Netverklaring. Geldig van 15/12/2013 tot 13/12/2014 Versie van 13/12/2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Netverklaring. Geldig van 15/12/2013 tot 13/12/2014 Versie van 13/12/2013"

Transcriptie

1 Netverklaring Geldig van 15/12/2013 tot 13/12/2014 Versie van 13/12/2013

2

3 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen Eerste versie De eenheidsprijzen met betrekking tot de diensten Your Moves, Your Shunts en Your Extratime kunnen vanaf heden worden teruggevonden in bijlage F Punt 1.8: Aanpassing van bepaalde gegevens van de infrastructuurbeheerder en van de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en van de Exploitatie van de Luchthaven Brussel-Nationaal. - Punt 4.2.3: Aanpassing van de procedure van de rijpadaanvragen. - Punt 6.9: Toevoeging van een nieuw punt met betrekking tot de passagiervergoeding en de bijdrage van de SO voor de Diabolo-infrastructuur Toevoeging van punt 1.8.6: Corridor One-Stop-Shop (C- OSS) - Toevoeging van punt : Corridor One-Stop-Shop - Toevoeging van algemene informatie: o 1.3 Wettelijk kader: Toevoeging van de Richtlijn 2012/34/UE o 1.8 Contacten : Aanpassingen van de contactgegevens o Kaderovereenkomst : Verduidelijking van een paragraaf o Toegangscontracten en 3.8 Dienstenfaciliteiten: Toevoeging van informatie bij de plaatselijke protocollen. o Karakteristieken : Toevoeging van informatie bij de lengteprofielen o 6.3 Tarificatie: Verduidelijking van de formules - Toevoeging van informatie met betrekking tot de goederencorridors (Rail Freight Corridors) in de volgende punten: o 1.9 : Goederencorridors (Rail Freight Corridors) o 1.10 : RailNetEurope Internationale samenwerking tussen de infrastructuurbeheerders o 2.1 : Inleiding o 4.1 : Inleiding o 4.2 : Beschrijving van de procedure o 4.3 : Kalender voor de aanvragen van capaciteit en Versies 3 / 86

4 toewijzingsprocedure o 4.4 : Toewijzingsprocedure o 6.1 : Principes van tarificatie - Toevoeging van algemene informatie met betrekking tot het transport van gevaarlijke goederen o 2.6: Vervoer van gevaarlijke goederen o 3.4.3: Gevaarlijke goederen - Punt : toevoeging van een paragraaf met betrekking tot de facturatie van het rangeerrecht (RR) - Toevoeging van een nieuwe bijlage B1.2 voor de aanvragen van korte termijn en real time goederen. - Toevoeging van enkele definities in bijlage A.1 Glossarium Punt 1.1: Wijziging van het organigram - Toevoeging van algemene informatie: o Punt Kaderovereenkomst : Verduidelijking van een paragraaf o Herwerking van punt het toezichthoudend orgaan o Het punt betwistingen betreffende de prestatieregeling werd verplaatst van punt naar punt 6.4 Prestatieregeling. o Toevoeging van een verwijzing naar de wetgeving punt Tractiestroom o Toevoeging van een verwijzing naar de wetgeving in punt Passagiersvergoeding - Verduidelijking van punt , en m.b.t. de goederencorridors - Wijziging van punt Korte termijn m.b.t. de termijn - Toevoeging van extra informatie in punt Tankvoorzieningen - Toevoeging van extra informatie voor de parameter tijd in punt het treinpadrecht-installatie (TR-I) - Toevoeging van informatie m.b.t. de dienst Arbitrage Punctuality in punt 6.4 prestatieregeling. Versies 4 / 86

5 INHOUDSTAFEL VERSIES 3 INHOUDSTAFEL 5 1. ALGEMENE INFORMATIE Inleiding Doelstelling Wettelijk kader Wettelijk statuut Algemene opmerkingen Verantwoordelijkheid Beroep Structuur van de NV Geldigheidsperiode en wijzigingen Geldigheidsperiode Actualisatie Publicatie van de NV Contacten Infrabel Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en van de Exploitatie van de Luchthaven Brussel-Nationaal Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie, Mobiliteit en Staatshervorming Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Omringende Infrastructuurbeheerders Corridor One-Stop-Shop (C-OSS) Goederencorridors (Rail Freight Corridors) RailNetEurope Internationale samenwerking tussen de infrastructuurbeheerders One-Stop-Shop Infrabel RNE Applicaties Glossarium VOORWAARDEN VOOR TOEGANG TOT DE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR Inleiding Toegang tot de spoorweginfrastructuur 22 Inhoudstafel 5 / 86

6 2.2.1 Te vervullen vereisten om toegang te verkrijgen tot de infrastructuur Houders van een toegangsrecht Vergunning Veiligheidscertificaat Verantwoordelijkheden Algemene commerciële voorwaarden Kaderovereenkomst Toegangscontracten Operationele regels Buitengewoon vervoer Vervoer van gevaarlijke goederen Certificering van het rollend materieel Certificering van het boordpersoneel en van de treinbestuurders INFRASTRUCTUUR Inleiding Omvang van het net Limieten Verbonden netten Andere informatie Beschrijving van het net Geografische beschrijving Karakteristieken Systemen van verkeerscontrole en communicatiesystemen Verkeer met beperkingen Gespecialiseerde infrastructuur Milieubeperkingen Gevaarlijke goederen Tunnels met beperkingen Bruggen met beperkingen Beschikbaarheid van de infrastructuur Terminals voor het reizigersverkeer Terminals voor het goederenverkeer Dienstenfaciliteiten Bundels voor het vormen van de treinen Bundels voor het rangeren en het uitwijken van de treinen Installaties voor onderhoud Tankvoorzieningen Technische uitrusting van de installaties 37 Inhoudstafel 6 / 86

7 3.9 Ontwikkeling van de infrastructuur TOEWIJZING VAN DE CAPACITEIT Inleiding Beschrijving van de procedure Kandidaten Betrokken organismen Algemene beschrijving van de procedure voor de rijpaden Algemene beschrijving van de procedure voor de lokale capaciteit Kalender voor de aanvragen van capaciteit en toewijzingsprocedure Planning voor het opstellen van de dienstregeling Planning voor de aanvragen van capaciteit buiten de procedure voor het opstellen van de dienstregeling Toewijzingsprocedure Coördinatieprocedure Systeem voor de administratieve regeling van geschillen Overbelaste zones: definitie, prioriteitscriteria en toewijzingsprocedure in die zones Impact van de kaderovereenkomsten Toewijzing van capaciteit voor onderhoud, vernieuwing en verbeteringen Rijpaden Lokale capaciteit Maatregelen wegens niet-gebruik Buitengewoon vervoer en vervoer van gevaarlijke goederen Buitengewoon vervoer Vervoer van gevaarlijke goederen Bijzondere maatregelen bij storing DIENSTEN Inleiding De minimumdiensten Toegang via het spoornet tot de voorzieningen en het verlenen van diensten _ Gebruik van elektrische voedingsinstallaties ten behoeve van de tractie Tankvoorzieningen Reizigersstations, de gebouwen en andere voorzieningen daarvan Goederenterminals Rangeerstations Vormingsstations Parkeerstations Onderhoudscentra en andere technische infrastructuur De aanvullende diensten 64 Inhoudstafel 7 / 86

8 5.4.1 De tractiestroom Brandstofbevoorrading De diensten voor treinen: het voorverwarmen van passagierstreinen, levering van water, Rangeringen en andere diensten die worden verstrekt in de in punt 5.3 genoemde installaties Diensten voor buitengewoon vervoer en gevaarlijke goederen Diensten buiten de openingsuren Andere aanvullende diensten De ondersteunende diensten Toegang tot het telecommunicatienetwerk De levering van aanvullende informatie De technische keuring van het rollend materieel HEFFINGEN Principes van tarificatie De minimumdiensten Toegang via het spoor tot de voorzieningen zoals vermeld in punt De diensten vermeld onder punt Aanvullende diensten Ondersteunende diensten Heffing in geval van overbelasting Samenstelling van de heffing Tarificatie De minimumdiensten Toegang via het spoornet tot de voorzieningen Levering van de diensten vermeld onder punt De aanvullende diensten Ondersteunende diensten Prestatieregeling Wijzigingen van de gebruiksheffing Modaliteiten voor het innen van de gebruiksheffing Voorafbetaling van de gevraagde capaciteit Toegewezen en niet gebruikte capaciteit Facturatie Waarborg Beroep Diabolo passagiervergoeding bijdrage van de spoorwegondernemingen Passagiervergoeding Bijdrage van de spoorwegondernemingen 83 Inhoudstafel 8 / 86

9 7. BIJLAGEN 85 Inhoudstafel 9 / 86

10 1.1 Inleiding 1. ALGEMENE INFORMATIE Infrabel is een naamloze vennootschap van publiek recht. Haar missie wordt vastgelegd in een beheerscontract met de federale overheid en bestaat uit opdrachten van openbare dienstverlening. Binnen het Europese spoornet wil Infrabel bijdragen tot een duurzame mobiliteit ten dienste van de Belgische economische en sociale ontwikkeling. Als Belgische infrastructuurbeheerder (IB) biedt Infrabel zijn klanten, de Belgische en buitenlandse spoorwegondernemingen (SO), een competitieve en kwalitatieve spoorinfrastructuur aan, aangepast aan hun behoeften. Naast het dagelijkse beheer, het onderhoud en de verdere ontwikkeling van de infrastructuur, staat Infrabel ook in voor de regeling en de veiligheid van alle treinverkeer. De wet van 4 december 2006 met betrekking tot het gebruik van de spoorweginfrastructuur (artikelen 21 tot 23) geeft de opdracht aan de infrastructuurbeheerder om de Netverklaring (NV) op te stellen en te publiceren, na raadpleging van het toezichthoudende orgaan, de kandidaten en de spoorwegondernemingen die het net gebruiken. Aan de hand van het onderstaande organigram wordt de positie van Infrabel in de Belgische spoorwegsector (vanaf 1 januari 2014) voorgesteld: Algemene informatie 10 / 86

11 In dit eerste hoofdstuk wordt de doelstelling van de netverklaring toegelicht. 1.2 Doelstelling Het doel van dit document is het verstrekken van informatie over de toegang tot en het gebruik van de spoorweginfrastructuur aan de spoorwegondernemingen die goederen en/of reizigersvervoer wensen te verzekeren op het Belgische spoorwegnet. De NV bevat de belangrijkste informatie van de nationale wetgeving die de Europese richtlijnen met betrekking tot de spoorwegen omzet. 1.3 Wettelijk kader De NV is gebaseerd op de onderstaande regelgeving: Verordening 913/2010 van 22 september 2010 inzake het Europese spoorwegnet voor concurrerend goederenvervoer; Richtlijn 2004/49 van 29 april 2004 betreffende de veiligheid van de spoorwegen in de Gemeenschap; Richtlijn 91/440/EEG van 29 juli 1991, betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap, Richtlijn 95/18/EG van 19 juni 1995 betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen en Richtlijn 2001/14/EG van 26 februari 2001 betreffende de toewijzing van de spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidcertificering, die worden gewijzigd door de Richtlijn 2012/34/EU van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte; Wet van 04/12/2006 betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur en de bijhorende KB s; Wet van 19/12/2006 betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen en de bijhorende KB s; Verschillende reglementeringen opgesteld door Infrabel, de UIC, Onderstaande tabel geeft een overzicht van alle bronnen waarop het wettelijk kader betrekking heeft: Documenten en applicaties Verordeningen, richtlijnen en Technische Specificaties van Interoperabiliteit (TSI) Wetten, Koninklijke Besluiten (KB) en Ministeriële Besluiten (MB) Reglement betreffende het internationale spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen (RID) Leaflets Union Internationale des Chemins de fer (UIC) Consultatieadressen Europese recht: Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer: of Belgisch Staatsblad: Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer: Union Internationale des Chemins de fer : Om deze documenten te kunnen consulteren, dienen de kandidaten en de spoorwegondernemingen een aanvraag te richten aan de UIC. Algemene informatie 11 / 86

12 Documenten en applicaties VeiligheidsVoorschriften betreffende de Exploitatie van de SpoorwegInfrastructuur - VVESI,(Reglementering) Plaatselijke procollen - deel 1 (Klanten info) Schematische Seininrichtingsplannen SSP, lengteprofielen (Draw In), Werken met betrekking tot de infrastructuur (Work In), Reservatie van rijpaden (Book In), Reservatie van lokale capaciteit (Shunt In), Consultatieadressen Infrabel: De kandidaten en de spoorwegondernemingen kunnen al deze documenten en toepassingen consulteren en gebruiken op de Business Corner. Op deze beveiligde website, te bereiken via kunnen rijpaden online gereserveerd worden, reglementen en administratieve documenten gedownload worden, transportgegevens en facturen kunnen geconsulteerd worden,.. Om gebruik te maken van de Business Corner dienen de kandidaten en de spoorwegondernemingen een aanvraag te richten tot hun account manager. 1.4 Wettelijk statuut Algemene opmerkingen De netverklaring is een document waarin op gedetailleerde wijze de beschrijving van het net, de algemene verkeersregels, de termijnen, de procedures en de criteria in verband met de regelingen voor de heffing van gebruiksrechten en de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit zijn vastgelegd. Dit document bevat verder alle andere gegevens die nodig zijn om de aanvragen voor spoorweginfrastructuurcapaciteit in te dienen. De NV is opgesteld ten behoeve van de kandidaten, de gebruikers en iedere andere betrokken partij Verantwoordelijkheid Bepaalde in deze NV verstrekte gegevens kunnen evolueren in functie van de omzetting van de Europese richtlijnen in de Belgische wetgeving. Het is echter vastgelegd dat de wettelijke of reglementaire teksten die goedgekeurd worden na de publicatie van de NV, automatisch van toepassing zijn volgens hun modaliteiten zonder de noodzakelijke actualisering van de NV. De infrastructuurbeheerder verbindt zich er echter toe om binnen een maand na hun publicatie de NV aan te passen bij elke wijziging aan de wetgevende of regelgevende teksten. Als er ondanks de inspanningen van de infrastructuurbeheerder om correcte informatie te verstrekken, verschillen zouden blijken te bestaan met de regelgeving, dan is deze laatste doorslaggevend. De infrastructuurbeheerder zal er in het bijzonder over waken om zo snel mogelijk elke gemelde fout recht te zetten zonder enig ander gevolg voor hem. De NV wordt in het Nederlands, Frans, Duits en Engels opgesteld. In geval van verschil of interpretatiemoeilijkheden tussen de verschillende versies, zijn enkel de Franstalige en de Nederlandstalige versie doorslaggevend Beroep Conform art. 62, 5 van de wet van 4 december 2006 met betrekking tot het gebruik van de spoorweginfrastructuur, teneinde zijn opdracht inzake de behandeling van klachten te vervullen, kunnen Algemene informatie 12 / 86

13 bij het toezichthoudende orgaan (Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en van de Exploitatie van de Luchthaven Brussel-Nationaal, adres: zie punt 1.8.2) schriftelijke klachten worden ingediend door middel van aangetekende zendingen vanwege spoorwegondernemingen, kandidaten en de infrastructuurbeheerder wanneer zij denken het slachtoffer te zijn van een oneerlijke behandeling, van een discriminatie of van elk ander nadeel met betrekking tot: de netverklaring of de criteria die erin zijn opgenomen ; de toewijzingsprocedure voor infrastructuurcapaciteit en haar resultaten ; het tariferingssysteem, de hoogte of de structuur van heffingen voor het spoorweginfrastructuurgebruik ; de in artikels 6, 7, 8, 1 en 3, 9 en 10 opgenomen bepalingen inzake toegang tot de spoorweginfrastructuur. Het administratief beroep schorst de aangevochten beslissing niet, behoudens andersluidende, gemotiveerde beslissing van het toezichthoudend orgaan op verzoek van de klagende partij. 1.5 Structuur van de NV De structuur en de inhoud van de NV, die bepaald worden door de Europese richtlijnen, werden verfijnd en opgelijst door RailNetEurope (RNE, zie punt 1.10) in het document «Network Statement Common structure and Implementation Guide» op 03/03/2006. Dit document wordt jaarlijks herzien. De laatste versie dateert van 26/03/2013 en is beschikbaar op de website Het is aanbevolen dat elke Europese infrastructuurbeheerder deze structuur aanneemt om de uitwisseling van informatie over het internationale goederen- of reizigersverkeer te vergemakkelijken voor alle geïnteresseerde partijen. 1.6 Geldigheidsperiode en wijzigingen Geldigheidsperiode Deze NV geldt voor de dienstregelingperiode van zondag 15 december 2013 tot zaterdag 13 december Actualisatie De netverklaring wordt geactualiseerd door de infrastructuurbeheerder. Bovendien raadpleegt de infrastructuurbeheerder de spoorwegondernemingen die op de Belgische spoorweginfrastructuur rijden, de kandidaten en het toezichthoudende orgaan over het ontwerp van NV ten laatste twee maanden voor de uiterste datum van publicatie. Zij beschikken over een termijn van één maand om hun bevindingen te formuleren. Elke wijziging aan de NV zal in de loop van het jaar worden aangekondigd op de website en op de pagina Versies van de NV. Daarenboven zullen de spoorwegondernemingen, de kandidaten en het toezichthoudende orgaan per brief of per worden verwittigd bij elke belangrijke wijziging. 1.7 Publicatie van de NV De netverklaring wordt gepubliceerd ten laatste 4 maanden voor de door de infrastructuurbeheerder vastgelegde uiterste datum van de capaciteitsaanvragen voor de spoorweginfrastructuur (zie punt 4.3.1). De publicatie van de NV wordt aangekondigd door een bericht in het Belgisch Staatsblad. De NV kan gratis elektronisch worden geraadpleegd ( Algemene informatie 13 / 86

14 1.8 Contacten Infrabel Bevoegdheid Algemene contacten NV Account management Rijpadaanvragen en aanpassingen van de dienstregeling op Lange Termijn (LT) Aanpassingen van de dienstregeling op Korte Termijn (KT) en rijpadaanvragen voor buitengewone vervoeren Aanpassingen van de dienstregeling in Real-Time (RT) Verantwoordelijk bureau Bureau I- TN.131 Bureau I- TN.11 Bureau I- TN.511 Bureau I- TN.513 Bureau I- N.321 Werken Bureau I- TN.52 Coördinaten Directie Toegang tot het Net Sectie 41/1 Fonsnylaan 13 B-1060 Brussel Tel: customercare@infrabel.be Directie Toegang tot het Net Sectie 41/1 Fonsnylaan 13 B-1060 Brussel Tel: accountmanagement@infrabel.be Directie Toegang tot het Net Sectie 41/4 Fonsnylaan 13 B-1060 Brussel Fax longterm.freight@infrabel.be network.passengers.path.allocation@infrabel.be Directie Toegang tot het Net Sectie 41/4 Fonsnylaan 13 B-1060 Brussel Fax: shortterm.traffic@infrabel.be bv.te@infrabel.be (buitengewoon vervoer) Directie Netwerk Sectie 60 Barastraat 110 B-1070 Brussel Fax: tcrijpadbeheerder.gestionnairesillons@infrabel.be Directie Toegang tot het Net Sectie 41/4 Fonsnylaan, 13 B-1060 Brussel coordinatiewerken.coordinationtravaux@infrabel.be disce.bureauwerkentravaux@infrabel.be disnw.bureauwerkentravaux@infrabel.be Algemene informatie 14 / 86

15 Bevoegdheid Lokale capaciteit: algemene zaken en annuleren van lokale capaciteit Lokale capaciteit: aanverwante spoorwegondernemingen (ASO) Verantwoordelijk bureau Bureau I- TN.514 Bureau Organisatie van het Treinverkeer (BOT) Gebruiksheffingen Bureau I- TN.121 Organisatie van de buitengewone vervoeren: Studies en toelatingen One-Stop-shop (OSS) Infrabel Arbitrage Punctuality Bureau I- TN.234 Bureau I- TN.512 Bureau I-TN.4 Coördinaten Directie Toegang tot het Net Sectie 41/4 Fonsnylaan 13 B-1060 Brussel shunt-in.brussel@infrabel.be shunt-in.gent@infrabel.be shunt-in.antwerpen@infrabel.be shunt-in.liege@infrabel.be shunt-in.charleroi@infrabel.be shunt-in.kortrijk@infrabel.be shunt-in.arlon@infrabel.be shunt-in.brugge@infrabel.be shunt-in.antwerpen-haven@infrabel.be shunt-in.leuven@infrabel.be shunt-in.namur@infrabel.be shunt-in.mons@infrabel.be shunt-in.hasselt@infrabel.be Directie Toegang tot het Net Sectie 41/1 Fonsnylaan 13 B-1060 Brussel gebruiksrechtredevance@infrabel.be Directie Toegang tot het Net Section 41/3 Fonsnylaan 13 B-1060 Brussel yourxxl@infrabel.be Directie Toegang tot het Net Sectie 41/4 Fonsnylaan 13 B-1060 Brussel Tel: oss-rne@infrabel.be Directie Toegang tot het Net Sectie 41/5 Fonsnylaan 13 B-1060 Brussel Tel: arbitration_punctuality@infrabel.be Algemene informatie 15 / 86

16 1.8.2 Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en van de Exploitatie van de Luchthaven Brussel-Nationaal Contactpersoon Coördinaten Dhr. Serge DRUGMAND, directeur Communicatiecentum Noord 2 e verdieping Vooruitgangstraat, 80 Bus 5 B-1030 Brussel Tel: serge.drugmand@mobilit.fgov.be Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie, Mobiliteit en Staatshervorming Contactpersoon Dhr. Melchior WATHELET Wetstraat, 51 B-1040 Brussel Coördinaten Tel: info.wathelet@wathelet.fed.be Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Bevoegdheid Contactpersoon Coördinaten Algemene diensten Dhr. Laurent LEDOUX, Voorzitter van het Directiecomité City Atrium Vooruitgangstraat, 56 B-1210 Brussel Tel: laurent.ledoux@mobilit.fgov.be Bevoegdheid Contactpersoon Coördinaten Vergunningen Mevr. Martine SERBRUYNS City Atrium Vooruitgangstraat, 56 B-1210 Brussel Directie Duurzame Ontwikkeling en spoorbeleid Dienst Overheidsbedrijven en Spoorbeleid Tel: Fax: martine.serbruyns@mobilit.fgov.be Algemene informatie 16 / 86

17 Veiligheidscertificaten, certificering van het personeel en van het rollend materieel Dhr. Thierry BREYNE City Atrium Vooruitgangstraat, 56 B-1210 Brussel Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van het Spoor (DVIS) Tel: thierry.breyne@mobilit.fgov.be Omringende Infrastructuurbeheerders Informatie over de spoorweginfrastructuur van de omringende landen maakt eveneens het onderwerp uit van een Netverklaring. Deze kan u verkrijgen op de volgende adressen: Land Nederland Infrastructuurbeheerder Coördinaten ProRail B.V. Duitsland Luxemburg Keyrail BV ng_betuweroute DB Netz AG Administration des Chemins de Fer er/acf/document_reference/index.html Frankrijk Réseau Ferré de France RailNetEurope herneemt de linken naar de Netverklaringen van hun leden op onderstaande website: De contactgegevens voor het aanvragen van treinnummers voor extra treinen op de relaties van Duitsland-België/België-Duitsland (regio Duisburg) zijn de volgende: Algemene informatie 17 / 86

18 Contact Trassenanmeldung RB West (I.NM- W-F) Coördinaten Tel: en telefoon 24u / 24u Corridor One-Stop-Shop (C-OSS) Bevoegdheid Contactpersoon Coördinaten Corridor 1 Corridor 2 Mevrouw Pia DITTRICH Dhr. Thomas VANBEVEREN Corridor One-Stop-Shop Mainzer Landstraße 203 D Frankfurt am Main Tel. : Fax : oss@corridor1.eu Corridor One-Stop-Shop Sectie 41/1 Avenue Fonsny 13 B-1060 Bruxelles Tel. : Mobile : thomas.vanbeveren@corridorc.eu Corridor 8 Voor Corridor 8 zal de Corridor One-Stop-Shop operationeel zijn vanaf november De coördinaten van de One-Stop-Shop Infrabel kunnen worden teruggevonden onder punt Algemene informatie 18 / 86

19 1.9 Goederencorridors (Rail Freight Corridors) Infrabel is betrokken bij de ontwikkeling van drie goederencorridors volgens de Verordening 913/2010 van 22 september 2010 inzake het Europese spoorwegnet voor concurrerend goederenvervoer: Corridor Hoofdtraject Totstandbrenging van goederencorridors 1 Zeebrugge-Antwerpen/Rotterdam-Duisburg- [Bazel]-Milaan- Genua 2 Rotterdam-Antwerpen-Luxemburg-Metz-Dijon- Lyon/[Bazel] 8 Bremerhaven/Rotterdam/Antwerpen-Aken/Berlijn- Warschau-Terespol (Pools-Witrussische grens)/kaunas 10 november november november 2015 Algemene informatie over deze goederencorridors is beschikbaar op volgende websites: Corridor 1: Corridor 2: Corridor 8: (in opbouw) De specifieke regels voor deze corridors zijn beschreven in de Corridor Information Documents (CID) die een gemeenschappelijke structuur volgen, door RNE uitgewerkt in het document Corridor Information Document Common Structure waarvan de laatste versie dateert van mei 2013 ( Het CID wordt jaarlijks in januari gepubliceerd. De eerste CID van de corridors 1 en 2 zijn uitzonderlijk gepubliceerd in november 2013 en zullen vervolgens jaarlijks gepubliceerd worden in januari. Het eerste CID voor corridor 8 zal uitzonderlijk gepubliceerd worden in november 2015 en vervolgens in januari De CID zijn beschikbaar op volgende websites: Corridor 1: Corridor 2: Corridor 8: in opbouw. Regels met betrekking tot de toewijzing van capaciteit voor de goederencorridors bevinden zich Book 4 van het CID van de desbetreffende corridor. De contactgegevens van de Corridor One-Stop-Shop zijn terug te vinden in punt Algemene informatie 19 / 86

20 1.10 RailNetEurope Internationale samenwerking tussen de infrastructuurbeheerders RailNetEurope (RNE) werd opgericht in 2004 als een non-profitorganisatie van infrastructuurbeheerders en instanties die de spoorwegcapaciteit verdelen. Ze wijdt zich aan het faciliteren van internationaal verkeer op de Europese spoorinfrastructuur. RNE heeft als doelstelling ondersteuning te bieden aan de spoorwegondernemingen bij hun internationale activiteiten (zowel goederen als passagiers) en het verhogen van de efficiëntie van de processen van de infrastructuurbeheerders. De leden van RailNetEurope harmoniseren gezamenlijk de voorwaarden in het internationale spoorvervoer en introduceren een gemeenschappelijke aanpak ter bevordering van de Europese spoorwegmarkt ten behoeve van de gehele spoorwegindustrie in Europa. RailNetEurope probeert elke dag het internationale spoorproces te vereenvoudigen, te harmoniseren en te optimaliseren via: Een dienstregeling op Europees niveau; Eenzelfde marketing- en verkoopsaanpak (inclusief Netverklaring); Samenwerking tussen de verschillende infrastructuurbeheerders op operationeel niveau; Uitwisseling van real time treininformatie over de grenzen heen; Dienst na verkoop. Meer informatie over RNE is terug te vinden op de website: One-Stop-Shop Infrabel RNE heeft in elke deelnemende lidstaat een contactpunt One-Stop-Shop opgericht. Elke klant kan zijn eigen OSS contactpunt kiezen voor alle behoeften met betrekking tot internationale spoordiensten. Meer informatie over OSS is terug te vinden op de website: De coördinaten van de Belgische OSS zijn terug te vinden in punt hierboven. De lijst met de andere Europese OSS is eveneens terug te vinden op de website van RailNetEurope. De contactpersonen voor Corridor One-Stop-Shop zijn terug te vinden in punt RNE Applicaties Path Coordination System (PCS) PCS is een online toepassing voor het aanvragen en afstemmen van internationale rijpaden. Voor het aanvragen van de tevoren geregelde rijpaden en reservecapaciteit (op de goederencorridors) (zie hoofdstuk 4) moet deze toepassing verplicht gebruikt worden zoals bepaald door Verordening 913/2010. Charging Information System (CIS) CIS is een toepassing voor het inschatten van de gebruiksvergoeding en om tariefinformatie te verkrijgen. Train Information System (TIS) TIS is een toepassing die het real time traject van de internationale treinen opvolgt, voor zowel goederen als reizigers. Algemene informatie 20 / 86

21 Deze verschillende toepassingen zijn terug te vinden op de website van RNE: Glossarium Bijlage A.1 bevat de definitie van de specifieke termen en de verklaring van de gebruikte afkortingen in dit document. Algemene informatie 21 / 86

22 2. VOORWAARDEN VOOR TOEGANG TOT DE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR 2.1 Inleiding Het tweede hoofdstuk bespreekt de voorwaarden waaraan een spoorwegonderneming moet voldoen om toegang te verkrijgen tot de Belgische spoorweginfrastructuur. Deze toegangsvoorwaarden zijn eveneens van toepassing op het Belgische deel van de goederencorridors die het Belgische spoorwegnet doorkruisen. 2.2 Toegang tot de spoorweginfrastructuur Te vervullen vereisten om toegang te verkrijgen tot de infrastructuur Elke spoorwegonderneming die spoorwegvervoerdiensten wil verrichten en toegang wil hebben tot de spoorweginfrastructuur moet in het bezit zijn van: een vergunning die bestemd is voor het type diensten dat ze aanbiedt, afgeleverd door de bevoegde overheid van een lidstaat van de Europese Unie (zie punt 2.2.3); een veiligheidscertificaat (zie punt 2.2.4); beschikbare spoorweginfrastructuurcapaciteit toegekend door de infrastructuurbeheerder (zie hoofdstuk 4). Elke spoorwegonderneming die de spoorweginfrastructuur wil gebruiken moet op voorhand in het bezit zijn van een gebruiksovereenkomst afgesloten met de infrastructuurbeheerder waarin de rechten en plichten van de verschillende partijen worden gedefinieerd (punt ). Elke spoorwegonderneming die de lokale spoorweginfrastructuur (bundels, ) wil gebruiken moet op voorhand in het bezit zijn van een plaatselijk protocol afgesloten met de infrastructuurbeheerder waarin de rechten en plichten van de verschillende partijen worden gedefinieerd (punt ). Voorwaarden voor toegang tot de spoorweginfrastructuur 22 / 86

23 2.2.2 Houders van een toegangsrecht Hebben toegang tot de spoorweginfrastructuur: de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen voor de exploitatie van al haar vervoersactiviteiten voor reizigers en goederen; elke spoorwegonderneming die gevestigd is in een lidstaat van de Europese Unie voor de exploitatie van internationale vervoersdiensten van reizigers. Bij een internationale passagiersvervoerdienst hebben de spoorwegondernemingen het recht op het internationale traject passagiers te laten opstappen in elk station en ze te laten uitstappen in een ander station, ook voor het vervoer van reizigers op gedeelten van dat traject die tussen twee Belgische stations liggen (de zgn. cabotage cfr. art. 5 van het KB van 19 mei 2009). elke spoorwegonderneming die gevestigd is in een lidstaat van de Europese Unie voor de exploitatie van elk type van goederenvervoersdiensten. De infrastructuurbeheerder verplaatst zich vrij, voor het onderhoud, het beheer, de vernieuwing en de uitbreiding van de spoorweginfrastructuur, met naleving van de veiligheidsmaatregelen die aan elke gebruiker van de spoorweginfrastructuur worden opgelegd en met naleving van de rijpaden die werden toegewezen aan de spoorwegondernemingen Vergunning Om toegang te krijgen tot de spoorweginfrastructuur, moet de kandidaat in het bezit zijn van een vergunning die hem toelaat om als spoorwegonderneming erkend te worden. Elke onderneming die een exploitatiezetel in België heeft, heeft het recht een vergunning bij de Minister of in voorkomend geval, bij de betrokken Staatsecretaris te vragen (zie punt 1.8.3). De vergunning is onoverdraagbaar en beschrijft het type diensten waarvoor ze geldig is. Ze is geldig op het gehele grondgebied van de Europese Unie. De afgifte van de vergunning wordt vastgelegd in hoofdstuk II van de wet van 4 december 2006 betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur en in artikelen 3 en 4 van het KB van 16 januari 2007 betreffende de vergunning van spoorwegonderneming. Alle bijkomende informatie met betrekking tot de spoorwegvergunning kan verkregen worden bij de Directie Duurzame Ontwikkeling en spoorbeleid Dienst Overheidsbedrijven en Spoorbeleid (zie punt 1.8.4) Veiligheidscertificaat Om toegang te hebben tot het spoorwegnetwerk, moet de kandidaat in het bezit zijn van een veiligheidscertificaat dat geldig is op het gehele net of op een deel van de Belgische spoorweginfrastructuur. Het veiligheidscertificaat bestaat uit 2 delen: Deel A: Een certificering die bevestigt dat het veiligheidsbeheerssysteem van de spoorwegonderneming is goedgekeurd. De spoorwegonderneming, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in België, moet een aanvraag indienen bij de veiligheidsinstantie per aangetekend schrijven. Bij de aanvraag wordt een dossier gevoegd met het veiligheidsbeheerssysteem en een afschrift van de vergunning indien zij door een andere lidstaat van de Europese unie werd aangegeven. Voorwaarden voor toegang tot de spoorweginfrastructuur 23 / 86

24 Dit eerste deel vermeldt het type en de draagwijdte van de spoorwegactiviteiten waarvoor het geldt. Het certificaat is geldig in de hele Europese Unie voor gelijkwaardige spoorvervoeractiviteiten. Deel B: Een certificering die bevestigt dat de voorzieningen die de spoorwegonderneming heeft getroffen om te voldoen aan de specifieke eisen om veilig op het betrokken net te kunnen opereren, zijn goedgekeurd. De eisen kunnen betrekking hebben op de toepassing van de TSI en de nationale veiligheidsvoorschriften, in het bijzonder deze in verband met het veiligheidspersoneel en het rollend materieel. Dit tweede deel, het nationale certificaat, verleend aan de in België of in een ander land van de Europese Unie gevestigde spoorwegonderneming die van plan is spoorwegvervoerdiensten te exploiteren op het Belgische net, wordt afgeleverd door de veiligheidsinstantie. Het veiligheidscertificaat wordt afgeleverd volgens de voorwaarden van hoofdstuk III van het KB van 16 januari 2007 betreffende de veiligheidsvergunning en het veiligheidscertificaat, de indienststelling van rollend materieel en het jaarlijkse veiligheidsverslag. Alle informatie op het gebied van het veiligheidscertificaat kan worden verkregen bij de veiligheidsinstantie (Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen - DVIS, zie punt 1.8.4) Verantwoordelijkheden De verantwoordelijkheden van de spoorwegondernemingen worden beschreven in de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur (zie bijlage B.3). 2.3 Algemene commerciële voorwaarden Kaderovereenkomst De kaderovereenkomst is een overeenkomst die de rechten en verplichtingen van een kandidaat en van de beheerder van de spoorweginfrastructuur vastlegt en die betrekking heeft op de toe te wijzen spoorweginfrastructuurcapaciteit en de te heffen rechten voor een periode die langer is dan de geldigheidsduur van één dienstregelingtijdvak. De kaderovereenkomst omvat geen gedetailleerde beschrijving van een rijpad, maar is zo opgesteld dat aan de gewettigde commerciële behoeften van de aanvrager tegemoet wordt gekomen. Ze mag geen belemmering vormen voor het gebruik van de infrastructuur door andere kandidaten of diensten. Mits eerbiediging van het zakengeheim worden de algemene bepalingen van elke kaderovereenkomst openbaar gemaakt aan alle partijen die in aanmerking komen voor het gebruiken van dezelfde capaciteit. De kaderovereenkomst wordt normaal gezien gesloten voor een periode van vijf jaar, en kan worden verlengd met periodes die gelijk zijn aan haar oorspronkelijke looptijd. De infrastructuurbeheerder kan in specifieke gevallen met een kortere of langere looptijd instemmen. Een looptijd van meer dan vijf jaar wordt gerechtvaardigd door het bestaan van commerciële overeenkomsten, specifieke investeringen of risico's. Voor het specifieke geval van diensten waarbij gebruik wordt gemaakt van infrastructuur, die overeenkomstig artikel 38, alinea 2 van de wet van 4 december 2006 is aangewezen en die een door de aanvrager naar behoren gemotiveerde aanzienlijke en langdurige investering vereist, kan de Voorwaarden voor toegang tot de spoorweginfrastructuur 24 / 86

25 looptijd van de kaderovereenkomst vijftien jaar bedragen. Een looptijd van meer dan vijftien jaar is alleen in uitzonderingsgevallen mogelijk. Voor dit specifiek geval zal de kaderovereenkomst pas in werking treden na het verlenen van de toestemming van het toezichthoudend orgaan. De kaderovereenkomst wordt gesloten volgens de voorwaarden van artikel 25 (hoofdstuk III) van de wet van 4 december Een formulier voor aanvraag van een kaderovereenkomst, door de kandidaten in te vullen, en een model van een kaderovereenkomst te sluiten tussen de kandidaat en de infrastructuurbeheerder is te vinden in bijlage B.2. De toewijzingsprocedure van de rijpaden in het geval van een kaderovereenkomst is gedetailleerd in punt Toegangscontracten Gebruiksovereenkomst Elk gebruik van de spoorweginfrastructuur door de houder van een rijpad wordt voorafgegaan door het afsluiten van een overeenkomst tussen de infrastructuurbeheerder en de spoorwegonderneming die spoorwegvervoerdiensten verricht, waarin de respectievelijke rechten en verplichtingen van elke partij worden vastgelegd. De bepalingen van deze overeenkomst zijn niet-discriminerend, transparant en in overeenstemming met de van kracht zijnde wettelijke en reglementaire bepalingen. Naar dit contract wordt verder verwezen als gebruiksovereenkomst. De gebruiksovereenkomst bepaalt inzonderheid de nadere regels van de tenuitvoerlegging van de veiligheidsvoorschriften. Zij bevat eveneens een prestatieregeling die tariferingssystemen voor het gebruik van de infrastructuur toepast om spoorwegondernemingen en de infrastructuurbeheerder ertoe aan te zetten om tekortkomingen zo gering mogelijk te houden en de prestaties van het spoorwegnet te verbeteren. Meer uitleg over de prestatieregeling kunt u onder punt 6.4 vinden. De gebruiksovereenkomst wordt afgesloten volgens de voorwaarden van artikel 24 (hoofdstuk III) van de wet van 4 december 2006 betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur, zoals bepaald in paragraaf 1 van dit gedeelte. De partijen kunnen het toezichthoudende orgaan om advies vragen over de verenigbaarheid van deze overeenkomst met de bepalingen van die wet en haar uitvoeringsbesluiten. De algemene voorwaarden voor de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur zijn opgenomen in bijlage B Plaatselijke protocollen De spoorwegonderneming dient voor de installatie of de groep van installaties waarop ze bewerkingen wil uitvoeren met de lokale leider van het exploitatieorgaan (manager I-N Area) een plaatselijk protocol af te sluiten. De plaatselijke protocollen beschrijven het gebruik van vormings- en parkeerstations, meer specifiek de bewuste sporen, de bewegingen (zoals in- en uitrit van de sporen) en de communicatie op het terrein. Door de ondertekening van het protocol zal de spoorwegonderneming zich ertoe verbinden de gebruiksvoorwaarden van deze installatie te respecteren. Het plaatselijk protocol is een aanvulling bij de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur. Het regelt de praktische modaliteiten betreffende het gebruik van de Belgische spoorweginfrastructuur. Het moet te allen tijde ondergeschikt zijn aan de toepasselijke reglementering, met inbegrip van de netverklaring. Het plaatselijk protocol is onderworpen aan het behoud door de spoorwegonderneming van de relevante spoorweginfrastructuurcapaciteit (rijpaden). Verliest de Voorwaarden voor toegang tot de spoorweginfrastructuur 25 / 86

26 spoorwegonderneming deze, dan komt er op de datum van dit verlies automatisch een einde aan het protocol. Zowel de spoorwegonderneming als de infrastructuurbeheerder kunnen het plaatselijk protocol opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden. De infrastructuurbeheerder kan het plaatselijk protocol onmiddellijk opzeggen indien blijkt dat de spoorwegonderneming zich schuldig maakt aan inbreuken, ongeacht de aard of het belang van deze inbreuken, wanneer deze de veiligheid van het verkeer of de bewegingen in het gedrang brengen of kunnen brengen. Elke opzeg gebeurt per aangetekend schrijven met ontvangstbevestiging, waarbij de toepassingsdatum deze is van de ontvangst van het aangetekende schrijven. In geval van strijdigheid tussen de bepalingen van het plaatselijk protocol en van de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur, primeren de bepalingen van de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur, tenzij deze gebruiksovereenkomst voor onderdelen ervan, anders zou bepalen of tenzij deze gebruiksovereenkomst ruimte laat voor aanvulling of verduidelijking. Behalve indien de partijen in gezamenlijk overleg anders beslissen, blijft het plaatselijk protocol, in geval van wijziging van de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur, geldig en vormt het aldus een aanvulling bij de gewijzigde gebruiksovereenkomst. Indien een bepaling van het plaatselijk protocol strijdig zou zijn met de toepasselijke reglementering met inbegrip van de netverklaring, dan zullen de partijen zodra mogelijk deze bepaling vervangen door een nieuwe bepaling die deze strijdigheid opheft en het best overeenstemt met hun beider bedoelingen. Het voorgaande geldt niet voor strijdigheden welke voortvloeien uit wijzigingen van de genoemde reglementering zelf, in welk geval een officiële kennisgeving door de infrastructuurbeheerder volstaat. Het plaatselijk protocol treedt in voege op de datum van de ondertekening door de spoorwegonderneming en de infrastructuurbeheerder en wordt opgesteld in twee exemplaren. Deel 1 van de plaatselijke protocollen zijn raadpleegbaar in de Business Corner. De overige delen van de plaatselijke protocollen kunnen worden opgevraagd bij de I-N Area waartoe de installatie behoort. De adressen van de I-N Areas zijn vermeld in bijlage D.10 (Lijst 34 van Deel III van de BVT) en de kaart met de verschillende I-N Areas is terug te vinden in bijlage C Operationele regels De operationele regels die door het treinpersoneel tijdens hun dagelijkse werkzaamheden dienen te worden gerespecteerd, zijn opgenomen in de verschillende boeken van de VeiligheidsVoorschriften betreffende de Exploitatie van de SpoorwegInfrastructuur (VVESI), opgesteld door de infrastructuurbeheerder. Deze documenten kunnen geraadpleegd worden door de spoorwegondernemingen en de kandidaten op de Business Corner (zie punt 1.3). 2.5 Buitengewoon vervoer Een vervoer wordt als buitengewoon beschouwd volgens Leaflet [Buitengewoon Vervoer Bepalingen betreffende de studie en de uitvoering van buitengewoon vervoer] (artikel 1.3) van de UIC (Union Internationale des Chemins de fer) als het door zijn omvang, gewicht of gesteldheid, bijzondere moeilijkheden oplevert met betrekking tot de vaste installaties of wagens van één van de te berijden Voorwaarden voor toegang tot de spoorweginfrastructuur 26 / 86

27 netwerken/spoorwegondernemingen die er gebruik van maken, zodat het daardoor slechts onder bijzondere technische- of exploitatievoorwaarden kan worden toegelaten. De reglementaire voorschriften die gelden voor het verkeer van buitengewone vervoeren zijn beschreven in de volgende documenten: het VVESI 4.4 Buitengewone vervoeren en ladingen; het VVESI 5.3 Verkeer van buitengewone vervoeren. Gegevens over het proces van capaciteitstoewijzing voor buitengewoon vervoer kan u terugvinden in punt en gegevens over de diensten betreffende buitengewoon vervoer in punt De contactgegevens van het verantwoordelijke bureau voor de organisatie van de buitengewone vervoeren (Studies en toelatingen) is terug te vinden in punt Vervoer van gevaarlijke goederen Het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor is wettelijk geregeld door het Koninklijk besluit van 28 juni 2009 betreffende het vervoer via de weg of per spoor van gevaarlijke stoffen, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen en door het Reglement betreffende het Internationale spoorvervoer van gevaarlijke goederen (RID). In België is het vervoer per spoor van bepaalde gevaarlijke goederen onderworpen aan de wettelijke bepalingen vermeld in het VVESI Voorschriften voor treinen. Gegevens over het proces van capaciteitstoewijzing voor transport van gevaarlijke goederen worden hernomen in punt en gegevens over de diensten betreffende die laatste in punt Certificering van het rollend materieel De veiligheidsinstantie (DVIS, coördinaten zie punt 1.8.4) geeft de toelating tot indienststelling van het nieuwe rollend materieel volgens de voorwaarden van de wet van 26 januari 2010 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Europese Unie (zie hoofdstuk 5 van deze wet). Voorwaarden voor toegang tot de spoorweginfrastructuur 27 / 86

28 Het rollend materieel moet bovendien conform zijn aan de veiligheidsvereisten zoals gedefinieerd in het MB van 30 juli 2010 tot aanneming van de van toepassing zijnde vereisten op het rollend materieel voor het gebruik van rijpaden. 2.8 Certificering van het boordpersoneel en van de treinbestuurders De wetgeving die van toepassing is wordt hernomen: in het Koninklijk besluit van 15 mei 2011 tot bepaling van de vereisten van toepassing op het veiligheidspersoneel; in het Koninklijk besluit van 22 juni 2011 betreffende de vergunning voor treinbestuurders en de registers van vergunningen en bevoegdheidsbewijzen; in het Koninklijk besluit van 22 juni 2011 tot bepaling van de regels met betrekking tot medische keuringen en bedrijfspsychologische examens voor treinbestuurders en treinbegeleiders en van de criteria voor erkenning van personen en centra belast met deze onderzoeken; in het Koninklijk besluit van 12 september 2011 betreffende de verlening van opleidingsdiensten aan treinbestuurders en de erkenning van opleidingscentra, zoals gewijzigd bij artikel 50 van het koninklijk besluit van 3 augustus Voorwaarden voor toegang tot de spoorweginfrastructuur 28 / 86

29 3.1 Inleiding 3. INFRASTRUCTUUR Dit hoofdstuk geeft gedetailleerde informatie in verband met de Belgische spoorweginfrastructuur. Tijdens het jaar kan deze informatie onderhevig zijn aan wijzigingen. De infrastructuurbeheerder informeert zijn klanten over de verschillende types infrastructuurwerken voor de 20 ste van de maand voorafgaand aan de maand tijdens dewelke de werken plaatsvinden, behalve in het geval van overmacht, via de rubriek Work In van de Business Corner (zie punten 1.3 en 4.5.1). 3.2 Omvang van het net Limieten De spoorweginfrastructuur wordt beschreven als alle elementen welke bedoeld zijn in bijlage I, deel A, van Verordening (EG) nr. 851/2006 van de Commissie van 9 juni 2006 betreffende de vaststelling van de inhoud van de verschillende posten van de boekhoudkundige schema's bedoeld in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 1108/70 van de Raad van 4 juni De kaarten en (zie bijlage C.1) geven een schematisch overzicht van het net. Lijst 1 van deel III van het BVT (zie bijlage D.1) geeft de benaming van de lijnen, hun belangrijkste kenmerken en hun bijzonderheden. Hoewel ze deel uitmaken van de Belgische spoorweginfrastructuur, mogen onderstaande installaties niet door een kandidaat worden gebruikt: de sporen buiten dienst; de aansluitingen op de installaties van de technische diensten van de infrastructuurbeheerder; de aansluitingen op de installaties van de technische diensten van een andere spoorwegonderneming; Infrastructuur 29 / 86

30 de installaties waarvoor de infrastructuurbeheerder een bezettingstoelating heeft gegeven; de sporen voorbehouden voor de technische diensten van de infrastructuurbeheerder, een spoorwegonderneming of elke andere onderneming Verbonden netten De Belgische spoorweginfrastructuur geeft toegang tot de spoorweginfrastructuren van de buurlanden, tot de havensporen, tot de terminals, tot de bundels alsook tot de verbindingen van de verladers en de spoorwegonderneming. De lijst van de grenspunten en de aangrenzende infrastructuurbeheerder wordt vermeld in lijst 33 deel III van het BVT (zie bijlage D.5). De details van de aangrenzende infrastructuurbeheerder staan in punt De toegang tot de terminals, de bundels en andere installaties wordt uitgelegd in punten 3.6, 3.7 en Andere informatie Bijkomende informatie kan worden ingewonnen bij de infrastructuurbeheerder (zie details punt 1.8.1). 3.3 Beschrijving van het net Geografische beschrijving Lijnen en sporen De kaarten van de Belgische spoorweginfrastructuur en (zie bijlage C.1) geven een overzicht van de verschillende lijnen. Lijst 3 van deel III van het BVT geeft een gedetailleerd overzicht van de enkelspoor- en de dubbelspoorbaanvakken en van de baanvakken met meerdere sporen (zie bijlage D.2) Spoorbreedte Alle sporen van de Belgische spoorweginfrastructuur zijn aangelegd met een standaardspoorbreedte van 1,435 m. De details betreffende de spoorbreedte zijn beschreven in UIC Leaflet 510 Wagons - Loopwerk - Normalisering en het VVESI 1.2 Sporen, kunstwerken en vrijeruimteprofiel Stations en knooppunten Lijst 13 van deel III van het BVT (zie bijlage D.3) bevat de lijst van de stations. Bijlage E.1 - Afstand tussen stations en knooppunten geeft de afstand tussen de stations en de knooppunten voor elke lijn of referentie. Aan de hand van schematische kaarten van de Belgische spoorweginfrastructuur en (zie bijlage C.1) kan men deze stations en knooppunten lokaliseren Karakteristieken Vrijeruimteprofiel Het vrijeruimteprofiel is de ruimte tussen het laadprofiel en de nominale omtrek. De begrippen met betrekking tot het vrijeruimteprofiel en het laadprofiel komen aan bod in het VVESI Sporen, kunstwerken en vrijeruimteprofiel. Bij overschrijding van het laadprofiel is er sprake van buitengewoon vervoer. Bijkomende informatie over buitengewone vervoeren is terug te vinden in: het VVESI Verkeer van buitengewone vervoeren ; Infrastructuur 30 / 86

31 het VVESI Buitengewone vervoeren en ladingen. De UIC-fiche 505 bevat de regels voor het vrijeruimteprofiel G1 voor wat betreft de hoge delen en de vrijeruimteprofielen GI1 en GI2 voor wat betreft de lage delen. De UIC-fiche 506 bevat de regels voor de vrijeruimteprofielen GA, GB, GC, GB1 en GB2 voor de hoge delen en het vrijeruimteprofiel GI3 voor de lage delen. Voor het intermodaal transport is de kaart van lijst 5 van deel III van het BVT van toepassing. Deze kaart geeft de codificatie van het gecombineerd vervoer dat toegelaten wordt op de Belgische spoorweginfrastructuur (zie bijlage C.3). Wat betreft de belasting, is het net toegankelijk voor lasten D Toegelaten last van de treinen Toegelaten lasten De spoorwegonderneming moet de volgende gegevens leveren aan de infrastructuurbeheerder: massa en lengte van het krachtvoertuig ; aantal drijfassen ; tractiecurve (kracht aan de haak volgens de snelheid) ; maximaal vermogen van het krachtvoertuig. De infrastructuurbeheerder houdt rekening met de karakteristieken van de infrastructuur op de geplande reisweg. Op basis van de kenmerken van het krachtvoertuig en de infrastructuur, voert de infrastructuurbeheerder een statische berekening uit waarmee hij de aanzetbelasting bepaalt en een simulatie van het dynamische gedrag van de trein waarmee hij de trekbelasting bepaalt. De aanzetbelasting is de maximale belasting waarbij een krachtvoertuig kan aanzetten; de adhesie (verhouding tussen de trekkracht en het gewicht vanaf hetwelke het krachtvoertuig gaat slippen) is de fundamentele parameter om deze te bepalen. De infrastructuurbeheerder bepaalt op basis van de gevraagde reisweg de kritieke helling volgens de steilte en de lengte. Aan de hand van de karakteristieken die verband houden met de adhesie van het krachtvoertuig (gewicht en aantal drijfassen) kan men de theoretische aanzetbelasting op de kritieke helling bepalen. De infrastructuurbeheerder bepaalt de aanzetbelasting met een veiligheidsmarge ten opzichte van de theoretische aanzetbelasting, rekening houdend met het voor de infrastructuurbeheerder aanvaarde pannerisico. De trekbelasting is de maximale belasting die een krachtvoertuig kan trekken bij een gegeven constante snelheid; naast de adhesie, is het vermogen de fundamentele parameter om deze te bepalen. De infrastructuurbeheerder bepaalt op de gevraagde reisweg de kritieke secties (volgens de hellingen, bochten, de configuratie van de seininrichting en de roosters). Hij simuleert het gedrag van de trein voor de verschillende belastingen en neemt als trekbelasting de hoogste belasting die de trein aankan voor het rijpad. Het respecteren van het rijpad wordt beoordeeld volgens de exploitatievoorwaarden (gespecialiseerde lijn of gemengd reizigers-goederen, dubbelspoor of enkelspoor,...). De infrastructuurbeheerder neemt als toegelaten belasting van de trein ofwel de aanzetbelasting ofwel de trekbelasting op basis van de exploitatiemogelijkheden. Infrastructuur 31 / 86

32 Last per strekkende meter De informatie met betrekking tot de last per strekkende meter staat in het VVESI Buitengewone vervoeren en ladingen Hellingen Zowel de hellingen als de hoogte van de stations en de knooppunten zijn aangeduid op de lengteprofielen. De bijzondere voorschriften die van toepassing zijn voor de hellingen van lijn 36 tussen Luik-Guillemins en Ans staan in het VVESI Exploitatievoorschriften voor de lijnen. De spoorwegondernemingen kunnen de lengteprofielen raadplegen via de Business Corner (Draw In) Snelheid Lijst 1 van deel III van het BVT (zie bijlage D.1) bevat de refertesnelheid van de lijnen. De door de seininrichting toegelaten snelheden worden in detail vermeld op de Schematische Seininrichtingsplannen. De spoorwegondernemingen kunnen de Schematische Seininrichtingsplannen raadplegen via de Business Corner (Draw In). De infrastructuurbeheerder kan striktere of minder strikte snelheden opleggen op basis van de exploitatiemogelijkheden of om technische redenen Maximale lengte van de trein De lengte van de reizigerstreinen is als volgt beperkt: getrokken stellen: 430 m of 16 voertuigen ; motorstellen: 12 rijtuigen ; hogesnelheidstreinen: 18 rijtuigen. De lengte van de goederentreinen is in principe beperkt tot 750 m, sleeplocomotief(ven) inbegrepen. Elke lengte die meer bedraagt dan 650 m moet in alle gevallen goedgekeurd worden door de infrastructuurbeheerder. De infrastructuurbeheerder kan minder of meer beperkende lengtes opleggen op basis van de exploitatiemogelijkheden of om technische redenen. De gedetailleerde regels zijn beschreven in het VVESI 4.1 Voorschriften voor treinen. De lengte van de perrons in de reizigersstations staat in lijst 15 van deel III van het BVT (zie bijlage D.6). De lengte van de kruis- en wijksporen staat in lijst 3 van deel III van het BVT (zie bijlage D.2) Stroomvoorziening Het systeem van de elektrische voeding is beschreven in het VVESI 2.1 Vaste installaties van de elektrische tractie. De meeste lijnen van de Belgische spoorweginfrastructuur zijn geëlektrificeerd met 3 kv gelijkspanning. Enkele lijnen zijn geëlektrificeerd met 25 kv 50 Hz. De lijn 24 is geëlektrificeerd met 15 kv tussen Montzen en de Duitse grens. De kaart 9700 (zie bijlage C.4) geeft een overzicht van de geëlektrificeerde lijnen en van de bovenleidingspanning. De details staan in lijst 1 van deel III van het BVT (zie bijlage D.1). Infrastructuur 32 / 86

33 De kaart van bijlage C.5 geeft de maximale stroomsterkte die beschikbaar is op elke lijn of lijnvak. Deze maximale waarde kan aangepast worden in het kader van een bijzonder akkoord rekening houdende met de specificiteit van het materieel en zijn rit op het netwerk. De infrastructuurbeheerder stelt de spoorwegonderneming installaties 3 kv ter beschikking voor de voorverwarming van de treinstellen. Deze dienst wordt uitgelegd in punt Systemen van verkeerscontrole en communicatiesystemen Seininrichtingssystemen Behalve indien anders vermeld op de kaart S104-0 (zie bijlage C.6) zijn alle lijnen van de Belgische spoorweginfrastructuur uitgerust met seinen langs het spoor. De verschillende seininrichtingssystemen zijn beschreven in het boek 3 van het VVESI Besturing en seingeving en het boek 6 Exploitatie en Verkeersleiding Boekdeel Seingeving. Lijst 1 van deel III van het BVT (zie bijlage D.1) vermeldt de bijzonderheden van de lijnen inzake seininrichting. De planning voor de uitrusting van het net met ETCS (European Train Control System) staat in bijlage C Systemen van verkeerscontrole Het verkeersleidingscentrum (Traffic Control) heeft als doel de treinen in real time op het volledige net te volgen en corrigerende maatregelen te nemen in geval van storingen. Het is uitgerust met hoogstaande technologische systemen (zoals bv. de grafische schermen die een volledig overzicht geven van alle treinlijnen en zich automatisch in real time aanpassen) alsook met de modernste communicatiemiddelen. De systemen van verkeerscontrole worden hernomen in de verschillende boeken van het VVESI Communicatiesystemen Het Belgische spoorwegnet is uitgerust met GSM for Railways (GSM-R). Het is een gestandaardiseerd, internationaal, digitaal radiocommunicatiesysteem binnen Europa met als doel de interoperabiliteit tussen de spoorwegnetten te vergroten, volgens de Europese richtlijnen 96/48/EG en 2001/16/EG. Infrastructuur 33 / 86

34 Het netwerk GSM-R moet gebruikt worden voor alle veiligheidscommunicaties tussen de treinbestuurder en Traffic Control. De beschikbaarheid van het GSM-R netwerk op de verschillende lijnen wordt vermeld op lijst 1 deel III van het BVT (bijlage D.1) Het ondersteunt de spraak- en datadiensten en biedt radio-ondersteuning voor het Europese seinstelsel ERTMS (European Rail Traffic Management System) / ETCS (European Train Control System), in eerste instantie op de hogesnelheidslijnen. Om toegang te krijgen tot het GSM-R netwerk van de infrastructuurbeheerder (voor mondelinge communicatie of digitale gegevens), moet het materieel uitgerust zijn met een cabineradio GSM-R gecertificeerd conform de nationale vereisten en een Infrabel SIM-kaart of een SIM-kaart van een andere infrastructuurbeheerder waarvan het GSM-R netwerk gekoppeld is aan het UIC GSM-R netwerk (momenteel: DB Netz, Prorail, RFF, SBB). De SIMkaart moet geconfigureerd zijn conform de EIRENE (European Integrated Railway Radio Enhanced Network) normen. Om een Infrabel SIM-kaart te verkrijgen, moet de spoorwegonderneming zich richten tot zijn account manager. Bij zijn aanvraag, dient de spoorwegonderneming te preciseren voor welk materieel de SIMkaart bestemd is. De Infrabel SIM-kaarten zijn gratis Hulpmiddelen bij het besturen en stuurpostseininrichtingsystemen De hulpmiddelen bij het besturen zijn beschreven in het VVESI 3.2 Hulp bij het besturen. Kaart S104-0 (zie bijlage C.6) geeft een overzicht van de locaties van de hulpmiddelen bij het besturen en van de stuurpostseininrichtingsystemen en lijst 1 van deel III van het BVT (zie bijlage D.1.1) geeft de details ervan. De bijlage van lijst 1 van deel III van het BVT (zie bijlage D.1.2) toont de lijnen, lijnvakken en knooppunten uitgerust met TBL 1+ en bijlage E.2 geeft een overzicht van de planning van TBL1+. Bijlage C.8 toont de stand van zaken van de implementatie van TBL Verkeer met beperkingen Gespecialiseerde infrastructuur De beperkingen die gelden voor het verkeer op bepaalde lijnen staan vermeld in VVESI 5.2 Exploitatievoorschriften voor de lijnen. De bijzondere voorschriften die van toepassing zijn op bepaalde lijnen en voor bepaalde voertuigen, staan vermeld in lijst 24 van deel III van het BVT (zie bijlage D.8). De lijn 166 van Y. Neffe tot Bertrix, de lijn 165 van Bertrix tot Aubange, de lijn 165/1 tussen Aubange en Rodange (LU) en de lijn 165/2 tussen Aubange et Mont-Saint-Martin (F) zijn gespecialiseerd voor goederenvervoer. Er is geen voorbestemde hoofdlijn. De lijnen met een nummer boven 200 worden industriële lijnen genoemd en worden gebruikt voor goederenverkeer Milieubeperkingen Bepaalde milieubeperkingen kunnen door de infrastructuurbeheerder worden opgelegd in het kader van het respecteren van de inhoud van bouwvergunningen, afgeleverd door de Gewesten. Deze beperkingen betreffen ofwel het rollend materieel ofwel de capaciteit (toegelaten verkeer, treincategorie, dag, nacht, weekend, ). Infrastructuur 34 / 86

35 De infrastructuurbeheerder mag in dit geval en in functie van de inhoud van deze bouwvergunningen capaciteit weigeren, op bepaalde momenten van de dag, zelfs indien de betreffende lijnen niet verzadigd verklaard zijn. Deze beperkingen betreffen vooral de hogesnelheidslijnen. Alle deze beperkingen met betrekking tot capaciteit kunnen verkregen worden bij de infrastructuurbeheerder Gevaarlijke goederen De voorschriften die gelden voor het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen staan in het het Koninklijk besluit van 28 juni 2009 betreffende het vervoer via de weg of per spoor van gevaarlijke stoffen, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen en in het Reglement betreffende het Internationaal spoorvervoer van gevaarlijke goederen (RID). Dit document vermeldt de gevaarlijke goederen waarvan het internationaal vervoer wordt uitgesloten en de gevaarlijke goederen waarvan het internationaal vervoer wordt gemachtigd alsook de voorwaarden opgelegd aan deze goederen. De maatregelen die genomen moeten worden in geval van een ongeval waarin een of meerdere RID wagon(s) is (zijn) betrokken, worden besproken in het VVESI 5.5 De maatregelen te nemen in geval van een ongeval, een hindernis of een noodgeval. Het vervoer van gevaarlijke goederen is verboden in de Noord-Zuidverbinding Antwerpen (lijn 25 tussen Antwerpen-Berchem en Antwerpen Luchtbal) en in de Noord-Zuidverbinding te Brussel (lijn 0 tussen Brussel-Zuid en Brussel-Noord) Tunnels met beperkingen De lijst van de tunnels op het net staat vermeld op kaart nr (zie bijlage C.4). De beperkingen die gelden voor het verkeer in de tunnels op bepaalde lijnen staan in het VVESI 5.2 Voorschriften voor de exploitatie van lijnen. De bijzondere voorschriften die gelden op bepaalde lijnen en voor bepaalde voertuigen staan in lijst 24 van deel III van het BVT (zie bijlage D.8) Bruggen met beperkingen De lijst van de mobiele bruggen op het net staat vermeld op kaart nr (zie bijlage C.4). De sluitingsuren van deze bruggen voor het treinverkeer zijn beschikbaar bij de infrastructuurbeheerder. De bijzondere voorschriften die gelden op bepaalde lijnen en voor bepaalde voertuigen staan in lijst 24 van deel III van het BVT (zie bijlage D.8). 3.5 Beschikbaarheid van de infrastructuur Een deel van de capaciteit is toegekend aan de infrastructuurbeheerder, voor het onderhoud, de vernieuwing en de verbetering van de spoorweginfrastructuur. Uitgebreide informatie over dit onderwerp vindt u in punt Terminals voor het reizigersverkeer Lijst 15 van deel III van het BVT (zie bijlage D.6) bevat de lijst van de stations die uitgerust zijn met reizigersperrons alsook de lengte van deze perrons. 3.7 Terminals voor het goederenverkeer De infrastructuurbeheerder beheert de intermodale goederenterminals niet. Deze behoren toe aan een spoorwegonderneming of aan derden die onafhankelijk zijn van de infrastructuurbeheerder. Infrastructuur 35 / 86

36 3.8 Dienstenfaciliteiten Bundels voor het vormen van de treinen Lijst 11 van deel III van het BVT (zie bijlage D.9) geeft de bundels van de stations die beschikbaar zijn voor het vormen van treinen. Ze geeft eveneens de openingstijden van de bundels, dit zijn de periodes wanneer men toegang heeft tot de bundel. De plaatselijke protocollen voor het gebruik van de infrastructuur vermelden de maximale lengte van de treinen die toegang krijgen tot een bundel. Deel 1 van de plaatselijke protocollen zijn raadpleegbaar in de Business Corner. De overige delen van de plaatselijke protocollen kunnen worden opgevraagd bij de I-N Area waartoe de installatie behoort. De adressen van de I-N Areas zijn vermeld in bijlage D.10 (Lijst 34 van Deel III van de BVT) en de kaart met de verschillende I-N Areas is terug te vinden in bijlage C.2. De toegang tot deze bundels wordt uitgelegd in hoofdstuk 4 (delen betreffende lokale capaciteit) Bundels voor het rangeren en het uitwijken van de treinen Lijst 11 van deel III van het BVT (zie bijlage D.9) geeft de bundels van de stations die beschikbaar zijn voor het rangeren alsook voor het uitwijken van rollend materieel. Ze geeft eveneens de openingstijden van de bundels, dit zijn de periodes wanneer men toegang heeft tot de bundel. De plaatselijke protocollen voor het gebruik van de infrastructuur vermelden de maximale lengte van de treinen die toegang krijgen tot een bundel. Deel 1 van de plaatselijke protocollen zijn raadpleegbaar in de Business Corner. De overige delen van de plaatselijke protocollen kunnen worden opgevraagd bij de I-N Area waartoe de installatie behoort. De adressen van de I-N Areas zijn vermeld in bijlage D.10 (Lijst 34 van Deel III van de BVT) en de kaart met de verschillende I-N Areas is terug te vinden in bijlage C.2. De toegang tot deze bundels wordt uitgelegd in hoofdstuk 4 (delen betreffende lokale capaciteit) Installaties voor onderhoud De infrastructuurbeheerder beschikt niet over installaties voor het onderhoud van het rollend materieel. De installaties voor het onderhoud van het rollend materieel die toegankelijk zijn via de Belgische spoorweginfrastructuur behoren toe aan een spoorwegonderneming of aan derden die onafhankelijk zijn van de infrastructuurbeheerder Tankvoorzieningen Meer informatie over de tankvoorzieningen voor de dieselvoertuigen die toegankelijk zijn op de Belgische spoorinfrastructuur is terug te vinden in punt Infrastructuur 36 / 86

37 3.8.5 Technische uitrusting van de installaties De infrastructuurbeheerder beschikt in bepaalde van zijn installaties over technische uitrustingen, met name voor het leveren van elektriciteit, water en perslucht. De lijst van die installaties en van hun locatie is vermeld in bijlage F.1. Een spoorwegonderneming mag die installaties enkel gebruiken indien de gebruiksovereenkomst en het plaatselijke protocol dit voorzien. 3.9 Ontwikkeling van de infrastructuur De infrastructuurbeheerder moderniseert voortdurend haar infrastructuur. De huidige en toekomstige projecten omvatten het GEN-project, dat het toenemende verkeer van en naar Brussel moet opvangen, projecten met als einddoel de intermodaliteit zee-spoor in de belangrijkste havens te bevorderen, Deze verschillende projecten staan op de website De infrastructuurbeheerder informeert haar klanten over de verschillende types infrastructuurwerken voor de 20 ste van de maand voorafgaand aan de maand tijdens dewelke de werken plaatsvinden, behalve in het geval van overmacht, via de rubriek Work In van de Business Corner (zie punten 1.3 en 4.5.1). Infrastructuur 37 / 86

38 4.1 Inleiding 4. TOEWIJZING VAN DE CAPACITEIT De spoorwegonderneming die in het bezit is van een spoorwegvergunning en de procedure heeft opgestart voor het verkrijgen van een veiligheidscertificaat, kan capaciteit bij de infrastructuurbeheerder aanvragen. Deze capaciteit kan betrekking hebben op een rijpad (dienst ) of een lokale capaciteit (dienst ). De spoorwegondernemingen moeten deze twee diensten zelf combineren en aparte aanvragen indienen voor elke dienst. Voor een overzicht en meer uitleg over de andere diensten die door de infrastructuurbeheerder ter beschikking worden gesteld aan de klanten ( ), wordt verwezen naar hoofdstuk 5. De voorwaarden die van toepassing zijn op de goederencorridors, vermeld onder 1.9, en de toewijzing van rijpaden aan de kandidaten beschreven zoals in de Verordening 913/2010, worden verduidelijkt in Book 4 van het Corridor Information Document van elke goederencorridor. De procedure voor het toewijzen van capaciteit wordt in dit vierde hoofdstuk beschreven. 4.2 Beschrijving van de procedure Kandidaten De te vervullen vereisten om toegang te verkrijgen tot de Belgische spoorweginfrastructuur en de houders van een toegangsrecht zijn beschreven in punten en (zie supra) Betrokken organismen De contactgegevens van de betrokken organismen zijn terug te vinden onder punt De infrastructuurbeheerder De infrastructuurbeheerder is het organisme dat verantwoordelijk is voor het toewijzen van capaciteit binnen de eigen spoorweginfrastructuur. Toewijzing van de capaciteiten 38 / 86

39 Alle capaciteitsaanvragen moeten aan dit organisme worden overgemaakt, met uitzondering van de tevoren geregelde rijpaden en de reservecapaciteit (zie punt ). In geval van concurrentiële capaciteitsaanvragen stelt de infrastructuurbeheerder een coördinatieprocedure in zoals beschreven onder punt Corridor One-Stop-Shop Voor de tevoren geregelde rijpaden en de reservecapaciteit op de goederencorridors volgens Verordening 913/2010, wordt de beslissing over de toewijzing genomen door de betrokken C-OSS (zie punt 1.8.6). Deze capaciteit op de goederencorridors kan door een aanvrager, waarvan de definitie staat in de Verordening 913/2010, worden aangevraagd. De voorwaarden die van toepassing zijn op de goederencorridor, vermeld onder punt 1.9, zijn beschreven in Book 4 van het Corridor Information Document van elke goederencorridor Het toezichthoudende orgaan de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en de Exploitatie van de Luchthaven Brussel-Nationaal De wet van 4 december 2006 betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur bepaalt in de artikelen 62 tot 66 de opdrachten en de bevoegdheden van het toezichthoudende orgaan. Koninklijk besluit van 4 december 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 2004 tot oprichting van de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en de Exploitatie van de Luchthaven Brussel- Nationaal en tot vaststelling van zijn samenstelling en het statuut dat van toepassing is op zijn leden, gewijzigd door het KB van 1 februari 2006 schrijft in het artikel 2 bis voor dat deze dienst het toezichthoudende orgaan is Geschillen inzake toewijzing infrastructuurcapaciteit Op verzoek van een kandidaat of de infrastructuurbeheerder neemt de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en van de Exploitatie van de Luchthaven Brussel-Nationaal (coördinaten zie punt 1.8.2) binnen de tien werkdagen een beslissing over elk geschil inzake de toewijzing van de spoorweginfrastructuurcapaciteit (art. 62, 4 van de wet van 4 december 2006). De te respecteren procedure in het kader van de regels betreffende het administratief afhandelen van geschillen inzake de toewijzing van de spoorweginfrastructuurcapaciteit is beschreven in het KB van 21 maart 2007 ( art. 2 t.e.m. art. 5) Klachten Schriftelijke klachten kunnen bij het toezichthoudende orgaan worden ingediend door middel van.aangetekende zendingen vanwege spoorwegondernemingen, kandidaten en de infrastructuurbeheerder wanneer zij denken het slachtoffer te zijn van oneerlijke behandeling, discriminatie of van elk ander nadeel met betrekking tot de toewijzingsprocedure voor infrastructuurcapaciteit en haar resultaten (art. 62, 5 van de wet van 4 december 2006) Bepaling in hoofdzaak van het reizigersvervoer in het geval van «cabotage» Het toezichthoudend orgaan bepaalt, naar aanleiding van een verzoek van de minister, de minister die een in een openbaredienstcontract omschreven passagiersvervoerdienst per spoor heeft gegund of de belanghebbende spoorwegondernemingen, of een passagiersvervoerdienst in hoofdzaak bedoeld is om passagiers tussen stations in verschillende lidstaten te vervoeren. (artikel 62 3 van de wet voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur en artikel 10 de l AR du 19 mai 2009). Toewijzing van de capaciteiten 39 / 86

40 4.2.3 Algemene beschrijving van de procedure voor de rijpaden De principes die hieronder worden beschreven, zijn van toepassing voor de rijpadaanvragen zowel binnen als buiten de procedure van de uitwerking van de dienstregeling. De procedure voor de van tevoren geregelde rijpaden en de reservecapaciteit op de goederencorridors is terug te vinden in Book 4 van het Corridor Information Document van de betreffende goederencorridor Indiening van de rijpadaanvraag Elke rijpadaanvraag kan betrekking hebben op een van de volgende categorieën: goederentreinen (waaronder buitengewoon vervoer); losse ritten van goederentreinen; reizigerstreinen (waaronder ritten met historisch materieel); losse ritten van reizigerstreinen; technische treinen behalve deze gevraagd door Infrabel (transfers van leeg rollend materieel, homologatieritten en testritten van rollend materieel). Het indienen van een rijpadaanvraag voor bovengenoemde categorieën moet volgens onderstaande regels gebeuren: Voor de lange termijn: verplicht via de applicatie Book In of Path Coordination System, behalve als die niet beschikbaar zijn. In dat geval moeten de capaciteitsformulieren gebruikt worden (zie bijlagen B1.1, B1.2, B1.3 en B1.4). Voor de van tevoren geregelde rijpaden en de reservecapaciteit (goederencorridors) mag enkel de toepassing Path Coordination System gebruikt worden. Voor de korte termijn en real-time: verplicht via de applicatie Book In, behalve als die niet beschikbaar is. In dat geval moeten de capaciteitsformulieren gebruikt worden (zie bijlagen B1.1, B1.2, B1.3 en B1.4). Elk rijpad dat via een andere weg wordt ingediend (telefoon, zonder formulier van aanvraag, ) zal worden geweigerd door de infrastructuurbeheerder. De applicatie Book In is beschikbaar op de Business Corner van Infrabel. De spoorwegondernemingen kunnen via hun account manager toegang krijgen tot deze applicatie. De toepassing Path Coordination System is beschikbaar op de website van RailNetEurope. Om er gebruik van te maken, moeten de toegangscodes gevraagd worden aan RailNetEurope ( Een rijpadaanvraag die wegens onbeschikbaarheid van de applicaties Book In of PCS wordt ingediend, op basis van een capaciteitsformulier, zoals voorzien in bijlage B, wordt schriftelijk, per fax of overgemaakt aan het bevoegd bureau (zie punt 1.8.1). De datum van een aanvraag is gelijk aan de datum van ontvangst van de aanvraag door de infrastructuurbeheerder. De infrastructuurbeheerder onderzoekt de ontvankelijkheid van de aanvraag en maakt de technische studie. Toewijzing van de capaciteiten 40 / 86

41 Voor de opmaak van de jaardienstregeling (zie punten en ) en voor aanpassingen aan de lopende dienstregeling (zie punt ) dienen de voorziene ontvangsttermijnen worden gerespecteerd. Capaciteitsaanvragen die buiten de voorziene ontvangstperiodes worden ingediend (zie punten en ) zullen niet behandeld worden door het betrokken bureau. Elke spoorwegonderneming die een rijpad aanvraagt voor een goederentrein bij het vertrek vanuit of de aankomst in een installatie, die niet het vertrekpunt of de bestemming van de wagons is, dient bepaalde bijkomende informatie te leveren. Daartoe dient ze in de applicatie Book In, de toepassing Path Coordination System of op het capaciteitsaanvraagformulier de volgende gegevens te vermelden: de oorsprong en/of de bestemming van de wagons zelfs als deze zich voordoet/voordoen in partnerschap met een andere operator; de voorziene duur van verblijf in deze installatie; de naam van de andere spoorwegonderneming die het vervoer zou verzekeren bij het vertrek of bij de aankomst van de trein; Wanneer een aanvrager voornemens is infrastructuurcapaciteit aan te vragen met het oog op het exploiteren van een internationale passagiersvervoersdienst met halten die vervoerdiensten tussen twee in België gelegen stations mogelijk maken, stelt hij de infrastructuurbeheerder en het toezichthoudende orgaan daarvan in kennis. Om de beoordeling mogelijk te maken van het doel van een internationale passagiersvervoerdienst, zorgt het toezichthoudende orgaan ervoor dat de minister (zie punt 1.8.2), alsook de minister die een in een openbaredienstcontract omschreven passagiersvervoerdienst per spoor heeft gegund en elke spoorwegonderneming die het openbaredienstcontract uitvoert op het traject van deze internationale passagiersvervoerdienst, op de hoogte worden gebracht Toewijzing van de rijpaden De infrastructuurbeheerder kent het gevraagde rijpad toe indien het beschikbaar is en zoniet stelt hij een variant voor. In voorkomend geval wordt het dossier beschouwd als één en dezelfde aanvraag. De coördinatieprocedure wordt uitgelegd in punt De infrastructuurbeheerder deelt de capaciteitstoewijzingen mee via Book In, Path Coordination System, bij gewoon schrijven, per fax of . In geval van een mededeling per brief is de dag van kennisgeving de datum van deze brief. In de twee laatste gevallen is de dag van kennisgeving de datum van het verzenden van de fax of de . Voor de goederencorridors deelt de C-OSS de toewijzing mee via PCS. De infrastructuurbeheerder wijst de rijpaden toe voor een maximale duur die overeenstemt met een enkele dienstregelingperiode. De kandidaten die capaciteit vragen voor een termijn die langer is dan een dienstregelingperiode moeten met de infrastructuurbeheerder een kaderovereenkomst sluiten (zie punt 2.3.1). Meer informatie betreffende het opstellen en het publiceren van de dienstregelingen is te vinden in bijlage B.4. Toewijzing van de capaciteiten 41 / 86

42 De nummering van de treinen wordt uitgelegd in bijlage D.11 (Lijst 35 van Deel III van de BVT). De treinnummers kunnen worden aangevuld met ontdubbelingstekens (/1, /2, ) voor puur operationele redenen. Om een rijpad voor goederenvervoer toe te kennen op korte termijn of in real time voor relaties België- Duitsland/Duitsland-België en verder (beide richtingen, zie pagina 9 van bijlage D.11), dient de capaciteitsaanvraag vervolledigd te worden met een treinnummer dat door de spoorwegonderneming moet aangevraagd worden bij de infrastructuurbeheerder DB Netz. De contactgegevens staan onder punt van de huidige Netverklaring. Elke andere werkwijze zal door de infrastructuurbeheerder worden geweigerd Wijziging van de rijpadaanvraag Iedere aanvraag tot wijziging van een rijpadaanvraag moet worden ingediend volgens de modaliteiten bepaald in rubriek Iedere aanvraag tot wijziging van een aanvraag in verwerking of een reeds verwerkte aanvraag wordt beschouwd als een nieuwe aanvraag Schorsing of intrekking van de rijpaden De infrastructuurbeheerder heeft het recht om het toegekende rijpad te schorsen of in te trekken, bij hoogdringendheid of in geval van absolute noodzaak wegens storingen die de spoorweginfrastructuur tijdelijk onbruikbaar maken en dit voor de duur nodig om de installatie opnieuw in werking te stellen (artikel 44 van de wet van 4 december 2006). De infrastructuurbeheerder brengt de houder van het rijpad daarvan op de hoogte via gewoon schrijven, per fax of Annulatie van de rijpaden Elke houder van rijpaden kan afzien van het gebruik van de volledige of van een gedeelte van de toegekende rijpaden. Hij oefent dit recht uit onder de voorwaarden vermeld in punt Iedere aanvraag tot een volledige of gedeeltelijke annulatie van rijpadcapaciteit moet worden ingediend volgens de modaliteiten bepaald in rubriek De capaciteit die vrijkomt na volledige of gedeeltelijke annulatie van het rijpad wordt opnieuw als beschikbaar beschouwd. De infrastructuurbeheerder kan aldus aan elke kandidaat het recht toekennen om gebruik te maken van deze beschikbaar geworden capaciteit voor zover die kandidaat voldoet aan het geheel van voorwaarden die aan dit gebruik voorafgaan. Toewijzing van de capaciteiten 42 / 86

43 4.2.4 Algemene beschrijving van de procedure voor de lokale capaciteit Indiening van de aanvragen voor lokale capaciteit Algemene principes De infrastructuurbeheerder biedt de spoorwegonderneming de mogelijkheid om lokale capaciteit te reserveren in de stationsbundels. Daartoe stelt de infrastructuurbeheerder aan de spoorwegonderneming de reserveringstool Shunt In ter beschikking in de Business Corner. Om toegang te krijgen tot de applicatie, dient de spoorwegonderneming contact op te nemen met zijn account manager. Bijlage F.1 toont het geheel van de sporen van de infrastructuurbeheerder. Hierin worden de lokale capaciteit die gereserveerd kunnen worden in twee categorieën onderverdeeld: sporen die op lange termijn / korte termijn / in real time gereserveerd kunnen worden onder de status RRR (RangeerRecht Reserveerbaar); sporen die enkel in real time gereserveerd kunnen worden onder de status RRNR (RangeerRecht Niet Reserveerbaar). Op het Belgische spoornet zijn er drie types van bundels: onbeseinde bundels: elke bundel waarvan de sporen worden beheerd door de spoorwegonderneming en waarvan de toegang eveneens onder haar bevoegdheid valt (de ingang tot de bundel kan evenwel bediend worden door de infrastructuurbeheerder); beseinde bundels: elke bundel waarvan de sporen alsook de toegang worden beheerd door de infrastructuurbeheerder; de bundels «installatie met overgedragen bediening»: elke bundel waarvan de ingang en de toekenning van de capaciteit beheerd worden door de infrastructuurbeheerder maar de toegang wordt bediend door de bevoegde spoorwegonderneming. Volgens het bundeltype en de reserveringswijze, zijn er principes vastgelegd in onderstaande tabel: Reservatie op lange termijn (RLT) - Volle capaciteit - Jaar X-1 Beseinde bundels Bundels «Installatie met overgedragen bediening» Onbeseinde bundels - De spoorwegonderneming voert de reservaties in, in de reserveringstool Shunt In LT. - De infrastructuurbeheerder (Bureaus Organisatie van het Treinverkeer - BOT, details zie punt 1.8.1) beheert de lokale planning van de sporen alsook de beschikbaarheid van een spoor, rekening houdend met de operationele noodwendigheden van de spoorinfrastructuur. Hierbij verwerkt ze prioritaire reservaties op de sporen waar infrastructuuronderhoudswerkzaamheden noodzakelijk zijn. - De infrastructuurbeheerder (bureau I-TN.514, in samenwerking met de I-N Areas, details zie punt 1.8.1) behandelt de concurrerende aanvragen en lost ze op. Reservatie op korte termijn (RKT) - - De spoorwegonderneming voert de reservaties in, in de reserveringstool Shunt In KT. - De infrastructuurbeheerder (Bureau Organisatie van het Treinverkeer - BOT, details Toewijzing van de capaciteiten 43 / 86

44 Restcapaciteit - Jaar X zie punt 1.8.1) beheert de lokale planning van de sporen alsook de beschikbaarheid van een spoor, rekening houdend met de operationele noodwendigheden van de spoorinfrastructuur. Hierbij verwerkt ze prioritaire reservaties op de sporen waar infrastructuuronderhoudswerkzaamheden noodzakelijk zijn. - Er is geen aanleiding tot het beheer van concurrerende aanvragen omdat er geen conflicten mogelijk zijn tussen de spoorwegondernemingen in de Korte Termijn (Principe FIFS First In First Served). Reservatie in real time (RRT) - Restcapaciteit - Jaar X - De infrastructuurbeheerder (de seinpost) voert de reservaties in, in de reserveringstool Shunt In RT. - De infrastructuurbeheerder (de seinpost) kent de capaciteit in real time toe. - Er is geen aanleiding tot het beheer van concurrerende aanvragen omdat er geen conflicten mogelijk zijn in real time (Principe FIFS First In First Served). - Indien geen enkele reservatie vooraf in Shunt In voor de voorziene operaties werd ingevoerd in lange of korte termijn, heeft de spoorwegonderneming de verplichting om de parkeertijd of de duur van zijn rangeringen aan de bediende van de seinpost mee te delen. - De spoorwegonderneming voert de reservaties in in de reserveringstool Shunt In RT. - Er is geen aanleiding tot het beheer van concurrerende aanvragen omdat er geen conflicten mogelijk zijn in real time (Principe FIFS First In First Served). Meer informatie over de installaties met overgedragen bediening staat in de lijst 6 van deel III van de BVT. De lokale capaciteitsreservaties zijn anoniem zichtbaar voor alle spoorwegonderneming waardoor de infrastructuurbeheerder de vertrouwelijkheid van de gegevens kan garanderen Bijzonder geval voor aanverwante spoorwegondernemingen in verband met de lokale capaciteit Een aanverwante spoorwegonderneming (ASO) is elke vereniging, maatschappij of rechtspersoon gerechtigd om rijpaden aan te vragen voor verkeer van materieel op het net met als doel: homologatie - certificatie of toeristische ritten. Volgende principes zijn van toepassing voor ASO: Reservatie op lange termijn (RLT) - Reservatie op korte termijn (RKT) Beseinde bundels Bundels «Installatie met overgedragen bediening» Onbeseinde bundels Om een aanvraag voor lokale capaciteit op lange termijn of op korte termijn te verrichten, moet de aanverwante spoorwegonderneming het formulier gebruiken van bijlage B.1.5. Het formulier moet verzonden worden naar de infrastructuurbeheerder (het bevoegde BOT), in functie van de gekozen installatie waar de reservatie gewenst is. De lijst van de verschillende functionele mailboxen van de BOT wordt vermeld in punt Toewijzing van de capaciteiten 44 / 86

45 Reservatie in real time (RRT) Om een aanvraag voor lokale capaciteit in real time te verrichten, moet de aanverwante spoorwegonderneming zich rechtstreeks naar de seinpost van de betrokken installatie richten Toewijzing van lokale capaciteit De reservatie van een lokale capaciteit in een installatie geeft geen aanleiding tot een absolute verplichting van de infrastructuurbeheerder om toegang te verlenen tot het spoor van die installatie of rangeringen van en naar dat spoor toe te laten. Elke spoorwegonderneming die materieel plaatst op een welbepaald spoor is hiervoor verantwoordelijk tot het materieel verwijderd wordt. Elk ander akkoord moet formeel worden meegedeeld aan de infrastructuurbeheerder. Elke spoorwegonderneming dient een reservatie te plaatsen in de tool Shunt In vanaf het moment dat ze het spoor voor langer dan of de exacte duur van 31 minuten bezet. Indien vooraf geen korte of lange termijn reservatie in Shunt In werd ingevoerd voor de voorziene bewerkingen, heeft de spoorwegonderneming de verplichting om de parkeertijd of de duur van zijn rangeringen aan de bediende van de seinpost mee te delen. Bij gebrek hieraan registreert de bediende op de seinpost standaard een reservatie van 2 uur. Deze reservatie wordt pas geannuleerd indien gelijktijdig aan volgende twee voorwaarden wordt voldaan: De spoorwegonderneming, voor wie de reservatie van standaard 2 uur werd aangemaakt, heeft het spoor volledig verlaten voor het verlopen van de termijn; Een andere spoorwegonderneming wenst het betrokken spoor te bezetten tijdens het interval van deze 2 uur. Elke aanvulling op deze standaardreservatie zal worden aangemaakt met de rechtvaardiging geen toestemming als de spoorwegonderneming het nog steeds nalaat om de bediende op de seinpost in te lichten van de duur van zijn bewerkingen of parkeertijd. Tijdens controle in onbeseinde bundels zal de infrastructuurbeheerder reservaties aanmaken met rechtvaardiging geen toestemming indien zij vaststelt dat een bezetting niet samenvalt met een vooraf ingevoerde reservatie. Elke plaatsing van materieel door een hulponderneming op een bundelspoor zal resulteren in de aanmaak van een reservatie ten laste van de spoorwegonderneming waarvan ze afhankelijk is. De contactgegevens van de seinposten zijn terug te vinden in de plaatselijke protocollen voor het gebruik van de infrastructuur. Meer informatie omtrent specifieke gevallen van concurrerende aanvragen worden in detail besproken onder punt van deze netverklaring Wijziging van lokale capaciteit Elke aanvraag van wijziging van lokale capaciteit is mogelijk onder de voorwaarden vermeld in punt Toewijzing van de capaciteiten 45 / 86

46 Schorsing of intrekking van de lokale capaciteit De infrastructuurbeheerder kan op elk ogenblik een lokale capaciteit annuleren of wijzigen die voordien was toegekend wanneer: er zich een capaciteitsprobleem voordoet in de betrokken installatie die kan uitmonden in een blokkering van de bundel; een toegekende capaciteit in LT of KT zelden of nooit werd gebruikt; een spoor onbeschikbaar moet gesteld worden vanwege operationele noodwendigheden, met name het onderhoud van de spoorinfrastructuur Annulatie van lokale capaciteit Elke houder van lokale capaciteit kan het gebruik van de volledige of van een gedeelte van de toegekende lokale capaciteit annuleren. Hij oefent dit recht uit onder de voorwaarden vermeld in punt Het annuleren van de lokale capaciteiten moet in Shunt In worden ingevoerd: door de spoorwegonderneming in lange termijn en korte termijn voor de beseinde, onbeseinde en IOB-bundels; door de spoorwegonderneming in real time voor de onbeseinde bundels; door de infrastructuurbeheerder zelf: - op verzoek van een spoorwegonderneming gedurende de fase van de behandeling van de concurrerende aanvragen (zie punt ). In punt zijn de contactgegevens terug te vinden van het betrokken bureau voor het annuleren van lokale capaciteit; - op verzoek van een spoorwegonderneming in real time voor de beseinde en IOBbundels. In dit opzicht, vestigt de infrastructuurbeheerder de aandacht op het feit dat de gegevens van de seinposten opgenomen zijn in de lokale verslagen over het gebruik van de infrastructuur. De lokale capaciteit waarvan wordt afgezien, wordt beschouwd als opnieuw beschikbaar. De infrastructuurbeheerder kan aan elke spoorwegonderneming het recht toekennen om gebruik te maken van de beschikbaar geworden lokale capaciteit, voor zover die kandidaat voldoet aan het geheel van voorwaarden die aan dit gebruik voorafgaan. Toewijzing van de capaciteiten 46 / 86

47 4.3 Kalender voor de aanvragen van capaciteit en toewijzingsprocedure Planning voor het opstellen van de dienstregeling Rijpaden De wettelijke voorschriften De opgelegde termijnen voor de capaciteitsverdeling kunnen geraadpleegd worden in artikels 28 tot 45 van de wet van 4 december 2006 betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur en in bijlage III van dezelfde wet. Deze wet bepaalt dat de dienstregeling van kracht wordt op de tweede zaterdag van december om middernacht. Om de wettelijke voorschriften van de wet van 4 december 2006, die richtlijn 2001/14 omzet, te vertalen en aan te vullen, legt RailNetEurope jaarlijks een precieze planning vast voor elke voorbereidende fase van de dienstregeling De jaarlijkse planning opgelegd door RailNetEurope Voor het opstellen van de jaardienstregeling voor 2014, legt RailNetEurope de volgende richtdata en periodes op: Feasibility studies Uiterste datum voor het indienen van aanvragen voor een haalbaarheidsstudie Uiterste datum voor het antwoorden op aanvragen voor een haalbaarheidsstudie 21 januari maart 2013 Initial path requests Finalisering van de rijpad catalogi 14 januari 2013 Indienen van de capaciteitsaanvragen (*) Van 16 december 2012 tot 8 april 2013 Opstellen van het ontwerp van dienstregeling Van 9 april 2013 tot 1 juli 2013 Technical meeting Van 17 juni 2013 tot 20 juni 2013 Publicatie van het ontwerp van internationale dienstregeling Vaststellingen en commentaar van de spoorwegonderneming Uiterste datum om een definitief antwoord te leveren aan de klanten 1 juli 2013 Van 2 juli 2013 tot 2 augustus augustus 2013 Toewijzing van de capaciteiten 47 / 86

48 Start of validity Begin van de geldigheid van de dienstregeling december 2013 om 00u01 (*) Indien de tweede maandag van april op Paasmaandag valt, wordt de richtdatum een werkdag uitgesteld. Het bureau dat bevoegd is om dit type van aanvragen te behandelen, is het bureau I-TN.511. De aanvragen die uitzonderlijk gedaan zijn via de documenten in de laatste alinea van punt , moeten doorgegeven worden aan dit bureau via de contactgegevens vermeld in punt De capaciteitsaanvragen ingediend bij de C-OSS van de goederencorridors in het kader van het opmaken van de jaarlijkse dienstregeling volgen in grote lijnen dezelfde principes als de planning van RNE. Voor meer informatie, zie Corridor Information Document (punt 1.9) Lokale capaciteit Vanaf de tweede maandag van april is de applicatie Shunt In LT opengesteld en kan de spoorwegonderneming starten met het registreren van reservatieaanvragen. Dit kan op twee manieren: ofwel kiest de spoorwegonderneming voor de verlenging van haar langetermijnreservaties van de lopende dienstregeling naar de volgende dienstregeling via de tab «verlengingen». In dat geval stuurt de infrastructuurbeheerder aan de spoorwegonderneming een rapport met de al dan niet verlengde reservaties; ofwel kan de spoorwegonderneming nieuwe reservaties boeken tot de laatste werkdag van augustus. Dit is de dag waarop de tool Shunt In LT wordt afgesloten. In de openingsperiode van Shunt In LT is het mogelijk dat concurrerende aanvragen opduiken. Om ze op te lossen, wordt nadat de tool Shunt In LT werd afgesloten, vanaf de eerste werkdag van september, een verwerkingsfase van de concurrerende aanvragen geopend. De infrastructuurbeheerder (het bureau I-TN.514 en lokale BOT, details zie punt 1.8.1) in samenwerking met de spoorwegonderneming staat in voor het oplossen van de concurrerende aanvragen. De infrastructuurbeheerder informeert vervolgens de spoorwegonderneming dat de fasen van de conflictenbehandeling en de lokale planning van de sporen afgesloten zijn en stuurt de spoorwegonderneming het overzichtsrapport van de resulterende LT-reservaties Planning voor de aanvragen van capaciteit buiten de procedure voor het opstellen van de dienstregeling Rijpaden Aanvraag buiten termijn voor de volgende dienstregeling De aanvragen die binnen de vooropgestelde termijnen zijn ingediend, hebben voorrang op de aanvragen die buiten die termijnen werden ingediend, met andere woorden na de tweede maandag van april. Bij tegenstrijdigheid tussen een aanvraag ingediend buiten de termijnen en een aanvraag binnen de termijnen, stelt de infrastructuurbeheerder verschillende capaciteiten voor aanvragen die buiten de termijnen werden ingediend. Toewijzing van de capaciteiten 48 / 86

49 Late path requests 1e dag voor het indienen van de «late path requests» 1e dag om te antwoorden op de «late path requests» Laatste dag voor het indienen van de «late path requests» Laatste dag om te antwoorden op de «late path requests» 9 april augustus oktober november 2013 Ad-Hoc path requests Eerste dag voor "Ad Hoc"-aanvragen 15 oktober 2013 Het bureau dat bevoegd is om dit type van aanvragen te behandelen is het bureau I-TN.511. De aanvragen die uitzonderlijk gedaan zijn via de documenten (bijlage B, zie punt ) moeten doorgegeven worden aan dit bureau volgens de details die vermeld zijn in punt De rijpadaanvragen die door de infrastructuurbeheerder ontvangen worden minder dan 10 werkdagen vóór de wijziging van de dienstregeling worden conform de procedure in punt behandeld alsof het gaat om een in de lopende dienstregeling te programmeren capaciteitsaanvraag In de lopende dienstregeling te programmeren rijpadaanvragen Aanpassing van de dienstregeling op lange termijn Tijdens zijn geldigheidsperiode is de dienstregeling onderhevig aan wijzigingen, die ingaan op welbepaalde data. Die wijzigingen worden aangeduid als tussentijdse wijzigingen. De lijst met de data van de tussentijdse wijzigingen kan geraadpleegd worden bij de infrastructuurbeheerder (bureau I- TN.511, contactgegevens zie punt 1.8.1). Deze data worden vastgelegd bij gemeenschappelijk akkoord tussen de verschillende infrastructuurbeheerder en de spoorwegondernemingen tijdens de vergaderingen van RNE en FTE (Forum Train Europe). Ze worden ook gepubliceerd op de websites en Het bureau dat bevoegd is om dit type van aanvragen te behandelen is het bureau I-TN.511. De aanvragen die uitzonderlijk gedaan zijn via de documenten (bijlage B, zie punt ) moeten doorgegeven worden aan dit bureau via de contactgegevens die vermeld zijn in punt Aanpassing van de dienstregeling op korte termijn De spoorwegondernemingen kunnen eveneens aanpassingen van de treindienst vragen waarbij wordt afgeweken van de voorziene data inzake tussentijdse wijzigingen. In principe heeft dit betrekking op aanpassingen die een beperkte impact hebben op de rijpaden en op de organisatie in de stations. Het kan hier gaan over het inleggen of het afschaffen van een trein gedurende één of meerdere dagen of over het wijzigen van een voorziene trein in afwachting van de Toewijzing van de capaciteiten 49 / 86

50 definitieve wijziging naar aanleiding van een tussentijdse wijziging. De aanpassingen op korte termijn worden elektronisch gepubliceerd via een bulletin. Het bulletin bevat gegevens die betrekking hebben op de dienstregelingen van de treinen en losse ritten, alle andere informatie van de infrastructuurbeheerder alsook die informatie gevraagd door de kandidaat die nuttig is voor het rijden van de betrokken treinen. De ontvangst van de capaciteitsaanvraag door de infrastructuurbeheerder vindt plaats ten laatste om 10u de tweede werkdag vóór de aanvangsdatum waarop het bulletin van toepassing wordt en het bureau dat verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag publiceert het organisatiebulletin ten laatste om 12u de werkdag vóór de aanvangsdatum waarop het bulletin van toepassing wordt. Er bestaan twee uitzonderingen op dit principe: in geval van buitengewoon vervoer met beperkingen, moet de rijpadaanvraag ontvangen worden door de IB ten laatste om 10 uur op de zesde werkdag vóór de aanvangsdatum waarop het bulletin van toepassing wordt en wordt het organisatiebulletin gepubliceerd ten laatste om 12 uur op de tweede werkdag vóór de aanvangsdatum waarop het bulletin van toepassing wordt. in geval van aanpassingen ten gevolge feestdagen in België en in het buitenland, moet de rijpadaanvraag ontvangen worden door de infrastructuurbeheerder ten laatste om 10 uur op de vierde werkdag vóór de aanvangsdatum waarop het bulletin van toepassing wordt. Het organisatiebulletin wordt gepubliceerd ten laatste om 12 uur op de eerste werkdag vóór de aanvangsdatum waarop het van toepassing wordt. De aanvangsdatum waarop het bulletin van toepassing wordt, is de datum van het eerste rijpad waarop het bulletin betrekking heeft. Type van de aanvraag Betrokken bureau Termijn voor de ontvangst van de rijpadaanvraag (werkdagen) Publicatie van het organisatiebulletin (werkdagen) Buitengewoon vervoer met beperking Gewoon vervoer en buitengewoon vervoer zonder beperking, met uitzondering van de werken op een aangrenzend net met gevolgen voor de dienstregelingen Aanpassingen ten gevolge Belgische feestdagen en feestdagen in het buitenland Werken op een aangrenzend net die een weerslag hebben op de dienstregeling voor reizigers I-TN.513 Tot D-6 om 10u Ten laatste D-2 om 12u I-TN.513 Tot D-2 om 10u Ten laatste D-1 om 12u I-TN 513 Tot D-4 om 10u Ten laatste D-1 om 12u I-TN.52 Tot D-2 om 10u Ten laatste D-1 om 12u Toewijzing van de capaciteiten 50 / 86

51 De aanvragen die uitzonderlijk zijn gedaan via de documenten (bijlage B, zie punt ) moeten doorgegeven worden aan de bureaus die bevoegd zijn via de contactgegevens vermeld in punt Aanpassingen aan de dienstregeling in real time De spoorwegondernemingen kunnen aanpassingen van de treindienst vragen buiten de voorgeschreven termijnen voor de aanpassingen op korte termijn en de infrastructuurbeheerder past de voorziene treindienst aan, d.w.z. de dienstregeling met zijn aanpassingen op lange en op korte termijn, om exploitatieredenen. In principe betreft het hier aanpassingen van de voorziene treindienst als gevolg van dringende vragen, om uitzonderlijke vervoeren te verwezenlijken of als gevolg van aanzienlijke vertragingen, incidenten of ongevallen. Het kan gaan om het starten, het omleiden of het afschaffen van treinen. Het bureau bevoegd om dit type van aanvragen te behandelen is bureau I-N.321 (contactgegevens zie punt 1.8.1). De aanvragen die uitzonderlijk zijn gedaan via de documenten (bijlage B, zie punt ) moeten doorgegeven worden aan de bureaus die bevoegd zijn via de contactgegevens vermeld in punt De aanvraag zal door het bureau I-N.321 niet vroeger dan 10u voor de effectieve ingebruikname van het rijpad behandeld worden Lokale capaciteit Korte termijn Zodra de conflictsituaties LT opgelost zijn, krijgt de spoorwegonderneming toegang tot de reservatietools Shunt In KT / Shunt In RT. In ieder geval moet de applicatie Shunt In KT voor de spoorwegonderneming toegankelijk zijn ten laatste 5 werkdagen voor de dienstregeling van kracht wordt, wat plaatsheeft de tweede zaterdag van december om middernacht. Als er geen conflictsituaties LT zijn, is de reservatietool Shunt In KT onmiddellijk toegankelijk voor de spoorwegonderneming, op voorwaarde dat de lokale planning van de sporen door de infrastructuurbeheerder (I-N Area, zie details in bijlage D.10) voltooid is. Alle spoorwegondernemingen worden gelijktijdig op de hoogte gebracht via . Zodra de spoorwegonderneming de toegang verkrijgt tot de reservatietool Shunt In KT kan deze de bestaande reservatie annuleren of wijzigen of nog extra RKT toevoegen waarbij een periode van minimum 24uur voor het gewenste uur in acht moet worden genomen. Toewijzing van de capaciteiten 51 / 86

52 Voor dit type reservaties geldt het principe van wie het eerst komt, het eerst maalt (Principe FIFS First In First Served). Er zijn dus geen concurrerende aanvragen. Een spoor kan echter door de infrastructuurbeheerder onbeschikbaar gesteld worden vanwege operationele noodwendigheden, met name het onderhoud van de spoorinfrastructuur Real time Zodra de spoorwegonderneming de toegang verkrijgt tot de reservatietool Shunt In RT gebeurt de toevoeging, de wijziging of de annulatie van de RRT als volgt: Voor de beseinde bundels of een installatie met overgedragen bediening moet de spoorwegonderneming een capaciteitsaanvraag op lokaal niveau indienen (d.i. bij de betrokken seinpost); Voor de niet-beseinde bundels moet de spoorwegonderneming rechtstreeks een capaciteitsaanvraag indienen in Shunt In RT; De toevoeging, wijziging of annulatie moet worden uitgevoerd binnen de 24 uur. Hier geldt het principe van wie het eerst komt, het eerst maalt (Principe FIFS First In First Served). Er zijn dus geen concurrerende aanvragen. Een spoor kan echter onbeschikbaar gesteld worden door de infrastructuurbeheerder vanwege operationele noodwendigheden, met name het onderhoud van de spoorinfrastructuur. 4.4 Toewijzingsprocedure Coördinatieprocedure Rijpaden De infrastructuurbeheerder (bureau I-TN.511, contactgegevens zie punt 1.8.1) organiseert de coördinatie van concurrerende aanvragen in het kader van de toewijzing van de rijpaden op lange termijn. De C-OSS organiseert de coördinatie van de concurrerende aanvragen in het kader van de van tevoren geregelde rijpaden op de goederencorridors. Beide principes worden hieronder uitgelegd. Concurrerende aanvragen in het kader van de toewijzing van de rijpaden op lange termijn. De infrastructuurbeheerder tracht conflicten tussen kandidaten op te lossen met betrekking tot infrastructuurcapaciteiten. Hij stelt eventueel andere capaciteit voor dan de gevraagde. In geval van weigering zijn de kandidaten verplicht om binnen de 5 werkdagen na de kennisgeving van het voorstel van de infrastructuurbeheerder, een schriftelijk antwoord (brief, of fax) te geven. Binnen de 5 werkdagen die volgen op de dag dat de infrastructuurbeheerder de weigering van de kandidaten ontvangt, formuleert de infrastructuurbeheerder een ander voorstel aan de betrokken kandidaten. Wanneer de kandidaten niet tot een oplossing kunnen komen omdat ze de varianten die de infrastructuurbeheerder voorstelt weigeren, past de infrastructuurbeheerder de prioriteitscriteria uit onderstaande tabel toe: Toewijzing van de capaciteiten 52 / 86

53 1e criterium 2e criterium De infrastructuurbeheerder kent de infrastructuurcapaciteit toe rekening houdend met de volgende prioriteiten: Op de hogesnelheidslijnen en lijnen ingericht als hogesnelheidslijn: 1 de hogesnelheidstreinen; 2 de snelle reizigerstreinen; 3 de andere treinen. Op de gespecialiseerde goederenlijnen: 1 de snelle goederentreinen; 2 de trage goederentreinen; 3 de reizigerstreinen van de openbare dienst; 4 de andere treinen. Op de gespecialiseerde reizigerslijnen: 1 de hogesnelheidstreinen die binnenlandse bestemmingen aandoen en de snelle treinen van de gewone dienst die het binnenlands vervoer verzekeren; 2 de andere hogesnelheidstreinen en de andere snelle reizigerstreinen; 3 de trage reizigerstreinen; 4 de goederentreinen; 5 de andere treinen. Op de gemengde lijnen: 1 de hogesnelheidstreinen die binnenlandse bestemmingen aandoen en de snelle treinen van de gewone dienst die het binnenlands vervoer verzekeren; 2 de andere hogesnelheidstreinen en de andere snelle reizigerstreinen; 3 de trage reizigerstreinen en snelle goederentreinen; 4 de trage goederentreinen; 5 de andere treinen. De definitie van de lijntypes en van de treintypes staat in bijlage B.7. De lijst van de lijntypes in bijlage B.8. De infrastructuurbeheerder kent de capaciteit toe aan de kandidaat van wie de capaciteitsaanvraag de hoogste totale maandelijkse gebruiksvergoeding oplevert voor het totale aangevraagde traject op de Belgische spoorweginfrastructuur. Toewijzing van de capaciteiten 53 / 86

54 Als het niet lukt om een beslissing te nemen op basis van de criteria, verklaart de infrastructuurbeheerder de betrokken infrastructuursectie overbelast. Deze principes worden in detail besproken onder punt van deze netverklaring. Concurrerende aanvragen in het kader van de van tevoren geregelde treinpaden op de goederencorridors De C-OSS past de prioriteitsregels toe bij concurrerende aanvragen zoals beschreven in het Besluit van de raden van bestuur van corridor 1 en 2. Dit besluit kan geraadpleegd worden via onderstaande link Voor meer informatie, zie Corridor Information Document van de goederencorridors, vermeld in punt Lokale capaciteit Minnelijke fase De infrastructuurbeheerder (bureau I-TN.514, zie details punt 1.8.1) verwerkt in de eerste minnelijke fase de in lange termijn geregistreerde concurrerende aanvragen en wel nadat vooraf de voor de operationele doeleinden vereiste bezettingsaanvragen, in het bijzonder het onderhoud van de spoorinfrastructuur, werden toegekend. Bij de behandeling van concurrerende aanvragen kunnen er zich twee situaties voordoen: een spoorwegonderneming wenst de volledige bundel of het merendeel van de sporen te reserveren. In dat geval verdeelt de infrastructuurbeheerder de capaciteit, rekening houdend met de verschillende aanvragen van de spoorwegonderneming om elk van hen een minimale capaciteit te garanderen; ten minste twee spoorwegondernemingen hebben dezelfde capaciteit gereserveerd. In dat geval stuurt de infrastructuurbeheerder via een alternatief voorstel naar de betrokken spoorwegonderneming. Die bevestigen of weigeren het alternatieve voorstel van de infrastructuurbeheerder binnen de 3 werkdagen volgend op de verzending door de infrastructuurbeheerder van het alternatieve voorstel. Bij gebrek aan antwoord, wordt het alternatieve voorstel als aanvaard beschouwd. De infrastructuurbeheerder formuleert zoveel alternatieve voorstellen als zijn beschikbare capaciteit toelaat Betwiste fase Als de spoorwegonderneming het/de alternatieve voorstel(len) van de infrastructuurbeheerder weigeren, gaat een tweede betwiste fase in die de toepassing vereist van de volgende richtlijnen om de conflictsituatie op te lossen: operationeel gebruik van het spoor; effectief gebruik van de reservaties door de spoorwegonderneming in de vorige dienstregeling; het aantal gereserveerde uren en het aantal rijpaden. Zodra de infrastructuurbeheerder de voornoemde richtlijnen toepast om de conflictsituaties op te lossen tussen de betrokken spoorwegondernemingen, rekent hij de spoorwegonderneming die het of Toewijzing van de capaciteiten 54 / 86

55 de in de minnelijke fase geformuleerde alternatieve voorstel(len) hebben geweigerd, administratieve kosten aan. Meer informatie over de administratieve kosten bevindt zich in punt Systeem voor de administratieve regeling van geschillen Naast het hiervoor (punt 4.4.1) beschreven systeem, kan elke kandidaat die zich het slachtoffer acht van onbillijke behandeling of van discriminatie ingevolge een beslissing van de infrastructuurbeheerder, met betrekking tot capaciteitstoewijzing zich wenden tot de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en de Exploitatie van de Luchthaven Brussel-Nationaal (coördinaten: punt 1.8.2) in overeenkomst met de voorschriften van het Koninklijk Besluit van 21 maart 2007 betreffende het administratief afhandelen van geschillen inzake de toewijzing van de spoorweginfrastructuurcapaciteit Overbelaste zones: definitie, prioriteitscriteria en toewijzingsprocedure in die zones Rijpaden Wanneer na afloop van de coördinatie van de capaciteitsaanvragen het onmogelijk blijkt om aan alle capaciteitsaanvragen een gunstig gevolg te geven, verklaart de infrastructuurbeheerder de betrokken infrastructuursectie als zijnde overbelast. Op een overbelaste infrastructuursectie en zonder afbreuk te doen aan de gereserveerde capaciteit voor het geplande onderhoud van het net, wijst de infrastructuurbeheerder de infrastructuurcapaciteiten toe, rekening houdend met de volgende prioriteiten: Op de hogesnelheidslijnen en de aangepaste hogesnelheidslijnen: 1 de hogesnelheidstreinen ; 2 de snelle reizigerstreinen ; 3 de andere treinen. Op de gespecialiseerde goederenlijnen : 1 de snelle goederentreinen ; 2 de trage goederentreinen ; 3 de reizigerstreinen van de openbare dienst; 4 de andere treinen. Op de gespecialiseerde reizigerslijnen : 1 de hogesnelheidstreinen voor het aandoen van binnenlandse bestemmingen en de snelle treinen van de gewone dienst die het binnenlands vervoer verzekeren ; 2 de andere hogesnelheidstreinen en de andere snelle reizigerstreinen ; 3 de trage reizigerstreinen ; 4 de goederentreinen ; 5 de andere treinen. Op de gemengde lijnen: Toewijzing van de capaciteiten 55 / 86

56 1 de hogesnelheidstreinen voor het aandoen van binnenlandse bestemmingen en de snelle treinen van de gewone dienst die het binnenlands vervoer verzekeren ; 2 de andere hogesnelheidstreinen en de andere snelle reizigerstreinen ; 3 de trage reizigerstreinen en de snelle goederentreinen ; 4 de trage goederentreinen ; 5 de andere treinen. De overbelaste lijnen staan in bijlage B.6. De beschrijving van de lijntypes en van de treintypes staat in bijlage B.7. De lijst van de lijntypes in bijlage B.8. Bij het bepalen van de prioriteiten in het raam van de toewijzingsprocedure houdt de infrastructuurbeheerder rekening met het vorige gebruik van de rijpaden. Hij kan, na overleg met de kandidaat, het recht om het rijpad te gebruiken schorsen of intrekken. Dit kan in het geval van onvoldoend gebruik van de toegewezen rijpad door de houder en: indien hij de spoorweginfrastructuur niet gebruikt volgens de modaliteiten bepaald in de gebruiksovereenkomst afgesloten met de infrastructuurbeheerder; indien hij het optimale gebruik van de spoorweginfrastructuur verstoort; indien zijn gemiddelde gebruik van de capaciteit gedurende de vorige dienstregeling minder is dan 80% van het aantal voorziene wekelijkse bewegingen. Deze maatregel is niet van toepassing indien het onvoldoende gebruik te wijten is aan andere dan economische redenen die aan de controle van de operatoren ontsnappen. Wanneer het volgens de toepassing van de voorrangscriteria niet mogelijk is een capaciteit eerder aan de ene kandidaat toe te wijzen dan aan een andere, kent de infrastructuurbeheerder de capaciteit toe aan de kandidaat waarvan de capaciteitsaanvraag het hoogste maandelijkse totaalbedrag aan heffingen oplevert op het totale gevraagde traject op de Belgische spoorweginfrastructuur Lokale capaciteit Conform de geldende wetgeving zijn de criteria vermeld in punt niet van toepassing voor de lokale capaciteit Impact van de kaderovereenkomsten De commerciële voorwaarden betreffende de kaderovereenkomsten worden gedetailleerd in punt Wanneer de infrastructuurbeheerder aan een kandidaat het recht verleent capaciteit op de spoorweginfrastructuur te gebruiken voor een langere duur dan één dienstregelingperiode, sluiten de infrastructuurbeheerder en de kandidaat een kaderovereenkomst die hun respectieve rechten en plichten verduidelijkt. De kaderovereenkomst gesloten tussen een kandidaat en de infrastructuurbeheerder verduidelijkt de vereiste spoorwegcapaciteitskenmerken van een kandidaat alsmede deze die hem werden aangeboden voor een langere duur dan één geldende periode van de dienstregeling. De kaderovereenkomst bepaalt een rijpad niet in detail, maar is zo opgesteld dat het tegemoetkomt aan de gewettigde commerciële noden van de kandidaat. De kaderovereenkomst ontslaat de kandidaat niet van het indienen van een capaciteitsaanvraag voor spoorweginfrastructuur bij de infrastructuurbeheerder overeenkomstig punt 4.3 (hierboven). Toewijzing van de capaciteiten 56 / 86

57 De kaderovereenkomst mag niet tot gevolg hebben dat de betrokken infrastructuurcapaciteit uitsluitend wordt voorbehouden voor de kandidaat. Rekening houdend met vertrouwelijke gegevens op commercieel vlak, deelt de infrastructuurbeheerder binnen vijftien werkdagen volgend op het afsluiten van de kaderovereenkomst de algemene bepalingen ervan mee aan elke partij die een capaciteitsaanvraag heeft ingediend voor die dienstregelingperiode die gedeeltelijk samenvalt met de duur van de kaderovereenkomst en die ontvankelijk is om hem opmerkingen mee te delen over de weerslag die de toewijzing van de in de kaderovereenkomst vereiste capaciteiten zou kunnen hebben op zijn eigen spoordiensten. Er dient te worden opgemerkt dat deze kaderovereenkomsten niet van toepassing zijn bij de reservatie van lokale capaciteit. Hier zijn nog steeds de richtlijnen onder (RLT) en (RKT en RRT) van toepassing. 4.5 Toewijzing van capaciteit voor onderhoud, vernieuwing en verbeteringen Rijpaden Bovenop de stappen van afstemming tussen de infrastructuurbeheerder en de spoorwegondernemingen uitgelegd in de punten tot , informeert de infrastructuurbeheerder haar klanten over de verschillende types infrastructuurwerken voor de 20 ste van de maand voorafgaand aan de maand tijdens dewelke de werken plaatsvinden, behalve in het geval van overmacht, via de rubriek Work In van de Business Corner (zie punt 1.3) Werken voor courant onderhoud De werken voor courant onderhoud worden geprogrammeerd aan de hand van werkvensters. De werkvensters zijn capaciteiten die gereserveerd worden bij het opstellen van de dienstregeling. De werkvensters voor elke periode zijn aangeduid in bijlage B.5. Een gedetailleerd overzicht van de werkvensters is beschikbaar bij de infrastructuurbeheerder. De werkvensters kunnen in een beperkte mate worden aangepast bij het opstellen van de dienstregeling, maar ze worden slechts algemeen herzien bij een fundamentele wijziging van het vervoersplan De grote geprogrammeerde werken De werken die worden uitgevoerd met het oog op het behoud of de uitbreiding van de capaciteit en de werken die een grote weerslag hebben op het verkeer worden in de dienstregeling geprogrammeerd in de vorm van capaciteitsreserveringen. De weerslag van deze capaciteitsreserveringen op het verkeer kan verwerkt zijn in de dienstregeling of het voorwerp zijn van een tijdelijke wijziging aan de beschikbare capaciteit volgens de voorschriften van het VVESI 7.4 Coördinatie van de werken en het verkeer. In het laatste geval wordt ze gepubliceerd door de infrastructuurbeheerder ten laatste 14 dagen voor de toepassingsdatum. Het bulletin dat door de infrastructuurbeheerder wordt verspreid, officialiseert de rijpadwijzigingen ten laatste 6 dagen voor ze van kracht worden Weerslag van de werken op de toegewezen capaciteit Het VVESI 7.4 Coördinatie werken en verkeer, beschrijft de maatregelen die worden genomen wanneer de werken niet kunnen worden uitgevoerd zonder de toegewezen capaciteit te wijzigen. Toewijzing van de capaciteiten 57 / 86

58 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur, geven de beperkingen of storingen die het verkeer beïnvloeden wegens werken geen recht op enige vergoeding van de houder van de capaciteit door de infrastructuurbeheerder. Behalve in het geval van afschaffing van het volledige verkeer, is de vergoeding verschuldigd voor de oorspronkelijk toegewezen capaciteit Lokale capaciteit Elke reservatieaanvraag voor een lokale capaciteit door de infrastructuurbeheerder waarvan het doel onderhoud van de spoorinfrastructuur of het parkeren van zijn rollend materieel is om de werken uit te voeren, heeft voorrang op enige andere reservatie. 4.6 Maatregelen wegens niet-gebruik Deze bepalingen zijn beschreven in punt Buitengewoon vervoer en vervoer van gevaarlijke goederen Buitengewoon vervoer Rijpaden Elke aanvrager van een rijpad geeft in zijn aanvraag aan of hij van plan is buitengewoon vervoer op te nemen in zijn treinen, en zo ja, duidt hij het type buitengewoon vervoer aan en, in het bijzonder, het voorlopig toelatingsnummer of de codificatie in geval van gecombineerd vervoer. De capaciteitsaanvraag wordt verwerkt conform punt 2.6 van deze NV Lokale capaciteit Wanneer een buitengewoon vervoer een installatie zal bezetten en dit vervoer vanwege zijn profiel één of meerdere sporen hindert aan weerszijden van het spoor dat het in die installatie bezet, zal de spoorwegonderneming in Shunt In al de nodige sporen moeten reserveren die noodzakelijk zijn voor de veilige bezetting door dat buitengewoon vervoer Vervoer van gevaarlijke goederen Elke aanvrager van een rijpad geeft in zijn aanvraag aan of hij van plan is gevaarlijke goederen op te nemen in zijn treinen, en zo ja, duidt hij het type gevaarlijke goederen aan en, in het bijzonder, de te vervoeren goederenklasse(n). Toewijzing van de capaciteiten 58 / 86

59 De capaciteitsaanvraag wordt verwerkt conform punt 2.7 van deze NV. 4.8 Bijzondere maatregelen bij storing Wanneer het treinverkeer of de bezetting door het rollend materieel afwijkt van het verkeer dat overeenstemt met de toegewezen capaciteit, past de infrastructuurbeheerder de capaciteitsverdeling aan teneinde zo snel mogelijk tot een capaciteitsgebruik te komen dat overeenkomt met de toegewezen capaciteit. De toegewezen capaciteit kan door de infrastructuurbeheerder worden gewijzigd: ofwel naar aanleiding van noodzakelijke werken om de normale toestand te herstellen na een storing van het treinverkeer of de bezetting door rollend materieel ingevolge een technisch defect of een ongeval op de spoorweginfrastructuur ; ofwel naar aanleiding van een noodgeval, absolute noodzaak of overmacht. De infrastructuurbeheerder brengt de houder van de betrokken capaciteit daar binnen de kortst mogelijke termijn op de hoogte. De infrastructuurbeheerder stelt alles in het werk om de frequentie, de omvang en de duur van de storingen die het treinverkeer of de bezetting door rollend materieel beïnvloeden te beperken. Hij werkt de meest geschikte alternatieve oplossing uit. Hij brengt de houder van de betrokken rijpaden of lokale capaciteit daarvan op de hoogte. Wanneer de toegewezen capaciteit volledig onbruikbaar zijn, en indien er geen enkele alternatieve oplossing kan worden uitgewerkt, kan de infrastructuurbeheerder zonder voorafgaande kennisgeving de betrokken rijpaden of lokale capaciteit schrappen gedurende de tijd die nodig is om de infrastructuur te herstellen. Hij brengt de houder van de betrokken rijpaden of lokale capaciteit daarvan op de hoogte. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur, geven de storingen die het verkeer of de bezetting door rollend materieel beïnvloeden geen recht op enige vergoeding van de houder van de capaciteit door de infrastructuurbeheerder. Behalve in het geval van afschaffing van het volledige verkeer door de infrastructuurbeheerder, is de vergoeding verschuldigd voor de oorspronkelijk toegewezen capaciteit. Toewijzing van de capaciteiten 59 / 86

60 5.1 Inleiding 5. DIENSTEN Volgens richtlijn 2001/14/EC worden de aan de kandidaten voor het gebruik van de infrastructuur te verlenen diensten onderverdeeld in de volgende categorieën: De minimumdiensten Spoorwegondernemingen hebben op een niet-discriminerende basis recht op het minimum toegangspakket. De toegang via het spoornet tot de voorzieningen en het verlenen van diensten Deze diensten worden toegestaan aan alle spoorwegondernemingen op niet-discriminerende en transparante wijze. Verzoeken van spoorwegondernemingen kunnen alleen onderworpen worden aan beperkingen indien er haalbare spoorwegalternatieven onder marktvoorwaarden voorhanden zijn. De aanvullende diensten Aanvullende diensten kunnen op vraag van een spoorwegonderneming door de infrastructuurbeheerder worden verleend. In dat geval moeten zij op niet-discriminerende wijze verleend worden aan elke kandidaat die erom vraagt. De ondersteunende diensten De spoorwegondernemingen kunnen aan de infrastructuurbeheerder of aan andere leveranciers vragen om ondersteunende diensten te leveren. De infrastructuurbeheerder is niet verplicht deze diensten te verlenen. Onder zijn diensten heeft de infrastructuurbeheerder 5 specifieke diensten ontwikkeld voor de spoorwegondernemingen : 1 Your Moves: rijpaden (minimumdiensten en toegang via het spoornet tot de voorzieningen en het verlenen van diensten) ; 2 Your Shunts: lokale capaciteit (minimumdiensten en toegang via het spoornet tot de voorzieningen en het verlenen van diensten) ; 3 Your Power: tractie-energie (aanvullende diensten); 4 Your XXL: studies voor uitzonderlijke transporten (aanvullende diensten); 5 Your Extratime: prestaties buiten de diensturen (aanvullende diensten). Diensten 60 / 86

61 De infrastructuurbeheerder heeft ook 2 specifieke diensten ontwikkeld voor de industriële ondernemingen, die niet verder uitgewerkt worden in deze netverklaring: 1 Your Tracks: voorbehouden sporen 2 Your Connection: spoorverbindingen Behalve de informatie opgenomen in de punten 5.2 tot 5.6, kan gedetailleerde informatie over de diensten van de infrastructuurbeheerder teruggevonden worden op De minimumdiensten en de toegang via het spoor tot de voorzieningen zijn gedekt door de gebruiksheffing van de infrastructuur. De aanvullende diensten en de ondersteunende diensten worden gedekt door aparte heffingen. De verschillende heffingen worden beschreven in hoofdstuk 6 van deze NV. 5.2 De minimumdiensten Deze diensten worden inbegrepen in de diensten (lokale capaciteit, zie details hoofdstuk 4). Het minimale prestatiepakket omvat: (rijpaden, zie details hoofdstuk 4) en de behandeling van de aanvragen voor spoorweginfrastructuurcapaciteit ; het recht gebruik te maken van de toegewezen capaciteit ; het gebruik van aansluitingen en wissels op het net ; de treinverkeersleiding met inbegrip van de seingeving, de regeling, de controle van het verkeer, de communicatie en de levering van gegevens over treinbewegingen ; alle overige gegevens die nodig zijn om de dienst waarvoor capaciteit toegekend is, tot stand te brengen of te exploiteren. 5.3 Toegang via het spoornet tot de voorzieningen en het verlenen van diensten Deze diensten worden inbegrepen in de diensten (lokale capaciteit, zie details hoofdstuk 4). (rijpaden, zie details hoofdstuk 4) en De toegang via het spoornet tot infrastructuurdiensten en geleverde diensten betreffen punten tot en met De infrastructuurbeheerder is de enige die toegang geeft tot deze diensten. De diensten kunnen door anderen geleverd worden. In dit hoofdstuk worden de diensten gedetailleerd beschreven. Technische uitrustingen worden vermeld in bijlage F Gebruik van elektrische voedingsinstallaties ten behoeve van de tractie De infrastructuurbeheerder beheert de elektrische voedingsinstallaties ten behoeve van de tractie. Bovendien stelt de infrastructuurbeheerder aan de spoorwegonderneming vaste installaties voor 3 kv Diensten 61 / 86

62 energievoorziening ter beschikking teneinde rijtuigen voor te verwarmen, te koelen of om tijdens vriesperiodes op een positieve temperatuur te houden. Deze vaste installaties zijn voorzien van sleutels en mogen enkel gebruikt worden door personeel van de spoorwegonderneming dat een specifieke vorming heeft ontvangen. De infrastructuurbeheerder stelt daarvoor een handleiding ter beschikking op de Business Corner. Zij zal op verzoek, één keer per jaar, een opleiding geven aan de verantwoordelijke van de spoorwegonderneming die vervolgens zijn eigen personeel kan vormen. Een spoorwegonderneming die zijn lesgever wil inschrijven, neemt hiervoor vóór 30 juni van het lopende jaar contact op met zijn account manager. Er wordt geen personeel van de infrastructuurbeheerder ter beschikking gesteld voor het gebruik van deze installaties. Enkel het personeel van de Technische Diensten van de infrastructuurbeheerder mag deze installaties onderhouden en herstellen. Het transport, de distributie en de levering van elektriciteit worden behandeld in punt (tractieenergie) Tankvoorzieningen De tankvoorzieningen voor de dieselvoertuigen die toegankelijk zijn op de Belgische spoorinfrastructuur zijn terug te vinden in bijlage D.7 en onder te verdelen in twee groepen: - Ten eerste, de tankvoorzieningen van derden onafhankelijk van de infrastructuurbeheerder (bv. Montzen). - Ten tweede, de tankplatformen die de infrastructuurbeheerder ter beschikking stelt voor alle spoorwegondernemingen, al dan niet met een vaste installatie behorend tot een derde (bv. Zeebrugge, Genk). Op deze platformen worden de sporen uitgerust met speciale bescherming om het bijvullen van brandstof voor dieselvoertuigen door tankwagens toe te kunnen laten. Door de bodembescherming wil de infrastructuurbeheerder elke vorm van eventuele bodemverontreiniging voorkomen. In 2014 zal er nabij de vorming van Gent-Zeehaven een tankplatform met een vaste installatie geopend worden voor alle spoorwegondernemingen. De plaatselijke protocollen beschrijven het gebruik van de tankplatformen, meer specifiek de bewuste sporen, de bewegingen (zoals in- en uitrit van het spoor) en de communicatie op het terrein. Door de ondertekening van het plaatselijk protocol zal de spoorwegonderneming zich ertoe verbinden de gebruiksvoorwaarden van dit tankplatform te respecteren op een wijze waarbij elke vorm van bodemverontreiniging als gevolg van het bijvullen van brandstof wordt vermeden. De spoorwegonderneming die gebruik maakt van het tankplatform voorbehouden voor de bevoorrading van diesel door tankwagens, zal aansprakelijk gesteld worden voor iedere bodemvervuiling veroorzaakt door deze bevoorrading en zal garant staan voor elk schadelijk gevolg ervan. De bevoorrading van diesel mag enkel plaatsvinden op de tankinstallaties en tankplatformen zoals hierboven beschreven of op tankvoorzieningen die eigendom zijn van de spoorwegonderneming Reizigersstations, de gebouwen en andere voorzieningen daarvan Buiten de perrons beheert de infrastructuurbeheerder geen reizigerstations en gelieerde gebouwen. Deze zijn eigendom van NMBS-Holding of NMBS. Diensten 62 / 86

63 5.3.4 Goederenterminals Infrabel beheert geen intermodale goederenterminals. Deze zijn eigendom van de spoorwegonderneming of van derden onafhankelijk van de infrastructuurbeheerder Rangeerstations De infrastructuurbeheerder stelt rangeerstations en bundels ter beschikking van de spoorwegonderneming Vormingsstations De infrastructuurbeheerder stelt vormingsstations en bundels ter beschikking van de spoorwegonderneming Parkeerstations De infrastructuurbeheerder stelt parkeerstations en bundels ter beschikking van de spoorwegonderneming Onderhoudscentra en andere technische infrastructuur De infrastructuurbeheerder stelt verschillende technische uitrustingen ter beschikking van de spoorwegonderneming. Diensten 63 / 86

64 5.4 De aanvullende diensten De tractiestroom Deze dienst komt overeen met de dienst. De aanvullende dienst «tractiestroom» omvat twee onderdelen: Transport en distributie De IB staat als enige in voor het transport en de distributie van elektriciteit op haar net, ongeacht of de spoorwegonderneming gebruik maakt van levering van tractiestroom via de IB of via een leverancier van zijn keuze. Deze dienst is dus verplicht voor elke SO die gebruik wenst te maken van elektrische tractie. Levering De IB levert elektriciteit aan alle SO voor de tractie van hun treinen. Naar aanleiding van de omzetting van de Europese elektriciteitsrichtlijn 2009/72 naar Belgisch recht kunnen de SO hun eigen energieleverancier kiezen. De wettelijke bepalingen betreffende de elektriciteitsmarkt zijn terug te vinden in de wet van 8 januari 2012 tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen. Een SO die haar eigen leverancier kiest, dient alle tractie-eenheden die gebruikt worden op het IB-net uit te rusten met een energiemeter. De SO die van de vrije keuze gebruik wil maken, meldt aan de IB (yourpower@infrabel.be) wie zijn energieleverancier is en wie de toegangsverantwoordelijke is. Deze melding dient ten laatste drie maand voor de datum van inwerkingtreding te gebeuren. Een wijziging van leverancier gaat steeds in op de eerste van de maand. Een aanduiding loopt minimaal over een periode van 3 maand. De energieleverancier dient over een leveringsvergunning te beschikken. De toegangsverantwoordelijke dient een contract met Elia te hebben afgesloten. De leverancier en de toegangsverantwoordelijke dienen een document te ondertekenen waarbij ze zich akkoord verklaren met deze aanduiding. De IB blijft deze aanvullende dienst aanbieden aan de SO die hun eigen leverancier niet kiezen. De SO behoudt dus het recht om tractiestroom aan te kopen bij de IB. Indien de SO niet op een rechtsgeldige wijze een energieleverancier en toegangsverantwoordelijke heeft aangeduid of indien één van deze partijen niet meer voldoet aan de gestelde voorwaarden, wordt verondersteld dat de SO zijn tractiestroom bij de IB aankoopt. De tarificatieregels van de tractie-energie worden uitgelegd in punt De technische vereisten voor energiemeters staan vermeld in bijlage E.3. In een overgangsfase (lopende tot einde 2014) kan de IB voor de toewijzing van het verbruik energiemeters aanvaarden die niet volledig voldoen aan deze technische vereisten (vb. sensoren met onvoldoende meetnauwkeurigheid). Diensten 64 / 86

65 5.4.2 Brandstofbevoorrading De infrastructuurbeheerder levert geen brandstof voor het bevoorraden van dieselvoertuigen, maar deze beschikt wel over tankvoorzieningen op haar net (zie punt 5.3.2) De diensten voor treinen: het voorverwarmen van passagierstreinen, levering van water, De terbeschikkingstelling van de installaties voor de levering van deze diensten wordt uitgelegd in de punten tot Het gebruik van de stroom voor de verwarming van de rijtuigen is inbegrepen in het product tractie-energie in punt Rangeringen en andere diensten die worden verstrekt in de in punt 5.3 genoemde installaties De infrastructuurbeheerder verleent dit soort van diensten niet met uitzondering van de operaties die vanaf een centrale bedieningspost van de infrastructuurbeheerder worden uitgevoerd (bediening van een seinpost, bediening van de spoorremmen, enz.). De spoorwegonderneming staat in voor deze diensten of ze kan beroep doen op een andere spoorwegonderneming om die in het kader van een contract van onderaanneming te laten uitvoeren Diensten voor buitengewoon vervoer en gevaarlijke goederen Diensten voor buitengewoon vervoer Deze dienst komt overeen met de dienst. Ieder buitengewoon spoorwegvervoer (definitie zie punt 2.6) dient door een studie te worden voorafgegaan met het oog op de te bepalen vergunningsvoorwaarden. Bijgevolg dient een spoorwegonderneming die een buitengewoon vervoer wenst uit te voeren, een aanvraag in te dienen bij de infrastructuurbeheerder (Bureau organisatie Buitengewoon Vervoer BBV, adres zie punt 1.8.1) met behulp van de UIC fiche 502, die beschikbaar is op volgende site Speciale prestaties in geval van een incident waarbij gevaarlijke goederen betrokken zijn Om de gevolgen van een ongeval en/of incident bij het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor tot een minimum te beperken, met uitzondering van de stoffen van klasse 1 en 7 van het RID, heeft de infrastructuurbeheerder overeenkomsten gesloten met BASF Antwerpen N.V. en SOLVIC S.A. uit Jemeppe-sur-Sambre. Deze overeenkomsten voorzien dat, in het geval van een incident waar gevaarlijke goederen bij betrokken zijn, Traffic Control bijstand van gespecialiseerde interventieploegen kan vragen. Deze interventieploegen zijn gespecialiseerd in incidenten met gevaarlijke goederen en beschikken over aangepast materieel Diensten buiten de openingsuren Deze dienst komt overeen met de dienst. De diensten die worden geleverd tijdens de openingsuren van de stations en bijgebouwen (zie bijlage D.9) worden gedekt door de gebruiksheffing. Sommige diensten kunnen echter worden geleverd buiten deze uren en vereisen derhalve dat de infrastructuurbeheerder extra personeel ter beschikking stelt. Diensten 65 / 86

66 Een spoorwegonderneming kan bij haar rijpadaanvraag een speciaal verzoek sturen om de installatie te openen op een ander tijdstip dan voorzien in de NV. De infrastructuurbeheerder deelt aan de spoorwegonderneming mede of er aan haar vraag voldaan kan worden Andere aanvullende diensten De andere aanvullende diensten van de infrastructuurbeheerder zijn bepaald in de gebruiksovereenkomst. De infrastructuurbeheerder moet geen prestaties leveren die niet voorzien zijn in de gebruiksovereenkomst. 5.5 De ondersteunende diensten Toegang tot het telecommunicatienetwerk Naast de toegang met betrekking tot het treinverkeer, die wordt gedekt door de gebruiksheffing, is de toegang tot het telecommunicatienetwerk van de infrastructuurbeheerder toegestaan voor zover de gebruiksovereenkomst dit voorziet De levering van aanvullende informatie De infrastructuurbeheerder verstrekt slechts aanvullende informatie in de mate dat de gebruiksovereenkomst dit voorschrijft De technische keuring van het rollend materieel De infrastructuurbeheerder biedt geen diensten aan voor de schouwing of de instandhouding van het rollend materieel. Diensten 66 / 86

67 6.1 Principes van tarificatie 6. HEFFINGEN De volgende principes zijn toepasbaar op de gebruiksheffing. Deze hebben betrekking op de diensten en, i.e. de minimumdiensten (punt 6.1.1), de toegang tot de diensten vermeld in punt 5.3 (punt 6.1.2) en deze diensten (punt 6.1.3). De specifieke heffingen voor de aanvullende en ondersteunende diensten worden beschreven in de respectievelijke punten tot De infrastructuurbeheerder stelt de spoorweginfrastructuur van het Belgische netwerk ter beschikking van de spoorwegondernemingen, zoals uitgelegd in punt Twee gevallen worden onderscheiden: beschikbare infrastructuur en onbeschikbare infrastructuur. Beschikbare Infrastructuur: deel van het Belgische spoornetwerk waarop de spoorwegondernemingen kunnen rijden met rollend spoorwegmaterieel - Gebruikte capaciteit Als de capaciteit volledig wordt benut (alle gevraagde baanvakken of alle gereserveerde lokale capaciteit), dan is de gebruiksheffing verschuldigd. Als de capaciteit maar voor een deel wordt benut (sommige baanvakken van het traject of niet alle lokale capaciteit werden gebruikt), dan is de gebruiksheffing verschuldigd voor het effectief gebruikte deel van het traject en voor het niet doorlopen deel van het traject aangezien het niet doorlopen deel van het traject niet gekoppeld is aan de onbeschikbaarheid van de infrastructuur. Als de capaciteit niet wordt gebruikt om redenen eigen aan de spoorwegonderneming, maar niet werd afgeschaft, dan is de integrale gebruiksheffing verschuldigd. - Gewijzigde capaciteit Elk verzoek door een spoorwegonderneming tot wijziging van een aanvraag in behandeling of een toegewezen capaciteit, betekent een nieuwe aanvraag. De gebruiksheffing van de initiële capaciteit wordt berekend voor de afgeschafte baanvakken in het nieuwe traject (rijpaden) of voor de geannuleerde delen van de reservatie (lokale capaciteit) volgens het percentage afhankelijk van het tijdstip van het afzien van de capaciteit (zie punt 6.6.2). De gebruiksheffing van de delen van het gewijzigde traject of de niet-gewijzigde lokale capaciteit alsook de gebruiksheffing van het traject of van de extra lokale capaciteit zijn integraal verschuldigd. - Afgeschafte capaciteit Iedere houder van infrastructuurcapaciteit kan afstand doen van het gebruik van alle of een deel van de toegewezen capaciteit. De datum die wordt in rekening gebracht voor de annulering is deze waarop de annulering wordt ontvangen door de infrastructuurbeheerder. In dit geval is de gebruiksheffing verschuldigd volgens het percentage afhankelijk van het moment van de annulering (zie punt 6.6.2). Heffingen 67 / 86

68 - Administratieve kosten Een administratieve kost moet betaald worden voor elke aanvraag of wijziging van een rijpad (meer details zie bijlage F.4). Er moet geen enkele administratieve kost worden betaald voor elke aanvraag of wijziging van lokale capaciteit. Capaciteitsaanvraag Ja Capaciteit beschikbaar neen Voorgestelde variant Akkoord van de SO Toegewezen capaciteit Neen ja Voorziene capaciteit Gewijzigde capaciteit Afgeschafte capaciteit Effectieve capaciteit (gebruikt) Niet effectieve capaciteit (niet gebruikt) Door de SO Door de SO Compleet traject Gedeeltelijk traject Nieuwe capaciteitsaanvraag Facturatie van de volledige capaciteit Facturatie van de volledige capaciteit Facturatie: Nieuwe capaciteit = nieuwe aanvraag Deel afgeschaft van het initiële capaciteit aan: 0% als annuleringsdatum > 60d 15% als annuleringsdatum tussen 30 & 60 d 30% als annuleringsdatum tussen 1 & 30d 100% als annuleringsdatum < 1 d Facturatie van de capaciteit aan: 0% als annuleringsdatum > 60d 15% als annuleringsdatum tussen 30 & 60 d 30% als annuleringsdatum tussen 1 & 30 d 100% als annuleringsdatum < 1 d Onbeschikbare infrastructuur: deel van het Belgische spoornetwerk dat tijdelijk verstoord is en niet toelaat om er op te rijden met rollend spoorwegmaterieel (niet van toepassing in geval van werken zie voorwaarden in punt ) Heffingen 68 / 86

69 - Gebruikte capaciteit Als de capaciteit slechts gedeeltelijk wordt gebruikt door een externe oorzaak aan de spoorwegonderneming dan is de gebruiksheffing slechts verschuldigd voor het effectieve gebruikte stuk van de capaciteit. Met andere woorden, de baanvakken die niet worden doorlopen of de niet gebruikte reservaties worden niet gefactureerd. Als de totale capaciteit niet kon worden gebruikt door een oorzaak extern aan de spoorwegonderneming, dan is de gebruiksheffing niet verschuldigd voor de capaciteit in kwestie. - Gewijzigde capaciteit In het geval van storingen op het netwerk en om het verkeer optimaal te laten verlopen, kan de infrastructuurbeheerder het initiatief nemen om de gevraagde capaciteit te wijzigen. Voor de rijpaden is de gebruiksheffing gelijk aan deze die overeenkomt met het initieel geplande traject, ongeacht of het werkelijk uitgevoerde gewijzigde traject duurder of goedkoper is dan de initiële seizoensplanning. Voor de lokale capaciteit is de gebruiksheffing gelijk aan deze die overeenkomt met de herplande capaciteit door de infrastructuurbeheerder en het in acht nemen van de termijn (LT, KT en RT) overeenkomstig met de initiële reservatie. - Afgeschafte capaciteit De infrastructuurbeheerder heeft het recht om de capaciteit te gebruiken of in te trekken bij hoogdringendheid of ingeval van absolute noodzaak wegens storingen die de spoorweginfrastructuur tijdelijk onbruikbaar maken, zonder voorafgaande kennisgeving en dit voor de duur nodig om de installatie opnieuw in werking te stellen (art. 44 van de wet van 4 december 2006). In dit geval is de gebruiksheffing niet verschuldigd. Als de spoorwegonderneming zijn capaciteit moet schorsen door een externe oorzaak aan de spoorwegonderneming, dan is de gebruiksheffing niet verschuldigd op voorwaarde dat het gaat om onbeschikbare spoorinfrastructuur op het Belgische net. - Administratieve kosten De administratieve kosten verbonden aan nieuw gecreëerde trajecten (nieuwe rijpaden gepland door Infrabel) ter compensatie van slechte circulatie van de geplande trajecten, evenals deze verbonden aan omleidingen, worden niet in rekening gebracht (meer details zie bijlage F.4). Geen enkele administratieve kost is verschuldigd voor elke aanvraag of wijziging van een lokale capaciteit. Heffingen 69 / 86

70 Capaciteitsaanvraag ja Capaciteit beschikbaar neen Voorgestelde variant Akkoord van de SO Capaciteit toegewezen Neen ja Voorziene capaciteit Gewijzigde Capaciteit Afgeschafte Capaciteit Effectieve Capaciteit (gebruikt) Non effectieve Capaciteit (niet gebruikt) Compleet traject Gedeeltelijk traject Voorgestelde afwijking Facturatie volledige capaciteit Facturatie van het gebruikte deel van de capaciteit Geen facturatie YourMoves: Initiele heffing verschuldigd. YourShunts: heffing van de herplande capaciteit rekening houdend met de termijn van de initiële reservatie.. Geen facturatie De facturatie van de tevoren geregelde treinpaden en de reservecapaciteit op de goederencorridors gebeurt door elke betrokken infrastructuurbeheerder volgens de nationale principes. Deze capaciteit op de goederencorridors wordt gefactureerd aan de aanvrager, waarvan de definitie staat in de Verordening 913/ De minimumdiensten De gebruiksheffing van de infrastructuur dekt de diensten opgesomd onder punt 5.2. (minimumdiensten), de toegangen vermeld onder punt 5.3 en de gerelateerde diensten. Om tegemoet te komen aan de structuur van de Netverklaring gedefinieerd door RailNetEurope (zie punt 1.5), wordt de gebruiksheffing van de infrastructuur uitgelegd in punt Dit punt bespreekt ook de diensten opgesomd onder en Heffingen 70 / 86

71 6.1.2 Toegang via het spoor tot de voorzieningen zoals vermeld in punt 5.3 Zoals vermeld in punt 6.1.1, dekt de gebruiksheffing van de infrastructuur de diensten en, dat is te zeggen de diensten vermeld in punt 5.2 (minimumdiensten), de toegangen vermeld in punt 5.3 en de eraan gerelateerde diensten. Ze bestaat uit vijf luiken (TR-L, RR-L, TR-I, RR, AK/AKC) : de luiken TR-L, TR-I, RR-L en AK komen overeen met de verschillende delen van de dienst, de luiken RR et AKC vertegenwoordigen de dienst Het treinpadrecht-lijn (TR-L) Het treinpadrecht-lijn is de som van het gebruiksrecht verschuldigd voor elke doorlopen sectie van de lijn. De heffing per sectie wordt bepaald uit de unieke eenheidsprijs per kilometer vermenigvuldigd met de bijhorende coëfficiënten Het rangeerrecht-lijn (RR-L) Op een beperkt aantal baanvakken, die kunnen afgescheiden worden van de rest van het spoorwegnet, kan de operationalisering worden overgedragen aan de vervoerders. Voor deze lijnen is er dan een rangeerrecht-lijn (RR-L) van toepassing. Wanneer een spoorwegonderneming een lijn berijdt waarop het RR-L statuut van toepassing is, betaalt deze spoorwegonderneming een eenheidsprijs (RL), vermenigvuldigd met het aantal kilometer van de desbetreffende lijn. De heffing voor het gebruik van de lijn is bijgevolg totaal onafhankelijk van het aantal kilometer gereden door de spoorwegonderneming op de betrokken lijn en van het vervoerde tonnage. Een spoorwegonderneming mag dus zoveel heen en weer rijden op een lijn RR-L als ze wil, zonder dat dit de prijs beïnvloedt. Wanneer de spoorwegonderneming echter de lijn met RR-L statuut verlaat en er later op terugkeert, dient hij wel opnieuw RR-L te betalen voor de desbetreffende lijn Het treinpadrecht-installatie (TR-I) Het treinpadrecht-installatie is de heffing verschuldigd voor het gebruik van de perronsporen of van sommige aankomst- vertreksporen Het rangeerrecht (RR) Het rangeerrecht is de heffing verschuldigd voor alle installaties die gebruikt worden voor rangeringen en vorming van treinen, het uitwijken of het uitvoeren van allerlei taken, zoals laden, lossen reinigen of onderhoud van het rollend materieel. De infrastructuurbeheerder factureert op basis van de reservaties van de sporen en de bezetting van de sporen in real time De administratieve kosten (AK en AKC) De administratieve kosten voor rijpadaanvragen (AK) Voor elke studie, aanvraag of wijziging van een rijpad die uitgaat van een kandidaat, is een heffing voor de dekking van de administratieve kosten van toepassing. Dit is een forfaitair bedrag, onafhankelijk van de karakteristieken van het rijpad en van het aantal dagen dat het rijpad wordt gebruikt. Heffingen 71 / 86

72 Deze heffing blijft verschuldigd, zelfs indien de capaciteit niet wordt toegekend of indien de toegekende capaciteit niet wordt gebruikt De administratieve kosten voor de reservatie van lokale capaciteit (AKC) Bij het reserveren «lange termijn» van lokale capaciteit in een installatie, ontstaat de mogelijkheid van concurrerende aanvragen (zie punt ). Als er geen oplossing kan worden gevonden tussen de spoorwegonderneming en de infrastructuurbeheerder bij de minnelijke fase, past de infrastructuurbeheerder de richtlijnen toe beschreven in punt om het geschil op te lossen. Zodra de infrastructuurbeheerder deze richtlijnen toepast om de concurrerende aanvragen tussen de betrokken spoorwegondernemingen op te lossen, rekent de infrastructuurbeheerder administratieve kosten aan aan de spoorwegonderneming die bij de minnelijke fase de voorgestelde oplossing(en) weigerde(n) Specifieke gevallen Tarief voor toeristische ondernemingen Een symbolische prijs wordt toegepast voor toeristische ondernemingen. De prijs omvat het gebruik van de lijnen (TR-L), het gebruik van de installaties (TR-I), het rangeerrecht (RR) en de administratieve kosten (AK) Tarief voor testen op infrastructuur die buiten dienst is gesteld. Testritten uitgevoerd op infrastructuur buiten dienst kunnen niet worden gefactureerd als een gewone capaciteitsaanvraag, aangezien het geen rijpad of een enkele passage op de infrastructuur betreft, maar een bezetting van een lijnsectie buiten dienst tijdens een gegeven periode. Het tariferingsysteem is niet geschikt om de bijdrage van de gebruiker voor de infrastructuur buiten dienst te bepalen. Een vast bedrag is bepaald voor testritten op de infrastructuur buiten dienst, afhankelijk van het lijntype De diensten vermeld onder punt 5.3 De diensten die geleverd worden door de infrastructuurbeheerder, worden opgenomen in de gebruiksheffing voor infrastructuur Aanvullende diensten De tractiestroom Transport en distributie van tractiestroom omvat: alle kosten voor de aansluitingen van de tractie-onderstations bij Elia (toegewezen kosten en kosten toegangscontract met Elia) en bij de andere distributienetbeheerders (volledige netkosten); netverliezen in de onderstations en op de bovenleiding; energie geleverd voor voorverwarming van passagierstreinen; administratieve kosten voor het meten en toewijzen van de energie aan de correcte spoorwegonderneming en bijhorende leverancier; taksen en heffingen geïnd via de netbeheerders. De levering van tractiestroom omvat: de energiekost; Heffingen 72 / 86

73 kosten in het kader van het evenwicht tussen injectie en afname van de leverancier binnen de Belgische regelzone; taksen en heffingen geïnd via de leverancier; compensaties voor hernieuwbare energie en warmtekrachtkoppeling Brandstofbevoorrading Niet van toepassing De diensten voor treinen: het voorverwarmen van passagierstreinen, levering van water De terbeschikkingstelling van de installaties is inbegrepen in het gebruiksrecht (zie punt 6.1.2). Het gebruik van de stroom is inbegrepen in transport en distributie van tractiestroom (zie punt ) Rangeringen en andere diensten die worden verstrekt in de in punt 5.3 genoemde installaties Niet van toepassing Diensten voor buitengewoon vervoer en gevaarlijke goederen Diensten voor buitengewoon vervoer De studies voorafgaand aan een buitengewoon vervoer worden gefactureerd tegen de werkelijke kost. Speciale prestaties in geval van een incident waarbij gevaarlijke goederen betrokken zijn De kosten van de interventie tijdens een incident waarbij een transport van gevaarlijke goederen betrokken is, worden onmiddellijk naar de infrastructuurbeheerder gestuurd. Deze laatste staat in voor het aanrekenen van de kosten aan de verantwoordelijke spoorwegonderneming(en). Deze dienst wordt gefactureerd aan de reële kostprijs Diensten buiten de openingsuren De totale kost van deze prestaties wordt gedragen door de gebruikers van de infrastructuur. De loonschaal per categorie van het personeel is beschikbaar voor de spoorwegonderneming via de account manager van de infrastructuurbeheerder en maakt deel uit van het gebruiksovereenkomst voor de infrastructuur. De spoorwegonderneming moet een toeslag betalen die overeenstemt met de personeelskost verbonden aan deze bijkomende prestatie die de infrastructuurbeheerder moet voorzien om de vraag te kunnen beantwoorden. Een prestatie omvat gewoonlijk 8 uur. Echter, wanneer de spoorwegonderneming de installatie niet gedurende de volledige 8 uur gebruikt, zal de spoorwegonderneming enkel het deel van de prestatie betalen gedurende dewelke zij werkelijk gebruik maakte van de installatie Andere aanvullende diensten De principes voor de prijszetting van andere aanvullende diensten uitgevoerd door het personeel van de infrastructuurbeheerder, worden opgenomen in de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur Ondersteunende diensten Toegang tot het netwerk van telecommunicatie Heffingen 73 / 86

74 De principes voor de prijszetting van de toegang tot het netwerk van telecommunicatie van de infrastructuurbeheerder, worden opgenomen in de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur Het bezorgen van bijkomende informatie De principes voor de prijszetting van het bezorgen van bijkomende informatie door de infrastructuurbeheerder, worden opgenomen in de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur Technische controle van het rollend materieel Niet van toepassing Heffing in geval van overbelasting Niettegenstaande de bepalingen met het oog op een tijdelijke schommeling van de vraag, zijn er actueel geen specifieke heffingen voorzien voor het gebruik van overbelaste infrastructuur. 6.2 Samenstelling van de heffing Zoals uitgelegd in punt 6.1, is de heffing voor het gebruik van de infrastructuur samengesteld uit: het treinpadrecht-lijn voor de toegang en het gebruik van de doorgaande lijnen ; het rangeerrecht-lijn voor een beperkt aantal baanvakken die kunnen afgescheiden worden van de rest van het spoorwegnet; het treinpadrecht-installatie voor de toegang en het gebruik van de perronsporen en sommige aankomst- en vertreksporen ; het rangeerrecht voor de toegang en het gebruik van de installaties voor het vormen, triëren van treinen, en uitwijken van het rollend materieel; de administratieve kosten voor de behandeling van de rijpadaanvragen en voor de reservaties van lokale capaciteit. De andere heffingen worden afzonderlijk toegepast. Heffingen 74 / 86

75 6.3 Tarificatie De minimumdiensten De gebruiksheffing van de infrastructuur dekt de diensten en, dat is te zeggen de minimumdiensten, de toegang via het spoornet tot de voorzieningen en de diensten vermeld onder punt 5.3. Ze wordt beschreven in punt Toegang via het spoornet tot de voorzieningen De onderstaande formules maken gebruik van de eenheidsprijzen en parameters waarvan de waarden vermeld staan in: bijlage F.4 voor de waarden van de eenheidsprijzen en de parameters met betrekking tot de trein; bijlage F.5 voor de waarden van de parameters met betrekking tot de infrastructuur Het treinpadrecht-lijn (TR-L) De formule van het treinpadrecht-lijn is de volgende : 1 2 euro i: Doorlopen sectie op de lijn j: Trein j P: Eenheidsprijs per treinkilometer, geïndexeerd, gebruikt voor alle lijnen van de spoorweginfrastructuur : : 1 : 2 : Prioriteit in het verkeer, als functie van de door Infrabel geboden servicekwaliteit en, in het bijzonder, van het aan de trein toegekende voorrangsniveau ten opzichte van ander verkeer in geval van verkeersstoringen Lengte van de lijnsectie uitgedrukt in kilomet-er, bepaald bij toewijzing van de capaciteit Coëfficiënt in functie van het operationeel belang van de sectie Coëfficiënt in functie van de technische uitrusting van de lijnsectie Ce: Coëfficiënt voor de milieu-effecten, waarvan de huidige waarde = 1 : : :: Coëfficiënt voor de totale massa van de trein (inclusief het gewicht van de locomotief) op de desbetreffende spoorsectie Coëfficiënt in functie van het rijden tijdens de piekuren, afhankelijk van het uur, de dag en de richting waarin het rijpad is gesitueerd op de lijnsectie Coëfficiënt voor de afwijking ten opzichte van het standaardrijpad, afhankelijk van de afwijking tussen de rittijd op het rijpad voor de beschouwde lijnsectie en de rittijd volgens het standaardrijpad Heffingen 75 / 86

76 Het Rangeerrecht-Lijn (RR-L) De formule van het rangeerrecht-lijn is de volgende: RR-L = RL euro per kilometer RL: eenheidsprijs die jaarlijks wordt geïndexeerd. De lijst van de baanvakken die dit bijzonder statuut hebben, is opgenomen in bijlage F Het Treinpadrecht-installatie (TR-I) De formule van het treinpadrecht-installatie verschilt naargelang het type vervoer : Reizigerstreinen: euro Goederentreinen: euro i: Installatie i j: Trein j Pv en Pm: :: : tijd: De eenheidsprijzen, geïndexeerd in functie van de treincategorie, Pv voor de reizigerstreinen en Pm voor de goederentreinen Coëfficiënt van de aard van het gebruik van de installatie (vertrekkende trein, aankomende trein, trein met commerciële stilstand of met verplichte dienststilstand) Coëfficiënt in functie van de operationele belangrijkheid en uitrusting van de installaties i. De tijd, uitgedrukt in minuten, dat het stel het spoor blijft bezetten nadat de inbegrepen tijd is opgebruikt. De inbegrepen tijd voor een reizigerstrein is 30 minuten, voor een goederentrein is dit 120 minuten. De inbegrepen tijd geldt voor de spoorbezetting van de vertrekkende trein j vanuit installatie i Het rangeerrecht (RR) De formule van het rangeerrecht is de volgende: Heffingen 76 / 86

77 RR = M x Co x RB x (1 + Cn ) + C(IB) x Termijn x Lengte(*) x Tijd euro M: Eenheidsprijs op jaarbasis, geïndexeerd, gebruikt voor alle betrokken bundelsporen van de spoorweginfrastructuur Co: De verhoging voor operationeel belangrijke bundels/sporen, momenteel voor alle betrokken bundels = 1 RB: Cn: C(IB): Het rangeerrecht voor een bundel met doodlopende sporen en zonder bijzondere voorzieningen De verhoging in functie van de uitrusting van de bundel. In functie van het uitrustingsniveau zijn er één of meerdere coëfficiënten Cn van toepassing De eventuele toeslag voor bediening van seinen en spoortoestellen (operationalisering) door de infrastructuurbeheerder Termijn : Percentage toegepast naar gelang de termijn gedurende dewelke het spoor werd gereserveerd (LT/KT/RT) Lengte : Lengte van het gebruikte spoor, uitgedrukt in meter Tijd : Duur van de reservatie, uitgedrukt in minuten / (365*24*60) (*) Een spoor ter beschikking gesteld van een infrastructuurgebruiker wordt steeds verrekend voor zijn volledige lengte. De lijst met de installaties is opgenomen in bijlage D.9, de technische uitrusting van de installaties is opgenomen in bijlage F.1. Voor de enkele dienstregeling van december 2013 tot december 2014 wordt een uitzonderlijke en eenmalige korting van 90% op enkel dit rangeerrecht RR toegekend aan de spoorwegondernemingen De administratieve kosten De administratieve kosten voor de capaciteitsaanvragen (AK) De formule van de administratieve kosten voor elke studie, aanvraag of wijziging van een rijpad is de volgende: AK = A euro A: Eenheidsprijs, jaarlijks geïndexeerd De administratieve kosten voor de reservatie van lokale capaciteit (AKC) De formule van de administratieve kosten voor de reservatie van lokale capaciteit is de volgende: AKC = A euro A: Eenheidsprijs, jaarlijks geïndexeerd AKC staat voor de kost ten laste van de spoorwegonderneming die het voorgestelde alternatief heeft geweigerd. Heffingen 77 / 86

78 Specifieke gevallen Tarief voor toeristische ondernemingen De formule van toepassing voor toeristische ondernemingen is de volgende: Prijs = 1 euro per effectieve km De prijs omvat het gebruik van lijnen (TR-L), het gebruik van de installaties (TR-I), het rangeerrecht (RR) en de administratieve kosten (AK). Deze prijs wordt niet geïndexeerd Tarief voor testen op infrastructuur die buiten dienst is gesteld. De formule van toepassing voor testen op infrastructuur die buiten dienst is gesteld is de volgende: Prijs voor het gebruik van een HSL = A euro per km per 1/2u Prijs voor het gebruik van een conventionele lijn = A euro per km per 1/2u Deze prijs omvat het gebruik van de buiten dienst gestelde infrastructuur en de gebruikte tractieenergie. Deze prijzen worden jaarlijks geïndexeerd volgens hetzelfde principe van indexatie dat wordt gebruikt voor de eenheidsprijzen in de formules van de gebruiksheffing (volgens de evolutie van de Gezondheids- en Dienstenindex) Levering van de diensten vermeld onder punt 5.3 De diensten die geleverd worden door de infrastructuurbeheerder, worden opgenomen in de gebruiksheffing voor infrastructuur De aanvullende diensten De tractiestroom De regels voor de prijszetting van de elektrische tractie-energie zijn opgenomen in bijlage F Brandstofbevoorrading Niet van toepassing De diensten voor treinen: het voorverwarmen van passagierstreinen, levering van water, Zie het rangeerrecht (punt ) en elektrische tractie-energie (punt ) Rangeringen en andere diensten die worden verstrekt in de in punt 5.3 genoemde installaties Niet van toepassing Diensten voor buitengewoon vervoer en gevaarlijke goederen De prijszetting van de diensten voor buitengewoon vervoer is opgenomen in bijlage F.3. Heffingen 78 / 86

79 De prijszetting van de diensten voor gevaarlijke goederen wordt beschreven in de gebruiksovereenkomst Diensten buiten de openingsuren De formule van de diensten buiten de openingsuren is de volgende: Prestaties = [Tx + S(za)] * H (za) euro + [Tx + S(zo)] * H (zo) euro + [Tx + S(nacht)] * H (nacht) euro + [Tx + S(za/nacht)] * H (za/nacht) euro + [Tx +S(zo/nacht) * H(zo/nacht) euro Tx: S(nacht) : S(za) : S(zo) : S(za/nacht) : S(zo/nacht) : H : Basis uurtarief, jaarlijks geïndexeerd Toeslag voor nachtwerk (maandag tot en met vrijdag), jaarlijks geïndexeerd Toeslag voor zaterdagwerk overdag, jaarlijks geïndexeerd Toeslag voor zondagswerk overdag, jaarlijks geïndexeerd Toeslag voor nachtwerk op zaterdag, jaarlijks geïndexeerd Toeslag voor nachtwerk op zondag, jaarlijks geïndexeerd Aantal gepresteerde uren (zaterdag overdag (za), zondag overdag (zo), s nachts van maandag tot en met vrijdag (nacht), nachtwerk zaterdag (za/nacht), nachtwerk zondag (zo/nacht)) Deze prijzen worden jaarlijks geïndexeerd volgens hetzelfde principe van indexatie dat wordt gebruikt voor de eenheidsprijzen in de formules van de gebruiksheffing (volgens de evolutie van de Gezondheids- en Dienstenindex). Deze kunnen worden teruggevonden in bijlage F Andere aanvullende diensten De prijszetting van de andere aanvullende diensten van het personeel van de infrastructuurbeheerder wordt beschreven in de gebruiksovereenkomst Ondersteunende diensten Toegang tot het netwerk van telecommunicatie De prijszetting van de toegang tot het netwerk van telecommunicatie van de infrastructuurbeheerder wordt opgenomen in de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur Het bezorgen van bijkomende informatie De prijszetting van het bezorgen van bijkomende informatie door de infrastructuurbeheerder wordt opgenomen in de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur Technische controle van het rollend materieel Niet van toepassing. Heffingen 79 / 86

80 6.4 Prestatieregeling De prestatieregeling kent zijn ontstaan in de toenemende kwaliteitseisen. Deze wordt beschreven in het koninklijk besluit van 6 juli 2011 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 december 2004 betreffende de verdeling van de spoorweginfrastructuurcapaciteiten en de retributie voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur. Dit koninklijk besluit heeft als doel het registreren van storingen die voldoen aan de opgelegde voorwaarden en het toewijzen van vertragingen en opgelopen minuten vertraging aan de betrokken partijen. Dit bonus-malus systeem is voor het gehele net van toepassing en kan boetes inhouden voor handelingen die de exploitatie van het net hinderen, compensaties voor ondernemingen die onder tekortkomingen te lijden hebben, en premies ter beloning van prestaties die de ramingen overtreffen die gebaseerd zijn op het systeem van de optimalisering van de prestaties. Iedere toegewezen vertraging kan betwist worden zoals vastgelegd in artikel 31/7 van het Koninklijk besluit van 9 december 2004 betreffende de verdeling van de spoorweginfrastructuurcapaciteiten en de retributie voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur: De infrastructuurbeheerder onderzoekt elke betwisting. Zo nodig overlegt hij met de spoorwegonderneming die een toewijzing van de oorzaak of van het totaal aantal minuten vertraging betwist, zonder dat hierbij het automatische registratiesysteem van de infrastructuurbeheerder in vraag kan gesteld worden. Indien het overleg niet slaagt en de spoorwegonderneming een aantal minuten vertraging toegewezen krijgt dat zij betwist, dan legt de infrastructuurbeheerder de zienswijzen van beide partijen voor aan het toezichthoudende orgaan opdat het beslist over het aantal minuten vertraging dat moet worden toegekend. Het toezichthoudende orgaan beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf het ogenblik dat de betwisting haar werd voorgelegd, om haar beslissing aan de betrokken partijen mee te delen. Binnen Infrabel werd de dienst Arbitrage Punctuality opgericht die werkt volgens de beschikkingen van het KB van 6 juli 2011 (voor de contactgegevens zie 1.8.1). Deze dienst staat los van de operationele eenheden. In overeenstemming met het Koninklijk besluit van 9 december 2004 gelden de regels zowel voor de infrastructuurbeheerder als voor de spoorwegondernemingen. De operationele eenheden van de infrastructuurbeheerder dienen hun betwistingen in bij de dienst Arbitrage die deze bestudeert en op basis van zijn onderzoek zijn beslissing communiceert. 6.5 Wijzigingen van de gebruiksheffing De eenheidsprijzen worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd. De indexering komt overeen met een proportioneel aandeel van de gezondheidsindex 1 (65%) en van de dienstenindex 2 (35%) van de consumptieprijzen. De referentie-index is deze van de maand november die de indexering voorafgaat. De waarden van de diverse coëfficiënten voor de berekening van de heffingen blijven de gehele dienstregelingperiode van toepassing. De heffing die verschuldigd is voor een capaciteitstoewijzing opgenomen in een kaderovereenkomst, kan tijdens de looptijd van deze kaderovereenkomst slechts wijzigen in de 4 hierna volgende gevallen: 1 Gezondheidsindex: 2 Dienstenindex: Heffingen 80 / 86

81 jaarlijkse indexering op de wijze zoals hierboven beschreven; wijziging van de wettelijke voorschriften betreffende de heffing; wijziging van de bijdrage van de Staat voor de openbare dienst van het beheer van de infrastructuur; volgens de voorwaarden opgenomen in de kaderovereenkomst (bijvoorbeeld: wijziging van de infrastructuur). 6.6 Modaliteiten voor het innen van de gebruiksheffing Voorafbetaling van de gevraagde capaciteit Het gebruiksrecht is voorafgaandelijk per maand te betalen. Deze voorafbetaling is niet van toepassing op aanvragen van capaciteit die bedoeld zijn in punt De voorafbetalingen zijn te betalen aan de infrastructuurbeheerder tegen de 20ste van de maand die de gebruiksmaand voorafgaat. Bij gebrek aan tijdige voorafbetaling kan de infrastructuurbeheerder de toegekende capaciteit terug intrekken. De voorschotten bevinden zich in de gebruiksovereenkomst (zie bijlage B.3) Toegewezen en niet gebruikte capaciteit Het gebruiksrecht voor de toegewezen capaciteit is in principe volledig te betalen door de aanvrager (zie uitzonderingen punt 6.1). Bij annulatie van de toegewezen capaciteit zal het bedrag (behalve de administratieve kosten) voor de niet-gebruikte capaciteit als volgt berekend worden: Melding van de annulatie (# kalenderdagen voor de voorziene ritdag) Percentage van de heffing te betalen < 24u 100% Tussen 24u en 30 dagen 30% Tussen 30 dagen en 60 dagen 15% > 60 dagen 0% Voor de dienst, laten de informatica applicaties momenteel niet toe om het principe van 24u toe te passen. De infrastructuurbeheerder is van mening dat een afgeschaft rijpad aan 100% betaald moet worden als de afschaffing gebeurt op de dag zelf en aan 30% als de afschaffing gebeurt de dag voordien. Voor de dienst, is de periode van 24u een periode die glijdt van uur tot uur, met een afronding naar boven vanaf de 31ste minuut: een annulatie op het uur U + [0 30] zal betaald worden aan 100% als de reservatie voorzien was voor de volgende dag vóór het uur U; een annulatie op het uur U + [31 59] zal betaald worden aan 100% als de reservatie voorzien was voor de volgende dag vóór het uur U Facturatie De infrastructuurbeheerder berekent na verloop van iedere maand het totaal van de verschuldigde gebruiksheffingen voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur M-1. Bij het opstellen van de facturen wordt rekening gehouden met de reeds gefactureerde en betaalde voorschotten. De facturen zijn binnen de 30 dagen te betalen. Heffingen 81 / 86

82 De infrastructuurbeheerder kan verwijlinteresten aanrekenen volgens de wettelijke rentevoeten op de gefactureerde bedragen die niet binnen de voorgeschreven termijnen werden betaald. De invorderings- en inningskosten zijn ten laste van de gebruiker. Vragen of opmerkingen betreffende de facturatie van de gebruiksheffing kunnen steeds gericht worden aan de coördinaten opgenomen in punt De facturatiemethode van de andere heffingen wordt beschreven in de gebruiksovereenkomst (bijlage B.3). 6.7 Waarborg Bij de aanvraag van capaciteit wordt geen waarborg vereist. 6.8 Beroep Bij het toezichthoudende orgaan kunnen schriftelijke klachten worden ingediend door middel van aangetekende zendingen vanwege spoorwegondernemingen, kandidaten of de infrastructuurbeheerder wanneer zij denken het slachtoffer te zijn van een oneerlijke behandeling, van een discriminatie of van elk ander nadeel met betrekking tot het tariferingsysteem, de hoogte of de structuur van heffingen voor het spoorweginfrastructuurgebruik (art 62, 5 van de wet van 4 december 2006). 6.9 Diabolo passagiervergoeding bijdrage van de spoorwegondernemingen Passagiervergoeding Conform art van de wet van 30 april 2007 houdende dringende spoorwegbepalingen int en ontvangt elke spoorwegonderneming die gebruik maakt van de spoorweginfrastructuur voor het vervoer van reizigers van of naar de luchthaven van Brussel-Nationaal (Diabolo-infrastructuur) (uitgezonderd de specifieke gevallen gestipuleerd in art deze wet), een supplement op de prijs van de reis te voldoen door de reiziger, «passagiervergoeding» genoemd. Het initieel bedrag van de passagiervergoeding en elke latere wijziging van dit bedrag worden vastgesteld door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op voorstel van de infrastructuurbeheerder. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd conform het indexatiemechanisme toegelicht in art van de wet van 30 april Artikel 1 van het Koninklijk Besluit van 27 september 2009 houdende vaststelling van het initieel bedrag van de passagiersvergoeding Diabolo van toepassing vanaf 1 november 2009 voorziet dat het bedrag van de passagiervergoeding waarvan sprake in artikel 12, 2, van de wet van 30 april 2007, wordt vastgesteld op 4,10 EUR. Elke spoorwegonderneming stort aan de exploitant van deze infrastructuur (Northern Diabolo nv) de passagiersvergoedingen die moeten worden geïnd en ontvangen. Tussen de exploitant en de spoorwegonderneming, wordt er een overeenkomst gesloten. Hierin worden bepalingen en voorwaarden opgenomen betreffende de periodiciteit van de retrocessie, de methodes van het tellen van het aantal vervoerde reizigers, de zekerheden die door de spoorwegonderneming moeten worden gevestigd als waarborg voor haar retrocessieverplichting en de vergoeding voor de inning van de passagiervergoedingen die niet inbegrepen zijn in de prijs van het vervoersbewijs. Heffingen 82 / 86

83 6.9.2 Bijdrage van de spoorwegondernemingen Conform art van de wet van 30 april 2007 houdende dringende spoorwegbepalingen dient elke spoorwegonderneming die gebruik maakt van de spoorweginfrastructuur voor het binnenlands vervoer van reizigers een jaarlijkse bijdrage te betalen voor de Diabolo-verbinding naar en van de Nationale Luchthaven, «bijdrage van de spoorwegondernemingen» genoemd, gelijk aan het hoogste van beide onderstaande bedragen: 0,5 % van de omzet (exclusief BTW) die door de betrokken spoorwegonderneming werd gerealiseerd op het binnenlands vervoer van reizigers op deze spoorweginfrastructuur tijdens het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is; en euro geïndexeerd op basis van de gemiddelde gezondheidsindex (of elke vergelijkbare index die deze vervangt) voor het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is ten opzichte van de gemiddelde gezondheidsindex voor het jaar 2004 vermenigvuldigd met de in de wet aangehaalde verdeelsleutel (artikel 15, 3). De bijdrage van de spoorwegondernemingen wordt op volgende wijze berekend, geïnd en doorgestort: 1. Voor de berekening van het bedrag van de bijdrage van de spoorwegondernemingen, deelt elke spoorwegonderneming die de bijdrage verschuldigd is de infrastructuurbeheerder via de account manager uiterlijk op 1 juni van het jaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is, de omzet (exclusief BTW) mee die zij heeft gerealiseerd op het binnenlands vervoer van reizigers op deze spoorweginfrastructuur tijdens het voorafgaande kalenderjaar, evenals de gegevens die de controle ervan moeten toelaten. 2. Op basis van de gegevens meegedeeld door de spoorwegondernemingen overeenkomstig het voorgaande punt, stelt de infrastructuurbeheerder elke spoorwegonderneming die de bijdrage verschuldigd is uiterlijk op 15 juni van elk jaar in kennis van de bijdrage die zij verschuldigd is voor het lopende jaar. 3. De spoorwegonderneming die de bijdrage verschuldigd is, stort aan de infrastructuurbeheerder uiterlijk op 30 juni van het lopende jaar de bijdrage die hij voor dat jaar verschuldigd is. 4. De infrastructuurbeheerder stort de ontvangen bedragen aan de exploitant van de Diabolo-infrastructuur binnen twintig werkdagen vanaf de ontvangst ervan. Om zeker te zijn van de betaling van deze bijdrage, kan de infrastructuurbeheerder aan de spoorwegondernemingen het verstrekken van een financiële waarborg opleggen. Deze staat in verhouding tot de bijdrage die de betrokken spoorwegonderneming verschuldigd is, en is transparant en niet-discriminerend. Heffingen 83 / 86

84 Heffingen 84 / 86

Netverklaring. Geldig van 14/12/2014 tot 12/12/2015 Versie van 13/12/2013

Netverklaring. Geldig van 14/12/2014 tot 12/12/2015 Versie van 13/12/2013 Netverklaring Geldig van 14/12/2014 tot 12/12/2015 Versie van 13/12/2013 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 13.12.2013 Eerste versie Versies 3 / 85 INHOUDSTAFEL VERSIES 3 INHOUDSTAFEL 4 1. ALGEMENE

Nadere informatie

Netverklaring B.9. Geldig van 15/12/2013 tot 13/12/2014 Versie van 13/06/2014

Netverklaring B.9. Geldig van 15/12/2013 tot 13/12/2014 Versie van 13/06/2014 Netverklaring B.9 Geldig van 15/12/2013 tot 13/12/2014 Versie van 13/06/2014 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 07.12.2012 Eerste versie 1 21.12.2012 De eenheidsprijzen met betrekking tot de diensten

Nadere informatie

Netverklaring B.9. Geldig van 14/12/2014 tot 12/12/2015 Versie van 13/06/2014

Netverklaring B.9. Geldig van 14/12/2014 tot 12/12/2015 Versie van 13/06/2014 Netverklaring B.9 Geldig van 14/12/2014 tot 12/12/2015 Versie van 13/06/2014 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 13.12.2013 Eerste versie 1 13.06.2014 Aanpassing van de Netverklaring conform de Wet

Nadere informatie

Netverklaring B.9. Geldig van 14/12/2014 tot 12/12/2015 Versie van 04/09/2014

Netverklaring B.9. Geldig van 14/12/2014 tot 12/12/2015 Versie van 04/09/2014 Netverklaring B.9 Geldig van 14/12/2014 tot 12/12/2015 Versie van 04/09/2014 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 13.12.2013 Eerste versie 1 13.06.2014 Aanpassing van de Netverklaring conform de Wet

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 28/08/2015

Netverklaring. Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 28/08/2015 Netverklaring Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 28/08/2015 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 13.12.2013 Eerste versie 1 13.06.2014 Aanpassing van de netverklaring conform de Wet van

Nadere informatie

Netverklaring B.9. Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 12/12/2014

Netverklaring B.9. Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 12/12/2014 Netverklaring B.9 Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 12/12/2014 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 12.12.2014 Eerste versie Versies 3 / 87 INHOUDSTAFEL VERSIES 3 INHOUDSTAFEL 4 1. ALGEMENE

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 11/12/2011 tot 08/12/2012 Versie van 06/09/2012

Netverklaring. Geldig van 11/12/2011 tot 08/12/2012 Versie van 06/09/2012 Netverklaring Geldig van 11/12/2011 tot 08/12/2012 Versie van 06/09/2012 VERSIES. Bijvoegsel Datum Aanpassingen 1 10.12.10 Eerste versie 2 26.01.11 Punt 4.3.1.1: ERRATUM - rechtzetting 3 06.06.11 De bijlage

Nadere informatie

NETVERKLARING. Bijlage A.1 Glossarium. 1. Definities. Aanverwante Spoorwegonderneming

NETVERKLARING. Bijlage A.1 Glossarium. 1. Definities. Aanverwante Spoorwegonderneming NETVERKLARING Bijlage A.1 Glossarium 1. Definities Aanverwante Spoorwegonderneming Area Directie Asset Management - Infrabel Area Directie Traffic Management & Services - Infrabel Boek Van de Treindienst

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 11/12/2015

Netverklaring. Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 11/12/2015 Netverklaring Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 11/12/2015 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 13.12.2013 Eerste versie 1 13.06.2014 Aanpassing van de netverklaring conform de Wet van

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 29/06/2016

Netverklaring. Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 29/06/2016 Netverklaring Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 29/06/2016 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 12.12.2014 Eerste versie 1 28.08.2015 Wijzingen naar aanleiding van de wet van 15 juni

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 11/12/2016 tot 9/12/2017 Versie van 9/10/ Ontwerp

Netverklaring. Geldig van 11/12/2016 tot 9/12/2017 Versie van 9/10/ Ontwerp Netverklaring Geldig van 11/12/2016 tot 9/12/2017 Versie van 9/10/2015 - Ontwerp VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 09.10.2015 Ontwerp op basis van Netverklaring 2016 versie van 28/08/2015: - Hoofddocument:

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 11/12/2011 tot 08/12/2012 VERSIE VAN 06/07/2011

Netverklaring. Geldig van 11/12/2011 tot 08/12/2012 VERSIE VAN 06/07/2011 Netverklaring Geldig van 11/12/2011 tot 08/12/2012 VERSIE VAN 06/07/2011 VERSIES. Bijvoegsel Datum Aanpassingen 1 10.12.10 Eerste versie 2 26.01.11 Punt 4.3.1.1: ERRATUM - rechtzetting 3 06.06.11 De bijlage

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 11/12/2016 tot 09/12/2017 Versie van 29/06/2016

Netverklaring. Geldig van 11/12/2016 tot 09/12/2017 Versie van 29/06/2016 Netverklaring Geldig van 11/12/2016 tot 09/12/2017 Versie van 29/06/2016 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 13.12.2015 Eerste versie ERRATUM 21.01.2016 Erratum in punt 4.5.2.1.1 Aanvraag buiten termijn

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 09/12/2018 tot 14/12/2019 Versie van 18/06/2018

Netverklaring. Geldig van 09/12/2018 tot 14/12/2019 Versie van 18/06/2018 Netverklaring Geldig van 09/12/2018 tot 14/12/2019 Versie van 18/06/2018 VERSIES Versie Datum Aanpassingen (Voor de details raadpleeg het document Netverklaring - Wijzigingen beschikbaar op de website

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 09/12/2018 tot 14/12/2019 Versie van 07/12/2018

Netverklaring. Geldig van 09/12/2018 tot 14/12/2019 Versie van 07/12/2018 Netverklaring Geldig van 09/12/2018 tot 14/12/2019 Versie van 07/12/2018 VERSIES Versie Datum Aanpassingen (Voor de details raadpleeg het document Netverklaring - Wijzigingen beschikbaar op de website

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 09/12/2018 tot 14/12/2019 Versie van 01/04/2019

Netverklaring. Geldig van 09/12/2018 tot 14/12/2019 Versie van 01/04/2019 Netverklaring Geldig van 09/12/2018 tot 14/12/2019 Versie van 01/04/2019 Versie Datum VERSIES Aanpassingen (Voor de details raadpleeg het document Netverklaring - Wijzigingen beschikbaar op de website

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 10/07/2019

Netverklaring. Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 10/07/2019 Netverklaring Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 10/07/2019 Versie Datum 1 07.12.2018 Eerste versie VERSIES Aanpassingen (Voor de details raadpleeg het document Netverklaring - Wijzigingen

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 07/12/2018

Netverklaring. Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 07/12/2018 Netverklaring Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 07/12/2018 Versie Datum 1 07.12.2018 Eerste versie VERSIES Aanpassingen (Voor de details raadpleeg het document Netverklaring - Wijzigingen

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 01/04/2019

Netverklaring. Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 01/04/2019 Netverklaring Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 01/04/2019 Versie Datum 1 07.12.2018 Eerste versie VERSIES Aanpassingen (Voor de details raadpleeg het document Netverklaring - Wijzigingen

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 11/12/2016 tot 09/12/2017 Versie van 30/06/2017

Netverklaring. Geldig van 11/12/2016 tot 09/12/2017 Versie van 30/06/2017 Netverklaring Geldig van 11/12/2016 tot 09/12/2017 Versie van 30/06/2017 VERSIES Versie Datum Aanpassingen (Voor de details zie het document Netverklaring - Wijzigingen beschikbaar op de website www.infrabel.be)

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 01/04/2019

Netverklaring. Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 01/04/2019 Netverklaring Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 01/04/2019 Versie Datum 1 07.12.2018 Eerste versie VERSIES Aanpassingen (Voor de details raadpleeg het document Netverklaring - Wijzigingen

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 16/05/2019

Netverklaring. Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 16/05/2019 Netverklaring Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 16/05/2019 Versie Datum 1 07.12.2018 Eerste versie VERSIES Aanpassingen (Voor de details raadpleeg het document Netverklaring - Wijzigingen

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 11/12/2016 tot 09/12/2017 Versie van 09/12/2016

Netverklaring. Geldig van 11/12/2016 tot 09/12/2017 Versie van 09/12/2016 Netverklaring Geldig van 11/12/2016 tot 09/12/2017 Versie van 09/12/2016 VERSIES Versie Datum Aanpassingen (Voor de details zie het document Netverklaring - Wijzigingen beschikbaar op de website www.infrabel.be)

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 11/12/2016 tot 9/12/2017 Versie van 11/12/2015

Netverklaring. Geldig van 11/12/2016 tot 9/12/2017 Versie van 11/12/2015 Netverklaring Geldig van 11/12/2016 tot 9/12/2017 Versie van 11/12/2015 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 11.12.2015 Eerste versie Versies 3 / 93 INHOUDSTAFEL VERSIES 3 INHOUDSTAFEL 4 1. ALGEMENE

Nadere informatie

Infrabel in het hart van de Europese goederencorridors // 1

Infrabel in het hart van de Europese goederencorridors // 1 Infrabel in het hart van de Europese goederencorridors // 1 Europese corridors voor een concurrerend en betrouwbaar goederenvervoer De Europese Unie heeft op haar grondgebied verschillende goederencorridors

Nadere informatie

Beslissing D S betreffende de opleidingsinstellingen voor treinbegeleiders.

Beslissing D S betreffende de opleidingsinstellingen voor treinbegeleiders. Beslissing D-2018-01-S betreffende de opleidingsinstellingen voor treinbegeleiders. Kruidtuinlaan 50 bus 72 1000 Brussel www.regul.be Inhoudsopgave 1. Voorwerp en wettelijke basis... 3 2. Feiten en retroacta...

Nadere informatie

Beslissing n S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en Crossrail

Beslissing n S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en Crossrail Beslissing n 2018-03-S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en Crossrail Kruidtuinlaan 50 bus 72 1000 Brussel www.regul.be Inhoudstafel 1.

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER Brussel, 10 juli 2018 Annuleert en vervangt de kennisgeving van 27 februari 2018 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD

Nadere informatie

NETVERKLARING. Bijlage A.1 Glossarium. 1. Definities

NETVERKLARING. Bijlage A.1 Glossarium. 1. Definities NETVERKLARING Bijlage A.1 Glossarium 1. Definities Aanverwante Spoorwegonderneming Area Directie Asset Management-Infrabel Area Directie Traffic Management & Services- Infrabel Bureau Organisatie van de

Nadere informatie

Taken van de veiligheidsinstantie DVIS 27/02/2012

Taken van de veiligheidsinstantie DVIS 27/02/2012 27/02/2012 2 Afgifte, vernieuwing, wijziging en intrekking van de veiligheidscertificaten voor spoorwegondernemingen Deel A : voor de spoorwegonderneming die haar allereerste activiteit in België opstart.

Nadere informatie

1 van 5 9-7-2009 21:21 Beheerd door Avis het juridique Publicatiebureau important 31995L0019 Richtlijn 95/19/EG van de Raad van 19 juni 1995 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en

Nadere informatie

Praktische handleiding

Praktische handleiding Belgische veiligheidsinstantie van de spoorwegen Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen voor de aanvraag tot erkenning als centrum belast met de medische en/of psychologische onderzoeken

Nadere informatie

VR DOC.0078/1

VR DOC.0078/1 VR 2017 0302 DOC.0078/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

1. Procedure toelating tot indienststelling : zie hoofdstukken II, III,IV en VI. 2. Aanvraag toelating voertuigtype : zie hoofdstuk V en VII

1. Procedure toelating tot indienststelling : zie hoofdstukken II, III,IV en VI. 2. Aanvraag toelating voertuigtype : zie hoofdstuk V en VII KONINKRIJK BELGIË Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit der Spoorwegen HANDLEIDING VOOR HET BEKOMEN VAN EEN TOELATING OF BESLISSING VAN DE VEILIGHEIDSINSTANTIE BETREFFENDE STRUCTURELE SUBSYSTEMEN In

Nadere informatie

Beslissing D S

Beslissing D S DIENST REGULERING VAN HET SPOORWEGVERVOER EN VAN DE EXPLOITATIE VAN DE LUCHTHAVEN BRUSSEL-NATIONAAL Beslissing D-2013-01-S van 9 september 2013 betreffende het verzoek van de spoorwegonderneming NMBS aan

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT TRANS 134 CODEC 408

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT TRANS 134 CODEC 408 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 20 april 2004 (OR. en) 2002/0025 (COD) C5-0156/04 PE-CONS 3641/04 TRANS 134 CODEC 408 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Richtlijn

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 85 I/60 27.3.2019 VERORDENING (EU) 2019/503 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 25 maart 2019 betreffende bepaalde aspecten van spoorwegveiligheid en spoorverbindingen in verband met de terugtrekking

Nadere informatie

CONTRACT NMBS RAIL RELATED SERVICES TOEGANG TOT DE INSTALLATIES EN DIENSTEN IN DE STATIONS Dienstregeling 2020

CONTRACT NMBS RAIL RELATED SERVICES TOEGANG TOT DE INSTALLATIES EN DIENSTEN IN DE STATIONS Dienstregeling 2020 CONTRACT NMBS RAIL RELATED SERVICES TOEGANG TOT DE INSTALLATIES EN DIENSTEN IN DE STATIONS Dienstregeling 2020 TUSSEN: Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, naamloze vennootschap van publiek

Nadere informatie

VR 2016 DOC.0943/1BIS

VR 2016 DOC.0943/1BIS VR 2016 DOC.0943/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

Praktische handleiding

Praktische handleiding Belgische veiligheidsinstantie van de spoorwegen Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen voor de aanvraag tot erkenning als centrum belast met de medische en/of psychologische onderzoeken

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling over het ontwerp van koninklijk besluit betreffende

Nadere informatie

Advies nr. 2007/2 houdende de levering van opleidingsdiensten aan het rijdend personeel.

Advies nr. 2007/2 houdende de levering van opleidingsdiensten aan het rijdend personeel. DIENST REGULERING VAN HET SPOORWEGVERVOER EN VAN DE EXPLOITATIE VAN DE LUCHTHAVEN BRUSSEL-NATIONAAL Advies nr. 2007/2 houdende de levering van opleidingsdiensten aan het rijdend personeel. Gelet op artikel

Nadere informatie

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN BE NETWERK CAPACITEITSBEHEER - DIENSTREGELINGEN Bureau N.221 Sectie 83 911/54134 N.221/901072/713AT/N.5953 Brussel, 25 april 2002 BERICHT 21N/2002 ALGEMEEN

Nadere informatie

Beslissing n S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en RTB-Cargo

Beslissing n S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en RTB-Cargo Beslissing n 2018-05-S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en RTB-Cargo Kruidtuinlaan 50 bus 72 1000 Brussel www.regul.be Inhoudstafel 1.

Nadere informatie

[ ] ***** Aangaan van internationale samenwerkingsverbanden

[ ] ***** Aangaan van internationale samenwerkingsverbanden [ ] ***** DOOR TRENITALIA INGEDIENDE TOEZEGGINGEN 1. TOEZEGGING TEN AANZIEN VAN GVG Deze toezegging heeft betrekking op de door GVG ingediende verzoeken voor het aangaan van een internationaal samenwerkingsverband

Nadere informatie

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.4.2019 C(2019) 2615 final VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 5.4.2019 tot wijziging van bijlage VI bij Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake

Nadere informatie

Bijlage B.9 Capaciteitsovereenkomst tussen de kandidaat niet spoorwegonderneming en Infrabel

Bijlage B.9 Capaciteitsovereenkomst tussen de kandidaat niet spoorwegonderneming en Infrabel NETVERKLARING Bijlage B.9 Capaciteitsovereenkomst tussen de kandidaat niet spoorwegonderneming en Infrabel Deze capaciteitsovereenkomst, hierna genoemd de «Overeenkomst», wordt gesloten tussen, Enerzijds:

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 3/6 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/6 VAN DE COMMISSIE van 5 januari 2017 betreffende het Europees implementatieplan voor ERTMS DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de

Nadere informatie

Bijlage F.4 Gebruiksheffing - Eenheidsprijzen en waarden van de parameters verbonden met de trein

Bijlage F.4 Gebruiksheffing - Eenheidsprijzen en waarden van de parameters verbonden met de trein NETVERKLARING Bijlage F.4 Gebruiksheffing - Eenheidsprijzen en waarden van de parameters verbonden met de trein 1. Het treinpadrecht-lijnen 1.1. Eenheidsprijs voor het treinpadrecht-lijnen (P) Voor alle

Nadere informatie

Bijlage F.4 Gebruiksheffing - Eenheidsprijzen en waarden van de parameters verbonden met de trein

Bijlage F.4 Gebruiksheffing - Eenheidsprijzen en waarden van de parameters verbonden met de trein NETVERKLARING Bijlage F.4 Gebruiksheffing - Eenheidsprijzen en waarden van de parameters verbonden met de trein 1. Het treinpadrecht-lijnen 1.1. Eenheidsprijs voor het treinpadrecht-lijnen (P) Voor alle

Nadere informatie

VR DOC.0757/1BIS

VR DOC.0757/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het voorontwerp van wet tot wijziging

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.3.2018 C(2018) 1392 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 8.3.2018 tot vaststelling van gemeenschappelijke veiligheidsmethoden inzake de eisen voor

Nadere informatie

L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie

L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie 17.11.2012 VERORDENING (EU) Nr. 1078/2012 VAN DE COMMISSIE van 16 november 2012 betreffende een gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor de controle die moet

Nadere informatie

Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE

Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE 0. Reglementaire basis Artikel 23.1.1 van het Koninklijk Besluit van 20 juli 2001 voor de

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 8.4.2019 L 97/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2019/554 VAN DE COMMISSIE van 5 april 2019 tot wijziging van bijlage VI bij Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement

Nadere informatie

Bijlage B.9 Overeenkomst voor de reservering van capaciteiten tussen de kandidaat niet-spoorwegonderneming en Infrabel

Bijlage B.9 Overeenkomst voor de reservering van capaciteiten tussen de kandidaat niet-spoorwegonderneming en Infrabel NETVERKLARING Bijlage B.9 Overeenkomst voor de reservering van capaciteiten tussen de kandidaat niet-spoorwegonderneming en Infrabel Deze overeenkomst voor de reservering van capaciteiten, hierna genoemd

Nadere informatie

Bijlage B.9 Overeenkomst voor de reservering van capaciteiten tussen de kandidaat niet-spoorwegonderneming en Infrabel

Bijlage B.9 Overeenkomst voor de reservering van capaciteiten tussen de kandidaat niet-spoorwegonderneming en Infrabel NETVERKLARING Bijlage B.9 Overeenkomst voor de reservering van capaciteiten tussen de kandidaat niet-spoorwegonderneming en Infrabel Deze overeenkomst voor de reservering van capaciteiten, hierna genoemd

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 14.11.2017 L 295/69 GEDELEGEERD BESLUIT (EU) 2017/2075 VAN DE COMMISSIE van 4 september 2017 ter vervanging van bijlage VII bij Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad tot instelling

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 185/6 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1136 VAN DE COMMISSIE van 13 juli 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 402/2013 betreffende de gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie

Nadere informatie

Aanbevelingen van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS)

Aanbevelingen van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS) Aanbevelingen van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS) aan de spoorwegondernemingen en de infrastructuurbeheerder werkzaam in België, met het oog op het toepassen van goede

Nadere informatie

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE 29.11.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 314/41 AANBEVELINGEN AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 22 november 2011 betreffende de procedure voor de erkenning van opleidingcentra en examinatoren voor

Nadere informatie

NETVERKLARING. Bijlage B.2 Prestatieregeling van toepassing sinds 1 januari Berekening van de minuten vertraging

NETVERKLARING. Bijlage B.2 Prestatieregeling van toepassing sinds 1 januari Berekening van de minuten vertraging NETVERKLARING Bijlage B.2 Prestatieregeling van toepassing sinds 1 januari 2017 De prestatieregeling bouwt volledig verder op de principes zoals voorzien in het performantieregime dat opgenomen werd in

Nadere informatie

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië inzake internationaal vervoer over de weg

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië inzake internationaal vervoer over de weg Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië inzake internationaal vervoer over de weg Het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië hierna te noemen de Verdragsluitende

Nadere informatie

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122. de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 35 88 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Mededeling Brussel, 2 juni 2017 Kenmerk: NBB_2017_18 uw correspondent:

Nadere informatie

Aanbeveling van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS)

Aanbeveling van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS) Aanbeveling van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS) Aan de spoorwegondernemingen werkzaam in België, met het oog op het toepassen van goede praktijken tot het verbeteren

Nadere informatie

VR DOC.0291/1

VR DOC.0291/1 VR 2018 3003 DOC.0291/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.2.2018 C(2018) 860 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 16.2.2018 tot vaststelling van gemeenschappelijke veiligheidsmethoden voor toezicht door

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen;

Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen; Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr., houdende vaststelling van regels inzake de aanvraag van een veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van

Nadere informatie

Bijlage F.4 Gebruiksheffing - Eenheidsprijzen en waarden van de parameters verbonden met de trein

Bijlage F.4 Gebruiksheffing - Eenheidsprijzen en waarden van de parameters verbonden met de trein NETVERKLARING Bijlage F.4 Gebruiksheffing - Eenheidsprijzen en waarden van de parameters verbonden met de trein 1. Het treinpadrecht-lijnen 1.1. Eenheidsprijs voor het treinpadrecht-lijnen (P) Voor alle

Nadere informatie

Kruidtuinlaan 50 bus Brussel

Kruidtuinlaan 50 bus Brussel Beslissing D-2014-02-S van 19 december 2014 betreffende de controleopdracht naar mogelijke overdracht van capaciteit tussen NMBS Logistics en DB Schenker Rail Nederland binnen het kader van het treinongeval

Nadere informatie

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (91/440/EEG) (PB L 237 van , blz.

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (91/440/EEG) (PB L 237 van , blz. 1991L0440 NL 13.09.1991 000.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN VAN DE RAAD van 29 juli 1991 betreffende

Nadere informatie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. 23.06.2017 16 MAART 2009 Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de toelating tot het luchtverkeer aan bepaalde luchtvaartuigen die niet beschikken over een bewijs van luchtwaardigheid

Nadere informatie

CONTRACT NMBS RAIL RELATED SERVICES FUELLING FACILITIES

CONTRACT NMBS RAIL RELATED SERVICES FUELLING FACILITIES CONTRACT NMBS RAIL RELATED SERVICES FUELLING FACILITIES TUSSEN: Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, naamloze vennootschap van publiek recht met maatschappelijke zetel in de Frankrijkstraat

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 12.8.2014 L 239/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) nr. 869/2014 VAN DE COMMISSIE van 11 augustus 2014 inzake nieuwe spoorvervoersdiensten voor passagiers (Voor

Nadere informatie

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN DIRECTIE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N.232.1 Sectie 81 911/53336 N.232.1/2.6.1.1/046039 Brussel, 10 november 2004 BERICHT 37N/2004 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR

Nadere informatie

Wet van 2 oktober 2017 vergunning voor het exploiteren van een onderneming voor camerasystemen.

Wet van 2 oktober 2017 vergunning voor het exploiteren van een onderneming voor camerasystemen. Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Veiligheid en Preventie Directie Private Veiligheid Aan de ondernemingen voor camerasystemen Uw contactpersoon T Uw referentie Bijlagen 02

Nadere informatie

NETVERKLARING. Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de rijpaden INHOUD

NETVERKLARING. Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de rijpaden INHOUD NETVERKLARING Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de rijpaden INHOUD 1. ALGEMEENHEDEN... 2 1.1. RIJPERIODE... 2 1.2. WEEKKARAKTERISTIEK... 2 1.2.1. Algemeenheden... 2 1.2.2. Betekenis van de gebruikte

Nadere informatie

KAZACHSTAN BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

KAZACHSTAN BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders KAZACHSTAN BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders - Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. - Voor het vervoer naar,

Nadere informatie

NETVERKLARING. Bijlage B.10 Prestatieregeling van toepassing vanaf 1 januari 2017. 1. Berekening van de minuten vertraging

NETVERKLARING. Bijlage B.10 Prestatieregeling van toepassing vanaf 1 januari 2017. 1. Berekening van de minuten vertraging NETVERKLARING Bijlage B.10 Prestatieregeling van toepassing vanaf 1 januari 2017 Deze prestatieregeling bouwt volledig verder op de principes zoals voorzien in het performantieregime dat opgenomen werd

Nadere informatie

4.1 Flowschema s Veiligheidsoverleg 30/09/2014

4.1 Flowschema s Veiligheidsoverleg 30/09/2014 4.1 Flowschema s Veiligheidsoverleg 30/09/2014 FIRMANAAM: Infrabel sandra.devos@infrabel.be PRESENTATOR: Sandra De Vos e-mail: sandra.devos@infrabel.be PRIORITEIT 1 : middel Methodologie van aftoetsen

Nadere informatie

Uw aansluiting op ons netwerk

Uw aansluiting op ons netwerk Uw aansluiting op ons netwerk 1 Een grotere toegankelijkheid voor een sterkere logistieke strategie Mobiliteitsproblemen, ecologische voetafdruk, wegentaks, leveringssnelheid, stijgende olieprijzen Stuk

Nadere informatie

TURKIJE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

TURKIJE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders TURKIJE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders - Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. - Voor het vervoer naar, van

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 12.2.2019 COM(2019) 88 final 2019/0040 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende bepaalde aspecten van spoorwegveiligheid en

Nadere informatie

BIJLAGE. bij GEDELEGEERD BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BIJLAGE. bij GEDELEGEERD BESLUIT VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.9.2017 C(2017) 5963 final ANNEX 1 BIJLAGE bij GEDELEGEERD BESLUIT VAN DE COMMISSIE ter vervanging van bijlage VII bij Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de wederzijdse erkenning van de Gekwalificeerde Persoon binnen de Benelux

Omzendbrief met betrekking tot de wederzijdse erkenning van de Gekwalificeerde Persoon binnen de Benelux Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de wederzijdse erkenning van de Gekwalificeerde Persoon binnen de Benelux Referentie PCCB/S3/KVT/878741 Datum 16/08/2018

Nadere informatie

5814/17 CS/bb DGG 3B. Raad van de Europese Unie. Brussel, 16 februari 2017 (OR. en) 5814/17. Interinstitutioneel dossier: 2016/0330 (NLE) UD 16 SPG 7

5814/17 CS/bb DGG 3B. Raad van de Europese Unie. Brussel, 16 februari 2017 (OR. en) 5814/17. Interinstitutioneel dossier: 2016/0330 (NLE) UD 16 SPG 7 Raad van de Europese Unie Brussel, 16 februari 2017 (OR. en) 5814/17 Interinstitutioneel dossier: 2016/0330 (NLE) UD 16 SPG 7 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Overeenkomst in de vorm

Nadere informatie

Aanbeveling van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS)

Aanbeveling van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS) Aanbeveling van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS) Aan de spoorwegondernemingen werkzaam in België, met het oog op het toepassen van goede praktijken tot het verbeteren

Nadere informatie

2. OPMAAK VAN DE DIENSTREGELINGEN BASISPRINCIPES OPMAAK DIENSTSTOP... 4

2. OPMAAK VAN DE DIENSTREGELINGEN BASISPRINCIPES OPMAAK DIENSTSTOP... 4 NETVERKLARING Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de rijpaden INHOUD 1. ALGEMEENHEDEN... 2 1.1. RIJPERIODE... 2 1.2. WEEKKARAKTERISTIEK... 2 1.2.1. Algemeenheden... 2 1.2.2. Betekenis van de gebruikte

Nadere informatie

OEKRAÏNE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

OEKRAÏNE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders OEKRAÏNE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders - Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. - Voor het vervoer naar, van

Nadere informatie

MOLDAVIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

MOLDAVIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders MOLDAVIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders - Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. - Voor het vervoer naar, van

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 17.6.2017 L 155/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/1018 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

NETVERKLARING. Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de dienstregelingen INHOUD

NETVERKLARING. Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de dienstregelingen INHOUD NETVERKLARING Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de dienstregelingen INHOUD 1. ALGEMEENHEDEN... 3 1.1. RIJPERIODE... 3 1.2. WEEKKARAKTERISTIEK... 3 1.2.1. Algemeenheden... 3 1.2.2. Betekenis van de

Nadere informatie

Praktische gids. nationale vergunning van bestuurder

Praktische gids. nationale vergunning van bestuurder 1 / 20 Praktische gids voor het aanvragen van een nationale vergunning van bestuurder 1. VOORWOORD... 2 2. INLEIDING... 2 3. DEFINITIES... 2 4. WETTELIJKE BASIS... 3 5. PRINCIPES... 4 6. CATEGORIEËN VAN

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.10.2016 COM(2016) 689 final 2013/0028 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN FUELLING FACILITIES

ALGEMENE VOORWAARDEN FUELLING FACILITIES ALGEMENE VOORWAARDEN FUELLING FACILITIES Bijlage 1 Algemene Voorwaarden SFF Page 1 of 8 Inhoudstafel 1- Definities en afkortingen... 3 2- Referentiekader... 3 3- Verplichtingen... 4 3.1. Algemene verplichtingen...

Nadere informatie

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn Prudentieel beleid Brussel, 20 juni 2007 CIRCULAIRE PPB-2007-8-CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn (circulaire aan de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen,

Nadere informatie

ADVIES DIENST REGULERING

ADVIES DIENST REGULERING DIENST REGULERING ADVIES DR-061117-51 betreffende de aanvraag van een leveringsvergunning door de naamloze vennootschap SPE ten gevolge van haar overname van de naamloze vennootschappen Luminus, ALG Négoce

Nadere informatie

België-Brussel: Software voor documentenbeheer 2015/S 113-204388. Aankondiging van een opdracht. Leveringen

België-Brussel: Software voor documentenbeheer 2015/S 113-204388. Aankondiging van een opdracht. Leveringen 1/5 Deze aankondiging op de TED-website: http://ted.europa.eu/udl?uri=ted:notice:204388-2015:text:nl:html België-Brussel: Software voor documentenbeheer 2015/S 113-204388 Aankondiging van een opdracht

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 200052/24 Betreft zaak: ProRail reserveringsvergoeding Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Werkingscriteria en modaliteiten van de controle op de werking van tussenkomende organismen

Werkingscriteria en modaliteiten van de controle op de werking van tussenkomende organismen Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid Dienst Veiligheid van de Consumenten Werkingscriteria en modaliteiten van de controle op de werking van tussenkomende organismen Versie 30/05/07 Referenties :

Nadere informatie