Netverklaring. Geldig van 11/12/2011 tot 08/12/2012 Versie van 06/09/2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Netverklaring. Geldig van 11/12/2011 tot 08/12/2012 Versie van 06/09/2012"

Transcriptie

1 Netverklaring Geldig van 11/12/2011 tot 08/12/2012 Versie van 06/09/2012

2

3 VERSIES. Bijvoegsel Datum Aanpassingen Eerste versie Punt : ERRATUM - rechtzetting De bijlage B.9 Nummering van de treinen is door de bijlage D.11 Lijst 35 Nummering van de treinen van BVT deel III vervangen (punt ) Punt 1.8 Contacten is aangepast (Infrabel, Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en van de Exploitatie van de Luchthaven Brussel-Nationaal) De NV 2012 werd, tegelijkertijd met de publicatie van de NV 2013, verbeterd. De belangrijkste verbeteringen betreffen: - Hoofdstuk 1: punt 1.2 (aanpassing van de coördinaten van de omringende infrastructuurbeheerders), punt 1.8 (toevoeging en aanpassing van de coördinaten van Infrabel en van de Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit) - Hoofdstukken 2, 4 et 6: verduidelijking van de principes verbonden met lokale capaciteiten - Hoofdstuk 5: toevoeging van informatie over de diensten ontwikkeld door Infrabel - Hoofdstuk 6: introductie van de principes verbonden met toeristische ondernemingen en testen op infrastructuur die buiten dienst is gesteld Punt 1.8 : toevoeging van de coördinaten van Infrabel (rijpadaanvragen en aanpassingen van de dienstregeling op Lange Termijn reizigers) en van de Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie, Mobiliteit en Staatshervorming en aanpassing van de coördinaten van de Voorzitter van het Directiecomité ad interim van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer - Punt 3.4 : samenvoeging van de informatie van lijst 6 en van lijst 24 van deel III van het BVT - Punten en : toevoeging van informatie over de tankvoorzieningen - Hoofdstuk 4 : Pathfinder wordt Path Coordination System - Punt : aanpassing van de prioriteitscriteria in geval Versies 3 / 78

4 van verzadiging van de infrastructuur (artikel 6 van het koninklijk besluit van 6 juli 2011 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 december 2004 betreffende de verdeling van de spoorweginfrastructuurcapaciteiten en de retributie voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur) - Hoofdstuk 6 : harmonisatie van de definities van de administratieve kosten Toevoeging van kaart C.8 Implementatie TBL Punt 1.8: Joannes Peeters is Directeur van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van het Spoor (DVIS) geworden - Punt 4.2.3: herformulering van de manieren om rijpadaanvragen in te dienen - Punt : wijziging van de datum van indienststelling van het tankplatform in Genk-Goederen Versies 4 / 78

5 INHOUDSTAFEL VERSIES 3 INHOUDSTAFEL 5 1. ALGEMENE INFORMATIE Inleiding Doelstelling Wettelijk kader Wettelijk statuut Algemene opmerkingen Verantwoordelijkheid Beroep Structuur van de NV Geldigheidsperiode en wijzigingen Geldigheidsperiode Actualisatie Publicatie van de NV Contacten RailNetEurope Internationale samenwerking tussen de infrastructuurbeheerders Glossarium VOORWAARDEN VOOR TOEGANG TOT DE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR Inleiding Toegang tot de spoorweginfrastructuur Te vervullen vereisten om toegang te verkrijgen tot de infrastructuur Houders van een toegangsrecht Vergunning Veiligheidscertificaat Verantwoordelijkheden Algemene commerciële voorwaarden Kaderovereenkomst Toegangscontracten Operationele regels 24 Inhoudstafel 5 / 78

6 2.5 Buitengewoon vervoer Vervoer van gevaarlijke goederen Certificering van het rollend materieel Certificering van het boordpersoneel en van de treinbestuurders INFRASTRUCTUUR Inleiding Omvang van het net Limieten Verbonden netten Andere informatie Beschrijving van het net Geografische beschrijving Capaciteiten Systemen van verkeerscontrole en communicatiesystemen Verkeer met beperkingen Gespecialiseerde infrastructuur Milieubeperkingen Gevaarlijke goederen Tunnels met beperkingen Bruggen met beperkingen Beschikbaarheid van de infrastructuur Terminals voor het reizigersverkeer Terminals voor het goederenverkeer Dienstenfaciliteiten Bundels voor het vormen van de treinen Bundels voor het rangeren en het uitwijken van de treinen Installaties voor onderhoud Tankvoorzieningen Technische uitrusting van de installaties Ontwikkeling van de infrastructuur TOEWIJZING VAN DE CAPACITEITEN Inleiding Beschrijving van de procedure Kandidaten Betrokken organismen Algemene beschrijving van de procedure voor de rijpaden Algemene beschrijving van de procedure voor de lokale capaciteit 39 Inhoudstafel 6 / 78

7 4.3 Kalender voor de aanvragen van capaciteiten en toewijzingsprocedure Planning voor het opstellen van de dienstregeling Planning voor de aanvragen van capaciteiten buiten de procedure voor het opstellen van de dienstregeling Toewijzingsprocedure Coördinatieprocedure Systeem voor de administratieve regeling van geschillen Overbelaste zones: definitie, prioriteitscriteria en toewijzingsprocedure in die zones Impact van de kaderovereenkomsten Toewijzing van capaciteit voor onderhoud, vernieuwing en verbeteringen Rijpaden Lokale capaciteiten Maatregelen wegens niet-gebruik Buitengewoon vervoer en vervoer van gevaarlijke goederen Buitengewoon vervoer Vervoer van gevaarlijke goederen Bijzondere maatregelen bij storing DIENSTEN Inleiding De minimumdiensten Toegang via het spoornet tot de voorzieningen en het verlenen van diensten _ Gebruik van elektrische voedingsinstallaties ten behoeve van de tractie Tankvoorzieningen Reizigersstations, de gebouwen en andere voorzieningen daarvan Goederenterminals Rangeerstations Vormingsstations Parkeerstations Onderhoudscentra en andere technische infrastructuur De aanvullende diensten De tractiestroom Brandstofbevoorrading De diensten voor treinen: het voorverwarmen van passagierstreinen, levering van water, Rangeringen en andere diensten die worden verstrekt in de in punt 5.3 genoemde installaties Diensten voor buitengewoon vervoer en gevaarlijke goederen Diensten buiten de openingsuren Andere aanvullende diensten De ondersteunende diensten Toegang tot het telecommunicatienetwerk 61 Inhoudstafel 7 / 78

8 5.5.2 De levering van aanvullende informatie De technische keuring van het rollend materieel HEFFINGEN Principes van tarificatie De minimumdiensten Toegang via het spoor tot de voorzieningen zoals vermeld in punt De diensten vermeld onder punt Aanvullende diensten Ondersteunende diensten Heffing in geval van overbelasting Samenstelling van de heffing Tarificatie De minimumdiensten Toegang via het spoornet tot de voorzieningen Levering van de diensten vermeld onder punt De aanvullende diensten Ondersteunende diensten Service Level Agreement Wijzigingen van de gebruiksheffing Modaliteiten voor het innen van de gebruiksheffing Voorafbetaling van de gevraagde capaciteiten Toegewezen en niet gebruikte capaciteit Facturatie Waarborg Beroep BIJLAGEN 77 Inhoudstafel 8 / 78

9

10 1.1 Inleiding 1. ALGEMENE INFORMATIE Infrabel is een naamloze vennootschap van publiek recht. Haar missie wordt vastgelegd in een beheerscontract met de overheid en bestaat uit opdrachten van openbare dienstverlening. Binnen het Europese spoornet wil Infrabel bijdragen tot een duurzame mobiliteit ten dienste van de Belgische economische en sociale ontwikkeling. Als Belgische infrastructuurbeheerder (IB) biedt Infrabel zijn klanten, de Belgische en buitenlandse spoorwegondernemingen (SO), een competitieve en kwalitatieve spoorinfrastructuur aan, aangepast aan hun behoeften. Naast het dagelijkse beheer, het onderhoud en de verdere ontwikkeling van de infrastructuur, staat Infrabel ook in voor de regeling en de veiligheid van alle treinverkeer. De wet van 4 december 2006 met betrekking tot het gebruik van de spoorweginfrastructuur (artikelen 21 tot 23) geeft de opdracht aan de spoorweginfrastructuurbeheerder om de Netverklaring (NV) op te stellen en te publiceren, na raadpleging van het toezichthoudende orgaan, de kandidaten en de spoorwegondernemingen die het net gebruiken. Aan de hand van het onderstaande organigram wordt de positie van Infrabel in de NMBS-groep (Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen) voorgesteld: In dit eerste hoofdstuk wordt de doelstelling van de netverklaring toegelicht. Algemene informatie 10 / 78

11 1.2 Doelstelling Het doel van dit document is het verstrekken van informatie over de toegang en het gebruik van de spoorweginfrastructuur aan de spoorwegondernemingen die goederen en/of reizigersvervoer wensen te verzekeren op het Belgische spoorwegnet. De NV bevat de belangrijkste informatie van de nationale wetgeving die de Europese richtlijnen met betrekking tot de spoorwegen omzet. Informatie over de spoorweginfrastructuur van de omringende landen maakt eveneens het onderwerp uit van een Netverklaring. Deze kan u verkrijgen op de volgende adressen: 1 Nederland: ProRail B.V. Vervoer en Dienstregeling, afdeling Accountmanagement Postbus 2038, 3500 GA Utrecht Keyrail BV Postbus 108, 3330 AC Zwijndrecht 2 Duitsland: DB Netz AG Regulierungsmanagement Theodor-Heuss-Allee 7, D Frankfurt/ Main 3 Luxemburg: Administration des Chemins de Fer Division sillons, Guichet Unique BP 1401, L-1014 Luxembourg 4 Frankrijk: Réseau Ferré de France Pôle clients et services / Direction commerciale / Guichet Unique 92 avenue de France, F Paris CEDEX 13 Algemene informatie 11 / 78

12 1.3 Wettelijk kader De NV is gebaseerd op de onderstaande regelgeving: Richtlijn 91/440/EEG van 29 juli 1991, betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap; Richtlijn 95/18/EG van 19 juni 1995 betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen; Richtlijn 2001/14/EG van 26 februari 2001 betreffende de toewijzing van de spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidcertificering; Richtlijn 2004/49 van 29 april 2004 betreffende de veiligheid van de spoorwegen in de Gemeenschap; Wet van 04/12/2006 betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur en de bijhorende KB s; Wet van 19/12/2006 betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen en de bijhorende KB s; Verschillende reglementeringen opgesteld door Infrabel, de UIC, Documenten Richtlijnen en Technische Specificaties van Interoperabiliteit (TSI) Wetten, Koninklijke Besluiten (KB) en Ministeriële Besluiten (MB) Reglement betreffende het internationale spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen (RID) Leaflets Union Internationale des Chemins de fer (UIC) Algemeen Reglement voor het Gebruik van de SpoorwegInfrastructuur (ARGSI), VeiligheidsVoorschriften betreffende de Exploitatie van de SpoorwegInfrastructuur (VVESI ), Algemeen Reglement der Seininrichting (ARS), werken met betrekking tot de infrastructuur (Work In), reservatie van rijpaden (Book In), reservatie van lokale capaciteiten (Shunt In), Consultatieadressen Europese recht: Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer: of Belgisch Staatsblad: Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer: Union Internationale des Chemins de fer : Om deze documenten te kunnen consulteren, dienen de kandidaten en de spoorwegondernemingen een aanvraag te richten aan de UIC. Infrabel - Toegang tot het Net: Om deze documenten en toepassingen aanwezig op de Business Corner te kunnen consulteren, dienen de kandidaten en de spoorwegondernemingen een aanvraag te richten aan Infrabel op het volgende adres: customercare@infrabel.be of aan hun account manager. Algemene informatie 12 / 78

13 Documenten Schematische SeininrichtingsPlannen (SSP), lengteprofielen Plaatselijke protocollen Consultatieadressen Infrabel - Infrastructuur Deze documenten moeten opgevraagd worden bij de zones Infrastructuur, waarvan de adressen opgenomen zijn in bijlage D.4. Infrabel - Netwerk Deze documenten moeten opgevraagd worden bij de Gewestelijke Beheren Infrabel-Netwerk (GBI-N), waarvan de adressen opgenomen zijn in bijlage D Wettelijk statuut Algemene opmerkingen De netverklaring is een document waarin op gedetailleerde wijze de beschrijving van het net, de algemene verkeersregels, de termijnen, de procedures en de criteria in verband met de regelingen voor de heffing van gebruiksrechten en de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit zijn vastgelegd. Dit document bevat verder alle andere gegevens die nodig zijn om de aanvragen voor spoorweginfrastructuurcapaciteit in te dienen. De NV is opgesteld ten behoeve van de kandidaten, de gebruikers en iedere andere betrokken partij Verantwoordelijkheid Bepaalde in deze NV verstrekte gegevens kunnen evolueren in functie van de omzetting van de Europese richtlijnen in de Belgische wetgeving. Het is echter vastgelegd dat de wettelijke of reglementaire teksten die goedgekeurd worden na de publicatie van de NV, automatisch van toepassing zijn volgens hun modaliteiten zonder de noodzakelijke actualisering van de netverklaring. De infrastructuurbeheerder verbindt zich er echter toe om binnen een maand na hun publicatie de NV aan te passen bij elke wijziging aan de wetgevende of regelgevende teksten. Als er ondanks de inspanningen van de IB om correcte informatie te verstrekken, verschillen zouden blijken te bestaan met de regelgeving, dan is deze laatste doorslaggevend. De IB zal er in het bijzonder over waken om zo snel mogelijk elke gemelde fout recht te zetten zonder enig ander gevolg voor hem. De NV wordt in het Nederlands, Frans, Duits en Engels opgesteld. In geval van verschil of interpretatiemoeilijkheden tussen de verschillende versies, zijn enkel de Franstalige en de Nederlandstalige versie doorslaggevend Beroep Conform art. 62, 5 van de wet van 4 december 2006 met betrekking tot het gebruik van de spoorweginfrastructuur, teneinde zijn opdracht inzake de behandeling van klachten te vervullen, kunnen bij het toezichthoudende orgaan (Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en van de Exploitatie van de Luchthaven Brussel-Nationaal, adres: zie punt 1.8) schriftelijke klachten worden ingediend door middel van aangetekende zendingen vanwege spoorwegondernemingen, kandidaten en de spoorweginfrastructuurbeheerder wanneer zij denken het slachtoffer te zijn van een oneerlijke behandeling, van een discriminatie of van elk ander nadeel met betrekking tot: Algemene informatie 13 / 78

14 de netverklaring of de criteria die erin zijn opgenomen ; de toewijzingsprocedure voor infrastructuurcapaciteit en haar resultaten ; het tariferingssysteem, de hoogte of de structuur van heffingen voor het spoorweginfrastructuurgebruik ; de in artikels 6, 7, 8, 1 en 3, 9 en 10 opgenomen bepalingen inzake toegang tot de spoorweginfrastructuur. Het administratief beroep schorst de aangevochten beslissing niet, behoudens andersluidende, gemotiveerde beslissing van het toezichthoudend orgaan op verzoek van de klagende partij. 1.5 Structuur van de NV De structuur en de inhoud van de NV, die bepaald worden door de Europese richtlijnen, werden verfijnd en opgelijst door RailNetEurope (RNE, zie punt 1.9) in het document «Network Statement Common structure and Implementation Guide» op 03/03/2006. Dit document wordt jaarlijks herzien. De laatste versie dateert van 30/03/2011 en is beschikbaar op de website Het is aanbevolen dat elke Europese IB deze structuur aanneemt om de uitwisseling van informatie over het internationale goederenof reizigersverkeer te vergemakkelijken voor alle geïnteresseerde partijen. 1.6 Geldigheidsperiode en wijzigingen Geldigheidsperiode Deze NV geldt voor de dienstregelingperiode van zondag 11 december 2011 tot zaterdag 8 december Actualisatie De netverklaring wordt geactualiseerd door de infrastructuurbeheerder. Bovendien raadpleegt de IB de spoorwegondernemingen die op de Belgische spoorweginfrastructuur rijden, de kandidaten en het toezichthoudende orgaan over het ontwerp van NV ten laatste 2 maanden voor de uiterste datum van publicatie. Zij beschikken over een termijn van 1 maand om hun bevindingen te formuleren. Elke wijziging aan de NV zal in de loop van het jaar worden aangekondigd op de website en op de pagina Versies van de NV. Daarenboven zullen de spoorwegondernemingen, de kandidaten en het toezichthoudende orgaan per brief of per worden verwittigd bij elke belangrijke wijziging. 1.7 Publicatie van de NV De netverklaring wordt gepubliceerd ten laatste 4 maanden voor de door de infrastructuurbeheerder vastgelegde uiterste datum van de capaciteitsaanvragen voor de spoorweginfrastructuur (zie punt 4.3.1). De publicatie van de NV wordt aangekondigd door een bericht in het Belgisch Staatsblad. De NV kan gratis elektronisch worden geraadpleegd ( Algemene informatie 14 / 78

15 1.8 Contacten 1 Infrabel Bevoegdheid Contactbureau Coördinaten Algemene contacten NV Account management Rijpadaanvragen en aanpassingen van de dienstregeling op Lange Termijn (LT) Aanpassingen van de dienstregeling op Korte Termijn (KT) (Toegewezen taken zie punt ) Aanpassingen van de dienstregeling op Korte Termijn (KT) (Toegewezen taken zie punt ) Aanpassingen van de dienstregeling in Real-Time (RT) Bureau I- TN.11b-01 Bureau I- TN.11a Bureau I- TN.121 Bureau I- TN.123 Bureau I- N.213 Bureau I- N.241 Directie Toegang tot het Net Sectie 41/4 Fonsnylaan 13 B-1060 Brussel Tél: customercare@infrabel.be Directie Toegang tot het Net Sectie 41/4 Fonsnylaan 13 B-1060 Brussel Tél: accountmanagement@infrabel.be Directie Toegang tot het Net Sectie 41/4 Fonsnylaan 13 B-1060 Brussel Fax: dienstregelinggoederenhorairesmarchandises@infrabel.be network.passengers.path.allocation@infrabel.be Directie Toegang tot het Net Sectie 41/4 Fonsnylaan 13 B-1060 Brussel Fax: miseenmarcheinlegging@infrabel.be Directie Netwerk Sectie 84 Barastraat 110 B-1070 Brussel Fax: servicedestrainstreindienst@infrabel.be Directie Netwerk Sectie 60 Barastraat 110 B-1070 Brussel Fax: tcrijpadbeheerder.gestionnairesillons@infrabel.be Algemene informatie 15 / 78

16 Bevoegdheid Contactbureau Coördinaten Locale capaciteiten: algemene zaken Locale capaciteiten: aanverwante spoorwegondernemingen (ASO) Gebruiksheffinge n Organisatie van de buitengewone vervoeren One-Stop-shop (OSS) Bureau I- TN.124 Bureau Organisatie van het Treinverkeer (BOT) Bureau I- TN.11b-03 Bureau I- TN.225 Bureau I- TN.122 Directie Toegang tot het Net Sectie 41/4 Fonsnylaan 13 B-1060 Brussel yourshunts@infrabel.be shunt-in.brussel@infrabel.be shunt-in.gent@infrabel.be shunt-in.antwerpen@infrabel.be shunt-in.liege@infrabel.be shunt-in.charleroi@infrabel.be shunt-in.kortrijk@infrabel.be shunt-in.arlon@infrabel.be shunt-in.brugge@infrabel.be shunt-in.antwerpen-haven@infrabel.be shunt-in.leuven@infrabel.be shunt-in.namur@infrabel.be shunt-in.mons@infrabel.be shunt-in.hasselt@infrabel.be Directie Toegang tot het Net Sectie 41/4 Fonsnylaan 13 B-1060 Brussel gebruiksrechtredevance@infrabel.be Directie Toegang tot het Net Section 41/3 Fonsnylaan 13 B-1060 Brussel network.vehicles.licensing@infrabel.be Directie Toegang tot het Net Sectie 41/4 Fonsnylaan 13 B-1060 Brussel Tél: oss-rne@infrabel.be Algemene informatie 16 / 78

17 2 Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en van de Exploitatie van de Luchthaven Brussel-Nationaal Contactpersoon Dhr. Philippe QUARMEAU, directeur Coördinaten Communicatiecentum Noord 2 e verdieping Vooruitgangstraat, 80 Bus 5 B-1030 Brussel Tel: philippe.quarmeau@mobilit.fgov.be 3 Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie, Mobiliteit en Staatshervorming Contactpersoon Dhr. Melchior WATHELET Wetstraat, 51 B-1040 Brussel Coördinaten Tél: info.wathelet@wathelet.fed.be 4 Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer City Atrium Vooruitgangstraat, 56 B-1210 Brussel Bevoegdheid Contactpersoon Coördinaten Algemene diensten Dhr. Marc ROMAN, Voorzitter van het Directiecomité Tel: marc.roman@mobilit.fgov.be N Algemene informatie 17 / 78

18 Bevoegdheid Contactpersoon Coördinaten Vergunningen Dhr. Guy FREDERIX Directie Beleidsontwikkeling en Ondersteuning voor Duurzame Mobiliteit en het Spoor Tel: Fax: Veiligheidscertificaten, certificering van het personeel en van het rollend materieel Dhr. Joannes PEETERS, directeur Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van het Spoor (DVIS) Tel: joannes.peeters@mobilit.fgov.be Algemene informatie 18 / 78

19 1.9 RailNetEurope Internationale samenwerking tussen de infrastructuurbeheerders Om het internationale verkeer op het Europese spoorwegnet te bevorderen en te vereenvoudigen, hebben de Europese spoorweginfrastructuurbeheerders zich gegroepeerd tot RailNetEurope, een organisatie met maatschappelijke zetel in Wenen. Om een goede dienstverlening aan te bieden aan zijn klanten, stelt iedere infrastructuurbeheerder: De rol van dit loket is om: zijn eigen Netverklaring op met betrekking tot zijn spoorwegnetwerk. Dit document is beschikbaar op de site van de verschillende spoorinfrastructuurbeheerders; een loket ter beschikking dat als uniek aanspreekpunt werkt (One Stop Shop OSS) voor de spoorwegondernemingen en voor iedere andere geïnteresseerde partij die informatie wenst te verkrijgen over het spoorwegnetwerk. informatie en ondersteuning te bieden over het gehele pakket van producten en diensten die de infrastructuurbeheerders aanbieden; alle inlichtingen te verstrekken die nodig zijn voor de toegang tot en het gebruik van de infrastructuur van de infrastructuurbeheerder; aanvragen voor rijpaden die gesitueerd zijn op het spoorwegnetwerk van de infrastructuurbeheerders van RailNetEurope, te behandelen in samenspraak met deze infrastructuurbeheerders; te waarborgen dat de aanvragen voor internationale rijpaden naar behoren worden behandeld en rekening houdend met het jaarlijkse dienstregelingproces; offertes op te stellen, samen met de betrokken infrastructuurbeheerders, voor rijpaden voor de gehele internationale rit; contracten af te sluiten; klanten te begeleiden bij de facturatieprocedures en bij de betalingen. Gegevens over de OSS van België kan u terugvinden in het punt 1.8. De lijst met de andere Europese OSS zijn beschikbaar op Glossarium Bijlage A.1 bevat de definitie van de specifieke termen en de verklaring van de gebruikte afkortingen in dit document. Algemene informatie 19 / 78

20 2. VOORWAARDEN VOOR TOEGANG TOT DE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR 2.1 Inleiding Het tweede hoofdstuk bespreekt de voorwaarden waaraan een spoorwegonderneming moet voldoen om toegang te verkrijgen tot de Belgische spoorweginfrastructuur. 2.2 Toegang tot de spoorweginfrastructuur Te vervullen vereisten om toegang te verkrijgen tot de infrastructuur Elke spoorwegonderneming die spoorwegvervoerdiensten wil verrichten en toegang wil hebben tot de spoorweginfrastructuur moet in het bezit zijn van: een vergunning die bestemd is voor het type diensten dat ze aanbiedt, afgeleverd door de bevoegde overheid van een lidstaat van de Europese Unie (zie punt 2.2.3); een spoorwegveiligheidscertificaat (zie punt 2.2.4); beschikbare spoorweginfrastructuurcapaciteiten toegekend door de spoorweginfrastructuurbeheerder (zie hoofdstuk 4). Elke spoorwegonderneming die de spoorweginfrastructuur wil gebruiken moet op voorhand in het bezit zijn van een gebruiksovereenkomst afgesloten met de IB waarin de rechten en plichten van de verschillende partijen worden gedefinieerd (punt ). Elke spoorwegonderneming die de lokale spoorweginfrastructuur (bundels, ) wil gebruiken moet op voorhand in het bezit zijn van een plaatselijk protocol afgesloten met de IB waarin de rechten en plichten van de verschillende partijen worden gedefinieerd (punt ). Voorwaarden voor toegang tot de spoorweginfrastructuur 20 / 78

21 2.2.2 Houders van een toegangsrecht Hebben toegang tot de spoorweginfrastructuur: de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen voor de exploitatie van al haar vervoersactiviteiten voor reizigers en goederen; elke spoorwegonderneming die gevestigd is in een lidstaat van de Europese Unie voor de exploitatie van internationale vervoersdiensten van reizigers. Bij een internationale passagiersvervoerdienst hebben de spoorwegondernemingen het recht op het internationale traject passagiers te laten opstappen in elk station en ze te laten uitstappen in een ander station, ook voor het vervoer van reizigers op gedeelten van dat traject die tussen twee Belgische stations liggen (de zgn. cabotage cfr. art. 5 van het KB van 19 mei 2009). Het toezichthoudende orgaan bepaalt of de vervoersdienst in hoofdzaak een internationaal karakter heeft, cfr. artikel 10 van het KB van 19 mei elke spoorwegonderneming die gevestigd is in een lidstaat van de Europese Unie voor de exploitatie van elk type van goederenvervoersdiensten. De spoorweginfrastructuurbeheerder verplaatst zich vrij, voor het onderhoud, het beheer, de vernieuwing en de uitbreiding van de spoorweginfrastructuur, met naleving van de veiligheidsmaatregelen die aan elke gebruiker van de spoorweginfrastructuur worden opgelegd en met naleving van de rijpaden die werden toegewezen aan de spoorwegondernemingen Vergunning Om toegang te krijgen tot de spoorweginfrastructuur, moet de kandidaat in het bezit zijn van een vergunning die hem toelaat om als spoorwegonderneming erkend te worden. Elke onderneming die een exploitatiezetel in België heeft, heeft het recht een vergunning bij de minister te vragen (zie punt 1.8). De vergunning is onoverdraagbaar en beschrijft het type diensten waarvoor ze geldig is. Ze is geldig op het gehele grondgebied van de Europese Unie. De afgifte van de vergunning wordt vastgelegd in hoofdstuk II van de wet van 4 december 2006 betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur en in artikelen 3 en 4 van het KB van 16 januari 2007 betreffende de vergunning van spoorwegonderneming. Alle bijkomende informatie met betrekking tot de spoorwegvergunning kan verkregen worden bij de Directie Beleidsontwikkeling en Ondersteuning voor Duurzame Mobiliteit en het Spoor (zie punt 1.8) Veiligheidscertificaat Om toegang te hebben tot het spoorwegnetwerk, moet de kandidaat in het bezit zijn van een veiligheidscertificaat dat geldig is op het gehele net of op een deel van de Belgische spoorweginfrastructuur. Het veiligheidscertificaat bestaat uit 2 delen: Deel A: Een certificering die bevestigt dat het veiligheidsbeheerssysteem van de spoorwegonderneming is goedgekeurd. De spoorwegonderneming die haar bedrijvigheid in België heeft opgezet, moet een aanvraag indienen bij de veiligheidsinstantie per aangetekend schrijven. Bij de aanvraag wordt een dossier gevoegd met Voorwaarden voor toegang tot de spoorweginfrastructuur 21 / 78

22 het veiligheidsbeheerssysteem en een afschrift van de vergunning indien zij door een andere lidstaat van de Europese unie werd aangegeven. Dit eerste deel vermeldt het type en de draagwijdte van de spoorwegactiviteiten waarvoor het geldt. Het certificaat is geldig in de hele Europese Unie voor gelijkwaardige spoorvervoeractiviteiten. Deel B: Een certificering die bevestigt dat de voorzieningen die de spoorwegonderneming heeft getroffen om te voldoen aan de specifieke eisen om veilig op het betrokken net te kunnen opereren, zijn goedgekeurd. De eisen kunnen betrekking hebben op de toepassing van de TSI en de nationale veiligheidsvoorschriften, in het bijzonder deze in verband met het veiligheidspersoneel en het rollend materieel. Dit tweede deel, het nationale certificaat, verleend aan de in België of in een ander land van de Europese Unie gevestigde spoorwegonderneming die van plan is spoorwegvervoerdiensten te exploiteren op het Belgische net, wordt afgeleverd door de veiligheidsinstantie. Het veiligheidscertificaat wordt afgeleverd volgens de voorwaarden van hoofdstuk III van het KB van 16 januari 2007 betreffende de veiligheidsvergunning en het veiligheidscertificaat, de indienststelling van rollend materieel en het jaarlijkse veiligheidsverslag. Alle informatie op het gebied van het veiligheidscertificaat kan worden verkregen bij de veiligheidsinstantie (Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen - DVIS, zie punt 1.8) Verantwoordelijkheden De verantwoordelijkheden van de spoorwegondernemingen worden beschreven in de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur (zie bijlage B.3). 2.3 Algemene commerciële voorwaarden Kaderovereenkomst De kaderovereenkomst is een overeenkomst die de rechten en verplichtingen van een kandidaat en van de beheerder van de spoorweginfrastructuur vastlegt en die betrekking heeft op de toe te wijzen spoorweginfrastructuurcapaciteit en de te heffen rechten voor een periode die langer is dan de geldigheidsduur van één dienstregelingtijdvak. De kaderovereenkomst omvat geen gedetailleerde beschrijving van een rijpad, maar is zo opgesteld dat aan de gewettigde commerciële behoeften van de aanvrager tegemoet wordt gekomen. Ze mag geen belemmering vormen voor het gebruik van de infrastructuur door andere kandidaten of diensten. Mits eerbiediging van het zakengeheim worden de algemene bepalingen van elke kaderovereenkomst openbaar gemaakt aan alle partijen die in aanmerking komen voor het gebruiken van dezelfde capaciteit. De kaderovereenkomst wordt normaal gezien gesloten voor een periode van vijf jaar, en kan worden verlengd met periodes die gelijk zijn aan haar oorspronkelijke looptijd. De spoorweginfrastructuurbeheerder kan in specifieke gevallen met een kortere of langere looptijd instemmen. Een looptijd van meer dan vijf jaar wordt gerechtvaardigd door het bestaan van commerciële overeenkomsten, specifieke investeringen of risico's. Voorwaarden voor toegang tot de spoorweginfrastructuur 22 / 78

23 Voor diensten waarbij gebruik wordt gemaakt van infrastructuur, die overeenkomstig artikel 38, alinea 2 van de wet van 4 december 2006 is aangewezen en die een door de aanvrager naar behoren gemotiveerde aanzienlijke en langdurige investering vereist, kan de looptijd van de kaderovereenkomst vijftien jaar bedragen. Een looptijd van meer dan vijftien jaar is alleen in uitzonderingsgevallen mogelijk. De gebruiksovereenkomst wordt gesloten volgens de voorwaarden van artikel 25 (hoofdstuk III) van de wet van 4 december Het toezichthoudende orgaan is bevoegd voor het verlenen van toestemming voor de inwerkingtreding van een kaderovereenkomst (art 25/1 van de wet van de 4 december 2006 zoals ingevoerd door art. 7 van het KB van 19 mei 2009). Een formulier voor aanvraag van een kaderovereenkomst, door de kandidaten in te vullen, en een model van een kaderovereenkomst te sluiten tussen de kandidaat en de IB is te vinden in bijlage B.2. De toewijzingsprocedure van de rijpaden in het geval van een kaderovereenkomst is gedetailleerd in punt Toegangscontracten Gebruiksovereenkomst Elk gebruik van de spoorweginfrastructuur door de houder van een rijpad wordt voorafgegaan door het afsluiten van een overeenkomst tussen de spoorweginfrastructuurbeheerder en de spoorwegonderneming die spoorwegvervoerdiensten verricht, waarin de respectieve rechten en verplichtingen van elke partij worden vastgelegd. De bepalingen van deze overeenkomst zijn nietdiscriminerend, transparant en in overeenstemming met de van kracht zijnde wettelijke en reglementaire bepalingen. Naar dit contract wordt verder verwezen als gebruiksovereenkomst. De gebruiksovereenkomst bepaalt inzonderheid de nadere regels van de tenuitvoerlegging van de veiligheidsvoorschriften. Zij bevat eveneens een prestatieregeling die tariferingssystemen voor het gebruik van de infrastructuur toepast om spoorwegondernemingen en de spoorweginfrastructuurbeheerder ertoe aan te zetten om tekortkomingen zo gering mogelijk te houden en de prestaties van het spoorwegnet te verbeteren. De prestatieregeling is voor het gehele net van toepassing en kan boetes inhouden voor handelingen die de exploitatie van het net hinderen, compensaties voor ondernemingen die onder tekortkomingen te lijden hebben, en premies ter beloning van prestaties die de ramingen overtreffen die gebaseerd zijn op het systeem van de optimalisering van de prestaties. De gebruiksovereenkomst wordt afgesloten volgens de voorwaarden van artikel 24 (hoofdstuk III) van de wet van 4 december 2006 betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur, zoals bepaald in paragraaf 1 van dit gedeelte. De partijen kunnen het toezichthoudende orgaan om advies vragen over de verenigbaarheid van deze overeenkomst met de bepalingen van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten. Meer uitleg over de prestatieregeling kunt u onder punt 6.4 vinden. De algemene voorwaarden voor de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur zijn opgenomen in bijlage B.3. Voorwaarden voor toegang tot de spoorweginfrastructuur 23 / 78

24 Plaatselijke protocollen De spoorwegonderneming dient voor de installatie of groep van installaties waar ze bewerkingen wil uitvoeren met de lokale leider van het exploitatieorgaan (manager GBI-N) een plaatselijk protocol af te sluiten. Het plaatselijk protocol, afgesloten tussen de IB en de SO, is een aanvulling bij de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur. Het regelt de praktische modaliteiten betreffende het gebruik van de Belgische spoorweginfrastructuur. Het moet te allen tijde ondergeschikt zijn aan de toepasselijke reglementering, met inbegrip van de netverklaring. Het plaatselijk protocol is onderworpen aan het behoud door de SO van de relevante spoorweginfrastructuurcapaciteit (rijpaden). Verliest de SO deze, dan komt er op de datum van dit verlies automatisch een einde aan het protocol. Zowel de SO als de IB kunnen het plaatselijk protocol opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden. De IB kan het plaatselijk protocol onmiddellijk opzeggen indien blijkt dat de SO zich schuldig maakt aan inbreuken, ongeacht de aard of het belang van deze inbreuken, wanneer deze de veiligheid van het verkeer of de bewegingen in het gedrang brengen of kunnen brengen. Elke opzeg gebeurt per aangetekend schrijven met ontvangstbevestiging, waarbij de toepassingsdatum deze is van de ontvangst van het aangetekende schrijven. In geval van strijdigheid tussen de bepalingen van het plaatselijk protocol en van de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur, primeren de bepalingen van de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur, tenzij deze gebruiksovereenkomst voor onderdelen ervan, anders zou bepalen of tenzij deze gebruiksovereenkomst ruimte laat voor aanvulling of verduidelijking. Behalve indien de partijen in gezamenlijk overleg anders beslissen, blijft het plaatselijk protocol, in geval van wijziging van de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur, geldig en vormt het aldus een aanvulling bij de gewijzigde gebruiksovereenkomst. Indien een bepaling van het plaatselijk protocol strijdig zou zijn met de toepasselijke reglementering met inbegrip van de netverklaring, dan zullen de partijen zodra mogelijk deze bepaling vervangen door een nieuwe bepaling die deze strijdigheid opheft en het best overeenstemt met hun beider bedoelingen. Het voorgaande geldt niet voor strijdigheden welke voortvloeien uit wijzigingen van de genoemde reglementering zelf, in welk geval een officiële kennisgeving door de IB volstaat. Het plaatselijk protocol treedt in voege op de datum van de ondertekening door de SO en de IB en wordt opgesteld in twee exemplaren. De plaatselijke protocollen kunnen worden opgevraagd bij de GBI-N waartoe de installatie behoort. De adressen van de GBI-N zijn vermeld in bijlage D.10 (Lijst 34 van Deel III van de BVT). 2.4 Operationele regels De operationele regels die door het treinpersoneel tijdens hun dagelijkse werkzaamheden dienen te worden gerespecteerd, zijn opgenomen in het Algemeen Reglement voor het Gebruik van de SpoorwegInfrastructuur (ARGSI, boeken en 2.1.4) en in de verschillende boeken van de VeiligheidsVoorschriften betreffende de Exploitatie van de SpoorwegInfrastructuur (VVESI ), Voorwaarden voor toegang tot de spoorweginfrastructuur 24 / 78

25 opgesteld door de IB. Deze documenten kunnen geraadpleegd worden door de spoorwegondernemingen en de kandidaten op de Business Corner (zie punt 1.3). 2.5 Buitengewoon vervoer Een vervoer wordt als buitengewoon vervoer beschouwd volgens Leaflet [Buitengewoon Vervoer Bepalingen betreffende de studie en de uitvoering van buitengewoon vervoer] van de UIC (Union Internationale des Chemins de fer) als het door zijn omvang, gewicht of gesteldheid, bijzondere moeilijkheden oplevert met betrekking tot de vaste installaties of wagens van één van de te berijden spoorwegen/so, zodat het daardoor slechts onder bijzondere technische- of exploitatievoorwaarden kan worden toegelaten. De reglementaire voorschriften die gelden voor het verkeer van buitengewone vervoeren zijn beschreven in de volgende documenten: het VVESI 4.4 Buitengewone vervoeren en ladingen; het VVESI 5.3 Verkeer van buitengewone vervoeren. Gegevens over het proces van capaciteitstoewijzing voor buitengewoon vervoer kan u terugvinden in punt en gegevens over de diensten betreffende buitengewoon vervoer in punt Vervoer van gevaarlijke goederen Men spreekt van gevaarlijke goederen als het over stoffen of objecten gaat waarvan het transport verboden is door het Reglement betreffende het Internationale spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen (RID) of enkel wordt toegelaten onder bepaalde voorwaarden. In België is het vervoer per spoor van bepaalde gevaarlijke goederen onderworpen aan de wettelijke bepalingen vermeld in het VVESI Voorschriften voor treinen. Gegevens over het proces van capaciteitstoewijzing voor transport van gevaarlijke goederen worden hernomen in punt en gegevens over de diensten betreffende die laatste in punt Voorwaarden voor toegang tot de spoorweginfrastructuur 25 / 78

26 2.7 Certificering van het rollend materieel De veiligheidsinstantie (DVIS, coördinaten zie punt 1.8) geeft de toelating tot indienststelling van het nieuwe rollend materieel volgens de voorwaarden van de wet van 26 januari 2010 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Europese Gemeenschap (zie hoofdstuk 5 van deze wet). Het rollend materieel moet bovendien conform zijn aan de veiligheidsvereisten zoals gedefinieerd in het MB van 30 juli 2010 tot aanneming van de van toepassing zijnde vereisten op het rollend materieel voor het gebruik van rijpaden. 2.8 Certificering van het boordpersoneel en van de treinbestuurders Het personeel wordt gecertificeerd door de veiligheidsinstantie (DVIS, details zie punt 1.8) volgens de voorwaarden van de wet van 26 januari 2010, hoofdstuk IV van het Koninklijk besluit van 16 januari 2007 houdende de veiligheidsvereisten- en procedures van toepassing op de spoorweginfrastructuurbeheerder en de spoorwegondernemingen gewijzigd door het Koninklijk besluit van 25 juni 2010, door het Koninklijk besluit van 18 januari 2008 betreffende de verlening van opleidingsdiensten aan treinbestuurders en treinpersoneel en door het Ministerieel besluit van 9 juni 2009 tot aanneming van het bestek voor het veiligheidspersoneel. Voorwaarden voor toegang tot de spoorweginfrastructuur 26 / 78

27 3.1 Inleiding 3. INFRASTRUCTUUR Dit hoofdstuk geeft gedetailleerde informatie in verband met de Belgische spoorweginfrastructuur. Tijdens het jaar kan deze informatie onderhevig zijn aan wijzigingen. De IB informeert zijn klanten over de verschillende types infrastructuurwerken voor de 20 ste van de maand voorafgaand aan de maand tijdens dewelke de werken plaatsvinden, behalve in het geval van overmacht, via de rubriek Work In van de Business Corner (zie punten 1.3 en 4.5.1). 3.2 Omvang van het net Limieten De spoorweginfrastructuur wordt beschreven als alle elementen welke bedoeld zijn in bijlage I, deel A, van Verordening (EG) nr. 851/2006 van de Commissie van 9 juni 2006 betreffende de vaststelling van de inhoud van de verschillende posten van de boekhoudkundige schema's bedoeld in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 1108/70 van de Raad van 4 juni De kaarten cdr en cdr (zie bijlage C.1) geven een schematisch overzicht van het net. Lijst 1 van deel III van het BVT (zie bijlage D.1) geeft de benaming van de lijnen, hun belangrijkste kenmerken en hun bijzonderheden. Hoewel ze deel uitmaken van de Belgische spoorweginfrastructuur, mogen onderstaande installaties niet door een kandidaat worden gebruikt: de sporen buiten dienst; de aansluitingen op de installaties van de technische diensten van de IB; de aansluitingen op de installaties van de technische diensten van een andere SO; de installaties waarvoor de IB een bezettingstoelating heeft gegeven; Infrastructuur 27 / 78

28 de sporen voorbehouden voor de technische diensten van de IB, een SO of elke andere onderneming Verbonden netten De Belgische spoorweginfrastructuur geeft toegang tot de spoorweginfrastructuren van de buurlanden, tot de havensporen, tot de terminals, tot de bundels alsook tot de verbindingen van de verladers en de SO. De lijst van de grenspunten en de aangrenzende IB wordt vermeld in lijst 33 deel III van het BVT (zie bijlage D.5). De details van de aangrenzende IB staan in punt 1.2. De toegang tot de terminals, de bundels en andere installaties wordt uitgelegd in punten 3.6, 3.7 en Andere informatie Bijkomende informatie kan worden ingewonnen bij de IB (zie details punt 1.8). 3.3 Beschrijving van het net Geografische beschrijving Lijnen en sporen De kaarten van de Belgische spoorweginfrastructuur en (zie bijlage C.1) geven een overzicht van de verschillende lijnen. Lijst 3 van deel III van het BVT geeft een gedetailleerd overzicht van de enkelspoor- en de dubbelspoorbaanvakken en van de baanvakken met meerdere sporen (zie bijlage D.2) Spoorbreedte Alle sporen van de Belgische spoorweginfrastructuur zijn aangelegd met een standaardspoorbreedte van 1,435 m. De details betreffende de spoorbreedte zijn beschreven in UIC Leaflet 510 Wagons - Loopwerk - Normalisering en het VVESI 1.2 Sporen, kunstwerken en vrijeruimteprofiel Stations en knooppunten Lijst 13 van deel III van het BVT (zie bijlage D.3) bevat de lijst van de stations. Bijlage E.1 - Afstand tussen stations en knooppunten geeft de afstand tussen de stations en de knooppunten voor elke lijn of referentie. Aan de hand van schematische kaarten van de Belgische spoorweginfrastructuur en (zie bijlage C.1) kan men deze stations en knooppunten lokaliseren Capaciteiten Vrijeruimteprofiel De begrippen met betrekking tot het vrijeruimteprofiel en het laadprofiel komen aan bod in het VVESI Sporen, kunstwerken en vrijeruimteprofiel en in de Contrat Uniforme d Utilisation des wagons (CUU). De Leaflet 506 UIC bevat de regels voor de toepassing van de vrijeruimteprofielen GA, GB, GC, GB1 et GB2 die de grootste afmetingen beschrijven in het bovenste gedeelte en het vrijeruimteprofiel GI3 dat belangrijker is in het onderste gedeelte. Infrastructuur 28 / 78

29 Wat betreft de belasting per wielas, is het net toegankelijk voor lasten D4. De informatie met betrekking tot de last per wielas staat ook in het VVESI Sporen, kunstwerken en vrijeruimteprofiel. De kaart van lijst 5 van deel III van het BVT geeft de codificatie van het gecombineerd vervoer dat toegelaten wordt op de Belgische spoorweginfrastructuur (zie bijlage C.3) De gecombineerde vervoerscodes staan in de CUU. Bijkomende informatie over buitengewone vervoeren is terug te vinden in: het VVESI Verkeer van buitengewone vervoeren ; het VVESI Buitengewone vervoeren en ladingen Toegelaten last van de treinen Toegelaten lasten De SO moet de volgende gegevens leveren aan de IB: massa en lengte van het krachtvoertuig ; aantal drijfassen ; tractiecurve (kracht aan de haak volgens de snelheid) ; maximaal vermogen van het krachtvoertuig. De IB houdt rekening met de karakteristieken van de infrastructuur op de geplande reisweg. Op basis van de kenmerken van het krachtvoertuig en de infrastructuur, voert de IB een statische berekening uit waarmee hij de aanzetbelasting bepaalt en een simulatie van het dynamische gedrag van de trein waarmee hij de trekbelasting bepaalt. De aanzetbelasting is de maximale belasting waarbij een krachtvoertuig kan aanzetten; de adhesie (verhouding tussen de trekkracht en het gewicht vanaf hetwelke het krachtvoertuig gaat slippen) is de fundamentele parameter om deze te bepalen. De IB bepaalt op basis van de gevraagde reisweg de kritieke helling volgens de steilte en de lengte. Aan de hand van de karakteristieken die verband houden met de adhesie van het krachtvoertuig (gewicht en aantal drijfassen) kan men de theoretische aanzetbelasting op de kritieke helling bepalen. De IB bepaalt de aanzetbelasting met een veiligheidsmarge ten opzichte van de theoretische aanzetbelasting, rekening houdend met het voor de IB aanvaarde pannerisico. De trekbelasting is de maximale belasting die een krachtvoertuig kan trekken bij een gegeven constante snelheid; naast de adhesie, is het vermogen de fundamentele parameter om deze te bepalen. De IB bepaalt op de gevraagde reisweg de kritieke secties (volgens de hellingen, bochten, de configuratie van de seininrichting en de roosters). Hij simuleert het gedrag van de trein voor de verschillende belastingen en neemt als trekbelasting de hoogste belasting die de trein aankan voor het rijpad. Het respecteren van het rijpad wordt beoordeeld volgens de exploitatievoorwaarden (gespecialiseerde lijn of gemengd reizigers-goederen, dubbelspoor of enkelspoor,...). De IB neemt als toegelaten belasting van de trein ofwel de aanzetbelasting ofwel de trekbelasting op basis van de exploitatiemogelijkheden. Infrastructuur 29 / 78

30 Last per strekkende meter De informatie met betrekking tot de last per strekkende meter staat in het VVESI Buitengewone vervoeren en ladingen Hellingen Zowel de hellingen als de hoogte van de stations en de knooppunten zijn aangeduid op de lengteprofielen. De bijzondere voorschriften die van toepassing zijn voor de hellingen van lijn 36 tussen Luik-Guillemins en Ans staan in het VVESI Exploitatievoorschriften voor de lijnen. De SO kunnen de lengteprofielen bekomen bij de zones Infrastructuur. Op de kaart van bijlage C.2 staan de grenzen van de zones aangeduid. De contactadressen van de zones zijn opgenomen in de lijst 32 van deel III van het BVT (zie bijlage D.4) Snelheid Lijst 1 van deel III van het BVT (zie bijlage D.1) bevat de refertesnelheid van de lijnen. De door de seininrichting toegelaten snelheden worden in detail vermeld op de Schematische Seininrichtingsplannen. De SO kunnen de Schematische Seininrichtingsplannen bij de zones Infrastructuur verkrijgen. De kaart van bijlage C.2 duidt de territoriale grenzen van de zones aan. De contactadressen van de zones zijn opgenomen in de lijst 32 van deel III van het BVT (zie bijlage D.4). De IB kan striktere of minder strikte snelheden opleggen op basis van de exploitatiemogelijkheden of om technische redenen Maximale lengte van de trein De lengte van de reizigerstreinen is als volgt beperkt: getrokken stellen: 430 m of 16 voertuigen ; motorstellen: 12 rijtuigen ; hogesnelheidstreinen: 18 rijtuigen. De lengte van de goederentreinen is in principe beperkt tot 750 m, sleeplocomotief(ven) inbegrepen. Elke lengte die meer bedraagt dan 650 m moet in alle gevallen goedgekeurd worden door de IB. De IB kan minder of meer beperkende lengtes opleggen op basis van de exploitatiemogelijkheden of om technische redenen. De gedetailleerde regels zijn beschreven in het VVESI 4.1 Voorschriften voor treinen. De lengte van de perrons in de reizigersstations staat in lijst 15 van deel III van het BVT (zie bijlage D.6). De lengte van de kruis- en wijksporen staat in lijst 3 van deel III van het BVT (zie bijlage D.2) Stroomvoorziening Het systeem van de elektrische voeding is beschreven in het VVESI 2.1 Vaste installaties van de elektrische tractie. De meeste lijnen van de Belgische spoorweginfrastructuur zijn geëlektrificeerd met 3 kv gelijkspanning. Enkele lijnen zijn geëlektrificeerd met 25 kv 50 Hz. De lijn 24 is geëlektrificeerd met 15 kv tussen Montzen en de Duitse grens. De kaart 9700.cdr (zie bijlage C.4) geeft een overzicht van de geëlektrificeerde lijnen en van de bovenleidingspanning. De details staan in lijst 1 van deel III van het BVT (zie bijlage D.1). Infrastructuur 30 / 78

31 De kaart cdr van bijlage C.5 geeft de maximale stroomsterkte die beschikbaar is op elke lijn of lijnvak. Deze maximale waarde kan aangepast worden in het kader van een bijzonder akkoord rekening houdende met de specificiteit van het materieel en zijn rit op het netwerk. De IB stelt de SO installaties 3 kv ter beschikking voor de voorverwarming van de treinstellen. Deze dienst wordt uitgelegd in punt Systemen van verkeerscontrole en communicatiesystemen Seininrichtingssystemen Behalve indien anders vermeld op de kaart S104-0 (zie bijlage C.6) zijn alle lijnen van de Belgische spoorweginfrastructuur uitgerust met seinen langs het spoor. De verschillende seininrichtingssystemen zijn beschreven in het boek 3 van het VVESI Besturing en seingeving en het boek 6 Exploitatie en Verkeersleiding Boekdeel Seingeving. Lijst 1 van deel III van het BVT (zie bijlage D.1) vermeldt de bijzonderheden van de lijnen inzake seininrichting Systemen van verkeerscontrole Het verkeersleidingscentrum (Traffic Control) heeft als doel de treinen in real time op het volledige net te volgen en corrigerende maatregelen te nemen in geval van storingen. Het is uitgerust met hoogstaande technologische systemen (zoals bv. de grafische schermen die een volledig overzicht geven van alle treinlijnen en zich dagelijks automatisch aanpassen) alsook met de modernste communicatiemiddelen. De systemen van verkeerscontrole worden hernomen in de verschillende boeken van het VVESI Communicatiesystemen Het Belgische spoorwegnet is uitgerust met GSM for Railways (GSM-R). Het is een gestandaardiseerd, internationaal, digitaal radiocommunicatiesysteem binnen Europa met als doel de interoperabiliteit tussen de spoorwegnetten te vergroten, volgens de Europese richtlijnen 96/48/EG en 2001/16/EG. Het netwerk GSM-R moet gebruikt worden voor alle veiligheidscommunicaties tussen de treinbestuurder en Traffic Control en dit ter vervanging van de verbinding grond-trein die in de toekomst zal afgeschaft worden. Infrastructuur 31 / 78

32 De beschikbaarheid van het GSM-R netwerk op de verschillende lijnen wordt vermeld op lijst 1 deel III van het BVT (bijlage D.1) Het ondersteunt de spraak- en datadiensten en biedt radio-ondersteuning voor het Europese seinstelsel ERTMS (European Rail Traffic Management System) / ETCS (European Train Control System), in eerste instantie op de hogesnelheidslijnen. De planning voor de uitrusting van het net met ETCS staat in bijlage C.7. Om toegang te krijgen tot het GSM-R netwerk van de IB (voor mondelinge communicatie of digitale gegevens), moet het materieel uitgerust zijn met een cabineradio GSM-R gecertificeerd conform de nationale vereisten en een Infrabel SIM-kaart of een SIM-kaart van een andere infrastructuurbeheerder waarvan het GSM-R netwerk gekoppeld is aan het UIC GSM-R netwerk (momenteel: DB Netz, Prorail, RFF, SBB). De SIM-kaart moet geconfigureerd zijn conform de EIRENE (European Integrated Railway Radio Enhanced Network) normen. Om een Infrabel SIM-kaart te verkrijgen, moet de spoorwegonderneming zich richten tot zijn account manager. Bij zijn aanvraag, dient de SO te preciseren voor welk materieel de SIM-kaart bestemd is. De Infrabel SIM-kaarten zijn gratis Hulpmiddelen bij het besturen en stuurpostseininrichtingsystemen De hulpmiddelen bij het besturen zijn beschreven in het VVESI 3.2 Hulp bij het besturen. Kaart S104-0 (zie bijlage C.6) geeft een overzicht van de locaties van de hulpmiddelen bij het besturen en van de stuurpostseininrichtingsystemen en lijst 1 van deel III van het BVT (zie bijlage D.1.1) geeft de details ervan. De bijlage van lijst 1 van deel III van het BVT (zie bijlage D.1.2) toont de lijnen, lijnvakken en knooppunten uitgerust met TBL 1+ en bijlage E.2 geeft een overzicht van de planning van TBL1+. Bijlage C.8 toont de stand van zaken van de implementatie van TBL1+ in Verkeer met beperkingen Gespecialiseerde infrastructuur De beperkingen die gelden voor het verkeer op bepaalde lijnen staan vermeld in VVESI 5.2 Exploitatievoorschriften voor de lijnen. De bijzondere voorschriften die van toepassing zijn op bepaalde lijnen en voor bepaalde voertuigen, staan vermeld in lijst 24 van deel III van het BVT (zie bijlage D.8). De lijn 166 van Y. Neffe tot Bertrix, de lijn 165 van Bertrix tot Aubange, de lijn 165/1 tussen Aubange en Rodange (LU) en de lijn 165/2 tussen Aubange et Mont-Saint-Martin (F) zijn gespecialiseerd voor goederenvervoer. Er is geen voorbestemde hoofdlijn. De lijnen met een nummer boven 200 worden industriële lijnen genoemd en worden gebruikt voor goederenverkeer Infrastructuur 32 / 78

33 3.4.2 Milieubeperkingen Bepaalde milieubeperkingen kunnen door de IB worden opgelegd in het kader van het respecteren van de inhoud van bouwvergunningen, afgeleverd door de Gewesten. Deze beperkingen betreffen ofwel het rollend materieel ofwel de capaciteit (toegelaten verkeer, treincategorie, dag, nacht, weekend, ). De IB mag in dit geval en in functie van de inhoud van deze bouwvergunningen capaciteit weigeren, op bepaalde momenten van de dag, zelfs indien de betreffende lijnen niet verzadigd verklaard zijn. Deze beperkingen betreffen vooral de hogesnelheidslijnen. Alle beperkingen met betrekking tot capaciteit kunnen verkregen worden bij de IB Gevaarlijke goederen De voorschriften die gelden voor het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen staan in het Reglement betreffende het Internationaal spoorvervoer van gevaarlijke goederen (RID). Dit document vermeldt de gevaarlijke goederen waarvan het internationaal vervoer wordt uitgesloten en de gevaarlijke goederen waarvan het internationaal vervoer wordt gemachtigd alsook de voorwaarden opgelegd aan deze goederen. De maatregelen die genomen moeten worden in geval van een ongeval waarin een of meerdere RID wagon(s) is (zijn) betrokken, worden besproken in het VVESI 5.5 De maatregelen te nemen in geval van een ongeval, een hindernis of een noodgeval. Het vervoer van gevaarlijke goederen is verboden in de Noord-Zuidverbinding Antwerpen (lijn 25 tussen Antwerpen-Berchem en Antwerpen Luchtbal) en in de Noord-Zuidverbinding te Brussel (lijn 0 tussen Brussel-Zuid en Brussel-Noord) Tunnels met beperkingen De lijst van de tunnels op het net staat vermeld op kaart nr cdr (zie bijlage C.4). De beperkingen die gelden voor het verkeer in de tunnels op bepaalde lijnen staan in het VVESI 5.2 Voorschriften voor de exploitatie van lijnen. De bijzondere voorschriften die gelden op bepaalde lijnen en voor bepaalde voertuigen staan in lijst 24 van deel III van het BVT (zie bijlage D.8) Bruggen met beperkingen De lijst van de mobiele bruggen op het net staat vermeld op kaart nr cdr (zie bijlage C.4). De sluitingsuren van deze bruggen voor het treinverkeer zijn beschikbaar bij de IB. De bijzondere voorschriften die gelden op bepaalde lijnen en voor bepaalde voertuigen staan in lijst 24 van deel III van het BVT (zie bijlage D.8). 3.5 Beschikbaarheid van de infrastructuur Een deel van de capaciteit is toegekend aan de IB, voor het onderhoud, de vernieuwing en de verbetering van de spoorweginfrastructuur. Uitgebreide informatie over dit onderwerp vindt u in punt 4.5. Infrastructuur 33 / 78

34 3.6 Terminals voor het reizigersverkeer Lijst 15 van deel III van het BVT (zie bijlage D.6) bevat de lijst van de stations die uitgerust zijn met reizigersperrons alsook de lengte van deze perrons. 3.7 Terminals voor het goederenverkeer De IB beheert de goederenterminals niet. Deze behoren toe aan een SO of aan derden die onafhankelijk zijn van de IB. 3.8 Dienstenfaciliteiten Bundels voor het vormen van de treinen Lijst 11 van deel III van het BVT (zie bijlage D.9) geeft de bundels van de stations die beschikbaar zijn voor het vormen van treinen. Ze geeft eveneens de openingstijden van de bundels, dit zijn de periodes wanneer men toegang heeft tot de bundel. De plaatselijke protocollen voor het gebruik van de infrastructuur vermelden de maximale lengte van de treinen die toegang krijgen tot een bundel. Deze protocollen kunnen worden opgevraagd bij de GBI-N waartoe de installatie behoort. De adressen van de GBI-N zijn vermeld in bijlage D.10 (Lijst 34 van Deel III van de BVT). De toegang tot deze bundels wordt uitgelegd in hoofdstuk 4 (delen betreffende lokale capaciteiten) Bundels voor het rangeren en het uitwijken van de treinen Lijst 11 van deel III van het BVT (zie bijlage D.9) geeft de bundels van de stations die beschikbaar zijn voor het rangeren alsook voor het uitwijken van rollend materieel. Ze geeft eveneens de openingstijden van de bundels, dit zijn de periodes wanneer men toegang heeft tot de bundel. De plaatselijke protocollen voor het gebruik van de infrastructuur vermelden de maximale lengte van de treinen die toegang krijgen tot een bundel. Deze protocollen kunnen worden opgevraagd bij de GBI-N waartoe de installatie behoort. De adressen van de GBI-N zijn vermeld in bijlage D.10 (Lijst 34 van Deel III van de BVT). De toegang tot deze bundels wordt uitgelegd in hoofdstuk 4 (delen betreffende lokale capaciteiten) Installaties voor onderhoud De IB beschikt niet over installaties voor het onderhoud van het rollend materieel. De installaties voor het onderhoud van het rollend materieel die toegankelijk zijn via de Belgische spoorweginfrastructuur behoren toe aan een SO of aan derden die onafhankelijk zijn van de IB Tankvoorzieningen De tankvoorzieningen voor de dieselvoertuigen die toegankelijk zijn op de Belgische spoorinfrastructuur zijn onder te verdelen in drie groepen. Meer informatie hierover is terug te vinden in punt Infrastructuur 34 / 78

35 3.8.5 Technische uitrusting van de installaties De IB beschikt in bepaalde van zijn installaties over technische uitrustingen, met name voor het leveren van elektriciteit, water en perslucht. De lijst van die installaties en van hun locatie is vermeld in bijlage F.1. Een SO mag die installaties enkel gebruiken indien de gebruiksovereenkomst en het plaatselijke protocol dit voorzien. 3.9 Ontwikkeling van de infrastructuur De IB moderniseert voortdurend haar infrastructuur. De huidige en toekomstige projecten omvatten het GEN-project, dat het toenemende verkeer van en naar Brussel moet opvangen, het Diaboloproject dat tot doel heeft de Luchthaven Brussel-Nationaal rechtstreeks te verbinden met de assen Brussel - Luik - Duitsland en Brussel - Antwerpen - Nederland, projecten met als einddoel de intermodaliteit zee-spoor in de belangrijkste havens te bevorderen, Deze verschillende projecten staan op de website De IB informeert haar klanten over de verschillende types infrastructuurwerken voor de 20 ste van de maand voorafgaand aan de maand tijdens dewelke de werken plaatsvinden, behalve in het geval van overmacht, via de rubriek Work In van de Business Corner (zie punten 1.3 en 4.5.1). Infrastructuur 35 / 78

36 4.1 Inleiding 4. TOEWIJZING VAN DE CAPACITEITEN De spoorwegonderneming die in het bezit is van een spoorwegvergunning en de procedure heeft opgestart voor het verkrijgen van een veiligheidscertificaat, kan capaciteit bij de IB aanvragen. Deze capaciteit kan betrekking hebben op een rijpad (dienst ) of een lokale capaciteit (dienst ). De andere diensten van de IB ter beschikking van de klanten, worden uitgelegd in hoofdstuk 5. De procedure voor het toewijzen van capaciteit wordt in dit vierde hoofdstuk beschreven. 4.2 Beschrijving van de procedure Kandidaten De kandidaten en hun toegangsrechten tot de Belgische spoorweginfrastructuur zijn beschreven in punten en (zie supra) Betrokken organismen De infrastructuurbeheerder De IB is het organisme dat instaat voor de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit. Alle capaciteitsaanvragen moeten aan hem worden gericht. In geval van concurrentiële aanvragen stelt hij een coördinatieprocedure in Het toezichthoudende orgaan de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en de Exploitatie van de Luchthaven Brussel-Nationaal. De wet van 4 december 2006 betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur bepaalt in haar artikelen 61 tot 67 de opdrachten en de bevoegdheden van het toezichthoudende orgaan. Het Toewijzing van de capaciteiten 36 / 78

37 Koninklijk Besluit van 25 oktober 2004 tot oprichting van de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en de Exploitatie van de Luchthaven Brussel-Nationaal en tot vaststelling van zijn samenstelling en het statuut dat van toepassing is op zijn leden gewijzigd door het KB van 1 februari 2006 schrijft in het artikel 2 bis voor dat deze dienst het toezichthoudende orgaan is Geschillen inzake toewijzing infrastructuurcapaciteit Op verzoek van een kandidaat of de infrastructuurbeheerder neemt de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en van de Exploitatie van de Luchthaven Brussel-Nationaal (coördinaten zie punt 1.8) binnen de tien werkdagen een beslissing over elk geschil inzake de toewijzing van de spoorweginfrastructuurcapaciteit (art. 62, 4 van de wet van 4 december 2006) Klachten Schriftelijke klachten kunnen bij het toezichthoudende orgaan worden ingediend door middel van aangetekende zendingen vanwege spoorwegondernemingen, kandidaten en de spoorweginfrastructuurbeheerder wanneer zij denken het slachtoffer te zijn van een oneerlijke behandeling, van een discriminatie of van elk ander nadeel met betrekking tot de toewijzingsprocedure voor infrastructuurcapaciteit en haar resultaten (art. 62, 5 van de wet van 4 december 2006) Algemene beschrijving van de procedure voor de rijpaden De principes die hieronder worden beschreven, zijn van toepassing voor de rijpadaanvragen zowel binnen als buiten de procedure van de uitwerking van de dienstregeling Indiening van de rijpadaanvraag Iedere aanvraag tot wijziging van een rijpadaanvraag voor goederen- en reizigerstreinen dient als volgt te worden ingediend: voor nationale aanvragen: verplicht via de applicatie Book In, behalve als die niet beschikbaar is. In dat geval moeten de capaciteitsformulieren gebruikt worden (zie bijlagen B 1.1. en B 1.2); voor internationale aanvragen: - ofwel met behulp van de applicatie PCS (Path Coordination System); - ofwel met behulp van de formulieren in bijlagen B 1.1, B 1.2 of B 1.3. Elk rijpad dia via een andere weg wordt ingediend (telefoon, zonder formulier van aanvraag, ) zal worden geweigerd door de IB. Elke spoorwegonderneming die een rijpad aanvraagt voor een goederentrein bij het vertrek vanuit of de aankomst in een installatie, die niet het vertrekpunt of de bestemming van de wagons is, dient bepaalde bijkomende informatie te leveren. Daartoe dient ze in de applicatie Book In, de applicatie Path Coordination System of het formulier voor de aanvraag van het rijpad: de oorsprong en/of de bestemming van de wagons zelfs als deze zich voordoet/voordoen in partnerschap met een andere operator; de voorziene duur van verblijf in deze installatie; de naam van de andere spoorwegonderneming die het vervoer zou verzekeren bij het vertrek of bij de aankomst van de trein; Toewijzing van de capaciteiten 37 / 78

38 te vermelden. Wanneer een aanvrager voornemens is infrastructuurcapaciteit aan te vragen met het oog op het exploiteren van een internationale passagiersvervoersdienst met halten die vervoerdiensten tussen twee in België gelegen stations mogelijk maken, stelt hij de spoorweginfrastructuurbeheerder en het toezichthoudende orgaan daarvan in kennis. Om de beoordeling mogelijk te maken van het doel van een internationale passagiersvervoerdienst, zorgt het toezichthoudende orgaan ervoor dat de minister, alsook de minister die een in een openbaredienstcontract omschreven passagiersvervoerdienst per spoor heeft gegund en elke spoorwegonderneming die het openbaredienstcontract uitvoert op het traject van deze internationale passagiersvervoerdienst, op de hoogte worden gebracht. De applicatie Book In is beschikbaar op de Business Corner van Infrabel. De spoorwegondernemingen moeten een aanvraag indienen via hun account manager indien ze er gebruik van willen maken. De applicatie Path Coordination System is beschikbaar op de website van RailNetEurope. Om er gebruik van te kunnen maken moeten de toegangscodes gevraagd worden aan RailNetEurope ( De aanvragen van rijpaden, die ingevoerd worden a.d.h.v. formulieren voorzien in bijlage B, worden schriftelijk, per fax of ingediend bij de adressen opgenomen in punt 1.8. De datum van een aanvraag is gelijk aan de datum van ontvangst van de aanvraag door de IB. De IB onderzoekt de ontvankelijkheid van de aanvraag en maakt de technische studie Toewijzing van de rijpaden De IB kent het gevraagde rijpad toe indien het beschikbaar is en zoniet stelt hij een variant voor. In voorkomend geval wordt het dossier beschouwd als één en dezelfde aanvraag. De IB deelt de capaciteitstoewijzingen mee via Book In, Path Coordination System, bij gewoon schrijven, per fax of . In geval van een mededeling per brief is de dag van kennisgeving de datum van deze brief. In de twee laatste gevallen is de dag van kennisgeving de datum van het verzenden van de fax of de . De IB wijst de rijpaden toe voor een maximale duur die overeenstemt met een enkele dienstregelingperiode. De kandidaten die capaciteiten vragen voor een termijn die langer is dan een dienstregelingperiode moeten met de IB een kaderovereenkomst sluiten (zie punt 2.3.1). Meer informatie betreffende de opstelling en het publiceren van de dienstregelingen zijn te vinden in bijlage B.4. De nummering van de treinen wordt uitgelegd in bijlage D.11 (Lijst 35 van Deel III van de BVT). De treinnummers kunnen worden aangevuld met ontdubbelingstekens (/1, /2, ) voor puur operationele redenen Wijziging van de rijpadaanvraag Iedere aanvraag tot wijziging van een aanvraag in behandeling of van een reeds toegewezen capaciteit vormt een nieuwe aanvraag. Iedere aanvraag tot wijziging van een rijpadaanvraag voor goederen- en reizigerstreinen dient als volgt te worden ingediend: Toewijzing van de capaciteiten 38 / 78

39 voor nationale aanvragen: verplicht via de applicatie Book In, behalve als die niet beschikbaar is. In dat geval moeten de capaciteitsformulieren gebruikt worden (zie bijlagen B 1.1. en B 1.2); voor internationale aanvragen: - ofwel met behulp van de applicatie PCS (Path Coordination System); - ofwel met behulp van de formulieren in bijlagen B 1.1, B 1.2 of B 1.3. Elk rijpad dia via een andere weg wordt ingediend (telefoon, zonder formulier van aanvraag, ) zal worden geweigerd door de IB Schorsing of intrekking van de rijpaden De IB heeft het recht om het toegekende rijpad te schorsen of in te trekken, bij hoogdringendheid of in geval van absolute noodzaak wegens storingen die de spoorweginfrastructuur tijdelijk onbruikbaar maken en dit voor de duur nodig om de installatie opnieuw in werking te stellen (artikel 44 van de wet van 4 december 2006). De IB brengt de houder van het rijpad daarvan op de hoogte via gewoon schrijven, per fax of Afzien van de rijpaden Elke houder van rijpaden kan afzien van het gebruik van de volledige of van een gedeelte van de toegekende rijpaden. Hij oefent dit recht uit onder de voorwaarden vermeld in punt De aanvragen tot verzaken voor de goederen- en de reizigerstreinen dienen te gebeuren aan de hand van de applicatie Book In voor nationale aanvragen (uitzonderlijk als er problemen zijn met de werking van de applicatie, mogen ze worden ingediend met de documenten van bijlagen B 1.1 en B 1.2) en aan de hand van de applicatie Path Coordination System of via het gebruik van het formulier RNE (zie bijlage B 1.3) voor de internationale relaties. Als de aanvraag schriftelijk, per fax of wordt ingediend, is de datum van de aanvraag die van de dag waarop ze door de IB wordt ontvangen. Het rijpad waarvan wordt afgezien, wordt beschouwd als opnieuw beschikbaar. De IB kan aan elke kandidaat het recht toekennen om gebruik te maken van de beschikbaar geworden rijpaden voor zover die kandidaat voldoet aan het geheel van voorwaarden die aan dit gebruik voorafgaan Algemene beschrijving van de procedure voor de lokale capaciteit Indiening van de aanvragen voor lokale capaciteit Algemene principes De IB biedt de SO de mogelijkheid om lokale capaciteiten te reserveren in de stationsbundels. Daartoe stelt de IB aan de SO de reserveringstool Shunt In ter beschikking in de Business Corner. Om toegang te krijgen tot de applicatie, dient de SO contact op te nemen met zijn account manager. Bijlage F.1 toont het geheel van de sporen van de IB. Hierin worden de lokale capaciteiten die gereserveerd kunnen worden in twee categorieën onderverdeeld: sporen die op lange termijn / korte termijn / in real time gereserveerd kunnen worden onder de status RRR (RangeerRecht Reserveerbaar); Toewijzing van de capaciteiten 39 / 78

40 sporen die enkel in real time gereserveerd kunnen worden onder de status RRNR (RangeerRecht Niet Reserveerbaar). Op het Belgische spoornet zijn er drie types van bundels: onbeseinde bundels: elke bundel waarvan de sporen worden beheerd door de SO en waarvan de toegang eveneens onder haar bevoegdheid valt (de ingang tot de bundel kan evenwel bediend worden door de IB); beseinde bundels: elke bundel waarvan de sporen alsook de toegang worden beheerd door de IB; de bundels «installatie met overgedragen bediening»: elke bundel waarvan de ingang en de toekenning van de capaciteit beheerd worden door de IB maar de toegang wordt bediend door de bevoegde SO. Volgens het bundeltype en de reserveringswijze, zijn er principes vastgelegd in onderstaande tabel: Reservatie op lange termijn (RLT) - Volle capaciteit - Jaar X-1 Beseinde bundels Bundels «Installatie met overgedragen bediening» Onbeseinde bundels - De SO voert de reservaties in in de reserveringstool Shunt In LT. - De IB (Bureaus Organisatie van het Treinverkeer - BOT, details zie punt 1.8) beheert de lokale planning van de sporen alsook de beschikbaarheid van een spoor, rekening houdend met de operationele noodwendigheden van de spoorinfrastructuur. Hierbij verwerkt ze prioritaire reservaties op de sporen waar infrastructuuronderhoudswerkzaamheden noodzakelijk zijn. - De IB (bureau I-TN.124, in samenwerking met de GBI-N, details zie punt 1.8) behandelt de concurrerende aanvragen en lost ze op. Reservatie op korte termijn (RKT) - Restcapaciteit - Jaar X - De SO voert de reservaties in in de reserveringstool Shunt In KT. - De IB (Bureau Organisatie van het Treinverkeer - BOT, details zie punt 1.8) beheert de lokale planning van de sporen alsook de beschikbaarheid van een spoor, rekening houdend met de operationele noodwendigheden van de spoorinfrastructuur. Hierbij verwerkt ze prioritaire reservaties op de sporen waar infrastructuuronderhoudswerkzaamheden noodzakelijk zijn. - Er is geen aanleiding tot het beheer van concurrerende aanvragen omdat er geen conflicten mogelijk zijn tussen de SO in de Korte Termijn (Principe FIFS First In First Served). Reservatie in real time (RRT) - Restcapaciteit - Jaar X - De IB (het seinhuis) voert de reservaties in in de reserveringstool Shunt In RT. - De IB (het seinhuis) kent de capaciteit in real time toe. - Er is geen aanleiding tot het beheer van concurrerende aanvragen omdat er geen conflicten - De SO voert de reservaties in in de reserveringstool Shunt In RT. - Er is geen aanleiding tot het beheer van concurrerende aanvragen omdat er geen Toewijzing van de capaciteiten 40 / 78

41 mogelijk zijn in real time (Principe FIFS First In First Served). conflicten mogelijk zijn in real time (Principe FIFS First In First Served). Momenteel wordt alleen de installatie van Berendrecht in Antwerpen beheerd volgens de principes van de installatie met overgedragen bediening. Voor meer informatie verwijzen we naar de reglementering over de installaties met overgedragen bedieningen in de Business Corner. De lokale capaciteitsreservaties zijn anoniem zichtbaar voor alle SO waardoor de IB de vertrouwelijkheid van de gegevens kan garanderen Bijzonder geval voor aanverwante spoorwegondernemingen in verband met de lokale capaciteit Een aanverwante spoorwegonderneming (ASO) is elke vereniging, maatschappij of rechtspersoon gerechtigd om rijpaden aan te vragen voor verkeer van materieel op het net met als doel: homologatie - certificatie of toeristische ritten. Volgende principes zijn van toepassing voor ASO: Reservatie op lange termijn (RLT) - Reservatie op korte termijn (RKT) Reservatie in real time (RRT) Beseinde bundels Bundels «Installatie met overgedragen bediening» Onbeseinde bundels Om een aanvraag voor lokale capaciteit op lange termijn of op korte termijn te verrichten, moet de aanverwante SO het formulier gebruiken van bijlage B.1.4. Het formulier moet verzonden worden naar de IB (het bevoegde BOT), in functie van de gekozen installatie waar de reservatie gewenst is. De lijst van de verschillende functionele mailboxen van de BOT wordt vermeld in punt 1.8. Om een aanvraag voor lokale capaciteit in real time te verrichten, moet de aanverwante SO zich rechtstreeks naar het seinhuis van de betrokken installatie richten Toewijzing van lokale capaciteiten De reservatie van een lokale capaciteit in een installatie geeft geen aanleiding tot een absolute verplichting van de IB om toegang te verlenen tot het spoor van die installatie of rangeringen van en naar dat spoor toe te laten. Elke SO die materieel plaatst op een welbepaald spoor is hiervoor verantwoordelijk tot het materieel verwijderd wordt. Elk ander akkoord moet formeel worden meegedeeld aan de IB Wijziging van lokale capaciteiten Elke aanvraag van wijziging van lokale capaciteiten is mogelijk onder de voorwaarden vermeld in punt Schorsing of intrekking van de lokale capaciteiten De IB kan op elk ogenblik een lokale capaciteit annuleren of wijzigen die voordien was toegekend wanneer: Toewijzing van de capaciteiten 41 / 78

42 er zich een capaciteitsprobleem voordoet in de betrokken installatie die kan uitmonden in een blokkering van de bundel; een toegekende capaciteit in LT of KT zelden of nooit werd gebruikt; een spoor onbeschikbaar moet gesteld worden vanwege operationele noodwendigheden, met name het onderhoud van de spoorinfrastructuur Afzien van lokale capaciteiten Elke houder van lokale capaciteiten kan afzien van het gebruik van de volledige of van een gedeelte van de toegekende lokale capaciteiten. Hij oefent dit recht uit onder de voorwaarden vermeld in punt Het afzien van de lokale capaciteiten moet in Shunt In worden ingevoerd: door de SO in lange termijn en korte termijn voor de beseinde, onbeseinde en IOBbundels; door de SO in real time voor de onbeseinde bundels; door de IB zelf: - op verzoek van een SO gedurende de fase van de behandeling van de concurrerende aanvragen (zie punt ); - op verzoek van een SO in real time voor de beseinde en IOB-bundels. De lokale capaciteit waarvan wordt afgezien, wordt beschouwd als opnieuw beschikbaar. De IB kan aan elke SO het recht toekennen om gebruik te maken van de beschikbaar geworden lokale capaciteiten, voor zover die kandidaat voldoet aan het geheel van voorwaarden die aan dit gebruik voorafgaan. Toewijzing van de capaciteiten 42 / 78

43 4.3 Kalender voor de aanvragen van capaciteiten en toewijzingsprocedure Planning voor het opstellen van de dienstregeling Rijpaden De wettelijke voorschriften De opgelegde termijnen voor de capaciteitsverdeling kunnen geraadpleegd worden in artikels 28 tot 45 van de wet van 4 december 2006 betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur en in bijlage III van dezelfde wet. Deze wet bepaalt dat de dienstregeling van kracht wordt op de tweede zaterdag van december om middernacht. Om de wettelijke voorschriften van de wet van 4 december 2006, die richtlijn 2001/14 omzet, te vertalen en aan te vullen, legt RailNetEurope jaarlijks een precieze planning vast voor elke voorbereidende fase van de dienstregeling De jaarlijkse planning opgelegd door RailNetEurope Voor het opstellen van de jaardienstregeling voor 2012, legt RailNetEurope de volgende richtdata en periodes op: Feasibility studies Uiterste datum voor het indienen van aanvragen voor een haalbaarheidsstudie Uiterste datum voor het antwoorden op aanvragen voor een haalbaarheidsstudie 17 januari maart 2011 Initial path requests Finalisering van de rijpad catalogi 10 januari 2011 Indienen van de capaciteitsaanvragen (*) Van 13 december 2010 tot 11 april 2011 Opstellen van het ontwerp van dienstregeling Van 13 april 2012 tot 4 juli 2011 Technical meeting Van 20 juni 2011 tot 23 juni 2011 Publicatie van het ontwerp van internationale dienstregeling 4 juli 2011 Vaststellingen en commentaar van de SO Van 5 juli 2011 tot 5 augustus 2011 Uiterste datum om een definitief antwoord te leveren aan de klanten 22 augustus 2011 Toewijzing van de capaciteiten 43 / 78

44 Start of validity Begin van de geldigheid van de dienstregeling december 2011 om 00u01 (*) Indien de tweede maandag van april op Paasmaandag valt, wordt de uiterste datum een werkdag uitgesteld. Het bureau dat bevoegd is om dit type van aanvragen te behandelen, is het bureau I-TN.121. De aanvragen die uitzonderlijk gedaan zijn via de documenten in de laatste alinea van punt , moeten doorgegeven worden aan dit bureau via de contactgegevens vermeld in punt Lokale capaciteiten Vanaf de tweede maandag van april is de applicatie Shunt In LT opengesteld en kan de SO starten met het registreren van reservatieaanvragen. Dit kan op twee manieren: ofwel kiest de SO voor de verlenging van haar reservaties van de lopende dienstregeling naar de volgende dienstregeling via de tab «verlengingen». In dat geval stuurt de IB aan de SO een rapport met de al dan niet verlengde reservaties ; ofwel kan de SO nieuwe reservaties boeken tot de laatste werkdag van augustus. Dit is de dag waarop de tool Shunt In LT wordt afgesloten. In de openingsperiode van Shunt In LT is het mogelijk dat concurrerende aanvragen opduiken. Om ze op te lossen, wordt nadat de tool Shunt In LT werd afgesloten, vanaf de eerste werkdag van september, een verwerkingsfase van de concurrerende aanvragen geopend. De IB (het bureau I- TN.124 en lokale BOT, details zie punt 1.8) in samenwerking met de SO staat in voor het oplossen van de concurrerende aanvragen. De IB informeert vervolgens de SO dat de fasen van de conflictenbehandeling en de lokale planning van de sporen afgesloten zijn en stuurt de SO het overzichtsrapport van de resulterende LTreservaties Planning voor de aanvragen van capaciteiten buiten de procedure voor het opstellen van de dienstregeling Rijpaden Aanvraag buiten termijn voor de volgende dienstregeling De aanvragen die binnen de vooropgestelde termijnen zijn ingediend, hebben voorrang op de aanvragen die buiten die termijnen werden ingediend, met andere woorden na de tweede maandag van april. Bij tegenstrijdigheid tussen een aanvraag ingediend buiten de termijnen en een aanvraag binnen de termijnen, stelt de IB verschillende capaciteiten voor voor aanvragen die buiten de termijnen werden ingediend. Toewijzing van de capaciteiten 44 / 78

45 Late path requests 1e dag voor het indienen van de «late path requests» 1e dag om te antwoorden op de «late path requests» Laatste dag voor het indienen van de «late path requests» Laatste dag om te antwoorden op de «late path requests» 12 april augustus oktober november 2011 Ad-Hoc path requests Eerste dag voor "Ad Hoc"-aanvragen 11 oktober 2011 Het bureau dat bevoegd is om dit type van aanvragen te behandelen is het bureau I-TN.121. De aanvragen die uitzonderlijk gedaan zijn via de documenten in de laatste alinea van punt moeten doorgegeven worden aan dit bureau volgens de details die vermeld zijn in punt 1.8. De rijpadaanvragen die door de IB ontvangen worden minder dan 10 werkdagen vóór de wijziging van de dienstregeling worden conform de procedure in punt behandeld alsof het gaat om een in de lopende dienstregeling te programmeren capaciteitsaanvraag In de lopende dienstregeling te programmeren rijpadaanvragen Aanpassing van de dienstregeling op lange termijn Tijdens zijn geldigheidsperiode is de dienstregeling onderhevig aan wijzigingen, die ingaan op welbepaalde data. Die wijzigingen worden aangeduid als tussentijdse wijzigingen. De lijst met de data van de tussentijdse wijzigingen kan geraadpleegd worden bij de IB (bureau I-TN.121, contactgegevens zie punt 1.8). Deze data worden vastgelegd bij gemeenschappelijk akkoord tussen de verschillende IB en de SO tijdens de vergaderingen van RNE en FTE (Forum Train Europe). Ze worden ook gepubliceerd op de websites en Het bureau dat bevoegd is om dit type van aanvragen te behandelen is het bureau I-TN.121. De aanvragen die uitzonderlijk gedaan zijn via de documenten in de laatste alinea van punt moeten doorgegeven worden aan dit bureau via de contactgegevens die vermeld zijn in punt 1.8. Aanpassing van de dienstregeling op korte termijn De spoorwegondernemingen kunnen aanpassingen van de treindienst buiten de voorziene data vragen voor de tussentijdse wijzigingen. In principe heeft dit betrekking op aanpassingen die een beperkte impact hebben op de rijpaden en op de organisatie in de stations. Het kan hier gaan over het inleggen of het afschaffen van een trein gedurende één of meerdere dagen of over het wijzigen van een voorziene trein in afwachting van de Toewijzing van de capaciteiten 45 / 78

46 definitieve wijziging naar aanleiding van een tussentijdse wijziging. De aanpassingen op korte termijn worden elektronisch gepubliceerd via een bulletin. Het bulletin bevat gegevens die betrekking hebben op de dienstregelingen van de treinen en losse ritten, alle andere informatie van de IB alsook die informatie gevraagd door de kandidaat die nuttig is voor het rijden van de betrokken treinen. De ontvangst van de capaciteitsaanvraag door de IB vindt plaats ten laatste om 10u de tweede werkdag vóór de aanvangsdatum waarop het bulletin van toepassing wordt en het bureau dat verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag publiceert het organisatiebulletin ten laatste om 12u de werkdag vóór de aanvangsdatum waarop het bulletin van toepassing wordt. Er bestaan twee uitzonderingen op dit principe: - in geval van buitengewoon vervoer met beperkingen, moet de rijpadaanvraag ontvangen worden door de IB ten laatste om 10 uur op de zesde werkdag vóór de aanvangsdatum waarop het bulletin van toepassing wordt en wordt het organisatiebulletin gepubliceerd ten laatste om 12 uur op de tweede werkdag vóór de aanvangsdatum waarop het bulletin van toepassing wordt; - in geval van gezamenlijke feestdagen, moet de rijpadaanvraag ontvangen worden door de IB ten laatste om 10 uur op de vierde werkdag vóór de aanvangsdatum waarop het bulletin van toepassing wordt. De aanvangsdatum waarop het bulletin van toepassing wordt, is de datum van het eerste rijpad waarop het bulletin betrekking heeft. Type van de aanvraag Betrokken bureau Termijn voor de ontvangst van de rijpadaanvraag (werkdagen) Publicatie van het organisatiebulletin (werkdagen) Gewoon vervoer commercieel I-TN.123 Tot D-2 om 10u Ten laatste D-1 om 12u aspect Feestdagen op een enkel net (*) I-TN.123 Tot D-2 om 10u Ten laatste D-1 om 12u Technische ritten voor het I-TN.123 Tot D-2 om 10u Ten laatste D-1 om 12u rollend materieel van SO (testritten, homologatieritten) Historische treinen I-TN.123 Tot D-2 om 10u Ten laatste D-1 om 12u Gewoon vervoer I-N.213 Tot D-2 om 10u Ten laatste D-1 om 12u infrastructuur aspect Gemeenschappelijke I-N.213 Tot D-4 om 10u Ten laatste D-1 om 12u feestdagen (**) Buitengewoon vervoer met I-N.213 Tot D-6 om 10u Ten laatste D-2 om 12u beperking Buitengewoon vervoer zonder I-N.213 Tot D-2 om 10u Ten laatste D-1 om 12u beperking Werken op een aangrenzend net met gevolgen voor de dienstregelingen I-N.213 Tot D-2 om 10u Ten laatste D-1 om 12u Toewijzing van de capaciteiten 46 / 78

47 * Nationale feestdag van België: 21 juli, Koninginnedag in Nederland: 30 april, Nationale feestdag van Luxemburg: 23 juni, Dag van de Duitse eenheid: 3 oktober, Nationale feestdag van Frankrijk: 14 juli, Hemelvaart: 15 augustus. ** Nieuwjaar: 1 januari, Pasen, Paasmaandag, Dag van de Arbeid: 1 mei, Hemelvaartsdag, Pinksteren, Tweede Pinksterdag, Allerheiligen: 1 november, Wapenstilstand: 11 november, Kerstmis: 25 december. De aanvragen die uitzonderlijk zijn gedaan via de documenten in de laatste alinea van punt moeten doorgegeven worden aan de bureaus die bevoegd zijn via de contactgegevens vermeld in punt 1.8. Aanpassingen aan de dienstregeling in real time De SO kunnen aanpassingen van de treindienst vragen buiten de voorgeschreven termijnen voor de aanpassingen op korte termijn en de IB past de voorziene treindienst aan, d.w.z. de dienstregeling met zijn aanpassingen op lange en op korte termijn, om exploitatieredenen. In principe betreft het hier aanpassingen van de voorziene treindienst als gevolg van dringende vragen, om uitzonderlijke vervoeren te verwezenlijken of als gevolg van aanzienlijke vertragingen, incidenten of ongevallen. Het kan gaan om het starten, het omleiden of het afschaffen van treinen. Het bureau bevoegd om dit type van aanvragen te behandelen is bureau I-N. 241 (contactgegevens zie punt 1.8). De aanvragen die uitzonderlijk zijn gedaan via de documenten in de laatste alinea van punt moeten doorgegeven worden aan de bureaus die bevoegd zijn via de contactgegevens vermeld in punt 1.8. De aanvraag zal door het bureau I-N. 241 niet vroeger dan 10u voor de effectieve ingebruikname van het rijpad behandeld worden Lokale capaciteiten Korte termijn Zodra de conflictsituaties LT opgelost zijn, krijgt de SO toegang tot de reservatietools Shunt In KT / Shunt In RT. In ieder geval moet de applicatie Shunt In KT voor de SO toegankelijk zijn tien werkdagen voor de dienstregeling van kracht wordt, dus tien werkdagen voor de tweede zaterdag van december om middernacht. Toewijzing van de capaciteiten 47 / 78

48 Als er geen conflictsituaties LT zijn, is de reservatietool Shunt In KT onmiddellijk toegankelijk voor de SO, op voorwaarde dat de lokale planning van de sporen door de IB (GBI-N, zie details in bijlage D.10) voltooid is. Alle SO worden gelijktijdig op de hoogte gebracht via . Zodra de SO de toegang verkrijgt tot de reservatietool Shunt In KT kan deze de bestaande reservatie annuleren of wijzigen of nog extra RKT toevoegen en wel ten laatste 24 uur voor het gewenste tijdstip. Voor dit type reservaties geldt het principe van wie het eerst komt, het eerst maalt (Principe FIFS First In First Served). Er zijn dus geen concurrerende aanvragen. Een spoor kan echter onbeschikbaar gesteld worden vanwege operationele noodwendigheden, met name het onderhoud van de spoorinfrastructuur Real time Zodra de SO de toegang verkrijgt tot de reservatietool Shunt In TR gebeuren de toevoegingen, wijzigingen of annulaties van de RRT als volgt: Voor de beseinde bundels of een installatie met overgedragen bediening moet de SO een capaciteitsaanvraag op lokaal niveau indienen (d.i. bij het betrokken seinhuis); Voor de niet-beseinde bundels moet de SO rechtstreeks een capaciteitsaanvraag indienen in Shunt In RT; De toevoeging, wijziging of annulatie moet worden uitgevoerd uiterlijk 24 uur voor het gewenste tijdstip. Hier geldt het principe van wie het eerst komt, het eerst maalt (Principe FIFS First In First Served). Er zijn dus geen concurrerende aanvragen. Een spoor kan echter onbeschikbaar gesteld worden vanwege operationele noodwendigheden, met name het onderhoud van de spoorinfrastructuur. 4.4 Toewijzingsprocedure Coördinatieprocedure Rijpaden De IB organiseert de coördinatie van concurrerende aanvragen. Hij tracht conflicten tussen kandidaten op te lossen met betrekking tot infrastructuurcapaciteiten. Hij stelt eventueel andere capaciteiten voor dan de gevraagde. In geval van weigering zijn de kandidaten verplicht om binnen de 5 werkdagen na de kennisgeving van het voorstel van de IB, een schriftelijk antwoord (brief, of fax) te geven. Binnen de 5 werkdagen die volgen op de dag dat de IB de weigering van de kandidaten ontvangt, formuleert de IB een ander voorstel aan de betrokken kandidaten Lokale capaciteiten Minnelijke fase De IB (bureau I-TN.124, zie details punt 1.8) verwerkt in de eerste minnelijke fase de in lange termijn geregistreerde concurrerende aanvragen en wel nadat vooraf de voor de operationele doeleinden Toewijzing van de capaciteiten 48 / 78

49 vereiste bezettingsaanvragen, in het bijzonder het onderhoud van de spoorinfrastructuur, werden toegekend. Bij de behandeling van concurrerende aanvragen kunnen er zich twee situaties voordoen: een SO wenst de volledige bundel of het merendeel van de sporen te reserveren. In dat geval verdeelt de IB de capaciteit, rekening houdend met de verschillende aanvragen van de SO om elk van hen een minimale capaciteit te garanderen; ten minste twee SO hebben dezelfde capaciteit gereserveerd. In dat geval stuurt de IB via een alternatief voorstel naar de betrokken SO. Die bevestigen of weigeren het alternatieve voorstel van de IB binnen de twee werkdagen volgend op de verzending door de IB van het alternatieve voorstel. Bij gebrek aan antwoord, wordt het alternatieve voorstel als aanvaard beschouwd. De IB formuleert zoveel alternatieve voorstellen als zijn beschikbare capaciteit toelaat Betwiste fase Als de SO het/de alternatieve voorstel(len) van de IB weigeren, gaat een tweede betwiste fase in die de toepassing vereist van de volgende richtlijnen om de conflictsituatie op te lossen: operationeel gebruik van het spoor; effectief gebruik van de reservaties door de SO in de vorige dienstregeling; het aantal gereserveerde uren en het aantal rijpaden. Zodra de IB de voornoemde richtlijnen toepast om de conflictsituaties op te lossen tussen de betrokken SO, rekent hij de SO die het of de in de minnelijke fase geformuleerde alternatieve voorstel(len) hebben geweigerd, administratieve kosten aan. Op dat stuk verwijzen we naar punt Systeem voor de administratieve regeling van geschillen Naast het hiervoor (punt 4.4.1) beschreven systeem, kan elke kandidaat die zich het slachtoffer acht van onbillijke behandeling of van discriminatie ingevolge een beslissing van de IB, met betrekking tot rijpadtoewijzing, zich wenden tot de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en de Exploitatie van de Luchthaven Brussel-Nationaal (coördinaten: punt 1.8) in overeenkomst met de voorschriften van het Koninklijk Besluit van 21 maart 2007 betreffende het administratief afhandelen van geschillen inzake de toewijzing van de spoorweginfrastructuurcapaciteit Overbelaste zones: definitie, prioriteitscriteria en toewijzingsprocedure in die zones Rijpaden Wanneer na afloop van de coördinatie van de capaciteitsaanvragen het onmogelijk blijkt om aan alle capaciteitsaanvragen een gunstig gevolg te geven, verklaart de IB de betrokken infrastructuursectie als zijnde overbelast. Op een overbelaste infrastructuursectie en zonder afbreuk te doen aan de gereserveerde capaciteiten voor het geplande onderhoud van het net, wijst de IB de infrastructuurcapaciteiten, toe rekening houdend met de volgende prioriteiten: Toewijzing van de capaciteiten 49 / 78

50 Op de hogesnelheidslijnen en de aangepaste hogesnelheidslijnen: 1 de hogesnelheidstreinen ; 2 de snelle reizigerstreinen ; 3 de andere treinen. Op de gespecialiseerde goederenlijnen : 1 de snelle goederentreinen ; 2 de trage goederentreinen ; 3 de reizigerstreinen van de openbare dienst; 4 de andere treinen. Op de gespecialiseerde reizigerslijnen : 1 de hogesnelheidstreinen voor het aandoen van binnenlandse bestemmingen en de snelle treinen van de gewone dienst die het binnenlands vervoer verzekeren ; 2 de andere hogesnelheidstreinen en de andere snelle reizigerstreinen ; 3 de trage reizigerstreinen ; 4 de goederentreinen ; 5 de andere treinen. Op de gemengde lijnen: 1 de hogesnelheidstreinen voor het aandoen van binnenlandse bestemmingen en de snelle treinen van de gewone dienst die het binnenlands vervoer verzekeren ; 2 de andere hogesnelheidstreinen en de andere snelle reizigerstreinen ; 3 de trage reizigerstreinen en de snelle goederentreinen ; 4 de trage goederentreinen ; 5 de andere treinen. De overbelaste lijnen staan in bijlage B.6. De beschrijving van de lijntypes en van de treintypes staat in bijlage B.7. De lijst van de lijntypes in bijlage B.8. Bij het bepalen van de prioriteiten in het raam van de toewijzingsprocedure houdt de IB rekening met het vorige gebruik van de rijpaden. Hij kan, na overleg met de kandidaat, het recht om het rijpad te gebruiken schorsen of intrekken. Dit kan in het geval van onvoldoend gebruik van de toegewezen rijpad door de houder en: indien hij de spoorweginfrastructuur niet gebruikt volgens de modaliteiten bepaald in de gebruiksovereenkomst afgesloten met de IB; indien hij het optimale gebruik van de spoorweginfrastructuur verstoort; indien zijn gemiddelde gebruik van de capaciteit gedurende de vorige dienstregeling minder is dan 80% van het aantal voorziene wekelijkse bewegingen. Deze maatregel is niet van toepassing indien het onvoldoende gebruik te wijten is aan andere dan economische redenen die aan de controle van de operatoren ontsnappen. Wanneer het volgens de toepassing van de voorrangscriteria niet mogelijk is een capaciteit eerder aan de ene kandidaat toe te wijzen dan aan een andere, kent de IB de capaciteit toe aan de kandidaat Toewijzing van de capaciteiten 50 / 78

51 waarvan de capaciteitsaanvraag het hoogste maandelijkse totaalbedrag aan heffingen oplevert op het totale gevraagde traject op de Belgische spoorweginfrastructuur Lokale capaciteiten Conform de geldende wetgeving zijn de criteria vermeld in punt niet van toepassing voor de lokale capaciteiten Impact van de kaderovereenkomsten De commerciële voorwaarden betreffende de kaderovereenkomsten worden gedetailleerd in punt Wanneer de IB aan een kandidaat het recht verleent capaciteiten op de spoorweginfrastructuur te gebruiken voor een langere duur dan één dienstregelingperiode, sluiten de IB en de kandidaat een kaderovereenkomst die hun respectieve rechten en plichten verduidelijkt. De kaderovereenkomst gesloten tussen een kandidaat en de IB verduidelijkt de vereiste spoorwegcapaciteitskenmerken van een kandidaat alsmede deze die hem werden aangeboden voor een langere duur dan één geldende periode van de dienstregeling. De kaderovereenkomst bepaalt een rijpad niet in detail, maar is zo opgesteld dat het tegemoetkomt aan de gewettigde commerciële noden van de kandidaat. De kaderovereenkomst ontslaat de kandidaat niet van het indienen van een capaciteitsaanvraag voor spoorweginfrastructuur bij de IB overeenkomstig punt 4.3 (hierboven). De kaderovereenkomst mag niet tot gevolg hebben dat de betrokken infrastructuurcapaciteit uitsluitend wordt voorbehouden voor de kandidaat. Rekening houdend met vertrouwelijke gegevens op commercieel vlak, deelt de IB binnen vijftien werkdagen volgend op het afsluiten van de kaderovereenkomst de algemene bepalingen ervan mee aan elke partij die een capaciteitsaanvraag heeft ingediend voor die dienstregelingperiode die gedeeltelijk samenvalt met de duur van de kaderovereenkomst en die ontvankelijk is om hem opmerkingen mee te delen over de weerslag die de toewijzing van de in de kaderovereenkomst vereiste capaciteiten zou kunnen hebben op zijn eigen spoordiensten. Er dient te worden opgemerkt dat deze kaderovereenkomsten niet van toepassing zijn bij de reservatie van lokale capaciteit. Hier zijn nog steeds de richtlijnen onder (RLT) en (RKT en RRT) van toepassing. 4.5 Toewijzing van capaciteit voor onderhoud, vernieuwing en verbeteringen Rijpaden Bovenop de stappen van afstemming tussen de IB en de spoorwegondernemingen uitgelegd in de punten tot , informeert de IB haar klanten over de verschillende types infrastructuurwerken voor de 20 ste van de maand voorafgaand aan de maand tijdens dewelke de werken plaatsvinden, behalve in het geval van overmacht, via de rubriek WORK-IN van de Business Corner (zie punt 1.3). Toewijzing van de capaciteiten 51 / 78

52 Werken voor courant onderhoud De werken voor courant onderhoud worden geprogrammeerd aan de hand van werkvensters. De werkvensters zijn capaciteiten die gereserveerd worden bij het opstellen van de dienstregeling. De werkvensters voor elke periode zijn aangeduid in bijlage B.5. Een gedetailleerd overzicht van de werkvensters is beschikbaar bij de IB. De werkvensters kunnen in een beperkte mate worden aangepast bij het opstellen van de dienstregeling, maar ze worden slechts algemeen herzien bij een fundamentele wijziging van het vervoersplan De grote geprogrammeerde werken De werken die worden uitgevoerd met het oog op het behoud of de uitbreiding van de capaciteit en de werken die een grote weerslag hebben op het verkeer worden in de dienstregeling geprogrammeerd in de vorm van capaciteitsreserveringen. De weerslag van deze capaciteitsreserveringen op het verkeer kan verwerkt zijn in de dienstregeling of het voorwerp zijn van een tijdelijke wijziging aan de beschikbare capaciteit volgens de voorschriften van het VVESI 7.4 Coördinatie van de werken en het verkeer. In het laatste geval wordt ze gepubliceerd door de IB ten laatste 14 dagen voor de toepassingsdatum. Het bulletin dat door de IB wordt verspreid, officialiseert de rijpadwijzigingen ten laatste 6 dagen voor ze van kracht wordt Weerslag van de werken op de toegewezen capaciteit Het VVESI 7.4 Coördinatie werken en verkeer, beschrijft de maatregelen die worden genomen wanneer de werken niet kunnen worden uitgevoerd zonder de toegewezen capaciteiten te wijzigen. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur, geven de beperkingen of storingen die het verkeer beïnvloeden wegens werken geen recht op enige vergoeding van de houder van de capaciteiten door de IB. Behalve in het geval van afschaffing van het volledige verkeer, is de vergoeding verschuldigd voor de oorspronkelijk toegewezen capaciteit Lokale capaciteiten Elke reservatieaanvraag voor een lokale capaciteit door de IB waarvan het doel onderhoud van de spoorinfrastructuur of het parkeren van zijn rollend materieel is om de werken uit te voeren, heeft voorrang op enige andere reservatie. Toewijzing van de capaciteiten 52 / 78

53 4.6 Maatregelen wegens niet-gebruik Deze bepalingen zijn beschreven in punt Buitengewoon vervoer en vervoer van gevaarlijke goederen Buitengewoon vervoer Rijpaden Elke aanvrager van een rijpad geeft in zijn aanvraag aan of hij van plan is buitengewoon vervoer op te nemen in zijn treinen, en zo ja, duidt hij het type buitengewoon vervoer aan en, in het bijzonder, de codificatie in geval van gecombineerd vervoer. De capaciteitsaanvraag wordt verwerkt conform punt 2.6 van deze NV Lokale capaciteit Wanneer een buitengewoon vervoer een installatie zal bezetten en dit vervoer vanwege zijn profiel één of meerdere sporen aan weerszijden van het spoor dat het in die installatie bezet hindert, zal de SO in Shunt In al de nodige sporen moeten reserveren die noodzakelijk zijn voor de veilige bezetting door dat buitengewoon vervoer Vervoer van gevaarlijke goederen Elke aanvrager van een rijpad geeft in zijn aanvraag aan of hij van plan is gevaarlijke goederen op te nemen in zijn treinen, en zo ja, duidt hij het type gevaarlijke goederen aan en, in het bijzonder, de te vervoeren goederenklasse(n). De capaciteitsaanvraag wordt verwerkt conform punt 2.7 van deze NV. 4.8 Bijzondere maatregelen bij storing Wanneer het treinverkeer of de bezetting door het rollend materieel afwijkt van het verkeer dat overeenstemt met de toegewezen capaciteiten, past de IB de capaciteitsverdeling aan teneinde zo snel mogelijk tot een capaciteitsgebruik te komen dat overeenkomt met de toegewezen capaciteiten. De toegewezen capaciteiten kunnen door de IB worden gewijzigd: ofwel naar aanleiding van noodzakelijke werken om de normale toestand te herstellen na een storing van het treinverkeer of de bezetting door rollend materieel ingevolge een technisch defect of een ongeval op de spoorweginfrastructuur ; ofwel naar aanleiding van een noodgeval, absolute noodzaak of overmacht. De IB brengt de houder van de betrokken capaciteiten daarvan binnen de vooropgestelde termijnen en zo snel mogelijk op de hoogte. De IB stelt alles in het werk om de frequentie, de omvang en de duur van de storingen die het treinverkeer of de bezetting door rollend materieel beïnvloeden te beperken. Hij werkt de meest geschikte alternatieve oplossing uit. Hij brengt de houder van de betrokken rijpaden of lokale capaciteiten daarvan op de hoogte. Wanneer de toegewezen capaciteiten volledig onbruikbaar zijn, en indien er geen enkele alternatieve oplossing kan worden uitgewerkt, kan de IB zonder voorafgaande kennisgeving de betrokken rijpaden Toewijzing van de capaciteiten 53 / 78

54 of lokale capaciteit schrappen gedurende de tijd die nodig is om de infrastructuur te herstellen. Hij brengt de houder van de betrokken rijpaden of lokale capaciteit daarvan op de hoogte. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur, geven de storingen die het verkeer of de bezetting door rollend materieel beïnvloeden geen recht op enige vergoeding van de houder van de capaciteiten door de IB. Behalve in het geval van afschaffing van het volledige verkeer door de IB, is de vergoeding verschuldigd voor de oorspronkelijk toegewezen capaciteit. Toewijzing van de capaciteiten 54 / 78

55 5.1 Inleiding 5. DIENSTEN Volgens richtlijn 2001/14/EC worden de aan de kandidaten voor het gebruik van de infrastructuur te verlenen diensten onderverdeeld in de volgende categorieën: De minimumdiensten Spoorwegondernemingen hebben op een niet-discriminerende basis recht op het minimum toegangspakket. De toegang via het spoornet tot de voorzieningen en het verlenen van diensten Deze diensten worden toegestaan aan alle spoorwegondernemingen op niet-discriminerende en transparante wijze. Verzoeken van spoorwegondernemingen kunnen alleen onderworpen worden aan beperkingen indien er haalbare spoorwegalternatieven onder marktvoorwaarden voorhanden zijn. De aanvullende diensten Aanvullende diensten kunnen op vraag van een spoorwegonderneming door de spoorweginfrastructuurbeheerder worden verleend. In dat geval moeten zij op niet-discriminerende wijze verleend worden aan elke kandidaat die erom vraagt. De ondersteunende diensten De spoorwegondernemingen kunnen aan de spoorweginfrastructuurbeheerder of aan andere leveranciers vragen om ondersteunende diensten te leveren. De spoorweginfrastructuurbeheerder is niet verplicht deze diensten te verlenen. Onder zijn diensten heeft de IB 5 specifieke diensten ontwikkeld voor de spoorwegondernemingen : 1 Your Moves: rijpaden (minimumdiensten en toegang via het spoornet tot de voorzieningen en het verlenen van diensten) ; 2 Your Shunts: lokale capaciteit (minimumdiensten en toegang via het spoornet tot de voorzieningen en het verlenen van diensten) ; 3 Your Power: tractie-energie (aanvullende diensten); 4 Your XXL: studies voor uitzonderlijke transporten (aanvullende diensten); 5 Your Extratime: prestaties buiten de diensturen (aanvullende diensten). Diensten 55 / 78

56 De IB heeft ook 3 specifieke diensten ontwikkeld voor de industriële ondernemingen, die niet verder uitgewerkt worden in deze netverklaring: 1 Your KG: het beschikbaar stellen van ijkgewichten 2 Your Tracks: voorbehouden sporen 3 Your Connection: spoorverbindingen Behalve de informatie opgenomen in de punten 5.2 tot 5.6, kan gedetailleerde informatie over de diensten van de IB teruggevonden worden op De minimumdiensten en de toegang via het spoor tot de voorzieningen zijn gedekt door de gebruiksheffing van de infrastructuur. De aanvullende diensten en de ondersteunende diensten worden gedekt door aparte heffingen. De verschillende heffingen worden beschreven in hoofdstuk 6 van deze NV. 5.2 De minimumdiensten Deze diensten worden inbegrepen in de diensten (lokale capaciteiten, zie details hoofdstuk 4). Het minimale prestatiepakket omvat: (rijpaden, zie details hoofdstuk 4) en de behandeling van de aanvragen voor spoorweginfrastructuurcapaciteit ; het recht gebruik te maken van de toegewezen capaciteit ; het gebruik van aansluitingen en wissels op het net ; de treinverkeersleiding met inbegrip van de seingeving, de regeling, de controle van het verkeer, de communicatie en de levering van gegevens over treinbewegingen ; alle overige gegevens die nodig zijn om de dienst waarvoor capaciteit toegekend is, tot stand te brengen of te exploiteren. 5.3 Toegang via het spoornet tot de voorzieningen en het verlenen van diensten Deze diensten worden inbegrepen in de diensten (lokale capaciteiten, zie details hoofdstuk 4). (rijpaden, zie details hoofdstuk 4) en De toegang via het spoornet tot infrastructuurdiensten en geleverde diensten betreffen punten tot en met De infrastructuurbeheerder is de enige die toegang geeft tot deze diensten. De diensten kunnen door anderen geleverd worden. In dit hoofdstuk worden de diensten gedetailleerd beschreven. Technische uitrustingen worden vermeld in bijlage F.1. Diensten 56 / 78

57 5.3.1 Gebruik van elektrische voedingsinstallaties ten behoeve van de tractie De IB beheert de elektrische voedingsinstallaties ten behoeve van de tractie. Bovendien stelt de IB aan de SO vaste installaties voor 3 kv energievoorziening ter beschikking teneinde rijtuigen voor te verwarmen, te koelen of om tijdens vriesperiodes op een positieve temperatuur te houden. Deze vaste installaties zijn voorzien van sleutels en mogen enkel gebruikt worden door personeel van de SO dat een specifieke vorming heeft ontvangen. De IB stelt daarvoor een handleiding ter beschikking op de Business Corner. Zij zal op verzoek, een keer per jaar, een opleiding geven aan de verantwoordelijke van de SO die vervolgens zijn eigen personeel kan vormen. Een spoorwegonderneming die zijn lesgever wil inschrijven, neemt hiervoor vóór 30 juni van het lopende jaar contact op met zijn account manager. Er wordt geen personeel van de IB ter beschikking gesteld voor het gebruik van deze installaties. Enkel het personeel van de Technische Diensten van de IB mag deze installaties onderhouden en herstellen. Het transport, de distributie en de levering van elektriciteit worden behandeld in punt (tractieenergie) Tankvoorzieningen De tankvoorzieningen voor de dieselvoertuigen die toegankelijk zijn op de Belgische spoorinfrastructuur zijn onder te verdelen in drie groepen: - Ten eerste, de tankvoorzieningen die eigendom zijn van de SO of van derden onafhankelijk van de IB. - Ten tweede, de tankplatformen die de IB zal ter beschikking stellen voor alle spoorwegondernemingen. Op deze platformen zullen de sporen uitgerust worden met speciale bescherming om het bijvullen van brandstof voor dieselvoertuigen door tankwagens toe te kunnen laten. Door de bodembescherming wil de IB elke vorm van eventuele bodemverontreiniging voorkomen. Het eerste dergelijk platform zal in de loop van 2013 in dienst gesteld worden in Genk-Goederen. De plaatselijke protocollen zullen het gebruik van de tankplatformen beschrijven, meer specifiek de bewuste sporen, de bewegingen (zoals in- en uitrit van het spoor) en de communicatie op het terrein. Door de ondertekening van het plaatselijk protocol zal de SO zich ertoe verbinden de gebruiksvoorwaarden van dit tankplatform te respecteren op een wijze waarbij elke vorm van bodemverontreiniging als gevolg van het bijvullen van brandstof wordt vermeden. De SO die zal gebruik maken van het tankplatform voorbehouden voor de bevoorrading van diesel door tankwagens, zal aansprakelijk gesteld worden voor iedere bodemvervuiling veroorzaakt door deze bevoorrading en zal garant staan voor elk schadelijk gevolg ervan. - Ten derde, de vaste tankinstallatie van Infrabel in Zeebrugge toegankelijk voor alle spoorwegondernemingen. De bevoorrading van diesel mag enkel plaatsvinden op de tankinstallaties en tankplatformen zoals hierboven beschreven. Diensten 57 / 78

58 5.3.3 Reizigersstations, de gebouwen en andere voorzieningen daarvan Buiten de perrons beheert de IB geen reizigerstations en gelieerde gebouwen. Deze zijn eigendom van NMBS-Holding of NMBS Goederenterminals Infrabel beheert geen goederenterminals. Deze zijn eigendom van de SO of van derden onafhankelijk van de IB Rangeerstations De IB stelt rangeerstations en bundels ter beschikking van de SO Vormingsstations De IB stelt vormingsstations en bundels ter beschikking van de SO Parkeerstations De IB stelt parkeerstations en bundels ter beschikking van de SO Onderhoudscentra en andere technische infrastructuur De IB stelt verschillende technische uitrustingen ter beschikking van de SO. 5.4 De aanvullende diensten De tractiestroom Deze dienst komt overeen met de dienst. Diensten 58 / 78

59 De hieronder vermelde principes zijn vanaf 1 januari 2012 van toepassing. Tot deze datum blijven de principes van de NV 2011 van toepassing. De aanvullende dienst «tractiestroom» omvat twee onderdelen: Transport en distributie De IB staat als enige in voor het transport en de distributie van elektriciteit op haar net, ongeacht of de spoorwegonderneming gebruik maakt van levering van tractiestroom via de IB of via een leverancier van zijn keuze. Deze dienst is dus verplicht voor elke SO die gebruik wenst te maken van elektrische tractie. Levering De IB levert elektriciteit aan alle SO voor de tractie van hun treinen. Naar aanleiding van de omzetting van de Europese elektriciteitsrichtlijn 2009/72 naar Belgisch recht kunnen de SO hun eigen energieleverancier kiezen. Een SO die haar eigen leverancier kiest, dient alle tractie-eenheden die gebruikt worden op het IB-net uit te rusten met een energiemeter. De SO die van de vrije keuze gebruik wil maken, meldt aan de IB wie zijn energieleverancier is en wie de toegangsverantwoordelijke is. Deze melding dient ten laatste drie maand voor de datum van inwerkingtreding te gebeuren. Een wijziging van leverancier gaat steeds in op de eerste van de maand. Een aanduiding loopt minimaal over een periode van 3 maand. De energieleverancier dient over een leveringsvergunning te beschikken die is afgeleverd door de Belgische overheid. De toegangsverantwoordelijke dient een contract met Elia te hebben afgesloten. De leverancier en de toegangsverantwoordelijke dienen een document te ondertekenen waarbij ze zich akkoord verklaren met deze aanduiding. De IB blijft deze aanvullende dienst aanbieden aan de SO die hun eigen leverancier niet kiezen. De SO behoudt dus het recht om tractiestroom aan te kopen bij de IB. Indien de SO niet op een rechtsgeldige wijze een energieleverancier en toegangsverantwoordelijke heeft aangeduid of indien één van deze partijen niet meer voldoet aan de gestelde voorwaarden, wordt verondersteld dat de SO zijn tractiestroom bij de IB aankoopt. De tarificatieregels van de tractie-energie worden uitgelegd in punt De technische vereisten voor energiemeters staan vermeld in bijlage E.3. In een overgangsfase (lopende tot 2 jaar na publicatie van EN 50463) kan de IB voor de toewijzing van het verbruik energiemeters aanvaarden die niet volledig voldoen aan deze technische vereisten (vb. sensoren met onvoldoende meetnauwkeurigheid) Brandstofbevoorrading De IB levert geen brandstof voor het bevoorraden van dieselvoertuigen. Diensten 59 / 78

60 5.4.3 De diensten voor treinen: het voorverwarmen van passagierstreinen, levering van water, De terbeschikkingstelling van de installaties voor de levering van deze diensten wordt uitgelegd in de punten tot Het gebruik van de stroom voor de verwarming van de rijtuigen is inbegrepen in het product tractie-energie in punt Rangeringen en andere diensten die worden verstrekt in de in punt 5.3 genoemde installaties De IB verleent dit soort van diensten niet met uitzondering van de operaties die vanaf een centrale bedieningspost van de IB worden uitgevoerd (bediening van een seinpost, bediening van de spoorremmen, enz.). De SO staat in voor deze diensten of ze kan beroep doen op een andere SO om die in het kader van een contract van onderaanneming te laten uitvoeren Diensten voor buitengewoon vervoer en gevaarlijke goederen Diensten voor buitengewoon vervoer Deze dienst komt overeen met de dienst. Ieder buitengewoon spoorwegvervoer (definitie zie punt 2.6) dient door een studie te worden voorafgegaan met het oog op de te bepalen vergunningsvoorwaarden. Bijgevolg dient een spoorwegonderneming die een buitengewoon vervoer wenst uit te voeren, een aanvraag in te dienen bij de IB (Bureau organisatie Buitengewoon Vervoer BBV, adres zie punt 1.8) met behulp van de UIC fiche 502, die beschikbaar is op volgende site Speciale prestaties in geval van een incident waarbij gevaarlijke goederen betrokken zijn Om de gevolgen van een ongeval en/of incident bij het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor tot een minimum te beperken, met uitzondering van de stoffen van klasse 1 en 7 van het RID, heeft de IB overeenkomsten gesloten met BASF Antwerpen N.V. en SOLVIC S.A. uit Jemeppe-sur-Sambre. Deze overeenkomsten voorzien dat, in het geval van een incident waar gevaarlijke goederen bij betrokken zijn, Traffic Control bijstand van gespecialiseerde interventieploegen kan vragen. Deze interventieploegen zijn gespecialiseerd in incidenten met gevaarlijke goederen en beschikken over aangepast materieel Diensten buiten de openingsuren Deze dienst komt overeen met de dienst. De diensten die worden geleverd tijdens de openingsuren van de stations en bijgebouwen (zie bijlage D.9) worden gedekt door de gebruiksheffing. Sommige diensten kunnen echter worden geleverd buiten deze uren en vereisen derhalve dat de IB extra personeel ter beschikking stelt. Een spoorwegonderneming kan een speciaal verzoek sturen om de installatie te openen op een ander tijdstip dan voorzien in de NV. De IB deelt aan de SO mede of er aan haar vraag voldaan kan worden. Diensten 60 / 78

61 5.4.7 Andere aanvullende diensten De andere aanvullende diensten van de IB zijn bepaald in de gebruiksovereenkomst. De IB moet geen diensten leveren die niet voorzien zijn in de gebruiksovereenkomst. 5.5 De ondersteunende diensten Toegang tot het telecommunicatienetwerk Naast de toegang met betrekking tot het treinverkeer, die wordt gedekt door de gebruiksheffing, is de toegang tot het telecommunicatienetwerk van de IB toegestaan voor zover de gebruiksovereenkomst dit voorziet De levering van aanvullende informatie De IB verstrekt slechts aanvullende informatie in de mate dat de gebruiksovereenkomst dit voorschrijft De technische keuring van het rollend materieel De IB biedt geen diensten aan voor de schouwing of de instandhouding van het rollend materieel. Diensten 61 / 78

62 6.1 Principes van tarificatie 6. HEFFINGEN De volgende principes zijn toepasbaar op de gebruiksheffing. Deze hebben betrekking op de diensten en, dat is te zeggen de minimumdiensten (punt 6.1.1), de toegang tot de diensten vermeld in punt 5.3 (punt 6.1.2) en deze diensten (punt 6.1.3). De specifieke heffingen worden beschreven in de punten tot De IB stelt de spoorweginfrastructuur van het Belgische netwerk ter beschikking van de spoorwegondernemingen, zoals uitgelegd in punt Twee gevallen worden onderscheiden: beschikbare infrastructuur en onbeschikbare infrastructuur. Beschikbare Infrastructuur: deel van het Belgische spoornetwerk waarop de SO's kunnen rijden met rijdend spoorwegmaterieel - Gebruikte capaciteit Als de capaciteit volledig wordt benut (alle gevraagde baanvakken of alle gereserveerde lokale capaciteit), dan is de gebruiksheffing verschuldigd. Als de capaciteit maar voor een deel wordt benut (sommige baanvakken van het traject of niet alle lokale capaciteit werden gebruikt), dan is de gebruiksheffing verschuldigd voor het effectief gebruikte deel van het traject en voor het niet doorlopen deel van het traject aangezien het niet doorlopen deel van het traject niet gekoppeld is aan de onbeschikbaarheid van de infrastructuur. Als de capaciteit niet wordt gebruikt om redenen eigen aan de spoorwegonderneming, maar niet werd afgeschaft, dan is de integrale gebruiksheffing verschuldigd. - Gewijzigde capaciteit Elk verzoek door een spoorwegonderneming tot wijziging van een aanvraag in behandeling of een toegewezen capaciteit, betekent een nieuwe aanvraag. De gebruiksheffing van de initiële capaciteit wordt berekend voor de afgeschafte baanvakken in het nieuwe traject (rijpaden) of voor de geannuleerde delen van de reservatie (lokale capaciteit) volgens het percentage afhankelijk van het tijdstip van het afzien van de capaciteit (zie punt 6.6.2). De gebruiksheffing van de delen van het gewijzigde traject of de niet-gewijzigde lokale capaciteit alsook de gebruiksheffing van het traject of van de extra lokale capaciteit zijn integraal verschuldigd. - Afgeschafte capaciteit Iedere houder van infrastructuurcapaciteit kan afstand doen van het gebruik van alle of een deel van de toegewezen capaciteit. De datum die wordt in rekening gebracht voor de annulering is deze waarop de annulering wordt ontvangen door de IB. In dit geval is de gebruiksheffing verschuldigd volgens het percentage afhankelijk van het moment van de annulering (zie punt 6.6.2). Heffingen 62 / 78

63 - Administratieve kosten Een administratieve kost moet betaald worden voor elke aanvraag of wijziging van een rijpad (meer details zie bijlage F.4). Er moet geen enkele administratieve kost worden betaald voor elke aanvraag of wijziging van lokale capaciteit. Heffingen 63 / 78

64 Onbeschikbare infrastructuur: deel van het Belgische spoornetwerk dat tijdelijk verstoord is en niet toelaat om er op te rijden met rijdend spoorwegmaterieel (niet van toepassing in geval van werken) - Gebruikte capaciteit Als de capaciteit slechts gedeeltelijk wordt gebruikt door een externe oorzaak aan de spoorwegonderneming dan is de gebruiksheffing slechts verschuldigd voor het effectieve gebruikte stuk van de capaciteit. Met andere woorden, de baanvakken die niet worden doorlopen of de niet gebruikte reservaties worden niet gefactureerd. Als de totale capaciteit niet kon worden gebruikt door een oorzaak extern aan de spoorwegonderneming, dan is de gebruiksheffing niet verschuldigd voor de capaciteit in kwestie. - Gewijzigde capaciteit In het geval van storingen op het netwerk en om het verkeer optimaal te laten verlopen, kan de IB het initiatief nemen om de gevraagde capaciteit te wijzigen. Voor de rijpaden is de gebruiksheffing gelijk aan deze die overeenkomt met het initieel geplande traject, ongeacht of het werkelijk uitgevoerde gewijzigde traject duurder of goedkoper is dan de initiële seizoensplanning. Voor de lokale capaciteit is de gebruiksheffing gelijk aan deze die overeenkomt met de herplande capaciteit door de IB en het in acht nemen van de termijn (LT, KT en RT) overeenkomstig met de initiële reservatie. - Afgeschafte capaciteit De IB heeft het recht om de capaciteit te gebruiken of in te trekken bij hoogdringendheid of ingeval van absolute noodzaak wegens storingen die de spoorweginfrastructuur tijdelijk onbruikbaar maken, zonder voorafgaande kennisgeving en dit voor de duur nodig om de installatie opnieuw in werking te stellen (art. 44 van de wet van 4 december 2006). In dit geval is de gebruiksheffing niet verschuldigd. Als de SO zijn capaciteit moet schorsen door een externe oorzaak aan de spoorwegonderneming, dan is de gebruiksheffing niet verschuldigd op voorwaarde dat het gaat om onbeschikbare spoorinfrastructuur op het Belgische net. - Administratieve kosten De administratieve kosten verbonden aan nieuw gecreëerde trajecten (nieuwe rijpaden gepland door Infrabel) ter compensatie van slechte circulatie van de geplande trajecten, evenals deze verbonden aan omleidingen, worden niet in rekening gebracht (meer details zie bijlage F.4). Geen enkele administratieve kost is verschuldigd voor elke aanvraag of wijziging van een lokale capaciteit. Heffingen 64 / 78

65 6.1.1 De minimumdiensten De gebruiksheffing van de infrastructuur dekt de diensten opgesomd onder punt 5.2. (minimumdiensten), de toegangen vermeld onder punt 5.3 en de gerelateerde diensten. Om tegemoet te komen aan de structuur van de Netverklaring gedefinieerd door RailNetEurope (zie punt 1.5), wordt de gebruiksheffing van de infrastructuur uitgelegd in punt Dit punt bespreekt ook de diensten opgesomd onder en Toegang via het spoor tot de voorzieningen zoals vermeld in punt 5.3 Zoals vermeld in punt 6.1.1, dekt de gebruiksheffing van de infrastructuur de diensten en, dat is te zeggen de diensten vermeld in punt 5.2 (minimumdiensten), de toegangen vermeld in punt 5.3 en de eraan gerelateerde diensten. Ze bestaat uit vijf luiken (TR-L, RR-L, TR-I, RR, AK/AKC) : de luiken TR-L, TR-I, RR-L en AK komen overeen met de verschillende delen van de dienst, de luiken RR et AKC vertegenwoordigen de dienst Het treinpadrecht-lijn (TR-L) Het treinpadrecht-lijn is de som van het gebruiksrecht verschuldigd voor elke doorlopen sectie van de lijn. De heffing per sectie wordt bepaald uit de unieke eenheidsprijs per kilometer vermenigvuldigd met de bijhorende coëfficiënten. Heffingen 65 / 78

66 Het rangeerrecht-lijn (RR-L) Op een beperkt aantal baanvakken, die kunnen afgescheiden worden van de rest van het spoorwegnet, kan de operationalisering worden overgedragen aan de vervoerders. Voor deze lijnen is er dan een rangeerrecht-lijn (RR-L) van toepassing. Wanneer een SO een lijn berijdt waarop het RR-L statuut van toepassing is, betaalt deze SO een eenheidsprijs (RL), vermenigvuldigd met het aantal kilometer van de desbetreffende lijn. De heffing voor het gebruik van de lijn is bijgevolg totaal onafhankelijk van het aantal kilometer gereden door de SO op de betrokken lijn en van het vervoerde tonnage. Een SO mag dus zoveel heen en weer rijden op een lijn RR-L als ze wil, zonder dat dit de prijs beïnvloedt. Wanneer de SO echter de lijn met RR-L statuut verlaat en er later op terugkeert, dient hij wel opnieuw RR-L te betalen voor de desbetreffende lijn Het treinpadrecht-installatie (TR-I) Het treinpadrecht-installatie is de heffing verschuldigd voor het gebruik van de perronsporen of van sommige aankomst- vertreksporen Het rangeerrecht (RR) Het rangeerrecht is de heffing verschuldigd voor alle installaties die gebruikt worden voor rangeringen en vorming van treinen, het uitwijken of het uitvoeren van allerlei taken, zoals laden, lossen reinigen of onderhoud van het rollend materieel. De IB factureert op basis van de reservaties van de sporen en de bezetting van de sporen in real time De administratieve kosten (AK en AKC) De administratieve kosten voor rijpadaanvragen (AK) Voor elke studie, aanvraag of wijziging van een rijpad die uitgaat van een kandidaat, is een heffing voor de dekking van de administratieve kosten van toepassing. Dit is een forfaitair bedrag, onafhankelijk van de karakteristieken van het rijpad en van het aantal dagen dat het rijpad wordt gebruikt. Deze heffing blijft verschuldigd, zelfs indien de capaciteit niet wordt toegekend of indien de toegekende capaciteit niet wordt gebruikt De administratieve kosten voor de reservatie van lokale capaciteiten (AKC) Bij het reserveren «lange termijn» van lokale capaciteiten in een installatie, ontstaat de mogelijkheid van concurrerende aanvragen (zie punt ). Als er geen oplossing kan worden gevonden tussen de spoorwegonderneming en de IB bij de minnelijke fase, past de IB de richtlijnen toe beschreven in punt om het geschil op te lossen. Zodra de IB deze richtlijnen toepast om de concurrerende aanvragen tussen de betrokken SO op te lossen, rekent de IB administratiekosten aan aan de SO die bij de minnelijke fase de voorgestelde oplossing(en) weigerde(n). Heffingen 66 / 78

67 Specifieke gevallen Tarief voor toeristische ondernemingen Een symbolische prijs wordt toegepast voor toeristische ondernemingen. De prijs omvat het gebruik van de lijnen (TR-L), het gebruik van de installaties (TR-I), het rangeerrecht (RR) en de administratieve kosten (AK) Tarief voor testen op infrastructuur die buiten dienst is gesteld. Testritten uitgevoerd op infrastructuur buiten dienst kunnen niet worden gefactureerd als een gewone capaciteitsaanvraag, aangezien het geen rijpad of een enkele passage op de infrastructuur betreft, maar een bezetting van een lijnsectie buiten dienst tijdens een gegeven periode. Het tariferingsysteem is niet geschikt om de bijdrage van de gebruiker voor de infrastructuur buiten dienst te bepalen. Een vast bedrag is bepaald voor testritten op de infrastructuur buiten dienst, afhankelijk van het lijntype De diensten vermeld onder punt 5.3 De diensten die geleverd worden door de IB, worden opgenomen in de gebruiksheffing voor infrastructuur Aanvullende diensten De tractiestroom Transport en distributie van tractiestroom omvat: alle kosten voor de aansluitingen van de tractie-onderstations bij Elia (toegewezen kosten en kosten toegangscontract met Elia) en bij de andere distributienetbeheerders (volledige netkosten); netverliezen in de onderstations en op de bovenleiding; administratieve kosten voor het meten en toewijzen van de energie aan de correcte SO en bijhorende leverancier; taksen en heffingen geïnd via de netbeheerders. De levering van tractiestroom omvat: de energiekost; kosten in het kader van het evenwicht tussen injectie en afname van de leverancier binnen de Belgische regelzone; taksen en heffingen geïnd via de leverancier; compensaties voor hernieuwbare energie en warmtekrachtkoppeling; CO2-emissierechten Brandstofbevoorrading Niet van toepassing De diensten voor treinen: het voorverwarmen van passagierstreinen, levering van water, De terbeschikkingstelling van de installaties is inbegrepen in het gebruiksrecht (zie punt 6.1.2). Het gebruik van de stroom is inbegrepen in het product tractie-energie (zie punt ). Heffingen 67 / 78

68 Rangeringen en andere diensten die worden verstrekt in de in punt 5.3 genoemde installaties Niet van toepassing Diensten voor buitengewoon vervoer en gevaarlijke goederen Diensten voor buitengewoon vervoer De studies voorafgaand aan een buitengewoon vervoer worden gefactureerd tegen de werkelijke kost. Speciale prestaties in geval van een incident waarbij gevaarlijke goederen betrokken zijn De kosten van de interventie tijdens een incident waarbij een transport van gevaarlijke goederen betrokken is, worden onmiddellijk naar de IB gestuurd. Deze laatste staat in voor het aanrekenen van de kosten aan de verantwoordelijke spoorwegonderneming(en). Deze dienst wordt gefactureerd aan de reële kostprijs Diensten buiten de openingsuren De totale kost van deze prestaties wordt gedragen door de gebruikers van de infrastructuur. De loonschaal per categorie van het personeel is beschikbaar voor de SO via de account manager van de IB en maakt deel uit van het gebruikscontract voor de infrastructuur. De SO moet een toeslag betalen die overeenstemt met de personeelskost verbonden aan deze bijkomende prestatie die de IB moet voorzien om de vraag te kunnen beantwoorden. Een prestatie omvat gewoonlijk 8 uur. Echter, wanneer de SO de installatie niet gedurende de volledige 8 uur gebruikt, zal de SO enkel het deel van de prestatie betalen gedurende dewelke zij werkelijk gebruik maakte van de installatie Andere aanvullende diensten De principes voor de prijszetting van andere aanvullende diensten uitgevoerd door het personeel van de IB, worden opgenomen in de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur Ondersteunende diensten Toegang tot het netwerk van telecommunicatie De principes voor de prijszetting van de toegang tot het netwerk van telecommunicatie van de IB, worden opgenomen in de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur Het bezorgen van bijkomende informatie De principes voor de prijszetting van het bezorgen van bijkomende informatie door de IB, worden opgenomen in de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur Technische controle van het rollend materieel Niet van toepassing Heffing in geval van overbelasting Niettegenstaande de bepalingen met het oog op een tijdelijke schommeling van de vraag, zijn er actueel geen specifieke heffingen voorzien voor het gebruik van overbelaste infrastructuur. Heffingen 68 / 78

69 6.2 Samenstelling van de heffing Zoals uitgelegd in punt 6.1, is de heffing voor het gebruik van de infrastructuur samengesteld uit: het treinpadrecht-lijn voor de toegang en het gebruik van de doorgaande lijnen ; het rangeerrecht-lijn voor een beperkt aantal baanvakken die kunnen afgescheiden worden van de rest van het spoorwegnet; het treinpadrecht-installatie voor de toegang en het gebruik van de perronsporen en sommige aankomst- en vertreksporen ; het rangeerrecht voor de toegang en het gebruik van de installaties voor het vormen, triëren van treinen, en uitwijken van het rollend materieel; de administratieve kosten voor de behandeling van de rijpadaanvragen en voor de reservaties van lokale capaciteiten. De andere heffingen worden afzonderlijk toegepast. 6.3 Tarificatie De minimumdiensten De gebruiksheffing van de infrastructuur dekt de diensten en, dat is te zeggen de minimumdiensten, de toegang via het spoornet tot de voorzieningen en de diensten vermeld onder punt 5.3. Ze wordt beschreven in punt Toegang via het spoornet tot de voorzieningen De onderstaande formules maken gebruik van de eenheidsprijzen en parameters waarvan de waarden vermeld staan in: bijlage F.4 voor de waarden van de eenheidsprijzen en de parameters met betrekking tot de trein; bijlage F.5 voor de waarden van de parameters met betrekking tot de infrastructuur. Heffingen 69 / 78

70 Het treinpadrecht-lijn (TR-L) De formule van het treinpadrecht-lijn is de volgende : TR-L = P x Pt x i L(i) C1(i) C2(i) Ce C(i) H(i) T(i) euro (i): Doorlopen sectie op de lijn P: Eenheidsprijs per treinkilometer, geïndexeerd, gebruikt voor alle lijnen van de spoorweginfrastructuur Pt: L(i): C1(i): C2(i): Prioriteit in het verkeer, als functie van de door Infrabel geboden servicekwaliteit en, in het bijzonder, van het aan de trein toegekende voorrangsniveau ten opzichte van ander verkeer in geval van verkeersstoringen Lengte van de lijnsectie uitgedrukt in kilometer, bepaald bij toewijzing van de capaciteit Coëfficiënt in functie van het operationeel belang van de sectie Coëfficiënt in functie van de technische uitrusting van de lijnsectie Ce: Coëfficiënt voor de milieu-effecten, waarvan de huidige waarde = 1 C(i): H(i): T(i): Het Rangeerrecht-Lijn (RR-L) De formule van het rangeerrecht-lijn is de volgende: RR-L = RL euro per kilometer Coëfficiënt voor de totale massa van de trein (inclusief het gewicht van de locomotief) op de desbetreffende spoorsectie Coëfficiënt in functie van het rijden tijdens de piekuren, afhankelijk van het uur, de dag en de richting waarin het rijpad is gesitueerd op de lijnsectie Coëfficiënt voor de afwijking ten opzichte van het standaardrijpad, afhankelijk van de afwijking tussen de rittijd op het rijpad voor de beschouwde lijnsectie en de rittijd volgens het standaardrijpad RL: eenheidsprijs die jaarlijks wordt geïndexeerd. De lijst van de baanvakken die dit bijzonder statuut hebben, is opgenomen in bijlage F.6. Heffingen 70 / 78

71 Het Treinpadrecht-installatie (TR-I) De formule van het treinpadrecht-installatie verschilt naargelang het type vervoer : Reizigerstreinen: TR I = Pv x Cu x C (i) + Pv x C(i) 5 C(i) x tijd ( ) euro Goederentreinen: TR I = Pm x Cu x C (i) + Pm x C (i) 100 C (i) x tijd ( ) euro Pv en Pm: Cu: C(i): Tijd: De eenheidsprijzen, geïndexeerd in functie van de treincategorie, Pv voor de reizigerstreinen en Pm voor de goederentreinen Coëfficiënt van de aard van het gebruik van de installatie (vertrekkende trein, aankomende trein, trein met commerciële stilstand of met verplichte dienststilstand) Coëfficiënt in functie van de operationele belangrijkheid en uitrusting van de installaties i. De tijd, uitgedrukt in minuten, dat het stel het spoor blijft bezetten nadat de inbegrepen tijd is opgebruikt. De inbegrepen tijd voor een reizigerstrein is 30 minuten, voor een goederentrein is dit 120 minuten Het rangeerrecht (RR) De formule van het rangeerrecht is de volgende: RR = M x Co x RB x (1 + Cn ) + C(IB) euro M: Eenheidsprijs op jaarbasis, geïndexeerd, gebruikt voor alle betrokken bundelsporen van de spoorweginfrastructuur Co: De verhoging voor operationeel belangrijke bundels/sporen, momenteel voor alle betrokken bundels = 1 RB: Cn: C(IB): Het rangeerrecht voor een bundel met doodlopende sporen en zonder bijzondere voorzieningen De verhoging in functie van de uitrusting van de bundel. In functie van het uitrustingsniveau zijn er één of meerdere coëfficiënten Cn van toepassing De eventuele toeslag voor bediening van seinen en spoortoestellen (operationalisering) door de IB Heffingen 71 / 78

72 De lijst met de installaties is opgenomen in bijlage D.9, de technische uitrusting van de installaties is opgenomen in bijlage F De administratieve kosten De administratieve kosten voor de capaciteitsaanvragen (AK) De formule van de administratieve kosten voor elke studie, aanvraag of wijziging van een rijpad is de volgende: AK = A euro A: Eenheidsprijs, jaarlijks geïndexeerd De administratieve kosten voor de reservatie van lokale capaciteit (AKC) De formule van de administratieve kosten voor de reservatie van lokale capaciteit is de volgende: AKC = A euro A: Eenheidsprijs, jaarlijks geïndexeerd AKC staat voor de kost ten laste van de SO die het of de voorgestelde alternatieven heeft geweigerd Specifieke gevallen Tarief voor toeristische ondernemingen De formule van toepassing voor toeristische ondernemingen is de volgende: Prijs = 1 euro per effectieve km De prijs omvat het gebruik van lijnen (TR-L), het gebruik van de installaties (TR-I) en de administratieve kosten (AK). Deze prijs wordt niet geïndexeerd Tarief voor testen op infrastructuur die buiten dienst is gesteld. De formule van toepassing voor testen op infrastructuur die buiten dienst is gesteld is de volgende: Prijs voor het gebruik van een HSL = 4,56 euro per km per 1/2u Prijs voor het gebruik van een conventionele lijn = 2,43 euro per km per 1/2u Deze prijs omvat het gebruik van de buiten dienst gestelde infrastructuur en de gebruikte tractieenergie. Deze prijzen worden jaarlijks geïndexeerd volgens hetzelfde principe van indexatie dat wordt gebruikt voor de eenheidsprijzen in de formules van de gebruiksheffing (volgens de evolutie van de Gezondheids- en Dienstenindex). Heffingen 72 / 78

73 6.3.3 Levering van de diensten vermeld onder punt 5.3 De diensten die geleverd worden door de IB, worden opgenomen in de gebruiksheffing voor infrastructuur De aanvullende diensten De tractiestroom De regels voor de prijszetting van de elektrische tractie-energie zijn opgenomen in bijlage F Brandstofbevoorrading Niet van toepassing De diensten voor treinen: het voorverwarmen van passagierstreinen, levering van water, Zie het rangeerrecht (punt ) en elektrische tractie-energie (punt ) Rangeringen en andere diensten die worden verstrekt in de in punt 5.3 genoemde installaties Niet van toepassing Diensten voor buitengewoon vervoer en gevaarlijke goederen De prijszetting van de diensten voor buitengewoon vervoer is opgenomen in bijlage F.3. De prijszetting van de diensten voor gevaarlijke goederen wordt beschreven in de gebruiksovereenkomst Diensten buiten de openingsuren De formule van de diensten buiten de openingsuren is de volgende: Prestaties = [Tx + S(za)] * H (za) euro + [Tx + S(zo)] * H (zo) euro + [Tx + S(nacht)] * H (nacht) euro + [Tx + S(za/nacht)] * H (za/nacht) euro + [Tx +S(zo/nacht) * H(zo/nacht) euro Tx: S(nacht) : S(za) : S(zo) : S(za/nacht) : S(zo/nacht) : Basis uurtarief, jaarlijks geïndexeerd Toeslag voor nachtwerk (maandag tot en met vrijdag), jaarlijks geïndexeerd Toeslag voor zaterdagwerk overdag, jaarlijks geïndexeerd Toeslag voor zondagswerk overdag, jaarlijks geïndexeerd Toeslag voor nachtwerk op zaterdag, jaarlijks geïndexeerd Toeslag voor nachtwerk op zondag, jaarlijks geïndexeerd Heffingen 73 / 78

74 H : Aantal gepresteerde uren (zaterdag overdag (za), zondag overdag (zo), s nachts van maandag tot en met vrijdag (nacht), nachtwerk zaterdag (za/nacht), nachtwerk zondag (zo/nacht)) Andere aanvullende diensten De prijszetting van de andere aanvullende diensten van het personeel van de IB wordt beschreven in de gebruiksovereenkomst Ondersteunende diensten Toegang tot het netwerk van telecommunicatie De prijszetting van de toegang tot het netwerk van telecommunicatie van de IB wordt opgenomen in de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur Het bezorgen van bijkomende informatie De prijszetting van het bezorgen van bijkomende informatie door de IB wordt opgenomen in de gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur Technische controle van het rollend materieel Niet van toepassing. 6.4 Service Level Agreement De Service Level Agreement kent zijn ontstaan in de toenemende kwaliteitseisen. De IB wil, samen met de betrokken SO, aan de hand van een overeenkomst, een aantal diensten verzekeren van een overeengekomen kwaliteitsniveau. Door middel van een uniek bonus-malus concept worden de verschillende partijen in de juiste richting gestuwd. Wie slecht presteert of niet voldoet aan de vooropgestelde eisen zal hiervoor bestraft worden, anderzijds wie goed presteert zal hiervoor beloond worden. Op heden wordt gewerkt met een puntensysteem, zonder dat enige financiële impact gekoppeld is aan deze Service Level Agreement. De bedoeling is het kwaliteitsniveau van deze verschillende diensten te maximaliseren en een win-win situatie te creëren voor iedere deelnemende partij. 6.5 Wijzigingen van de gebruiksheffing De eenheidsprijzen worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd. De indexering komt overeen met een proportioneel aandeel van de gezondheidsindex (65%) en van de dienstenindex (35%) van de consumptieprijzen. De referentie-index is deze van de maand november die de indexering voorafgaat. De waarden van de diverse coëfficiënten voor de berekening van de heffingen blijven de gehele dienstregelingperiode van toepassing. De heffing die verschuldigd is voor een capaciteitstoewijzing opgenomen in een kaderovereenkomst, kan tijdens de looptijd van deze kaderovereenkomst slechts wijzigen in de 4 hierna volgende gevallen jaarlijkse indexering op de wijze zoals hierboven beschreven; wijziging van de wettelijke voorschriften betreffende de heffing; wijziging van de bijdrage van de Staat voor de openbare dienst van het beheer van de infrastructuur; Heffingen 74 / 78

75 volgens de voorwaarden opgenomen in de kaderovereenkomst (bijvoorbeeld: wijziging van de infrastructuur). 6.6 Modaliteiten voor het innen van de gebruiksheffing Voorafbetaling van de gevraagde capaciteiten Het gebruiksrecht is voorafgaandelijk per maand te betalen. Deze voorafbetaling is niet van toepassing op aanvragen van capaciteit die bedoeld zijn in punt De voorafbetalingen zijn te betalen aan de IB tegen de 20ste van de maand die de gebruiksmaand voorafgaat. Bij gebrek aan tijdige voorafbetaling kan de IB de toegekende capaciteit terug intrekken. De voorschotten bevinden zich in de gebruiksovereenkomst (zie bijlage B.3) Toegewezen en niet gebruikte capaciteit Het gebruiksrecht voor de toegewezen capaciteit is in principe volledig te betalen door de aanvrager (zie uitzonderingen punt 6.1). Bij annulatie van de toegewezen capaciteit zal het bedrag (behalve de administratieve kosten) voor de niet-gebruikte capaciteit als volgt berekend worden: Melding van de annulatie (# kalenderdagen voor de voorziene ritdag) Percentage van de heffing te betalen < 24u 100% Tussen 24u en 30 dagen 30% Tussen 30 dagen en 60 dagen 15% > 60 dagen 0% Voor de dienst, laten de informatica applicaties momenteel niet toe om het principe van 24u toe te passen. De IB is van mening dat een afgeschaft rijpad aan 100% betaald moet worden als de afschaffing gebeurt op de dag zelf en aan 30% als de afschaffing gebeurt de dag voordien. Voor de dienst, is de periode van 24u een periode die glijdt van uur tot uur, met een afronding naar boven vanaf de 31ste minuut: een annulatie op het uur U + [0 30] zal betaald worden aan 100% als de reservatie voorzien was voor de volgende dag vóór het uur U; een annulatie op het uur U + [31 59] zal betaald worden aan 100% als de reservatie voorzien was voor de volgende dag vóór het uur U Facturatie De IB berekent na verloop van iedere maand het totaal van de verschuldigde gebruiksheffingen voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur M-1. Bij het opstellen van de facturen wordt rekening gehouden met de reeds gefactureerde en betaalde voorschotten. De facturen zijn binnen de 30 dagen te betalen. De IB kan verwijlinteresten aanrekenen volgens de wettelijke rentevoeten op de gefactureerde bedragen die niet binnen de voorgeschreven termijnen werden betaald. De invorderings- en inningskosten zijn ten laste van de gebruiker. Heffingen 75 / 78

76 Vragen of opmerkingen betreffende de facturatie van de gebruiksheffing kunnen steeds gericht worden aan de coördinaten opgenomen in punt 1.8. De facturatiemethode van de andere heffingen wordt beschreven in de gebruiksovereenkomst (bijlage B.3). 6.7 Waarborg Bij de aanvraag van capaciteit wordt geen waarborg vereist. 6.8 Beroep Bij het toezichthoudende orgaan kunnen schriftelijke klachten worden ingediend door middel van aangetekende zendingen vanwege spoorwegondernemingen, kandidaten of de spoorweginfrastructuurbeheerder wanneer zij denken het slachtoffer te zijn van een oneerlijke behandeling, van een discriminatie of van elk ander nadeel met betrekking tot het tariferingsysteem, de hoogte of de structuur van heffingen voor het spoorweginfrastructuurgebruik (art 62, 5 van de wet van 4 december 2006). Heffingen 76 / 78

77 7. BIJLAGEN A. Glossarium A.1. Glossarium B. Capaciteiten B.1. Model voor capaciteitsaanvragen B.1.1. Capaciteitsaanvragen Goederen B.1.2. Capaciteitsaanvragen Reizigers B.1.3. Aanvragen van studies of internationale capaciteitstoewijzing reizigers & goederen B.1.4. Aanvraag voor lokale capaciteiten voor de aanverwante spoorwegondernemingen B.2. Kaderovereenkomst B.2.1. Model voor kaderovereenkomst B.2.2. Model voor de kaderovereenkomstaanvraag B.3. Gebruiksovereenkomst voor spoorweginfrastructuur - Algemene voorwaarden B.4. Opstellen en publiceren van de dienstregelingen B.5. Repertorium van de werkvensters op het hoofdnet - TLO B.6. Prioriteiten voor de toewijzing van capaciteiten in geval van overbelasting: de overbelaste lijnen B.7. Prioriteiten voor de toewijzing van capaciteiten in geval van overbelasting: Lijntypes en treintypes B.8. Prioriteiten voor de toewijzing van capaciteiten in geval van overbelasting: de lijst van de lijntypes C. Kaarten C.1. Kaart van de Belgische spoorweginfrastructuur (kaart nr et ) C.2. Kaart met de grenzen van de zones infrastructuur ( cdr) C.3. BVT deel III lijst 5 Kaart van de toegelaten reiswegen voor het gecombineerd vervoer C.4. Technische kaart van het net (9700.cdr) C.5. Kaart van de maximale stroomsterkten Icat Max (10490.cdr) C.6. Kaart S104-0 Bijlagen 77 / 78

78 C.7. C.8. Kaart Planning ETCS Implementatie TBL1+ D. Boek van de treindienst BVT D.1. BVT deel III lijst 1 Benaming van de lijnen + TBL1+ D.2. BVT deel III lijst 3 Kruis- en wijksporen D.3. BVT deel III lijst 13 Stations en andere installaties netwerk in dienst diverse inlichtingen D.4. BVT deel III lijst 32 Documenten infrastructuur ten behoeve van de spoorwegondernemingen D.5. BVT deel III lijst 33 Lijst van de grenspunten en de infrastructuurbeheerders van de naburige netten D.6. BVT deel III lijst 15 Lengte van de perrons in de reizigersstations D.7. BVT deel III lijst 6 Lijnvakken waarop het verkeer van bepaalde voertuigen verboden of aan beperkingen onderworpen is D.8. BVT deel III lijst 24 Voertuigen onderworpen aan beperkingen of verbodsbepalingen op de lijnen in dienst D.9. BVT deel III lijst 11 - Stations en aanhorigheden open voor de goederentreindienst D.10. BVT deel III lijst 34 Adressen van de GBI-N D.11. BVT deel III lijst 35 Nummering van de treinen E. Technische documenten E.1. Afstand tussen stations en knooppunten E.2. Planning TBL1+ E.3. Vereisten voor energiemeetsystemen aan boord van tractie-eenheden op het Infrabelnetwerk F. Tarificatie F.1. Technische uitrustingen van de installaties F.2. Heffingen voor de aanvullende dienst tractiestroom F.3. Diensten voor buitengewoon vervoer F.4. Gebruiksheffing - Eenheidsprijzen en waarden van de parameters verbonden met de trein F.5. Gebruiksheffing - Waarden van de parameters verbonden met de infrastructuur F.6. Baanvakken waarop het rangeerrecht-lijn van toepassing is Bijlagen 78 / 78

Netverklaring. Geldig van 11/12/2011 tot 08/12/2012 VERSIE VAN 06/07/2011

Netverklaring. Geldig van 11/12/2011 tot 08/12/2012 VERSIE VAN 06/07/2011 Netverklaring Geldig van 11/12/2011 tot 08/12/2012 VERSIE VAN 06/07/2011 VERSIES. Bijvoegsel Datum Aanpassingen 1 10.12.10 Eerste versie 2 26.01.11 Punt 4.3.1.1: ERRATUM - rechtzetting 3 06.06.11 De bijlage

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 14/12/2014 tot 12/12/2015 Versie van 13/12/2013

Netverklaring. Geldig van 14/12/2014 tot 12/12/2015 Versie van 13/12/2013 Netverklaring Geldig van 14/12/2014 tot 12/12/2015 Versie van 13/12/2013 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 13.12.2013 Eerste versie Versies 3 / 85 INHOUDSTAFEL VERSIES 3 INHOUDSTAFEL 4 1. ALGEMENE

Nadere informatie

Netverklaring B.9. Geldig van 14/12/2014 tot 12/12/2015 Versie van 04/09/2014

Netverklaring B.9. Geldig van 14/12/2014 tot 12/12/2015 Versie van 04/09/2014 Netverklaring B.9 Geldig van 14/12/2014 tot 12/12/2015 Versie van 04/09/2014 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 13.12.2013 Eerste versie 1 13.06.2014 Aanpassing van de Netverklaring conform de Wet

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 15/12/2013 tot 13/12/2014 Versie van 13/12/2013

Netverklaring. Geldig van 15/12/2013 tot 13/12/2014 Versie van 13/12/2013 Netverklaring Geldig van 15/12/2013 tot 13/12/2014 Versie van 13/12/2013 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 07.12.2012 Eerste versie 1 21.12.2012 De eenheidsprijzen met betrekking tot de diensten

Nadere informatie

Netverklaring B.9. Geldig van 14/12/2014 tot 12/12/2015 Versie van 13/06/2014

Netverklaring B.9. Geldig van 14/12/2014 tot 12/12/2015 Versie van 13/06/2014 Netverklaring B.9 Geldig van 14/12/2014 tot 12/12/2015 Versie van 13/06/2014 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 13.12.2013 Eerste versie 1 13.06.2014 Aanpassing van de Netverklaring conform de Wet

Nadere informatie

NETVERKLARING. Bijlage A.1 Glossarium. 1. Definities. Aanverwante Spoorwegonderneming

NETVERKLARING. Bijlage A.1 Glossarium. 1. Definities. Aanverwante Spoorwegonderneming NETVERKLARING Bijlage A.1 Glossarium 1. Definities Aanverwante Spoorwegonderneming Area Directie Asset Management - Infrabel Area Directie Traffic Management & Services - Infrabel Boek Van de Treindienst

Nadere informatie

Netverklaring B.9. Geldig van 15/12/2013 tot 13/12/2014 Versie van 13/06/2014

Netverklaring B.9. Geldig van 15/12/2013 tot 13/12/2014 Versie van 13/06/2014 Netverklaring B.9 Geldig van 15/12/2013 tot 13/12/2014 Versie van 13/06/2014 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 07.12.2012 Eerste versie 1 21.12.2012 De eenheidsprijzen met betrekking tot de diensten

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 28/08/2015

Netverklaring. Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 28/08/2015 Netverklaring Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 28/08/2015 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 13.12.2013 Eerste versie 1 13.06.2014 Aanpassing van de netverklaring conform de Wet van

Nadere informatie

Beslissing n S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en Crossrail

Beslissing n S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en Crossrail Beslissing n 2018-03-S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en Crossrail Kruidtuinlaan 50 bus 72 1000 Brussel www.regul.be Inhoudstafel 1.

Nadere informatie

Beslissing D S betreffende de opleidingsinstellingen voor treinbegeleiders.

Beslissing D S betreffende de opleidingsinstellingen voor treinbegeleiders. Beslissing D-2018-01-S betreffende de opleidingsinstellingen voor treinbegeleiders. Kruidtuinlaan 50 bus 72 1000 Brussel www.regul.be Inhoudsopgave 1. Voorwerp en wettelijke basis... 3 2. Feiten en retroacta...

Nadere informatie

Netverklaring B.9. Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 12/12/2014

Netverklaring B.9. Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 12/12/2014 Netverklaring B.9 Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 12/12/2014 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 12.12.2014 Eerste versie Versies 3 / 87 INHOUDSTAFEL VERSIES 3 INHOUDSTAFEL 4 1. ALGEMENE

Nadere informatie

1. Procedure toelating tot indienststelling : zie hoofdstukken II, III,IV en VI. 2. Aanvraag toelating voertuigtype : zie hoofdstuk V en VII

1. Procedure toelating tot indienststelling : zie hoofdstukken II, III,IV en VI. 2. Aanvraag toelating voertuigtype : zie hoofdstuk V en VII KONINKRIJK BELGIË Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit der Spoorwegen HANDLEIDING VOOR HET BEKOMEN VAN EEN TOELATING OF BESLISSING VAN DE VEILIGHEIDSINSTANTIE BETREFFENDE STRUCTURELE SUBSYSTEMEN In

Nadere informatie

NETVERKLARING. Bijlage A.1 Glossarium. 1. Definities

NETVERKLARING. Bijlage A.1 Glossarium. 1. Definities NETVERKLARING Bijlage A.1 Glossarium 1. Definities Aanverwante Spoorwegonderneming Area Directie Asset Management-Infrabel Area Directie Traffic Management & Services- Infrabel Bureau Organisatie van de

Nadere informatie

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN BE NETWERK CAPACITEITSBEHEER - DIENSTREGELINGEN Bureau N.221 Sectie 83 911/54134 N.221/901072/713AT/N.5953 Brussel, 25 april 2002 BERICHT 21N/2002 ALGEMEEN

Nadere informatie

CONTRACT NMBS RAIL RELATED SERVICES TOEGANG TOT DE INSTALLATIES EN DIENSTEN IN DE STATIONS Dienstregeling 2020

CONTRACT NMBS RAIL RELATED SERVICES TOEGANG TOT DE INSTALLATIES EN DIENSTEN IN DE STATIONS Dienstregeling 2020 CONTRACT NMBS RAIL RELATED SERVICES TOEGANG TOT DE INSTALLATIES EN DIENSTEN IN DE STATIONS Dienstregeling 2020 TUSSEN: Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, naamloze vennootschap van publiek

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 11/12/2016 tot 9/12/2017 Versie van 9/10/ Ontwerp

Netverklaring. Geldig van 11/12/2016 tot 9/12/2017 Versie van 9/10/ Ontwerp Netverklaring Geldig van 11/12/2016 tot 9/12/2017 Versie van 9/10/2015 - Ontwerp VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 09.10.2015 Ontwerp op basis van Netverklaring 2016 versie van 28/08/2015: - Hoofddocument:

Nadere informatie

1 van 5 9-7-2009 21:21 Beheerd door Avis het juridique Publicatiebureau important 31995L0019 Richtlijn 95/19/EG van de Raad van 19 juni 1995 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 09/12/2018 tot 14/12/2019 Versie van 18/06/2018

Netverklaring. Geldig van 09/12/2018 tot 14/12/2019 Versie van 18/06/2018 Netverklaring Geldig van 09/12/2018 tot 14/12/2019 Versie van 18/06/2018 VERSIES Versie Datum Aanpassingen (Voor de details raadpleeg het document Netverklaring - Wijzigingen beschikbaar op de website

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 11/12/2016 tot 09/12/2017 Versie van 29/06/2016

Netverklaring. Geldig van 11/12/2016 tot 09/12/2017 Versie van 29/06/2016 Netverklaring Geldig van 11/12/2016 tot 09/12/2017 Versie van 29/06/2016 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 13.12.2015 Eerste versie ERRATUM 21.01.2016 Erratum in punt 4.5.2.1.1 Aanvraag buiten termijn

Nadere informatie

Beslissing D S

Beslissing D S DIENST REGULERING VAN HET SPOORWEGVERVOER EN VAN DE EXPLOITATIE VAN DE LUCHTHAVEN BRUSSEL-NATIONAAL Beslissing D-2013-01-S van 9 september 2013 betreffende het verzoek van de spoorwegonderneming NMBS aan

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER Brussel, 10 juli 2018 Annuleert en vervangt de kennisgeving van 27 februari 2018 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD

Nadere informatie

Praktische handleiding

Praktische handleiding Belgische veiligheidsinstantie van de spoorwegen Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen voor de aanvraag tot erkenning als centrum belast met de medische en/of psychologische onderzoeken

Nadere informatie

Taken van de veiligheidsinstantie DVIS 27/02/2012

Taken van de veiligheidsinstantie DVIS 27/02/2012 27/02/2012 2 Afgifte, vernieuwing, wijziging en intrekking van de veiligheidscertificaten voor spoorwegondernemingen Deel A : voor de spoorwegonderneming die haar allereerste activiteit in België opstart.

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 29/06/2016

Netverklaring. Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 29/06/2016 Netverklaring Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 29/06/2016 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 12.12.2014 Eerste versie 1 28.08.2015 Wijzingen naar aanleiding van de wet van 15 juni

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 09/12/2018 tot 14/12/2019 Versie van 07/12/2018

Netverklaring. Geldig van 09/12/2018 tot 14/12/2019 Versie van 07/12/2018 Netverklaring Geldig van 09/12/2018 tot 14/12/2019 Versie van 07/12/2018 VERSIES Versie Datum Aanpassingen (Voor de details raadpleeg het document Netverklaring - Wijzigingen beschikbaar op de website

Nadere informatie

NETVERKLARING. Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de dienstregelingen INHOUD

NETVERKLARING. Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de dienstregelingen INHOUD NETVERKLARING Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de dienstregelingen INHOUD 1. ALGEMEENHEDEN... 3 1.1. RIJPERIODE... 3 1.2. WEEKKARAKTERISTIEK... 3 1.2.1. Algemeenheden... 3 1.2.2. Betekenis van de

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 11/12/2015

Netverklaring. Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 11/12/2015 Netverklaring Geldig van 13/12/2015 tot 10/12/2016 Versie van 11/12/2015 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 13.12.2013 Eerste versie 1 13.06.2014 Aanpassing van de netverklaring conform de Wet van

Nadere informatie

VR 2016 DOC.0943/1BIS

VR 2016 DOC.0943/1BIS VR 2016 DOC.0943/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

VR DOC.0078/1

VR DOC.0078/1 VR 2017 0302 DOC.0078/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 07/12/2018

Netverklaring. Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 07/12/2018 Netverklaring Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 07/12/2018 Versie Datum 1 07.12.2018 Eerste versie VERSIES Aanpassingen (Voor de details raadpleeg het document Netverklaring - Wijzigingen

Nadere informatie

NETVERKLARING. Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de rijpaden INHOUD

NETVERKLARING. Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de rijpaden INHOUD NETVERKLARING Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de rijpaden INHOUD 1. ALGEMEENHEDEN... 2 1.1. RIJPERIODE... 2 1.2. WEEKKARAKTERISTIEK... 2 1.2.1. Algemeenheden... 2 1.2.2. Betekenis van de gebruikte

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 11/12/2016 tot 09/12/2017 Versie van 30/06/2017

Netverklaring. Geldig van 11/12/2016 tot 09/12/2017 Versie van 30/06/2017 Netverklaring Geldig van 11/12/2016 tot 09/12/2017 Versie van 30/06/2017 VERSIES Versie Datum Aanpassingen (Voor de details zie het document Netverklaring - Wijzigingen beschikbaar op de website www.infrabel.be)

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 01/04/2019

Netverklaring. Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 01/04/2019 Netverklaring Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 01/04/2019 Versie Datum 1 07.12.2018 Eerste versie VERSIES Aanpassingen (Voor de details raadpleeg het document Netverklaring - Wijzigingen

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 09/12/2018 tot 14/12/2019 Versie van 01/04/2019

Netverklaring. Geldig van 09/12/2018 tot 14/12/2019 Versie van 01/04/2019 Netverklaring Geldig van 09/12/2018 tot 14/12/2019 Versie van 01/04/2019 Versie Datum VERSIES Aanpassingen (Voor de details raadpleeg het document Netverklaring - Wijzigingen beschikbaar op de website

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 10/07/2019

Netverklaring. Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 10/07/2019 Netverklaring Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 10/07/2019 Versie Datum 1 07.12.2018 Eerste versie VERSIES Aanpassingen (Voor de details raadpleeg het document Netverklaring - Wijzigingen

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 16/05/2019

Netverklaring. Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 16/05/2019 Netverklaring Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 16/05/2019 Versie Datum 1 07.12.2018 Eerste versie VERSIES Aanpassingen (Voor de details raadpleeg het document Netverklaring - Wijzigingen

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 11/12/2016 tot 09/12/2017 Versie van 09/12/2016

Netverklaring. Geldig van 11/12/2016 tot 09/12/2017 Versie van 09/12/2016 Netverklaring Geldig van 11/12/2016 tot 09/12/2017 Versie van 09/12/2016 VERSIES Versie Datum Aanpassingen (Voor de details zie het document Netverklaring - Wijzigingen beschikbaar op de website www.infrabel.be)

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 01/04/2019

Netverklaring. Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 01/04/2019 Netverklaring Geldig van 15/12/2019 tot 12/12/2020 Versie van 01/04/2019 Versie Datum 1 07.12.2018 Eerste versie VERSIES Aanpassingen (Voor de details raadpleeg het document Netverklaring - Wijzigingen

Nadere informatie

Beslissing n S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en RTB-Cargo

Beslissing n S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en RTB-Cargo Beslissing n 2018-05-S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en RTB-Cargo Kruidtuinlaan 50 bus 72 1000 Brussel www.regul.be Inhoudstafel 1.

Nadere informatie

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN DIRECTIE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N.232.1 Sectie 81 911/53336 N.232.1/2.6.1.1/046039 Brussel, 10 november 2004 BERICHT 37N/2004 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR

Nadere informatie

Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE

Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE 0. Reglementaire basis Artikel 23.1.1 van het Koninklijk Besluit van 20 juli 2001 voor de

Nadere informatie

Netverklaring. Geldig van 11/12/2016 tot 9/12/2017 Versie van 11/12/2015

Netverklaring. Geldig van 11/12/2016 tot 9/12/2017 Versie van 11/12/2015 Netverklaring Geldig van 11/12/2016 tot 9/12/2017 Versie van 11/12/2015 VERSIES Bijvoegsel Datum Aanpassingen 0 11.12.2015 Eerste versie Versies 3 / 93 INHOUDSTAFEL VERSIES 3 INHOUDSTAFEL 4 1. ALGEMENE

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT TRANS 134 CODEC 408

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT TRANS 134 CODEC 408 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 20 april 2004 (OR. en) 2002/0025 (COD) C5-0156/04 PE-CONS 3641/04 TRANS 134 CODEC 408 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Richtlijn

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 85 I/60 27.3.2019 VERORDENING (EU) 2019/503 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 25 maart 2019 betreffende bepaalde aspecten van spoorwegveiligheid en spoorverbindingen in verband met de terugtrekking

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling over het ontwerp van koninklijk besluit betreffende

Nadere informatie

CONTRACT NMBS RAIL RELATED SERVICES FUELLING FACILITIES

CONTRACT NMBS RAIL RELATED SERVICES FUELLING FACILITIES CONTRACT NMBS RAIL RELATED SERVICES FUELLING FACILITIES TUSSEN: Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, naamloze vennootschap van publiek recht met maatschappelijke zetel in de Frankrijkstraat

Nadere informatie

2. OPMAAK VAN DE DIENSTREGELINGEN BASISPRINCIPES OPMAAK DIENSTSTOP... 4

2. OPMAAK VAN DE DIENSTREGELINGEN BASISPRINCIPES OPMAAK DIENSTSTOP... 4 NETVERKLARING Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de rijpaden INHOUD 1. ALGEMEENHEDEN... 2 1.1. RIJPERIODE... 2 1.2. WEEKKARAKTERISTIEK... 2 1.2.1. Algemeenheden... 2 1.2.2. Betekenis van de gebruikte

Nadere informatie

VR DOC.0757/1BIS

VR DOC.0757/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het voorontwerp van wet tot wijziging

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.3.2018 C(2018) 1392 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 8.3.2018 tot vaststelling van gemeenschappelijke veiligheidsmethoden inzake de eisen voor

Nadere informatie

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië inzake internationaal vervoer over de weg

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië inzake internationaal vervoer over de weg Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië inzake internationaal vervoer over de weg Het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië hierna te noemen de Verdragsluitende

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 14.11.2017 L 295/69 GEDELEGEERD BESLUIT (EU) 2017/2075 VAN DE COMMISSIE van 4 september 2017 ter vervanging van bijlage VII bij Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad tot instelling

Nadere informatie

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.4.2019 C(2019) 2615 final VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 5.4.2019 tot wijziging van bijlage VI bij Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 3/6 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/6 VAN DE COMMISSIE van 5 januari 2017 betreffende het Europees implementatieplan voor ERTMS DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de

Nadere informatie

Aanbevelingen van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS)

Aanbevelingen van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS) Aanbevelingen van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS) aan de spoorwegondernemingen en de infrastructuurbeheerder werkzaam in België, met het oog op het toepassen van goede

Nadere informatie

NETVERKLARING. Bijlage B.2 Prestatieregeling van toepassing sinds 1 januari Berekening van de minuten vertraging

NETVERKLARING. Bijlage B.2 Prestatieregeling van toepassing sinds 1 januari Berekening van de minuten vertraging NETVERKLARING Bijlage B.2 Prestatieregeling van toepassing sinds 1 januari 2017 De prestatieregeling bouwt volledig verder op de principes zoals voorzien in het performantieregime dat opgenomen werd in

Nadere informatie

[ ] ***** Aangaan van internationale samenwerkingsverbanden

[ ] ***** Aangaan van internationale samenwerkingsverbanden [ ] ***** DOOR TRENITALIA INGEDIENDE TOEZEGGINGEN 1. TOEZEGGING TEN AANZIEN VAN GVG Deze toezegging heeft betrekking op de door GVG ingediende verzoeken voor het aangaan van een internationaal samenwerkingsverband

Nadere informatie

L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie

L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie 17.11.2012 VERORDENING (EU) Nr. 1078/2012 VAN DE COMMISSIE van 16 november 2012 betreffende een gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor de controle die moet

Nadere informatie

Bijlage F.4 Gebruiksheffing - Eenheidsprijzen en waarden van de parameters verbonden met de trein

Bijlage F.4 Gebruiksheffing - Eenheidsprijzen en waarden van de parameters verbonden met de trein NETVERKLARING Bijlage F.4 Gebruiksheffing - Eenheidsprijzen en waarden van de parameters verbonden met de trein 1. Het treinpadrecht-lijnen 1.1. Eenheidsprijs voor het treinpadrecht-lijnen (P) Voor alle

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 185/6 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1136 VAN DE COMMISSIE van 13 juli 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 402/2013 betreffende de gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 8.4.2019 L 97/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2019/554 VAN DE COMMISSIE van 5 april 2019 tot wijziging van bijlage VI bij Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement

Nadere informatie

VR DOC.0291/1

VR DOC.0291/1 VR 2018 3003 DOC.0291/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122. de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 35 88 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Mededeling Brussel, 2 juni 2017 Kenmerk: NBB_2017_18 uw correspondent:

Nadere informatie

Praktische handleiding

Praktische handleiding Belgische veiligheidsinstantie van de spoorwegen Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen voor de aanvraag tot erkenning als centrum belast met de medische en/of psychologische onderzoeken

Nadere informatie

Bijlage B.9 Capaciteitsovereenkomst tussen de kandidaat niet spoorwegonderneming en Infrabel

Bijlage B.9 Capaciteitsovereenkomst tussen de kandidaat niet spoorwegonderneming en Infrabel NETVERKLARING Bijlage B.9 Capaciteitsovereenkomst tussen de kandidaat niet spoorwegonderneming en Infrabel Deze capaciteitsovereenkomst, hierna genoemd de «Overeenkomst», wordt gesloten tussen, Enerzijds:

Nadere informatie

KAZACHSTAN BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

KAZACHSTAN BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders KAZACHSTAN BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders - Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. - Voor het vervoer naar,

Nadere informatie

Supervisieplan 2013. Koninkrijk België Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen

Supervisieplan 2013. Koninkrijk België Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen Supervisieplan 2013 Eenheid Supervisie City Atrium - Vooruitgangstraat 56-1210 Brussel Versie 1 Datum 4/04/2013 Patrick Froidbise - Lokaal 4B29 Tel: 02 277 39 34 - Fax:02.277.40.55 e-mail: patrick.froidbise@mobilit.fgov.be

Nadere informatie

Uw aansluiting op ons netwerk

Uw aansluiting op ons netwerk Uw aansluiting op ons netwerk 1 Een grotere toegankelijkheid voor een sterkere logistieke strategie Mobiliteitsproblemen, ecologische voetafdruk, wegentaks, leveringssnelheid, stijgende olieprijzen Stuk

Nadere informatie

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn Prudentieel beleid Brussel, 20 juni 2007 CIRCULAIRE PPB-2007-8-CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn (circulaire aan de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen,

Nadere informatie

TURKIJE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

TURKIJE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders TURKIJE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders - Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. - Voor het vervoer naar, van

Nadere informatie

MOLDAVIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

MOLDAVIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders MOLDAVIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders - Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. - Voor het vervoer naar, van

Nadere informatie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. 23.06.2017 16 MAART 2009 Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de toelating tot het luchtverkeer aan bepaalde luchtvaartuigen die niet beschikken over een bewijs van luchtwaardigheid

Nadere informatie

Bijlage F.4 Gebruiksheffing - Eenheidsprijzen en waarden van de parameters verbonden met de trein

Bijlage F.4 Gebruiksheffing - Eenheidsprijzen en waarden van de parameters verbonden met de trein NETVERKLARING Bijlage F.4 Gebruiksheffing - Eenheidsprijzen en waarden van de parameters verbonden met de trein 1. Het treinpadrecht-lijnen 1.1. Eenheidsprijs voor het treinpadrecht-lijnen (P) Voor alle

Nadere informatie

NETVERKLARING. Bijlage B.10 Prestatieregeling van toepassing vanaf 1 januari 2017. 1. Berekening van de minuten vertraging

NETVERKLARING. Bijlage B.10 Prestatieregeling van toepassing vanaf 1 januari 2017. 1. Berekening van de minuten vertraging NETVERKLARING Bijlage B.10 Prestatieregeling van toepassing vanaf 1 januari 2017 Deze prestatieregeling bouwt volledig verder op de principes zoals voorzien in het performantieregime dat opgenomen werd

Nadere informatie

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN BE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N.232.1 Sectie 81 911/54480 N.232.1/2.4.1.4/N.5116 Brussel, 15 januari 2002 BERICHT 12N/2002 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR HET

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen;

Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen; Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr., houdende vaststelling van regels inzake de aanvraag van een veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van

Nadere informatie

Wet van 2 oktober 2017 vergunning voor het exploiteren van een onderneming voor camerasystemen.

Wet van 2 oktober 2017 vergunning voor het exploiteren van een onderneming voor camerasystemen. Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Veiligheid en Preventie Directie Private Veiligheid Aan de ondernemingen voor camerasystemen Uw contactpersoon T Uw referentie Bijlagen 02

Nadere informatie

11 JULI 2011 Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen

11 JULI 2011 Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen 11 JULI 2011 Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen B.S. 20 juli 2011 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze

Nadere informatie

KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders - Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. - Voor het vervoer naar, van

Nadere informatie

Bijlage F.4 Gebruiksheffing - Eenheidsprijzen en waarden van de parameters verbonden met de trein

Bijlage F.4 Gebruiksheffing - Eenheidsprijzen en waarden van de parameters verbonden met de trein NETVERKLARING Bijlage F.4 Gebruiksheffing - Eenheidsprijzen en waarden van de parameters verbonden met de trein 1. Het treinpadrecht-lijnen 1.1. Eenheidsprijs voor het treinpadrecht-lijnen (P) Voor alle

Nadere informatie

Kruidtuinlaan 50 bus Brussel

Kruidtuinlaan 50 bus Brussel Beslissing D-2014-02-S van 19 december 2014 betreffende de controleopdracht naar mogelijke overdracht van capaciteit tussen NMBS Logistics en DB Schenker Rail Nederland binnen het kader van het treinongeval

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN FEDICT DIENSTEN

ALGEMENE VOORWAARDEN FEDICT DIENSTEN ALGEMENE VOORWAARDEN FEDICT DIENSTEN Doel van het document: De algemene voorwaarden voor Fedict diensten bevatten de standaardvoorwaarden voor het gebruik van alle Fedict diensten. Ze worden aangevuld

Nadere informatie

OEKRAÏNE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

OEKRAÏNE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders OEKRAÏNE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders - Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. - Voor het vervoer naar, van

Nadere informatie

Aanbeveling van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS)

Aanbeveling van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS) Aanbeveling van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS) Aan de spoorwegondernemingen werkzaam in België, met het oog op het toepassen van goede praktijken tot het verbeteren

Nadere informatie

BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN

BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN WIT-RUSLAND BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders a. Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. b. Voor het vervoer naar,

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Federale adviesverleningsprocedure inzake het voorontwerp van wet betreffende

Nadere informatie

Praktische gids. nationale vergunning van bestuurder

Praktische gids. nationale vergunning van bestuurder 1 / 20 Praktische gids voor het aanvragen van een nationale vergunning van bestuurder 1. VOORWOORD... 2 2. INLEIDING... 2 3. DEFINITIES... 2 4. WETTELIJKE BASIS... 3 5. PRINCIPES... 4 6. CATEGORIEËN VAN

Nadere informatie

Infrabel in het hart van de Europese goederencorridors // 1

Infrabel in het hart van de Europese goederencorridors // 1 Infrabel in het hart van de Europese goederencorridors // 1 Europese corridors voor een concurrerend en betrouwbaar goederenvervoer De Europese Unie heeft op haar grondgebied verschillende goederencorridors

Nadere informatie

hierna elk afzonderlijk "de Autoriteit" en gezamenlijk "de Autoriteiten" genoemd,

hierna elk afzonderlijk de Autoriteit en gezamenlijk de Autoriteiten genoemd, 1 Samenwerkingsprotocol tussen de Nationale Bank van België en de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten over de buitenlandse beleggingsondernemingen De Nationale Bank van België (hierna "de Bank"),

Nadere informatie

BIJLAGE. bij GEDELEGEERD BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BIJLAGE. bij GEDELEGEERD BESLUIT VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.9.2017 C(2017) 5963 final ANNEX 1 BIJLAGE bij GEDELEGEERD BESLUIT VAN DE COMMISSIE ter vervanging van bijlage VII bij Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: februari 2017

Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: februari 2017 Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: februari 2017 Hieronder vindt u de voornaamste stiptheidscijfers die spoorinfrastructuurbeheerder Infrabel en spooroperator NMBS maandelijks op hun website

Nadere informatie

BOSNIË-HERZEGOVINA BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. Cabotage (= vervoer tussen twee in een ander land gelegen plaatsen) is niet toegestaan.

BOSNIË-HERZEGOVINA BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. Cabotage (= vervoer tussen twee in een ander land gelegen plaatsen) is niet toegestaan. BOSNIË-HERZEGOVINA BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders - Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. - Voor het vervoer

Nadere informatie

Werkingscriteria en modaliteiten van de controle op de werking van tussenkomende organismen

Werkingscriteria en modaliteiten van de controle op de werking van tussenkomende organismen Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid Dienst Veiligheid van de Consumenten Werkingscriteria en modaliteiten van de controle op de werking van tussenkomende organismen Versie 30/05/07 Referenties :

Nadere informatie

Bijlage B.9 Overeenkomst voor de reservering van capaciteiten tussen de kandidaat niet-spoorwegonderneming en Infrabel

Bijlage B.9 Overeenkomst voor de reservering van capaciteiten tussen de kandidaat niet-spoorwegonderneming en Infrabel NETVERKLARING Bijlage B.9 Overeenkomst voor de reservering van capaciteiten tussen de kandidaat niet-spoorwegonderneming en Infrabel Deze overeenkomst voor de reservering van capaciteiten, hierna genoemd

Nadere informatie

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE 29.11.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 314/41 AANBEVELINGEN AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 22 november 2011 betreffende de procedure voor de erkenning van opleidingcentra en examinatoren voor

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk

Nadere informatie

ADVIES DIENST REGULERING

ADVIES DIENST REGULERING DIENST REGULERING ADVIES DR-061117-51 betreffende de aanvraag van een leveringsvergunning door de naamloze vennootschap SPE ten gevolge van haar overname van de naamloze vennootschappen Luminus, ALG Négoce

Nadere informatie

27 JANUARI 2008. - Koninklijk besluit betreffende <praalwagens>

27 JANUARI 2008. - Koninklijk besluit betreffende <praalwagens> FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER 27 JANUARI 2008. - Koninklijk besluit betreffende VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN FUELLING FACILITIES

ALGEMENE VOORWAARDEN FUELLING FACILITIES ALGEMENE VOORWAARDEN FUELLING FACILITIES Bijlage 1 Algemene Voorwaarden SFF Page 1 of 8 Inhoudstafel 1- Definities en afkortingen... 3 2- Referentiekader... 3 3- Verplichtingen... 4 3.1. Algemene verplichtingen...

Nadere informatie

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum Geïntegreerde permanentie

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum Geïntegreerde permanentie Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum Geïntegreerde permanentie Mevrouw en Mijnheer de Burgemeester via de Provinciegouverneurs, de Hoge Ambtenaar van de Brusselse

Nadere informatie

Bijlage B.9 Overeenkomst voor de reservering van capaciteiten tussen de kandidaat niet-spoorwegonderneming en Infrabel

Bijlage B.9 Overeenkomst voor de reservering van capaciteiten tussen de kandidaat niet-spoorwegonderneming en Infrabel NETVERKLARING Bijlage B.9 Overeenkomst voor de reservering van capaciteiten tussen de kandidaat niet-spoorwegonderneming en Infrabel Deze overeenkomst voor de reservering van capaciteiten, hierna genoemd

Nadere informatie