Deelbestrijdingsplan. scheepvaart en ijsvorming

Transcriptie

1 Deelbestrijdingsplan scheepvaart en ijsvorming Doc. Nummer Case nummer 12IT ZK09438 Versie januari 2017 Status definitief na vaststelling dagelijks bestuur 18 november 2014 Opgesteld door afd. Beheer en Bediening WS/ H. van Kapel Eindredactie C. Verheijen

2 Inhoudsopgave 1. UITGANGSPUNTEN DOEL SCHEEPVAARTTAAK WATERSCHAP BRABANTSE DELTA NETWERKPARTNERS Algemeen Afspraken netwerkpartners INDICATOREN DIE KUNNEN LEIDEN TOT SCHEEPVAARTCALAMITEITEN DE BESTRIJDING PER COÖRDINATIEFASE/PER TEAM FASE COÖRDINATIEFASE 1 - WAT (OPERATIONEEL NIVEAU) COÖRDINATIEFASE 2 - WOT (TACTISCH NIVEAU) COÖRDINATIEFASE 3 EN 4 - WBT (STRATEGISCH NIVEAU) DE BESTRIJDING PER RISICO LOKALE RISICO S, GEVOLGEN EN MAATREGELEN BIJZONDERE RISICO S, GEVOLGEN EN TE NEMEN MAATREGELEN IJsvorming MAATGEVENDE SCENARIO S BIJLAGEN TOEGESTANE MATEN BEROEPSVAART CONFORM VAARWEGLEGGER Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2 2

3 1. Uitgangspunten 1.1. Doel Dit Deelbestrijdingsplan Scheepvaart en ijsvorming is onderdeel van het Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta. Naast dit bestrijdingsplan zijn er nog andere Deelbestrijdingsplannen: zuiveringstechnische werken, waterkwaliteit, waterschaarste, hoog binnenwater en hoog buitenwater. Het Deelbestrijdingsplan scheepvaart en ijsvorming draagt bij aan een beter inzicht in de opschaling, coördinatie, bestrijding, methode en organisatie van personeel en middelen bij een calamiteit of ramp als gevolg van gebeurtenissen met betrekking op scheepvaart en ijsvorming. Elk deelbestrijdingsplan biedt uitvoerende en coördinerende medewerkers van het waterschap ondersteuning bij de bestrijding van een calamiteit. Het geeft zowel het Waterschap Beleidsteam, het Waterschap Operationeel Team als het Waterschap Actie Team op hoofdlijnen inzicht in de mogelijkheden tot bestrijding van een calamiteit, en hun eigen aandeel daarin. Het biedt tevens inzicht in de wijze waarop bij de bestrijding van een calamiteit met externe partijen wordt samengewerkt en de wijze waarop afstemming met deze partijen plaats heeft. Geen enkele calamiteit is gelijk, zodat bij de bestrijding ruimte moet zijn voor een flexibele aanpak. Het Deelbestrijdingsplan is daarom nadrukkelijk geen draaiboek dat de medewerkers van het begin tot het einde van de calamiteit bij de hand neemt. Het geeft vooral richtlijnen voor handelen. Er is voor gekozen om in dit deelbestrijdingsplan ook de ijsvorming op vaarwegen en andere waterlopen op te nemen. Sommige waterschappen hebben er voor gekozen om een separaat deelbestrijdingsplan ijsvorming te maken. Dit heeft dan vaak te maken met schaatsrecreatie (Elfstedentocht en andere toertochten) Scheepvaarttaak waterschap Brabantse Delta Een van de taken van waterschap Brabantse Delta is de uitvoering van het vaarweg- en nautisch beheer van provinciale vaarwegen. Definitie vaarwegbeheer Onder vaarwegbeheer wordt verstaan: de aanleg en het in stand houden van de infrastructurele voorzieningen die nodig zijn voor gebruik van het water door scheepvaart. Het waterschap heeft in de Keur regels gesteld voor het vaarwegbeheer. Definitie nautisch beheer Onder nautisch beheer wordt verstaan: het reguleren van het scheepvaartverkeer op basis van de Scheepvaartverkeerswet. De Scheepvaartverkeerswet en het daarop gebaseerde Binnenvaartpolitiereglement (BPR) regelen het verkeer op vaarwegen. De nautische beheerder is bevoegd aanvullende regels te stellen. De uitvoering van het beheer over de provinciale vaarwegen in West-Brabant is op grond van de Verordening water Noord-Brabant in medebewind opgedragen aan waterschap Brabantse Delta, maar de eindverantwoordelijkheid berust bij de provincie. In de provinciale Verordening water Noord-Brabant (art. 3.2) is opgenomen: 1. Het vaarwegbeheer van de Mark en Dintel, de Roode Vaart Noord en - Zuid, Roosendaalsche en Steenbergsche Vliet (inclusief de Steenbergse en Heensche haven), en het Mark-Vlietkanaal berust bij de provincie Noord-Brabant. 2. Waterschap Brabantse Delta is belast met de uitvoering van het beheer over de in het eerste lid genoemde vaarwegen. 3. Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta is belast met het nautisch beheer over de in het eerste lid genoemde vaarwegen volgens de bepalingen bij of krachtens de Scheepvaartverkeerswet. Andere vaarweg- en nautische beheerders in het beheergebied van waterschap Brabantse Delta kunnen Rijkswaterstaat of gemeenten zijn. De situatie qua vaarweg- en nautisch beheer is vastgelegd op kaart in GeoWEB, in de themasite Watersysteem onder de titel Beheer anders dan WBD. De kaart is eveneens als bijlage toegevoegd aan het Calamiteitenplan. De uitvoering van het vaarweg- en nautisch beheer houdt in dat schepen veilig, vlot en betrouwbaar de aangewezen vaarwegen kunnen bevaren binnen de daar geldende scheepvaartklassen. In bijlage 1 is een kaart opgenomen waarop de toegestane maten (beroepsvaart) vermeld staan voor het Mark-Vlietkanaal, Mark en Dintel, Roosendaalsche en Steenbergsche Vliet, Steenbergsche/Heensche haven en Roode Vaart noord en zuid. De risico s die aan het uitvoeren van deze taak verbonden zijn betreffen aanvaringen - met gevolgen voor mens, milieu, materieel, schade aan sluis of brug- of ijsvorming waardoor doorvaart belemmerd wordt. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2 3

4 1.3. Netwerkpartners Algemeen In alle gevallen is bij de bestrijding van calamiteiten een goede samenwerking met andere overheden en instanties onontbeerlijk. Het verschilt per calamiteit welke netwerkpartners betrokken zijn of moeten worden. De volgende instanties kunnen een rol hebben bij scheepvaartcalamiteiten in West-Brabant: Bevoegd gezag (melding via OMWB) Provincie Noord-Brabant (i.v.m. vaarwegbeheer Mark, Dintel, Roode Vaart, Roosendaalsche Vliet, Steenbergsche Vliet (incl. Steenbergse en Heense Haven) en Mark-Vlietkanaal); Rijkswaterstaat Zuid-Nederland te Den Bosch district west (i.v.m. het vaarwegbeheer en nautisch beheer, waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer van (buitenpand) Wilhelminakanaal, Markkanaal, Amertak, Zuiderkanaal, Bergsche Maas vanaf dd , Oude Maasje alsmede voor wateraanvoer vanuit het buitenpand Wilhelminakanaal i.h.k.v. Waterakkoord MLNBK kanalen (zie par ), de Marksluis in Oosterhout en schakel tussen waterschap en Waterkamer RWS (WMCN) bij ijsvorming); Rijkswaterstaat Zee en Delta (i.v.m. vluchthaven Dintelsas en Volkerak-Zoommeer); Rijkswaterstaat West-Nederland district Zuid (i.v.m. Hollandsch Diep, Amer en tot Bergsche Maas); Rijkswaterstaat, Water Management Centrum Nederland (kennis en informatie over watersysteem); Rijkswaterstaat, Waterkamer (landelijk informatiecentrum voor Nederlandse binnenwateren); Gemeente Geertruidenberg (i.v.m. vaarwegbeheer en nautisch beheer Donge tussen Wilhelminakanaal en Amer) Gemeente Breda (i.v.m. beheer Belcrumhaven, en Crouwelaarhaven); Gemeente Drimmelen (i.v.m. beheer haven van Terheijden); Gemeente Etten-Leur (i.v.m. Leurse haven); Gemeente Moerdijk (i.v.m. haven van Standdaarbuiten); Gemeente Halderberge (i.v.m. haven van Oudenbosch); Gemeente Steenbergen (i.v.m. haven van Dinteloord); Gemeente Roosendaal (i.v.m. Roosendaalsche Haven); Gemeente Waalwijk (havens van Waspik en Capelle); Gemeente(n) in bron- en/of effectgebied (AOV er, burgemeester); Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) Vergunningverlener, toezichthouder en handhaver voor 28 gemeenten, de Provincie N. Brabant en alle BRZO-bedrijven in Noord-Brabant. Havenschap Moerdijk Openbaar Ministerie (strafvervolging veroorzaker); Inspectie Leefomgeving en Transport (voorheen: Inspectie Verkeer en Waterstaat); Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant (gemeenten, politie, brandweer, GHOR (Geneeskundige HulpverleningsOrganisatie in de Regio, Meldkamer en OM); Veiligheidsregio Zeeland (i.v.m. klein gedeelte van Markiezaatsmeer en rwzi Bath) Watersportcentra en jachthavens; Bedrijven, o.a. gelegen langs Mark-Vlietboezem; Gebruikers van laad- en losplaatsen langs Mark-Vlietboezem; Stichting Verladersbelangen Binnenscheepvaart N-Brabant (i.v.m. ijs breken); ProRail (i.v.m. spoorbruggen over vaarwegen); Aannemers/loonbedrijven, o.a. met waakvlamovereenkomst (extra mensen en middelen); Bergingsbedrijf BST te Dintelsas (i.v.m. extra mensen en middelen bij scheepvaartcalamiteiten). Omroep Brabant als rampenzender, voor informeren burgers en instanties Een overzicht van alle netwerkpartners met hun contactgegevens is opgenomen in supplement Afspraken netwerkpartners Met Rijkswaterstaat Zuid-Nederland, district West te Tilburg zijn afspraken gemaakt over de berichtgeving. Dit houdt in, dat partijen elkaar wederzijds informeren over scheepvaartaangelegenheden. Urgente scheepvaartberichten kunnen telefonisch per fax of per worden doorgegeven aan Rijkswaterstaat Waterkamer (v/h Infocentrum Binnenwateren). Rijkswaterstaat heeft op de Brabantse kanalen een 4-tal lichtkranten geplaatst. De lichtkranten zijn geplaatst aan de ingangen van het kanalenstelsel in Noord-Brabant en Limburg. Voor waterschap Brabantse Delta zijn de volgende locaties van belang: sluis 1 en de Marksluis, beide in Oosterhout. Het waterschap heeft de mogelijkheid om (tekst) boodschappen op deze lichtkrant te laten zetten door Rijkswaterstaat die betrekking hebben op stremming c.q. oponthoud, of andere relevante informatie. Verzoeken kunnen ingediend worden bij de afdeling Scheepvaart, Begeleiding en Bediening van het district West te Tilburg. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2 4

5 DEELBESTRIJDINGSPLAN SCHEEPVAART EN IJSVORMING - 1 januari 2017 Met ProRail kan contact worden opgenomen voor de bediening van de spoorbrug over de Mark bij Zevenbergen. Met het bergingsbedrijf BST Dintelsas te Dinteloord zijn afspraken gemaakt over inzetbaarheid tijdens scheepvaartcalamiteiten. Waterakkoord Midden-Limburgse en Noord-Brabantse kanalen (MLNBK) Vanuit het buitenpand Wilhelminakanaal is maximaal 10,7 m3/s beschikbaar voor de handhaving van een voldoende peil (en/of de waterkwaliteit) op de Mark-Vlietboezem ten behoeve van o.a. de scheepvaart. Als de aanvoer van water vanuit het Volkerak-Zoommeer afneemt neemt de behoefte aan water vanuit het buitenpand Wilhelminakanaal naar het Markkanaal toe. Bij onvoldoende beschikbaarheid van water in het buitenpand Wilhelminakanaal is de landelijke verdringingsreeks droogte leidend voor de verdeling van het beschikbare water. Zie daarvoor het deelbestrijdingsplan waterschaarste. Omdat het waterschap namens de provincie Noord-Brabant het vaarweg- en nautisch beheer voert over enkele vaarwegen is een overeenkomst gesloten (10UT002736) over vergoeding van gemaakte kosten via een verdeelsleutel. Voor de kosten van de calamiteitenbestrijding op vaarwegen en in havens is de verdeling 50-50%. NB: Zie supplement 3b voor de contactgegevens van genoemde netwerkpartners Indicatoren die kunnen leiden tot scheepvaartcalamiteiten Indicatoren die kunnen leiden tot (ernstige) schade voor het scheepvaartverkeer, de waterkwaliteit, de waterkwantiteit, keringen c.q. tot opschaling van de calamiteitenorganisatie: een aanvaring tussen 2 of meer schepen een aanvaring met een kunstwerk (brug, sluis, etc.) of waterkering stremming van de afvoer of het scheepvaartverkeer door een gezonken schip of te water geraakte auto s of containers; ernstige ijsvorming op de (niet-)vaarwegen al dan niet met overmatige media-aandacht of vaarverzoeken; hoogwater op Mark-Vlietboezem en/of Roode Vaart Noord (zie deelbestrijdingsplan hoog binnenwater) langdurige onvoorziene stremmingen door o.a. niet functionerende bruggen/sluizen of te water geraakte objecten substantieel lagere waterpeilen dan de maatgevende laagwaterstand voor beroeps- en recreatievaart (zie deelbestrijdingsplannen waterschaarste en waterkwaliteit). Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2 5

6 2. De bestrijding per coördinatiefase/per team In dit hoofdstuk worden per coördinatiefase de specifieke kenmerken van de fase benoemd en de eventuele specifieke taken en maatregelen die horen bij die fase. De meer algemene taken die gelden voor elke calamiteit zijn vermeld in hoofdstuk 4.2 van het Calamiteitenplan. Bij iedere gebeurtenis of calamiteit draagt het waterschap zorg voor VEILIGE werkomstandigheden. Dit geldt voor de eigen medewerkers, maar ook bij opdrachtverstrekking aan externe partijen. Hiervoor gelden de van toepassing zijnde instructiekaarten uit het Handboek Veilig Werken op Waterweb Fase 0 Kenmerken - In fase 0 is geen bijzondere coördinatiestructuur nodig. Het incident betreft een gebeurtenis die in de normale operationele werkzaamheden van het waterschap kan en zal worden opgelost. De wachtdienstmedewerkers handelen het incident af als regulier werk. - Kortdurende onvoorziene stremmingen (< 1dg) door bijvoorbeeld niet functionerende bruggen/sluizen, te water geraakte auto s of andere objecten. - IJsvorming, op zowel vaarwegen als op andere waterlopen. IJsvorming wordt afgehandeld in fase 0 tenzij er sprake is van overmatige media-aandacht of veel vaarverzoeken; zie ook paragraaf Maatregelen - Zie Corsa zaak nr. 14.ZK04561 voor specialistische informatie. - Het hoofd van afdeling Beheer & Bediening ( bij diens afwezigheid een WAT-voorzitter) is gemandateerd om de volgende maatregel te treffen m.b.t. de scheepvaarttaak: Besluiten tot het geheel of gedeeltelijk beperken van de scheepvaart (inclusief vaarsnelheid) en het weer intrekken van dit besluit. (Artikel 4.22, lid 2 van de Keur.) (Nb: Vaarverboden ten gevolge van hoge waterstanden al dan niet in combinatie met hoge windsnelheden worden ingesteld conform het deelbestrijdingsplan hoog binnenwater. ) 2.2. Coördinatiefase 1 - WAT (operationeel niveau) Kenmerken - In deze fase van verhoogde waakzaamheid verslechtert de situatie maar de gevolgen van de gebeurtenis zijn nog te overzien en beheersbaar. - Een onvoorziene stremming van het lokale scheepvaartverkeer die van relatief korte duur ( 1 á 2 dagen) is en waarbij er geen gevolgen zijn voor de omgeving (overige bedrijvigheid, trein- en/of autoverkeer). Samenstelling WAT In hoofdstuk 4 van het Calamiteitenplan is de samenstelling van het WAT beschreven. Taken WAT Zie hoofdstuk 4.2 in het Calamiteitenplan Coördinatiefase 2 - WOT (tactisch niveau) Kenmerken - De situatie is moeilijk onder controle te krijgen en dreigt verder te verslechteren. - De gebeurtenis heeft gevolgen voor het gehele waterschap of een groot deel daarvan. - Er is sprake van een mogelijk risico voor de volksgezondheid, voor de land- en tuinbouw, natuurgebieden e.d. - Aanvullende coördinatie op tactisch c.q directieniveau is nodig. - Er moeten belangrijke tactische keuzes worden genomen die echter vallen binnen het bestaande geformuleerde beleid. - Langdurige of ernstige scheepvaartstremming (> 2 dagen) op drukke vaarwegtrajecten, eventueel gepaard gaande met matig ernstige gevolgen voor de omgeving zoals bedrijven, trein- en of autoverkeer. Echter zonder dat er sprake is van bijvoorbeeld explosiegevaar en/of het vrij komen van giftige stoffen uit tankers. - Een aanvaring waardoor waterkwaliteits- of kwantiteitsprobleem op de Mark-Vlietboezem of Roode Vaar noord ontstaan maar zonder gevolgen voor Rijkswater. Samenstelling WOT In hoofdstuk 4 van het Calamiteitenplan is de samenstelling van het WOT beschreven. Taken WOT Zie hoofdstuk 4.2 in het Calamiteitenplan. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2 6

7 2.4. Coördinatiefase 3 en 4 - WBT (strategisch niveau) Kenmerken - Over het algemeen is sprake van een gebeurtenis die dreigt te escaleren. - De belangen van het waterschap en die van de directe omgeving kunnen worden geschaad. - Er een direct en ernstig gevaar aanwezig of er zijn langdurige nadelige gevolgen voor de volksgezondheid, de land - en tuinbouw (beregening), veeteelt (veedrenking), natuurgebieden e.d. (ontploffingsgevaar, toxiciteit); - Aanvullende coördinatie op bestuurlijk, strategisch niveau is nodig. - Maatregelen zijn gewenst waarin het vastgestelde beleid niet voorziet of die strijdig zijn met dit beleid. - Er kan afstemming nodig zijn tussen het waterschap en de algemeen bestuurlijke omgeving. - Coördinatiefase 3 is gerelateerd aan GRIP 3 van de Veiligheidsregio s (één gemeente betrokken). - Coördinatiefase 4 is gerelateerd aan GRIP 4 van de Veiligheidsregio s (meerdere gemeenten betrokken). - Langdurige of ernstige scheepvaartstremming (> 2 dg) op drukke vaarwegtrajecten, gepaard gaande met gevolgen voor de omgeving (bedrijvigheid, treinverkeer, autoverkeer of mogelijk explosiegevaar/vrij komen van giftige stoffen); - Een ernstig waterkwaliteits- of kwantiteitsprobleem op de Mark-Vlietboezem of de Roode Vaart Noord met gevolgen voor Rijkswater. Samenstelling WBT In hoofdstuk 4 van het Calamiteitenplan is de samenstelling van het WBT beschreven. Taken WBT Zie hoofdstuk 4.2 in het Calamiteitenplan. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2 7

8 3. De bestrijding per risico 3.1. Lokale risico s, gevolgen en maatregelen Lokaal risico Gevolg(en) Maatregel(en) Mark t.h.v. De Hillen (N veer): hoogwaterpeilen NAP en hoger Gevaar voor schade aan keringen en kunstwerken door uit de koers gelopen schepen. Vaarverbod (zie par in DBP hoog binnenwater en 14IT012094) 3.2. Bijzondere risico s, gevolgen en te nemen maatregelen Bijzonder risico Gevolg(en) Maatregel(en) IJsvorming (zie par ) Schade aan oevers en kunstwerken - ijsmetingen - instellen vaarverbod Aanvaring met kunstwerk zoals bruggen over A17 en A4, Prinslandse brug of spoorbrug bij Zevenbergen Verlies gevaarlijke stoffen door aanvaringen Verlies lading Gezonken schip tijdens hoogwatersituaties al dan niet afdrijvend Gevaar of hinder voor kruisend landverkeer Schade aan ecosysteem Gevaar voor de volksgezondheid Gevaar voor recreatie- of beroepsvaart Peilstijging over een groot traject Schade aan keringen/oevers/andere schepen - direct informeren weg- of spoorbeheerder (Prorail) - opnemen schade - (laten) repareren schade - omleiden scheepvaart of instellen (lokaal) vaarverbod - inschakelen rijkspolitie te water - informeren provincie Noord- Brabant - zie deelbestrijdingsplan waterkwaliteit - informeren gemeenten - informeren provincie Noord- Brabant - bergen lading - aanbrengen waarschuwingsborden - bergen schip - zie deelbestrijdingsplan hoog binnenwater IJsvorming IJsvorming algemeen De basis voor de omgang met ijsvorming in het beheergebied van waterschap Brabantse Delta is de DB-nota ijsbeleid (15 december 2009; Corsa oud 09I003580). IJsvorming kan plaats vinden op vaarwegen, maar ook op andere waterlopen. Voor vaarwegen kan dit uiteindelijk leiden tot een vaarverbod. Via Rijkswaterstaat Zuid-Nederland levert het waterschap gegevens over de ijsdikten en de bevaarbaarheid aan de Waterkamer van Rijkswaterstaat. De Waterkamer publiceert deze gegevens op een landelijke site. Schippers kunnen deze informatie raadplegen via Op vaarwegen en andere waterlopen is schaatsrecreatie een aspect waar het waterschap rekening mee kan houden door het nemen van maatregelen zoals het anders instellen van stuwen, krooshekreinigers en gemalen. Het waterschap is echter niet verantwoordelijk voor de veiligheid, samenhangend met en/of de betrouwbaarheid van het ijs ten behoeve van schaatsrecreatie. Deze verantwoordelijkheid berust bij de gemeenten. De benodigde maatregelen ten tijde van ijsvorming, zowel op vaarwegen als op andere waterlopen, wordt afgehandeld via fase 0, tenzij er sprake is van overmatige media-aandacht en/of vaarverzoeken van schippers. Gedetailleerde informatie is terug te vinden in de specialistische informatie horend bij dit deelplan doc. nr. 14IT Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2 8

9 IJsvorming op vaarwegen Bij steeds verder gaande ijsvorming kunnen de vaarmogelijkheden verslechteren en neemt de kans op schade aan kunstwerken en oevers toe. Om de vaarmogelijkheden te beoordelen bestaan standaard formulieren en standaard meetlokaties. Aan Rijkswaterstaat Zuid-Nederland wordt de toestand van de ijsdikten en de vaarmogelijkheden doorgegeven zodat de gegevens op kaarten per provincie worden verstrekt aan schippers. Uiteindelijk kunnen de omstandigheden zo slecht worden dat een vaarverbod wordt afgekondigd. Het waterschap betaalt jaarlijks een contributie aan de Stichting Verladersbelangen Binnenscheepvaart Noord-Brabant. De stichting maakt samen met Rijkswaterstaat Zuid-Nederland (als grootste contributeur) een vaar-/breekplan. Zo wordt het Markkanaal zo lang mogelijk bevaarbaar gehouden met een ijsbreker. Daarbij wordt ook het gedeelte van de Mark tot Breda gebroken. Het waterschap heeft als beleid dat er door het waterschap zelf geen ijsbreker ingezet wordt om de vaarwegen bevaarbaar te houden en is daar ook niet toe verplicht. Het inzetten van een ijsbreker kan gedaan worden op verzoek van één of meerdere bedrijven en wordt van geval tot geval beoordeeld. Als het inzetten van een ijsbreker niet leidt tot grote schade, kan een verzoek door het waterschap neergelegd worden bij de Stichting Verladersbelangen Binnenscheepvaart Noord-Brabant. Een stroomschema met betrekking tot metingen, maatregelen in verband met ijsvorming op vaarwegen en standaardformulieren zijn opgeslagen bij de specialistische informatie van dit deelbestrijdingsplan: doc. nr. 14IT IJsvorming op niet-vaarwegen Door stuwen, krooshekreinigers en gemalen anders in te stellen (handbediening of alleen verpompen kwelwater) kan worden bijgedragen aan een stabielere/veiligere ijsvloer voor schaatsrecreatie. De verantwoordelijkheid voor veilige schaatsrecreatie ligt echter niet bij het waterschap, maar is de verantwoordelijkheid van gemeenten. Op het moment dat ijsmetingen op vaarwegen beginnen, bij aanhoudende vorst, zal de coördinatiewacht/verkeerstoren ook het sein geven om maatregelen op andere waterlopen te nemen. Ook zal de afdeling communicatie communiceren over deze maatregelen. De te nemen maatregelen zijn beschreven in de specialistische info bij dit deelbestrijdingsplan doc. nr. 14IT Maatgevende scenario s Voor scheepvaartcalamiteiten zijn geen maatgevende scenario s beschreven. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2 9

10 4. Bijlagen 4.1. Toegestane maten beroepsvaart conform vaarweglegger Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2 10