgerond 6

151 3. Interne Organisatie BIJ12 Thema Wat heeft BIJ12 in 2018 bereikt? Wat heeft BIJ12 hiervoor in 2015 gedaan? Communicatie De output van BIJ12 is bekend bij haar partners Verzorgen van actuele website, nieuwsbrieven, folders, bijeenkomsten en beeldmateriaal Financiën Provincies hebben adequaat inzicht in financiële voortgang BIJ12 Maken van tijdige, begrijpelijke en actuele financiële rapportages Vergadercentrum Professioneel en klantvriendelijk Professionaliseren vergadercentrum vergadercentrum BIJeen voor provincies en BIJ12 Personeel Medewerkers BIJ12 werken resultaatgericht, Implementeren resultaatgericht werken ICT/Kantoorautomatisering ICT-voorziening BIJ12 is optimaal en BIJ12 Digitaliseren papieren archieven werkt papierarm Verder automatiseren van de werkprocessen Evaluatie 2016 BIJ12 is per 1 januari 2016 geëvalueerd Evaluatie uitgevoerd van BIJ12 7

152 .... Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3h ip Paraaf : Datum : 12 september 2014 Inlichtingen bij : Marly Bloem Doorkiesnummer : (06) Bijlagen : 3 Onderwerp : Begroting BIJ Voorstel De begroting BIJ , vastgesteld door het IPO-bestuur op 10 en 11 september 2014, goedkeuren. Toelichting Wat voorafging Conform de afspraken gemaakt met uw Algemene Vergadering stelt het IPO-bestuur in de eerste vergadering na het zomerreces de BIJ12-begroting vast ter agendering voor de najaarseditie van uw Algemene Vergadering direct voorafgaand aan het IPO-Jaarcongres. Dit gebeurt parallel aan de behandeling van de IPO-begroting (agendapunt 3e). De gewijzigde begroting 2014 welke tevens voorligt in deze vergadering (agendapunt 3d), is het uitgangspunt geweest voor opstellen van de begroting 2015 van BIJ12. Inleiding De totale provinciale bijdragen voor BIJ12 over 2015 vallen per saldo 1,5 mln. lager uit dan op basis van de gewijzigde begroting De daling wordt veroorzaakt door het wegvallen van incidentele kosten en het dekken van de kosten voor het project vegetatiekarteringen en habitattypekaarten uit de daarvoor gevormde bestemmingsreserve. Na 2015 zullen de personeel- en organisatiekosten en de programmakosten verder dalen vanwege het wegvallen van incidentele kosten voor de implementatie van de organisatie en de bij BIJ12 belegde taken. Van de totale provinciale bijdragen van 35,8 mln. kunnen de provincies middels het ontheffingenbeleid direct sturing geven op de hoogte van de uitkeringen Faunaschade en op de bijbehorende taxatiekosten (samen 19,5 mln.). Het restant van de provinciale bijdragen ( 16,3 mln.) betreft de kosten voor uitvoering en beheer van de bij BIJ12 belegde taken. Toelichting op de begroting 2015 In deze memo wordt de begroting 2015 nader toegelicht met betrekking tot de algemene uitgangspunten die zijn gehanteerd en de wijzigingen die ten opzichte van 2014 hebben plaatsgevonden op de deelbegrotingen.

153 - 2 - Algemene uitgangspunten Indexatie Er is aangesloten bij de uitgangspunten ten aanzien van indexatie die ook door het IPO gehanteerd worden voor De loonkosten zijn voor 2015 geïndexeerd met 3,5%. Hiervan heeft 1,5% betrekking op de verwachte loonontwikkeling CPB. Daarnaast wordt vanaf januari 2015 het Individueel Keuze Budget ingevoerd. Vanaf die datum wordt standaard het bovenwettelijk verlof (36 uur per medewerker op basis van een fulltime contract) omgezet in salaris. De ervaring bij andere organisaties die dit eerder hebben ingevoerd leert, dat bijna alle medewerkers dit bovenwettelijke verlof omzetten in geld en niet in verlof. Dit heeft tot gevolg dat de loonkosten vanaf 2015 met ongeveer 1,92% extra zullen stijgen. De materiële kosten zijn conform de IPO-standaard geïndexeerd met 1,25%. Dekking kosten overhead De voor de organisatie benodigde personele overhead (directievoering en ondersteuning) wordt geheel gedekt door de uitvoerende organisatieonderdelen. Een deel van de kosten voor overhead is specifiek toegerekend aan de units waarop deze kosten betrekking hebben, het restant is naar rato van het aandeel in de fte s op een uniforme wijze doorbelast. Personele kosten De personeelskosten op basis van de midden sommen voor de betreffende salarisschalen zijn voor 2015 geïndexeerd. De functies zijn op verschillende manieren ingevuld, er is een kleine vaste formatie en een groot aantal detacheringen. Tevens is een aantal functies nog niet ingevuld. Omdat bij GBO provincies de functies enkel door middel van detacheringen worden ingevuld, zijn de personeelslasten voor GBO provincies op basis van de detacheringscontracten bepaald. Verdeelsleutels en bijdragen provincies Voor het Faunafonds en Natuurinformatie en Natuurbeheer gelden de verdeelsleutels uit de cie. Jansen. Voor het PAS-bureau geldt voor de structurele kosten de verdeelsleutel voor de totale PAS-opgave. De incidentele kosten worden conform de verdeling van de 2 mln. incidentele PAS-middelen, die op 7 maart 2013 door de AAC VP ter beschikking is gesteld, bevoorschot. Voor GBO provincies geldt de verdeling op basis van de deelname aan de applicaties. De belangrijkste aandachtspunten per unit: Doorgeschoven kosten beheer AERIUS In de Regiegroep PAS/Natura 2000 zijn nadere afspraken gemaakt over de bijdragen in 2014 en 2015 aan het beheer van AERIUS door het RIVM. Gevolg hiervan is dat een deel van de bijdrage van 2014 (de bijdrage betrof ) doorgeschoven wordt naar Het doorgeschoven bedrag is In de gewijzigde begroting 2014 is hiermee rekening gehouden. Met het RIVM is daarmee een vergoeding afgesproken van de kosten voor het beheer in 2015 van Verhoging structurele deel budget door BTW-plichtige bijdrage beheer AERIUS In de Regiegroep is steeds gesproken over een bijdrage aan het beheer van AERIUS waarover geen Btw verschuldigd is. Naar nu blijkt moet het RIVM aan organisaties niet zijnde de rijksoverheid over deze beheerkosten wel Btw in rekening brengen. In de begroting 2015 is hiermee rekening gehouden: plus 21% Btw maakt In het meerjarenperspectief is vanaf 2016 rekening gehouden met jaarlijkse bijdrage aan het beheer van AERIUS van (te indexeren) plus 21% Btw. Het structurele deel van het budget van het PAS-bureau wordt verhoogd met deze Btw. De Btw is voor de provincies compensabel en daarmee niet kostenverhogend.

154 - 3 - Met indexering van het structurele budget van het PAS-bureau, doorgeschoven kosten voor beheer van AERIUS en BTW over beheer van AERIUS komen de structurele kosten voor 2015 in totaal op Fasering incidentele PAS-middelen Voor het PAS-bureau is naast een structurele financiering van 1,2 mln. per jaar (peil 2014) een incidenteel budget van 2 mln. beschikbaar. Deze middelen worden in de startfase van het PAS-bureau en het PAS-programma ingezet. In 2014 is gelet op de vertraging in de vaststelling van het PAS-programma beperkt gebruik gemaakt van de incidentele middelen. In 2015 zal van het incidentele budget ingezet worden. De deelbegroting 2015 van het PAS-bureau bedraagt daarmee Onttrekking aan de reserve Natuurinformatie voor vegetatiekarteringen en habitattypekaarten: In de gewijzigde begroting 2014 is de storting naar een bestemmingsreserve Natuurinformatie opgenomen van 1,6 mln. ten behoeve van het project Vegetatiekarteringen en habitattypekaarten. In 2015 wordt er 0,4 mln. onttrokken aan de daarvoor gevormde bestemmingsreserve voor de projectuitvoering. Stelpost actualisatie natuurinformatie en Agrarisch Natuurbeheer: In de gewijzigde begroting 2014 was een algemene stelpost opgenomen. Deze stelpost is in de begroting 2015 gehandhaafd ten behoeve van de actualisatie natuurinformatie en het opvangen van nog onvoorziene kosten in het kader van het Agrarisch Natuurbeheer. Faunafonds Voor het Faunafonds is het totaalbedrag van de deelbegroting niet bijgesteld of geïndexeerd. Vanwege de transitie van het Faunafonds en de veranderende rol van het bestuur ziet BIJ12 mogelijkheden om op de uitvoering efficiënter vorm te geven waardoor indexatie achterwege kan blijven. Dit leidt tot een besparing van de uitvoeringskasten van ten opzichte van GBO provincies De deelbegroting van GBO provincies is afgezien van de indexering aangepast aan de uniforme wijze van doorbelasting van de overhead. Begroting BIJ De bovenstaande punten leiden tot de volgende begroting 2015 (totaal per unit, voor de detailbegroting en het meerjarenperspectief zie bijlage 1): Begroting BIJ Lasten Gewijzigde begroting BIJ Begroting BIJ Overhead en interne organisatie Doorbelasting overhead en interne organisatie Onvoorziene kosten PAS-bureau Natuurinformatie en Natuurbeheer Faunafonds GBO provincies Totaal lasten

155 - 4 - Tegenover deze lasten staan de volgende baten: Baten Gewijzigde begroting BIJ Begroting BIJ Bijdragen provincies Bijdragen andere overheden/consortiumpartijen NDFF Diverse baten/abonnementen en lossen leveringen NDFF Onttrekking aan reserve Rente-inkomsten Totaal baten Saldo Het positieve saldo op de gewijzigde begroting is volledig toe te schrijven aan het overschot op de structurele begroting NDFF (zie bijlage 2). De consortiumpartijen dragen het risico op de uitvoering en besluiten over de besteding van een eventueel overschot. Een tekort komt voor rekening van de partijen. De provinciale bijdragen (bijlage 3) worden bevoorschot op basis van de vastgestelde verdeelsleutels. Op basis van de realisatie 2015 vindt er een afrekening per provincie plaats. Bijlagen 1. Meerjarenperspectief van de begroting BIJ (prijspeil 2015), vergelijking met gewijzigde begroting 2014; 2. begroting NDFF 2015 na indexatie van de door consortiumpartijen vastgestelde structurele begroting; 3. Verdeling provinciale bijdragen 2015 en overige baten.

156 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3h, bijlage 1 Interprovinciaal Overleg lp o Meerjarenperspectief van de begroting BIJ (prijspeil 2015), vergelijking met gewijzigde begroting Salariskosten op basis van midden sommen, uitvoeringskosten incl. Btw tenzij anders aangegeven. Lasten Gewijzigde Begroting Raming Raming Raming Begroting Overhead Directie en unit Bedrijfsvoering Salarissen en sociale lasten Interne organisatie Personele kosten Vergoeding woon/werkverkeer Overige personeelskosten Vorming en opleiding Reis- en verblijfskosten Tijdelijk personeel Totaal personele kosten

157 - 2 - Huisvesting en ICT Huisvesting (huur onbelast) ICT Btw-risico investeringen huisvesting, ICT en systeemkosten Bijdrage IPO voor werkplekken en vergadercentrum Bijdrage vanuit NDFF voor financiële administratie Totaal huisvesting en ICT Lasten Diverse kosten Gewijzigde begroting 2014 Begroting 2015 Raming 2016 Raming 2017 Raming 2018 Accountantskosten en (salaris)administratie Documentatie Representatie Communicatie en publicaties Vergaderkosten Overige kantoorkosten Totaal diversen Totaal overhead en interne organisatie Doorbelasting overhead en interne organisatie naar organisatieonderdelen Overige kosten Onvoorziene kosten Totaal overige kosten

158 - 3 - Specifieke organisatieonderdelen Gewijzigde Begroting Begroting Raming Raming Raming Lasten PAS-bureau Salarissen, sociale lasten en detacheringen Kosten beheer Aerius Onderzoek Overige uitvoeringskosten/communicatie Doorbelasting overhead personeelskosten Doorbelasting overhead overige kosten Totaal PAS-bureau Natuurinformatie en Natuurbeheer Salarissen, sociale lasten en detacheringen Uitvoeringskosten Informatievoorziening en (coördinatie) monitoring Uitvoeringskosten NDFF Uitvoeringskosten Natuurbeheer (voor 0,8 mln. onbelast) Doorbelasting overhead personeelskosten Doorbelasting overhead overige kosten Algemene stelpost Totaal Gegevens- en informatievoorziening

159 - 4 - Lasten Faunafonds Gewijzigde Begroting 2014 Begroting 2015 Raming 2016 Raming 2017 Raming 2018 Salarissen, sociale lasten en detacheringen Uitvoeringskosten Schade-uitkeringen en taxatiekosten Doorbelasting overhead personeelskosten Doorbelasting overhead overige kosten Totaal Faunafonds GBO Salarissen, sociale lasten en detacheringen Uitvoeringskosten Doorbelasting overhead personeelskosten Doorbelasting overhead overige kosten Totaal GBO Totaal lasten Gewijzigde Begroting Begroting Raming Raming Raming Baten Baten Bijdragen provincies Bijdragen andere overheden Diverse baten Onttrekking aan reserves Rente Totaal baten Saldo

160 .... Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3h, bijlage 2 ip Begroting NDFF 2015 na indexatie van de door consortiumpartijen vastgestelde structurele begroting Structurele lasten (incl. Btw, tenzij anders aangegeven) - Management en bedrijfsvoering Gebruikersondersteuning, beheer en onderhoud Ontwikkeling Kwaliteit en validatie (voor Btw vrijgesteld) Abonnementen en leveringen Programma Werving en Binding Waarnemers (Btw vrijgesteld) Reservering Natuurbank Nederland Totaal Structurele baten (incl. Btw) - Bijdrage partijen (incl provincies)* Abonnementen Totaal Saldo *De provinciale bijdrage is opgenomen in de begroting van BIJ12, voor 2015 in totaal , en wordt via de reguliere bevoorschotting van BIJ12 verkregen.

161 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3h, bijlage 3 Interprovinciaal Overleg lp o Verdeling provinciale bijdragen 2015 en overige baten Provincies Totaal PAS-bureau Structurele PAS-bureau incidentele Natuurinformatie en Natuurbeheer Faunafonds (verdeelsleutel Faunafonds (verdeelsleut GBO (verdeelsleutel kosten (PASverdeelsleutel) kosten (verdeelsleutel cie Jansen I) el cie Jansen op basis van (Verdeelsleutel 2 mln. AAC VP) Beheer,cie Jansen I) II) deelname applicatie) Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevoland Totaal Diverse baten Leveringen NDFF Onttrekking reserve Totaal Andere overheden Consortiumpartijen NDFF Totaal Rente Totaal baten

162 Agenda van de besloten IPO Algemene Vergadering van 30 september 2014 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de vergadering van de Algemene Vergadering van de vereniging IPO Datum: dinsdag 30 september 2014 Aanvang: 18:00 tot 19:30 uur Locatie: Provinciehuis Zeeland, Abdij 6 te Middelburg Voorzitter: Johan Remkes Secretaris: Gerard Beukema Documenten: Uitnodiging AV 30 september 2014 (pdf) 1. Opening a. Vaststelling agenda a Conceptagenda Algemene Vergadering 30 september 2014 (pdf) b. Verslag algemene vergadering d.d. 19 juni b 0 Voorstel verslag 19 juni 2014 (pdf) Bijlage b 1 0 Verslag Algemene Vergadering 19 juni 2014 (pdf) Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC (pdf) Bijlage b 1 2 Nadere informatie voor AV over structurele huurlasten nieuwe huisvesting IPO (pdf) Bijlage b 2 Impressie Algemene Vergadering IPO 19 juni 2014 (pdf) c. Gelegenheid tot het stellen van vragen (mondeling) 2. Bespreekpunten a. KOMPAS 2020 (Bijlage wordt uiterlijk 18 september nagezonden) a 0 Voorstel KOMPAS 2020 (pdf) b. Voorbereiding algemene evaluatie Transitie IPO b 0 Voorstel Voorbereiding algemene evaluatie Transitie IPO (pdf) c. Gezamenlijk inzet PS2015-verkiezingen c 0 Voorstel gezamenlijke inzet PS2015-verkiezingen (pdf) 1

163 IPO Algemene Vergadering - dinsdag 30 september 2014 d. Stand van zaken rechtspositie Statenleden d 0 Voorstel SvZ rechtspositie Statenleden (pdf) Bijlage d 1 Conceptbrief TK (pdf) 3. Beslispunten a. IPO-Jaarplan a 0 Voorstel IPO-Jaarplan 2015 (pdf) Bijlage a 1 IPO Jaarplan 2015 (pdf) b. Wijziging IPO-begroting b 0 Voorstel wijziging IPO-begroting 2014 (pdf) Bijlage b 1 Wijziging Begroting 2014 (pdf) c. Wijziging Kassiersbegroting c 0 Voorstel wijziging begroting Kassiersfunctie 2014 (pdf) Bijlage c 1 Wijziging begroting Kassiersfunctie 2014 (pdf) d. Wijziging begroting BIJ d 0 Voorstel Gewijzigde begroting 2014 BIJ12 (pdf) Bijlage d 1 Gewijzigde begroting 2014 BIJ12 (pdf) Bijlage d 2 Begroting NDFF 2014 vastgesteld door consortiumpartijen (pdf) e. IPO-begroting e 0 Voorstel IPO-begroting 2015 (pdf) Bijlage e 1 Begroting IPO 2015 (pdf) Bijlage e 2 Toelichting op de begroting 2015 (pdf) f. Kassiersbegroting f 0 Voorstel begroting Kassiersfunctie 2015 (pdf) Bijlage f 1 Begroting Kassiersfunctie 2015 (pdf) Bijlage f 2 Toelichting op de begroting 2015 Kassiersfunctie (pdf) g. Jaarplan BIJ g 0 Voorstel Jaarplan BIJ (pdf) Bijlage g 1 Jaarplan BIJ (pdf) h. Begroting BIJ h 0 Voorstel Begroting BIJ (pdf) Bijlage h 1 Meerjarenperspectief van de begroting BIJ (pdf) Bijlage h 2 Begroting NDFF 2015 na indexatie (pdf) Bijlage h 3 Verdeling provinciale bijdragen 2015 en overige baten (pdf) 2

164 IPO Algemene Vergadering - dinsdag 30 september Rondvraag 5. Sluiting 3

165 Uitnodiging AV 30 september

166 a Conceptagenda Algemene Vergadering 30 september 2014 Vergadering van de algemene vergadering op 30 september 2014 agendapunt 1a CONCEPTAGENDA VOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE VERENIGING IPO OP 30 SEPTEMBER 2014 aanvang AV : 18:00 uur einde : 19:30 uur plaats : Provinciehuis, Abdij 6 te Middelburg voorzitter : J.W. Remkes, voorzitter drs. G. Beukema, secretaris bestuur : mevrouw C. Schokker-Strampel (Fryslân) drs. B.S. Wilpstra (Groningen) H.H. van de Boer (Drenthe) J.P.M. Meijers (Gelderland) M.J.D. Witteman (Flevoland) J.W.R. van Lunteren (Utrecht) drs. R.A.M. van der Sande (Zuid-Holland) Y.C.M.G. de Boer (Noord-Brabant) drs. ing. P.F.C.W. van der Broeck (Limburg) G.R.J. van Heukelom (Zeeland) mevrouw drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten, adviseur drs. M.J. van den Berg, adviseur mr. H.J. Bolding mpa, adviseur verhinderd : drs. T.W. Rietkerk (Overijssel) mevrouw drs. E. Sweet (Noord-Holland) prof. dr. W.B.H.J. van de Donk, adviseur lijst vertegenwoordigers van de provincies : bijgevoegd 5

167 a Conceptagenda Algemene Vergadering 30 september 2014 CONCEPTAGENDA vergadering : 30 september 2014 Pagina 2 van 3 ALGEMENE VERGADERING aanvang : 18:00 uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit 1. Opening --- a. Vaststelling agenda --- b. Verslag algemene vergadering d.d. 19 juni 2014 (bijgevoegd) 1. Het verslag van de Algemene Vergadering van 19 juni 2014 vaststellen; 2. kennis nemen van de openbare besluitenlijst van de AV van 19 juni 2014 die is gepubliceerd op de IPO-website en 3. kennis nemen van de sfeerimpressie van de AV van 19 juni 2014 die daags na de AV verstuurd is aan de leden van de AV. c. Gelegenheid tot het stellen van vragen Bespreekpunten a. KOMPAS 2020 (bijgevoegd) Kennis nemen van het door het IPO-bestuur op 10 & 11 september vastgestelde document KOMPAS b. Voorbereiding algemene evaluatie Transitie IPO (bijgevoegd) 1. Kennis nemen van de voorbereiding van de algemene evaluatie van de transitie van het IPO; en 2. bespreken op welke wijze uw Algemene Vergadering bij de algemene evaluatie betrokken dient te worden. c. Gezamenlijke inzet PS2015- verkiezingen (bijgevoegd) Kennis nemen van de stand van zaken van op het initiatief van uw Algemene Vergadering gezamenlijke inzet voor de Provinciale Statenverkiezingen van maart d. Stand van zaken rechtspositie Statenleden (bijgevoegd) De stand van zaken van het dossier rechtspositie Statenleden bespreken. 6

168 a Conceptagenda Algemene Vergadering 30 september 2014 CONCEPTAGENDA vergadering : 30 september 2014 Pagina 3 van 3 ALGEMENE VERGADERING aanvang : 18:00 uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit 3. Beslispunten a. IPO-Jaarplan 2015 (bijgevoegd) Het IPO-Jaarplan 2015, vastgesteld door het bestuur op 10 & 11 september 2014, goedkeuren. b. Wijziging IPO-begroting 2014 (bijgevoegd) De gewijzigde IPO-begroting 2014, vastgesteld door het bestuur in zijn vergadering van 10 en 11 september 2014, goedkeuren. c. Wijziging Kassiersbegroting 2014 (bijgevoegd) De wijziging begroting Kassiersfunctie 2014, zoals vastgesteld door het bestuur in de vergadering van 10 en 11 september 2014, goedkeuren. d. Wijziging begroting BIJ (bijgevoegd) De wijziging begroting 2014, vastgesteld door het bestuur op 10 en 11 september 2014, goedkeuren. e. IPO-begroting 2015 (bijgevoegd) De wijziging begroting 2014, vastgesteld door het bestuur op 10 en 11 september 2014, goedkeuren. f. Kassiersbegroting 2015 (bijgevoegd) De begroting Kassiersfunctie 2015, vastgesteld door het IPO-bestuur in de vergadering van 10 en 11 september 2014, goedkeuren. g. Jaarplan BIJ (bijgevoegd) Het BIJ12-Jaarplan 2015, vastgesteld door het bestuur op 10 en 11 september 2014, goedkeuren. h. Begroting BIJ (bijgevoegd) De begroting BIJ , vastgesteld door het IPO-bestuur op 10 en 11 september 2014, goedkeuren. 4. Rondvraag Sluiting --- 7

169 b 0 Voorstel verslag 19 juni 2014 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 1b Paraaf secretaris: Datum : 12 september 2014 Inlichtingen bij : Gerard Beukema/Ferdi de Lange Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : 2 Onderwerp : Verslag Algemene Vergadering d.d. 19 juni 2014 Voorstel 1. Het verslag van de Algemene Vergadering van 19 juni 2014 vaststellen; en 2. kennis nemen van de sfeerimpressie van de AV van 19 juni 2014 die daags na de AV verstuurd is aan de leden van de AV en gepubliceerd is via Toelichting --- Bijlagen 1. Conceptverslag van de Algemene Vergadering d.d. 19 juni 2014; en 2. Sfeerimpressie Algemene Vergadering d.d. 19 juni

170 Bijlage b 1 0 Verslag Algemene Vergadering 19 juni 2014 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 1b VERSLAG VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE VERENIGING IPO OP 19 JUNI 2014 aanvang vergadering : uur einde vergadering : uur plaats : Provinciehuis Utrecht, Archimedeslaan 6 te Utrecht Algemene Vergadering : mevrouw S.L. Hosman-Benjaminse (Fryslân) Mevrouw F. Reitsma-Hazelhoff (Fryslân) J.W.M. Veerenhuis-Lens (Groningen) A.J.M. van Kesteren (Groningen) mevrouw M. Bakker (Drenthe) J. Smits (Drenthe) D. Buursink (Overijssel) P.J. van der Vinne (Overijssel) Mevrouw L. van Milano (Gelderland) P.W. Wanrooij (Gelderland) J. van Wieren (Flevoland) Mevrouw S. Rötscheid (Flevoland) C. de Kruijf (Utrecht) mr. W.N. Cool (Noord-Holland) drs. W.J.M. Holthuizen (Noord-Holland) mevrouw W.H. de Zoete (Zuid-Holland) P.A. Hamelink (Zeeland) mevrouw P. van der Kammen (Noord-Brabant) Bestuur : J.W. Remkes, voorzitter drs. G. Beukema, secretaris drs. F.J.M. de Lange, adjunct-secretaris mevrouw C. Schokker-Strampel (Fryslân) drs. B.S. Wilpstra (Groningen) H.H. van den Boer (Drenthe) M.J.D. Witteman (Flevoland) drs. R.A.M. van der Sande (Zuid-Holland) G.R.J. van Heukelom (Zeeland) verhinderd : zie onder agendapunt 1a 9

171 Bijlage b 1 0 Verslag Algemene Vergadering 19 juni 2014 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 2 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit 1. Opening (18.00 uur) a. Vaststelling agenda --- Conform. De voorzitter opent de vergadering en meldt berichten van verhindering van de volgende leden van de Algemene Vergadering: - De heer Haaze (Zeeland); - De heer Van Soest (Limburg); - De heer Peters (Utrecht); - De heer Van Gruijthuijsen (Noord-Brabant, volmacht verleend aan mevrouw Van der Kammen). De voorzitter meldt tevens dat mevrouw Roefs (Limburg) afscheid heeft genomen van de Algemene Vergadering omdat zij het lidmaatschap van Provinciale Staten heeft opgegeven voor het wethouderschap in Bergen (Limburg). Tevens heet de voorzitter mevrouw Van Milano van harte welkom als vertegenwoordiger van Gelderland. De voorzitter meldt berichten van verhindering van de volgende leden van het bestuur: - De heer Rietkerk (Overijssel); - Mevrouw Meijers (Gelderland); - De heer Van Lunteren (Utrecht); - Mevrouw Sweet (Noord-Holland); - De heer Y.C.M.G. de Boer (Noord-Brabant); en - De heer drs. ing. P.F.C.W. van der Broeck (Limburg). b. Verslag algemene vergadering d.d. 20 maart 2014 Conform. Mevrouw Van der Kammen (Noord-Brabant) constateert naar aanleiding van het verslag dat in tegenstelling tot de toezegging het woord lobbystrategie nog in sommige stukken voorkomt. Tevens geeft mevrouw Van der Kammen aan dat op pagina 11 de heer Van Gruijthuijsen heeft gevraagd of alle exploitatiekosten in plaats van de exploitatiekosten zijn verwerkt. Ook wijst mevrouw Van der Kammen naar aanleiding van het verslag er op dat de gezamenlijke inzet voor de PS2015-verkiezingen gericht is op enkel opkomstbevordering en een niet-politiek karakter dient te hebben. 10

172 Bijlage b 1 0 Verslag Algemene Vergadering 19 juni 2014 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 3 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit Ten slotte geeft mevrouw Van der Kammen naar aanleiding van het verslag aan dat was toegezegd dat de definitieve begroting voor GWO/BIJ12 deze vergadering zou worden geagendeerd, maar dat uit nader contact met het IPO-bureau is gebleken dat de begroting wordt geagendeerd voor de Algemene Vergadering op 30 september Mevrouw Hosman (Fryslân) geeft aan dat zij aan de adjunct-secretaris een correctie op het verslag heeft doorgegeven. De Algemene Vergadering stelt het verslag met bovengenoemde correcties vast. c. Gelegenheid tot het stellen van vragen Geen opmerkingen. 2. Bespreekpunten a. KOMPAS Kennis nemen mede n.a.v. de uitkomsten van de PS-bijeenkomsten over KOMPAS 2020 van het herziene tijdpad voor KOMPAS 2020; en 2. Bespreken van de tweede conceptversie van het document KOMPAS 2020 waarvan de uitkomsten worden betrokken bij de voorbereiding van de definitieve versie van KOMPAS Conform. De voorzitter licht toe dat op grond van de uitkomsten van de KOMPAS 2020-bijeenkomsten met Provinciale Staten in de onderscheiden provincies alsmede bespreking van KOMPAS 2020 in het bestuur en met delegaties vanuit de wetenschap en de ambtelijke top van het ministerie van BZK besloten is om het tijdpad voor KOMPAS 2020 te herzien. Daarom is KOMPAS 2020 niet vastgesteld in de bestuursvergadering voorafgaand aan de Algemene Vergadering, maar wordt de zomer gebruikt om een definitieve versie op te stellen die op 10 en 11 september in de tweedaagse vergadering van het bestuur wordt vastgesteld. Zoals eerder afgesproken wordt KOMPAS 2020 wel gepresenteerd tijdens het IPO-Jaarcongres te Limburg op 30 september en 1 oktober De voorzitter geeft hierbij aan dat hierdoor ook extra ruimte ontstaat om KOMPAS 2020 in deze Algemene Vergadering inhoudelijk te bespreken en de uitkomsten daarvan, gelijk de uitkomsten van de bestuursvergadering voorafgaand aan de AV, te betrekken bij de definitieve versie van KOMPAS

173 Bijlage b 1 0 Verslag Algemene Vergadering 19 juni 2014 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 4 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit De voorzitter geeft aan dat voor de herziening van het tijdpad een aantal overwegingen hebben meegespeeld: - Hoewel de diverse bijeenkomsten duidelijk maakten dat thematiek en inhoudelijke hoofdlijnen gedeeld worden, is de wens uitgesproken om document, achtergronddocument en voorbeelden ( Profiel Provincies -projecten) in één document te vatten; - Aanvullend hierop is geconstateerd dat KOMPAS 2020 te veel alleen over de provincies gaat en niet genoeg over de medeoverheden en de relatie daartoe; - Tevens levert een ruimer tijdpad meer ruimte voor de verwerking van de inbreng van Provinciale Staten en de Algemene Vergadering; en - De zelf opgelegde tijdsklem in relatie tot de voorbereiding van de PS2015-leidraden doet geen opgeld meer. De Algemene Vergadering neemt kennis van het herziene tijdpad en bespreekt de voorliggende tweede conceptversie van het document KOMPAS De heer De Kruijf (Utrecht) geeft aan dat in PS van Utrecht is gesproken over de eerste versie. De uitkomst hiervan was niet eensluidend met tegenover elkaar staande opmerkingen. Er was waardering voor de inzet om het profiel aan te scherpen om mensen naar de stembus te krijgen. Tegelijkertijd was er ook scepsis over de mogelijkheden hiertoe en daarmee lage verwachtingen. Ook werd door sommige leden van PS gesteld dat het karakter van het stuk te politiek is, een opmerking die in mindere mate ook nog geldt voor de tweede conceptversie. Met name de passage over opschaling kan te politiek opgevat worden De voorzitter vraag om voorbeelden hiervan. De heer De Kruijf geeft aan dat het de opmerking betreft inzake onder andere de nationale blauwdrukken en structuurdiscussies. Dit geldt ook voor de passage dat opgaven leidend zijn en opgaven volgend. Ook zijn her en der wat ronkende teksten terug te vinden zonder voorbeelden. Juist voorbeelden zouden het stuk inzichtelijk maken. 12

174 Bijlage b 1 0 Verslag Algemene Vergadering 19 juni 2014 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 5 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit Ten slotte wordt een samenhangende visie op het middenbestuur gemist. De voorzitter geeft aan dat enkele van de opmerkingen ook door het bestuurslid uit Utrecht zijn ingebracht en aangepast worden. De heer Van der Vinne (Overijssel) geeft aan dat bespreking in Overijssel niet heeft geleid tot een groot aantal opmerkingen, maar vooral steun voor de gekozen lijn. Wel wordt geconstateerd dat het proces wordt gedragen door een beperkt aantal mensen, met name ook in Provinciale Staten. Het bestuur moet daarom nadenken over het vergroten van het draagvlak zodat het stuk intrinsiek onderdeel wordt van Provinciale Staten. De voorzitter geeft aan dat het de verantwoordelijkheid is van de leden van Provinciale Staten die niet hebben deelgenomen aan de bijeenkomsten. Mevrouw Bakker (Drenthe) geeft aan dat KOMPAS 2020 in de commissievergadering op 18 juni is besproken. Er waren weinig opmerkingen over de inhoud, maar evenmin was er spaken van groot enthousiasme. Het centraal stellen van de maatschappelijke opgaven werd als positief ervaren, maar wel te veel focus op de economie en niet concreet. De wens werd ook uitgesproken om steviger uit de defensieve houding te komen en dat de provincie ertoe doet. De vorm wordt als slecht gezien. Het voorliggende document is daar niet voor geschikt. Mevrouw Van Miliano (Gelerland) geeft aan dat Gelderland het besproken heeft in een themabijeenkomst en nogmaals op 18 juni. Er waren wat tegenstrijdige berichten over het proces. Vanuit PS van Gelderland zou er meer aandacht mogen zijn voor het ruimtelijk domein en de vraag waar de middelen vandaan moeten komen. De heer Cool (Noord-Holland) geeft aan dat er een spaarzame opkomst was. Een drietal punten zijn aan mevrouw Sweet meegegeven. 13

175 Bijlage b 1 0 Verslag Algemene Vergadering 19 juni 2014 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 6 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit Ook leidde het nog tot een discussie over de kerntaken en of er niet teveel ruimte wordt gegeven aan het sociale domein. Ook werd het jammer gevonden dat zo weinig Statenleden aanwezig waren bij de 'Profiel Provincies'-bijeenkomsten omdat deze nuttig zijn voor de Statenleden. Mevrouw Rotscheid (Flevoland) geeft aan dat er geen heftige discussies in Flevoland naar aanleiding van het stuk zijn gevoerd. Wel zijn er een aantal opmerkingen geplaats, waarbij is aangegeven dat de focus p de open huishouding wordt gemist en dat de passage over nationale blauwdrukken geen politiek statement kan zijn. Ten slotte was men van mening dat het stuk scherper kon. De heer Van Kesteren (Groningen) geeft aan dat in Groningen de leden van PS KOMPAS 2020 hebben besproken op grond van stellingen en dat deze werkvorm zeer wordt aanbevolen. KOMPAS 2020 wordt gezien als een goed raamwerk. Daarbij is naar voren gekomen dat je alles mooi kunt opschrijven, maar dat gemeenschappelijk beleid geld kost en de benodigde solidariteit tussen provincies aanwezig moet zijn om ook financieel solidair te zijn. Er moet ook eensluidend naar Den Haag en Brussel gecommuniceerd worden. Ook werd aandacht gevraagd voor de communicatievorm. Mevrouw De Zoete (Zuid-Holland) geeft aan dat in Zuid-Holland niet veel opmerkingen over het stuk zijn gemaakt. Partijen kunnen hier desgewenst uit putten, maar dat is aan de partijen zelf. Zuid-Holland is voorstander van zoveel mogelijk afstand en alleen samenwerken waar dat nodig is. Mevrouw Reitsma (Fryslân) geeft aan dat de bespreking niet bijzonder positief was. De vraag was wat de meerwaarde is van het traject. Moet er niet gesproken worden over maatschappelijke ontwikkelingen in plaats van maatschappelijke opgaven mede in relatie tot de kerntakendiscussie. In Fryslân leeft de vreest dat de kerntakendiscussie opnieuw moet worden gevoerd en dat dit ook onnodig is. 14

176 Bijlage b 1 0 Verslag Algemene Vergadering 19 juni 2014 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 7 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit Ook hier de opmerking of het stuk niet te politiek van aard is. Ten slotte waren er vraagtekens over het beschreven kenniscentrum. De voorzitter geeft aan dat het een regionale kennishouding betreft en geen fysiek regionaal kenniscentrum. Mevrouw Hosman (Fryslân) geeft aan dat in het overzicht van het KOMPAS 2020-traject het woord 'lobbystrategie' moet worden verwijderd conform de eerdere toezegging van de voorzitter om dit woord niet meer in de KOMPAS nota op te nemen Mevrouw Van der Kammen (Noord-Brabant) geeft aan dat het KOMPAS 2020 vooral geen politieke insteek moet kennen en de beperking moet blijven in de kerntaken. Provincies verschillen eenmaal was ook een belangrijke conclusie. De voorzitter geeft aan dat er een grote diversiteit aan reacties bestaat en dat de uitkomsten van de bespreking waar mogelijk worden verwerkt in het stuk. Aanvullend geeft de voorzitter aan dat KOMPAS 2020 bedoeld is als raamwerk en natuurlijk politiek van aard is, maar dat het aan de politieke partijen zelf is om te bepalen wat ze ermee doen. De uitwerking van het stuk moet concreter worden gemaakt ook door de provincies zelf op grond van de eigen regionale context. Verder is het stuk van belang met het oog op de voorbereiding van de Tweede Kamerverkiezingen en antwoord moet geven op de vraag 'Waarom zijn de provincies op aarde?'. De notie dat provincies verschillen moet wat sterker in het stuk naar voren komen. Dat betekent ook dat er geen blauwdruk ligt hoe de individuele provincies de kerntaken invullen. De voorzitter geeft aan dat ook extern is aangegeven dat het stuk gelezen kan worden dat afstand wordt genomen van de kerntaken. Dit moet derhalve aan worden gepast. Wat betreft 'ronkende' teksten is het van belang om een balans te vinden tussen 'ronkend' en zelfbewustzijn van de provincies. Ook geeft de voorzitter aan dat de voorbeelden uit 'Profiel Provincies' een plek te geven in de definitieve versie van KOMPAS

177 Bijlage b 1 0 Verslag Algemene Vergadering 19 juni 2014 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 8 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit Ten slotte geeft de voorzitter aan dat de lijn inzake nationaal blauwdrukdenken en opschaling overeenkomstig het IPO-standpunt is van oktober 2013 n.a.v. de vraag van de minister van BZK over landsdeelvorming. De passage is daarom niet partijpolitiek bedoeld, maar de lijn hoe maatschappelijke vraagstukken aangepakt dienen te worden. Er zullen geen opmerkingen gemaakt worden over het provinciale belastinggebied omdat dit contraproductief werkt. Het principiële punt van de open huishouding zal worden benoemd, maar als staatkundige benadering en niet als uitnodiging om meer taken als provincies op zich te nemen. Afgesproken wordt dat de opmerkingen betrokken worden bij de voorbereiding van de definitieve versie van KOMPAS Apart wordt nog aandacht gevraagd voor de opkomst van Provinciale Staten waarbij de voorzitter aangeeft dat het voor het eerst in IPO-verband is dat PS op dergelijke wijze betrokken zijn. Daarbij moet het slotakkoord van het traject, de eigen invulling van het KOMPAS 2020-raamwerk, in de provinciehuizen zelf geschreven worden. Mevrouw Hosman (Fryslân) onderstreept het uitgangspunt van de voorzitter dat niet weggedreven moet worden van de kerntaken en dat het KOMPAS 2020 een niet-politiek raamwerk moet worden en dat maatschappelijke vraagstukken alleen opgepakt moeten worden voor zover deze raken aan de kerntaken. Daarbij merkt zij op dat in Fryslân de politieke discussie over de kerntaken net is afgerond en met niet wil dat deze opnieuw gaat oplaaien. De heer Buursink (Overijssel) geeft aan dat het van belang is dat iedere provincie zijn eigen invulling kiest en dat het provinciale autonomie betreft. De heer Van Wieren (Flevoland) vindt dat de discussie over maatschappelijke opgaven nu te negatief wordt uitgelegd. Het is van belang om daarbij aan te geven dat provincies - samen met andere overheden en partners - opgaven aanpakken. 16

178 Bijlage b 1 0 Verslag Algemene Vergadering 19 juni 2014 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 9 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit De voorzitter geeft aan dat er geen opmerkingen gemaakt zullen worden over een financiële herverdeling. De heer Van der Vinne (Overijssel) onderstreept dat het gaat om het vooropstellen van maatschappelijke opgaven zoals het stuk ook begint. Dat is een gezamenlijke opdracht. De Algemene Vergadering neemt kennis van het herziene tijdpad en wacht de verwerking van de uitkomsten van de bespreking af en het voornemen van het bestuur om KOMPAS 2020 in september vast te stellen en daarna in oktober op het Jaarcongres te presenteren. b. Gezamenlijke inzet PS2015-verkiezingen 1. Bespreken van onderstaand voorstel tot nadere uitwerking van de gezamenlijke inzet voor de verkiezingen voor Provinciale Staten in maart 2015; en 2. kennis nemen van de mondelinge toelichting op de uitkomsten van de bespreking van dit voorstel in de vergadering van het IPO-bestuur direct voorafgaand aan de Algemene Vergadering. Conform. De voorzitter geeft aan dat het voorliggende voorstel de uitkomst is van besluitvorming van bestuur en AV. De voorzitter memoreert ook de stellingname van Zuid-Holland er dat er daarom voor gezorgd is dat devoorstellen beperkt zijn en het aan de provincies zelf is om te bepalen of ze al dan niet deelnemen. Mevrouw Hosman (Fryslân) geeft aan dat er weinig voorstelling kan worden gemaakt bij de mogelijkheid van een bustour en of veel provincies daarbij zullen aanhaken. Mevrouw Van der Kammen (Noord-Brabant) geeft aan dat de inzet beperkt moet worden tot opkomstbevordering en dat de slogan niet politiek geladen dient te zijn. Mevrouw De Zoete (Zuid-Holland) geeft aan dat Zuid-Holland beperkt mogelijkheden ziet voor gezamenlijke inzet. De heer Van Kesteren (Groningen) geeft aan dat het goed is dat provincies zelf kunnen bepalen of ze al dan niet deelnemen. Mevrouw Rotscheid (Flevoland) geeft aan dat er nog een paar losse eindjes zijn en wat de werkzaamheden van het IPO zijn in het geheel. 17

179 Bijlage b 1 0 Verslag Algemene Vergadering 19 juni 2014 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 10 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit De heer Cool (Noord-Holland) ziet de uitwerking tegemoet. De heer Wanrooij (Gelderland) is van mening dat opkomstbevorderende maatregelen goed zijn. De heer De Kruijf (Utrecht) vraagt zich af hoe precies de slogan moet uitpakken en of dit wel passend is bij de verschillende provincies. De voorzitter geeft aan dat in een gelaagd palet van activiteiten wordt aangeboden, waarbij ook BZK zijn rol pakt. De invulling gebeurt op provinciaal niveau. De adjunt-secretaris licht toe dat voor de voorbereiding en uitwerking van de voorstellen een overleg door het IPO-bureau wordt gefaciliteerd van communicatieadviseurs van de provinciehuizen en de Statengriffies. Bij de uitwerking wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij bestaande initiatieven zoals de samenwerking met ProDemos waarbij bij elk van de onderdelen van de gezamenlijke inzet iedere provincie vrij is om al dan niet deel te nemen. De rol van het IPO-bureau daarbij is faciliterend. De Algemene Vergadering neemt kennis van de uitwerking van de gezamenlijke inzet voor de PS2015-verkiezingen en ziet de activiteiten naar aanleiding hiervan tegemoet. c. Rechtspositie Statenleden: belevingsonderzoek en wet vermindering politieke ambtsdragers 1. Kennis nemen van de mondelinge toelichting op de uitkomsten van het belevingsonderzoek naar de rechtspositie van Statenleden en het bestuurlijk overleg op 4 juni met de minister van BZK; en De voorzitter geeft aan dat de resultaten van het belevingsonderzoek zijn verspreid (bijlage 1) en onder de aandacht zijn gebracht bij de minister van BZK. De heer Buursink (Overijssel) licht de uitkomsten van het onderzoek toe alsmede de uitkomsten van het bestuurlijk overleg met de minister van BZK op 4 juni. De heer Buursink geeft aan dat de resultaten meevallen en dat de tijdsbesteding relatief gelijk is gebleven, maar dat de werkdruk als hoog wordt ervaren in relatie tot een lage vergoeding wat spoort met het advies van de toenmalige commissie-dijkstal. 18

180 Bijlage b 1 0 Verslag Algemene Vergadering 19 juni 2014 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 11 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit 2. kennis nemen van de stand van zaken van het kabinetsvoornemen tot vermindering van het aantal leden van Gedeputeerde en Provinciale Staten. De minister heeft het onderzoek in ontvangst genomen, maar geen toezeggingen gedaan. De onkostenvergoeding wordt overigens wel verhoogd. De heer Buursink geeft aan dat de Kamerleden op het dossier Binnenlands Bestuur hier ook over worden benaderd. Ook is gesproken over de vermindering van het aantal Statenleden die nu niet doorgaat. De ingeboekte korting gaat wel door, in de reactie op het onderzoek is aangegeven dat dit in mindering wordt gebracht op het fractiebudget, maar dit klopt niet. Het gaat in mindering op het provinciefonds. De voorzitter geeft aan dat de vermindering van het aantal leden van GS en PS aan bod is gekomen in het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen. Daar heeft de minister aangegeven dat hij het wetsvoorstel op korte termijn niet zal indienen bij de Tweede Kamer, maar dat de korting - conform het staande kabinetsbeleid - wordt doorgevoerd. De heer Buursink (Overijssel) geeft aan dat hetzelfde punt speelt bij de VNG. De voorzitter geeft aan dat deze systematiek onderwerp is van het komende Overhedenoverleg. Mevrouw Hosman (Fryslân) geeft aan dat Statenleden 9,7 uur minder zijn gaan werken in hun reguliere baan en dat dit op pagina 7 van het onderzoek staat vermeld. De heer Buursink geeft aan dat dit inderdaad klopt. De Algemene Vergadering neemt kennis van de uitkomsten van het onderzoek en het bestuurlijk overleg. Afgesproken wordt dat als invalshoek voor de gesprekken met Kamerleden het advies van de commissie-dijkstal wordt gebruikt dat wordt ondersteund door de resultaten van het belevingsonderzoek. 19

181 Bijlage b 1 0 Verslag Algemene Vergadering 19 juni 2014 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 12 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit d. (Bank)krediet nieuwe huisvesting IPO Conform de besluitvorming van uw Algemene Vergadering d.d. 20 maart 2014 inzake de (her)huisvesting van het IPO-bureau het IPObestuur mandateren tot het aangaan van een (bank)krediet van maximaal ,- ten behoeve van investeringen voor en inrichting van de nieuwe huisvesting van het IPO. De voorzitter geeft aan dat de nieuwe huisvesting verbouwd moet worden. Naar aanleiding van een vraag van mevrouw Van der Kammen in de aanloop naar deze vergadering is nadere informatie uitgedeeld ter vergadering (bijlage 2) die tevens per mail is rondgestuurd. Mevrouw Van der Kammen (Noord-Brabant) vraagt wat de ,- huisvestingskosten inhouden en hoe kan dit vergeleken worden en dat er transparantie wordt gemist. De secretaris geeft aan dat deze kosten terug te vinden zijn in de begroting en conform de cijfers zoals gepresenteerd in de AV van 20 maart. Energie- en schoonmaakkosten zijn onderdeel van servicekosten. Mevrouw Hosman (Fryslân) vraagt waarom euro nodig zijn voor de inrichting van het IPO. De heer Van Kesteren sluit zich hierbij aan. De heer Van Wieren geeft aan dat de vragen breed gedeeld worden. De secretaris geeft aan dat het gaat om berekening van inrichtingskosten op basis van algemeen gehanteerde kosten. In de vorige Algemene Vergadering is afgesproken om een deel van extra besparing te gebruiken om de inrichting aan te passen, met name de toegankelijkheid van het pand. Deze kosten kunnen niet aan de eigenaar worden toegeschreven, waarbij de secretaris aangeeft dat de eigenaar ook de nodige kosten op zich neemt voor noodzakelijke verbouwing. De voorzitter geeft aan dat het aanbod gestand is gedaan om de provinciale lobbyisten deels te huisvesten als besparing voor de provincies. Dit brengt ook kosten voor het IPO met zich mee, maar levert in algemene zin een grotere besparing op voor de provincies. Onder de inrichtingskosten moeten dus ook verbouwingskosten worden verstaan. 20

182 Bijlage b 1 0 Verslag Algemene Vergadering 19 juni 2014 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 13 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit Mevrouw Van der Kammen (Noord-Brabant) vraag waar de ,- onvoorzien vandaan komt. De voorzitter meldt dat dit ook al onderdeel was van het voorstel zoals vastgesteld door de AV. De Algemene Vergadering stemt conform voorstel in. 3. Beslispunten a. IPO-Jaarverslag 2013 Het IPO-Jaarverslag 2013, vastgesteld door het bestuur op 17 april 2014, goedkeuren. Mevrouw Bakker (Drenthe) wijst op een motie in Drenthe over het wel of niet blijven bij het IPO, maar dat door de transitie van het IPO en de resultaten ervan door PS van Drenthe als positief worden ervaren en de motie van tafel is. Mevrouw Van Miliano (Gelderland) vraagt of een tendens valt te destilleren uit niet behaalde doelstellingen waarom deze niet behaald zijn. De voorzitter geeft aan dat dit per doelstelling verschilt en dat het helaas niet het geval is om dit in algemene zin te duiden. Mevrouw Van der Kammen (Noord-Brabant) geeft aan dat op pagina 27 wordt gesproken over herverdeeleffecten natuur en verkeer en vervoer dat deze zijn gerealiseerd en waarom dat zo is. De voorzitter geeft aan dat dit een voorlopige conclusie en afhankelijk is van de gang van zaken in de Tweede Kamer. De heer Van der Sande (lid IPO-bestuur) geeft aan dat zoveel mogelijk wordt gepoogd om bij verdeling aan te sluiten bij bestaande maatstaven. Soms leidt dit tot onverklaarbare effecten die worden gepoogd om op te lossen hoe kan worden omgegaan met dergelijke herverdeeleffecten. Daarbij was de commissie-jansen II een goede commissie. Mevrouw Van der Kammen (Noord-Brabant) concludeert dat de doelstelling inzake BDU onterecht als behaald staat genoteerd. 21

183 Bijlage b 1 0 Verslag Algemene Vergadering 19 juni 2014 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 14 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit De voorzitter geeft aan dat eerst een besluit in het parlement moet volgen over de afschaffing van Wgr-plus. De heer Van der Vinne (Overijssel) geeft een compliment over de resultaten van de transitie richting de directie. Het bestuur sluit zich hier bij aan. De Algemene Vergadering keurt het IPO-Jaarverslag 2013 goed. b. IPO-Jaarrekening De IPO- Jaarrekening 2013 van de vereniging IPO, zoals vastgesteld door het bestuur op 17 april 2014, goedkeuren; en 2. goedkeuren van de bestemming van de diverse saldi zoals voorgesteld door het bestuur. De voorzitter geeft aan dat een nieuwe versie van de Jaarrekening is nagestuurd aangezien een tweetal pagina's onleesbaar waren. Mevrouw Van der Kammen (Noord-Brabant) geeft aan dat de controle plaats vindt volgens richtlijn 640 wat een lichte toets betreft en wat afwijkend is. Het is daarbij de vraag waarom ooit voor deze richtlijn is gekozen en of dit de meest verstandige keuze is in het licht van de 'governance'-rol van de AV. Ook stelt mevrouw Van der Kammen de vraag of dit ook geldt voor GWO/BIJ12. De secretaris geeft aan dat de AV zelf bepaalt op welke wijze de controle plaats vindt. In een eerdere AV is hierover gesproken en kan de discussie ten principale op ieder moment gevoerd worden. De secretaris wil hier geen mening over vormen omdat het is aan de AV. De secretaris biedt aan om de voorbereiding van deze discussie voor te bereiden. De heer Buursink (Overijssel) geeft aan dat in Overijssel het uitgangspunt is 'keep it simple'. De boekhouding van het IPO is overzichtelijk en gewaakt moet worden om teveel geld uit te geven wanneer dat niet nodig is. De AV geeft in meerderheid aan deze lijn te steunen. Fryslân en Noord-Brabant verzoeken wel om deze discussie dan wel een toelichtende notitie over de verklaring hiervoor. De voorzitter geeft aan dat de verklaring is gegeven en de afweging kan in een volgende Jaarrekening worden verwerkt. 22

184 Bijlage b 1 0 Verslag Algemene Vergadering 19 juni 2014 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 15 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit Het bestuur zal bezien of de gewijzigde omstandigheden nopen tot een andere vorm van controle. Indien dit zo is zal het bestuur een voorstel doen, anders wordt gemotiveerd waarom niet. De heer Smits (Drenthe) vraag wat de achterliggende reden is voor de vraag van mevrouw Van der Kammen. Mevrouw Van der Kammen (Noord-Brabant) geeft aan dat een andere rol zou moeten nopen tot wellicht een nieuwe insteek. De voorzitter herhaalt dat de toezegging van het bestuur daar in voorziet. De heer Cool (Noord-Holland) is van mening dat moet worden gekeken naar weerstandsvermogen. Dit weerstandsvermogen is er niet waarbij de provincies garant staan. De Algemene Vergadering keurt de IPO-Jaarrekening 2013 goed en stemt in met de bestemming van de diverse saldi conform het voorstel van het bestuur. c. Midyear Review IPO- Jaarplan 2014 Kennis nemen van de Midyear Review IPO- Jaarplan 2014 die dient als instrument voor de beleidsinhoudelijke controle inzake het IPO in het samenspel tussen Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten in de onderscheiden provincies. De voorzitter geeft aan dat de Midyear Review conform afspraak eerder is opgesteld en toegestuurd. De heer Van Wieren (Flevoland) is benieuwd naar de uitkomsten van het bestuurlijke overleg over de regionale omroepen. Mevrouw De Zoete (Zuid-Holland) vindt dat het allemaal wat meer 'lean and mean' zou mogen. Mevrouw Reitsma (Fryslân) vraag inzake pagina 27 naar de ondersteunende rol van provincies bij bibliotheken. Inzake pagina 19 wordt gesteld dat om het provinciefonds robuuster te maken is onderhoud nodig. De vraag is wat dit betekent. Inzake pagina 9 wordt gesproken over de Deltaplannen. Hoe zit het IPO in de evacuatiefracties. 23

185 Bijlage b 1 0 Verslag Algemene Vergadering 19 juni 2014 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 16 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit De heer Van der Sande (lid IPO-bestuur) geeft aan dat de huidige maatstaven niet afdoende meer zijn en dat onderhoud een periodieke bezigheid is. Mevrouw Schokker-Strampel (lid IPO-bestuur) geeft aan dat evacuatiefracties normerend zijn voor dijken. Deze zijn zeer behoudend opgesteld zodat de realistisch zijn. Aan de Tweede Kamer is door de minister aangegeven dat Veiligheidsregio's hier hun rol moeten pakken. Vanuit het IPO wordt hier terughoudend mee omgegaan. De secretaris geeft aan dat de toekomst van de regionale omroepen in dit verband een groot woord is omdat het kabinetsstandpunt bekend. Het bestuurlijk overleg ging met name over welke voorwaarden worden gecreëerd over de regionale worteling van de publieke omroep. Het overleg heeft zich op die voorwaarden gericht. De voorzitter geeft aan dat mevrouw Bijleveld-Schouten de portefeuillehouder is. De secretaris geeft aan dat de provincies een kleinschalige steunfunctie heeft t.a.v. bibliotheken. Dat is een provincietaak. Mevrouw Reitsma (Fryslân) las het als een wijziging en daarom dus de vraag. De heer De Boer geeft aan dat 2015 zeker wordt gehaald aangezien het de Tweede Kamer al is gepasseerd. De secretaris geeft aan dat het antwoord apart wordt toegestuurd. De voorzitter geeft aan dat immer wordt getracht het stuk 'lean and mean' te houden. De Algemene Vergadering neemt kennis van de Midyear Review IPO- Jaarplan

186 Bijlage b 1 0 Verslag Algemene Vergadering 19 juni 2014 VERSLAG vergadering : 19 juni 2014 pagina 17 van 17 ALGEMENE VERGADERING IPO aanvang : uur Ag.p. Onderwerp Voorstel Besluit 4. Rondvraag --- Geen opmerkingen. 5. Sluiting (19.45 uur)

187 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC Een ondergewaardeerd, maar mooi ambt Belevingsonderzoek onder leden van de Provinciale Staten BMC In opdracht van het Interprovinciaal Overleg Mei

188 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC Dit rapport is opgesteld door BMC, onderzoeks- en adviesbureau voor de publieke sector. drs. Hans Slooijer MSM dr. Ischa van Straaten drs. Annelieke van den Heuvel Projectnummer: Correspondentienummer: DH

189 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC Inhoudsopgave Samenvatting 1 1. Ter inleiding 3 De kernelementen van de ambtsbeleving van Statenleden 3 Online enquête uitgevoerd 4 2. Verwachtingen en motivaties 5 3. Praktijk 6 De inhoud van het werk 6 Tijdsbesteding en werkdruk 6 Werkzaamheden 6 Werk naast het Statenlidmaatschap 7 Werkdruk 7 Ondersteuning 8 Ondersteuning vanuit de griffie 8 Externe ondersteuning 9 Samenwerking 9 4. Resultaten 11 Het nut en plezier van het ambt 11 Bereikte resultaten 11 Het nut van het ambt Beloning 13 Vergoedingen 13 Waardering Beschikbare kandidaten 15 Eigen beschikbaarheid 15 Beschikbaarheid van andere kandidaten 15 Aantrekkelijkheid van het ambt Conclusies 18 Bijlage 1. Onderzoeksverantwoording en kenmerken van de respondenten 19 Methode van onderzoek 19 Kenmerken en representativiteit van de respondenten 19 28

190 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC Samenvatting Aanleiding onderzoek Ter voorbereiding op het overleg van decentrale politieke ambtsdragers met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, heeft het Interprovinciaal Overleg (IPO) besloten een belevingsonderzoek uit te voeren onder alle Statenleden in Nederland. Representativiteit Het onderzoek is uitgevoerd in de periode eind april medio mei 2014 door middel van een online enquête. Deels zijn dezelfde vragen gesteld als in 2004 toen een soortgelijk onderzoek is uitgevoerd. Van de Statenleden hebben er 207 (36%) aan het onderzoek deelgenomen. De respondenten vormen een goede afspiegeling van alle Statenleden. Motivatie Er zijn diverse redenen om Statenlid te worden. Maatschappelijke betrokkenheid is voor bijna alle Statenleden een onderdeel van hun motivatie. Andere belangrijke redenen zijn het kunnen uitoefenen van invloed en interesse in politiek en bestuur. Werkdruk Een meerderheid van de Statenleden ervaart de aard van de vraagstukken weliswaar als (zeer) plezierig, maar 62% van de Statenleden vindt de werkdruk (te) hoog. Dat komt door het grote aantal dossiers, de onregelmatigheid (piekbelasting) en de hoeveelheid informatie die men moet lezen. Voor ruim een vijfde van de Statenleden is dit (zeer) onplezierig. Tijdsbesteding De gemiddelde tijdsbesteding is 20 uur per week, wat nagenoeg overeenkomt met de tijdsbesteding in 2004 (21 uur per week). Ongeveer de helft hiervan betreft werkzaamheden die direct gerelateerd zijn aan bestuurszaken. De andere helft wordt besteed aan activiteiten voor de fractie (of partij), externe contacten en reistijd. Ondersteuning door de griffie De meeste Statenleden maken gebruik van een vorm van ondersteuning door de griffie en de helft van hen doet wel eens een beroep op externe experts, die betaald worden uit de fractievergoeding. Vergoeding De meeste Statenleden (85%) verrichten naast het statenlidmaatschap betaald werk. Bijna de helft is na aanvaarding van het lidmaatschap minder gaan werken, gemiddeld 9,7 uur per week. Over de statenvergoeding, die geldt als compensatie voor de inkomstenderving, zijn de meeste Statenleden niet te spreken. Dit wordt gewaardeerd met een cijfer 4,7 (op een schaal van 1 tot 10) en is nauwelijks veranderd ten opzichte van 2004, toen het cijfer 4,5 werd gegeven. De onkostenvergoeding krijgt een krappe voldoende (5,8). 1 29

191 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC Waardering De immateriële beloning in termen van waardering voor het ambt dat men vervult, wordt wisselend ervaren. De waardering door de eigen politieke partij is redelijk tot goed te noemen. Ook ervaart men enige waardering van de bevolking. De waardering van de regering wordt het minst ervaren, maar liefst 51% van de statenleden ervaart dit in het geheel niet. Resultaten Ondanks de werkdruk en de matige vergoeding beleeft 92% van de Statenleden plezier aan het ambt. Een belangrijke factor daarvoor ligt in het bereiken van concrete resultaten. 66% van de Statenleden is hier positief over, terwijl ongeveer een derde het statenlidmaatschap van tijd tot tijd frustrerend vindt. Op de vraag of de Statenleden hun werk als zinvol ervaren, antwoordt 79% bevestigend, 20% is wat minder positief en een enkeling vindt het werk geheel niet zinvol. Kandidaten nieuwe statenperiode Twee op de drie Statenleden zijn dan ook weer beschikbaar voor een nieuwe statenperiode. Het niet meer beschikbaar zijn of daaraan twijfelen hangt vaak samen met een overvolle agenda of het bereiken van het maximum van het aantal statenperiodes. Meer dan de helft van de respondenten zou het lidmaatschap ook aan anderen aanbevelen. Anderen zijn wat meer terughoudend. Of er voor de komende statenverkiezingen voldoende geschikte kandidaten beschikbaar zijn, is voor 59% van de respondenten geen bron van zorg. Anderen zijn daarvan minder of geheel niet overtuigd. Redenen zijn: de grote tijdsbesteding versus de lage vergoeding; de onbekendheid van de provincie in het algemeen en van het werk van de Statenleden in het bijzonder. 2 30

192 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC 1. Ter inleiding Ter voorbereiding op het overleg van decentrale politieke ambtsdragers met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, heeft het Interprovinciaal Overleg (IPO) besloten een belevingsonderzoek uit te voeren onder alle Statenleden in Nederland. Aanleiding voor het onderzoek is de discussie die decentrale politieke ambtsdragers op dit moment voeren over imago en aanzien van de politieke ambtsdragers in relatie tot de waardering die onder meer zou blijken uit de arbeidsvoorwaarden. Wanneer de werkdruk te hoog is en de arbeidsvoorwaarden en andere voorzieningen niet in verhouding staan tot de werkzaamheden, zal de bereidheid en motivatie onder druk komen te staan om als Statenlid zich beschikbaar te stellen voor een nieuwe periode. Ook bemoeilijkt dit het vinden van voldoende gekwalificeerde kandidaten. De democratische legitimering is daarmee in het geding. Doel van het onderzoek is duidelijkheid te krijgen over de werksituatie van Statenleden en hun beleving. De volgende thema s komen aan de orde: tijdsbesteding ervaren werkdruk arbeidsvoorwaarden beleving van het ambt Eerder is een soortgelijk onderzoek uitgevoerd in De kernelementen van de ambtsbeleving van Statenleden De beleving van het ambt kent verschillende onderdelen, die in samenhang bepalen of er voldoende goede statenleden zijn en blijven in de toekomst. Grofweg gaat het dan om motivaties en verwachtingen, de dagelijkse praktijk, de resultaten van het werk en de beloning. In figuur 1 ziet u het verband tussen de verschillende elementen in de beleving van het ambt. 3 31

193 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC Figuur 1. Conceptueel kader Motivaties en verwachtingen (H2) Kandidaten (H6) Aantrekkelijkheid van het ambt Zelf nogmaals beschikbaar Nieuwe kandidaten Praktijk (H3) Inhoud Tijdsbesteding/ werkdruk Samenwerking (Externe) ondersteuning Beloning (H5) Vergoeding Waardering Resultaten (H4) Plezier Bereikte resultaten Nut van het ambt Online enquête uitgevoerd Om inzicht in de verschillende kernelementen te verkrijgen hebben alle 566 Statenleden een uitnodiging ontvangen voor deelname aan een onderzoek. De vragenlijst die hierbij is gebruikt, is deels gebaseerd op het onderzoek dat in 2005 door SGBO is uitgevoerd, zodat op belangrijke punten vergelijking van de resultaten mogelijk is. De vragenlijst is afgestemd met het IPO en de klankbordgroep van de Statenleden. De Statenleden ontvingen (direct van BMC of via hun statengriffier) een met een persoonlijke link naar de online vragenlijst. De invulperiode liep van 22 april tot en met 16 mei Van de Statenleden hebben er 207 (36%) de enquête uiteindelijk ingevuld. Voor een verdere beschrijving van de onderzoeksmethodiek en de respons verwijzen we naar bijlage

194 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC 2. Verwachtingen en motivaties Allereerst gaan we in op de motivatie van Statenleden. Wat maakt dat men zich in het verleden beschikbaar heeft gesteld als kandidaat? Wat wilde men hiermee bereiken? En welke verwachtingen had men daarbij? De reden om kandidaat te worden is divers. In figuur 2 ziet u de belangrijkste redenen terug. Maatschappelijke betrokkenheid is voor bijna alle Statenleden een onderdeel van hun motivatie. Daarnaast zijn voornamelijk het kunnen uitoefenen van invloed en interesse in politiek en bestuur belangrijke redenen om Statenlid te worden. In hoofdstuk 4 beschrijven we in hoeverre deze verwachtingen in de praktijk beantwoord worden. Figuur 2. Welke motivatie of verwachting lag ten grondslag aan uw beschikbaarstelling voor het Statenlidmaatschap? Statenleden hebben zich in de helft (49%) van de gevallen op eigen initiatief kandidaat gesteld. De andere helft is gevraagd. 5 33

195 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC 3. Praktijk In dit hoofdstuk bespreken we de mening van de Statenleden over inhoud van hun werk, de tijdsbesteding en werkdruk, de ondersteuning die men krijgt en de samenwerking. De inhoud van het werk Een belangrijk deel van de waardering van het werk dat Statenleden doen, bestaat uit de inhoud. In figuur 3 ziet u hoe men de aard van de vraagstukken waardeert. Figuur 3. De mate waarin men de aard van de vraagstukken plezierig vindt. Een grote meerderheid (80%) ervaart deze als (zeer) plezierig. 17% is neutraal en een zeer kleine minderheid van 3% vindt de aard onplezierig. Tijdsbesteding en werkdruk Werkzaamheden De gemiddelde tijd die de Statenleden besteden aan hun lidmaatschap is 20 uur per week (zie figuur 4). Ongeveer de helft hiervan betreft werkzaamheden die direct gerelateerd zijn aan bestuurszaken. De andere helft wordt besteed aan activiteiten voor de fractie (of partij), externe contacten en reistijd. Figuur 4. Gemiddelde tijdsbesteding naar activiteit in uren Het onderzoek van SGBO in 2004 meldde een vergelijkbare tijdsbesteding, namelijk 21 uur per week, hoewel toen het 6 34

196 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC aantal Statenleden groter was 1. Daarvan werd eveneens iets minder dan de helft besteed aan bestuurlijke taken. De vergelijking van de andere taken is niet goed mogelijk, omdat er in 2004 niet specifiek gevraagd werd naar externe contacten. Werk naast het statenlidmaatschap Naast het statenlidmaatschap verricht 85% van de leden nog ander betaald werk. Gemiddeld is dat 32 uur per week, met uitschieters naar 60 uur. In 2004 had 80% van de Statenleden betaalde nevenwerkzaamheden en was dit gemiddeld 33 uur per week. Bijna de helft van de Statenleden (48%) is na aanvaarding van het lidmaatschap minder gaan werken. Gemiddeld zijn zij 9,7 uur minder gaan werken. Dit is relevant als we verderop in het rapport kijken naar de beoordeling van de statenvergoeding, die bedoeld is als compensatie voor inkomstenderving. Werkdruk De bestede tijd aan de werkzaamheden is gemiddeld 20 uur, zo zagen we hiervoor. 62% van de Statenleden vindt de werkdruk die hierdoor ontstaat (te) hoog. In figuur 5 ziet u dit terug. Als oorzaak hiervoor noemt men het grote aantal dossiers, de onregelmatigheid (piekbelasting) en de hoeveelheid informatie die men moet lezen. Dit alles in combinatie met ander betaald werk of hun privéleven. 1 Het aantal Statenleden bedroeg toen 764. Bij de verkiezing in 2007 is het aantal Statenleden verminderd tot het huidige aantal. Figuur 5. Ervaren werkdruk Dit is een daling ten opzichte van het onderzoek in Toen ervoer 84% de werkdruk als (te) hoog. Ook is gevraagd hoe men de tijd ervaart die het ambt vraagt. In figuur 6 ziet u dat ruim een kwart het als plezierig ervaart, de helft neutraal is en een klein kwart het als onplezierig ervaart. Ten opzichte van de ervaren werkdruk zien we dus dat een groot deel van de Statenleden die de werkdruk hoog vindt (maar zeker niet alle), dat ook als onplezierig ervaart. 7 35

197 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC Figuur 6. Beleving van de tijd die het ambt vraagt. Ondersteuning Een belangrijk element voor de tijdsbesteding en ervaren werkdruk is de ondersteuning die Statenleden vragen en krijgen van de griffie en van betaalde experts. Fracties krijgen vaak ook ondersteuning van vrijwilligers, steunfractieleden assistenten of tegenlezers. Op deze specifieke ondersteuning gaan we hier niet in. We beperken ons tot de griffie en betaalde externe experts. Ondersteuning vanuit de griffie Van de Statenleden maakt 89% gebruik van ondersteuning vanuit de griffie, waarvan een op de drie dat met regelmaat doet. Zie figuur 7 voor een weergave. Figuur 7. Beroep op ondersteuning van de griffie (%) Ondersteuning (zie figuur 8) wordt met name gevraagd voor facilitaire en administratieve zaken als stukken, vergaderingen en de inzet van instrumenten. Men geeft voor deze ondersteuning een 7,6 als rapportcijfer. Wensen ter verbetering op dit vlak zijn genoemd door 13% van de respondenten. Deze zijn zeer divers. De meest genoemde betreffen de behoefte aan minder strikte en bureaucratische invulling van de taken, de processturing (tijdig aanleveren van 8 36

198 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC stukken en weigeren laat ingeleverde stukken van de gedeputeerden) en de administratie (digitale dossieropbouw, agendaopbouw). Daarnaast wordt advies en inhoudelijke ondersteuning gevraagd op het vlak van integriteit, de inzet van instrumenten, rechtspositionele zaken en (door een klein deel van de leden) persoonlijke zaken. Voor dit type van ondersteuning geeft men gemiddeld een 7,1 als rapportcijfer. Genoemde wensen ter verbetering betreffen met name meer proactiviteit (inspelen op de ontwikkelingen) en het strategisch-inhoudelijk adviseren van Statenleden, zoals over de stukken die zij inleveren. Figuur 8. Type ondersteuning waarvoor beroep wordt gedaan op de griffie Externe ondersteuning Naast ondersteuning van de griffie, maakt de helft van de Statenleden gebruik van ondersteuning van externe experts, die betaald worden vanuit de fractievergoeding. De meesten doen dit incidenteel (zie figuur 9). Figuur 9. Beroep op ondersteuning van externe experts (%) Samenwerking Statenleden hebben in hun dagelijkse werkzaamheden te maken met veel verschillende partijen. De respondenten is gevraagd hoe men de samenwerking met deze partijen ervaart. In figuur 10 ziet u de antwoorden. De tevredenheid over de samenwerking binnen de eigen fractie is het grootst 9 37

199 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC (92% vindt het (zeer) plezierig), gevolgd door de samenwerking met de griffie (79%). Iets daarachter komt de samenwerking met de ambtelijke organisatie, Gedeputeerde Staten en de andere fracties (allen 66%). Figuur 10. Mate waarin de samenwerking tussen/ met. plezierig is

200 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC 4. Resultaten In dit hoofdstuk gaan we in op de resultaten van het werk dat men verricht, zowel in termen van plezier en zinvolheid als in termen van beloning en waardering door derden. In het algemeen kunnen we in ieder geval stellen dat een meerderheid (60%) vindt dat de verwachtingen die men had tijdens aanvaarding van het ambt (zie ook hoofdstuk 2), uitgekomen zijn. 4% geeft aan dat dit niet het geval is. Figuur 11. Is de verwachting die u had bij het aanvaarden van het ambt uitgekomen? Het nut en plezier van het ambt Figuur 12. Beleeft u plezier aan het statenlidmaatschap? Ook geeft 75% van de respondenten aan het statenlidmaatschap een leerzame ervaring te vinden. Tegelijkertijd geeft 29% aan het Statenlidmaatschap (onder andere) van tijd tot tijd nogal frustrerend te vinden (cijfers staan niet in een figuur). Bereikte resultaten Een belangrijke motivatie voor Statenleden voor het werk dat zij doen, ligt in het bereiken van concrete resultaten; voor de maatschappij/burgers en voor hun partij. Aan de respondenten is gevraagd hoe ze de resultaten die zij 11 39

201 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC bereiken, ervaren. 66% is hier positief over, 22% neutraal en 12% negatief (zie figuur 13). Figuur 13. Hoe beleeft u de resultaten die u bereikt? In aanvulling daarop geeft 46% van de respondenten aan veel voor de burgers in de provincie te bereiken (niet in figuur). Het nut van het ambt De cruciale vraag is dan of de Statenleden hun werk als zinvol bestempelen. Dit blijkt 79% volmondig positief te beantwoorden (zie figuur 14). 20% is daar wat minder positief over en een enkeling vindt het werk geheel niet zinvol. Figuur 14. Vindt u het ambt zinvol? 12 40

202 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC 5. Beloning Een belangrijk onderdeel van de ervaring van de Statenleden (en de aantrekkelijkheid van het ambt), betreft de beloning. Deze kent (in ieder geval) een materiële kant (vergoedingen) en een immateriële kant (waardering door anderen). De mening van de Statenleden over deze twee typen beloning vindt u in dit hoofdstuk. Vergoedingen Aan de Statenleden is gevraagd hoe men aankijkt tegen de vergoedingen die men krijgt voor het werk dat men doet. De vergoeding bestaat enerzijds uit de statenvergoeding (die als compensatie dient voor andere inkomsten die men derft als gevolg van hun lidmaatschap) en een onkostenvergoeding. De statenvergoeding wordt gewaardeerd met een 4,7 (op een schaal van 1 tot 10). De meesten (maar niet allen) zijn niet te spreken over de vergoeding. Vaak geeft men expliciet aan dat men het werk niet doet om het geld, maar dat de verhouding tussen de hoeveelheid werk/tijd en de vergoeding zeer scheef is. Sommige leden kunnen hun reguliere baan niet in uren minderen (om meer tijd aan het statenlidmaatschap te kunnen besteden), omdat ze dan te ver in inkomen achteruit zouden gaan. De extra toelage voor de fractievoorzitters wordt ook als onvoldoende dekkend gezien. Deze uitkomst wijkt nauwelijks af van de waardering voor de vergoeding in Toen werd een 4,5 toegekend. Figuur 15. Gemiddelde rapportcijfer voor de beloning De onkostenvergoeding krijgt een zeer krappe voldoende (5,8 op een schaal van 1 tot 10). Men vindt de vergoeding voor zaken als telefoon, internet of buitenprovinciaal vervoer (in geval van grensoverschrijdende zaken) vaak onvoldoende. Naast de financiële vergoedingen worden vaak secundaire arbeidsvoorwaarden gemist als pensioenopbouw, opbouw van een werkloosheids-/arbeidsongeschiktheidsverzekering en zaken als een fietsenplan, sportfaciliteiten, kranten en tijdschriften genoemd

203 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC Waardering De immateriële beloning in termen van waardering voor het werk dat men doet, wordt wisselend ervaren. De waardering door de eigen politiek partij is redelijk tot goed te noemen (meer dan de helft geeft aan absoluut waardering voor het werk te krijgen). Zie figuur 16 voor een weergave. De waardering van de bevolking acht men lager. Een enkeling ervaart dit absoluut, 55% ervaart die in enige mate. De waardering van de regering wordt het minst ervaren. Een enkeling ervaart dit absoluut, 37% enigszins en maar liefst 51% in het geheel niet. Figuur 16. Ervaren waardering door politiek partij, bevolking en regering 14 42

204 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC 6. Beschikbare kandidaten Goede kandidaten voor de Provinciale Staten kunnen voortkomen uit de huidige kandidaten of van buitenaf. We gaan daarom in op de mate waarin men zich weer beschikbaar wil stellen en de mate waarin men van mening is dat er goede andere kandidaten te vinden zullen zijn. Eigen beschikbaarheid Van de respondenten geven twee op de drie aan weer beschikbaar te zijn voor het statenlidmaatschap (zie figuur 17). Voor 13% hangt het af van bepaalde omstandigheden en 18% geeft aan niet meer beschikbaar te zijn. Het niet meer beschikbaar zijn of daarover twijfelen hangt vaak samen met overvolle agenda s (werk, privé en andere maatschappelijke functies zoals raadslidmaatschap). Ook geeft een aantal aan dat ze zich niet meer beschikbaar mogen stellen vanwege het maximum aantal periodes dat men lid is geweest. De in vele ogen lage vergoedingen lijken geen rol te spelen bij de beschikbaarstelling van de respondenten. Figuur 17. Bent u na deze statenperiode weer beschikbaar voor het lidmaatschap? Beschikbaarheid van andere kandidaten Of er in het algemeen voldoende geschikte kandidaten beschikbaar zullen zijn voor de komende statenperiode, is voor 59% van de respondenten geen bron van zorg. Velen geven aan dat het voor hun partij nooit een punt van zorg is geweest en nu ook niet. Anderen geven aan dat de grote verliezen van sommige partijen tijdens de gemeenteraadsverkiezingen voor veel nieuwe goede aanwas zal zorgen

205 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC 38% is er minder of geheel niet van overtuigd dat er voldoende geschikte kandidaten zullen zijn. De redenen die hiervoor aangedragen worden betreffen met name: de grote tijdsbesteding versus de lage beloning/waardering; de onbekendheid van de provincie in het algemeen en het werk van Statenleden in het bijzonder; lage kwaliteit door (ook weer) de grote verliezen bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen die zorgen voor baantjesjagers. Figuur 18. Verwacht u dat zich voldoende geschikte kandidaten beschikbaar zullen stellen voor de komende statenperiode? Aantrekkelijkheid van het ambt De vorige paragraaf gaf al aan dat het ambt qua imago (onbekendheid, abstractheid) en beloning versus investering niet voor iedereen even aantrekkelijk is. Voor voldoende beschikbaarheid van goede kandidaten is het van belang dat Statenleden hen kunnen overtuigen zich beschikbaar te stellen. Statenleden zijn immers de beste ambassadeurs voor het ambt. Aan de Statenleden is daarom ook gevraagd of men het lidmaatschap zou aanraden aan anderen. 58% van de respondenten zou het lidmaatschap adviseren aan anderen. Zij vinden de meerwaarde (bereikte resultaten, beloning en waardering) blijkbaar opwegen tegen de investering (tijd, inkomstenderving). 39% is daar minder van overtuigd en daarom meer terughoudend in haar advies aan anderen over beschikbaarstelling. 2% van de respondenten zou het überhaupt niet aanraden

206 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC Figuur 19. Zou u anderen aanraden zich beschikbaar te stellen voor de komende statenperiode? 17 45

207 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC 7. Conclusies Het belevingsonderzoek onder de huidige Statenleden in Nederland is gehouden in verband met de discussie die decentrale politieke ambtsdragers op dit moment voeren over imago en aanzien in relatie tot de waardering die onder meer zou blijken uit de arbeidsvoorwaarden. Van de Statenleden hebben er 207 (36%) aan het onderzoek deelgenomen. Zij vormen een goede afspiegeling van alle Statenleden. Statenleden blijken maatschappelijk betrokken te zijn en vinden hun motivatie voor het ambt in het kunnen uitoefenen van invloed en interesse in politiek en bestuur. De meerderheid ervaart de aard van de vraagstukken als (zeer) plezierig, maar 62% van de Statenleden vindt de werkdruk (te) hoog. De tijd die de Statenleden aan het ambt besteden is gemiddeld 20 uur per week, wat door de jaren heen niet is veranderd. Daarnaast verrichten de meeste Statenleden betaald werk. Bij de aanvaarding van het statenlidmaatschap zijn zij gemiddeld 9,7 uur per week minder gaan werken. Daar staat de statenvergoeding als inkomstenderving tegenover. Daarover zijn de Statenleden niet te spreken; dit wordt gewaardeerd met een cijfer 4,7. In 2004 was dat het cijfer 4,5. De onkostenvergoeding krijgt een krappe voldoende (5,8). Ondanks de werkdruk en de matige vergoeding beleeft 92% van de Statenleden plezier aan het ambt en 79% vindt het werk zinvol. Twee van de drie Statenleden zijn dan ook weer beschikbaar voor het ambt. Of er voor de komende statenverkiezingen voldoende geschikte kandidaten beschikbaar zijn, is voor 59% van de respondenten geen bron van zorg. Anderen zijn daarvan minder of geheel niet overtuigd. Redenen zijn: de grote tijdsbesteding versus de lage vergoeding; de onbekendheid van de provincie in het algemeen en van het werk van de Statenleden in het bijzonder

208 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC Bijlage 1. Onderzoeksverantwoording en kenmerken van de respondenten Methode van onderzoek Voor dit onderzoek is een online enquête uitgezet onder alle leden van de Provinciale Staten. Het aantal Statenleden is afhankelijk van het inwonertal van een provincie en varieert van 39 (Flevoland en Zeeland) tot 55 (Gelderland, Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant). In totaal bedraagt het aantal Statenleden 566. Sommige griffiers stelden het op prijs om zelf de uitnodiging voor de enquête te sturen naar hun Statenleden. In alle andere gevallen heeft BMC de uitnodiging direct verstuurd onder de Statenleden. Halverwege de looptijd is een bedanken herinneringsmail aan de Statenleden gestuurd. De doorlooptijd voor het onderzoek was kort (twee en maximaal drie weken, afhankelijk van het moment van versturen door de griffiers) en overspande tevens een vakantieweek. Mede hierdoor is de respons met 36% enigszins laag te noemen. De betrouwbaarheid van de resultaten is daarmee in ieder geval minimaal 90%. Dit betekent dat we met 95% zekerheid kunnen stellen dat de percentages in werkelijkheid op zijn hoogst 10% afwijken van de hier getoonde resultaten. Vanwege deze respons is het niet mogelijk een representatieve uitkomst per provincie te geven. Kenmerken en representativiteit van de respondenten Onder de respondenten zijn alle provincies vertegenwoordigd. Aan de enquête is deelgenomen door voldoende leden met andere functies binnen Provinciale Staten, zoals voorzitter van een commissie of werkgroep (55%). De respondenten maken deel uit van de coalitie (57%) of van de oppositie (43%). Dit overziend, vormen de respondenten een goede afspiegeling van alle Statenleden. In onderstaand kaartje is de respons per provincie weergegeven

209 Bijlage b 1 1 Belevingsonderzoek statenleden rapport BMC Zeeland respons: 46 % Groningen respons: 44 % Friesland respons: 21 % Drenthe respons: 27 % Noord-Holland respons: 44 % Flevoland respons: 44 % Overijssel respons: 40 % Zuid-Holland respons: 35 % Utrecht respons: 34 % Gelderland respons: 42 % Noord-Brabant respons: 36 % Limburg respons: 26 % 20 48

210 Bijlage b 1 2 Nadere informatie voor AV over structurele huurlasten... Nadere informatie voor Algemene Vergadering over structurele huurlasten nieuwe huisvesting IPO (Herengracht 23) 1. De Algemene Vergadering van 20 maart jl. heeft goedkeuring verleend aan het besluit van het IPO-bestuur voor nieuwe huisvesting in het pand Herengracht 23 te Den Haag voor een periode van 10 jaar. De structurele jaarlijkse lasten die daarmee zijn gemoeid, zijn daarbij als volgt berekend: Huur ,- Servicekosten ,- Parkeerplaatsen 3.000,- Afschrijving / rente per jaar ,- Totaal ,- Daarnaast zijn in de onderhandelingen een totaal aan incentives van ,- afgesproken. Teruggebracht op jaarbasis (over de totale huurperiode) is dit ,-. Voor de vergelijking met de andere opties voor nieuwe huisvesting ontstaat zo het jaarbedrag van ,-. 2. De huidige huisvestingslasten bedragen ,- per jaar. De bezuinigingstaakstelling voor huisvesting bedroeg ,- voor het begrotingsjaar Deze taakstelling wordt dus ruimschoots gehaald. 3. De Algemene Vergadering heeft op 20 maart ingestemd met het besluit van het IPO-bestuur om de extra gerealiseerde besparing op de huisvestingslasten bovenop de reeds afgesproken taakstelling/bezuiniging ( , , ,- = ,-) deels te reserveren voor onvoorziene tegenvallers aangezien het vooralsnog ramingen betreft en bij vaststelling van de IPO-begroting voor 2015 de jaarlijkse huisvestingslast definitief te bepalen. 4. In het overzicht van de jaarlijkse huisvestingslasten is rekening gehouden met jaarlijkse afschrijving en rente van ,-. Het bestuur van het IPO vraagt nu aan de AV goedkeuring op het besluit het bestuur te mandateren tot het aangaan van een bankkrediet tot maximaal ,-. Als gerekend wordt met afschrijving over 10 jaar en een rentepercentage van 2% (aanname) dan gaat het om een jaarlijkse last voor afschrijving en rente van ,-. De structurele huisvestingslasten zouden daarmee op ,- komen. Daarmee wordt de extra ruimte, die de AV op 20 maart heeft geboden (zie onder punt 3), maar op beperkte wijze ingevuld. 49

211 Bijlage b 2 Impressie Algemene Vergadering IPO 19 juni 2014 Vergadering algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 Agendapunt 1b, bijlage 2 Impressie Algemene Vergadering 19 juni 2014 Met het zomerreces in aantocht vond op 19 juni de voorjaarseditie van de Algemene Vergadering plaats. Traditioneel staat deze vergadering in het teken van de bespreking en goedkeuring van het IPO-Jaarverslag en de IPO- Jaarrekening over het voorafgaande jaar. Beide documenten over het jaar 2013 werden, na een gedachtewisseling erover tussen bestuur en Algemene Vergadering, goedgekeurd. Los van deze formele agendapunten sprak de Algemene Vergadering uitgebreid over de toekomst: KOMPAS 2020 en de gezamenlijke inzet voor de Provinciale Statenverkiezingen van maart Maar ook de rechtspositie van Statenleden kwam aan bod. KOMPAS 2020 Voorafgaand aan de Algemene Vergadering vond een vergadering van het bestuur plaats. Zowel het bestuur als de Algemene Vergadering stonden voor een groot deel in het teken van KOMPAS De afgelopen maanden hebben in Provinciale Staten van alle provincies bijeenkomsten van KOMPAS 2020 plaats gevonden om KOMPAS 2020 als het verhaal van de provincies in de aanloop naar de verkiezingen voor Provinciale Staten (2015) en Tweede Kamer (2017) te bespreken. Hoewel thematiek en inhoudelijke hoofdlijnen gedeeld worden, concludeerden zowel bestuur als Algemene Vergadering dat het goed is om meer tijd te nemen om de definitieve versie van KOMPAS 2020 vast te stellen. Dit gaf zowel bestuur als Algemene Vergadering ook de ruimte om in hun aansluitende vergaderingen afgelopen donderdag uitgebreid inhoudelijk van gedachten te wisselen over de voorliggende tekst. In de zomer worden de uitkomsten van deze bespreking én bijeenkomsten met Provinciale Staten gebruikt om KOMPAS 2020 aan te passen tot een definitief document dat op 10 & 11 september door het bestuur wordt vastgesteld en gepresenteerd op het IPO-Jaarcongres op 30 september en 1 oktober te Zeeland. Doel is om met KOMPAS 2020 een raamwerk vast te stellen voor rol en positie van provincies waarbij de maatschappelijke opgaven vanuit de provinciale kerntaken leidend zijn. Door KOMPAS 2020 te illustreren met concrete voorbeelden wordt dan meteen duidelijk gemaakt wat, waarom en hoe provincies maatschappelijke opgaven aanpakken. Gezamenlijke inzet Provinciale Statenverkiezingen 2015 Over een klein jaar vinden de verkiezingen voor Provinciale Staten plaats. De Algemene Vergadering heeft hier in de najaarsvergadering afgelopen oktober al op voorgesorteerd door het bestuur te vragen een voorstel te maken voor een gezamenlijke inzet voor deze verkiezingen en deze via het IPO te laten verlopen. Het voorstel daartoe werd in de (extra) Algemene Vergadering afgelopen maart besproken en vastgesteld. Daarbij is afgesproken dat de inzet wordt gericht op samenwerking met de rijksoverheid bij een opkomstbevorderende campagne gericht op jonge én eerste kiezers op basis van KOMPAS 2020 met nadrukkelijk gebruik van sociale media. Bij de uitwerking is daarbij afgesproken dat provincies op individuele basis kunnen besluiten of ze al dan niet deelnemen waarbij de kosten niet uit de reguliere IPO-begroting voortkomen. 50

212 Bijlage b 2 Impressie Algemene Vergadering IPO 19 juni Op grond hiervan is het voorstel uitgewerkt door de communicatieadviseurs van de provinciehuizen en Statengriffiers tot drie concrete keuzemogelijkheden voor de provincies: een slogan gebaseerd op KOMPAS 2020, samenwerking met ProDemos en een Stembus/Stembuzz voor jongeren. Geconcludeerd werd dat de uitwerking voldoet aan de uitgangspunten zoals vastgesteld door de Algemene Vergadering en dat sprake is van een gelaagd palet aan activiteiten waarbij provincies volledig vrij zijn om al dan niet deel te nemen en de inhoudelijke vulling zelf ter hand te nemen. Rechtspositie Statenleden Naast de gezamenlijke inzet voor de Statenverkiezingen initieerde de Algemene Vergadering afgelopen periode ook een belevingsonderzoek onder alle Statenleden met het oog op de rechtspositie van Statenleden. Een werkgroep vanuit de Algemene Vergadering, aangevoerd door het AV-lid Dick Buursink, voert het bestuurlijk overleg met de minister van BZK over de rechtspositie van Statenleden. Om dit kracht bij te zetten zijn op 4 juni jl. de resultaten van het belevingsonderzoek aan de minister overhandigd. De Algemene Vergadering wisselde van gedachten over het onderzoek waarbij werd geconstateerd dat de tijdsbesteding door Statenleden relatief gelijk is gebleven, maar dat de werkdruk als hoog wordt ervaren waar de vergoeding niet mee in verhouding staat. De resultaten sporen daarmee met het advies van de toenmalige commissie onder leiding van de (inmiddels overleden) Hans Dijkstal. De heer Buursink gaf aan dat de minister de resultaten in ontvangst heeft genomen, maar daarbij geen concrete toezeggingen deed. Wel is inmiddels duidelijk dat de onkostenvergoeding wordt verhoogd. De Algemene Vergadering wisselde verder van gedachten over het onderzoek en het overleg met de minister waarbij tevens met instemming kennis werd genomen van het voornemen van de minister van BZK om het wetsvoorstel tot vermindering van het aantal leden van Provinciale en Gedeputeerde Staten op korte termijn niet aan de Tweede Kamer te sturen. De Algemene Vergadering concludeerde hiermee dat de minister daarmee feitelijk het wetsvoorstel heeft ingetrokken. Tevens nam de AV kennis van de toelichting van de voorzitter dat in de marge van een bestuurlijk overleg over financiële verhoudingen de minister op dit punt is aangesproken en tot dit resultaat heeft geleid. Verder werd afgesproken dat gesprekken worden gevoerd met leden van de Tweede Kamer over dit onderwerp waarbij als invalshoed het advies van de commissie-dijkstal wordt gebruikt ondersteund door de resultaten van het belevingsonderzoek. Huisvesting IPO-bureau Ten slotte verleende de Algemene Vergadering in lijn met de eerdere besluitvorming over de (her)huisvesting van het IPO-bureau goedkeuring aan het voorstel van het bestuur om het bestuur te mandateren tot het aangaan van een (bank)krediet van maximaal 1.2 miljoen ten behoeve van investeringen voor en inrichting van de nieuwe huisvesting van het IPO. Dit bedrag komt voort uit de extra gerealiseerde besparing op de huisvestingslasten bovenop de al afgesproken taakstelling/bezuiniging die deels gereserveerd is voor onvoorziene tegenvallers. Bij de vaststelling van de IPO-begroting voor 2015 wordt de jaarlijkse huisvestingslast definitief bepaald en is ook duidelijk wat de omvang is van de extra gerealiseerde besparing. 51

213 a 0 Voorstel KOMPAS 2020 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 2a Paraaf: Datum : 30 september 2014 Inlichtingen bij : Gerard Beukema/Yolanthe Sinnige/Ferdi de Lange Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : 1 (nazending) Onderwerp : KOMPAS 2020 Voorstel Kennis nemen van het door het IPO-bestuur op 10 & 11 september vastgestelde document KOMPAS Toelichting Wat vooraf ging In november jl. heeft het bestuur besloten tot KOMPAS KOMPAS 2020 is het verhaal van de provincies in de aanloop naar de verkiezingen voor Provinciale Staten (2015) en Tweede Kamer (2017). KOMPAS 2020 ligt in het verlengde van en is gebaseerd is op het document Profiel Provincies (2010), alsmede de uitkomsten van de IPO-trajecten Stip aan de Horizon en de voorbeeldprojecten in het kader van Profiel Provincies. KOMPAS 2020 gaat in op de inhoudelijke positie van de provincies in de komende jaren en de thematiek en de analyse van de maatschappelijke ontwikkelingen en opgaven die daaraan ten grondslag liggen. Op grond van deze inhoudelijke basis wordt de verdere voorbereiding van beide verkiezingen ter hand genomen en zal KOMPAS 2020 de inhoudelijke leidraad voor het (nieuwe) IPO-bestuur vormen. Betrokkenheid Provinciale Staten en de Algemene Vergadering In overleg met uw Algemene Vergadering zijn nadere afspraken gemaakt over de wijze waarop Provinciale Staten en uw Algemene Vergadering worden betrokken bij de voorbereiding van KOMPAS Als gevolg hiervan is een conceptversie van KOMPAS 2020 besproken via bijeenkomsten in Provinciale Staten van alle provincies. Tevens heeft uw Algemene Vergadering de conceptversie besproken in uw vergadering van 19 juni Afspraken KOMPAS 2020 n.a.v. Algemene Vergadering 19 juni 2014 In uw Algemene Vergadering d.d. 19 juni 2014 is afgesproken dat voor de vaststelling van KOMPAS 2020 door het bestuur meer tijd wordt genomen. Het afgelopen zomerreces is benut om de uitkomsten van o.a. de bespreking van KOMPAS 2020 door Provinciale Staten én uw Algemene Vergadering te verwerken in een definitieve conceptversie van KOMPAS 2020 die door het IPO-bestuur in de werkconferentie van 10 & 11 september 2014 is vastgesteld. Tevens is afgesproken dat de definitieve versie van KOMPAS 2020 ter kennisneming wordt geagendeerd voor deze Algemene Vergadering. Document KOMPAS 2020 Bijgevoegd treft u de definitieve versie van KOMPAS 2020 aan, zoals vastgesteld door het bestuur op 10 & 11 september 2014 (bijlage). U wordt voorgesteld hiervan kennis te nemen. Bijlage Document KOMPAS 2020, vastgesteld door het IPO-bestuur op 10 & 11 september 2014 (wordt uiterlijk donderdag 18 september nagezonden). 52

214 b 0 Voorstel Voorbereiding algemene evaluatie Transitie IPO Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 2b Paraaf: Datum : 12 september 2014 Inlichtingen bij : Gerard Beukema/Ferdi de Lange Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : geen Onderwerp : Voorbereiding algemene evaluatie Transitie IPO Voorstel 1. Kennis nemen van de voorbereiding van de algemene evaluatie van de transitie van het IPO; en 2. bespreken op welke wijze uw Algemene Vergadering bij de algemene evaluatie betrokken dient te worden. Toelichting Wat vooraf ging Op 24 mei 2011 heeft de commissie- Transitie IPO, onder leiding van Wim Deetman, het rapport Ons IPO werkt! gepresenteerd aan het bestuur. Uw Algemene Vergadering is betrokken bij de totstandkoming van het rapport. Op grond van dit rapport heeft het bestuur in nauwe afstemming met de college van GS en uw Algemene Vergadering in de periode juni t/m december 2011 de besluitvorming over de transitie vormgegeven. Hoofdpunten hiervan zijn: - Focus binnen de inhoudelijke agenda (de smalle doch betekenisvolle agenda ); - Beperking van de bestuurlijke en ambtelijke adviesstructuur; en - Minder kosten (begroting 2015 dient 30% lager te zijn dan begroting 2010). Lichte evaluatie Bij de besluitvorming over de transitie van het IPO is afgesproken om de transitie na een jaar te evalueren middels een lichte evaluatie. De lichte evaluatie is besproken en vastgesteld door het bestuur op 11 & 12 september 2012 waarbij het bestuur constateerde dat het algemene gevoelen is dat de transitie van het IPO op de goede weg is, maar dat het doel van de gezamenlijkheid scherp in het oog gehouden moet worden en provincies elkaar moeten blijven aanspreken en scherp houden. De uitkomsten van deze lichte evaluatie zijn besproken met uw Algemene Vergadering. Algemene evaluatie Ten slotte is tevens als onderdeel van de besluitvorming over de transitie van het IPO afgesproken en daarmee onderdeel van de IPO-Meerjarenagenda dat eind 2014 een uitgebreide evaluatie van de transitie van het IPO heeft plaatsgevonden en heeft geleid tot aanbevelingen voor het nieuw aan te treden IPO-bestuur Voorbereiding algemene evaluatie Het bestuur heeft in de werkconferentie van 10 en 11 september 2014 het plan van aanpak voor de algemene evaluatie vastgesteld. Het bestuur heeft besloten om Wim Deetman (toenmalige voorzitter van de Transitiecommissie) te vragen de algemene evaluatie uit te voeren. De heer Deetman is bereid deze rol te vervullen. Doelstelling Conform de doelstelling van de IPO-Meerjarenagenda dient de algemene evaluatie twee doelstellingen: 53

215 b 0 Voorstel Voorbereiding algemene evaluatie Transitie IPO Algemeen oordeel over de uitwerking van de transitie ( Heeft de transitie van het IPO voldaan aan de oorspronkelijke doelstellingen? ); en 2. Aanbevelingen voor de nieuwe IPO-bestuursperiode ( Tot welke aanbevelingen voor de bestuursperiode leidt de evaluatie van de transitie? ). Ad 1. Voor het algemeen oordeel over het resultaat van de transitie van het IPO is het uitgangspunt de besluitvorming door het bestuur (afgestemd met de colleges van GS en de Algemene Vergadering) over de transitie van het IPO naar aanleiding van het rapport van de Transitiecommissie. Ad 2. De aanbevelingen voor de nieuwe periode zijn gerelateerd aan de drie hoofddoelstellingen van de transitie (focus binnen de inhoudelijke agenda, beperking adviesstructuur en minder kosten) en worden waar mogelijk specifiek gekoppeld aan de diverse IPO-actoren: IPO-bestuur, Algemene Vergadering, Kring van Provinciesecretarissen, colleges van GS en IPO-bureau. Werkwijze De algemene evaluatie vindt plaats onder leiding van de heer Deetman waarbij de heer Deetman voorstellen doet voor zijn (ambtelijke) ondersteuning en de werkwijze. Als uitgangspunt worden echter wel bovengenoemde doelstellingen gemarkeerd alsmede de noodzaak tot het betrekken van het oordeel over de transitie van het IPO-bestuur, de Algemene Vergadering, de colleges van GS, de Kring van Provinciesecretarissen en het IPO-bureau. Indien gewenst kunnen hier externe partijen (VNG, BZK, EZ, I&M, Unie van Waterschappen etc.) aan toegevoegd worden. Inhoudelijke basis voor de werkzaamheden van de heer Deetman vormen de besluitvorming over de transitie in relatie tot het rapport van de Transitiecommissie en de uitkomsten van de lichte evaluatie uit 2012 alsmede de bevindingen van de diverse IPO-gremia naar aanleiding van de afgelopen periode. Looptijd Het bestuur heeft vastgesteld dat de algemene evaluatie uiterlijk eind 2014/begin 2015 is afgerond voor de Statenverkiezingen van maart 2015 zodat de uitkomsten besproken kunnen worden en aanbevelingen geformuleerd kunnen worden voorafgaand aan de start van de nieuwe bestuursperiode. Rol Algemene Vergadering In de aanloop naar de lichte evaluatie is afgesproken dat gezien het karakter van een tussentijdse toets van die evaluatie uw Algemene Vergadering alleen betrokken is bij het bespreken van de uitkomsten van de lichte evaluatie. Daarbij is tevens afgesproken dat uw Algemene Vergadering bij de algemene evaluatie aan de voorkant wordt betrokken. Binnen de kaders door het bestuur vastgesteld voor de opdracht aan de heer Deetman wordt daarom nadrukkelijk afgesproken dat de heer Deetman nadrukkelijk het oordeel van de diverse IPO-gremia, waaronder uw Algemene Vergadering, betrekt. U wordt daarom voorgesteld om te bespreken op welke wijze uw Algemene Vergadering bij de algemene evaluatie betrokken dient te worden. De uitkomst van uw bespreking worden kenbaar gemaakt aan de heer Deetman als onderdeel van de kaders voor de algemene evaluatie. Bijlagen Geen. 54

216 c 0 Voorstel gezamenlijke inzet PS2015-verkiezingen Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 2c Paraaf : Datum : 12 september 2014 Inlichtingen bij : Gerard Beukema/Hester Menninga/Ferdi de Lange Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : geen Onderwerp :Gezamenlijke inzet PS2015-verkiezingen Voorstel Kennis nemen van de stand van zaken van op het initiatief van uw Algemene Vergadering gezamenlijke inzet voor de Provinciale Statenverkiezingen van maart Toelichting Wat vooraf ging Op initiatief van uw Algemene Vergadering is een gezamenlijke inzet voor de komende Statenverkiezingen gestart. Uitgangspunt is dat de inzet voor de Statenverkiezingen 2015 zich beperkt tot samenwerking met de rijksoverheid om de opkomst te bevorderen en het onder de aandacht brengen van de werkzaamheden in het verlengde van KOMPAS2020. Dit onder de nadrukkelijke constatering dat de verkiezingen bij uitstek een aangelegenheid zijn van de afzonderlijke provincies en in het bijzonder de politieke partijen. Uw Algemene Vergadering (AV) heeft op 20 maart op uitzondering van Zuid-Holland - steun uitgesproken voor deze inzet. Aanvullend kwam u overeen om op basis van een nader voorstel van de gezamenlijke Statengriffiers te bezien op welke wijze opkomst bevorderende activiteiten gericht op jongeren en eerste kiezers, met zo mogelijke inzet van social media, gezamenlijk vorm gegeven kunnen worden. In uw Algemene Vergadering van 19 juni jl. heeft u de uitwerking van deze gezamenlijke inzet besproken. Onderstaand treft u de laatste stand van zaken aan. Werkgroep BZK, EK, UvW, IPO en ProDemos Op initiatief van het IPO is een werkgroep in het leven geroepen van alle (direct) bij de verkiezingen betrokken (koepel)organisaties, te weten het ministerie van BZK, de Unie van Waterschappen, de Eerste Kamer der Staten-Generaal, ProDemos en het IPO. De doelstelling van deze werkgroep is het (vergemakkelijken en efficiënter maken van het) uitwisselen van informatie, van activiteiten en waar mogelijk (proactief) de samenwerking zoeken. De eerste bijeenkomst van de werkgroep heeft begin september in Den Haag plaatsgevonden. Er is informatie uitgewisseld over de voornemens van de verschillende partijen en over de campagne van de rijksoverheid (zie hieronder). De intentie tot versterkte samenwerking, bijvoorbeeld met een gezamenlijke koepelpagina voor de verkiezingen 2015, met de mediacontacten, met participatie in elkaars activiteiten en met een gezamenlijke aftrap van de campagne, is uitgesproken. 55

217 c 0 Voorstel gezamenlijke inzet PS2015-verkiezingen In de bilaterale contacten tussen het IPO en de Eerste Kamer wordt (ook) expliciet(er) gekeken naar samenwerking op het gebied van activiteiten en opkomstbevordering. De werkgroep BZK, EK, UvW, IPO en ProDemos heeft afgesproken half november wederom bijeen te komen en vervolgens op meer regelmatige basis in de aanloop naar de verkiezingen. Rijksoverheid-campagne Het ministerie van BZK heeft aangegeven geringe (financiële) middelen te hebben voor de campagne in de aanloop naar de verkiezingen op 18 maart Zij zullen gebruik maken van de (al enkele verkiezingen lopende) campagne U komt toch ook?. Deze campagne zal aanvangen tussen de zes en vier weken vóór 18 maart De campagnemiddelen dienen echter wel aangepast te worden aan het gegeven dat op 18 maart twee verkiezingen plaatshebben: waterschappen en provinciale staten. Het communicatieteam van BZK heeft toegezegd het IPO en de Unie van Waterschappen in deze goed op de hoogte te houden. Voor alle gezamenlijke activiteiten geldt dat de kiezer uitgelegd moet worden dat hij/zij twee stempassen ontvangt, voor de Statenverkiezingen vrij kan kiezen qua stemlocatie en voor de waterschapsverkiezingen in zijn/haar eigen waterschap. Deze logistieke kwestie vraagt veel van de beschikbare financiën en (inhoudelijke) insteek van de rijkscampagne (en van de waterschappen). Werkgroep communicatie GS en PS provincies In juni jl. heeft het IPO-bestuur ingestemd met de gekozen insteek vanuit de werkgroep communicatie GS en PS provincies, te weten uitwerking van drie concrete (gezamenlijke) activiteiten: een bustoer door de provincies, een slogan voortgekomen uit KOMPAS2020 en samenwerking met ProDemos. Daaraan toegevoegd wordt een toolbox verzameld met daarin best practices vanuit provincies en vanuit andere (externe) partijen. De uitwerking van dit besluit van het IPO-bestuur, op basis van de input vanuit de werkgroep en de aanzet ter zake van de Algemene Vergadering, zal later in het jaar worden voorgelegd aan het IPO-bestuur. Ten slotte vindt de nadere uitwerking plaats over de invulling van de bustour, waarbij het (reeds eerder geopperde) idee van een bus die in elke provincie door een (of meerdere) jonge kunstenaar(s) wordt beschilderd met een boodschap nader is uitgedacht op hoofdlijnen). De uitwerking van dat idee is nu aan de orde. Relatie met KOMPAS2020 Bovenstaande inzet wordt waar mogelijk ook conform afspraak in relatie gebracht met KOMPAS2020. In het plenaire programma van het IPO-Jaarcongres 2015 zult u hier de eerste uitwerking van gepresenteerd krijgen. Het IPO-Jaarcongres start aansluitend op uw Algemene Vergadering. Het plenaire programma van het congres vindt plaats op woensdag 1 oktober vanaf uur. Bijlagen Geen. 56

218 d 0 Voorstel SvZ rechtspositie Statenleden Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 2d Paraaf : Datum : 12 september 2014 Inlichtingen bij : Gerard Beukema/Louis van Wayenburg/Ferdi de Lange Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : 1 Onderwerp : Stand van zaken rechtspositie Statenleden Voorstel De stand van zaken van het dossier rechtspositie Statenleden bespreken. Toelichting Wat vooraf ging Conform de afspraken gemaakt met uw Algemene Vergadering worden de onderwerpen inzake de positie van Statenleden structureel geagendeerd voor de Algemene Vergadering. Enerzijds betreft dit uw rechtspositie waartoe vanuit uw midden een klankbordgroep is samengesteld die namens u het overleg met het ministerie van BZK voert. Anderzijds bent u betrokken geweest bij de IPO-reactie op het voornemen van dit kabinet om het aantal leden van Gedeputeerde en Provinciale Staten te verminderen. Dit laatste onderwerp is inmiddels afgesloten met het besluit van de minister van BZK om de wet tot vermindering van het aantal leden van Provinciale en Gedeputeerde Staten niet in te dienen. U bent hierover in uw laatste vergadering geïnformeerd. Rechtspositie leden Provinciale Staten In uw Algemene Vergadering van 19 juni jl. heeft u de uitkomsten van het belevingsonderzoek onder de leden van Provinciale Staten inzake de rechtspositie besproken. Uw Algemene Vergadering wisselde van gedachten over het onderzoek waarbij is geconstateerd dat de tijdsbesteding door Statenleden relatief gelijk is gebleven, maar dat de werkdruk als hoog wordt ervaren waar de vergoeding niet mee in verhouding staat. De resultaten sporen daarmee met het advies van de toenmalige commissie onder leiding van de (inmiddels overleden) Hans Dijkstal. De resultaten zijn door de minister van BZK in ontvangst genomen, maar hebben daarbij niet tot concrete toezeggingen geleid. Wel is duidelijk geworden dat de onkostenvergoeding wordt verhoogd. Op grond van de uitkomsten van deze bespreking heeft uw Algemene Vergadering afgesproken om per politieke fractie desgewenst over het onderwerp rechtspositie Statenleden het gesprek aan te gaan met partijgenoten in de Tweede Kamer. Daarbij is afgesproken dat als invalshoek het advies van de Commissie-Dijkstal wordt gebruikt dat de uitkomsten van het belevingsonderzoek ondersteunt. Voor deze gesprekken heeft de werkgroep, bestaande uit de leden van uw AV Buursink, Cool, Rötscheid en Van Gruijthuijsen een handreiking gestuurd in de vorm van een conceptbrief en enkele bijlagen (tabel 3 inzake nieuwe beloningsverhoudingen uit het Advies beloningsverhoudingen politieke ambtsdragers uit november 2005 van de commissie- Dijkstal en het BMC-rapport over het belevingsonderzoek). De conceptbrief is voor de volledigheid bijgevoegd als bijlage. 57

219 d 0 Voorstel SvZ rechtspositie Statenleden U wordt voorgesteld om op grond hiervan de stand van zaken te bespreken en waar nodig nadere afspraken te maken. U wordt er daarbij op gewezen dat één van de workshops tijdens het ochtendprogramma van het IPO-Jaarcongres ( Carrousel van de Staten ) onder andere dit dossier als onderwerp heeft. Bijlage Conceptbrief Tweede Kamer inzake rechtspositie Statenleden. 58

220 Bijlage d 1 Conceptbrief TK Vergadering algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 Agendapunt 2d, bijlage DEFINITIEVE CONCEPT BRIEF AAN PARTIJGENOOT/WOORDVOERDERS IN DE 2 E KAMER. Beste partijgenoot, Zoals ongetwijfeld bekend zijn er volgend voorjaar weer verkiezingen voor Provinciale Staten (en afgeleid daarvan, de 1 e Kamer). Bij ons als Statenleden leeft al langere tijd de idee dat onze rol, en ook die van de gemeenteraadsleden vanuit onze partijgenoten (in de 2 e Kamer) wordt onderschat. Dat geeft irritatie maar erger, het is niet bepaald uitnodigend voor betrokken burgers om actief te worden als volksvertegenwoordiger. De Nederlandse Statenleden hebben opnieuw een belevingsonderzoek laten uitvoeren onder alle Statenleden en de uitkomst willen wij jullie niet onthouden. Verheugend is dat ruim 80% van de respondenten zegt het werk als volksvertegenwoordiger nuttig te vinden en ook vindt dat er resultaat gehaald kan worden. Dat is natuurlijk belangrijk, want er waren wel zorgen bij ons over de belangstelling om door te gaan als volksvertegenwoordiger. De gemiddelde tijdsbesteding van rond de 20 uur per week is gelijk gebleven met de uitkomsten uit het onderzoek van een aantal jaren geleden. De werkdruk wordt als hoog ervaren en de waardering vanuit het Rijk (o.a. van jullie dus) wordt als minimaal ervaren. De meeste Statenleden maken zich ongeveer 1 dag per week vrij van hun dagelijkse werk om hun taak goed uit te kunnen voeren. Het grote knelpunt blijft de vergoeding die voor deze inzet staat. Die wordt als zeer laag ervaren, en dat gevoel spoort met de uitkomsten zoals uit het onderzoek van de commissie Dijkstal van al weer 10 jaar geleden. Die commissie heeft toen een objectief loongebouw vastgesteld voor politieke functies. Daarbij viel op dat de 2 e Kamerleden slechts minimaal achterliepen in hun loonontwikkeling maar dat m.n. Raads- en Statenleden rond de 30% stijging van hun vergoeding zouden moeten hebben, om op een passend niveau te komen. Sinds het verschijnen van het rapport van de commissie Dijkstal is er weinig gebeurd in de 2 e Kamer als het gaat om de verbetering van de rechtspositie van politiek ambtsdragers. Dat stoort ons zeer en wij vragen jullie om de discussie hierover niet langer om politiek opportunistische redenen weg te schuiven, maar aandacht te vragen voor deze problematiek. Onze democratie vraagt betrokken mensen die inzet willen plegen voor de samenleving. Die zijn er nog steeds, maar het is frustrerend dat deze inzet voor veel volksvertegenwoordigers betekent dat je financieel en rechtspositioneel een veer moet laten. Wij sturen jullie hierbij de uitkomsten van het belevingsonderzoek en rekenen op een open discussie in de 2 e Kamer over deze problematiek. Uitgangspunt voor ons is een substantiële verbetering van de vergoeding. Met vriendelijke groeten, 59

221 Bijlage d 1 Conceptbrief TK Bijlage: pagina uit rapport Dijkstal en rapport BMC 60

222 a 0 Voorstel IPO-Jaarplan 2015 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3a Paraaf : Datum : 12 september 2014 Inlichtingen bij : Gerard Beukema/Ferdi de Lange Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : 1 Onderwerp : IPO-Jaarplan 2015 Voorstel Het IPO-Jaarplan 2015, vastgesteld door het bestuur op 10 & 11 september 2014, goedkeuren. Toelichting Wat vooraf ging Conform de afspraken gemaakt met uw Algemene Vergadering stelt het IPO-bestuur in de eerste vergadering na het zomerreces het IPO-Jaarplan vast ter agendering voor de najaarseditie van uw Algemene Vergadering direct voorafgaand het IPO-Jaarcongres. IPO-Jaarplan 2015 Bijgevoegd treft u het IPO-Jaarplan 2015 aan zoals deze is vastgesteld in de werkconferentie van het IPO-bestuur op 10 & 11 september 2014 (bijlage). Het voorliggende jaarplan betreft een operationalisering van de vigerende en door uw Algemene Vergadering goedgekeurde IPO-Meerjarenagenda voor het jaar Opzet Jaarplan De gecombineerde meerjarenagenda en jaarplan bestaat uit drie onderdelen. Het eerste deel betreft de doelstellingen van de themaoverstijgende onderwerpen Bestuursafspraken , Provinciale ruimtelijke regisseursrol en Toekomstperspectief: Positie en profiel provincies 2015 / Stip aan de horizon. Het tweede deel betreft de doelstellingen uitgesplitst naar de provinciale kerntaken en de wettelijke taak Jeugdzorg. Ten slotte zijn in het laatste deel de doelstellingen voor de interne organisatie van het IPO opgenomen. De wijze van presenteren van de doelstellingen is uniform: per thema wordt het onderwerp weergegeven zoals vastgesteld in de matrix gevolgd door de doelstellingen die over de gehele loop van de Meerjarenagenda gerealiseerd moeten zijn ( Wat heeft het IPO in 2015 bereikt? ) gevolgd door de doelstellingen die hiervoor in 2015 moeten zijn bereikt ( Wat heeft het IPO in 2015 hiervoor gedaan? ). Jaarlijks wordt die laatste kolom aangepast en vormt daarmee het Jaarplan voor dat jaar in nauwe samenhang met de meerjarenagenda als overgangsjaar U wordt er op gewezen dat het jaar 2015 een overgangsjaar is aangezien halverwege 2015 de samenstelling van IPO-bestuur en Algemene Vergadering wijzigen op grond van de Provinciale Statenverkiezingen van maart

223 a 0 Voorstel IPO-Jaarplan Het nieuwe bestuur stelt in september 2015 de nieuwe IPO-Meerjarenagenda / IPO-Jaarplan 2016 vast dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Algemene Vergadering. De uitgangspunten hiervoor liggen inmiddels vast in KOMPAS 2020 (zie ook agendapunt 2a). Het IPO-Jaarplan 2015 is een reflectie van dit overgangsjaar. IPO-begroting 2015 De begroting behorend bij dit jaarplan is apart voor uw vergadering geagendeerd als agendapunt 3b. Bijlage IPO-Jaarplan 2015, vastgesteld door het IPO-bestuur op 11 september

224 Bijlage a 1 IPO Jaarplan 2015 Vergadering algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 Agendapunt 3a, bijlage IPO-Meerjarenagenda & IPO-Jaarplan 2015 Vastgesteld door het IPO-bestuur op 10 & 11 september 2014 en goed te keuren door de Algemene Vergadering op 30 september

225 Bijlage a 1 IPO Jaarplan 2015 Inhoudsopgave Pagina 1 Inleiding Voorwoord Opzet gecombineerde Meerjarenagenda & Jaarplan 3 2 Themaoverstijgende dossiers Bestuursafspraken Provinciale ruimtelijke regisseursrol Toekomstperspectief: Positie en profiel provincies 2015 / Stip aan de horizon 5 3 Thema s Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en Waterbeheer Regionale bereikbaarheid en openbaar vervoer Regionale economie en energie Vitaal Platteland Kwaliteit Openbaar Bestuur Jeugdzorg Culturele Infrastructuur en Monumentenzorg Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) en regionale uitvoeringsdiensten Werkgeverszaken 26 4 Interne organisatie IPO

226 Bijlage a 1 IPO Jaarplan Inleiding 1.1 Gecombineerde IPO-Meerjarenagenda & IPO-Jaarplan 2015 In het kader van de transitie van het IPO heeft het bestuur in november 2011 de matrix van de smalle doch betekenisvolle agenda vastgesteld. Deze matrix bevat de limitatieve lijst van onderwerpen waarop het IPO acteert en binnen welke rol: belangenbehartiging of innovatie en uitwisseling. Om deze focus te handhaven kunnen onderwerpen, al dan niet tijdelijk, alleen door het bestuur worden toegevoegd of aangepast. Op basis van deze matrix is de IPO-Meerjarenagenda opgesteld die op 22 maart 2012 door het bestuur is vastgesteld en op 21 juni 2012 door de Algemene Vergadering is goedgekeurd. Het IPO-Jaarplan vloeit voort uit deze meerjarenagenda en bevat de (deel)doelstelling voor dat jaar om de algemene doelstelling voor de periode te behalen. Ieder opeenvolgend IPO-Jaarplan is daarmee de operationalisering van de meerjarenagenda. Daarom wordt ieder Jaarplan gecombineerd met de IPO- Meerjarenagenda aangeboden. 1.2 Opzet gecombineerde Meerjarenagenda & Jaarplan De gecombineerde meerjarenagenda en jaarplan bestaat uit drie onderdelen. Het eerste deel betreft de doelstellingen van de themaoverstijgende onderwerpen Bestuursafspraken , Provinciale ruimtelijke regisseursrol en Toekomstperspectief: Positie en profiel provincies 2015 / Stip aan de horizon. Het tweede deel betreft de doelstellingen uitgesplitst naar de provinciale kerntaken en de wettelijke taak Jeugdzorg. Ten slotte zijn in het laatste deel de doelstellingen voor de interne organisatie van het IPO opgenomen. De wijze van presenteren van de doelstellingen is uniform: per thema wordt het onderwerp weergegeven zoals vastgesteld in de matrix gevolgd door de doelstellingen die in 2015 gerealiseerd moeten zijn ( Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? ) gevolgd door de doelstellingen die hiervoor in 2015 moeten zijn bereikt ( Wat heeft het IPO in 2015 hiervoor gedaan? ). Jaarlijks wordt die laatste kolom aangepast en vormt daarmee het Jaarplan voor dat jaar in nauwe samenhang met de meerjarenagenda. NB. Het jaar 2015 is een overgangsjaar aangezien halverwege 2015 samenstelling van IPO-bestuur en Algemene Vergadering wijzigen op grond van de Provinciale Statenverkiezingen van maart Het nieuwe bestuur stelt in september 2015 de nieuwe IPO-Meerjarenagenda / IPO-Jaarplan 2016 vast dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Algemene Vergadering. De uitgangspunten hiervoor liggen inmiddels vast in KOMPAS Het IPO-Jaarplan 2015 is een reflectie op dit overgangsjaar. 3 65

227 Bijlage a 1 IPO Jaarplan Themaoverstijgende dossiers 2.1 Bestuursafspraken Belangenbehartiging Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Regie uitvoering en monitoring (decentralisatie)afspraken bestuursakkoord - De Bestuursafspraken die voor de provincies van toepassing zijn, zijn gerealiseerd. NB: De afzonderlijke afspraken gemaakt in de Bestuursafspraken zijn bij de verschillende onderwerpen ondergebracht en aangemerkt via (BA) 2.2 Provinciale Ruimtelijke Regisseursrol Innovatie & uitwisseling Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Gevolgen vervallen nationale ruimtelijke belangen - Beeld van gevolgen vervallen nationale ruimtelijke belangen is positief in de publieke opinie. Verdienmodellen en financieringsarrangementen De innoverende uitwisseling is gericht op: - Versterking van betrokkenheid marktpartijen bij voorbereiding en aanbesteding in kader van gebiedsontwikkeling. - Bevordering van (door)ontwikkeling van nieuwe financieringsvormen en bundeling van Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? - De uitvoering van de Bestuursafspraken, voor zover niet achterhaald door het regeerakkoord (te weten financiën en decentralisaties sociaal domein naar gemeenten) is voor het grootste deel afgerond. Het IPO-bestuur monitort de voortgang. Ook vindt een gezamenlijke monitoring plaats op de voortgang van rijk, IPO, VNG en UvW als onderdeel van de Bestuursafspraken. Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? - Publiciteit over initiatieven en best practices van provincies in het kader van 2015: Jaar van de Ruimte - Samen met het ministerie van BZK inhoudelijke input leveren voor het Europese dossier fysieke en maatschappelijke leefomgeving, in het kader van het Nederlands voorzitterschap van de EU in Uitwisseling van succesvolle ervaringen met regionale gebiedsfondsen, revolving funds en lifecycle management in het Beraad Ruimtelijk Beleid. - Instrument revolving funds wordt nader 4 66

228 Bijlage a 1 IPO Jaarplan 2015 kennis. - Verbreding van de provinciale investeringsstrategie naar beheer. - Versterking van samenwerking tussen provincies bij nieuwe Europese financiering (zie 3.3 Regionale economie en energie). uitgewerkt in een adviesrapport. - Uitwisseling best practices van investeringsstrategie naar beheer in het kader van het programma bevolkingsdaling. Verkennen vervolg op huidig interbestuurlijk programma bevolkingsdaling. Provinciale rol programmering ruimtelijke ontwikkelingen De innoverende uitwisseling is gericht op: - Professionalisering van de provinciale rol in de regionale en interprovinciale programmering ruimtelijke ontwikkelingen, afstemming van vraag en aanbod op gebied van wonen (programmeren woningbouw), werken (bedrijventerreinen en kantorenlocaties), detailhandel en opgaven in het landelijk gebied. - Goed in beeld brengen voor provincies van interventiemogelijkheden op de financiële gevolgen van stagnatie in ruimtelijke ontwikkelingen en het gebruik daarvan. - Uitwisseling over provinciaal grondbeleid en programmering woon- en werklocaties op basis van onderzoek regionale behoeften in het Beraad Ruimtelijk Beleid en de Werkgroep detailhandel/bedrijventerreinen Toekomstperspectief: Positie en Profiel Provincies 2015 / Stip aan de horizon (KOMPAS 2020) Toekomstperspectief Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Positie en profiel provincies In de aanloop naar de Statenverkiezingen (maart 2015) en de Tweede Kamerverkiezingen (mei 2015) bestaat een helder beeld over de performance van provincies op de taken uit het kernprofiel; - De uitkomst van positie en profiel provincies 2015 is leidend voor de beïnvloeding van de partijprogramma s voor de Tweede Kamer- en Statenverkiezingen; en Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? - Het KOMPAS 2020 is in september 2014 vastgesteld. Het KOMPAS 2020 is een doorontwikkeling van Profiel Provincies uit 2010 en bevat de ambities van de provincies voor de komende statenperiode en de inzet voor de Tweede Kamerverkiezingen in De in het kader van Profiel Provincies gepresenteerde voorbeelden van provinciale taakuitoefening maken onderdeel uit van KOMPAS De uitkomsten van het traject Stip aan de 5 67

229 Bijlage a 1 IPO Jaarplan De IPO-Jaarcongressen 2012 en 2014 staan in het teken van Positie en profiel provincies Stip aan de Horizon - Vaststellen van de trends en ontwikkelingen op de lange termijn (2025/2030), de provinciale rol daarin en de bijbehorende maatschappelijke opgaven; en - Stip aan de horizon is het thema van het IPO- Jaarcongres Horizon zijn verwerkt in KOMPAS Doelstelling is in 2012 en 2014 behaald. - Het traject Stip aan de Horizon is in 2013 afgerond. De uitkomsten zijn verwerkt in KOMPAS 2020 (zie hierboven). - Doelstelling is in 2013 behaald. 6 68

230 Bijlage a 1 IPO Jaarplan Thema s 3.1 Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling en Waterbeheer Belangenbehartiging Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Uitvoering Deelakkoord Water - Bijdragen aan vestigen beeld dat provincies hun rol van gebiedsregisseur op het terrein van water waarmaken; - Er zijn voor alle partijen heldere toezichtrelaties met de waterschappen ontstaan; - Integratie regionaal waterbeheer in beleid voor de fysieke leefomgeving; - Samenwerking met partners is doelmatig o.a. via het Informatiehuis Water; - Borging provinciale belangen bij: - grondwater, zwemwater en vaarwegbeheer, waterveiligheid en toezicht op primaire en regionale waterkeringen. Vernieuwing Omgevingsrecht - Instrumentering voor provinciale doelen en rol m.b.t. fysieke leefomgevingskwaliteit zijn goed ingebed in de in werking getreden Omgevingswet (Ow). Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? - Bestuurlijke verhoudingen tussen provincie en waterschap zijn geborgd in het wetsvoorstel Omgevingswet en worden bevestigd in de uitvoeringsregelgeving van de Omgevingswet; - Ontwikkeling van een gezamenlijk gedragen Lange Termijn Wateragenda, voortbouwend op de uitkomsten van de OESO-studie. - Inhoudelijke bijdrage geleverd aan uitvoeringsprogramma van de Drinkwaternota, met name gericht op reservering strategische drinkwatervoorraden en vernieuwing ruimtelijk bescherming grondwaterbeschermingsgebieden. - Beïnvloeden wetsvoorstel Ow na indiening bij de Tweede Kamer gericht op behoud van het bereikte resultaat. - Beïnvloeden uitwerking Aanpassingswet en Invoeringswet - Beïnvloeden uitwerking Omgevingsbesluit (m.n. bevoegd gezag vergunningverlening en grondexploitatie) en uitwerking Besluit Kwaliteit Leefomgeving in relatie tot Besluit Activiteiten in de Leefomgeving. (m.n. vergroten en behouden bestuurlijke afwegingsruimte (waaronder geluid (o.b.v. position paper SWUNG 2), water, natuur, bodem, luchtkwaliteit, erfgoed)) - Instemming bereiken over de gezamenlijke aanpak van de implementatie inclusief de financiële effecten van de Ow in het gezamenlijke 7 69

231 Bijlage a 1 IPO Jaarplan 2015 Provinciale rol in nationale wetgeving en structuurvisies - De provinciale ruimtelijke rol is stevig verankerd in nieuw rijksbeleid en nieuwe wetgeving gericht op optimale invulling en instrumentele ondersteuning van de eigen provinciale beleidsruimte en uitvoering. Bodem en ondergrond - Transitie naar duurzame ontwikkeling van bodem en ondergrond in samenhang met bovengronds ruimtegebruik vormgegeven en geborgd. Provinciale rol in nationale kennisinfrastructuur - Betrokkenheid van provincies bij de nationale programmering van kennisontwikkeling en implementatieprogramma begin Bewaken en borgen provinciale kaders en verantwoordelijkheden in de rijksstructuurvisie ondergrond (verbrede STRONG): o Uitwerken beleidsopgaven ter voeding van het interbestuurlijke programma en het voorbereiden van bestuurlijke afspraken. o Input leveren aan de afwegingssystematiek, mede gericht op het borgen van provinciale belangen (waaronder drinkwater) en bestuurlijke afwegingsruimte. - Bewaken en borgen van provinciale belangen en verantwoordelijkheden in de Structuurvisie Schaliegas inclusief volledige integratie in STRONG. - In aansluiting daarop en gekoppeld aan integratie in Omgevingswet verankeren provinciale rol op fysieke domein in regelgeving bodem en ondergrond (Wet bodembescherming en Mijnbouwwet, Wabo/Omgevingswet). - Vaststellen en verankeren van de rol van provincies voor bijdrage vanuit de provincies aan de verhoogde doelstelling hernieuwbare energie in 2020 en de ruimtelijke impact daarvan. - Borgen provinciale rollen en verdere decentralisatie middelen in afspraken bodembeleid en in de Structuurvisie ondergrond (STRONG). - Ten behoeve van provinciale beleidsontwikkeling ondergrond uitwisselen van perspectiefvolle functiecombinaties en decentrale, gebiedsgerichte aanpak verontreiniging (=innovatie & uitwisseling). - Doorontwikkelen kennisstructuur voor bodem en ondergrond. - Uitwisselen best practices provinciaal kennismanagement en rol van kennismakelaar. 8 70

232 Bijlage a 1 IPO Jaarplan 2015 adviesraden gewaarborgd (conform de Bestuursafspraken en gericht op de thema s DROW en Vitaal Platteland). Ontwikkelen netwerk kennisinstellingen, overheden en bedrijfsleven op nationaal niveau. - Voor het domein ruimte afspraken met rijk over borging vraag naar kennisontwikkeling in een gezamenlijke kennisagenda vastgelegd. Innovatie & uitwisseling Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Provinciale rol Deltaprogramma - De provinciale rol, conform Profiel Provincies is onderdeel van de deltabeslissingen waterveiligheid, zoetwaterstrategie en ruimtelijke adaptatie. - Ook is de provinciale rol geborgd in de Deltabeslissingen Rijn-Maasdelta en IJsselmeergebied door bundeling van kennis en ervaring. - Heldere positionering van het Deltaprogramma in het MIRT en de rol van provincies daarin. Wat heeft het IPO in 2015 hiervoor gedaan? - Borgen provinciale inbreng en rol in uitwerking en uitvoering Deltabeslissingen in vervolgorganisatie en uitvoeringsprogramma s Deltaprogramma gericht op continueren programmatische aanpak en de verbinding tussen water en ruimte. - bevorderen van de verankering en uitvoering van de Deltabeslissingen door provincies. - Ter uitvoering van de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie (DBRA): - Bevorderen dat de verbinding van ruimte en water onderdeel is van de voorbereiding van ruimtelijke plannen van de provincies door deelname aan het Stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie. - Borgen van de provinciale inbreng bij de formulering van de watertoets onder de Omgevingswet. - Deelname aan de voorbereiding van de evaluatie van de DBRA per 2017, die in 2015 al van start gaat Regionale Bereikbaarheid en openbaar vervoer Belangenbehartiging Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? Decentralisatie BDU (BA) - Per 1 januari 2013 is de BDU opgenomen in het provinciefonds (zie ook bij paragraaf 3.5 kwaliteit - Vormgeven van de decentralisatie van de BDU per 1 januari

233 Bijlage a 1 IPO Jaarplan 2015 Realiseren landsbrede aanpak Beter benutten van infrastructuur bestuur) - De Rijksbijdrage voor de regionale maatregelenpakketten is gedecentraliseerd naar het provinciefonds; en - De landelijke maatregelen van het Programma beter benutten zijn in werking getreden. Openbaar vervoer - Er is een goed werkend gemeenschappelijk tarievenbureau dat jaarlijks de belangrijkste landelijke tariefbeslissingen voorbereidt en het landelijk tarievenkader actualiseert; en - De beslissingsbevoegdheid rond het Regionaal Openbaar Vervoer blijft een provinciale verantwoordelijkheid. OV-Chipkaart - De aansturing van TLS is aanzienlijk verbeterd en de provinciale overheden hebben voldoende invloed om de belangrijkste financiële en beleidsmatige besluiten rond de OV-chipkaart adequaat te beïnvloeden. Verkeersveiligheid: herijking afspraken Duurzaam veilig - De herijking van de verkeersveiligheidsdoelstellingen heeft geleid tot betaalbare en haalbare doelstellingen voor provincies, inclusief instrumentarium. - Programma is in 2014 afgelopen. Geen vervolgactie. - Actief participeren in het Nationaal Openbaar Vervoer Beraad, gericht op landelijke vraagstukken m.b.t. de OV chipkaart, en het Regionaal Openbaar Vervoer Beraad, daar waar het regionale vraagstukken betreft. - Beinvloeden van de discussie over de herpositionering van TLS vanuit de optiek van beschikbaarheid van data voor concessiebeheer. - Uitwerken en implementeren van de ambtelijke samenwerking met het SKVV, danwel de nieuwe vervoerregio s, gericht op een aantal gedeelde uitvoeringstaken (zoals t.a.v. tarieven).implementeren van het nieuw te ontwikkelen landelijk OV Producten Portfolio. - Invulling gegeven aan de afspraken gemaakt in het convenant sociale veiligheid OV. - Opstarten van discussie aan de hand van een position paper over toekomstbestendige financiering van het OV -systeem in termen van optimalisatie bij teruglopende financiën. - Beinvloeden rijksbeleid op basis van de ontwikkelde provinciale methodiek (Promev)zodat de gehanteerde landelijke doelstelling wordt omgevormd tot een prestatiedoelstelling. Opstellen van een gezamenlijke kennisagenda in samenwerking met markt, wetenschap en overheid. - Afronden van het proces omtrent de snelheidsverhoging landbouwverkeer. Borgen dat gestelde randvoorwaarden worden nageleefd en 10 72

234 Bijlage a 1 IPO Jaarplan 2015 Spoorvervoer: belangenbehartiging bij wetgeving concessies en beheer spoorvervoer infrastructuur - In 2015 gaat de nieuwe vervoerconcessie van NS in waarmee provincies invloed hebben op de prestaties van NS en tenminste vijf nieuwe stoptreindiensten worden tijdens de looptijd van de concessie gedecentraliseerd; en - In 2015 gaat de nieuwe beheerconcessie van Prorail in, waarmee provincies zeggenschap krijgen over het door Prorail uitgevoerde beheer en onderhoud van spoor waarover gedecentraliseerde treindiensten rijden. Wetgeving luchtkwaliteit - Het IPO heeft provincies ondersteund bij het voldoen aan Europese normen voor luchtkwaliteit in Na afloop Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) in 2014 zijn afspraken gemaakt met kabinet over follow-up teneinde te blijven voldoen aan de normen. Wetgeving geluid (Swung 2 - vernieuwing wetgeving voor decentrale infrastructuur en industrielawaai) - Als Swung 2 in werking treedt biedt deze voldoende mogelijkheden om de geluidsproductie van weg- en spoorverkeer te beheersen of te verminderen en is deze voor provincies financieel en praktisch uitvoerbaar. overdragen ter implementatie.borgen provinciale belangen bij update Directive road infrastructure safety management vanuit de Europese Unie. - Beïnvloeding van het 4e Europese Spoorpakket in samenwerking met het HNP. - Waarborgen dat de in de concessies verkregen - zeggenschap van provincies ook in de praktijk werkt met de instelling van de landsdelige tafels. - Beinvloeden Europese besluitvorming (via het HNP) op basis van het VNG/IPO-standpunt Beleidspakket schone lucht voor Europa (BAC-vastgesteld juni 2014) tijdens de eerste lezing van het Luchtpakket en bij de voorziene uitvoering van een parlementair impact assessment over het EU-Luchtpakket. - Borgen provinciale belangen in het verslag van de 6e monitoringsronde van het NSL over 2014 voorafgaand aan de aanbieding ervan aan de Tweede Kamer in najaar Via het HNP lobbyt het IPO voor een werkbaar en uitvoerbaar EC-voorstel tot herziening van de EUrichtlijn Omgevingslawaai en ruime aandacht voor Europees bronbeleid. - Het IPO lobbyt voor een werkbare uniforme rekenmethode ter invulling van annex II van de EUrichtlijn Omgevingslawaai bij de EU-instellingen. De implementatie daarvan in de Nederlandse wetgeving vraagt eveneens lobby van het IPO bij kabinet en Tweede Kamer

235 Bijlage a 1 IPO Jaarplan 2015 Innovatie & uitwisseling Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? Provinciale mobiliteitstaken - Het IPO heeft bijgedragen aan de organisatie van de discussie in provinciale kring ter verbetering van de aan de provincies opgedragen mobiliteitstaken. Beheer wordt de komende jaren steeds belangrijker, vanwege de toenemende onderhoudsbehoefte (verouderd areaal, gestegen grondstofprijzen, benutten in plaats van bouwen). Wegbeheerders verschuiven de focus van investeren naar beheren. Ter voorbereiding op de agenda na 2015 wordt een opzet gemaakt voor een visie infrastructuur Regionale Economie en Energie Belangenbehartiging Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? Topsectorenbeleid - In het nationale overleg (op systeemniveau) zijn randvoorwaarden vervuld en knelpunten opgelost, zodat provincies een eigen regionaal-economisch beleid kunnen blijven voeren ook in relatie tot het topsectorenbeleid. - Provincies maken in IPO-verband afspraken met de minister van EZ over afstemming van instrumenten voor en dienstverlening aan het innovatief MKB. Uitgangspunt voor deze afspraken is: regionaal ontwerp, centraal aangesloten. Doel van de bestuurlijke afspraken is een effectieve en efficiënte ondersteuning van het MKB in de regio. Het IPO brengt in 2015 een publicatie uit over de wijze waarop provincies het innovatief MKB stimuleren. Met deze publicatie laten provincies zien wat zij doen en wat zij van andere partijen verwachten. - Ontwikkelen van een interprovinciale ruimtelijkeconomische visie op samenwerking tussen stedelijke regio s met het oog op versterking van de concurrentiekracht van Nederland in Europees en mondiaal verband. - Inventariseren of, en zo ja welke knelpunten er zijn die de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt regionaal belemmeren. Knelpunten met oplossingsrichtingen agenderen bij verantwoordelijke partijen op landelijk niveau (rijk, maatschappelijke organisaties). Doel is het verbeteren van de aansluiting onderwijsarbeidsmarkt en een goede ontsluiting en toepassing 12 74

236 Bijlage a 1 IPO Jaarplan 2015 Europe2020/NHP (Nationaal HervormingsPlan) en EFRO Randvoorwaarden hernieuwbare energie - In het NHP is jaarlijks de rol van provincies bij behalen doelen Europe2020 goed benoemd; en /2013: ondersteuning bij voorbereiding en overleg voor partnerschapscontract met Rijk met daarin geregeld regionale zeggenschap structuurfondsen en POP evenals cofinanciering EFRO. - De belangrijkste knelpunten zijn opgelost en de comparatieve nadelen voor de productie van duurzame energie ten opzichte van grijze energie zijn weggenomen. van het regionaal kennisaanbod. - Door middel van een publicatie zichtbaar maken aan medeoverheden en maatschappelijke organisaties op welke wijze provincies sturen op een kwalitatief en kwantitatief passend aanbod van werklocaties/leegstand. In 2015 wordt in de AAC en BAC RE&E daarom een drietal presentaties verzorgd over de wijze waarop provincies de ruimtelijke ontwikkeling van de leegstand aanpakken (provincies en externe genodigden). - Eerder is besloten op beide genoemde thema s in IPOverband geen inzet meer te plegen. - De focus ligt in 2015 in Europees verband op het ontwikkelen van een gezamenlijke strategie voor de opzet van de structuurfondsen Basis hiervoor is de evaluatie van de EFRO-lobby in de afgelopen periode. De strategie voor de nieuwe periode dient te zijn gericht op een paradigmaverschuiving. Structuurfondsen dienen niet langer gericht te zijn op het inlopen van achterstand, maar op het versterken van innovatie. Dit met het oog op het verbeteren van de economische uitgangspositie van Nederland en het versterken van de Europese concurrentiekracht. Voor de interprovinciale samenwerking voor de energietransitie is een programma in uitvoering, IPS2E. - In samenwerking met partijen in het Nationaal Energieakkoord bevorderen dat de randvoorwaarden (wettelijk/financieel/draagvlak) voor de energietransitie tijdig op orde komen. In 2015 wordt de IPO inbreng voor de mid-term evaluatie van het Nationaal Energieakkoord in 2016 voorbereid

237 Bijlage a 1 IPO Jaarplan 2015 Systeemaanpak hernieuwbare energie - Afspraken over de energiemix en de uitvoering van het energieakkoord voldoen aan de provinciale randvoorwaarden, samenstelling van de mix met maximum voor windenergie, rollen rijk en provincies in uitvoering en systeemaanpak - Wettelijke en fiscale systemen in Nederland zijn aangepast ten behoeve van de transitie naar een koolstofarme economie - De mogelijkheden en verplichtingen uit Europa zijn beter benut om de energietransitie in de provincies te versnellen Conform de afspraak met het rijk: zijn de randvoorwaarden voor windenergie in 2015 op orde om tijdige vergunningverlening en bouw mogelijk te maken van het beoogde vermogen wind op land en is de instrumentenkoffer van rijk en provincies voor de aanpak van windenergieprojecten begin 2015 gereed In juni en december wordt de halfjaarlijkse voortgangsmonitor wind op land besproken tussen rijk en IPO en indien nodig nadere afspraken gemaakt om op planning te blijven. Via de IPO lobby streven om in de Autobrief II de fiscale randvoorwaarden voor rijden op groen gas op te nemen zodat een gelijk speelveld ontstaat voor duurzame autobrandstoffen. Te bevorderen dat de Europese kaders voor hernieuwbare energie en energiebesparing die in 2015 worden vastgesteld de ontwikkeling van de energietransitie en duurzame economie in de provincies stimuleren. - In 2015 worden de acties en prioriteiten van de inzet van provincies in de periode vastgesteld met daarin de rol en bijdrage van de provincies aan de realisatie van 14 % energiemix. Als basis voor de keuzes en inzet brengen de provincies uiterlijk in januari 2015 hun energieverbruik, de energiemix en ruimtelijk-economische impact en hun bestaand beleid voor hernieuwbare energie en de CO2 reductie in beeld. - In de uitwerking zal een accent liggen bij de provinciale rol rond warmte en biomassa omdat deze een belangrijke bijdrage leveren aan de realisatie van de mix. Voor warmte wordt in 2015 een routekaart 14 76

238 Bijlage a 1 IPO Jaarplan 2015 voor een efficiënte inzet van warmte en restwarmte opgesteld en uitgevoerd - De inzet van provincies om via VTH taken en RUD s bij te dragen aan energiebesparing van BRZO bedrijven is vastgesteld. - De provinciale aanpak van de energiebesparing en CO2 reductie in OV en mobiliteit is vastgesteld. Innovatie & uitwisseling Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? Actieprogramma Routekaart IPO-Gastvrij Nederland - In 2012 is besloten het traject af te sluiten met een inspiratiedocument voor samenwerking tussen private partijen en provincies. - Afgerond in Vergroten van kansen op private en Europese cofinanciering (bovenop Structuurfondsen en GLB/POP) door samenwerking tussen projecten. - Meer samenwerking tussen provincies waardoor meetbaar substantieel meer financiering uit Europese fondsen (naast Structuurfondsen en GLB/POP) voor projecten is binnengehaald dan in de huidige periode. - De provincies zetten hun samenwerking voort en werken samen met de SER-partijen (aanbevelingen SER-commissie De Jager) mogelijkheden uit om meer Europees en privaat geld te mobiliseren voor de Energietransitie. Hernieuwbare energie en energiebesparing - De inzet van de IPO uitvoeringsagenda wordt opgenomen in de uitvoeringsafspraken van het Energieakkoord met het rijk en/of het Nationaal Energieakkoord van de SER. - Het uitwisselen van kennis en innovatie is opgenomen in het uitvoeringsprogramma IPS2E. Regelmatig vinden op thema s workshops plaats om kennis uit te wisselen. Schaarste biomassa - Invullen kennisleemtes biomassa als vervolg op het nader onderzoek van februari De kennisleemtes die zijn gesignaleerd in het onderzoek biomassa worden ingevuld. De potenties om op regionaal niveau biomassa te benutten worden per provincie in beeld gebracht om de inzet voor de energiemix te onderbouwen

239 Bijlage a 1 IPO Jaarplan Vitaal Platteland Belangenbehartiging Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Uitwerking en implementatie decentralisatie beleid natuur / landelijk gebied (BA) - Deelakkoord natuur en Natuurpact zijn uitgewerkt en geïmplementeerd; Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? Doel: Met het bestuursakkoord natuur en het Natuurpact is het natuurbeleid gedecentraliseerd en een kerntaak van de provincie geworden. Dat betekent een forse versteviging van de provinciale rol in het landelijke gebied. Voor de invulling van het beleid hebben provincies een bestuurlijke overeenkomst gesloten met de Manifestpartijen. De drie overeenkomsten worden provinciaal geïmplementeerd. - Coördineren van de belangenbehartiging en uitvoering van de acties uit het bestuursakkoord natuur en het Natuurpact waarvoor de gezamenlijke provincies verantwoordelijk zijn. Een uitvoeringsagenda is hiervoor opgesteld. - Coördineren van de acties van de uitvoeringsovereenkomst tussen provincies/ipo en Manifestpartijen over de uitvoering van het natuur- en landschapsbeleid. De voortgang wordt regulier besproken met de Manifestpartijen. - Coördineren van de gezamenlijke afspraken op het gebied van terugdringing ganzenschade, in gang zetten procedure Co2. - Verkennen van de wenselijkheid van interprovinciale samenwerking voor uitvoering van de Europese landschapsconventie Doel: Opzetten van een gewijzigd stelsel voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer dat per 1 januari 2016 operationeel is. Dit stelsel is efficiënt, door een collectieve aanpak, en effectief, omdat het daar wordt ingezet waar het bijdraagt aan de realisatie van ecologische (internationale) doelen Faciliteren van de implementatie van het stelsel door de provincies 16 78

240 Bijlage a 1 IPO Jaarplan 2015 Aansturing van de voorbereiding van de uitvoering door partners (BIJ12, RVO.nl en de stichting collectief agrarisch natuurbeheer). Dit moet ertoe leiden dat per 1 januari 2016 alle collectieven een aanvraag hebben ingediend. IPO overlegt met verschillende betrokken partijen, via de Raad van Advies en het Directeurenoverleg Natuurpact. - Evaluatie in 2016 is voorbereid; en - Tijdelijke interprovinciale projectorganisatie voor de implementatie is per opgeheven) en een (voor zover noodzakelijk) shared service organisatie is opgericht voor uitvoeringstaken die interprovinciaal moeten worden opgepakt. Doel: Tot stand brengen van een samenhangend systeem van monitoring van alle ecologische aspecten uit het Natuurpact. Voorbereiden van een driejaarlijkse evaluatie. Realisatie van een samenhangend monitoringssysteem door IPO, Rijk en BIJ12. Beoogd wordt dat het monitoringssysteem in 2017 functioneel is. Vaststelling van een evaluatieontwerp en plan van aanpak evaluatie, opgezet door Planbureau voor de Leefomgeving. Per is met BIJ12 vorm gegeven aan een shared serviceorganisatie. Deze doelstelling is gerealiseerd. Nieuwe wetgeving inrichting landelijk gebied / integrale natuurwet - Verantwoordelijkheidsverdeling rijk/provincie voor Europese biodiversiteitsdoelen in nieuwe wet natuur conform deelakkoord natuur; - Decentralisatie van Boswet, FF-wet en Faunafonds conform deelakkoord natuur; en - Nieuwe wet natuur en wijziging Wet inrichting landelijk gebied is tot stand gekomen in lijn met advies IPO op ontwerp wetsvoorstellen. Maken van duidelijke bestuurlijke afspraken over uitvoeringsregelgeving en over verantwoordelijkheidsverdeling soortenbeleid in het kader van internationale verplichtingen Voeren van lobby richting Tweede Kamer Coördinatie beheerplannen - Coördinatie interprovinciale inzet op nationaal Actieve belangenbehartiging, en inhoudelijke en 17 79

241 Bijlage a 1 IPO Jaarplan 2015 Natura 2000 / KRW en uitvoeringsprogramma PAS niveau. procesmatige coördinatie in de afrondende fase van de totstandkoming van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Faciliteren in de provinciale doorvertaling en implementatie van het PAS-programma in een werkende vergunningenpraktijk. Monitoring en bijsturingsprocessen zijn geregeld. IPO organiseert de lobby m.b.t. de midterm evaluatie van de EU Biodiversiteitsstrategie 2020 en ondersteunt bij de inhoudelijke inbreng daarin. Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (waaronder voorbereiding POP 3) Kabinetsvisie Natuur / reactie op voorstellen taskforce biodiversiteit - Coördinatie belangenbehartiging bij voorbereiding GLB/POP 3. Positie van de provincies bij uitvoering GLB/POP3 is vanaf 2014 versterkt. - Goede afstemming met transitie agrarisch natuurbeheer. - Kabinetsvisie Natuur is in lijn met uitgangspunten onderhandelingsakkoord natuur. - Implementatie POP3 in het 1 e kwartaal van 2015 afgerond. - De inzet voor de collectieve benadering bij agrarisch natuurbeheer is in lijn met POP-3. Doel: Naar aanleiding van de rijksnatuurvisie Natuurlijk verder hebben rijk en provincies afgesproken gezamenlijk te werken aan een maatschappelijke agenda voor het natuurbeleid. Deze maatschappelijke agenda richt zich op de maatschappelijke aspecten van het natuurbeleid, in aanvulling op het Natuurpact en het bestuursakkoord natuur. Opzetten van maatschappelijke agenda. Het Ministerie van EZ, provincies en IPO vormen een gezamenlijk programma voor het uitvoeren van de maatschappelijke agendanadere oriëntatie op natuur als provinciale kerntaak, als voorbereiding op het nieuwe meerjarenprogramma. De Natuurtop (eind 2014) levert hiervoor de bouwstenen. Innovatie & uitwisseling Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? 18 80

242 Bijlage a 1 IPO Jaarplan 2015 Gezamenlijke agenda voor provinciegrensoverschrijden de acties na decentralisatie natuur / landelijk gebied - De shared service organisatie voert (voor zover noodzakelijk) een aantal taken uit op het gebied van gezamenlijke innovatie en uitwisseling. Uitvoering subsidiestelsel SNL - Vanaf is de interprovinciale uitvoeringsorganisatie voor onder meer het SNL, die nu nog door IPO wordt aangestuurd en vanaf 2012 onderdeel uitmaakt van de projectorganisatie voor de implementatie deelakkoord natuur, verzelfstandigd. 3.5 Kwaliteit Openbaar Bestuur Belangenbehartiging Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Beïnvloeding traject visie inrichting openbaar bestuur (alleen onderwerpen van gezamenlijk provinciaal belang w.o. afschaffing Wgr-plus en herverdeling BDU verkeer en vervoer) - Er is sprake van een duidelijk geprofileerd middenbestuur. De decentralisaties, zoals opgenomen in de bestuursafspraken, zijn afgerond en versterken het profiel. - De Wgr-plus is ingetrokken en er zijn geen samenwerkingsverbanden meer met een zogenaamde plusstatus. De BDU verkeer en vervoer is naar de provincies overgeheveld. - De provinciale rol bij gemeentelijke herindeling is gewaarborgd conform het beleidskader van het vorige kabinet (gerealiseerd in 2012). Interbestuurlijk toezicht - Vanaf 2013 oefenen provincies het interbestuurlijk toezicht op de gemeenten uit, gestoeld op vertrouwen, soberheid en efficiëntie; - De bestuurlijke drukte en bestuurlijke lasten zijn afgenomen; en - Evaluatie van de werking van de wet Revitalisering Generiek Toezicht wordt De shared service organisatie is vormgegeven via de Gemeenschappelijke Werkorganisatie BIJ12. - Uitvoering vindt plaats door BIJ12. Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? - Zie onder 2.1 Bestuursafspraken en 2.3 Toekomstperspectief. - Doelstelling is behaald in 2014 (onder voorbehoud behandeling wetsvoorstel in Eerste Kamer).Doelstelling is behaald in Voorbereiding van de evaluatie van de wet Revitalisering Generiek Toezicht die op in werking is getreden

243 Bijlage a 1 IPO Jaarplan 2015 voorbereid. Vermindering regeldruk en administratieve lasten / Uitvoeringsagenda (BA) / Belangenbehartiging e- Overheid - Realisatie van de uitvoeringsagenda regeldruk/dienstverlening Rijk/provincies waardoor de administratieve lasten voor burgers en bedrijven van autonome provinciale regels als ook medebewindsregelgeving sterk zijn verminderd. Deze vermindering wordt meer kwalitatief dan kwantitatief benaderd; de ervaren lasten staan centraal. - Goede aansluiting van de provincies bij de landelijke ontwikkelingen op het gebied van e- Overheid (waaronder geo-informatie). door belangenbehartiging en ondersteuning van het IPO in de relevante landelijke en Europese gremia (doorlopende doelstelling) - Bevorderen van kwalitatief goede en proportionele EU wet- en regelgeving (door middel van smart regulation, inclusief EUprogramma s REFIT) zodat ook ten behoeve van de decentrale overheden netto reductie en versimpeling van nieuwe en bestaande regels plaatsvindt (NB. toegevoegd voor Jaarplan 2015) Overhedenoverleg - De inbreng van het IPO in het Overhedenoverleg is erop gericht dat de provincies hun rol kunnen nemen bij het realiseren van de maatschappelijke opgaven (uit o.m. het regeerakkoord). NB: Het Overhedenoverleg vindt regulier tweemaal per jaar plaats. Aan het overleg nemen deel: een delegatie - Uitvoeren van de plannen van aanpak voor de zeven onderwerpen uit de uitvoeringsagenda rijk/provincies Voorjaar 2015 meting administratieve lasten autonome regelgeving decentrale overheden. Dit is het vervolg op de nulmeting 2010 en de tussentijdse meting 2014 die door het ministerie zijn uitgevoerd. De decentrale overheden voeren die in 2015 zelf uit als afronding van het bestuursakkoord. - Adequate positionering van provincies in nieuwe nationale (besluitvormings-)structuur onder leiding van de nieuwe Nationaal Coördinator Digitale Overheid. - Nemen van verantwoordelijkheid van de vormgeving van de digitale Laan voor de leefomgeving, waarbij provincies kwartiermaker zijn voor de onderdelen natuur en externe veiligheid. - Alert zijn dat smart regulation de basis is voor elk voorstel van de Europese Commissie. - Deelnemen aan de interdepartementale contactgroep Smart Regulation (min. EZ). - Deelnemen aan de begeleidingsgroep onderzoek van BZK over Europa en het Nederlandse openbaar bestuur. - In het Overhedenoverleg is waar nodig de voortgang van de Bestuursafspraken besproken en bewaakt. Sectoroverstijgende knelpunten of ontwikkelingen met gevolgen voor provincies zijn geagendeerd en besproken

244 Bijlage a 1 IPO Jaarplan 2015 Strategisch Startdocument Europa Acteren bij nieuw beleid, geformuleerd in Den Haag of Brussel wanneer het gezamenlijk belang van de provincies in het geding is (o.a. consultatie wetsvoorstellen en beleidsvisies). Financiële verhoudingen rijk-provincies van het kabinet (w.o. minister-president, minister van Financiën en minister van BZK) en de voorzitters en vicevoorzitters van IPO en VNG en de voorzitter van de UvW. - Uitvoering van het strategisch startdocument Europa dat door het bestuur in het voorjaar van 2012 is besproken en vastgesteld; inhoudelijke inzet en organisatie van Europa als facetbeleid zijn vastgesteld en leidend voor actieve inzet in portefeuille Europa; en - Europese instrumenten en posities zijn optimaal benut om meerjarenagenda IPO te realiseren. - Mogelijkheden tot versterking van de eigenstandig rol van decentrale overheden in Europa zijn optimaal benut - Beïnvloeding van nieuw beleid conform de gezamenlijke inzet van de provincies. - Extra bezuinigingen doorgevoerd in de lopende kabinetsperiode werken niet bovenproportioneel door op de provincies. - Voorbereiden van het bestuurlijke overleg financiële verhoudingen dat tweemaal per jaar met de fondsbeheerders plaats vindt. - De Europastrategie wordt uitgevoerd; - De afspraken die zijn gemaakt in het bestuurlijk overleg van 22 januari 2014 worden uitgevoerd. Er is gestart met de Verkenning naar een hechtere samenwerking tussen rijk en decentrale overheden op Europese dossiers die in Nederland zijn gedecentraliseerd; en - Op basis van een plan van aanpak van de Kring van Provinciesecretarissen is Europa als facetbeleid verankerd in organisaties van IPO en provincies; en - - Beïnvloeding van nieuw beleid conform de gezamenlijke inzet van de provincies op basis van de kerntaken van het IPO. - Bij de evaluatie van de normeringssystematiek van het gemeente en provinciefonds blijft de systematiek (gelijk de trap op en af) in stand, evenals de afspraak in het financieel akkoord 2013 dat geen eenzijdige bezuinigingen worden doorgevoerd op het provinciefonds; - De knelpunten van wet- en regelgeving (o.a. Vpbplicht overheidsbedrijven, plafond BTWcompensatieplafond) zijn geïnventariseerd en worden besproken

245 Bijlage a 1 IPO Jaarplan De eisen om aan de EMU-begrotingsnormen te voldoen, zijn niet onnodig extra beperkend voor de provincies. - Schatkistbankieren blijft alleen mogelijk op vrijwillige basis. Financiële afspraken Bestuursafspraken (BA) - De financiële afspraken uit het bestuursakkoord over o.a. decentralisaties worden uitgevoerd zonder extra nadelige effecten voor de provincies en met aanvaardbare verdeeleffecten. De gedecentraliseerde middelen zullen op een kostengeörienteerde wijze worden verdeeld. Verbetering financieel stelsel - Knelpunten (o.a. te hoge controle- en administratieve lasten) in het financieel stelsel zijn weggenomen, zoals bij de Wet Fido, SiSa en het BTW-compensatiefonds Innovatie en uitwisseling Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Provinciale rol bij het oplossen van bestuurlijke en financiële knelpunten van gemeenten. - Het IPO heeft waar nodig activiteiten gefaciliteerd die bevorderen dat provincies goed in staat blijven deze rol te vervullen. Risicomanagement - Door uitwisseling van best practices wordt bijgedragen aan de verbetering van het risicomanagement bij provincies. - - Op basis van de evaluatie van de afspraken over de EMU-normering worden afspraken gemaakt over de EMU-normering na In overleg met Financiën worden knelpunten bij het verplicht schatkistbankieren aangepakt. - Om het Provinciefonds robuuster te maken is binnen de kaders van het huidige verdeelmodel gestart met groot onderhoud; - Een externe commissie bereidt een zwaarwegend advies voor over een robuust en duurzaak verdeelmodel en de aanpak van (her)verdeelvraagstukken; - De voorstellen van de VNG-commissie Vernieuwing BBV die voor de provincies relevant zijn, worden in overleg met VNG en BZK geïmplementeerd. Wat heeft het IPO daarvoor in 2015 gedaan? - De provincies wisselen best practices uit over deze rolinvulling - Uitwisseling van best practices uit op het gebied van risicomanagement

246 Bijlage a 1 IPO Jaarplan Jeugdzorg De verantwoordelijkheid voor de Jeugdzorg is per 1 januari 2015 overgedragen aan de gemeenten. De werkzaamheden van het IPO voor dit dossier zijn hiermee beëindigd. 3.7 Culturele Infrastructuur en Monumentenzorg Belangenbehartiging Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? Culturele Infrastructuur - In het Algemeen Kader Interbestuurlijke Verhoudingen Cultuur is vastgelegd dat cultuur een kerntaak is van provincies waar dit lokale belangen overstijgt. Provincies zijn verantwoordelijk voor bovengemeentelijke coördinatie op regionaal niveau. Provincies zetten zich in voor diversiteit en spreiding van voorzieningen. Door inzet van het IPO wordt bij het opstellen van landelijk cultuurbeleid door OCW rekening gehouden met geografische spreiding van instellingen/ organisaties en functies. Regionale omroepen* - Een onafhankelijke regionale nieuws- en informatie functie in een gewijzigd publiek mediabestel. - Het IPO zorgt er in 2015 voor dat al in het voortraject van de nieuwe cultuurplanperiode de belangen en zorgpunten van provincies m.b.t. infrastructuur zijn besproken bij OCW. Dit resulteert in een adviesaanvraag van OCW aan de Raad voor Cultuur waarin de vragen van provincies zijn opgenomen. Het IPO heeft een bijdrage geleverd aan de discussie over cultuurparticipatievoorzieningen en de taak van provincies op dat terrein - Het IPO levert in 2015 input voor de toekomstverkenning van het medialandschap en maakt afspraken met de staatssecretaris van OCW over waarborgen op het terrein van budget, kwaliteit en verantwoording over de regionale nieuws- en informatiefunctie. Resultaat in 2015 is een aangepaste Mediawet (ingaande per 2016) waarin de waarborgen zijn verankerd. Het IPO doet dat omdat regionale omroepen een belangrijke nieuwsvoorziening in de regio zijn. De omroepen geven uiting aan de regionale identiteit, hebben een (democratische) waakhondfunctie en kunnen zorgen voor grotere zichtbaarheid van provinciaal beleid en de provincie als bestuurslaag

247 Bijlage a 1 IPO Jaarplan 2015 Erfgoed Provincies houden samen met gemeenten en andere maatschappelijke partijen het erfgoed in stand en maken in toenemende mate verbinding van het erfgoed met andere ruimtelijkeconomische ontwikkelingen Monumentenzorg** Het restauratiebeleid van provincies voor rijksmonumenten is effectief en efficiënt; en Provincies maken afspraken met partijen over restauraties, prioriteren de restauraties en stellen de hoogte van de subsidies vast. IPO heeft een notitie opgesteld waarin de verbinding van cultuur/erfgoed met het ruimtelijk economisch domein wordt beschreven. Deze notitie geeft een beeld van de huidige stand van zaken en geeft aanbevelingen om deze verbinding in de toekomst te versterken. - Naar aanleiding van de uitkomsten van de Evaluatie Decentralisatie Rijksmiddelen voor Restauratie bepalen welke gezamenlijke inzet nodig is om het restauratiebeleid effectief en efficient uit te voeren. - Afstemming met andere partijen in het monumentenveld (o.a. Nationaal Restauratiefonds) over het restauratie- en instandhoudingsbeleid van rijksmonumenten. Bibliotheken *** - De ondersteuningstaken van provincies in het bibliotheekwerk zijn verankerd in de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (2015) - De nieuwe Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen gaat in per 2015 en is derhalve geen actueel onderwerp meer. In bestuurlijk overleggen zal de uitwerking/invulling indien nodig besproken worden. Archieven - Provincies beschikken over bruikbare producten (duurzaamheid en kwaliteit) om de (nieuwe) wettelijke zorgplicht voor het provinciaal archief waar te maken. - Het IPO heeft met andere partijen (OCW, NA, VNG, UvW) de voortgang en kwaliteit van de uitvoering van de innovatieagenda archieven aangestuurd en bewaakt. In 2015 wordt de deelname van provincies aan de Regionale Historische Centra geëvalueerd. In het bestuursakkoord is vastgelegd dat provincies hun archieven onderbrengen bij de Regionale Historische Centra en mede financier zijn. * Het onderwerp Regionale omroepen is door het bestuur ondergebracht in een tijdelijke ad-hoc commissie. Minimaal jaarlijks spreekt het bestuur actief uit of de ad-hoc commissie wordt doorgezet. ** Decentralisatie rijksmonumenten wordt behartigd via de IPO werkgroep Cultuurhistorie (IWC) 24 86

248 Bijlage a 1 IPO Jaarplan 2015 *** Bibliotheken is tijdelijk toegevoegd aan de IPO-agenda in verband met de voorbereiding van nieuwe wetgeving op dit terrein. Zodra het wetgevingstraject is afgerond zal het onderwerp van de agenda worden afgevoerd. 3.8 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) en regionale uitvoeringsdiensten Belangenbehartiging Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? Verankering van eerdere afspraken tussen het IPO, VNG en het rijk uit 2008 (package deal) in de wet VTH. Ook de latere afspraken uit het IPOadvies over de organisatie en coördinatie van de BRZO-taken van provincies en gemeenten worden via deze wet juridisch geregeld. De met het nieuwe VTH stelsel gerealiseerde positie voor de provincies wordt overgenomen in zijn opvolger, de omgevingswet. Provincies blijven bevoegd gezag voor de bedrijven die onder de BRZO en IPPC vallen. - Het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving voor de Wabo is beschreven. Hierin staan de onderlinge verantwoordelijkheden en rollen tussen de betrokken overheden. Het dient als basis voor de zorg voor bestuurlijke en organisatorische condities (zoals kennis, informatie, voldoende gekwalificeerd personeel, toereikende bevoegdheden en financiële middelen, etc); de onderlinge afstemming en uitvoering door het bevoegd gezag, de regionale uitvoeringsdiensten en het OM, en voor het toezien op het functioneren van dit stelsel (mbv monitoring, evaluatie, vernieuwing). Naast de beschrijving van het stelsel is de landelijke afstemmingstructuur vastgesteld en geïmplementeerd. - Afspraken worden gemaakt over de inbreng van taken door het rijk en waterschappen in de regionale uitvoeringsdiensten - Er wordt als 1 overheid gewerkt met een gedeelde landelijke visie op vergunningverlening, toezicht, handhaving en sanctionering. Deze visie is uitgewerkt in een landelijke VTH-strategie, die door alle betrokken overheden wordt gehanteerd. - Alle regionale uitvoeringsdiensten zijn operationeel en functioneren. - De zes RUD s met een BRZO-specialisatie - In 2015 richt de lobby zich vooral op de ontwikkeling van de rol en positie van de provincies in het omgevingsrecht (Wabo, Omgevingswet) en op uitvoerbare en eenvoudigere regels en wetgeving voor vergunningverlening en toezicht; - Daarnaast richt de belangenbehartiging zich vooral op de borging van de provinciale belangen in het kader van de aanpassing van de Wabo; de wet VTH. Het stelsel is nog dermate fragiel dat alertheid vereist is, en het gesprek met VNG en I&M hierover benodigd is; - Organiseert de samenwerking en lobby met landelijke partners; - zet in op optimale vervulling van bestuurlijke, organisatorische en financiële randvoorwaarden voor het invullen van de wettelijke provinciale coördinatie en regietaken; - Initieert en regisseert de ontwikkeling van een vergunningstrategie en een toezichtstrategie die toepasbaar is voor het omgevingsrecht en daarmee voor alle betrokken overheden; - Maakt in 2015 afspraken met het rijk over monitoring, informatie-uitwisseling en kennisontwikkeling; - Initieert samen met de VNG de inbreng van taken van rijk en waterschappen in de omgevingsdiensten en maakt daarover afspraken

249 Bijlage a 1 IPO Jaarplan 2015 werken nauw samen en zorgen voor de coördinatie, ondersteuning en uitvoering van de BRZO-taken van het Wabo bevoegd gezag. Innovatie & uitwisseling Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? Regie totstandkoming RUD s & opdrachtgeverschap Inbreng evaluatie en ontwikkeling wetgeving en vernieuwing instrumentarium uitvoering; Visie ontwikkeling over toezicht en fysieke veiligheid - Bijdragen aan verbetering van wetgeving en regelgeving; - betere afstemming van bestuursrecht en strafrecht; - nieuwe inzichten over fysieke veiligheid en de rol van overheid, bedrijfsleven en burgers. - In IPO-verband worden in 2015 beleid en producten ontwikkeld voor provincies in hun rol van bevoegd gezag, specifiek een V-strategie en T- strategie. - Regisseert en draagt bij aan de invulling en borging van de implementatie van de nieuwe rollen en verantwoordelijkheden en de landelijke afstemmingstructuur. 3.9 Werkgeverszaken Belangenbehartiging Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Cao-onderhandelingen - Cao voor de periode afgesloten; - Coördinatie implementatie Cao afspraken; en - Implementatie overige centrale arbeidsvoorwaarden (waaronder pensioenen). Innovatie & uitwisseling Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Wat heeft IPO daarvoor in 2015 gedaan? - Een Cao afgesloten t/m het kalenderjaar Paritair een gezamenlijke visie ontwikkeld gericht op de Cao van de toekomst. - Actieve betrokkenheid bij modernisering en fiscaal zuiver houden van de pensioenregeling ABP (pensioenakkoord). - Actieve betrokkenheid bij implementatie normalisatie ambtelijke rechtspositie: coördinatie binnen de sector en provincies voorlichten en voorbereidingen plegen om de eerste cao normalisatie proof af te spreken met de bonden. Wat heeft het IPO daarvoor in 2015 gedaan? 26 88

250 Bijlage a 1 IPO Jaarplan 2015 Samenwerking werkgeverszaken IPO, UvW en VNG Er wordt nauw samengewerkt tussen de afdelingen werkgeverzaken van IPO, UWV en VNG vanuit één gezamenlijke backoffice werkgeverszaken. Ook vindt samenwerking plaats van A&O fondsen van de sectoren provincies, gemeenten en waterschappen. Jaarlijkse personeelsmonitor - De personeelsmonitor wordt vanaf 2013 verzorgd door de A&O stichting. - Een gezamenlijke paritaire visie ontwikkeld op een gezamenlijke cao voor de decentrale overheden: welke onderwerpen, al dan niet harmoniseren en governance. - De samenwerking tussen de bureaus werkgeverszaken van IPO, VNG en UvW verder versterkt: fysiek is werkgeverszaken IPO gehuisvest bij de VNG; gezamenlijk wekelijks werkoverleg; bij dossiers die relevant zijn voor de drie sectoren vanaf de start afspraken maken wie waarin het initiatief neemt; gezamenlijke voorlichtingssessies voor de sectoren. - Presentatie personeelsmonitor

251 Bijlage a 1 IPO Jaarplan Interne Organisatie IPO Wat heeft het IPO aan het einde van de MJA bereikt? Wat heeft het IPO hiervoor in 2015 gedaan? Transitie IPO - De transitie van het IPO is volledig afgerond; en - De transitie van het IPO is in 2014 nagenoeg geheel afgerond. Op grond van de ervaringen met de transitie en de algemene evaluatie (zie hieronder) zijn aanbevelingen voorbereid voor de nieuwe bestuursperiode ( ). - Een uitgebreide evaluatie van de transitie van het IPO heeft plaatsgevonden en heeft geleid tot aanbevelingen voor het nieuw aan te treden IPObestuur Een uitgebreide algemene evaluatie van de transitie van het IPO ( ) heeft plaatsgevonden en heeft geleid tot aanbevelingen voor de nieuwe bestuursperiode. Algemene Vergadering - De nieuwe inrichting van de Algemene Vergadering is geëvalueerd en heeft geleid tot aanbevelingen voor de nieuw aan te treden Algemene Vergadering De Algemene Vergadering is onderdeel van de algemene evaluatie van de transitie van het IPO (zie hierboven). Aanbevelingen naar aanleiding hiervan zijn leidend voor nieuwe periode Algemene Vergadering. IPO-bureau - De formatie van het IPO-bureau is teruggebracht van 60,06 fte (peiljaar 2010) naar fte. - Doelstelling is per 1 januari 2016 behaald. - Het IPO-bureau heeft nieuwe (goedkopere) huisvesting betrokken na afloop van het huurcontract per 1 januari Doelstelling is in 2014 behaald. Communicatie - De colleges van GS worden wekelijks geïnformeerd via de Haagse Lobbybrief en Statenleden via de wekelijkse digitale nieuwsbrief. - De colleges van GS zijn wekelijks geïnformeerd via de (in 2014 vernieuwde) Haagse Lobbybrief en Statenleden via de (in 2014 vernieuwde) wekelijkse ipost

252 Bijlage a 1 IPO Jaarplan Actieve communicatie via de website, social media, en (openbare) brieven. - Het IPO-Jaarcongres heeft jaarlijks in oktober plaats gevonden te Fryslân (2012), Flevoland (2013) en Zeeland (2014). - Jaarlijkse organisatie van het Bestuursdiner. - Jaarlijkse organisatie van de parlementaire Welcome Back -borrel (doelstelling met ingang van 2014). - Actieve communicatie via de website, social media, en (openbare) brieven. - Het IPO-Jaarcongres 2015 vindt plaats in Limburg. - In 2015 is, voor de derde keer, een gezamenlijk Bestuursdiner van IPO, VNG en Unie van Waterschappen ter vervanging van de separate bestuursdiners. - In 2015 is voor de tweede keer, samen met VNG en Unie van Waterschappen, de parlementaire Welcome Back -borrel voor Eerste en Tweede Kamer op de eerste Tweede Kamerdag na het zomerreces georganiseerd

253 b 0 Voorstel wijziging IPO-begroting 2014 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3b Paraaf: Datum : 12 september 2014 Inlichtingen bij : Carla Boot/Jacqueline Kooman Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : 1 Onderwerp : Wijziging IPO-begroting 2014 Voorstel De gewijzigde IPO-begroting 2014, vastgesteld door het bestuur in zijn vergadering van 10 en 11 september 2014, goedkeuren. Toelichting Op basis van de uitputting van de diverse begrotingsposten en een realistische prognose wordt deze begrotingswijziging aan u voorgelegd. De wijziging is budgettair neutraal. Tegenover extra uitgaven, staan extra inkomsten. Binnen de budgettair neutrale wijziging van de begroting wordt een bedrag van opgevoerd voor kosten die samenhangen met de verhuizing van het IPObureau in november Het betreft kosten die verband houden met het schoon opleveren van het huidige kantoor, het afboeken van resterende afschrijvingen voor investeringen in het huidige kantoor (meubilair, vloerbedekking), de kosten van verhuizen en advieskosten die samenhangen met de verbouwing en inrichting van het nieuwe kantoor. In de begroting was een bedrag opgenomen voor doorbelaste overhead ten bedrage van voor het gebruik van het IPO-kantoor door GBO provincies. Deze is per 1 januari opgegaan in de interprovinciale uitvoeringsorganisatie BIJ12. In 2014 is daarom geen gebruik meer gemaakt van de faciliteiten van het IPO-bureau. Deze post komt daarom te vervallen. De verhoging van de post programmakosten algemeen onder Belangenbehartiging en innovatie betreft de verrekening met de provincies van de flexpool (provinciale medewerkers die bij het IPO zijn gedetacheerd). De omvang van de flexpool is door uw vergadering vastgesteld op 4 fte. Provincies hebben 3,2 fte. geleverd, voor 0,8 fte. wordt het IPO op grond van bestaande afspraken nu financieel gecompenseerd. De extra inkomsten van hangen samen met opbrengsten van de tijdelijke detachering (in het kader van de transitie van het IPO) van twee medewerkers bij het ministerie van I&M. Bijlage Concept begrotingswijziging

254 Bijlage b 1 Wijziging Begroting 2014 Begroting 2014 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3b, bijlage Lasten 2012 Begroot Begroot Wijziging Begr Directie Salarissen en sociale lasten Totaal directie Belangenbehartiging en innovatie Salarissen en sociale lasten programmakosten algemeen Jaarconferentie/bestuursdiner Totaal belangenbehartiging en innovatie Specifieke opdrachten: Europa Salarissen en sociale lasten Huisvesting Brussel Kenniscentrum Europa Decentraal Totaal Europa Electronische dienstverlening - salarissen en sociale lasten Programmakosten Totaal electronische dienstverlening Werkgeverszakem Salarissen en sociale lasten Personeelsmonitor Programmakosten Totaal Werkgeverszaken Jeugdzorg - salarissen en sociale lasten benchmark Totaal Jeugdzorg Ondersteuning en Bedrijfsvoering Salarissen en sociale lasten programmakosten Totaal ondersteuning en bedrijfsvoering

255 Bijlage b 1 Wijziging Begroting 2014 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3b, bijlage Lasten 2012 Begroot Begroot Wijziging Begr Interne organisatie Personele kosten Vergoeding woon/werkverkeer Overige personeelskosten Vorming en opleiding Herplaatsing Transitie Wervingskosten Reis- en verblijfkosten Tijdelijk personeel Totaal personele kosten Huisvesting Kantoor Den Haag Verhuizing 0 0 p.m Vergaderkosten ICT Totaal huisvesting Diversen Accountantskosten en administratie Documentatie Representatie Totaal diversen Totaal interne organisatie Doorbelasting overhead Overige kosten BTW Totaal overige kosten Totaal lasten Begroot Begroting Wijziging begr Baten bijdragen provincies secretariaat bijdragen provincies flexpool bijdragen provincies specifieke opdrachten bijdragen andere overheden werk ten behoeve van derden diverse baten rente Totaal baten

256 c 0 Voorstel wijziging begroting Kassiersfunctie 2014 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3c Paraaf: Datum : 12 september 2014 Inlichtingen bij : Carla Boot/Jacqueline Kooman Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : 1 Onderwerp : Wijziging begroting Kassiersfunctie 2014 Voorstel De wijziging begroting Kassiersfunctie 2014, zoals vastgesteld door het bestuur in de vergadering van 10 en 11 september 2014, goedkeuren. Toelichting De wijzigingsvoorstellen tonen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2014 een ophoging van in totaal , waarvan ten laste van de POP1-voorziening. Specificatie wijzigingen: - conform het bestuursbesluit van 17 april 2014 is opgenomen voor het plan van aanpak transitie DLG. Daarnaast wordt u gevraagd voor nieuwe kosten voor de afronding van het project een extra budget van beschikbaar te stellen. De Kring van Provinciesecretarissen heeft hierover op 4 september positief geadviseerd. - conform het besluit van de Kring van Provinciesecretarissen van 17 december 2013 is opgenomen voor het project Functiecreatie. Naar aanleiding van het sociaal akkoord gesloten met de sociale partners (Participatiewet) is afgesproken 340 nieuwe banen te creëren ten behoeve van de integratie van mensen met een arbeidshandicap; - conform het besluit van Kring van Provinciesecretarissen van 17 december 2013 is opgenomen ten behoeve van de kosten voor de doorstart van de Provincie academie naar een Lerend netwerk; - conform het voorstel van de bestuurlijke adviescommissie Vitaal Platteland van 22 mei en 26 juni 2014 is opgenomen voor de voorfinanciering van de Stichting Collectieven Natuurbeheer (SCAN) ten behoeve van de professionalisering van de agrarische collectieven. Deze gelden maken deel uit van de financiële afspraken in het kader van de decentralisatie van het natuurbeleid. Het IPO fungeert in dezen slechts als doorgeefluik ; - conform het advies van de ambtelijke adviescommissie Vitaal Platteland van 5 september 2013 is opgenomen voor de inzet van negen provincies in geld ten behoeve van het project Vernieuwing Implementatie Agrarisch Natuurbeheer De andere provincies hebben hiervoor menskracht (0,2 fte) geleverd; - er is ten laste van de restvoorziening POP opgenomen voor interprovinciale activiteiten. Dit betreft diverse uitgaven volgens besluitvorming door de ambtelijke adviescommissie Vitaal Platteland. De voorziening is hiermee nagenoeg uitgeput. Bijlage Conceptbegrotingswijziging Kassiersfunctie

257 Bijlage c 1 Wijziging begroting Kassiersfunctie 2014 Begroting 2014 Kassiersfunctie Vergadering van de Algemene Vergaderin van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3c, bijlage 1 Lasten 2012 Gewijzigde Begroot Wijz begr Bedragen Datum/gremium begroting incl BTW besluitvorming 2013 Uitvoerende activiteiten: - Subsidiestelsel Natuur en Landschapsbeheer Gemeenschappelijke Beheers Organisatie PRISMA AAC DROW Total uitvoerende activiteiten Overig - Interprovinciale Projecten Water (IPW) AAC DROW Landel Coordinatiep. Windenergie (LCW) Arbeidsmarkt- en opleidingsgelden ProGideon Front Office/Basisregistraties diverse budgetten Transitie Jeugdzorg RUD's IPO bestuur Milieu-Verkenner KvP Samenwerkingsagenda Kring STIP/Profiel Provincie IPO bestuur Werkbudget gedeputeerden mobiliteit AAC RBROV Werkbudget DRO AAC DROW Werkbudget DROW conferenties/bijeenkomsten AAC DROW Vergunningverlening, Toezicht, Handhaving (VTH) AAC DROW Transitie DLG: plan van aanpak IPO bestuur / Project "Functiercreatie" KvP Provincie academie 'Lerend netwerk" KvP Energietransitie AAC DROW /RE&E Landelijk Team BRZO/RB Convenant Glastuinbouw Juridische ondersteuning VGG

258 Bijlage c 1 Wijziging begroting Kassiersfunctie 2014 Vergadering van de Algemene Vergaderin van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3c, bijlage 1 Lasten 2012 Gewijzigde Begroot Wijz begr Bedragen Datum/gremium begroting incl BTW besluitvorming Stichting Collectieven Agrarisch Natuurbeheer BAC VP / Projectbudget Vernieuwing Agrarisch Natuurbeheer BAC VP / Personele inzet proj Vernieuwing ANB AAC VP Interprovinciale activiteiten Vitaal Platteland Projectbureau Vitaal Platteland totaal overig Lasten 2012 Gewijzigde Begroot Wijz begr Bedragen Datum/gremium begroting incl BTW besluitvorming 2013 Provinciale abonnementen - Geonovum STOWA COELO CEMR totaal provinciale abonnementen totaal kassiersfunctie BTW Totaal lasten

259 Bijlage c 1 Wijziging begroting Kassiersfunctie 2014 Vergadering van de Algemene Vergaderin van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3c, bijlage Gewijzigde Begroot Wijziging begr Bedragen begroting incl BTW 2013 bijdragen provincies Kassiersfunctie diverse baten bijdrage POP bijdragen andere overheden Totaal baten

260 Bijlage c 1 Wijziging begroting Kassiersfunctie 2014 Vergadering van de Algemene Vergaderin van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3c, bijlage 1 99

261 Bijlage c 1 Wijziging begroting Kassiersfunctie 2014 Vergadering van de Algemene Vergaderin van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3c, bijlage 1 100

262 Bijlage c 1 Wijziging begroting Kassiersfunctie 2014 Vergadering van de Algemene Vergaderin van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3c, bijlage 1 101

263 d 0 Voorstel Gewijzigde begroting 2014 BIJ12 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3d Paraaf : Datum : 10 september 2014 Inlichtingen bij : Marly Bloem Doorkiesnummer : (06) Bijlagen : 2 Onderwerp : Wijziging begroting BIJ Voorstel De wijziging begroting 2014, vastgesteld door het bestuur op 10 en 11 september 2014, goedkeuren. Toelichting Wat vooraf ging De door u in oktober 2014 vastgestelde GWO-begroting 2014 was het uitgangspunt voor het vormgeven van BIJ12. Bij de behandeling van de begroting is toegezegd dat in 2014 een gewijzigde begroting voorgelegd zou worden om de begroting 2014 aan te passen aan de uitgewerkte organisatie. Met de voorliggende notitie wordt invulling gegeven aan deze toezegging. Het IPO-bestuur heeft in haar vergadering op 10 en 11 september 2014 voorliggende gewijzigde begroting 2014 vastgesteld. Wijzigingen op de vastgestelde begroting 2014 Na vaststelling van de GWO-begroting is de organisatie verder vormgegeven, zoals de functiewaardering en het vervolgens invulling geven aan de personele bezetting, het regelen van de huisvesting en de benodigde infrastructuur voor de ICT. Daarnaast zijn de deelbegrotingen van de uitvoerende units geactualiseerd. Op basis van de stand van de organisatie medio 2014 is de gewijzigde begroting opgesteld. De totale provinciale bijdragen voor BIJ12 over 2014 vallen na de wijzigingen per saldo lager uit dan op basis van de vastgestelde GWO-begroting. De lasten in de gewijzigde begroting zijn met 1,5 mln. toegenomen naar 38,8 mln. De stijging is toe te schrijven aan het integraal opnemen van de begroting van de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) ( 2,2 mln.) waarvoor BIJ12 in opdracht van de consortiumpartijen de uitvoering verzorgt. Tegenover deze lasten staan de bijdragen van de consortiumpartijen en de opbrengsten van de abonnementen/leveringen NDFF. Voorheen was enkel het provinciale deel van opgenomen in de begroting. Van de totale provinciale bijdragen van 37,2 mln. ( vooral bestaand uit de decentralisatiegelden voor natuur) kunnen de provincies middels het ontheffingenbeleid direct sturing geven op de hoogte van de uitkeringen Faunaschade en op de bijbehorende taxatiekosten (samen 19,3 mln.). Het restant van de provinciale bijdragen ( 17,9 mln.) betreft de kosten voor uitvoering en beheer van de bij BIJ12 belegde taken. Door vaststelling van een jaarlijks werkplan geven de provincies op gedetailleerd niveau sturing aan BIJ

264 d 0 Voorstel Gewijzigde begroting 2014 BIJ De belangrijkste wijzigingen per unit betreffen: PAS-bureau In de Regiegroep PAS/Natura 2000 zijn nadere afspraken gemaakt met het RIVM over de vergoeding van de beheerkosten. Consequentie van het besluit was dat het bedrag ad euro voor beheer voor een deel wordt doorgeschoven naar Met het RIVM is een vergoeding afgesproken van de kosten voor het beheer in 2014 van , in en vanaf 2016 jaarlijks Uit de afgesproken vergoeding volgt een begrotingswijziging voor Op basis van de gewijzigde begroting 2014 zal er van de incidentele PAS-middelen ingezet worden in Natuurinformatie en Natuurbeheer In de gewijzigde begroting is in de post uitvoeringskosten Informatievoorziening en monitoring de storting naar een bestemmingsreserve van 1,6 mln. opgenomen. Deze bestemmingsreserve wordt de komende jaren ingezet ten behoeve van het project Vegetatiekarteringen en habitattypekaarten. De kosten voor het totale project waren ten behoeve van de GWO-begroting geraamd op 2 mln. In 2014 wordt er naar verwachting hiervan besteed. Voor het restant van het projectbedrag wordt een bestemmingsreserve gevormd. Gezien de doorlooptijd over meerdere jaren is een reservering nodig om het project te kunnen realiseren. Aangezien een aantal modules voor Natuurinformatie nog in ontwikkeling zijn, vallen de geraamde beheerkosten lager uit. Ten aanzien van het Agrarisch Natuurbeheer dienen nog afspraken te worden gemaakt over de wijze van uitvoering. Aangezien de verantwoordelijkheid voor de uitvoering NDFF is ondergebracht bij BIJ12 is de begroting NDFF (bijlage 2) integraal opgenomen in de begroting BIJ12. In de provinciale bijdragen is rekening gehouden met het provinciale deel voor 2014 van in totaal Eventuele risico s op de uitvoering worden gedekt door de consortiumpartijen. Faunafonds De taxatiekosten zijn bij de herziening ondergebracht bij de schade-uitkeringen omdat deze kosten direct verband houden met het aantal schades. In de GWO-begroting waren de taxatiekosten nog opgenomen onder de overige uitvoeringskosten. GBO provincies Na vaststelling van de GBO-begroting 2014 zijn er 2 applicaties aan het takenpakket van GBO provincies toegevoegd (AHN en IBIS), de deelbegroting GBO 2014 sluit daardoor hoger. Directie en Bedrijfsvoering Bij de opstelling van het organisatie- en formatieplan zijn er functies verschoven van de uitvoerende units naar de unit Bedrijfsvoering. Hierdoor zijn de loonkosten van deze unit gestegen met en evenredig gedaald bij andere units. De kosten voor huisvesting, ICT en overige organisatiekosten zijn aangepast aan de werkelijke kosten. Per saldo zijn de kosten voor Directie en Bedrijfsvoering met gestegen (dit is inclusief de hierboven genoemde loonkosten). Na 2014 zullen de organisatiekosten gaan dalen vanwege het wegvallen van incidentele kosten voor de implementatie van de organisatie. Het totaal aan kosten voor Directie en Bedrijfsvoering wordt als overhead doorbelast naar de uitvoerende units. 103

265 d 0 Voorstel Gewijzigde begroting 2014 BIJ Doorbelasting overhead Bij de GWO-begroting is geconstateerd dat op de deelbegrotingen van het Faunafonds en GBO provincies niet voldoende ruimte aanwezig was om de doorbelasting van de overhead te kunnen dragen. Dit is toen opgelost door een algemene stelpost doorbelasting overhead en kosten interne organisatie op te nemen op de deelbegroting Natuurinformatie. In het kader van de herziening van de begroting is een uniforme wijze van doorbelasting op basis van het aandeel in de formatie het uitgangspunt geweest. Voor de units PAS-bureau, Faunafonds en Natuurinformatie en Natuurbeheer kan de benodigde doorbelasting opgevangen worden binnen de begroting. Voor GBO provincies is binnen de vastgestelde GBO-begroting niet voldoende ruimte aanwezig om de doorbelasting op te vangen. Voor 2014 wordt derhalve de algemene post Aanvullende dekking overhead en interne organisatie op de deelbegroting Natuurinformatie gehandhaafd. Vanaf het begrotingsjaar 2015 zal een uniforme wijze van doorbelasting worden toegepast, waarbij ook GBO provincies naar rato bijdraagt aan de overhead. Gewijzigde begroting BIJ De bovenstaande punten leiden tot de volgende gewijzigde begroting (totaal per unit, voor de detailbegroting zie bijlage 1): Gewijzigde begroting BIJ Lasten Vastgestelde GWObegroting 2014 Gewijzigde begroting BIJ Overhead en interne organisatie Doorbelasting overhead en interne organisatie Onvoorziene kosten PAS-bureau Natuurinformatie (gewijzigde begroting incl. begroting NDFF) Natuurbeheer Faunafonds GBO provincies (gewijzigde begroting incl. AHN en IBIS) Totaal lasten Tegenover deze lasten staan de volgende baten: Baten Vastgestelde GWObegroting 2014 Gewijzigde begroting BIJ Bijdragen provincies Bijdragen andere overheden/consortiumpartijen NDFF Diverse baten/abonnementen en lossen leveringen NDFF Rente-inkomsten Totaal baten Saldo Het positieve saldo op de gewijzigde begroting is volledig toe te schrijven aan het overschot op de structurele begroting NDFF (zie bijlage 2). De consortiumpartijen dragen 104

266 d 0 Voorstel Gewijzigde begroting 2014 BIJ het risico op de uitvoering NDFF en besluiten over de besteding van een eventueel overschot. Een tekort komt voor rekening van de partijen. Het risico op minder inkomsten uit abonnementen is door de partijen middels een garantstelling afgedekt. Er wordt voorgesteld de bevoorschotting door de provincies te handhaven conform de GWO-begroting. Op basis van de realisatie 2014 vindt er een afrekening per provincie plaats op basis van de vastgestelde verdeelsleutels. De gewijzigde begroting 2014 vormt de basis voor de begroting Bijlagen 1. Gewijzigde begroting BIJ ; 2. begroting NDFF 2014 vastgesteld door consortiumpartijen 105

267 Bijlage d 1 Gewijzigde begroting 2014 BIJ12 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3d, bijlage 1 Gewijzigde begroting 2014 Lasten Vastgestelde GWO begroting Gewijzigde begroting BIJ Overhead Directie en ondersteuning (unit Bedrijfsvoering) Salarissen en sociale lasten Interne organisatie Personele kosten Vergoeding woon/werkverkeer Overige personeelskosten Vorming en opleiding Reis- en verblijfskosten Tijdelijk personeel Totaal personele kosten Huisvesting Kantoor/werkplekken ICT Btw-risico op investeringen en beheerkosten huisvesting en ICT Bijdrage IPO voor werkplekken en vergadercentrum Bijdrage vanuit NDFF voor financiële administratie Totaal huisvesting en ICT

268 Bijlage d 1 Gewijzigde begroting 2014 BIJ Vervolg Interne Organisatie Diverse kosten Accountantskosten en (salaris)administratie Documentatie Representatie Communicatie en publicaties Vergaderkosten Overige kantoorkosten Totaal diversen Totaal overhead en interne organisatie Doorbelasting overhead en interne organisatie naar organisatieonderdelen Overige kosten Onvoorziene kosten Totaal overige kosten

269 Bijlage d 1 Gewijzigde begroting 2014 BIJ Specifieke organisatieonderdelen Lasten Vastgestelde GWO begroting Gewijzigde begroting BIJ PAS-bureau Salarissen, sociale lasten en detacheringen Kosten beheer Aerius Onderzoek Overige uitvoeringskosten/communicatie Doorbelasting overhead personeelskosten Doorbelasting overhead overige kosten Totaal PAS-bureau Natuurinformatie (voorheen Gegevens- en informatievoorziening) Coördinatie monitoring Salarissen, sociale lasten en detacheringen Uitvoeringskosten Informatievoorziening en monitoring Uitvoeringskosten NDFF (zie bijlage 2) Doorbelasting overhead personeelskosten Doorbelasting overhead overige kosten Aanvullende dekking overhead en interne organisatie Totaal Natuurinformatie Natuurbeheer (voorheen SNL) Salarissen, sociale lasten en detacheringen Uitvoeringskosten SNL Doorbelasting overhead personeelskosten Doorbelasting overhead overige kosten Totaal Natuurbeheer

270 Bijlage d 1 Gewijzigde begroting 2014 BIJ Faunafonds Salarissen, sociale lasten en detacheringen Uitvoeringskosten Schade-uitkeringen en taxatiekosten Doorbelasting overhead personeelskosten Doorbelasting overhead overige kosten Totaal Faunafonds GBO* Salarissen, sociale lasten en detacheringen uitvoeringskosten Doorbelasting overhead personeelskosten Doorbelasting overhead overige kosten Totaal GBO Totaal lasten *Voor GBO provincies is bij de herziening en de vergelijking met de vastgestelde GWObegroting, in tegenstelling tot het bedrag van uit de GWO-begroting, uitgegaan van de in oktober vastgestelde GBO-begroting van Ten tijde van het opstellen van de GWO-begroting was dit laatste bedrag nog niet bekend. Baten Vastgestelde baten Gewijzigde baten Baten Bijdragen provincies Bijdragen andere overheden/consortiumpartijen NDFF Diverse baten/abonnementen losse leveringen NDFF Rente Totaal baten

271 Bijlage d 1 Gewijzigde begroting 2014 BIJ Totaaloverzicht lasten en baten GWO-begroting Gewijzigde 2014 Begroting BIJ Totale lasten Totale baten Saldo begroting

272 Bijlage d 2 Begroting NDFF 2014 vastgesteld door consortiumpartijen Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3d, bijlage 2 Begroting NDFF 2014 vastgesteld door consortiumpartijen Structurele lasten (incl. Btw) - Management en bedrijfsvoering Gebruikersondersteuning, beheer en onderhoud Ontwikkeling Kwaliteit en validatie (voor Btw vrijgesteld) Abonnementen en leveringen Programma Werving en Binding Waarnemers (Btw vrijgesteld) Reservering Natuurbank Nederland Totaal Structurele baten (incl. Btw) - Bijdrage partijen (incl provincies) Abonnementen* Totaal Saldo Incidentele lasten (incl. Btw) - Ontwikkeling Transitiekosten Totaal Incidentele baten (incl. Btw) - Bijdragen partijen (incl provincies) Totaal Saldo 0 *Het risico op minder inkomsten uit abonnementen is door de consortiumpartijen middels een garantstelling afgedekt. 111

273 e 0 Voorstel IPO-begroting 2015 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3e Paraaf: Datum : 12 september 2014 Inlichtingen bij : Carla Boot/Jacqueline Kooman Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : 2 Onderwerp : IPO-begroting 2015 Voorstel De begroting 2015 van het IPO, vastgesteld door het bestuur in zijn vergadering van 10 en 11 september 2014, goedkeuren. Toelichting Bijgaand treft u aan de conceptbegroting 2015 (bijlage 1) en de toelichting op de begroting 2015 (bijlage 2) van het IPO. De begroting is gebaseerd op de IPO-meerjarenbegroting Ten gevolge van wijzigingen in 2015 zijn de volgende begrotingsposten aangepast: a. de loonkosten zijn verhoogd met 3,5 %: conform de te verwachten loonontwikkeling, de financiële gevolgen door invoering van het Individueel Keuze Budget (IKB) met ingang van 2015 en de wijziging WGA-premie; b. de huurkosten zijn aangepast aan de begrootte kosten van de nieuwe huisvesting van het IPO aan de Herengracht 23 te Den Haag. Er was een taakstellende bezuiniging van overeengekomen. De uiteindelijke gerealiseerde jaarlijkse bezuiniging bedraagt ; c. de indirecte kosten zijn verhoogd met 1,25% Bijlagen 1. Begroting 2015; 2. toelichting op de begroting

274 Bijlage e 1 Begroting IPO 2015 Begroting 2015 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3e, bijlage 1 Lasten 2013 Wijziging Begr Begroot Raming Raming Raming Directie Salarissen en sociale lasten Totaal directie Belangenbehartiging en innovatie Salarissen en sociale lasten programmakosten algemeen programmakosten e-dienstverlening Jaarconferentie/bestuursdiner Totaal belangenbehartiging en innovatie Europa Salarissen en sociale lasten Huisvesting Brussel Kenniscentrum Europa Decentraal Totaal Europa Werkgeverszakem Salarissen en sociale lasten Programmakosten Totaal Werkgeverszaken Jeugdzorg - salarissen en sociale lasten Totaal Jeugdzorg Ondersteuning en Bedrijfsvoering Salarissen en sociale lasten programmakosten Totaal ondersteuning en bedrijfsvoering

275 Bijlage e 1 Begroting IPO 2015 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3e, bijlage 1 Lasten 2013 Wijziging begr Begroot Raming Raming Raming Interne organisatie Personele kosten Vergoeding woon/werkverkeer Overige personeelskosten Wervingskosten Vorming en opleiding Herplaatsing Transitie Reis- en verblijfkosten Tijdelijk personeel Totaal personele kosten Huisvesting Kantoor Den Haag Verhuizing Vergaderkosten ICT Totaal huisvesting Diversen Accountantskosten en administratie Documentatie Representatie Totaal diversen Totaal interne organisatie

276 Bijlage e 1 Begroting IPO 2015 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3e, bijlage 1 Lasten 2013 Wijziging begr Begroot Raming Raming Raming Doorbelasting overhead Overige kosten BTW Totaal overige kosten Totaal lasten Wijziging begr Begroting Raming Raming Raming Baten bijdragen provincies secretariaat bijdragen provincies flexpool bijdragen andere overheden werk ten behoeve van derden diverse baten rente Totaal baten

277 Bijlage e 1 Begroting IPO 2015 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3e, bijlage 1 116

278 Bijlage e 1 Begroting IPO 2015 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3e, bijlage 1 117

279 Bijlage e 1 Begroting IPO 2015 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3e, bijlage 1 Overzicht bijdragen Provincies Secretariaat - Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevoland Totaal Diverse baten Andere overheden - VWS (via ZH) IenM LNV (via ZH) Totaal Rente Totaal

280 Bijlage e 1 Begroting IPO 2015 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3e, bijlage 1 Staat van geactiveerde kapitaaluitgaven omschrijving aanschaf- vermeer- vermin- aanschaf- vermeer- vermin- aanschaf- % totaal afschr boek- boekw waarde dering dering waarde dering dering waarde afschr. afschr. per over waarde per meubilair , verhuizing/verbouwing , kantoorautomatisering , communicatiewebsite , licenties , kantoormachines , telefooncentrale , TOTAAL

281 Bijlage e 1 Begroting IPO 2015 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3e, bijlage 1 Voorgesteld formatieplan 2015 t/m Directie Algemeen directeur 1,00 1,00 1,00 1,00 Totaal directieraad 1,00 1,00 1,00 1,00 Bedrijfsvoering Manager bedrijfsvoering 1,00 1,00 1,00 1,00 medew PZ & Arbeidsvoorwaarden 0,70 0,70 0,70 0,70 Financiële administrateur 0,80 0,80 0,80 0,80 Mdw DIV 0,75 0,75 0,75 0,75 Informatieverzorger 0,60 0,60 0,60 0,60 Mdw telefoon & receptie 0,56 0,56 0,56 0,56 Mdw bibliotheek 0,64 0,64 0,64 0,64 ICT adviseur/systeembeheerder 1,00 1,00 1,00 1,00 Mdw repro/onderst bedrijfsvoering 1,00 1,00 1,00 1,00 Beleidsvoorbereidend medewerker 1,00 1,00 1,00 1,00 Directiesecretaresse 1,00 1,00 1,00 1,00 Secretaresse 3,30 3,30 3,30 3,30 Ondersteuner bedrijfsvoering 0,50 0,50 0,50 0,50 Totaal O&B 12,85 12,85 12,85 12,85 Platform en innovatie Teammanager 2,00 2,00 2,00 2,00 Projectleider 3,00 2,00 2,00 2,00 Coordinerend sr. adviseur 8,00 8,00 8,00 8,00 Sr. adviseur 7,00 7,00 7,00 7,00 Adviseur 4,85 4,35 4,35 4,35 Totaal Platform en innovatie 24,85 23,35 23,35 23,35 Werkgeverszaken Projectleider 1,00 1,00 1,00 1,00 Coordinerd sr. adviseur 1,00 1,00 1,00 1,00 Totaal Werkgeverszaken 2,00 2,00 2,00 2,00 Europa Sr. adviseur 1,00 1,00 1,00 1,00 Coördinator HNP 1,00 1,00 1,00 1,00 Totaal Europa 2,00 2,00 2,00 2,00 Sub-totaal 42,70 41,20 41,20 41,20 Kassiersfunctie Energie Projectleider 1,00 1,00 0,00 0,00 Totaal kassiersfunctie 1,00 1,00 0,00 0,00 Diversen Coordinerend sr. adviseur 1,00 0,00 0,00 0,00 (gedetacheerd) totaal diversen 1,00 0,00 0,00 0,00 Totaal formatie 44,70 42,20 41,20 41,20 120

282 Bijlage e 2 Toelichting op de begroting 2015 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3e, bijlage 2 Toelichting op de begroting Algemeen beeld Bij de personeelsbegroting is uitgegaan van de nieuwe organisatieopzet na de transitie: één directeur en twee teammanagers. De formatie is gebaseerd op 42,70 fte. Eind 2015 moet de formatie volgens gemaakte afspraken 41,20 fte. bedragen. Daarnaast zijn de volgende begrotingsposten aangepast: a. Verhoging van de loonkosten. Hierbij is uitgegaan van een stijging met 3,5 % waaronder 1,92% als gevolg van de met de invoering van het Individueel Keuzebudget (IKB) samenhangende afschaffing van het bovenwettelijk vakantieverlof en inbreng van de waarde daarvan; b. huurkosten aangepast naar de begrootte kosten van de nieuwe huisvesting; c. verhoging van de indirecte kosten met 1,25%. 2. Uitgangspunten Formatie en personeelskosten Voor de berekening van de salarissen en sociale lasten is het formatieplan de basis. Bij het vaststellen van de hoogte van het budget is uitgegaan van de feitelijke inschaling, inclusief FUWA-toelagen, van het personeel waarbij als salarispeil 1 januari 2014 is genomen vermeerderd met de te verwachten loonontwikkeling CPB, alsmede de verhoging van de WGA-premie in verband met de blijvende invaliditeit van een exwerknemer. Daarnaast wordt vanaf januari 2015 het Individueel Keuze Budget ingevoerd. Vanaf die datum wordt standaard het bovenwettelijk verlof (36 uur per medewerker op basis van een fulltime contract) omgezet in salaris. De ervaring bij andere organisaties die dit eerder hebben ingevoerd leert, dat bijna alle medewerkers dit bovenwettelijke verlof omzetten in geld en niet in verlof. Dit heeft tot gevolg dat de loonkosten vanaf 2015 met ongeveer 1,92% extra zullen stijgen. Huisvestingskosten Brussel Het betreft hier een evenredige bijdrage van het IPO-secretariaat aan de totale huurkosten van het Huis van de Nederlandse Provincies in Brussel. Huisvestingskosten Den Haag Het huurcontract dat het IPO-secretariaat heeft met Zurich Leven loopt op 1 februari 2015 af. In de meerjarenbegroting is uitgegaan van een taakstellende besparing van op de huisvestingskosten van het IPO met ingang van Deze bezuinigingstaakstelling is ruimschoots gehaald. Verhuizing naar het pand Herengracht 23, waarvoor een huurcontract voor de periode van 10 jaar is aangegaan, levert uiteindelijk een besparing op van De totale huisvestingslast ligt ruim hoger dan blijkt uit de laatste voorstellen die zijn gepresenteerd in bestuur en Algemene Vergadering. In die voorstellen was ten onrechte geen rekening gehouden met (extra) parkeerplaatsen, OZB en verzekeringen. Indirecte kosten De indirecte kosten zijn verhoogd met het maximaal toegestane stijgingspercentage van 1,25%, zoals eerder door de algemene vergadering is goedgekeurd. 121

283 Bijlage e 2 Toelichting op de begroting IPO-verdeelsleutel De provinciale bijdragen voor het IPO-secretariaat worden vastgesteld op grond van de zogenoemde IPO-verdeelsleutel. De in 2015 gehanteerde IPO-verdeelsleutel is gebaseerd op de meicirculaire Provinciefonds van 30 mei 2014 ( ) waarbij de opbrengst opcenten Motorrijtuigenbelasting naar genormeerd tarief is opgeteld. Waarderingsgrondslagen De duurzame bedrijfsmiddelen zijn gewaardeerd op basis van de historische kostprijs, verminderd met de lineaire afschrijving gedurende de geschatte gebruiksduur van het bedrijfsmiddel. De gebruiksduur van de nieuwe huisvesting is gerelateerd aan het huurcontract, dat een looptijd kent van tien jaar. Voor het meubilair is eveneens een gebruiksduur van tien jaar in acht genomen, voor de telefooncentrale zeven jaar en voor automatiseringsapparatuur drie jaar. De aanschaf van software vindt plaats ten laste van de exploitatierekening. Treasury De provincies financieren jaarlijks op grond van de vastgestelde begroting het IPOsecretariaat. Op basis van de jaarrekening vindt jaarlijks met de provincies definitieve afrekening plaats, waarbij als gedragsregel wordt gehanteerd dat niet bestede middelen naar de provincies terugvloeien. Indien de bevoorschotting van de provincies en de liquiditeiten het toelaten worden in voorkomende situaties gelden bij de ABN AMRO op een depositorekening gezet. De looptijd is drie, hooguit zes maanden. In geval van krappe liquiditeit heeft de BNG een garantie van (afgerond) afgegeven. Hiervan is tot op heden geen gebruik gemaakt. Het IPO is niet bevoegd tot het aangaan, garanderen en verstrekken van geldleningen. Het bestuur heeft op 19 juni éénmalig toestemming verleend tot het aangaan van een (bank) krediet ten behoeve van de verbouwings- en inrichtingskosten van de nieuwe huisvesting van het IPO van maximaal Risico s Met name het werken met project-medewerkers, die een tijdelijke arbeidsovereenkomst hebben, brengt met zich mee dat bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst WWrechten ontstaan die door het IPO als eigen risicodrager volledig worden gedragen. De risico s worden beperkt door waar mogelijk te werken met uitzendconstructies, detacheringsovereenkomsten en het begeleiden van medewerkers in het zoeken naar een volgende baan. Omdat het IPO niet bevoegd is tot het aangaan van geldleningen is het renterisico voor het IPO afwezig. 122

284 f 0 Voorstel begroting Kassiersfunctie 2015 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3f Paraaf: Datum : 12 september 2014 Inlichtingen bij : Carla Boot/Jacqueline Kooman Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : 2 Onderwerp : Begroting Kassiersfunctie 2015 Voorstel De begroting Kassiersfunctie 2015, vastgesteld door het IPO-bestuur in de vergadering van 10 en 11 september 2014, goedkeuren. Toelichting Bijgaand treft u aan de conceptbegroting Kassiersfunctie 2015 (bijlage 1) en de toelichting (bijlage 2). Onder de kassiersfunctie zijn de interprovinciale (niet IPO-)activiteiten opgenomen. Bijlagen 1. Begroting Kassiersfunctie 2015; 2. toelichting op de begroting Kassiersfunctie

285 Bijlage f 1 Begroting Kassiersfunctie 2015 Begroting 2015 Kassiersfunctie Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3f, bijlage 1 Lasten 2013 Gewijzigde Begroot Bedragen Datum/gremium begr incl BTW besluitvorming Overig - Interprovinciale Projecten Water (IPW) AAC DROW schriftelijke ronde wk Landel Coordinatiep. Windenergie (LCW) Arbeidsmarkt- en opleidingsgelden ProGideon Front Office/Basisregistraties Duurzaam Inkopen/Mobiliteit Prestatie-indicatoren/vliegwielsubsidie jeugdzorg Transitie Jeugdzorg RUD's Transitie DLG: plan van aanpak IPO bestuur Milieu-Verkenner KvP Publiekscampagne "Ons water" AAC DROW Werkbudget gedeputeerden mobiliteit AAC RB&ROV schriftelijke ronde wk Werkbudget DRO AAC DROW schriftelijke ronde wk Werkbudget DROW conferenties/bijeenkomsten AAC DROW schriftelijke ronde wk Vergunningverlening, Toezicht, Handhaving (VTH) AAC VTH schriftelijke ronde wk Energietransitie AAC DROW /RE&E Project "Functiereactie" Provincie academie "Lerend netwerk" Samenwerkingsagenda Kring STIP/Profiel Provincies Landelijk Team BRZO/RB Convenant Glastuinbouw Juridische ondersteuning procedure VGG Stichting Collectieven Agrarisch Natuurbeheer BAC VP

286 Bijlage f 1 Begroting Kassiersfunctie 2015 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3f, bijlage 1 Lasten 2013 Gewijzigde Begroot Bedragen Datum/gremium begroting 2015 incl BTW besluitvorming Projectbudget Vernieuwing Agrarisch Natuurbeheer BAC VP Personele inzet proj Vernieuwing ANB Interprovinciale activteiten Vitaal Platteland p.m. pm. - Projectbureau Vitaal Platteland totaal overig Gemeenschappelijke Beheers Organisatie PRISMA Total uitvoerende activiteiten Provinciale abonnementen - STOWA COELO CEMR totaal provinciale abonnementen totaal kassiersfunctie BTW Totaal lasten

287 Bijlage f 1 Begroting Kassiersfunctie 2015 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3f, bijlage Gewijzigde Begroot Bedragen begroting 2015 incl BTW 2014 bijdragen provincies diverse baten bijdrage pop bijdragen andere overheden Totaal baten

288 Bijlage f 1 Begroting Kassiersfunctie 2015 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3f, bijlage 1 127

289 Bijlage f 1 Begroting Kassiersfunctie 2015 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3f, bijlage 1 128

290 Bijlage f 1 Begroting Kassiersfunctie 2015 Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3f, bijlage 1 129

291 Bijlage f 1 Begroting Kassiersfunctie 2015 Overzicht bijdragen Vergadering algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3f, bijlage 1 Provincies Totaal Provinciale IPW Transitie Milieu- Ons Water Werkbudget Werkbudget abonnementen DLG verkenner mobiliteit DRO - Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevoland Totaal

292 Bijlage f 1 Begroting Kassiersfunctie 2015 Vergadering algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3f, bijlage 1 Provincies Werkbudget VTH Energie- SCAN Vernieuwing DROW transitie ANB - Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevoland Totaal

293 Bijlage f 2 Toelichting op de begroting 2015 Kassiersfunctie Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3f, bijlage 2 Toelichting op de begroting 2015 Kassiersfunctie Overig Onder de kassiersfuncties zijn de interprovinciale (niet IPO-)activiteiten opgenomen die passen binnen de smalle doch betekenisvolle agenda van het IPO. Door deze activiteiten gezamenlijk uit voeren wordt efficiënter gewerkt ten opzichte van het individueel uitvoeren door elke provincie apart. Om administratieve redenen worden de provinciale bijdragen aan deze activiteiten gekassierd door het IPO. Interprovinciale projecten water Hier is opgenomen de bijdrage aan het Informatiehuis Water, waarvoor het IPO gezamenlijk met de UvW en Rijkswaterstaat opdrachtgever is. Daarnaast is een bijdrage opgenomen voor de benodigde ondersteuning ten aanzien van de Deltabesluiten (besluit Ruimtelijke Adaptatie). Transitie DLG: plan van aanpak In 2014 is voor de uitvoeringskosten van dit traject een budget beschikbaar gesteld. Aangezien dit traject naar verwachting een doorloop heeft naar het 1 e kwartaal van 2015 is ten behoeve van de kosten van de transitiemanager een aanvullend budget begroot. Milieu-Verkenner De Milieu-Verkenner is een monitoringsinstrument dat wordt beheerd door Europa Decentraal. Naar aanleiding van besluitvorming in de Kring van Provinciesecretarissen wordt dit budget opgenomen in de begroting kassiersfunctie IPO. Publiekscampagne Ons water Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen, drinkwaterbedrijven en Rijkswaterstaat werken samen aan een publiekscampagne Ons Water om het waterbewustzijn in Nederland te vergroten. IPO/provincies hebben hier in de Stuurgroep Water van 2013 mee ingestemd. Het afgelopen jaar zijn de kosten betaald door het ministerie van I&M. Aangezien het een gezamenlijke campagne is, wordt ook van de andere partijen een financiële bijdrage verwacht. Voor de komende periode (tot en met de zomer van 2015) worden de kosten van de campagne geschat op een bedrag tussen en Daarbij kunnen de kosten door vijf partijen worden gedeeld en komt een provinciale bijdrage neer op ongeveer Voorwaarde van deze bijdrage is dat de andere vier partners een soortgelijke bijdrage leveren Vooruitlopend op besluitvorming in de AAC DROW is hiervoor een budget opgenomen. Werkbudget Mobiliteit Het gaat hierbij onder meer om kosten van het Tarievenbureau OV, het Manifest Samen op reis en de continuering van de bijdrage aan het project Bison (stroomlijning en integratie reisinformatie). De omvang van het werkbudget 2015 is in een schriftelijke ronde geaccordeerd door de ambtelijke adviescommissie RBROV. Werkbudget Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling Bestedingsverplichtingen worden vooraf of gedurende het jaar door de AAC DROW bepaald en afgeleid van het Jaarplan. 132

294 Bijlage f 2 Toelichting op de begroting 2015 Kassiersfunctie Daarnaast is een extra budget opgenomen voor het organiseren van conferenties en bijeenkomsten. Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Voor 2015 is een budget begroot ten behoeve van de proceskosten voor de gezamenlijke uitvoering van werkzaamheden die voortvloeien uit wettelijke taken, alsmede een budget voor gezamenlijke projecten in het kader van vergunning strategie, toezicht strategie en coördinerende rol samenwerking/platform. Energietransitie Het IPO en het rijk hebben afspraken gemaakt over de inzet van provincies op de hernieuwbare energiedoelen voor 2020 en daarbij intensief samen te werken. Uit dit budget worden gezamenlijke projecten en activiteiten georganiseerd om deze doelen te realiseren. Stichting Collectieven Agrarisch Natuurbeheer De transitie van het agrarisch natuurbeheer is in volle gang. Het operationaliseren hiervan betekent dat voor de financiering van SCAN ten behoeve van de professionalisering van de collectieven, volgens afspraken die bij de decentralisatie van het natuurbeleid zijn gemaakt, een provinciale bijdrage nodig is. In de AAC Vitaal Platteland van 26 juni is besloten dat het IPO als doorgeefluik voor dit budget fungeert. Projectbudget Vernieuwing Agrarisch Natuurbeheer In de AAC Vitaal Platteland van 26 juni is besloten dat het IPO als kassier fungeert voor de project- en communicatiekosten van het project Vernieuwing Agrarisch Natuurbeheer. Dit project wordt onder regie van EZ en IPO uitgevoerd. Het betreft hier het provinciale aandeel in de kosten. Voor 2015 is een budget van opgenomen. Interprovinciale activiteiten Vitaal Platteland In 2014 is een budget van gereserveerd voor diverse interprovinciale uitvoeringsactiviteiten. Hierbij werd gebruik gemaakt van de voorziening POP1. Deze voorziening is nagenoeg uitgeput. De ambtelijke adviescommissie Vitaal Platteland stelt najaar 2014 een nieuwe begroting op. Provinciale abonnementen De gezamenlijke provincies nemen deel in een aantal organisaties, te weten Stichting Onderzoek Waterbeheer (STOWA), Centrum onderzoek economie lagere overheden (COELO) en Council of European Municipalities en Regions (CEMR). De bijdrage van de gezamenlijke provincies wordt door het IPO gekassierd. 133

295 g 0 Voorstel Jaarplan BIJ Vergadering van het algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3g Paraaf: Datum : 10 september 2014 Inlichtingen bij : Marly Bloem Doorkiesnummer : (06) Bijlagen : 1 Onderwerp : BIJ12 Jaarplan 2015 Voorstel Het BIJ12-Jaarplan 2015, vastgesteld door het bestuur op 10 en 11 september 2014, goedkeuren. Toelichting Wat vooraf ging Conform de afspraken gemaakt met uw Algemene Vergadering stelt het IPO-bestuur in de eerste vergadering na het zomerreces het BIJ12-Jaarplan vast ter agendering voor de najaarseditie van uw Algemene Vergadering direct voorafgaand aan het IPO-Jaarcongres. Dit gebeurt parallel aan de behandeling van het IPO-jaarplan (agendapunt 3a). BIJ12-Jaarplan 2015 Bijgevoegd het BIJ12-Jaarplan 2015 (bijlage) met de meerjarenagenda Bij deze laatste wordt opgemerkt dat aangezien BIJ12 een uitvoeringsorganisatie betreft, er het niet voor de hand ligt te kiezen voor een statische meerjarenagenda, maar deze jaarlijks te actualiseren. Opzet Jaarplan De gecombineerde meerjarenagenda en jaarplan bestaat uit twee onderdelen: Het eerste deel betreft de inhoudelijke onderdelen uitgesplitst naar Natuurinformatie, Natuurbeheer, PAS-bureau, Faunafonds, GBO provincies. Het tweede deel betreft de interne organisatie van BIJ12. De wijze van presenteren van de doelstellingen is uniform en op dezelfde wijze gepresenteerd als het IPO jaarplan: per thema wordt het onderwerp weergegeven door de doelstellingen die in 2018 gerealiseerd moeten zijn ( Wat heeft BIJ12 in 2018 bereikt? ) gevolgd door de doelstellingen die hiervoor in 2015 moeten zijn bereikt ( Wat heeft BIJ12 in 2015 hiervoor gedaan? ). BIJ12- begroting 2015 De begroting behorend bij dit jaarplan is apart voor uw vergadering geagendeerd als agendapunt 3d. Bijlage BIJ12 Jaarplan 2015, vastgesteld door het IPO-bestuur op 10 en 11 september

296 Bijlage g 1 Jaarplan BIJ Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 Agendapunt 3g, bijlage BIJ12 Meerjarenagenda & Jaarplan september 2014 Vastgesteld door het IPO-bestuur op 11 september

297 Bijlage g 1 Jaarplan BIJ Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord 1.2 Opzet gecombineerde Meerjarenagenda & Jaarplan Pagina 2 Thema s 2.1 Natuurinformatie 2.2 Natuurbeheer 2.3 PAS-bureau 2.4 Faunafonds 2.5 GBO provincies 3 Interne organisatie BIJ

298 Bijlage g 1 Jaarplan BIJ Inleiding 1.1 Voorwoord Sinds 1 januari 2014 is BIJ12 operationeel. In deze organisatie zijn de uitvoeringsactiviteiten ondergebracht die de provincies gezamenlijk doen. Het betreft: 1. de coördinatie van de uitvoering van het subsidiestelsel Natuur en Landschap; 2. het beheer van gemeenschappelijke informatiesystemen 3. het verzorgen van schade-uitkeringen bij erkende schades door beschermde diersoorten aan landbouw, bosbouw en visserij (vanwege de decentralisatie van het Faunafonds van het Rijk naar de provincies); 4. de (proces)coördinatie van monitoring, dataopslag, informatie, analyse en rapportages van natuurgegevens, met name voor de verantwoording richting Rijk en EU; en 5. ondersteuning van de uitvoering van het Programma Aanpak Stikstof voor 12 provincies en 3 ministeries door onder andere gebruikers te ondersteunen en rapportages te verzorgen. De werkzaamheden van BIJ12 zijn beleidsarm. De provincies bepalen de beleidskaders en hebben ruimte het eigen beleid te bepalen en haar eigen invulling te geven. Met BIJ12 zijn gezamenlijke uitvoerende werkzaamheden van de provincies samengebracht in één organisatie. Het betreft concrete uitvoeringstaken (zoals verzorgen van schadeuitkeringen) en taken ter ondersteuning daarvan (het beheer van informatiesystemen). BIJ12 versus IPO BIJ12 is formeel ondergebracht bij de vereniging IPO (als IPO-schil ), maar is materieel op afstand van het IPO geplaatst. Dit betekent dat BIJ12 een eigen jaarplan en begroting heeft. Wel wordt voor het jaarplan en de begroting dezelfde taal en systematiek gebruikt als het IPO. Ook wordt aangesloten bij de verantwoordingsstructuur (P&C-cyclus) van het IPO. Meerjarenagenda BIJ12 heeft een meerjarenagenda Aangezien het een uitvoeringsorganisatie betreft ligt het niet voor de hand te kiezen voor een statische meerjarenagenda, maar deze jaarlijks te actualiseren. Per 1 januari 2016 is een evaluatie voorzien van BIJ Opzet gecombineerde Meerjarenagenda & Jaarplan De gecombineerde meerjarenagenda en jaarplan bestaat uit twee onderdelen: Het eerste deel betreft de inhoudelijke onderdelen uitgesplitst naar Natuurinformatie, Natuurbeheer, PAS-bureau, Faunafonds, GBO provincies. Het tweede deel betreft de interne organisatie van BIJ12. De wijze van presenteren van de doelstellingen is uniform en op dezelfde wijze gepresenteerd als het IPO jaarplan: per thema wordt het onderwerp weergegeven door de doelstellingen die in 2018 gerealiseerd moeten zijn ( Wat heeft BIJ12 in 2018 bereikt? ) gevolgd door de doelstellingen die hiervoor in 2015 moeten zijn bereikt ( Wat heeft BIJ12 in 2015 hiervoor gedaan? )

299 Bijlage g 1 Jaarplan BIJ Thema s 2.1 Natuurinformatie Thema Wat heeft BIJ12 in 2018 bereikt? Wat heeft BIJ12 hiervoor in 2015 gedaan? Digitale Keten Natuur (DKN) De benodigde infrastructuur (processen, procedures, ketenorganisatie, informatievoorzieningen, etc.) voor natuurinformatie voor provincies en Rijk is vormgegeven De exploitatie van een gemeenschappelijke databank (NDFF) die door (markt)partijen wordt erkend als de centrale database voor flora en fauna Natuurmonitoring De benodigde rapportages voor provincies en Rijk over ontwikkeling en beheer van de natuur zijn opgeleverd Alle natuurmonitoring (Natuurnetwerk + NEM) vindt gestandaardiseerd plaats Opstellen uitvoeringsprogramma voor de informatieinfrastructuur natuur (DKN) Technisch realiseren van de gemeenschappelijke databank (NDFF), zodat partijen hun systemen erop kunnen aansluiten Opstellen uitvoeringsprogramma natuurrapportages Inzicht verschaffen in de gebruikte en benodigde protocollen en instructies 2.2 Natuurbeheer Thema Wat heeft BIJ12 in 2018 bereikt? Wat heeft BIJ12 hiervoor in 2015 gedaan? Landelijke coördinatie Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL) De landelijke coördinatie van het SNL functioneert conform de vastgestelde eisen van de opdrachtgevers De lumpsum financieringssystematiek wordt door alle belanghebbenden gedragen Vernieuwde stelsel ANLb Implementatie van de landelijke coördinatie van het collectieve stelsel ANLb is gerealiseerd Onderzoeksvragen van provincies in het kader Kennisontwikkeling en onderzoek op het gebied van natuurontwikkeling en - beheer van natuurontwikkeling- en beheer worden structureel gecoördineerd Uitlijnen van de werkprocessen en de communicatie rondom de landelijke coördinatie, volgens de (nieuwe) eisen van de opdrachtgevers Uitwerken van de lumpsum financieringssystematiek Uitwerken van de systematiek ANLb en inbedden van de systematiek in het stelsel SNL Inventariseren inbreng provincies in onderzoek naar natuurontwikkeling en -beheer 4 138

300 Bijlage g 1 Jaarplan BIJ PAS-bureau Thema Wat heeft BIJ12 in 2018 bereikt? Wat heeft BIJ12 hiervoor in 2015 gedaan? Ondersteuning bevoegde Kennis en informatie over de PAS en AERIUS is Ondersteunen bevoegde gezagen bij PAS en AERIUS gezagen bij uitvoering PAS toegankelijk voor medewerkers van bevoegde met online en offline informatie en AERIUS gezagen Ontwikkelen platform voor uitwisseling van kennis en ervaringen Overdracht van taken van EZ naar PAS-bureau afronden, inclusief afspraken over beheer en doorontwikkeling van AERIUS Rapportage en bijsturing PAS Tussentijdse rapportage over stikstof, natuurkwaliteit en ontwikkelingsruimte zijn opgeleverd Afspraken maken over informatielevering Rapporteren conform het PAS-monitoringsplan Kennis en kwaliteit PAS De uitvoering van de PAS is versterkt door het delen van kennis en toepassing van de resultaten van onderzoek Opstellen onderzoekagenda 2.4 Faunafonds Thema Wat heeft BIJ12 in 2018 bereikt? Wat heeft BIJ12 hiervoor in 2015 gedaan? Tegemoetkomingen Vanuit de trits: Voorkomen-bestrijden-betalen, faunaschade Uitvoeringskosten Faunafonds provincies optimaal ondersteund bij beleid faunaschade te voorkomen. MJP Onderzoek Faunafonds uitgevoerd. Ondersteund en geadviseerd provincies hoe het faunabeleid zo in te richten dat Voorlichting over en afhandelen van verzoekschriften, bezwaren en beroepen. Adviseren van provincies over onderwerpen die schade aan landbouw door in het wild levende dieren voorkomen of beperken. Uitvoeren onderzoek en breed delen van de resultaten met opdrachtgevers en financiers. Interim bestuur/maatschappelijk klankbord wordt adequaat ondersteund. Digitaliseren van aanvraagprocedure en gegevensuitwisseling met stakeholders

301 Bijlage g 1 Jaarplan BIJ uitvoeringskosten BIJ12 zo laag mogelijk blijven. Daarnaast is een zo efficiënt mogelijke uitvoering van de faunaschaderegeling gerealiseerd. Uitvoeringskader opstellen van huidige werkzaamheden unit Faunazaken. Voor extra werkzaamheden kan op verzoek van provincies een offerte worden uitgebracht. 2.5 Gemeenschappelijke beheer organisatie (GBO) Thema Wat heeft BIJ12 in 2018 bereikt? Wat heeft BIJ12 hiervoor in 2015 gedaan? Kwaliteit dienstverlening GBO Dienstverleningsconcept is afgestemd met de provincies Prestaties worden gemeten, met de klant gedeeld, geëvalueerd en verbeterd Efficiënt beheer GBO provincies garandeert de dienstverlening tegen lage kosten door optimale en schaalbare inzet van mensen en middelen Dienstverleningsconcept opgezet en afgestemd Opdrachtgeverschap is helder en belegd Prestatie afspraken zijn vastgelegd met de opdrachtgever(s) Certificering is afgerond; Rapportagestructuur over de dienstverlening is opgezet en geïmplementeerd Organisatie en formatieplan is afgerond Inrichten doelarchitectuur is afgerond 6 140

302 Bijlage g 1 Jaarplan BIJ Interne Organisatie BIJ12 Thema Wat heeft BIJ12 in 2018 bereikt? Wat heeft BIJ12 hiervoor in 2015 gedaan? Communicatie De output van BIJ12 is bekend bij haar partners Verzorgen van actuele website, nieuwsbrieven, folders, bijeenkomsten en beeldmateriaal Financiën Provincies hebben adequaat inzicht in financiële Maken van tijdige, begrijpelijke en actuele financiële voortgang BIJ12 Vergadercentrum Professioneel en klantvriendelijk vergadercentrum BIJeen voor provincies en BIJ12 rapportages Professionaliseren vergadercentrum Personeel Medewerkers BIJ12 werken resultaatgericht, Implementeren resultaatgericht werken ICT/Kantoorautomatisering ICT-voorziening BIJ12 is optimaal en BIJ12 werkt papierarm Digitaliseren papieren archieven Verder automatiseren van de werkprocessen Evaluatie 2016 BIJ12 is per 1 januari 2016 geëvalueerd Evaluatie uitgevoerd van BIJ

303 h 0 Voorstel Begroting BIJ Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3h Paraaf : Datum : 12 september 2014 Inlichtingen bij : Marly Bloem Doorkiesnummer : (06) Bijlagen : 3 Onderwerp : Begroting BIJ Voorstel De begroting BIJ , vastgesteld door het IPO-bestuur op 10 en 11 september 2014, goedkeuren. Toelichting Wat voorafging Conform de afspraken gemaakt met uw Algemene Vergadering stelt het IPO-bestuur in de eerste vergadering na het zomerreces de BIJ12-begroting vast ter agendering voor de najaarseditie van uw Algemene Vergadering direct voorafgaand aan het IPO-Jaarcongres. Dit gebeurt parallel aan de behandeling van de IPO-begroting (agendapunt 3e). De gewijzigde begroting 2014 welke tevens voorligt in deze vergadering (agendapunt 3d), is het uitgangspunt geweest voor opstellen van de begroting 2015 van BIJ12. Inleiding De totale provinciale bijdragen voor BIJ12 over 2015 vallen per saldo 1,5 mln. lager uit dan op basis van de gewijzigde begroting De daling wordt veroorzaakt door het wegvallen van incidentele kosten en het dekken van de kosten voor het project vegetatiekarteringen en habitattypekaarten uit de daarvoor gevormde bestemmingsreserve. Na 2015 zullen de personeel- en organisatiekosten en de programmakosten verder dalen vanwege het wegvallen van incidentele kosten voor de implementatie van de organisatie en de bij BIJ12 belegde taken. Van de totale provinciale bijdragen van 35,8 mln. kunnen de provincies middels het ontheffingenbeleid direct sturing geven op de hoogte van de uitkeringen Faunaschade en op de bijbehorende taxatiekosten (samen 19,5 mln.). Het restant van de provinciale bijdragen ( 16,3 mln.) betreft de kosten voor uitvoering en beheer van de bij BIJ12 belegde taken. Toelichting op de begroting 2015 In deze memo wordt de begroting 2015 nader toegelicht met betrekking tot de algemene uitgangspunten die zijn gehanteerd en de wijzigingen die ten opzichte van 2014 hebben plaatsgevonden op de deelbegrotingen. 142

304 h 0 Voorstel Begroting BIJ Algemene uitgangspunten Indexatie Er is aangesloten bij de uitgangspunten ten aanzien van indexatie die ook door het IPO gehanteerd worden voor De loonkosten zijn voor 2015 geïndexeerd met 3,5%. Hiervan heeft 1,5% betrekking op de verwachte loonontwikkeling CPB. Daarnaast wordt vanaf januari 2015 het Individueel Keuze Budget ingevoerd. Vanaf die datum wordt standaard het bovenwettelijk verlof (36 uur per medewerker op basis van een fulltime contract) omgezet in salaris. De ervaring bij andere organisaties die dit eerder hebben ingevoerd leert, dat bijna alle medewerkers dit bovenwettelijke verlof omzetten in geld en niet in verlof. Dit heeft tot gevolg dat de loonkosten vanaf 2015 met ongeveer 1,92% extra zullen stijgen. De materiële kosten zijn conform de IPO-standaard geïndexeerd met 1,25%. Dekking kosten overhead De voor de organisatie benodigde personele overhead (directievoering en ondersteuning) wordt geheel gedekt door de uitvoerende organisatieonderdelen. Een deel van de kosten voor overhead is specifiek toegerekend aan de units waarop deze kosten betrekking hebben, het restant is naar rato van het aandeel in de fte s op een uniforme wijze doorbelast. Personele kosten De personeelskosten op basis van de midden sommen voor de betreffende salarisschalen zijn voor 2015 geïndexeerd. De functies zijn op verschillende manieren ingevuld, er is een kleine vaste formatie en een groot aantal detacheringen. Tevens is een aantal functies nog niet ingevuld. Omdat bij GBO provincies de functies enkel door middel van detacheringen worden ingevuld, zijn de personeelslasten voor GBO provincies op basis van de detacheringscontracten bepaald. Verdeelsleutels en bijdragen provincies Voor het Faunafonds en Natuurinformatie en Natuurbeheer gelden de verdeelsleutels uit de cie. Jansen. Voor het PAS-bureau geldt voor de structurele kosten de verdeelsleutel voor de totale PAS-opgave. De incidentele kosten worden conform de verdeling van de 2 mln. incidentele PAS-middelen, die op 7 maart 2013 door de AAC VP ter beschikking is gesteld, bevoorschot. Voor GBO provincies geldt de verdeling op basis van de deelname aan de applicaties. De belangrijkste aandachtspunten per unit: Doorgeschoven kosten beheer AERIUS In de Regiegroep PAS/Natura 2000 zijn nadere afspraken gemaakt over de bijdragen in 2014 en 2015 aan het beheer van AERIUS door het RIVM. Gevolg hiervan is dat een deel van de bijdrage van 2014 (de bijdrage betrof ) doorgeschoven wordt naar Het doorgeschoven bedrag is In de gewijzigde begroting 2014 is hiermee rekening gehouden. Met het RIVM is daarmee een vergoeding afgesproken van de kosten voor het beheer in 2015 van Verhoging structurele deel budget door BTW-plichtige bijdrage beheer AERIUS In de Regiegroep is steeds gesproken over een bijdrage aan het beheer van AERIUS waarover geen Btw verschuldigd is. Naar nu blijkt moet het RIVM aan organisaties niet zijnde de rijksoverheid over deze beheerkosten wel Btw in rekening brengen. In de begroting 2015 is hiermee rekening gehouden: plus 21% Btw maakt In het meerjarenperspectief is vanaf 2016 rekening gehouden met jaarlijkse bijdrage aan het beheer van AERIUS van (te indexeren) plus 21% Btw. Het structurele deel van het budget van het PAS-bureau wordt verhoogd met deze Btw. De Btw is voor de provincies compensabel en daarmee niet kostenverhogend. 143

305 h 0 Voorstel Begroting BIJ Met indexering van het structurele budget van het PAS-bureau, doorgeschoven kosten voor beheer van AERIUS en BTW over beheer van AERIUS komen de structurele kosten voor 2015 in totaal op Fasering incidentele PAS-middelen Voor het PAS-bureau is naast een structurele financiering van 1,2 mln. per jaar (peil 2014) een incidenteel budget van 2 mln. beschikbaar. Deze middelen worden in de startfase van het PAS-bureau en het PAS-programma ingezet. In 2014 is gelet op de vertraging in de vaststelling van het PAS-programma beperkt gebruik gemaakt van de incidentele middelen. In 2015 zal van het incidentele budget ingezet worden. De deelbegroting 2015 van het PAS-bureau bedraagt daarmee Onttrekking aan de reserve Natuurinformatie voor vegetatiekarteringen en habitattypekaarten: In de gewijzigde begroting 2014 is de storting naar een bestemmingsreserve Natuurinformatie opgenomen van 1,6 mln. ten behoeve van het project Vegetatiekarteringen en habitattypekaarten. In 2015 wordt er 0,4 mln. onttrokken aan de daarvoor gevormde bestemmingsreserve voor de projectuitvoering. Stelpost actualisatie natuurinformatie en Agrarisch Natuurbeheer: In de gewijzigde begroting 2014 was een algemene stelpost opgenomen. Deze stelpost is in de begroting 2015 gehandhaafd ten behoeve van de actualisatie natuurinformatie en het opvangen van nog onvoorziene kosten in het kader van het Agrarisch Natuurbeheer. Faunafonds Voor het Faunafonds is het totaalbedrag van de deelbegroting niet bijgesteld of geïndexeerd. Vanwege de transitie van het Faunafonds en de veranderende rol van het bestuur ziet BIJ12 mogelijkheden om op de uitvoering efficiënter vorm te geven waardoor indexatie achterwege kan blijven. Dit leidt tot een besparing van de uitvoeringskasten van ten opzichte van GBO provincies De deelbegroting van GBO provincies is afgezien van de indexering aangepast aan de uniforme wijze van doorbelasting van de overhead. Begroting BIJ De bovenstaande punten leiden tot de volgende begroting 2015 (totaal per unit, voor de detailbegroting en het meerjarenperspectief zie bijlage 1): Begroting BIJ Lasten Gewijzigde begroting BIJ Begroting BIJ Overhead en interne organisatie Doorbelasting overhead en interne organisatie Onvoorziene kosten PAS-bureau Natuurinformatie en Natuurbeheer Faunafonds GBO provincies Totaal lasten

306 h 0 Voorstel Begroting BIJ Tegenover deze lasten staan de volgende baten: Baten Gewijzigde begroting BIJ Begroting BIJ Bijdragen provincies Bijdragen andere overheden/consortiumpartijen NDFF Diverse baten/abonnementen en lossen leveringen NDFF Onttrekking aan reserve Rente-inkomsten Totaal baten Saldo Het positieve saldo op de gewijzigde begroting is volledig toe te schrijven aan het overschot op de structurele begroting NDFF (zie bijlage 2). De consortiumpartijen dragen het risico op de uitvoering en besluiten over de besteding van een eventueel overschot. Een tekort komt voor rekening van de partijen. De provinciale bijdragen (bijlage 3) worden bevoorschot op basis van de vastgestelde verdeelsleutels. Op basis van de realisatie 2015 vindt er een afrekening per provincie plaats. Bijlagen 1. Meerjarenperspectief van de begroting BIJ (prijspeil 2015), vergelijking met gewijzigde begroting 2014; 2. begroting NDFF 2015 na indexatie van de door consortiumpartijen vastgestelde structurele begroting; 3. Verdeling provinciale bijdragen 2015 en overige baten. 145

307 Bijlage h 1 Meerjarenperspectief van de begroting BIJ Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3h, bijlage 1 Meerjarenperspectief van de begroting BIJ (prijspeil 2015), vergelijking met gewijzigde begroting Salariskosten op basis van midden sommen, uitvoeringskosten incl. Btw tenzij anders aangegeven. Lasten Gewijzigde Begroting Raming Raming Raming Begroting Overhead Directie en unit Bedrijfsvoering Salarissen en sociale lasten Interne organisatie Personele kosten Vergoeding woon/werkverkeer Overige personeelskosten Vorming en opleiding Reis- en verblijfskosten Tijdelijk personeel Totaal personele kosten

308 Bijlage h 1 Meerjarenperspectief van de begroting BIJ Huisvesting en ICT Huisvesting (huur onbelast) ICT Btw-risico investeringen huisvesting, ICT en systeemkosten Bijdrage IPO voor werkplekken en vergadercentrum Bijdrage vanuit NDFF voor financiële administratie Totaal huisvesting en ICT Lasten Diverse kosten Gewijzigde begroting 2014 Begroting 2015 Raming 2016 Raming 2017 Raming 2018 Accountantskosten en (salaris)administratie Documentatie Representatie Communicatie en publicaties Vergaderkosten Overige kantoorkosten Totaal diversen Totaal overhead en interne organisatie Doorbelasting overhead en interne organisatie naar organisatieonderdelen Overige kosten Onvoorziene kosten Totaal overige kosten

309 Bijlage h 1 Meerjarenperspectief van de begroting BIJ Specifieke organisatieonderdelen Gewijzigde Begroting Begroting Raming Raming Raming Lasten PAS-bureau Salarissen, sociale lasten en detacheringen Kosten beheer Aerius Onderzoek Overige uitvoeringskosten/communicatie Doorbelasting overhead personeelskosten Doorbelasting overhead overige kosten Totaal PAS-bureau Natuurinformatie en Natuurbeheer Salarissen, sociale lasten en detacheringen Uitvoeringskosten Informatievoorziening en (coördinatie) monitoring Uitvoeringskosten NDFF Uitvoeringskosten Natuurbeheer (voor 0,8 mln. onbelast) Doorbelasting overhead personeelskosten Doorbelasting overhead overige kosten Algemene stelpost Totaal Gegevens- en informatievoorziening

310 Bijlage h 1 Meerjarenperspectief van de begroting BIJ Lasten Faunafonds Gewijzigde Begroting 2014 Begroting 2015 Raming 2016 Raming 2017 Raming 2018 Salarissen, sociale lasten en detacheringen Uitvoeringskosten Schade-uitkeringen en taxatiekosten Doorbelasting overhead personeelskosten Doorbelasting overhead overige kosten Totaal Faunafonds GBO Salarissen, sociale lasten en detacheringen Uitvoeringskosten Doorbelasting overhead personeelskosten Doorbelasting overhead overige kosten Totaal GBO Totaal lasten Gewijzigde Begroting Begroting Raming Raming Raming Baten Baten Bijdragen provincies Bijdragen andere overheden Diverse baten Onttrekking aan reserves Rente Totaal baten Saldo

311 Bijlage h 2 Begroting NDFF 2015 na indexatie Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3h, bijlage 2 Begroting NDFF 2015 na indexatie van de door consortiumpartijen vastgestelde structurele begroting Structurele lasten (incl. Btw, tenzij anders aangegeven) - Management en bedrijfsvoering Gebruikersondersteuning, beheer en onderhoud Ontwikkeling Kwaliteit en validatie (voor Btw vrijgesteld) Abonnementen en leveringen Programma Werving en Binding Waarnemers (Btw vrijgesteld) Reservering Natuurbank Nederland Totaal Structurele baten (incl. Btw) - Bijdrage partijen (incl provincies)* Abonnementen Totaal Saldo *De provinciale bijdrage is opgenomen in de begroting van BIJ12, voor 2015 in totaal , en wordt via de reguliere bevoorschotting van BIJ12 verkregen. 150

312 Bijlage h 3 Verdeling provinciale bijdragen 2015 en overige baten Vergadering van de algemene vergadering van de vereniging IPO op 30 september 2014 agendapunt 3h, bijlage 3 Verdeling provinciale bijdragen 2015 en overige baten Provincies Totaal PAS-bureau Structurele kosten (PASverdeelsleutel) PAS-bureau incidentele kosten (Verdeelsleutel 2 mln. AAC VP) Natuurinformatie en Natuurbeheer (verdeelsleutel Beheer,cie Jansen I) Faunafonds (verdeelsleutel cie Jansen I) Faunafonds (verdeelsleut el cie Jansen II) GBO (verdeelsleutel op basis van deelname applicatie) Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevoland Totaal Diverse baten Leveringen NDFF Onttrekking reserve Totaal Andere overheden Consortiumpartijen NDFF Totaal Rente Totaal baten

313 . ip Openbare besluitenlijst werkconferentie IPO-bestuur 10 & 11 september 2014 te Utrecht KOMPAS 2020 KOMPAS 2020 is het verhaal van de provincies in de aanloop naar de verkiezingen voor Provinciale Staten (2015) en Tweede Kamer (2017). Op grond van de uitkomsten van de besprekingen van een conceptversie van KOMPAS 2020 door o.a. Provinciale Staten en de Algemene Vergadering van het IPO is op 19 juni jl. besloten tot een herzien tijdpad waarbij in de zomerperiode de definitieve tekst wordt voorbereid. Het bestuur heeft het definitieve document KOMPAS 2020 vastgesteld. KOMPAS 2020 vormt daarmee de inhoudelijke leidraad voor de inzet van de gezamenlijke provincies voor de komende bestuursperiode ( ) naar aanleiding van de Provinciale Statenverkiezingen van maart 2015 en de Tweede Kamerverkiezingen voorzien voor KOMPAS 2020 is een doorontwikkeling van het document Profiel Provincies uit 2010 waarin de zeven provinciale kerntaken zijn vastgesteld. Profiel Provincies is leidend geweest voor het profiel van de provincies zoals vastgelegd in de Bestuursafspraken tussen rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. In deze Bestuursafspraken zijn tevens de profielen van de medeoverheden opgenomen. Naast de doorontwikkeling van Profiel Provincies betrekt KOMPAS 2020 ook de uitkomsten van het Stip aan de Horizon -traject: de toekomstverkenning van maatschappij en overheden in 2030/2035. Ook hebben de Europese ontwikkelingen een plek gekregen in KOMPAS 2020 niet in de laatste plaats naar aanleiding van het Radboud-rapport over de positie van provincies (en gemeenten) bij de voorbereiding van Europese besluitvorming en de effecten ervan voor de medeoverheden. Ten slotte hebben de gezamenlijke provincies voorbeeldprojecten in kaart gebracht die de provincies aan het werk tonen bij de uitoefening van de kerntaken. Deze projecten zijn daarmee de concrete vertaling van het werk van de provincies en daarmee basis voor KOMPAS Bestuurlijke organisatie Het bestuur bespreekt de actuele ontwikkelingen inzake het kabinetsvoornemen tot afschaffing van de Wgr-plus in relatie tot de bespreking van het wetsvoorstel binnenkort door de Eerste Kamer. Vooruitblik Prioritaire IPO-agenda najaar 2014 Met het oog op de aankomende nieuwe bestuursperiode ( ) op grond van de uitkomsten van de Provinciale Statenverkiezingen van maart 2014 benut het bestuur de werkconferentie voor een uitgebreide vooruitblik op de prioritaire dossiers van het IPO tot het einde van Het bestuur besluit daarbij het dossier OV-tarieven aan de prioritaire IPO-agenda toe te voegen. Inzake het dossier Transitie Jeugdzorg wordt geconstateerd dat hoewel de overdracht van deze taken naar de gemeenten gaande is en de IPO-werkzaamheden op dit punt sterk zijn afgenomen en per 1 januari 2015 volledig op houden te bestaan dat het verstandig is om tot het einde van het jaar het dossier op de agenda te houden om de vinger aan de pols te houden. Aanvullend blikt het bestuur vooruit en bespreekt de actuele stand van zaken van de dossiers Bestuurlijke organisatie (Agenda Stad), Vitaal Platteland (Natuurwet en PAS), Provinciale Positie Europa (herijking in verband met nieuwe periode Europees Parlement en Europese Commissie), Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling & Waterbeheer (Omgevingswet en STRONG), Financiële verhoudingen (terugkoppeling Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen d.d. 10 september 2014 en de toekomstbestendigheid provinciale financiën), Energie (Energieakkoord) en VTH/RUD s.

314 - 2 Tevens neemt het bestuur kennis van de voorgenomen presentatie van de Deltabesluiten bij de aanbieding van de Rijksbegroting In het verlengde hiervan wordt ingestemd met de ondertekening van het Bestuursakkoord Deltaprogramma. Het bestuur machtigt portefeuillehouders Josan Meijers om namens het IPO het Bestuursakkoord te tekenen. Op grond van de prioritaire IPO-agenda en de mondelinge toelichting van de betreffende portefeuillehouders op de actuele stand van zaken wissel het bestuur van gedachten over de dossiers Vitaal Platteland: PAS, DROW: Omgevingswet, STRONG en Deltaprogramma, Energie & VTH/RUD s. Voorbereiding algemene evaluatie transitie IPO ( ) Op 24 mei 2011 heeft de commissie- Transitie IPO, onder leiding van Wim Deetman, het rapport Ons IPO werkt! gepresenteerd aan het bestuur. Op grond van dit rapport heeft het bestuur, in nauwe afstemming met de colleges van GS en de Algemene Vergadering in juni t/m december 2011 de besluitvorming over de transitie vormgegeven. Hoofdpunten hiervan zijn: - Focus binnen de inhoudelijke agenda (de smalle doch betekenisvolle agenda ); - Beperking van de bestuurlijke en ambtelijke adviesstructuur; en - Minder kosten (begroting 2015 dient 30% lager te zijn dan begroting 2010). In het verlengde van de transitie zijn afspraken gemaakt over de evaluatie ervan. Enerzijds door een lichte evaluatie eind 2012 op grond waarvan het bestuur constateerde dat het algemene gevoelen is dat de transitie van het IPO op de goede weg is, maar dat het doel van de gezamenlijkheid scherp in het oog gehouden moet worden en provincies elkaar moeten blijven aanspreken en scherp houden. De uitkomsten van deze lichte evaluatie zijn tevens besproken met de Algemene Vergadering. Algemene evaluatie Ten slotte is tevens als onderdeel van de besluitvorming over de transitie van het IPO afgesproken en daarmee onderdeel van de IPO-Meerjarenagenda dat eind 2014 een uitgebreide evaluatie van de transitie van het IPO heeft plaatsgevonden en heeft geleid tot aanbevelingen voor het nieuw aan te treden IPO-bestuur Het bestuur heeft het plan van aanpak voor de algemene evaluatie vastgesteld. Daarbij is besloten om Wim Deetman (toenmalige voorzitter van de Transitiecommissie) te vragen de algemene evaluatie uit te voeren. De heer Deetman is bereid deze rol te vervullen. Conform de doelstelling van de IPO-Meerjarenagenda dient de algemene evaluatie twee doelstellingen: 1. Algemeen oordeel over de uitwerking van de transitie ( Heeft de transitie van het IPO voldaan aan de oorspronkelijke doelstellingen? ); en 2. Aanbevelingen voor de nieuwe IPO-bestuursperiode ( Tot welke aanbevelingen voor de bestuursperiode leidt de evaluatie van de transitie? ). De heer Deetman zal voorstellen doen voor zijn werkwijze alsmede ondersteuning en/of aanvullende commissieleden. Als uitgangspunt gelden bovengenoemde doelstellingen gemarkeerd alsmede het betrekken van het oordeel over de transitie van het IPObestuur, de Algemene Vergadering, de colleges van GS, de Kring van Provinciesecretarissen en het IPO-bureau. Indien gewenst kunnen hier externe partijen (VNG, BZK, EZ, I&M, Unie van Waterschappen etc.) aan toegevoegd worden. Inhoudelijke basis voor de werkzaamheden van de heer Deetman vormen de besluitvorming over de transitie in relatie tot het rapport van de Transitiecommissie en de uitkomsten van de lichte evaluatie uit 2012 alsmede de bevindingen van de diverse IPO-gremia naar aanleiding van de afgelopen periode. Looptijd Het bestuur heeft vastgesteld dat de algemene evaluatie uiterlijk eind 2014/begin 2015 is afgerond voor de Statenverkiezingen van maart 2015 zodat de uitkomsten besproken

315 - 3 kunnen worden en aanbevelingen geformuleerd kunnen worden voorafgaand aan de start van de nieuwe bestuursperiode. Voorbereiding nieuwe bestuursperiode Op grond van de nieuw aan te treden colleges van GS naar aanleiding van de Statenverkiezingen van maart 2015 wordt een nieuw IPO-bestuur geformeerd. Met het oog hierop heeft het bestuur van gedachten gewisseld over de noodzakelijke voorbereidingen hiertoe en de bijbehorende (praktische) afspraken. De voorbereiding van de nieuwe bestuursperiode geschiedt onder leiding van de voorzitter. Pensioen- en Cao-onderhandelingen Het bestuur wisselt van gedachten over de actuele stand van zaken van de lopende caoonderhandelingen en stelt (vertrouwelijk) de inzet vast. Jaarstukken Het bestuur stelt een aantal jaarstukken vast die ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering op 30 september Het betreft: - IPO-Jaarplan 2015; - Wijziging IPO-begroting 2014; - Wijziging Kassiersbegroting 2014; - Wijziging Begroting BIJ ; - IPO-begroting 2015; - Kassiersbegroting 2015; - Jaarplan BIJ ; en - Begroting BIJ NB. BIJ12 is de voormalige Gemeenschappelijke Werkorganisatie die onder de vereniging IPO valt, maar materieel op afstand is geplaatst en onafhankelijk functioneert onder toezicht van de ambtelijke adviescommissie Middelen. Gezien de relatie met de vereniging IPO dienen de jaarstukken van BIJ12 (voorlopig) formeel door het bestuur vastgesteld en door de Algemene Vergadering goedgekeurd te worden. Beslispunten Het bestuur stemt in met de volgende beslispunten: - Aanpassing van de MRB-maatstaf van t-2 naar t in 2016; - De verdeling van de EMU-ruimte 2015 over de gemeenten (0.34% BBP), de provincies (0.10% BBP) en de waterschappen (0.606% BBP). Een gezamenlijke brief hiertoe wordt aan het rijk verzonden; - De IPO-reactie op de Wet Dieren; - Het IPO-vergaderschema 2015; - Verrekening flexpool IPO 2014; en - Halfjaarcijfers IPO 2014.

316 BMC I nderzoek Een ondergewaardeerd, maar mooi ambt Belevingsonderzoek onder leden van de Provinciale Staten BMC In opdracht van het Interprovinciaal Overleg Mei 2014

317 Dit rapport is opgesteld door BMC, onderzoeks- en adviesbureau voor de publieke sector. drs. Hans Slooijer MSM dr. Ischa van Straaten drs. Annelieke van den Heuvel Projectnummer: Correspondentienummer: DH

318 Inhoudsopgave Samenvatting 1 1. Ter inleiding 3 De kernelementen van de ambtsbeleving van Statenleden 3 Online enquête uitgevoerd 4 2. Verwachtingen en motivaties 5 3. Praktijk 6 De inhoud van het werk 6 Tijdsbesteding en werkdruk 6 Werkzaamheden 6 Werk naast het Statenlidmaatschap 7 Werkdruk 7 Ondersteuning 8 Ondersteuning vanuit de griffie 8 Externe ondersteuning 9 Samenwerking 9 4. Resultaten 11 Het nut en plezier van het ambt 11 Bereikte resultaten 11 Het nut van het ambt Beloning 13 Vergoedingen 13 Waardering Beschikbare kandidaten 15 Eigen beschikbaarheid 15 Beschikbaarheid van andere kandidaten 15 Aantrekkelijkheid van het ambt Conclusies 18 Bijlage 1. Onderzoeksverantwoording en kenmerken van de respondenten 19 Methode van onderzoek 19 Kenmerken en representativiteit van de respondenten 19

319 Samenvatting Aanleiding onderzoek Ter voorbereiding op het overleg van decentrale politieke ambtsdragers met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, heeft het Interprovinciaal Overleg (IPO) besloten een belevingsonderzoek uit te voeren onder alle Statenleden in Nederland. Representativiteit Het onderzoek is uitgevoerd in de periode eind april medio mei 2014 door middel van een online enquête. Deels zijn dezelfde vragen gesteld als in 2004 toen een soortgelijk onderzoek is uitgevoerd. Van de Statenleden hebben er 207 (36%) aan het onderzoek deelgenomen. De respondenten vormen een goede afspiegeling van alle Statenleden. Motivatie Er zijn diverse redenen om Statenlid te worden. Maatschappelijke betrokkenheid is voor bijna alle Statenleden een onderdeel van hun motivatie. Andere belangrijke redenen zijn het kunnen uitoefenen van invloed en interesse in politiek en bestuur. Werkdruk Een meerderheid van de Statenleden ervaart de aard van de vraagstukken weliswaar als (zeer) plezierig, maar 62% van de Statenleden vindt de werkdruk (te) hoog. Dat komt door het grote aantal dossiers, de onregelmatigheid (piekbelasting) en de hoeveelheid informatie die men moet lezen. Voor ruim een vijfde van de Statenleden is dit (zeer) onplezierig. Tijdsbesteding De gemiddelde tijdsbesteding is 20 uur per week, wat nagenoeg overeenkomt met de tijdsbesteding in 2004 (21 uur per week). Ongeveer de helft hiervan betreft werkzaamheden die direct gerelateerd zijn aan bestuurszaken. De andere helft wordt besteed aan activiteiten voor de fractie (of partij), externe contacten en reistijd. Ondersteuning door de griffie De meeste Statenleden maken gebruik van een vorm van ondersteuning door de griffie en de helft van hen doet wel eens een beroep op externe experts, die betaald worden uit de fractievergoeding. Vergoeding De meeste Statenleden (85%) verrichten naast het statenlidmaatschap betaald werk. Bijna de helft is na aanvaarding van het lidmaatschap minder gaan werken, gemiddeld 9,7 uur per week. Over de statenvergoeding, die geldt als compensatie voor de inkomstenderving, zijn de meeste Statenleden niet te spreken. Dit wordt gewaardeerd met een cijfer 4,7 (op een schaal van 1 tot 10) en is nauwelijks veranderd ten opzichte van 2004, toen het cijfer 4,5 werd gegeven. De onkostenvergoeding krijgt een krappe voldoende (5,8). 1

320 Waardering De immateriële beloning in termen van waardering voor het ambt dat men vervult, wordt wisselend ervaren. De waardering door de eigen politieke partij is redelijk tot goed te noemen. Ook ervaart men enige waardering van de bevolking. De waardering van de regering wordt het minst ervaren, maar liefst 51% van de statenleden ervaart dit in het geheel niet. Resultaten Ondanks de werkdruk en de matige vergoeding beleeft 92% van de Statenleden plezier aan het ambt. Een belangrijke factor daarvoor ligt in het bereiken van concrete resultaten. 66% van de Statenleden is hier positief over, terwijl ongeveer een derde het statenlidmaatschap van tijd tot tijd frustrerend vindt. Meer dan de helft van de respondenten zou het lidmaatschap ook aan anderen aanbevelen. Anderen zijn wat meer terughoudend. Of er voor de komende statenverkiezingen voldoende geschikte kandidaten beschikbaar zijn, is voor 59% van de respondenten geen bron van zorg. Anderen zijn daarvan minder of geheel niet overtuigd. Redenen zijn: de grote tijdsbesteding versus de lage vergoeding; de onbekendheid van de provincie in het algemeen en van het werk van de Statenleden in het bijzonder. Op de vraag of de Statenleden hun werk als zinvol ervaren, antwoordt 79% bevestigend, 20% is wat minder positief en een enkeling vindt het werk geheel niet zinvol. Kandidaten nieuwe statenperiode Twee op de drie Statenleden zijn dan ook weer beschikbaar voor een nieuwe statenperiode. Het niet meer beschikbaar zijn of daaraan twijfelen hangt vaak samen met een overvolle agenda of het bereiken van het maximum van het aantal statenperiodes. 2

321 1. Ter inleiding Ter voorbereiding op het overleg van decentrale politieke ambtsdragers met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, heeft het Interprovinciaal Overleg (IPO) besloten een belevingsonderzoek uit te voeren onder alle Statenleden in Nederland. Aanleiding voor het onderzoek is de discussie die decentrale politieke ambtsdragers op dit moment voeren over imago en aanzien van de politieke ambtsdragers in relatie tot de waardering die onder meer zou blijken uit de arbeidsvoorwaarden. Wanneer de werkdruk te hoog is en de arbeidsvoorwaarden en andere voorzieningen niet in verhouding staan tot de werkzaamheden, zal de bereidheid en motivatie onder druk komen te staan om als Statenlid zich beschikbaar te stellen voor een nieuwe periode. Ook bemoeilijkt dit het vinden van voldoende gekwalificeerde kandidaten. De democratische legitimering is daarmee in het geding. De kernelementen van de ambtsbeleving van Statenleden De beleving van het ambt kent verschillende onderdelen, die in samenhang bepalen of er voldoende goede statenleden zijn en blijven in de toekomst. Grofweg gaat het dan om motivaties en verwachtingen, de dagelijkse praktijk, de resultaten van het werk en de beloning. In figuur 1 ziet u het verband tussen de verschillende elementen in de beleving van het ambt. Doel van het onderzoek is duidelijkheid te krijgen over de werksituatie van Statenleden en hun beleving. De volgende thema s komen aan de orde: tijdsbesteding ervaren werkdruk arbeidsvoorwaarden beleving van het ambt Eerder is een soortgelijk onderzoek uitgevoerd in

322 Figuur 1. Conceptueel kader Kandidaten (H6) Aantrekkelijkheid van het ambt Zelf nogmaals beschikbaar Nieuwe kandidaten Motivaties en verwachtingen (H2) Praktijk (H3) Inhoud Tijdsbesteding/ werkdruk Samenwerking (Externe) ondersteuning gebruikt, is deels gebaseerd op het onderzoek dat in 2005 door SGBO is uitgevoerd, zodat op belangrijke punten vergelijking van de resultaten mogelijk is. De vragenlijst is afgestemd met het IPO en de klankbordgroep van de Statenleden. De Statenleden ontvingen (direct van BMC of via hun statengriffier) een met een persoonlijke link naar de online vragenlijst. De invulperiode liep van 22 april tot en met 16 mei Van de Statenleden hebben er 207 (36%) de enquête uiteindelijk ingevuld. Voor een verdere beschrijving van de onderzoeksmethodiek en de respons verwijzen we naar bijlage 1. Beloning (H5) Vergoeding Waardering Resultaten (H4) Plezier Bereikte resultaten Nut van het ambt Online enquête uitgevoerd Om inzicht in de verschillende kernelementen te verkrijgen hebben alle 566 Statenleden een uitnodiging ontvangen voor deelname aan een onderzoek. De vragenlijst die hierbij is 4