DATUM BEHANDELING IN D&H 20 augustus commissie

Transcriptie

1 DATUM VERGADERING 26 september 2013 DATUM BEHANDELING IN D&H 20 augustus 2013 BIJLAGE(N) 6 AGENDAPUNTNUMMER t Q commissie 0 WWV (10 september 2013) AAN DE VERENIGDE VERGADERING B waterschap Hollandse Delta RESULTATEN VERLENGDE 3E TOETSING ZETTINGSVLOEIING 1. Aanleiding In het kader van de Verlengde 3 e Toetsing is ca. 16 km dijk getoetst op het faalmechanisme 'zettingsvloeiing'. Daarbij bleek ca. 7 km niet te voldoen aan de wettelijke voorschriften. In deze nota wordt voorgesteld om de toetsresultaten voor zettingsvloeiing definitief vast te stellen en in te stemmen met de aanpak van de noodzakelijke verbeteringsmaatregelen, zodat ze met voorrang kunnen worden opgenomen in het nieuwe, voortrollende Hoogwaterbeschermingsprogramma. 2. Voorstel Voorgesteld wordt: 1. De toetsresultaten voor zettingsvloeiing vast te stellen, waarmee de Trajecten die niet voldoen Dijkring 17: IJsselmonde km en km Dijkring 20: Voorne-Putten km , km , km , km en km Dijkring 25: Goeree-Overflakkee km km en km Kennis te nemen van de uitgevoerde maatregelen in de Oude Maas bij Hoogvliet en bij Spijkenisse; In te stemmen met het plan van aanpak voor de definitieve verbetermaatregelen zettingsvloeiing voor de afgekeurde dijktrajecten; Het college van D&H opdracht te geven de (voor)financiering van de noodzakelijke verbetermaatregelen uit de Verlengde 3 e Toetsing vast te leggen in een overeenkomst met de Programmadirectie HWBP I Ministerie van I&M. De onzekerheid over de dekking van de kosten van de verbetermaatregelen als risico in de paragraaf weerstandsvermogen te benoemen, totdat er een formele overeenstemming is met de Programmadirectie HWBP I Ministerie van I&M. 3. Motivering Toetsingsresultaten De Verlengde 3 e Toetsing bestaat uit het toetsen van de dijkvakken, die bij de reguliere toetsing het oordeel 'nader onderzoek' hadden gekregen. Door de Minister van I&M is gevraagd om dit nader onderzoek in 2013 uit te voeren en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) als toezichthouder te informeren over het toetsresultaten. Voor Hollandse Delta bestaat de Verlengde 3 e Toetsing in totaal uit 58 km dijk-

2 DATUM VERGADERING ONDERWERP 26 september 2013 PAGINA Resultaten Verlengde 3e Toetsing Zettingsvloeiing 2 vakken en 58 kunstwerken, die voor verschillende faalmechanismen zijn onderzocht. Voor ca. 16 km bestond het onderzoek uit de toetsing op zettingsvloeiing. Gezien de urgentie wordt nu gevraagd de toetsresultaten voor zettingsvloeiing vast te stellen. De overige toetsresultaten zullen in november aan u worden voorgelegd. Uit het onderzoek bleek bijna 7 km niet voldoet aan de wettelijke normen. In tabel 1 is een overzicht gegeven van de toetsresultaten t.a.v. zettingsvloeiing. De onderbouwing daarvan is gegeven in vijf onderzoeksrapporten. Gezien de omvang van deze rapporten liggen ze als bijlage bij het Bestuurssecretariaat ter inzage. Dijkring 17:IJsselmonde Hoogvliet 20: Voorne Putten Bernisse Spijkenisse 2 1 : Hoeksche Waard Zuid-Beijerland Piershil Oud-Beijerland 22: Eiland van Dordrecht Biesbosch 25: Goeree-Overflakkee Zuiderdiep Onderzocht Voldoet niet Middelharnis Galathee Ouddorp TOTAAL Voldoet m ( 1 ) «H m m (l) Bevestiging van het nader onderzoek HWBP2-project 'Zettingsvloeiing Spui'. Tabel 1 : De toetsresultaten voor zettingsvloeiing Verlengde 3 Toetsing (zie bijgevoegde figuur 1) e In het onderzoek is een berekening gemaakt van de afwijking van de normen. Daarnaast is in de rapporten ook een aanzet voor de verbetermaatregelen van de afgekeurde dijkvakken opgenomen. N.B. de resultaten voor het Spui bevestigen de uitkomst van de eerdere inventarisatie, die in 2012/2013 gemaakt is in het kader van het HWBP2-project Zettingsvloeiing Spui. Dit traject wordt al verbeterd in dit project, waarvan de uitvoering start in september 2013.

3 DATUM VERGADERING 26 september 2013 PAGINA 4 ONDERWERP Resultaten Verlengde 3e Toetsing Zettingsvloeiing en noodmaatregelen. Het Deltares-rapport ligt ook als bijlage bij het Bestuurssecretariaat ter inzage. Op basis van de aanbevelingen over de beheermaatregelen is met Rijkswaterstaat afgesproken dat RWS geen baggerwerkzaamheden op de urgente locaties uitgevoerd en dat RWS frequent gaat peilen. Daarnaast wordt door het waterschap in principe geen heiwerkzaamheden ca. in een strook van 250 meter rond de meest urgente dijkvakken toegestaan, tenzij extra onderzoek alsnog de veiligheid afdoende borgt. Intern is een noodplan opgesteld om bij het eventueel optreden van een zettingsvloeiing alsnog de noodzakelijke maatregelen te treffen. Daartoe zijn o.a. leveranciers van bestortingsmaterialen en aannemers met beschikbaar materieel geïnventariseerd en zijn principe-afspraken gemaakt. Noodbestorting Een belangrijke conclusie van Deltares is, dat er enkele specifieke locaties in de Oude Maas bij Hoogvliet en bij Spijkenisse met een zeer hoge urgentie aangepakt moeten worden (zie figuur 2). Het reguliere beleidsinstrumentarium van het waterschap schiet tekort in de mogelijkheden om snel uit te voeren. Omdat het nemen van maatregelen niet met enkele maanden uitgesteld kon worden, is besloten gebruik te maken van de bijzondere, wettelijke bevoegdheid, die de dijkgraaf bezit op grond van artikel 96 Waterschapswet. Op basis daarvan heeft de dijkgraaf opdracht gegeven tot het uitwerken en uitvoeren van een noodbestorting binnen een tijdsbestek van vier weken. Hij heeft op 9 augustus 2013 u als Verenigde Vergadering en Gedeputeerde Staten van dit besluit in kennis gesteld. Ook is er direct contact gelegd met Rijkswaterstaat, de gemeenten, Veiligheidsregio, provincie, het Ministerie van I&M en de Programmadirectie HWBP. Vervolgens is in samenspraak met de aannemer en in- en externe deskundigen de noodbestorting voorbereid (inmeten, hoeveelheden bepalen etc), waarna de bestorting eind augustus/begin september is aangebracht. Daarmee is de situatie zodanig, dat een reguliere aanpak van de verdere verbetermaatregelen mogelijk is. V Figuur 2: urgente locaties Plan van Aanpak Verbetermaatregelen Parallel aan het uitvoeren van de noodbestorting is ook gestart met het definiëren van het project voor de definitieve maatregelen. Daarbij is gebruik gemaakt van de ervaringen van de HWBP2-projecten 'Zettingsvloeiing Dordtsche Kil' en 'Zettingsvloeiing Spui'. De dijkvakken die op zettingsvloeiing zijn afgekeurd in de Verlengde 3 e Toetsing (V3T) worden opgenomen in één project 'Zettingsvloeiing V3T'. (Uitzondering hierop zijn de locaties in het Spui, omdat deze reeds in 'Zettingsvloeiing Spui' zijn opgenomen.)

4 DATUM VERGADERING ONDERWERP 26 september 2013 PAGINA Resultaten Verlengde 3e Toetsing Zettingsvloeiing -. V x 3 Sv,-^ Figuur 1: Locaties afgekeurde d i j k v a k k e n /.1.' į '"^Sflb&^ŠB Second Opinion Door het onderzoeksbureau (FUGRO) werd bij sommige afgekeurde dijkvakken een zeer grote afwijking van de norm berekend. Derhalve is aan Deltares gevraagd om een second opinion uit te voeren. Daarbij werd niet alleen gevraagd om de onderzoeksresultaten te verifiëren, maar ook om de urgentie van de verbetering te bepalen en om nader in te gaan op de mogelijke beheermaatregelen om de kans op een zettingsvloeiing te beperken. Uit de second opinion van Deltares blijkt, dat de toetsresultaten op hoofdlijnen worden onderschreven. De berekende normafwijkingen zijn genuanceerd, maar blijken voor sommige locaties nog steeds groot (vergelijkbaar met de situatie in de Dorische Kil en het Spui). Daarbij is ook een prioritering van de meest urgente dijkvakken gegeven. In afnemende urgentie zijn daarbij de volgende locaties genoemd: 1. Een dijkvak in Hoogvliet langs de Oude Maas: een steil talud met plaatselijk een grote erosie; 2. Een dijkvak in Spijkenisse langs de Oude Maas; 3. Een dijkvak bij Bernisse in het Spui, dat reeds is opgenomen in het HWBP2project'Zettingsvloeiing Spui'; 4. Een dijkvak bij Nieuw-Beijerland in het Spui, dat ook in het project 'Zettingsvloeiing Spui'is opgenomen; 5. Een dijkvak bij Middelharnis aan het Haringvliet, waarbij nader onderzoek naar ernst en omvang aanbevolen wordt. Ten aanzien van een zesde locatie bij Ouddorp in de Grevelingen wordt aangegeven, dat de ontwikkeling in de ligging van de bodem nader onderzocht moet worden. Indien er geen erosie plaats vindt, zou wellicht volstaan kunnen worden met een monitoringsprogramma. Omdat zettingsvloeiing niet samenhangt met een extreem hoog water, maar ook bij laag water kan ontstaan heeft Deltares ook de mogelijke aanleidingen voor een zettingsvloeiing (de zogenaamde 'triggers') onderzocht en mogelijke beheermaatregelen aangegeven. Daarbij zijn de volgende triggers genoemd:» Een verdieping van de bodem door erosie of baggerwerk. Als beheermaatregel wordt het niet-baggeren en het frequent peilen van de rivierbodem genoemd;» Een extreme laagwaterstand na een hoogwaterperiode. Hiervoor is geen beheermaatregel mogelijk;» Trillingen in de ondergrond, bijvoorbeeld door heiwerk of zwaar verkeer op de dijk. De invloed van scheepvaart is wel onderzocht, maar geeft geen aanleiding tot maatregelen. Het Deltares-rapport eindigt met concrete aanbevelingen voor beheermaatregelen

5 DATUM VERGADERING 26 September 2013 PAGINA 5 ONDERWERP Resultaten Verlengde 3e Toetsing Zettingsvloeiing Het project wordt onderverdeeld in drie fases: a) De verkenning- en planvormingsfase: Het uitwerken van de noodzakelijke maatregelen, zodat de noodzakelijke vergunningen kunnen worden aangevraagd. Deze fase eindigt met het vaststellen van het definitief Projectplan door de VV; b) De besteksfase: Het opstellen van een bestek waarmee een openbare aanbesteding kan plaatsvinden. Deze fase eindigt bij de gunning van het werk aan een aannemer; c) De uitvoeringsfase: De uitvoering van de werkzaamheden door de aannemer eindigt bij de oplevering. Op basis van de ervaringen van de eerdere projecten wordt gerekend met een doorlooptijd van de verkenning-, planvormings- en besteksfase van 6-12 maanden. Dat betekent dat de uitvoering medio 2014 zou kunnen starten. Een belangrijk aspect dat momenteel speelt, is de subsidiëring van de maatregelen vanuit het nhwbp. Conform de wijziging van de Waterwet, worden nhwbpprojecten slechts voor 90 0 Zo gesubsidieerd uit de algemene 'dijkrekening' van het Rijk en de waterschappen. WSHD moet o van de projectkosten zelf financieren. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de kosten voor de voorfinanciering. Deze kosten zijn afhankelijk van de plaats van het project 'Zettingsvloeiing V3T' in de voortrollende programmering van het nhwbp (zie hieronder). In de Programmabegroting 2013 en de Kadernota is géén rekening gehouden met het op korte termijn starten van een nhwbp-project. In de afgelopen weken is het ook niet mogelijk geweest om een concrete raming voor de verschillende fases op te stellen. Voorgesteld wordt om zo spoedig mogelijk een investeringsvoorstel aan u voor te leggen, waarbij ook de dekking in relatie tot het nhwbp wordt aangegeven. Procedure voortrollende programmering nhwbp In mei 2013 is het eerste nhwbp aan alle waterschapsbesturen voor advies voorgelegd en vervolgens aan de Minister van I&M aangeboden. Dit eerste programma wordt opgenomen in het Deltaprogramma 2014, dat met Prinsjesdag 2013 naar de Tweede Kamer wordt gezonden. Op 4 september 2013 is gestart met het opstellen van het volgende, voortrollende programma (nhwbp ), waarin ook de urgente projecten vanuit de Verlengde 3 e Toetsing kunnen worden opgenomen. Dit programma moet eind 2013 in concept gereed zijn, zodat de verschillende advies- en besluitvormingsprocessen in de eerste helft van 2014 kan plaatsvinden. In de voortrollende programmering van het nhwbp worden de projecten op basis van veiligheidsrendement/urgentie gerangschikt. Daarin zullen de afgekeurde dijkvakken en kunstwerken uit de Verlengde 3 e Toetsing 'ingepast' moeten worden in de lijst van geprioriteerde projecten. Daarbij is het van belang om het risico (kans x gevolg) en de scope van het project (omvang, kosten) in beeld te hebben. Gezien de berekende kans en de mogelijke gevolgen lijkt het project 'Zettingsvloeiing V3T' een hoge urgentie/veiligheidsrendement te hebben. Een vergelijking met de andere, urgente projecten bepaalt vervolgens de rangvolgorde en het startjaar. De meest urgente projecten van het programma kunnen dan vanaf 2015 gesubsidieerd worden. Zoals hierboven reeds is aangegeven, is het Plan van Aanpak voor de definitieve maatregelen erop gericht om reeds in 2014 te starten met de uitvoeringsmaatregelen. Derhalve zal het College in overleg moeten treden met de Programmadirectie nhwbp en het Ministerie van I&M om zo snel mogelijk zekerheid te krijgen over de subsidie vanuit het nhwbp. Dit zal waarschijnlijk vorm krijgen in een overeenkomst over de (voor)financiering van het project gedurende een bepaalde tijd. Uitgangspunt daarbij is dat de voorfinancieringskosten zoveel mogelijk beperkt blijven. De afspraken over de subsidie voor de noodbestorting wordt bij voorkeur in ditzelfde traject meegenomen. Als dit echter extra vertragend werkt, zullen deze afspraken in een aparte procedure tot een overeenkomst moeten leiden.

6 DATUM VERGADERING 26 September 2013 PAGINA 6 ONDERWERP Resultaten Verlengde 3e Toetsing Zettingsvloeiing 4. Risico's De zorg voor veilige dijken vormt een van de belangrijkste kerntaken van het waterschap. Desondanks blijft er altijd een (zeer kleine) kans op een dijkval of inundatie. Als echter blijkt dat er niet voldaan wordt aan de wettelijk vastgestelde normen, moeten er maatregelen genomen worden. Bij een optreden van een dijkval zal het waterschap moeten kunnen aantonen, dat alle mogelijke maatregelen tijdig en adequaat zijn getroffen. De financiële consequenties van de tijdige en adequate maatregelen zijn momenteel nog niet te overzien. Uitgangspunt is dat 90 o Zo van de kosten voor de noodbestorting en de definitieve maatregelen gesubsidieerd worden vanuit het nhwbp. 10 o 7o van de kosten zullen in ieder geval zelf moeten worden bekostigd. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de kosten voor voorfinanciering. De investering kan ertoe leiden dat de WSHD in 2014 niet voldoet aan de norm die gesteld wordt vanuit de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet hof). Dit risico speelt vooral indien het waterschap de investering voorfinanciert. De kans op het overschrijden van de norm van de Wet hof is nog niet in te schatten aangezien de financiële consequenties nog niet in beeld zijn. Hoewel er in de huidige kabinetsperiode geen financiële sancties zijn bij het overschrijden van de norm, is wel afgesproken om bestuurlijk overleg met het Rijk te hebben bij een (dreigende) overschrijding. Zodra er duidelijkheid is verkregen over de raming, de nhwbp subsidie en de voorfinancieringskosten, kan een investeringsvoorstel aan u worden voorgelegd. Tot dat moment zal in de risico paragraaf van de Programmabegroting, Kadernota en Jaarrekening de stand van zaken worden vastgelegd in relatie met het weerstandsvermogen. 5. Gevolgen a. Financieel: De financiële aspecten zijn in de volgende delen op te splitsen: 1. De kosten voor de toetsing op zettingsvloeiing maken onderdeel uit van het krediet voor de Verlengde 3 e Toetsing, zoals op 22 januari 2013 door u is besloten. Deze kosten zijn derhalve reeds gedekt. 2. De kosten voor de noodbestorting, zoals deze in augustus/september zijn voorbereid en uitgevoerd. Uitgangspunt hierbij is dat 90 o 7o van deze kosten op termijn gesubsidieerd worden vanuit het nhwbp. De resterende lo^o en de financieringskosten zijn echter pas te bepalen, als er een overeenkomst met de Programmadirectie HWBP I Ministerie van I&M ligt. 3a De voorbereidingskosten voor het project 'Zettingsvloeiing V3T' 3b De uitvoeringskosten van het project'zettingsvloeiing V3T' Momenteel is er nog geen raming voor de voorbereidings en de uitvoeringskosten. Ook hierbij is het uitgangspunt dat 90 0 Zo van de geraamde kosten op termijn gesubsidieerd worden vanuit het nhwbp. De resterende IOŪ/O, de uitvoeringsrisico's en de financieringskosten kunnen pas bepaald worden op basis van een overeenkomst met de Programmadirectie HWBP I Ministerie van I&M. Totdat er een overeenkomst is, zullen de (verwachte) financiële consequenties in de paragraaf weerstandvermogen als risico verantwoord worden in alle P&C producten. Zodra de overeenkomst duidelijkheid geeft zullen de financiële consequenties in een voorstel aan de VV worden voorgelegd.

7 DATUM VERGADERING 26 september 2013 PAGINA 7 ONDERWERP Resultaten Verlengde 3e Toetsing Zettingsvloeiing b. Personeel: Door de urgentie is een verschuiving van de activiteiten noodzakelijk gebleken, waarbij bepaalde taken zijn doorgeschoven naar andere medewerkers c.q. in de tijd. In de BURAP zullen de consequenties worden aangegeven. c. Juridisch: Door de wijziging van de Waterwet (doelmatigheid en bekostiging hoogwaterbescherming) gaat het toezicht op de primaire waterkeringen van de provincie over naar de minister (Waterwet artikel 3.9). Anticiperend daarop worden de toetsresultaten nu direct gerapporteerd aan de Inspectie Leefomgeving en Transport. Ten aanzien van de noodbestorting is de dijkgraaf conform artikel 96 van de Waterschapswet bevoegd tot het nemen van maatregelen, als een goede staat van de waterkering gevaar loopt. Met 'gevaar' wordt bedoeld: omstandigheden waardoor de goede staat van een of meer waterstaatswerken onmiddellijk en ernstig in het ongerede is of dreigt te geraken (Waterwet, artikel 5.28 lid 1). Uit de onderzoeksrapporten van FUGRO en Deltares blijkt dat er sprake is van omstandigheden waardoor de goede staat van de waterkering bij Hoogvliet en Spijkenisse onmiddellijk en ernstig in het ongerede is. Door een evaluatie wordt achteraf verantwoording afgelegd aan de VV. Deze evaluatie volgt zo spoedig mogelijk. De wijziging van de Waterwet (doelmatigheid en bekostiging hoogwaterbescherming) heeft direct effect op de programmering en subsidiëring van de verbetermaatregelen. In artikel 7.23 van de Waterwet staat dat er jaarlijks een (voortrollend) programma door de Minister wordt vastgesteld, waarover de waterschapen zijn gehoord. Daarnaast is de subsidiëring voor noodzakelijke verbetermaatregelen op o vastgesteld. d. Duurzaamheid: Bij de uitvoering van de noodbestorting wordt rekening gehouden met de aansluiting op de definitieve maatregelen. Bij de definitieve maatregelen wordt een situatie gecreëerd, zodat de dijk in principe weer voor 50 jaar veilig is. e. Communicatief: Er is een communicatieplan opgesteld, waarin in eerste instantie de focus is gelegd op het goed en consistent berichten over de toetsresultaten en de bestorting in de Oude Maas tussen Hoogvliet en Spijkenisse. Bij de uitvoering van het project 'Zettingsvloeiing Spui' loopt een regulier communicatietraject. g. Wijze van publiceren: D Niet van toepassing 0 Intranet 0 Internet D Terinzagelegging D Pers 6. Verdere aanpak/procedure De vastgestelde toetsrapportage over zettingsvloeiing wordt conform de wijziging van de Waterwet aangeboden aan de Inspectie Leefomgeving en Transport. Ook wordt Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en de programmadirectie HWBP

8 DATUM VERGADERING ONDERWERP 26 september 2013 PAGINA 8 Resultaten Verlengde 3e Toetsing Zettingsvloeiing geïnformeerd over de toetsresultaten. De overige toetsresultaten inclusief een totaaloverzicht zal in november 2013 aan u worden gepresenteerd. Nadat de noodbestorting is uitgevoerd en afgehandeld, zal er een evaluatie opgesteld worden over het hanteren van het besluit art. 96 Waterschapswet om de bestorting in de Oude Maas tussen Hoogvliet en Spijkenisse snel te kunnen uitvoeren. Deze evaluatie zal aan de VV, GS en de ILT worden toegezonden. Daarnaast zal overleg gevoerd worden met de Programmadirectie HWBP en het Ministerie van I&M over het programmeren en subsidiëren van het project 'Zettingsvloeiing V3T' 7. Evaluatie Zie verdere aanpak/procedure. Dijkgraaf en heemraden, secretaris-directeur dijkgraaf, drs. A.A. van Vliet. ing. J.M. Geluk. Bijlagen (6) Conceptbesluit W Rapport Toetsresultaten Zettingsvloeiing Dijkring 17 IJsselmonde (ter inzage bij bestuurssecretariaat) Rapport Toetsresultaten Zettingsvloeiing Dijkring 20 Voorne Putten (ter inzage bij bestuurssecretariaat) Rapport Toetsresultaten Zettingsvloeiing Dijkring 21 Hoeksche Waard (ter inzage bij bestuurssecretariaat) Rapport Toetsresultaten Zettingsvloeiing Dijkring 22 Eiland van Dordrecht (ter inzage bij bestuurssecretariaat) Rapport Toetsresultaten Zettingsvloeiing Dijkring 25 Goeree Overflakkee (ter inzage bij bestuurssecretariaat) Deltares-Rapport Contra Expertise Toetsing Zettingsvloeiing (ter inzage bij bestuurssecretariaat)

9 DATUM VERGADERING 26 september 2013 AGENDAPUNTNUMMER BESLUIT VV: RESULTATEN VERLENGDE 3E TOETSING ZETTINGSVLOEIING DE VERENIGDE VERGADERING VAN WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA; op voordracht van dijkgraaf en heemraden van waterschap Hollandse Delta d.d. 20 augustus 2013; gezien het advies van de commissie Waterkering, (Vaar)Wegen en Vergunningverlening van 10 september 2013; overwegende dat: Er nader onderzoek is uitgevoerd naar de dijkvakken, die in de reguliere toetsingsronde voorzien waren van het oordeel 'nader onderzoek'; Daarbij is gebleken dat ca. 7 km dijken niet voldoet aan de wettelijke voorschriften voor zettingsvloeiing; Een second opinion door Deltares deze resultaten onderschreef en de urgentie van noodmaatregelen heeft aangegeven; De dijkgraaf gebruik heeft gemaakt van zijn wettelijke bevoegdheid op grond van artikel 96 Waterschapswet omdat het nemen van maatregelen niet uitgesteld kon worden; Ook de definitieve verbetermaatregelen om de dijkvakken weer aan de norm te laten voldoen, met urgentie ter hand moeten worden genomen; gelet op: artikel 77 Waterschapswet; BESLUIT: 1. De toetsresultaten voor zettingsvloeiing vast te stellen, waarmee de volgende dijktrajecten niet voldoen aan de wettelijke normen: Trajecten die niet voldoen Dijkring 17: IJsselmonde km en km Dijkring 20: Voorne-Putten km , km , km , km en km Dijkring 25: Goeree-Overflakkee km km en km Kennis te nemen van de uitgevoerde maatregelen in de Oude Maas bij Hoogvliet en bij Spijkenisse; 3. In te stemmen met het plan van aanpak voor de definitieve verbetermaatregelen zettingsvloeiing voor de afgekeurde dijktrajecten;

10 PAGINA 10 van Het college van D&H opdracht te geven de (voor)financiering van de noodzakelijke verbetermaatregelen uit de Verlengde 3 e Toetsing vast te leggen in een overeenkomst met de Programmadirectie HWBP I Ministerie van I&M. 5. De onzekerheid over de dekking van de kosten van de verbetermaatregelen als risico in de paragraaf weerstandsvermogen te benoemen, totdat er een formele overeenstemming is met de Programmadirectie HWBP I Ministerie van I&M. Ridderkerk, 26 september De Verenigde Vergadering voornoemd, secretaris-directeur, dijkgraaf, drs. A.A. van Vliet. ing. J.M. Geluk.