Mevrouw Vos-Wallenburg merkt op dat zij liever de stukken vooraf had ontvangen, zodat zij zich beter kon voorbereiden.

Transcriptie

1 VERGADERING VERSLAG VAN woensdag 7 mei 2013, om uur Commissie Waterkering, (Vaar)wegen en Vergunningverlening AGENDA NR. AFWEZIG MET KENNISGEVING PJJ. Kome (voorzitter, Waterschapspartij), H.T.J. Peelen (secretaris), J. van Nieuwenhuijzen (heemraad, VVD), A. Abee (CDA), W. de Jong (SGP), J. Heijndijk (VVD), J.G. Hijgemann (PvdA), Ĵ. Kievit (Natuur), M. Koese (Christenunie), W. Monshouwer (Waterschapspartij), D.A. den Otter (bedrijfsgebouwd), HJ. Steehouwer (Hollandse Delta Natuurlijk), mevrouw B. Vos-Wallenburg (ongebouwd), mevrouw E.J. Slachter (WN) en mevrouw J. van den Hoonaard (notulist) Aanwezige ambtelijke ondersteuning: J.MJ. Waals, senior beleidsadviseur H. van der Meijden, beleidsadviseur W. van der Weijden, programma manager dijkversterkingsprogramma M. Boer, projectmanager M. van Galen, sr beleidsmedewerker waterschap Hollandse Delta B VERGADERVERSLAG AGENDA VERSLAG ACTIE 1. Opening De voorzitter opent de vergadering om uur en heet de aanwezigen welkom. Hierna geeft hij het woord aan de inspreker, de heer G. den Hartiqh. De bijbehorende stukken zijn inmiddels uitgedeeld. Mevrouw Vos-Wallenburg merkt op dat zij liever de stukken vooraf had ontvangen, zodat zij zich beter kon voorbereiden. De voorzitter merkt op dat de stukken kort voor de vergadering zijn ontvangen, maar dat het wellicht mogelijk is om in een volgend geval de stukken te scannen en rond te mailen. Hierna geeft hij het woord aan de inspreker. De heer Den Hartiqh vertelt op dat op 15 december 2009 de beleidsnota Wegen in werking is getreden. Hierin is expliciet opgenomen dat de hoofdfunctie Transport is en dat de brede bermen dienen als ecologische verbindingszone. Op sommige plaatsen wordt echter, als gevolg van de toename van het autobezit, op de rijloper van de wegen geparkeerd. Een voorbeeld hiervan is de locatie tussen de kruising Rijksstraatweg N488 met de Bommelskoussedijk en de Boomdijk. Op de Bommelskoussedijk staan vier woningen met voldoende eigen terrein om op te parkeren. Men parkeert echter op de rijloper. De bewoners claimen deze parkeerplaatsen als een verworven recht. In mei 2011 heeft de politie een advies uitgebracht om hinder en gevaarlijke situaties te voorkomen. Geadviseerd is om aan de zuidkant ter hoogte van de Bommelskoussedijk 1 en 3 en aan de gehele noordkant een parkeerverbod in te stellen. De aanwezige ruimte in de berm aan de noordkant kan dan na verlenging en verbreding als parkeerruimte dienen. WSHD heeft echter alleen een parkeerverbod voor de zuidkant ingesteld. Na tussenkomst van de burgemeester van Cromstrijen is er een nieuw verkeersbesluit genomen waarbij de bewoners van de nummers 2 en 4 voor de deur mogen parkeren. Dit besluit zou in nauw overleg zijn genomen met de bewoners van de Bommelskoussedijk, de burgemeester en de heer Den Hartiqh. Dit is onjuist en misleidend. Bovendien wordt de heer Den Hartiqh als ondernemer met een vestiging aan de Schenkeldijk ernstig benadeeld. Er zijn nu ruim

2 PAGINA 2 van 13 twintig bezwaarschriften ingediend door meerdere personen en bedrijven. Hij verzoekt de commissie om de zaak grondig te bestuderen en het bestuur te manen om de hoofdfunctie Transport van de wegen in de Hoekse Waard te waarborgen. Mevrouw Vos-Wallenburg informeert wie deze twintig bezwaarmakers zijn. De heer Den Hartiqh laat weten dat dit bewoners en transporteurs zijn. Hij geeft een toelichting op de tekening waarop zichtbaar is dat de weg slechts 5,5 m breed is. Door aan beide zijden parkeerplaatsen te realiseren moet het verkeer eerst rechts en dan links van de weg rijden. Er zijn negen parkeerplaatsen gerealiseerd, maar bewoners willen voor de deur parkeren. Zelfs de bewoners met een carport of een garage parkeren voor de deur. Per etmaal komen er ongeveer 260 voertuigen door deze straat. Er hebben zich al meerdere ongevallen met blikschade voorgedaan. De heer Monshouwer informeert of inspreker een bedrijf heeft en uit eigen belang spreekt. De heer Den Hartiqh zegt een bedrijf te hebben en te spreken namens zijn personeel en transporteurs. In het belang van de verkeersveiligheid geeft hij aan dat het niet veilig is om achteruit de Rijksstraatweg op te rijden om de weg vrij te maken. Vanaf de weg is niet zichtbaar dat er verkeer vanaf de Rijksstraatweg aankomt. Men komt elkaar pas op de hoek tegen. Het betreft hier agrarisch gebied waar veel met machines wordt gereden. De heer Heiįndiįk informeert of ook fietsers over deze weg rijden. De heer Den Hartiqh laat weten dat ook de schooljeugd gebruik maakt van deze weg. Verder voegt hij toe dat de weg aan het begin 5,90 m is en eindigt in een breedte van 4,90 m, terwijl een oogstmachine al 3,5 m breed is. De voorzitter dankt de inspreker voor zijn inbreng. 2. Vaststelling agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Vaststellen verslag van de vergadering van 8 en 24 januari 2013 Het verslag van 8 januari 2013 wordt ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van De heer Steehouwer informeert nogmaals naar de overeenkomst met Natuurmonumenten inzake de bebording op de kop van Goeree. Heemraad Van Nieuwenhuiizen antwoordt dat er geen aanleiding was voor een nader onderzoek en dat de borden daar mogen staan. Hij is het met de spreker eens dat de kleur niet past bij het landschap. De heer Peelen zorgt dat de overeenkomst ter inzage komt te liggen bij het bestuurssecretariaat. De voorzitter meldt dat de uitgedeelde brief van de Unie van Waterschappen aan de minister van Infrastructuur en Milieu, de definitieve versie is van de conceptbrief die bij het verslag is gevoegd. Deze brief was de vorige vergadering toegezegd. De definitieve versie wordt toegevoegd aan de ingekomen stukken. Het verslag van 24 januari 2013 wordt ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van: De heer Monshouwer wil graag weten of de commissievergadering op de juiste wijze was aangekondigd. Dit naar aanleiding van een vraag op pag. 3 van de heer Den Otter.

3 PAGINA 3 van 13 : De voorzitter laat weten dat dit tijdens de vergadering is gecontroleerd. De vergadering was op juiste wijze aangekondigd. 4. Ingekomen stukken en mededelingen De voorzitter brengt de definitieve versie van de brief van de Unie van Waterschappen ter sprake. De heer Den Otter heeft het onderdeel van WSHD gelezen. Hij is van mening dat de vorig jaar aangenomen motie ten aanzien van de wegen niet terug te vinden is in de brief. Er was aangegeven dat de motie niet direct uitgevoerd kon worden, maar hier staat dat het minimaal tot 2023 duurt en ook worden er een aantal voorwaarden genoemd. De bedoeling van de motie is dat het waterschap op den duur afstand neemt van de wegen. Heemraad Van Nieuwenhuiizen deelt de mening niet. Er lag een besluit om de wegentaak te behouden. Vervolgens is de motie aangenomen en de inhoud hiervan is terug te vinden in de laatste zinnen van de brief. Er wordt gesproken over een eventuele overdracht, dus wanneer de kans zich voordoet, kan overdracht aan de orde komen mits er aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Dit zijn de voorwaarden die in de motie staan, zoals duurzaam veilig, instemming met de overnemende overheden, minimaal het zelfde kwaliteitsniveau handhaven en geen hogere maatschappelijke kosten. Duidelijk is toen gezegd dat het om alle wegen ineens moet gaan. De heer Den Otter merkt op dat er meer recht aan de motie wordt gedaan als er staat dat men streeft naar overdragen met inachtneming van de voorwaarden. Heemraad Van Nieuwenhuizen heeft begrepen dat overdracht gebeurt wanneer de gelegenheid zich voordoet en niet dat WSHD hier actief naar streeft. Mededelingen Heemraad Van Nieuwenhuijzen doet mededeling van het feit dat er op dit moment discussie wordt gevoerd over de begroting van groenbeheer Heemraad Schelling vertegenwoordigt WSHD binnen het algemeen bestuur. De discussie verloopt moeizaam. De taak groenbeheer is de afgelopen jaren steeds toegenomen en daarnaast heeft men ook last van de bezuinigingen. Bijna alle subsidies van de Provincie zijn vervallen. Door geld uit de reserves te putten konden de kerntaken de laatste jaren toch worden uitgevoerd. Hierdoor komt de begroting onder grote druk te staan. WSHD wil graag vasthouden aan het uitvoeren van de kerntaken. WSHD betaalt de helft van de kosten, maar heeft slechts een zesde deel van de stemmen. Over de voortgang houdt de heemraad de commissie op de hoogte. Verder is er bij het baggeren in de Hoekse Waard iets niet goed gegaan met het bestek. Er is een overschrijding gemeld, die wordt verwerkt in de burap en de komende jaarrekening. Een deel van het werk moet nog in 2013 worden uitgevoerd en komt ten laste van de budgetten van Dit belast ook de begroting van het Groenbeheer. Er wordt momenteel een claim voor gewasschade bij boeren onderzocht en loopt er een discussie over welke kosten onder baggeren vallen en welke onder Groenbeheer. De heer Monshouwer vindt het jammer om zo laat te horen dat het groenbeheer er slecht voor staat. Door de crisis trekken de andere overheden zich terug. Hij hoopt dat de schade ingehaald kan worden. Hij wenst het college veel sterkte. De heer Heiindiik sluit zich hierbij aan. Verder vraagt hij of men met andere partijen in gesprek is over het groenbeheer. Heemraad Van Nieuwenhuizen geeft aan dat WSHD deze ontwikkelingen heeft zien aankomen. In het AB en DB van groenbeheer is men het gesprek met de partners aangegaan, maar de discussie verloopt moeizaam. Vooral ook omdat een meerderheid van de deelnemers de afgelopen jaren heeft ingezet op bezuinigingen. WSHD dringt bij de overige partijen aan om zich aan de afspraken te houden. De heer Monshouwer constateert dat WSHD al jaren waterbergingen aanlegt en het beheer erbij neemt. Nu wordt de rekening gepresenteerd.

4 PAGINA 4 van 13 Advisering VV-voorstellen 5. Ingekomen stukken en mededelingen VV-agenda 6.3 Evaluatie toetsproces waterkeringen De heer Kievit geeft een compliment voor de snelle evaluatie. Inhoudelijk verbaast hij zich over het feit dat het toetsen van waterkeringen niet als kerntaak wordt gezien. Dit is een ernstige conclusie. Verder leest hij dat WSHD slechts twee medewerkers heeft met kennis van zaken. Dit is een ernstige zaak, waardoor WSHD zeer kwetsbaar wordt. De heer Abee kan zich vinden in de aanbevelingen. Hij sluit zich aan bij de vorige spreker over het feit dat die toetsing niet als een kerntaak wordt gezien. De heer De Jong sluit zich hierbij aan. Wellicht dat op dit punt samenwerking met Rivierenland moet worden gezocht. Wanneer WSHD overgestapt naar twaalfjaarlijkse ronden, dan moet men alert zijn op het vasthouden van kennis. Mevrouw Vos-Wallenburg is verbijsterd over de opmerking inzake de kerntaken. De heer Monshouwer vraagt wie het evaluatierapport heeft opgesteld. Verder heeft hij een vraag over de procesbeschrijving bij punt 2.2. Hij mist in dit verhaal het gezag dat aanstuurt. De heer Hijgemann ziet dat er een verbinding wordt gelegd met andere processen. Hij vraagt zich af hoe dit financieel geregeld is. Komt dit als een vaste post op de begroting of wordt er per ronde geld beschikbaar gesteld? Heemraad Van Nieuwenhuijzen meldt dat vanaf Kerst 2012 het toetsen een kerntaak is. Hierover is geen discussie mogelijk. Het samenwerken met andere waterschappen is een goed voorstel. De heer Abee interrumpeert dat WSHD een forse bemensing heeft en hij twee medewerkers wat weinig vindt. Hij vraag zich af waarom dit niet beter is ingebed in de gehele organisatie. Heemraad Van Nieuwenhuijzen antwoordt dat het inbedden goed geregeld is. Bij het toetsen wordt wel veel ingenieurswerk ingehuurd en daarom is er ook een forse kredietaanvraag voorgelegd. Deze inhuur moet wel goed begeleid. De overstap van zes naar twaalf jaar wordt een rollend proces. Dat kan WSHD zonder twijfel aan. Het verslag is opgesteld onder de verantwoordelijkheid van D&H. Het toetsen valt onder de normale exploitatiekosten van het waterschap, want het is tenslotte een kerntaak. Tweede termijn De heer Steehouwer leest in het stuk dat de manier van werken niet goed is opgebouwd qua routine. Een aantal zaken functioneert niet goed en er wordt steeds gesproken over verbeterslagen. Ook moet een adviesbureau worden ingehuurd terwijl er al veel inhuur is. Hij vraagt zich af of dit elk jaar nodig is. Mevrouw Slachter vraagt op welke wijze het toetsen als kerntaak wordt geïmplementeerd in de organisatie. Zij vraagt zich af welke gerichte acties er worden ondernomen. Ook wil ze weten wanneer deze worden afgerond. De heer Koese meldt dat de SGP het eens is met de aanbevelingen. Hij vraagt zich af of er een rooster komt voor de twaalfjaarlijks terugkerende werkzaamheden. Wordt er jaarlijks iets begroot waarvan onbekend is wat het over twaalf jaar kost of worden de kosten voor zes jaar gewoon verdubbeld? Heemraad Van Nieuwenhuijzen geeft aan dat tot nu toe de uitvoering enigszins stoterig plaatvond met periodiek een toetsing waardoor het bloksgewijs op de begroting kwam. Bij een voortrollend programma rolt het op dezelfde wijze door in de begroting met van jaar tot jaar variabele bedragen. Derde termijn Mevrouw Slachter twijfelt niet aan de goede intenties, maar vraagt naar de tijdslimiet. Verder vraagt zij zich af of VV en de commissie hierover worden geïnformeerd. Zij vraagt hoe met de vier aanbevelingen is omgegaan.

5 PAGINA 5 van 13 Heemraad Van Nieuwenhuijzen laat weten dat er direct is ingegrepen. De secretaris stelt voor om de vier aanbevelingen bij de rapportage over de bestuurlijke vaststelling van de resultaten van de verlengde toetsingsronde mee te nemen. De vergadering stemt hiermee in. De voorzitter concludeert dat de evaluatie met een positief advies naar de VV gaat 6.4 Resultaten van de toetsing van de genormeerde boezemwaterkeringen De heer Abee leest dat er o van de waterkeringen nader moet worden onderzocht. Kijkend naar andere provincies zou dit geen bijzonder cijfer zijn. Hij vindt dit echter een hoog percentage en vraagt om een toelichting. Eerder was er onduidelijkheid over de nieuwe toetsing en de bomenplant. In IJsselmonde heeft men nog geen normeringen en hij vraagt of bomenplant daar nu wel mogelijk is. In de notitie staat onderaan pagina 32 een cryptische tekst die hij graag verduidelijkt ziet. De heer Hijqemann vindt dat de tussenrapportage een goed beeld geeft over de stand van zaken. Op pagina 26 staat de bomentoets. Hij vraagt zich af of de tijdvakken waarin de bomen staan ook zijn meegenomen in de 3%-regeling. Hij vraagt of er na het rooien van deze bomen ook een herplantverplichting is. De heer Monshouwer meent dat er veel onduidelijkheden zijn en hij vraagt zich af hoe het hierbij met de vergunningverlening is gesteld. De heer Kievit leest in de laatste alinea van de begeleidende notitie dat de benodigde maatregelen worden opgenomen in de kadernota en de programmabegroting. Hij vraagt zich af of dit onder het hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) valt. Verder informeert hij of de compartimenteringsdijken ook worden getoetst. De heer De Ĵonq weet dat de dijkwachten een rapport maken van elke ronde. Hij vraagt zich af in hoeverre eventuele opmerkingen van de dijkwachten hierin worden meegenomen. De heer Heijndiik vindt het een helder stuk en is benieuwd naar de reactie over de bijdrage van de dijkwachters. Heemraad Van Nieuwenhuijzen zegt dat binnen die o ook simpele meetkwesties vallen. Er wordt vanuit de lucht gemeten en metingen boven bebouwing en bomen moeten handmatig worden nagemeten. Op waterkerende dijken mogen eigenlijk geen bomen staan. Op de secundaire keringen of compartimenteringsdijken staan ook bomen. De bomen mogen hier blijven staan, tenzij dit gevaarlijk is. Compartimenteringsdijken zijn regionale dijken en worden gewoon getoetst. Er bestaat geen herplantverplichting voor bomen die van waterkeringen worden verwijderd. Hij weet niet of dit ook geldt voor secundaire waterkeringen. De voorzitter voegt toe dat het hooguit om gemeentelijke eisen gaat, want enkelrijige beplanting valt niet onder de eis van de boswet. Heemraad Van Nieuwenhuijzen vervolgt dat voor IJsselmonde de normering nog niet bekend is. Bij het verlenen van vergunningen in een boezemwaterkering is het niet van belang of er een normering bekend is. Werkzaamheden aan een boezemwaterkering mogen de kering nooit in gevaar brengen. De werkzaamheden vallen niet onder het HWBP. Verbeteren van de boezemwaterkering komt voor eigen rekening. De bevindingen van de dijkwachten worden in de rapportage meegenomen. Tweede termijn De heer Abee stelt voor om de volgende keer een nadere toelichting op te nemen over het percentage wat nog nader getoetst moet worden. Dit zou meer duidelijkheid scheppen. De heer Den Otter vraagt om verduidelijking over pagina 2. Hier staat dat over 49 km nog nader onderzoek moet worden verricht, 3 km is onvoldoende en 88 km is voldoende. Wanneer de compartimenteringsdijken worden meegenomen, dan gaat het over veel meer kilometers. De heer Van der Meiiden heeft als opdrachtgever de toetsing begeleid. Hij laat weten dat de compartimenteringsdijken nog niet genormeerd zijn en daarom niet zijn meegenomen. Er loopt op dit moment een studie naar IJsselmonde en naar overige compartimenteringskeringen. De rapportage gaat alleen over de genormeerde

6 PAGINA 6 van 13 boezemwaterkeringen op de Hoekse Waard en Voorne-Putten en Goeree. De heer Den Otter vraagt wanneer de compartimenteringsdijken getoetst worden en wat de financiële consequenties zijn. De heer Van der Meiiden laat weten dat er eerst een studie wordt uitgevoerd om te kijken of de compartimentskeringen genormeerd moeten worden. Deze studie loopt samen met de studie voor IJsselmonde. Ook loopt er een studie voor de Binnenmaas omdat daar een onduidelijke situatie bestaat. Rond de zomer worden de eerste resultaten verwacht. Daarna volgt de discussie over het normeren en de normen en vervolgens start het toetsingstraject. Deze toetsing zal niet in 2013 plaatsvinden, maar de 35 0 Zo wordt nog wel dit jaar uitgevoerd. Heemraad Van Nieuwenhuijzen komt terug op de cryptische tekst van pagina 32. Er staat dat er eerst een onderzoek moet worden gedaan naar de onstabiele bomen voordat besloten wordt ze te kappen. De voorzitter concludeert dat de commissie positief adviseert aan de VV. 6.8 Bestuurlijke consultatie Deltaprogramma De heer Hijgemann laat weten dat de PvdA zich kan vinden in de memo van 20 april Bij de kanttekeningen van punt 4 Ruimtelijke Adaptatie, eerste punt, merkt hij op dat buitendijks bouwen risico's met zich meebrengt. Er wordt gemorreld aan de belangen van de waterschappen. Het risico bestaat dat de waterschappen worden geconfronteerd met problemen doordat zij in de toekomst buitendijks gebied moeten gaan beschermen. Mevrouw Slachter heeft de bijeenkomst van 14 februari 2013 als zeer prettig ervaren. Men kon veel ideeën kwijt en er is toegezegd dat deze werden uitgezocht. Jammer vindt zij dat in de stukken al een voorschot is genomen op de uitkomst van de discussie. Als voorbeeld noemt zij het voorstel om de Haringvlietsluizen als waterkering te gebruiken. Dat heeft in haar visie veel voordelen, maar WSHD neemt in de onderzoeksvragen wel alvast stelling in. Op pagina 2 van de memo bij het laatste punt wordt gezegd dat de optie niet wordt beschouwd als een reële optie voor een kansrijke strategie, laat staan voorkeursstrategie. Dat is veel te stellig. Mevrouw Vos-Wallenburg laat weten dat haar fractie concludeert dat de volgende wereldoorlog over zoetwater zal gaan. De vraag gaat dan over de verdeelsleutel. De fractie is van mening dat WSHD het heel goed doet. Het belang van zoetwater wordt steeds naar voren gebracht. De sector Ongebouwd roept op om dat te blijven doen. De heer Den Otter sluit zich hier bij aan. De sector Bedrijfsgebouwd vraagt aandacht op Europees niveau voor het feit dat bij langdurige geringe afvoer van Rijn en Maas men boven de rivieren niet alles vasthoudt waardoor hier geen aanvulling wordt ontvangen. Op pagina 2 wordt bezien of er eenzelfde basisveiligheidsfilosofie kan worden opgezet voor mensen die buitendijks wonen. Hij vraagt zich af of dat in de toekomst als basistaak van het waterschap wordt gezien. De heer Kievit leest in de begeleidende brief dat het onderwerp in de commissies en VV kan worden besproken. Hij vraagt of dit ook gebeurt en wanneer. Het verbaast hem dat in de memo de veiligheid niet wordt genoemd. Door de afsluiting van het Haringvliet is in de eerste decennia een enorm probleem ontstaan in de zuidrand van de Hoekse Waard. Honderden meters voorland zijn daar weggeslagen, waardoor de waterkering werd bedreigd. Er is toen een vooroeverbestorting gemaakt van steen en nu is er nog steeds een erosieprobleem in het Spui en de Dordtse Kil. WSHD moet veel inspanningen doen om de veiligheid daar op peil te houden en daarom moet dit onderwerp ook prominent in de memo naar voren komen. De heer Heiindijk laat weten dat de VVD het pleidooi van mevrouw Vos ondersteunt. Heemraad Van Nieuwenhuijzen laat weten dat D&H inderdaad vindt dat zoetwater zeer belangrijk is en dat zij niet zoveel zien in een verdere openstelling van de Haringvlietsluizen. De heer Waals laat weten dat bij de ruimtelijke adaptatie wordt gekeken naar het buitendijks bouwen. In het afwegingskader dat door overheden wordt gebruikt heeft het waterschap in het kader van de watertoets inbreng. Buitendijks zijn de belangen van het waterschap zeer beperkt. Vanwege innovatie en nieuwe ontwikkelingen moet

7 PAGINA 7 van 13 het afwegingskader niet te knellend worden gemaakt. Er is een landelijke discussie over een nieuwe normering over de basisveiligheid voor buitendijkse gebieden. Hierbij wordt naar de mogelijkheden gekeken. WSHD hecht daar veel belang aan want ongeveer 15 0 Zo van het beheersgebied is buitendijks. Het gaat hier om een groot aantal inwoners en geïnvesteerd vermogen zoals de Maasvlakte, Europoort, stadshavens en Dordrecht. Er wordt momenteel volop onderzoek gedaan naar de veiligheid van openstelling van de Haringvlietsluizen. Veel is nog niet helder, maar dat er invloeden zijn is duidelijk. De grootte en de uitwerking wordt nog onderzocht. In het kader van het Deltaprogramma vindt er nog vervolgonderzoek plaats. De afronding wordt niet binnen twee jaar verwacht. De voorzitter concludeert dat de commissie positief adviseert aan de VV. 6. Vaststelling definitief Projectplan Zettingsvloeiing Spui De voorzitter meldt dat in de notitie staat dat er geld vrijvalt. Dit moet echter zijn 'te laten vervallen'. Mevrouw Slachter leest dat delen van de dijk langs het Spui versterkt moeten worden om de veiligheid in de toekomst te garanderen. Zij vraagt of de dichte Haringvliet hiervan de oorzaak is. De heer Hijgemann leest in de nota van beantwoording bij de zienswijze van Oud Beijerland, dat men probeert om de verantwoordelijkheden meer bij WSHD neer te leggen. De weerlegging van het WSHD is goed. Het is voor gemeentes financieel aantrekkelijk om buitendijks te bouwen, maar het mag niet zo zijn dat de nadelige vervolgschade ten laste komt van de belastingbetaler. Hij vraagt of het voor de gemeente nu duidelijk is dat het waterschap niet verantwoordelijk is. Verder vindt hij dat WSHD dit project kan gebruiken om zichzelf te promoten. De heer Steehouwer heeft een vraag over de laagste prijs en het gunningscriterium. In het verleden gebeurde het dat een aannemer met de laagste prijs failliet ging en dus vraagt hij welke zekerheid er is dat het werk daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Het risico bestaat dat gemeenten aanspraak kunnen maken op schadevergoedingen. Ook beroepsvissers willen dan gecompenseerd worden. Hij vraagt zich af of het wel verstandig is om het werk voor de laagste prijs uit te laten voeren. De heer De Jong dankt voor het heldere rapport. Hij betreurt dat er ruim 35 miljoen terugvalt naar het Rijk en vraagt waarom het WSHD zo heeft misgerekend. Verder begrijpt hij dat ertussen Nieuw Beijerland en Oud Beijerland een fietspad dicht tegen de weg aan ligt. Hij vraagt of dit ook in de werkzaamheden wordt meegenomen. Mevrouw Vos-Wallenburg vraagt of er nu de helft minder wordt uitgevoerd nu het maar de helft kost. De heer Monshouwer vindt dat WSHD zich niet zomaar aan de risico's moet onttrekken, omdat de buitendijkse woningen er eerder waren dan de sluizen. Het waterschap moet haar uiterste best doen voor een goede samenwerking. Twee jaar geleden is er een excursie gemaakt naar het recreatieterrein van Oud Beijerland. De commissie is toen gewezen op de zettingsvloeiing. Die wordt nu niet in het projectplan vermeld. Hij vraagt zich af of dit werk al is uitgevoerd. De heer Heiindiik vraagt een toelichting op de steenstorting die de erosie moet verkleinen. WSHD heeft altijd gezegd dat de buitendijkse bewoning niet binnen haar verantwoordelijkheid valt. Hij hoopt dat hierover wel een goede communicatie plaatsvindt. De heer Kievit komt terug op het vorige agendapunt, dat hiermee verband houdt. Hij heeft geen antwoord gekregen op de vraag of en wanneer het onderwerp in de commissie en VV wordt besproken. De wetenschap geeft aan dat er nader onderzoek nodig is naar de invloed van de Haringvlietsluizen. Voor 1970 was er ook sprake van erosie, maar ook van sedimentatie. Hierin was evenwicht. Toen de sluizen er waren moest het Haringvlietbekken en het Hollands Diep gevoed worden door de Dordtse Kil en het Spui. Daar nam de stroming enorm toe en de getijden veranderden. Na afsluiting zijn deze rivieren twee meter dieper geworden. Onderzoek is nodig, maar WSHD moet voor zowel zoetwater als zoutwater op de bres staan. Hij is van mening dat in het projectplan een verwijzing naar de Haringvlietsluizen moet worden opgenomen. Hij heeft twijfels of bestorting van de Dordtse Kil de oplossing is. Onder de bestorting zal de erosie gewoon doorgaan. De stenen komen op hopen te liggen en er ontstaan putten in de rivierarmen. Dit is geen duurzame oplossing. De heer Abee herinnert aan de discussie vorig jaar over innovatief aanbesteden. Hij vraagt zich af of dit niet een project is waar innovatief aanbesteden mogelijk is. Kiezen

8 PAGINA 8 van 13 voor een scherpe prijsstelling is goed, maar dan in relatie met duurzaamheid. Heemraad Van Nieuwenhuijzen merkt op dat Oud Beijerland buitendijks heeft gebouwd en zelf verantwoordelijk is voor het beschermen van haar oevers. Dat is bij hen bekend. Wel wordt er gezamenlijk gemonitord, zodat in geval van schade duidelijk is waardoor dit is ontstaan. WSHD wil niet opdraaien voor oneigenlijke kosten van Oud Beijerland dat willens en wetens op buitendijks gebied heeft gebouwd. Dat betreft ook het terrein dat door de heer Monshouwer is genoemd. Vissers mogen op dit moment niet op die locatie vissen. Wellicht dat het over een aantal jaar weer toegestaan is. Als men denkt dat men nadeel gaat ondervinden, dan kan men zich melden bij de commissie Nadeelcompensatie die zich daar een oordeel over velt. Eventuele schadevergoeding wordt niet door WSHD vergoed, maar valt onder de subsidieregeling van HWBP. Het bedrag van 35 miljoen dat terugvalt naar het Rijk, is ontstaan doordat de Tweede Kamer van alle waterprojecten vooraf zeker wilde weten wat het ging kosten. De waterschappen hebben toen een probabilistische berekening gemaakt, door alle mogelijke risico's mee te nemen in de eerste raming. Bij nadere uitwerking bleken er besparingen mogelijk. Hierdoor konden bij alle projecten de kosten dalen. Het project betreft de bestorting van de dijk aan de buitenkant, dus het fietspad tegen de dijk tussen Nieuw Beijerland en Oud Beijerland valt niet hieronder. Het versterken van de dijk gebeurt nadat de vooroever is versterkt. In deze tweede fase wordt het fietspad wel meegenomen. Over positieve communicatie laat de heemraad weten dat WSHD bij alle projecten laat zien waarmee men bezig is. De heer Van der Weiiden reageert op de gevolgen van de Haringvlietdam. In het verleden was er een gelijkmatige eb- en vloedstroming. Na de afsluiting van het Haringvliet is de stroming groter geworden met uitslijping en erosie tot gevolg. Afhankelijk van de bodemgesteldheid kunnen zettingsvloeiingsgevoelige lagen bloot komen te liggen. Het project biedt hiervoor een oplossing. De open gekomen zandlaag wordt opnieuw afgedekt. Dit gebeurt met twee steenlagen. Eerst komt er een filterlaag op en dan een afdeklaag om alles op zijn plaats te houden. Door de filterlaag kan er wel water in en uit de zandlaag stromen waardoor het zand op zijn plaats blijft. In Nederland zijn twee locaties met zettingsvloeiingsproblemen in het Deltagebied. Collega-waterschappen en Deltaris zijn betrokken bij het zoeken naar oplossingen. In verband met de veiligheid en omdat het de enige bewezen technologie is, is voor deze aanpak gekozen. Binnen het dijkversterkingsprogramma geldt het beleid Innovatief, tenzij'. Dit valt onder tenzij. In de Dordtse Kil is binnen de tijd en binnen het budget het project succesvol afgerond. De opgedane kennis kan eenvoudig bij dit project worden gebruikt. De opmerking of er voor de helft van het geld nu ook maar de helft wordt gedaan wordt door hem bevestigd. Dit leidt echter niet tot problemen. In eerste instantie zou het totale Spui aan beide kanten worden versterkt. Bureau Fugro en Oranjewoud hebben onderzocht waar versterking echt nodig was en hierdoor is de totale lengte teruggebracht tot ruim 7 km. Er wordt dus maar de helft gedaan. De heer Waals beantwoordt de vraag van de heer Kievit. Op 14 februari 2013 is afgesproken om een tweede consultatieronde te houden, maar later is voor een andere behandeling gekozen. Na behandeling in de commissie Water en WWV en in de VV gaat een brief conform het voorstel, inclusief de ingebrachte aandachtspunten naar de stuurgroep Deltaprogramma. Op 7 juni 2013 organiseert Zuidwestelijke Delta een bestuurlijke conferentie en op 20 juni 2013 vindt deze plaats bij Rijnmond- Drechtsteden. Hiervoor worden alle VV-leden uitgenodigd. Tweede termijn De heer Koese leest dat er bijgestort wordt vanwege de erosie, maar na 2017 is dit niet meer subsidiabel. Hij vraagt zich af wie dan de kosten gaat betalen. De heer Monshouwer vraagt om een reactie ten aanzien van de starre houding tegenover Oud Beijerland. De heer Steehouwer mist in het verhaal het passeren van de grote schepen op deze rivieren. Hierdoor ontstaan gigantische waterverplaatsingen waardoor ook schade ontstaat. De heer Hiļqemann hoort dat er aandacht is voor communicatie, maar leest in de stukken dat deze alleen projectgeoriënteerd is. De heer Abee dankt voor de heldere beantwoording. De heer Kievit vraagt nogmaals naar de duurzaamheid van deze oplossing. Een deskundige heeft hem verteld dat er voor de lange termijn meer twee oplossing zijn, te

9 PAGINA 9 van 13 weten: aan de oevers dam wanden plaatsen of teruggaan naar de situatie van voor Heemraad Van Nieuwenhuijzen vindt niet dat WSHD zich op voorhand verantwoordelijk moet stellen voor buitendijkse bebouwing. WSHD garandeert alleen binnendijks en niet buitendijks. De buitendijkse woningen staan nog niet zo lang in Oud Beijerland, want voorheen stond daar een fabriek. De heer Van der Weiiden vertelt dat onderzoek aantoont dat er mogelijk problemen kunnen ontstaan bij de oevers van de buitendijkse wijk. In de praktijk is dit nog niet het geval. Oud Beijerland is hierover in kennis gesteld. WSHD heeft aangeboden om met eigen financiering mee te liften in de aanbesteding. Ook faciliteert WSHD Oud Beijerland door met hen aan tafel te gaan zitten bij Rijkswaterstaat en het ministerie. Meer kan WSHD op dit moment niet doen. Op de vraag over de vaarsnelheden kan hij geen antwoord geven. Er is gekeken naar de plaatsen waar erosie plaatsvindt en niet gekeken naar de oorzaak. Heemraad Van Nieuwenhuijzen laat weten dat de stortingen van zowel de eerste als de tweede fase binnen het HWBP vallen. De heer Van der Weiiden voegt toe dat hieraan geen eindtijd is verbonden. Rijkswaterstaat monitort de impact van de bestorting. Het kan zijn dat op plaatsen waar niet gestort wordt problemen ontstaan, maar dat is lastig vooraf te voorspellen. De tweede fase is afgedekt door HWBP en hiervan kan tot 2020 gebruik worden gemaakt. Het is de meest duurzame manier van werken die nu mogelijk is. Damwanden plaatsen is een onbetaalbare oplossing. Heemraad Van Nieuwenhuijzen laat weten dat er momenteel gesprekken worden gevoerd met Rijkswaterstaat over de verantwoordelijkheden. De fundamentele discussie loopt of dit onder de verantwoordelijkheid van de rivierbeheerder valt of onder die van het waterschap. De communicatie wordt breder getrokken dan alleen de projecten. Er verschijnen meerdere publicaties en daar waar de mogelijkheid zich voordoet wordt aan communicatie gedaan. De voorzitter concludeert dat het voorstel met een positief advies naar de VV kan. 7. Aanvraag projectinvesteringskrediet voor duurzaam veilig inrichten Groene Kruisweg/Hekelingseweg fase 3 te Bernisse en Spijkenisse Mevrouw Vos-Wallenburg vraagt aandacht voor het landbouwverkeer bij de aanleg van de verkeersremmende maatregelen. Mevrouw Slachter meldt dat op de weg van Spijkenisse naar Simonshaven vlakbij Simonshaven aan de rechterkant een wegversmalling is. Deze waarschijnlijk door Bernisse aangebrachte versmalling vormt een zeer gevaarlijk punt. Ondanks aanpassing van de verlichting gebeurt het regelmatig dat men op de wegversmalling rijdt. Zij vraagt of dit in het pakket van WSHD zit en of dit de aandacht heeft. De heer Abee leest dat in het ontwerpplan nog de mogelijkheid van subsidie wordt benoemd, maar in voorliggend voorstel niet. Hij vraagt of dit inmiddels is vervallen. De heer Den Otter leest dat het project in 2011 moest worden aangemeld om in aanmerking te komen voor subsidie. Omdat het nu 2013 is, wil hij weten hoe WSHD hiermee omgaat. Op pagina 5 staat dat het aantal ongevallen is afgenomen na de aanleg van de rotondes. Hij vraagt waarom nu toch deze investering wordt gedaan. Op pagina 10 wordt gesproken over een gelijkvloerse oversteek voor fietsers. Hij begrijpt niet dat dit een voordeel is voor de verkeersveiligheid. De heer Monshouwer vraagt of de nieuwe verlichting ledverlichting is. Verder wordt gesproken over drempels in een 80 kilometerweg met een VO van 60 km en over de verwachting van o subsidie van de Stadsregio met betrekking tot de bushaltes. Hierop wil hij graag een toelichting. Heemraad Van Nieuwenhuijzen laat weten dat er bij de aanpassingen rekening wordt gehouden met landbouwverkeer. Hoewel het een 80 kilometerweg betreft mag hier landbouwverkeer op rijden. De wegversmalling bij Simonshaven is vermoedelijk door de gemeente aangelegd. De heer Boer laat weten dat een verkenning is gedaan voor een subsidie in het kader van Duurzaam Veilig bij de Stadsregio. Dit is toen niet opgenomen, maar in het kader van bustoegankelijkheid is er nog steeds een mogelijkheid tot verkrijgen van subsidie.

10 PAGINA 10 van 13 De haltes in fase twee worden voor deze subsidie aangemeld. De uitvoering is inclusief alle kosten en exclusief de subsidie. Heemraad Van Nieuwenhuijzen laat weten dat de rotondes een van de maatregelen zijn. Een 80 kilometerweg moet als zodanig worden ingericht. Een duurzame 80 kilometerweg is een weg met dubbele strepen en drempels bij kruisingen. De heer Boer voegt toe dat bij conflictsituaties verkeersplateaus worden aangelegd met een ontwerpsnelheid van 60 km/u. Heemraad Van Nieuwenhuijzen reageert op de opmerking over de gelijkvloerse oversteek voor fietsers. Naar aanleiding van de tabel op pagina 10 waarin de voor- en nadelen staan, is gekozen voor de gelijkvloerse oversteek met een eiland in het midden. Nadelen van een tunnel zijn de kosten en de sociale onveiligheid. Ter verduidelijking laat hij weten dat de verschillende varianten zijn onderzocht in vergelijking met een oversteek waar niets is geregeld. De heer Boer laat weten dat de wegvakken, behalve bij de kruisingen, verder niet verlicht worden. Omdat men nog in het stadium van monitoring is, kan niet worden aangeven welke verlichting hier wordt aangebracht. Wanneer ledverlichting mogelijk is, dan wordt hiervoor gekozen conform de motie Slachter. De heer Monshouwer interrumpeert met de opmerking dat de heemraad heeft toegezegd dat bij vervanging van de verlichting altijd wordt gekozen voor ledverlichting. Heemraad Van Nieuwenhuijzen reageert dat hiernaar inderdaad wordt gestreefd. Mevrouw Slachter fietste daar onlangs op het fietspad, dat iets lager lag, en ondervond dat passerende auto's haar het zicht op het fietspad ontnamen. Zij vraagt of er ook aandacht is voor de veiligheid op het fietspad. Overigens zijn de strepen op het fietspad enigszins versleten. De heer Boer reageert dat de asstreep in thermoplast is uitgevoerd. De Fietsersbond pleit voor kantstrepen op het fietspad, maar dat zou de kosten voor beheer en onderhoud enorm verhogen. Hij stelt voor om de locaties waar dit voorkomt te melden; wellicht kan er bij de laagliggende fietspaden een aanpassing in de berm worden gemaakt. Versleten strepen is een kwestie van onderhoud. De voorzitter concludeert dat het punt met een positief advies naar de VV kan worden doorgeleid. 8. Advies eerste programma nhwbp Dit agendapunt wordt voorafgegaan door een presentatie door de heer Waals- Mevrouw Slachter stelt dat wordt getoetst volgens vastgestelde normen. Minister Schultz van Haegen heeft op 26 april 2013 een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin ze aangeeft dat er op een andere manier naar de veiligheid van de dijken moet worden gekeken. Zij vraagt of dat hierin is meegenomen. Mevrouw Vos-Wallenburg dacht dat alle getoetste dijken urgent waren. Zij vraagt zich af wie verantwoordelijk is wanneer er voor die tijd iets misgaat. De heer Den Otter vraagt naar aanleiding van de brief van de minister of er enig zicht is op de totale investering die gedaan wordt tot en met nummer 120. Verder informeert hij wat de toets, die in het kader van de twaalfjarige cyclus wordt uitgevoerd, nog waard is wanneer het werk pas in 2030 wordt uitgevoerd. De heer Kievit leest in het voorstel dat de projecten van WSHD pas na 2020 aan de beurt zijn. Hij informeert of dat geen probleem oplevert voor de continuïteit binnen de organisatie. In de kadernota staat dat met deze projecten vooralsnog geen rekening wordt gehouden. Hij vraagt zich af of dat wel verstandig is. In de toelichting van de brief van de Unie van Waterschappen staat dat de maatregelen in een breder maatschappelijk perspectief moeten worden geplaatst. Hij vraagt of de heemraad dit deelt. In de tabel wordt gesproken over voorlandmaatregelen. Hij vraagt of dat perspectief biedt voor de waterkeringen van de grote wateren. Daarnaast staat vermeld dat door een andere manier van onderhoud ook aan de normen kan worden voldaan. Hij vraagt wat dat inhoudt en of WSHD ook dijken heeft die daarvoor in aanmerking

11 PAGINA 11 van 13 komen. Hij gaat akkoord met de brief, maar denkt dat het beter is om Strijensas hierin te benoemen. Op de vraag over voorfinanciering wordt niet direct een antwoord gegeven. Hij vraag of WSHD bereid is tot voorfinancieren en onder welke voorwaarden. De heer Abee gaat ervan uit dat veiligheid voldoende wordt gewaarborgd nu de vier koploperprojecten naar 2020 gaan. Voor Strijensas ziet hij met belangstelling een voorstel tegemoet. Hij vraagt of er meer duidelijkheid is over de Wet Hof in verband met de tussenrekening waarop de gelden gestort worden. De heer De Jong hoorde in de presentatie dat er vanaf 2017 weer getoetst gaat worden. Hij vraagt wat er in de tussentijd gebeurt. De heer Monshouwer ziet nergens in de stukken iets terug over de 60 o 7o die WSHD aan de waterkeringen betaalt, te weten o voor het bestuursakkoord en o voor het beheer. Verder meent hij dat voorfinancieren altijd kan wanneer de rente gunstig is voor WSHD. De heer Waals zegt dat de minister in haar brief laat weten dat zij wil overstappen op een overstromingsrisicobenadering. Dat is echter al in de huidige prioritering gebruikt. Alles wat niet aan de huidige norm voldoet komt op de lijst, maar de volgorde wordt volgens de nieuwe systematiek bepaald. Wanneer er tijdens het wachten toch iets misgaat, is uitgebreid aan de orde geweest in het gesprek tussen de unie en de minister. Het wachten ontslaat het waterschap niet van de plicht om adequaat voorbereid te zijn op een eventuele hoogwatersituatie. Deze locaties worden met voorrang geschouwd en mogelijk worden er noodmaatregelen getroffen. De totale investering is nog niet te bepalen, omdat eerst gestart wordt met het versterkingsproject met een globale verkenning waarbij gekeken wordt of een integrale aanpak nodig is of alleen de bekleding of het voorland versterkt moet worden. Aan het eind van de verkenningsfase zijn de kosten duidelijk; wanneer die meevallen, kunnen er meer projecten in voorbereiding worden genomen. Bij tegenvallende kosten duurt het langer. Het programmabureau wil de komende maanden een kostensystematiek opstellen die voor heel Nederland gelijk is. Hierdoor ontstaat een uniform beeld van de globale kosten per kilometer versterking. Daarmee wordt duidelijk hoeveel veiligheid er per euro wordt gecreëerd. Het veiligheidsrendement wordt dan inzichtelijk gemaakt. Wanneer getoetst wordt zonder dat er echt een programma in uitvoering is, dan moet het opnieuw worden getoetst zodat de nieuwste inzichten kunnen worden meegenomen en de urgentie beter kan worden bepaald. Het breder maatschappelijk perspectief betekent dat wordt gekeken of de werkzaamheden bijvoorbeeld in het Deltaprogramma kunnen worden meegenomen of dat er een sectorale aanpak nodig is. Bij regulier beheer en onderhoud wordt gekeken wat de specifieke taken van het waterschap zijn. Binnen de Unie is getracht om zo veel mogelijk het eerste programma met de eerste acht projecten te laten starten. Daar is WSHD het mee eens. Voorfinanciering hoeft niet in de brief aan de minister te worden opgenomen. De regering heeft gezegd dat de rente op voorfinanciering niet wordt vergoed. Het is nogal een verschil of er voor twee of voor vijftien jaar rente moet worden gefinancieerd. Deze zaken worden eerst door het programmabureau inzichtelijk gemaakt. De veiligheid wordt altijd gegarandeerd. Wat de Wet Hof betreft is de Unie nog steeds in gesprek met het Ministerie van Financiën over hoe dat feitelijk uitpakt. Op dit moment lijkt de financiering nog steeds haalbaar. Over het tussentijds toetsen wordt verwezen naar het voorstel over de regionale keringen die in de tussentijd kunnen worden opgepakt zodat WSHD in 2017 geheel gesteld staat. Daarnaast wordt gewerkt aan de voorbereidingen voor de nieuwe toetsronde. De financiering is als volgt verdeeld: o van de kosten komt voor rekening van het Rijk vanuit het Delta-fonds, 40 o 7o vanuit de collectieve waterschappen en 10 0 Zo komt voor de rekening van het waterschap zelf. WSHD betaalt acht of negen miljoen aan de collectiviteitsbijdrage, maar de eigen bedrage is nog niet in te schatten. Over de urgentie zegt hij dat alle dijkvakken en kunstwerken niet aan de normen en toetsvoorschriften van het Rijk voldoen. Wanneer zij bij normaal hoogwater gevaar lopen, dan zijn zij zeer urgent. Er is gekeken naar hoogwater dat eens in de jaar voorkomt en eens in de 1000 jaar. Hieruit blijkt dat het sporadisch voorkomt en de kans relatief klein is. Het is dan wel urgent, maar hoeft niet acuut uitgevoerd te worden. Heemraad Van Nieuwenhuijzen verwacht dat de continuïteit binnen de organisatie meevalt. Er komen altijd wel andere keringen aan de orde. Van de vier projecten na 2020 is nog zoveel onzeker dat het niet verstandig is om daar nu al mee aan de slag te gaan.

12 PAGINA 12 van 13 Tweede termijn De heer Hijgemann vraagt of Strijensas in de 2 e tranche de hoogste prioriteit krijgt. De heer Monshouwer reageert op de financiering die pas op de lange termijn naar de commissie komt. Hij geeft in overweging om hiervoor een reserve op te bouwen. Heemraad Van Nieuwenhuijzen geeft aan dat WSHD betreft Strijensas de hoogste prioriteit krijgt. Dit heeft vooral te maken met de combinatie met de Hoekse Waard zuid. De voorzitter concludeert dat ook dit agendapunt een positief advies meekrijgt. 9. Rondvraag Mevrouw Vos-Wallenburg vraagt wat wordt gedaan met het verzoek van de inspreker. Verder heeft zij een vraag over een weg van het Waterschap in IJsselmonde, de Veerweg, die uitloopt op een parkeerplaats. Zij vraagt of de parkeerplaats ook van het waterschap is. De grond om de parkeerplaats is in onderhoud bij de Provincie, die dit niet meer kan betalen. Er is nu een berg zand gestort zodat de parkeerplaats niet meer toegankelijk is. De heer Monshouwer vraagt of er nog iets gebeurt aan het verkeersveilig inrichten van de Tilsedijk-Oudelandsedijk. De werkzaamheden aan de Molendijk in Ridderkerk zijn herstart. Verder vraagt hij of de heemraad kan aangeven of de onteigening van de gronden voordeliger was ten aanzien van de aankoop en of WSHD hier lering uit heeft getrokken. De Rijksstraatweg in Ridderkerk is een secundaire waterkering. Met de aanleg van Reijerwaard is er een doorsnijding in deze dijk. Hoe wordt dit geregeld? Heemraad Van Nieuwenhuijzen zegt dat over het punt van de inspreker 26 bezwaren zijn ingediend. In juni behandelt de commissie Bezwaarschriften deze zaak. Het college wacht het advies van deze commissie af en neemt dan een besluit. Het gaat hier om een langdurige kwestie, waarbij het voordeel van de ene partij nadelig is voor de andere. Op verzoek van de gemeente Cromstrijen is op hun voorstel een verkeersbesluit genomen. Nadat hierop bezwaren kwamen, is in overleg met de bewoners en de gemeente het besluit aangepast. Tegen dit aangepaste besluit is nu ook weer bezwaar gemaakt. Nu wordt eerst de uitkomst van de bezwaarschriftencommissie afgewacht. Zodra er een uitspraak van de bezwaarschriftencommissie is wordt de commissie hierover geïnformeerd. De voorzitter merkt op dat in het fractievoorzittersoverleg is afgesproken dat wanneer D&H afwijkend besluit op het advies van de bezwaarschriftencommissie, dat dit aan de commissie wordt meegedeeld. Heemraad Van Nieuwenhuijzen antwoordt dat op het verkeersbesluit voor de aanpassingen op de Tilsedijk-Oudelandsedijk bezwaren zijn ingediend. Deze bezwaarschriften worden momenteel behandeld. De heer Van Galen geeft antwoord op de vraag inzake de Rijksstraatweg. Men is ervan op de hoogte dat het hier een secundaire waterkering betreft. De doorsnijding wordt met een kanteldijk opgelost of door middel van een coupure. WSHD is direct betrokken bij dit project. De parkeerplaats bij de Veerweg is niet van WSHD. De weg van het waterschap houdt op bij het fietspad, de primaire waterkering, dan volgt een stuk weg langs de golfbaan met het parkeerterrein en daarna begint het fietspad weer. Vanaf dit punt valt de weg weer onder beheer van het waterschap. Het tussenliggende deel is dus niet van WSHD, maar van Groenservice Zuid-Holland. Mevrouw Vos-Wallenburg verbaast zich over het feit dat Groenservice Zuid-Holland geen geld heeft voor het onderhoud van de parkeerplaats, de bankjes en het zwembad, maar ondertussen wordt er 600 hectare nieuwe natuur aangelegd. Heemraad Van Nieuwenhuijzen vervolgt zijn beantwoording met de opmerking dat er niet veel verschil zat tussen de onteigening van de gronden aan de Molendijk en de aankoop, waardoor het moeilijk te zeggen is of er lering uit is getrokken.

13 PAGINA 13 van Sluiting De voorzitter dankt ieder voor zijn bijdrage en sluit de vergadering om uur. Aldus gewijzigd/ongewijzigd vastgesteld in de vergadering van 11 juni 2013 De voorzitter. De secretaris. P.J. J. Kome ir. H.T.J. Peelen