Schooljaar Openbare Basisschool Mathenesse. Meijmaweg 9a 9955 VC Rasquert Tel.:

Transcriptie

1 Schooljaar Openbare Basisschool Mathenesse Meijmaweg 9a 9955 VC Rasquert Tel.: website : 1

2 Voorwoord Uw kind zit van zijn vierde tot en met zijn twaalfde jaar op de basisschool; een belangrijke periode van je leven. Voor de kinderen en voor u. In de loop van de jaren vertrouwt u uw kind zo n 8000 uur toe aan de zorg van de leerkrachten van de basisschool. Een basisschool kiest u dan ook met zorg! Scholen verschillen in werkwijzen, sfeer en resultaten. Ze verschillen in kwaliteit. Deze gids geeft u, naast allerlei praktische zaken, een beeld over de opzet van de school, het onderwijskundige concept en de wijze waarop het team de school inhoud en vorm wil geven. De schoolgids geeft het onderwijskundige beleid voor een jaar aan. In het schoolplan staat het beleid voor meerdere jaren beschreven. De gids wordt jaarlijks bijgesteld en aan de medezeggenschapsraad voorgelegd. De Mathenesse is per 1 augustus 2015 gefuseerd met de obs De Holm uit Den Andel. De fusieschool is gevestigd in het gebouw van de Mathenesse te Rasquert. Veertien leerlingen en twee leerkrachten zijn van De Holm meegegaan naar de fusieschool. Teamleden hebben zich gebogen over de koers en de visie van de school en deze gepresenteerd op een ouderavond. Voorlopig draagt de school nog de naam Mathenesse, in het komende schooljaar zal een nieuwe naam voor de nieuwe school gekozen worden. In deze gids spreken we dus nog van de Mathenesse, waar we de fusieschool bedoelen. Een veilig en stimulerend pedagogisch klimaat is noodzakelijk voor de ontwikkeling van uw kind. Alleen als kinderen graag naar school gaan, komen ze tot goede leerprestaties. Daarom streven wij ernaar dat uw kind zich snel thuis voelt op onze school. Goede contacten tussen ouders en school vinden wij belangrijk. Daarom proberen wij u regelmatig te informeren over zaken op school door middel van informatie- kijk- en ouderavonden. Daarnaast zijn er gesprekken met de groepsleerkracht van uw kind, de nieuwsflits, de website, de schoolkrant en rapporten. Al deze contacten dragen bij aan de prettige en open sfeer die wij in onze school willen nastreven. Eén telefoontje of een naar obsmathenesse@lauwerseneems.nl is genoeg om een informatiepakketje thuisgestuurd te krijgen. We maken graag een afspraak met u om de school te laten zien, het liefst als de school in bedrijf is, zodat u de sfeer kunt proeven. We hopen dat u onze schoolgids met plezier leest. Hoofdstuk 8 is aangeleverd door het schoolbestuur Lauwers en Eems. U vindt specifieke informatie op de website van het bestuur. Als u na het lezen nog opmerkingen of suggesties heeft, laat het ons dan weten! 2

3 Inhoud 1. RICHTING Schoolgrootte WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT Uitgangspunten Het klimaat van de school Pesten Aanmelden van kinderen Nieuwe kleuters De zorg binnen de school Opbrengstgericht werken DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS De organisatie van de school De activiteiten van de onderbouwleerlingen Basisvaardigheden (lezen, schrijven, taal en rekenen) Wereldoriënterende vakken Godsdienstig of humanistisch vormingsonderwijs Burgerschap en sociale competentie Expressie activiteiten Cultuureducatie Huiswerk (Buiten)schoolse activiteiten De schoolreizen Gymnastieklessen DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS Activiteiten ter verbetering van het onderwijs Evaluatie van de beleidsvoornemens van het schooljaar Vijf-stromenmodel Voorkomen lesuitval DE OUDERS/VERZORGERS Het belang van betrokkenheid van ouders/verzorgers Informatievoorziening aan ouders/verzorgers Groepsinformatie Ouderparticipatie Medezeggenschapsraad (MR) Oudercommissie (OC) Kinderraad (KR) REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN Schooltijden Vakantietijden ALGEMENE INFORMATIE Schoolfotograaf Continurooster Fietsen Verjaardagen Gevonden voorwerpen Speelgoed groep 1 en Huisdieren op school Mobiele telefoon

4 7.10 De logopedist Ziekmelden Foto s op Social Media ALGEMENE ORGANISATIE SCHOOLBESTUUR L&E Algemeen: Onderwijsteams Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) De medezeggenschap (MR) en ouderraad (OR) Klachtenprocedure Vertrouwenspersoon Verzekering van de leerlingen, personeelsleden en vrijwilligers Voor- tussen- en naschoolse opvang Rookbeleid in het schoolgebouw SCHOOL EN OUDERS Educatief partnerschap Aanmelden van kinderen Regels voor schoolverlof Schorsen en verwijderen van leerlingen Sponsoring Onderwijsactiviteiten (deelname aan) KWALITEIT Resultaten van het onderwijs Inspectie van het onderwijs PASSEND ONDERWIJS VOOR ELK KIND Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Doubleren protocol (zittenblijven) en verlengde kleuterperiode Hulp aan kinderen die door de ouders/verzorgers zelf is geregeld De school en het Centrum voor Jeugd en Gezin Onderwijskundig rapport Overgang naar het voortgezet onderwijs Plusklas

5 OBS Mathenesse 1. Richting De Mathenesse is een openbare basisschool. Dat betekent voor ons dat wij actief vorm geven aan de kenmerken van openbaar onderwijs, te weten: - Algemene toegankelijkheid Onze school is toegankelijk voor alle leerlingen, ongeacht godsdienst of levensbeschouwing. Op deze gronden weigeren wij principieel geen leerlingen. - Actieve pluriformiteit In ons onderwijs schenken wij op respectvolle wijze aandacht aan de verscheidenheid levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden in de Nederlandse samenleving. - Non-discriminatie Onze school eerbiedigt ieders godsdienst of levensbeschouwing. Iedere vorm van discriminatie op grond van godsdienst, levensbeschouwing maar ook op grond van cultuur, sekse, etniciteit, persoonskenmerken, sociale status, seksuele geaardheid, huidskleur wijzen wij af en voeren daarin een actief beleid naar kinderen en ouders/verzorgers. - We geven dat ook concreet vorm in de dagelijkse omgang met elkaar; - Uitgaande van de authenticiteit van ieder kind richten wij ons onderwijs zo in dat ieder kind de mogelijkheid krijgt zich te ontwikkelen naar eigen aard en mogelijkheden. Wij creëren een schoolklimaat waarin een ieder zich veilig voelt en aanvaard weet. 1.1 Schoolgrootte De school wordt bezocht door ongeveer 95 leerlingen. Schooljaar starten we met vijf (combinatie)groepen. Aan school zijn acht groepsleerkrachten verbonden, één van de leerkrachten is tevens locatiecoördinator, een vakleerkracht gymnastiek, een interne begeleider (ib-er) en een directeur. De lessen HVO en GVO worden verzorgd door vakdocenten van het HVO- en GVO dienstencentrum. Populatie De school wordt bezocht door leerlingen uit Baflo-Rasquert en uit Den Andel. Er zitten voornamelijk leerlingen van Nederlandse afkomst op onze school. Het aantal leerlingen met een leerlingengewicht is het laatste jaar gelijk gebleven; 11% op 1 oktober 2014 naar 11% op 1 september Het aantal betreft voornamelijk leerlingen met een gewicht van De opleiding van de ouders: W.O. en HBO niveau: 37%, MBO niveau: 45%, VMBO niveau: 18%. 17% van de gezinnen (10 van de 60) is een één-oudergezin. 5

6 2. Waar de school voor staat 2.1 Uitgangspunten Koersplan L&E De hoofdlijnen van het strategische beleid van Schoolbestuur L&E, de sector Primair Onderwijs, zijn beschreven in het Koersplan In het koersplan heeft het schoolbestuur, samen met de scholen, de kernwaarden en doelstellingen geformuleerd. Het onderwijskundig beleid 1 van de sector is gebaseerd op deze kernwaarden en doelstellingen. L&E staat voor het bieden van algemeen toegankelijk en kwalitatief hoogstaand onderwijs met het doel leerlingen maximale ontwikkelingskansen te bieden. Iedere leerling heeft het recht zichzelf te zijn en krijgt de kans om zijn of haar aanleg te ontplooien. Daarnaast zien wij het als onze verantwoordelijkheid om onze medewerkers mogelijkheden te bieden hun talenten te ontwikkelen. In onze ogen kunnen wij alleen kwalitatief goed onderwijs geven in een omgeving die veilig en stabiel is, waar ruimte is voor ieder individu en waar aandacht is voor elkaar. Met ouders vormen wij samen een intensief educatief partnerschap. Onze scholen verschillen in grootte, situering, leerling-populatie, historie en onderwijsconcept. Verschillen tussen scholen mogen. Sterker nog: L&E stimuleert dat de scholen een eigen gezicht en profiel hebben of deze ontwikkelen. Tegelijkertijd willen we dat onze scholen samen optrekken en krachten bundelen. Net zoals scholen verschillen, doen kinderen dat ook. Waar alle kinderen in overeenkomen is hun natuurlijke drang tot leren en ontwikkelen. Afstemming van het onderwijs hierop is cruciaal voor hun ontwikkeling en onderwijssucces. Het onderwijsconcept Mathenesse werkt niet volgens een specifiek concept, zoals Dalton, Montessori, Jenaplan, enz. Wel gebruiken we elementen uit dergelijke concepten, elementen die goed bij onze visie op ontwikkeling en leren passen. We bieden een plezierige, leerplek met aandacht voor het individuele kind. Een prettige school met aandacht op gebied van verstandelijke, creatieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. De Mathenesse staat voor onderwijs, dat een goede aansluiting waarborgt op het vervolgonderwijs. We richten ons op een maatschappij, die voortdurend aan verandering onderhevig is. Daarom is ook ons onderwijs steeds in beweging. De schoolse vakken beheersen is één doel. Maar met ons onderwijs beogen we veel meer. We willen als school ook graag een leefgemeenschap zijn waar kinderen hun zelfvertrouwen vergroten, zelfkennis verwerven, verantwoordelijkheid durven nemen en positief gedrag aanleren. Begeleiden van kinderen bij hun ontwikkeling tot volwaardige leden van de samenleving vinden wij van groot belang. Wij zijn ons echter als school wel bewust, dat dit niet zonder kennisverwerving tot stand kan komen. We werken volgens kenmerken van de adaptieve school: een korte klassikale instructie; de basisinstructie. Kinderen die al eerder aan de slag kunnen, dus weinig instructie nodig hebben, gaan eerder aan het werk. Leerlingen die meer moeite hebben met 1 Notitie onderwijskundig beleid L&E

7 het verwerven van de leerstof, krijgen verlengde instructie en extra begeleiding. De verwerking van de leerstof gebeurt tijdens het zelfstandig werken op hun eigen niveau met verrijkings- of herhalingsstof. Zelfstandigheid en elkaar helpen zijn dan belangrijke factoren. De leerkrachten zijn ervaren in het lesgeven aan meerdere leerjaren tegelijk. Instructie en verwerking wisselen elkaar af. Als de leerkracht instructie geeft aan de ene groep, moet de andere groep zelfstandig verder kunnen werken. Hierbij werken we volgens de kenmerken van het Daltononderwijs: zelfstandigheid wordt daarom al vroeg aangeleerd. We maken gebruik van planborden, dag- en weektaken, hierdoor wordt de zelfstandigheid van de leerlingen bevorderd. We werken in alle groepen met de stoplichten, het zichtbaar maken van de uitgestelde aandacht. Uitgestelde aandacht betekent concreet dat leerlingen gedurende een korte periode zelfstandig aan een taak werken. De leerkracht heeft tijd om de andere groep of een kleinere groep leerlingen instructie te geven. We gebruiken om de uitgestelde aandacht zichtbaar te maken stoplichten ( rood= stilte teken / oranje= overleg met je buurman / groen= overleg met iedereen inclusief de leerkracht )en kleurendobbelstenen. De dobbelsteen wordt vanaf groep 3 uitgereikt. Leerlingen kunnen zichtbaar maken of ze een vraag hebben, niet gestoord willen worden tijdens hun werk of bereid zijn te helpen. Het leren wordt ondersteund door het werken in een rijke leeromgeving, dit is een pijler uit het montessori-concept. We trachten een leeromgeving te scheppen waarin de kinderen materialen en activiteiten vinden die passen bij hun ontwikkeling en belangstelling. Door een uitdagende omgeving is de kans groot dat kinderen hun aangeboren nieuwsgierigheid behouden. Materialen zijn een wezenlijk onderdeel van de rijke leeromgeving en sluit aan bij de gedachte dat kinderen leren door actief handelen. Missie Ieder kind tot zijn recht laten komen en aansluiten bij individuele ontwikkel- en leerbehoeften, talenten stimuleren en vaardigheden leren om nu en in de toekomst deel te nemen en bij te dragen aan de maatschappij. Visie De basis om bovenstaande missie te verwezenlijken wordt gevormd door vier pijlers, de bedding waarin de kinderen leren en zich ontwikkelen: samenwerken, een goed pedagogisch klimaat, de basisvaardigheden en de waarden van onze school. Een goed pedagogisch klimaat. Een goed pedagogisch klimaat kenmerkt zich door veiligheid en vertrouwen, voorwaarden om te leren en te ontwikkelen. Zes uitgangspunten voor een pedagogisch klimaat: 1. Emotionele steun en sensitieve responsiviteit; 2. Autonomie en ruimte; 3. Structureren en grenzen stellen; 4. Informatie geven en uitleggen; 5. Begeleiden van interacties tussen kinderen; 6. Stimuleren en ondersteunen van interacties tussen kind, ouders en school. 7

8 Samenwerken Samenwerken vindt plaats tussen alle geledingen. Het samenwerken -tussen de kinderen. We stimuleren maatjesleren, werken met allerlei samenwerkingsvormen: coöperatieve werkvormen, tutoren en duo-leren, zowel in de groep als groepsoverstijgend. -tussen leraar en leerling. - tussen de teamleden. We maken gebruik van de expertise van de teamleden en zetten hun talenten gericht in. Vakmanschap wordt herkend en erkend en teamleden worden gestimuleerd hun vakmanschap steeds te verhogen. - tussen teamleden en ouders. We vragen van ouders onderwijsondersteunend gedrag door het steunen, sturen en stimuleren van hun kinderen. Talenten en vakmanschap van ouders zetten we in voor het verrijken van ons onderwijs. We informeren ouders over de ontwikkeling van hun kinderen. We zijn samen verantwoordelijk voor het leren en ontwikkelen; educatief partnerschap. Dit dient nog meer vorm te krijgen, we hebben dit ondergebracht bij ons speerpunt kindvolgend onderwijs. De basisvaardigheden Kennis en vaardigheden zijn de basis voor succesvolle deelname aan de maatschappij en voor levenslang leren. We werken opbrengstgericht, op basis van data bepalen we het aanbod en de didactiek van taal, lezen en rekenen. Een goed systeem van volgen, zorg en begeleiding ondersteunt het handelen van de leerkracht in de klas. Afgelopen jaren hebben we hier stevig op ingezet en mooie resultaten bereikt, de werkwijze willen we de komende jaren voortzetten. De waarden van onze organisatie Goed onderwijs is gebaseerd op gezamenlijk gedragen waarden. Onze kernwaarden zijn passie, verbondenheid, talent, vakmanschap en authenticiteit. Verbondenheid; alleen in een omgeving waar aandacht is voor elkaar kunnen mensen tot bloei komen. Daarom werken we aan goede onderlinge relaties. Tezamen vormen wij effectieve leer- en leefgemeenschappen. Authenticiteit; Ieder mens is uniek. Ieder kind mag zich ontwikkelen tot wie hij is, tot wat hij in zijn eigen blauwdruk bij de geboorte heeft meegekregen. Het is zelfs je opdracht in deze wereld om te worden wie je bent. Dat betekent dat we het kind moeten helpen zich bewust te worden van zijn talenten en mogelijkheden. Talent; Alles wat wij doen, is gericht op het ontwikkelen van talent van de kinderen. Dat vraagt evenzeer om het ontwikkelen van onze eigen talenten, want dit is een continue zich ontwikkelend proces. Talent groeit en vraagt dus om doorlopende zorg voor ontplooiing Vakmanschap; onze leerkrachten ontwikkelen hun didactische en pedagogische vaardigheden continu. Zij zijn op de hoogte van de ontwikkelingen en passen zo nodig hun lesgeven hierop aan. Het is de verantwoordelijkheid van de professional om zichzelf te ontwikkelen. Dat behoort tot het natuurlijk handelen. Passie; om ervoor te zorgen dat onze kernwaarden zichtbaar worden, verwachten we dat alle medewerkers hun werk met passie doen, motiverend zijn voor anderen en dat zij hoge eisen stellen aan hun eigen ontwikkeling en die van collega s. Speerpunten De komende vier jaren willen we drie speerpunten vormgeven, namelijk kindvolgend onderwijs, school en omgeving en de 21th century skills. 8

9 Kindvolgend onderwijs Momenteel zouden we kunnen stellen dat de methode leidend is in het onderwijs aan het kind. Natuurlijk wordt er adaptief mee omgegaan, zoals ook hiervoor is beschreven en worden de kinderen goed gevolgd. Wij willen hierin verder gaan, namelijk de ontwikkeling van het kind is leidend voor het aangeboden onderwijs. Werken vanuit het kind; wat kan het kind, wat zijn de talenten. Ieder kind krijgt zijn/ haar eigen leerreis. Dat vraagt om een andere manier van werken en middelen om dit mogelijk te maken, zoals een device voor ieder kind en gedigitaliseerde leerstof en (gedigitaliseerde) doorgaande leerlijnen. De ontwikkeling van het kind wordt zichtbaar voor kind, ouder en leerkracht door middel van een eigen portfolio en door middel van een ouderportaal. Ouder- en kindgesprekken gaan over de leerreis, de resultaten en het proces. Daarmee wordt het kind meer eigenaar van zijn eigen leerproces, waardoor de motivatie en verantwoordelijkheid toeneemt. Ouders worden meer een educatieve partner, wat vindt er op schol plaats, hoe vindt dat plaats, hoe kunnen ouders ondersteunen, wat en hoe leert het kind thuis. Omgeving en school It takes a village to raise a child. Kinderen leren altijd en overal: op school, in de naschoolse opvang, thuis, in de wijk, in een zorginstelling, in de vrije tijd. De omgeving van het kind en de school is daarom van groot belang om kinderen optimale ontwikkelingskansen te bieden. Door gebruik te maken van de omgeving verrijken we ons onderwijs. Cultuureducatie levert een belangrijke bijdrage aan de vorming en ontwikkeling van kinderen en daarmee van onze samenleving. De omgeving leren kennen, waarderen en ervaren. Actief burgerschap en participatie kenmerkt zich door democratische grondhouding en betreft het actief deelnemen aan het verbeteren van de omgeving. Hoe we dit precies vormgeven staat verwoord in onze plannen Cultuureducatie en Plan sociale veiligheid, pedagogisch klimaat en burgerschap. 21st century skills Kennis alleen is onvoldoende om met succes te participeren in de maatschappij, vaardigheden zijn even belangrijk. Zeker in een snel veranderende maatschappij, met name op het gebied van ict en techniek. Daarom maakt het aanleren en stimuleren van de vaardigheden samenwerking, communicatie, ICT-geletterdheid, sociale en culturele vaardigheden, creativiteit, probleemoplossend vermogen, kritisch denken, maatschappelijke redzaamheid en burgerparticipatie deel uit van ons leerplan. 2.2 Het klimaat van de school De belangrijkste voorwaarde om tot ontwikkeling te komen is veiligheid. Kinderen moeten zich geborgen en thuis voelen op OBS Mathenesse. Wij proberen, binnen onze mogelijkheden, het gebouw, het terrein en wat erop en erin is, zo goed mogelijk in te richten. Daarnaast benaderen de leerkrachten de kinderen zo, dat het zelfvertrouwen van kinderen wordt gestimuleerd. Dit komt naar voren in: - het houden van groepsgesprekken, - aandacht geven aan en stimuleren van positief gedrag. - adequaat optreden van leerkrachten bij ongewenst gedrag, - serieus omgaan met klachten van kinderen, - bewust aandacht besteden aan sociale vaardigheden. 9

10 In de school zijn duidelijke regels en afspraken. Deze zijn nodig om alles goed te laten verlopen en om kinderen structuur en helderheid te bieden. Deze regels zijn geen strak keurslijf. De kinderen moeten binnen deze regels op eigen wijze (leren) werken en functioneren. Als kinderen zich niet aan bekende afspraken houden worden ze daar op aan gesproken. Naast schoolregels (de zogenaamde kapstokregels) worden er per groep afspraken gemaakt samen met de kinderen. Dit zijn afspraken over hoe je met elkaar omgaat. Ze zijn bedoeld om een klimaat van veiligheid te scheppen en om pestgedrag te voorkomen of vroegtijdig aan te pakken. Bij de kapstokregel staan 3 regels centraal die alles omvatten; Voor groot en klein zullen we aardig zijn. We zullen goed voor onze spullen zorgen, dan zijn ze weer te gebruiken morgen! Binnen is een wandelgebied, daar rennen we dus niet. Door zorgvuldig met de regels om te gaan willen we de leerlingen bewust maken van hun houding ten aanzien van de materialen en de anderen om zich heen. Naast de kapstokregels hanteren we in alle groepen met de methode Goed Gedaan. Een lesmethode waarin sociale vaardigheden en omgangsvormen centraal staan. Wij vinden het zeer wenselijk om hieraan structureel aandacht te geven. Ook u als ouders wordt hierbij betrokken. Het is belangrijk u te informeren waarmee wij als school bezig zijn en hoe we bij uw thuissituatie aan kunnen sluiten en andersom. Hier moet sprake zijn van een wisselwerking, we zijn samen bezig met het welbevinden van uw kinderen / onze leerlingen. Geregeld gaat er een ouderbrief mee passend bij de lessen Goed Gedaan. 2.3 Pesten Naast de lesmethode Goed Gedaan, het hanteren van gezamenlijke waarden en normen, maken we gebruik van de methode Kiva. In groep 5 t/m 8 werken we met KIVA, een project dat pesten aanpakt. KIVA wordt in Finland op 90% van de scholen toegepast. In Finland is door KIVA het pesten met 40% afgenomen. De leerkrachten worden getraind in de principes van KIVA. We werken hierbij samen met de Rijksuniversiteit Groningen en met diverse scholen in de regio. De kinderen krijgen wekelijks KIVA-les. Aspecten van KIVA zullen in alle groepen toegepast worden. Toch kan het voorkomen dat leerlingen gepest worden. Pesten wordt door het team serieus opgepakt. We gebruiken dan in eerste instantie de Kiva-steungroep aanpak. Hierbij worden ouders altijd geïnformeerd. Samen met de leerkracht en de ouders worden de te nemen stappen besproken en daadwerkelijk gezet. De school werkt volgens een zogenaamd pestprotocol. Dit protocol, waarin de aanpak vanuit school beschreven staat, kunt u vinden op onze website Aanmelden van kinderen U kunt vrijblijvend een afspraak maken met de locatiecoördinator Harry Hindriksen of de directeur Sineke Sietsema. U krijgt een rondleiding door de school en maakt kennis met het team en de school. Na aanmelding volgt een nader intake-gesprek met de leerkracht van uw kind. Er worden vragen gesteld over uw kind. De bedoeling hiervan is dat de school een goed zicht krijgt op de eventuele zorg die uw kind nodig heeft. Voor meer informatie over het aanmelden van een leerlingen; zie de teksten van het Schoolbestuur Lauwers en Eems achterin deze gids. 2.5 Nieuwe kleuters Om alvast aan de nieuwe basisschool te wennen mogen toekomstige leerlingen vijf dagdelen meedraaien. Ongeveer 2 maanden voordat uw kind 4 jaar wordt, neemt de groepsleerkracht contact op om deze dagdelen met u af te spreken. Kleuters die na 1 januari op school komen, worden in groep 0(combinatiegroep met groep 1) geplaatst. Met ingang van het nieuwe schooljaar gaan deze kinderen naar groep 1. Zijn er 10

11 bijzonderheden te melden dan horen wij die graag. U hoort van ons hoe het met uw kind gaat in de groep. We vinden het belangrijk dat ouders en school elkaar goed informeren. De leerlingen volgen bij een normaal verloop alle groepen van de basisschool. Als er zich situaties voordoen waarbij van deze richtlijn moet worden afgeweken, wordt vroegtijdig contact opgenomen met de ouders. 2.6 De zorg binnen de school Vanaf de eerste schooldag wordt het ontwikkelingsproces van de leerling zorgvuldig gevolgd. De school hanteert hiervoor het leerlingvolgsysteem. Gedurende de achtjarige schoolperiode vinden meerdere observaties en toetsmomenten plaats. De gegevens uit de observaties / toetsen worden door de groepsleerkrachten in ons digitale systeem vastgelegd en geanalyseerd. We willen zo goed mogelijk aansluiten bij de ontwikkeling van de leerlingen. Daarnaast worden alle kinderen 5 keer per jaar besproken door de groepsleerkracht(en) en de intern begeleider. Als blijkt dat leerlingen extra hulp nodig hebben, wordt de extra hulp zoveel mogelijk binnen de groepen gegeven. Dat is mogelijk, omdat er zoveel mogelijk onderwijs op maat (leerstof passend bij de leerling, bijvoorbeeld een verlicht of uitgebreid programma) wordt gegeven. Na een klassikale instructie kunnen de leerlingen zelfstandig aan het werk. De leerkracht heeft dan tijd en ruimte om groepjes leerlingen extra te begeleiden aan de instructietafel. Soms is het wenselijk en mogelijk dat (groepjes) leerlingen extra hulp (buiten de groep) krijgen (Remedial teaching = R.T.). Mocht dat plaatsvinden dan worden ouders altijd geïnformeerd. Bij specifieke zorg kan er sprake zijn van extra onderzoek. U kunt denken aan bijvoorbeeld dyslexie, hardnekkige rekenproblemen, gedragsproblematiek enz. Nader onderzoek wordt altijd eerst met de ouders overlegd. Dit kan een algemeen (intelligentie-)onderzoek betreffen of zoals eerder genoemd, specifiek over bijvoorbeeld lezen of rekenen gaan. De uitkomsten van deze onderzoeken worden met ouders, groepsleerkracht en IB-er besproken en vastgelegd in een schriftelijk verslag. Ook meerbegaafde leerlingen krijgen extra zorg, bijvoorbeeld door middel van compacting : de klassikale stof hoeft niet allemaal gemaakt worden en in de vrijgekomen tijd kan extra uitdagende leerstof gemaakt worden. Daarnaast is er binnen L&E de Christiaan Huygens Plusklas. Een klas waar excellente leerlingen op de woensdagen in Warffum les krijgen. Om hiervoor in aanmerking te komen worden de leerlingen nader getoetst en dient er een hulpvraag te zijn. 2.7 Opbrengstgericht werken Opbrengstgericht werken is, volgens de inspectie, het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van prestaties. Halen we uit de leerlingen dat wat mogelijk is? Vijf indicatoren meetpunten in het waarderingskader verwijzen naar elementen van opbrengstgericht werken: Leraren volgen vorderingen van leerlingen systematisch. De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van leerling-prestaties. De school gaat de effecten van de zorg na. De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. De school evalueert regelmatig het onderwijsproces. De eindtoets van het onderwijs groep 8 In de volgende tabel geven we de resultaten aan het einde van de schoolperiode weer, waarbij we opmerken dat we van mening zijn dat leeropbrengsten niet de enige indicatie zijn van een goede 11

12 school. Bovendien zijn de cijfers iets gekleurd, omdat sommige groepen kleiner zijn dat tien leerlingen. jaar Aantal lln schoolgroep ondergrens Standaard score van ,5 537, van ,1 534, van ,8 532, van ,2 537,3 historische gegevens gecorr. score van ,3 536, van 6 535,2 535,6. Dit jaar hebben de kinderen samen een hele goede score gehaald, boven het landelijke gemiddelde. Taal: de totale score boven het gemiddelde. Onderdelen onder het gemiddelde:*spelling werkwoorden en *interpunctie. Verklaring: Taal Actief 4 wordt gebruikt vanaf schooljaar 2013/2014; door de invoering in één keer in alle groepen zijn hiaten ontstaan. ( bv. bep. grammatica-onderdelen zijn onvoldoende geoefend). Rekenen: Totale score boven het gemiddelde. Wereldoriëntatie: Totale score boven het gemiddelde. Alle onderdelen goed, waarvan het onderdeel geschiedenis het laagst 2. De tussentijdse opbrengsten Op vaste tijdstippen in het jaar worden methode- onafhankelijke CITO toetsen afgenomen. De uitslagen van deze toetsen verschaffen ons redelijk objectieve gegevens over de leerprestaties van uw kind. De uitslagen, die worden onderverdeeld in I II III IV V scores, kunnen aanleiding geven tot het verlenen van extra hulp. Percentage V is groter dan 20% van het totaal Percentage I is kleiner dan 20% van het totaal 2 Voor een volledige evaluatie: het document Evaluatie Cito-eindtoets

13 Inspectienormen: op schoolniveau scoren we op de tussentijdse opbrengsten (februari en juni) een voldoende. Aandachtspunten: Rekenontwikkeling kleuters. Begrijpend lezen; het aantal leerlingen dat een I-score heeft, is minder dan 20%. Rekenen; er is een verschil in opbrengsten tussen de M- en de E-toetsen. Consequenties voor ons beleid Gezien de vooruitgang op de toetsen zetten we het huidige beleid voort en zorgen voor borging. De rekenontwikkeling kleuters: we zullen de opbrengsten analyseren en alle elementen van het (voorbereidend) rekenonderwijs in groep 1,2 onder de loep nemen; aanbod, tijd, monitoring, signaleren, instructie, didactiek. Begrijpend lezen; analyseren en aanpak aanpassen. Rekenen; we zullen dit onderzoeken en onze aanpak aanpassen. Inspectie primair onderwijs: O.B.S. Mathenesse heeft het vertrouwen van de Inspectie van het Onderwijs. De inspectie heeft geen aanwijzingen dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs. Bron: site Inspectie van het onderwijs 13

14 3. De organisatie van het onderwijs 3.1 De organisatie van de school De inhoud van het onderwijs moet voldoen aan de kerndoelen zoals die omschreven zijn in de wet primair onderwijs. Daarnaast zijn de visie, missie en de doelen op L&E-niveau leidend en hieronder beschrijven wij hoe we dit op locatieniveau invullen en verder aanvullen c.q. uitwerken. 3.2 De activiteiten van de onderbouwleerlingen In de kleutergroepen werken we aan de hand van thema s. Taal-, reken- en creatieve vorming komen daarbij aan bod. In de onderbouw wordt o.a. gewerkt met de methode Schatkist (voorbereidende oefeningen voor taal/lezen en rekenen), De Wereld in Getallen (voorbereidend rekenen en wiskunde) en Da Vinci. Deze methodes voor de jongere leerling sluiten naadloos aan op de leesmethode Veilig Leren Lezen (nieuwste versie). In groep 3 t/m 8 wordt ook Da Vinci en de Wereld in Getallen gebruikt, dus ook op deze gebieden is sprake van een doorgaande lijn. Kleuters leren al doende tijdens hun spel. Spelend leren is zeer effectief. Wij spelen daarop in door te zorgen dat er voldoende materiaal is waarmee deze leerlingen zich kunnen ontwikkelen. Onze eerste zorg gaat uit naar het welbevinden van het kind, een belangrijke voorwaarde om tot ontdekkend spelen te komen. Er wordt veelvuldig gesproken over allerlei zaken. We verwachten dat de leerlingen daardoor allerlei woorden leren kennen en goed leren spreken, we vergroten de woordenschat. Dat is belangrijk als voorbereiding op het latere taal- en leesonderwijs. De dag start in de kring. Er wordt gespeeld en gewerkt aan tafels, in hoeken, op de gang, in de gymzaal/speellokaal en op het schoolplein. Om vroegtijdig eventuele leerproblemen te kunnen signaleren worden regelmatig observaties uitgevoerd aan de hand van de DORR-gedragslijst (observatie- en ontwikkelingskaarten). We maken ook gebruik van de landelijke Cito-toetsen: taal voor kleuters, en rekenen voor kleuters. Succesvol groep 3 doorlopen lukt pas als een kind daaraan toe is. Liever een jaar langer in groep 1 of 2, dan jarenlang het heel moeilijk hebben in de andere groepen. Een goede basis als fundament waarop we verder kunnen bouwen. 3.3 Basisvaardigheden (lezen, schrijven, taal en rekenen) De basisvaardigheden (taal, rekenen en lezen) zijn de instrumenten die kinderen nodig hebben om de wereld om hen heen te kunnen ontdekken en begrijpen. In groep 3 leren de leerlingen lezen met Veilig Leren Lezen. We maken gebruik van de laatste versie, die aansluit bij de onderlinge verschillen tussen de leerlingen. De één kan immers al lezen, terwijl bij de ander het leesgevoel gestimuleerd moet worden. Vanaf groep 4 gebruiken we de methode Estafette voor het voortgezet technisch lezen. Hierbij oefenen de leerlingen hun lezen in groepjes op eigen niveau. Leerlingen gaan zelfstandig aan het werk of krijgen instructie van de leerkrachten. De schoolbibliotheek is gedigitaliseerd. De boeken zijn op AVI-niveau ingedeeld. De leerlingen maken hun leeskeuze en leesplezier staat voorop! De leestechniek houden we in de gaten door twee tot drie keer per schooljaar te toetsen m.b.v. de DMT- (Drie minuten toets, woordjes lezen) en AVI- (teksten lezen op tijd. ) We hebben digitale schoolborden in alle groepen. Specifieke software zoals de leerkrachtassistent en Klasse TV zorgen voor extra ondersteuning naast de geboden lesmethoden. Naast de methode beschikken de klassen over meerdere computers die ingezet worden bij het leerproces. Bij de taallessen, de methode Taal actief, besteden we veel aandacht aan spreken en luisteren, zoals leren je eigen mening onder woorden brengen. Er wordt aandacht besteed aan het spellen, het spellen van de werkwoorden, verhalen maken en zinnen ontleden. Het foutloos schrijven (spelling) is een belangrijk onderdeel. Naast de wekelijkse dictees wordt twee keer per jaar de Cito-spellingtoets 14

15 afgenomen. Bij de taalactiviteiten worden lessen aangeboden die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Begrijpend lezen om zelfstandig te kunnen studeren is een heel belangrijk onderdeel van het hedendaagse taalonderwijs. Er wordt gewerkt uit de begrijpend digitale leesmethode Nieuwsbegrip dat aansluit bij het wereldnieuws. Naast de methodetoetsen wordt ook hier 1 tot 2 keer per schooljaar een methode-onafhankelijke Cito-toets gemaakt. Ook gebruiken we vanaf groep 6 Blits, een methode voor studievaardigheden. Op OBS Mathenesse leren de leerlingen rekenen m.b.v. De Wereld in Getallen, een realistische rekenmethode. Er worden praktische problemen uit het dagelijkse leven opgelost, door er over te praten en oplossingsmethoden met elkaar te vergelijken. Het zijn telkens terugkerende activiteiten. Voor uitgebreide bewerkingen maken we gebruik van de rekenmachine. Het oefenen van basisvaardigheden bij het cijferen en hoofdrekenen maakt deel uit van de rekenlessen. Schatten ook, zodat de verkregen uitkomsten van de verschillende rekenbewerkingen gecontroleerd kunnen worden. We leren leerlingen kritisch te zijn over de verkregen uitkomsten. Regelmatige methodetoetsen en twee Cito-toetsen geven ons hier een goed beeld van de beheerste stof. N.a.v. de toetsresultaten krijgen de kinderen extra stof, extra instructie of ondersteuning. De leerling moet zoveel mogelijk onderwijs op maat krijgen. Leerlingen leren schrijven met de methode Pennenstreken. Schrijfonderwijs draagt er toe bij dat leerlingen een duidelijk leesbaar, verzorgd en vlot handschrift krijgen. In groep 7/8 wordt Engels gegeven met de methode Take it easy. De leerlingen leren eenvoudige gesprekjes voeren over allerlei dagelijkse onderwerpen. Het praten met elkaar is het belangrijkste doel. 3.4 Wereldoriënterende vakken In alle groepen werken we met Da Vinci, een methode die de leerstof aanbiedt in thema s. De methode DaVinci is de nieuwste lesmethode wereldverkenning voor groep 1 tot en met 8 van het basisonderwijs. Dit leerplan biedt onderwijs in thema s aan waarbij alle kerndoelen in een samenhangend geheel behandeld worden die vallen onder Oriëntatie op Jezelf en de wereld, alsmede de 50 vensters uit de Canon van de Nederlandse geschiedenis, wereldburgerschap en burgerschapsvorming. Leerkrachten geven geen aparte vakken aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, maatschappijleer, techniek, natuur- en scheikunde, verzorging, filosofie en levensbeschouwing meer zoals in andere methoden op de basisschool, maar bieden dit als geheel aan met één centrale les per week. Op deze manier zullen kinderen verbanden zien tussen alles wat aangeboden wordt. Daarbij gebruiken we alle zintuigen met realistisch materiaal. Omdat het thema van zoveel kanten wordt bekeken, kan ieder kind vanuit zijn eigen interesse, talent en niveau aanhaken en zo doet ieder kind mee waardoor ook binnen de klas verbondenheid ontstaat. Ieder schooljaar hebben we schoolbreed een gezamenlijk project. Gedurende twee weken besteden we dan naast de basisvaardigheden veel aandacht aan een onderwerp, het geheel wordt afgesloten met een tentoonstelling en/of voorstelling. 3.5 Godsdienstig of humanistisch vormingsonderwijs Op onze school wordt in de groepen 5 tot en met 8 iedere week godsdienstonderwijs of humanistisch vormingsonderwijs gegeven. Dit onderwijs is facultatief (niet verplicht). Elk jaar kunnen de leerlingen in overleg met hun ouders hun keuze aangeven. Het Humanistisch Vormings Onderwijs heeft als doel kinderen te leren omgaan met vragen, die betrekking hebben op waarden en normen van morele aard. De vakleerkrachten stimuleren tot zelfstandig oordelen en handelen, de juiste keuzes maken en rekening houden met anderen. Tijdens de uren HVO maken de kinderen spelenderwijs kennis met de humanistische uitgangspunten als: respectvol met elkaar omgaan rechtvaardigheid verdraagzaamheid en verbondenheid met je medemens- ontwikkeling van het vertrouwen en zelfrespect. Het Godsdienst Vormingsonderwijs sluit aan bij het karakter van de openbare school. Er wordt aandacht besteed aan de betekenis van bepaalde feesten. Daarnaast worden de feestdagen 15

16 behandeld en komen aspecten van de andere godsdiensten aan de orde: Islam, Jodendom e.a. Onderwerpen zoals hoop, ruzie, vrede, discriminatie vrijheid enz. worden besproken aan de hand van (bijbel)verhalen). Er wordt gebruik gemaakt van verschillende lesvormen. Het godsdienst onderwijs wil bevorderen dat de leerlingen de manieren van denken, leven en geloven van andere mensen respecteren. 3.6 Burgerschap en sociale competentie Scholen zijn vanaf 2006 wettelijk verplicht aandacht te besteden aan burgerschap. Om actief burgerschap te bereiken moeten kinderen leren verantwoordelijkheid te dragen voor zichzelf en elkaar, tolerantie voor anderen en respect voor andere meningen op te brengen en principes zoals rechtvaardigheid te hanteren. Daarom is het belangrijk 'sociale competenties' op school structureel in het onderwijsprogramma in te bouwen. Hiervoor gebruiken we de methode Goed Gedaan. De methode gaat uit van het werken in thema s. Alle leerlingen werken gelijk aan hetzelfde onderwerp. De ouders worden geïnformeerd over de gegeven lessen. Ook tijdens de reguliere lessen wordt aandacht gegeven aan Burgerschap. Tijdens de kringgesprekken worden situaties rond school besproken en verhelderd. Het is goed dat kinderen hun eigen grenzen leren kennen en verleggen, steeds rekening houdend met de ander. HVO en GVO dragen ook hun steentje bij. 3.7 Expressie activiteiten De expressie activiteiten bestaan uit de onderdelen taalexpressie ( b.v. het schrijven van een opstel, poëzie), spel, drama, muzikale vorming, tekenen en handvaardigheid. Deze onderdelen komen in ruime mate geïntegreerd aan bod in de kleuterbouw. In de groepen 3 t/m 8 zijn tekenen, handvaardigheid en muziek aparte vakken, waarbij de onderwerpen en suggesties van Da Vinci veelal worden gebruikt. Allerlei technieken en materialen komen aan de orde. Bij creatieve uitingen van de leerlingen is niet alleen het eindproduct, maar ook het proces belangrijk. Rond de feestdagen worden er diverse creatieve activiteiten georganiseerd. De school werkt ook met ideeën uit de methode Moet je doen een creatieve methode voor handvaardigheid en muzikale vorming. Daarnaast voeren de leerlingen van groep 7 & 8 om het jaar de eindmusical op. Over twee jaar willen we de expressievakken en de wereldoriëntatie geheel integreren. Je leren uiten is, naast het beheersen van de basisvaardigheden, erg belangrijk. Wennen aan een optreden in het openbaar, spreken in een grotere groep is één van de vele doelstellingen die wij spelenderwijs willen realiseren door o.a. spreekbeurten, boekbesprekingen etc. De leerlingen van de onderbouw nemen Flip de Beer mee naar huis en vertellen in de kring hun belevenissen. Vanaf groep 4 starten we met het houden van boekbesprekingen. De spreekbeurten en boekbesprekingen vormen een rode draad door de school. 3.8 Cultuureducatie Cultuur is niet alleen iets wat bestaat en waar je beschouwend mee bezig kunt zijn. Cultuur is iets wat je kunt maken en waar je een bijdrage aan kunt leveren! Deze gedachte vinden we in brede zin erg belangrijk voor de school, zeker als we het zien in een sociaal-emotionele context. We vinden het belangrijk dat kinderen creatief zijn en blijven in hun denken en handelen. Wij verstaan onder cultuureducatie erfgoed, Media en kunst. Eén van de fusiepartners (De Holm winnaar Onderwijsprijs Groningen en Nationale Onderwijsprijs ) brengt een traditie van veel aandacht voor de cultuureducatie, een traditie waar de fusieschool van zal profiteren. In ons Cultuureducatieplan worden de visie, de doelen, de activiteiten beschreven. 16

17 3.9 Huiswerk De leerlingen oefenen meerdere malen per week op de computer. We oefenen met woordpakketten spelling, lezen en maken rekenopdrachten passend bij de lesmethoden. We willen binnen de lestijd zoveel mogelijk begeleiding en ondersteuning bieden. Voor leerlingen die meer moeite hebben met een bepaald vakgebied is wellicht huiswerk zinvol. Hierover wordt u, indien nodig, door de leerkracht of door de IB-er geïnformeerd. In groep 7&8 krijgen de leerlingen wel wekelijks huiswerk mee. U kunt dan denken aan topografie, oefeningen met werkwoorden, metriekstelsel enz. Ter voorbereiding op het Voortgezet Onderwijs vinden we het belangrijk dat de leerling leert leren (Buiten)schoolse activiteiten Elk jaar wordt er een project door de hele school gehouden. De school houdt zich bezig met een bepaald thema waarbij meerdere vakken geïntegreerd worden aangeboden. Als afsluiting wordt er een presentatie gehouden, zodat ook familie en kennissen een beeld krijgen van de bezigheden. Natuurlijk is er aandacht voor dierendag, de Kinderboekenweek, Sinterklaas, Kerst e.d. Op 11 november brengen de kleuters een bezoek aan woonzorgcentrum De Dingen of Viskenije. De oudere leerlingen doen o.a. mee aan het verkeersexamen van 3VO. In de nieuwsflits wordt u hierover nader geïnformeerd De schoolreizen Alle leerlingen gaan jaarlijks op schoolreis. De kinderen van groep 1 tot en met 6 gaan met de bus een dag op reis. Groep 7/8 gaat op schoolkamp. De organisatie van de schoolreizen is in handen van het team. De vrijwillige bijdrage in de kosten worden jaarlijks vastgesteld. In het schooljaar waren de prijzen als volgt: groep 1/2-25,-, groep 3 t/m 6-35,-, groep 7/8-65,-. U ontvangt nadere informatie en het banknummer waarop de schoolreisbijdrage moet worden gestort. Ook kunt u t.z.t. informatie op de website vinden. Ook gespreide betaling in overleg is mogelijk Gymnastieklessen In de kleutergroep staat bewegingsonderwijs van maandag tot en met vrijdag op het rooster. Zij spelen op het schoolplein of in het gymlokaal. De kinderen van de groepen 3 t/m 8 gymmen twee keer per week in het gymlokaal. Eén les wordt verzorgd door de groepsleerkracht en één les door de vakleerkracht. Dagen en tijden staan op de informatiekalender. Sportkleding en douchen is vanaf groep 3 verplicht. Het dragen van sportschoenen is voor alle groepen, i.v.m. de hygiëne, gewenst. NB. Graag een briefje van ouders, indien de leerling niet mag douchen! 17

18 4. De ontwikkeling van het onderwijs 4.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs 3 Kwaliteit is niet zozeer wat we doen, maar meer de wijze waarop we het doen. We werken we bij het Schoolbestuur Lauwers en Eems met het Handboek Kwaliteit, waarin de cyclus Plan-Do-Check-Act is vastgelegd, alsmede de door alle scholen gebruikte formulieren. Vastgestelde documenten ten aanzien van de borging zijn opgenomen in het Vademecum van de school. We gebruiken diverse instrumenten om te volgen, te evalueren en te bevragen. Wat Sterkte/ zwakte- analyse Kengetallen leerlingen SWOT Cito- leerlingvolgsysteem (LVS) Cito- eindtoets Inspectie Tevredenheidsonderzoek ouders, leerlingen, personeel Oudergesprekken Klassenbezoeken Functioneringsgesprekken personeel Beoordelingsgesprekken Zien (observatie sociaal- emotionele ontwikkeling, individueel en op groepsniveau) DORR (observatie en registratie groep 1,2) Volgen resultaten voortgezet onderwijs Audit Frequentie 1x per vier jaar jaarlijks 1x per vier jaar jaarlijks jaarlijks Minimaal 1x per vier jaar 1 x per twee jaar jaarlijks jaarlijks jaarlijks 1x per drie jaar jaarlijks jaarlijks jaarlijks 1x per vier jaar In sommige gevallen is het noodzakelijk om vaker één van bovenstaande instrumenten te gebruiken, bijvoorbeeld bij tegenvallende resultaten, een zwak pedagogisch klimaat, ontevredenheid van leerlingen, ouders of personeel. De gegevens worden verzameld, geordend aan de hand van de kwaliteitsindicatoren, geanalyseerd en gediagnosticeerd. Indien er onduidelijkheden zijn, verrichten we nader onderzoek of laten we dat doen. Aan de hand van de verzamelde gegevens worden de doelen gesteld. Uiteraard gerelateerd aan de wettelijke eisen, onze missie en visie. Deze doelen worden vastgelegd in het meerjarenbeleidsplan (opgenomen in het schoolplan). Ieder schooljaar wordt er een schooljaarplan gemaakt, waarin beschreven wordt wat de school dat jaar doet aan verbetering, hoe er geëvalueerd wordt en hoe er geborgd wordt. Het kan zijn dat ontwikkelingen en/ of de verzamelde gegevens ons aanleiding geven om het meerjarenplan en/ of het jaarplan bij te stellen. Alle verbetertrajecten worden afgerond met een evaluatie. In de evaluatie staan drie vragen centraal: Zijn de gewenste opbrengsten gerealiseerd? Zijn de activiteiten volgens planning verlopen? Wat kunnen we van het verbetertraject leren? Wat ging goed? Wat ging minder goed? Dus zowel het product als het proces wordt geëvalueerd. 3 Zie ook teksten Schoolbestuur Lauwers en Eems achterin deze gids. 18

19 Om na te gaan of de gewenste opbrengst is gerealiseerd is dus een meting nodig. Hoe het resultaat gemeten gaat worden, zal afhangen van het onderwerp. Vooraf moet duidelijk zijn wat het gewenste resultaat is. Door te leren van de voorgaande periode worden verbeteringen mogelijk voor de komende periode. Verantwoording afleggen De school legt verantwoording over de kwaliteit van het onderwijs af aan het schoolbestuur (bovenschoolse directie), de inspectie en de omgeving. Dit gebeurt door middel van de (tussentijdse) evaluatie van het schooljaarplan en het jaarverslag, waarin de tussentijdse en de eindopbrengsten staan, de schoolgids, alsmede door voorgangsgesprekken met de sectordirectie en de inspectie. In november 2013 is de enquête afgenomen. De uitkomsten: de respons van de medewerkers was representatief. De tevredenheid was toegenomen en ligt boven het landelijk gemiddelde voor at betreft de score van de kinderen en de medewerkers, de ouders scoren iets onder het landelijke gemiddelde. Men is met name tevreden over; het onderwijs en begeleiding, de veilige sfeer, de betrokkenheid van de ouders, de interactie en de contacten. Minder tevredenheid was er over de Aandacht voor geloven en culturen en maatschappelijke thema s, de schriftelijke informatie, en de actualiteit van de website. Het team vindt de vergadercultuur en besluitvorming voor verbetering vatbaar. 4.2 Evaluatie van de beleidsvoornemens van het schooljaar Werken aan de toekomst van het onderwijs in onze regio: Besluiten omtrent de toekomst van de scholen van de schoolbesturen L&E en VCPO-Noord Groningen zijn genomen en verwoord in Toekomstscenario III. Het plan is op sommige plekken uitgevoerd zoals voorgenomen, op andere plekken zijn de plannen gewijzigd door voortschrijdend inzicht van de besturen, verzet en ideeën van ouders, te krap tijdpad. Ontwikkelen beleid hoogbegaafdheid en onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen: in de notitie Onderwijskundig beleid L&E is geschreven over het onderwijs aan deze leerlingen. Scholing en begeleiding van leerkrachten heeft plaats gevonden. DORR digitaal (observatie en registratie-instrument groep 1,2): de leerlingkaarten worden ingevuld en met de ouders besproken. Ook de planning van DORR wordt gebruikt. Passend onderwijs vormgeven: er is een Bovenschools Ondersteuningsteam (BOT) geformeerd: een orthopedagoge, een ambulant begeleider gedrag, een remedial teacher. De Plaatsingswijzer is geïmplementeerd. Pedagogisch klimaat, observeren (Zien), is een vast onderdeel tijdens de lessen. Educatief partnerschap met de ouders nader vormgeven: observeren maakt del uit van het handelen van de leerkrachten, opvallende zaken noteren zij dagelijks. Observaties leiden indien nodig, tot handelen. Educatief partnerschap hebben we niet verder vorm gegeven. Klassenmanagement; klassenbezoeken zijn uitgevoerd. De leerkrachten hebben een POP (persoonlijk ontwikkelings plan) gemaakt en uitgevoerd. Participeren in de bouw van een nieuwe school en samenwerken met de partners: Doel gehaald (participatie en samenwerking). De drie gebruikers hebben uitgesproken samen een Integraal Kind Centrum op te zetten. De eerste schetsontwerpen zijn gemaakt. 4 Voor een uitgebreide evaluatie; zie Evaluatie schooljaarplan

20 4.3 Beleidsvoornemens Komend schooljaar werken we aan de volgende verbeterpunten 5, gebaseerd op de eindopbrengsten, de tussentijdse opbrengsten en evaluatie schooljaarplan , alsmede de missie en de visie van de school: Beleidsvoornemens Uitvoeren plan cultuureducatie Uitvoeren plan Sociale veiligheid, pedagogisch klimaat en burgerschap Opbrengstgericht werken; huidige beleid voortzetten en zorgen voor borging Participeren in de vormgeving van het nieuwe gebouw Met de partners vormgeven kindcentrum Kindvolgend onderwijs: -- Ouderportaal, rapport, portfolio: uitgangspunten (visie is leidend) formuleren, Oriënteren en verkennen Keuze maken a.d.h.v. de uitgangspunten. - implementeren Da Vinci, wereldoriëntatie. Uitvoeren werkagenda School en omgeving: Minimaal 1 keer per maand les buiten de school, Minimaal 4 keer per jaar een les, workshop, presentatie door een ouder, kunstenaar, inwoner of andere deskundige, Galerie d Holm, Kind en Poëzie Deelname NL Doet, Naschools aanbod; verrijken en afstemmen (vereniging, instanties uit het dorp en omgeving) 4.4 Vijf-stromenmodel 6 Om alle leerlingen goed te kunnen volgen en begeleiden worden ze 5 keer per jaar besproken door de groepsleerkracht en de intern begeleider. Binnen schoolbestuur L&E werken de scholen met het zogenaamde 5 stromenmodel. Het is een organisatiemodel waardoor er planmatig en systematisch gewerkt wordt en voor de leerkrachten en ouders duidelijk vastgesteld wordt wie wat op welk moment doet. Er vinden overlegmomenten binnen de school plaats op 5 verschillende niveaus; 1. incidentele uitvallers / omgaan met verschillen binnen de groep 2. zorgleerlingen ( uitvallers op bepaalde vakgebieden / sociaal gebied) 3. zorgleerlingen met een individuele leerlijn 4. groepsniveau 5. schoolniveau Als blijkt dat leerlingen extra hulp nodig hebben, wordt de extra ondersteuning zoveel mogelijk binnen de groepen gegeven. ( zie 2.5 zorg binnen de school) Naast bovengenoemde zaken kun je stellen dat goed onderwijs alleen dan goed kan zijn als er een goede (werk)sfeer is op school. Dit geldt zowel voor de leerlingen als de leerkrachten. Als mensen 5 Zie schooljaarplan Zie ook teksten Schoolbestuur Lauwers en Eems achterin deze gids. 20

21 zich prettig en veilig voelen, zullen de werkzaamheden ook prettiger en beter verlopen. Vandaar dat wij voortdurend werken aan een goede verstandhouding tussen ouders, leerkrachten en leerlingen. 4.5 Voorkomen lesuitval Leerlingen hebben recht op onderwijs. Zodra een leerkracht uitvalt, wordt er een invalkracht gezocht. Langdurige vervanging wordt in overleg met het schoolbestuur geregeld. Het vervangingsbureau SLIM uit Groningen zoekt in overleg met de directie naar geschikte vervanging. 21

22 5. De ouders/verzorgers 5.1 Het belang van betrokkenheid van ouders/verzorgers Wij vinden het belangrijk dat ouders de school binnen lopen en belangstelling tonen voor hun kind(eren), door vragen te stellen aan leerkrachten of door mee te helpen bij allerlei zaken. Een goed contact tussen de school en ouders werkt namelijk positief op het welbevinden en de prestaties van kinderen. We willen een open school zijn en vinden het heel belangrijk dat iedereen zich thuis voelt in school. Samen met u hebben we hetzelfde doel: een zo optimaal mogelijke ontwikkeling van uw kind(eren). 5.2 Informatievoorziening aan ouders/verzorgers Om op de hoogte te blijven van wat er allemaal in en rond de school gebeurt verschijnt iedere twee weken de nieuwsflits. Deze kunt u alleen per mail ontvangen of nalezen op de site van de school. De nieuwsbrief houdt u op de hoogte van actuele zaken. De schoolkrant verschijnt 2 keer per jaar. Op de website van de school: kunt u nieuws en informatie vinden. U kunt er foto s van schoolactiviteiten bewonderen. Indien u bezwaar heeft tegen het verschijnen van foto s van uw kinderen op het web, kunt u dat melden op de school. De school houdt er dan rekening mee dat uw kind(eren) niet herkenbaar in beeld verschijnt/verschijnen. Belangrijk is het directe contact tussen ouders/verzorgers en school. Daarom stellen we ouders/verzorgers in de gelegenheid om ten minste drie keer per jaar te komen praten over hun kind(eren). Het rapport verschijnt 2x per jaar voor de groepen 1 t/m 8. Aansluitend vinden oudergesprekken plaats. Vanzelfsprekend is tussentijds altijd contact mogelijk, hiervoor kunt u een afspraak maken met de groepsleerkrachten. Bij de ingangen van de school hangen mededelingenborden. Deze borden zijn bedoeld voor mededelingen vanuit het team, de OR en de MR maar ook vanuit de ouders of kinderen. 5.3 Groepsinformatie In het begin van het schooljaar wordt een inloopavond georganiseerd, waarbij de leerkrachten een actieve rol spelen in het informeren van de ouders/verzorgers over de op school gehanteerde methoden en georganiseerde activiteiten. We stellen het erg op prijs dat u allen komt. Het is een moment waar alle ouders elkaar in de groepssamenstelling zien. Door de combinatiegroepen is dat jaarlijks anders. 5.4 Ouderparticipatie Onder ouderparticipatie verstaan wij het actief deelnemen van ouders aan het schoolleven in al zijn facetten. Deze gelegenheid tot participatie is bedoeld om u als ouder meer inzicht te geven in de wijze waarop wij in onze school met de kinderen werken. Ouderparticipatie draagt verder bij aan een optimaal functioneren van onze school. Veel activiteiten zouden van het lijstje geschrapt moeten worden als er geen assistentie van ouders is. Ouderparticipatie vindt onder meer plaats bij handvaardigheid, schoolreizen, sportdag, projectweek. Dit alles gebeurt op vrijwillige basis. De ondersteunende en begeleidende activiteiten van ouders die in de school werkzaam zijn vallen onder verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht. Misschien wilt u een kijkje in de klas komen nemen, schroom niet en maak een afspraak met de leerkracht. 22

23 5.5 Medezeggenschapsraad (MR) 7 Notulen van de vergaderingen kunt u vinden op de website en op de prikborden. De namen van de medezeggenschapsraadleden staan in de informatiekalender. 5.6 Oudercommissie (OC) 8 Tijdens de jaarlijkse ouderavond treedt ieder jaar een deel af of is herkiesbaar. Men wordt gekozen voor een periode van drie jaar. De OC benoemt ieder jaar zelf uit haar midden een secretaris en een penningmeester. De OC vergadert op gezette tijden, meestal één keer per maand. Bij deze vergaderingen is ook een teamlid aanwezig. De bijeenkomsten zijn openbaar. Op de zakelijke ouderavond worden het jaarverslag en de begroting van de oudercommissie behandeld. Algemene onderwerpen kunnen in de rondvraag aan de orde gesteld worden. De OC heeft tot taak de ouders/verzorgers zoveel mogelijk bij de school te betrekken en het optimaal functioneren van de school te bevorderen. In de praktijk komt dit vooral neer op de volgende punten: - organiseren van de zakelijke en feestelijke ouderavond; - voorbereiden van feesten; - ouderparticipatie bevorderen; - beheer van de vrijwillige ouderbijdrage. Om de kosten van activiteiten zoals het sinterklaasfeest, Kerst, de feestelijke ouderavond, excursies, projecten, film, video, etc. te dekken, vragen wij u jaarlijks om een vrijwillige ouderbijdrage. Kinderen die vóór 1 januari op school komen, betalen het volledige bedrag. Komt het kind na januari op school, dan wordt het bedrag aangepast. Aan het begin van het schooljaar ontvangt u een nota ouderbijdrage voor uw kind(eren). Heeft u vragen omtrent de ouderbijdrage, dan kunt u contact opnemen met de penningmeester van de Oudercommissie. De namen van de oudercommissieleden staan in de informatiekalender. 5.7 Kinderraad (KR) Onze school heeft een kinderraad. Deze wordt samengesteld uit leerlingen van groep 7 en 8 en ieder jaar gekozen door leerlingen uit groep 3 t/m 8. De kinderraad organiseert in de loop van het schooljaar activiteiten zoals disco s, playbackshows, kleurwedstrijden en dergelijke. De kinderraad wordt begeleid door de leerkracht van de bovenbouw. 7 Zie ook teksten Schoolbestuur Lauwers en Eems achterin deze gids. 8 Zie ook teksten Schoolbestuur Lauwers en Eems achterin deze gids. 23

24 6. Regeling school- en vakantietijden 6.1 Schooltijden De groepen 1 tot en met 8 moeten samen minimaal 7520 uur naar school. Wij hebben dit jaar voor het Hoorns Model gekozen: alle leerlingen gaan op maandag, dinsdag en donderdag van 8.30 tot uur naar school en op woensdag en vrijdag van 8.30 tot uur. De eerste drie jaren moeten de leerlingen van groep 3 t/m 8 ook nog op vrijdagmiddag naar school, anders zouden deze leerlingen over acht jaar geen 7520 uur onderwijs ontvangen. Tevens zijn we gestart met het continurooster; alle leerlingen eten op school en hebben van tot uur een half uur voor de lunch en om te spelen. 6.2 Vakantietijden De vakantietijden worden door de scholen in overleg vastgesteld. Er wordt naar gestreefd, dat de scholen zo veel mogelijk gelijktijdig vakantie hebben. In principe volgen wij de spreidingsadviezen. De zomervakantie van zes weken is voorgeschreven. Nederland is daarbij verdeeld in drie regio s. De gemeente Winsum maakt deel uit van de regio Noord. Herfstvakantie 17 oktober t/m 25 oktober 2015 Kerstvakantie 19 december 2015 t/m 3 januari 2016 Voorjaarsvakantie 27 februari t/m 6 maart 2016 Goede vrijdag en Pasen 25 maart t/m 28 maart 2016 Koningsdag In de meivakantie Meivakantie 23 april t/m 8 mei 2016 Bevrijdings-/Hemelvaartsdag In de meivakantie Pinksteren 16 mei 2016 Zomervakantie 2015/ juli t/m 28 augustus 2016 Overzicht margedagen; de leerlingen zijn vrij: Woensdag 14 oktober 2015 Maandag 8 februari 2016 Dinsdag 29 maart 2016 Donderdag 9 juni 2016 Totaal 20,5 uur Hoorns Model Dag Uren Maandag 5,5 Dinsdag morgen 5,5 Woensdag morgen 4 Donderdag 5,5 Vrijdag morgen 4 Uren per week 24,5 Jaaruren 1278 Herfstvakantie 24,5 Kerstvakantie 49 Voorjaarsvakantie 24,5 Goede vrijdag en Pasen 9,5 Koningsdag 0 Meivakantie 49 Pinksteren 5,5 Zomervakantie margeruimte 29 margedagen 20,5 Blijft over 8,5 uur Het huidige schooljaar en in en gaan de groepen 3 t/m 8 ook op vrijdagmiddag naar school; dit om uren in te halen. Dit is nodig in verband met de overgang van een traditioneel rooster naar het Hoorns Model. 24

25 7. Algemene informatie 7.1 Schoolfotograaf De schoolfotograaf bezoekt ieder jaar onze school. Het ene jaar worden er groepsfoto s en individuele foto s gemaakt het andere jaar worden er alleen groepsfoto s gemaakt. In het schooljaar worden de groepsfoto s gemaakt. 7.2 Continurooster De kinderen eten op school, in hun eigen lokaal met hun eigen leerkracht. Ze nemen zelf hun eten en drinken mee, drinkbekers kunnen in de daarvoor bestemde koelkasten geplaatst worden. Na het eten spelen de kinderen op het plein. Alle afspraken staan beschreven in het protocol Continurooster. We verwachten dat ouders geen koek, snoep of chips in de broodtrommel doen en geen limonade, frisdranken of sportdranken mee te geven. 7.3 Fietsen Graag zouden wij zien, dat kinderen die dichtbij school wonen, geen fiets meenemen. De fietsen moeten in het fietsenrek of op een stander in het fietsenrek bij het gymlokaal geplaatst worden. De school kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade aan of diefstal van fietsen. 7.4 Verjaardagen Op hun verjaardag trakteren de meeste kinderen in de klas. Kinderen krijgen per schooljaar al gauw 25 traktaties. Dat mag ook, want jarig zijn is feest! Maar bij ons op school vragen we ouders wel om de traktaties klein te houden en niet te calorierijk te maken. Ook wijzen we op de mogelijkheid een klein cadeautje mee te geven in plaats van iets eetbaars. Veel kinderen geven een verjaardagsfeestje voor vriendjes en vriendinnetjes. Wij stellen het op prijs als de uitnodigingen daarvoor niet op school worden uitgereikt. Dit voorkomt teleurstellingen bij leerlingen die minder vaak gevraagd worden. Wij verzoeken u eventuele allergieën aan het begin van het schooljaar aan de leerkracht door te geven. Voor leerlingen die allergisch zijn, is het handig dat er een trommeltje op school staat met daarin iets wat het kind wel mag hebben. 7.5 Gevonden voorwerpen Wij hebben op school een mand, voorin de school, waar we gevonden voorwerpen opbergen. Mocht uw kind iets kwijt zijn, kijkt u dan eerst even op school. De overgebleven gevonden voorwerpen worden voor elke vakantieperiode verzameld en ter beschikking gesteld van een hulporganisatie. Als u de kleding en andere spullen van uw kind zoveel mogelijk van naam voorziet, komt alles vlot bij de eigenaar terug! 7.6 Speelgoed groep 1 en 2 De kinderen van groep 1 en 2 mogen op de 1 e donderdagmiddag van de maand speelgoed mee naar school nemen. De andere dagen blijft het speelgoed thuis. 7.7 De pauze Als school bieden wij een omgeving aan waarin kinderen gezonde eetgewoonten aanleren. Dit begint bij de pauzehappen. Het beleid rond pauzehappen op onze school is dat de kinderen op dinsdag en 25

26 donderdag een portie groente of fruit (schoongemaakt) meekrijgen. Dit wordt gezamenlijk in de klas gegeten. Eventueel geeft u iets anders kleins mee, zoals een boterham. Op maandag, woensdag en vrijdag ook bij voorkeur Gruiten of een rijstwafel, crackertje of plakje ontbijtkoek. Geen snoep en/ of koeken. Dit beleid zien wij als een waardevolle investering in de gezondheid van de leerlingen nu én later als ze groot zijn. Tip: koop seizoensgroente en -fruit. Kijk in de groente- en fruitkalender van Milieu Centraal. 7.8 Huisdieren op school I.v.m. allergieën is de aanwezigheid van huisdieren op school niet toegestaan. 7.9 Mobiele telefoon Het meenemen van een mobiele telefoon is op eigen risico. Tijdens schooltijd moet de telefoon bij de leerkracht worden ingeleverd. De school is voor een ieder bereikbaar op telefoonnummer

27 7.10 De logopedist Wanneer een kind een achterstand heeft in de taalontwikkeling of moeite heeft met de uitspraak van bepaalde klanken kan de logopedist een onderzoek doen. Als blijkt dat verdere hulp noodzakelijk is kan het kind naar een gevestigde logopedist. De logopedist komt op verzoek van de leerkracht op school om kleuters, na toestemming van de ouders, te screenen. Hierbij wordt gekeken hoe de stem, spraak, taal en het gehoor functioneren. Dit onderzoek duurt ongeveer 10 minuten. Naar aanleiding hiervan krijgt elk kind een bericht mee. Bij bijzonderheden wordt contact met de ouders opgenomen Ziekmelden Wij verzoeken u, wanneer uw kind ziek is, dit s morgens voor 8.30 uur door te geven. Indien uw kind tijdens schooluren ziek wordt of er gebeurt iets wat u dient te weten, is het voor uw kind en ons prettig om u te kunnen bereiken. Vandaar dat we op het inschrijfformulier vragen naar een extra telefoonnummer van een opvangadres of van uw werk. Wij vragen u veranderingen tijdig door te geven Foto s op Social Media Het gebeurt regelmatig dat ouders, opa s, oma s en bekenden foto s nemen van schoolactiviteiten en deze foto s waar leerlingen en leerkrachten op staan plaatsen op bijvoorbeeld hun Facebookpagina. Dit kan en mag echter niet zonder toestemming van de betreffende ouders en/of leerkracht. Daar komt bij dat iedereen zich moet realiseren dat het plaatsen een beslissing voor het leven is. Zodra een foto op het net wordt gezet, komt die daar nooit meer vanaf. Hij kan altijd weer ergens opduiken. Dit kan o.a. in cache van Google, in de WayBack Machine (internet-archief of omdat iemand hem gekopieerd heeft en weer ergens anders gepubliceerd heeft; Het plaatsen van foto s heeft consequenties voor de privacy van de kinderen, ook als ze al lang en breed volwassen zijn. Misschien vinden ze het dan helemaal niet zo leuk meer dat hun kinderfoto's nog door de hele wereld bekeken kunnen worden. Daarnaast ontwikkelt de software voor gezichtsherkenning zich op dit moment razendsnel, waardoor je aan de hand van een eigen foto binnenkort heel makkelijk die oude schoolfoto's weer terug kunt vinden. Waar ze zich ook bevinden. Wil je toch foto s plaatsen, vraag de ouders en de leerkrachten om toestemming. Zie verder: voor rechten en plichten op het gebied van privacy. Op school vragen we bij de aanmelding van kinderen altijd aan ouders of we foto s van hun kind mogen publiceren. Kinderen van ouders die geen toestemming geven zijn bij de school bekend en van hen zullen we bijvoorbeeld op onze site of digitaal fotoalbum geen foto s plaatsen. Indien we wel foto s plaatsen zullen we daar nooit een naam aan toevoegen. 27

28 8. Algemene organisatie Schoolbestuur L&E In alle schoolgidsen van de scholen die vallen onder het bevoegd gezag van Schoolbestuur L&E staan tal van zaken die school-specifiek zijn. Er is ook een aantal onderwerpen dat voor alle scholen geldt. Die onderwerpen zijn hieronder genoemd en worden verder beschreven. 1. Onze organisatie 1.1 Algemeen: Schoolbestuur Lauwers en Eems kent twee sectoren: een sector Primair Onderwijs, waar alle basisscholen onder vallen, en een sector Voortgezet Onderwijs, waar Het Hogeland College onder valt. Het dagelijks bestuur is belegd bi de directeur-bestuurder. De sector Primair Onderwijs van Schoolbestuur L&E kent per 1 augustus basisscholen, verdeeld over drie gemeentes: Winsum, De Marne en Eemsmond. De sector wordt geleid door de sectordirecteur. Sectordirecteur ad interim is de heer Harm Krol Voor contact: Noorderstraat 13, 9989 AA Warffum Tel: secretariaatpo@lauwerseneems.nl 1.2 Onderwijsteams Vanaf augustus 2012 behoorde elke school bij een onderwijsteam. Dit is mede gedaan met als doel de kwaliteit het onderwijs verder te versterken. Werken vanuit het onderwijsteam betekende dat collega s van verschillende schoollocaties onderling meer samenwerken en deskundigheid uitwisselen. Na een tussenevaluatie in 2014 is er besloten om een groot onderwijsteam in Winsum te splitsen. Op dit moment (zomer 2015) wordt na een grondige evaluatie een herstructurering van het primair onderwijs (inclusief de onderwijsteams) voorgesteld. Doel is om korte lijnen te genereren en de locatieleiding zo te positioneren, dat er een vorm van autonomie en slagkracht bij de school ligt. In de kern gaat het er om dat scholen blijven profiteren van het gemeenschappelijk beleid en elkaars expertise en ervaring. Vanuit een ondernemend klimaat zullen zij ook zelfstandig besluiten kunnen nemen die ten goede komen aan het onderwijs aan hun kinderen. Tot de voorgestelde herstructurering zijn de onderwijsteams bij Lauwers en Eems: Onderwijsteam De Marne: Solte Campe te Zoutkamp, Lydinge te Leens, Mandegoud te Kloosterburen. Onderwijsteam t Hoogeland: De Getijden te Pieterburen, Octopus te Eenrum, de nieuwe fusieschool te Rasquert, Jansenius de Vriesschool te Warffum Onderwijsteam Winsum: Tiggeldobbe te Winsum en De 9 Wieken te Winsum Onderwijsteam Reitdiep: Op Wier te Ezinge, De Kromme Akkers te Garnwerd, De Wierde te Adorp Onderwijsteam Eemsmond: Brunwerd te Uithuizen, Roodschoul te Roodeschool, De Sterren te Uithuizermeeden, Usquert te Usquert, De Klinkenborg te Kantens, de nieuwe fusieschool te Zandeweer 28

29 1.3 Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) Alle boven genoemde scholen vallen onder hetzelfde bestuur. Zaken die voor alle scholen belangrijk zijn worden ook samen met de ouders en de personeelsleden besproken en vastgesteld. Dit gebeurt in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad: de GMR. Van elke MR heeft een vertegenwoordiger zitting in de GMR. Het is niet noodzakelijk dat een MR-lid wordt voor gedragen, dit kan dus ook een ouder of leerkracht zijn die niet in de MR zit. De sectordirectie is de gesprekspartner van de GMR. De GMR komt zes tot acht keer per jaar in vergadering bijeen, vrijwel altijd met de sectordirectie als belangrijkste gast, rouleren op een van de scholen. Op de agenda staan alle zaken die volgens de Wet op de Medezeggenschap moeten worden geagendeerd volgens het zogenaamde jaarplan. De vergaderingen zijn openbaar en ouders en leerkrachten zijn altijd als toehoorder van harte welkom. Alle vergaderstukken zijn voor alle ouders en leerkrachten beschikbaar op o.a. intranet. Het dagelijks bestuur (DB) van de GMR bestaat uit: voorzitter: dhr. Herbert Schouten (oudergeleding) lid: mw. Catrien de Boer (personeelsgeleding) lid: mw. Olga Muurman (personeelsgeleding) lid: mw. Clarien Koopmans (oudergeleding) 1.4 De medezeggenschap (MR) en ouderraad (OR) In elke school functioneert een medezeggenschapsraad en een ouderraad. Wij vinden het belangrijk dat de school van ons allemaal is: van de kinderen, de ouders en de medewerkers. In de medezeggenschapsraad worden schoolse en beleidsmatige zaken met de ouders besproken en er kunnen altijd vragen gesteld worden. De directeur vertelt aan de MR hoe het gaat in de school, legt zijn plannen en ook soms zijn zorgen voor aan de MR. De directeur kan zich na overleg met de MR ook laten vertegenwoordigen door een locatiecoördinator. De directeur vertegenwoordigt ook het schoolbestuur in de MR. Soms vraagt hij advies over sommige zaken en soms vraagt hij instemming voor het beleid dat hij wil gaan voeren, zoals ook vast ligt in de Wet op de Medezeggenschap. In de MR hebben ouders en leerkrachten zitting. Het schoolbestuur vindt het belangrijk dat de betrokkenheid van de ouders goed tot zijn recht komt. Volgens de Wet op de Medezeggenschap dienen er tenminste 2 ouders en 2 personeelsleden in de MR van de school te zitten. Als de school groter is, zitten er meer mensen in de MR. Dit staat in het reglement van de GMR. Zie hiervoor ook de website. In elke school hebben we ook een ouderraad. De ouderraad is belangrijk voor de school. De ouderraad bestaat uit een groep ouders die graag bereid is om de school bij allerlei praktische zaken te helpen. Een goede ouderraad is onmisbaar voor iedere school. De ouderraad heeft ook veel betekenis voor het goede contact tussen school en ouders. In de ouderraad wordt vooral gesproken over het organiseren van allerlei activiteiten in de school voor de kinderen en soms ook voor hun ouders. Eén teamlid is doorgaans vast contactpersoon tussen team en OR. 1.5 Klachtenprocedure In iedere organisatie kan het voorkomen dat er klachten zijn. Het kan hier gaan over een variëteit aan klachten; over het onderwijs dat gegeven wordt, over een leerkracht, over de school als geheel, maar ook over ongewenste zaken zoals seksuele intimidatie en discriminatie. Bij klachten is de eigen leerkracht van uw kind(eren) het eerste aanspreekpunt. Wendt u zich met klachten het eerst tot hem of haar. Is de klacht bij de desbetreffende leerkracht niet naar tevredenheid opgelost, dan kunt u gaan praten met de locatiecoördinator. Deze zal dan met u de klacht bespreken en behandelen. De locatiecoördinator zal de directeur van de school op de hoogte houden van uw klacht. In sommige gevallen kan het raadzaam zijn om de directeur direct te betrekken bij het gesprek over de klacht. 29

30 Als u er samen met de directeur van de school niet uitkomt, kunt u een schriftelijke klacht indienen bij het schoolbestuur. In de regel zal de sectordirectie dan met u in gesprek gaan, om te bezien hoe uw klacht kan worden opgelost. Een enkele keer komt het voor dat een ouder niet tevreden is over de afhandeling van de klacht. Dan kan deze zich wenden tot de Landelijke Klachtencommissie. Het adres vindt u hieronder. In geval het een klacht betreft aangaande ongewenste seksuele intimiteiten ( 1 ), wordt deze niet zo maar binnen de organisatie opgelost. In het kader van deze klachtenregeling voor ernstige en/of zeer gevoelige situaties hebben wij de directeur als contactpersoon aangesteld, met als taak door te verwijzen naar de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon - iemand van buiten de schoolorganisatie - zal eerst nagaan of u geprobeerd hebt de klacht binnen de school op te lossen, of dat dit alsnog mogelijk is. Is dit niet mogelijk, dan kan de vertrouwenspersoon u helpen met het indienen van een klacht bij de onafhankelijke landelijke klachtencommissie. Het schoolbestuur heeft zich daartoe aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie, die gevestigd is in Utrecht. Verstaan wordt onder ongewenste intimiteiten: Alle als ongewenst ervaren, seksueel getinte aandacht die verbaal (met woorden), non-verbaal (zonder woorden, maar bijvoorbeeld via gebaren) of fysiek kan zijn". Het kan gaan om gesprekken, grapjes of aanrakingen die seksueel geladen zijn. Uiteraard is ons hele doen en laten erop gericht, ongewenste intimiteiten waarbij leerlingen betrokken zijn te voorkomen. Belangrijke zaken daarvoor zijn voor ons een goed en veilig, plezierig schoolklimaat waarbinnen geen ruimte is voor dergelijke gedragingen. Klachtencommissies Landelijke klachtencommissie tel: Secretariaat, Postbus 85191, 3508 AD Utrecht Klachtenregeling ongewenste omgangsvormen tel: GGD algemeen Postbus 584, 9700 AN Groningen 1.6 Vertrouwenspersoon Binnen L&E, voor de begeleiding bij de indiening van een klacht: De heer A. Tuntelder, Uithuizermeeden tel Vacature 1.7 Verzekering van de leerlingen, personeelsleden en vrijwilligers Voor alle personeelsleden van Schoolbestuur L&E is een WA verzekering (Wettelijke Aansprakelijkheid) afgesloten. Stagiaires en vrijwilligers (ouders die helpen) vallen ook onder deze verzekering. De aansprakelijkheidsverzekering is bedoeld voor gevolgschade na een gebeurtenis. Voorwaarde voor een eventuele erkenning van de aansprakelijkheid is uiteraard, dat de juridische aansprakelijkheid van het bestuur komt vast te staan. Is er bijvoorbeeld duidelijk sprake van een schuld bij een leerling, dan is het gebruikelijk de ouders of verzorgers van die leerling aansprakelijk te stellen. Naast de WA verzekering is er een doorlopende schoolreisverzekering (inclusief een collectieve ongevallen- en reisbagageverzekering en buitengewone kosten voor kinderen en begeleiding). Deze verzekering is ook van toepassing tijdens excursies of uitstapjes. 30

31 1.8 Voor- tussen- en naschoolse opvang De schoolbesturen van de basisscholen in de gemeenten De Marne, Winsum en Eemsmond hebben besloten om samen met kinderopvang Kids2b de buitenschoolse opvang voor de leerlingen te organiseren. Dat zal er toe leiden dat de buitenschoolse opvang plaats zal vinden op locaties zowel binnen als buiten de school. Die locaties liggen soms in de buurt van de school; soms wordt er gebruik gemaakt van gastoudergezinnen. In sommige dorpen zijn ook andere organisaties voor kinderopvang werkzaam, waarmee wij ook geregeld samenwerken. Zo werken we bijvoorbeeld in Uithuizen ook samen met Jodocus. Volgens de Wet Primair Onderwijs dienen alle basisscholen in Nederland de mogelijkheid te bieden voor een maagvullend programma voor kinderen van 4 tot 13 jaar, van half 8 s ochtends tot half 7 s avonds, de buitenschoolse opvang. Dat wil niet zeggen dat de scholen die opvang zelf moeten verzorgen. Wij werken daarom samen met verschillende kinderopvangorganisaties. De ouders worden door de scholen geïnformeerd over de organisatie van de buitenschoolse opvang en kunnen daarna doorverwezen worden naar Kids2b. Doel van het basisonderwijs en Kids2b is om de buitenschoolse opvang in de genoemde gemeenten zo vorm te geven, dat kinderen een leerzame, uitdagende en gezellige daginvulling wordt geboden. Het basisonderwijs staat garant voor het onderwijsdeel en Kids2b verzorgt de uren buiten de schooltijd. Buitenschoolse opvang valt onder de wet Kinderopvang en wordt betaald door de ouders, waarbij zij een tegemoetkoming kunnen aanvragen in de vorm van een kinderopvangtoeslag via de belastingdienst. Regelgeving op dit vlak is nogal aan verandering onderhevig. Via Kids2b of de belastingdienst kunt u hierover informatie opvragen. Het is niet altijd mogelijk op elke locatie buitenschoolse opvang te realiseren. In een aantal gevallen zijn de aantallen kinderen zo klein dat de kinderopvangorganisaties niets anders kunnen doen dan verlieslijdende delen samen te voegen tot grotere locaties. Er wordt dergelijke gevallen leerlingenvervoer georganiseerd. 1.9 Rookbeleid in het schoolgebouw Voor alle scholen van Schoolbestuur L&E geldt in en in de directe nabijheid van de gebouwen een algemeen rookverbod. 2. School en ouders 2.1 Educatief partnerschap De school heeft in onze ogen twee opdrachten: het kind onderwijzen en het kind opvoeden. Lang is men van mening geweest dat de hoofdtaak van de school slechts het onderwijs is. Echter: wij zijn de mening toegedaan dat zeker ook de opvoeding thuishoort in de school. Opvoeding vindt immers plaats in meerdere situaties: thuis, op school en op allerlei plekken in onze samenleving. Ouders zijn hierbij leidend, maar zeker op het terrein van de opvoeding dient er tussen de school en de ouders sprake te zijn van partnerschap. Beiden zijn verantwoordelijk vanuit hun eigen rol. Wij zien de laatste jaren dat de belangstelling voor de relatie tussen school en ouders is toegenomen. School en ouders worden gezien als elkaars partners in de opvoeding van en het onderwijs aan kinderen. School en ouders hebben beide een pedagogische rol te vervullen en zijn samen medeverantwoordelijk voor de identiteitsontwikkeling van kinderen en jongeren. Door samen te werken kunnen zij elkaars pedagogische en onderwijskundig gerichte invloed versterken. Vandaar dat gesproken wordt over educatief partnerschap. Onderwijs gaat voornamelijk over het aanleren van kennis en vaardigheden op het gebied van taal, rekenen, lezen, schrijven, wereld-oriënterende vakken, muzikale vorming, creatieve vorming en lichamelijke vorming. Daarin heeft de school geen monopolypositie. Veel kinderen maken na schooltijd gebruik van sportfaciliteiten, gaan naar muziekles, volgen creatieve lessen en nemen veel kennis via internet tot zich. Juist deze extra mogelijkheden verrijken het leven van een kind. Op 31

32 school ligt er een voornaam accent op de hoofdvakken taal en rekenen, omdat dit de basis vormt voor alle andere aspecten die nodig zijn om volwaardig deel te nemen aan deze maatschappij. Naast het volgen van allerlei vormen van opleiding buiten de school, leert een kind veel via de (sociale) media. Ook het zich bewegen op het internet door het kind vraagt om hulp en begeleiding door volwassenen. Zowel op school als thuis is dit essentieel. Ook hier willen we de handen ineen slaan, opdat het kind wel het goede en mooie meekrijgt van de wereld die het ontdekt, maar enigszins beschermd wordt tegen de uitwassen van wat er in de wereld verspreid wordt, of tenminste het leert te hanteren. Een tweede en minstens zo belangrijk aspect naast onderwijs, is de opvoeding. Ouders zijn de eerste opvoeders van het kind en zijn de eerst verantwoordelijken. Op school kan het kind zich ontplooien als sociaal wezen in een groep met andere kinderen, die groter en anders is samengesteld dan het gezin thuis. De rol van de leerkracht, van het schoolteam en van de medeleerlingen in de sociaal-emotionele ontwikkeling is cruciaal. Het verschil met het gezin is, dat de samenstelling van het gezin slechts een beperkt aantal leeftijdsgenoten oplevert, waarmee geoefend kan worden op het vlak van sociale competenties. Een school biedt de mogelijkheid samen te zijn met leeftijdsgenootjes, van elkaar te leren en een positief zelfbeeld te ontwikkelen. Het is voor de sociaal emotionele ontwikkeling van het kind goed als er voldoende leeftijdsgenoten zijn om mee te oefenen, plezier te hebben en je goed te voelen. De school speelt daarom ook hierbij een belangrijke rol bij de persoonlijkheidsvorming in verbinding met de anderen. De komende jaren willen wij het educatief partnerschap tussen school en ouders verder uitwerken. We gaan hierover daarom graag het gesprek aan. 2.2 Aanmelden van kinderen Kinderen kunnen worden aangemeld middels een aanmeldformulier waarop gegevens van zowel het kind als de ouder(s)/verzorger(s) worden ingevuld. Bij het aanmeldformulier is een bijlage met procedure van de aanmelding en inschrijving. U kunt deze vinden op de website van de school. Door het ondertekenen van het formulier door beide ouder(s)/verzorger(s) conformeren zij zich aan de visie en werkwijze van de school. Namens de school zal de directeur, nadat er een intakegesprek is geweest, het aanmeldformulier ondertekenen. 2.3 Regels voor schoolverlof Vervroegde vakantie, verlate terugkomst of extra vakantie. Verlengen van een vakantie is - zeer bijzondere omstandigheden daar gelaten - niet mogelijk. Wat die bijzondere omstandigheden zijn, is - zolang het om niet meer dan enkele dagen gaat - ter beoordeling van de directeur. Verzoeken om extra vakantie worden alleen gehonoreerd indien de aard van het beroep van één van de ouders daartoe speciaal aanleiding geeft. U dient dat aan te tonen door middel van een werkgeversverklaring waarin dat verklaard wordt. Aan een dergelijk verlof zijn twee beperkingen verbonden: a. verlof wordt niet verleend in de eerste twee weken van het schooljaar b. een dergelijk verlof kan maar één keer per schooljaar worden verleend. Er is een aantal dagen waarop u voor uw kind(eren) vrij kunt vragen. Over het algemeen zijn het die dagen, waarvoor elke werknemer ook verlof kan opnemen. Voorbeelden: bijwonen huwelijk, 25- en 40-jarig jubileum, begrafenissen van directe verwanten. Daarnaast kan een leerling in een zeer beperkt aantal gevallen vrijaf krijgen als hij/zij aan een aan godsdienst of levensovertuiging verbonden plicht moet voldoen. Hierbij moet bedacht worden, dat 32

33 niet elke gewenste deelname aan bijeenkomsten op godsdienstige of levensbeschouwelijke grondslag als godsdienstplicht is aan te duiden. Hoe aan te vragen. Verzuim, anders dan door ziekte, moet altijd ruim vooraf (indien mogelijk veertien dagen) schriftelijk worden aangevraagd. Iedere school heeft hier een standaard aanvraagformulier voor, dat binnen L&E wordt gebruikt. Verzuimaanvragen van maximaal 10 schooldagen dient u bij de directie in te dienen. Bij meer dan 10 dagen dient u dit verzoek -eventueel door tussenkomst van de school te richten aan de betreffende ambtenaar leerplichtzaken in de woongemeente. Bij een eventuele afwijzing kunt u bij de ambtenaar leerplichtzaken in beroep gaan op grond van het gestelde in de Algemene Wet Bestuursrecht. Tot slot. De directeur van de school beoordeelt elke situatie aan de hand van de wettelijke regels. Directeuren zijn verplicht ongeoorloofd verzuim te melden bij de leerplichtambtenaar. De school wordt hierop gecontroleerd. 2.4 Schorsen en verwijderen van leerlingen Gelukkig komt deze maatregel binnen L&E zelden voor. Toch kan de schoolleiding in het uiterste geval een leerling voor een time out (tijdelijk de toegang tot school ontzeggen) of verwijdering (definitief de toegang ontzeggen) voordragen aan de sectordirecteur primair onderwijs. Schorsing (een time out geven) en verwijdering van een leerling is in het algemeen mogelijk als een leerling (of diens ouders) wangedrag vertoont en de orde en rust in de school en omgeving in het geding zijn. Als de directeur van de school iemand ter schorsing of verwijdering voordraagt aan de sectordirecteur primair onderwijs, zal deze de voordracht bespreken met het schoolbestuur, waarop het bestuur de schorsing of verwijdering kan bekrachtigen. Ouders worden daarvan schriftelijk op de hoogte gesteld. Ook de onderwijsinspectie en leerplichtambtenaar zullen worden ingelicht. Voor het kind zal door de school voor huiswerk worden gezorgd. Ouders kunnen tegen dit besluit schriftelijk in beroep gaan. Indien er tot een schorsing wordt overgegaan, is dat om duidelijk te maken aan kind en/of ouders dat de grens bereikt is. Het is een ordemaatregel, waarin door middel van gesprekken met ouders en kind vervolgafspraken gemaakt kunnen worden. Hierin kan ook de mogelijkheid van verwijdering worden besproken als volgende stap. Het schorsen van de leerling/ het geven van de time-out heeft voor ons vooral een opvoedkundige werking. Het is een manier voor de school om, als het ware, aan de noodrem te trekken en aan te geven dat gedragsverandering van het kind echt noodzakelijk is. Onze ervaring leert dat deze maatregel hoewel zelden toegepast- bijna altijd leidt tot gedragsverbetering bij het kind en het samen optrekken tussen school en ouders bevordert. Belangrijke voorwaarde voor definitieve verwijdering van een leerling is dat dit pas mag plaatsvinden, nadat er een andere school bereid is gevonden deze leerling toe te laten. Ouders kunnen binnen zes weken bezwaar maken tegen verwijdering bij het bevoegd gezag en de zaak eventueel voorleggen aan de rechter. 2.5 Sponsoring Aan sponsoring wordt geen medewerking verleend. 2.6 Onderwijsactiviteiten (deelname aan) Alle kinderen dienen in beginsel aan alle onderwijsactiviteiten deel te nemen. Mocht er echter toch een zwaarwegende reden zijn om aan een bepaalde activiteit niet deel te nemen (bijvoorbeeld aan bepaalde feesten), dan zal de school zorg dragen voor een vervangende, zo mogelijk verwante, onderwijsactiviteit. 33

34 3. Kwaliteit 3.1 Beleidskaders Wij geloven in onze kwaliteit en willen ons daarvoor transparant verantwoorden. Iedere school werkt op een planmatige wijze aan de kwaliteit van het onderwijs. De kwaliteitseisen zijn helder beschreven. Voor alle scholen binnen ons schoolbestuur is er een kader-stellend onderwijskundig beleidsplan vastgesteld. Dit geeft richting aan de ontwikkeling van het onderwijs dat op onze scholen wordt gegeven. Scholen geven daar zelf passend bij hun eigen ontwikkeling en populatie- vorm aan. Dat geldt ook voor de rol van de informatie en communicatie technologie (ICT). De rol die wij zien voor computers, tablets en andere digitale middelen zijn ook in een beleidsplan voor alle scholen beschreven. 3.1 Resultaten van het onderwijs Als we praten over de kwaliteit van het onderwijs dan heeft dat vele kanten. De school moet zorgen voor goede leerresultaten. Het is daarbij belangrijk dat kinderen graag naar school gaan, dat ze kansen krijgen om hun talenten zo goed mogelijk te ontwikkelen en dat ze, indien nodig, daar extra hulp bij krijgen. De sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind vraagt evenveel aandacht als de traditionele leervakken. Een goede sfeer in school is ook een belangrijk aandachtspunt. Kinderen en ouders dienen altijd correct en zorgzaam benaderd te worden. Positief en enthousiast voorbeeldgedrag is van wezenlijk belang voor de ontwikkelingsstimulansen en de schoolsfeer. De kwaliteit van het onderwijs bestaat niet alleen uit cijfermatige uitkomsten en valt dus niet alleen af te meten aan de resultaten op diverse toetsen. Die zijn wel belangrijk, maar er is meer dat de kwaliteit van een school bepaalt. We zijn van mening dat de kwaliteit meer te maken heeft met de mate waarin we in ons onderwijs rekening kunnen houden met de mogelijkheden van leerlingen; dat onze kinderen de beste kansen en begeleiding krijgen. Op leergebied, maar ook voor wat betreft hun sociale- en culturele vorming. Nascholing en ondersteuning van leerkrachten zijn hierbij van belang. In groep 8 nemen we de verplichte eindtoets af. Gedurende het schooljaar wordt elk kind getoetst middels methodegebonden toetsen. Zo wordt goed gemonitord of het elk kind de aangeboden stof goed tot zich heeft genomen. Daarnaast worden twee maal per jaar methode-onafhankelijke toetsen afgenomen, waardoor de ontwikkeling van het kind ook gemeten kan worden aan de hand van wat landelijk gevraagd wordt. Dit alles wordt nauwkeurig bijgehouden in ons leerlingvolgsysteem (LVS). De resultaten van deze toetsen werden weergegeven in de niveaus I t/m V. 34