Remuneratierapport 2017

Transcriptie

1 Remuneratierapport 207 Selectie- en Remuneratiecommissie Raad van Toezicht Hogeschool Utrecht. Inleiding Voorliggend rapport behandelt het remuneratiebeleid van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. In dit rapport wordt verslag gedaan van de wijze waarop het bezoldigingsbeleid in het afgelopen boekjaar in de praktijk is gebracht. Daarnaast bevat het een overzicht van het bezoldigingsbeleid dat het komende boekjaar wordt voorzien. De rapportage is in opdracht van de Raad van Toezicht opgesteld door de Selectie- en Remuneratiecommissie van de Raad van Toezicht. In voorliggend rapport wordt achtereenvolgens het remuneratiebeleid voor het College van Bestuur behandeld, de toepassing van het remuneratiebeleid in boekjaar 207, een vooruitblik op het beleid voor 208 en tot slot een hoofdstuk inzake de remuneratie van de Raad van Toezicht zelf. 2. Remuneratiebeleid College van Bestuur 2. Uitgangspunten De Raad van Toezicht van de HU stelt, op advies van de Selectie- en Remuneratiecommissie, het remuneratiebeleid voor het College van Bestuur vast. Binnen het goedgekeurde remuneratiebeleid stelt de Raad van Toezicht, eveneens op advies van de Selectie- en Remuneratiecommissie, de bezoldiging van de individuele leden van het College van Bestuur vast. De Raad van Toezicht hanteert daarbij de volgende uitgangspunten: Bij het aantrekken van leden van het College van Bestuur en het vaststellen van een passende bezoldiging geldt in de eerste plaats dat er een bestuurder met aantoonbare hoge bestuurlijke kwaliteiten en ruime bestuurlijke ervaring moet kunnen worden benoemd. Het bepalen van een passend niveau van bezoldiging wordt op basis van deze kwaliteiten en ervaring gebaseerd; De bezoldiging past binnen de kaders van toepasselijke wetgeving; De bezoldiging past binnen hetgeen binnen de sector hoger onderwijs passend is;

2 Ter bepaling van de mate waarin de bezoldiging wordt aangepast wordt door de Raad van Toezicht jaarlijks het functioneren van het betreffende College van Bestuur beoordeeld en wordt deze beoordeling bij de besluitvorming betrokken. 2.2 Grondslagen remuneratiebeleid WNT De Wet Normering Bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT-) is per januari 203 ingevoerd. De WNT brengt mee dat zowel de bezoldiging als een eventuele uitkering wegens beëindiging van het dienstverband aan maxima gebonden zijn. De maxima worden per sector vastgesteld. De maximum bezoldiging is samengesteld uit de componenten beloning, belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen en voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn. De door de werkgever verschuldigde sociale verzekeringspremies vallen buiten het maximum. Voor per januari 203 lopende benoemingstermijnen gold een overgangsregeling. Met ingang van januari 205 is de WNT gewijzigd (WNT-2). De maximum bezoldiging is naar beneden bijgesteld. Voor de hbo-sector is in 205 binnen de Regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren geen afwijkend maximum vastgesteld, maar geldt de algemene WNT-norm als maximum. Er geldt een overgangsregeling voor lopende benoemingstermijnen onder de WNT-. Onder zowel de WNT- als WNT-2 is de vergoeding bij beëindiging van het dienstverband gemaximeerd op ,- bruto. In 207 is het WNT bezoldigingsmaximum verhoogd tot Regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren Met ingang van januari 206 is de Regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren aangepast. Voor het hbo gelden sedertdien vier bezoldigingsklassen. De criteria die de bezoldigingsklasse bepalen zijn gemiddelde totale baten per kalenderjaar in miljoenen, gemiddeld aantal studenten of deelnemers en de gewogen onderwijssoorten of sectoren. Elk criterium levert zogenaamde complexiteitspunten op. Hogeschool Utrecht valt in groep 4; de hoogste groep. Daarvan is het maximum gelijk aan het algemene WNT maximum van in Remuneratiepakket College van Bestuur De totale remuneratie van zowel de voorzitter als de leden van het College van Bestuur bestaat uit de volgende componenten: Een vaste bezoldiging, bestaande uit een maandsalaris en 8% vakantietoeslag; Een pensioenbijdrage van 70% aan de door de collegeleden betaalde pensioenpremie (beloningen betaalbaar op termijn); Een ontslagvergoeding. 2

3 De voorzitter en de leden van het College van Bestuur worden benoemd voor een periode van vier jaar. Herbenoeming is afhankelijk van de geleverde prestaties. 2.4 Kosten en declaraties De leden van het College van Bestuur kennen geen vaste onkostenvergoeding en beschikken niet over een creditkaart van de HU. De collegeleden kunnen kosten die niet op factuur betaald kunnen worden declareren conform de door de Raad van Toezicht vastgestelde Regeling kosten en neveninkomsten College van Bestuur en de interne regeling Onkostenvergoedingen HU. Enkel onbelaste onkosten, zoals representatiekosten, reiskosten binnen- en buitenlandse dienstreizen kunnen gedeclareerd worden, derhalve maken deze geen deel uit van de bezoldiging en blijven deze kosten buiten dit remuneratierapport. Tot slot ontvangen de leden een onbelaste reiskostenvergoeding woon-werkverkeer. Deze kan bestaan uit een vergoeding conform de intern geldende regeling voor medewerkers of een OVjaarkaart. Ook deze kosten blijven in deze rapportage buiten beschouwing. 2.5 Professionalisering De Selectie- en Remuneratiecommissie voert jaarlijks met de leden van het College van Bestuur een beoordelingsgesprek, individueel en collectief. Professionalisering en loopbaanontwikkeling is een vast onderwerp in de individuele gesprekken. Passend bij zowel de context van de instelling als de eigen uitdaging, is het uitgangspunt bij de doorlopende professionalisering van het College van Bestuur. Zo lag in 207 het accent op het leren en ontwikkelen binnen het traject organisatieontwikkeling HU. In maandelijkse teamdagen met als doel de effectiviteit te verbeteren gegeven de opgave die het bestuur heeft: Richting geven vanuit identiteit en profiel van de HU. Zichtbaar en verbindend collegiaal bestuur voor iedereen. Een bestuur dat samenwerking over grenzen heen, initiatief en leren stimuleert. De collegeleden hebben actief deelgenomen aan studiedagen met directeuren en middenmanagement waarin de organisatieontwikkeling centraal stond. In feedbackbijeenkomsten werd met een brede vertegenwoordiging uit de organisatie gereflecteerd op de verschillende rollen van de collegeleden. Ook de jaarlijkse rondgang langs de opleidingscommissies en dialoogsessies met teams van medewerkers zijn momenten van kennisdeling en reflectie. Informeel leren van elkaar staat ook centraal in de periodieke bijeenkomsten met bestuurders van andere hogescholen. De Commissie kan met de individuele leden scholingsafspraken maken en de leden een vergoeding voor de scholingskosten toekennen. Dit betreffen onbelastbare kosten; kosten die geen deel uitmaken van de maximale WNT-norm en dus de primaire beloning. Mevrouw Zweed heeft in 207 kosten gemaakt voor deskundigheidsbevordering. Deze kosten betreffend 420 De januari 208 is de regeling HU vergoeding Bestuurskosten van kracht. De nieuwe regeling is in lijn met de door de Vereniging van Hogescholen vastgestelde Regeling van de declaratie van bestuurskosten van bestuurders van de hogescholen. 3

4 voor de cursus Basiskwalificaties Didactische Bekwaamheid. 3. Toepassing remuneratiebeleid College van Bestuur 3. Samenstelling College van Bestuur In 207 bestond het College van Bestuur uit een voorzitter en twee leden. De heer Bogerd is met ingang van september 205 voor een periode van vier jaar als voorzitter benoemd. Per september 203 is de heer Franken benoemd als van het College van Bestuur voor een periode van vier jaar. De heer Franken is per september 207 herbenoemd als van het College van Bestuur voor opnieuw een periode van vier jaar. Per januari 206 is mevrouw Zweed voor eveneens een periode van vier jaar benoemd als van het College van Bestuur. 3.2 Overzicht bezoldiging 207 Hieronder is een overzicht opgenomen van de bezoldiging van de voorzitter en leden van het College van Bestuur. De bedragen over 206 zijn ter vergelijking opgenomen, conform de regels van de WNT. College van Bestuur J. Bogerd MBA Dr.ir A.A.J.M. Franken MBA T. Zweed Functie Voorzitter Beloning Belastbare onkostenvergoeding Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Dienstverband 207 fte Voorzitter van het College van Bestuur De heer Bogerd is per september 205 als voorzitter benoemd voor een periode van vier jaar. Dit betekent dat op zijn remuneratie geen overgangsrecht WNT van toepassing is. Zijn salaris past binnen de norm van de Regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren. De HU valt in de hoogste categorie voor het hbo, hetgeen betekent, dat voor het CvB van de HU de maximumbezoldiging gelijk is aan het algemene maximum van de WNT. Leden van het College van Bestuur De WNT- is van toepassing op de benoeming van de heer Franken in 203. Zijn arbeidsvoorwaarden tot september 207 passen binnen de regels van de WNT-. Op zijn herbenoeming per september 207 is de Regeling bezoldiging topfunctionarissen OCWsectoren van toepassing. Dit betekent dat zijn bezoldiging in 207 gemiddeld niet hoger mag zijn dan

5 Op de benoeming van mevrouw Zweed in 206 is eveneens de Regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren van toepassing. 4. Remuneratiebeleid 208 Voor 208 gelden dezelfde uitgangspunten en grondslagen voor het remuneratiebeleid zoals genoemd in paragraaf 2. en 2.2. In 208 bestaat het College van Bestuur uit een voorzitter, de heer Bogerd en twee leden, de heer Franken en mevrouw Zweed. Op de benoemingen van het voltallige college is de Regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren van toepassing met in 208 een maximum van De Raad van Toezicht heeft in 207 besloten de bezoldiging van de huidige voorzitter en leden van het College van Bestuur voortaan jaarlijks aan te passen aan de nieuwe maximale WNT norm. 5. Remuneratie Raad van Toezicht Op januari 205 is de WNT-2 van kracht geworden. Het nieuwe bezoldigingsmaximum voor toezichthouders is vanaf 205: 5% van het bezoldigingsmaximum van een bestuurder voor de voorzitter van de Raad van Toezicht; 0% van het bezoldigingsmaximum van een bestuurder voor een van de Raad van Toezicht. Naar aanleiding van de wetswijziging heeft de Raad van Toezicht haar honorering in 205 opnieuw bekeken en besloten deze stapsgewijs aan te passen. Met ingang van 206 is de honorering voor de voorzitter van de Raad van Toezicht aangepast naar 5.000,- en voor een van de Raad van Toezicht naar.000, ruimschoots passend binnen de kaders van de WNT. In 207 heeft de Raad van Toezicht van een verhoging afgezien. Functie Beloning in euro Periode 207 Raad van Toezicht De heer prof.dr. A.P.W.P van Montfort De heer drs. J.C. van Ek Mevrouw drs. Z. Guernina De heer drs. P. de Krom De heer drs. P.P.G. Meulenberg MRE De heer prof.dr. J.A. Bruijn Mevr.mr.drs. C. Kervezee Mevr.mr.I.D. Thijssen Mevr. F.A.I.A. Hendricks MSc Mevr. prof.dr. E.H. Hooge voorzitter tot tot tot vanaf vanaf

6 5. Boekjaar 208 Zoals hierboven beschreven heeft de Raad van Toezicht naar aanleiding van de wetswijziging haar honorering in 205 opnieuw bekeken en besloten deze vanaf 206 stapsgewijs aan te passen. Voor het jaar 208 beoordeelt de Raad van Toezicht de komende periode of er aanleiding is de honorering aan te passen. 5.2 Professionalisering Ook de Raad van Toezicht heeft in 207 in het kader van de organisatieontwikkeling haar eigen visie op toezicht opnieuw aangescherpt. In 208 wordt dit voortgezet in een traject, onder externe begeleiding, waar de visie op toezicht verder verdiept en uitgewerkt zal worden. 6