In dit KCD wordt ingegaan op de belangrijkste risico s en de daarbij behorende aanpak volgens de Plan Do Check Act (PDCA) methodiek.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "In dit KCD wordt ingegaan op de belangrijkste risico s en de daarbij behorende aanpak volgens de Plan Do Check Act (PDCA) methodiek."

Transcriptie

1 Kwaliteits- en capaciteitsdocument NV RENDO KCD NV RENDO

2 Voorwoord Voor u ligt het kwaliteits- en capaciteitsdocument (hierna: KCD) van NV RENDO conform de Gas- en Elektriciteitswet en de Ministeriële Regeling Kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas (MRQ) inclusief de wijzigingen hierop van mei 2011 Staatscourant Nr Tevens voldoet dit KCD aan de gemaakte afspraken met de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) en Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) over de structuur en inhoud van het KCD (Brief kenmerk /9.B1492). Ook zijn in dit KCD vragen van ACM ten aanzien van cybersecurity beantwoord zoals deze zijn gesteld in de brief met kenmerk ACM/DE/2017/ In dit KCD wordt ingegaan op de belangrijkste risico s en de daarbij behorende aanpak volgens de Plan Do Check Act (PDCA) methodiek. De organisatie van NV RENDO is conform de Wet Onafhankelijk Netbeheer ingericht. Zo is het juridisch en economisch eigendom van de netten in het bezit van netbeheerder NV RENDO en worden alle kerntaken ten aanzien van netbeheer in eigen beheer uitgevoerd. Hierbij wordt het assetmanagement model toegepast. NV RENDO heeft al haar processen, inclusief het registratiesysteem voor meldingen en storingen, gecertificeerd conform ISO 9001:2015 en de NTA 8120:2014. NV RENDO is daarnaast VCA gecertificeerd en werkt in haar netwerken conform BEI en VIAG. NV RENDO heeft een totaal geïntegreerd managementsysteem (KBS/VBS) voor zowel kwaliteit als veiligheid. Het voorliggend KCD is gebaseerd op gegevens uit dit managementsysteem en het beleidsplan assetmanagement. Deze documenten worden doorlopend aangepast aan de nieuwste inzichten en verbeter voorstellen uit de in- en externe audits waaronder die van SodM en ACM. Dit KCD had niet tot stand kunnen komen zonder de inspanningen van de afdelingen Assetmanagement, Onderhoud & Storingen, Aanleg & Investeringen, Controlling & Regulering en Kwaliteit, Arbo en Milieu. Ik wil alle betrokken medewerkers bedanken voor hun grote betrokkenheid en inzet. KCD NV RENDO

3 INHOUD VOORWOORD MISSIE EN VISIE MISSIE VISIE KWALITEITSBEHEERSINGSSYSTEEM ASSETMANAGEMENT RISICOMANAGEMENT ONDERHOUDS- EN STORINGSDIENST REGISTRATIESYSTEMEN EN DATABEHEER CERTIFICERING KWALITEIT NAGESTREEFDE KWALITEIT Gas Elektriciteit RELATIE MET BELANGRIJKSTE ASSET GERELATEERDE RISICO S Gas Elektriciteit VEILIGHEID LEREN VAN INCIDENTEN EN OEFENINGEN PRIORITERING VAN RISICO S CAPACITEIT INLEIDING CAPACITEITSRAMING CAPACITEITSVRAAG RELATIE MET BELANGRIJKSTE ASSET-GERELATEERDE RISICO S CAPACITEITSKNELPUNTEN WIJZE WAAROP WORDT VOORZIEN IN CAPACITEITSBEHOEFTE PDCA-CYCLI BIJLAGEN 42 BIJLAGE 1. LEESWIJZER-REFERENTIE TABEL MRQ VS KCD BIJLAGE 2. BEGRIPPENLIJST BIJLAGE 3. OVERZICHT INHOUDSOPGAVE KBS/VBS BIJLAGE 4. RISICOMATRICES (VERTROUWELIJK) BIJLAGE 5. CERTIFICATEN ISO 9001 EN NTA BIJLAGE 6. OVERZICHT GEMELDE GASINCIDENTEN BIJLAGE 7. INVESTERINGSTABEL AANTALLEN (VERTROUWELIJK) BIJLAGE 8. ONDERHOUDSTABEL AANTALLEN (VERTROUWELIJK) BIJLAGE 9. INVESTERINGS- EN ONDERHOUDSTABEL EURO S (VERTROUWELIJK) BIJLAGE 10. MEMO ANALYSE REALISATIE EN BEGROTING 2015 (VERTROUWELIJK) BIJLAGE 11. MEMO ANALYSE REALISATIE EN BEGROTING 2016 (VERTROUWELIJK) BIJLAGE 12. KWALITEIT COMPONENTEN BIJLAGE 13. TERUGBLIK CAPACITEITSKNELPUNTEN GENOEMD IN KCD BIJLAGE 14. VOORUITBLIK CAPACITEITSKNELPUNTEN 2018 EN LATER BIJLAGE 15 VRAGENLIJST CYBERSECURITY ACM (VERTROUWELIJK) KCD NV RENDO

4 1. Missie en visie 1.1 Missie NV RENDO is de netbeheerder voor de gasnetwerken in Zuid Drenthe en Noord Overijssel en is netbeheerder voor elektriciteit in de gemeenten Steenwijkerland en Hoogeveen. De missie van NV RENDO is: NV RENDO distribueert gas en elektriciteit in haar werkgebied en doet dit zo veilig, efficiënt, duurzaam en ongestoord mogelijk ten gunste van haar klanten en aandeelhoudende gemeenten. Hierbij creëert NV RENDO toegevoegde waarde voor alle stakeholders te weten: Afnemers kunnen rekenen op een veilige, betrouwbare, efficiënte en duurzame energievoorziening en kwalitatief hoogwaardige dienstverlening. Veiligheid betreft hier de intrinsieke veiligheid van de netten voor aangeslotenen en de omgeving. Aandeelhouders, zijnde alle gemeenten in het verzorgingsgebied, krijgen naast de kwalitatief hoogwaardige energievoorziening en dienstverlening voor hun ingezetenen ook een redelijk rendement op het geïnvesteerde vermogen. Daarnaast draagt NV RENDO bij aan energievraagstukken in diverse gremia en faciliteert zo de energietransitie in haar omgeving. Voor haar werknemers is NV RENDO een goed en betrokken werkgever met aandacht voor persoonlijke ontwikkeling en groei. Arbeidsveiligheid heeft de hoogste prioriteit, zowel van de eigen medewerkers als die van de aannemers. Naast de direct belanghebbenden, zoals hiervoor genoemd, staat NV RENDO ook borg voor een correcte en integere behandeling van toezichthouders, toeleveranciers, aannemers en derden. 1.2 Visie De visie van NV RENDO Holding is hier vertaald naar een visie voor de netbeheerder NV RENDO. Toekomstbeeld Een groeiende wereldbevolking met meer energieverbruik, het schaarser worden van fossiele brandstoffen, wereldwijde klimaatdoelstellingen en geopolitieke verhoudingen duiden op de noodzaak naar een meer duurzame energievoorziening. Bij de energietransitie wordt rekening gehouden met het vervallen van de aansluitplicht voor aardgas en de komst van hybride energiesystemen. Anderzijds wordt er door de grote spelers op de markt nog steeds veel geïnvesteerd in conventionele grootschalige opwekking en transportnetten. Dit zijn investeringen met een horizon van zeker 40 jaar. Dit creëert een toenemende onzekerheid over de uiteindelijke infrastructuur die nodig is rond De netten die NV RENDO de komende jaren gaat aanleggen, ook met een horizon van minimaal 40 jaar, kunnen achteraf minder doelmatig blijken. Niet investeren is echter geen optie. Deze situatie staat bekend als het netbeheerdersdilemma. NV RENDO volgt de ontwikkelingen op de voet om zo goed als mogelijk verantwoorde keuzes te maken. Er wordt meer decentrale opwekking van elektriciteit, warmte en groengas verwacht. Hoewel NV RENDO zich deels in een krimpregio bevindt zal de vraag naar elektriciteit onder andere als gevolg van de opkomst van warmtepompen en elektrische auto s toenemen. Hierdoor zullen de elektriciteitsnetwerken intensiever en met de verdere uitbreiding van PV ook meer in tweerichtingsverkeer gebruikt worden. Mogelijkerwijs moeten de toekomstige elektriciteitsnetten KCD NV RENDO

5 zwaarder gedimensioneerd worden, is er sprake van balanshandhaving op decentraal niveau en zouden de netten slimmer moeten worden (de zogenaamde smart grids ). Cybersecurity is een aandachtspunt bij de uitwisseling van data (bijv. door slimme meters) en netautomatisering. Voor de gasnetwerken wordt voor de langere termijn een afnemende vraag verwacht door dalend verbruik en verdringing door elektriciteits- of warmtenetwerken. Mogelijk ontstaat ook een ander gebruik van de netten in verband met de opkomst van decentrale invoeding van duurzame gassen (bijv. groengas en waterstof). Ontwikkeling van de regionale gasnetwerken Ondanks de maatschappelijke onrust over de gaswinning in Groningen zal de gasdistributie zoals we die nu kennen, de komende decennia zeker in de bestaande bebouwing nog nodig zijn. Gemeenten zullen de regie krijgen bij het aanwijzen van aardgasloze wijken. Doordat in enkele nieuwbouwsituaties de aardgasnetten worden verdrongen door warmtenetten en warmtepompen in combinatie met mogelijk zwaardere of intelligentere elektriciteitsnetten, zullen de investeringsniveaus voor nieuwbouw naar verwachting bij de regionale gasnetten op een lager niveau komen. Overigens is een groot deel van de bestaande woningpopulatie in het NV RENDO voorzieningsgebied niet geschikt voor laagwaardige temperatuursystemen. Hiermee resteert op langere termijn voornamelijk de instandhouding en eventuele vervanging van de bestaande gasnetwerken. NV RENDO verwacht dat in de komende 5 jaren meer groengas zal worden ingevoed, waardoor het traditionele aardgas deels zal worden verdrongen. De invoeding van groengas kan op termijn enkele aanpassingen van het net qua configuratie vergen. De kwaliteit van het huidige gasnetwerk is van dusdanige aard dat de komende decennia NV RENDO qua vervangingsinvesteringen naar verwachting gunstig afsteekt tegen het sectorgemiddelde. Ontwikkeling van de regionale elektriciteitsnetwerken Centrale opwekking van elektriciteit blijft in de landelijke scenario s nog heel lang de geëigende methode. De bestaande hoofdstructuur van het regionale net zal in de komende decennia naar verwachting niet wezenlijk veranderen. Hoewel in de toekomst meer decentrale opwekking in combinatie met opslag is te verwachten, is de inschatting dat bestaande wijken op middellange termijn niet volledig autonoom in de eigen behoefte zullen kunnen voorzien. De snelheid waarmee de uitrol van warmtepompen, elektrische auto s, zonnepanelen, micro-wkk s, opslag en smart grids zich voltrekt is vooralsnog te overzien. Ook in de netwerken van NV RENDO neemt de decentrale opwekking toe. Dit kan leiden tot aanpassing van de fijnmazige netstructuur op woonwijkniveau (bijv. zwaardere LS-netten, regelbare transformatoren, e.d.). De kwaliteit van het bestaande elektriciteitsnetwerk is van zodanige aard, dat ook hier geldt dat deze qua vervangingsinvesteringen de komende decennia naar verwachting gunstig zal afsteken tegen het sectorgemiddelde. Regulering en energietransitie Naast het bovenstaande wordt de toekomst van netbeheerders mede bepaald door de ontwikkelingen in de Gas- en Elektriciteitswet en het daaruit voortvloeiende reguleringskader en bijbehorende codes. De wetgeving is aan verandering onderhevig. Zo is sprake geweest van het wetsvoorstel Wet Stroom en het daaropvolgend voorstel Wet VET. Zo is de wetgeving van invloed op de toekomstige scope van de netwerkbedrijven en hun houdstermaatschappijen. De netbeheerders in Nederland zijn gereguleerd en worden onderling op basis van hun efficiency en kwaliteit (veiligheid en betrouwbaarheid) vergeleken. Er is sprake van een maatstafconcurrentie, waarbij het sectorgemiddelde de norm is en afzonderlijke bedrijven hieraan gespiegeld worden. NV RENDO zal er voor blijven pleiten dat het reguleringskader geen oneigenlijke onevenwichtigheid tussen de netbeheerders veroorzaakt. Dit is immers direct van invloed op de tarieven en het rendement. Ook volgt NV RENDO de politieke ontwikkelingen op de voet en heeft KCD NV RENDO

6 NV RENDO belang bij een evenwichtige en lokale rol bij de energietransitie. Dit om van meerwaarde te kunnen zijn en blijven voor haar klanten in de aandeelhoudende gemeenten. Bedrijfsvoering aspecten Risk based assetmanagement behelst naast het beheersen van risico s die voortvloeien uit de bestaande netwerken ook risicoafwegingen bij toekomstige investeringen in de netten. Die zullen gepaard gaan met onzekerheden als gevolg van de hierboven genoemde ontwikkelingen bij de energietransitie. Aan de basis van effectief en efficiënt risk based assetmanagement staat een diepgaande kennis van de aard, omvang en kwaliteit (o.a. restlevensduur) van de bedrijfsmiddelen. Het belang van verdergaand onderzoek naar smart grids, netautomatisering, Internet of Things (IOT), big data en de beheersing van dit alles (cyber security) neemt toe met een verdergaande druk op doelmatigheid van de netwerken en een meer onzekere toekomst. NV RENDO blijft dan ook doorlopend werken aan het handhaven van de huidige kwaliteit van de assets, het bedrijfsmiddelenregister (BMR) en de doorontwikkeling van ICT en data in netten. Om de veiligheid en betrouwbaarheid van de netwerken voor de toekomst te waarborgen zal NV RENDO zich blijven inzetten voor voldoende aanbod en ontwikkeling van vakkundig personeel. KCD NV RENDO

7 2. Kwaliteitsbeheersingssysteem 2.1 Assetmanagement De bedrijfsvoering bij NV RENDO is gebaseerd op zogenaamd risk based assetmanagement met als doel om de door het netwerk gecreëerde waarde te optimaliseren voor de stakeholders: klanten (incl. maatschappij), aandeelhouders, medewerkers en toezichthouders. Daarbij worden kosten, risico s en operationele prestaties over de gehele levenscyclus van de netwerkassets gebalanceerd. In het beleidsplan assetmanagement staan de relevante delen van het kwaliteitssysteem en beleid ten aanzien van het netbeheer. In de management review wordt minimaal jaarlijks beoordeeld of het KAM managementsysteem (KBS/VBS) efficiënt en effectief is ingevoerd in de organisatie. Dit betreft ook de consistentie en de samenhang van de onderdelen van het KBS/VBS (zie bijlage 3) en natuurlijk het KCD. NV RENDO hanteert het assetmanagement organisatiemodel. Hierbij zijn asset owner (kader), asset manager (beleid) en service provider (uitvoering) afzonderlijk gepositioneerd. Ook het risicomanagement is op diverse organisatorische niveaus belegd. Op asset owner niveau is o.a. het risicomanagement inzake financiering ondergebracht en (op hoofdlijnen) de kaders voor techniek. Bij de assetmanager is het technisch beleid, coördinatie, communicatie (via o.a. Risico- en Capaciteitscommissies) en de implementatie van het risicomanagement belegd. Bij de service providers ligt de nadruk op de efficiency en de risico s bij het uitvoeren van de werkzaamheden. Assetmanagement organisatiemodel Bij risk based assetmanagement gaat NV RENDO uit van de waardeketen. Het risico en de beïnvloedbaarheid van het kostenniveau daalt naarmate men afdaalt in de waardeketen. De waardeketen De grote diversiteit aan assets vereist een verfijnde besluitvormingsmethodiek om te waarborgen dat de beschikbare (financiële) middelen optimaal worden aangewend. Het grootste afbreukrisico ligt op strategisch niveau. Hier wordt voor de langere termijn de ontwikkelingsrichting bepaald, welke de contouren voor investerings- en onderhoudsplannen vormt. De gemaakte keuzes dienen de juiste balans tussen de eisen van de stakeholders te waarborgen, dit komt onder andere tot KCD NV RENDO

8 uitdrukking in de formulering van de bedrijfswaarden. Detail ontwerpen evenals de uitvoering en aanleg zijn in hoge mate gestandaardiseerd, zodat op operationeel niveau de afwijking van de kosten en risico s zijn geminimaliseerd als eenmaal de strategische en tactische keuzes zijn gemaakt. De ontwikkeling en bewaking van de investerings- en onderhoudsplannen vindt op hoofdlijnen plaats in afstemming met verschillende commissies. Deze plannen worden inhoudelijk beoordeeld door de assetmanager en formeel ter goedkeuring voorgelegd aan de asset owner. Conform de NTA 8120 wordt gewerkt vanuit de zogenaamde Plan Do Check Act benadering. PDCA-stappen risk based assetmanagement Lifecycle management In de volgende figuur is de generieke levenscyclus (van aanleg tot en met verwijdering) van de assets weergegeven. Het is van belang de totale kosten en prestaties gedurende de levensduur van de assets in balans te houden. Uit bedrijfsmatige overwegingen (bijv. continuïteit op de langere termijn) kan het zijn dat relatief veel geld aan de assets met de hoogste risico s wordt besteed, maar ook dat er een evenwichtige hoeveelheid middelen wordt ingezet voor de instandhouding en de risicobeheersing van de overige assets. Het verlaagde risico bij de als goed beoordeelde assets (zie bijlage 12) is een gevolg van de daar toegepaste beheersmaatregelen tot dan toe. Generieke levenscyclus assets KCD NV RENDO

9 Van de veroudering van assets wordt aangenomen dat deze volgens een zogenaamde badkuipkromme verloopt. Hierbij ontstaat na de fase van mogelijke kinderziekten een periode van statistisch falen. Als de assets merkbaar verouderen, wat zich uit in een oplopende faalkans, heeft (preventief) onderhoud meer effect naarmate de faalkans oploopt tot het onaanvaardbare niveau. Na het bereiken van de onaanvaardbare faalkans leidt falen vaak tot hogere kosten. Om deze situatie te voorkomen is vervanging/aanpassing aan de orde. Samenhang en consistentie Binnen het assetmanagement proces is de onderlinge samenhang en consistentie tussen een aantal documenten van belang (conform MRQ artikel 19). De bewaking hiervan vindt plaats door Assetmanagement. De ontwikkeling en bewaking van de plannen vindt op hoofdlijnen plaats door Assetmanagement in afstemming met de verschillende commissies. De plannen worden formeel ter goedkeuring voorgelegd aan de asset owner. In onderstaand schema komt de samenhang tot uiting. Samenhang documenten Assetmanagement KCD NV RENDO

10 2.2 Risicomanagement Signaleren risico s Alle voor NV RENDO werkzame personen hebben de verantwoordelijkheid om risico s te signaleren en te melden. Medewerkers worden aangemoedigd om dit te melden. Medewerkers zijn door de korte lijnen voldoende in staat risico s kenbaar te maken. Risico-identificatie is op diverse organisatorische niveaus belegd. Het signaleren van risico s ten aanzien van de financiën en het verdienmodel is op directie/rvc niveau belegd. Het signaleren en beoordelen van de meer algemene risico s vindt plaats op MT niveau. De algemene risico s worden, naast allerhande maatschappelijke en sector gerelateerde gebeurtenissen en trends, vastgesteld op basis van een contextanalyse en stakeholderanalyse. Het onderkennen van asset gerelateerde risico s, zoals de intrinsieke veiligheid van de netten is ondergebracht bij Assetmanagement en wordt doorlopend besproken in de Risico- en Capaciteitscommissies en waar nodig geëscaleerd. NV RENDO onderkent een breed scala aan risicofactoren en gebruikt daarvoor onderstaand model. In het kader van dit KCD gaat het vooral om asset gerelateerde risico s. brand / explosie verstikking logistieke fouten constructiefouten materiaalfouten montagefouten achteruitgang in kwaliteit installatiefouten inkoopspecificaties niet op orde gevolgschade onvoldoende capaciteit personeel (eigen + derden) innovatief vermogen verlies gegevens onvoldoende kundigheid personeel (eigen+derden) omgevingsrisico's hard- en software storing ongeval computervirus uitval door ziekteverzuim hacken/cyberaanval staking veroudering programmatuur / conversierisico's kennisverlies niet tijdige oplevering onzorgvuldigheid/nalatigheid foutieve ontwerpen verlies goede arbeidsomstandigheden te laat met capaciteitsuitbreidingen vergrijzing invloed werkomgeving / infrastructuur personeelsverloop volledigheid, actualiteit en juistheid van data organisatiecultuur toenemende complexiteit ruimtelijke ordening communicatie ondeugdelijke middelen contract product beroep milieuschade gebruik voertuigen ketenaansprakelijkheid integriteitsrisico's planning & control cyclus compliancy wet- en regelgeving krediet contractfout afpersing fraude / diefstal vandalisme/plundering terrorisme onvoldoende financiële middelen hoge kosten aanpassingen ICT hoge investeringen door nieuwe ontw. desinvesteringen energietransitie acte van toedeling faillissement toeleverancier aannemer komt verplichtingen niet na grote investeringsrisico's hoge algemene kosten hoge dividenduitkering budgetoverschrijding garantieverplichtingen gereguleerde prijzen niet voldoen aan ratio's ACM niet verrekenbare (adm.) netverliezen Schema risicofactoren verontreiniging sociale veiligheid onvoldoende afscherming incident nabij gevoelige locatie uitval energie schade door werkzaamheden derden nabij netwerk onvoldoende zicht op aanpassing in omgeving door derden weersomstandigheden invloed op netwerk / natuurramp imago-risico agv niet voldoen aan verwachtingen gassamenstelling spanningskwaliteit onveilige situaties achter de meter (binneninstallatie) elektrocutie KCD NV RENDO

11 Selectie en weging van risico s De afdeling Assetmanagement verzamelt de signalen en inventariseert en evalueert de risico s. Belangrijke risico s zijn de risico s die van invloed kunnen zijn op het gevoerde beleid en de bedrijfswaarden. Al naar gelang de aard en ernst van gesignaleerde zaken wordt ofwel direct actie ondernomen, of wordt het ingebracht in het MT of de Risicocommissie en wordt het eventueel onderdeel van de risicoanalyses. De risicoanalyses (E, G en Algemeen) worden geüpdatet wanneer zich belangrijke wijzigingen voordoen, maar minimaal jaarlijks worden deze beoordeeld en bijgewerkt. De verantwoordelijkheid hiervan ligt bij de afdeling Assetmanagement. In 2017 is de methodiek van weging in de risicoanalyses (registers) aangepast, mede naar aanleiding van enkele verbetersuggesties van SodM. Ook de procedure Risicomanagement is naar aanleiding hiervan aangepast. Het risico wordt nog steeds berekend middels de formule Risico = Kans x Effect. Echter is nu de uitkomst gelinkt aan de risicomatrix (zie hoofdstuk 3.1) waarin de risico s per bedrijfswaarde zijn gekwantificeerd ( risk appetite ). De kleuren rood (niet acceptabel), oranje (verdedigbaar, mits..) en groen (acceptabel) in de risicomatrix geven de risicoacceptatie aan zoals deze door de directie is vastgesteld. Zowel de algemene risico s als de specifieke asset gerelateerde risico s (gas en elektra afzonderlijk) worden hieraan gespiegeld. Dit maakt prioritering eenduidiger en transparanter. Bepalen en vaststellen van beheersmaatregelen Per assetgroep is een beleid, het zogenaamde Beleid per asset, vastgesteld. In deze beleidsdocumenten wordt dieper ingegaan op risico s, achtergronden, oorzaken en gevolgen van falen, kritische prestatie indicatoren (KPI s), beheersmaatregelen en de strategie van vervanging en onderhoud. De KPI s die van belang zijn voor het niveau van presteren van de assets kunnen zowel statisch (materiaal, leeftijd, ligging, etc.) als dynamisch (storingen, inspectie, metingen, etc.) zijn en worden nader beschreven in dit Beleid per asset. Op basis van de risicoanalyses en daarop volgend het Beleid per asset liggen de risico s per bedrijfswaarde en de gekozen beheersmaatregelen vast. Doorlopend wordt de effectiviteit van de gekozen beheersmaatregelen getoetst volgens de PDCA-cyclus. Daarnaast heeft NV RENDO de beheersmaatregelen voor gas gespiegeld aan de Bow-tie methodiek zoals deze door de sector is opgesteld voor hoofdleidingen, aansluitleidingen en stations. 2.3 Onderhouds- en storingsdienst Op basis van de risicoanalyses worden naast (vervangings)investeringen tevens preventieve onderhoudsplannen opgesteld ter voorkoming van falen. Deze jaarlijkse onderhoudsplannen kenmerken zich door een nagenoeg vast programma door de jaren heen waarbij de afwijkingen marginaal zijn. Hierdoor is de exploitatiebegroting redelijk stabiel. Daarnaast heeft NV RENDO voor het zogenaamde restrisico een wacht- en storingsdienst en calamiteitenorganisatie ingericht. NV RENDO voert met eigen medewerkers het onderhoud en oplossen van storingen uit. Voor specifieke/specialistische werkzaamheden worden ook externe partijen ingeschakeld. In de wacht- en storingsdienstinstructie wordt beschreven hoe storingen en onderbrekingen worden opgelost en wordt de organisatie van de wacht- en storingsdienst beschreven. KCD NV RENDO

12 2.4 Registratiesystemen en databeheer Aan de basis van risk based assetmanagement ligt het waarborgen van de volledigheid, juistheid en actualiteit van assets. In onderstaand schema zijn de verschillende systemen weergegeven die samen het BMR vormen. Schema BMR In het Geografisch Informatie Systeem (GIS) ligt de statische data vast. Het betreft alle gas en elektriciteit gerelateerde assets. Hierbij zijn type, doorsnede, bouwjaar/leeftijd, etc., inclusief de geografische ligging vastgelegd. Het BMR omvat tevens de dynamische gegevens (toestand en risico) van de assets. De kwaliteit van de registratie inzake de vastlegging van bedrijfsmiddelen bij NV RENDO is hoog te noemen. Borging tijdige aanlevering gegevens Bij NV RENDO wordt gewerkt conform de wet WION. Om ervoor te zorgen dat gegevens tijdig worden bijgewerkt, heeft NV RENDO betaling van de diensten van aannemers gekoppeld aan de tijdigheid van het aanleveren van de technische gegevens over het uitgevoerde werk. Daarnaast worden deelrevisies verlangd bij langdurige werken om binnen de gestelde termijnen van de WION te blijven. Het aanleveren en verwerken van mutaties aan het netwerk door eigen personeel wordt d.m.v. procedures, workflow systemen en toezicht door teamleiders geborgd. Het hele proces van afhandeling van projecten wordt vastgelegd in het volg opdrachten systeem (VOS) zodat er voortdurend zicht is op nog te ontvangen gegevens. KCD NV RENDO

13 Borging juiste en volledige verwerking gegevens Het maken van de ontwerpen en werktekeningen en het verwerken van aangeleverde mutaties wordt op één afdeling door deskundige en geautoriseerde medewerkers uitgevoerd. Hierdoor is gewaarborgd dat mutaties in de registraties juist, volledig en tijdig worden verricht. De overige medewerkers hebben alleen een kijkfunctie in het systeem. Het GIS is zodanig ingericht dat bepaalde onderdelen van de asset verplicht moeten worden ingevuld. Indien daar niet aan wordt voldaan volgt er een blokkade waardoor het niet invoeren onmogelijk is geworden en dus niet kan worden opgeslagen. Controleslagen De verwerkte gegevens worden door de coördinator Configuratiebeheer en door de afdeling Assetmanagement steekproefsgewijs gecontroleerd op kwaliteit en volledigheid. Door het veelvuldig beoordelen van exports uit de databases met behulp van query s worden eventuele verschillen opgemerkt. Het volledige gasnet en het kabelnet worden periodiek vanuit het GIS in aparte berekeningsprogramma s geïmporteerd. Ook hiermee worden controles op volledigheid en juistheid uitgevoerd. Voor het bepalen van de lengtes van de kabels en leidingen wordt door NV RENDO via een data-query van elke kabel/leiding, waarvan per streng een uniek nummer is gegenereerd, de gegevens opgevraagd uit het GIS bestand. Per week worden de datagegevens uit het GIS opgeslagen. Hieruit kan naar behoefte een vergelijking gemaakt worden met de stand van zaken ten opzichte van de eerdere rapportages. Eventuele opmerkelijke optredende verschillen worden hierbij onderzocht en krijgen indien noodzakelijk vervolgacties. Steekproefsgewijs controleert de coördinator Configuratiebeheer de uitgaande KLIC meldingen op de inhoud. In het GIS zijn de statische gegevens van stations en de eigendomsgegevens opgenomen. Alle statische gegevens per station worden op basis van een uniek stationsnummer bijgehouden. De aantallen zijn rechtstreeks uit het GIS te genereren. Eventuele verschillen kunnen daarmee snel worden opgespoord. In 2014 is het plan om alle aansluitingen te vectoriseren afgerond. Hiermee is het mogelijk om over de lengtes per diameter en materiaalsoort van de aansluitingen te rapporteren. Tijdens het vectoriseren zijn alle gegevens van de aansluitingen gecontroleerd en waar nodig gepeild. Conform bovenstaande werkwijze worden ook de dynamische gegevens (inspectieformulieren, metingen e.d.) geregistreerd en gecontroleerd op volledigheid, juistheid en tijdigheid. Omgevingsrisico s NV RENDO heeft als aanvulling op en met GIS als basis, een eigen systeem ontwikkeld om omgevingsrisico s te identificeren en te documenteren. De kaders voor deze methodiek zijn in sectorverband in samenwerking met SodM ontwikkeld. Onder andere de volgende parameters worden hierin meegenomen: Storingsdichtheid en faalkans. Materiaal, leeftijd, diameter, druk. Afstand tot bebouwing. Zakkende grond. Resultaat van de berekeningen is een grafische weergave van de risicokaart per gemeente en een Excel-overzicht met geprioriteerde omgevingsrisico s. Hiermee is per gemeente inzichtelijk waar sprake is van mogelijke omgevingsrisico s. KCD NV RENDO

14 2.5 Certificering NV RENDO heeft een totaal geïntegreerd managementsysteem voor zowel kwaliteit als veiligheid, dus een geïntegreerd VMS/KMS. Ten behoeve van certificering vindt jaarlijks een geïntegreerde externe audit plaats. De scope van het ISO 9001 certificaat van NV RENDO ziet er als volgt uit: Het ontwerpen, aanleggen en instandhouden van infrastructurele werken ten behoeve van distributie van energie. Het afhandelen van administratieve klantprocessen en het beheren van het aansluitregister. Het collecteren en valideren van elektriciteit en gas meetgegevens van kleinverbruik aansluitingen. De scope van het NTA 8120 certificaat van NV RENDO ziet er als volgt uit: Beheer en bedrijfsvoering van de gereguleerde elektriciteits- en gasnetwerken in juridisch eigendom van NV RENDO, t/m 10 kv en 8 bar. Zie de certificaten in bijlage 5. KCD NV RENDO

15 3. Kwaliteit In dit hoofdstuk wordt het gerealiseerde kwaliteitsniveau van de afgelopen jaren nader uiteengezet, waarna de nieuwe streefwaarden worden aangegeven. Conform MRQ wordt onder kwaliteit de veiligheid en betrouwbaarheid verstaan. Vanuit de missie en visie zijn de bedrijfswaarden waaronder veiligheid en betrouwbaarheid gekwantificeerd. Aan de hand van de PDCA cyclus is beschreven op welke wijze NV RENDO de belangrijkste risico s op het gebied van veiligheid en betrouwbaarheid beheerst. In de risicoregisters worden tevens de beheersmaatregelen beschreven. 3.1 Nagestreefde kwaliteit Bedrijfswaarden NV RENDO De uitgangspunten voor de gehanteerde streefwaarden vloeien voort uit de missie/visie en de daaraan gerelateerde gekwantificeerde bedrijfswaarden. Concreet komen daarbij de volgende bedrijfswaarden aan de orde: Veiligheid, Betrouwbaarheid, Doelmatigheid/Financieel, Juridisch/Integriteit, Duurzaamheid/Milieu en Imago/Reputatie. Veiligheid: Handhaven van een veilig netwerk tot een niveau dat praktisch haalbaar en redelijk is, zodat het aantal ongevallen onder een maatschappelijk aanvaardbaar niveau blijft. NV RENDO onderkent hierbij de intrinsieke veiligheid van het netwerk voor de omgeving en arbeidsveiligheid. Betrouwbaarheid: Handhaven van een betrouwbaar netwerk tot een niveau beter dan het landelijke gemiddelde (zie hiervoor de streefwaarden) en een niveau van de leveringszekerheid en leveringsservice, in overeenstemming met wet- en regelgeving. Daarbij is het van belang dat er sprake blijft van een maatschappelijk en economisch verantwoorde situatie. Doelmatigheid / Financieel: Handhaven van de balans tussen veiligheid, betrouwbaarheid, leveringszekerheid en het begrip maatschappelijk aanvaardbare kosten. De tarieven moeten toereikend zijn om naast de noodzakelijke investeringen ook aandeelhouderswaarde te behouden. Juridisch / Integriteit: Voldoen aan de relevante wet- en regelgeving en het voorkomen en beperken van aansprakelijkheden. Duurzaamheid / Milieu: Beschermen van het milieu tegen de effecten van energietransport en onze bedrijfsvoering. Zo zal NV RENDO eventueel belastende situaties uit het verleden zo goed als mogelijk verhelpen. NV RENDO kiest voor zodanige ontwerpen, materialen en methoden, die het milieu minimaal belasten. NV RENDO zal nieuwe technieken ondersteunen en implementeren ten behoeve van inpassing van duurzame energie in de netwerken, waardoor het milieu zoveel als mogelijk beschermd wordt tegen de nadelige effecten van energiegebruik. Imago / Reputatie: Handhaven van het degelijke imago en de goede reputatie van NV RENDO. KCD NV RENDO

16 Kwantificering asset gerelateerde bedrijfswaarden De directie (asset owner) heeft door middel van de volgende risicomatrix de acceptatiecriteria van de risico s t.o.v. de bedrijfswaarden gekwantificeerd. Kwantificering bedrijfswaarden Groen: Oranje: Rood: Acceptabel risico. Verdedigbaar risico, let op, maatregelen gewenst. Niet acceptabel risico, maatregelen vereist. Realiseren bedrijfswaarden Om de bedrijfswaarden te bereiken worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: Gas Optimale procesbeheersing middels een ISO 9001 en NTA 8120 gecertificeerd KBS/VBSmanagementsysteem. Ontwerpen/aanleggen volgens in de branche gehanteerde normen en richtlijnen. Kiezen voor betrouwbare materialen en leveranciers die zich in de praktijk bewezen hebben (standaardisatie). Uitvoering door goed opgeleid en gemotiveerd personeel. Werken met gecertificeerde aannemers. Proactief beheer van de bedrijfsmiddelen door analyses op leeftijd en betrouwbaarheid, traceerbaarheid en het monitoren/onderzoeken van componenten in samenwerking met collega netbeheerders en kenniscentra zoals Kiwa Technology, DNV-GL, TU Delft, TU Twente, TU Eindhoven, Ksandr. Streefwaarden gas De streefwaarden voor gas zijn: Kwaliteitsindicator Formule Streefwaarde Jaarlijkse uitvalduur Σ (GA x T) / TA < 20 [seconden / jaar] Gemiddelde onderbrekingsduur Σ (GA x T) / Σ GA < 60 [minuten / getroffen afnemer] Onderbrekingsfrequentie Σ GA / TA < 0,0052 [getroffen afnemers / totaal aantal afnemers] Gemiddelde tijdsduur voor het aanrijden bij een storing Gemiddelde tijdsduur voor het veiligstellen van een storing Σ (TR) / S < 50 [minuten / storing] Σ (TV) / S < 60 [minuten / storing] KCD NV RENDO

17 Kwaliteitsindicator Formule Streefwaarde Aantal ongevallen gemeld aan de OvV 0 Aantal incidenten gemeld aan de OvV Aantal lekken in het hoofdnet met onmiddellijk gevaar voor personen en objecten in de omgeving Aantal overige lekken in het hoofdnet Aantal lekken in de aansluitingen met onmiddellijk gevaar voor personen en objecten Aantal overige lekken in de aansluitingen TA = Totaal aantal Afnemers GA = aantal Getroffen Afnemers S = totaal aantal Storingen T = Tijdsduur tussen aanvang en einde onderbreking (min.) TV = Tijdsduur tussen aanvang en Veiligstellen storing (min.) TR = Tijdsduur tussen aanvang storing en aanrijdtijd (min.) < 10 per jaar < 5 per jaar < 1 / 10 km < 5 per jaar < 1 / 1000 Gerealiseerde veiligheid In 2016 was er 1 meldingsplichtig gasincident. In 2017 (t/m oktober) zijn er 3 gasincidenten aan OvV, Kiwa Technology en SodM gemeld. Zie bijlage 6 voor een overzicht van deze gasincidenten. De incidenten zijn geanalyseerd en hebben waar mogelijk geleid tot maatregelen om herhaling te voorkomen. Gerealiseerde betrouwbaarheid Het gastransport- en distributiesysteem heeft door de vermazing van het netwerk een hoge leveringszekerheid. De uitvalduur is daarom uitgedrukt in seconden en niet in minuten. In onderstaande tabellen zijn de gerealiseerde waarden gegeven: KCD NV RENDO

18 KCD NV RENDO

19 3.1.2 Elektriciteit Streefwaarden elektriciteit De streefwaarden voor elektriciteit zijn: Kwaliteitsindicator Formule Streefwaarde Jaarlijkse uitvalduur Σ (GA x T) / TA MS+LS: < 15 [minuten / jaar] Gemiddelde onderbrekingsduur Onderbrekingsfrequentie Σ (GA x T) / Σ GA Σ GA / TA MS: < 75 LS: < 130 MS+LS: < 0,200 TA = Totale aantal Afnemers GA = aantal Getroffen Afnemers T = Tijdsduur tussen aanvang en einde onderbreking (min.) [minuten / getroffen afnemer] [getroffen afnemers / totaal aantal afnemers] Gerealiseerde betrouwbaarheid In onderstaande grafieken zijn de gerealiseerde kwaliteitsindicatoren voor elektriciteit weergegeven. KCD NV RENDO

20 Het elektriciteitsnetwerk van NV RENDO kenmerkt zich door een lage uitvalduur t.o.v. de sector. Doordat NV RENDO het laatste decennium veel geïnvesteerd heeft in het upgraden van stamvoedingen en verhogen van redundantie bovenin de netwerkstructuur is de kwetsbaarheid fors gereduceerd. De theoretisch berekende uitvalduur (streefwaarde) met het rekenprogramma Vision, op basis van het faalgedrag van de componenten en de netstructuur, bedraagt ca. 15 minuten/jaar. De komende jaren zal bij gelegenheid (nieuwbouw, reconstructies, e.d.) dieper in de netwerken gestreefd worden naar een meer optimale netopbouw, waarbij de kwetsbaarheid verder verminderd zou kunnen worden door te kiezen voor kleinere subringen. Omdat nog moet blijken in welke mate dit, mede uit het oogpunt van doelmatigheid, gerealiseerd kan worden, hanteert NV RENDO voor de periode ongewijzigde streefwaarden. NV RENDO onderzoekt de belangrijkste kabels jaarlijks middels diverse gerrichte kwaliteitsmetingen (PD-online en PD-offline), waarbij DNV-GL landelijk de centrale spil vormt rondom de kennisregels. Hierdoor profiteert NV RENDO ook van leermomenten uit metingen bij andere netbeheerders en andersom. Op initiatief van NV RENDO is met collega netbeheerders door DNV-GL een model voor de restlevensduur voor 10 kv kabels ontwikkeld. Uit deze prognoses blijkt NV RENDO gunstig af te steken t.o.v. de overige netbeheerders. KCD NV RENDO

21 3.2 Relatie met belangrijkste asset gerelateerde risico s Algemeen NV RENDO hanteert een risicoregister, genaamd Risicoanalyse en PvA netcomponenten Gas, respectievelijk Risicoanalyse en PvA netcomponenten Elektriciteit. Hierin zijn alle relevante assets van gas c.q. elektriciteit, en de hieraan gerelateerde issues, opgenomen. In deze risicoregisters (zie bijlage 4) wordt eerst een beschrijving van de componenten gegeven. Vervolgens een risicobeschrijving met hun relatie tot de bedrijfswaarden van NV RENDO en dan de kans op falen (kwetsbaarheid) en de effecten. Dit resulteert in een weging van het basisrisico (het risico als er geen beheersmaatregelen getroffen worden), uitgedrukt in een weeggetal. Vervolgens worden de door NV RENDO gehanteerde beheersmaatregelen beschreven. Hierop wordt opnieuw de kans op falen en de effecten berekend. Dit resulteert in een restrisico (risico dat nog overblijft). Dit risicoregister vormt de basis voor regelmatige evaluatie om te beoordelen of de opgenomen grondslagen nog van toepassing zijn. Tevens wordt beoordeeld of de gehanteerde weeggetallen nog actueel zijn. Deze evaluatie vindt minimaal in iedere vergadering van de Risico- en Capaciteitscommissie plaats. Plan fase NV RENDO start het planningsproces met het opstellen van het beleid (beleid per asset). Hierin worden interne en externe ontwikkelingen vertaald naar een beleidsplan, die voor alle bedrijfswaarden van toepassing zijn. Naar aanleiding van het beleidsplan worden de investerings- en onderhoudsplannen opgesteld (zie bijlagen 7 t/m 11). De belangrijkste onderdelen van deze plannen zijn: relevante netgegevens, belastingprognoses, risicoanalyses, en een uitwerking van één of meerdere alternatieve oplossingen en de kosten. Op basis van de risicoweging wordt wel of niet tot realisatie besloten. Do fase De werkzaamheden, die voortkomen uit goedgekeurde investerings- en exploitatievoorstellen, worden in opdracht gegeven bij de verantwoordelijke afdelingen en externe service providers. Check fase Periodiek rapporteren deze afdelingen en externen over de status en voortgang van het in opdracht gegeven werkpakket. Zie bijlage 7 t/m 11 voor de investerings- en onderhoudsplannen en de analyse van de realisatie. Tevens worden er audits gehouden om te controleren of werkzaamheden conform beleid zijn uitgevoerd. De conditie van het net wordt gemonitord op verschillende wijzen: meldingen vanuit het veld, onderhoudsinspecties, metingen en storingen. De diverse rapportages worden regelmatig geanalyseerd om de toestand van de gas- en elektriciteitsnetten en het effect van de beheersmaatregelen te bepalen. Voor een overzicht van de kwaliteit van de componenten zie bijlage 12. Act fase Op basis van alle hierboven genoemde uitkomsten kan, indien gewenst, het beleid voor de gasen elektriciteitsassets worden aangepast. KCD NV RENDO

22 3.2.1 Gas Wordt het risicoregister gas van het KCD vergeleken met het risicoregister bij dit KCD, dan valt het volgende op: - Het risicoregister is het afgelopen jaar behoorlijk gewijzigd van opzet. Er is meer verfijning aangebracht door van alle beschreven componenten per bedrijfswaarde het risico te berekenen. De grondslag voor deze berekeningen is weer gebaseerd op de weeggetallen uit de matrix Kwantificering bedrijfswaarde. Eerst is per component een basisrisico bepaald (= het huidige risico) en vervolgens is het restrisico bepaald. Hiermee is het risico berekend als de genoemde beheersmaatregelen toegepast worden. - Bij het component hard PVC zijn de leidingen met diameter 85 en 107 mm nu separaat opgenomen. De reden is dat bij deze diameters veel gelijmde verbindingen gemaakt zijn en het incourante diameters zijn. Dit geldt niet voor de overige populatie hard PVC leidingen > 50 mm. - Een tweetal in het voorgaande KCD genoemde risico s zijn uit deze matrix verwijderd en toegevoegd aan de algemene risico matrix. Reden is dat deze niet specifiek op gas van toepassing zijn, maar een breder karakter hebben. - Ten slotte zijn er door de Risico- en Capaciteitscommissie enkele nieuwe risico s benoemd. Deze zijn in het risicoregister opgenomen. Op basis van het risicoregister (zie bijlage 4) zijn de voor gas belangrijkste asset gerelateerde risico s in relatie tot de bedrijfswaarde veiligheid: 1. Stalen invoeringen huisaansluitingen gas. 2. Koperen invoeringen huisaansluitingen gas 3. Hard PVC leidingen met de diameters 85 en 107 mm. Hierna wordt in de PDCA-cyclus op deze asset gerelateerde risico s nader ingegaan. Stalen invoeringen huisaansluitingen gas De afgelopen jaren heeft NV RENDO veel tijd en energie gestoken in een project om aan de hand van (proef)saneringen en monitoringen een zo betrouwbaar mogelijk beeld te krijgen van de kwaliteit van alle populaties invoeringen gas. In samenspraak met Kiwa Technology is hiervoor in december 2011 een Beheerplan NV RENDO aansluitleidingen opgesteld. Gedurende de jaren 2012 t/m 2014 is uitvoering gegeven aan de acties uit dit beheerplan. De resultaten van deze acties hebben begin 2015 geleid tot een geactualiseerd beleid t.a.v. beheer huisaansluitingen gas. In het nu te hanteren beleid zijn van alle populaties invoeringen risicoprofielen (op basis van het programma EVAAL) opgesteld. Een roadmap met een looptijd van 5 jaren maakt tevens deel uit van het nieuwe beleid. In deze roadmap is per populatie per jaar opgenomen welke aantallen gesaneerd gaan worden. Omdat de looptijd van 5 jaar zoals genoemd in de roadmap deels verstreken is, heeft Kiwa Technology opdracht gekregen om op basis van de resultaten van het gevoerde beleid van de laatste jaren een hernieuwde doorkijk voor de komende 5 jaren op te stellen. Plan fase Zoals hierboven al aangegeven is, wordt er vanaf 2015 uitvoering gegeven aan het geactualiseerde beleid en wordt de roadmap gevolgd voor wat betreft de uit te voeren aantallen. KCD NV RENDO

23 Jaar Aantal saneringen Begrote Kosten stuks stuks stuks Jaar Aantal monitoringen Begrote kosten stuks stuks stuks De geplande monitoringen voor de jaren 2015 en later, hebben voornamelijk betrekking op invoeringen met grotere diameters. Do fase De voortgang van de projecten wordt in het Programma- en Projectenoverleg regelmatig gevolgd. Dit zowel op aantallen als op financieel niveau. Jaar Aantal uitgevoerde saneringen Werkelijke kosten stuks stuks 2017 In uitvoering Jaar Aantal uitgevoerde monitoringen Werkelijke kosten stuks stuks 2017 In uitvoering Check fase De resultaten van de uitgevoerd saneringen en monitoringen worden geanalyseerd om met behulp van het programma EVAAL (zie het KCD van voor een uitgebreide beschrijving van dit programma) beoordeeld te worden op kwaliteit van de diverse populaties stalen invoeringen. De Nestorgegevens van de laatste 5 jaren worden gebruikt om te beoordelen of de aannames ook door de storingsregistraties ondersteund worden. Worden de geplande aantallen vergeleken met de gerealiseerde aantallen dan blijkt dat er bij het saneringsdeel minder aansluitingen gesaneerd zijn dan gepland. Redenen hiervoor zijn: Een aantal aansluitingen is niet gesaneerd omdat het oorspronkelijke materiaal (staal) inmiddels al vervangen was. Enkele panden waren inmiddels gesloopt of stonden op de nominatie om binnen afzienbare tijd gesloopt te worden. Act fase Zoals al eerder is gememoreerd, zijn nu alle relevante populaties van een risico weegwaarde voorzien en is er een roadmap opgesteld waarin is opgenomen welke sanerings- en monitoringsacties zijn gepland voor de komende 5 jaren. Jaarlijks zal dus in de begrotingen voor het komende jaar financiële middelen vastgelegd moeten worden om het programma voor het betreffende jaar uit te kunnen voeren. KCD NV RENDO

24 Tevens zal aan het eind van ieder jaar het resultaat van de uitgevoerde saneringen en monitoringen gebruikt worden om de roadmap actueel te houden. Hetzelfde wordt ook gedaan met de gegevens uit het storingsregistratieprogramma Nestor. Plan fase Om het sanerings- en monitoringsprogramma voortgang te laten vinden zullen, op basis van het in de roadmap genoemde aantal per populatie stalen invoeringen, adressen worden geselecteerd voor uitvoering. Deze worden dan in uitvoering gegeven bij de Service Provider. Koperen invoeringen huisaansluitingen gas Als inleiding zie hetgeen al bij Stalen invoeringen huisaansluitingen gas beschreven is. Plan fase Zoals al bij de stalen invoeringen is aangegeven, wordt ook nu vanaf 2015 uitvoering gegeven aan het geactualiseerde beleid en wordt de roadmap gevolgd voor wat betreft de uit te voeren aantallen. Jaar Aantal saneringen Begrote kosten stuks stuks stuks Jaar Aantal monitoringen Begrote kosten stuks stuks stuks Do fase De voortgang van de projecten wordt in het Programma- en Projectenoverleg regelmatig gevolgd. Dit zowel op aantallen als op financieel niveau. Jaar Aantal uitgevoerde saneringen Werkelijke kosten stuks stuks 2017 In uitvoering Jaar Aantal uitgevoerde monitoringen Werkelijke kosten stuks stuks 2017 In uitvoering KCD NV RENDO

25 Check fase De resultaten van de uitgevoerd saneringen en monitoringen worden geanalyseerd om met behulp van het programma EVAAL (zie het KCD van voor een uitgebreide beschrijving van dit programma) beoordeeld te worden op kwaliteit van de diverse populaties koperen invoeringen. De Nestorgegevens van de laatste 5 jaren worden gebruikt om te beoordelen of de aannames ook door de storingsregistraties ondersteund worden. Worden de geplande aantallen vergelijken met de gerealiseerde aantallen dan blijkt dat er bij het saneringsdeel minder aansluitingen gesaneerd zijn dan gepland waren. Redenen hiervoor zijn dezelfde als bij hetgeen bij Stalen invoeringen is gesteld, nl.: Een aantal aansluitingen is niet gesaneerd omdat het oorspronkelijke materiaal (koper) inmiddels al vervangen was. Enkele panden waren inmiddels gesloopt of stonden op de nominatie om binnen afzienbare tijd gesloopt te worden. Act fase Zoals al eerder is gememoreerd, zijn nu alle relevante populaties van een risico weegwaarde voorzien en is er een roadmap opgesteld waarin is opgenomen welke sanerings- en monitoringsacties zijn gepland voor de komende 5 jaren. Jaarlijks zal dus in de begrotingen voor het komende jaar financiële middelen vastgelegd moeten worden om het programma voor het betreffende jaar uit te kunnen voeren. Tevens zal aan het eind van ieder jaar het resultaat van de uitgevoerde saneringen en monitoringen gebruikt worden om de roadmap actueel te houden. Hetzelfde wordt ook gedaan met de gegevens uit het storingsregistratieprogramma Nestor. Plan fase Om het sanerings- en monitoringsprogramma voortgang te laten vinden zullen, op basis van het in de roadmap genoemde aantal per populatie koperen invoeringen, adressen worden geselecteerd voor uitvoering. Hard PVC leidingen met diameter 85 en 107 mm Bij het verder specificeren van de populatie hard PVC leidingen is in de risicobeoordeling meegenomen of er incourante diameters en lijmverbindingen zijn toegepast. In hard PVC leidingen met de gestandaardiseerde diameters > 50 mm zijn geen lijmverbindingen toegepast en zijn er ook voldoende hulpstukken (zoals moffen en aansluitzadels) beschikbaar. Anders ligt het met hard PVC leidingen met de diameter 85 en 107 mm. Voor deze populatie zijn geen of zeer beperkte hulpstukken beschikbaar. De leidingverbindingen zijn vaak gelijmde verbindingen. Uit onderzoeken door kenniscentra blijkt dat verlijmde hard PVC verbindingen in het algemeen brosser zijn dan de niet verlijmde hard PVC verbindingen. Aansluitzadels zijn veelal een combinatie van verschillende componenten. Zo is voor aansluitzadels 85 mm het onderzadel van 90 mm en het bovenzadel van 75 mm gebruikt. En bij de zadels 107 mm is er in het onderzadel een speciaal schaaldeel gemonteerd. In de risicoanalyse gas is bij de diameters 85 en 107 mm voor de kans op falen een hoger weeggetal aangehouden dan voor de overige diameters hard PVC. Plan fase Het is niet direct noodzakelijk om alle leidingen van hard PVC met de diameters 85 en 107 mm te vervangen. In het beleid voor deze asset is opgenomen dat volgens een vervangingsmodel NV RENDO uitvoering geeft aan de vervangingsprojecten. Indien er in de onmiddellijke nabijheid van hard PVC leidingen met bovengenoemde diameters graafwerkzaamheden KCD NV RENDO

26 verricht gaan worden, zal NV RENDO altijd of pro actief of in combinatie met de andere graafwerkzaamheden de hard PVC leidingen buiten bedrijf stellen of vervangen door slagvaste kunststof leidingen. Ook bij reconstructies van de bovenliggende infra structuur zal NV RENDO pro actief deze leidingen vervangen of buiten bedrijf stellen. Do fase Door het regelmatig voeren van nutsoverleggen met andere kabel- en leidingbeheerders en met de beheerders van de bovenliggende infrastructuur (gemeenten, provincies) is NV RENDO op de hoogte van (graaf)activiteiten van derden. Zodra dit zich voordoet zal de afdeling Werkvoorbereiding een plan maken om de hard PVC leiding met de diameters 85 en 107 mm te vervangen of buiten bedrijf te stellen. Hiervoor wordt er jaarlijks in de begroting gas een budget opgenomen. Jaar Vervangen hard PVC leidingen diameter 85 mm mtr mtr mtr (t/m oktober 2017) De nog resterende populatie hard PVC leidingen met diameter 85 mm is mtr. Jaar Vervangen hard PVC leidingen diameter 107 mm mtr mtr mtr (t/m oktober 2017) De nog resterende populatie hard PVC leidingen met diameter 107 mm is mtr. Check fase Door deze wijze van aanpak zal jaarlijks de totale lengte hard PVC met de afwijkende diameters verminderen. Wel zal beoordeeld moeten worden of het huidige tempo van vervanging nog voldoet aan de uitgangspunten van het beleidsstuk. Hiervoor is een vervangingsprogramma opgesteld. Act fase Jaarlijks wordt via nutsoverleg met andere kabel- en leidingbeheerders in samenspraak met gemeenten en provincies besproken welke projecten op de korte en middellange termijn tot uitvoering zullen komen. NV RENDO zal hierop acteren door in voorkomende gevallen vervangingsprojecten op te stellen. Hiervoor zijn in de begrotingen budgetten beschikbaar. Tevens zal het interne vervangingsprogramma gevolgd worden. Plan fase Het huidige beleid zal de komende jaren bestendigd worden, om de kans op incidenten te verkleinen. KCD NV RENDO

27 3.2.2 Elektriciteit Op basis van het risicoregister (bijlage 4) zijn de belangrijkste asset gerelateerde risico s vastgesteld: 1. Het niet goed functioneren van het aardingssysteem bij de individuele klant (kleinverbruikers). 2. Overbelasting van diverse infra componenten (bijv. transformatoren, kabels, etc.). 3. Onvoldoende inzicht om de kwaliteit van MS-kabels te bepalen. Het niet goed functioneren van het aardingssysteem bij de individuele klant (kleinverbruikers) Plan fase Volgens het plan wordt elk jaar 1% van de aansluitingen visueel (meten) gecontroleerd en daar waar gebreken worden geconstateerd worden deze gelijk verholpen (bij kleine afwijkingen). Bij grotere afwijkingen wordt er een afspraak met de klant gemaakt om het gebrek binnen redelijke termijn te verhelpen. Jaar Aantal controles Begrote kosten stuks stuks stuks Do fase NV RENDO heeft circa kleinverbruik aansluitingen in haar beheer, de realisatie van deze aardingscontroles voor deze jaren is geweest: Jaar Aantal uitgevoerd Werkelijke kosten stuks stuks stuks Check fase Vergelijking van de getallen van de planning met hetgeen is gerealiseerd geeft aan dat dit in lijn met elkaar is. Risicovolle situaties worden gelijk opgelost De volgende activiteiten zijn volgens het uitvoeringsplan uitgevoerd: Elk jaar controle van ca. 1% van de aansluitingen. In stuks aangeboden ter controle. 322 stuks uitgevoerd 96,6%. Bij 141 installaties waren de water- en/of gasleiding niet zichtbaar geaard. Er zijn 19 afwijkingen geconstateerd waarvan drie zijn afgekeurd en hersteld. Alle geconstateerde afwijkingen en gebreken staan beschreven in het opleverdocument (Rapportage controle aardingsvoorzieningen 2016 TN-Stroomstelsel). In stuks aangeboden ter controle. 319 stuks uitgevoerd 92,5%. Er zijn 75 afwijkingen geconstateerd. Alle geconstateerde afwijkingen en gebreken staan beschreven in het opleverdocument (Rapportage controle aardingsvoorzieningen 2017 TN-Stroomstelsel). In 2016 zijn kosten relatief hoog, dit komt omdat de factuur over de aardingscontrole die in 2015 is uitgevoerd in 2016 is gefactureerd. KCD NV RENDO

28 Act fase Alle geconstateerde afwijkingen die zijn aangetroffen zijn verholpen. De afwijkingen die zijn aangetroffen tijdens de controle zijn beoordeeld, en gaven geen aanleiding om het beleid t.a.v. beheersmaatregelen aardingscontrole kleinverbruiksaansluitingen t/m 3x80A te wijzigen. Plan fase Voorgaande geeft geen redenen tot het doorvoeren van wijzigingen in de aardingscontrole. Voor de jaren 2018 en 2019 wordt er elk jaar 1% van de aansluitingen visueel gecontroleerd en daar waar gebreken worden geconstateerd worden deze gelijk verholpen (bij kleine afwijkingen). Bij grotere afwijkingen wordt er een afspraak met de klant gemaakt om het gebrek binnen redelijke termijn te verhelpen. Overbelasting van diverse infra componenten (transformatoren, kabels, etc.) Plan fase De controle van belastingen in MS-station is een van de beheersmaatregelen die wordt uitgevoerd om de status van het net te kunnen beoordelen. De gegevens die worden vergaard worden verwekt in een netwerk simulatie programma. Het netwerk wordt doorgerekend met de gegevens die tijdens de opname zijn vastgelegd. Deze doorrekening geeft een realistisch beeld over de status van het netwerk. Mochten er na het doorrekenen ongewenste resultaten uit voort komen, dan zullen er wijzigingen in het net worden doorgevoerd. Tijdens deze opname wordt ook het MS-station en alle componenten visueel gecontroleerd. Jaar Aantal controles Begrote kosten stuks stuks stuks Do fase NV RENDO heeft diverse transformatorruimtes in haar net. Dit kunnen distributie- dan wel klantstations of een combinatie hiervan zijn. De opname van de belastingen en de visuele controle op de componenten in de transformatorstations voor deze jaren zijn geweest: Jaar Aantal uitgevoerd Werkelijke kosten stuks stuks stuks Check fase Uit vergelijking van de getallen van de planning met hetgeen is gerealiseerd, blijkt dat dit in lijn ligt voor beide jaren. Volgens het plan worden elk jaar alle MS-stations twee keer per jaar visueel gecontroleerd en worden de belastingen opgenomen. Belasting opnames worden verwerkt en geanalyseerd in het netwerkberekeningsprogramma Vision. Dit is een continu proces dat bij elke wijziging wordt uitgevoerd om de kwaliteit van het netwerk te kunnen waarborgen, en er voor te zorgen dat het net niet overbelast raakt, of een van zijn componenten. Naar aanleiding van de opnames worden er vervolgacties uitgezet. Deze acties worden als ze acuut zijn direct uitgevoerd en anders worden ze ingepland in het reguliere onderhoud. Elk jaar worden er 50 MS-stations aangeboden voor regulier onderhoud en als opdracht uitgezet naar de afdeling Onderhoud & Storingen Elektra. Als er afwijkingen worden KCD NV RENDO

29 geconstateerd tijdens de belastingopname dan worden deze teruggekoppeld naar de afdeling Assetmanagement. Assetmanagement beoordeelt de situatie en geeft dan aan wat de vervolgstappen zijn. Vervangen Onderhoud plegen of Uitstellen in bepaalde situaties na een risicobeoordeling (mogelijk uitbreiding / wijziging) In 2016 zijn er 50 MS-stations (1/8 van de totale populatie) aangeboden aan de afdeling Onderhoud & Storingen Elektra voor regulier onderhoud. In stuks aangeboden ter controle. 44 stuks uitgevoerd 84%. In 37 MS stations is er onderhoud gepleegd aan de installatie en in 5 MS-stations zijn de installaties vervangen. In de 37 onderhouden MS stations zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd: In 41% zijn er vet eindsluitingen bijgevuld. In 18% zijn er trafokabels vervangen. In 48% moest men tijdens de werkzaamheden een noodstroomvoorziening plaatsen om de energielevering te waarborgen. In 100% is MS-station schoongemaakt. In 2017 zijn er 50 MS stations (1/8 van de totale populatie) aangeboden aan de afdeling Onderhoud & Storingen Elektra voor regulier onderhoud In stuks aangeboden ter controle 34 stuks uitgevoerd 65%. In 35 MS stations is er onderhoud gepleegd aan de installatie en in 4 MS stations zijn de installaties vervangen. In de 34 onderhouden MS stations zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd: In 47% van de MS stations zijn er vet eindsluitingen bijgevuld. In 12% van de MS stations zijn er trafokabels vervangen. In 55% van de MS stations moest men tijdens de werkzaamheden een noodstroomvoorziening plaatsen om de energielevering te waarborgen. In 100% zijn de MS stations schoongemaakt. De afdeling Onderhoud & Storingen Elektra heeft niet alle aangeboden MS stations kunnen onderhouden i.v.m. de beschikbare capaciteit. De voortgang is besproken in het programma overleg en in het reguliere overleg met Assetmanagement. Assetmanagement heeft aangegeven dat dit niet een gewenst resultaat is maar dat de werkzaamheden verschoven kunnen worden naar Wel is aangegeven dat in 2018 weer 50 MS stations worden aangeboden en dat het totale 8 jaarlijks programma met een half jaar wordt verlengd. Act fase De beheersmaatregelen waarvan tijdens de Check fase is aangetoond dat ze het gewenste resultaat hebben opgeleverd, blijven gehandhaafd. Naar aanleiding van bovenstaande resultaten is het beleid verder per type gespecificeerd. Plan fase Voorgaande geeft geen redenen tot het doorvoeren van wijzigingen in het beleid voor opname en visuele controle van de trafostations. Voor de jaren 2018 en 2019 worden de belastingopnames en de visuele controles doorgevoerd, tevens worden er weer 50 stuks per jaar aangeboden voor regulier onderhoud. Onvoldoende inzicht om de kwaliteit van MS-kabels te bepalen Plan fase Volgens het oude plan werden er elk jaar 5 stuks 0,1 Hz metingen uitgevoerd op strategische gelegen MS-kabels. Medio 2017 heeft NV RENDO haar beleid hierop aangepast. Er is een KCD NV RENDO

30 meetwagen aangeschaft die het mogelijk maakt deze 0,1Hz metingen zelf te kunnen uitvoeren. Gewijzigd beleid is dat niet elk jaar 5 kabels op strategische gelegen MS kabels worden bemeten maar dat op alle nieuw gelegde / gestoorde en gewijzigde MS kabels metingen worden uitgevoerd. Deze metingen dienen als nulmeting om de huidige kwaliteit te kunnen bepalen. Mocht NV RENDO later in de tijd weer een meting uitvoeren dan is het mogelijk de degradatie te kunnen bepalen van de MS-kabel. Jaar Aantal controles Begrote kosten stuks stuks stuks (in eigen beheer) Do fase De realisatie van deze 0,1 Hz metingen voor deze jaren zijn geweest: Jaar Aantal uitgevoerd Werkelijke kosten stuks stuks stuks (Nog in uitvoering) Check fase Door vergelijking van de getallen van de planning met hetgeen wat gerealiseerd is, blijkt dat dit in 2016 en 2017 niet in lijn is met de verwachting. Dit wordt verklaard door het gewijzigd beleid. Reden hiervoor is dat we nu gebruik maken van onze eigen meetwagen en daardoor zullen er meer metingen op korte termijn worden gerealiseerd. We hebben bewust gewacht met het uitvoeren van de metingen wegens de levering van deze meetwagen die de metingen kan uitvoeren. Dit wetende is besloten de vijf kabels die voor 2016 gepland stonden te worden bemeten, door te schuiven naar Hierdoor is er ook een verschuiving in de kosten. KCD NV RENDO

31 4. Veiligheid 4.1 Leren van incidenten en oefeningen Veilig werken wordt door NV RENDO gezien als de basisvoorwaarde voor het uitvoeren van werkzaamheden in haar gas- en elektriciteitsnetten. NV RENDO streeft naar een veilige bedrijfsvoering met een minimaal aantal incidenten en zonder ongevallen. In het kader van het continu verbeteren van het veiligheidsniveau worden er opleidingen en toolboxmeetings georganiseerd over verschillende onderwerpen. Er worden periodiek theorie- en praktijkinstructies gegeven in het kader van Arbo, VIAG, BEI, omgaan met kleine blusmiddelen en levensreddende eerste handelingen. Ten aanzien van de ontwikkeling van het veiligheidsmanagement zoekt NV RENDO aansluiting bij de brancheorganisaties en participeert actief in initiatieven van de gezamenlijke netbeheerders. Leren van incidenten Bij NV RENDO worden relevante incidenten met de Tripod-methode en/of Bow-tie methode onderzocht. Daar waar nodig volgt diepgaander onderzoek met derden. De evaluatie vindt plaats met alle betrokkenen en er worden daar waar nodig aanpassingen in procedures, werkmethoden en benodigde middelen doorgevoerd of nieuwe beheersmaatregelen getroffen, geïmplementeerd en gecommuniceerd. Incidenten bij NV RENDO en die bij andere netbeheerders worden besproken in de Risico- en Capaciteitscommissies en zo nodig volgt aanpassing van de risicomatrix en worden toolboxmeetings georganiseerd. Daarnaast worden ook bijzondere storingen die zich hebben voorgedaan in het net van NV RENDO dan wel bij andere netbeheerders geëvalueerd met monteurs, leidinggevenden en andere belanghebbenden. Leren van calamiteiten en oefeningen NV RENDO beschikt over een calamiteitenplan en met regelmaat worden er calamiteitenoefeningen gehouden. Deze oefeningen zijn gericht op het testen en verbeteren van het functioneren van de organisatie zowel binnen als buiten kantoortijd. Zo wordt met een scala aan gefingeerde storingen geoefend op bereikbaarheid, aanwezigheid van mensen en middelen, aansturing, kennis en gekozen oplossingen en veilig werken. Het geheel wordt met onafhankelijke externe auditors getoetst en met alle betrokkenen geëvalueerd. Calamiteiten tellen mee als oefening mits deze als zodanig worden geëvalueerd. Voordeel van een kleinere organisatie is dat bij oefeningen een groot deel van de organisatie betrokken kan worden. KCD NV RENDO

32 Hieronder een impressie van de meest prominente calamiteiten en oefeningen. Datum Voorval Ervaringen Calamiteit elektriciteit Inkoopstation van hogere netbeheerder in Steenwijk uitgebrand, waardoor klanten van NV RENDO zonder stroom) Oefening gas Zuidwolde e.o. zonder gas omdat vlakbij het GOS de hogedruk leidingen kapot waren getrokken Calamiteit gas Tijdens het in bedrijf nemen van een nieuw aangelegd leidingdeel te Kuinre is lucht in het gasnet achtergebleven Oefening elektriciteit Brand in verdeelstation te Hoogeveen Oefening gas Vrachtauto beschadigd hogedruk afleverstation bij verzorgingstehuis te Meppel Calamiteit elektriciteit Brand te Steenwijk. Is geëvalueerd en afgehandeld op dezelfde grondige wijze als oefeningen Oefening gas Aanrijding van een drukbewakingsstation bij grootschalig groengas invoeder te Wijster Oefening elektriciteit Brand in middenspanningstation te Steenwijk. Uitvoering buiten verliep goed. Levering transformatoren verliep goed. Inrichten crisisteam (incl. burgemeester) verliep goed. Interne communicatie verliep goed. Communicatie met externen verliep goed. Destijds vormde deze calamiteit de basis voor het huidige calamiteitenplan. Uitvoering buiten verliep goed. Opschalen interne organisatie verliep goed. Opschalen externe organisatie verliep goed. Interne communicatie kon beter: div. verbeterpunten zijn afgehandeld. Uitvoering buiten verliep goed. Opschalen organisatie verliep goed. Communiceren met betrokken klanten verliep goed. T.a.v. oorzaak: verbetering werkwijze / instructies. T.a.v. calamiteitenplan: interne communicatie met IV-er kon duidelijker. De verbeterpunten zijn afgehandeld. De afhandeling van de calamiteit verliep op een professionele manier, wel zijn er enkele verbeterpunten die adequaat zijn opgepakt. De afhandeling van de calamiteit verliep zeer goed, slechts op detailpunten dienen verbeteringen doorgevoerd te worden. Deze zijn afgehandeld. De oefening is uitgevoerd met medewerking van het verzorgingstehuis en de brandweer. Uitvoering buiten verliep goed. Opschalen organisatie verliep goed. Communiceren met betrokken partijen in de GRIP situatie verliep goed. Verbeteracties, waaronder aanpassing calamiteitenplan, zijn vastgesteld en uitgevoerd. Uitvoering buiten verliep goed. Opschalen organisatie verliep goed. Communiceren met betrokken partijen in de GRIP situatie verliep goed. Verbeteracties, waaronder aanpassing calamiteitenplan, zijn vastgesteld en uitgevoerd. O&S heeft de aansturing op kantoor goed en rustig opgepakt. Snel een goed schakelplan beschikbaar. Op locatie is de uitvoering heel goed verlopen. Telefonisch opschalen K&M is vlekkeloos verlopen. Ook andere rollen zoals directie en woordvoering zijn goed opgepakt. Verbeterpunten: Beide vergaderzalen geschikt maken als crisiscentrum, waarbij alle informatie toegankelijk is. Collega s tijdig informeren dat monteurs gepland werk niet kunnen uitvoeren als gevolg van de oefening. 4.2 Prioritering van risico s NV RENDO onderkent veiligheid als belangrijkste bedrijfswaarde (zie hoofdstuk 3.1). Het betreft zowel de externe veiligheid (de mate waarin de maatschappij blootstaat aan de gevaren van de assets) als de interne veiligheid (veilig werken aan en in de nabijheid van assets). In de risicomatrices vindt prioritering van de risico s per bedrijfswaarde plaats (zie risicomatrices in hoofdstuk 3.1). KCD NV RENDO

33 NV RENDO onderkent de volgende belangrijkste ongewenste gebeurtenissen qua veiligheid: - Gas: o Ongecontroleerde gasuitstroming met als gevolg brand, explosie of verstikking. o Ontoelaatbare netdrukken of wegvallen van de druk. o Gas- en netverontreinigingen. - Elektriciteit: o Elektrocutie door contact met spanning voerende delen. o Kortsluiting met als gevolg brand/explosie. Daarnaast onderkent NV RENDO dat de netwerken uit een veelheid (zowel in aantal als diversiteit) van assets bestaan die geleidelijk verouderen en blootstaan aan uiteenlopende omgevings- en gebruikscondities, hetgeen zich uit in oplopende faalkansen. Het beleid en de daarmee samenhangende procedures en beheersmaatregelen zijn er o.a. op gericht om in control te blijven bij deze verouderende assets. NV RENDO is zich ervan bewust dat er een balans moet blijven tussen de omvang van de risico s en de organisatie in al haar facetten. Bij het werken aan of in de nabijheid van assets hanteert NV RENDO een strak regime in het kader van zowel VIAG als BEI. Relatie veiligheid met belangrijkste asset-gerelateerde risico s De belangrijkste asset gerelateerde risico s bij NV RENDO ten aanzien van veiligheid zijn: - Gas: o Invoeringen huisaansluitingen gas staal. o Invoeringen huisaansluitingen gas koper. o Hard PVC Leidingen met diameter 85 en 107 mm. - Elektriciteit: o Het niet goed functioneren van het aardingssysteem bij de individuele klant (kleinverbruikers). o Overbelasting van diverse infra componenten (transformatoren, kabels, etc.). o Onvoldoende inzicht om de kwaliteit van MS-kabels te bepalen. In hoofdstuk 3.2 is uitvoerig ingegaan op deze risico s en de beheersmaatregelen. KCD NV RENDO

34 5. Capaciteit 5.1 Inleiding NV RENDO raamt op basis van de procedure Raming capaciteit de totale behoefte aan capaciteit voor het transport van gas en elektriciteit. In dit hoofdstuk is conform de MRQ beschreven op welke wijze wordt voorzien in de totale capaciteitsbehoefte en de wijze waarop de capaciteitsknelpunten worden opgelost in de hogedruk gastransportnetten. De borging van de capaciteit is schematisch weergegeven volgens de PDCA-cyclus in paragraaf 5.7. Het spanningsniveau van het elektriciteitsnet van NV RENDO is ten hoogste 10 kv. Daarom zijn conform de MRQ, in dit KCD geen ramingen en capaciteitsknelpunten voor elektriciteitsnetten opgenomen. 5.2 Capaciteitsraming Scenario s voor prognose capaciteitsbehoefte Inleiding Zowel op regionaal als op landelijk niveau wordt steeds meer de discussie gevoerd over de toepassing van aardgas in het kader van de energietransitie die de komende decennia zal plaatsvinden. De mate van het gebruik van aardgas wordt daarmee in de toekomst steeds onzekerder en daardoor zal het ook steeds complexer worden om goede prognoses af te geven voor de capaciteitsbehoefte in het gasnet. Echter voor de kortere termijn verwacht NV RENDO dat er nog geen wezenlijke verandering in de bepaling van de capaciteitsvraag noodzakelijk is. Het aantal aansluitingen heeft de afgelopen jaren nog onveranderd een lichte stijging laten zien met gemiddeld met 0,5% per jaar. Wanneer de aansluitplicht voor gas definitief wordt afgeschaft zal vanaf dat moment de groei snel gaan afnemen. Dan zullen in principe alleen nog woningen in bestaande (nog niet vol gebouwde) nieuwbouwwijken een gasaansluiting kunnen krijgen. Bij de bestaande woningen zal het jaarverbruik verder afnemen door verdere isolatiemaatregelen en ook door de intrede van de hybride-warmtepomp. Maar ook bij de toepassing van een dergelijke warmtepomp zal tijdens de koudste periode nog steeds de warmtevraag voornamelijk door de CVketel geleverd moeten worden. Het piekverbruik zal de komende jaren wel verder blijven dalen maar nog geen grote neerwaartse sprongen laten zien. In de periode daarna zullen er gedeelten van het gasnet worden afgekoppeld. Echter NV RENDO verwacht dat dit nog niet grootschalig in haar netgebied zal gebeuren vanwege het regionale karakter van dit gebied. Enerzijds omdat alternatieve warmtebronnen in het gebied nog niet grootschalig voorhanden lijken en anderzijds omdat er enkele initiatieven zijn voor grootschalige productie van groengas. Daarmee kunnen er grote stappen gezet worden op het gebied van de energietransitie zonder de noodzaak om de gasaansluiting te verwijderen. Scenario s Tot dit jaar hanteerde NV RENDO voor de ontwikkeling van de scenario s van de capaciteitsontwikkeling twee variabelen te weten; piekverbruik en prognose woningbouw/industrie. Zoals in de inleiding is beschreven is het niet meer vanzelfsprekend dat in elk nieuw pand een gasaansluiting gemaakt moet worden. Daarom is de prognose woningbouw/industrie vervangen door prognose ontwikkeling aantal gasaansluitingen. KCD NV RENDO

35 Scenario s capaciteitsraming gas De verwachting is dat de komende jaren de toename van het aantal gasaansluitingen per saldo marginaal zal zijn en het piekverbruik licht zal afnemen. Het door NV RENDO uitgewerkte scenario betreft daarom Scenario Indicatie van de gehanteerde uitgangspunten Capaciteitsbeslag hogedruknetten Zolang de gasaansluitplicht niet is vervallen zal er een prognose nodig blijven van de mogelijke toename van het aantal gasaansluitingen gebaseerd op de bestemmingsplannen van nieuwbouw. Voor de langere termijn wordt gebruik gemaakt van de informatie die beschikbaar is op internet. Sinds 1 januari 2010 zijn overheden op grond van de Wet ruimtelijke ordening verplicht nieuwe ruimtelijke plannen te digitaliseren en te ontsluiten via de website Allereerst worden daarbij de Omgevingsvisies van de Provincie Drenthe en Overijssel beschouwd. Daarna worden per (aandeelhoudende) gemeente de (voorontwerp)bestemmingsplannen geraadpleegd. In Drenthe komt het er in grote lijnen op neer, dat in deze provincie de groei van de bevolking en arbeidsplaatsen zal worden geconcentreerd in de (sub)streekcentra. In het voorzieningsgebied van NV RENDO zijn dat Coevorden, Hoogeveen en Meppel. In de plattelandsgemeenten zal het tempo waarmee gebouwd zal worden, onder druk blijven staan. Zeker ook omdat hier steeds meer voorzieningen wegvallen of worden versoberd, waardoor de leefbaarheid van de dorpen afneemt en daarmee ook de vraag naar nieuwbouwwoningen. In de provincie Overijssel wordt Steenwijk als een kern met streekfunctie aangemerkt. Omdat deze kern wat verderaf ligt van andere steden in deze provincie, vervult Steenwijk een belangrijke rol voor de omliggende gebieden. Hierdoor ontstaan er voor deze plaats ruimere ontwikkelingsmogelijkheden. De overige grotere kernen met een inwonertal van meer dan 4000 hebben in het algemeen een meer lokale woon-, werk- en verzorgingsfunctie. In het voorzieningsgebied van NV RENDO betreft dit de plaatsen Balkbrug, Dedemsvaart, Oldemarkt, Staphorst en Zwartsluis. Met de hierboven genoemde gegevens wordt doorlopend een zo nauwkeurig mogelijke raming gemaakt voor de toename van het capaciteitsbeslag in het hogedruk gasnet. KCD NV RENDO

36 Invoeding groengas Sinds juli 2014 wordt er groengas ingevoed in het gasnet van NV RENDO. Momenteel zijn er dusdanige ontwikkelingen waardoor de verwachting is dat de komende jaren er meer groengasinvoeders op het gasnet worden aangesloten. Bij grote hoeveelheden kan dit invloed hebben op de capaciteiten van de gasnetten en de GOS-sen. Bij continue invoeding door een groengasinvoeder, zal de benodigde capaciteit van het GOS afnemen. Bij de opgave van het capaciteitsbeslag wordt aan GTS per GOS aangegeven of er sprake is van invoeding van groengas. GTS heeft tot dusver aangegeven dat ze bij het capaciteitsbeslag per GOS nog geen rekening houden met de capaciteiten waarmee wordt ingevoed. De opgedane ervaring voor wat betreft de bedrijfszekerheid en de invloed van een groengasinvoeder wordt jaarlijks afgestemd met GTS. Invoeding van groengas heeft ook consequenties voor de berekeningen van de gasnetten. Om invoeding van groengas voorrang te geven kan als oplossingsrichting er voor gekozen worden om één of meerdere GOS-sen stand-by te laten zetten gedurende een bepaalde periode of over het gehele jaar. Doordat een dergelijk GOS met een lagere uitlaatdruk wordt ingesteld, moet her berekend worden in hoeverre de capaciteit en bedrijfszekerheid hierdoor in het stroomgebied van het GOS wordt beïnvloed. Met deze bevindingen wordt daarna besloten of eventuele aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn. NV RENDO heeft ten behoeve van de invoeding van groengas sinds 2013 twee GOS-sen met een lagere druk (7 bar i.p.v. 8 bar) laten instellen door GTS. Uit netberekeningen blijkt dat in dit specifieke geval deze druk continu gehandhaafd kan worden, waardoor het groengas zoveel mogelijk voorrang heeft in dat stroomgebied Analyse betrouwbaarheid raming Er wordt jaarlijks een zo reëel mogelijke inschatting gemaakt van de te verwachten toe- of afname van het aantal gasaansluitingen. Naast de prognoses voor de langere termijn, vindt er voor de kortere termijn rechtstreeks overleg plaats met de betrokken gemeenten. Alle gemeenten binnen het voorzieningsgebied organiseren per kwartaal of halfjaarlijks coördinatievergaderingen. In deze vergaderingen worden de plannen besproken welke op de kortere termijn (1 à 2 jaar) in uitvoering worden verwacht. Met deze gegevens wordt in het najaar de investeringsbegroting opgesteld. Voor ieder uitbreidingsplan is daarbij een inschatting gemaakt van het aantal aan te sluiten percelen. De bestemmingsplannen voor de langere termijn worden beoordeeld en de daarbij genoemde kentallen worden per gemeente en per kern in een overzicht verwerkt. Daarbij wordt het aantal te bouwen woningen niet volledig aan een bepaald jaar toegekend, maar wordt over meerdere jaren verdeeld. In hetzelfde overzicht wordt bovendien iedere uitbreiding aan een GOS toegekend. Ook bij de industriële plannen wordt een inschatting gemaakt van het tempo waarin het plan zich zal ontwikkelen. Elk jaar wordt dit geanalyseerd en zo nodig bijgesteld. Zo ontstaat er voor meerdere jaren per GOS een zo goed en betrouwbaar mogelijk beeld van de capaciteitsbehoefte. Dit wordt ieder jaar met GTS afgestemd. Het moment van het afschaffen van de aansluitplicht voor gas zal bij het analyseren een belangrijke factor gaan worden Risico dat zich een ander scenario ontwikkeld In de vorige paragrafen is voldoende beschreven dat vanwege de energietransitie de kans op een ander scenario in de toekomst alleen maar groter wordt. Echter omdat dit naar verwachting zich nog niet op de korte termijn zal voordoen is in deze paragraaf beschreven hoe NV RENDO met de risico s op de kortere termijn omgaat. Het gebeurt met enige regelmaat dat een plan eerder of later wordt uitgevoerd of dat het tempo achterblijft bij de verwachting. Een dergelijk scenario van tragere ontwikkeling is uiteraard geen probleem, behalve dat dan de achtergebleven investeringen dienen te worden verklaard. In die gevallen waarbij het tempo van realisatie van gasaansluitingen hoger komt te liggen, is de tijd tussen het aanleggen van wegen en rioleringen en het opleveren van de eerste panden KCD NV RENDO

37 voldoende om de noodzakelijke netuitbreidingen in het hogedruk gasnet en eventueel reduceerstation voor te bereiden en uit te voeren. Van elke uitbreiding, dus ook die niet voorzien was en daardoor niet in de opgestelde jaarbegroting is opgenomen, wordt er een investeringsbeslissing bij de afdeling Assetmanagement ingediend. Afhankelijk van de grootte van de investering wordt het plan zo nodig ook aan de Asset Owner en Raad van Commissarissen ter goedkeuring aangeboden. Dit volgens het schema van de procuratieregeling. Afwijkende scenario s blijven zodoende goed in beeld. Door uitstel/verschuiving van plannen kan er na uitvoering kortstondig een bovengemiddelde groei aan verbruik plaatsvinden. Gevolg kan zijn dat er dan tijdelijk een ander scenario in werking treedt. Dit is echter goed op te vangen omdat dit voornamelijk haar weerslag heeft op de daadwerkelijke uitvoering van projecten. Juist de flexibiliteit van eventuele extra inhuur van aannemersploegen zorgt er dan voor dat de plannen tijdig worden gerealiseerd. Tevens hebben de gestandaardiseerde materialen t.b.v. de gasnetten korte levertijden. Het uitwerken van meerdere scenario s wordt vanwege bovengenoemde omschreven werkwijze als weinig zinvol ervaren en deze zijn om die reden dan ook nog niet verder uitgewerkt. 5.3 Capaciteitsvraag Ingediende capaciteitsvraag De totale capaciteitsvraag wordt bepaald door het piekverbruik van de bestaande aansluitingen en de te verwachten uitbreidingen van zowel klein- als grootverbruiksaansluitingen. Tot eind 2014 werd voor kleinverbruikaansluitingen per woning de verbruikswaarden bepaald afhankelijk van type, grootte en ligging. De grootverbruikaansluitingen (> 40 m 3 /h) werden onderverdeeld in twee categorieën, namelijk in telemetrie grootverbruikers en in profielgrootverbruikers. Vanaf het voorjaar van 2015 wordt een andere systematiek gehanteerd. Dit is mogelijk geworden doordat sinds medio 2014 bij NV RENDO alle aansluitingen zijn gevectoriseerd. Toen dat was gerealiseerd heeft NV RENDO een verbeterde exporttool laten ontwikkelen. Waar er voorheen nog veel handmatig moest worden verwerkt kan met deze nieuwe tool realtime het gehele gasnet met alle verbruiksgegevens van de aansluitingen worden geëxporteerd. Vervolgens worden de gegevens in het gasnetberekeningsprogramma ingelezen en kan het totale net binnen een minuut worden doorgerekend. Hierbij worden alle verbruikers als profielgebruikers aangemerkt en wordt van elke aansluiting, op basis van het jaarverbruik, het piekverbruik bepaald. Hierdoor wordt met het daadwerkelijk jaarverbruik van een aansluiting gerekend en niet met het theoretische verbruik. Uitzondering hierop zijn telemetrie grootverbruik aansluitingen waarmee een gecontracteerd piekverbruik is afgesloten. Bij dergelijke aansluitingen wordt de waarde van het gecontracteerde piekverbruik in de berekening meegenomen en dus niet op basis van het jaarverbruik berekend of, zoals voorheen, op basis van de geïnstalleerde capaciteit van de aansluiting Gerealiseerde capaciteitsvraag De gerealiseerde capaciteitsvraag hangt uiteraard ten eerste nauw samen met de gerealiseerde uitbreidingen bij de verbruikers als gevolg van nieuwbouw of capaciteitsuitbreidingen van installaties. Hiertegenover staat eventuele afname door capaciteitsverlaging, energiebesparende maatregelen of het verwijderen van aansluitingen als gevolg van afbraak/sloop van panden. Ook komt het, vooralsnog sporadisch, voor dat, ten gevolge van duurzame oplossingen, bij bestaande woningen de gasaansluiting komt te vervallen als gevolg van all-electric of WKO toepassing. De gegevens van uitbreiding of verwijdering worden uit het aansluitregister verkregen en in de tabellen van de capaciteitsbehoefte per GOS verwerkt. Voor het piekverbruik spelen daarnaast de werkelijk opgetreden meteorologische condities bij gas een grote rol. Om een vergelijking te kunnen maken tussen werkelijk opgetreden verbruiken en theoretische verbruiken, wordt gebruik gemaakt van metingen op momenten waarop het verbruik het grootst KCD NV RENDO

38 was. De uitkomsten hiervan worden jaarlijks in een notitie vastgelegd en met de risico- en capaciteitscommissie gedeeld. De door GTS gehanteerde theoretische piekverbruiken per GOS bevatten gemiddeld iets hogere waarden dan de gemeten verbruiken in de praktijk. Aangenomen wordt dat door toenemende energiebesparende maatregelen, zoals verbetering van isolatie, toename van energiezuinige installaties en andere toepassingen zoals warmtekoude opslag (WKO), het piekgasverbruik lager ligt dan het theoretische piekverbruik. Hoewel er dus enig verschil zit tussen de theoretisch benodigde capaciteiten van de GOS-sen en de gemeten waarden, geeft dit toch een voldoende betrouwbaar beeld van de capaciteit van de gasnetten. Bovendien is er op deze wijze nog extra ruimte om onvoorziene omstandigheden op te vangen, zoals een scenario welke (tijdelijk) afwijkt van scenario 4. Ook worden elk jaar de waarden vergeleken met de prognose per GOS zoals die jaarlijks van GTS worden ontvangen. Drukbewaking Naast het vergelijken van theoretische en werkelijk gemeten piekverbruiksgegevens bij een GOS, wordt tevens gebruik gemaakt van gegevens van de bedrijfsdrukken in het gasnet. Vanaf 2007 heeft NV RENDO een uitrol gemaakt om de meest strategische reduceerstations te voorzien van een op afstand uit te lezen meetsysteem (Avic) voor de drukbewaking van gasstations. Verdeeld over het gehele werkgebied zijn er per in circa 130 reduceerstations sensoren geplaatst voor meting en signalering van de in- en uitgaande druk. Tevens wordt hierbij de temperatuur in het station gemeten, waardoor er een relatie gelegd kan worden tussen de heersende druk en buitentemperatuur. Jaarlijks wordt door Assetmanagement beoordeeld of het meetsysteem verder moet worden uitgebreid. Van elke winterperiode worden berekende drukken vergeleken met de uitgelezen waarden. Door ook de optredende temperaturen te meten, kunnen er vervolgens vergelijkingsberekeningen bij elke optredende temperatuur worden gemaakt. Op deze wijze heeft er een verdere fijn-afstemming plaatsgevonden tussen de theoretische en praktische verbruiks- en drukwaarden van het totale gasnet. 5.4 Relatie met belangrijkste asset-gerelateerde risico s Verreweg het merendeel van de beschreven capaciteitsknelpunten heeft betrekking op een risico in relatie tot eventueel te weinig capaciteit van het gasnet. Slechts enkele capaciteitsknelpunten hebben tevens een relatie met risico s met betrekking tot de kwaliteit en veiligheid van de toegepaste materialen. Indien bij het beoordelen van de risico s van de assets in de hogedruknetten blijkt dat dit van invloed kan zijn op de capaciteit van dat netdeel, dan wordt deze opgenomen in het capaciteitsknelpuntenregister. Dit betreft met name de gevolgen van uitvoering van het masterplan HDPE 8 bar. In de periode 2009 tot en met 2012 is, als onderdeel van dat plan, in enkele delen van het voorzieningsgebied een groot deel (ca. 150 km) van het 8 bar gasnet in druk verlaagd naar 4 bar. De capaciteit en bedrijfszekerheid zijn daardoor verminderd. Zo zijn de overnamemogelijkheden bij noodzakelijke schakelingen, als gevolg van bijvoorbeeld een defecte leiding of werkzaamheden aan een GOS door GTS, in die gebieden beperkter geworden. Dit is bij de totstandkoming van het masterplan HDPE 8 bar een bewuste keuze geweest, vooral uit het oogpunt van economische motieven en een daarbij behorend realistisch tijdpad voor de uitvoering van het plan. In de meeste van de hierboven beschreven situaties wordt de bedrijfszekerheid nog als ruim voldoende beoordeeld. In enkele gevallen was dat niet het geval en is er gewerkt aan het herstel van enkele onderlinge koppelingen in het 8 bar gasnet. Deze zijn daardoor als capaciteitsknelpunt stapsgewijs opgelost. Een voorbeeld daarvan is omschreven in paragraaf 5.7 bij Praktijkvoorbeeld werking PDCA-cirkel. KCD NV RENDO

39 5.5 Capaciteitsknelpunten Het beschrijven van capaciteitsknelpunten is feitelijk bedoeld om aan te geven in welke netdelen of onderdelen van het net, de capaciteit op enig moment minder zal bedragen dan de geraamde capaciteitsbehoefte. Indien op die punten geen tijdige maatregelen in het net worden getroffen zouden ze kunnen leiden tot daadwerkelijke optredende capaciteitsknelpunten in de gasnetwerken Methode van bepaling capaciteitsknelpunten Met de hiervoor beschreven ingrediënten worden de capaciteitsknelpunten berekend met het netberekeningsprogramma Irene Pro. De actuele status van het gehele gasnet, bestaande uit de hoge- en lagedruk leidingen, de daaraan gekoppelde reduceerstations en de aansluitingen kan op elk gewenst moment met een export uit het GIS bepaald worden. Vervolgens worden deze gegevens naar behoefte, doch in ieder geval op elke 1 e maandag van de maand, geïmporteerd in het gasnetberekeningsprogramma. Op deze wijze zijn de piekverbruiken en de drukken in het gehele gasnet op ieder moment te berekenen met behulp van de meest actuele waarden. Voor een verdere beschouwing van de gasnetberekeningen en de daaruit voortvloeiende capaciteitsknelpunten wordt hier volstaan door te verwijzen naar de opgestelde specificaties: Invoerspecificaties netberekeningen hoofdnetten. Meting en toetsing capaciteit netten Status van capaciteitsknelpunten De status van de capaciteitsknelpunten, welke in het voorgaande KCD zijn benoemd als te verwachten capaciteitsknelpunten, is weergegeven in twee tabellen. De capaciteitsknelpunten die in de tussenliggende periode gereed zijn gemeld of om andere reden zijn afgevoerd, zijn vermeld in bijlage 13 in de tabel terugblik capaciteitsknelpunten genoemd in KCD Capaciteitsknelpunten die ten opzichte van het KCD nog niet de status gereed of afgevoerd hebben gekregen, staan vermeld in bijlage 14 in de tabel vooruitblik capaciteitsknelpunten 2018 of later. Op deze wijze zijn de knelpunten die zijn opgelost c.q. vervallen, versus de nog bestaande en/of nieuw ontstane capaciteitsknelpunten overzichtelijk in beeld. Deze tabellen worden ook op deze wijze gehanteerd in de Risico- en Capaciteitscommissie. 5.6 Wijze waarop wordt voorzien in capaciteitsbehoefte Uitbreiding capaciteit netwerk Om te voorkomen dat de beschreven capaciteitsknelpunten daadwerkelijk op gaan treden worden netuitbreidingen of -verzwaringen tot stand gebracht. Dit door het leggen of verzwaren van hogedrukgasleidingen en/of het plaatsen of verzwaren van reduceerstations. Aan de hand van de verwachte capaciteitsknelpunten worden deze als te verrichten investeringen in de jaarbegroting opgenomen. Nadat de werkelijke uitvoeringsperiode bekend is, worden de projecten in uitvoering genomen volgens het proces Projecten grootverbruik en/of infra Uitbreiding capaciteit hogere netbeheerder Jaarlijks vindt er uitwisseling van de capaciteitsprognose per GOS plaats met de hogere netbeheerder (GTS). Op deze wijze kan de hogere netbeheerder tijdig beoordelen of in haar netdelen en/of stations eventueel vergroting van capaciteit noodzakelijk is. Noot: door afgenomen piekverbruiken zal er een Gasontvangstation worden ontmanteld in Tijdens de gesprekken tussen GTS en NV RENDO t.b.v. het GNIP bleek uit de netberekeningen van NV RENDO dat het betreffende gasontvangstation buiten bedrijf genomen zou kunnen worden. Mede omdat het 8 bar gasnet in dat netgebied met meerdere gasontvangstations verbonden is. KCD NV RENDO

40 5.7 PDCA-cycli De hiervoor beschreven bepaling van de capaciteitsknelpunten omvat meerdere PDCA cycli en hebben bovendien een onderlinge relatie met elkaar. De nummering in de volgende figuur verwijst naar de betreffende paragraaf. PDCA capaciteit KCD NV RENDO

41 Praktijkvoorbeeld werking PDCA-cirkel Betreft: herstel ring 8 bar Marterhaar-Ruinen. Aanleiding; In de periode 2007 tot met 2012 is het masterplan HDPE 8 bar uitgevoerd. Omdat het materiaal bij een druk van 8 bar niet aan de norm voldeed zijn deze leidingen of vervangen door PE100 of in druk verlaagd naar een lagere bedrijfsdruk van 4 bar en in sommige situaties naar 100 mbar. Deze netwijzigingen zijn voorafgaand aan het project doorgerekend en de risico s op het gebied van capaciteit en bedrijfszekerheid werden aanvaardbaar geacht. Na het afronden van het masterplan werd daarmee aan de veiligheidsnorm voldaan. Na afronding van het project was de volgende stap om de gebieden waar bewust het meest was ingeboet op bedrijfszekerheid deze weer (deels) te herstellen. Dit is gedaan aan de hand van de volgende PDCA cycli. PDCA volgens paragraaf 5.4: Plan fase Inventarisatie HD assets. De leidingen welk in druk zijn verlaagd van 8 naar 4 bar zijn apart gemarkeerd in het GIS. Hierdoor zijn ze specifiek ten opzichte van de 4 bar gasleidingen die vanaf de aanleg altijd al die druk hebben gehad. Daardoor kunnen ze gemakkelijk worden geïnventariseerd. Dit volgens het opgestelde beleid welke is getoetst door het KIWA rapport Evaluatie van het beleid m.b.t. eerste generatie PE bij NV RENDO. Do fase Bepalen hoogste risico s. De leiding tussen Marterhaar en Ruinen is vele tientallen jaren met een druk van 8 bar bedreven en is tijdens de uitvoering van het masterplan HDPE 8 bar in druk verlaagd naar 4 bar. Vanwege de functie en relatief lange lengte (4 km) van deze leiding was het risico op basis van de bedrijfswaarden sterk verhoogd. Check fase Beoordeling of risico een capaciteitsknelpunt kan veroorzaken. Doordat de leiding tussen Marterhaar en Ruinen in druk was verlaagd naar 4 bar was de koppeling in het 8 bar niet meer aanwezig. Hierdoor was er een lange uitloper van 8 bar richting Ruinen ontstaan. Bij piekverbruik zakte de druk tot aan de grens van de hiervoor geldende specificaties. Ook de bedrijfszekerheid was door het laten vervallen van de 8 bar koppeling fors gedaald. Act fase Opnemen in knelpunten register. Deze leiding is benoemd als knelpunt De W 4 in bijlage 13. Daarna PDCA volgens paragraaf 5.5: Plan fase Maken investeringsplan. Het vervangen van deze leiding is begroot en daarna is besloten om deze vervanging in 2 jaar tijd uit te voeren. De benodigde investeringen zijn aangevraagd via investeringsvoorstel G006 en investeringsvoorstel 2016-G011. Aantal en euro s zijn opgenomen in investeringstabellen van het betreffende KCD. KCD NV RENDO

42 Do fase Realisatie van investeringsplan. Zowel in 2015 als 2016 is een (deel)project in opdracht gegeven bij een aannemer door middel van het verstrekken van een uitvoeringsmap. Check fase Beoordelen werkelijk optredend piekverbruik in samenhang met netaanpassing. De netaanpassing is van de aannemer digitaal ontvangen en ingetekend in het GIS. Vervolgens is een export uit het GIS door het netberekeningsprogramma ingelezen waarbij de nieuwe leiding- en verbruiksgegevens meekomen in de export. Act fase Gerealiseerde capaciteit invoeren in netberekeningsprogramma en verwerken in knelpuntenregister. Uit de nieuwe netberekening blijkt dat de netaanpassing het gewenste resultaat heeft opgeleverd voor wat betreft de capaciteit en bedrijfszekerheid. Het knelpuntenregister is bijgewerkt door knelpuntnummer De W 4 als gereed te registreren (zie bijlage 13). KCD NV RENDO

43 Bijlagen KCD NV RENDO

44 Bijlage 1. Leeswijzer-Referentie tabel MRQ vs KCD MRQ per 1 juli 2011 Korte omschrijving van inhoud van artikel KCD NV RENDO Art 10 lid 1a Streefwaarde jaarlijkse uitvalduur. H3.1 Art 10 lid 1b Streefwaarde gemiddelde onderbrekingsduur. H3.1 Art 10 lid 1c Streefwaarde onderbrekingsfrequentie. H3.1 Art 11 lid 1b De capaciteitsknelpunten. H5.5 + bijlage Art 11 lid 1c Wijze waarop te voorzien in totale behoefte aan capaciteit en H5.5 + bijlage wijze waarop de knelpunten opgelost worden. Art 11 lid 1e Afschrift uitgevoerde risicoanalyse en vastgestelde risico s (Art. H2.2 + bijlage 15). Art 11 lid 1f Maatregelen ten aanzien van onderhoud en vervanging (Art. 15). H2.3, 3.2 Art 11 lid 1g Afschrift investeringsplan. H2.3, 3.2 +bijl. Art 11 lid 1h Afschrift onderhoudsplan. H2.3, 3.2 +bijl. Art 11 lid 1i Afschrift onderhouds- en storingsplan waarin beschreven wordt H2.3, 3.2 hoe storingen en onderbrekingen worden opgelost en waarin de organisatie van de onderhouds- en storingsdienst wordt beschreven. Art 11 lid 2 KCD wordt gebaseerd op gegevens uit het KBS. Voorwoord Art 14 lid 2b Een schets van de ontwikkeling van meerdere scenario's die de H5.2.1 totale capaciteitsbehoefte prognosticeren. Art 14 lid 2c Uitwerking op hoofdlijnen van het meest waarschijnlijke scenario. H5.2.2 Art 14 lid 2d Een indicatie van de te hanteren uitgangspunten die aan Art. 14 H5.2.2 lid 2b ten grondslag liggen. Art 14 lid 2e Analyse voor bepalen van betrouwbaarheid van raming. H5.2.3 Art 14 lid 2f Analyse van wijze waarop wordt omgegaan met het risico dat zich H5.2.4 een ander scenario verwezenlijkt. Art 14 lid 2g Methode van bepaling capaciteitsknelpunten H5.5.1 Art 14 lid 3a Bij capaciteitsraming zoveel mogelijk gebruikmaken van H5.3.1 ingediende capaciteitsvraag, of onderbouwde schattingen. Art 14 lid 3b Bij capaciteitsraming gebruik maken van capaciteitsvraag die is H5.3.2 gerealiseerd t.o.v. vorige raming. Art 14 lid 4 Motivering van de keuze van het meest waarschijnlijke scenario H5.3.2 waarbij aandacht wordt besteed aan de invloed van de ingediende, eventueel geschatte en eerder gerealiseerde capaciteitsvraag op die keuze. Art 14 lid 5a De uitwerking van de methode voor het bepalen van de H5.5.1 knelpunten richt zich in ieder geval op de wijze waarop een verband wordt gelegd tussen het bepalen van een knelpunt en een ontwikkelingsscenario. Art 14 lid 5b De uitwerking van de methode richt zich op de waarschijnlijkheid H5.5.1 waarmee, de termijn waarbinnen en de omstandigheden waaronder een knelpunt zich naar verwachting voor doet. Art 15 lid 1 Kwaliteitsbeheersingssysteem gericht op beheersing risico s voor H2.2 realiseren of in stand houden nagestreefde kwaliteit van de transportdienst op korte en lange termijn. Art 15 lid 2 Vaststellen belangrijkste risico s middels actuele risicoanalyse. H2.2 + Bijlage KCD NV RENDO

45 Vervolg leeswijzer MRQ per 1 juli 2011 Korte omschrijving van inhoud van artikel KCD NV RENDO Art 15 lid 3 Inzichtelijk maken in de actuele risicoanalyse hoe de belangrijkste H2.2 + Bijlage risico's zijn geïnventariseerd en op relevantie zijn beoordeeld en op welke bedrijfswaarden de risico's betrekking hebben. Ook opnemen op welke bedrijfswaarden de risico s betrekking hebben. Art 15 lid 4 Vaststellen maatregelen in onderhoud en vervanging in komende H2.3 + Bijlage 7 jaar (exclusief eerste 3 jaar) voor realiseren of in stand houden nagestreefde kwaliteit van transportdienst. Art 15 lid 5 Bij de risicoanalyse de in het bedrijfsmiddelenregister opgenomen H2.2 gegevens, bepalend voor kwaliteit, betrekken. Art 16 lid 1a Investeringsplan komende 3 jaren met een beschrijving van de H3.2 + Bijlage investeringen benodigde werkzaamheden, uitgesplitst naar vervangings- en uitbreidingsinvesteringen. Art 16 lid 1b Onderhoudsplan komende 3 jaren met een beschrijving van H3.2 + Bijlage onderhoud en benodigde werkzaamheden Art 16 lid 1c Plan met beschrijving wijze van oplossing storingen en H2.3 onderbrekingen, alsmede onderhouds- en storingsdienst. Art 16 lid 2a Specificatie benodigde tijd, financiële middelen. Toelichting H2.3 +Bijlagen aanpassingen ten opzichte van voorgaande plan. Art 16 lid 2b Toelichten hoe met risicoanalyseresultaten rekening is gehouden H2.3 in de plannen. Tevens resterende risico's betrekken. Art 17 lid 1 Hanteren van een bedrijfsmiddelenregister dat een beschrijving H2.4 bevat van alle verbindingen, leidingen, hulpmiddelen, aangeduid naar locatie, aard, type en overige relevante informatie. Art 17 lid 2 Procedure actualiteit en compleetheid bedrijfsmiddelenregister. H2.4 Art 17 lid 3a Beschrijving van het bedrijfsmiddelenregister (BMR) en de wijze H2.4 waarop geborgd is dat de gezamenlijke systemen die het BMR vormen actueel en compleet zijn. Art 17 lid 3b Beschrijving en kwalitatieve beoordeling componenten. H3.2 Art 17 lid 3c Wijzigingen in toestand componenten t.o.v. voorgaande jaar. H3.2 Art 19 Onderlinge consistentie kwaliteitsbeheersingssysteem, resultaten H2.1 en procedure capaciteitsbehoefte, de streefwaarden, registratieproces en jaarlijkse begroting. Art 20a lid 1 Beschikt over calamiteitenplan waarin aan bod komen visie, uitgangspunten en strategie met betrekking tot crisismanagement; taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden crisismanagers; crisisorganisatie; besluitvormingsstructuur; wijze van alarmering en opschaling van activiteiten; interne en externe communicatieafspraken. H4.1 KCD NV RENDO

46 Bijlage 2. Begrippenlijst Algemeen BMR GIS ISO 9001 KAM KBS/VBS KLIC Nestor NTA 8120 OvV TIS VCA VOS WION WON Gas AB-beurt AS Avic Biogas C-beurt Distributienet Districtstation Druk EVAAL Gas Gasnetwerk GOS Gastransportnet Bedrijfsmiddelen registratiesysteem Geografisch Informatie Systeem Internationale norm, die de eisen bevat waaraan een kwaliteitsmanagementsysteem moet voldoen Kwaliteit, Arbo en Milieu Kwaliteitsbeheersing systeem / Veiligheidsbeheersing systeem Kabels en Leidingen Informatie Centrum Registratiesysteem voor storingen in de gas- en elektriciteitsnetten van de netbeheerders Assetmanagement - Eisen aan een veiligheids-, kwaliteits- en capaciteitsmanagementsysteem voor het elektriciteits- en gasnetbeheer Onderzoeksraad voor Veiligheid Taakgroep Infra Structuur van Netbeheer Nederland Veiligheid, gezondheid, milieu Checklist Aannemers Volg Opdrachten Systeem Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten Wet Onafhankelijk Netbeheer Een visuele inspectie van een gasdrukmeet- en regelstation en het controleren van alle componenten afzonderlijk en in hun onderlinge samenhang op goede werking en instellingen Een grootverbruiksaansluiting ( 40 m3/h) aangesloten op het lagedrukdistributienet Een systeem voor de bewaking van druk in gasstations en tevens een meetsysteem voor spanning en vermogen bij middenspanningstations van elektra Gas dat ontstaat als gevolg van vergisting van organisch materiaal zoals mest, gewasresten (bijv. mais), rioolslib of gestort huisvuil Naast een AB-beurt het reviseren van één of meerdere componenten van een gasdrukmeet- en regelstation Leidingsystemen voor het transport en distributie van gas onder een druk 200 mbar Een gasdrukregelstation voor gasdrukregeling van gas uit een hogedrukdistributienet naar een lagedrukdistributienet Statische druk (overdruk) EVAluatiemodel AansluitLeidingen Brandstof die in gasvormige aggregatietoestand verkeert bij een temperatuur van 15 C en bij atmosferische druk (1,01325 bar abs) Het geheel van het gastransportnet en het gasdistributienet inclusief de gasaansluitleidingen benodigd voor het transport, distributie en aflevering van gas aan verbruikers Gasontvangstation. Een gasdrukregel- en meetstation waar de overdracht van de verantwoordelijkheid voor het transport van gas plaatsvindt tussen de landelijke netbeheerder en de regionale netbeheerder Leidingsystemen, inclusief leidingen en de daarbij behorende gasdrukregel- en meetinstallaties, voor het transport en de distributie van gas onder een druk > 200 mbar KCD NV RENDO

47 Gaswet Groengas GTS HAS HHAS HD-gasnet Irene Pro Kiwa Technology Overslagstation VIAG Wettelijke regeling voor netbeheerders, leveranciers en producenten ten opzichte van elkaar en klanten Tot aardgas kwaliteit opgewaardeerd biogas Gas Transport Services, de hogere netbeheerder gas Een gasdrukregel- en meetstation voor gasdrukregeling uit een hogedrukdistributienet naar een aansluiting van een enkele afnemer Een gasdrukregelstation voor gasdrukregeling van gas uit een hogedrukdistributienet naar een lagedrukaansluiting van één of enkele afnemers Zie gastransportnet Een in de gassector veel toegepast gasnetberekeningsprogramma voor berekeningen en analyses van gasnetten Kennis- en onderzoekcentrum o.a. voor de gassector Een gasdrukregelstation voor gasdrukregeling van gas uit een hogedrukdistributienet naar een hogedrukdistributienet met een lagere druk Veiligheid Instructie AardGas Elektriciteit 0.1Hz meting Meetmethode om een 10kV kabel te kunnen testen 10 kv kabel Middenspanningskabel 10 kv station Middenspanningsstation 10 kv inkoopstation De ruimte waarin de ten behoeve van de aansluiting aangebrachte hoogspanningsapparatuur (zoals aansluitkasten, schakel- of beveiligingsinrichtingen en transformatoren) is opgesteld, en zich het overdrachtspunt bevindt tussen de hogere netbeheerder en de regionale netbeheerder BEI Bedrijfsvoering Elektrische Installaties Coq Vermogens of lastschakelaar DNV-GL Een onderneming die wereldwijd een groot aantal onafhankelijke onderzoeks- en adviesdiensten verleent voor zowel elektriciteit als gas ELA Vermogens of lastschakelaar Elektriciteitsnet Het totale systeem van onderling verbonden MS/LS-netten en aansluitingen Elektriciteitswet Wet van 2 juli 1998, houdende regels met betrekking tot de productie, het transport en de levering van elektriciteit Inom Nominale stroom in Ampères (A) Kris Met het project KRIS (KostenReductie InStrumentatie) willen netbeheerders en leveranciers komen tot goedkopere instrumentatie voor middenspanningsruimtes op basis van een uniforme communicatiestandaard die apparatuur van verschillende leveranciers onderling koppelbaar maakt, zodat met één telecomvoorziening kan worden volstaan, waarvan alle op locatie aanwezige functionaliteiten gebruik maken Ksandr Deze organisatie staat voor Knowledge Sharing and Research en levert kennis en ondersteuning bij vraagstukken over de kwaliteit en levensduur van infrastructuur van energiebedrijven en grote industriële ondernemingen. Ondersteunt bij onderhouds- en investeringsbeslissingen LS-net Verdeelt het vermogen vanuit netstations naar een groot aantal verbruikers. Deze netten zijn uitgelegd voor een spanningsniveau tot 1000 volt LS-inrichting Laagspanningsinrichting KCD NV RENDO

48 LS-kabel Laagspanningskabel (spanningsniveau van 1000 V en lager) Magnefix Lastschakelaar MS-net Distribueert hoofdzakelijk elektrische vermogen over de netstations waar transformatie plaatsvindt naar laagspanning MS-station De ruimte waarin de door de netbeheerder ten behoeve van de aansluiting aangebrachte middenspanningsapparatuur (zoals aansluitkasten, schakelof beveiligingsinrichtingen en transformatoren) is opgesteld MS-kabel Middenspanningskabel (spanningsniveau hoger dan 1000 V) n-1 De netsituatie waarin een willekeurige netcomponent niet beschikbaar is wegens onderhoud of storing, maar het systeem ongehinderd kan functioneren PQM Power Quality Monitoring Sectiekast Kast waarin laagspanningskabels met elkaar worden doorverbonden en kunnen worden gescheiden SVS Vermogens of lastschakelaar Xiria Lastschakelaar KCD NV RENDO

49 Bijlage 3. Overzicht Inhoudsopgave KBS/VBS Algemene info Titel document Proceseigenaar Code Organisatie DIR A01 Opzet en beheer managementsysteem DIR A02 Besturende processen Titel document Proceseigenaar Code Business planning NV RENDO DIR B01 Beleid en doelstellingen DIR B02 Begroting DIR B01-1 Procuratie DIR B01-2 Procedure Assetmanagement DIR B03 Procedure Standaardisatie AM B03-1 Procedure Risicomanagement AM B03-2 Procedure Raming capaciteit AM B03-4 Procedure Analyse storingen en incidenten AM B03-5 Procedure Documentenbeheer KAM B04 Procedure Beheer normen en voorschriften KAM B05 Verbeterproces Verbeterproces KAM B06 Audits KAM B06-S2 Afhandeling klachten KAM B06-S1 Klanttevredenheidsonderzoek DIR B06-S5 Management Review DIR B06-S3 Primaire processen Titel document Proceseigenaar Code Aanleg & Investeringen Projecten kleinverbruik A&I P01 Projecten grootverbruik en/of infra A&I P02 Proces kwaliteitsbeheersing groengas AM P021 Onderhoud & Storingen Onderhoud O&S P03 Storingen O&S P04 Wacht- en storingsdienstinstructie O&S - Calamiteitenplan DIR - Klant & Markt Faciliteren markt- en klantprocessen K&M P07 Bewaking overschrijding technisch vermogen (kwtech) K&M P07-1 Bewaking overschrijding gecontracteerd vermogen K&M P07-2 KCD NV RENDO

50 Ondersteunende processen Titel document Proceseigenaar Code Procedure uitbesteding van diensten DIR O10 Controlling & Regulering Tarieven C&R O20 Melden datalek C&R O22 Klant & Markt Afhandeling schadeclaim van derden KB O11 Fraudeproces KB O17 Aanleg & Investeringen Afhandeling schades veroorzaakt door derden A&I O08 Stimuleren melden beschadigingen door uitvoerders A&I O08-1 Beheer GIS A&I O09 Afhandeling KLIC meldingen A&I O19 Onderhoud & Storingen Afsluiting O&S O06 Heraansluiting O&S O07 Inkoop & Logistiek Procedure Inkoop & logistiek I&L O01 Instructie Leveranciersbeoordeling I&L O01-1 Instructie behoud kwaliteit goederen I&L O01-2 Meterparkbeheer Voorraadbeheer meter I&L O02 Behandeling/beoordeling retourmeters AM O02- PR04a Beheer meter O&S O03 Beheer telemetrie O&S O13 IJkprogramma meterpool O&S O04 Planning van activiteiten voor het meterpoolsysteem O&S O04-2 Bewaartermijn meters O&S O04-3 Instructie Behandeling energiemeters O&S O04-4 Genereren inventarisatiebestand meterpool in EOS O&S O04-WI01 Aanleveren inventarisatiebestand meterpool in MPS O&S O04-WI02 Genereren meterpopulaties op adresniveau EOS O&S O04-WI03 Genereren aselecte lijst meterpool in EOS O&S O04-WI04 IJkprogramma dispuutmeter K&M O05 Slimme meters Proces Aanbieding slimme meters K&M O18 Verwerken keuzeformulier slimme meters K&M O18-1 Behandeling Event-meldingen slimme meters AM O21 Privacy- en informatiebeveiliging slimme meters AM O16 Procedure Incident slimme meter kleinverbruik C&R O15 KCD NV RENDO

51 Processen Arbo & milieu Proces Veilig werken KAM V01-PB01 Procedure Afhandeling en leren van incidenten KAM V01 Procedure Werkplekinspecties KAM V02 Procedure Toolboxmeetings KAM V03 Procedure Veiligheidspaspoort KAM V04 Procedure Aanschaf en keuring van middelen KAM V05 Procedure Kalibratie meet- testapparatuur KAM V05-1 Procedure VCA-registraties en archivering KAM V06 Procedure Inzet projectveiligheidsplan KAM V07 Procedure Beheer afval- en reststoffen KAM V08 Instructie Verwijderen afvalstoffen I&L V12 Procedure VGM kritische stoffen KAM V09 Procedure Laatste minuut risico analyse (LMRA) KAM V10 Procedure Taak risico analyse (TRA) KAM V11 Bijlagen Titel document Organisatiestructuur Overlegstructuur Beleidsplan NV RENDO Holding 10-puntenplan NV RENDO Holding Beleidsverklaring KAM Beleidsplan Assetmanagement Contextanalyse NV RENDO Holding Overzicht Stakeholders NV RENDO Lijst tekenbevoegdheden Jaarplannen Afsprakenkader NV RENDO Assetmanagement en Service providers SLA ENAVI BV en NV RENDO niet gereguleerd Arbo opleidingsplan NV RENDO Vereiste Arbo instructies NV RENDO Bewaartermijnen beleid NV RENDO Tabel Bewaartermijnen NV RENDO Overzicht KAM-registraties Overzicht AM-registraties Overzicht uitbestede activiteiten Overzicht geautomatiseerde systemen Proceseigenaar DIR DIR DIR DIR DIR AM AM AM DIR DIR DIR DIR KAM KAM C&R C&R KAM AM DIR AM KCD NV RENDO

52 Bijlage 4. Risicomatrices (vertrouwelijk) KCD NV RENDO

53 Bijlage 5. Certificaten ISO 9001 en NTA 8120 ISO 9001 KCD NV RENDO

54 NTA 8120 KCD NV RENDO

55 Bijlage 6. Overzicht gemelde gasincidenten Nr. form. Datum incident Constatering Bedieningsfout door meldpunt: het betrof een uitloper terwijl het meldpunt dacht dat dit een vermaasd net was. Hierdoor drukloos. Na toestemming van meldpunt zijn door de monteur blazen gezet. Hij heeft nog een tijdje bekeken of de druk constant was en heeft uiteindelijk de buis doorgezaagd. Door de lengte van de leiding is de druk pas na enige tijd gezakt maar op dat tijdstip was de monteur al haverwege de geplande werkzaamheden Na kapottrekken van een aansluitleiding heeft een werknemer van een grondroerder de beschadiging afgeplakt in de gasstroom. Hierdoor is de man buiten de werkput neergevallen en heeft gebraakt. Wel KLIC-melding, tekeningen op werk aanwezig Ten gevolge van graafwerkzaamheden voor het verleggen van GTS-leiding is door de aannemer een gasleiding van NV RENDO stukgetrokken. Gevolg dat er 56 afnemers zonder gas kwamen (1:27 uur). KLIC was op het werk aanwezig Tijdens een onweersbui is de bliksem ingeslagen in of op de PE aansluitleiding gas. Hierdoor is deze in brand geraakt. De aansluitleiding ligt langs een openbare weg, ter plaatse van de storing op ruim 25 meter van enig gebouw. Actie (beknopte beschrijving) In overleg met WV-er is de druk na de werkzaamheden hersteld en zijn 5 monteurs alle woningen langs geweest om te controleren op eventuele gevaarlijke situaties. De grondroerder heeft op advies van een huisarts de ambulance geroepen. Nadat de persoon door de ambulance was afgevoerd is de melding richting NV RENDO gedaan. De beschadiging is door NV RENDO gerepareerd. De IV-gas heeft een gesprek gehad met de grondroerder. Besproken in risicocommissie. Medewerkers van NV RENDO hebben de leiding gerepareerd en het drukloze netdeel weer onder gasdruk gebracht. De getroffen klanten zijn vervolgens bezocht. Besproken in risicocommissie. De brandweer heeft de omgeving veilig gehouden en de gasbrand laten branden. Medewerkers van NV RENDO hebben de aansluitleiding drukloos gemaakt en, nadat de gasbrand gedoofd was, is het beschadigde deel vervangen. KCD NV RENDO

56 Bijlage 7. Investeringstabel aantallen (Vertrouwelijk) KCD NV RENDO

57 Bijlage 8. Onderhoudstabel aantallen (Vertrouwelijk) KCD NV RENDO

58 Bijlage 9. Investerings- en onderhoudstabel euro s (Vertrouwelijk) KCD NV RENDO

59 Bijlage 10. Memo analyse realisatie en begroting 2015 (Vertrouwelijk) KCD NV RENDO

60 Bijlage 11. Memo analyse realisatie en begroting 2016 (Vertrouwelijk) KCD NV RENDO

61 Bijlage 12. Kwaliteit componenten Gas Net component GOS Subcomponent Meet- en regelinstallatie Veiligheid Bedrijfswaarden Betrouwbaarheid Doelmatigheid Juridisch Milieu Imago GTS GTS GTS GTS GTS GTS Terrein goed goed goed goed goed goed Afscheidingen goed goed goed goed goed goed Gebouw goed goed goed goed goed goed Elektrische installatie goed goed goed goed goed goed HD-net Staal goed goed goed/matig goed goed goed Nodulair gietijzer goed/matig goed goed/matig goed goed goed/matig HDPE (4 bar) goed goed goed goed goed goed HDPE (in druk verlaagd van 8 bar naar 4 bar) goed goed goed /matig goed goed goed PE 100 goed goed goed goed goed goed Afsluiter schema's matig goed matig matig goed goed Weg kruisingen goed goed goed goed goed goed Spoorkruisingen goed goed goed goed goed goed Waterkruisingen goed goed goed goed goed goed Overslagstations en districtstations Meet- en regelinstallatie goed goed goed /matig goed goed goed Terrein goed goed goed goed goed goed Afscheidingen goed goed goed goed goed goed Hogedruk afleverstations Gebouw of behuizing Elektrische installatie Meet- en regelinstallatie goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed Terrein goed goed goed goed goed goed Afscheidingen goed goed goed goed goed goed Hoge druk huisaansluitset Gebouw of behuizing Elektrische installatie Meet- en regelinstallatie goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed Behuizing goed goed goed goed goed goed KCD NV RENDO

62 Net component Algemeen: overslagstations, districtstations, HHAS en hogedruk afleverstations Subcomponent Veiligheid Bedrijfswaarden Juridisch Milieu Imago Betrouwbaarheid Doelmatigheid Scheidingsafsluiters goed goed goed goed goed goed LD-net Staal goed /matig goed goed goed goed goed HDPE goed goed goed goed goed goed PE 100 en PE 80 goed goed goed goed goed goed Hard PVC goed /matig goed goed /matig goed goed goed Hard PVC met leidingdiameter 85 en 107 mm Slagvast PVC (PVC/CPE en PVC-A) matig/slecht matig matig/slecht goed matig matig goed goed goed goed goed goed Afsluiters goed goed goed goed goed goed Aansluitleiding (MD)(H)PE Aansluitleiding PVC-A en PVC/CPE Aansluitleiding hard PVC Aansluitleiding Staal goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed /matig goed goed /matig goed goed goed goed /matig goed matig goed goed goed Invoering (MD)PE goed goed goed goed goed goed Invoering peko goed goed goed goed goed goed Invoering NV RENDO peko goed goed goed goed goed goed Invoering koper goed /matig goed /matig matig goed goed goed Invoering staal matig matig matig/slecht goed goed goed Afsluiters goed goed goed goed goed goed Huisaansluitingen Gasmeteropstelling goed goed goed /matig goed goed goed /matig KCD NV RENDO

63 Elektriciteit Net component Betrouwbaarheid Vermogensschakelaars op de onderstations van Enexis Subcomponent Veiligheid Bedrijfswaarden Doelmatigheid Juridisch Milieu Imago Schakelaar en beveiliging goed goed goed goed goed goed Terrein goed goed goed goed goed goed Gebouw goed goed goed goed goed goed Elektrische installatie goed goed goed goed goed goed 10kV-kabels XLPE(cross link polyetheen kabel) GPLK (gepantserd papier lood kabel) goed goed goed goed goed goed goed goed matig goed matig matig Verbindingsmof goed matig goed goed matig matig Terreinen goed goed goed goed goed goed Gebouwen goed goed goed goed goed goed Schakelmaterieel (SVS) goed goed goed goed goed goed 10kV-stations Schakelmaterieel (Coq) goed goed goed/matig goed goed goed Schakelmaterieel (Magnefix) goed goed goed goed goed goed Schakelmaterieel (Ela) matig matig matig matig matig goed Eindsluitingen (Kunststof) goed goed goed goed goed goed Eindsluitingen (Vet) goed goed goed goed matig goed Transformatoren goed goed goed goed goed goed LS-inrichting goed goed goed goed goed goed LS-kabel LS-kabel Kunststof Kabels en verbindingen (kunststof) Kabels en verbindingen (GPLK) goed/matig goed goed goed goed goed goed/matig goed goed goed goed goed Moffen goed goed goed goed goed goed Sectiekasten Inrichting goed matig matig goed goed matig Huisaansluitingen Aansluitkast /Meterbord/Meters goed goed matig goed goed goed Aansluitleiding goed goed goed goed goed goed Aarding goed goed goed goed goed goed KCD NV RENDO

64 Bijlage 13. Terugblik capaciteitsknelpunten genoemd in KCD nr. Locatie Jaar van optreden Druk in bar Omschrijving knelpunt Maatregel Kosten in (x1000) Status Toelichting De W 4 Ruinen Vermindering capaciteit en bedrijfszekerheid in de omgeving van Ruinen als gevolg van het masterplan HPE-C 8 bar Herstellen ring tussen Marterhaar en Ruinen d.m.v. leggen 8 bar leiding 290 gereed in 2016 Project is in 2 fasen opgedeeld. In e fase. Dan zal ca. 3,4 km HPE vervangen worden door PE100. In 2016 resterende deel HPE (ca. 0,9 km) te vervangen door PE100 en verdere aanpassingen in het net. Ha 3 Dedemsvaart Ontbreken van districtstation in nieuwbouw Brandtsveen Plaatsen districtstation De HD leiding is al met LD meegelegd 35 gereed in 2017 Woningbouw is in 2016 weer op gang gekomen. LD koppeling is tot winter wel toereikend. Reduceerstation is in oktober 2017 geplaatst. Sta 4 Staphorst Alg 4 oostelijk gebied Te ontwikkelen bedrijventerrein Oosterparallelweg te Staphorst Uit te breiden HD net als gevolg van vermindering van capaciteit in LD net. Dit als gevolg van geplande verlaging van druk in 200 mbar netten naar standaard druk 100 mbar Leggen HD + te plaatsen red station t.b.v. aan te leggen distributienet Enkele reduceerstations bijplaatsen en hogedruk toevoerleidingen leggen gereed in 2016 gereed in 2017 Hier is te verwachten een verscheidenheid van bedrijven, kleinschalige, ambachtelijke bedrijven, mogelijk een bedrijfsverzamelgebouw en bedrijven met bedrijfswoning. In 2015 zijn netberekeningen uitgevoerd en een plan van aanpak gemaakt. In 2015 is eerste (pilot)deel in druk verlaagd. In 2018 wordt het laatste deel in druk verlaagd van 200 naar 100 mbar. KCD NV RENDO

65 Bijlage 14. Vooruitblik capaciteitsknelpunten 2018 en later nr. Locatie Jaar van optreden Druk in bar Omschrijving knelpunt Maatregel Kosten in (x1000) Status Toelichting Realisatietermijn in mnd C 3 Europark te Coevorden Geen HD net en geen DS op het Nederlands deel van Europark. Momenteel alleen HD klanten aangesloten Verlengen van de 8 bar leiding en het plaatsen van een reduceerstation t.b.v. een lagedruknet 65 afwachten Ontwikkeling van dit Industrieterrein ligt achter bij verwachting waardoor aanleg van LD net + plaatsing van een DS voorlopig niet noodzakelijk lijkt. 6 De W 3 Ruinerwold Ha 1 afwachten Dedemsvaart Verminderde capaciteit door uitvoering Masterplan HPE 8 bar. Als gevolg van gewijzigd tracé i.v.m. vergunning gemeente Ontbreken van districtstation in nieuwbouwplan Parcours ten zuiden van Dedemsvaart Leggen nieuwe koppeling langs Dijkhuizen of verzwaren bestaande leiding Plaatsen districtstation. De HD leiding is al voor een deel met LD meegelegd in voorbereiding Ontwikkelingen afwachten aangaande mondelinge aanvraag grote capaciteit van klant in omgeving Ruinerwold. Reduceerstation wordt in 2018 geplaatst. Hierdoor wordt tevens bereikt dat de zuidkant van Dedemsvaart ook voldoende druk houdt wanneer medio 2018 de druk van 200 naar 100 mbar wordt verlaagd. 6 6 Ha 4 Balkbrug Ontbreken van DS op bedrijventerrein (wonen/werken) Katingerveld Aftakking maken op bestaande 4 bar leiding en plaatsen reduceerstation 32 afwachten Het LD-net is in 2012 gelegd. Tempo van bouw panden zeer langzaam. Daarom HD + DS pas aanbrengen wanneer capaciteit dit vraagt 6 KCD NV RENDO

66 nr. Locatie Jaar van optreden Druk in bar Omschrijving knelpunt Maatregel Kosten in (x1000) Status Toelichting Realisatietermijn in mnd Ha 6 Ho 2 Ho 8b Ste 6 Balkbrug Hoogeveen Hoogeveen Steenwijk afwachten afwachten Ontbreken van districtstation ten westen van Balkbrug t.b.v. nieuwbouw. Wanneer verdere uitbreiding van capaciteit plaatsvindt, zal de druk te laag worden wanneer dit net in 2018 in druk wordt verlaagd van 200 naar 100 mbar Ontwikkeling van een groot Industrieterrein (Riegmeer) ten zuiden van Hoogeveen (ca. 100 ha in 2 fasen) Uitbreiden 8 bar transportnet t.b.v. mogelijke overzetting van een Grootverbruiksaansluiting van het GTS net op het NV RENDO net Verwijderen 8 bar leiding i.v.m. ontwikkelingen bestemmingsplan De Schans te Steenwijk Leggen HD leiding en plaatsen reduceerstation Leggen 8 bar gasleidingen + plaatsen reduceerstation(s) Aanleg transportnet vanaf Mr Cramerweg/ Sportveldenweg Verlegging 8 bar gasleiding + plaatsing reduceerstation in voorbereiding afwachten Kan worden uitgesteld omdat elders in het gebied in het lagedruknet een verzwaring wordt uitgevoerd in combinatie met het verleggen t.b.v. een nieuw fietspad aan Mr J.B. Kanlaan. In het kader van het drukverlagingsproject 200 mbar naar 100 mbar (knelpunt nr. Alg 4) worden deze gebieden met elkaar gekoppeld en is de capaciteit en netdruk voorlopig voldoende. Dit mede in het kader van het vergroten van invoedingsmogelijkheden groengas. Leiding later doortrekken naar bedrijventerrein Riegmeer (Ho2). Totaal plan betreft 480 woningen. In 2008 zou dit al worden ontwikkeld maar door economische ontwikkelingen ligt dit al geruime tijd stil KCD NV RENDO

67 nr. Locatie Jaar van optreden Druk in bar Omschrijving knelpunt Maatregel Kosten in (x1000) Status Toelichting Realisatietermijn in mnd We 1 Diever Onvoldoende overnamecapaciteit in Diever in verband met nieuwbouw Plaatsen van reduceerstation aan de noordzijde van Diever 40 in uitvoering Uit netberekening blijkt dat bij eventuele uitval van het reduceerstation in het centrum van Diever de netdruk in het 100 mbar te laag wordt. 3 We 2 We 4 Alg 5 Uffelte Havelte gehele gebied / 8 Onvoldoende overnamecapaciteit in Uffelte Te weinig capaciteit voor het transporteren van groengas indien initiatief voor opwerking van groengas met grote capaciteit in Havelte tot ontwikkeling komt (mogelijke) Aanpassingen aan het HD- net en/of gasontvangstations als gevolg van het GNIP project door Gasunie Plaatsen van reduceerstation aan de oostzijde van Uffelte Leggen koppelleiding 8 bar vanaf aansluiting groengasinvoeder. Tevens enkele Gasontvangstations in laten stellen met lagere uitlaatdruk Diverse scenario s doorrekenen op verzoek van Gasunie. 27 in voorbereiding 150 afwachten n.n.b. afwachten Uit netberekening blijkt dat bij eventuele uitval van het reduceerstation in het Uffelte de netdruk in het 100 mbar te laag wordt. Medio 2017 is NV RENDO benaderd met betrekking tot de mogelijkheden van groengasinvoeding in Havelte. De capaciteit wordt modulair opgebouwd vanaf 350 m3/h tot circa 1750 m3/h. Hierbij zal ook een groengasbooster van 8 naar 40 bar noodzakelijk worden. Gasunie heeft in 2014 en 2015 diverse gesprekken gevoerd met NV RENDO over mogelijkheden voor het verplaatsen en/of laten vervallen van Gasontvangstations. Sinds medio 2018 is het GNIP op een lager pitje gezet en waarschijnlijk stopt GTS met de verdere uitrol daarvan KCD NV RENDO

68 Bijlage 15 Vragenlijst cybersecurity ACM (vertrouwelijk) KCD NV RENDO

69 KCD NV RENDO

Kwaliteits- en capaciteitsdocument NV RENDO KCD RENDO 2014-2015 1

Kwaliteits- en capaciteitsdocument NV RENDO KCD RENDO 2014-2015 1 Kwaliteits- en capaciteitsdocument NV RENDO KCD RENDO 2014-2015 1 . Voorwoord Voor u ligt het kwaliteits- en capaciteitsdocument 2016-2017 (hierna: KCD) van NV RENDO conform de Gas- en Elektriciteitswet

Nadere informatie

KCD. Kwaliteits- en capaciteitsdocument NV RENDO KCD RENDO 2014-2015 0

KCD. Kwaliteits- en capaciteitsdocument NV RENDO KCD RENDO 2014-2015 0 KCD Kwaliteits- en capaciteitsdocument NV RENDO KCD RENDO 2014-2015 0 . Voorwoord Voor u ligt het kwaliteits- en capaciteitsdocument 2014-2015 (hierna: KCD) van NV RENDO conform de Gas- en Elektriciteitswet

Nadere informatie

Factsheet Kwaliteit 2014 Liander N.V. Autoriteit Consument & Markt. Factsheet Kwaliteit 2014

Factsheet Kwaliteit 2014 Liander N.V. Autoriteit Consument & Markt. Factsheet Kwaliteit 2014 Factsheet Kwaliteit 214 Regionale Netbeheerders Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten N.V. De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders aan

Nadere informatie

Cogas Infra & Beheer B.V.

Cogas Infra & Beheer B.V. Factsheet Kwaliteit 214 Regionale Netbeheerders Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten Infra & Beheer B.V. De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale

Nadere informatie

Factsheet Kwaliteit 2015 Liander N.V. Autoriteit Consument & Markt. Factsheet Kwaliteit 2015

Factsheet Kwaliteit 2015 Liander N.V. Autoriteit Consument & Markt. Factsheet Kwaliteit 2015 Factsheet Kwaliteit 215 N.V. Autoriteit Consument & Markt Factsheet Kwaliteit 215 Regionale Netbeheerders Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten N.V. De gegevens in de grafieken in dit document zijn

Nadere informatie

Elektriciteitsnetten & gastransportnetten

Elektriciteitsnetten & gastransportnetten Factsheet Kwaliteit regionale netbeheerders 217 Elektriciteitsnetten & gastransportnetten N.V. De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders aan

Nadere informatie

Elektriciteitsnetten & gastransportnetten

Elektriciteitsnetten & gastransportnetten Factsheet Kwaliteit regionale netbeheerders 217 Elektriciteitsnetten & gastransportnetten Netbeheer B.V. De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders

Nadere informatie

Factsheet Kwaliteit 2015 Enduris B.V. Autoriteit Consument & Markt. Factsheet Kwaliteit 2015

Factsheet Kwaliteit 2015 Enduris B.V. Autoriteit Consument & Markt. Factsheet Kwaliteit 2015 Factsheet Kwaliteit 15 Regionale Netbeheerders Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten B.V. De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders aan

Nadere informatie

Factsheet Kwaliteit regionale netbeheerders 2017 Elektriciteitsnetten & gastransportnetten

Factsheet Kwaliteit regionale netbeheerders 2017 Elektriciteitsnetten & gastransportnetten Factsheet Kwaliteit regionale netbeheerders 217 Elektriciteitsnetten & gastransportnetten De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders aan de

Nadere informatie

Toelichting. 1. Inleiding

Toelichting. 1. Inleiding Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van, nr. WJZ/18038636, houdende nadere regels over het investeringsplan en het kwaliteitsborgingssysteem van beheerders van elektriciteitsnetten

Nadere informatie

KENGETALLEN REGIONALE GASNETTEN

KENGETALLEN REGIONALE GASNETTEN KENGETALLEN REGIONALE GASNETTEN Energiekamer - 1 / 8 - NE-KGN-09-06 Inhoudsopgave 1. INLEIDING...3 1.1. Context...3 1.2. Doel...3 2. INVULINSTRUCTIE KENGETALLEN REGIONALE GASNETTEN...5 2.1. Tabel 1 Adresgegevens...5

Nadere informatie

Energiemanagementprogramma HEVO B.V.

Energiemanagementprogramma HEVO B.V. Energiemanagementprogramma HEVO B.V. Opdrachtgever HEVO B.V. Project CO2 prestatieladder Datum 7 december 2010 Referentie 1000110-0154.3.0 Auteur mevrouw ir. C.D. Koolen Niets uit deze uitgave mag zonder

Nadere informatie

Delta Netwerkbedrijf B.V.

Delta Netwerkbedrijf B.V. Factsheet Kwaliteit 212 Regionale Netbeheerders Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten Delta Netwerkbedrijf B.V. De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale

Nadere informatie

Liander N.V. Factsheet Kwaliteit 2011 Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten. Inleiding

Liander N.V. Factsheet Kwaliteit 2011 Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten. Inleiding Factsheet Kwaliteit 211: N.V. Factsheet Kwaliteit 211 Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten N.V. De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de

Nadere informatie

Energie management Actieplan

Energie management Actieplan Energie management Actieplan Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 2.2 Auteur: Mariëlle de Gans - Hekman Datum: 30 september 2015 Versie: 1.0 Status: Concept Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Doelstellingen...

Nadere informatie

Risicomodel Gasvervanging

Risicomodel Gasvervanging Risicomodel Gasvervanging T.b.v. een risico gedreven uitvoering van het gasvervangingsprogramma door Sebastiaan Madlener Stedin Asset Management Agenda Risicomodel Gasvervanging Stedin, de randstedelijke

Nadere informatie

Factsheet 2010 Kwaliteit Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gasnetten N.V. RENDO. Expert versie

Factsheet 2010 Kwaliteit Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gasnetten N.V. RENDO. Expert versie Factsheet 2010 Kwaliteit Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gasnetten N.V. Expert versie De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders

Nadere informatie

Energiemanagementplan Carbon Footprint

Energiemanagementplan Carbon Footprint Energiemanagementplan Carbon Footprint Rapportnummer : Energiemanagementplan (2011.001) Versie : 1.0 Datum vrijgave : 14 juli 2011 Klaver Infratechniek B.V. Pagina 1 van 10 Energiemanagementplan (2011.001)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 509 Besluit van 27 oktober 2011 tot vaststelling van veiligheidseisen voor het transport van gas door buisleidingen bij een druk lager dan 16

Nadere informatie

Energiemanagement Actieplan

Energiemanagement Actieplan 1 van 8 Energiemanagement Actieplan Datum 18 04 2013 Rapportnr Opgesteld door Gedistribueerd aan A. van de Wetering & H. Buuts 1x Directie 1x KAM Coördinator 1x Handboek CO₂ Prestatieladder 1 2 van 8 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Factsheet Kwaliteit 2014

Factsheet Kwaliteit 2014 Factsheet Kwaliteit 214 Regionale netbeheerders Autoriteit Consument & Markt Factsheet Kwaliteit 214 Regionale Netbeheerders Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten De gegevens in de grafieken in dit

Nadere informatie

Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet 1998 artikel 3c lid 3 Gaswet

Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet 1998 artikel 3c lid 3 Gaswet Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar 2018 artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet 1998 artikel 3c lid 3 Gaswet Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Organisatie en Processen...

Nadere informatie

Stedin Netbeheer B.V.

Stedin Netbeheer B.V. Factsheet 2010 Kwaliteit Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gasnetten Netbeheer B.V. Expert versie De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders

Nadere informatie

NTA 8120 certificaat voor veilig netbeheer

NTA 8120 certificaat voor veilig netbeheer NTA 8120 certificaat voor veilig netbeheer Veiligheidstoezicht bij gastransport 2006; SodM wordt aangewezen als veiligheidstoezichthouder op gastransport; De Gaswet legt de netbeheerders een zorgplicht

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Beleid en doelstellingen / directieverantwoordelijkheid

Hoofdstuk 2 Beleid en doelstellingen / directieverantwoordelijkheid Hoofdstuk 2 Beleid en doelstellingen / directieverantwoordelijkheid 2.1 KAM beleidsverklaring De directie van Axent Groen BV onderschrijft het volgende KAM-beleid: Het beleid is er op gericht te willen

Nadere informatie

Cogas Infra & Beheer B.V.

Cogas Infra & Beheer B.V. Factsheet 2010 Kwaliteit Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gasnetten Energiekamer Infra & Beheer B.V. Expert versie De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die

Nadere informatie

Factsheet Kwaliteit 2015

Factsheet Kwaliteit 2015 Factsheet Kwaliteit 215 Regionale netbeheerders Autoriteit Consument & Markt Factsheet Kwaliteit 215 Regionale Netbeheerders Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten De gegevens in de grafieken in dit

Nadere informatie

Factsheet Kwaliteit 2012

Factsheet Kwaliteit 2012 Factsheet Kwaliteit 212 Regionale Netbeheerders Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders aan de

Nadere informatie

GEMEENTELIJKE TELECOMMUNICATIE MOBIELE COMMUNICATIE. Bijlage 04 Kwaliteitsborging en auditing

GEMEENTELIJKE TELECOMMUNICATIE MOBIELE COMMUNICATIE. Bijlage 04 Kwaliteitsborging en auditing GEMEENTELIJKE TELECOMMUNICATIE MOBIELE COMMUNICATIE Bijlage 04 Kwaliteitsborging en auditing Inhoud 1 Inleiding 3 2 Aantonen kwaliteitsborging van de dienstverlening 4 3 Auditing 5 3.1 Wanneer toepassen

Nadere informatie

Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet artikel 3c lid 3 Gaswet

Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet artikel 3c lid 3 Gaswet Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar 2016 artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet artikel 3c lid 3 Gaswet Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Organisatie en Processen...

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan. Van Schoonhoven Infra BV

Energiemanagement actieplan. Van Schoonhoven Infra BV BV Leusden, oktober 2013 Auteurs: G.J. van Schoonhoven D.J. van Boven Geaccordeerd door: D.J. van Boven Directeur eigenaar INLEIDING Ons bedrijf heeft een energiemanagement actieplan conform NEN-ISO 50001.

Nadere informatie

Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet artikel 3c lid 3 Gaswet

Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet artikel 3c lid 3 Gaswet Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar 2017 artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet artikel 3c lid 3 Gaswet Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Organisatie en Processen...

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan. Baggerbedrijf West Friesland

Energiemanagement actieplan. Baggerbedrijf West Friesland Baggerbedrijf West Friesland Gebruikte handelsnamen: Baggerbedrijf West Friesland Grond & Cultuurtechniek West Friesland Andijk, februari-mei 2014 Auteurs: M. Komen C. Kiewiet Geaccordeerd door: K. Kiewiet

Nadere informatie

Gasveiligheid, wat gaat het kosten?

Gasveiligheid, wat gaat het kosten? Gasveiligheid, wat gaat het kosten? 22 mei 2014 Marco Poorts AsM Strategie Ontwikkeling Enexis 2 Gas(on)veiligheid Gasveiligheid is een belangrijk strategisch thema Missie: Veilige, betrouwbare en betaalbare

Nadere informatie

ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN. 3 oktober 2013

ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN. 3 oktober 2013 ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN code: B1308 3 oktober 2013 datum: 3 oktober 2013 referentie: lak code: B1308 blad: 3/8 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Onderdelen van het energiemanagement actieplan 5 2.1

Nadere informatie

VOORWOORD. 1 Code voor informatiebeveiliging, Nederlands Normalisatie Instituut, Delft, 2007 : NEN-ISO.IEC 27002.

VOORWOORD. 1 Code voor informatiebeveiliging, Nederlands Normalisatie Instituut, Delft, 2007 : NEN-ISO.IEC 27002. Gesloten openheid Beleid informatiebeveiliging gemeente Leeuwarden 2014-2015 VOORWOORD In januari 2003 is het eerste informatiebeveiligingsbeleid vastgesteld voor de gemeente Leeuwarden in de nota Gesloten

Nadere informatie

Assetmanagement. Resultaten maturityscan. 14 januari 2015

Assetmanagement. Resultaten maturityscan. 14 januari 2015 Assetmanagement Resultaten maturityscan 14 januari 2015 De 7 bouwstenen van Assetmanagement 2 22.Afwijkingen en herstelacties 23. Preventieve acties 24. Verbetermanagement 5.Leiderschap en betrokkenheid

Nadere informatie

2003-2010 Westland Energie Infrastructuur b.v. DEFINITIEF

2003-2010 Westland Energie Infrastructuur b.v. DEFINITIEF CAPACITEITSPLAN ELEKTRICITEIT 2003-2010 Westland Energie Infrastructuur b.v. DEFINITIEF Inhoudsopgave: Inleiding 3 Toelichting op het Capaciteitsplan 4 1.1 Algemeen 4 1.2 Opbouw van het net 4 1.3 Invullen

Nadere informatie

3.B.2 Energie Management Actieplan

3.B.2 Energie Management Actieplan Inleiding B.V. is in 2012 gecertificeerd voor niveau 3 van de CO 2 -prestatieladder. Op basis van de uitkomsten uit de interne audits van 2012 en de vragen vanuit de markt, is een vervolgtraject gestart

Nadere informatie

Procedure Risicobeheersing en kansen afweging. Waterketen. Registratienummer: Versie: 1.0. Datum

Procedure Risicobeheersing en kansen afweging. Waterketen. Registratienummer: Versie: 1.0. Datum Procedure Risicobeheersing en kansen afweging Waterketen Soort document: Procedure Registratienummer: 14.0037073 Versie: 1.0 Status: Definitief Afdeling /Eenheid: Proceseigenaar: Procesbeheerder Procesbeschrijver:

Nadere informatie

De nieuwe ISO-normen: meer dan KAM-management alleen!

De nieuwe ISO-normen: meer dan KAM-management alleen! De nieuwe ISO-normen: meer dan KAM- alleen! Dick Hortensius Senior consultant Managementsystemen NEN Milieu & Maatschappij dick.hortensius@nen.nl 1 Wat kunt u verwachten? Ontwikkelingen systeemnormen Plug-in

Nadere informatie

Factsheet Kwaliteit 2011 Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten

Factsheet Kwaliteit 2011 Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten Factsheet Kwaliteit 11: Regionale netbeheerders Factsheet Kwaliteit 11 Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente Lingewaard

Aan de raad van de gemeente Lingewaard 6 Aan de raad van de gemeente Lingewaard *14RDS00194* 14RDS00194 Onderwerp Nota Risicomanagement & Weerstandsvermogen 2014-2017 1 Samenvatting In deze nieuwe Nota Risicomanagement & Weerstandsvermogen

Nadere informatie

Procedure 07 CO 2 -prestatieladder. 24 februari 2013 (FKO)

Procedure 07 CO 2 -prestatieladder. 24 februari 2013 (FKO) Procedure 07 CO 2 -prestatieladder 24 februari 2013 (FKO) Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Stuurcyclus Energiemanagement 4 2. Methodiek voor de emissie inventaris 6 Procedure 07 CO 2-prestatieladder 2 Inleiding

Nadere informatie

Checklist voor controle (audit) NEN 4000

Checklist voor controle (audit) NEN 4000 Rigaweg 26, 9723 TH Groningen T: (050) 54 45 112 // F: (050) 54 45 110 E: info@precare.nl // www.precare.nl Checklist voor controle (audit) NEN 4000 Nalooplijst hoofdstuk 4 Elementen in de beheersing van

Nadere informatie

ASSET MANAGEMENT KEN DE RISICO S, DAN IS ALLES BEHEERSBAAR

ASSET MANAGEMENT KEN DE RISICO S, DAN IS ALLES BEHEERSBAAR ASSET MANAGEMENT KEN DE RISICO S, DAN IS ALLES BEHEERSBAAR Jan A. Kamphuis Voorzitter NVDO Sectie Food, Beverages & Farma / Partner Traduco B.V. Food Event 2015 De Verkadefabriek, Den Bosch 03 december

Nadere informatie

PQR Lifecycle Services. Het begint pas als het project klaar is

PQR Lifecycle Services. Het begint pas als het project klaar is PQR Lifecycle Services Het begint pas als het project klaar is IT wordt een steeds crucialer onderdeel van de dagelijkse bedrijfsvoering. Waar u ook bent, het moet altijd beschikbaar en binnen bereik zijn.

Nadere informatie

OHSAS certificaat voor het waarborgen van veiligheid

OHSAS certificaat voor het waarborgen van veiligheid OHSAS 18001-certificaat voor het waarborgen van veiligheid > continue verbetering > voordelen > internationaal erkende norm > eigen verantwoordelijkheid > compleet arbo- en veiligheidsmanagementsysteem

Nadere informatie

Energiemanagementsysteem

Energiemanagementsysteem Energiemanagementsysteem BVR Groep B.V. Roosendaal, 20-06-2014. Auteur(s): H. Schrauwen, Energie & Technisch adviseur. Geaccordeerd door: M. Soenessardien,Manager KAM, Personeel & Organisatie Pagina 1

Nadere informatie

Inleiding. Asset management Wat, waarom en hoe? Asset management Wat, waarom en hoe? Asset management Wat, waarom en hoe? Asset management?

Inleiding. Asset management Wat, waarom en hoe? Asset management Wat, waarom en hoe? Asset management Wat, waarom en hoe? Asset management? Inleiding Stand van zaken Nederland? Groeiende druk op de buitenruimte Veeleisende burgers Krimpende budgetten en Risico management Planmatig en weinig flexibiliteit en creativiteit; Beheer en onderhoud

Nadere informatie

CO2 prestatieladder Managementverklaring

CO2 prestatieladder Managementverklaring CO2 prestatieladder Versie: Definitief Datum: Februari 2018 Eis: 2.B.4 Opgesteld Goedgekeurd Goedgekeurd J.M. Kroes E.G. Kroes Pagina: 2 MANAGEMENTVERKLARING Het Kwaliteit-, Arbo- en Milieubeleid (KAM-beleid)

Nadere informatie

energiemanagement & kwaliteitsmanagement

energiemanagement & kwaliteitsmanagement Energiemanagement Programma & managementsysteem Het beschrijven van het energiemanagement en kwaliteitsmanagementplan (zoals vermeld in de norm, voor ons managementsysteem). 1 Inleiding Maatschappelijk

Nadere informatie

ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP

ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP F.G. van Dijk (Directie) C.S. Hogenes (Directie & lid MVO groep) Opdrachtgever : Van Dijk Maasland Groep Project : CO2 Prestatieladder Datum : Maart 2011 Datum herzien

Nadere informatie

BIC Building Blocks Beleid & Strategie

BIC Building Blocks Beleid & Strategie BIC Building Blocks Beleid & Strategie INFORMATIEBEVEILIGING BIC De informatievoorziening van een organisatie is het geheel van mensen, middelen en maatregelen, gericht op de informatiebehoefte van die

Nadere informatie

Klachten en Meldingen. Managementdashboard

Klachten en Meldingen. Managementdashboard Welkom bij de demonstratie van het Welkom bij de systeem demonstratie van Welkom bij de systeem demonstratie van het Management Klachten en Meldingen System Managementdashboard Systemen van Inception Borgen

Nadere informatie

Doel van de rol Iedere Compliance Officer heeft als doel het beheersen van de risico s die BKR loopt in haar strategische en operationele processen.

Doel van de rol Iedere Compliance Officer heeft als doel het beheersen van de risico s die BKR loopt in haar strategische en operationele processen. FUNCTIEPROFIEL Opdrachtgever: Functienaam: BKR Compliance Officer Security & Risk BKR is een onafhankelijke stichting met een maatschappelijk doel. BKR streeft sinds 1965, zonder winstoogmerk, een financieel

Nadere informatie

Energiemanagementsysteem. Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV

Energiemanagementsysteem. Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV Nuth,20augustus 2015 Auteur(s): Tom Kitzen Theo Beckers Geaccordeerd door: Serge Vreuls Financieel Directeur C O L O F O N Het format voor dit

Nadere informatie

Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent

Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent Het gerecht Het resultaat: weten dat u met de juiste dingen bezig bent. Alles is op een bepaalde manier meetbaar.

Nadere informatie

Informatiebeveiliging en Privacy; beleid CHD

Informatiebeveiliging en Privacy; beleid CHD Informatiebeveiliging en Privacy; beleid CHD 2018-2020 Vastgesteld MT 19 december 2017 Stichting Centrale Huisartsendienst Drenthe Postbus 4091 9400 AK Assen 2 1 Inleiding De CHD is een zorginstelling

Nadere informatie

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen 2014 Van verbruik naar gebruik Pagina 1 van 6 Inleiding: Voor u ligt het MVO beleid van Hef & Hijs Nederland. Maatschappelijk Verantwoord en Duurzaam Ondernemen is

Nadere informatie

Roy Verstegen. Managementenergie Actieplan

Roy Verstegen. Managementenergie Actieplan Roy Verstegen Managementenergie Actieplan 1. Inleiding In dit document worden de concrete CO2-reductiemaatregelen en reductiedoelstellingen van het Roy Verstegen B.V. beschreven. De voortgang met betrekking

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Energiemanagement programma I GMB 2

Inhoudsopgave. Energiemanagement programma I GMB 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Duurzaamheid beleid... 4 3 PLAN: Energieverbruik en reductiekansen... 6 3.1 Energieverbruik door GMB (scope 1 en 2)... 6 3.2 Energieverbruik in de keten (scope 3)... 7

Nadere informatie

Energie actie- en meetplan 2015

Energie actie- en meetplan 2015 Energie actie- en meetplan 2015 3.B.2 Opgesteld door: Energie actie- en meetplan 2014-2020 Cheryl de Vette Van Beek Infra Groep B.V. CO2 Prestatieladder, versie 2.2 Geaccordeerd door: Peter van Beek Directeur

Nadere informatie

Privacy by Design bij Enexis

Privacy by Design bij Enexis Privacy by Design bij Enexis Boas Bierings Privacy Officer Enexis 7 november 2017 Bijeenkomst Privacy by Design III Georganiseerd door Privacy en Identity lab (PI.Lab) en ECP Platform voor de Informatie

Nadere informatie

Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar 2015. artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet artikel 3c lid 3 Gaswet

Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar 2015. artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet artikel 3c lid 3 Gaswet Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar 2015 artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet artikel 3c lid 3 Gaswet Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Organisatie en Processen...

Nadere informatie

Hoezo dé nieuwe ISO-normen?

Hoezo dé nieuwe ISO-normen? De nieuwe ISO-normen Dick Hortensius Senior consultant Managementsystemen NEN Milieu & Maatschappij dick.hortensius@nen.nl 1 Hoezo dé nieuwe ISO-normen? 2 1 De cijfers voor Nederland (eind 2013) Norm Aantal

Nadere informatie

4.3 Het toepassingsgebied van het kwaliteitsmanagement systeem vaststellen. 4.4 Kwaliteitsmanagementsysteem en de processen ervan.

4.3 Het toepassingsgebied van het kwaliteitsmanagement systeem vaststellen. 4.4 Kwaliteitsmanagementsysteem en de processen ervan. ISO 9001:2015 ISO 9001:2008 Toelichting van de verschillen. 1 Scope 1 Scope 1.1 Algemeen 4 Context van de organisatie 4 Kwaliteitsmanagementsysteem 4.1 Inzicht in de organisatie en haar context. 4 Kwaliteitsmanagementsysteem

Nadere informatie

KWALITEIT MANAGEMENT PLAN CO2 EMISSIE INVENTARIS SOGETI

KWALITEIT MANAGEMENT PLAN CO2 EMISSIE INVENTARIS SOGETI KWALITEIT MANAGEMENT PLAN CO2 EMISSIE INVENTARIS SOGETI Auteur René Speelman Versie V1.0 Plaats Vianen Kenmerk Versie informatie VERSIE INFORMATIE Versie Datum Bijzonderheden Auteur V 1.0 09-03-2015 Aangepast

Nadere informatie

IT Beleid Bijlage R bij ABTN

IT Beleid Bijlage R bij ABTN IT Beleid Dit document heeft 8 pagina s Versiebeheer Versie Auteur Datum Revisie V1.0 Bestuur 18 december 2018 Nieuwe bijlage i Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Scope van het IT Beleid 1 3. IT risico s

Nadere informatie

Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018

Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018 Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018 *** Onbekende risico s zijn een bedreiging, bekende risico s een management issue *** Samenvatting en besluit Risicomanagement is een groeiproces waarbij

Nadere informatie

Energie Management ACTIE Plan

Energie Management ACTIE Plan 1. Inleiding Het Energie Management ACTIE Plan (EMAP) geeft weer hoe binnen Schulte en Lestraden B.V. de zogenaamde stuurcyclus (Plan-Do-Check-Act) wordt ingevuld om de prestaties en doelstellingen van

Nadere informatie

Energiezorgplan Van Dorp installaties bv 2011 2015. Versie 3.0 (Summary)

Energiezorgplan Van Dorp installaties bv 2011 2015. Versie 3.0 (Summary) Energiezorgplan Van Dorp installaties bv 2011 2015 Versie 3.0 (Summary) Auteurs: Van Dorp Dienstencentrum Datum: Update: Augustus 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Energiebeleid... 3 2.1 Continue

Nadere informatie

Slimme Netten. Martijn Bongaerts: - voorzitter Projectgroep Smart Grids Netbeheer Nederland - manager Innovatie, Liander

Slimme Netten. Martijn Bongaerts: - voorzitter Projectgroep Smart Grids Netbeheer Nederland - manager Innovatie, Liander Slimme Netten Martijn Bongaerts: - voorzitter Projectgroep Smart Grids Netbeheer Nederland - manager Innovatie, Liander Netbeheer Nederland (1) Netbeheer Nederland brancheorganisatie van alle elektriciteit-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 723 Wijziging van de Warmtewet (wijzigingen naar aanleiding van de evaluatie van de Warmtewet) Nr. 5 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 28 juni 2017

Nadere informatie

Review CO2 reductiesysteem 2014-1 ste half jaar 2015. Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.2

Review CO2 reductiesysteem 2014-1 ste half jaar 2015. Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.2 Review CO2 reductiesysteem 2014-1 ste half jaar 2015 Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Management review - invalshoek A: Inzicht 4 2.1. Footprint berekening 4

Nadere informatie

VDZ Geldzaken. Beloningsbeleid

VDZ Geldzaken. Beloningsbeleid VDZ Geldzaken Beloningsbeleid 2018 INHOUD 1. Inleiding... 3 Toezicht... 3 Inwerkingtreding... 3 2. Definities en begrippen... 3 De categorieën van medewerkers... 3 Beloning... 4 Vaste beloning... 4 Variabele

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan

Energiemanagement actieplan Energiemanagement actieplan Vandervalk+degroot-groep Waalwijk, 15 oktober 2013 Auteur(s): Arend-Jan Costermans Ed den Breejen Antoine Steentjes Joni Ann Hardenberg Geaccordeerd door: Leo van der Valk Algemeen

Nadere informatie

CO2 Prestatieladder Stuurcyclus en beleidsverklaring

CO2 Prestatieladder Stuurcyclus en beleidsverklaring CO2 Prestatieladder Opgesteld door: R. Louis (Kader) Kader, bureau voor kwaliteitszorg b.v. Bedrijvenpark Twente 301 7602 KL Almelo Tel: 0546 536 800 Datum: 21-1-2019 Versie: 1.0 Status: Definitief Inhoudsopgave

Nadere informatie

Datum : energiemanagement & kwaliteitsmanagement

Datum : energiemanagement & kwaliteitsmanagement Energiemanagement Programma & managementsysteem Het beschrijven van het energiemanagement en kwaliteitsmanagementplan (zoals vermeld in de norm, voor ons managementsysteem). 1 Inleiding Maatschappelijk

Nadere informatie

VDZ Verzekeringen. Beloningsbeleid

VDZ Verzekeringen. Beloningsbeleid VDZ Verzekeringen Beloningsbeleid 2014 INHOUD 1. Inleiding... 3 Toezicht... 3 Inwerkingtreding... 3 2. Definities en begrippen... 3 De categorieën van medewerkers... 3 Beloning... 4 Vaste beloning... 4

Nadere informatie

Kwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter

Kwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter Kwaliteitssysteem datamanagement Meetbaar Beter Datum: 20 juli 2017 Versie : 0.10 Kwaliteitssysteem Meetbaar Beter versie 0.10.docx Pagina 1 van 8 Voorwoord Het aantal centra dat is aangesloten bij Meetbaar

Nadere informatie

Energiemanagement Actieplan

Energiemanagement Actieplan 1 van 8 Energiemanagement Actieplan Datum Rapportnr Opgesteld door Gedistribueerd aan A. van de Wetering & H. Buuts 1x Directie 1x KAM Coördinator 1x Handboek CO₂ Prestatieladder 1 2 van 8 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Westland Infra, Diepgeworteld in de tuinbouw.

Westland Infra, Diepgeworteld in de tuinbouw. Westland Infra, Diepgeworteld in de tuinbouw. Westland Infra heeft al meer dan 40 jaar haar wortels in de tuinbouw. Als netbeheerder zijn we verantwoordelijk voor aanleg, onderhoud en beheer van energienetten

Nadere informatie

Terug naar de bedoeling met ISO 9001:2015

Terug naar de bedoeling met ISO 9001:2015 Walvis ConsultingGroep Brengt kwaliteit tot leven Voor kwaliteit van mens en organisatie Terug naar de bedoeling met ISO 9001:2015 Ronald Zwart Vennoot, senior consultant en auditor ronald.zwart@walviscg.nl

Nadere informatie

Asset Management gemeente SWF in het kort. Aanleiding Risico Gestuurd Asset Management. Aanpak Risico Gestuurd Asset Management

Asset Management gemeente SWF in het kort. Aanleiding Risico Gestuurd Asset Management. Aanpak Risico Gestuurd Asset Management 1 2 3 4 Asset Management gemeente SWF in het kort Aanleiding Risico Gestuurd Asset Management Aanpak Risico Gestuurd Asset Management Risico-gebaseerde lange termijn planning 15 tips (Do s) Asset Management

Nadere informatie

Planning & control cyclus

Planning & control cyclus Bijlage 2 behorende bij de kaderbrief 2015 Planning & control cyclus Spoorboek 1 2 Inleiding Dit spoorboek Planning & Control-cyclus dient als handvat en achtergrondinformatie voor de organisatie bij de

Nadere informatie

ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP

ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP F.G. van Dijk (Directie) C.S. Hogenes (Directie & lid MVO groep) Opdrachtgever : Van Dijk Maasland Groep Project : CO 2 Prestatieladder Datum : Maart 2011 Auteur :

Nadere informatie

Balanced Scorecard. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V.

Balanced Scorecard. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. Balanced Scorecard Een introductie Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. Organisatie SYSQA B.V. Pagina 2 van 9 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 ALGEMEEN... 3 1.2 VERSIEBEHEER... 3 2 DE

Nadere informatie

Reductiebeleid en (kwantitatieve) doelstellingen (3.B.1)

Reductiebeleid en (kwantitatieve) doelstellingen (3.B.1) Reductiebeleid en (kwantitatieve) doelstellingen (3.B.1) Directie: K.J. de Jong Handtekening: KAM-Coördinator: D.T. de Jong Handtekening: Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het CO 2 -reductiebeleid van

Nadere informatie

Business Continuity Management conform ISO 22301

Business Continuity Management conform ISO 22301 Business Continuity Management conform ISO 22301 Onderzoek naar effecten op de prestaties van organisaties Business continuity management gaat over systematische aandacht voor de continuïteit van de onderneming,

Nadere informatie

Energie Management Actieplan

Energie Management Actieplan Energie Management Actieplan Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 3.0 Auteur: Mariëlle de Gans - Hekman Datum: 5 september 2017 Versie: 2.0 Status: Concept Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Reductiedoelstellingen...

Nadere informatie

CO2 prestatieladder Energie management plan

CO2 prestatieladder Energie management plan CO2 prestatieladder Versie: Definitief Datum: februari 2015 Eis: 2.C.3 Westgaag 42b - 3155 DG Maasland Postbus 285-3140 AG Maassluis Telefoon: 010-5922888 Fax: 010-5918621 E-mail: info@kroes.org Versie:

Nadere informatie

Generieke systeemeisen

Generieke systeemeisen Bijlage Generieke Systeem in kader van LAT-RB, versie 27 maart 2012 Generieke systeem NTA 8620 BRZO (VBS elementen) Arbowet Bevb / NTA 8000 OHSAS 18001 ISO 14001 Compliance competence checklist 1. Algemene

Nadere informatie

No Risk No Glory? k(no)w risks, k(no)w FUN, k(no)w opportunities, k(no)w future!

No Risk No Glory? k(no)w risks, k(no)w FUN, k(no)w opportunities, k(no)w future! No Risk No Glory? k(no)w risks, k(no)w FUN, k(no)w opportunities, k(no)w future! STEDIN Netbeheer 19 april 2018 Joep Weerts Directeur Klant & Markt Ravish Mehairjan Hoofd Corporate Risk Management SAMEN

Nadere informatie

TKI Tender en programmalijnen Switch2SmartGrid. Programmalijnen en speerpunten 2014

TKI Tender en programmalijnen Switch2SmartGrid. Programmalijnen en speerpunten 2014 TKI Tender en programmalijnen Switch2SmartGrid Programmalijnen en speerpunten 2014 Programmalijnen en aandachtspunten 1. Energiemanagement voor fleibiliteit van energiesysteem 2. Informatie en control

Nadere informatie

Energiemeetplan Inclusief kwaliteitsmanagementplan en energiemanagement actieplan. Criteria

Energiemeetplan Inclusief kwaliteitsmanagementplan en energiemanagement actieplan. Criteria Energiemeetplan 2018-2022 Inclusief kwaliteitsmanagementplan en energiemanagement actieplan Criteria Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 3.0 en ISO50001 Opgesteld door Paul Jonk en Marco Vermeulen

Nadere informatie

Verantwoordingsrapportage

Verantwoordingsrapportage Verantwoordingsrapportage Beheer en Bestuur Basisregistratie Grootschalige Topografie Bronhouder ZZ-ICTU-1 Datum vaststelling rapportage: Datum dagelijks bestuur vaststelling: Datum agendering algemeen

Nadere informatie

CO 2 Managementplan. Verwaal Transport. Lia Noordergraaf-Verwaal Autorisatiedatum: Versie: 1.0

CO 2 Managementplan. Verwaal Transport. Lia Noordergraaf-Verwaal Autorisatiedatum: Versie: 1.0 CO 2 Managementplan Verwaal Transport Auteur: Lia Noordergraaf-Verwaal Autorisatiedatum: 21-04-2016 Versie: 1.0 Handtekening autoriserend verantwoordelijke manager: CO 2 Managementplan 2.C.2 & 3.B.2 Inhoud

Nadere informatie

Risicomanagement en NARIS gemeente Amsterdam

Risicomanagement en NARIS gemeente Amsterdam Risicomanagement en NARIS gemeente Amsterdam Robert t Hart / Geert Haisma 26 september 2013 r.hart@risicomanagement.nl / haisma@risicomanagement.nl 1www.risicomanagement.nl Visie risicomanagement Gemeenten

Nadere informatie