Remuneratierapport 2015 / 2016

Transcriptie

1 Remuneratierapport 2015 / 2016 Selectie- en Remuneratiecommissie Raad van Toezicht Hogeschool Utrecht 1. Inleiding Voorliggend rapport behandelt het remuneratiebeleid van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. In dit rapport wordt verslag gedaan van de wijze waarop het bezoldigingsbeleid in de afgelopen twee boekjaren in de praktijk is gebracht. Daarnaast bevat het een overzicht van het bezoldigingsbeleid dat het komende boekjaar wordt voorzien. De rapportage is in opdracht van de Raad van Toezicht opgesteld door de Selectie- en Remuneratiecommissie van de Raad van Toezicht. In voorliggend rapport wordt achtereenvolgens het remuneratiebeleid voor het College van Bestuur behandeld de toepassing van het remuneratiebeleid in boekjaar 2014 en 2015, een vooruitblik op het beleid voor 2016 en tot slot een hoofdstuk inzake de remuneratie van de Raad van Toezicht zelf. 2. Remuneratiebeleid College van Bestuur 2.1 Uitgangspunten De Raad van Toezicht van de HU stelt, op advies van de Selectie- en Remuneratiecommissie, het remuneratiebeleid voor het College van Bestuur vast. Binnen het goedgekeurde Remuneratiebeleid stelt de Raad van Toezicht, eveneens op advies van de Selectie- en Remuneratiecommissie, de bezoldiging van de individuele leden van het College van Bestuur vast. De Raad van Toezicht hanteert daarbij de volgende uitgangspunten: - Bij het aantrekken van leden van het College van Bestuur en het vaststellen van een passende bezoldiging geldt in de eerste plaats dat er een bestuurder met aantoonbare hoge bestuurlijke kwaliteiten en ruime bestuurlijke ervaring moet kunnen worden benoemd. Het bepalen van een passend niveau van bezoldiging wordt op basis van deze kwaliteiten en ervaring gebaseerd; - De bezoldiging past binnen de kaders van toepasselijke wetgeving; - De bezoldiging past binnen hetgeen binnen de sector hoger onderwijs passend is; - Ter bepaling van de mate waarin de bezoldiging wordt aangepast wordt door de Raad van Toezicht jaarlijks het functioneren van het betreffende lid College van Bestuur beoordeeld en wordt deze beoordeling bij de besluitvorming ter zake betrokken. 2.2 Grondslagen remuneratiebeleid WNT De Wet Normering Bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT-1) is per 1 januari 2013 ingevoerd. De WNT brengt mee dat zowel de bezoldiging als een eventuele uitkering wegens beëindiging van het dienstverband aan maxima gebonden zijn. De maxima worden per

2 sector vastgesteld. De maximum bezoldiging is samengesteld uit de componenten beloning, belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen en voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn. De door de werkgever verschuldigde sociale verzekeringspremies vallen buiten het maximum. Voor per 1 januari 2013 lopende benoemingstermijnen geldt een overgangsregeling. Dit betekent dat een topfunctionaris gedurende de lopende benoemingstermijn aanspraak kan maken op ongewijzigde arbeidsvoorwaarden en een overschrijding van het WNTmaximum gedurende de overgangsperiode gerespecteerd wordt. Met ingang van 1 januari 2015 is de WNT gewijzigd (WNT-2). De maximum bezoldiging is naar beneden bijgesteld. Daarnaast is anders dan de afgelopen jaren onder de WNT-1, voor de hbo-sector geen afwijkend maximum vastgesteld, maar geldt de algemene WNT-norm als maximum. Ook hier geldt een overgangsregeling voor lopende benoemingstermijnen onder de WNT-1. Onder zowel de WNT-1 als WNT-2 is de vergoeding bij beëindiging van het dienstverband gemaximeerd op ,- bruto. Jaar WNT-maximum , , Bezoldigingscode bestuurders hogescholen In 2013 is de Bezoldigingscode bestuurders hogescholen in werking getreden, welke aansluit bij de kaders van de WNT. Op grond van drie criteria: studentaantallen, budget en aantal onderwijssectoren zijn de hogescholen in vier groepen ingedeeld. Hogeschool Utrecht valt in groep 4; de hoogste groep. De code adviseert minimum en maximum bedragen voor de bezoldiging van de voorzitters en leden van het College van Bestuur. Daarbij wordt een van de WNT afwijkend normbegrip gehanteerd, het totale bruto jaarsalaris (inclusief vakantietoeslag). Groep Min max min max Voorzitter , , , ,- Lid , , , ,- De Raad van Toezicht heeft de code in zijn afwegingen inzake het bezoldigingsbeleid betrokken. 2.3 Remuneratiepakket College van Bestuur De totale remuneratie van zowel de voorzitter als de leden van het College van Bestuur bestaat uit de volgende componenten: - Een vaste bezoldiging, bestaande uit een maandsalaris en 8% vakantietoeslag; - Een pensioenbijdrage van 70% aan de door de collegeleden betaalde pensioenpremie (beloningen betaalbaar op termijn); - Een afvloeiingsregeling. De voorzitter en de leden van het College van Bestuur worden benoemd voor een periode van 4 jaar. Herbenoeming is afhankelijk van de geleverde prestaties. 2.4 Kosten, declaraties en neveninkomsten

3 De leden van het College van Bestuur kennen geen vaste onkostenvergoeding en beschikken niet over een creditkaart van de HU. De collegeleden kunnen kosten die niet op factuur betaald kunnen worden declareren conform de door de Raad van Toezicht vastgestelde Regeling kosten en neveninkomsten College van Bestuur en de interne regeling Onkostenvergoedingen HU. Enkel onbelaste onkosten, zoals representatiekosten, reiskosten binnen- en buitenlandse dienstreizen kunnen gedeclareerd worden, derhalve maken deze geen deel uit van de bezoldiging en blijven deze kosten buiten dit remuneratierapport. Tot slot ontvangen de leden ook een onbelaste reiskostenvergoeding woon-werkverkeer. Dit kan bestaan uit een vergoeding conform de intern geldende regeling voor medewerkers of een OVjaarkaart. Ook deze kosten blijven in deze rapportage buiten beschouwing. 2.5 Deskundigheidsbevordering De Selectie- en Remuneratiecommissie voert jaarlijks met de leden van het College van Bestuur een beoordelingsgesprek, individueel en collectief. Scholing en loopbaanontwikkeling is een vast onderwerp in de individuele gesprekken. De Commissie kan met de individuele leden scholingsafspraken maken en de leden een vergoeding voor de scholingskosten toekennen. Dit betreffen onbelastbare kosten; kosten die geen deel uitmaken van de maximale WNT-norm en dus de primaire beloning. In 2014 heeft mevrouw Bonhof een bedrag van 885,- voor deskundigheidsbevordering toegekend gekregen, besteed aan het volgen van een training Engels, het Jaarcongres van de Vereniging Hogescholen en een symposium over diversiteit in de pensioensector; allen hadden een verbetering van kennis en vaardigheden ten doel ter vervulling van de dienstbetrekking van mevrouw Bonhof. De heren Bogerd en Franken hebben in dat jaar deel genomen aan een Bestuursconferentie van de Vereniging Hogescholen ( 310,- per deelname). In het beoordelingsgesprek over 2013, dat in mei 2014 plaatsvond, heeft de Selectie- en Remuneratiecommissie afgesproken met mevrouw Bonhof dat zij een scholingstraject ging volgen. Concretisering van deze afspraak heeft later plaatsgevonden, waarbij gekozen is voor een commissarissencyclus bij Nyenrode Business University. De scholing is gevolgd in de eerste helft van De uiteindelijk keuze voor invulling van het scholingstraject is in wederzijds overleg tot stand gekomen. Waarbij de scholing zowel in het belang is van de HU (de Raad van Toezicht stimuleert dat leden van het College van Bestuur een commissariaat bekleden als nevenfunctie, als kwaliteitsimpuls voor het eigen functioneren als bestuurder), als in het belang van de loopbaan van de desbetreffende medewerker (passend bij de leeftijd en loopbaanfase van mevrouw Bonhof). Voor een volledige overzichtsweergave van gemaakte onkosten (inclusief deskundigheidsbevordering) door de leden van het College van Bestuur, wordt verwezen naar de Jaarverslagen HU 2014 (hoofdstuk ) en 2015 (hoofdstuk ). 3. Toepassing remuneratiebeleid College van Bestuur 3.1 Boekjaar Samenstelling College van Bestuur

4 In 2014 bestond het College van Bestuur uit een voorzitter en twee leden. De voorzitter, mevrouw Bonhof, is met ingang van 1 september 2011 voor een periode van vier jaar herbenoemd. Per 1 januari 2013 is de heer Bogerd herbenoemd als lid van het College van Bestuur voor een periode van 4 jaar. In datzelfde jaar (1 september) is de heer Franken voor een periode van 4 jaar benoemd als lid van het College van Bestuur Overzicht bezoldiging 2014 Hieronder is een overzicht opgenomen van de bezoldiging van de voorzitter en leden van het College van Bestuur. De bedragen over 2013 zijn ter vergelijking opgenomen, conform de regels van de WNT. Voorzitter van het College van Bestuur Mevrouw Bonhof is in september 2011 als voorzitter herbenoemd voor een periode van 4 jaar. Dit betekent dat op haar remuneratie het overgangsrecht (WNT-1) van toepassing is. Haar salaris past binnen het bedrag dat de tot eind 2012 geldende uitwerking van de bezoldigingscode aangeeft voor het totale vaste inkomen binnen groep F. Volgens het overgangsrecht van de WNT blijven haar arbeidsvoorwaarden gedurende de volledige aanstellingstermijn ongewijzigd van kracht. De minister van OCW heeft na de invoering van de WNT een moreel appèl gedaan op zittende bestuurders om hun bezoldiging sneller aan te passen aan de normen van de WNT. Mevrouw Bonhof heeft besloten hieraan tegemoet te komen en per 1 juli 2013 afstand gedaan van haar recht op een lease-auto. Leden van het College van Bestuur De WNT-1 is van toepassing op de herbenoeming van de heer Bogerd en de benoeming van de heer Franken in Hun arbeidsvoorwaarden passen binnen de regels van de WNT-1. De bezoldiging van de heer Bogerd ligt echter wel boven het niveau van de uitwerking in de Beloningscode bestuurders hogescholen. De Raad van Toezicht heeft destijds geoordeeld dat dit geoorloofd is gezien het feit dat de WNT een teruggang in zowel de bezoldiging als de ontslagvergoeding voor de heer Bogerd met zich meebracht. Daarnaast maken de ervaring die de heer Bogerd inmiddels heeft als bestuurder en de wenselijke afstand tot het bezoldigingsniveau van de voorzitter, dat de Raad het redelijk heeft geacht het bruto loon niet te verlagen. Bij de benoeming van de heer Franken is met de Raad van Toezicht een aanvangssalaris met doorgroeiperspectief overeengekomen. Naar aanleiding van de beoordeling van de Raad van Toezicht heeft de heer Franken met ingang van 1 september 2014 een salarisverhoging van ± 2,4% ontvangen.

5 3.2 Boekjaar Samenstelling College van Bestuur In 2015 bestond het College van Bestuur vanwege het aftreden van de voorzitter in september uit een wisselende samenstelling. Van 1 januari tot 1 september 2015 bestond het College van Bestuur uit een voorzitter en twee leden. De voorzitter, mevrouw Bonhof, is met ingang van 1 september 2011 voor een periode van vier jaar herbenoemd. Per 1 januari 2013 is de heer Bogerd herbenoemd als lid van het College van Bestuur voor een periode van 4 jaar. In datzelfde jaar (1 september) is de heer Franken voor een periode van 4 jaar benoemd als lid van het College van Bestuur. Met ingang van 1 september 2015 bestond het College van Bestuur uit een voorzitter, de heer Bogerd en een lid, de heer Franken. De heer Bogerd is per 1 september 2015 voor een periode van 4 jaar benoemd als voorzitter van het College van Bestuur Overzicht bezoldiging 2015 Hieronder is een overzicht opgenomen van de bezoldiging van de voorzitter en leden van het College van Bestuur. De bedragen over 2014 zijn ter vergelijking opgenomen, conform de regels van de WNT. Voorzitter van het College van Bestuur Het salaris van mevrouw Bonhof viel onder het overgangsrecht van de WNT (1). Mevrouw Bonhof is per 1 september 2015 uit dienst getreden en had op grond van haar arbeidsovereenkomst recht op een vergoeding wegens einde dienstverband ter hoogte van 1,5 maal het op de laatste dag van de arbeidsovereenkomst geldende all-in bruto jaarsalaris. De Raad van Toezicht en mevrouw Bonhof zijn zich uiteraard bewust van het voortschrijdende maatschappelijke debat inzake de normering van topinkomens in de publieke sector. De Raad van Toezicht constateert dat mevrouw Bonhof vrijwillig af heeft gezien van een half jaarsalaris, waarmee de vergoeding is teruggebracht tot één jaarsalaris. Op de benoeming van de heer Bogerd als voorzitter van het College van Bestuur per 1 september 2015 was de WNT-2 van toepassing. In 2015 werd het wettelijke bezoldigingsmaximum verlaagd naar De bezoldiging van de heer Bogerd werd bij zijn benoeming tot voorzitter met ingang van 1 september 2015 aangepast aan dit lagere bezoldigingsmaximum. Leden van het College van Bestuur

6 De bezoldiging van de heer Bogerd en de heer Franken als leden van het College van Bestuur is gebaseerd op de WNT-1. In 2015 pasten de arbeidsvoorwaarden van beiden binnen de regels van de WNT-2. De salarissen van de heer Bogerd, vóór zijn aanstelling als voorzitter van het College van Bestuur, en de heer Franken vallen onder het overgangsrecht (WNT-2), waarbij bestaande afspraken over de arbeidsvoorwaarden ongewijzigd van kracht blijven voor de volledige aanstellingstermijn. Per 1 januari 2015 is de pensioenopbouw gemaximeerd als gevolg van een wijziging in de pensioenwetgeving (Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen). Zo is onder andere het fiscaal maximale opbouwpercentage verlaagd en is het pensioenloon gemaximeerd op Dit heeft tot gevolg dat de werkgeversbijdrage pensioen omlaag gaat. In 2015 hebben de heer Bogerd en de heer Franken een compensatie ontvangen voor de verlaging van de werkgeversbijdrage in de pensioenregeling als gevolg van de introductie van het maximum pensioenloon van De heer Bogerd ontving een compensatie van 8.646,00 en de heer Franken een compensatie van 7.737,84. Het verschil in de pensioenpremies werd aan het brutosalaris toegevoegd, zodat de contractuele verplichtingen van de HU werden nagekomen. In 2015 heeft de Raad van Toezicht tevens met de heer Bogerd en de heer Franken gesproken over de hoogte van hun bezoldiging, waarbij is afgesproken dat beiden gecompenseerd zouden worden tot de voor hen geldende WNT-norm mits hier ruimte voor bestaat. De mogelijkheid tot compensatie vloeit voort uit artikel 9 lid 3 van de Beleidsregels WNT. Als gevolg van deze afspraak heeft de heer Bogerd een compensatie van 1.247,20 ontvangen en de heer Franken een bedrag van 2.516, Remuneratiebeleid 2016 Voor 2016 gelden dezelfde uitgangspunten en grondslagen voor het remuneratiebeleid zoals genoemd in paragraaf 2.1 en 2.2. In 2016 bestaat het College van Bestuur uit een voorzitter, de heer Bogerd en twee leden, de heer Franken en mevrouw Zweed. Op de benoeming van de heer Bogerd als voorzitter van het College van Bestuur en de benoeming van mevrouw Zweed als lid van het College van Bestuur is de WNT-2 van toepassing. Op de benoeming van de heer Franken als lid van het College van Bestuur is het overgangsrecht van de WNT-2 van toepassing. De bezoldiging van zowel de voorzitter als de leden van het College van Bestuur vallen binnen de wettelijk geldende maximum norm. Een verhoging is met het oog op het maximum van de WNT naar verwachting niet mogelijk. 5. Remuneratie Raad van Toezicht 5.1 Boekjaar 2014 In de WNT zijn ook normen opgenomen voor de remuneratie van toezichthouders van de hogeschool. De bezoldiging mag op jaarbasis maximaal 7,5% voor de voorzitter en maximaal 5% voor de leden bedragen van het voor de sector geldende maximum. Het maximum bedroeg in In 2014 heeft de Raad van Toezicht besloten de bezoldiging van de voorzitter te verhogen van naar en voor een lid van naar Tevens is besloten tot het

7 instellen van een reiskostenregeling voor de leden van de Raad van Toezicht. De bezoldiging van de voorzitter en de leden van de raad past binnen de kaders van de WNT. De onkostenvergoedingen voor de Raad van Toezicht betreffen reiskosten. 5.2 Boekjaar 2015 Op 1 januari 2015 is de WNT-2 van kracht geworden. Het nieuwe bezoldigingsmaximum voor toezichthouders is met ingang van 2015: - 15% van het bezoldigingsmaximum van een bestuurder voor de voorzitter van de Raad van Toezicht; - 10% van het bezoldigingsmaximum van een bestuurder voor een lid van de Raad van Toezicht. Naar aanleiding van de wetswijziging heeft de Raad van Toezicht haar honorering opnieuw bekeken en besloten deze stapsgewijs aan te passen. Met ingang van 2015 is de honorering voor de voorzitter van de Raad van Toezicht aangepast naar ,- en naar voor een lid van de Raad. De honorering van zowel de voorzitter als een lid van de Raad van Toezicht blijft ook na deze aanpassing binnen de kaders van de WNT. 5.3 Boekjaar 2016 Met ingang van 1 januari 2016 wordt de honorering aangepast naar voor de voorzitter van de Raad van Toezicht en voor een lid van de Raad van Toezicht. De per 1 januari 2014 ingestelde Reiskostenregeling Raad van Toezicht HU komt hiermee te vervallen. De honorering van zowel de voorzitter als een lid van de Raad van Toezicht HU, blijft ook na deze aanpassing, ruim binnen de kaders van de maximale honorering voor een voorzitter en lid van de

8 Raad van Toezicht conform de WNT. Daarnaast ligt de honorering ook ruim onder het gemiddelde in vergelijking met andere hogescholen met > studenten. De honorering is enkele jaren bevroren geweest. Een verhoging hiervan zorgt voor een beter evenwicht tussen de honorering en het gehouden toezicht.